(In)formeel leren in de festivalsfeer een onderzoek naar de koppeling tussen formeel en informeel leren op en rond festivals.
Meesterproef Master kunst en educatie Door: Suzanne Keurntjes Begeleider: Mart Janssens Examinator: Marion Prieckaerts
1
2
(In)formeel leren in de festivalsfeer: een onderzoek naar de koppeling tussen formeel en informeel leren op en rond festivals.
(In)formal learning in the environment of festivals: a research paper about the connection between formal land informal learning at and around festivals
Suzanne Keurntjes Superior de Beertstraat 12-01 5046 HC Tilburg 06-52234381
Studentnummer: 192681 Master Kunst en Educatie Begeleider: Mart Janssens Examinator: Marion Prieckaerts
3
Voorwoord Ik weet nog dat ik voor het eerst naar een groot festival ging. Parkpop in Den Haag, op 18 juni 2000. Ik was net 16. Inmiddels alweer acht jaar geleden. Toch kan ik alles nog precies navertellen van die dag. In de loop der jaren heb ik verschillende festivals bezocht, groot en klein. De één maakte natuurlijk meer indruk dan de andere. Ik ben ervan overtuigd dat ik door het bezoeken van al die festivals veel heb geleerd. Ik kwam op plaatsen waar ik nooit eerder was geweest, ik hoorde muziek die ik nooit eerder had gehoord en sprak mensen waar ik anders nooit mee in contact was gekomen. Ik heb mijn muzieksmaak verbreed, mijn blikveld groter gemaakt en het allemaal ervaren als één groot feest. Ik wil weten of je deze leuke, intense, persoonlijke en informele manier van leren kunt gebruiken in en misschien zelfs versterken met een onderwijsproject en daarmee de leerlingen een ervaring mee kunt geven die ze nooit meer vergeten. Nu, acht jaar na mijn eerste festivalbezoek, krijg ik de kans om te onderzoeken of dit kan.
Suzanne Keurntjes, 15 augustus 2008
4
Inhoud
Inleiding Inleiding
7
Gegevens
8
Onderzoeksvraag
9
Deelvragen
9
Opzet van het onderzoek
10
Hoofdstuk 1: Festivaleducatie 1.1 De term ‘educatie’
13
1.2 Wat bekend is over educatie op festivals
22
1.3 Motivatie: Waarom doen festivals wel of niet aan educatie?
25
1.4 Antwoord op de deelvraag
31
Hoofdstuk 2: Informeel leren op en rond festivals 2.1 Informeel leren
33
2.2 Van ervaring naar leerervaring
40
2.3 Het festival als ideale leeromgeving voor informeel leren
46
2.4 Antwoord op de deelvraag
52
Hoofdstuk 3: Informeel leren op het Gipsyfestival 3.1 Het international Gipsyfestival 2008
55
3.2 Hoe en wat wordt er (informeel) geleerd op het Gipsyfestival?
57
3.3 Mogelijkheden tot informeel leren op het Gipsyfestival
67
3.4 Antwoord op de deelvraag
70
5
Hoofdstuk 4:
Informeel leren gekoppeld aan het educatietraject
rondom het Gipsyfestival 4.1 Beschrijving van het educatietraject
73
4.2 Een festivalervaring op school: een informele (leer)ervaring in een formele omgeving
76
4.3 formele educatie aan laten sluiten op informele leerervaringen
80
4.4 Momenten van informeel leren in het huidige plan
83
4.5 Antwoord op de deelvraag
85
Hoofdstuk 5: Resultaten in relatie tot Cubiss 5.1 Positie van Cubiss
87
5.2 Resultaten van dit onderzoek m.b.t Cubiss
91
5.3 Antwoord op de deelvraag
96
Hoofdstuk 6: Samenvatting, antwoord op de onderzoeksvraag en conclusies 6.1 Samenvatting en antwoord op de onderzoeksvraag
99
6.2 Conclusies
102
Bijlagen Begrippenlijst
105
Bronnenlijst
108
Overige bijlagen
111
Met dank aan
111
6
Inleiding Aanleiding: Cultuureducatief project Gipsyfestival & Cubiss Op 25 mei 2008 werd alweer de 12e editie van het Gipsyfestival in Tilburg gehouden. De doelstelling van dit festival is zoveel mogelijk aspecten van de zigeunercultuur onder de aandacht te brengen van een breed publiek, waarbij ook de geschiedenis van de huidige maatschappelijke positie van Sinti en Roma voor het voetlicht gebracht wordt. In het kader van het Gipsyfestival wordt een nieuw cultureel-educatief project opgezet door Cubiss. Cubiss is een Provinciale Service Organisatie die producten en diensten ontwikkelt ten behoeve van culturele instellingen in Noord Brabant. Hierbij staat “de kunst van het Cultureel Ondernemen” centraal. Op het gebied van educatie adviseren zij culturele instellingen op het gebied van mediawijsheid, cultuureducatie en leesbevordering. Eén van de doelstellingen van dit project is leerlingen een objectief en meer genuanceerd beeld geven van de historie en cultuur van de Sinti en Roma in Nederland en zo bijdragen aan een grotere tolerantie ten opzichte van minderheidsgroepen in Nederland. Een ander doel is andere leerlingen een objectief en meer genuanceerd beeld geven van de historie en cultuur van de Sinti en Roma. Hierbij willen zij verschillende scholen betrekken en een cultuurinnovatief meerjarenproject opzetten d.m.v. een pilot op zes scholen in 2008 en vervolgens een Brabant-brede aanpak, waarna wellicht in de volgende jaren uitrol naar de rest van Nederland en Europa mogelijk is. Doel en belang van dit onderzoek: Het bereiken van een grotere tolerantie ten opzichte van minderheidsgroepen, zoals in dit geval de Sinti en Roma in Nederland, is iets wat uit de leerlingen zelf moet komen, en niet van buitenaf kan worden opgelegd. Ik denk daarom dat dit doel alleen kan worden bereikt wanneer de leerlingen vanuit zichzelf gemotiveerd raken om iets meer over de cultuur van de Sinti en Roma te leren. Dit zou kunnen gebeuren wanneer je het Gipsyfestival bezoekt. Je komt dan een informele manier in aanraking met de cultuur van de Sinti en Roma en het wordt gepresenteerd als een feest. Je hoeft niets, maar leert op eigen initiatief, op een manier die door velen als recreatie wordt ervaren. Door een festival te bezoeken, word je geconfronteerd met dingen die je ziet, hoort en beleeft. Daar leer je van. Dit gebeurt op een informele manier: het is niet-intentioneel en wordt op eigen initiatief gedaan. Ik wil de uitkomsten van dat informele leren toepassen op het formele leren Ik verwacht dat de ervaringen die je op informele wijze opdoet tijdens een bezoek aan een (Gipsy-) festival een goede rol zouden kunnen spelen bij een formeel educatietraject. Wanneer je de aspecten van informeel leren op festivals (leren op eigen initiatief, zonder vooropgezet doel, in een feestelijke omgeving) gebruikt en daarop een formeel leertraject laat aansluiten (op welke manier dan ook), denk ik dat de leerervaring en het leerrendement kunnen worden versterkt en verhoogd. Kort gezegd: informeel leren op festivals koppelen aan het formele educatieprogramma dat op dit moment rondom het Gipsyfestival wordt opgezet. Dit met als doel het educatieprogramma te versterken, de leerervaring en het
leerrendement van de leerlingen te verhogen en op die manier bij te dragen aan een 7
grotere tolerantie ten opzichte van minderheidsgroeperingen (in het speciaal Sinti en Roma) in Nederland. Dit onderzoek richt zich dus op een nieuwe vorm van leren op en rond festivals. Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar educatie op festivals. De educatie die er op dit moment is, richt zich vooral op een “schoolse” en dus formele aanpak. Er is nog geen onderzoek gedaan naar wat informeel leren op festivals nou precies inhoudt en hoe het gebruikt kan worden in educatieprojecten. Daarom denk ik dat dit onderzoek voor verschillende festivalorganisaties nuttige en bruikbare tips kan opleveren op het gebied van festivaleducatie en informeel leren. Daarnaast is het voor Cubiss interessant om te weten of informeel leren een rol kan spelen bij formele leerprojecten. Wanneer dit onderzoek een positieve uitkomst heeft kunnen de resultaten in de toekomst worden toegepast op andere onderwijsprojecten.
Gegevens Student: Naam student: Adres: Postcode en plaats: Email: Telefoon: Studentnummer:
Suzanne Keurntjes Superior de Beerstraat 12-01 5046 HC Tilburg
[email protected] 06-52234381 192681
Opleiding: Naam organisatie: Adres: Postcode en plaats: Naam opleiding:
Fontys Hogescholen Zwijsenplein 1 Postbus 90907 5000 GJ Tilburg Master kunst en educatie
Begeleider: Email: Telefoon: Examinator: E-mail
Mart Janssens
[email protected] 0877-871724 Marion Prieckaerts
[email protected]
Cubiss: Naam organisatie: Adres: Postcode en plaats: Begeleider: Email: Telefoon:
Cubiss Statenlaan 4 5042 RX Tilburg Albert Bull
[email protected] 013-4656768
8
Onderzoeksvraag Mijn probleemstelling luidt als volgt: Onderzoeksvraag: Hoe kan informeel leren op en rond festivals worden gekoppeld aan het formele educatietraject dat op dit moment wordt opgezet rondom het Gipsyfestival, welke (mogelijke) voordelen levert dat op en welke aanbevelingen kunnen op basis daarvan aan Cubiss worden gedaan?
Deelvragen Deze vraag ga ik beantwoorden aan de hand van de onderstaande deelvragen. In ieder hoofdstuk zal één deelvraag worden behandeld. Deelvraag 1: Welke vormen van educatie komen er op en rond festivals voor en welke motivatie zit daarachter? Deelvraag 2: “Op welke manier(en) kan op een festival informeel leren tot stand komen, hoe kun je dat tastbaar maken en (hoe) kan een festivalorganisatie informele leerervaringen stimuleren?” Deelvraag 3: Op welke manier(en) wordt er informeel geleerd tijdens het Gipsyfestival en hoe kan het festival de positieve effecten hiervan in de toekomst versterken? Deelvraag 4: Op welke manier(en) kan het informeel leren op het Gipsyfestival worden gekoppeld aan het formele educatieproject dat op dit moment wordt opgezet door o.a. Cubiss en welke te verwachten voordelen levert dit op? Deelvraag 5 Welke aanbevelingen kunnen, naar aanleiding van dit onderzoek, aan Cubiss worden gedaan en is het voor Cubiss interessant om op deze manier met educatie bezig te zijn?
9
Opzet van het onderzoek Ik zal de opzet van mijn onderzoek toelichten aan de hand van figuur 1: Figuur 1
Mijn onderzoek bestaat uit vijf delen. 1. Festivaleducatie: Ik wil weten hoe er vanuit de verschillende festivals tegen educatie aan wordt gekeken en wat de huidige positie van educatie op festivals is. Ook wil ik weten waarom festivals wel of niet aan educatie doen. 2. Informeel leren: Ik wil onderzoeken wat deze term precies inhoudt en welke varianten er van zijn. Ook wil ik nagaan welke rol informeel leren speelt binnen verschillende leertheorieën en hoe je de effecten tastbaar kunt maken Deze twee onderdelen wil ik vervolgens aan elkaar koppelen om te kijken of er op festivals informeel geleerd wordt, op welke manier dat plaats vindt en welke effecten daarmee worden bereikt. Vervolgens wil ik dit toespitsen op het derde deel van mijn onderzoek, het Gipsyfestival. 3. Het Gipsyfestival: Ik wil een duidelijk beeld geven van wat het Gipsyfestival inhoudt, wat er op het festival (al dan niet bewust) aan educatie wordt gedaan, wat de mogelijkheden zijn om op het festival informeel leren een (grotere) rol te geven en welke mogelijke voordelen dat kan opleveren. 4. Het educatietraject rondom het Gipsyfestival: Vervolgens wil ik mij gaan richten op het educatietraject van het Gipsyfestival. Wat houdt dit in, welke rol zou informeel leren hierbij kunnen spelen en welke mogelijke voordelen levert dat dan op?
10
5. Cubiss Dit resulteert in een advies aan Cubiss met als doel, het educatietraject dat op dit moment nog in ontwikkeling is. te voorzien van een vernieuwende, goed onderbouwde didactiek. Ook wil ik onderzoeken of de resultaten van dit onderzoek passen binnen de visie van Cubiss en of het voor Cubiss als organisatie interessant is om op deze manier met educatie bezig te zijn. Uiteindelijk kom ik dan uit bij het antwoord op mijn onderzoeksvraag; hoe de positieve effecten van het informele leren op festivals een rol kunnen spelen in het educatietraject rondom het Gipsyfestival, om daarmee het effect en het rendement van de leerervaring van de leerlingen te verhogen en te versterken.
11
Hoofdstuk 1:
Festivaleducatie
12
Hoofdstuk 1: Festivaleducatie Het woord festivaleducatie komt in de Dikke van Dale niet voor. Festival is een breed begrip, educatie is een nóg breder begrip. Op tal van festivals komen verschillende vormen van educatie voor. Om duidelijkheid te krijgen over wat er zich zoal afspeelt op het gebied van educatie op festivals in Nederland stel ik de volgende vraag:
Deelvraag 1: Welke vormen van educatie komen er op en rond festivals voor en welke motivatie zit daarachter?
1.1 De term ‘educatie’ Wanneer men aan een festival denkt is ‘educatie’ vaak niet het eerste woord wat opkomt. Maar dat betekent niet dat er op festivals geen educatie plaatsvindt, integendeel.
Toen ik aan verschillende mensen vertelde dat ik onderzoek ging doen naar educatie op festivals waren de reacties zeer verschillend. Sommigen waren van mening dat ik bar weinig zou vinden, aangezien het op festivals draait om feest en vermaak en leren het laatste is waar de bezoekers aan willen denken. Anderen dachten juist dat een festival een hele goede plek was om een boodschap over te dragen op publiek. Weer anderen noemden direct een aantal festivals op die goedlopende schoolprojecten aanbieden of dachten aan workshops en debatten die vaak op en rond festivals worden georganiseerd. Er waren ook mensen die vonden dat een festivalbezoek iedere bezoeker unieke leerervaringen kan opleveren
Het verschil in deze reacties geeft aan dat er veel verschillende visies zijn op ‘educatie’. Educatie is een breed begrip, waar op verschillende manieren naar gekeken kan worden. Om een duidelijk beeld te geven van de verschillende vormen van educatie die op een festival voor kunnen komen, bekijk ik educatie vanuit vier verschillende visies. Deze koppel ik aan praktijkvoorbeelden van verschillende festivals.
