3 | Maak kennis met de nieuwe vice-decaan FHML Nanne de Vries
4 | Kankeronderzoekfonfs Limburg maakt Maastrichts onderzoek mogelijk
7 | Gespreksvaardigheden verbeteren met video-observatie van patiëntengesprekken
9 | Jim van Os wil met SmartScan psychose in de kiem smoren
personeelskrant voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+ | 9 januari 2013
|114 Op weg naar een ziekenhuis dat de patiënt echt centraal stelt
Veranderen vanaf de werkvloer met Operational Excellence De patiënt echt centraal stellen en de zorg toegankelijk en betaalbaar houden. Dat is waar de Raad van Bestuur van het Maastricht UMC+ naartoe wil. Om dat te bereiken, gaan ziekenhuis en faculteit onder de noemer Operational Excellence samen op weg naar een ander systeem en een andere cultuur. Heel belangrijk daarin is dat veranderingen vanaf de werkvloer vorm krijgen en leidinggevenden werknemers daarin veel meer coachen. Managers binnen de top van faculteit en ziekenhuis hebben eind vorig jaar tijdens een bijeenkomst in Vaals hun steun uitgesproken voor Operational Excellence. “Het ziekenhuis zal echt moeten veranderen. We kunnen de patiënt meer centraal stellen en efficiënter werken. Dat is hard nodig, want ons zorgsysteem wordt anders onbetaalbaar”, zegt Frits van Merode, toegevoegd lid van de Raad van Bestuur van het MUMC+. Samen met Bart Durlinger, directeur Strategie, Personeel & Organisatie, geeft hij leiding aan Operational Excellence. Met Operational Excellence kan het ziekenhuis van binnenuit veranderen, benadrukken beiden. Operational Excellence gaat in feite een stap verder dan het proces dat eerder onder de noemer ‘Ziekenhuis van de Toekomst’ in gang werd gezet, vertelt Bart Durlinger. In dat kader introduceerde het ziekenhuis twee jaar geleden Lean Six Sigma. Dat is simpel gezegd een gereedschapskist met instrumenten voor het anders en efficiënter organiseren van werkprocessen. Lean Six Sigma komt voort uit de auto-industrie, uit het Toyota Production System. In dat systeem is sprake van een grote betrokkenheid van de werkvloer bij het signaleren van problemen en het aandragen en doorvoeren van verbeteringen. “We zijn in het ziekenhuis met steun van Medtronic begonnen met twee pilots binnen Dermatologie en Orthopedie. Toen hebben we meteen kunnen ervaren wat de kracht is van de methodieken van Lean Six Sigma”, zegt Bart Durlinger. “Zo werd in beide pilots helder wat in een werkproces geen toegevoegde waarde heeft voor de patiënt. Het grote voordeel is bovendien dat alle mensen die bij een werkproces betrokken zijn, bij elkaar komen. Samen ontrafelen zij dat proces en dragen zelf oplossingen aan voor problemen. Dat spreekt medewerkers enorm aan. Zij ervaren bovendien dat patiënten baat hebben bij de aangedragen oplossingen. Dat verhoogt weer het werkplezier.”
Bart Durlinger en Frits van Merode benadrukken dat er meer methoden en technieken zijn voor het anders inrichten van werkprocessen. Binnen Operational Excellence geldt Lean Six Sigma wel als een hele belangrijke set van instrumenten voor dat doel. “Wat we vorig jaar tijdens een studiereis van bestuursleden en medici naar Amerika geleerd hebben, is dat we verder moeten gaan. Als je echt iets wilt bereiken, moet je loskomen van het niveau van projecten. Dan moet je de filosofie die achter de methodieken zit omarmen, die moet echt in het DNA van de organisatie gaan zitten”, zegt Bart Durlinger. De bestuursleden en medici bezochten in Amerika onder meer Medtronic, Boeing en het Virginia Mason Medical Center, twee bedrijven en een algemeen ziekenhuis. “Die studiereis was echt een eyeopener”, vertelt Bart Durlinger, die zelf ook meereisde. “Daardoor zijn we vastbesloten geraakt om hier ook deze weg op te gaan.” Kenmerkend voor zowel de twee bedrijven als het ziekenhuis was dat de productie door Operational Excellence met 40 procent steeg en de kwaliteit van het werk toenam. Het Virginia Mason transformeerde van een verliesgevend ziekenhuis in een van de best draaiende ziekenhuizen in de VS, zowel kwalitatief als financieel. Daarmee is niet gezegd dat de werkwijze in de VS hier een-op-een toepasbaar is. “We moeten naar een eigen Maastricht Production System”, zeggen Bart Durlinger en Frits van Merode eensgezind. In dat systeem wordt continu aan verbetering gewerkt. Werknemers zullen allemaal op dezelfde wijze werkprocessen analyseren, de waarde daarvan voor de patiënt voorop stellen en een gemeenschappelijke taal spreken.
Lees verder op pagina 3
Met Operational Excellence kan het ziekenhuis van binnenuit veranderen, benadrukken Frits van Merode (l.) en Bart Durlinger.
Gazet verschijnt voortaan iedere 6 weken In de nieuwsvoorziening voor medewerkers is de nadruk steeds meer op online media als Intraspect en het digitale SUMMUM nieuwsbulletin komen te liggen. Daarom verschijnt vanaf deze maand SUMMUM gazet iedere 6 weken in plaats van iedere 4 weken. Op Intranet wordt dagelijks ‘vers’ nieuws geplaatst. In het SUMMUM nieuwsbulletin vind je het wekelijkse overzicht van het nieuws in/van het Maastricht UMC+. Doordat het actuele nieuws online beschikbaar is, veranderen de inhoud en de frequentie van SUMMUM gazet. De gazet wordt het medium voor achtergrond en human interest. SUMMUM gazet verschijnt in 2013 op de volgende data: – woensdag 20 feb (deadline maandag 11 feb); – woensdag 3 apr (deadline maandag 25 mrt); – woensdag 15 mei (deadline maandag 6 mei); – woensdag 26 juni (deadline maandag 17 juni); – woensdag 7 aug (deadline maandag 29 juli); – woensdag 18 sept (deadline maandag 9 sept); – woensdag 30 okt (deadline maandag 21 okt); – woensdag 11 dec (deadline maandag 2 dec). Heb je zelf nieuws voor SUMMUM gazet, Intranet, digitale SUMMUM nieuwsbulletin, et cetera, meld het de redactie via E
[email protected].
2 | summumgazet 114
Grote en ‘kleine’ Onderwijsprijzen FHML uitgereikt In december zijn de Onderwijsprijzen FHML 2012 uitgereikt voor de opleidingsdomeinen Health, Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen. Ook werd de Grote Onderwijsprijs uitgereikt aan Jan van Dalen. Met de Onderwijsprijzen wil het Onderwijsinstituut FHML zijn waardering tonen aan docenten die excelleren in onderwijsrollen waarin de interactie tussen docent en student centraal staat. De winnaars kregen een oorkonde en een bronzen sculptuur ontworpen door de Limburgse kunstenaar Frans Duckers. De volgende collega’s vielen in de onderwijsprijzen: – Ulrike von Rango, beste tutor/coach domein Geneeskunde; – Piet Leroy & Ben Janssen, coördinatoren van het beste blok domein Geneeskunde; – Edouard Bevers, beste docent domein Geneeskunde; – Annemieke den Boer, coördinator van het beste blok domein Health; – Frans Tan, beste tutor domein Health; – Nynke de Jong, beste docent domein Health; – Harry Gosker, beste docent masteropleiding Biomedical Sciences – Marlies Schillings, beste tutor bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen – Jos Adam, coördinator van het beste blok bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen; – Beste co-assistentschap: maatschap Neurologie van het Laurentius Ziekenhuis in Roermond; Jan van Dalen ontving de Grote Onderwijsprijs. Met de Grote Onderwijsprijs wil het Onderwijsinstituut zijn erkentelijkheid laten blijken aan medewerkers die gedurende langere tijd uitstekende prestaties op het gebied van onderwijs verrichten en hierdoor een voorbeeldfunctie vervullen. Jan van Dalen heeft gedurende zijn lange staat van dienst bij de faculteit al vele hoge waarderingen gekregen voor zijn rollen en functies in het onderwijs. Hij krijgt de Grote Onderwijsprijs onder meer omdat hij betrokken was bij veel planningsgroepen en commissies waarin hij op kundige wijze en zeker ook met een uitermate plezierige manier van samenwerking een positieve inbreng had en nog steeds heeft. Collega’s en studenten doen zelden een vergeefs beroep op hem. Ook buiten de UM is Jan van Dalen bekend, onder meer als moderator van workshops wetenschappelijk schrijven en als redactielid van Perspectives on
De winnaars met op de bovenste rij v.l.n.r. Ben Janssen, Piet Leroy, Edouard Bevers, Jos Adam en Marlies Schillings. Onderste rij v.l.n.r.: Ulrike von Rango, Annemieke den Boer, Nynke de Jong, Harry Gosher en Frans Tan.
Medical Education (van het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs). Bovendien was Jan van Dalen vele jaren directeur van de
Master of Health Professions Education. Per 1 januari heeft hij deze functie overgedragen.
De Grote Onderwijsprijs bestaat uit een bronzen sculptuur, ontworpen door de Limburgse kunstenaar Frans Duckers.
