Bijlage5 De leertaken 1
Leertaken gericht op leren en laten leren
A1: directe instructie in fasen Inleiding en verantwoording Leren is een activiteit. De effectiviteit van het leren van leerlingen hangt sterk af van het plannen, organiseren en uitvoeren van effectieve leeractiviteiten, dat wil vooral zeggen: leerlingactiviteiten. In deze deelleertaak oefent de student daarmee, uitgaande van het model van directe instructie in Ebbens c.s. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een lesplanformulier (bijlage5) dat op dat model aansluit. Directe instructie is een methodiek die op het eerste gezicht misschien geassocieerd zal worden met traditionele klassikale lessen. Binnen het raamwerk van directe instructie is echter juist een breed scala aan werkvormen mogelijk, variërend van docentinstructie en onderwijsleergesprek tot individueel zelfstandig en samenwerkend leren. Daardoor is het werken met deze methodiek en met lesplanformulier B misschien niet in alle, maar wel in veel onderwijssituaties bruikbaar. In ieder geval zien we een aanpak zoals directe instructie als een onderdeel van het basisrepertoire van iedere leraar. Leerdoelen De student kan: leersituaties (lessen) gestructureerd voorbereiding en uitvoeren geschikte leerlingactiviteiten en docentactiviteiten toepassen fasering (volgens Ebbens) in de lesopbouw gericht en effectief hanteren binnen het raamwerk van directe instructie variëren met werkvormen sleutelbegrippen (volgens Ebbens) gebruiken bij het ontwerpen van effectieve leersituaties over de methodiek van directe instructie communiceren met begeleiders, o.a. gemaakte keuzes toelichten en verantwoorden. Uitvoering van leertaak A1 Opbouw leertaak De leertaak bevat drie elementen: gebruik van lesplanformulier, waardoor het model van Ebbens wordt getraind verdieping van de zes lesfasen, op basis van de praktijk lessen toetsen op het toepassen van de sleutelbegrippen Het gebruik vanhet lesplanformulier. In bijlage 4 is het lesplanformulier in verkorte vorm opgenomen, als voorbeeld. Na het formulier volgt een uitvoerige toelichting
41
Uitvoering door de student: Werk steeds eigen leerdoelen en activiteiten m.b.t. deze opdracht. Gebruik het lesplanformulier telkens bij het voorbereiden van lessen. Bespreek lessen voor met de werkbegeleider (elke les of af en toe, afhankelijk van de ervaring van de student). Leg desgewenst de werkbegeleider de betekenis van de lesfasen uit. Laat zien hoe deze zijn uitgewerkt in je lesvoorbereiding. Bespreek (zo mogelijk) iedere les na met de werkbegeleider en/of een medestudent. Vraag enkele malen de leerlingen om feedback. Leg een aantal lesvoorbereidingen voor aan de HvA-begeleider en vraag om feedback. Zorg voor goede portfolioproducten in de vorm van een aantal voorbeelden van lesvoorbereidingen, verslag van de uitvoering van deze lessen, met reflectie en feedback (ook van leerlingen!). Maak hierbij de ontwikkeling in het hanteren van de methodiek zichtbaar.
42
Tabel lesfasen bij Leertaak A1: strategie 1, directe instructie in fasen De zes lesfasen, toegelicht met voorbeelduitspraken Adviezen bij het gebruik van deze tabel: Vul voorbeelden in uit de eigen ervaring of uit observaties. Bespreek voorbeelden met de werkbegeleider of medestudent. Fase 0 Mijn lesvoorbereiding Ebbens p. 35 Het is helder wat ze meer moeten weten/kunnen / Ik kan dat de ll. duidelijk maken door: leerlingentaal / betekenisvolheid / begrippenapparaat /haalbaarheid/ ik herken de stof in de praktijk Fase 1 Ik richt de aandacht op doelen en ik sluit aan bij de voorkennis Ebbens p. 39 Ik gebruik aandachtsrichters/leerlingen ervaren de betekenisvolheid omdat ik aansluit op hun ervaringen/ik vertel ook wat ik van het onderwerp zelf heb geleerd. Fase 2 Ik geef informatie/toelichting en fungeer als model voor hun leren Ebbens p. 41 Dat doe ik kort / accent ligt op rode draad, de kern / ik heb concrete voorbeelden / ik wijs op de te nemen denkstappen / ik houd de aandacht vast / het is de ll. duidelijk dat ze het straks zonder mij moeten doen/ ik fungeer met opzet als model zodat ze ook ervaren dat een docent een lerende persoon is/ik betrek ll. in mijn verhaal/ Fase 3 Ik check of de belangrijkste begrippen of vaardigheden zijn overgekomen Ebbens p. 46 Ik onderken misconcepties; ik laat ze in eigen woorden samenvatten; ik betrek ze erbij; ik stel vragen om het geleerde zichtbaar te maken; ik toon mijn enthousiasme voor het leerresultaat fase 4/5 ik bespreek met de leerlingen tips voor zelfwerkzaamheid en geef tips over mijn begeleiding Ebbens p. 50 Ik maak mijn rol duidelijk; ik schep een goede sfeer; ik laat ze hun eigen handelen beschrijven; ik denk na over effectief prijzen; wat moet minimaal af; ik vermijd aangeleerde hulpeloosheid; ik verwijs naar een herkenbare structuur/ik kan de leerling laten ervaren dat de informatie uit de boeken voor hem zeer zinvol is.
