1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 1| Uitgangspunten van de verslaggeving ................................................................................................ 4 2| Profiel van de organisatie ................................................................................................................... 5 2.1. Algemene identificatiegegevens .................................................................................................. 5 2.2. Juridische structuur ...................................................................................................................... 5 2.3. Besturingsmodel........................................................................................................................... 6 2.4. Kernactiviteiten ............................................................................................................................ 7 2.5. Kerngegevens ............................................................................................................................... 8 2.6. Productie ...................................................................................................................................... 9 2.7. Werkgebied .................................................................................................................................. 9 3| Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap ................................................................ 10 3.1. Bestuur en toezicht .................................................................................................................... 10 3.2. Bedrijfsvoering ........................................................................................................................... 11 3.3. Risicomanagement ..................................................................................................................... 11 4| Beleid, inspanningen en prestaties................................................................................................... 13 4.1. Missie, visie en kernwaarden ..................................................................................................... 13 4.2. Innoveren en leren ..................................................................................................................... 14 4.2.1. Innoverend vermogen.......................................................................................................... 14 4.2.2. Verbetermanagement ......................................................................................................... 18 4.2.3 Bereidheid tot leren en veranderen ...................................................................................... 19 4.2.4. Onderwijs en scholing .......................................................................................................... 23 4.3. Klanten........................................................................................................................................ 25 4.3.1. Externe omgeving ................................................................................................................ 25 4.3.2. Imago en bekendheid .......................................................................................................... 26 4.3.3. Samenleving en belanghebbenden...................................................................................... 28 4.3.4. Medewerkers ....................................................................................................................... 29 4.4. Interne organisatie .................................................................................................................... 32 4.4.1. Toegangstijden en wachttijden ........................................................................................... 32 4.4.2. Drop out en no shows .......................................................................................................... 33 4.4.3. Kwaliteit en veiligheid.......................................................................................................... 34 4.4.4. Kernteams............................................................................................................................ 38 4.4.5. ICT-infrastructuur ................................................................................................................ 39 4.4.6. Service level agreements ..................................................................................................... 40 4.5. Financieel ................................................................................................................................... 40 5| Risico’s en onzekerheden ................................................................................................................. 44 6| Beleid voor de komende jaren ......................................................................................................... 47 7| Overige informatie............................................................................................................................ 49 7.1. Verslag van de Raad van Bestuur ............................................................................................... 49 7.2. Verslag van de Raad van Commissarissen .................................................................................. 50 7.3. Verslag van de Cliëntenraad ....................................................................................................... 52 7.4. Verslag van de Ondernemingsraad ............................................................................................ 54 7.5. Verslag van de Commissie kwaliteit, veiligheid en arbo ............................................................ 56
2
Bijlagen .................................................................................................................................................. 57 Bijlage 1: Publicaties .......................................................................................................................... 58 Bijlage 2: Presentaties ....................................................................................................................... 62 Bijlage 3: CIRO+ lunchseminars ......................................................................................................... 80
3
1| Uitgangspunten van de verslaggeving Dit jaarverslag is gebaseerd op de richtlijn ‘Jaarverantwoording 2013’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. CIRO benut de Balanced Scorecard als sturings- en communicatie instrument met de diverse stakeholders. Voor het opstellen van het jaarverslag 2013 worden eveneens de vier perspectieven van de Balanced Scorecard gehanteerd.
Dit jaarverslag behelst het maatschappelijk verslag en is, naast de jaarrekening, gedeponeerd bij het CIBG en in te zien via de website www.jaarverslagenzorg.nl. Beide documenten zijn tevens te downloaden als pdf-bestand via de website www.ciro-horn.nl.
De jaarrekening 2013 is vastgesteld door de Raad van Bestuur op 10 juni 2014 en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen op
10 juni 2014 in aanwezigheid van de accountant (KPMG
Accountants N.V.). De controleverklaring is opgenomen bij de jaarrekening.
4
2| Profiel van de organisatie 2.1. Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon
CIRO+ B.V.
Adres
Hornerheide 1
Postcode
6085 NM
Plaats
Horn (gemeente Leudal)
Telefoonnummer
0475-587600
Identificatienummer Kamer van Koophandel
14132418
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina
www.ciro-horn.nl
2.2. Juridische structuur B.V. CIRO+, hierna te noemen CIRO, is ondergebracht in een B.V. waarvan het MUMC+ (51%) en Proteion thuis (49%) aandeelhouders zijn. De B.V. wordt geleid door een Raad van Bestuur. Hierop wordt toezicht gehouden door een Raad van Commissarissen.
Toelatingen CIRO levert als categorale instelling medisch specialistische zorg conform het bepaalde in de Wet Toelating Zorginstellingen.
Medezeggenschapsorganen Binnen CIRO zijn twee medezeggenschapsorganen ingesteld die de Raad van Bestuur gevraagd of ongevraagd advies geven over beleidszaken en besluiten:
conform de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen, een cliëntenraad bestaande uit 6 leden
conform de Wet op de Ondernemingsraden, een ondernemingsraad bestaande uit 5 leden
Commissies Binnen CIRO is de volgende commissie actief:
de commissie kwaliteit, veiligheid en arbo
5
voor de afhandeling van klachten maakt CIRO gebruik van de klachtencommissie van de meerderheidsaandeelhouder, het MUMC+.
2.3. Besturingsmodel Organogram
De organisatiestructuur kenmerkt zich door een proces georiënteerde inrichting. Hierdoor is de organisatie in staat snel te anticiperen op veranderingen in de in- en externe omgeving. Het Personalized Health Care Center en het Academic Sleep Center zijn optimaal ingericht om de kerntaak uit te voeren op een patiëntgerichte, veilige en efficiënte wijze en volgens de meest up to date inzichten. Het kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) vormt de verbinding tussen het Research & Education Center en de beide behandelcentra. De structuren en verbetermethodieken van KMS worden benut om de meest recente wetenschappelijke inzichten op adequate wijze te implementeren en zorgvragen, leer- en verbetermogelijkheden uit de praktijk onder de aandacht te brengen van het Research & Education Center.
6
Het innovatieplatform vormt de verbinding met kennisinstellingen en de industrie. Hier worden krachten gebundeld om productinnovaties vorm te geven. In 2012 is het Integrated Knowledge System (IKS) tot stand gekomen in samenwerking met BIOMAX. Dit systeem helpt CIRO+ om te komen tot verdere subtypering en gerichte outcome-analyse van behandelde patiënten.
2.4. Kernactiviteiten Personalized Healthcare Center CIRO is een expertisecentrum voor chronisch orgaanfalen en biedt specialistische zorg aan patiënten met chronisch long- en hartfalen. Op basis van een uitgebreid assessment volgt een integrale behandeling in klinische of niet-klinische setting. Tijdens dit assessment wordt de patiënt volledig in kaart gebracht en wordt gezocht naar de best mogelijke behandeling. De wensen en mogelijkheden van de patiënt en de complexiteit van het ziektebeeld zijn leidend voor het samenstellen van een behandeling op maat. Deze behandeling vindt eveneens niet-klinisch plaats in de zorgketen, in samenwerking met andere ziekenhuizen. De behandelprogramma‘s die op deze locaties worden uitgevoerd blijven inhoudelijk en kwalitatief de verantwoordelijkheid van CIRO.
Academic Sleep Center Onder leiding van een geregistreerd slaap-/longarts voert CIRO activiteiten uit ten behoeve van het academisch slaapcentrum. Een gespecialiseerd team verzorgt zowel diagnostiek als behandeling van patiënten met slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen.
Research and Education Center Als expertisecentrum hecht CIRO veel belang aan gestructureerde dataverzameling ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Hiervoor is een professioneel datacenter ingericht. CIRO heeft onderzoekslijnen gedefinieerd, alle gebaseerd op het vergroten van het inzicht in onderliggende mechanismen van chronische aandoeningen, het optimaliseren van bestaande behandelingen en het evalueren van nieuwe behandelingen. Leidend voor het vergroten van inzicht in betreffende onderzoekslijnen zijn de 4 domeinen uit P4 Medicine: predictive, preventive, personalised and participatory. De vergaarde kennis wordt benut voor het ontwikkelen en verbeteren van de in CIRO aangeboden integrale en individuele behandeling.
7
Er zijn diverse activiteiten op gebied van opleiding en onderwijs. CIRO biedt een klinische stageplek aan verpleegkundigen en diverse paramedische opleidingen en een afstudeer stageplek voor diverse paramedische en wetenschappelijke opleidingen. Tevens wordt onderwijs geboden aan studenten in het derde jaar van hun opleiding Geneeskunde en biedt CIRO aan medische studenten de mogelijkheid tot het volgen van een wetenschapsstage. Verder volgen meerdere PhD studenten hun wetenschappelijke vorming in CIRO.
Vergunningen CIRO beschikt over een vergunning voor het verrichten van handelingen met ioniserende straling uitzendende toestellen.
2.5. Kerngegevens Hieronder worden de belangrijkste kerngegevens voor 2013 beschreven. Voor verdere details wordt verwezen naar DigiMV en de jaarrekening 2013 van CIRO+ B.V.
Kerngegevens
Aantal/ bedrag (bedragen x 1000)
Capaciteit Aantal beschikbare bedden behandeling long-/hartfalen
45
Aantal beschikbare bedden assessment
6
Aantal beschikbare units academisch slaapcentrum
9
Aantal FTE personeel in loondienst op 31-12-2013
103
Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar
€ 13.257.907
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
€0
Waarvan Overige bedrijfsopbrengsten
€ 862.976
8
2.6. Productie In 2013 is de klinische productie van longfalen gedaald, het aantal opnames nam af met 7%, met name als gevolg van een lager aantal doorverwijzingen. Na een daling begin 2013 is het aantal doorverwijzingen in de tweede helft van 2013 weer toegenomen. Het aantal dagbehandelingen is gedaald met 6,3%. Dit is met name het gevolg van de overgang naar een andere netwerkpartner in Eindhoven. Gedurende de afbouw op de oude locatie en de start op de nieuwe locatie heeft productieverlies
plaatsgevonden. In 2013 heeft het academisch slaapcentrum de beschikking
gekregen over een 9e unit, als gevolg waarvan het aantal overnachtingen steeg met 8,7% ten opzichte van 2012.
Belangrijkste productieparameters
2013
2012
Longfalen Opnamen Verpleegdagen Dagbehandelingen
981 16.282 9.638
1.055 17.227 10.285
Hartfalen Aantal afgesloten behandelingen
73
80
Academisch slaapcentrum Aantal overnachtingen
1620
1490
2.7. Werkgebied Het verzorgingsgebied van CIRO betreft voornamelijk Zuidoost Nederland.
9
3| Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1. Bestuur en toezicht CIRO+ B.V. met een Raad van Commissarissen als toezichthoudend orgaan werkt volgens de principes van de Zorgbrede Governance Code 2010. Het managementsysteem dat ingericht is volgens de ISO norm, beoogt transparantie en continue verbetering en is van toepassing op alle onderdelen in de organisatie tot en met verantwoording richting Raad van Commissarissen. CIRO hanteert de Balanced Scorecard als sturings- en communicatie instrument en deze vormt tevens het kader voor de sturingsmatrix. De indicatoren uit deze sturingsmatrix monitoren de potentiële kansen en bedreigingen voor de CIRO+ B.V.
Klokkenluidersregeling In CIRO is een meldingsprocedure bij een vermoeden van een misstand en integriteitsschending van kracht. Deze garandeert dat medewerkers op een veilige wijze melding kunnen maken van een vermoeden van een misstand binnen de organisatie, zonder dat de melder daardoor wordt geschaad in zijn of haar rechtspositie. Op basis van deze regeling zijn daarvoor twee vertrouwenspersonen benoemd. Deze procedure is voor iedereen toegankelijk in het documentbeheerssysteem. Tevens is in deze procedure opgenomen dat medewerkers die worden geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen, of klachten hebben van persoonlijke aard die van invloed (kunnen) zijn op de werksituatie, zich kunnen wenden tot een vertrouwenspersoon. In het verslagjaar 2013 zijn geen meldingen ontvangen.
Informatie en communicatie De Raad van Bestuur voert structureel bestuursoverleg. De (voorgenomen) besluiten van de Raad van Bestuur worden gecommuniceerd naar het managementteam, de cliëntenraad, de ondernemingsraad en aan de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur overlegt maandelijks met het managementteam over de voortgang van beleidsdoelstellingen, lopende zaken en projecten. De Raad van Bestuur overlegt periodiek met de medische staf over lopende zaken en beleidsvoornemens in de medische zorg en met Research & Education over de voortgang van onderzoeksprojecten. De Raad van Bestuur overlegt maandelijks met
de
ondernemingsraad
(agendaoverleg
en
(agendaoverleg en overlegvergadering).
10
overlegvergadering)
en
de
cliëntenraad
3.2. Bedrijfsvoering
Planning & Control cyclus CIRO maakt voor de beheersing van haar bedrijfsprocessen gebruik van een planning & control cyclus. Het meerjarenbeleid vormt het kader voor het jaarlijks beleidsplan, het opleidingsplan en de begroting. Het jaarplan wordt twee keer per jaar geëvalueerd tijdens de managementreview, als onderdeel van het ISO-managementsysteem. In 2013 heeft CIRO verder vorm gegeven aan haar managementcontrolesysteem mede met behulp
van een sturingsmatrix volgens de vier
deelgebieden van de Balanced Scorecard. De bedrijfsrisico’s zijn meegenomen in de sturingsmatrix. Deze Balanced Scorecard wordt gehanteerd in alle te onderscheiden stappen van de planning & control cyclus. Begin 2013 is de inrichting van de eigen financiële administratie en administratieve organisatie en interne beheersing
afgerond. CIRO heeft daarmee alle financieel administratieve processen
ontvlecht van Proteion Thuis.
Maandelijkse rapportages Maandelijks
worden
de
prestatie-indicatoren
gerapporteerd
in
het
overleg
van
het
managementteam, waarbij de sturingsmatrix leidend is. Per deelgebied: innovatie en leren, klanten, interne processen en financieel zijn meerdere indicatoren vastgesteld. Aan de hand van de sturingsmatrix worden bedrijfsrisico’s gemonitord en vindt bijsturing plaats.
3.3. Risicomanagement Voor het opzetten van integraal risicomanagement wordt gebruik gemaakt van de ISO 31000 norm. Deze norm biedt concrete handvaten om integraal risicomanagement te verankeren in de organisatie en sluit goed aan op de ISO 9001, waarvoor CIRO een certificaat bezit. Risico’s die organisatiebreed impact hebben worden continu opgevolgd. Risicodomeinen zijn benoemd en gekoppeld aan een risico-eigenaar, rekening houdend met reeds bestaande verantwoordelijkheidsverdeling. De strategische bedrijfsrisico’s worden gemonitord middels de sturingsmatrix. De sturingsmatrix wordt ingezet als sturings-instrument voor het managementteam en als communicatie-instrument naar de Raad van Commissarissen, de cliëntenraad en de ondernemingsraad. Evaluatie en bijstellen van risicobeleid is een integraal onderdeel van de Planning & Control cyclus.
11
Risicomanagement
beslaat
de
hele
organisatie.
Daarom
is
het
belangrijk
een
risicomanagementcultuur te creëren. Om die reden ligt de verantwoordelijkheid voor het beheersen van risico’s in de lijn en worden medewerkers betrokken bij het uitvoeren van retro- en prospectieve risicoanalyses. Veiligheidsrisico’s worden reeds jaren prospectief geïdentificeerd middels de HFMEAmethodiek. Tevens worden retrospectieve risicoanalyses van incidentmeldingen uitgevoerd volgens PRISMA. Patiëntveiligheid maakt integraal deel uit van risicomanagement, beide zijn gericht op inzicht in risico’s en maximale risicoreductie. Niet alleen het voeren van risicomanagement, maar ook de cultuur en het gedrag van medewerkers in de vorm van ieders oplettendheid en aandacht is van wezenlijk belang voor een proactieve veiligheidscultuur. Het faciliteren van een veiligheidscultuur en van risicomanagement zijn terug te vinden in plannen, activiteiten en processen die gericht zijn op kwaliteitsverbetering. Er wordt systematisch gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit met een focus op kritische processen en risicovolle situaties. Integratie met het reeds bestaande (kwaliteits)managementsysteem zorgt ervoor dat het risicomanagementproces
structureel
wordt
gemonitord
en
getoetst
Risicomanagement is sedert 2012 een vast thema binnen de managementreview.
12
op
effectiviteit.
4| Beleid, inspanningen en prestaties 4.1. Missie, visie en kernwaarden Kaderend binnen de reeds ingezette koers en de opgenomen ambities in het meerjarenplan ‘CIRO+ 2020 experience’ heeft CIRO eind 2013 haar missie en visie als volgt geformuleerd:
Mission CIRO contributes to fight the personal and societal burden of chronic diseases.
Vision CIRO develops innovative diagnostic, preventive and therapeutic solutions and delivery systems for more responsive personalized medicine. CIRO wil:
hét expertisecentrum voor chronisch orgaanfalen zijn;
de patiënt centraal stellen en de best mogelijke behandeling bieden;
zich onderscheiden met toonaangevende en toekomstbestendige producten c.q. behandelingen;
de link leggen tussen wetenschappelijk onderzoek en het primaire proces. Zorgen dat de medewerkers dit dragen en innovatie hebben ingebed in hun handelen;
grote naamsbekendheid op regionaal, nationaal en internationaal vlak en een sterk netwerk hebben;
doelen bereiken op een kosten effectieve manier.