Clinicus van het het jaar Studievereniging Pulse reikte in december de prijzen voor de beste clinici van het jaar 2011-2012 uit. Co-assistenten en semi-artsen konden stemmen op artsen die hen opgevallen zijn door duidelijke uitleg, goede feedback, enthousiasme of een andere reden. En de winnaars zijn: – Beste specialist MUMC+: Roger Rennenberg (Interne Geneeskunde); – Beste arts-assistent MUMC+: Casper Eurlings (Cardiologie); – Beste specialist perifeer: dr. Mateijsen, KNO-arts in het Catharina Ziekenhuis Eindhoven; – Beste arts-assistent perifeer: drs. Wassen, arts-assistent gynaecologie in het Atrium Medisch Centrum Heerlen; – Beste huisartsbegeleider: Mieke Winten, huisarts in Neerbeek. Gefeliciteerd! Jan van Dalen met de Grote Onderwijsprijs
Benoemingen – Dietmar Enk (vakgroep Anesthesiologie) is per 20 november 2012 benoemd tot bijzonder hoogleraar door de Medische Faculteit van de Westfälische WilhelmsUniversität in Münster. – Vivianne Tjan-Heijnen is per 1 november 2012 benoemd tot directeur Regionale Samenwerking Oncologie. In deze functie zal zij de oncologische samenwerking in Zuid-Oost Nederland verder vorm geven. De clinici van het jaar v.l.n.r. Drs. Wassen, Mieke Winten, dr. Mateijsen, Roger Rennenberg en Casper Eurlings.
3 | summumgazet 114
Nanne de Vries, nieuwe vice-decaan FHML:
“De blik is nu veel meer naar buiten gericht” “Het ziekenhuis is sterk aan het veranderen. Preventie staat bijvoorbeeld nadrukkelijk op de agenda, net als samenwerking in de regio. Het ziekenhuis richt de blik tegenwoordig veel meer naar buiten”, vertelt Nanne de Vries. Hij is hoogleraar Gezondheidsbevordering en sinds mei 2012 de nieuwe vice-decaan van de Faculty of Health, Medicine & Life Sciences (FHML). Een functie waar hij volmondig “ja” tegen zei. “De inbreng van Gezondheidswetenschappen in het umc vind ik heel belangrijk.” Die inbreng van Gezondheidswetenschappen heeft mede geleid tot de verandering van het ziekenhuis, denkt Nanne de Vries. Zo versterkt de inbreng van Gezondheidswetenschappen de relatie met de buitenwereld, zoals de relatie met de GGD en de Geestelijke Gezondheidszorg. “Dat is goed, want het draait om ziekte én preventie. Dat is waar de plus in het Maastricht UMC+ voor staat. De strategienota ‘Heel de mens’ straalt dat ook uit. Daar ben ik heel blij mee. Het is mijn belangrijkste doel als vice-decaan: Gezondheidswetenschappen verankeren in de activiteiten van het Maastricht UMC+.” In het verleden was Nanne de Vries al een sterk voorstander van het samengaan van de faculteiten Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. “Mijn insteek is altijd om te onderzoeken wat je samen kunt doen. Dat geldt nu ook weer bij de umc-vorming. Formeel gezien heb ik daar geen bestuurlijke rol in, maar ik werk collegiaal samen
met decaan Albert Scherpbier. In die zin voel ik mij wel lid van het bestuur.” Albert Scherpbier en hij verdelen in goed overleg de taken, vertelt Nanne de Vries. Zo inventariseert hij zelf op dit moment de verschillen tussen de onderzoeksscholen GROW, CARIM, NUTRIM, CAPHRI, MHeNS en SHE. “De verschillen tussen de zes schools zijn nu te groot en dat belemmert de onderlinge samenwerking. Daarom willen we de regelingen beter op elkaar laten aansluiten.” In zijn rol als vice-decaan is hij verder nauw betrokken bij het aanwijzen van de Centers of Excellence binnen het MUMC+. Daarbij draait het om de vraag waar de komende jaren in de zorg, het onderzoek en het onderwijs echt de nadruk op wordt gelegd. In totaal zijn er 24 voorstellen voor Centers of Excellence ingediend. In de eerste maanden van 2013 wordt besloten welke voorstellen gehonoreerd worden. Volgens Nanne de Vries is inmiddels wel duidelijk
waar accenten gelegd gaan worden en wat de ontwikkelingsmogelijkheden zijn. “Meer kan ik er nu niet over zeggen.” Zijn benoeming tot vice-decaan dwong Nanne de Vries een aantal taken neer te leggen. Zo is hij geen vakgroepvoorzitter meer. Wel begeleidt hij nog altijd een aantal promovendi, zodat hij betrokken blijft bij het onderzoek binnen CAPHRI en NUTRIM. Ook zijn onderwijstaken heeft hij niet helemaal neergelegd. “Ik ben nog betrokken bij een onderwijsblok Geneeskunde over obesitas en diabetes. Daar heb ik zelf voor geijverd en dat is vorig jaar pas geïntroduceerd. Het gaat dan niet alleen over ziekte, maar ook over zaken als leefstijl en preventie, patiëntenvoorlichting en zelfmanagement. Dat is heel leuk om te doen.” Nu hij vice-decaan is, pendelt hij heen en weer tussen universiteit en ziekenhuis. Twee verschillende culturen, oordeelt hij. “De universiteit kent toch een veel plattere
organisatie, in het ziekenhuis heerst meer hiërarchie. Voor iemand zoals ik, die altijd grappen maakt en wat informeler is, is dat wennen. Het grote voordeel van deze functie is dat ik weer mensen leer kennen. Dat is goed voor de samenwerking.” Die samenwerking kent inmiddels een andere insteek, zegt De Vries. Het ziekenhuis beweegt mee met de tijd. Het is niet langer een instituut dat zich alleen richt op het genezen van mensen, constateert hij. “Er is nu veel meer aandacht voor preventie, ook in het genezingsproces. Het idee is dat we er voor moeten zorgen dat de participatiegraad van mensen hoog blijft.” De definitie van gezondheid schuift ook steeds verder op, besluit Nanne de Vries. “Gezondheid betekende vroeger dat je vrij was van ziektes. Vervolgens spraken we veel meer over de kwaliteit van leven. Nu draait gezondheid vooral om een volwaardig, zelfstandig bestaan. Daarom omarmt het MUMC+ projecten die de zelfstandigheid van burgers bevorderen.”
Wie is Nanne de Vries? Nanne de Vries studeerde Psychologie in Groningen en werkte aansluitend als sociaal psycholoog in Maastricht, Groningen en Amsterdam. In 1998 promoveerde hij cum laude in Groningen op een onderzoek naar sociale vergelijkingen. Jezelf vergelijken met anderen kan leiden tot onderlinge competitie, maar dat hoeft niet, is een van de conclusies in dat promotieonderzoek. Zo kun je in de vergelijking ook op zoek gaan naar sterke eigenschappen bij de ander die je zelf niet hebt en andersom. “Neem bijvoorbeeld de chirurg die zichzelf vergelijkt met een gezondheidswetenschapper”, zegt Nanne de Vries. “Als de chirurg vaststelt dat hij zelf goed met een scalpel om kan gaan en een gezondheidswetenschapper goed met mensen, dan kunnen ze elkaar uitstekend aanvullen. Bovendien heeft samenwerking dan meerwaarde voor de patiënt.” Nanne de Vries werd in 2000 tot hoogleraar in Maastricht benoemd, is getrouwd en heeft twee zonen. Daarnaast heeft hij nog een dochter uit een eerder huwelijk. Of hij hobby’s heeft? “Daar heb ik helemaal geen tijd voor. Nou oké dan, koken en wijn. En om dat te compenseren, ga ik af en toe hockeyen, dankzij mijn zoons.”
Vervolg van pagina 1 Leidinggevenden zijn in dat systeem aanwezig op de werkvloer en coachen de werknemers, zodat die inderdaad zelf oplossingen kunnen aandragen. In leiderschapstrajecten wordt inmiddels al de aandacht gevestigd op Operational Excellence. Bovendien zullen meer leidinggevenden zelf naar Amerika afreizen om Operational Excellence in de praktijk te ervaren. Daarnaast worden tal van managers getraind in de toepassing van de methodieken van Lean Six Sigma. Verschil met het ziekenhuis in Amerika is dat het Maastricht UMC+ een academisch zieken-
huis is dat Operational Excellence omarmt. Onduidelijk is nog hoe onderzoek en onderwijs precies in het proces betrokken kunnen worden. Daar zijn landelijk en internationaal nog geen voorbeelden van. “Ik denk wel dat bepaalde principes goed toepasbaar zijn in het onderwijs en onderzoek. Daarin proberen we de faculteit te enthousiasmeren en daarom gaan ook de decaan en wetenschappelijk directeuren mee naar Amerika”, zegt Bart Durlinger. Frits van Merode benadrukt dat tijd een belangrijke factor is. “Dit is een geleidelijk proces. Het zal een aantal jaren duren voordat we in het goede systeem zitten.”
Nanne de Vries ziet het verankeren van Gezondheidswetenschappen in de activiteiten van het MUMC+ als zijn belangrijkste doel als vice-decaan.