13
1.1.1 Visie 1: educatie = onderwijs Deze visie komt bij festivalorganisaties het meeste voor. Bij educatie wordt direct gedacht in termen als school, schoolprojecten en lespakketten en dan met name voor schoolgaande kinderen en jongeren. Festivals die vanuit deze visie een educatietraject opzetten richten zich dan ook vaak alléén op deze doelgroep. Wanneer je op de website van festivals een knop met “educatie” vindt (dit is lang niet altijd het geval) zit daarachter bijna altijd een project voor schoolgaande jongeren. In 2005 hield Letty Ranshuysen in samenwerking met Marije Jansen een onderzoek onder 58 festivals om te Inventariseren wat podiumkunstfestivals realiseren als het gaat om cultureel ondernemerschap, talentontwikkeling en educatie. Dit deed zij in opdracht van VandenEnde Foundation en het VSBfonds. In dit onderzoek1 werd ook deze doelgroep genoemd: “Ook komt naar
voren hoe met name wordt gemikt op het basisonderwijs en op vwo- en havo-leerlingen; voor vmbo en volwassenen is beduidend minder aandacht.” De verschillende aangeboden programma’s lopen qua kwaliteit nogal uiteen. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is dat een aantal festivals educatie alleen maar op de lijst zet om op die manier subsidie te verkrijgen. In de praktijk wordt er daarna niet veel aandacht meer aan besteed. Gelukkig zijn er ook een aantal programma’s die uitblinken. Zo heeft het Prins Bernhard Cultuurfonds2 onlangs de Prijs voor Kunst- en Cultuureducatie 2008 toegekend aan Yo! Opera festival3 omdat zij erin is geslaagd zowel nationaal als internationaal jeugdopera op de kaart te zetten. Aan de prijs is een bedrag van € 50.000 verbonden. De prijs wordt 25 november uitgereikt in het Muziekgebouw aan 't IJ in Amsterdam. Het Prins Bernhard Cultuurfonds zegt in een perspericht 4 op 1 juli 2008 het volgende over Yo! Opera:
1
Ranshuysen, L. (2005). Situatie Nederlandse festivals in 2005. Rotterdam, Onderzoeksbureau Letty
Ranshuysen 2
Het Prins Bernhard Cultuurfonds ondersteunt projecten op het gebied van cultuur en natuurbehoud in
Nederland door middel van financiële bijdragen, opdrachten, prijzen en beurzen. Zie ook www.prinsbernhardcultuurfonds.nl 3
Zie www.yo-opera.nl
4
http://www.yo-opera.nl/Yo/images/persberichten/persbericht%20prins%20bernhard%20cultuurfonds.pdf 14
Succesvolle educatieprojecten waren onder meer Opera uit het Hart, miniopera’s met teksten van kinderen in Hoog Catherijne (2004, i.s.m. Jenaplanschool Wittevrouwen), Water, een opera over vies en schoon water op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (2006, i.s.m. o.b.s. de Rietendakschool en VMBO school Delta College) en de serie miniopera’s met teksten van kinderen in de galerij van de Operaflat (2007, i.s.m. Openbare Basisschool Overvecht). Uit het juryrapport: "Yo! Opera bouwt voort op een educatieve traditie, maar richt zich tevens op vernieuwing van dit terrein. Met nieuwe vormen van jeugdopera, zoals een interactieve multimediale jeugdopera, levert zij een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het vakgebied". “Yo! Opera laat sinds 2001 kinderen en jongeren kennismaken met bijzondere, hen aansprekende vormen van
opera. Met een tweejaarlijks internationaal jeugdoperafestival en speciale projecten bouwt Yo! Opera bruggen tussen opera en een jong en breed publiek. Yo! Opera is op zoek naar actuele, vitale vormen van jeugdopera. Het festival probeert de opera van binnen uit te vernieuwen, onder meer met projecten waarin kinderen en jongeren zij aan zij werken met professionele operamakers. Door op gelijkwaardige voet te werken aan jeugdopera worden ervaringen gedeeld. Kinderen, jongeren en operamakers leren van elkaar. Zo krijgt opera een plek in hun belevingswereld en krijgen de operamakers inspiratie en materiaal aangereikt uit het hier en nu, uit de wereld van de kinderen en jongeren, het publiek van de toekomst.
Yo! Opera is hiermee een goed voorbeeld van een geslaagd educatietraject waarbij educatie ook een centrale plaats heeft gekregen binnen de festivalorganisatie en zijn doelstellingen.
Keerzijde Deze visie op educatie heeft ook een keerzijde. Er zijn maar weinig festivals in Nederland die volgens visie 1 aan educatie doen5. Verschillende festivals zien deze visie op educatie namelijk als een reden om juist niets met educatie te doen. Wanneer een festival zich richt op andere doelgroepen dan schoolgaande jongeren, komt het simpelweg niet bij de festivals op om iets met educatie op te gaan zetten. Daarnaast speelt het (wat negatieve) imago van educatie mee; educatie is les en lessen zijn saai. Een festival heeft niets te maken met school. Mede dankzij deze eenzijdige visie heeft educatie een vrij stoffig imago. Hierdoor komt educatie niet snel bovenaan de lijst van festivals te staan. Je kunt er niet mee scoren bij je collega’s en er dus geen indruk mee maken. Ook zien veel festivals het nut er niet van in, omdat ze vaak in de zomervakantie plaatsvinden, wanneer de scholen gesloten zijn. Allerlei redenen voor de festivals om niets met educatie te (hoeven) doen (zie ook 1.3.3).
5
Bron: Notulen “Expertatelier over Festivals en Educatie” 27/03/2008, Rotterdam. 15
1.1.2 Visie 2: educatie = themaverdieping door middel van randactiviteiten Wanneer je met deze visie naar festivaleducatie kijkt, blijkt dat veel meer festivals “iets” met educatie doen dan in eerste instantie wordt gedacht. We weten al dat vanuit visie 1 bij educatie enkel en alleen gedacht wordt aan scholen. De doelgroep bestaat in dat geval alleen uit schoolgaande jongeren en er vinden activiteiten binnen de school plaats.
Deze tweede visie ziet educatie een stuk breder. Educatie staat niet los van het festival, maar wordt er een onderdeel van. De doelgroep kan per activiteit verschillen en de activiteit is niet gebonden aan één specifieke locatie of instelling. Bij deze visie wordt de educatie aangeboden als een losse op zichzelf staande activiteit met een begin en een einde, die in het thema staat van of een link heeft met het festival. Het doel en de doelgroep zijn van tevoren bepaald maar wisselen per activiteit. Deze educatieve activiteiten die op of rond een festival worden georganiseerd vallen onder de term “verdiepende randactiviteiten”. Deze term is geïntroduceerd door Letty Ranshuysen naar aanleiding van haar eerdergenoemde onderzoek.
Dit onderzoek bestond onder andere uit een e-mail enquête onder festivalorganisaties en een website onderzoek. In de e-mail enquête werd gevraagd of er binnen het festival aan educatie werd gedaan. De reactie op deze vraag was in veel gevallen negatief; veel festivals gaven aan niets met educatie te doen. Uit het website onderzoek bleek echter dat een aantal van deze festivals wél verschillende activiteiten organiseerden, zoals lezingen, een kijkje achter de schermen, nagesprekken, workshops, weblogs, inleidingen, rondleidingen, etc, activiteiten die volgens Letty Ranshuysen ook onder educatie vallen. Omdat er duidelijk verwarring bestond over de term “educatie”, besloot zij de festivals niet te vragen naar hun activiteiten op het gebied van educatie, maar naar ‘verdiepende randactiviteiten”. Dit zijn activiteiten die bewust worden opgezet met een vooraf bepaald doel en zijn te verdelen in reflectieve activiteiten: (voor- of nabesprekingen, rondleidingen, openbare repetities, etc) en productieve activiteiten: (workshops of producties samen met scholieren of (amateur-) kunstenaars). Wanneer de festivals werd gevraagd naar verdiepende randactiviteiten was de respons beduidend groter.
Er zijn verschillende voorbeelden van festivals die verdiepende randactiviteiten organiseren, al dan niet in combinatie met andere vormen van educatie. Om een beeld te geven van wat een randactiviteit zou kunnen zijn, noem ik hieronder een aantal voorbeelden van mogelijke randactiviteiten: 16
Figuur 1.1 Vorm Workshops
Voorbeeld + festival
Bron
Workshop instrumenten bouwen op het
http://www.folkwoods.nl/
Folkwoods Festival Debat
Coolpolitics op lowlands
http://www.coolpolitics.org/
Informatieve
“experieight” op festival Mundial;
www.mundialproductions.nl
installaties
Tibetdorp op het Ticket for Tibet festival
www.ticketfortibet.com
Kijkje achter de schermen van het Nederlands
www.hollanddancefestival.nl
dans theater, georganiseerd door het Holland
www.dutchdesignweek.nl
Rondleidingen
Dance Festival; Rondleidingen tijdens de Dutch Design Week Discussie
Op de muzikantendag wordt een discussie
http://www.muzikantendag.n
georganiseerd met als thema: “Underground:
l/nieuws
Logisch of Onmogelijk” Lezing
Voordrachten en lezingen van kunstenaars op
www.strp.nl
STRP festival
1.1.3 Visie 3: educatie = het publiek bewust maken van je doel Deze visie komt het meest voor bij festivals die een bepaalde boodschap op het publiek willen overbrengen of het publiek ergens bewust van willen maken. Het gaat dan vaak om idealistische doelstellingen, zoals het steunen van een goed doel en/of politieke bewustwording.
Er zijn een aantal festivals die al jaren ervaring hebben op dit gebied. Ze proberen de balans te vinden tussen het vieren van een feest (waarvoor de mensen komen) en het overdragen van een boodschap. Deze visie op educatie stimuleert de festivals om ‘out of the box’ te denken en op verschillende manieren educatie door hun programma heen te vlechten. Op die manier wordt bewust geprobeerd de bezoeker op de hoogte te brengen van de beoogde problematiek, zonder dat hij het gevoel heeft dat hij iets moet leren.
Ieder jaar wordt op 5 mei in iedere provincie een bevrijdingsfestival georganiseerd. Met een helikopter vliegen die dag drie bekende acts, voor de gelegenheid omgedoopt tot “ambassadeurs van de vrijheid”, over het land. Daardoor zijn ze in staat meerdere festivals op één dag te bezoeken, met als doel het publiek na te laten denken over hun vrijheid. In 2008 waren dat VanVelzen, Ferry Corsten, en Pete Philly & Perquisite. In de media is hier veel aandacht voor. Tijdens het optreden vragen de artiesten ieder jaar op een nieuwe manier aandacht voor het thema van het festival. Zo speelden zij dit jaar hun eigen versie van “het lied van de vrijheid” en werd het publiek opgeroepen een vrijheidsboodschap te schrijven op een tekstballon.
17
Vaak worden deze vormen van educatie gecombineerd met verschillende randactiviteiten, zoals bijvoorbeeld op het Ticket for Tibet festival.
Tussen de optredens van de “grote” bekende artiesten door werd er steeds een artiest uit Tibet gepresenteerd. Terwijl op de achtergrond verschillende crewleden bezig waren de instrumenten op en af te bouwen, kregen zij een kwartier de tijd om hun verhaal te vertellen en Tibetaanse liederen te zingen. Iets wat voor hen heel speciaal was, aangezien zij soms voor het zingen van een simpel kinderliedje jarenlang in de gevangenis hebben gezeten. De impact op het publiek was enorm. Er werd meegezongen en meerdere keren lang geapplaudisseerd. De mensen die wilden, konden later in een kleinere tent een uitgebreid optreden van deze artiest bijwonen. In diezelfde tent werden debatten met politici georganiseerd, quizzen gespeeld en films vertoond.
Maar behalve het overdragen van een boodschap hebben festivals ook nog andere redenen om een vorm van educatie door hun programma te vlechten. Het festival “Stranger Than Paranoia” in Tilburg bijvoorbeeld. Op de website6 staat:
“Natuurlijk wil Van Kemenade het publiek een leuke avond bezorgen, maar hij wil mensen ook iets verrassends
voorschotelen: “Stevige muzikale kost wordt ingekapseld tussen twee groepen die toegankelijker zijn. Op deze manier pikken mensen het en zijn zelfs bereid er moeite voor te doen.” Dat deze wijze van programmeren aanslaat, blijkt wel uit het aantal bezoekers dat jaarlijks Paradox tussen kerst en Nieuwjaar weet te vinden.”
Op deze manier wordt dus op dit festival geprobeerd om de hoge drempel voor ‘stevige muzikale kost’ te verlagen.
Let wel: in deze derde visie is er dus wel degelijk sprake van educatie, maar het wordt nooit zo genoemd. Wanneer je deze vormen van het overdragen van een boodschap of verlagen van een drempel het stempel ‘educatie’ zou geven, zou het effect ervan waarschijnlijk beduidend lager zijn, aangezien veel mensen bij het horen van dat woord meteen volgens visie 1 gaan denken. En in die visie staat educatie los van festivals. Het succes van deze formule zit hem onder andere in het feit dat er onbewust geleerd wordt.
1.1.4 Visie 4: educatie = persoonlijk Volgens deze visie kan er op een festival altijd wel iets worden geleerd, ook al is dat niet direct de bedoeling van de organisatie. Het festival is de bron van de ervaring. Door de enorme variatie in aanbod van optredens, activiteiten etc., komt de bezoeker altijd wel in
18
aanraking met iets wat nieuw is of anders dan anders. Iedere festivalbezoeker neemt wel iets mee naar huis, soms alleen in de vorm van een herinnering, of de bezoeker vertelt bijvoorbeeld aan zijn vrienden wat hij heeft gezien.
Wanneer je het vanuit deze visie bekijkt is wat er geleerd wordt voor ieder bezoeker persoonlijk. Van ‘echt’ leren is hier nog geen sprake; het gebeurt onbewust, is niet intentioneel en men beseft achteraf niet dat leren heeft plaatsgevonden. Deze ervaringen zijn niet van tevoren te voorspellen. Ook het effect is persoonlijk. Bij iedereen blijft iets anders hangen en wat de één positief beoordeeld, beoordeeld de ander negatief. Enkele voorbeelden van een dergelijke ervaring zijn: Iemand bezoekt voor het eerst in zijn leven een festival Iemand loopt op een festival van A naar B en blijft onderweg 5 minuten bij een bandje kijken waar hij anders nooit naar had gekeken Iemand wordt door het programmaboekje of door tips van vrienden of omstanders gemotiveerd om bij een ander optreden te gaan kijken.
In deze voorbeelden komt de bezoeker in aanraking met iets nieuws, een onverwachte ervaring die hem iets brengt wat hij niet eerder heeft meegemaakt. Maar ook wanneer een festivalbezoeker iets bekijkt of beleeft wat hij vooraf al kende, kan de ervaring op een festival anders zijn dan in een andere situatie. De situatie waarin de persoon zich bevindt of heeft bevonden kan leiden tot een bepaalde ervaring die later in kennis kan worden omgezet, door hem te laten beseffen dat een leerervaring heeft plaatsgevonden. Zo kan een persoon zich er niet van bewust zijn iets te hebben geleerd in een bepaalde ervaring, totdat ze een gesprek hebben met een persoon die vragen stelt over hun leren en hiermee retrospectieve kennis uitlokt. Volgens deze visie kan dus iedere ervaring op een festival een aanzet zijn tot een (nieuwe) leerervaring.
De kans op een ervaring die mensen bijblijft is op een festival groter dan in het dagelijkse leven. Op de vraag waarom dat zo is, gaan we verder in bij paragraaf 2.2.1
6
http://www.tilburgz.nl/kucu/news.php?cmd=show&news_id=472&columnist_id=22&categ ory_id=2 19
1.1.5 Combinatie van visies De verschillende visies die hiervoor zijn besproken kunnen los van elkaar worden gezien, maar in veel gevallen lopen deze door elkaar heen. Zo zijn er op en rond een aantal festivals die educatie aanbieden vanuit visie 3 ook verschillende randactiviteiten (visie 2) en schoolprojecten (visie 1) te vinden. Mede hierdoor kan op een festival een situatie ontstaan waarbij de omstandigheden optimaal zijn voor persoonlijke leerervaringen (visie 4). Ik illustreer dit aan de hand van de activiteiten van Mundial Productions.
Mundial Productions Mundial Productions is een goed voorbeeld van een festival dat de verschillende visies op educatie toepast binnen de gehele organisatie. Dit doen zij niet alleen op Festival Mundial, maar ook binnen alle andere activiteiten die worden georganiseerd. Erwin Schellekens, artistic director van Mundial Productions, geeft hiervoor tijdens het expertatelier over festivals en educatie7 de volgende motivatie: (de tekst in het kader is afkomstig uit het verslag8 van dit expertatelier)
“Ten eerste versterken educatie en kwaliteit elkaar. Daarnaast kunnen festivals door middel van educatie een nieuw publiek aanboren. Voor Mundial Productions is educatie een structureel onderdeel van alle activiteiten. Schellekens meent dat alle festivals educatie als structureel onderdeel van hun festival moeten zien. Het is namelijk een win-win situatie: voor zender én ontvanger. Ook de algemene omgeving heeft er baat bij, wanneer we van elkaar leren en onze kennis vergroten”.
