Boekbespreking Titel
Bind-kracht in armoede. Boek 2. Krachtgerichte hulpverlening in dialoog
Auteur
Vansevenant, Koen, Driessens, Kristel, Van Regenmortel, Tine
Uitgave
Leuven : LannooCampus, 2008
Omvang
275 p.
1. Krachtgerichte hulpverlening waarmaken ‘Bind-Kracht in armoede’ wil hulpverleners en vrijwilligers ondersteunen in hun werk met mensen in armoede. Bind-Kracht staat voor een krachtgerichte kijk en voor hulpverlening in dialoog, met prioritaire aandacht voor het leefwereldperspectief van mensen in armoede. Moeilijkheden
De schaalvergroting in welzijnsvoorzieningen en de hoge werkdruk
De bureaucratisering en verzakelijking in de hulpverlening
De groeiende productgerichtheid en de nadruk op korte termijn resultaten en efficiëntie
De groeiende nadruk op activering en eigen verantwoordelijkheid versterkt het individueel
schuldmodel.
Dit
maakt
het
voor
hulpverleners
minder
vanzelfsprekend om cliënten een tweede en een derde kans te geven, of om ruimte te maken voor trage, duurzame processen. Empowerment Met Bind-Kracht zoeken de auteurs naar een eigentijdse invulling van de wortels van het sociaal werk. Ze kiezen voor werken aan empowerment vanuit de kracht van de hulpverleningsrelatie
of
met
aandacht
voor
de
expressieve
dimensie.
De
verbintenisproblematiek en de afhankelijkheid zijn fundamentele kenmerken van een
leven in armoede. Daarop is verbindend en versterkend werken in dialoog hun antwoord. De instrumentele dimensie of het snel oplossinggericht werken, wordt momenteel overbeklemtoond. 2. Vijf bouwstenen voor een krachtgerichte hulpverlening Bouwsteen 1: Bewust werken vanuit een krachtgerichte visie. Hulpverleners worden ‘bewust bekwamer’ om hun eigen handelen bij te sturen als ze stilstaan bij hun eigen visie op hulpverlening en de impact ervan. Werken vanuit een krachtgerichte visie helpt hulpverleners om hun keuzes te beargumenteren
vanuit
hun
ethiek
en
deontologie.
Zo
kunnen
ze
op
een
professionele manier weerwerk bieden aan trends die daartegen ingaan. De auteurs van Bind-Kracht reiken een taal aan om over die visie van gedachten te wisselen. De sleutelelementen voor hun visie op armoedebestrijding en krachtgerichte hulpverlening zijn:
structureel werken aan een sociaal rechtvaardige samenleving
krachtgericht en integraal werken vanuit een erkenning van maatschappelijke kwetsuren en sociale uitsluitingprocessen.
in dialoog, participatieverhogend werken. Relationele gelijkwaardigheid en geloof in de kracht van diversiteit zijn hierbij de centrale uitgangspunten.
Bouwsteen 2: Het leefwereldperspectief. Dit leefwereldperspectief brengt de hulpverlener naar de minder zichtbare kenmerken van armoede: gevoelens en interpretaties van mensen in armoede. Het legt kwetsuren bloot, maar focust ook op krachten. Het leefwereldperspectief doet hulpverleners stilstaan bij verschillen in perspectief bij:
hulpvragers
hulpverleners
de cultuur van hun organisaties.
Het besef van deze verschillen leidt tot een uitnodigende houding van ‘niet-weten’. Dit schort oordelen over hulpvragers op. In dit perspectief krijg je zicht op de krachten en drijfveren van hulpvragers. Het biedt meer garanties voor een betrokken samenwerking en een duurzame verandering van de levenssituatie.
2
Bouwsteen 3: gepast omgaan met spanningsvelden en rolontwikkelingen. Een
professionele
hulpverlening
vraagt
verantwoorde
keuzes
in
talrijke
spanningsvelden. Bijvoorbeeld: de spanning tussen vertrouwen – controle en afhankelijkheid - autonomie. Een hulpverlener heeft ook oog voor de rollen die cliënten opnemen. Op die manier kan hij vermijden dat mensen afhaken, kan hij crisissen op een gepaste manier aanpakken
en
kan
hij
dialoog
zoeken
naar
mogelijkheden
in
rolevoluties.
Bijvoorbeeld: de plantrekker, aanhankelijke blijver of de bereidwillige medewerker. Bouwsteen 4: een krachtgerichte, positieve basishouding. Deze is nodig om tot een flexibele rolontwikkeling te komen. Kenmerken van deze basishouding zijn:
openheid en respect
authentieke betrokkenheid en aandacht
krachtenperspectief
partnerschap op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid.
Een hulpverlener die bewust zijn kernkwaliteiten inzet, kan botsingen met een cliënt duiden en kan strijdrelaties vermijden. Idealiter wordt de kracht van het verschil dan niet langer tegen elkaar ingezet, maar voor en met elkaar. Bouwsteen 5: Versterkend en verbindende werken vanuit empowerment De dialoog tussen hulvrager en hulverlener focust op:
appèl op de veerkracht van mensen
inzicht in het dynamisch samenspel tussen kwetsbaarheid en kracht
krachtgerichte vragen
Hulpvrager en hulverlener bekijken het vroegere levensverhaal zo op een positievere manier. Hierdoor vergroot het sociaal netwerk en de inzet van steunfiguren en werken ze aan toekomstperspectieven. Zo raken de resultaten van de hulpverlening duurzaam verankerd in de leefwereld van de cliënt.