4 | summumgazet 114
Aflevering 1: Kankeronderzoekfonds Limburg maakt onderzoek mogelijk
Wie zoekt, zal vinden Health Foundation Limburg (afgekort tot HFL) werft fondsen voor wetenschappelijk onderzoek in het Maastricht UMC+. Per speerpunt - kanker, hart- en vaatziekten en geestelijke gezondheidszorg - is een onderzoeksfonds opgericht. In SUMMUM gazet brengen we de komende edities een serie verhalen waarin we per fonds de Maastricht UMC+-kartrekkers en onderzoekers aan het woord laten. Zij zullen vertellen welke onderzoeken zij gedaan hebben, doen en nog gaan doen met HFL-geld. Eerste in de rij is het Kankeronderzoekfonds Limburg: samengevat in vier enthousiaste verhalen. Bernd Kremer, hoofd KNO Bij de meeste vormen van kanker worden de overlevingskansen steeds beter. Bij kanker in het hoofd-halsgebied echter is de 5-jaarsoverleving de afgelopen twintig jaar ongeveer 50% gebleven. Het team van Bernd Kremer onderzoekt of je bij afwijkingen in het mond- en keelgebied al in een vroeg stadium kunt ontdekken of een afwijking kanker gaat worden. Bernd Kremer: “Zogeheten retrospectief onderzoek bevestigt onze veronderstelling dat de kans op het ontstaan van kanker in de voorloperlaesies van het strottenhoofd sterk toeneemt als het aantal chromosomen in de cellen verandert. Onze methode voorspelt de ontwikkeling van kanker veel beter dan de tot nu toe gebruikelijke methoden.” Maar: de wetenschappelijke bewijskracht van retrospectief onderzoek is niet optimaal. Dus volgt er nu een prospectief onderzoek. “Daarbij wordt een grote groep patiënten vanaf het afnemen van de eerste biopten jarenlang gevolgd om het toekomstige gedrag van de afwijking in kaart te brengen. Een dergelijk langdurig onderzoek vraagt om een stevige investering. De subsidie van het Kankeronderzoekfonds Limburg helpt ons met name met het opstarten van toekomstgericht onderzoek”, aldus Kremer. En hij benoemt nog een pluspunt van het Kankeronderzoekfonds Limburg: “We etaleren onze bevindingen op congressen en in wetenschappelijke publicaties, maar de mensen waar je het eigenlijk voor doet, die bereik je amper. Dankzij het Kankeronderzoekfonds Limburg nu dus wel.” Gerard Bos, internist hematologie De afgelopen vier jaar is in laboratoria duidelijk geworden dat immunotherapie werkt. Vergelijk het met het principe van de griepspuit: als reactie op het inspuiten van een kleine dosis celletjes die stukjes kanker met zich meedragen, wordt het afweersysteem geactiveerd en komt het in actie tegen de indringer die kanker heet. In Amerika blijkt dat mannen met prostaatkanker dankzij de immunotherapie enkele maanden langer leven. Gerard Bos denkt dat de kwaliteit van ‘zijn’ vaccin beter is en wil een bedrijf oprichten om dat met patiëntonderzoek te bewijzen. Daarvoor is veel geld nodig; er wordt gesproken over twee à drie miljoen euro. Bedragen die het Kankeronderzoekfonds Limburg nog niet kan ophoesten, dus men is naarstig op zoek naar investeerders. Maar: “Dankzij het Kankeronderzoekfonds Limburg is hiervoor de basis gelegd. Waarvoor dank.”
innovatieve ideeën. “Kankeronderzoekfonds Limburg geeft ons de mogelijkheid om te bewijzen dat onze theorie juist is. Met de resultaten van dit onderzoek hebben we een haalbaarheidsstudie in handen, zodat we hierna een officieel subsidieverzoek kunnen indienen.”
Het Kankeronderzoeksfonds Limburg steunt de komende vier jaar ook een onderzoek naar zogeheten ‘killer-cellen’. “De mens heeft dit soort cellen al in zijn lichaam om virussen en bacteriën te overleven. Met een beetje hulp kunnen die ‘beschermheren’ ook ingezet worden tegen kankercellen. We weten dat het principe werkt omdat we in Maastricht jaarlijks zo’n vijftig beenmergtransplantaties doen. Dat is een heftige therapie die niet altijd goed afloopt. Dat moeten we dus slimmer gaan aanpakken”, aldus Gerard Bos. Philippe Lambin, medisch directeur MAASTRO MAASTRO CLINIC, instituut voor radiotherapie, streeft naar een individuele behandeling van de patiënt: elke patiënt is immers anders, elke kanker is anders, elke tumor is anders. Bij MAASTRO onderzoeken ze daarom al jaren de mogelijkheden van
heterogene bestraling. Een tumor is immers niet homogeen samengesteld: sommige delen zijn, door zuurstofgebrek, minder vatbaar voor radiotherapie en medicijnen. Die cellen zijn, dankzij state-of-the-art apparatuur voor beeldvorming, zo goed zichtbaar dat er heel gericht een hogere bestralingsdosis gegeven kan worden. “Maar we willen verder gaan”, aldus Philippe Lambin, “ook medicatie komt niet overal in de tumor. Wij willen de hypothese bevestigen dat de tumorcontrole beter zal zijn als we die zones van de tumor die minder medicatie bevatten, bestralen. Met de subsidie van het Kankeronderzoekfonds Limburg - ons onderzoek is het sterproject voor 2013 - breiden we het onderzoek uit met een extra PET-scan van hypoxie (lage zuurstof) en een medicatie update.” Philippe Lambin merkt op dat het niet gemakkelijk is om geld op te halen voor
Matty Weijenberg, hoogleraar Epidemiologie, in het bijzonder de moleculaire epidemiologie van kanker Steeds meer mensen krijgen en leven met de nadelige gevolgen van dikkedarmkanker. Onderzoekers van de afdelingen Epidemiologie, Klinische Genetica, Gastro-enterologie en Pathologie onderzoeken samen de oorzaken en gevolgen van dikkedarmkanker in de EnCoRe-studie (Energie voor het leven na ColoRectaalkanker) die begin 2012 is gestart. Matty Weijenberg vertelt dat patiënten in het Maastricht UMC+ gevolgd worden vanaf de diagnose dikkedarmkanker tot tien jaar na behandeling: “We willen de rol van moleculair-genetische en leefstijlfactoren als voeding en beweging bij de oorzaak (ofwel etiologie), diagnose, behandeling en prognose van dikkedarmkanker ophelderen. Via uitgebreide vragenlijsten, voedingsdagboekjes en bewegingssensors verzamelen we daarom voortdurend gedetailleerde informatie over voeding en eetgewoonten, inclusief voedingssupplementen, bewegingsactiviteiten en kwaliteit van leven.” Met herhaaldelijk verzamelde bloedmonsters en routineus verzameld tumormateriaal wordt tevens een biobank aangelegd, die een schat aan biologisch materiaal voor moleculair-genetisch onderzoek bevat. Resultaten van de EnCoRe-studie kunnen uiteindelijk bijdragen aan verbeterde preventie, (vroeg-)diagnostiek, behandeling en prognose van dikkedarmkanker. De eerste resultaten worden verwacht in 2014. “Voor betrouwbare onderzoeksresultaten is het belangrijk dat zoveel mogelijk patiënten deelnemen. De financiële steun van het Kankeronderzoekfonds Limburg is daarom van cruciaal belang; dit schept mogelijkheden tot uitbreiding van de EnCoRe-studie naar regionale ziekenhuizen”, aldus Matty Weijenberg. In deze SUMMUM gazet geven we de onderzoeksprojecten slechts heel beknopt weer. Maar de onderzoekers kunnen er uren over praten en delen hun kennis graag met belangstellenden. Wil je meer weten? Vraag hen er gerust naar. Kijk voor meer informatie ook op hfl.nl > Kankeronderzoeksfonds Limburg.
5 | summumgazet 114
Klantgerichtheidsprijs 2012 voor poli Chirurgie De poli Chirurgie is de winnaar van de Klantgerichtheidsprijs 2012. De prijs werd gegeven voor het effectiever maken van de wachtlijstprocedure voor operatieve patiënten. Dankzij de nieuwe procedure kunnen patiënten die geopereerd moeten worden alles op één plek regelen, terwijl ze dit vroeger op drie verschillende plaatsen moesten doen. De poli Chirurgie heeft de verbeterde wachtlijstprocedure ontwikkeld in eendrachtige samenwerking met Bureau Opname en de poli Anesthesiologie. ‘Soul power’ was het thema tijdens de feestelijke uitreiking van de Klantgerichtheidsprijs. “Zorg doe je tenslotte met hart en ziel en voor je klant”, vertelt ‘klantropologe ’Jacqueline Fackeldey, die de moderator was. Tijdens de feestelijke uitreiking lichtten de vier genomineerde teams* in video’s hun project nader toe. Het gaat achtereenvolgens om de herdenkingsdienst voor doodgeboren en overleden kinderen (RVE EVK/MIC/OC in samenwerking met de dienst Geestelijke Verzorging), informatieverstrekking aan wachtende patiënten (poli Orthopedie), de nazorgpoli voor CVA-patiënten (poli Neurologie) en de verbeterde wachtlijstprocedure voor operatiepatiënten (poli Chirurgie, Bureau Opname en poli Anesthesiologie). De video over de herdenkingsdienst voor doodgeboren en overleden kinderen is aangrijpend en maakt indruk op de aanwezigen. “Deze herdenkingsdienst is een sterk voorbeeld van authentieke betrokkenheid van het hele team”, stelt bestuurder Harm Jan Driessen. Maar ook de video van de
uiteindelijke winnaar, de poli Chirurgie, wordt gewaardeerd. Er wordt een patiënte getoond die in de oude situatie een flinke tocht door het hele ziekenhuis moest maken, voordat zij definitief op de operatiewachtlijst terechtkomt. In de nieuwe situatie hoeft ze nog maar één keer haar verhaal te doen. Klanten waarderen deze nieuwe aanpak in een enquête met een 8,5. “Het project van het winnende team lijkt zo eenvoudig, dat je je afvraagt: ‘Waarom doet niet iedereen dit al?’”, stelt Frans Koelman die namens Stichting St. Annadal het prijsbedrag van € 5.000,- beschikbaar stelt. “Door initiatief te tonen en door persoonlijk enthousiasme van de teamleden is dit tot stand gekomen. Maar ook dankzij de bereidheid om de verschillende werkwijzen van de diverse clusters optimaal op elkaar af te stemmen. Met als gevolg minder overdrachtsmomenten, minder kans op fouten en een sneller traject voor de patiënt.”
Klantgerichtheidstaart voor Trombosedienst De medewerkers van de Stichting Trombosedienst Maastricht hebben hard gewerkt om de kwaliteit van de trombosezorg naar een hoger plan te tillen. En met succes! Uit handen van de voorzitter van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten ontving de Trombosedienst onlangs het certificaat voor CCKL/FNT-accreditatie. Dit is een kwaliteitskeurmerk van de gezamenlijke vakverenigingen klinische laboratoria en trombosediensten, waarbij zowel de kwaliteit van het laboratorium als van het medisch handelen op het gebied van antistollingstherapie wordt getoetst. Om de continuïteit en kwaliteit van trombosezorg in de zorgketen te verbeteren, is verder een ketenoverleg opgestart,
geïnitieerd vanuit de Trombosedienst. Hierbij zijn vertegenwoordigers van de regionale apothekers, huisartsen, specialisten ouderenzorg, thuiszorginstellingen en tandartsen betrokken. Belangrijkste doel is afspraken te maken over onderlinge informatie-uitwisseling om de zorg zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Tenslotte worden in samenwerking met de voorschrijvende specialisten in het azM ook transmurale zorgafspraken gemaakt. Inmiddels zijn er al twee projecten gestart waarbij de Trombosedienst Maastricht en specialisten van het azM nauw samenwerken. Dit alles komt de zorg voor patiënten natuurlijk ten goede en is zeker een klantgerichtheidstaart waard!