Tijdens hetzelfde expertatelier geeft hij uitleg over de activiteiten van Mundial Productions:
“Mundial Productions heeft als doel het draagvlak voor wereldcultuur en ontwikkelingswerk te versterken en te vergroten. Ontwikkelingswerk heeft geen “sexy” imago, maar door het te koppelen aan cultuur krijgt het toch de aandacht die het behoeft. De acht Millenium Development Goals (MDG’s) waar 189 landen zich in 2000 aan hebben verbonden zijn uitgangspunt voor Mundial Productions en haar activiteiten. Behalve projecten waarbij artiesten uit de hele wereld worden opgeleid en naar Nederland worden gehaald om op te treden, biedt Mundial Productions, om hun doelstelling te behalen, verschillende vormen van educatie aan:
7
27 maart 2008, Rotterdam.
8
Verslaglegging Marijke van Groesen, Lucia Hogervorst, Marianne van de Velde en Dirk Noordm an. 20
Mundial Culture Education Onder Culture Education vallen Mundial in de Klas9 en ROCk Around the World. Het doel is altijd ontmoeten, beleven, en leren van elkaar. Het is een laagdrempelige manier voor kinderen en jongeren om bewustwording voor de MDG’s te creëren. Mundial doet niet aan bewuste volwasseneneducatie maar tijdens het festival komen alle MDG’s automatisch terug. -
Voor scholen heeft Mundial lespakketten ontwikkeld. Ook is het mogelijk dat groepen van het Mundial on Tour programma langsgaan op een school om een optreden te verzorgen.
-
ROCk around the World is een talentenwedstrijd in samenwerking met ROC’s.”
Mundial Mixzones In samenwerking met ‘Jongerenwerk’ worden jongeren uit Nederland in contact gebracht met (jonge) artiesten uit andere landen. Ze eten en praten samen, en maken muziek. De vooroordelen rondom andere culturen worden hierdoor weggenomen, en respect voor elkaar wordt gestimuleerd. Samenwerking met Fontys Hogeschool & UvT Studenten van de dansacademie reisden naar Afrika, alwaar ze samen met dansers een choreografie maakten en deze uitvoerden. Deze dansers kwamen mee naar Nederland om ook hier deze samenwerking te laten zien. Een van die dansers werkt nu op de dansacademie als docent Afrikaanse dans. Met de Universiteit Tilburg wordt samengewerkt in het organiseren van debatten.
Alle soorten scholen worden zo met een apart programma bediend. Schellekens benadrukt dat samenwerken goud is. Via en met de partners kun je een andere doelgroep bereiken, en bespaar je jezelf bovendien dubbel werk. Daarnaast biedt Mundial Productions altijd maatwerk, toegesneden op de doelgroep. Het Festival probeert ook educatief te zijn door het publiek een spannende programmering te bieden. (…) Op het festival wordt altijd alles gepresenteerd, niet alleen het traditionele. De wereld is niet stil blijven staan.”
In dit kader worden nog lang niet alle activiteiten van Mundial Productions besproken. Zo organiseren zij onder andere jaarlijks een gratis straattheaterfestival voor kinderen onder de naam “Via del Mondo”. Hierbij maken kinderen uit Nederland kennis (zowel passief als actief) met optredende kinderen vanuit de hele wereld. Ook worden er gedurende de drie weken voor het festival verschillende activiteiten georganiseerd ter promotie van Festival Mundial waarbij de achtergrondverhalen van de groepen uit de diverse landen centraal staan. Voor meer informatie over alle activiteiten van Mundial Productions zie: www.mundialproductions.nl
Bij Mundial lopen de verschillende visies op educatie naadloos in elkaar over. De verschillende activiteiten vinden zowel binnen de school (visie1) als buiten de school (visie 2) plaats en zijn gericht op verschillende doelgroepen. Ook op het festival zelf
9
Voor dit onderzoek heb ik een project van Mundial in de klas gevolgd. De resultaten hiervan zijn te lezen in
paragraaf 4.2 21
komen de Millenium Development Goals steeds weer aan bod (visie 3) Door ontmoeting en samenwerking tussen Nederlanders en Internationale artiesten komen mensen in aanraking met andere culturen op een manier die niet alledaags is, iets wat ook een rol kan spelen binnen visie 4. Mundial Productions vormt daarmee het bewijs dat de verschillende visies binnen een festivalorganisatie een duidelijke plaats kunnen innemen en daardoor structureel kunnen bijdragen aan het behalen van de doelen van het festival.
1.2 Wat bekend is over educatie op festivals 1.2.1 Expertatelier Op 27 maart 2008 werd door het Adviesbureau Cultuurtoerisme een expertatelier georganiseerd met als onderwerp ‘festivals en educatie’. Aan de hand van workshops werden op deze bijeenkomst de volgende thema’s besproken: • Geld voor educatie op festivals • Volwasseneneducatie op festivals • Continuïteit brengen in het educatieaanbod van festivals. Op deze bijeenkomst werd gezegd dat in 2007 slechts 18 van de ca. 450 Nederlandse festivals in ware zin10 een educatiepakket op de website hebben staan. Dit in vergelijking met 2005, toen dit op nog maar bij acht festivals het geval was. Er is dus sprake van een snelle stijging. Het gaat hier dan wel uitsluitend om de eerste visie op educatie, maar hieruit is wel op te maken dat formele educatie bij de meeste festivals geen rol speelt. Tijdens het expertatelier werd onder andere voorspeld dat volwasseneneducatie zal gaan groeien, aangezien volwassenen een belangrijke doelgroep voor festivals zijn. Dirk Noordman sprak zelfs over een ‘gat in de markt’. Hoewel ieder zichzelf respecterend festival wel een randprogrammering heeft met lezingen worden er nog maar weinig andere educatie-middelen voor deze doelgroep ingezet. Volwasseneneducatie staat feitelijk nog in de kinderschoenen” Een veelbelovend voorbeeld vindt Noordman het project Age on Stage van Kunst en Cultuur Gelderland. Hierbij worden zestig plussers gecoacht door professionele musici. Vanuit de meester-leerling gedachte begeleiden professionals uit de muziek, zoals dirigent Hans Wijnberg, de senioren met het neerzetten van een goede performance. Op het festival dat deze concoursen afsluit, staan de ouderen dus zélf centraal: “Een booming business”.
10
Bron: verslag expertatielier festivals en educatie
telling in: Festivals en gemeentelijk beleid in Nederland, Rotterdam: RISBO, 2005 22
Ook werd tijdens het expertatelier gezegd dat het er bij volwasseneneducatie wezenlijk om gaat de bezoekerservaring van het festival completer te maken. Op deze ervaring gaan we verder in paragraaf 2.2
1.2.2 Onderzoeksbureau Letty Ranshuysen In 2005 hield Letty Ranshuysen samen met Marije Jansen een onderzoek onder 58 festivals in opdracht van VandenEnde Foundation11 en VSBfonds12. Het doel van dit onderzoek was te inventariseren wat zij doen op het gebied van cultureel ondernemerschap, talentontwikkeling en educatie. De resultaten van dit onderzoek zijn niet representatief voor het totale Nederlandse festivallandschap, maar geven wel een goed beeld van de plaats die kunsteducatie inneemt binnen de verschillende festivals.
Letty Ranshuysen vroeg festivalorganisaties naar hun “verdiepende randactiviteiten” Zoals: •
reflectief: voor- of nabesprekingen, rondleidingen, openbare repetities,
•
productief: workshops of producties samen met scholieren of amateur kunstenaars.
Hieruit kwamen de volgende resultaten naar voren: Binnenschools (visie 1)
20% van de festivals heeft aanbod voor het basisonderwijs,
25% voor het voortgezet onderwijs (doorgaans voor havo/vwo, slechts 1x voor het vmbo).
Buitenschools (visie 2) 30% van de festivals organiseert activiteiten voor amateur kunstenaars, 24% voor jongeren, 17% voor kinderen, 14% voor volwassenen.
Verder kwam naar voren:
Een vijfde van de onderzochte festivals besteedt veel aandacht aan educatie.
Eveneens een vijfde doet dit niet omdat het bieden van educatie geen doel is.
Voor drie vijfde is educatie wel een doel, maar doet er niet veel aan.
Van het totale opgegeven budget van de festivals is 2% bestemd voor educatie.
11
www.vandenendefoundation.nl
12
Fonds voor maatschappelijke initiatieven in Nederland, zieook www.vsbfonds.nl 23
De slotconclusie van het onderzoek luidt als volgt: “De onderzochte festivals hebben een niet te onderschatten trampolinefunctie voor nieuw talent. Ze hebben dan ook veel aandacht voor talentontwikkeling. Wellicht zou er (nog) meer publiek op het, door deze festivals gebrachte, nieuwe talent afkomen als er meer aandacht komt voor cultureel ondernemerschap en educatie. Bij versterking van cultureel ondernemerschap valt te denken aan meer aandacht voor de werving van sponsorgelden en publieksinkomsten en aan een meer doelgerichte marketing. Educatie kan worden geïntensiveerd door prikkelende, educatieve randactiviteiten die een brug slaan tussen nieuwe makers en publiek. Met ons onderzoek ontdekten we veel inspirerende voorbeelden van talentontwikkeling, cultureel ondernemerschap en educatie, die impulsen geven aan een meer evenwichtig gespreide aandacht voor talentontwikkeling, cultureel ondernemerschap en educatie, opdat steeds meer mensen gaan genieten van het rijke festivalaanbod in Nederland.”
Kanttekening: Waarschijnlijk geven deze cijfers een vrij optimistisch beeld, want de onderzochte festivals waren geselecteerd door het VSB-fonds en VandenEnde Foundations Een groot deel van de festivals ontving dus al subsidie van het VSB-fonds, dat zich steeds meer op educatie richt.
Naar aanleiding van dit onderzoek had ik op 24 april 2008 een gesprek met Letty Ranshuysen. Hierin voegde zij het volgende toe:
Veel festivals beweerden wel aan educatie te doen, maar slechts een klein deel daarvan deed er ook echt wat mee. Daaruit kun je afleiden dat verschillende festivals zeggen iets met educatie te doen, vooral om zo subsidie te ontvangen.
De educatoren die werkzaam zijn bij festivals verzinnen steeds weer nieuwe adhoc projecten. Veel festivals komen ieder jaar met een nieuw project. Dit is vaak niet nodig, omdat de doelgroep (in veel gevallen schoolklassen) ieder jaar mee verandert.
Er wordt op het gebied van educatie op festivals nog relatief weinig samengewerkt. Dit is opvallend, aangezien samenwerking op het gebied van programmering wel vaak voorkomt. Samenwerking op het gebied van talentontwikkeling en marketing komt ook langzaam op gang. Bij educatie blijft deze ontwikkeling vooralsnog achterwege.
24
1.3 Motivatie: Waarom doen festivals wel of niet aan educatie? 1.3.1 Educatie in relatie tot marketing: risico’s en mogelijkheden Educatie is een doel op zich. Toch komt ook vaak voor dat educatie wordt ingezet als middel om een doel te behalen, bijvoorbeeld het binnenhalen van subsidie. Dirk Noordman zegt in een artikel van MM nieuws13 dat, los van het maatschappelijke belang, educatie vooral ook een goed marketingmiddel is: `Ook door educatie kun je als festival het publiek aan je binden en niet alleen door de atmosfeer.'
In sommige gevallen kan het effectief zijn om educatie in te zetten voor marketing doeleinden, of marketing in te zetten om de educatieve doelen te behalen. Om een project voor beide partijen tot een succes te brengen zijn wel een aantal voorwaarden nodig: beide partijen (educatie en marketing) willen hetzelfde doel behalen; eventuele secundaire doelstellingen staan elkaar niet in de weg; beide partijen zijn bereid elkaar te versterken; het aanzien van beide partijen is gelijk. In veel gevallen spelen marketingperspectieven een grote rol bij de motivatie van de festivalorganisaties om aan educatie te gaan doen (zie ook 1.3.4) De combinatie van marketing en educatie kan een aantal risico’s met zich mee brengen. Wanneer marketing de belangrijkste doelstelling van de educatie wordt, worden in de praktijk de effecten van de educatie zelf vaak over het hoofd gezien, waardoor het risico op een mislukking sterk stijgt. Dit is vaak het geval bij festivals die een educatietraject op willen zetten met als enige doel ‘het binnenhalen van subsidie’. In sommige gevallen wordt educatie ‘er maar bij gedaan’, zonder dat er écht over wordt nagedacht. Doordat niet voldoende wordt geïnvesteerd in kennis en kunde op het gebied van educatie, vooronderzoek en evaluatie, valt het plan in het water en wordt het gezien als weggegooid geld. Daarbij wordt er vaak alleen gekeken naar de resultaten op korte termijn (is de subsidie binnen? Is het aantal bezoekers gestegen?) Wanneer die tegenvallen wordt het hele project afgestoten, waardoor er ook niet van de situatie wordt geleerd. In dat geval wordt een pilot niet gezien als leertraject om de educatie op lange
13
http://www.mmnieuws.nl/inhoud/nieuws.phtml?id=1489 25
termijn te verbeteren maar als weggegooid geld, waardoor de successen die pas merkbaar zijn op lange termijn nooit worden behaald.
Maar er zijn ook situaties waarbij educatie en marketing elkaar aanvullen. Denk bijvoorbeeld aan drempelverlaging, publiekswerving en publieksbinding. In paragraaf 1.3.4 gaan we hier verder op in. Ook het zoeken van partners in de vorm van andere culturele instellingen kan hierbij een rol spelen, denk bijvoorbeeld aan theaters, filmhuizen, musea, centra voor de kunsten etc. Zij bezitten vaak verschillende middelen om een educatietraject te versterken en kunnen via festivaleducatie nieuw publiek werven. Een goed voorbeeld van een educatieproject waarbij ook marketingdoelen werden behaald is het scholierenprogramma rondom het STRP festival in Eindhoven. Naast het succesvol opzetten van een netwerk met scholen en honderden leerlingen de ‘andere kant van technologie’ te hebben laten zien heeft dit project ook gezorgd voor hogere bezoekersaantallen en zijn er nieuwe bezoekers voor de toekomst bereikt14.
1.3.2 Educatie in relatie tot talentontwikkeling: veel raakvlakken Hoewel talentontwikkeling in het onderzoek van Letty Ranshuysen werd gescheiden van educatie, is talentontwikkeling in de praktijk moeilijk los te zien van educatie. Volgens het onderzoek zet twee vijfde van de onderzochte festivals sterk in op talentontwikkeling. Talentontwikkeling heeft direct te maken met amateurkunst. Amateurkunst heeft een groot grensvlak met educatie. Wanneer een festival bijvoorbeeld workshops organiseert waarin amateur-musici kunnen spelen met grote namen, is dat zowel educatie als talentontwikkeling.
Wanneer
amateur-kunstenaars
door
een
organisatie
worden
gestimuleerd en de kans krijgen zich verder te ontwikkelen, is dat behalve talentontwikkeling ook educatie.
Kortom,
al
deze voorbeelden laten zien dat
talentontwikkeling en educatie veel raakvlakken hebben en soms ook volledig samenvallen.
Hieronder staan een talentontwikkeling 14
aantal voorbeelden van activiteiten op het gebied van
15
Werkplaats bieden
Bron: ‘communicatie- en activiteitenplan’ geschreven door Angelique v/d Beuken, Maartje Bressers en Petra
Jurasek In opdracht van Stichting STRP, mei 2008
26
Coproduceren
Coaching (subsidie, administratie, productie en promotie)
Trainingen (workshops, masterclasses en leertrajecten)
Symposia en beurzen organiseren
Scouting (o.a. talentenjachten)
Opdrachten (locatieproductie, compositie, choreografie)
Het gaat hierbij zowel om artistiek inhoudelijke ondersteuning, als om coaching op het zakelijke vlak. In bijna al deze activiteiten krijgen de amateurs kansen, hulp en zelfs les om zichzelf te ontwikkelen en is dit dus bijna niet los te zien van educatie. Daar komt bij dat ze beginnende bandjes etc. enorm motiveren. Wanneer het publiek ziet dat je op een festival de kans kunt krijgen om op een groot podium te mogen optreden, kan dat voor hen een enorme motivatie zijn om bijvoorbeeld zelf muziek te gaan maken of meer te gaan oefenen.