De zorginnovatiecyclus Klant
Innovatie en leren
Innovatie t.b.v. de patiënt
Centraal stellen van de patiënt en herkenbaar zijn
Innovatiegerichte organisatie met regionale, nationale en internationale bekendheid
Patiënt centraal stellen in alle activiteiten van de organisatie Input van de patiënt gebruiken voor onderzoek en innovatie Herkenbaar zijn voor de patiënt en zijn/haar omgeving Gepersonaliseerde zorgverlening
Proactief innoveren van processen en producten op basis van de zorginnovatiecyclus Snelheid en kwaliteit van de implementatie Samenwerkingspartners met slagkracht Innovatief en proactief omgaan met stakeholders Zichtbaar maken van innovatie
13
De zorginnovatiecyclus moet borgen dat innovatie binnen de organisatie van CIRO wordt geleefd
Interne organisatie
Financieel
Verankeren van innovatie in reguliere processen
Een gezonde financiële basis en financiële dienstverlening ter bevordering van innovatie
Interdisciplinair werken en kritisch zijn Zorginnovatiecyclus in dagelijks werk toepassen Innovatiegerichte organisatiecultuur
Lage kosten, zo efficiënt mogelijke processen Goede financiële basis (solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit) Gedragen door de zorgverzekeraar Marktconforme en SMART geformuleerde SLA’s Onafhankelijkheid Het innovatieve perspectief is leidend. De overige perspectieven sluiten hierop aan.
De kernwaarden van CIRO zijn richtinggevend voor de cultuur en het bereiken van bovenstaande ambities. Deze kernwaarden vormen tevens de basis waarbinnen leren en innoveren plaatsvindt De kernwaarden zijn als volgt geformuleerd:
oog voor detail;
durf anders;
kennis en inzicht.
De vier perspectieven van de Balanced Scorecard worden tevens benut als leidraad voor het rapporteren over het gevoerde beleid, de prestaties, risico’s en onzekerheden.
4.2. Innoveren en leren
4.2.1. Innoverend vermogen
Beleid Zoals aangegeven in de missie en visie is het de ambitie van CIRO om continu te innoveren ten behoeve van de patiënt. De zorginnovatiecyclus neemt de zorgvraag van de patiënt als uitgangspunt en helpt ons innovatie te borgen in de organisatie. Deze innovatie betreft zowel het ontwikkelen van nieuwe producten als het leveren van deze producten aan patiënten. Hierdoor ontstaat een cyclus van innovatie waar uitbreiding van expertise plaatsvindt en nieuwe concepten van zorg worden
14
ontwikkeld. Innovatie betreft niet alleen nieuwe producten, maar ook de wijze waarop zorg wordt aangeboden aan de patiënt, de processen. Ontwerp en ontwikkeling maakt integraal onderdeel uit van ons ISO-managementsysteem hetgeen betekent dat processen in relatie tot wetenschappelijk onderzoek en innovatie meegenomen zijn in de certificering. Hierdoor biedt het kwaliteitsmanagementsysteem een uitstekend kader om structureel te innoveren en vernieuwen.
Scope kwaliteitsmanagementsysteem Het gecertificeerd ISO managementsysteem is van toepassing op: ‘Innovatie in de diagnose en behandeling van patiënten met complexe chronische ziekten, in het bijzonder COPD’.
Resultaten Algemeen In 2013 is het Integrated Knowledge System (IKS) verder ontwikkeld. Dit systeem helpt CIRO om outcome te voorspellen en de behandeling voor chronische longziekten te optimaliseren. Het IKS maakt onderdeel uit van de totale ICT infrastructuur; het belang hiervan heeft in relatie tot de ambitie van de organisatie in 2013 geleid tot het aanstellen van een ICT coördinator.
De snelheid waarmee nieuwe kennis en inzichten worden geïmplementeerd is bepalend voor de kwaliteit van de behandelprogramma’s voor onze patiënten. Om de implementatiefase te ondersteunen is in 2013 een nieuwe structuur uitgewerkt: het kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) vormt de verbinding tussen het Research & Education Center en de beide behandelcentra. De structuren en verbetermethodieken van KMS worden benut om de meest recente wetenschappelijke inzichten op adequate wijze te implementeren en zorgvragen, leer- en verbetermogelijkheden uit de praktijk onder de aandacht te brengen van het Research & Education Center (zie organogram 2.2).
Onderzoeksprojecten In 2013 zijn diverse projecten afgerond, voortgezet of opgestart rondom onderwerpen die betrekking hebben op longrevalidatie, zorg op afstand, Advance Care planning en/of disease understanding bij personen met chronisch long- of hartfalen. Dit heeft er onder meer toe geleid dat Marie-Kathrin Breyer (Adiposity in COPD) in 2013 haar proefschrift succesvol in het openbaar heeft verdedigd bij de Universiteit Maastricht.
15
GRAIL, een veilige virtuele wereld voor loopanalyse- en training In 2013 heeft CIRO een GRAIL systeem aangeschaft. De geavanceerde technologie van de GRAIL biedt een veilige virtuele omgeving voor ganganalyses en training. De GRAIL is een meetsysteem waarbij de patiënt op een zelf aangestuurde loopband en in een virtuele wereld loopt, terwijl omliggende camera’s het looppatroon in kaart brengen. Hierdoor is het mogelijk om verstoringen in het looppatroon te vinden en dit uiteindelijk ook terug te koppelen aan de behandeling. Daarnaast is het mogelijk om uitdagende situaties te creëren om het looppatroon te verstoren en zo de patiënt te trainen. Nieuwe trainingsvormen voor patiënten met ernstig COPD Veel patiënten met ernstig COPD zijn fysiek minder actief door klachten van kortademigheid. Als gevolg hiervan worden de beenspieren steeds zwakker en wordt de fysieke conditie steeds slechter. Hierdoor worden patiënten met ernstig COPD vaak beperkt in hun dagelijks leven en gaat de kwaliteit van leven sterk achteruit. In CIRO is een nieuwe trainingsvorm ontwikkeld en bestudeerd: elektrische spierstimulatie van de beenspieren. De elektrische spierstimulatie wordt door patiënten met ernstig COPD goed verdragen, omdat er nauwelijks meer ademhaling voor nodig is. Onderzoek toont aan dat patiënten met ernstig COPD en klachten van kortademigheid in rust toch goed revalideerbaar zijn. Met deze nieuwe trainingsvorm als onderdeel van multidisciplinaire longrevalidatie, beoogt CIRO de kwaliteit van leven te verbeteren, ook bij patiënten met ernstige kortademigheid. Obstructieve longziekten gerelateerd aan problemen in mentale processen In CIRO loopt onderzoek naar de relatie tussen obstructieve longziekten en mentale processen zoals herinneren en informatie verwerken. Dit onderzoek laat zien dat mensen met obstructieve longziekten aanzienlijk slechter scoren in een reactietijd test en in geheugentesten dan mensen zonder deze aandoening. Dit kan zeer belemmerend zijn, vooral voor iemand die reeds beperkt wordt door lichamelijke klachten. Deze bevindingen tonen aan dat artsen en andere zorgverleners zich bewust moeten zijn van de mogelijke impact van problemen in mentale processen voor patiënten met obstructieve longziekten en dat in de behandeling hiermee rekening moet worden gehouden. Publicaties In 2013 zijn er 35 publicaties verschenen in vooraanstaande internationale tijdschriften. Voor een gedetailleerd overzicht verwijzen we graag naar bijlage 1. Er waren vele aansprekende resultaten, zoals bijvoorbeeld in het april nummer van de American Journal of Critical Care and Respiratory
16
Medicine (AJRCCM). Lowie Vanfleteren en collega’s publiceerden vernieuwende inzichten aangaande de prevalentie van multimorbiditeit bij patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD). De resultaten toonden ook aan dat bijkomende aandoeningen vaak gezamenlijk voorkomen in specifieke combinaties. In het oktober nummer van de AJRCCM werd de nieuwe ATS/ERS Statement on Pulmonary Rehabilitation gepubliceerd, met Martijn Spruit als eerste auteur en met bijdragen van Frits Franssen, Daisy Janssen en Emiel Wouters. Meerdere CIRO onderzoekers hebben op uitnodiging lezingen gegeven op nationale en internationale congressen. Voor een gedetailleerd overzicht verwijzen we graag naar bijlage 2. Met de vele publicaties en presentaties draagt CIRO bij aan het verspreiden van kennis in het belang van de patiënt en aan de invulling van haar maatschappelijke functie als kenniscentrum. Awards Tijdens het jaarlijkse congres van de Amerikaanse Longvereniging (American Thoracic Society, ATS) ontving Emiel Wouters de prestigieuze Pioneer Award from the ATS Pulmonary Rehabilitation Assembly. Deze award wordt ieder jaar uitgereikt aan een internationale onderzoeker die zich jarenlang heeft ingezet om longrevalidatie op de kaart te plaatsen door vernieuwend wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Tijdens het jaarlijkse congres van de Europese Longvereniging (European Respiratory Society, ERS) ontving Martijn Spruit de zeer prestigieuze COPD Research Award 2013. Deze Award wordt jaarlijks uitgereikt aan die onderzoeker die niet ouder is dan 45 jaar en een belangrijke wetenschappelijke bijdrage heeft geleverd op het gebied van COPD en die een actief onderzoeksprogramma op het terrein van COPD heeft opgezet. Aan de Award is een prijsbedrag van 50.000 euro verbonden. Daarnaast gingen er verscheidene awards voor junior onderzoekers ook richting CIRO: Anouk Vaes (Best Poster Award), Sarah Wilke (Best Abstract Award, tweede plaats) en Lowie Vanfleteren (Best Abstract Award, derde plaats). Samenwerkingen kennisinstellingen en industrie De interesse in het concept CIRO is de voorbije periode toegenomen: overeenkomsten c.q. samenwerkingen zijn verder gezet of aangegaan met de industrie (o.m. Philips Research, Motek Medical, Biomax, GlaxoSmithKline, Boehringer-Ingelheim en AstraZeneca), kennisinstellingen (o.m. Helmholtz Association, het European Institute for System Biology and Medicine (EISBM), Institute of Public Health at Copenhagen University in Kopenhagen (Denemarken), Universiteit van Gent (België) en de University of Washington in Seattle (Amerika)) en reeds bestaande databanken (o.m. de UK
17
Biobank, LASA Amsterdam en de ECLIPSE studie). Deze samenwerkingsverbanden zijn onderdeel van het opgerichte innovatieplatform.
4.2.2. Verbetermanagement
Beleid CIRO hanteert diverse benaderingen gericht op het voortdurend verbeteren van de patiëntenzorg. De meest gestructureerde aanpak hiervoor vormt het ISO-managementsysteem en Research & Education Center, geconcretiseerd in wetenschappelijk onderzoekslijnen. Middels het ISOkwaliteitsmanagementsysteem
is CIRO ingericht op ‘voortdurend verbeteren’. Het
ISO
managementsysteem richt zich op de gehele organisatie met de veronderstelling dat de aanwezigheid van structurele randvoorwaarden om continu te verbeteren tevens de klinische prestaties verbetert. De methode van “Kort Cyclus Verbeteren” wordt gebruikt om verbeteringen in de dagelijkse praktijk te versnellen (bron: IHI.org). Het Research & Education Center hanteert de zorginnovatiecyclus waarbij kennis wordt uitgebreid en nieuwe concepten worden ontwikkeld als antwoord op klinisch relevante vraagstukken. Naast het initiëren van nieuwe concepten leidt deze werkwijze tot het voortdurend evalueren en verbeteren van bestaande programma’s, met als uiteindelijk doel het verhogen van de effectiviteit van de behandeling bij de individuele patiënt. Research en kwaliteitsverbetering vertonen opvallende gelijkenissen, beide focussen op het verbeteren van prestaties (performance) en resultaten (outcomes) en worden complementair gebruikt. In deze paragraaf geven we een antwoord op de vraag hoe we in staat zijn onze processen continu te verbeteren.
Resultaten Externe audits Een surveillance audit is in 2013 uitgevoerd tegen de IS0 9001:2008 norm. Deze surveillance is gecombineerd met een initiële certificering van het veiligheidsmanagementsysteem van CIRO. De NTA 8009:2011 norm was hierbij het referentiekader. Vastgesteld is dat er ‘geen conflicterende tekortkomingen zijn ten opzichte van bovengenoemde normatieven’ (bron: auditrapportage Lloyd’s Register). De certificering tegen de NTA norm was niet opgenomen in de planning van 2013, maar stond gepland voor eind 2014. Om te voldoen aan de inkoopvoorwaarden van een te contracteren zorgverzekeraar heeft CIRO besloten deze certificering een jaar te vervroegen en is deze certificering op 3 maanden tijd voorbereid. Dit was enkel mogelijk omdat het veiligheidsmanagementsysteem van CIRO reeds grotendeels geïntegreerd was in het kwaliteitsmanagementsysteem en structureel
18
risicomanagement eveneens plaatsvond. Naast deze externe audits uitgevoerd door Lloyd’s Register heeft CIRO zich ook extern laten toetsen op de onderwerpen ‘hygiëne en infectiepreventie’ en ‘stralingshygiëne’.
Interne audits Belangrijke thema’s in het auditprogramma van 2013 vormden de onderwerpen ‘HACCP’, ‘patiëntveiligheid’, ‘interdisciplinair werken’ en ‘implementatie en borging van innovaties’. Het interne auditplan is geheel volgens planning uitgevoerd. Tijdens deze interne auditronde zijn 42 bevindingen gerapporteerd waarop vervolgens verbetermaatregelen zijn geformuleerd door de managers. In het verslagjaar is reeds 83% van deze maatregelen succesvol afgehandeld.
4.2.3 Bereidheid tot leren en veranderen
Beleid Verbeteren vormt een onderdeel van besturen en vindt plaats op alle niveaus in de organisatie. De samenhang dient te worden gemanaged om te komen tot een optimaal resultaat. ‘Voortdurend verbeteren’ vraagt om een verandercultuur en begint bij de bereidheid van medewerkers om fouten, (bijna) incidenten en klachten te melden. Hierdoor komt informatie beschikbaar waaruit de medewerkers en de organisatie kunnen leren en verbeteren. Openheid en communicatie spelen een belangrijke rol bij het melden. Dit vereist een ‘no blame’ cultuur waarbij geen zondebok wordt gezocht maar positieve spin-offs van fouten worden geaccepteerd. CIRO beschikt over een meldsysteem waarin alle soorten afwijkingen zoals procesafwijkingen, (bijna) incidenten, (informele) klachten en complicaties worden geregistreerd. CIRO heeft risicomanagement waaronder veiligheid en arbo geïntegreerd in het kwaliteitsmanagementsysteem zodat er één verbetersysteem is. Monitoring van verbeteringen en rapportage van behaalde resultaten vindt plaats middels de commissie kwaliteit, veiligheid en arbo en het managementteamoverleg.
Resultaten Meldingen ter verbetering De volgende grafiek laat zien dat de bereidheid tot melden groot is. Medewerkers zijn kritisch naar hun eigen werkwijze toe en melden vooral in het belang van de patiënt. Hogere patiëntgerichtheid en veiligheid wordt hierbij beoogd.
19
Meldingen ter verbetering 2013 1000
100
Informele klachten Meldingen van afwijking
MIC meldingen MIM meldingen
10
Complicaties
1 Q1
Q2
Q3
Q4
Meldingen ter verbetering 2013 Soort melding
Q1
Q2
Q3
Q4
Totaal
Aantal informele klachten
25
37
32
29
123
Aantal meldingen van afwijking
190
255
218
294
957
Aantal MIC meldingen
29
35
20
33
117
Aantal MIM meldingen
1
1
3
4
9
Aantal complicaties
2
0
1
5
8
Meldingen informele klachten In 2013 zijn 123 informele klachten gemeld. Alle opmerkingen of verbetersuggesties gemeld door de patiënt zelf worden beschouwd als een informele klacht. Meest voorkomend zijn meldingen in de categorieën ‘faciliteiten’, ‘bejegening’ en ‘voeding’. De meldingen faciliteiten hadden voornamelijk betrekking op het gebruik van de dagbehandelingsruimte voor meerdere doeleinden en het preventief schoonmaakonderhoud van de gebouwen. Deze aandachtsgebieden zijn ondergebracht bij de coördinator facilitaire zaken die met ingang van 2014 is aangesteld. Meldingen voeding hadden betrekking op de variatie en de smaak van de gerechten/diëten en de wijze waarop de maaltijdverstrekking plaatsvindt. Er is een voedingsproject opgestart waarbij een nieuwe visie op voeding en faciliteiten ten behoeve van de maaltijden wordt uitgewerkt. Bij de meldingen bejegening is de interne communicatie in geval van verhuizingen of huisregels en de privacy tijdens gesprekken een punt van aandacht. Betrokken medewerkers zijn hierover geïnformeerd. We mogen concluderen dat sprake is van een cultuur waarin het melden door 20
patiënten en het geven van feedback op deze meldingen naar medewerkers als een vanzelfsprekendheid wordt beschouwd.
Klachten CIRO streeft naar een snelle afhandeling van klachten zo dicht mogelijk bij de bron. Klachten worden bespreekbaar gemaakt op de afdeling, eventueel met tussenkomst van de klachtenfunctionaris. Uiteraard staat het de patiënt vrij een klacht in te dienen bij een onafhankelijke klachtencommissie. In 2013 zijn er geen klachten over CIRO bij de klachtencommissie ingediend.