3. Krachtgerichte hulpverlening is een gefaseerd proces
3
Deze vijf bouwstenen van een krachtgerichte hulpverlening in dialoog zijn bruikbaar in elke fase van het hulpverleningsproces: 1) een warm onthaal 2) exploratie en herstel van basisrechten 3) stabilisatie en komen tot gedeelde inzichten 4) lerend groeiproces naar duurzame resultaten 5) afronding Daarnaast krijgt ook het krachtgericht groepswerk een plek, omwille van zijn belangrijke emanciperende waarde. Fase 1: het onthaal Dit is voor hulpvragers cruciaal bij de start van een hulpverleningsproces. Een cliënt wil zich welkom voelen. Hij wil ervaren dat je zijn hulpvraag ernstig neemt en dat je zijn inzet erkent. Hij wil ruimte om zijn verhaal te brengen, maar hij wil ook deskundigheid voelen, duidelijke informatie en een perspectief. Fase 2: exploratie en herstel van basisrechten In een volgende fase brengt de hulpverlener de samenhang van de problemen, krachten in de leefwereld verwachtingen van de hulpvrager in kaart. Hij maakt de basisrechten toegankelijk. Zo zet hij de eerste stappen met voelbare resultaten. Dat zorgt voor een basis van vertrouwen. Hij brengt overzicht en rust en heeft aandacht voor de effecten en betekenis van zijn handelingen. Belangrijk in de dialoog is: actief luisteren, aandacht geven aan kwetsuren en krachten erkennen. Enkele ondersteunende werkinstrumenten:
een wondervraag of een uitzonderingsvraag
een life-eventlijn
een ecogram
Fase 3: stabilisatie en komen tot gedeelde inzichten De ontwikkeling van gedeelde inzichten kan de dialoog tussen hulpvrager en hulpverlener verdiepen. Dit kan onder meer door constructief om te gaan met een crisissituatie of door het ontdekken van een dieperliggend kluwen van problemen achter de oorspronkelijke hulpvraag. Het verschil in perspectief en deskundigheid kan
4
versterkend werken wanneer er ruimte komt om dit te uiten op basis van wederkerigheid. Ook hiervoor kan men een beroep doen op ondersteunende technieken. Om te komen tot gedeelde inzichten zijn spiegelen en het werken met een draaglast - draagkrachtbalans ondersteunend. Het gezamenlijk formuleren van concrete, haalbare doelstellingen leidt tot acties en uitzichten. Fase 4: lerend groeiproces naar duurzame resultaten Hulpverleners moeten niet nagekomen afspraken of niet bereikte doelstellingen bespreekbaar maken. In dialoog met de hulpvrager zoekt hij naar obstakels en grenzen. Een crisis kan zo tot een leermoment uitgroeien. De hulpverlener en hulpvrager verwerven samen nieuwe inzichten en kunnen samen zoeken naar uitwegen en alternatieven. Fase 5: afronding Voor mensen in armoede is dit een cruciale fase, waarin veel emoties spelen. Een hulpverleningsproces afbouwen kent dus naast een instrumentele ook een belangrijke expressieve dimensie. Van een hulpverlener wordt niet alleen verwacht dat hij resultaten ziet en tot afbouw kan beslissen. Hij gaat daarover ook in dialoog en met de cliënt. Hij verwoordt het versterkings- en verbindingsproces dat hij opmerkt en peilt naar wat hij voor de hulpvrager betekent. Samen kunnen hulpverlener en hulpvrager het proces evalueren. Er is voldoende ruimte voor een respectvol afscheid. Eventueel gaat dit gepaard met een warme overdracht naar een hulpverlener van een andere dienst of met nazorg. Nazorg is een periode waarin duidelijke en haalbare engagementen genomen worden. De hulpverlener neemt af en toe zelf contact op met de hulpvrager om te informeren hoe het gaat of om veranderingen te ondersteunen. Ook de hulpvrager kan terugkomen met een nieuwe vraag of voor een ondersteunend gesprek. Dit is een proces op maat waarbij de hulpverlener steeds de deur open houdt.
4. Verdere stappen naar een krachtgerichte hulpverlening
5
Dit boek pleit voor een positieve, krachtgerichte hulpverlening aan mensen in armoede. In de huidige maatschappelijke context is dat voor veel hulpverleners niet altijd evident. Tussen droom en daad staan soms beleids- en organisatieculturen in de weg, of routines die inslijten in de dagdagelijkse praktijk onder druk van wachtlijsten
of
een
te
zware
caseload.
De
vele
spanningen,
botsingen,
crisismomenten en gevoelens van onmacht die naar boven komen in de hulpverlening aan mensen in armoede, gaan de auteurs niet uit de weg. In tal van voorbeelden duiden ze hoe deze in dialoog met de hulpvrager toch de basis kunnen vormen voor hoopvolle processen van verandering. Een van de grote maatschappelijke uitdagingen in de eenentwintigste eeuw is om de welzijnssector te interculturaliseren. Wanneer armoede - onderzoek wijst op een veel hoger armoederisico bij allochtonen, zullen we de volgende jaren meer dan ooit nood hebben aan een hulpverlening die ook voor mensen van een andere etnische afkomst verbindend en versterkend kan werken, over de taal- en cultuurverschillen heen. Daarom startten ze een onderzoek waarin ze willen verkennen of en hoe Bind-Kracht ook toepasbaar is voor mensen van een andere etnische afkomst.
6