De klantgerichtheidstaat werd overhandigd aan zowel de Trombosedienst als de Centrale Bloedafname in het kader van de opening van de nieuwe poli en ter benadrukking van de goede samenwerking tussen de Trombosedienst en de Centrale Bloedafname.
Collega’s van de poli Chirurgie nemen de Klantgerichtheidsprijs – die bestaat uit het beeldje ‘de gekroonde man’ en een cheque van € 5.000,- – in ontvangst.
Projectleider Bernadette Weytjens laat weten dat de poli Chirurgie in haar nopjes is met de Klantgerichtheidsprijs. Ze weet nog niet wat ze met de prijs gaan doen, maar weet wel dat die, samen met de partners van Bureau Opname en de poli Anesthesiologie, goed besteed zal worden. “Samenwerking is bij dit project het sleutelwoord”, aldus Weytjens. “Een goed project moet volgens ons praktisch zijn en niet te veel kosten. Veelbelovend is dat deze werkwijze zich lijkt uit te breiden, doordat men vanuit deze centrale plek ook de afspraken voor een endoscopie probeert te regelen. In feite
zijn de mogelijkheden eindeloos! We vinden het belangrijk dat een klantgerichtheidsproject ziekenhuisbreed kan worden uitgerold. Bij dit project zit dat in ieder geval goed, want verschillende andere poliklinieken hebben ons al benaderd voor meer informatie over deze winnende procedure. Ze vinden het mooi dat je op deze eenvoudige wijze iets kunt regelen voor patiënten die zo ervaren dat echt naar hen wordt geluisterd.” *Lees meer over de genomineerde projecten in SUMMUM gazet 113 en op het Kennisplein op Intraspect onder Thema Klantgerichtheid.
“Kennisplein klantgerichtheid is goed nieuws” Het thema klantgerichtheid leeft in het Maastricht UMC+. Er zijn op dit gebied de afgelopen jaren dan ook grote én belangrijke stappen gezet. Het is belangrijk dat alle kennis omtrent klantgerichtheid in de organisatie wordt geborgd. Een mooi instrument hiervoor is het virtuele ‘Kennisplein klantgerichtheid’. Medewerkers vinden hier best practices en interessante weetjes over klantgerichtheid. Op forums en blogs op het plein kunnen medewerkers discussiëren en kennis uitwisselen. Het virtuele kennisplein is bedoeld om online informatie over grote thema’s te delen. Kennis delen omtrent het thema veiligheid was al eerder mogelijk. Nu is ook het thema klantgerichtheid toegevoegd. Je kunt het kennisplein benaderen via de click button op Intraspect. “Het kennisplein klantgerichtheid is goed nieuws”, vertelt Inge Ter Laak, adjunct-directeur RVE OG. Ze is al sinds jaar en dag ambassadeur en ‘aanjager’ van het thema klantgerichtheid en zet nu in op de borging van klantgerichtheid in de organisatie. “Het uitwisselen van tips en ideeën met betrekking tot klantgerichtheid hoeft nu niet meer één keer per jaar plaats te vinden. Er is een mooi kennisplein ontwikkeld waarop iedereen dagelijks met elkaar kennis kan delen en bepaalde projecten of onderdelen daaruit kan (her)gebruiken. Op deze manier kan voortdurend inspiratie over en weer plaatsvinden!” Een challenge team en diverse werkgroepen houden in de gaten dat de items op het kennisplein op niveau blijven. Ze zorgen voor postings, blogs en zwengelen discussies aan. Medewerkers kunnen ook op eigen initiatief items bespreekpaar maken of interessante casussen omtrent klantgerichtheid posten. “Er zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet op het gebied van klantgerichtheid”, aldus Inge ter Laak. “Maar klantgerichtheid is natuurlijk nooit af én moet op de juiste wijze geborgd worden. Het interactieve kennisplein is hiervoor een uitstekend instrument!”
6 | summumgazet 114
RVE OG verankert klantgerichtheid
”Klantgerichtheid werkt uitermate aanstekelijk” In het nabije verleden hebben tal van medewerkers een klantgerichtheidstraining gevolgd. Maar klantgerichtheid is natuurlijk nooit af en moet in de organisatie worden verankerd. De RVE Operatieve Geneeskunde (OG) heeft die borging voortvarend aangepakt. In 2010 werd bijvoorbeeld voor alle afdelingen van OG gezamenlijk een klantgerichtheidsklapper opgesteld, met daarin dezelfde uitgangspunten en richtlijnen. “We hebben dit klantgerichtheidshandboek gemaakt om de theorie over klantgerichtheid concreet body te geven”, vertelt stafadviseur RVE OG Carlo Theunissen. “Het is voor alle 21 afdelingen binnen onze RVE de kapstok waaraan ze jaarlijks hun nieuwe klantgerichtheidsprojecten kunnen ophangen. Op die manier werkt uiteindelijk iedereen vanuit dezelfde visie en normen en waarden aan klantgerichtheid. Voor ieder hoofdstuk uit het handboek werd een inloopsessie georganiseerd voor alle veranderteamleden. De inloopsessies dienen vooral ook om te leren van elkaars verbeter-
projecten uit de praktijk.” Overigens is de klantgerichtheidsklapper voor het hele ziekenhuis beschikbaar gesteld. De RVE OG is onder de bezielende leiding van adjunct-directeur Inge Ter Laak ook op tal van andere manieren bezig om klantgerichtheid verder te professionaliseren en te verankeren. Klantgerichtheid wordt daarbij bewust breder getrokken. “We verbinden in de verbeterprojecten waar mogelijk klantgerichtheid met bijvoorbeeld veiligheid, medewerkerstevredenheid en procesoptimalisatie”, vertelt P&O adviseur
5-minutenlijstje uitgerold op meerdere afdelingen In 2010 sleepte het project het 5-minutenlijstje van verpleegafdeling C4 de allereerste klantgerichtheidsprijs in de wacht. Twee jaar later gebruiken meerdere afdelingen zoals verpleegafdeling A1 dit klantvriendelijke hulpmiddel. “Borging van klantgerichtheid is super belangrijk”, aldus Edward Nolle, afdelingshoofd van A1. “Een goed initiatief zoals het 5-minutenlijstje verdient het gewoon om ziekenhuisbreed ingevoerd te worden.”
Warm welkom voor bezoekers OK Op de OK komen dagelijks veel bezoekers zoals medische studenten en gastoperateurs. De grootste groep bezoekers zijn de studenten. Voor studenten is het volgen van een wasinstructie en het meekijken tijdens een operatie veelal de eerste kennismaking met het OK-complex. Op de OK gelden specifieke gedragsregels en staat veiligheid hoog in het vaandel. Met behulp van een verbeterproject worden studenten tegenwoordig beter voorbereid op dit bezoek. “Dit project verbetert niet alleen de klanttevredenheid, maar ook de medewerkerstevredenheid én de veiligheid op de OK”, vertelt OK-secretaresse Jennifer Bender. “Het project is ook geborgd in ODIN.” “Ons team zag dat we in het voortraject van de ontvangst op de OK het nodige konden verbeteren”, vertelt Jennifer Bender. “We hebben daarom een centraal meldpunt (E
[email protected] ) ingericht, waar studenten door de verschillende specialismen kunnen worden aangemeld voor het meekijken tijdens een operatie of voor het deelnemen aan een wasinstructie. Na aanmelding ontvangen de studenten een uitnodiging en een brochure met daarin praktische informatie zoals een routebeschrijving en de veertien gouden OK-gedragsregels.” “Regelmatig kwam het voor dat studenten naar de OK kwamen met sieraden, nagellak of een oud Pinkpopbandje”, aldus Jennifer Bender. “Dat zie je nu veel minder omdat het voortraject beter is georganiseerd.” Bij aankomst op het OK-complex ontvangen de studenten een bezoekersbadge en worden ze verder begeleid. De studenten stellen dit op prijs. Door het project is er ook meer zicht op het aantal aanwezigen op de operatiekamer en dat maakt het werken op de OK nog veiliger. De nieuwe aanpak is volgens Bender een succes en wordt op professionele wijze geborgd. “Dit op zich eenvoudige project heeft een blijvende positieve impact en wordt breed gedragen.”
Stephanie Steegmans. “De projecten Handhygiëne en Gastbezoeken op de OK zijn daarvan goede voorbeelden. Daarnaast is het voor ons essentieel dat projecten zoveel mogelijk ook op andere afdelingen uitgerold kunnen worden. Hoe dat kan, zie je goed bij een klantgerichtheidsproject zoals het 5-minutenlijstje (winnaar van de Klantgerichtheidsprijs 2010).”
medewerkers een boost krijgen door op deze integrale wijze samen te werken aan klantgerichtheid. We zien tot ons grote enthousiasme dat steeds meer medewerkers spontaan met goede ideeën komen én deze vervolgens ook op professionele wijze (SMART!*) aanpakken. Klantgerichtheid werkt bij ons kortom uitermate aanstekelijk!”