Meldingen van afwijking In het verslagjaar zijn 957 meldingen afwijkingen ontvangen, dit is een forse stijging t.o.v. vorig jaar (529). Meldingen van afwijking betreffen alle soorten afwijkingen in het proces en worden gemeld door medewerkers zelf ter verbetering/optimalisatie van werkprocessen en afspraken. Het hoge aantal meldingen wijst op een kritische houding naar het eigen functioneren en laat zien dat feedback op het nakomen van onderling gemaakte afspraken mogelijk is. De stijging is o.a. te verklaren door meldingen inzake het overschrijden van planningstermijn (treeknorm toegang- en wachttijden) en drop outs tijdens de behandeling. Deze categorie is met ingang van 2013 structureel opgenomen in de registratie. De top 3 van dit type meldingen betrof de categorieën ‘medische apparatuur en hulpmiddelen’, ‘informatievoorziening’ en ‘organisatie eigen werkzaamheden’. Meldingen medische apparatuur en hulpmiddelen hebben betrekking op onderhoud, storingen, defecten
of
gebruikersfouten.
De
meldingen
informatievoorziening
gaan
over
de
informatievoorziening naar patiënten zoals de bewegwijzering op het terrein en doorlooptijd brieven. Meldingen aangaande organisatie van eigen werkzaamheden betrof met name plantechnische problemen gedurende de zomerperiode binnen diverse teams. Op basis van bovenstaande top 3 zijn oorzakenanalyses uitgevoerd en verbeteracties in gang gezet.
Meldingen Incidenten Cliënten (MIC) Ten opzichte van voorgaande jaren laat het aantal incidentmeldingen een stijgende trend zien. De meldcultuur neemt toe doordat medewerkers zich meer bewust zijn van de veiligheidsrisico’s voor patiënten. In 2013 zijn er in totaal 117 MIC meldingen ontvangen. 41 Meldingen gaan over bijna incidenten of gevaarlijke situaties, 76 meldingen betreffen daadwerkelijk voorgevallen incidenten. Voor het inschatten van de ernst van de incidenten wordt gebruik gemaakt van de rapportagematrix uit de NTA 8009:2011 norm.
21
MIC meldingen 2013: inschatting ernst Type incident
Q1
Q2
Q3
Q4
Totaal
Fataal incident (calamiteit)
0
0
0
0
0
Zeer ernstig incident (calamiteit)
0
0
0
0
0
Ernstig incident
4
2
3
5
14
Minder ernstig incident
13
19
14
16
62
Bijna incident
12
14
3
12
41
Totaal
29
35
20
33
117
Een PRISMA analyse wordt als methodiek gehanteerd voor het retrospectief analyseren van incidenten waarbij de prioriteit wordt bepaald op basis van de meest voorkomende en de ernst van de meldingen. Kijkend naar de aard van de MIC meldingen zijn de volgende categorieën meldingen het meest voorkomend:
complicaties (nadelig gevolg of bijwerking) als gevolg van de uitgevoerde testen tijdens het assessment of als gevolg van fysieke training tijdens de behandeling (géén medische complicaties);
vallen;
stoten/knellen en botsen.
Complicaties t.g.v. behandeling, onderzoek of training zijn toegenomen in 2013 en betreffen voornamelijk lichamelijke ongemakken tijdens of na het uitvoeren van krachtmetingen en communicatie met betrekking tot vastgestelde contra-indicaties voor het uitvoeren van testen. Meldingen m.b.t. stoten/knellen/botsen zijn voornamelijk te wijten aan (bijna) botsingen tijdens de 6 minuten looptest. Toekomstige benutting van de GRAIL zal dit probleem structureel oplossen. Valincidenten blijven stabiel in 2013 en hebben voornamelijk betrekking op de sport- en spel modules. Medicatiefouten zijn in 2013 afgenomen. Ten aanzien van de hierboven vermelde top 3 van incidenten zijn diverse verbetermaatregelen ingezet waarvan de effectiviteit in 2014 wordt gemeten.
Meldingen (bijna) incident medewerker In 2013 zijn 9 meldingen geregistreerd. Door het lage aantal meldingen en grote diversiteit in soort zijn er geen structurele problemen waarneembaar. Naar aanleiding van de ontvangen meldingen in Q4 met betrekking tot verbale conflicten met patiënten is de behandelovereenkomst aangepast. Aandacht wordt gevestigd op het respectvol omgaan met medepatiënten en medewerkers.
22
Complicaties Er is een stijging van het aantal complicatiemeldingen waarneembaar te wijten aan meer concrete afspraken rondom het melden van complicaties. Met ingang van Q3 worden overplaatsingen naar een ziekenhuis gemeld als een complicatie. CIRO hanteert de volgende indeling: een complicatie kan het gevolg zijn van:
een onbedoelde gebeurtenis veroorzaakt door de zorgverlening (incident)
een bewust genomen risico gerelateerd aan de behandeling (ingecalculeerd neveneffect)
de onderliggende ziekte of een onvoorziene reactie van de patiënt (correct handelen)
In 2013 zijn 8 complicaties gemeld: 3 patiënten zijn overleden ten gevolge van de onderliggende ziekte; 2 patiënten in het ziekenhuis (na doorverwijzing) en 1 patiënt in CIRO tijdens het assessment. Effectiviteit maatregelen 2012 Jaarlijks toetst het intern auditteam alle verbetermaatregelen die in het voorgaande jaar zijn genomen: in 2013 is de effectiviteit getoetst van alle verbetermaatregelen die in 2012 zijn geformuleerd. Van de 257 maatregelen zijn er 254 afgehandeld op het moment van de toetsing. Hiervan bleken 192 maatregelen ook daadwerkelijk effectief te zijn (=75,6%). Ten opzicht van 2012 zien we een stijgende trend in de effectiviteit van de genomen maatregelen.
4.2.4. Onderwijs en scholing Lunchseminars Kennis is voortdurend in beweging. Een wetenschappelijk antwoord staat nooit vast en roept steeds weer nieuwe vragen op. Vandaar de noodzaak om de kennis van de medewerkers van CIRO regelmatig te actualiseren, te verbreden en/of te verdiepen. Daarom organiseert het Research and Education Center van CIRO tien keer per jaar een lunchseminar. Een (inter)nationaal gekende expert komt dan een uur spreken over een onderwerp dat direct betrekking heeft op de integrale behandeling, chronisch orgaanfalen of gezonde ouderen. In bijlage 3 treft u een overzicht aan van de lunchseminars van 2013.
Journal clubs Twee keer per maand organiseert het Research and Education Center van CIRO een Journal Club. De doelstelling van de CIRO Journal Club is het leren lezen van Engelstalige wetenschappelijke artikelen, die mogelijk direct het klinische handelen van de CIRO medewerkers positief kunnen beïnvloeden. Deelnemers dienen ter voorbereiding het gekozen artikel te lezen. Eén deelnemer presenteert het artikel. Nadien volgt er een discussie met de deelnemers aan de Journal Club. 23
Gastcolleges CIRO medewerkers worden met enige regelmaat gevraagd om een gastcollege te geven op Hogescholen en Universiteiten in Nederland. Daarnaast geven verschillende CIRO medewerkers presentaties over behandeling van chronisch orgaanfalen tijdens nationale en internationale congressen.
Stages CIRO biedt meewerkstage plekken aan voor 3e en 4e jaars studenten van diverse opleidingen. Daarnaast voorziet CIRO in kortdurende snuffelstages voor 1e en 2e jaars studenten. Stagiaires worden ingezet t.b.v. werkzaamheden in het primaire proces en onderzoeksopdrachten. Er liggen afspraken vast m.b.t. minimale vaardigheden en beperkingen m.b.t. risicovolle handelingen. Tevens wordt onderwijs geboden aan medische studenten in het 3e jaar van hun opleiding.
Samenwerkingsrelatie
Doel
Vorm
Hogeschool Zuyd
Stage HBO-V, biometrie en ergotherapie
Regulier
Fontys Hogeschool
Stage HBO-V en fysiotherapie
Regulier
Hogeschool Arnhem
Stage diëtetiek
Regulier
CIOS Sittard
Stage bewegen en hulpverlening
Regulier
Leeuwenborgh
Stage MBO-V
Regulier
Gilde opleidingen Roermond
Stage MBO-V
Regulier
Universiteit Maastricht
Wetenschappelijke stage t.b.v.
Regulier
opleidingen geneeskunde, bewegingswetenschappen en gezondheidswetenschappen KU Leuven
Stage fysiotherapie
Regulier
CIRO vormt sinds 2013 onderdeel van de opleiding longziekten en tuberculose van het MUMC. Aio’s volgen structureel stage in CIRO en de longartsen vormen onderdeel van de opleidingsgroep longziekten.
24
4.3. Klanten
4.3.1. Externe omgeving
Beleid CIRO streeft naar een hoge toegankelijkheid van zorg en biedt haar patiënten een niet-klinische behandeling aan in hun vertrouwde omgeving. Om dit te realiseren heeft CIRO formele samenwerkingsovereenkomsten met een aantal ziekenhuizen in de regio:
MUMC+ in Maastricht
St. Jans Gasthuis in Weert
MMC (Máxima Medisch Centrum) in Veldhoven (tot 01.03.2013)
St. Anna ziekenhuis in Geldrop
Laurentius ziekenhuis in Roermond
Elkerliek ziekenhuis in Helmond
Catharina ziekenhuis in Eindhoven (m.i.v. 01.10.2013)
De samenwerking met deze ziekenhuizen betreft voornamelijk behandeling van patiënten met chronisch longfalen. Een deel van de beschikbare capaciteit wordt gebruikt voor chronisch hartfalen, dat wordt gefinancierd vanuit een innovatieproject. De samenwerking met het MMC is met ingang van 1 maart 2013 beëindigd. Het Catharina ziekenhuis is als nieuwe partner toegetreden tot het netwerk van CIRO met ingang van 1 oktober 2013. CIRO beoogt met deze samenwerking niet alleen een hogere toegankelijkheid en hogere kwaliteit van zorg, maar tevens een efficiëntere inrichting van deze zorg. CIRO vervult een centrumfunctie en draagt zorg voor kennisoverdracht naar de samenwerkingspartners, voortkomend uit de structurele evaluaties van de behandelprogramma’s. De kernteams vormen de verbinding tussen het netwerk en CIRO.
25
Resultaten Doorverwijzingen per locatie
In 2013 zijn er in totaal voor hart- en longfalen 749 patiënten doorverwezen naar CIRO. Hiervan werd 77,4%
van
de
patiënten
doorverwezen
door
ziekenhuizen
waarmee
CIRO
een
samenwerkingsovereenkomst heeft.
4.3.2. Imago en bekendheid Beleid Het betrekken van patiënten bij het verbeteren van de zorg is een belangrijk speerpunt voor CIRO. Aan het einde van de behandeling wordt gevraagd naar de ervaringen van patiënten aan de hand van gestructureerde interviews. Deze interviews worden standaard in de agenda van de patiënt gepland en structureel uitgevoerd. Belangrijke wijzigingen of verbeteringen in het proces worden eveneens getoetst bij de patiënten om het effect hiervan te meten en suggesties ter verbetering te inventariseren. Het kernteam longfalen heeft in 2013 discipline specifieke bijeenkomsten georganiseerd met collega’s verpleegkundigen en fysiotherapeuten uit de samenwerkende ziekenhuizen. Naast inhoudelijke afstemming, werden hierbij praktische aspecten van de samenwerking besproken. Internationaal blijft de belangstelling voor CIRO als het expertisecentrum toenemen, doch het imago
26
uit het verleden dat mede veroorzaakt wordt door de huidige uitstraling en de ontwikkelingen in de zorg bemoeilijken de zichtbaarheid van het innovatieve karakter op regionaal en nationaal niveau.
Resultaten In het verslagjaar is structureel patiënttevredenheid gemeten. Onderstaand overzicht geeft aan dat de tevredenheid van de CIRO patiënten hoog scoort, zowel binnen CIRO als in de samenwerkende ziekenhuizen. Tevredenheid patiënten 2013
Response
Score
Klinisch verblijf CIRO
214 (=98 %)
8.5
Dagbehandeling CIRO
28 (=97 %)
8.7
Norm response = 85%, Norm score = 8,5
Over het algemeen zijn patiënten die binnen CIRO worden behandeld zeer tevreden over de opvang, het programma, het bereikte resultaat en de vriendelijke benadering door de medewerkers.
Tevredenheid patiënten netwerk 2013
Response
Score
Helmond LF
22 (82%)
8.3
Roermond LF
17 (94%)
8.5
Veldhoven LF
26 (77%)
8.5
Geldrop LF
34 (90%)
8.5
Weert LF
13 (87%)
8.2
MUMC LF
30 (71%)
8.5
Roermond HF
12 (63%)
8.9
MUMC HF
25 (69%)
8.6
7 (88%)
8.4
CIRO MUMC LF (pilot) Gemiddeld
186
8.5
Ook in de samenwerkende ziekenhuizen zijn patiënten over het algemeen zeer tevreden over de begeleiding en de resultaten van de behandeling.
27
In 2013 heeft geen tevredenheidmeting plaatsgevonden in het academisch slaapcentrum. in 2012 zijn 100 patiënten bevraagd en bedroeg de gemiddelde score een 8,4. In 2014 wordt de meting herhaald. De ‘Nederlandse vereniging slaapapneu patiënten’ heeft in november 2013 haar tweejaarlijks onderzoeksrapport uitgebracht. Bij het onderzoek zijn de ervaringen van de patiënten vergeleken op een groot aantal aspecten van diagnose en behandeling en gaven patiënten hun waardering. Op basis van dit resultaat mag het academisch slaapcentrum van CIRO zich wederom topkliniek noemen. CIRO gebruikt deze informatie om zich te kunnen spiegelen aan collega’s, maar ook om te werken aan verdere kwaliteitsverbetering.
4.3.3. Samenleving en belanghebbenden Beleid CIRO houdt bij de ontwikkeling van nieuwe programma’s niet alleen rekening met de output, maar vooral met de individuele zorgvraag en de impact op de maatschappij. De genoemde thema’s binnen het Research & Education Center richten zich op het verhogen van autonomie en participatie in de maatschappij en beogen een positieve sociaal economische impact. CIRO hecht waarde aan haar patiënten en haar omgeving en organiseert jaarlijks diverse activiteiten met een maatschappelijk belang.
Resultaten In 2013 organiseerde CIRO een aantal jaarlijks terugkerende activiteiten: de Beweegdag, de Artwalk, een terugkomdag voor hartfalenrevalidanten en de Wereld COPD Dag. De Beweegdag voor patiënten met een chronische aandoening werd in het verslagjaar voor de 24e maal georganiseerd. Dit jaarlijks terugkerend evenement mag, getuige het aantal jaren dat dit evenement wordt georganiseerd, als uniek worden beschouwd. Zo’n 400 deelnemers met een chronische aandoening (zoals chronisch longfalen (COPD), chronisch hartfalen, obesitas, chronisch nierfalen, kanker en reuma) bezoeken deze Beweegdag welke zich richt op lotgenotencontact, sport, spel en educatie. Het is ieder jaar weer uitzonderlijk om te zien hoe enthousiast de deelnemers zijn en te zien hoe men erin slaagt om grenzen te verleggen. Ook voor medewerkers is het een leuke dag. Het commitment van de Raad van Bestuur naast de grote betrokkenheid van medewerkers en vrijwilligers maken deze dag tot een succes.
28
CIRO organiseerde in 2013 voor de 6e maal de CIRO Artwalk. Gebleken is dat kunst een belangrijke bijdrage levert aan het verwerkingsproces waar patiënten zich in bevinden. Anderzijds beïnvloedt de Artwalk het imago van CIRO op een positieve wijze. Het is prettig voor patiënten om in de weldadige, bosrijke omgeving van CIRO te kunnen wandelen en te genieten van de kunstwerken. Het geeft buiten het drukke behandelprogramma een stukje rust en ontspanning. CIRO stelt met deze kunstroute haar deuren bewust open voor publiek van buitenaf. Het toenemende aantal bezoekers de afgelopen jaren bewijst dat deze doelstelling ruimschoots wordt gerealiseerd. In het voorbije werkjaar bezochten zo’n 1500 externe belangstellenden de Artwalk. CIRO organiseerde in 2013 voor de tweede maal een terugkomdag voor hartfalenrevalidanten. De terugkomdag biedt oud revalidanten de mogelijkheid om elkaar weer te ontmoeten en om op de hoogte te worden gehouden van de laatste ontwikkelingen binnen de hartfalenrevalidatie. Daarnaast wordt een leerzaam en leuk actief programma aangeboden en kan men ervaringen uitwisselen.