Sleutelbegrip niveau van de leerstof; betekenis; succes
betekenis geven
zichtbaarheid succes; kennis van resultaten interesse/veiligheid
indiv. aanspreekbaarheid zichtbaarheid veiligheid/interesse kennis resultaten
helderheid zichtbaarheid indiv. aanspreekbaarheid kennis van resultaten
43
interesse/veiligheid
fase 6 Ik sluit de les af en wijs op de belangrijkste begrippen en vaardigheden Ebbens p. 61 Ik stimuleer tot samenvatten; ik wijs op hun aanpakgedrag; wat heb ik geobserveerd; hoe krijgen ze greep op hun leren; welke verantwoordelijkheid hebben ze genomen; waar zou ik trots op kunnen zijn; stimuleer leereffectzinnen/ ik wijs op punten die ik bij begeleid lesgeven of bij projecten aan de orde zal stellen
indiv. aanspreekbaarheid zichtbaarheid
44
Tabel sleutelbegrippen bij Leertaak A1: directe instructie in fasen voorbeelden bij sleutelbegrippen
Sleutelbegrippen Omschrijving en voorbeelduitspraken om leerlingen erop te (Ebbens p. 21-30) wijzen en hen daardoor bewust te maken van hun leerproces/taakaanpak Vertel eerst het doel van de instructie en hoe de onderwerpen aan bod komen. 1 heldere Ik geef nu een instructie over het vinden van informatie op het Internet waarbij ik structuur in de diverse vindplaatsen zoals zoekmachines & nieuwsgroepen zal behandelen. opbouw van de leerstof 2 juiste niveau Zorg voor verschillende instapniveaus, zodat je je kunt aanpassen. van de leerstof Aftasten bij de groep door het stellen van open vragen Kan iemand mij vertellen wat een zoekmachine is? Welke zoekmachines zijn er in de groep bekend?
3 betekenis Zorg voor voorbeelden uit de dagelijkse praktijk waaruit blijkt dat de geven aan de te instrueren stof daarbij goed gebruikt kan worden Weten jullie nog hoe lastig het vorig jaar was om dat Excel-bestand op het intranet te leerstof vinden tijdens de toets van het Digitaal Rijbewijs?
4 individuele aan- Zorg ervoor dat je iedere leerling bij gestelde vragen aan bod laat spreekbaarheid komen Jan, welke zoekmachine gebruik jij ?
5 zichtbaarheid van leren en denken 6
motivatie 6.1 succes
Stel de vragen op een manier dat JA of NEE geen antwoordoptie is Piet, Jan gebruikt machine X. Waarom gebruik jij die ook? Waarom is dat jouw favoriet?
Motiveer de leerling door de geïnstrueerde stof snel in de praktijk te gebruiken, kies haalbare opdrachten die eigenlijk niet kunnen mislukken Deze opdracht gaat over knippen en plakken van tekst, op ieder "#" in de tekst moet het woord dat in de kantlijn staat komen. De verschillende mogelijkheden staan hieronder beschreven, probeer ze allemaal eens uit. Volgens mij lukt je dat wel!
6.2 individuele Loop bij ieder leerling even langs zodat hij vragen kan stellen en jij aanspreekbaar- diezelfde mogelijkheid hebt als het niet gaat als gewenst Maurice, je hebt nog niet zoveel woorden geplakt, ben je de stof nog aan het doorlezen heid of gaat het niet?
6.3 kennis van resultaten
Geef iedere leerling positieve feedback op zijn resultaat en stel hem op positieve manier in kennis van de wat zwakkere punten, leg verband met toekomstige stof Als je oefent in het gebruik van zoekmachines kun je een volgende keer de door jouw gewenste informatie veel sneller vinden, dat scheelt gewoon een hoop tijd en ergernis.
45
6.4 betekenis geven
Door reeds opgedane kennis te verbinden met nog te verwerven stof motiveer je de leerling de opgedane kennis niet te veel weg te laten zakken. Volgende week gaat de docent vragen om op het internet gegevens te vinden over de nieuwe MTS+. Daarbij kun je de informatie uit deze instructie goed gebruiken.
6.5 interesse/ veiligheid
Kat nooit iemand af in de les, blijf positief en alert.
6.6 positieve benadering
Probeer ook als het niet lukt iets positiefs te vinden in wat wel succesvol is.
Niet: Joh wat ben jij stom dat je nog niet eens een woordje door dubbelklikken kunt selecteren. Wel: Joh, als selecteren met de muis niet gaat kun je het ook doen door met de muis erover heen te slepen terwijl je de linkerknop op de muis ingedrukt houdt
Je vond dit een vervelende instructie maar je hebt er toch wat van opgestoken, namelijk hoe het beslist NIET moet.