Bij het ontwikkelen van talent speelt educatie dus vrijwel altijd een rol.
1.3.3 Waarom niet? Waarom kunstinstellingen aan educatie doen is algemeen bekend. Het wordt belangrijk geacht dat de bezoeker zich kan verdiepen in datgene wat hij gezien of gehoord heeft. Educatie geeft de bezoeker handvatten om de voorstellingen te begrijpen en te analyseren, waardoor de ervaring meer diepgang krijgt. Bij festivals is dit nog lang niet altijd doorgedrongen. Er zijn nog maar weinig festivals die iets aan educatie doen en nog minder die er ook echt iets goeds van proberen te maken. Daar zijn verschillende redenen voor:
In sommige gevallen is educatie gewoonweg geen doelstelling voor het festival. Dit kan te maken hebben met verschillende factoren: Denken vanuit visie 116 De eerste hebben we eerder al genoemd (paragraaf 1.1.1): bij educatie wordt vaak alleen gedacht aan scholen, en veel hedendaagse festivals willen zich niet laten vereenzelvigen met het stoffige imago van het schoolse leren.
15
Bron: Ranshuysen, L. (2005). Situatie Nederlandse festivals in 2005. Rotterdam, Onderzoeksbureau Letty
Ranshuysen 16
Bron: interview Letty Ranshuysen,24/04/08, Rotterdam 27
Andere prioriteiten14 Festivals hebben vaak andere prioriteiten. De nadruk ligt meer op andere dingen, zoals de kwaliteit van het aanbod, vernieuwing, of bijvoorbeeld talentontwikkeling (wat ook een link met educatie heeft, zie paragraaf 1.3.1) Focus op product en niet op de vraag14 Veel festivals zijn bezig met het opzetten van een goed festival en worden daardoor zo opgeslokt, dat een behoefte aan educatie vanuit het publiek of de maatschappij niet wordt opgemerkt. Geen tijd17 Doordat een festival vaak maar één keer per jaar plaatsvindt, worden de festivals qua tijd enorm opgeslokt door het elke keer opnieuw rond krijgen van de organisatie en de begroting. Ook zijn ze afhankelijk van het publiek, het weer en allerlei andere omstandigheden. Hoe dichterbij het festival komt, hoe meer tijd dit in beslag neemt. Geen educatieve staf15 Bij de meeste festivals zijn maar een paar mensen het hele jaar door actief en is er geen ruimte voor een educatieve staf. Ze hebben geen tijd om grote beleidslijnen uit te zetten en er is dan ook niemand die educatie op de agenda zet. Door al deze factoren krijgt het nadenken over educatie niet zo snel de prioriteit. Subsidieregelingen worden steeds vernieuwd18 Financiers vernieuwen voortdurend hun beleid en daarmee hun subsidievoorwaarden, wat de kans vergroot dat festivals de financiers benaderen met verouderde voorstellen en dus de subsidie mislopen.
1.3.4 Waarom wel? Hieronder een aantal redenen waarom festivals wél kiezen voor educatie. Deze zijn te verdelen in twee categorieën, te weten: redenen gericht op marketingdoeleinden (in dat geval is educatie vaak een middel om een andere doelstelling te behalen) en idealistische redenen (waarbij educatie vaak een doel op zich is). Ook een combinatie van verschillende redenen is mogelijk.
17
Bron: interview Letty Ranshuysen,24/04/08, Rotterdam
18
Bron: verslag “Expertatelier over Festivals en Educatie”, 27 maart 2008, Rotterdam
28
Educatie als middel: redenen gericht op marketingdoeleinden Eerder in dit hoofdstuk werd gesproken over de relatie tussen festivals en marketing. Dankzij deze relatie wordt educatie vaak ingezet om -op korte maar ook langere termijnmeer geld te verdienen, een groter publiek te bereiken en dat publiek ook te binden. Wanneer deze doelen de belangrijkste redenen zijn om educatie een plaats te geven wordt educatie meestal gezien als een middel om een ander doel te bereiken. Hieronder een aantal redenen die festivals hebben om aan educatie te doen, vanuit financieel oogpunt. Het verkrijgen van subsidie Zoals al eerder te lezen was, is er een financiële motivatie om ‘iets’ met educatie te gaan doen, om op die manier subsidie te kunnen ontvangen. Komend jaar zijn “verleiding van nieuw publiek” en “verdieping voor bestaand publiek” twee van de vier nieuwe speerpunten van het VSB-fonds, dat per jaar ongeveer zeven miljoen uitgeeft aan ‘verdiepen en talentontwikkeling’.19 Educatie past uitstekend binnen deze twee speerpunten20. Helaas is aan de cijfers te zien dat veel festivals vanwege het geld zéggen aan educatie te doen, maar er in de praktijk niet serieus mee bezig zijn. Nieuw publiek bereiken21 Om mensen te trekken, zul je ze eerst moeten vertellen wat je precies aanbiedt. Iemand die normaal gesproken niet snel een festival zal bezoeken, kan door middel van educatie misschien ontdekken dat hij een bezoek aan een festival erg leuk vindt. Jongeren zijn het publiek van de toekomst, dus dit is ook een goed argument om je op het onderwijs te richten. Wanneer educatie voor deze reden wordt gebruikt is er vaak een sterke relatie tot marketingdoelen Klantenbinding22 Juist nu is er een noodzaak tot klantenbinding. In Nederland heeft het aantal festivals in 25 jaar een enorme groei doorgemaakt. Er zijn er inmiddels zoveel, dat zij elkaar in een verzadigde markt beconcurreren en elkaar in hun bestaan bedreigen. De multiculturele festivals bewijzen dit. Hun aantal is sinds 2004 met 25 % gedaald. Doordat bezoekers steeds
19
Bron: notulen festivatbijeenkomst uitmarketingburo
20
Bron: verslag Expertatelier festivals en educatie
21
Bron: interview Letty Ranshuysen,24/04/08, Rotterdam
22
Bron: Dirk Noordman en Marianne van de Velde, The Rise and Fall of multicultural fesitvals in
the Netherlands, binnenkort te publiceren op www.efa-aef.eu 29
meer keuze hebben uit steeds meer verschillende festivals, wordt de kans steeds kleiner dat bezoekers jaar na jaar terug blijven komen. Door actief te zijn in educatie kan een festival bezoekers aan zich binden. Festivals moeten de kans aangrijpen om een structureel, doorlopend programma aan te bieden dat ervoor zorgt dat bezoekers terugkomen. De kern is het ervaren van schoonheid en door het te begrijpen, wordt dat ervaren makkelijker Beantwoording aan behoefte uit de samenleving23 Ook vanuit de samenleving ontstaat een toenemende behoefte aan educatie, ook in andere branches, zoals bijvoorbeeld in de reisbranche. Zo benadrukken steeds meer reisorganisaties het educatieve karakter van een reis. Daarnaast zie je dat festivals zich met hun educatie te vaak op jongeren richten, terwijl de vraag naar “een leven lang leren” groeit.
Educatie als doel: Idealistische redenen Naast de bovenstaande redenen kan het ook zijn dat een festival vanuit idealistische motieven educatie opneemt in zijn aanbod. In dat geval wordt educatie een doel op zich. Educatie kan bij verschillende festivals een manier zijn om de doelstelling van het festival te realiseren; educatie ligt immers bij veel festivals in het verlengde van de doelstelling. Festival Mundial levert bijvoorbeeld, naast een gevarieerd artistiek festival, ook een grote bijdrage aan de verspreiding van informatie en meningsvorming in Nederland over internationale
samenwerking,
duurzame
ontwikkeling
gericht
op
structurele
armoedebestrijding in ontwikkelingslanden en onze multiculturele samenleving24. Door middel van verschillende vormen van educatie (en tevens vanuit verschillende visies op educatie) zetten zij educatie in, om dit doel te behalen.
23
Bron: verslag “Expertatelier over Festivals en Educatie”, 27 maart 2008, Rotterdam
24
Bron: www.mundialproductions.nl 30
1.4 Antwoord op de deelvraag
Welke vormen van educatie komen er op en rond festivals voor en welke motivatie zit daarachter?
Festivals hebben verschillende redenen om wel of niet aan educatie te doen. Deze redenen ontstaan uit twee verschillende perspectieven: óf vanuit een idealistisch oogpunt,
waarbij
educatie
gezien
wordt
als
doel
op
zich,
óf
vanuit
een
marketingperspectief, waarbij educatie wordt gezien als middel om andere doelstellingen te behalen (een combinatie is ook mogelijk).
Wanneer een festival -al dan niet bewust- besluit om ‘iets’ met educatie te doen, dan kan dit verschillende vormen aannemen. Dit heeft te maken met de visie die de festivalorganisatie op de term educatie heeft. Educatie op festivals kan worden bekeken vanuit vier verschillende visies. Iedere visie leidt tot een ander doel. Dit wordt duidelijk gemaakt in het volgende schema, waarin ook het doel en de doelgroep van de educatievorm is opgenomen.
Figuur 1.2 Visie: educatie is:
Doel
Vormen van educatie
Doelgroep
onderwijs
project op te zetten voor
schoolprojecten en lespakketten
schoolgaande kinderen en
scholen themaverdieping d.m.v.
wisselt per activiteit
jongeren productieve en reflectieve
wisselt per activiteit
randactiviteiten
randactiviteiten
het publiek bewust
bezoekers ergens van op de
vervlochten door reguliere
maken van je doel
hoogte brengen zonder ze
programmering
alle festivalbezoekers
het gevoel te geven iets te moeten leren persoonlijk
geen
persoonlijk voor iedere bezoeker
alle festivalbezoekers
31
Hoofdstuk 2:
Informeel leren op en rond festivals
32
Hoofdstuk 2: Informeel leren op en rond festivals
In hoofdstuk 1 hebben we kunnen zien dat educatie op festivals vanuit verschillende visies kan worden bekeken. De eerste visie is een formele kijk op educatie, de vierde visie is juist heel informeel. In dit hoofdstuk bespreek ik de rol van informeel leren bij festivaleducatie en welke vormen van informeel leren gekoppeld kunnen worden aan verschillende onderwijsvisies. Dit doe ik aan de hand van de volgende deelvraag;
Deelvraag 2: “Op welke manier(en) kan op een festival informeel leren tot stand komen, hoe kun je dat tastbaar maken en (hoe) kan een festivalorganisatie informele leerervaringen stimuleren?”
2.1 Informeel leren
2.1.1 Wat is informeel leren?
Definitie: In deze paragraaf gaan we in op het begrip ‘informeel leren’. Als definitie voor het begrip informeel leren is gekozen voor de beschrijving uit het artikel ‘leren voor diversiteit, leren in diversiteit; Burgerschapsvorming en gelijke leerkansen in een pluriforme samenleving. Een referentiekader” van het steunpunt diversiteit en leren van de universiteit van Gent25 (April 2007). Hierin wordt informeel leren als volgt omschreven:
Informeel leren is elke activiteit die begrip, kennis of vaardigheid nastreeft en die plaatsvindt in afwezigheid van extern opgelegde curriculummaatstaven (leerdoelen, leerinhouden, leeruitkomsten). Informeel leren kan zich in elke context voordoen buiten de voorgeschreven curricula van onderwijsinstellingen. Het gaat hierbij dus om een
25
Leren voor diversiteit – Leren in diversiteit: burgerschapsvorming en gelijke leerkansen in een pluriforme
samenleving. Een referentiekader. Sven Sierens, (2007) in opdracht van Steunpunt Diversiteit & Leren, Universiteit Gent. http://www.diversiteitenleren.be/files/visietekst/Referentiekader_SDL.pdf 33
leerervaring die voor de lerende niet te plannen of vooraf te voorspellen is. Hij leert op eigen initiatief, zonder van tevoren bepaalde leerinhouden, leerdoelen of leeruitkomsten.
Informeel leren is te verdelen in zelfgestuurd leren, incidenteel leren en socialisatie: Zelfgestuurd leren: Een vorm van leren waarbij de lerende van tevoren de bedoeling heeft om iets te leren, en achteraf beseft hij ook dat hij iets heeft geleerd. Prof. dr. P.R.J. Simons26 noemt deze vorm van leren ook wel ‘actieleren’: dit betreft het leren dat mensen in het kader van hun werk of hobby zelfstandig doen zonder dat er al te veel sprake is van externe sturing. Dan is er veel meer vrijheid voor lerenden om vanuit intrinsieke motivatie of vanuit een probleem te leren. Het bepalen van doelen, planning, sturing e.d. verloopt onder dit soort condities geheel anders dan onder de condities die doorgaans in formele onderwijssituatie gelden. Het actieleren verloopt vanuit eigen leerintenties en leerdoelstellingen. De lerenden kiezen zelf leerstrategieën en toetsen hun leren ook zelfstandig. Ook in de feedback, beoordeling en beloning is er sprake van zelfsturing. Het leren staat meer centraal dan het handelen27 Incidenteel leren: Een vorm van leren waarbij de lerende vooraf niet de bedoeling heeft iets te gaan leren, maar achteraf wel beseft hij wel dat hij iets heeft geleerd. Socialisatie: (ook wel “stilzwijgend leren” genoemd) een vorm van leren die ongepland en onbewust verloopt, de manier waarop je gedurende je hele leven leert.
26
Simons, Prof. dr. P.R.J. ‘Krachtige leeromgevingen’,
http://home.tiscali.nl/robertjansimons/publicaties/Krachtige%20leeromgevingen.doc 27
vergelijk Koper, 1992 34
Wanneer je het hebt over informeel leren zijn er verschillende begrippen die naast of tegenover informeel leren worden geplaatst namelijk: Formeel leren: een vorm van leren waarbij een leraar het gezag heeft om te bepalen dat lerenden daadwerkelijk een curriculum moeten leren dat uit een vooraf vastgesteld corpus (verzameling documenten) van kennis is afgeleid. non- of niet-formeel leren: bij deze vorm van leren kiest de lerende ervoor om vrijwillig iets te leren, buiten de school (dit kan ook zonder leraar zijn, bijv. studiegroepen). Dit begrip kan dus niet worden verward met informeel leren ervaringsleren: hierbij ligt de nadruk meer op actiedoelen dan op leerdoelen. Het leren is meer een bijproduct dan een hoofdproduct van de activiteiten. Het leren wordt dan dus door niemand expliciet gepland. Eigenlijk zijn het hier meer de probleem oplossingsactiviteiten, de experimenten, de innovaties en ander menselijke handelingen die het leren bepalen, zonder dat de lerende zich er zelf van bewust is te leren.28
schematische weergave: Onder welke leervorm het leren valt hangt dus af van de volgende kenmerken: Locatie: waar wordt er geleerd? Kennis van de structuur: van tevoren bepaald of situationeel? Wie is de voornaamste sturende kracht:de lerende of de docent/begeleider/coach/etc.? Heeft de lerende vooraf de intentie om te leren? Beseft de lerende achteraf dat hij iets geleerd heeft?