4.3.4. Medewerkers Beleid CIRO streeft als expertisecentrum naar een cultuur van veiligheid en vertrouwen waarmee leren en verbeteren in al zijn facetten mogelijk wordt gemaakt. CIRO verwacht van medewerkers een hoge mate van flexibiliteit, creativiteit en ondernemerschap om een bijdrage te kunnen leveren aan de organisatiedoelstellingen en innovatie mogelijk te maken. Het ontwikkelen, opbouwen en verspreiden van kennis vormt het bestaansrecht van CIRO. Hiervoor is ‘voortdurend leren’ op elk niveau van de organisatie een voorwaarde. Vakinhoudelijke scholing en evidence based werken vormen de basis, maar innoveren vereist vaardigheden die het mogelijk maken interdisciplinair te reflecteren. De visie op opleiden is vastgelegd in het strategisch opleidingsbeleid 2011-2015 en vormt het kader voor het jaarlijks opleidingsplan. Medewerkers worden nauw betrokken bij het kwaliteitsbeleid door deelname aan verbeterprojecten en de commissie kwaliteit, veiligheid en arbo die bestaat uit een vertegenwoordiging van alle disciplines waardoor er een breed draagvlak voor het gekozen beleid wordt bewerkstelligd.
29
Resultaten Betrokkenheid bij leren en verbeteren In het verslagjaar is de commissie kwaliteit, veiligheid en arbo 5 keer bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomsten zijn de volgende gegevens geanalyseerd: (informele) klachten, resultaten patiënttevredenheid, meldingen (bijna) incidenten, wijzigingen in het proces, de status van eerder geformuleerde verbetermaatregelen, patiëntveiligheidsrisico’s en oefeningen in het kader van bedrijfshulpverlening. Op basis van deze gegevens zijn 44 verbetermaatregelen geformuleerd die allemaal zijn goedgekeurd door het managementteam. In 2013 zijn 23 discipline overstijgende projecten opgestart waaraan medewerkers, afhankelijk van de fase van het project, hebben deelgenomen. De impact van deze projecten op de medewerkers is eveneens aan bod gekomen tijdens de overlegvergaderingen met de ondernemingsraad.
Medewerkersbetrokkenheidsonderzoek De
betrokkenheid
van
medewerkers
wordt
zeer
gewaardeerd.
In
2013
is
het
medewerkersbetrokkenheidsonderzoek (MBO) uitgevoerd. De ondernemingsraad is nauw betrokken geweest bij het opstellen van de vragenlijst. Speerpunten van dit MBO zijn de betrokkenheid en motivatie van de medewerkers, het interdisciplinair werken en de kernwaarden van de organisatie. 62,5% van de medewerkers van CIRO hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Hiervan beoordeelt 83,75% van de deelnemers CIRO als werkgever met een 7 of hoger.
Cultuurmeting patiëntveiligheid In 2013 is de cultuurmeting patiëntveiligheid voor de 1e keer uitgevoerd. De hiervoor benutte vragenlijst is gebaseerd op de “Hospital Survey on Patient Safety Culture van het Agency for Healthcare Research and Quality” (http://www.ahrq.gov.). Deze vragenlijst meet een aantal veiligheidscultuur en outcome dimensies.
30
Op een Likert schaal van 1 tot en met 5 (waarbij 1 de minst positieve score en 5 de meest positieve score is) wordt gemiddeld hoger gescoord dan 3 op alle dimensies. Door alle groepen wordt de dimensie “Openheid naar communicatie” het meest positief gescoord. De dimensies met de minst positieve scores zijn “Globale perceptie”, “Personele bezetting” en “Frequentie van "event" rapportering”. Het academisch slaapcentrum scoort op alle dimensies hoger dan het gemiddelde van CIRO. Belangrijke aandachtspunten naar aanleiding van deze cultuurmeting zijn de perceptie over veiligheid, de personele bezetting, de waardering van de supervisor, evaluatie van doorgevoerde veranderingen, het bespreekbaar maken van beslissingen of acties van personen met een hogere hiërarchische positie, de vrees dat gemaakte fouten in een persoonlijk dossier bewaard blijven, frequentie van opgemerkte gecorrigeerde fouten voordat de patiënt er schade van ondervindt en fouten waarvan men niet weet of deze de patiënt had kunnen schaden, overdracht en niet gecoördineerd samenwerken.
In- en uitstroom personeel Het aantal FTE is in 2013 toegenomen. In 2013 zijn er in totaal 14 vacatures gesteld in verband met de invulling van structurele formatieplekken, zwangerschapsvervangingen maar ook in verband met 2 nieuwe functies: de ICT coördinator en coördinator facilitaire zaken. Hiervan zijn 12 vacatures extern geworven en 2 intern. 12 medewerkers zijn in het verslagjaar uit dienst getreden.
31
Verzuim Het verzuimpercentage in het jaar 2013 bedraagt 2,73% en is hiermee gedaald ten opzichte van 2012 (3,65%). Om nader inzicht te krijgen in de oorzaken van verzuim vindt analyse plaats van de verzuimmeldingen en zijn verzuimgesprekken gevoerd met medewerkers die zich drie maal of vaker hebben ziek gemeld.
4.4. Interne organisatie
4.4.1. Toegangstijden en wachttijden
Beleid De gemiddelde toegangstijd voor het assessment long- en hartfalen en diagnostiek OSAS en de gemiddelde wachttijd voor revalidatie long- en hartfalen en behandeling OSAS zijn inzichtelijk via de website van CIRO. De norm voor de toegangstijden diagnostiek bedraagt maximaal 7 weken, voor de wachttijd behandeling wordt een maximum van 6 weken gehanteerd.
Resultaten Gemiddelde toegangstijd en assessment/diagnostiek 2013 in weken Longfalen
6.9
Hartfalen
5.8
OSAS
11.9
De gemiddelde toegangstijden voor assessment long- en hartfalen bleven in 2013 onder de norm van 7 weken. De toegangstijd voor OSAS is sterk verhoogd. Toename van het aantal verwijzingen bij een gelijkblijvende beschikbare capaciteit spelen hierbij een rol.
Het is niet gelukt om van
zorgverzekeraars extra middelen te verkrijgen teneinde de capaciteit te verhogen en daarmee de toegangstijd te verkorten. Er wordt een plan uitgewerkt om de efficiency van het slaapcentrum te vergroten om zodoende met zo min mogelijk extra middelen meer patiënten te behandelen en op die wijze de toegangstijd te verkorten.
Gemiddelde wachttijd behandeling 2013 in weken Longfalen klinisch
6.5
Long- en hartfalen niet-klinisch*
<6
OSAS
8.4
32
Het aanbod voor de klinische behandelingen blijft in 2013 onverminderd hoog, waardoor de klinische wachttijd de norm enigszins overschrijdt (6,5 week). De wachttijden voor de niet-klinische revalidatie in de samenwerkende ziekenhuizen varieerde van 0 tot 6 weken afhankelijk van de doorstroom van de aanmeldingen van het betreffende ziekenhuis. Incidentele afwijkingen van de norm van 6 weken werden geregistreerd als een procesafwijking. De wachttijd voor behandeling OSAS overschrijdt de norm. Er zijn maatregelen genomen om de doorlooptijd aanzienlijk te verkorten. Patiënten die worden ingepland voor diagnostiek krijgen met ingang van maart 2014 meteen een 2e afspraak voor behandeling binnen 2 weken na diagnostiek.
4.4.2. Drop out en no shows
Beleid ‘Drop out’ en ‘no shows’ vormen een financieel risico voor de organisatie en worden derhalve maandelijks gerapporteerd in het managementteam.
Resultaten De ‘drop out’ tijdens het assessment bedroeg in 2013 voor longfalen 2,55% en voor hartfalen 1,47% . De ‘drop out’ tijdens de behandeling bedroeg in 2013 voor longfalen 16,2% en voor hartfalen 15,9%. De reden waarom patiënten hun assessment of behandeling afbreken wordt geregistreerd. Oorzaken van ‘drop out’ tijdens het assessment zijn voornamelijk van medische aard. De medicus oordeelt of de patiënt in staat is om het assessment te doorlopen. Oorzaken van drop out tijdens de behandeling zijn in het verslagjaar voornamelijk ‘medische redenen’, ‘privéomstandigheden’, en ‘gebrek aan motivatie’. Uit de literatuur blijkt dat het internationale gemiddelde voor drop out tijdens de behandeling ligt op 25-30%. Tijdens het assessment wordt systematisch de motivatie van de deelnemers getoetst en er vindt actief beleid plaats ter voorkoming van ziekteverergering.
Het percentage afspraken waarbij sprake was van ‘no show‘ voor diagnostiek in het academisch slaapcentrum bedroeg in 2013 2,13% van het totaal aantal geplande afspraken. Dit is lager dan het landelijk gemiddelde van 3,3%.
33
4.4.3. Kwaliteit en veiligheid
Beleid In ons centrum wordt systematisch gewerkt aan het bewaken en verbeteren van kwaliteit en veiligheid en aan het zichtbaar maken van de resultaten daarvan. Kwaliteitszorg is een integraal onderdeel van de totale bedrijfsvoering. Voor de uitvoering hiervan gebruikt CIRO de ISO 9001:2008 norm. Het werken volgens deze norm verankert het klantgerichte en procesgerichte werken in CIRO, stimuleert het continu verbeteren en ondersteunt het bereiken van onze organisatiedoelstellingen. In november 2008 heeft CIRO voor dit kwaliteitsmanagementsysteem het eerste certificaat behaald. Inmiddels is het kwaliteitssysteem verder doorontwikkeld met het uitbreiden van de scope in 2011 met paragraaf 7.3 ‘Ontwerp en ontwikkeling’; hetgeen betekent dat processen in relatie tot wetenschappelijk onderzoek en innovatie meegenomen zijn in de certificering. De Raad van Bestuur van CIRO hecht veel belang aan de diverse aspecten van kwaliteit en veiligheid.
De
kwaliteitsdomeinen zoals omschreven door het Institute of Medicine: patiëntgericht, veilig, effectief, efficiënt, en tijdig (toegankelijk) vormen de ‘key drivers’ voor het meerjarenbeleidsplan, CIRO+ 2020 Experience dat eind 2013 is vastgesteld. Hiermee geeft de Raad van Bestuur aan dat kwaliteit in al haar facetten topprioriteit is voor CIRO. Patiëntveiligheid maakt integraal onderdeel uit van het kwaliteitsmanagementsysteem van CIRO. Om zeker te zijn dat alle basiseisen met betrekking tot patiëntveiligheid worden geborgd, hanteert CIRO tevens de NTA 8009 norm, de Nederlandse Technische Afspraak, versie 2011. Het kwaliteitsmanagementsysteem betreft dus ook het veiligheidsmanagementsysteem. Het kwaliteitsmanagementsysteem vormt het platform voor het vertalen van deze strategische doelstellingen naar de dagelijkse praktijk. De sturingsmatrix die is opgebouwd volgens de 4 organisatieperspectieven van de Balanced Scorecard, geeft de resultaten weer van het gevoerde beleid. De kwaliteitsdomeinen zijn, naast de financiële indicatoren, opgenomen in de sturingsmatrix als
belangrijkste
indicatoren.
Kwaliteit
is
een
structureel
agendapunt
tijdens
het
managementteamoverleg en werkoverleggen. De commissie kwaliteit, veiligheid en arbo ondersteunt het managementteam hierin.
Resultaten Algemeen Uitgebreide verslaglegging over de resultaten van het gecertificeerd kwaliteits-en veiligheidssysteem zijn terug te lezen in paragraaf 4.2.2. en 4.2.3.
34
In het verslagjaar zijn 4 kwartaalrapportages van de sturingsmatrix opgesteld. Deze rapportages stellen ons in staat de verzamelde gegevens nog beter te analyseren, de geleverde kwaliteit te monitoren en trends te ontdekken. In
2013
is
de
managementreview,
een
verplicht
onderdeel
van
het
ISO
kwaliteitsmanagementsysteem, 2 keer uitgevoerd waarbij een beoordeling wordt uitgevoerd van de geschiktheid van het kwaliteitsmanagementsysteem. Op basis van deze beoordeling zijn in totaal 44 verbetermaatregelen geformuleerd waarvan er in het verslagjaar reeds 35 zijn afgehandeld.
Veilig Informatiebeveiliging Informatie die dagelijks wordt gebruikt bij de zorg en onderzoek van patiënten is uiterst vertrouwelijk en gevoelig. Medewerkers worden gewezen op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van informatiebeveiliging door het ondertekenen van een geheimhoudingsverklaring bij aanname. Hierin staat beschreven wat van de medewerker wordt verwacht als het gaat om privacy en informatiebeveiliging. Concrete afspraken rondom omgang met privacygevoelige gegevens zijn vastgelegd in de ‘gouden regels’. Geheimhouding maakt tevens onderdeel uit van de arbeidsovereenkomst, de functioneringsgesprekken en komt aan bod bij de introductie van nieuwe medewerkers.
Prospectieve risicoanalyses CIRO beschikt over prospectieve risico-analyses van alle deelprocessen. Deze analyses zijn uitgevoerd volgens de FMEA methodiek door een team van inhoudsdeskundigen, nauw betrokken bij het geanalyseerde proces. In 2013 zijn het proces ‘diagnostiek en behandeling obstructief slaapapneu syndroom (OSAS)’ geanalyseerd conform deze methodiek. Op basis van deze analyse zijn 25 nieuwe verbetermaatregelen geformuleerd, hiervan zijn er reeds 14 tijdens het verslagjaar afgehandeld. Van alle gedefinieerde processen is nu een FMEA beschikbaar.
Retrospectieve risicoanalyses Meldingen van (bijna)incidenten worden retrospectief geanalyseerd volgens de PRISMA methodiek. De diverse stappen die worden doorlopen bij het uitvoeren van een retrospectieve analyse zijn ingebouwd in het digitale meldingssysteem. Er vindt een inschatting plaats van de ernst van de meldingen en een analyse van de meest voorkomende basisoorzaken. Bij calamiteiten ontvangt de Raad van Bestuur onmiddellijk een alert. In 2013 zijn retrospectieve analyses uitgevoerd op ‘bijna
35
botsingen tijdens de looptest’, ‘verstappen tijdens spelactiviteiten’ en ‘het achterover vallen van een rollator’.
Veilige omgeving In 2013 zijn een aantal maatregelen geïmplementeerd ter voorkoming van valincidenten tijdens de trainingsactiviteiten:
Een verbeterproject exacerbatie is opgericht met als doel het vastleggen van afspraken wat te doen bij (milde) exacerbatie met betrekking tot continueren van het behandelprogramma en de benodigde begeleiding
Een veiligheidskaart is ontwikkeld t.b.v. patiënten m.b.t. het veilig opstappen op de loopband
Er is een werkafspraak vastgelegd met als doel het reduceren van prikkels bij aanvang van training en het vragen van aandacht voor veiligheidsaspecten
De Tinetti test is structureel opgenomen in het assessment t.b.v. preventieve screening op valgevaar bij fysieke training
Kwaliteitsborging mensgebonden onderzoek CIRO heeft besloten de richtlijn ‘kwaliteitsborging van mensgebonden onderzoek’ in te voeren. Deze richtlijn is ontwikkeld door de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en is bedoeld om de veiligheid van proefpersonen en de kwaliteit van de wetenschappelijke resultaten te borgen. Met ingang van oktober 2013 dienen onderzoekers van investigator initiated onderzoek een risico-classificatie uit te voeren en de intensiteit van de monitoring hierop af te stemmen. Het betreft het toegevoegd risico van het onderzoek ten opzichte van de standaardbehandeling. Het risico dat voor de classificatie relevant is, is dus het risico dat het onderzoek toevoegt aan de bestaande risico's voor de veiligheid van de proefpersoon. De complexiteit en onderlinge samenhang van factoren bepalen het totale risico van het onderzoek. De risicoclassificatie is richtinggevend voor de intensiteit van de monitoring. Monitoring kan helpen om procedurele fouten die kunnen leiden tot onveiligheid voor de proefpersoon op tijd te signaleren en kan bijdragen aan het detecteren van vertekening van onderzoeksresultaten
Patiëntgericht en effectief Exacerbatieproject Het komt geregeld voor dat patiënten die in CIRO een behandelprogramma volgen niet fit zijn en/of een acute exacerbatie doormaken. Het doel van dit project was om een adequate interdisciplinaire strategie op te stellen om exacerbaties zo snel mogelijk te herkennen, vast te leggen en het behandelplan van deze individuele patiënt bij te stellen. De nieuwe werkwijze heeft geleid tot een 36
heldere structuur en meer duidelijkheid over de verantwoordelijkheden en taken van het interdisciplinaire behandelteam omtrent de behandeling en begeleiding van patiënten die een acute exacerbatie doormaken. Tevens is de veiligheid van deze patiënten beter geborgd. Over het algemeen zijn patiënten en medewerkers erg tevreden over de procedure. De nieuwe werkwijze wordt structureel geïmplementeerd.
Obesitas In 2013 is een specifiek behandelprogramma ontwikkeld voor patiënten met longfalen én obesitas. Het primaire doel van deze behandeling is niet alleen gericht op gewichtsreductie, maar op het aanleren van een gezonde leefstijl die tevens een verbetering in de levenskwaliteit teweeg brengt. Eind 2013 is een pilot gestart waarin het ontwikkelde programma wordt getest en geëvalueerd. Naast de reguliere programma onderdelen worden specifieke modules aangeboden in de klinische setting gedurende een periode van 8 weken. Er worden groepssessies georganiseerd waarin o.m. handvaten worden aangereikt om weerbaarder te worden tegen lekkernijen. Verder is de fysieke belasting van het programma gericht op duurinspanningen, en is een buitenactiviteit en een bewegingsprogramma in het zwembad toegevoegd. Gedurende de behandeling wordt een energie arm dieet voorgeschreven en wordt een kook-workshop georganiseerd waarin lekker en toch gezond wordt gekookt. Tevens wordt educatie over gezonde voeding e.d. gegeven. De eerste patiënten ervaringen zijn positief. In 2014 staat een uitgebreide evaluatie gepland.