Kennisbronnen (voor de leertaken A1-A3) S. Ebbens, S. Ettekoven, ‘Effectief leren’, Wolters Noordhoff, 2005 R. Marzano, W. Miedema, ‘Leren in vijf dimensies’, Van Gorcum, Assen, 2005 Studentenhandleiding Didactiek en Klassenmanagement De toelichting bij lesplanformulier ( zie intranet)
46
Leertaak A2: strategie 2, vragen stellen & onderwijsleergesprek Inleiding en verantwoording De effectiviteit van het leren hangt sterk af van de mate waarin (het denken van) de leerling geactiveerd wordt. Het stellen van vragen (de juiste vragen, op de juiste wijze gesteld, met de juiste reactie) activeert het denken van leerlingen en betrekt hen bij de les en de lesstof. Vragen kunnen op allerlei momenten in een les, in verschillende fasen, een functie hebben. Een werkvorm waarbij vragen stellen centraal staat is het onderwijsleergesprek: een gesprek tussen docent en leerlingen, of ook tussen leerlingen onderling, rond een onderwerp of probleemstelling. De docent stuurt het gesprek en schakelt alle leerlingen in door vragen te stellen en antwoorden te ontlokken en door te spelen. Een onderwijsleergesprek kan bijvoorbeeld toegepast worden in fase 2 van de les, waarbij het "geven" van informatie (deels) wordt vervangen door het gezamenlijk "ontdekken" van informatie of inzichten door dit vraagen-antwoordspel. Een onderwijsleergesprek vereist behoorlijke kennis van de docent over het vakgebied en over het leren van leerlingen. Het goed stellen van vragen zien we als een basisvaardigheid voor leraren, maar ook een kennismaking met het onderwijsleergesprek past binnen de lerarenopleiding. In deze deelleertaak oefent de student daarmee, gebruik makend van de uitleg en adviezen in Ebbens. Leerdoelen De student kan: vragen stellen als hulpmiddel in verschillende lesfasen het denken en leren van de leerlingen activeren d.m.v. vragen geschikte vragen op de juiste manier en met de juiste feedback stellen; valkuilen vermijden op elementair niveau een onderwijsleergesprek voorbereiden en uitvoeren (leiden) over de vaardigheid van het goed vragen stellen en over het onderwijsleergesprek communiceren met begeleiders, o.a. gemaakte keuzes toelichten en verantwoorden. Uitvoering van leertaak A2 Doel van deze leertaak is het goed gebruiken van vragen in de les en het oefenen met het onderwijsleergesprek. Aandachtspunten daarbij zijn: 1. Wat voor vraag stel je en met welk doel? 2. Hoe stel je deze vragen? 3. Hoe verdeel je vragen? 4. Hoe reageer je op de antwoorden? Onder aan de beschrijving van deze taak is een tabel opgenomen (pag. ) waarin deze aandachtspunten nader zijn uitgewerkt en waarin gevraagd wordt eigen voorbeelden in te vullen. Deze tabel staat ook op de werkplekleren-pagina van het HvA-net t.b.v. gebruik bij deze leertaak. Uitvoering door de student: Werk steeds eigen leerdoelen en activiteiten m.b.t. deze opdracht uit in PAP's Werk in iedere les met goed voorbereide vragen; gebruik vragen bij alle voorkomende lesfasen. Voer een aantal malen een goed voorbereid onderwijsleergesprek uit . Het is zeer zinvol anderen, de werkbegeleider, een medestudent of andere docent(en), te observeren, gericht op hoe en wanneer vragen gebruikt worden of op onderwijsleergesprekken.
47
Verzamel voorbeelden van vragen en van het gebruik daarvan in lessen (eigen ervaringen, maar ook observaties). Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de bovengenoemde tabel, of een andere overzichtelijke vorm. Bespreek het toepassen van vragen dan wel een onderwijsleergesprek met de werkbegeleider, noteer feedback en suggesties. Vraag feedback van leerlingen! Zorg voor goede portfolioproducten in de vorm van (bijvoorbeeld) de ingevulde tabel, voorbereiding en uitvoering onderwijsleergesprek. Zorg voor toelichting, reflectie en feedback/commentaar bij het materiaal.
48
Tabel bij Leertaak A2: vragen stellen & onderwijsleergesprek Haal deze lege tabel van HvA-net voor eigen gebruik. Vul voorbeelden in uit de eigen ervaring of uit observaties. Bespreek geregeld voorbeelden met de werkbegeleider of medestudent. Welke vragen stel ik? (zie Ebbens p. 79)
Voorbeelden van deze vragen in mijn les
Vragen om onthouden te stimuleren Begripsvragen Integratievragen Toepassingsgerichte vragen De regels voor het gesprek. (zie Ebbens p. 82)
Voorbeelden van hanteren van regels in mijn les
De leerlingen kennen de regels De leerlingen ervaren het nut Ik handhaaf de regels Kwaliteit van het vragenstellen. (zie Ebbens p. 82)
Voorbeelden van vraagkwaliteit in mijn les
Individuele aanspreekbaarheid Veiligheid Structuur van de vraag/helderheid Wachttijd 1 – na de vraag Verdelen van beurten (zie Ebbens p. 85 – 86)
Voorbeelden van verdelen in mijn les
Vermijd vaste patronen
49
Reageren op antwoorden (zie Ebbens p. 86)
Voorbeelden van reacties in mijn les
Ik wacht na antwoord Ik speel vraag/antwoord door Ik denk hardop (model staan) Ik prijs effectief Ik beweeg door lokaal
50
Leertaak A3: samenwerkend leren Inleiding en verantwoording Kennis verwerven door alleen maar luisteren naar uitleg is weinig effectief. Kennis verwerven door oefenen, zoals in directe instructie, is al aanzienlijk effectiever. Voor het langdurig beklijven van het geleerde is het effectief wanneer leerlingen de aangeboden informatie zelf bewerken, zelf beargumenteren, zelf herformuleren of zelf toepassen. (Deze uitspraken zijn overigens geen opvattingen, maar conclusies van zeer veel onderzoek.) Deze leertaak laat de studenten oefenen met verschillende gestructureerde vormen van samenwerkend leren. Daarin staan bovengenoemde activiteiten van leerlingen: bewerken, formuleren, beargumenteren enz., centraal. De leertaak biedt de student ook de kans te verkennen welke manieren van samenwerkend leren (en andere activerende werkvormen) het best passen bij zíjn persoonlijke docentstijl. Leerdoelen De student kan: basisvormen van samenwerkend leren kiezen, voorbereiden en uitvoeren participeren bij samenwerkend leren in het kader van projecten over het kiezen, voorbereiden en uitvoeren van vormen van samenwerkend leren communiceren met begeleiders, o.a. gemaakte keuzes toelichten en verantwoorden. Uitvoering van leertaak A3 Samenwerkingsvormen kunnen een plek krijgen in een docentles, maar ook in projecten. Ebbens noemt vijf sleutelbegrippen voor goed samenwerkend leren: 1. positieve wederzijdse afhankelijkheid 2. individuele aanspreekbaarheid 3. directe interactie 4. sociale vaardigheid van leerlingen 5. groepsproces bespreken Aan het eind van de beschrijving van deze taak zijn twee tabellen opgenomen (pag. ), één waarin vormen van samenwerkend leren kort zijn samengevat en één waarin het gebruik van samenwerkend leren en de ervaringen daarmee beknopt kunnen worden bijgehouden door de student. Deze laatste tabel staat ook op de werkplekleren-pagina van het HvA-net. Uitvoering door de student: Werk steeds eigen leerdoelen en activiteiten m.b.t. deze opdracht uit in PAP's Voer een aantal malen een goed voorbereide vorm van samenwerkend leren uit, Begin bijvoorbeeld met een korte activiteit binnen een les die volgens directe instructie georganiseerd is. Pas vervolgens ook uitgebreidere vormen toe. Bespreek de keuze van de vorm en de voorbereiding met de werkbegeleider. Bespreek het samenwerkend leren na met de werkbegeleider, noteer feedback en suggesties. Vraag feedback van leerlingen! Werk mee aan samenwerkend leren in een andere leersituatie dan een "gewone" les, bijv. in een (vakoverstijgend) project. Het is zeer zinvol lessen of projecten van de werkbegeleider, een medestudent of andere docent(en) te observeren, gericht op het gebruik van samenwerkend leren. Noteer beknopt gegevens van het gebruik van samenwerkend leren (eigen ervaringen, maar ook observaties). Gebruik daarvoor bijv.de tabel, of een andere overzichtelijke vorm.