28
de Waal, V. (2004) Uitdagend leren. Culturele en maatschappelijke activiteiten als leeromgeving
Bussum / uitgeverij Couchino / ISBN: 9062834175
35
Ter verduidelijking, worden de verschillende leervormen in het schema hieronder verdeeld, aan de hand van de bovengenoemde kenmerken:
Figuur 2a Leervorm
Locatie
Formeel leren
School
Structuur van
Voornaamste
Lerende
Lerende
de kennis
sturende
heeft
beseft dat
kracht
intentie
Van
om
er
iets
te leren
geleerd
tevoren
Docent
Ja
Ja
tevoren
Lerende
Ja
Ja
Lerende
Nee
is
bepaald Non-formeel leren
Buiten school
Van bepaald
Ervaringsleren
Verschillend
Situationeel
Afhankelijk van situatie
Informeel
Incidenteel leren
Verschillend
Situationeel
Lerende
Ja
Ja
leren
Zelfgestuurd
Verschillend
Situationeel
Lerende
Nee
Ja
Altijd & overal
Situationeel
Lerende
Nee
Nee
leren Socialisatie
Hoewel de verschillende vormen van educatie hier voor de duidelijkheid worden gescheiden, lopen zij in de praktijk vaak door elkaar heen. De grenzen tussen de vier leercontexten – formeel, non-formeel, ervaring en informeel – zijn niet al te scherp te trekken. Binnen elke categorie zijn schakeringen mogelijk29. Wanneer je in een formele omgeving, zoals een school iets leert over muziek, kun je helemaal opgaan in de muziek. Dit heeft een informeel karakter30. Ook de verschillende vormen van informeel leren lopen door elkaar heen. 31
Mensen die het leren binnen niet-formele en informele contexten weten te organiseren
en benutten voor zichzelf en anderen, hebben vaak ook een langere formele leerweg afgelegd. Van daaruit – en in combinatie met het milieu van herkomst – beschikken ze
29
leren in en kennissamenleving, verkenning de onderwijsraad.
http://www.onderwijsraad.nl/uploads/pdf/leren_in_een_kennissamenleving.pdf De (Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, opgericht in 1919. De raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op het gebied van het onderwijs.) 30
bron: “Studiemiddag Kunst in School & Vrije tijd: de vierde wetenschappelijke bijeenkomst van
Cultuurnetwerk Nederland en Stichting Lezen” 30 maart 2007, Utrecht. Verslaglegging: Congreskrant & Cultuurnetwerk Nederland 31
de Waal, V. (2004) Uitdagend leren. Culturele en maatschappelijke activiteiten als leeromgeving
36
over meer kwaliteiten op het terrein van het vormgeven van het eigen leerproces en kunnen en durven ze op dit terrein ook meer te experimenteren.
2.1.2 Verschillende leervormen gekoppeld aan de vier visies Iedere leeractiviteit die op of rond een festival plaatsvindt kan worden gekoppeld aan één van de besproken leervormen. Welke leervorm dat is verschilt natuurlijk per persoon en per situatie, maar in grote lijnen zijn er wel overeenkomsten. Dat komt naar voren wanneer je de tabel uit paragraaf 2.1.1 (figuur 2a) vergelijkt met de onderstaande tabel:
Figuur 2b Visie
Locatie
Educatie is:
Structuur van
Voornaamste
Lerende heeft
Lerende beseft dat er iets
de aangeboden
sturende kracht
intentie om te
is geleerd
kennis 1 onderwijs
School
leren
Van tevoren
Docent /
bepaald
begeleider
2 thema-
Op / rond
Van tevoren
Afhankelijk van
verdieping
Festival
bepaald
activiteit
3 bewust
Op festival
Van tevoren
festivalorganisatie
bepaald
(onzichtbaar)
maken
Ja
Ja
Ja
Ja / Nee
Nee
Nee/ ja
Nee
Nee
(aanbod) 4 persoonlijk
Op festival
Situationeel
Lerende
Wanneer je deze tabellen met elkaar vergelijkt zie je dat de vier visies gelijkenis vertonen met verschillende vormen van leren:
• visie 1: formeel leren • visie 2: non-formeel leren / zelfgestuurd leren (afhankelijk van de activiteit) • visie 3: incidenteel (doordat het festival als voornaamste sturende kracht onzichtbaar is wordt het door de lerende ervaren als incidenteel leren) • visie 4: socialisatie Informeel leren speelt dus met name een rol binnen de visies 3 en 4, en in sommige gevallen ook bij visie 2. In hoofdstuk 4 wordt gekeken of informeel leren ook een rol zou kunnen spelen binnen visie 1, bij het formele educatietraject dat wordt opgezet rondom het Gipsyfestival.
37
2.1.3 Informeel leren in de maatschappij De hiervoor vermelde typen van leren krijgen in de maatschappij niet dezelfde waardering. Binnen het onderwijs groeit langzaam maar zeker het aanzien van informeel leren. Over het algemeen geldt: hoe formeler en institutioneler het leren, hoe hoger het aanzien dat het in de samenleving geniet32. Dit heeft ermee te maken dat veel mensen de begrippen leren en educatie direct interpreteren volgens visie 1. Toch komt vanuit verschillende hoeken steeds meer aandacht voor informeel leren. Hieronder worden een drietal actuele voorbeelden beschreven, dat indirect ook het belang aangeeft van een koppeling tussen formeel en informeel leren.
Informeel leren op de werkplek Wanneer je op internet zoekt naar de term ‘informeel leren’ kom je vooral op websites die zich richten op ‘leren op de werkplek”33. Uit een onderzoek van het Researchinstituut voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) kwam naar voren dat het leerproces van de werkende voor maar liefst 94 procent bestaat uit informeel leren. Eén van de resultaten van dit onderzoek was dat een jaar niet werken wat de kennisontwikkeling betreft, overeen komt met een half jaar minder opleiding volgen. Dit geeft aan dat informeel leren -al is het vaak onbewust- toch een belangrijke plaats inneemt in onze maatschappij en dat het vaker voorkomt dan men in eerste instantie denkt. Qua leren op de werkplek moet er dus verder gekeken worden dan alleen naar formele bijscholingscursussen.
32
SDL P. 27
33
http://www.cinop.nl/expertisecentrum/publicaties/kenwerk/pag_23_Lerende_samenleving 38
Informeel leren en Interculturaliteit In paragraaf 2.1 werd het begrip informeel leren geïntroduceerd volgens de definitie gegeven door het Steunpunt Diversiteit en leren (SDL), voorheen het Steunpunt Intercultureel Onderwijs (ICO). Het doel van SDL is ervoor te zorgen dat individuen de interactie op het gebied van Interculturaliteit op een positieve manier invullen, de verschillende perspectieven en opvattingen begrijpen en waarderen, de medemensen die anders denken en handelen niet willekeurig uitsluiten en “wat dies meer zij”
34
In het
referentiekader dat hierop aansluit krijgt informeel leren een duidelijke rol toebedeeld. Zo wordt er gezegd dat leraren die informeel, alledaags leren van kinderen en jongeren met het formeel leren weten te vervlechten, er beter in slagen de voorraad kennis en vaardigheden van lerenden uit diverse sociale groepen – ook kwetsbare- te ontsluiten. Hier wordt dus letterlijk een koppeling tussen formeel en informeel leren gezien als mogelijk middel om problemen op het gebied van Interculturaliteit in de maatschappij op te lossen.
Informeel leren in de vrije tijd In veel gevallen werkt leren motiverend en stimulerend wanneer het verbonden is met vrije tijd en eigen keuzes die daarin gemaakt worden35. Scholen, ziekenhuizen (b.v. CliniClowns), kunstinstellingen en bedrijven zien er brood in, mensen in een “vrijetijdssetting” te brengen om daarmee eigen doelstellingen te verwezenlijken die gewoonlijk verder reiken dan ontspanning en vermaak. Daarmee wordt een appél gedaan op de wens tot een actieve betrokkenheid die bij veel mensen aanwezig is. Geen toeschouwer of passieve deelnemer meer, maar actief participerend en handelend. Ook (bron: uitdagende leren) beleidsmakers beseffen dat de vrije tijd aanknopingspunten biedt tot informeel (spelenderwijs) leren en dat het belangrijk is om een intrinsieke leermotivatie te kweken die ook van belang is voor formele leerprocessen. Ook op festivals is er sprake van deze vrijetijdssetting en kan er door middel van informeel leren –al dan niet in combinatie met formeel leren- een doelstelling worden behaald die verder reikt dan ontspanning en vermaak.
34
SDL p. 23
35
de Waal, V. (2004) Uitdagend leren. Culturele en maatschappelijke activiteiten als leeromgeving Bussum / uitgeverij Couchino / ISBN: 9062834175 39
2.2 Van ervaring naar leerervaring
2.2.1 Ervaring en beleving Ervaring neemt een centrale plaats in binnen informeel leren. In het boek “uitdagend leren” van Vincent de Waal9 is te lezen dat informeel leren verwijst naar een proces van leren uit ervaring in alledaagse situaties. Binnen informeel leren spelen ervaring en contact met personen in de directe sociale omgeving hierin een grote rol. Informeel leren ontstaat vrijwel altijd vanuit een bepaalde ervaring. Maar hoe zit dat met de ervaringen die je opdoet op een festival?
Wanneer je iemand vraagt om te vertellen wat hij zes maanden geleden op een willekeurige dag heeft gedaan, zal de persoon het moeilijk vinden om deze alledaagse dag naar voren te halen. Wanneer je diezelfde persoon vraagt wat hij allemaal heeft gezien op een festival dat hij zes maanden geleden heeft bezocht, is de kans op een duidelijk antwoord groter. Blijkbaar blijft een ervaring op een festival beter hangen dan een ervaring op een andere, alledaagse dag. Wat is hiervan de oorzaak? En hoe ontstaat die ervaring dan?
In veel gevallen speelt het leren dat op het festival plaatsvindt niet de hoofdrol, maar er valt wel van alles te beleven. In het boek” Events en beleven – het 5 wheel drive
concept”, geschreven door J. Rippen en M. Bos36, wordt dieper ingegaan op de beleving en de ervaring tijdens verschillende events37 waaronder ook festivals:
“Ervaring” en ‘beleving” hebben een verschillende betekenis. Beleven is ondervinden, meemaken en doen, veronderstelt dus (een minimale) participatie en er zit een begin en een eind aan. De betekenis die we aan die beleving verlenen (bv. wat een concert met ons doet) is de ervaring. De ervaring is dus de verwerking van de beleving en kan iemand een leven lang bijblijven. De verwerking begint al tijdens het festival, dus de ervaringen die je tijdens een festival opdoet, kunnen de volgende beleving en ervaring tijdens datzelfde event versterken. Het resultaat van een event is dus de integrale (complete) ervaring van alle verwerkte belevingen. Wat die met ons doet is de impact. Samen vormen die het resultaat.
36
Rippen, J & Bos, M (2008) Events en Beleven – Het 5 Wheel Drive-Concept/ Amsterdam /
ISBN:9879047300564 / www.5wheeldrive.nl 37
Het boek verstaat onder “event” behalve festival ook andere evenementen, bijvoorbeeld sport-events, reizen,
een bezoek brengen aan een tentoonstelling of pretpark, maar ook congressen, de kermis of een optocht.
40
De uiteindelijke ervaring ontstaat uit een individueel proces van activiteiten en inspanningen van de deelnemer zelf. Hij is dus zelf producent van zijn eigen ervaring. De ervaring is altijd persoonlijk en kan niet worden uitbesteed. Met deze uitspraak beschrijven Rippen en Bos onder ervaring een belangrijk kenmerk van informeel leren. De deelnemer is geen meewerkend of lijdend voorwerp, maar onderwerp. De nadruk mag dus niet liggen op vermaak, beleerd, ontroerd of geactiveerd worden. Als dat al zou lukken, dan is het effect ervan meestal niet duurzaam.
Voor het produceren van ervaring geven Rippen en Bos vier activiteiten en inspanningen van de deelnemer die nodig zijn:
Selecteren; op basis van behoefte, lust, smaak, aanbevelingen, verleiding & eerdere belevingen en
ervaringen. Ontvangen; van prikkels door de zintuigen (d.m.v. ruiken, voelen, zien, proeven en horen). Verwerken; prikkels onbewust gewaarwordingen toekenning van betekenis, waarde en de
daarmee verbonden emoties Deze geven nieuwe prikkels af. Dit proces speelt zich voor, tijdens en na het event af. Herinneren; d.m.v. ankers in je geheugen. Het ophalen van die herinneringen is een herkenbare sociale
activiteit. Herinneringen ophalen met een groep werkt bovendien versterkend.
De beleving en de ervaring van lang geleden hebben een kracht gekregen van een ervaring die je bijblijft, mede geconstrueerd door de herinnering en de betekenis die eraan verleend wordt. Het uitwisselen en vergelijken van onze persoonlijke herinneringen en ervaringen met die van anderen is meestal een genoegen (waarde) op zichzelf. Mede door de herinnering doet het effect van de beleving en ervaring (de impact) zich soms pas veel later voor: “achteraf heeft dat zo’n diepe indruk op mij gemaakt, dat realiseer ik me nu pas”.
Een festival leidt zo tot een specifiek persoonlijke en unieke indruk. De aard en intensiteit van iemands ervaring worden mede beïnvloed door het gezelschap waarin men zich bevindt en de stemming waarin men verkeert. Ook kunnen gebeurtenissen die kort op de belevenis volgen de aanvankelijke ervaring wegdrukken, versterken of omvormen.
41
Tweede werkelijkheid Voor dit onderzoek heb ik een school bezocht tijdens de “Mundial dag”, een feestelijke dag op school met verschillende activiteiten waarbij de leerlingen onder andere een voorstelling bekijken van een internationale act. (voor meer informatie, zie paragraf 4.2) In de pauze vroeg ik de docenten of ze dachten dat een dag als deze een diepere indruk op de leerlingen achter laat dan een “normale” lesdag. Daar waren zij het zeker mee eens; de routine wordt gebroken, deze dag is “anders dan anders”.
Bij informeel leren staat het opdoen van ervaringen in alledaagse situaties op de voorgrond. Maar een festival is, evenals de bovengenoemde “Mundial dag”, geen alledaagse situatie. De beleving, ervaring, en impact zijn op een festival of een ander event groter dan in het “gewone” dagelijkse leven. De reden daarvoor is, dat een bezoek aan een festival anders dan anders is.
Een festival is een tijdelijke vlucht uit het alledaagse. Het breekt met de gewone dagorde van mensen en vestigt tegelijk een andere orde. De deelnemers van het event verkeren tijdelijk in een tweede werkelijkheid. Dit is te vergelijken met een spel, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd. Terwijl je helemaal opgaat in het spel verkeer je tijdelijk in een andere, een tweede, werkelijkheid. Toch blijf je bewust van de “echte” wereld, van de eerste werkelijkheid. Dit moet je niet zien als een voortdurend besef, maar dat dit maar een spel is. Anders zou je er niet in kunnen opgaan. Er is, hoewel op de achtergrond, sprake van een latent realiteitsbesef. Iemand of iets uit de eerste werkelijkheid is in staat om je in één keer uit de “make-believe” van de tweede werkelijkheid te halen. De ban van het spel, de ban van de tweede werkelijkheid, is fragiel. Een event breekt met de gewone dagorde van mensen en creëert een tweede werkelijkheid, heeft eigen regels en afspraken en kent een onzekere uitkomst. Het is een speciale gelegenheid, afgezonderd in tijd en ruimte, niet gericht op productie en deelname aan events is vrijwillig. Mede doordat dit een unieke, niet alledaagse situatie is, blijft de ervaring die in deze tweede werkelijkheid wordt opgedaan beter hangen dan tijdens andere situaties het geval is.
Dit betekent dat een ervaring die wordt opgedaan op een festival intenser is, en daarmee een goede start kan vormen voor het (in)formele leerproces dat daarop kan volgen.
42
2.2.2 Van ervaring naar informeel leren We weten nu dat op een festival een ervaring kan ontstaan die intens is en beter blijft hangen dan een “normale” alledaagse ervaring. Maar wanneer kun je spreken van een leerervaring? Om een antwoord op die vraag te krijgen ga ik in op het begrip Leren:
Leren verwijst naar de persoon die leert, de “leerling” die zich ontwikkelt.38 omschrijft leren als “het omzetten van ervaringen in (nieuwe) kennis, vaardigheden en verhoudingen, die in nieuw gedrag uitgedrukt kunnen worden”.