Toegankelijk Uitbreiding capaciteit MUMC+ De aanmeldingen vanuit de netwerkpartner MUMC+ zijn sedert het begin van 2013 toegenomen. Dit betrof zowel long- als hartfalen patiënten. Hierdoor bleek de beschikbare capaciteit in het MUMC+ ontoereikend en is aldaar de capaciteit met medewerkers van CIRO uitgebreid. Daarnaast is de pilot Bed & Breakfast gestart. Doel van beide pilots was het uitbreiden van niet-klinische capaciteit en daarmee het verkorten van de wachttijd. De patiënten die bereid waren deel te nemen aan deze pilot waren zeer tevreden over de organisatie, de faciliteiten en de veiligheid. Desondanks is de pilot niet gecontinueerd aangezien het merendeel van de benaderde patiënten de voorkeur gaf aan een langere wachttijd met behandeling in de eigen omgeving dan een kortere wachttijd met een verblijf in een B&B. Het opstarten van de pilot in het MUMC+ heeft niet alleen geleid tot uitbreiding van de niet-klinische capaciteit, maar het is tegelijkertijd de start geweest van de integratie met de behandelteam aldaar.
37
Efficiënt Aansturing processen De aansturing van het primaire proces is in 2013 gewijzigd. De processen intake&assessment en integrale behandeling vallen nu onder de verantwoordelijkheid van 1 procesmanager. Dit heeft geleid tot een efficiëntere en doelmatigere aansturing van de teams, waarbij de focus ligt op de interdisciplinaire samenwerking.
Samenwerking klinisch chemisch lab MUMC+ De samenwerking met het laboratorium van het MUMC+ is verder geïntensiveerd. De apparatuur binnen CIRO is, met uitzondering van de chemie, gekoppeld aan het laboratorium systeem van het MUMC+. Hierdoor is de handmatige invoer van laboratoriumuitslagen met 40% teruggedrongen. In het kader van efficiency is tevens besloten om niet tot vervanging over te gaan van de haematologie apparatuur binnen CIRO, maar de bepalingen te laten uitvoeren door het MUMC+.
4.4.4. Kernteams Interdisciplinaire kernteams vormen onder voorzitterschap van een medisch coördinator de verbinding tussen het primaire proces en het Research & Education Center. Vraagstukken uit de behandeling worden voorgelegd aan het Research & Education Center. Nieuwe concepten die zijn ontwikkeld door het Researh & Education Center worden door de kernteams geïmplementeerd. Het kwaliteitsmanagementsysteem wordt hierbij benut ter ondersteuning. Daarnaast hebben de kernteams een essentiële rol in het stimuleren van interdisciplinair werken, scholing van de disciplines binnen CIRO en het fungeren als aanspreekpunt voor het netwerk van samenwerkende ziekenhuizen.
Activiteiten kernteam longfalen
Het nieuwe educatieboek Longrevalidatie werd geïntroduceerd conform de modules van de DBC Longrevalidatie en inzicht in de interdisciplinaire behandeling.
Het Kernteam Longfalen heeft een informatiestand ingericht. Doel hiervan was het vergroten van de zichtbaarheid van het kernteam binnen de organisatie.
Discipline bijeenkomsten voor fysiotherapeuten en verpleegkundigen uit het netwerk werden georganiseerd.
Inhoudelijke input werd geleverd ten bate van het project exacerbatiemanagement en de vernieuwing van het stoppen met roken boek. 38
Het Kernteam Longfalen heeft het congres van de European Respiratory Society in Barcelona bezocht. Nieuwe wetenschappelijke inzichten werden vertaald naar de praktijk van CIRO in een presentatie tijdens de tweedaagse nascholing voor alle medewerkers van CIRO in november.
Activiteiten kernteam hartfalen
Het kernteam hartfalen heeft een informatiestand bemand om de organisatie te informeren over de activiteiten en doelstellingen van het kernteam. Ook de resultaten van de terugkomdag werden hier gepresenteerd.
In het afgelopen jaar zijn 6 plenaire casusbesprekingen van hartfalen patiënten georganiseerd. Deze werden goed bezocht en waren door het multidisciplinaire karakter ook erg leerzaam voor alle deelnemers.
Eefje Janssen, een lid van het kernteam, studeerde cum laude af voor haar opleiding tot Physician Assistant (PA).
Het kernteam hartfalen heeft het Europees cardiologisch congres bezocht dat plaatsvond in Amsterdam. Tijdens de tweedaagse scholing voor de gehele organisatie verzorgden de kernteamleden een presentatie over de opgedane kennis en de toepassing hiervan naar de dagelijkse praktijk in CIRO.
4.4.5. ICT-infrastructuur
Beleid Het structureel verzamelen van patiënten data in een datacenter levert input voor nieuw onderzoek en innovatie en biedt de mogelijkheid tot fenotypering van de complexe COPD patiënt. Het datacenter is dan ook van strategisch belang voor CIRO en de ICT infrastructuur vergt nog aanpassingen om deze ambitie te ondersteunen. In 2012 heeft M&I partners in opdracht van de Raad van Bestuur een advies opgesteld aangaande de totale ICT infrastructuur. Dit advies is in 2013 omgezet tot concrete activiteiten. Het ontwikkelen van een datacapturing system afgestemd op de CIRO organisatie bleek noodzakelijk voor het garanderen van de continuïteit en volledigheid van de data en het verhogen van de databetrouwbaarheid, zowel voor de patiëntenzorg, als van de financiële afhandeling.
39
Resultaten Het datacapturing system (BioXM) dat in samenwerking met BIOMAX is ontwikkeld is medio juni succesvol geïmplementeerd.
Het datacapturing system gaat verder dan een elektronisch
patiëntendossier. Het vormt de basis voor het registreren van zorgtrajecten, behandelingen en verrichtingen, voorziet in koppelingen met administratieve processen en meetapparatuur en levert managementinformatie. Het systeem stelt ons in staat de processen efficiënter op elkaar af te stemmen, ondersteunt bij het interdisciplinair werken en compliance aan wet- en regelgeving.
4.4.6. Service level agreements In 2013 is de samenwerking tussen CIRO en het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC+) gecontinueerd met betrekking tot de dienstverlening RVE Beeldvorming en laboratoria, de ondersteuning van klinisch chemicus, klinisch fysicus, ondersteuning hygiëne en infectiepreventie en functioneel beheerder Labosys.
Het strategisch belang van het datacenter voor CIRO vergt het realiseren van een uitermate stabiele en veilige IT-omgeving voor het CIRO datacapturing systeem en CIRO Datacenter. CIRO is hiervoor op zoek gegaan naar een leverancier die de juiste technische ondersteuning kan bieden en tevens ISO 27001 gecertificeerd is. In 2013 heeft CIRO ENNE Solutions gecontracteerd. Proteion Thuis leverde ook in 2013 ondersteuning op het gebied van ICT, inkoop, HRM, salarisadministratie en facilitaire zaken. De diensten aangaande ICT zijn afgelopen jaar afgebouwd gezien de ontwikkelingen beschreven in paragraaf 4.4.5.
4.5. Financieel Beleid Het financieel beleid van CIRO is gericht op een gezonde rendements- en vermogenspositie waarmee de rol als kennis- en expertisecentrum op zelfstandige wijze kan worden voortgezet en verder vormgegeven in een sterk veranderende omgeving waarin de financiële risico’s voor zorginstellingen toenemen.
40
Voor een toelichting op het gebruik financiële instrumenten, risicobeheer en afdekkingsbeleid en de met het houden van financiële instrumenten samenhangende prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening bladzijde 8.
Resultaat CIRO+ B.V. heeft geen winstoogmerk. Behaalde resultaten worden aangewend ten behoeve van de doelstellingen van de organisatie. De omzet steeg in 2013 met 0,2% naar € 13.257.907. In de omzet 2012 zat een eenmalige compensatie door de overheid voor de afboeking van immateriële vaste activa van € 635.941 in het kader van de transitie naar prestatiebekostiging. Als de omzet 2012 hiervoor wordt gecorrigeerd, betreft de omzetstijging 5,2%. Deze ontwikkeling ziet er als volgt uit:
Als enige productroep is de omzet van complex chronisch longfalen in 2013 gedaald als gevolg van een tijdelijke daling in doorverwijzingen. De groei van de omzet van het academisch slaapcentrum is het gevolg van de hogere productie die in 2013 mogelijk werd na nog verdere verhoging van de beddencapaciteit naar 9 bedden. De groei van de overige opbrengsten is met name het gevolg van toename van activiteiten op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Complex chronisch hartfalen kent een autonome groei. De in 2012 opgenomen eenmalige post inzake de afboeking van immateriële vaste activa was ook opgenomen onder de afschrijvingskosten. Hiervoor geschoond, zijn de bedrijfslasten in 2013 gestegen met 7,8 % tot € 12.065.820. De belangrijkste verklaring voor deze groei is de uitbreiding van de personele bezetting met 7 FTE, welke deels al in 2012 was ingezet. Deze stijging hangt samen met
41
de groei van het academisch slaapcentrum, de groei van de activiteiten op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en de toegenomen administratieve lasten uit hoofde van DOT. De hogere bedrijfslasten worden gecompenseerd door een daling van de rentelasten, hetgeen per saldo resulteert in een daling van het resultaat met 7,2% ten opzichte van 2012. CIRO sluit 2013 desalniettemin af met een positief resultaat van € 1.214.944 en overtreft daarmee wederom ruimschoots haar eigen verwachtingen. Het resultaat is toegevoegd aan de Reserve Aanvaardbare Kosten. De solvabiliteit komt daarmee ultimo 2012 uit op 52,4%. De liquiditeitspositie is verbeterd. Het netto werkkapitaal bedraagt op 31 december 2013 € 4.004.713 positief en de quick ratio stijgt van 1,0 ultimo 2012 naar 1,3 ultimo 2013. De rentabiliteit eigen vermogen bedraagt over 2013 25%. De kasstroom bedroeg in 2013 € 1.038.335 negatief. Dat is met name het gevolg van het verminderen van de kortlopende schulden. Deze zijn met € 3,5 miljoen afgenomen. Voor verdere details wordt verwezen naar de jaarrekening en DigiMV.
In 2013 was het financieel beleid van CIRO+ B.V. voornamelijk gericht op verzelfstandiging van de organisatie ten opzichte van haar aandeelhouders en andere stakeholders. Dit betreft voortzetting van het in 2011 en 2012 ingezette beleid. Als gevolg van de steeds complexer wordende externe omgeving heeft CIRO in 2012 besloten alle financiële en administratieve processen in eigen regie te nemen en zelf in te richten. Op deze wijze is de organisatie het best in control. Enige uitzondering daarop zijn de HR- en salarisadministratie, deze blijven uitbesteed bij Proteion Thuis. In 2013 is dit proces afgerond.
De bedrijfsvoering verliep in 2013 stabiel. Er was een daling van de productie complex chronisch longfalen, die later in 2013 weer herstelde. De afspraken met zorgverzekeraars werden grotendeels behaald. Dit gaf geen aanleiding tot belangrijke aanpassingen in de interne organisatie. De groei van het academisch slaapcentrum verliep volgens plan. Het innovatieproject complex chronisch hartfalen is verlengd en er is een DOT product aangevraagd voor de opvolgende jaren. Naast bovengenoemde activiteiten heeft 2013 in het teken gestaan van de invoering van prestatiebekostiging voor complex chronisch longfalen. Voor een toelichting op de effecten daarvan wordt verwezen naar pagina 10 en volgende van de jaarrekening.
In tegenstelling tot 2012 vereiste het beheer van de cash flows in 2013 veel minder aandacht. Onderhandelingen met zorgverzekeraars en facturatie van DOT producten verliepen vlotter als gevolg waarvan de liquiditeitspositie op orde was en de cash flows stabiel. De prognose 2014 laat eenzelfde stabiel beeld zien. 42
In 2014 is de verdere ontwikkeling van de marktwerking het belangrijkste onderwerp. Na 2014 bestaat er geen transitieregeling meer en is de omzet geheel afhankelijk van de met zorgverzekeraars gesloten contracten en de aantallen geopende en gesloten DOT producten. CIRO is doende haar managementcontrolesysteem aan te passen aan deze ontwikkelingen.
Er worden geen belangrijke wijzigingen in de personele bezetting voorzien. Op basis van de huidige plannen en prognoses zal CIRO in 2014 hooguit behoefte hebben aan externe financiering om tijdelijke effecten op te vangen.
43
5| Risico’s en onzekerheden Strategisch Het identificeren van nieuwe opkomende risico’s is een uitdaging en vereist een bepaalde mate van 'scenariodenken' en het vermogen om in de toekomst te denken. De waarde van scenario's liggen in het vermogen om toekomstige ontwikkelingen te herkennen en te begrijpen en mogelijke maatregelen te doorzien. De concrete uitwerking van het ‘scenariodenken’ is een streven van CIRO dat nog onvoldoende geïmplementeerd is.
Zorgverzekeraars stellen ook steeds meer eisen aan de kwaliteit van de dienstverlening wat een toename in administratieve last en dus kosten voor de organisatie veroorzaakt. Daarnaast leidt de toenemende marktwerking tot minder garanties en duidelijkheid over de omzet, waardoor CIRO met meer nieuwe risico’s en onzekerheden wordt geconfronteerd. De relatie tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraars speelt hierin een belangrijke rol. Factoren die de relatie met de zorgverzekeraar beïnvloeden zijn de mate van transparantie in de kwaliteit, het aanpassingsvermogen van de organisatie, transparantie in de communicatie over strategische overwegingen, maar ook de marktpositie en het imago van de organisatie. Hierdoor wordt het nadrukkelijker sturen op de risico’s die zich afspelen binnen de relatie tussen het zorgaanbieder en de zorgverzekeraar noodzakelijk, namelijk de concurrentie- en reputatierisico’s.
Operationeel Recent is een nieuw “datacapturingsystem’ ontwikkeld en geïmplementeerd. Dit systeem is volledig ingericht volgens CIRO specifieke processen en omvat het elektronisch patiëntendossier, management-, plannings-, en financiële informatie. Mede dankzij dit systeem is CIRO goed in staat verantwoording af te leggen over risico’s op alle niveaus en deelgebieden van de organisatie en compliance aan wet- en regelgeving. Echter de continuïteit van deze informatie is in grote mate afhankelijk van de beschikbaarheid en kwaliteit van de data in het recent ontwikkelde datacapturingsystem. De ‘risk appetite’ en daarmee gepaarde beheersmaatregelen c.q. kosten dienen verder inzichtelijk gemaakt worden. Wachttijden en doorlooptijden voor diagnostiek en behandeling bij het academisch slaapcentrum zijn afgelopen jaar sterk verhoogd. Toename van het aantal verwijzingen bij een gelijkblijvende beschikbare capaciteit spelen hierbij een rol. Het is ook voor 2014 niet gelukt om van zorgverzekeraars extra middelen te verkrijgen teneinde de capaciteit uit te breiden en daarmee de
44
toegangstijd te verkorten. De verwachting is dat dit zijn weerslag zal hebben op de patiënt tevredenheid en het imago van het academisch slaapcentrum CIRO. We zien ook een aanhoudende stijgende trend in aanmeldingen voor klinische behandeling van longfalen waardoor de wachttijd voor deze doelgroep eveneens toeneemt en niet kan worden voldaan aan de Treeknormen. Het toenemend aantal verwijzingen voor chronisch long- en hartfalen weerspiegelt ook de dubbele vergrijzing in regio Limburg.
De omgeving van CIRO is dynamisch en wordt steeds complexer. Veranderingen volgen elkaar in een hoog tempo op en snel kunnen anticiperen hierop is noodzakelijk om de concurrentie het hoofd te bieden. Aan medewerkers worden daardoor steeds hogere eisen gesteld op het gebied van vakkennis, vaardigheden, proactief handelen en het implementeren van nieuwe werkwijzen. Dit vraagt veel van de flexibiliteit en draagkracht van medewerkers en wordt gezien als een potentieel continuïteitsrisico.
Financieel De belangrijkste financiële risico’s vloeien voort uit de introductie van marktwerking en prestatiebekostiging in de Nederlandse zorg. Zoals eerder gemeld, zijn de budgetten van CIRO in 2013 en 2014 nog voor een belangrijk deel gegarandeerd. Daarna niet meer. Hiermee loopt de regelgeving voor CIRO één jaar achter op die van de algemene- en academische ziekenhuizen. De vergrijzing, stijging van de kosten van de gezondheidszorg op macro niveau en de huidige economische situatie maken dat zorgverzekeraars erg kritisch zijn bij de inkoop van kwalitatief hoogwaardige - maar daarmee ook kostbare - zorg. Zorgverzekeraars zijn de afgelopen jaren gestart met selectief contracteren en stellen steeds meer eisen aan de kwaliteit van de producten en de organisatie. CIRO anticipeert hierop door actief in dialoog te gaan met haar omgeving, in het bijzonder met zorgverzekeraars en koepelorganisaties, teneinde uit te leggen wat de toegevoegde waarde is van de door haar geleverde zorg. Daarnaast wordt de interne organisatie continue beoordeeld op efficiency en effectiviteit, teneinde snel te kunnen reageren op wijzigingen in de externe omgeving en de kosten optimaal te kunnen beheersen.