51
Zorg voor goede portfolioproducten in de vorm van (bijvoorbeeld) de ingevulde tabel, voorbereiding en uitvoering. Zorg voor toelichting, reflectie en feedback/commentaar bij het materiaal.
52
Vormen van samenwerken bij Leertaak A3: samenwerkend leren samenvatting van begrippen & vormen
Sleutelbegrippen bij samenwerkend leren (Ebbens p. 94-99)
Drie stappen bij de voorbereiding (Ebbens p. 104-105)
1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid 2. Individuele aanspreekbaarheid 3. Directe interactie 4. Sociale vaardigheden komen aan bod en worden onderwezen 5. Observeer en bespreek regelmatig de groepsprocessen
stap 1: Gerichte discussie voorafgaand aan de uitleg. stap 2: Overleg tijdens de uitleg. Iedere discussie zou daarbij vijf componenten moeten hebben: formuleer een antwoord op de vraag. deel je antwoord met je buurman/vrouw. luister zorgvuldig naar de antwoorden. bedenk samen een nieuw antwoord dat beter is dan het antwoord van elk van de leerlingen. wordt het eens over het antwoord. stap 3: Gerichte discussie achteraf.
1. basisstructuur: check-in-duo's stap 1: individueel Laat de opdrachten door elke leerling individueel uitvoeren. stap 2: check-in-duo’s Elke leerling vergelijkt de eigen antwoorden met die van een andere leerling. stap 3: in duo’s Met ander duo worden de antwoorden nog een keer gecheckt. stap 4: check-in-klas Bespreek alleen de vragen waarover in de duo’s geen overeenstemming is. varianten bij check-in-duo's 1 oefenpartners leerlingen stellen elkaar vragen over de geleerde stof. 2 leesmaatjes leerlingen lezen elkaar een verhaal of een tekst voor. 3 checkmaatjes twee leerlingen krijgen elk een opdrachtvel, dat ze in gedachten kort doorlezen. 4 huiswerkcontrole leerlingen vergelijken de uitkomsten van hun huiswerk met elkaar. 5 computergroepjes leerlingen werken samen aan een computer. 6 oefenaars leerlingen oefenen met elkaar vaardigheden of verhelderen begrippen totdat iedereen de vaardigheid kan toepassen of het concept kan uitleggen.
2. basisstructuur: denken-delen-uitwisselen stap 1: denken Stel de vraag aan de klas en vraagt iedereen erover na te denken. Geef tijd. stap 2: delen In tweetallen antwoorden laten vertellen. Zorg dat beiden aan bod komen. stap 3: uitwisselen Wijs leerlingen aan om antwoord te geven.
53
varianten bij denken-delen-uitwisselen 7 richten op partner leerlingen richten zich tot hun buren en stellen hen een vraag over de les. 8 leesgroepje leerlingen lezen het materiaal samen en beantwoorden de vragen. 9 bekend-benieuwd-bewaard voorafgaand aan film of inleiding vatten leerlingen in groepjes van drie samen wat ze samen al van dat onderwerp weten. 10 toetsvoorbereider leerlingen werken samen aan een toets voor de volgende les. 11 opstelduo’s leerling A vertelt leerling b wat hij van plan is in een opstel te schrijven, terwijl leerling B aantekeningen maakt of de grote lijnen samenvat. 12 probleemoplosser leerlingen moeten samen een probleem oplossen 13 reageren–teksten leerlingen lezen elkaars teksten en reageren inhoudelijk / grammaticaal / algemeen 14 samenvatters leerling A leest een paragraaf uit een hoofdstuk en geeft een samenvatting; leerling B leest mee en voegt toe wat in de samenvatting is overgeslagen. 15 doordenkgroepjes leerlingen denken grondig na over wat ze aan het leren of lezen zijn.
3. basisstructuur: eenvoudige experts stap 1: verdeling van het materiaal in gelijkwaardige en logische delen. stap 2: verdeling van het materiaal over de leerlingen stap 3: bestuderen van het materiaal. stap 4: uitwisseling binnen de groep. stap 5: nabespreking: is alles begrepen. varianten bij eenvoudige experts 16 boekverslag leerling A interviewt leerling B over een boek dat ze beide gelezen hebben 17 experts per groep taken verdelen; leerlingen uit verschillende groepen die dezelfde taak gekregen hebben gaan bij elkaar zitten om die taak samen voor te bereiden. 18 groepsverslagen leerlingen onderzoeken samen een onderwerp.