In 2012 zijn ook gastbezoeken van afdelingen bij elkaar geïntroduceerd om het leerproces te versterken. ”Je ziet dat
*SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden
Uit een enquête in 2009 bleek dat patiënten op verpleegafdeling C4 vonden dat ze soms te weinig persoonlijke aandacht kregen. De afdeling ontwikkelde daarom een ‘5-minuten lijstje’ met vier eenvoudige vragen: Wat vindt u positief aan de werkwijze van de zorgverleners van C4? Heeft u eventueel verbetersuggesties? Is de informatie die u ontving volledig? Zijn er eventueel nog andere vragen?. Door die vier vragen tijdens het verblijf één tot drie keer te stellen, krijg je interessante informatie van patiënten, waarop je vervolgens direct kunt anticiperen. Uiteindelijk won dit initiatief de Klantgerichtheidsprijs van 2010 en werd het 5-minutenlijstje ook bij andere afdelingen ingevoerd. “Wij hebben dit project op verpleegafdeling A1 ingevoerd omdat het 5-minutenlijstje een relatief kleine interventie is, die een groot effect heeft in termen van klanttevredenheid”, vertelt Edward Nolle. “Tijdens de afsluitingsdag van de klantgerichtheid RVE OG 2012 heb ik daarom een presentatie gegeven over de borging van dit project. De medewerkers van A1 houden iedere maandag en donderdag 5-minutengesprekken met patiënten. Wanneer een patient niet tevreden is, proberen we meteen actie te ondernemen. De medewerkers leveren alle formulieren met de gesprekken bij mij in en ik verwerk die in de computer. Aan het eind van de maand krijgt iedereen de resultaten toegestuurd. Het mooie hiervan is dat medewerkers op deze manier ook veel complimenten krijgen, want de meeste patiënten zijn erg tevreden. Onze hardwerkende medewerkers genieten van die positieve feedback en verdienen die natuurlijk ook. Verder destilleren we uit al die gesprekken structurele problemen die we vervolgens definitief proberen op te oplossen. Het 5-minutengesprek leidt zo niet alleen tot meer klanttevredenheid, maar ook tot een hogere medewerkerstevredenheid en veiligheid. Dat maakt de cirkel weer helemaal rond!”
Als afsluiting van het klantgerichtheidjaar organiseerde de RVE OG een afsluitingsmidddag; een zeer geslaagde en inspirerende middag waar onder meer 21 afdelingen hun verbeterproject presenteerden met de nadruk op het behaalde verbeterresultaat.
7 | summumgazet 114
Orthopedie gelooft er absoluut in!:
De kracht van een goed patiëntgesprek De kracht van goede en effectieve communicatie is iedereen wel bekend. Maar hoe gaat dat eigenlijk in de dagelijkse praktijk in een patiëntgesprek? Probeer je de patiënt echt te begrijpen? Kijk je de patiënt aan of kijk je meer naar het computerscherm? En is je manier van communiceren wel zo effectief? Bewustwordingsvragen die tot nadenken stemmen. Of aanzetten tot verandering. Maar hoe doe je dat? Om de gespreksvaardigheden te verbeteren, startte de afdeling Orthopedie met video-observatie van patiëntgesprekken. Heleen Staal, Valerie van den Eertwegh en Jeroen Renkens zijn ‘verkocht’ en geloven in de kracht van een goed patiëntgesprek. “Goed kunnen communiceren is een belangrijke vaardigheid voor een arts”, vertelt Heleen Staal, orthopedisch chirurg, initiatiefnemer en kartrekker van de video-observatie patiëntgesprekken. “De arts moet immers adequaat over het medisch beleid kunnen communiceren met patiënt, familie en medezorgverleners. Een positief en effectief gesprek heeft in alle opzichten een positief effect op de patiënt. Je kunt het een niet los zien van het ander. We hebben te maken met heel de mens. En heldere en open communicatie kan onderof overbehandeling voorkomen. Artsen zijn zich wel bewust van het belang van goede communicatie, maar in de dagelijkse praktijk blijkt goed en effectief communiceren toch best lastig te zijn. Valerie van den Eertwegh, communicatiedeskundige van de FHML, vult aan: “Hoe kort een policonsult ook duurt, als je daarin verbinding kunt maken met de patiënt en diens familie en de juiste informatie overgebracht krijgt, geeft dat wezenlijk voldoening en haalt het plezier in het vak terug. Ik herinner me een mooie opmerking van een arts: ‘Ik mag mijn eigen gevoel laten zien, hoef me niet zo ‘te verstoppen’ achter die witte jas’; dan vinden patiënten mij als dokter ook leuker omdat ik meer mens ben’.” Om de gespreksvaardigheden te verbeteren, startte de afdeling Orthopedie - samen met een communicatiedeskundige - in 2011 met video-observatie van patiëntgesprekken. Het project bestaat uit een jaarlijks terugkerend videotrainingsprogramma waaraan alle stafleden, aiossen, nurse practitioners en physician assistants van de orthopedische poli moeten deelnemen. “Bij alle behandelaars hangt een camera in hun polikamer met een afstandsbediening waarmee ze zelf de opnames kunnen
maken”, legt Valerie van den Eertwegh uit. “De patiënt is daarbij overigens niet herkenbaar in beeld en deelnemende patiënten wordt vooraf om toestemming gevraagd. De behandelaar bekijkt na afloop de opnames en mailt vervolgens de tijdsindicatie door van enkele fragmenten waar hij/zij wel en niet zo tevreden over was. Ik bekijk al het opnamemateriaal en noteer hierbij feedback. In vier bijeenkomsten laten we vervolgens zien hoe communicatie in alle opzichten inwerkt op patiënten en bespreken we suggesties voor een effectief consult. Degene die een fragment indient,
Nieuwjaarsredes op Intraspect Op woensdag 2 januari vond de nieuwjaarsreceptie van het Maastricht UMC+ plaats op het terras niveau 4 azM. Lou Brans Brabant (vice-bestuursvoorzitter azM/bestuurslid Maastricht UMC+) en Albert Scherpbier (vicebestuursvoorzitter Maastricht UMC+/decaan FHML) spraken er de nieuwjaarsredes uit. Deze zijn nu terug te bekijken op Intraspect onder Bestuur > Nieuws en op de home page. Daar vindt u ook een fotoverslag van de nieuwjaarsreceptie en het video-overzicht ‘2012 gescand’ met de highlights van het jaar 2012 .
begint daarbij zelf met benoemen wat het meest opviel. Dan bekijken we de fragmenten die door mij zijn geselecteerd voor feedback. Hier zit vaak een algemeen leerpunt achter voor de hele groep ‘herken je dit, hoe zouden jullie dit doen?’. Aan het eind van iedere bijeenkomst formuleert iedereen een individueel leerpunt om meteen toe te passen in de praktijk. Na drie maanden vraag ik hoe dit is gegaan. Hierna volgt een evaluatiebijeenkomst waarin we verbeteringen voor volgend jaar bespreken. Het is wel belangrijk dat de sfeer tijdens de bijeenkomsten open is en luchtig blijft en dat we ook grapjes kunnen maken. En boven alles dat het veilig voelt.” Valerie van den Eertwegh vindt het project een “super initiatief”. “Heleen vindt goede communicatie en contact met patiënten heel belangrijk en heeft zich hiervoor enorm ingezet. Juist doordat een hele afdeling bij dit initiatief is betrokken, kun je echt structurele verbeteringen maken. Zo kun je waarborgen dat iedereen erin meegaat, elkaar erop kan aanspreken en in kan ondersteunen, en men er zo regelmatig aan wordt herinnerd. Door deze herhaling beklijven gedragsveranderingen veel langer en beter. Ik hoop echt dat andere afdelingen hierdoor geprikkeld worden en dit project ook invoeren.”
Orthopedisch chirurg in opleiding Jeroen Renkens is enthousiast over het project. “Ik vind het heel goed om mezelf eens te zien in een patiëntgesprek. Wat je zegt, hoe je overkomt. Het was bijvoorbeeld een echte eyeopener om te zien dat ik veel naar het computerscherm kijk. Nu kijk ik naar de patiënt en ga echt het gesprek aan. Je moet de problemen en vraagstelling helder krijgen, want juist door een goed gesprek motiveer je de patiënt voor een effectieve behandeling. En dat is weer in het belang van de patiënt en daarvoor willen we het beste.” “Ik ervaar dit project als heel positief“, zegt Heleen Staal tot slot. “Door de videofragmenten van elkaar te bekijken, leer je je collega’s ook op een andere manier kennen. Ik wist niet dat sommige collega’s zo met patiënten omgaan, het is leuk en leerzaam om dat van elkaar te zien. Ik zie heel goed de groei van onze gespreksvaardigheden, het is al onderdeel van de afdelingscultuur. We gaan er absoluut mee door en willen het project uitbreiden naar ons OK-team. Klachten over de bejegening zijn duidelijk afgenomen en dat geeft een goed gevoel. Patiënten reageren ook heel positief: ‘Heel goed dat jullie dit doen!’.”
8 | summumgazet 114
De missie van de nieuwe hoogleraar en hoofd Medische Psychologie
Rudolf Ponds wil geen buitenbeentje blijven De ‘ongelukkige’ knip die filosoof Descartes vier eeuwen gelden maakte tussen geest en lichaam (psyche en soma) speelt de medisch psycholoog nog steeds parten. Dat vindt Rudolf Ponds, het nieuwe hoofd van de afdeling Medische Psychologie en bijzonder hoogleraar Medische Psychologie. “Psychologische oorzaken van aandoeningen zijn even reëel als medische, maar wij medisch psychologen blijven een buitenbeentje.” En dáár wil Ponds als hoogleraar én als afdelingshoofd het nodige aan veranderen. slecht”. Anderzijds wil hij zijn collega-medici overtuigen van de noodzaak om sneller de medisch psycholoog in te schakelen. “De arts moet de patiënt laten begrijpen dat we psychische oorzaken van een aandoening ook kunnen en moeten aanpakken. De psycholoog moet als het ware naast de dokter zitten”.
Rudolf Ponds wil zijn collega-medici overtuigen van de noodzaak om sneller de medisch psycholoog in te schakelen.