Zelfs in zo’n beknopte definitie wordt duidelijk dat leren uiteenlopende processen omvat. Het kan tot cognitieve veranderingen (kennis) in de persoon leiden, maar ook tot affectieve (gevoel). Het kan leiden tot veranderingen in iemand zijn gedrag, maar ook beperkt blijven tot diens vermogen om op een bepaalde manier te handelen. Wanneer dit proces zich voordoet in afwezigheid van een vooraf opgezet curriculum, is er sprake van informeel leren.
Omdat mensen overal en gedurende hun hele leven ervaringen opdoen, kunnen zij voortdurend blijven leren; thuis, op school, op het werk, in de sportvereniging, in het café, voor de televisie enzovoort. Vaak gebeurt leren dan ook spontaan en onbedoeld, als een neveneffect van activiteiten die een ander doel hebben. Zo kunnen mensen heel veel leren van een act of van een ontmoeting op een festival, terwijl zij geen andere doel hadden dan met vrienden een leuke middag te beleven.
Het hangt er dus vanaf of de lerende ook daadwerkelijk –bewust of onbewust- iets met die ervaring doet. Wanneer dit wel het geval is kun je spreken van een leerervaring. Dat ‘iets met leren doen’ wordt gedaan in de vorm van leeractiviteiten.
38
de Waal, V. (2004), verwijst naar Jarvis (1987) 43
2.2.3 Leeractiviteiten op festivals Volgens Vermunt39 wordt de kwaliteit van het leren vooral bepaald door de kwaliteit van de leeractiviteiten die plaatsvinden. Prof. Simons geeft in zijn artikel40 het volgende schema met leeractiviteiten aan:
Figuur 2c
Nieuwsgierigheid Uitdaging Interesse Voorkennis Oefenen Uitproberen Gebruiken Toepassen
Selecteren Analyseren Gedeeltelijk begrijpen opnemen
Formuleren Vastleggen Reflecteren
Mening vormen Interacteren Betekenisconstructie Relateren Overzicht krijgen Organiseren
Naar aanleiding van dit schema heb ik een nieuw schema gemaakt (zie volgende bladzijde)In dit schema heb ik de verschillende leeractiviteiten op een rij gezet om een antwoord te geven op de vraag: kan een festival, op welke manier dan ook, een situatie scheppen waarin de genoemde leeractiviteit plaats zou kunnen plaatsvinden? (Let wel: bij leren wordt er gedacht vanuit de lerende. Hij bepaalt dus uiteindelijk of de leeractiviteit wel of niet plaatsvindt. Een festivalorganisatie kan alleen de mogelijkheid bieden en de deelnemer stimuleren) Indien het antwoord op deze vraag “ja’ is, geef ik een voorbeeld op welke manier dit zou kunnen plaatsvinden.
39
Vermunt, 1993
40
http://home.tiscali.nl/robertjansimons/publicaties/Krachtige%20leeromgevingen.doc
44
nr
Leeractiviteiten
Invloed
1
Nieuwsgierigheid
Ja
Uitdaging
Ja
Interesse
Ja
Voorbeeld
festival? Door promotie kan een bezoeker nieuwsgierig worden gemaakt voor een activiteit. Door spannende, afwisselende activiteiten aan te bieden kan het festival de bezoeker uitdagen om mee te doen. Door middel van een vooronderzoek of interessepeiling kan een organisatie vooraf kijken waar de interesses van hun publiek liggen en daarop inspelen. Voorkennis
Ja
Door middel van een weblog of andere vorm van informatieverstrekking kan een festival de bezoeker de kans geven voorkennis op te doen.
2
Selecteren
Ja
Door een activiteit interessant te maken voor de bezoeker kan een festival de kans vergroten dat de lerende de activiteit selecteert.
Analyseren
Nee
Gedeeltelijk begrijpen
Ja
Wanneer een
bezoeker een
vraag heeft
over
de
aangeboden kennis, hem of haar de mogelijkheid bieden die vraag te stellen aan een medewerker.
3
Opnemen
Nee
Mening vormen
Ja
Door middel van een open debat kan een bezoeker, naar aanleiding van de meningen die hij om zich heen hoort, worden gestimuleerd een eigen mening te vormen.
4
5
Interacteren
Ja
Betekenisconstructie
Nee
Relateren
Nee
Overzicht krijgen
Nee
Organiseren
Nee
Formuleren
Ja
Mogelijkheid scheppen tot interactie.
Een bezoeker kan deelnemen aan een debat waarin hij zijn mening formuleert.
Vastleggen
Ja
Bezoekers de kans geven om achteraf meer informatie op te zoeken, bijvoorbeeld door op een website een verslag te plaatsen van wat er allemaal heeft plaatsgevonden, foto’s te plaatsen, een forum op te zetten met reacties en belevenissen van andere bezoekers, etc.
6
Reflecteren
Ja
De bezoeker, indien gewenst, een (formeel) natraject
Oefenen
Ja
bieden in de vorm van scholing of een randactiviteit, of
Uitproberen
Ja
geïnteresseerde
Gebruiken
Ja
Toepassen
Ja
bezoekers
verwijzen
naar
andere
(culturele) instellingen die zouden kunnen aansluiten op wat er geleerd en beleefd is.
45
Uit dit schema blijkt dat een festival invloed kan uitoefenen op verschillende leeractiviteiten in verschillende stadia. Let wel: dat wil nog niet zeggen dat alle leeractiviteiten ook daadwerkelijk plaats zullen vinden. En wanneer zij plaatsvinden zal de leeractiviteit niet altijd optimaal zal zijn. Het blijft informeel leren, dus de bezoeker participeert uit vrije wil en houdt ermee op zodra hij geen zin meer heeft.
Er zijn een ook aantal leeractiviteiten waarbij dit niet het geval is. Analyseren, betekenisconstructie, relateren, overzicht krijgen en organiseren zijn de leeractiviteiten waarbij de lerende hetgeen wat geleerd wordt, koppelt aan zijn al bestaande kennis. Wat die kennis inhoudt is persoonlijk en het festival heeft daarom niet de mogelijkheid de lerende te helpen het geleerde een plaats te geven binnen wat hij al weet; dat zal hij zelf moeten doen.
Het belangrijkste dat naar voren komt is dat een festival, al is het soms maar in kleine hoeveelheden, de mogelijkheid kan scheppen om verschillende leeractiviteiten plaats te laten vinden en in een aantal gevallen de bezoeker ook daadwerkelijk kan stimuleren om iets te leren.
2.3 Het festival als ideale leeromgeving voor informeel leren 2.3.1 Het festival als krachtige informele leeromgeving Op een festival kunnen verschillende leeractiviteiten plaatsvinden. Maar leidt dat ook tot een krachtige leeromgeving? Krachtige leeromgevingen zijn, volgens Prof. dr. P.R.J. Simons leeromgevingen waarin sprake is van volwaardigheid in alle typen leeractiviteiten, waarin een evenwicht is tussen het formele leren, het actieleren (ook wel zelfgestuurd leren) en het ervaringsleren. Getracht wordt de lerende geleidelijk aan steeds beter in staat te stellen het leren zelfstandig vorm te geven.
46
Vincent de Waal verwijst in zijn boek naar Lodewijks. Hij beschrijft zes kenmerken van krachtige leeromgevingen:
1) Ze moeten compleet en rijk zijn. Hiermee bedoelt hij vooral dat ze uitdrukkelijk gericht zijn op begrijpen en voldoende afwisseling bieden. 2) Ze moeten uitnodigen tot activiteit. Het gaat erom dat de leerling iets met de leerstof doet, tot denkactiviteiten oproept en uitdagend is. 3) Ze moeten realistisch zijn of tenminste ergens naar verwijzen. Dat wil zeggen dat ze leerlingen laten ervaren dat leren situatie- en inhoudsgebonden is. Ook maken ze de leerling duidelijk wat ze met de verworven kennis en vaardigheden wel en niet kunnen doen 4) Ze moeten modellen bevatten en voorzien in coaching. Als model demonstreert de leerkracht of de leeromgeving welke leer- en denkactiviteiten kunnen worden ingezet. De coach biedt ondersteuning bij het selecteren en uitvoeren van deze leer- en denkactiviteiten. 5) Ze moeten de navigatie langzamerhand overlaten aan de lerende. Dit betekent dat in het begin van een leerproces veel sturing wordt gegeven en dat deze geleidelijk aan, wanneer de leerling daar aan toe is, meer wordt verwacht ván en meer ruimte wordt geboden voor zelfsturing dóór de leerling. 6) Ze moeten systematisch het besef van eigen bekwaamheid bij de leerling ontwikkelen. Door van tijd tot tijd het leren af te zetten tegen -ook zelf bepaalde - normen kan de leerling zicht krijgen op de mate waarin hij/zij competenter is geworden. Dit besef van eigen bekwaamheid kan namelijk een belangrijke motiverende rol spelen bij het leren.
Om te zien of een festival een krachtige leeromgeving kan zijn, toets ik deze kenmerken aan het “Tibet dorp” op het Ticket for Tibet festival41. Voor mijn onderzoek heb ik dit festival bezocht. Dit speciaal voor het festival opgezette dorp bestond uit een stuk of 10 nomadententen waarbinnen over verschillende onderwerpen op verschillende manieren informatie werd verstrekt. Zo waren er foto- en filmpresentaties, Tibetaanse kunstwerken, meditatiecursussen, een tent met uitleg over Tibetaanse geneeskunde, etc. Ook waren er speciale activiteitententen voor kinderen, die daar mandala’s mochten maken of proefjes konden doen. Ik heb gekozen voor dit voorbeeld omdat in dit Tibetdorp meerdere manieren van passieve en actieve educatie, die op verschillende festivals voorkomen één geheel vormden. Naar aanleiding van mijn eigen ervaringen in het Tibetdorp heb ik het volgende schema ingevuld.
In het volgende schema koppel ik de zes kenmerken aan het voorbeeld van het Ticket for Tibetfestival en geef ik aan of deze kenmerken wel of niet voorkomen op dit festival (+/-)
Figuur 2d
47
Kenmerk
Compleet
Voorbeeld: Tibetdorp op Ticket for Tibet festival
en
De tenten
bieden
voldoende afwisseling en de
Conclusie:
+
Op een festival:
/-
Kan een rijke en complete
+
rijk
informatie die gegeven wordt is goed te begrijpen.
ervaring voorkomen.
Uitnodigen tot
De nomadententen maken je nieuwsgierig; doordat je
Kan een omgeving worden
activiteit
wilt weten wat er binnen te zien is ga je naar binnen.
opgezet
Eenmaal binnen word je –mits het niet te druk is-
activiteit en uitdagend is.
die
uitnodigt
+
tot
aangespoord door medewerkers om (zowel actief als passief) mee te doen aan de activiteit. Wat je leert is confronterend; de Tibetaanse cultuur is duidelijk anders dan de onze en dat zet je direct aan het denken.
Realistisch
Door de setting in nomadententen krijg je als bezoeker
Kan
een goed beeld van hoe de Tibetanen leven. Hierdoor
gecreëerd die verwijst naar
een
situatie
worden
zijn de presentaties direct te plaatsen in een context
een realistische situatie.
+
die verwijst naar een levensechte situatie en daardoor beter te begrijpen is.
Voorzien van
Er was geen sprake van docenten, wel waren er
Kan door iemand met meer
coaching
mensen die informatie verstrekten over een bepaald
kennis
onderwerp.
informatie
van
het
-
onderwerp worden
overgedragen,
maar
van
coaching is (mede door de korte duur van het festival) geen sprake.
Langzamer-
Omdat er geen sprake was van docenten werd er ook
Omdat het eigen initiatief en
geen “navigatie overgedragen”. Wel bezoek je de
de motivatie van de bezoeker
navigatie
tenten op eigen initiatief, en laat je, eenmaal binnen,
de aanzet geven tot het leren
overlaten aan
je sturen door je eigen interesse. De rol ligt dus al
is er geen
de lerende
vanaf het begin bij de lerende.
overdragen van de navigatie
Systematisch
In het Tibetdorp lag de nadruk op het verstrekken van
Wanneer een festival als doel
het besef van
informatie.
heeft
eigen
competentie. In de kindertenten werd de kinderen wel
informeren, is er geen sprake
bekwaamheid
geleerd hoe ze een knutselwerkje konden maken,
van
ontwikkelen
waarna ze zelf aan de slag konden.
bekwaamheid.
hand
de
-
sprake van het
van het leren.
41
Er
werd
niet
toegewerkt
naar
een
het
het
publiek
ontwikkelen
-
te
van
www.ticketfortibet.com 48
Hieruit is het volgende af te leiden: Een festival kan voldoen aan drie van de zes kenmerken van een krachtige leerervaring: het kan compleet en rijk zijn, uitnodigen tot activiteit en kan verwijzen naar een realistische situatie Omdat de leeractiviteit op vrijwillige basis plaatsvindt en het festival maar van korte duur is, is er geen sprake van coaching of van een leerkracht die langzamerhand het leerproces overlaat aan de lerende. Om diezelfde redenen ontstaat er bij de leerling/bezoeker ook geen systematisch besef van eigen bekwaamheid. Wanneer een bezoeker van het festival gemotiveerd is om van zijn bezoek aan het Tibetdorp te leren, krijgt hij tijdens deze activiteit op verschillende manieren informatie toegespeeld. Door de interessante setting (verschillende huisjes) wordt hij nieuwsgierig gemaakt om binnen te kijken en op die manier nieuwe dingen te weten te komen. Ook kan hij zelf selecteren wat hij interessant genoeg vindt om meer van te willen weten.
De eisen die worden gesteld aan een krachtige leeromgeving zijn geformuleerd met het oog op onderwijs- of werksituaties. Een festival valt niet onder deze categorie en kan daardoor ook niet aan de eisen van een krachtige leeromgeving voldoen. Er is op een festival geen sprake is van een docent of coach die de bezoekers/lerenden aanstuurt, derhalve is er ook geen sprake van formeel leren. Maar in deze definitie noemt Prof. Simons behalve de eerdergenoemde leeractiviteiten nog twee andere vormen van leren, namelijk zelfgestuurd leren en ervaringsleren. Binnen deze twee leervormen kan op een festival wél veel worden geleerd, waardoor het wel een sterke aanzet geeft tot een krachtige leersituatie.
Om uiteindelijk toch een krachtige leeromgeving te creëren, zoals beschreven in de theorieën van Simons en Lodewijks, zijn er ook mogelijkheden, bijvoorbeeld in de vorm van een scholingstraject of een formele randactiviteit. Hierin kunnen de andere kenmerken worden toegevoegd aan de leerervaringen die worden opgedaan tijdens het festival om daarmee uiteindelijk wél tot een krachtige leeromgeving te komen. Hierop wordt verder ingegaan in hoofdstuk 4 waar wordt bekeken op welke manier informeel leren een rol kan spelen binnen het formele educatietraject van het Gipsyfestival.
49
Wanneer dit formele traject ontbreekt kun je wel spreken van een leeromgeving die de voorwaarden schept om informeel leren te laten plaatsvinden. Daarom geef ik hieronder een eigen definitie van een nieuwe krachtige leeromgeving voor informeel leren. Deze moet: compleet een rijk zijn uitnodigen tot activiteit realistisch zijn of op zijn minst daarnaar verwijzen de bezoekers stimuleren en motiveren om bewust of onbewust leeractiviteiten te ondernemen
2.3.2 Informeel leren tastbaar maken Het is duidelijk dat op een festival op informele wijze veel kan worden geleerd. Tijdens mijn literatuuronderzoek heb ik echter in geen van de bronnen een duidelijk instrument gevonden om informeel leren te “meten”. Dat heeft te maken met een belangrijk kenmerk van informeel leren:Je kunt mensen niet onderwerpen aan testen, toetsen en assessments, want dan ga je ze ongewild toch weer inkapselen in ‘schoolse’ omgeving. Dat kan afschrikkend werken en daarmee het informele leerproces frustreren. Toch denk ik dat er een mogelijkheid is om informeel leren tastbaar te maken, namelijk door middel van een vraaggesprek.