54
Tabel bij Leertaak A3: samenwerkend leren Adviezen bij het gebruik van deze tabel: Haal de lege tabel (zonder voorbeelden) van HvA-net voor eigen gebruik. Vul voorbeelden in uit de eigen ervaring of uit observaties. Bespreek geregeld voorbeelden met de werkbegeleider of medestudent. notities over ervaringen en observaties
1. gebruik van basisstructuur check-in-duo's stap 1: individueel Laat de opdrachten door elke leerling individueel uitvoeren. stap 2: check-in-duo’s Elke leerling vergelijkt de eigen antwoorden met die van een ander. stap 3: in duo’s Met ander duo worden de antwoorden nog een keer gecheckt. stap 4: check-in-klas Bespreek alleen de vragen waarover geen overeenstemming is. aandachtspunten bij beschrijving:
beschrijving van mijn ervaringen:
Wanneer (jaar 2, 3 of 4)? Zelf uitgevoerd of geobserveerd? Korte beschrijving, evt. variant (Ebbens p. 106-110) Hoe zijn de sleutelbegrippen geborgd? Korte beschrijving van het verloop . Commentaar, reflectie, feedback (samengevat) Verwijzing naar voorbereiding en ander materiaal
2. gebruik van basisstructuur Denken-delen-uitwisselen stap 1: denken Stel de vraag aan de klas, vraag iedereen erover na te denken. Geef tijd. stap 2: delen In tweetallen antwoorden laten vertellen. Zorg dat beiden aan bod komen. stap 3: uitwisselen Wijs leerlingen aan om antwoord te geven. aandachtspunten bij beschrijving:
beschrijving van mijn ervaringen:
Wanneer (jaar 2, 3 of 4)? Zelf uitgevoerd of geobserveerd? Korte beschrijving, evt. variant (Ebbens p. 106-110) Hoe zijn de sleutelbegrippen geborgd? Korte beschrijving van het verloop . Commentaar, reflectie, feedback (samengevat) Verwijzing naar voorbereiding en ander materiaal
55
3. gebruik van basisstructuur Eenvoudige experts stap 1: verdeling van het materiaal in gelijkwaardige en logische delen. stap 2: verdeling van het materiaal over de leerlingen stap 3: bestuderen van het materiaal. stap 4: uitwisseling binnen de groep. stap 5: nabespreking: is alles begrepen. aandachtspunten bij beschrijving:
beschrijving van mijn ervaringen:
Wanneer (jaar 2, 3 of 4)? Zelf uitgevoerd of geobserveerd? Korte beschrijving, evt. variant (Ebbens p. 106-110) Hoe zijn de sleutelbegrippen geborgd? Korte beschrijving van het verloop . Commentaar, reflectie, feedback (samengevat) Verwijzing naar voorbereiding en ander materiaal
56
Leertaak A4: Ontwikkel je lesvaardigheden Inleiding en verantwoording De vorige leertaken handelen over het opzetten en uitvoeren van lessen volgens bepaalde strategiee, daarbij inhakend op de theorie in Ebbens &Ettekoven. De ervaring leert dat erin de praktijk tal vanaandachtspunten zijn bij het voorbereiden en uitvoeren van lessen, die even belangrijk zijn voor het succes van een les als een goed doordachte opzet volgens een bepaald model. Het zijn praktische punten die bij ele student in meerdere of mindere mate een rol spelen. In leertaak A4 is een groot aantal van deze punten verzameld. Deze verzameling helpt de tudent bij het kiezen van zijn specifieke aandachtspunten op een bepaald moment in zijn ontwikkeling. Dat helpt vervolgens ook bij het kiezen van handelingsalternatieven. De aandachtspunten zijn geordend volgens het lesfasenmodel van Ebbens. Om aandachtspunten effectief te benutten bij het ontwikelen van de lesvaardigheid is zowel reflectie als goed goede feedback nodig. Goede feedback kan verkregen worden wanneer de student om gerichte observatie van voor hem relevante punten vraagt. Daarom bevat deze leertaak ook hulpmiddelen voor dit gericht observeren. Leerdoelen Voor de leertaak A 4 gelden de volgende specifieke leerdoele: De student kan: Voor hem relevante praktische aandachtspunten selecteren en daar in de lesvoorbereiding- en uitvoering gebruik van maken Op creatieve wijze omgaan met handelingsalternatieven Een eigen arsenaal aan handelingsalternatieven opbouwen voor uiteenlopende praktische situaties in en rond de lessen Uit eigen ervaring nieuwe praktische aandachtpsunten toevoegen Specifieke begeleidingsvragen te formuleren en op creatieve wijze omgaan met aangereikte alternatieven Uitvoering van deze leertaak Omdat het gaat om concrete aandachtspunten zal de student deze taak altijd uitvoeren tijdens het voorbereiden en uitvoeren van lessen, dus in combinatie met leertaken A1 t/m A3. De volgende onderwerpen komen aan de orde in de vorm van tabellen tabel 1 les observatiepunten tabel 2 formulier voor het noteren van lesverloop en observaties De tabellen worden gebruikt om bij de lesvoorbereiding specifieke aandachtspunten te selecteren die de student wil oefenen. Na afloop van de les kan de student de tabellen gebruiken als hulpmiddel bij reflectie: waar liep ik tegenaan, wat heb ik over het hoofd gezien? Ook zijn de tabellen bruikbaar bij het afspreken van obervatiepunten en bij nabespreking en feedback. Uitvoering door de student Werk steeds eigen leerdoelen en activiteiten m.b.t. deze opdracht uit in je PAP’s Gebruik het lesplanformulier telkens bij het voorbereiden van lessen en noteerdaarin je iegen leerdoelen m.b.t. concrete aandachtspunten Bespreek de lessen ook met de werkbegeleider Laat één of meerdere lessen observeren op de geselecteerde concrte aandachtspunten. Bespreek ( zo mogelijk) iedere les na met de werkbegeleider en/of medestudent
57
Vraag ook de leerlingen om feedback Zorg voor goede portfolio-producten in de vorm van een aantal voorbeelden van lesvoorbereidingen, verslag van de uitvoering van deze lessen, met reflectie en feedback (ook van leerlingen). Maak hierbij de eigen ontwikkeling in het hanteren van de methodiek zichtbaar. Je kunt daarbij de tabellen gebruiken door bij de geselecteerde aandachtpunten opmerkingen over de uitvoering in te voegen.