Er is becijferd dat bij slechts vier op de duizend patiënten die worden behandeld in een ziekenhuis een medisch psycholoog is betrokken, zo stelde Rudolf Ponds in zijn oratie november 2012. De redenen daarvan zou hij graag nader onderzoeken, “vooral ook omdat bekend is dat de interventie van de medisch psycholoog het medisch handelen en daarmee de kwaliteit van leven voor de patiënt aanzienlijk kan verbeteren”. Maar juist die interventie blijkt in de praktijk de moeilijkheid. Door de geslotenheid van psychologische dossiers krijgt de praktiserende arts weinig informatie en dat vaak na lang wachten, vanwege de lange wachtlijsten voor de onderzoeken. En de informatie die de arts wél krijgt, is door-
spekt van onnodig vakjargon en termen als zou kunnen, niet uit te sluiten en lijken. “En in het advies is onduidelijkheid maar al te vaak troef: advies ontbreekt, is weinigzeggend of laat alle mogelijkheden open”, aldus Ponds. Rudolf Ponds heeft “een bloedjehekel” aan het geaarzel van psychologen. De aarzeling om duidelijk en éénduidig te zijn is wellicht “een hardnekkige nawee van de universitaire studie psychologie. Twijfel aan alles – gedrag kent vele verklaringen wordt ons met de paplepel ingegoten”. Hij ziet het als zijn missie om die houding te veranderen. “Ik wil me met de opleiding gaan bemoeien, kordaatheid aanleren. We hebben veel concreets te bieden, maar we verkopen het
Ook blijft Ponds zich inzetten voor het onderzoek naar veroudering en dementie bij het Alzheimer Centrum Limburg en de Geheugenpoli. “Helaas is er nog steeds geen remedie voor de aandoeningen die dementie veroorzaken, maar door vroegdiagnostiek hebben we wel steeds meer therapeutische mogelijkheden.” Dementie en veroudering staan in het middelpunt van de belangstelling. De glazen huis-actie van de Belgische radiozender Studie Brussel afgelopen december was er helemaal op gericht. “Mensen zijn steeds alerter op tekenen van dementie en ze weten ook dat er middelen zijn om het te meten”, vertelt Ponds. “Maar je bent er niet met te vertellen dat iemand gaat dementeren. Hoe help je de patiënt en zijn naasten ermee te leven?”. Eén van de hulpmiddelen die nog verder moet worden ontwikkeld, is mentale conditietraining. Daarvan dacht Ponds eerder dat het niet werkte, zo gaf hij toe in zijn oratie. Maar serieuze onderzoeken laten inmiddels zien dat dergelijke hersengymnastiek wél positieve effecten heeft, zij het
nog bescheiden. Hij vindt het nu zeer de moeite waard om de meerwaarde van die trainingen goed te onderzoeken. De late gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel zijn de derde component van Rudolf Ponds’ missie als hoogleraar en hoofd Medische psychologie. Bij hersenletsel door een ongeval of beroerte wordt in eerste instantie vooral ingezet op de fysieke revalidatie van de patiënt. Maar er treden ook vaak veranderingen op in de persoonlijkheid, het gedrag of de emoties. En dat kan een akelig koude douche zijn voor het gezin wanneer een patiënt na de revalidatie thuiskomt. Óf de patiënt loopt dan zelf tegen beperkingen aan. “Daar deden we niet zo veel aan, maar nu zetten we heel actief allerlei vormen van psychotherapie in om mensen te helpen zich aan de nieuwe identiteit aan te passen.” Tenslotte voorziet Ponds dat het Maastricht UMC+ de academische zorg-, onderwijs- en onderzoekstaken de komende jaren zal vergroten. Dat betekent voor de afdeling Medische Psychologie dat medewerkers zich steeds meer academisch moeten profileren, onder meer op gebieden als zorgontwikkeling, wetenschappelijk onderzoek of onderwijs aan artsen en psychologen. Een uitdagende klus voor een man met een missie.
Ipads voor kinderafdeling In 2012 fietste Willie Bruls naar Santiago de Compostela en terug om geld in te zamelen voor de kinderafdeling. In december overhandigden Willie en zijn echtgenote Bernadette een cheque van maar liefst € 3.500,- aan Lilian Limpens, hoofd Pedagogisch Team. Limpens is blij met de gulle gift. “Van het bedrag zijn inmiddels twee IPADS gekocht. Hiermee kunnen we kinderen op een mooie en moderne manier die hen aanspreekt voorbereiden op operaties, onderzoeken en behandelingen. We willen Willie dan ook heel erg bedanken!”
Wie is Rudolf Ponds? Rudolf Ponds is in 1960 geboren in een klein dorp in de Achterhoek. Hij studeerde (klinische) psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte na zijn afstuderen twee jaar bij de faculteit Psychologie van de Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds 1998 is hij als neuropsycholoog verbonden aan het MUMC+. In 1998 promoveerde hij op het proefschrift ‘Forgetfulness and cognitive aging: prevalence, characterististics and determinants’ bij prof.dr. Jelle Jolles. Ponds heeft daarnaast gewerkt als hoofd van de afdeling Hersenletsel bij de Mondriaan Zorggroep. Tegenwoordig werkt hij ook bij revalidatiecentrum Adelante in Hoensbroek. Hij is voorzitter van de sectie Neuropsychologie van het Nederlands Instituut van Psychologen. Ponds is getrouwd en heeft vier kinderen. Hij houdt van bridgen en koken en blaast stoom af als spits in zijn plaatselijke veteranen voetbalelftal. In zijn vakanties reist hij net zo lief met een oude camper door Noord Brabant als naar een exotische bestemming.
Lilian Limpens (midden) is blij met de gulle gift voor de kinderafdeling.
9 | summumgazet 114
Leren leren binnen de psychiatrie
SmartScan wil psychose in de kiem smoren Het project SmartScan* doet een frisse wind waaien binnen het psychiatrisch onderzoek. Jim van Os, hoofd Psychiatrie, en zijn team hanteren een onderzoeksmethodiek waarin zogheten fMRI-scans een centrale rol spelen. De scans brengen in kaart wat gebeurt in de hersenen van mensen bij wie het vermogen om te leren van (omgevings)ervaringen verstoord is. Gedaan met de ‘toevalsbevindingen’ waar de traditionele psychiatrische literatuur mee vol staat. Het project moet leiden tot een beter inzicht in het beginstadium van psychische aandoeningen als psychose of depressie. Hoe kan een patiënt zichzelf helpen? In de beginfase van psychische aandoeningen speelt een beschadigd leervermogen ons brein parten. “Het brein helpt ons om adaptief gedrag te ontwikkelen”, legt Van
Os uit. “Het leert ons hoe we moeten omgaan met onze omgeving. Als een tijger op je afkomt, ren je weg. Maar als er een traumatische ervaring plaatsvond in de
kindertijd, kan het zijn dat je andere verwachtingen koestert ten aanzien van de je omringende wereld. Kleine omgevingsprikkels wekken dan telkens negatieve gevoelens op die iemand richting depressie of psychose kunnen duwen.” Hoe functioneert dat leermechanisme in ons brein precies en vooral: wat is er aan de hand als het is verstoord? Biedt hét handboek van de psychiatrie, de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), daarover geen uitsluitsel? Van Os: “In de DSM is geprobeerd om alle symptomen in kaart te brengen die bij bepaalde stoornissen horen. Maar de beschrijvingen zijn in feite afgesproken op basis van criteria. Niet op basis van waarnemingen van wat er daadwerkelijk in de hersenen plaatsvindt. Met fMRI-scans hebben we nu de mogelijkheid om biologisch bewijsmateriaal te verzamelen.”
Jim van Os hoopt met SmartScan aan te tonen dat mensen in een vroege fase van een psychische aandoening goed in staat zijn om zichzelf te helpen via zelfmanagement.
Denk je mee over de MUMC+-website? In het afgelopen jaar heeft de projectgroep ‘livegang mumc.nl’ hard gewerkt aan de nieuwe website voor het Maastricht UMC+. De site geeft basisinformatie over het ziekenhuis en de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML). We spreken dan ook van een ‘kernwebsite’. De kernwebsite is als nu al te bekijken op http://mumc.betawerk.eu. In de afgelopen jaren zijn naast azm.nl ongeveer 70 websites ontstaan die allemaal een verbinding hebben met het azM/ Maastricht UMC+ en daardoor ook interessant zijn voor patiënten en bezoekers, verwijzers, wetenschappers en studenten. Samen vormen ze met de kernwebsite het ‘Maastricht UMC+-netwerk’. De bezoeker doorzoekt via een zoekopdracht ook de aangesloten netwerksites. Op deze manier zijn zowel de basisinformatie als de aanvullende specialistische informatie (op de netwerksites) meteen beschikbaar. Deze kernwebsite is met opzet beknopt gehouden en bevat derhalve geen uitgebreide informatie over ziekten, aandoeningen of
behandelingen. Afdelingen, RVE’s, zorglijnen die aan de basisinformatie niet voldoende hebben, kunnen onder eigen verantwoordelijkheid een eigen website ontwikkelen en bijhouden. Om het zo gemakkelijk mogelijk te maken een eigen netwerksite te ontwikkelen, is er een starterpakket gemaakt. Met dit pakket is volledige integratie van de site met het Maastricht UMC+-netwerk gegarandeerd. We horen graag van je wat je van de website vindt en vooral wat je nog mist. Meer informatie en een kort reactieformulier vind je op intranet of neem contact op met webmaster Geertjan van Zonneveld, stafdienst Communicatie, T 76720.