Informeel leren is een hele persoonlijke manier van leren. Het initiatief tot leren komt vanuit het individu zelf, en wat er geleerd wordt is per persoon verschillend. Het is daardoor niet mogelijk om een objectief meetinstrument toe te passen. Wél is het mogelijk om in een gesprek met de lerende, aan de hand van wat hij heeft ervaren te kijken of hij iets heeft geleerd. De drie vormen waarin informeel leren kan worden verdeeld (zelfgestuurd leren, incidenteel leren en socialisatie) hebben ieder hun eigen kenmerken. Het belangrijkste kenmerk van zelfgestuurd leren is dat de lerende zich bewust is van het feit dat hij iets aan het leren is. In dat geval kan dus gewoon aan de lerende worden gevraagd wát hij wil leren en waarom hij ervoor kiest om op een bepaalde manier informatie tot zich te nemen. Bij incidenteel leren weet de lerende vooraf niet dat hij iets gaat leren, maar wordt hij zich achteraf wel bewust dat leren heeft plaatsgevonden. Wanneer je de persoon achteraf vraagt wat hij heeft geleerd zal hij hierop dus kunnen antwoorden. Bij socialisatie is dit niet het geval. De lerende leert onbewust, en beseft achteraf niet dat leren heeft plaatsgevonden. Om hem te kunnen vragen wat hij heeft geleerd zul je eerst (in een gesprek of op een andere manier) de
50
lerende moeten laten beseffen dat leren heeft plaatsgevonden. In dat geval zet je een socialisatieproces om in incidenteel leren.
Wanneer je de lerende/ondervraagde vraagt naar zijn leerervaring is het belangrijk dat zowel de vrager als de ondervraagde dezelfde definitie van leren hanteren. Dat is alleen nodig wanneer je de ondervraagde letterlijk naar zijn leerervaring vraagt. Het is ook mogelijk de ondervraagde te vragen naar wat hij heeft gezien, gedaan of meegemaakt, wat die ervaringen met hem heeft gedaan en of hij daardoor anders is gaan denken. Wanneer je er op die manier vragenderwijs achter komt dat er een verandering in het gedrag is opgetreden, zoals beschreven in paragraaf 2.3 kun je constateren dat leren heeft plaatsgevonden. In dat geval komt het woord leren niet ter sprake, en wordt het informele leerproces niet verstoord.
Bij deze methode is de lerende zelf de belangrijkste indicator; hierdoor is het moeilijk om objectief vast te stellen hoe effectief de leeractiviteit wel of niet is geweest. Ook zijn de resultaten van verschillende mensen moeilijk te vergelijken. Wél kan een dergelijk gesprek
een
goede
aanleiding
zijn
tot
een
vervolgtraject.
Wanneer
de
lerende/ondervraagde zich bewust wordt van het feit dat hij geleerd heeft vanuit zijn eigen motivatie kan dit een goede aanzet zijn om in de toekomst verder te leren op zelfgestuurde, non-formele of formele wijze.
Om deze hypothese te toetsen heb ik acht jongeren het Gipsyfestival laten bezoeken en hen, na afloop, vragen gesteld over hun ervaringen en belevingen. De resultaten van dit gesprek zijn te lezen in paragraaf 3.2
51
2.4 Antwoord op de deelvraag
“Op welke manier(en) kan op een festival informeel leren tot stand komen, hoe kun je dat tastbaar maken en (hoe) kan een festivalorganisatie informele leerervaringen stimuleren?”
Op een festival kan informeel leren op drie manieren voorkomen, namelijk in de vorm van incidenteel leren, zelfgestuurd leren en socialisatie. Van welke manier er sprake is hangt ervan af of de lerende vooraf de bedoeling heeft om iets te leren en of hij achteraf beseft dat leren heeft plaatsgevonden. Deze zijn te koppelen aan visie 2, 3 en 4 uit het vorige hoofdstuk.
Om tot een informele leerervaring te komen moeten de bezoekers hun beleving van het festival omzetten in ervaring door vóór, tijdens en na het festival de vier stadia van ervaring te doorlopen. Deze ervaring is, mede doordat je tijdens een festival in een tweede werkelijkheid verkeert, sterker dan een gewonde ‘alledaagse’ ervaring.
Om te spreken van informeel leren moet de ervaring worden omgezet in verschillende leeractiviteiten die de bezoeker zowel bewust als onbewust kan ondernemen. Het festival kan deze leeractiviteiten stimuleren door een situatie te scheppen waarin deze leeractiviteiten kunnen plaatsvinden en door de bezoekers te motiveren tot het ondernemen van die leeractiviteiten. Dit kan worden gedaan door op het festival een situatie te creëren die compleet en rijk is, uitnodigt tot activiteit en realistisch is, of tenminste daarnaar verwijst. Of de leerervaring ook daadwerkelijk plaatsvindt hangt uiteindelijk af van de bezoeker zelf. Hiermee kan het festival een krachtige leeromgeving voor informeel leren creëren.
Deze informele leerervaringen kun je tastbaar maken door middel van een gesprek, waarin de festivalbezoeker wordt gevraagd naar wat hij heeft gezien, gedaan of meegemaakt, wat die ervaringen met hem hebben gedaan en of hij daardoor anders is gaan denken. Wanneer je er op die manier vragenderwijs achter komt dat er een verandering in het gedrag is opgetreden, kun je constateren dat leren heeft plaatsgevonden.
52
In het volgende hoofdstuk wordt deze theorie getoetst door middel van een onderzoek onder acht jonge bezoekers van het Gipsyfestival.
53
Hoofdstuk 3:
Informeel leren op het Gipsyfestival 54
Hoofdstuk 3: Informeel leren op het Gipsyfestival Op 25 mei 2008 werd alweer de 12e editie van het internationale Gipsyfestival gehouden in de Interpolistuin in Tilburg. Wanneer je educatie vanuit visie 4 bekijkt, moet er door de bezoekers op die dag informeel geleerd zijn. In dit hoofdstuk ga ik na of dit ook daadwerkelijk het geval was en op welke manieren de effecten van dat informele leren kunnen worden versterkt bij en toegepast op het Gipsyfestival in 2009. Dit ga ik doen aan de hand van de volgende deelvraag:
Deelvraag 3: Op welke manier(en) wordt er informeel geleerd tijdens het Gipsyfestival en hoe kan het festival de positieve effecten hiervan in de toekomst versterken?
3.1 Het international Gipsyfestival 2008 3.1.1 Wat is het Gipsyfestival? Het International Gipsyfestival42 is voor het eerst in 1997 georganiseerd en wordt sindsdien jaarlijks in Tilburg gehouden. Het betreft een evenement dat ontstaan is uit belangstelling voor de zigeunercultuur in het algemeen (o.a. muziek, dans, beeldende kunst) en uit interesse voor de historie en maatschappelijke positie van Roma en Sinti in Nederland en elders, in het bijzonder. Het festival vindt telkens plaats in het laatste weekend van mei.
De doelstelling van Het International Gipsyfestival is zoveel mogelijk aspecten van de zigeunercultuur onder de aandacht van een breed publiek te brengen, waarbij ook de geschiedenis en de huidige maatschappelijke positie van Sinti en Roma voor het voetlicht worden gebracht. Daarnaast belicht het festival de grote invloed die zigeuners op onze muziekcultuur hebben. In het kader hiervan is een nieuw cultureel-educatief project opgezet, waar in deze toelichting aandacht aan gegeven wordt.
42
www.gipsyfestival.nl 55
Op de festivaldag zelf is er van 14.00 tot 21.00 uur op verschillende podia van alles te zien. Het programma van 2008 bestond uit: • Muziek optredens (nationale en internationale acts van hoge kwaliteit, allen passen binnen het Gipsygenre) • Romeny Jag43 (een ensemble dat muziek combineert met dans, gedichten en verhalen) • Gadjo Joe 44 (Belgische verhalenverteller vertelt vanuit zijn woonwagen oude zigeunerverhalen)
Vanaf 2003 is het Gipsyfestival een meerdaags evenement, waarbij in de weken daaraan voorafgaand o.a. tentoonstellingen/fotomanifestaties, films en documentaires, lezingen, educatieve programma’s en schoolvoorstellingen plaats vinden. Het International Gipsyfestival is het enige festival in Nederland (en de Benelux en Duitsland) dat zich op deze schaal en inhoudelijke wijze richt op de cultuur van Sinti en Roma. Het festival organiseert onder andere:
• Muziekconcerten op verschillende poppodia in Tilburg • Gipsy Brass in Tilburg (optredens in de binnenstad) • Film- & documentaireavonden over de cultuur etc. van zigeuners in Europa • Tentoonstellingen • Het geheim van de Gipsy (Een avond georganiseerd om de Roma en Sinti te leren kennen, door middel van o.a. verhalen, boekpresentaties en traditionele gerechten) • Gipsy Talents (een talentenjacht onder Sinti- en Roma jongeren op het gebied van dans, zang en muziek) • Gipsy Road Show (een afgeleide van het Gipsy Festival, bestaande uit o.a. uit een minikaravaan met authentieke woonwagens, een barwagen, een tent met expositievoorzieningen en een circustent met concertfaciliteiten)
(Voor dit onderzoek is ook een uitgebreide beschrijving van alle activiteiten op en rond het Gipsyfestival gemaakt. Deze in te zien, mail hiervoor naar
[email protected])
43
www.freewebs.com/romeny-jag/
44
http://www.joebaele.be/ 56
3.2 Hoe en wat wordt er (informeel) geleerd op het Gipsyfestival?
In hoofdstuk 1 was te lezen dat volgens visie 4 er bij een festivalbezoek door iedere bezoeker informeel geleerd wordt. In hoofdstuk 2 was te lezen dat de beleving en ervaring die op festivals plaatsvinden intensiever zijn dan die in het “normale” dagelijkse leven. In deze paragraaf ga ik, aan de hand van een klein onderzoek, na of dit het geval was bij de afgelopen editie van het Gipsyfestival.
Ik heb een aantal jongeren kunnen uitnodigen op het festival en hun gevraagd naar hun mening over wat zij die dag hadden gezien en beleefd en wat zij ervan vonden (1).
3.2.1 You-Cult, opzet & doelstellingen
You-Cult You-Cult is een project dat is opgezet door UITmarketingburo. UITmarketingburo biedt Brabantse culturele instellingen marketingdeskundigheid met als doel om meer publiek aan cultuur te laten deelnemen. Hiervoor maakt zij gebruik van de expertise die haar moederorganisatie Cubiss heeft, onder meer op gebied van onderzoek, training en ICTdiensten. Voor meer informatie zie www.uitmarketingburo.nl.
You-Cult heeft vijf functies: 1. Klankbordfunctie voor culturele instellingen 2. Ambassadeursfunctie 3. Olievlekwerking 4. Leerpunten culturele instellingen 5. Meer bezoekers bereiken
Iedere maand ontvangen de deelnemers (bestaande uit een groep van ongeveer 50 jongeren in de leeftijd 16-25) per e-mail informatie over een aantal culturele activiteiten in Tilburg die zij gratis kunnen bezoeken. Als tegenprestatie geven zij, na afloop van de activiteit, hun mening, bijvoorbeeld in de vorm van het schrijven van een recensie, het invullen van een enquête of het houden van een groepsgesprek.
Naar aanleiding van vermelding in de You-Cult e-mail reageerden 8 jongeren. Met deze jongeren heb ik op 25 juni het Gipsyfestival bezocht. Voor aanvang en na afloop van het
57
festival heb ik hen vragen kunnen stellen. Twee weken later heb ik hen per e-mail nog een aantal vragen gestuurd om te kijken naar de effecten op de langere termijn.
Opzet Het onderzoek bestond uit 3 delen:
Deel
Tijd
1
Voor
Locatie
Manier
van
Verwerking
Aantal
Aantekeningen
7
interviewen het
Persoonlijk vragen gesteld
gemaakt
Pannenkoekenrestaurant
Groepsinterview
Voicerecorder en
-
E-mail-enquete
festival 2
Direct na het festival
3
2 weken na
respondenten
Bushalte bij de ingang
8
aantekeningen Computer
7
het festival
Doelstellingen
Primaire doelstelling Het belangrijkste doel van dit onderzoek was het toetsen van de theorie die is opgesteld in hoofdstuk 2. Aan de hand van een aantal paragrafen uit dat hoofdstuk zijn de volgende vragen opgesteld:
1. Welke vormen van leren hebben bij de deelnemers plaatsgevonden voor, tijdens en na het bezoek aan het Gipsyfestival? (zie 2.1.1) 2. Hebben de deelnemers de vier stadia van ervaring doorlopen? (zie 2.2.1) 3. Hebben er leeractiviteiten plaatsgevonden en zo ja, op welke manier gebeurde dat? (zie 2.2.3) 4. Was er, mede door de activiteiten die zijn ingezet voor dit onderzoek, sprake van een krachtige leeromgeving voor informeel leren? (zie 2.3.1) 5. Klopt het dat informeel leren door middel van een vraaggesprek tastbaar te maken is? (zie 2.3.2)
Secundaire doelstelling Het educatietraject zal zich uiteindelijk gaan richten op jongeren. Op het leeftijdsverschil na (de geïnterviewde jongeren zijn tussen de 18 en 25 jaar) wijkt deze doelgroep weinig af van middelbare scholieren (denk aan afkomst, sociale achtergrond en voorkennis).
58
Daarnaast zijn alle deelnemers festivalbezoekers en vallen ze daarmee in de doelgroep van educatie op festivals.
De secundaire doelstelling van dit onderzoek luidt dan ook als volgt: Door middel van een vraaggesprek ontdekken welke vragen er leven onder de deelnemers om op die manier het educatietraject en het Gipsyfestival beter aan te laten sluiten op de doelgroep.
Aan de hand van deze doelstelling zijn de volgende vragen opgesteld: 1. Over welke thema’s willen de jongeren naar aanleiding van het Gipsyfestival meer weten? 2. Welke aanbevelingen zijn uit dit onderzoek af te leiden voor het educatietraject? 3. Welke aanbevelingen zijn uit dit onderzoek af te leiden voor het Gipsyfestival?
59
3.2.2 Conclusies primaire doelstelling
1. Welke vormen van leren hebben bij de deelnemers plaatsgevonden voor, tijdens en na dit onderzoek? (zie 2.1.1) In het onderstaande schema wordt per leervorm met argumenten uitgelegd of deze leervorm wel of niet (J/N) heeft plaatsgevonden:
Leervorm
J/N
Argument
Formeel leren
N
Gedurende het leerproces was er geen sprake van een vooraf vastliggend curriculum met leerdoelen en er was geen docent of coach aanwezig, dus informeel leren heeft niet plaatsgevonden.
Non-formeel leren
N
De deelnemers bezochten het festival niet met het doel er iets van te
Ervaringsleren
N
leren. Non-formeel leren ervaringsleren en zelfgestuurd leren hebben
N
dus niet plaatsgevonden.
J
Achteraf gaven verschillende deelnemers aan dat het festival beter was
Zelfgestuurd leren Incidenteel leren
blijven hangen door het nagesprek en dat dit niet het geval was geweest, als dit gesprek niet had plaatsgevonden. Ook hebben zij deels
Informeel
bewust een aantal leeractiviteiten ondernomen tijdens het gesprek (zie
leren
verderop in dit verslag). Hoewel zij dit zelf geen leren noemen, beseffen zij wel dat deze activiteiten hebben plaatsgevonden. Er heeft dus wel incidenteel leren plaatsgevonden. Socialisatie
J
Uit het gesprek bleek dat de jongeren verschillende ervaringen hebben opgedaan. Naar aanleiding van deze ervaringen hebben zij, vooraf, tijdens en na het festival, onbewust leeractiviteiten ondernomen. Socialisatie
heeft
dus
wel
plaatsgevonden.