58
Formulier Lesobservatiepunten Waarop wil ik me laten observeren Naam Werkplekleren jaar School Klas Werkbegeleider HvA-begeleider Datum les
2
3
4 plaats aantal leerlingen
In deze les wil ik geobserveerd worden op de aangekruiste punten opmerkingen 1
Docentgedrag 1. Introduceert de les op motiverende wijze 2. Geeft voorbeelden die leerlingen aanspreken 3. Legt onderdelen goed uit 4. Reageert op bijdragen van leerlingen 5. Geeft duidelijke opdrachten/aanwijzingen 6. Docent gebruikt de lesvoorbereiding 7. Kan leerlingen bij de les houden 8. Kan inspelen op niet-aandacht gedrag van leerlingen 9. Houdt toezicht op zelfwerkzaamheid 10. Weet hoever de leerlingen met de opdrachten zijn 11. Kijkt alle leerlingen aan 12. Reageert op leerlingen 2
Leerlinggedrag 13. Reageren op docent 14. Reageren op vragen/opdrachten van de docent 15. Reactie leerlingen op het gedrag van de docent 16. Aandacht bij leerlingen tijdens onderwijsactiviteiten 17. Betrokkenheid bij de les 18. Verhouding beschikbare leertijd - gebruikte leertijd 3. Interactie in de klas
59
19. Interactie docent - leerlingen 20. Interactie leerlingen onderling Ik wil tevens worden geobserveerd op de hieronder vermelde eigen leerdoelen A B C D E
60
Formulier Beschrijving van het lesverloop Naam Werkplekleren jaar 2 3 School Klas Werkbegeleider HvA-begeleider Datum les Observatiepunten: zie tabel Tijd
Leerlingactiviteit
4 plaats aantal leerlingen
Docentactiviteit
Opmerking
61
2 Leertaken gericht op praktijkonderzoek
Leertaak B1 : Vergrotenvan het handelingsrepertoire middels anticiperen, structureren en tactvol reageren Inleiding en verantwoording Docenten verkeren bij het omgaan met leerlingen en groepen dagelijks in tal van situaties met voorziene en onvoorziene effecten. Het gaat om soms ogenschijnlijk kleine dingen, die echter aanzienlijke effecten op het gedrag van leerlingen kunnen hebben. Wat bij ervaren docenten ogenschijnlijk vanzelf gaat, berust op een kennisbestand en een repertoire aan handelingen, die soms intuïtief, soms bewust worden gebruikt. Door praktijkervaring gelouterd kunnen zij vlot op situaties inspelen of ze voor zijn. Het opbouwen van die ervaring kan aanzienlijk versneld worden door gericht observeren, overdenken en oefenen. Deze leertaak ondersteunt dat gerichte observeren en leren. Het gaat om anticiperen (vooruitlopen) op te verwachten situaties en de effecten daarvan. Hoe reageer ik als dat zich voordoet? Vooraf structureren, dus nadenken over je regels en die aan de leerlingen duidelijk maken, geeft grip op die situaties. Maar met structureren kun je nooit alles voor zijn en dan is tactvol, met wijsheid, op situaties inspelen vereist. De handelingsbekwaamheid van de aankomende docent wat betreft anticiperen, structureren en tactvol reageren in allerlei situaties wordt met deze leertaak ontwikkeld. Maar ook wordt aangezet tot nadenken over de relatie van het optreden in concrete situaties met pedagogische uitgangspunten. Met het uitvoeren van deze leertaak in meerdere jaren van de opleiding, kan de student een aantal bij zijn persoonlijke stijl passende routines ontwikkelen om met veel voorkomende situaties om te gaan. Hij kan daarnaast de vaardigheid aanleren om alert, flexibel en tactvol te reageren op onverwachte en van de routine afwijkende voorvallen. Competenties Het uitvoeren van deze leertaak draagt vooral bij aan de volgende competenties: interpersoonlijk (comp. 1): de student legt bewust en gericht contact met de leerlingen door zijn reactie op hun gedrag. pedagogisch (comp. 2): goed doordacht op situaties anticiperen en deze structureren draagt bij aan gewenst gedrag van de leerlingen. organisatorisch (comp. 4): door veel voorkomende situaties goed te organiseren en te structureren wordt een positief pedagogisch klimaat ondersteund. Leerdoelen De student kan: bewust omgaan met dagelijks voorkomende situaties op microniveau vooruitlopen op deze situaties taakgerichte gedrag bevorderen en ongewenste situaties voor zijn door structureren flexibel en tactvol reageren op leerlingen in onverwachte of ongewenste situaties communiceren met begeleiders over anticiperen, structureren en tactvol reageren in portfoliomateriaal zijn ontwikkeling in deze vaardigheden laten zien.