Prestatiebekostiging betekent tevens dat de zorg in de vorm van DOT producten wordt gedeclareerd aan zorgverzekeraars. Voor complex chronisch longfalen is een aparte DOT productstructuur ontwikkeld, welke nog niet volledig is uitontwikkeld. Dit en de complexe regelgeving rondom DOT’s maakt het declaratie- en incassoproces erg complex.
45
No shows en annuleringen van behandelingen komen in het academisch slaapcentrum veelvuldig voor. Dat maakt de bedrijfsvoering minder efficiënt en leidt tot hogere gemiddelde kosten dan nodig.
46
6| Beleid voor de komende jaren Innovatie en leren Zoals u heeft kunnen lezen in dit jaarverslag heeft CIRO belangrijke samenwerkingen met kennisinstellingen en industrie kunnen opbouwen waardoor het uitbreiden en verspreiden van kennis mogelijk is. Het innovatieplatform vormt de verbinding met deze kennisinstellingen en de industrie. Hier worden krachten gebundeld om productinnovaties vorm te geven. Het Integrated Knowledge System (IKS) dat tot stand gekomen is in samenwerking met BIOMAX helpt CIRO om outcome te voorspellen en de behandeling voor chronische longziekten te optimaliseren. Hierdoor heeft CIRO een sterke uitgangspositie als expertisecentrum. In 2014 zal verdere uitbouw van dit innovatieplatform onverminderd aandacht krijgen.
ICT Belangrijk speerpunt is het versterken van onze ICT infrastructuur, niet alleen in het belang voor het Integrated Knowledge System, maar tevens nodig voor het verbeteren van de organisatorische kwaliteit van onze processen. 2014 zal in het teken staan van verdere oppuntstelling van het datacapturing system en het automatiseren van ondersteunende activiteiten zoals planning en apparatuurbeheer. Verder zal vastgesteld worden wat de specifieke eisen zijn ten aanzien van werkplekondersteuning en applicatiebeheer.
Kwaliteit en veiligheid De vijf kwaliteitsdomeinen zijn benoemd tot ‘key values’ en op deze wijze verankerd in het meerjarenbeleid ‘CIRO experience 2020’: patiëntgericht, effectief, efficiënt, veilig en toegankelijk. Verdere aandacht zal uitgaan naar het meetbaar maken van de resultaten van projecten en innovaties in deze 5 domeinen. Tevens staan in 2014 de hercertificering van het ISO 9001 kwaliteitsmanagementsysteem de NTA surveillance op de planning. CIRO wordt in toenemende mate geconfronteerd met veranderingen in wet- en regelgeving en richtlijnen. Een herinventarisatie staat gepland van geldende wetgeving en richtlijnen gepland waarbij optimale integratie van risicomanagement, compliance en governance het streven is. In 2014 zal meer aandacht worden besteed aan milieuaspecten en duurzaamheid. CIRO wil de impact van haar activiteiten op milieu en maatschappij meer inzichtelijk maken voor haar stakeholders. Patiëntveiligheidsrisico’s vormen reeds jaren een belangrijk onderwerp in de interne audits, maar andere deelgebieden van risicomanagement zijn onderbelicht. Hierdoor wordt integraal risicomanagement nog onvoldoende getoetst binnen de organisatie. Dit geldt tevens voor
47
behandeling uitgevoerd in de samenwerkende ziekenhuizen. Met ingang van 2014 zal CIRO meer aandacht besteden aan genoemde aspecten. Tot slot wil CIRO haar patiëntenparticipatie processen versterken, hierover zijn reeds afspraken gemaakt met de cliëntenraad. Belangrijke investeringen In 2013 wordt het investeringskader voor de periode 2013-2015 opgesteld. Hierin zullen alle investeringen voor vervanging en uitbreiding apparatuur worden opgenomen, maar ook investeringen voor verbouwing en verfraaiing van de CIRO faciliteiten.
48
7| Overige informatie 7.1. Verslag van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van CIRO+ B.V. bestaat statutair uit twee leden. De Raad van Commissarissen stelt het aantal leden vast. Op de taken, verantwoordelijkheden en werkzaamheden van de Raad van Bestuur is het reglement Raad van Bestuur CIRO+ B.V. van toepassing.
De voorzitter van de Raad van Bestuur, Prof. Dr. E.F.M. Wouters, is verantwoordelijk voor het medisch- en kennisbeleid en drs. I.M.L. Augustin is als bestuurder verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. De nevenfuncties van de Raad van Bestuur hebben de goedkeuring van de Raad van Commissarissen. Alle nevenfuncties worden aan de Raad van Commissarissen voorgelegd ter goedkeuring.
Samenstelling van de Raad van Bestuur met(neven) functies en aandachtsgebieden per 31.12.2013 Naam Prof. Dr. E.F.M. Wouters, voorzitter
Aandachtgebieden Medisch en zorg gerelateerd beleid Kennismanagement en –beleid (Research & Education Center) Relatie MUMC+ (medisch beleid, onderzoeksbeleid) Externe vertegenwoordiging CIRO als kenniscentrum
Drs. I.M.L. Augustin, lid
Bedrijfsvoering CIRO en netwerk Human resource management Kwaliteitsmanagement en implementatie nieuwe producten / leveringsconcepten (Quality & Innovation) Integraal risicomanagement Informatisering Overlegpartner cliëntenraad en OR
49
(Neven) functies Afdelingshoofd longziekten MUMC+ Directeur-bestuurder Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Beschouwend/ Chronische Ziekten van het MUMC+ Voorzitter directiegroep Vereniging longcentra Nederland Bestuurslid Netherlands Respiratory Society Lid European Respiratory Society Lid American Thoracic Society Lid Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose Vicevoorzitter directiegroep Vereniging longcentra Nederland Lid Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuis Directeuren Lid European Respiratory Society
Gezamenlijk
Externe vertegenwoordiging CIRO algemeen: patiëntenorganisaties, koepelorganisaties zoals LCN (Longcentra Nederland)VAN brancheorganisatie NVZ, VWS, Nza, DBC onderhoud, etc. Bepalen en realiseren van de visie, missie en strategie van de B.V. Structureren van de organisatie van de B.V. Sturen en evalueren van de organisatie Naleven van de wet- en regelgeving Vertegenwoordigen van de B.V.
De bestuurder wordt gehonoreerd conform de beloningscode van de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisdirecteuren (NVZD). De voorzitter van de Raad van Bestuur wordt conform de CAO academische ziekenhuizen beloond.
7.2. Verslag van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen bestaat uit drie leden die worden benoemd voor een periode van vier jaar. (Her)benoeming vindt plaats op basis van een profielschets die openbaar is. De samenstelling van de Raad van Commissarissen is in het verslagjaar niet gewijzigd.
Samenstelling en overige functies Raad van Commissarissen 2013 Naam, functie in RvC en datum eerste benoeming De heer drs. G.J.H.C.M. Peeters Voorzitter Raad van Commissarissen Benoeming 2 augustus 2010
Overige functies Hoofdfunctie Voorzitter Raad van Bestuur/ CEO Maastricht UMC+ Nevenfuncties Lid Supervisory Board Center for Translational Molecular Medicine Voorzitter Raad van Commissarissen Ease Travel Clinic & Health Support Voorzitter NFU Lid Raad van Commissarissen BioMedbooster
50
De heer drs. M. van Woensel Lid Raad van Commissarissen Benoeming 1 januari 2012 De heer ir.W.H.M. Orbons Lid Raad van Commissarissen Benoeming 24 mei 2011
Lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd Voorzitter Raad van Commissarissen MUMC Holding Lid Dagelijks Bestuur Stichting Regiobranding Zuid-Limburg Lid Algemeen Bestuur Stichting Regiobranding Zuid-Limburg Lid Raad van Commissarissen Basic Pharma Hoofdfunctie Lid Raad van Bestuur Proteion Thuis Nevenfuncties Raad van Toezicht PSW Beoordelingscommissie SKO-subsidies Bestuur A+O fonds VVT Hoofdfunctie Onafhankelijk consultant op vlak van technologiemanagement Nevenfuncties Lid AcTI.nl (voorheen Nederlands Forum voor Technologie en Wetenschap) Commissaris bij startup Kriya, Chemtrix en Investeringsfonds Nedermaas Lid van Raad van Advies Mutrackx Lid Valuation Grants Technologiestichting STW Lid NQA accreditatiecommissie voor HBO-opleidingen
Verslag Raad van Commissarissen / aandeelhouders In het verslagjaar kwamen de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders viermaal in vergadering bijeen. Hierbij is de Raad van Bestuur aanwezig geweest. Voor belangrijke bestuursbesluiten is goedkeuring van de Raad van Commissarissen vereist. De onderwerpen die in de vergaderingen zijn besproken dan wel goedgekeurd, worden in onderstaande tabel weergegeven. Vaste agendapunten zijn het financiële beleid, de maandcijfers, kwaliteit en veiligheid, risicomanagement, innovatie en het strategisch beleid.
Besproken
Goedgekeurd
Commissarissen
Algemene vergadering van aandeelhouders
Resultaat 2012
X
X
X
X
Jaarrekening 2012
X
X
X
X
Begroting 2014
X
X
X
X
Meerjarenplan CIRO+ 2020
X
X
X
X
Onderwerp
Raad van
51
Informatie van de ondernemingsraad Als afgevaardigde van de Raad van Commissarissen heeft de heer Orbons tweemaal een overlegvergadering van de Raad van Bestuur met de ondernemingsraad bijgewoond. Op 27-5-2013 is het jaarverslag en jaarrekening 2012 gepresenteerd en besproken. Op 18-12-2013 is het meerjarenplan CIRO+ 2020 gepresenteerd en de begroting 2014 besproken.
Informatie van de cliëntenraad Ten minste eenmaal per jaar vindt een formeel overleg plaats tussen de cliëntenraad en het lid van de Raad van Commissarissen dat is voorgedragen door de cliëntenraad. De heer Orbons heeft overleg gehad met de cliëntenraad op 5 september 2013. Tijdens deze bijeenkomst is over diverse door de cliëntenraad aangedragen punten van gedachten gewisseld, onder andere over technische innovatie en heroriëntatie in de zorg.
Honorering Raad van Commissarissen De bezoldiging voor de leden van de Raad van Commissarissen bedraagt € 4000,- per jaar, waarbij de afgevaardigden van MUMC+ en Proteion Thuis hebben afgesproken deze vergoeding vanuit hun functie niet toe te kennen.
7.3. Verslag van de Cliëntenraad CIRO beschikt over een cliëntenraad conform de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). De cliëntenraad behartigt de belangen van alle (huidige en toekomstige) cliënten van CIRO, toetst het beleid en adviseert de Raad van Bestuur vanuit het perspectief van de cliënten. De samenstelling, de zittingsduur en de werkwijze van de leden zijn vastgelegd in een reglement conform de WMCZ.
Samenstelling, werkwijze en overleg De cliëntenraad bestond in het verslagjaar uit zes leden (inclusief de voorzitter), en heeft professionele ondersteuning van een ambtelijk secretaris. De raad beschikt over een eigen budget binnen de begroting van CIRO. Voor de uitvoering van de werkzaamheden stelt CIRO de raad een budget van € 9.500 ter beschikking.
52
De manier waarop de cliëntenraad functioneert is vastgelegd in een reglement van orde. De raad vergadert in beginsel maandelijks. De cliëntenraad heeft in 2013 elf maal formeel vergaderd in aanwezigheid van de Raad van Bestuur.
Tabel samenstelling cliëntenraad 2012 per 31.12.2013 Naam Dhr. J. Donkers
Functie Voorzitter
Aandachtsgebied Public Relations
Dhr. A. Sijben
Vice-voorzitter
Dhr. H. Schaart
Secretaris
Facilitaire zaken, patiënten en civiele veiligheid Financiën
Dhr. J. van Berkel
CR-lid
Bewegen
Mw. T. Habets
CR-lid
Mw. A. Winkelmolen
CR-lid
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en allochtonenbeleid Hygiëne en veiligheid
Activiteiten en advies Kwaliteit en veiligheid zijn belangrijke speerpunten voor de cliëntenraad en komen zowel structureel aan de orde in de reguliere overleggen van de cliëntenraad als in de vergaderingen van de cliëntenraad met de Raad van Bestuur. De cliëntenraad wordt geïnformeerd over de voortgang van structurele verbetermaatregelen die zijn genomen n.a.v. patiënttevredenheidsonderzoek, klachten, incidentmeldingen en in- en externe audits.
Activiteiten in 2013
Wereld COPD Dag: attentie uitgereikt aan cliënten
Deelname werkgroep avondbesteding
Deelname werkgroep voeding
Deelname aan congres patiëntveiligheid IGZ
Deelname aan workshop NCZ: “Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen”
Deelname aan interview scriptie “De organisatie van spreiding en concentratie”
Betrokken bij audit schoonmaak (Proteion Schoon)
53
Overzicht adviesaanvragen cliëntenraad 2012 Adviesaanvragen
Advies
Gevraagd advies Begroting 2014
Positief advies
Meerjarenbeleid CIRO experience 2020
Positief advies
Bed & Breakfast module
Positief advies
Privacyreglement
Positief advies
Ongevraagd advies Parkeerproblematiek
Aandachtspunten Onderzoeksprojecten: de raad laat zich structureel informeren over de onderzoeksprojecten die worden opgestart, waarbij met name aandacht uitgaat naar de gevolgen voor het behandelprogramma. Tevens wordt de raad geïnformeerd over de (voorlopige) resultaten van onderzoeksprojecten en de wijze waarop de vertaalslag plaatsvindt naar de praktijk.
7.4. Verslag van de Ondernemingsraad De bevoegdheden van de ondernemingsraad (OR) zijn vastgelegd in de Wet op de Ondernemingsraad (WOR). Daarnaast beschikt de OR over een OR-reglement waarin onder meer afspraken zijn gemaakt over de samenstelling en zittingsduur van de OR, de verkiezingsprocedure, de werkwijze van de OR en de procedure voorafgaand aan en tijdens vergaderingen. De OR wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.
Samenstelling ondernemingsraad per 31.12.2013 Naam
Functie
Dhr. J. Oosterbaan
Voorzitter
Dhr. K. Stakenborg
Vice-voorzitter
Mevr. N. Cuypers
OR-Lid
Mevr. N. Schols
OR-Lid
Mevr. M. Seerden
OR-Lid
54
Vergaderingen De OR heeft zeven overlegvergaderingen gehouden met de overlegpartner waarvan twee vergaderingen werden bijgewoond door een vertegenwoordiger van de Raad van Commissarissen en de voltallige Raad van Bestuur (27-05-2013 en 18-12-2013). Daarnaast zijn er nog structureel ORvergaderingen geweest zonder de overlegpartner. De volgende onderwerpen zijn in 2013 besproken met de overlegpartner: pilot Advance Care, activiteitenplan 2013 (inclusief kwaliteitsbeleid en risicomanagement), opleidingsplan 2013, ontwikkelingen ICT/datacentrum, pilot planning & control, verzuimcijfers, stand van zaken m.b.t. de Service Level Agreements (SLA), medewerkersbetrokkenheidsonderzoek 2013, begroting 2013, beleids-en activiteitenplan 2013 en jaarverslag 2012.
Instemmingsverzoeken De ondernemingsraad heeft in 2013 twee instemmingsverzoeken en drie adviesaanvragen ontvangen. Deze werden besproken in de overlegvergaderingen en toegelicht door de overlegpartner. Alle instemmingsverzoeken werden gehonoreerd, waarvan enkele na inhoudelijke wijzigingen.
Overzicht instemmingsverzoeken, ondernemingsraad 2013 Instemmingsverzoek Verlofregeling CIRO Regeling verzuimbeleid
Oordeel Instemming Instemming
Overzicht adviesaanvragen, ondernemingsraad 2013 Adviesaanvraag planning en financial control functie coördinator ICT functie coördinator facilitair
Advies Positief advies Positief advies Positief advies
Communicatie De ondernemingsraad ontving weinig signalen van de medewerkers. Om de twee maanden werden medewerkers door de ondernemingsraad geïnformeerd over actuele onderwerpen middels een poster. De notulen van de overlegvergaderingen werden per mail aan de medewerkers verstuurd. In 2013 had de afronding van het onderzoek naar communicatie binnen CIRO prioriteit.
55
Scholing De ondernemingsraad heeft in 2013 drie scholingsdagen georganiseerd. Twee studiedagen werden door de ondernemingsraad zelf ingevuld en één dag werd georganiseerd in samenwerking met bureau G.I.T.P.
7.5. Verslag van de Commissie kwaliteit, veiligheid en arbo De commissie kwaliteit, veiligheid en arbo adviseert de Raad van Bestuur en het managementteam met betrekking tot corrigerende en preventieve verbetermaatregelen en monitort tevens de voortgang van diverse verbeterplannen. De commissie streeft hierbij naar een integrale benadering vanuit de diverse deelaspecten kwaliteit, veiligheid en arbo. De commissie beoordeelt onder meer gegevens uit (informele) klachten, meldingen incidenten cliënten (MIC), meldingen incidenten medewerkers (MIM), ervaringen cliënten en procesafwijkingen, en volgt de uitvoer op van verbeterplannen voortkomend uit risico inventarisaties en evaluaties (RI&E’s), failure mode and effect analysis (FMEA’s) en auditrapportages. Tevens inventariseert de commissie aanpassingen aan gebouwen en ruimten, aanschaf van apparatuur en externe invloeden. In 2013 heeft de commissie KVA op basis van bovenstaande werkwijze 37 verbetermaatregelen aangedragen. Deze maatregelen zijn allemaal door het managementteam vastgesteld en geïmplementeerd. Daarnaast heeft de commissie een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd van de onderwerpen opgenomen in de Arbocatalogus algemene en categorale ziekenhuizen. Op basis van deze analyse is het Arbojaarplan 2014 opgesteld.