Nog een ondergeschoven kind binnen psychiatrisch onderzoek is de relatie met de omgeving. “Onze gemoedstoestand verandert voortdurend al naar gelang de omgeving of de situatie waarin we verkeren. Om met concrete ervaringen rekening te kunnen houden, zijn we inmiddels twintig jaar bezig met het verzamelen van gegevens van patiënten verspreid over de dag. Voor het project ontwikkelden we een app, de Experience Sampling Method, die proefpersonen in staat stelt om eenvoudig data in te voeren. Ze geven antwoord op vragen als: waar ben je, wat doe je en hoe voel je je op
dit moment. De schat aan informatie die de ESM oplevert, combineren we met de verschillen in leervermogen die de scans aan het licht brengen.” Met SmartScan hoopt het onderzoeksteam te kunnen aantonen dat mensen in een vroege fase van een psychische aandoening goed in staat zijn om zichzelf te helpen via zelfmanagement. Van Os: “Mensen met psychische klachten moeten leren om naar zichzelf te kijken. Door je bewust te zijn van patronen die te maken hebben met het verstoorde leerproces en door tijdig op te treden, kun je voorkomen dat je aan de pillen moet.” Feitelijk gaat het hier om preventie, alweer een terrein waar de psychiatrie nog veel winst kan behalen. “We hopen te komen tot de ontwikkeling van een digitale mindfulness therapeut, een app die de patiënt adviseert over hoe hij op een bepaalde situatie kan reageren zonder uit balans te raken.” Dat SmartScan op deze manier een positieve bijdrage wil leveren aan public health in het algemeen en geestelijke gezondheid in het bijzonder was voor Stichting de Weijerhorst een belangrijke reden om het project financieel mogelijk te maken. *De officiële projectnaam luidt Novel Self-management Techniques for Early Expression of Psychopathology: An Experimental Study Linking Neural and Mental State Reactivity Phenotypes.
oek la y.or de erkersonderz Aanleiding ctdorvo sefeer orniEf or doga een medew ”rege n ag 11 sl oe 20 tv de ei ui n m n late april/ iding oeigk aa tarznd Aanleiding elfs de Am Aanle j de “zon or de anisle Acade p rs hoke richt heeft in kser ertdzivo orew seda chidZin ed ga,nizo iegkenhuis M ho orek n nmw iseeee et nhuis Maast gedi k m ” ke oe ie ag es 11 Z rz sl ey 20 de ch de aa an ei is on Aanleiding n vind m st mcht heeft Ziekenhuis Maastricht um aa ri dirit l/ in april/ mei 2011 een g Academisch heeft medewerkersonderzoek laten uitvoeren na‟s Effectory. in de Aca ndHig idde canl NaarAaa innap pagidoor de fsta sten anle eftva de elet in n en“zm A j de he om ap chva akp t20 lgen tkch t zi eim mho ril/st uim Zie vo da diis ri n ks ng zo de ke te de , or ei la p aa nh w ek O M va te n ui n di s k. s 11 de ee ng ui ho M oe di nn is et nh ee ui aa rzm aan door ei k medewerkersonderzoek ke tk ke n st nl de Academischde Ziekenhuis Maastricht heeft in april/ 2011 een laten uitvoeren Effectory. oe om m ri es enew aa Zie on rz ch iged rNaar sten ey aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek is eenmworkshop “zelfstandig de slag” georganiseerd voor de t he de ch aa an kers is on er aa va tez P&O N kersonderz dimei t in Hum n aa n nw ditefon ca Nm edew deei de er ad ap Ava vaaa virse et as rist pagina‟s vind diet l/ken de Aanleiding he ngdo urnls.eiH m rzw oe en om oe kt late ak 20 tkel tnva mn etuido volgendevoor isonderzoek 11oree H de ec n aj ee de 10 | summum gazet 114 te s. de ui tr ui eln w la n n p ur tk tv n O na w va se te om m oe t as vi k. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit is een workshop “zelfstandig aan de slag” georganiseerd de is ed ng re he ks st ad de oe nn nrzdo ho Het doel un was de te laten maken Humaneyes methodiek, zodat zij de eidi enske aaadviseurs. p “zew vaen nlP&O dede P&sa jdaanwezigen or Effectory. nwen ig en organi tiig n di aaO ondoor OZiekenhuis elkennis rsig rsmet fser en on t nn ez aarP& take .kerlake on vise de nw nd te de 11 rzde tiad aa ke rste ew e ku rz oe Academisch Maastricht heeft inezapril/ mei een medewerkersonderzoek laten uitvoeren Effectory. s.on aa de2011 oe ni m20 HNet is ned nnur on kn ju as t te is en 9 w en he do n ee g la sl el n nn ui el ag te n da do tv va de ku w w er ” t oe et e or as rs m ge nd ti H ec re te ks ak or de P&O adviseurs. Het doel was de aanwezigen kennis te laten maken met de Humaneyes methodiek, zodat zij de aj sa do s. n un ho en ga tr ni ur do aa en op p ni organisatie kunnen ondersteunen tijdens het natraject van het medewerkersonderzoek. Op de volgende pagina‟s vind na m ga se or nw “z t se st or et ti or vi el jd Ef m er he ez ga je de Hum fsan d vo nive een foto taey ctory. s hetigna ens entede savan en nd P&O ad van ditenonderzoek jdko ti ke ig.slag” ti bi nn aaet en Naar aanleiding de uitkomsten isec een workshop “zelfstandig aan georganiseerd voor deorfede isva n ho nn un rselaku es aj dedislek te en 11 varsntr m g va la 20de gde on tje ag, ”zo te la ni de n n rs n on ju rs m ge de ve he 9 te ak en or to g t bi un en ga nn fo m organisatie kunnen ondersteunen tijdens het natraject van het medewerkersonderzoek. Op de volgende pagina‟s vind je da en n ed ni ku en m er da se e ee ew je een fotoverslag van de bijeenkomst op donderdag 9 juni 2011. t zi jden er je een fotove jesati komst ti dede dond erkeet ni Hum rson op gade st op met t je dosndhe an m na ko rzoe tr9aj P&O adviseurs. Het doel aanwezigen kennis laten maken de Humaneyes methodiek, zodat zij de j de d voor de rslawas erte ec k.ey met gorvan gen Oes ho p de ju de nit va ek van de bida vo t9mjuni 20n11he bi , zo lgdi je lag edew en je een fotoverslag van de bijeenkomst op donderdag 2011. en rs da . de ko ve t zi er m to pa j st fo ke gi n rs op na onde ‟s de dondvan je ee vind rzoe erdahet organisatie tijdens het natraject Op dek.volgende vind Deelnekunnen g 9 medewerkersonderzoek. Op de vopagina‟s juni 2011. mers wondersteunen lgende pagi shop rk orkshop o en w tt O rs e e na m nn e ‟s vind ia ln iv e V e Deelnemers workshop D Deelnemevan je een fotoverslag de bijeenkomst op donderdag 9 juni 2011. rs w orkshop op sh Raymond B Deelnemers rk o en w tt workshop O rs ely Senden e nnar lezer ViviaM Deelnem zer mond BleBlezer Raymond Vivianne Otten Ray Raymond B lezer Saskia Eg mans den Sen geworkshop n Raymond Blezerond Bleze rn Vivianne Ott Vivianne Otten Deelnemers MarlySte phanie Steeg Gynaecoloog Hans Evers is per 1 januari de ge m en Eg ay a R ki as Saskia Eggen Marly Senden S Saskia Egge steen an n Vivianne Ott m Kirsten va eg te S S nieuwe hoofdredacteur van het wetenn HooSaskia en Senden Marly SOtten Steph Eggen f ne van der gen n Hoof leie enden Marly Joan Eg Raymond Blezer Vivianne SaskiKairKirsten sten vavan Hoof Stephanie Steegmans Kirsten van schappelijk tijdschrift Human Reproduction. en H M s te oo arly Senden Jan Kuppers f van der Smmerman Steph oorsf Jolene Hpe Kirsten van ir Hoof Stephanie Steegmans n anie Steeg va Marjolein Ti Saskia Eggen Marly Senden en st up K K m n an Kuppers Jolene van der Steen Eind januari krijgen de tweede keer de vragenlijst van het medewerkersonderzoek thuisgestuurd. Evers, hoofd van het IVF-centrum, is JaJanvoor s Janalle upziekenhuismedewerkers pers ans Stephanie S erm Nicole LaK mes mer e Vaessens inieTiTh haije Jan Kuppers lear te egmvan Joleneen arjo M Jolene der Steen an rs s va pe M ije Vergezeld van hetN vriendelijke, doch dringende verzoek om dit vooral in te vullen terug te sturen. De vragenlijst is weliswaar momenteel adjunct-hoofdredacteur van het n up Kirsten van Hoof Stephanie Steegmans K ha de r Steen Jan NNicole icole La Lahaije Marjolein Timmermans icole Lahaije ssens Jolene van de ae Il V on e a es M er n an omvangrijk, maar je bent een klein kwartier Dé kans om je mening te Ti geven Marjolein over het azM. tijdschrift en oud-voorzitter van de Eurodaater in r Swerken heije bedankt Marjole arie te Timmermans VerAlvast Mbij Nicole Lahaije ije sé ha in JoTh Laadoorheen. eIlona Jan Kuppers Jolene van der Steen mm andaat MMandaat NicolIl ermans en on Marie Therese Vaessens Ilona Manda Marjolein Ti at voor je medewerking. pean Society for Human Reproduction and Edwin Mee n m Verheije rtens Ilona Mandaat merm Marie Ther Marie Therese Vaessens ans José daMat an Mw rtens es Nicole Lahaije Marjolein Timmermans a ee e on V Il ae in ss Ed Edwin Meertens José Verheijen en Edwin Meert Embryology, de uitgever van het tijdschrift. s Marie Theres ens e Vae José VTherese ens José Verheijen ssens erheijenVaessens Ilona Mandaat vanEdwin Marie José Verheijen, coördinator het Meertens (27 december, nationale media) Edwin Meert José Verheije n medewerkersonderzoek, vertelt dat het Edwin Meertens José Verheijen
In het nieuws
Tweede medewerkersonderzoek eind januari
En jij? Wat vind jij?
Hans Evers hoofdredacteur
management als het ware wil weten wat de temperatuur is binnen het ziekenhuis. Wat gaat goed, wat kan beter? “Natuurlijk blijft het niet bij meten en weten alleen; mogelijke knelpunten worden nader onderzocht en zo snel en goed als mogelijk opgepakt.” Veel gehoorde verbeterpunten bij de vorige enquête waren bijvoorbeeld ‘Niet lekker lopende communicatiepatronen’ en ‘weinig betrokkenheid bij de organisatie’. José Verheijen vertelt dat op afdelingsniveau daarop actie is ondernomen. De introductie van Lean Six Sigma is daar een voorbeeld van.