62
Kennisbronnen S. Ebbens, S. Ettekoven, ‘Effectief leren’, Wolters Noordhoff, 2005 V. van Geel, 'De orde in orde vernieuwd', Bekadidact, Baarn, 1995 (bijv. hfst. 8!) Uitvoering van de leertaak De essentie van de leertaak is bewust stilstaan bij dagelijks voorkomende situaties in de omgang met leerlingen en groepen, handelingsalternatieven afwegen en kiezen en de effecten daarvan observeren. Daarmee wordt geleerd vooruit te lopen op situaties (anticiperen), structuren bedenken die de leerlingen helpen bij het verinnerlijken van gewenst gedrag (structureren) en improviseren bij onvoorziene situaties (tactvol reageren). Door het noteren van voorbeelden van dit soort situaties wordt gebouwd aan een persoonlijk kennisbestand en handelingsrepertoire. Aan het eind van de leertaak is een tabel opgenomen waarin een aantal dagelijks voorkomende situaties genoemd zijn. Die lijst is beslist niet uitputtend, bovendien zijn de genoemde situaties geënt op "doorsnee" klassikaal onderwijs. Het spreekt vanzelf dat andere situaties die in een specifieke school voorkomen, aan de lijst kunnen worden toegevoegd. Uitvoering door de student: Werk steeds eigen leerdoelen en activiteiten m.b.t. deze opdracht uit in PAP's Voorbereiding: bekijk de veel voorkomende situaties in de tabel, voeg situaties toe die op jouw school van belang zijn. Onderzoek hoe in de schoolorganisatie op situaties wordt geanticipeerd, welke gedragsregels gelden voor docenten en leerlingen, via welke structuren leerlingen met de regels worden geconfronteerd enz. Werk in iedere les aan één of meer van die situaties: overdenk vooraf, probeer structuren en reacties uit, observeer het effect op leerlingen; noteer voorbeelden. Het is zeer zinvol anderen, de werkbegeleider, een medestudent of andere docent(en), te observeren, gericht op anticiperen, structureren en tactvol reageren. Bespreek het toepassen van anticiperen, structureren en tactvol reageren met de werkbegeleider, noteer feedback en suggesties. Verzamel goede voorbeelden van anticiperen, structureren en tactvol reageren (eigen ervaringen, maar ook observaties). Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de bovengenoemde tabel, of een andere overzichtelijke vorm. Zorg voor goede portfolioproducten in de vorm van (bijvoorbeeld) de ingevulde tabel. Zorg voor toelichting, reflectie en feedback/commentaar bij het materiaal.
63
Tabel bij Leertaak B1: Het handelingsrepertoir vergroten middels anticiperen, structureren en tactvol reageren Adviezen bij het gebruik van deze tabel: Haal de tabel van HvA-net voor eigen gebruik. Voeg situaties toe die niet vermeld staan, maar op jouw school van belang zijn. Vul voorbeelden in uit de eigen ervaring of uit observaties. Bespreek geregeld voorbeelden met de werkbegeleider of medestudent. Bouw een eigen kennisbestand op door de tabel over meerdere jaren bij te houden en te raadplegen. Wat doe ik? Wat zie ik? (de realiteit)
Wat leer ik? Wat kan ik doen? (de reflectie)
situatie: Binnenkomst eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Start van de les eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Absentencontrole eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Te laatkomers eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Huiswerkcontrole eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: De vorige keer eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
64
situatie: Een nieuw onderwerp eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Bordgebruik eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Zelfstandig werken eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Samenwerken. eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Ordening in het lokaal eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Huiswerk opgeven eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Toetsen eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Opruimen eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
situatie: Belonen en straffen eigen ervaring geobserveerd beschrijving:
Wat was de bedoeling?
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
Wat leer ik er van? (alternatieven t.a.v. anticiperen, structureren, tactvol reageren)
situatie: ........................ 65
3 Leertaken gericht op effectief begeleiden Leertaak C1 Effectief prijzen Inleiding en verantwoording Het leraarschap kent een groot aantal interpersoonlijke en pedagogische facetten, die in meerdere of mindere mate aandacht en oefening van de student vergen. Eén zo'n facet is het geven van positieve feedback aan leerlingen. Deze leertaak biedt de gelegenheid daarmee gericht te oefenen. De keuze van juist dit pedagogische aspect is op zich vrij willekeurig, maar feit is wel dat positieve feedback in alle soorten onderwijssituaties altijd aan de orde is. Als je leerlingen kunt prijzen voor hun (leer)gedrag heb je een middel om ze te motiveren. De leerling ervaart daarbij positieve gevoelens. Maar effectief prijzen is iets meer: het richt zich ook op het expliciet benoemen van goed (succesvol) leergedrag en maakt daarmee de leerling ook meer bewust van welke goede elementen er in zijn leergedrag zitten. Competenties Het uitvoeren van deze leertaak draagt vooral bij aan de volgende competenties: interpersoonlijk (comp. 1): de student zoekt bewust en gericht contact met de leerlingen door middel van positieve feedback op hun leeractiviteiten. pedagogisch (comp. 2): goed doordacht prijzen draagt bij aan de motivatie en geeft de leerling kans op meer inzicht in het eigen leerproces. Specifieke leerdoelen voor leertaak B1. De student kan: effectief prijzen inzetten als hulpmiddel voor een positief leerklimaat leerlingen motiveren door effectief prijzen leerlingen helpen beter zicht op (de sterke kanten van) hun leerproces te krijgen over de vaardigheid van het effectief prijzen communiceren met begeleiders in portfoliomateriaal zijn ontwikkeling in deze vaardigheid laten zien. Kennisbronnen S. Ebbens, S. Ettekoven, ‘Effectief leren’, Wolters Noordhoff, 2005 V. van Geel, 'De orde in orde vernieuwd', Bekadidact, Baarn, 1995 Studentenhandleiding Didactiek en Klassenmanagement Uitvoering van de leertaak Effectief prijzen is een prachtig middel om leerlingen te stimuleren tot gewenste leerprocessen. Maar van effectief prijzen is pas sprake als de leerlingen er informatie over getoond leergedrag aan kunnen ontlenen. Je laat leerlingen ervaren dat ze controle kunnen krijgen over hun eigen leergedrag. De effectiviteit en je handelingsmogelijkheden kunnen verbeteren door te letten op een aantal mogelijke kenmerken. Aan het eind van deze leertaak is een tabel opgenomen waarin kenmerken staan vermeld, met telkens één of enkele voorbeelden daarbij. Deze tabel kun je gebruiken om eigen of geobserveerde voorbeelden van effectief prijzen te verzamelen en zodoende een repertoire op te bouwen. Uitvoering door de student: Werk steeds eigen leerdoelen en activiteiten m.b.t. deze opdracht uit in PAP's
66
Maak je vertrouwd met kenmerken van effectief prijzen (zie tabel). Werk in iedere les met effectief prijzen, observeer het effect op leerlingen; noteer voorbeelden. Bespreek voorbeelden van effectief prijzen met de werkbegeleider, noteer feedback en suggesties. Het is zeer zinvol anderen, de werkbegeleider, een medestudent of andere docent(en), te observeren, gericht op het gebruik van effectief prijzen. Verzamel goede voorbeelden van het gebruik van effectief prijzen in lessen (eigen ervaringen, maar ook observaties). Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de bovengenoemde tabel, of een andere overzichtelijke vorm. Zorg voor goede portfolioproducten in de vorm van (bijvoorbeeld) de ingevulde tabel. Zorg voor toelichting, reflectie en feedback/commentaar bij het materiaal.