56
Bijlagen
57
Bijlage 1: Publicaties 1. An officialAmerican Thoracic Society/European Respiratory Society statement: key concepts and advances in pulmonary rehabilitation. Spruit MA, Singh SJ, Garvey C, ZuWallack R, Nici L, Rochester C, Hill K, Holland AE, Lareau SC, Man WD, Pitta F, Sewell L, Raskin J, Bourbeau J, Crouch R, Franssen FM, Casaburi R, Vercoulen JH, Vogiatzis I, Gosselink R, Clini EM, Effing TW, Maltais F, van der Palen J, Troosters T, Janssen DJ, Collins E, Garcia-Aymerich J, Brooks D, Fahy BF, Puhan MA, Hoogendoorn M, Garrod R, Schols AM, Carlin B, Benzo R, Meek P, Morgan M, Rutten-van Mölken MP, Ries AL, Make B, Goldstein RS, Dowson CA, Brozek JL, Donner CF, Wouters EF; ATS/ERS Task Force on Pulmonary Rehabilitation. Am J Respir Crit Care Med. 2013 Oct 15;188(8):e13-64. doi: 10.1164/rccm.2013091634ST. 2. Anemia is associated with bone mineral density in chronic obstructive pulmonary disease. Rutten EP, Franssen FM, Spruit MA, Wouters EF. COPD. 2013 Jun;10(3):286-92. doi: 10.3109/15412555.2012.744390. Epub 2012 Dec 28. 3. Associations between COPD related manifestations: a cross-sectional study. Romme EA, McAllister DA, Murchison JT, Van Beek EJ, Petrides GS, Price CO, Rutten EP, Smeenk FW, Wouters EF, Macnee W. Respir Res. 2013 Nov 19;14(1):129 4. Care dependency independently predicts two-year survival in outpatients with advanced chronic organ failure. Janssen DJ, Wouters EF, Schols JM, Spruit MA. J Am Med Dir Assoc. 2013 Mar;14(3):194-8. doi: 10.1016/j.jamda.2012.09.022. Epub 2012 Nov 7. 5. Changes in body composition in patients with chronic obstructive pulmonary disease: do they influence patient-related outcomes? Rutten EP, Calverley PM, Casaburi R, Agusti A, Bakke P, Celli B, Coxson HO, Crim C, Lomas DA, Macnee W, Miller BE, Rennard SI, Scanlon PD, Silverman EK, Tal-Singer R, Vestbo J, Watkins ML, Wouters EF. Ann Nutr Metab. 2013;63(3):239-47. 6. Clusters of comorbidities based on validated objective measurements and systemic inflammation in patients with chronic obstructive pulmonary disease. Vanfleteren LE, Spruit MA, Groenen M, Gaffron S, van Empel VP, Bruijnzeel PL, Rutten EP, Op 't Roodt J, Wouters EF, Franssen FM. Am J Respir Crit Care Med. 2013 Apr 1;187(7):728-35. doi: 10.1164/rccm.201209-1665OC. 7. Coping styles in patients with COPD before and after pulmonary rehabilitation. Stoilkova A, Janssen DJ, Franssen FM, Spruit MA, Wouters EF. Respir Med. 2013 Jun;107(6):825-33. doi: 10.1016/j.rmed.2013.03.001. Epub 2013 Mar 29. 8. CT-measured bone attenuation in patients with chronic obstructive pulmonary disease: relation to clinical features and outcomes. Romme EA, Murchison JT, Edwards LD, van Beek E Jr, Murchison DM, Rutten EP, Smeenk FW, Williams MC, Wouters EF, MacNee W; Evaluation of COPD Longitudinally to Identify Predictive Surrogate Endpoints (ECLIPSE) Study Investigators. J Bone Miner Res. 2013 Jun;28(6):1369-77. doi: 10.1002/jbmr.1873. 9. Diet and vitamin D as risk factors for lung impairment and COPD. Hanson C, Rutten EP, Wouters EF, Rennard S. Transl Res. 2013 Oct;162(4):219-36. 58
10. Dynamic preferences for site of death among patients with advanced chronic obstructive pulmonary disease, chronic heart failure, or chronic renal failure. Janssen DJ, Spruit MA, Schols JM, Wouters EF. J Pain Symptom Manage. 2013 Dec;46(6):826-36. doi: 10.1016/j.jpainsymman.2013.01.007. Epub 2013 Apr 6. 11. Educational programmes in COPD management interventions: A systematic review. Stoilkova, A., Janssen, D.J.A., and Wouters, E.F.M. Resp Med. 2013. 107(11): 1637-50. 12. Effect of 'activity monitor-based' counseling on physical activity and health-related outcomes in patients with chronic diseases: A systematic review and meta-analysis. Vaes AW, Cheung A, Atakhorrami M, Groenen MT, Amft O, Franssen FM, Wouters EF, Spruit MA. Ann Med. 2013 Sep;45(5-6):397-412. doi: 10.3109/07853890.2013.810891. Epub 2013 Jul 3. 13. Heterogeneity in clinical characteristics and co-morbidities in dyspneic individuals with COPD GOLD D: findings of the DICES trial. Sillen MJ, Franssen FM, Delbressine JM, Uszko-Lencer NH, Vanfleteren LE, Rutten EP, Wouters EF, Spruit MA. Respir Med. 2013 Aug;107(8):1186-94. doi: 10.1016/j.rmed.2013.04.020. Epub 2013 May 22. 14. How to adapt the pulmonary rehabilitation programme to patients with chronic respiratory disease other than COPD. Holland AE, Wadell K, Spruit MA. Eur Respir Rev. 2013 Dec;22(130):577-86. doi: 10.1183/09059180.00005613. 15. Insight into advance care planning for patients on dialysis. Janssen DJ, Spruit MA, Schols JM, van der Sande FM, Frenken LA, Wouters EF. J Pain Symptom Manage. 2013 Jan;45(1):104-13. doi: 10.1016/j.jpainsymman.2012.01.010. Epub 2012 Jul 26. 16. International COPD Coalition Column: pulmonary rehabilitation-reaching out to our international community. Garvey C, Spruit MA, Hill K, Pitta F, Shioya T. J Thorac Dis. 2013 Jun;5(3):343-8. doi: 10.3978/j.issn.2072-1439.2013.04.20. 17. Learn from the past and create the future: the 2013 ATS/ERS statement on pulmonary rehabilitation. Singh SJ, ZuWallack RL, Garvey C, Spruit MA; American Thoracic Society/European Respiratory Society Task Force on Pulmonary Rehabilitation. Eur Respir J. 2013 Nov;42(5):1169-74. doi: 10.1183/09031936.00207912. 18. Maintenance programs after pulmonary rehabilitation: how may we advance this field? Spruit MA, Singh SJ. Chest. 2013 Oct;144(4):1091-3. doi: 10.1378/chest.13-0775 19. Metabolic and structural changes in lower-limb skeletal muscle following neuromuscular electrical stimulation: a systematic review. Sillen MJ, Franssen FM, Gosker HR, Wouters EF, Spruit MA. PLoS One. 2013 Sep 3;8(9):e69391. doi: 10.1371/journal.pone.0069391. eCollection 2013. 20. New normative values for handgrip strength: results from the UK Biobank. Spruit MA, Sillen MJ, Groenen MT, Wouters EF, Franssen FM. J Am Med Dir Assoc. 2013 Oct;14(10):775.e5-11. doi: 10.1016/j.jamda.2013.06.013. Epub 2013 Aug 16.
59
21. Osteoporosis in chronic obstructive pulmonary disease. Romme EA, Smeenk FW, Rutten EP, Wouters EF. Expert Rev Respir Med. 2013 Aug;7(4):397-410. doi: 10.1586/17476348.2013.814402. Epub 2013 Aug 16. 22. Reply: minimal or maximal clinically important difference: using death to define MCID. Polkey MI, Spruit MA, Wouters E, Edwards LD, Tal-Singer R, Celli B; all authors. Am J Respir Crit Care Med. 2013 Jun 15;187(12):1392. doi: 10.1164/rccm.201301-0155LE. 23. Selected clinical highlights from the 2012 ERS congress in Vienna. Marvisi M, Herth FJ, Ley S, Poletti V, Chavannes NH, Spruit MA, Clini E, Cottin V. Eur Respir J. 2013 May;41(5):1219-27. doi: 10.1183/09031936.00182612. Epub 2012 Dec 6. 24. Sex-related differences in respiratory symptoms: results from the BOLD Study. Lamprecht B, Vanfleteren LE, Studnicka M, Allison M, McBurnie MA, Vollmer WM, Tan WC, Nielsen R, Nastalek P, Gnatiuc L, Kaiser B, Janson C, Wouters EF, Burney P, Buist AS; BOLD Collaborative Research Group. Eur Respir J. 2013 Sep;42(3):858-60. doi: 10.1183/09031936.00047613. 25. Six-minute-walk test in chronic obstructive pulmonary disease: minimal clinically important difference for death or hospitalization. Polkey MI, Spruit MA, Edwards LD, Watkins ML, Pinto-Plata V, Vestbo J, Calverley PM, Tal-Singer R, Agustí A, Bakke PS, Coxson HO, Lomas DA, MacNee W, Rennard S, Silverman EK, Miller BE, Crim C, Yates J, Wouters EF, Celli B; Evaluation of COPD Longitudinally to Identify Predictive Surrogate Endpoints (ECLIPSE) Study Investigators. Am J Respir Crit Care Med. 2013 Feb 15;187(4):382-6. doi: 10.1164/rccm.201209-1596OC. Epub 2012 Dec 21. 26. T'ai chi for individuals with COPD: an ancient wisdom for a 21st century disease? Spruit MA, Polkey MI. Eur Respir J. 2013 May;41(5):1005-7. doi: 10.1183/09031936.00128512. 27. The ABC of GOLD A-B-C-D. Franssen FM, Han MK. Eur Respir J. 2013 Nov;42(5):1166-8. doi: 10.1183/09031936.00107813. No abstract available. 28. The relationship between coping styles and clinical outcomes in patients with COPD entering pulmonary rehabilitation. Stoilkova A, Wouters EF, Spruit MA, Franssen FM, Janssen DJ. COPD. 2013 Jun;10(3):316-23. doi: 10.3109/15412555.2012.744389. 29. The use of regression equations to estimate peak work rate in people with COPD -reply from the authors. Sillen MJ, Vercoulen JH, van 't Hul AJ, Klijn PH, Wouters EF, van Ranst D, Peters JB, van Keimpema AR, Franssen FM, Otten HJ, Molema J, Jansen JJ, Spruit MA. COPD. 2013 Feb;10(1):120-1. doi: 10.3109/15412555.2012.736310. Epub 2012 Dec 28. 30. Towards health benefits in chronic respiratory diseases: pulmonary rehabilitation. Spruit MA, Clini EM. Eur Respir Rev. 2013 Sep 1;22(129):202-4. doi: 10.1183/09059180.00004113. 31. Usability of digital media in patients with COPD: a pilot study. Cheung A, Janssen A, Amft O, Wouters EF, Spruit MA. Int J Technol Assess Health Care. 2013 Apr;29(2):162-5. doi: 10.1017/S0266462313000135. Epub 2013 Apr 3.
60
32. Vitamin D status is associated with bone mineral density and functional exercise capacity in patients with chronic obstructive pulmonary disease. Romme EA, Rutten EP, Smeenk FW, Spruit MA, Menheere PP, Wouters EF. Ann Med. 2013 Feb;45(1):91-6. doi: 10.3109/07853890.2012.671536. Epub 2012 Apr 2. 33. Vitamin D, vitamin D binding protein, lung function and structure in COPD. Berg I, Hanson C, Sayles H, Romberger D, Nelson A, Meza J, Miller B, Wouters EF, Macnee W, Rutten EP, Romme EA, Vestbo J, Edwards L, Rennard S. Respir Med. 2013 Oct;107(10):1578-88. 34. Vitamin D: beyond bone. Christakos S, Hewison M, Gardner DG, Wagner CL, Sergeev IN, Rutten E, Pittas AG, Boland R, Ferrucci L, Bikle DD. Ann N Y Acad Sci. 2013 May;1287:45-58. doi: 10.1111/nyas.12129. Epub 2013 May 17. 35. Within-day test-retest reliability of the Timed Up & Go test in patients with advanced chronic organ failure. Mesquita R, Janssen DJ, Wouters EF, Schols JM, Pitta F, Spruit MA. Arch Phys Med Rehabil. 2013 Nov;94(11):2131-8. doi: 10.1016/j.apmr.2013.03.024. Epub 2013 Apr 10.