Spaanse verpleegkundigen
Na een verhaal in nrc-next en NRC (11 december) wijdde L1-tv een item aan de bevindingen van de 14 Spaanse verpleegkundigen die in het Maastrichtse ziekenhuis worden opgeleid tot anesthesie- en ok-medewerker. (L1, 22 december)
Dermatologen naar Catharina Om de continuïteit van zorg en opleiding op het gebied van de dermatologie te waarborgen gaan het Catharina Ziekenhuis Eindhoven (CZE) en het Maastricht UMC+ samenwerken. Daartoe is 21 december jl. een overeenkomst gesloten, waarin is geregeld dat Maastrichtse dermatologen de zorg in het Eindhovense ziekenhuis gaan invullen. (21 december, regionale media)
De meest gestelde vraag over het medewerkersonderzoek heeft te maken met de twijfel aan de anonimiteit. José Verheijen kan het niet duidelijk genoeg benadrukken: “De vragenlijsten worden bij een externe Samenwerking Vesalius rst te komen. Ee actielijstziekenhuis partij volledig anoniem verwerkt en daarna Het Vesalius van retealgemeen nc co n ee de t op t ts rs plaa . Ee teindelijk to en ng ui m pi ie ko om rd te t pe ve ci n ijs vernietigd. Het azM krijgt er geen inzage in. eetiel en het azM / Maastricht UMC+ tac VVV prin teTongeren s vi rend ennc lgco Humaneyes von kshops het Ver de t ee n). k to elij in de hanteert in ind (v rt in de wor te ng plaats op aan op het gebied rd ee ui te nt iepisamenwerking fil om ha We sturen de vragenlijsten thuis omdat je gaan een rd ge de ). pe es ve n n ci n -V ey w ge in re or ee in an pr t te ks nd e um ho nd vi V Hum H rb vi V ps e be worde t s tot het e heVVV principe om uiteindelijk (venconcrete actielijst te komen. Eerst heHumaneyes aneysi lg t VVV princi hanteert in dee workshops en tiev ps n de voeen es ev gaho er paVkk haenten orks enwne n). 11 ee pe de dete de ev inn tiin in om in lijk si (vaa rt de po daar in alle rustpo en ti privacy jert antwoorden van de pediatrische intensieve op 09-06-20 ui ne rd ee inte shzorg. te gade nt tefil n ha uige ks tievweor de de ho zegefilterd lijk-principe ). es n or om uiteindelijk tot een concrete actielijst te nkomen. Eerst Humaneyes hanteert inVw de het VVV ps de ey be -workshops ge to re oren gevow he in an vi t worden de positieve en negatieve bevindingen (vinden). Vervolgens vindt een verdieping plaats op de Work om depu nd ee t nd ete ), um n de nd vi in n n H rb V e e ge co be V te p e (v pr po(v n nc ie in ge ev re sitieev en rd ti nt ci te fil e kk pe en ga (v ac e pa rden nede om tiellij en (v en rdie ijskt aa 11 pu kunt invullen. we vragen puur voor Kinderen worden voor intensieve zorg dnt ten tem pene eeen tiev -06-20 tide nui siin ev n ).te ndpo lij ),ga e ze Vin ken om en. 2Ee ervo begevonden worden de positieve negatieve bevindingen gefilterd (vinden). Vervolgens vindt een tosdeze de gevondEn teinde ge vi tvi Workshop 09 nvo ui de ee lg punten om uiteindelijk aan teko pakken (verbeteren). de rstverdieping plaats op de inde nze or ge de en punten uind wen -filte (verdiepen), n nc te nd om geaa in re tco ), te ee n lij e ac n p k rd (v principe om uiteindelijk tot een concrete actielijst te komen. Eerst Humaneyes hanteert in de workshops het VVV ti ve ie el e (v rd rd n ijs rd in e ie te ie t d pi (v te pen), en(v pa ng plaats statistieken en vanuit Tongeren doorverwezen naar In workshops gingen afdelingen aan de slag met de verbeterpunten die uit het medewerkoop kken ).eV Academisch naar leeftijd, geslacht m nten om de en er pu gevonden punten (verdiepen), om deze uiteindelijk aan (verbeteren). rb Ziekenhuis ze en de. Eerst evo vo stevipakken telg tend geui re nd inen Maastricht n). t eeneen delij Maastricht 2 plaats op de uis k verd aakennhvoren de positieve en negatieve bevindingen gefilterd (vinden). Vervolgens vindt verdieping Zie hnaar ie te pi pa emisc ng ad kk Acad Ac afdeling enworden dergelijke, zodat we bijvoorMaastricht. (21 december) kersonderzoek kwamen. pl en aa em Academisch Ziekenhuis Maastricht Workshop 09-06-2011 (verbetere ts op de isch Ziekenh 2 uis Maastrich n). t chtpakken (verbeteren). gevonden punten (verdiepen), om deze uiteindelijk aan Maastrite 2 uis nh ke Zie Academisch Ziekenhuis Maastricht Workshop 09-06-2011 beeld kunnen achterhalen of sommige 2 Academisch 2 Worksh zaken bij bepaalde leeftijdsgroepen meer Dementie treft Limburg tal collega’s bleek het medewerkersonderde verkregen informatie nog kan op 09beter -06-2011 Academisch Ziekenhuis Maastricht Workshop 09-06-2011 2 Wo rk sh op 09van spelen dan bij andere.” Kopt Dagblad De Limburg boven het eerste zoek amper bekend te zijn, vertelt Celien benutten. Wij vinden het daarom -06-2011 artikel in een serie van drie over dit Vreuls, voorzitter van de arts-assistentenbelang dat iedere medewerker zijn/haar Wat vindt de VAR? onlosmakelijk van vergrijzing los te zien vereniging. Misschien omdat arts-assistenstem laat horen via het medewerkersonderEsther Lacko, voorzitter van de VAR, heeft verschijnsel. De krant publiceerde ook een ten al zoveel lange vragenlijsten invullen zoek.” de medeleden van de VAR naar hun ervarinindringend portret van een door dementie over de opleiding? Onlangs hebben ze nog gen met het medewerkeronderzoek getroffen journalist. (11 december) op papier gezet wat ze verbeterd zouden Wat zegt de OR? gevraagd: “Men vindt het belangrijk dat het willen zien in het ziekenhuis. Celien Vreuls: Komen de signalen die de OR in de wandelonderzoek gedaan wordt. De ervaringen van “Ik denk dat wij een kritische groep zijn. We gangen hoort, opnieuw overeen met de Boerderij infectiehaard het grootste deel van de leden is positief ‘MINC zoekt boer’. Onder die prikkelende kop rouleren gemiddeld elke twee jaar over resultaten van het onderzoek? Daar is Pie doordat het afdelingshoofd duidelijk verschillende ziekenhuizen. Daardoor Esten als voorzitter van de OR erg benieuwd hield het Maastricht Infection Center (MINC) aangeeft: ‘jongens, dit probleem hebben een symposium over de boerderij als kunnen we goed vergelijken; wat kan in het naar: “De OC’s volgen bij hun RVE’s op de jullie zelf aangekaart en is als knelpunt uit infectiehaard. De onderwerpen waren azM beter, maar ook: wat gaat er juist heel voet wat er met de aandachtspunten uit het het medewerkersonderzoek naar voren Q-koorts en twee gevaarlijke bacteriën die de goed? Er is bij ons dus zeker iets te halen.” vorige onderzoek wordt gedaan. Natuurlijk gekomen, laten we samen zoeken naar een media tijdelijk beheersten, en die afkomstig zullen niet alle problemen voor iedereen oplossing’. Door de verbeteringen duidelijk bleken van het boerenbedrijf: EHEC en ESBL. Reactie van het Stafconventsbestuur zijn opgelost, dat begrijpen we. Maar we te labelen aan het onderzoek merk je dat (10 december, regionale media) “Werknemers worden met dit onderzoek in hebben wel de indruk dat er serieus en het invullen van zo’n enquête jou persoonde gelegenheid gesteld hun mening te breed mee aan de slag is gegaan. Door dit Pretecho’s voor Derde Wereld lijk in je dagelijks werk raakt en direct tot geven over de werkgever, die deze informaonderzoek frequent te herhalen, krijg je Voor de actie Serious Request van 3FM deden verbetering kan leiden. Door samen met je tie kan gebruiken om de kwaliteit van zorg vergelijkingsmateriaal: zijn we goed bezig echoscopisten, gynaecologen en verloskunditeam de problemen op te lossen vergroot je en de tevredenheid van medewerkers te met de aanpak van knelpunten?” Nog een gen in het azM voor de kerst tien dagen ’s ook nog eens de betrokkenheid binnen het vergroten”, aldus Joachim Wildberger, laatste aandachtspunt: “Hoe meer respons, avonds en in het weekend pret-echo’s voor team.” voorzitter Stafconvent. “Inmiddels zijn hoe serieuzer de resultaten genomen zwangeren. In totaal werden er een dertigtal decentraal diverse verbetertrajecten ingezet worden door de Raad van Bestuur. Dit is dé gedaan. De opbrengst van € 1500,- gaat naar En de arts-assistentenvereniging? en is de opzet van het medewerkersonderkans om jouw mening te laten weten. Pak het voorkomen van sterfte rondom de Bij een globale inventarisatie onder een aan- zoek dusdanig aangepast dat de organisatie die kans en vul de enquête in!” bevalling in de Derde Wereld. (7 december, regionale media)
Colofon
SUMMUM gazet is een gemeenschappelijke uitgave voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+.
Artikelen Karin Burhenne / Jos van Cann / Marijke van Doorn / Judith Driesen / Ellen Kennes / André Leblanc / Lieke Muyris / Silvia van de Put / Maria Rovers / Peter Swelsen / Maastricht University
Uitgever stafdienst Communicatie azM Hoofdredactie Liz Tans Basisvormgeving Zuiderlicht, Maastricht Eindredactie Ellen Kennes Redactieadres Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht Foto’s Raff Coolen / Appie Derks / Alf Mertens / Jonathan Vos T 043 387 51 12, F 043 387 51 14, E
[email protected]
Cartoon Ruben L. Oppenheimer Opmaak & Druk Schrijen-Lippertz, Voerendaal De volgende SUMMUM gazet verschijnt 20 februari 2013. Kopij moet uiterlijk 11 februari binnen zijn bij de redactie.