67
Tabel bij Leertaak C: effectief prijzen Adviezen bij het gebruik van deze tabel: Haal de lege tabel (zonder voorbeelden) van HvA-net voor eigen gebruik. Vul voorbeelden in uit de eigen ervaring of uit observaties. Bespreek geregeld voorbeelden met de werkbegeleider of medestudent. Bouw een eigen kennisbestand op door de tabel over meerdere jaren bij te houden en te raadplegen. Kenmerk voorbeelduitspraak 1. koppel het aan een bepaald Kees, goed dat je 10 minuten hebt doorgewerkt. gedrag 2. benoem specifieke resultaten die Het werkstuk heeft nu wel een goede inhoudsopgave door inspanning van de leerling tot stand zijn gekomen. 3. Laat de leerling ervaren dat je het
echt meent. Je geeft er vaak spontaan uiting aan. 4. Leg een relatie met criteria die
kunnen verwijzen naar het eindresultaat, de poging en/of het proces.
5. Verwijs naar hun kennen en
kunnen en de waarde ervan voor henzelf.
6. Prikkel leerlingen tot het
waarderen van de eigen prestatie. 7. Prijs de leerling door te verwijzen
naar zijn vorige prestatie. 8. Betrek bij het prijzen de
moeilijkheidsgraad van de taak.
9. Stimuleer de leerlingen om het
succes toe te schrijven aan eigen inzet en bekwaamheid. 10. Wijs de leerling erop dat hij het
blijkbaar leuk en zinvol vindt om aan de opdracht te werken.
Ik vind dat je een mooie presentatie hebt gemaakt in PowerPoint. Mag ik deze kopiëren? Je hebt precies binnen de marges afgedrukt. In ieder geval heb je geprobeerd er iets van te maken, dat is een compliment waard. Gisteren dacht je nog dat je er niet aan durfde te beginnen. Tijdens het serveren zag ik dat je soms de tips nog eens doornam. In de afgelopen 2 uur heb je in ieder geval geleerd zelfstandig een band te verwisselen en te repareren. In de bedrijfswerkplekleren kunnen ze dit geheel aan jou toevertrouwen. Hoe komt het dat dit nu zo goed gegaan is? Wat kun je er zelf over zeggen? Weet je nog hoe je het instrumentenpaneel bediende? Daar zie ik grote vooruitgang. Je kunt het misschien wel beter maar klanten ontvangen is niet simpel. Je deed het beter. Over 3 weken vind je de taak lang zo moeilijk niet meer. Omdat je je beter hebt voorbereid is het je nu gelukt. Je kunt dus meer dan jezelf denkt. Ik zie dat je er zelfs steeds meer plezier in gaat krijgen. Dat had jij (en ik ook niet) niet gedacht.
68
11. Prijs de leerling door hem op het
nut van taakgericht gedrag te wijzen.
Je hebt jezelf daartoe gedwongen omdat je merkt dat je ’t dan beter leert Je hebt in de klas een kwartier aan je opdracht gewerkt.
69
Leertaken gericht op het beschrijven van je competentieprofiel Leertaak D1: Mijn competentieprofiel “In stilstaand water kun je je spiegelen” ‘Weet je, geluk is de kunst om een mooi boeket te maken met de bloemen die je hebt, en die kunst beoefen ik elke dag’. (Uit: “De garnalenpelster’’ van Nilgün Yerli, 2001)
Inleiding en Verantwoording Studenten uit het tweede jaar starten met het schrijven van een competentieprofiel. Daarbij gebruiken ze de feedbackscan op de SLB competenties die te vinden is via www.lerarenweb.nl,. Door deze vragenlijst online in te vullen door hemzelf, twee klassen en de praktijkbegeleider onstaat er inzicht in het eigen competentieprofiel. De resultaten uit het competentieprofiel gebruikt de student voor het invullen van het formulier Beginssituatie van waaruit een POP en PAP’s geschreven worden. Leerdoelen ´Mijn competentieprofiel´ De student is in staat: Zichzelf te vergelijken met een referentiegroep Door leerlingen ingevulde vragenlijsten te interpreteren De door de praktijkbegeleider ingevulde vragenlijsten te interpreteren De resultaten om te zetten naar een nieuwe beginsituatie en POP en PAP Zijn praktijkbegeleider uit te leggen wat de relevantie is van de competentieoverzichten De competentieoverzichten een plek geven in zijn portfolio
70