61
Bijlage 2: Presentaties Date: 11-1 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD en dyspnoe Name congress/meeting: IKZ / Erasmus MC opleiding palliatieve zorg voor verpleegkundigen Location (city/country): Eindhoven / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 14-1 Title presentation: COPD: lichaamssamenstelling en voeding Name congress/meeting: Hogeschool Utrecht / post HBO Location (city/country): Utrecht/Nederland Speaker: Erica Rutten
Date: 15-1 Title presentation: Cardiovascular risk in COPD: from assessment to treatment. Name congress/meeting: Postępy w leczeniu astmy, POChP i ANN Location (city/country): Warsaw, Poland Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 21-1 Title presentation: Longfuncties bij hartfalen patiënten Name congress/meeting: Regionale refereeravond Cardiologie Location (city/country): Golden Tulip Apple Park Hotel, Maastricht Speaker: Frits Franssen
Date: 7-2 Title presentation: Advance care planning bij chronisch orgaanfalen Name congress/meeting: Geriatriedagen Location (city/country): Den Bosch / Nederland Speaker: Daisy Janssen
62
Date: 13-2 Title presentation: Chronisch obstructief longlijden: diagnostiek en behandeling anno 2013 Name congress/meeting: Terugkomdag HAIO’s Location (city/country): Maastricht University Speaker: Frits Franssen
Date: 13-2 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD Name congress/meeting: Terugkomdag AIOS Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht Location (city/country): Maastricht / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 18-2 Title presentation: COPD 2013: pathophysiology and epidemiology Name congress/meeting: MINT postgraduate course ‘COPD as a systemic disease: newest insights translated to clinical practice’ Location (city/country): Maastricht Speaker: Frits Franssen
Date: 18-2 Title presentation: COPD and obesity: the fatter the better? Name congress/meeting: MINT postgraduate course ‘COPD as a systemic disease: newest insights translated to clinical practice’ Location (city/country): Maastricht Speaker: Frits Franssen
Date: 18-2 Title presentation: Osteoporose in COPD, een onderbelicht probleem Name congress/meeting: MINT postgraduate course ‘COPD as a systemic disease: newest insights translated to clinical practice’ Location (city/country): Maastricht /Nederland Speaker: Erica Rutten
63
Date: 19-2 Title presentation: veranderingen in lichaamssamenstelling in COPD: resultaten van de ECLIPSE studie Name congress/meeting: CIRO+, Lunch seminars Location (city/country): Horn / Nederland Speaker: Erica Rutten
Date: 19-2 Title presentation: COPD and cardiovascular risk: more than smoking Name congress/meeting: MINT postgraduate course ‘COPD as a systemic disease: newest insights translated to clinical practice’ Location (city/country): Maastricht Speaker: Frits Franssen
Date: 19-2 Title presentation: update on the 2013 ATS/ERS statement on pulmonary rehabilitation Name congress/meeting: MINT postgraduate course ‘COPD as a systemic disease: newest insights translated to clinical practice’ Location (city/country): Maastricht Speaker: Frits Franssen
Date: 19-2 Title presentation: Psychosociale problemen bij patienten met COPD Name congress/meeting: MINT postgraduate course ‘COPD as a systemic disease: newest insights translated to clinical practice’ Location (city/country): Maastricht / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 19-2 Title presentation: Wetenschappelijk onderzoek CIRO+ Name congress/meeting: Longpunt Longfonds Location (city/country): Venlo / Nederland Speaker: Martijn Spruit
64
Date: 28-2 Title presentation: Interpretatie van longfunctie en bloedgassen. Name congress/meeting: Workshop “lastige longen” co-assistenten geneeskunde MUMC (Pulse Master) Location (city/country): Greepzaal, MUMC, Maastricht Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 1-3 Title presentation: Exacerbation COPD: Too late or too early to talk about palliative care? Name congress/meeting: Symposium Aanval op de COPD exacerbatie Location (city/country): Groningen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 2-3 Title presentation: Clusters of COPD patients with comorbidities Name congress/meeting: International Meeting on Asthma, COPD and concomitant disorders Location (city/country): Isola di San Servolo, Venice, Italy Speaker: Frits Franssen
Date: 2-3 Title presentation: Patient-centered outcomes in pulmonary rehabilitation Name congress/meeting: International Meeting on Asthma, COPD and concomitant disorders Location (city/country): Isola di San Servolo, Venice, Italy Speaker: Martijn Spruit
Date: 11-3 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD en dyspnoe Name congress/meeting: IKZ / Erasmus MC opleiding palliatieve zorg voor verpleegkundigen Location (city/country): Rotterdam / Nederland Speaker: Daisy Janssen
65
Date: 17-3 Title presentation: What are the problems with surrogate outcome measurements? Name congress/meeting: European Respiratory Network of Excellence 17 Location (city/country): Hilton Paris Charles de Gaulle, France Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 4-4 Title presentation: What can we learn form the ATS/ERS Statement on Pulmonary Rehabilitation 2013? Name congress/meeting: Turkish Thoracic Society Location (city/country): Belek / Turkey Speaker: Martijn Spruit
Date: 5-4 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD Name congress/meeting: SOON Location (city/country): Horn / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 16-4 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD Name congress/meeting: Casuistiekbespreking Netwerk Palliatieve Zorg Roermond e.o. Location (city/country): Heythuysen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 16-4 Title presentation: Semantic data integration delivers comprehensive personalized medicine: a case study in COPD Name congress/meeting: HC2013 - The National Health IT Conference & Exhibition Location (city/country): Birmingham / UK Speaker: Martijn Spruit
66
Date: 19-4 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD en hartfalen Name congress/meeting: Interdisciplinaire leergang palliatieve zorg, Hogeschool Zuyd Location (city/country): Heerlen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 6-5 Title presentation: Zuurstoftherapie bij COPD patiënten, de praktijk. Name congress/meeting: Lunch seminar CIRO Location (city/country): CIRO, Horn Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 14-5 Title presentation: the PATHOS study Name congress/meeting: Scholingsdag AstraZeneca Location (city/country): Zoetermeer Speaker: Frits Franssen
Date: 14-5 Title presentation: the CIROCO Study, clusters of objectified comorbidities in COPD Name congress/meeting: Scholingsdag AstraZeneca Location (city/country): Zoetermeer Speaker: Frits Franssen
Date: 21-5 Title presentation: Meet the professor seminar Symptom Management in Advanced Lung Disease: dyspnea, deconditioning and depression Name congress/meeting: ATS conference Location (city/country): Philadelphia / US Speaker: Daisy Janssen
67
Date: 18-5 Title presentation: Key concepts and advances in pulmonary rehabilitation Name congress/meeting: ATS conference Location (city/country): Philadelphia / US Speaker: Martijn Spruit
Date: 21-5 Title presentation: Interactions between COPD and obesity Name congress/meeting: ATS Location (city/country): Philadelphia Speaker: Frits Franssen
Date: 6-6 Title presentation: Nieuwe onderzoeksresultaten ten aanzien van exacerbaties en comorbiditeiten. Name congress/meeting: Ontwikkelingen op COPD gebied: De dagelijkse praktijk en de wetenschap. Location (city/country): Jeroen Bosch Ziekenhuis, ‘s Hertogenbosch Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 7-6 Title presentation: Co-morbidities in patients with COPD entering pulmonary rehabilitation Name congress/meeting: Bulgarian Respiratory Society Location (city/country): Varna, Bulgary Speaker: Frits Franssen
Date: 7-6 Title presentation: The ATS/ERS Statement on pulmonary rehabilitation 2013 Name congress/meeting: Bulgarian Respiratory Society Location (city/country): Varna, Bulgary Speaker: Martijn Spruit
Date: 10-6 Title presentation: Is there a role for oxygen or NIV in palliative care? Name congress/meeting: NVALT cursus palliatieve zorg voor longartsen Location (city/country): Liverpool / UK Speaker: Daisy Janssen 68
Date: 10-6 Title presentation: Advance care planning in COPD Name congress/meeting: NVALT cursus palliatieve zorg voor longartsen Location (city/country): Liverpool / UK Speaker: Daisy Janssen
Date: 12-6 Title presentation: Palliative sedation Name congress/meeting: NVALT cursus palliatieve zorg voor longartsen Location (city/country): Liverpool / UK Speaker: Daisy Janssen
Date: 11-6 Title presentation: Exacerbatiereductie met ICS/LABA: resultaten uit de dagelijkse praktijk Name congress/meeting: AstraZeneca Workshop longartsen Limburg en Zuid-Oost Brabant Location (city/country): Kasteel Hattem Speaker: Frits Franssen
Date: 13-6 Title presentation: Exercise intolerance, physical inactivity, and body composition abnormalities in COPD: results from the ECLIPSE study Name congress/meeting: 3e Zeister Longsymposium Location (city/country): Zeist Speaker: Martijn Spruit
Date: 13-6 Title presentation: Patient-related characteristics and COPD outcomes Name congress/meeting: 3e Zeister Longsymposium Location (city/country): Zeist Speaker: Frits Franssen
69
Date: 14-6 Title presentation: Longrevalidatie bij COPD patiënten met bijkomende aandoeningen: kan dat? Name congress/meeting: Recente ontwikkeling in hart-vaten-longen fysiotherapie (VHVL/KNGF) Location (city/country): Utrecht Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 14-6 Title presentation: The ATS/ERS Statement on pulmonary rehabilitation 2013. Name congress/meeting: Recente ontwikkeling in hart-vaten-longen fysiotherapie (VHVL/KNGF) Location (city/country): Utrecht Speaker: Martijn Spruit
Date: 19-6 Title presentation: Longrevalidatie beyond COPD: state-of-the-art Name congress/meeting: CIRO Minisymposium ‘Positionering Longrevalidatie CIRO anno 2013’ Location (city/country): Herten Speaker: Frits Franssen
Date: 19-6 Title presentation: Longrevalidatie, beter vroeg dan laat. Name congress/meeting: CIRO Minisymposium ‘Positionering Longrevalidatie CIRO anno 2013’ Location (city/country): Herten Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 20-6 Title presentation: Exercise performance in patients with COPD Name congress/meeting: Gastcollege FHML – Bewegingswetenschappen – Universiteit Maastricht Location (city/country): Maastricht Speaker: Martijn Spruit
Date: 4-7 Title presentation: Advance care planning: state of the art and recommendations for clinical practice Name congress/meeting: ERS online course on palliative care Location (city/country): N.A. Speaker: Daisy Janssen 70
Date: 20-8 Title presentation: the ECLIPSE study Name congress/meeting: Huisartsen Nascholing Midden-Limburg Location (city/country): Baexem Speaker: Frits Franssen
Date: 2-9 Title presentation: Opleiding Sales Force Astra Zeneca ten aanzien van nieuwe onderzoeksresultaten COPD. Name congress/meeting: Scholingsdag AstraZeneca Location (city/country): Zoetermeer Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 3-9 Title presentation: Issues related to obesity in COPD Name congress/meeting: ESPEN, Life Long Learning Course ‘Nutritional support in respiratory diseases’ Location (city/country): Leipzig, Germany Speaker: Frits Franssen
Date: 5-9 Title presentation: De oudere patiënt met COPD Name congress/meeting: 3e Nationaal Pulmonaal Congres Location (city/country): Ede Speaker: Frits Franssen
Date: 8-9 Title presentation: One-year stability of care dependency in patients with advanced COPD, chronic heart failure or renal failure Name congress/meeting: ERS conference Location (city/country): Barcelona / Spain Speaker: Daisy Janssen
71
Date: 9-9 Title presentation: Ethical grand round: an interactive session: advance directives in COPD and the frequency in change of decisions Name congress/meeting: ERS conference Location (city/country): Barcelona / Spain Speaker: Daisy Janssen
Date: 9-9 Title presentation: Year in review: pulmonary rehabilitation Name congress/meeting: ERS conference Location (city/country): Barcelona / Spain Speaker: Martijn Spruit
Date: 9-9 Title presentation: The body mass index in chronic obstructive pulmonary disease. Results from the international population-based BOLD study. Name congress/meeting: BOLD meeting, European Respiratory Society conference Location (city/country): Barcelona, Spain Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 10-9 Title presentation: Chairman of poster session: “The latest insights in respiratory muscles, neuromuscular disease and comorbidity.” Name congress/meeting: European Respiratory Society conference Location (city/country): Barcelona, Spain Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 10-9 Title presentation: The body mass index in chronic obstructive pulmonary disease. Results from the international population-based BOLD study. Name congress/meeting: Oral presentation, session best abstracts in rehabilitation and chronic care, European Respiratory Society conference Location (city/country): Barcelona, Spain Speaker: Lowie Vanfleteren
72
Date: 11-9 Title presentation: The relationship between persistent systemic inflammation and symptoms of depression among patients with COPD in the ECLIPSE cohort Name congress/meeting: ERS conference Location (city/country): Barcelona / Spain Speaker: Daisy Janssen
Date: 13-9 Title presentation: Exacerbaties en comorbiditeiten bij COPD patiënten, nieuwe onderzoeksresultaten. Name congress/meeting: Lunchseminar maatschap longziekten Orbisziekenhuis Sittard Location (city/country): Sittard Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 21-9 Title presentation: Casuistiekbespreking: Palliatieve zorg bij COPD en hartfalen Name congress/meeting: Interdisciplinaire leergang palliatieve zorg, Hogeschool Zuyd Location (city/country): Heerlen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 24-9 Title presentation: Psychosociale problemen bij COPD Name congress/meeting: CIRO+ lunch seminars Location (city/country): Horn / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 25-9 Title presentation: Pathofysiologie en behandeling van COPD Name congress/meeting: Hogeschool Zuyd, opleiding fysiotherapie Location (city/country): Heerlen Speaker: Frits Franssen
73
Date: 26-9 Title presentation: Comorbiditeit bij COPD Name congress/meeting: Refereeravond Longartsen regio Rotterdam Location (city/country): Hotel New York, Rotterdam Speaker: Frits Franssen
Date: 27-9 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD en hartfalen Name congress/meeting: Interdisciplinaire leergang palliatieve zorg, Hogeschool Zuyd Location (city/country): Heerlen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 1-10 Title presentation: Advance care bij COPD Name congress/meeting: Huisartsen symposium ‘Behandeling longziekten anno 2013 Location (city/country): Heerlen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 8-10 Title presentation: Cardiovasculaire pathologie en COPD Name congress/meeting: Huisartsen symposium ‘Behandeling longziekten anno 2013 Location (city/country): CIRO, Horn Speaker: Frits Franssen
Date: 12-10 Title presentation: Editorial on the persistent inflammation phenotype from ECLIPSE. Name congress/meeting: European Respiratory Network of Excellence 18 Location (city/country): Brussels, Belgium Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 18-10 Title presentation: Pulmonary rehabilitation: referral and nutritional implications Name congress/meeting: Golnik Symposium Location (city/country): Golnik, Slovenia Speaker: Frits Franssen 74
Date: 23-10 Title presentation: Exacerbaties en comorbiditeiten bij COPD patiënten, nieuwe inzichten. Name congress/meeting: Refeeravond longartsen Zeeland en Braband (ZEEBRA) Location (city/country): Goes Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 25-10 Title presentation: Advance care planning Name congress/meeting: Annual meeting of the Austrian Society of Pneumology Location (city/country): Vienna / Austria Speaker: Daisy Janssen
Date: 25-10 Title presentation: Usefulness of muscle training Name congress/meeting: Annual meeting of the Austrian Society of Pneumology Location (city/country): Vienna / Austria Speaker: Martijn Spruit
Date: 30-10 Title presentation: Chronic obstructive pulmonary disease Name congress/meeting: A-KO research master, Maastricht University Location (city/country): Maastricht Speaker: Frits Franssen
Date: 31-10 Title presentation: Clustering of comorbidities and implications for pulmonary rehabilitation. Name congress/meeting: 7de nationale congress COPD ketenzorg Location (city/country): Utrecht Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 31-10 Title presentation: Palliatieve zorg bij COPD Name congress/meeting: Regionale dag longverpleegkundigen Location (city/country): Roermond / Nederland Speaker: Daisy Janssen 75
Date: 31-10 Title presentation: Advance care planning Name congress/meeting: Regionaal symposium palliatieve zorg Location (city/country): Roermond / Nederland Speaker: Carmen Houben
Date: 4-11 Title presentation: Advance care planning Name congress/meeting: Refereeravond cardiologie MUMC+ Location (city/country): Urmond / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 7-11 Title presentation: Care for the dying patient Name congress/meeting: Heart and Lung days 2013 Location (city/country): Roros / Norway Speaker: Daisy Janssen
Date: 7-11 Title presentation: Palliative care needs in COPD Name congress/meeting: Heart and Lung days 2013 Location (city/country): Roros / Norway Speaker: Daisy Janssen
Date: 7-11 Title presentation: Psychosocial needs of patients with COPD Name congress/meeting: Heart and Lung days 2013 Location (city/country): Roros / Norway Speaker: Daisy Janssen
Date: 8-11 Title presentation: Palliative treatment of dyspnea Name congress/meeting: Heart and Lung days 2013 Location (city/country): Roros / Norway Speaker: Daisy Janssen 76
Date: 15-11 Title presentation: Consequences of physical inactivity in elderly wit hand without chronic organ failure Name congress/meeting: KNGF jaarcongres Location (city/country): Utrecht Speaker: Martijn Spruit
Date: 18-11 Title presentation: De COPD patiënt met overgewicht Name congress/meeting: PIT Actief, post HBO Location (city/country): Utrecht Speaker: Frits Franssen
Date: 19-11 Title presentation: Palliatieve zorg voor patienten met gevorderd chronisch orgaanfalen Name congress/meeting: Masterclass palliatieve zorg specialisten ouderengeneeskunde Location (city/country): Renesse / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 20-11 Title presentation: Expertmeeting euthanasie Name congress/meeting: Verdiepingsmodule Hogeschool Zuyd Location (city/country): Heerlen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 21-11 Title presentation: the PATHOS Study Name congress/meeting: LONG dag 2013, AstraZeneca Location (city/country): Zoetermeer Speaker: Frits Franssen
77
Date: 21-11 Title presentation: the CIROCO Study, clusters of objectified comorbidities in COPD Name congress/meeting: LONG dag 2013, AstraZeneca Location (city/country): Zoetermeer Speaker: Frits Franssen
Date: 22-11 Title presentation: Psychosociale problemen bij COPD Name congress/meeting: Longziekten MUMC+ Location (city/country): Maastricht / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 22-11 Title presentation: The ATS/ERS Statement on pulmonary rehabilitation 2013 Name congress/meeting: Belgische Vereniging van Pneumologie Location (city/country): Oostende / België Speaker: Martijn Spruit
Date: 27-11 Title presentation: The elderly patient with COPD Name congress/meeting: Lunch Seminar CIRO Location (city/country): Horn Speaker: Frits Franssen
Date: 27-11 Title presentation: Expertmeeting palliatieve sedatie Name congress/meeting: Verdiepingsmodule Hogeschool Zuyd Location (city/country): Heerlen / Nederland Speaker: Daisy Janssen
Date: 28-11 Title presentation: Pathophysiologie, diagnostiek en behandeling van COPD als systeemziekte Name congress/meeting: Nascholing regionale apothekers Location (city/country): Roermond Speaker: Frits Franssen 78
Date: 29-11 Title presentation: Acute Exacerbation COPD, an update. Name congress/meeting: nascholing CIRO Location (city/country): CIRO, Horn Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 29-11 Title presentation: Workshop over inhalatietherapie. Name congress/meeting: nascholing CIRO Location (city/country): CIRO, Horn Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 30-11 Title presentation: Workshop over de rol van zuurstoftherapie bij COPD. Name congress/meeting: nascholing CIRO Location (city/country): CIRO, Horn Speaker: Lowie Vanfleteren
Date: 9-12 Title presentation: COPD: meer dan een longziekte Name congress/meeting: Hogeschool Utrecht / post HBO Location (city/country): Utrecht/Nederland Speaker: Erica Rutten
Date: 19-12 Title presentation: COPD and comorbidity. Implications for assessment and rehabilitation. Name congress/meeting: congress Multimorbiditeit Location (city/country): Utrecht Speaker: Lowie Vanfleteren
79
Bijlage 3: CIRO+ lunchseminars 25 januari 2013 'Effecten van fysieke training en gezonde voeding bij personen met Obesitas’ Prof. Dr. Dominique Hansen, Researcher en Assistent Professor Revalidatiewetenschappen Universiteit Hasselt 19 februari 2013 ‘Veranderingen in lichaamssamenstelling: resultaten van de ECLIPSE studie’ Dr. Erica Rutten, Themaleider lichaamssamenstelling, voeding en metabolisme CIRO Horn 23 april 2013 ‘Het voorspellen van risico’s bij patiënten met COPD’ Dr. Gerben ter Riet, Universitair Hoofddocent Huisartsgeneeskunde AMC Amsterdam 19 april 2013 ‘Depressieve symptomen en ouder worden: resultaten van de LASA’ Dr. Martijn Huisman, Research Coördinator & Assistant Professor VU Medisch Centrum Amsterdam 15 mei 2013 ‘Spiertraining bij patiënten met COPD’ Drs. Maurice Sillen, fysiotherapeut CIRO Horn 17 juni 2013 ‘Wat kunnen wij leren van de COPD muis?’ Dr. Juanita Vernooy, Assistent Professor Maastricht University 24 september 2013 ‘Psychosociale aspecten bij COPD’ Dr. D.J.A. Janssen, specialist ouderengeneeskunde CIRO Horn 11 oktober 2013 ‘Zelfmanagement doe je niet alleen’ Prof. Dr. Job van der Palen, bijzonder hoogleraar Universiteit Twente 27 november 2013 ‘De oudere patiënt met COPD' Dr. F. Franssen, longarts CIRO Horn
80
06 december 2013 ‘Hoe kunnen we onze kennis beter naar onze patiënten overdragen?' Dr. Joyca Lacroix, Senior Scientist Philips Research
81
82