Wanneer
wordt
teruggekeken op het festival is bij iedere respondent iets anders het beste bijgebleven. Dit strookt ook met de leertheorie van socialisatie, waarbij men ervan uit gaat dat iedere festivalbezoeker zijn eigen persoonlijke leerervaringen beleeft en iets anders meeneemt in zijn herinnering.
60
2. Hebben de deelnemers de vier stadia van ervaring doorlopen? (zie 2.2.1) In paragraaf 2.2.1 werd dieper ingegaan op het begrip ervaring. Er werd uitgelegd dat voor het produceren van ervaring vier activiteiten en inspanningen van de deelnemer nodig zijn, namelijk selecteren, ontvangen, verwerken en herinneren. De deelnemers hebben -waarschijnlijk onbewust- al deze stadia doorlopen:
Selecteren Alle deelnemers hebben het Gipsyfestival geselecteerd uit een lijst van activiteiten van You-Cult. Ze gaven hiervoor verschillende redenen, zoals “het was de enige activiteit waarvoor ik kon” en “een vriend vroeg of ik zin had om mee te gaan”. Op het festival zelf vormden de deelnemers groepjes van 2 of 3 personen. Per groep werd besloten andere acts te bekijken. Deze werden geselecteerd op de informatie uit het programmaboekje, of door aanbevelingen van anderen.
Ontvangen van prikkels door de zintuigen Alle deelnemers hebben tijdens het festival diverse prikkels ontvangen. Tijdens het groepsgesprek hebben ze verteld wat ze hebben gezien, gehoord, geproefd en gevoeld.
Verwerken (speelt zich voor, tijdens en na het event af) Vooraf hadden de deelnemers al verschillende verwachtingen van het festival. Dit betekent dat ze de informatie die ze hadden ontvangen over het festival hadden omgezet in verwachtingen. Tijdens het festival werd door de groepjes onderling gesproken over waar ze naar keken en wat ze daarvan vonden. Het gesprek achteraf was ook een duidelijke vorm van verwerking.
Herinneren Tijdens het nagesprek -op korte termijn dus- konden de deelnemers zich nog veel van het festival herinneren. Uit de e-mailenquete bleek dat alle deelnemers ook op lange termijn zich nog best veel van het festival konden herinneren. Zelfs de deelnemer die aangaf zich niets meer van het festival te kunnen herinneren gaf wel aan dat hij met een positieve indruk terugkeek op het festival. Dit kwam volgens hem voornamelijk door de diversiteit van bezoekers. Hij wist dus toch nog wel íets.
61
3. Hebben er leeractiviteiten plaatsgevonden en zo ja, op welke manier gebeurde dat? (2.2.3) In paragraaf 2.2.3 werden verschillende leeractiviteiten genoemd. Deze komen terug in het onderstaande schema. In het schema wordt aangegeven of deze leeractiviteit heeft plaatsgevonden en in welk stadium van het onderzoek dit heeft plaatsgevonden (vooraf, tijdens het festival, tijdens het vraaggesprek of achteraf/tijdens het invullen van de e-mailenquete). Ook staat erbij beschreven op welke manier dit naar voren is gekomen tijdens het onderzoek. Wanneer de deelnemers zelf tijdens het onderzoek hebben aangegeven dat een leeractiviteit plaatsvond, wordt aangegeven dat deze leeractiviteit bewust is ondernomen. Wanneer dit niet het geval is ga ik er vanuit dat de leeractiviteit onbewust is ondernomen. Dit betekent niet dat de deelnemers ook bewust hebben geleerd, de leeractiviteiten werden door de deelnemers niet als leren beschouwd.
Nr.
Leeractiviteit
stadium
1
Nieuwsgierigheid
Vooraf
Hoe?
Bewust
Verschillende deelnemers gaven aan vooraf
Ja
nieuwsgierig te zijn naar wat ze zouden gaan zien. Uitdaging
Nagesprek
In de discussies werden de deelnemers zowel
Nee
door elkaar als door mij uitgedaagd om na te denken over hun ervaringen. Interesse
Vooraf
Een deel van de deelnemers had deze
Ja
activiteit geselecteerd uit interesse voor het festival. Voorkennis
Vooraf
Enkele deelnemers hadden van tevoren de
Ja
folder, de website of de poster bekeken. Hun voorkennis
bestond
ook
uit
verschillende
vooroordelen over zigeuners.
62
2
Selecteren
Vooraf
&
tijdens festival
Alle
deelnemers
hadden
het
Gipsyfestival
Ja
geselecteerd uit een lijst van activiteiten van You-Cult. Op het festival zelf vormden de deelnemers groepjes van 2 of 3 deelnemers. Per groep werd besloten andere acts te bekijken. Deze werden geselecteerd op de informatie uit het programmaboekje, of door aanbevelingen van anderen.
Analyseren
Nagesprek
Deze leeractiviteiten vonden plaats tijdens het
Nee
Gedeeltelijk begrijpen
Nagesprek
groepsgesprek.
Door
Ja
Nagesprek
werden ze niet
alleen gemotiveerd om na te
Opnemen 3
Mening vormen
Nagesprek
vragen
en
discussies
denken over hun eigen beleving en die te
Nee Ja
analyseren, maar werden ze ook gemotiveerd hun mening te vormen. Enkele deelnemers gaven achteraf aan dat ze door het nagesprek de informatie beter in zich hadden opgenomen. Interacteren
Nagesprek
Tussen de deelnemers onderling vond in de
Nee
vorm van discussie flink wat interactie plaats. Betekenisconstructie
Nagesprek
Doordat de deelnemers geen kader hebben om
Nee
de opgedane informatie in de plaatsen, hadden zij moeite om overal de betekenis van te begrijpen, maar ze waren er wel mee bezig. 4
Relateren
Nagesprek
De deelnemers relateerden de opgedane kennis bewust
en
onbewust
direct
aan
Ja & nee
hun
vooroordelen. Overzicht krijgen
Nagesprek
Tijdens het gesprek kwamen de deelnemers er
Ja & nee
achter dat ze veel vooroordelen hebben over zigeuners, maar geen duidelijk beeld hebben van zigeuners in Nederland. Zij komen hier dus zélf achter wanneer ze bezig zijn met het zoeken naar overzicht, maar komen er niet helemaal uit.
5
Organiseren
-
Formuleren
Nagesprek
Door het nagesprek werden de deelnemers
Ja
gemotiveerd hun mening duidelijk te formuleren. Vastleggen
-
Behalve dat er tijdens het festival wat foto’s zijn
-
gemaakt voor de website van You-Cult, is er door de deelnemers geen informatie vastgelegd. Reflecteren
Achteraf
Door de e-mail enquête hebben alle deelnemers minstens
twee
weken
na
het
Ja
festival
gereflecteerd op hun festivalbezoek en het groepsgesprek
63
6
Oefenen
-
Er is geen nieuwe situatie waarin de opgedane
-
Uitproberen
-
ervaring opnieuw kan worden uitgeprobeerd,
-
Gebruiken Toepassen
-
gebruikt of toegepast. Het is natuurlijk wel mogelijk dat een deelnemer zich in de toekomst
-
in een situatie bevindt waarin hij de opgedane kennis wel gebruikt, maar dat is in dit onderzoek niet naar voren gekomen.
In alle stadia van het onderzoek (vooraf, tijdens het festival, tijdens het vraaggesprek of achteraf/tijdens het invullen van de e-mail enquête) hebben de deelnemers – bewust en onbewust- leeractiviteiten ondernomen. De meeste leeractiviteiten vonden plaats tijdens het nagesprek, en dus niet tijdens het festival zelf.
4. Was er, sprake van een krachtige leeromgeving voor informeel leren? (zie 2.3.1) De ervaring van de deelnemers werd mede door dit onderzoek compleet en rijk (het bood voldoende afwisseling), het nodigde de deelnemers tot activiteit (het groepsgesprek daagde de deelnemers uit tot denkactiviteiten) en was realistisch (het leren was situatiegebonden).
In dit geval was het niet louter het festival, maar dit onderzoek dat de deelnemers aanzette tot leeractiviteiten. In dat opzicht is dit onderzoek te beschouwen als een verdiepende randactiviteit; een losse op zichzelf staande activiteit met een begin en een einde, die in het thema staat van het festival. Het doel en de doelgroep waren van tevoren bepaald. Hieruit blijkt dat, wanneer je informeel leren bij festivals vooraf of nadien bewust maakt, dit kan leiden tot een diepere leerervaring en bevestigt daarmee ook het belang van educatie.
5. Is informeel leren door middel van een vraaggesprek tastbaar te maken? (zie 2.3.2) Ik heb de deelnemers tijdens het groepsgesprek niet naar hun leerervaringen gevraagd. Wel heb ik ze naar hun ervaring gevraagd, op de manier zoals beschreven in paragraaf 2.3.2: Ik heb ze gevraagd naar wat ze hebben gezien, gedaan en meegemaakt, wat die ervaringen met hen hebben gedaan en of ze naar aanleiding van die ervaring anders zijn gaan denken.
64
Naar aanleiding van dit vraaggesprek heb ik geconstateerd dat leerervaringen hebben plaatsgevonden, zonder het informele leerproces te verstoren. De theorie die ik heb beschreven in paragraaf 2.3.2 heb ik hiermee bevestigd.
3.2.3 Conclusies secundaire doelstelling 1. Over welke thema’s willen de jongeren naar aanleiding van het Gipsyfestival meer weten? Tijdens het groepsgesprek bleek dat de jongeren er moeite mee hadden om bepaalde informatie die werd opgedaan in een kader te plaatsen. Zo gaven deelnemers gedurende het gesprek aan dat ze te weinig kennis hebben van verschillende elementen binnen de zigeunercultuur. Dit leidde tot verwarring, onbegrip en riep vragen op. Tijdens het gesprek kwamen daaruit de volgende behoeften naar boven: De jongeren hebben wel vooroordelen maar geen duidelijk beeld over ‘echte’ zigeuners behoefte aan uitleg over “echte zigeuners” en hun cultuur Het Gipsyfestival presenteert kwalitatief de beste muzikale Gipsy-acts van dit moment, maar dat maakte op de deelnemers weinig indruk. Ook riepen de “vreemde’
muziekinstrumenten
vragen
op
Behoefte aan uitleg over zigeunermuziek en de bijbehorende instrumenten De jongeren zijn nieuwsgierig naar de verhalen van de zigeuners, maar begrijpen niet waarom verhalen vertellen nou zo belangrijk is binnen de zigeunercultuur
behoefte aan meer verhalen en uitleg over de rol van verhalen binnen de Gipsycultuur 2. Wat levert dit onderzoek op m.b.t. het educatietraject De meeste mensen in deze groep gaven aan dat het festival beter is blijven hangen, omdat het is nabesproken. Ze konden twee weken na het festival nog letterlijk herhalen wat ze hebben gezien en wat er is besproken. Eén van hen zei bewuster te hebben gekeken omdat ze van tevoren wist dat het achteraf besproken zou worden. Een ander gaf aan dat haar indruk van het festival minder positief was geweest zonder nabespreking. Hieruit kun je afleiden dat het nabespreken van een festival bij de meeste respondenten heeft geleid tot een diepere leerervaring. Dit bevestigt sterk het belang van educatie waardoor blijkbaar ook elementen uit globale ervaringen een sterkere betekenis kunnen krijgen. Ook bewijst het dat, wanneer je informeel leren bij festivals vooraf of nadien bewust maakt, dit kan leiden tot een diepere leerervaring. 65
Door het gesprek kwamen de jongeren er achter dat ze veel vooroordelen hebben over zigeuners, maar geen duidelijk beeld hebben van zigeuners in Nederland. Dit onduidelijke beeld van zigeuners geeft aan dat het educatietraject, dat op dit moment wordt opgezet. van groot belang is.
De deelnemers hadden vóór het bezoek aan het festival geen (in)formele leerweg afgelegd op het gebied van zigeuners en de zigeunercultuur. Door gebrek aan deze informatie waren zij op de eerdergenoemde vlakken niet in staat hun eigen leerproces vorm te geven en hadden zij geen kader om de infomeel opgedane informatie in te plaatsen. Dit is een argument om in een mogelijk formeel voortraject aandacht te besteden aan deze onderwerpen door te zorgen voor meer begrip en een kader waarin de
jongeren
de
informatie
zouden
kunnen
plaatsen.
De
genoemde
thema’s
(zigeunercultuur, muziek en verhalen) kunnend daarin dan een rol krijgen.
Wat opviel tijdens het groepsgesprek was dat de jongeren het idee kregen dat de artiesten op het podium geen representatief beeld gaven van de “echte” zigeuners. Dit zou kunnen liggen aan hun vooroordelen, of aan de afstand die een podium creëert. Ik kan hiervoor geen verklaring geven, maar er moet bij een eventueel educatietraject wel rekening gehouden worden met een dergelijke reactie van de leerlingen.
De deelnemers hebben ook een tweetal acts bezocht die waarschijnlijk een rol gaan vervullen in het educatietraject voor scholen, te weten Gadjo Joe en Romeny Jag: Over Gadjo Joe waren de deelnemers enthousiast, waaruit ik afleid dat Gadjo Joe zeker een mooie rol zou kunnen gaan spelen in het educatietraject. De manier waarop Romeny Jag een dialoog op gang wilde brengen was in deze situatie niet erg succesvol. Wanneer zij een rol zouden gaan spelen in een educatietraject moet hier misschien een andere vorm voor worden gevonden.
Voor meer informatie over het educatietraject: zie hoofdstuk 4
3. Wat levert dit onderzoek op voor het Gipsyfestival? De entreeprijs is voor jongeren te hoog en zorgt ervoor dat jongeren het festival niet snel zullen bezoeken. Daarmee valt een mooie kans om door middel van dit festival in aanraking te komen met de andere kant van zigeuners weg. Een oplossing voor dit
66
probleem zou volgens de deelnemers een verlaagde entreeprijs voor jongeren zijn, tussen de 5 en 10 euro.
De Interpolistuin past niet bij het beeld dat jongeren van zigeuners hebben. Het valt op dat zij als oplossing voor dit probleem een situatie beschrijven die lijkt op de Gipsy Road show, een evenement dat de organisatie van het Gipsyfestival al biedt. Mocht het Gipsyfestival een jongerenpubliek willen bereiken, dan zullen de activiteiten beter onder jongeren moeten worden gepromoot. Gedurende het gesprek stelden zij meerdere malen activiteiten voor die al door het Gipsyfestival als randactiviteiten buiten het festival om worden aangeboden, zoals dans en film. Geen van de deelnemers wist van het bestaan van deze activiteiten.
Ook op het festival zelf zouden de eerdergenoemde thema’s een plaats kunnen krijgen door op verschillende manieren de bezoekers meer te vertellen over de achtergrond van de Sinti en Roma, hun cultuur, muziek en verhalen. Daarbij zou er behalve op de podia ook in de andere activiteiten die op het festival worden georganiseerd meer aandacht kunnen komen voor de zigeunercultuur, bijvoorbeeld door het broodje hamburger te vervangen door een traditioneel zigeunergerecht.
3.3 Mogelijkheden tot informeel leren op het Gipsyfestival 3.3.1 Op welke manier kan de organisatie van het Gipsyfestival zorgen dat er een krachtige leeromgeving voor informeel leren ontstaat? Een festival kan de voorwaarden voor een ideale informele leeromgeving scheppen door voorzieningen te treffen voor: Een complete en rijke ervaring: door te zorgen voor een omgeving die gericht is op begrijpen en voldoende afwisseling biedt. Een omgeving die uitnodigt tot activiteit: door te zorgen voor een uitdagende omgeving die bij de bezoekers leer- en denkactiviteiten oproept. Een belangrijk onderdeel
hiervan
is
de
bezoeker
stimuleren
leeractiviteiten
te
laten
ondernemen. een omgeving die realistisch is of daarnaar verwijst; de bezoekers laten ervaren dat, hetgeen geleerd wordt, situatie en inhoudsgebonden is en de bezoekers duidelijk maken wat zij met de opgedane informatie kunnen doen.
67
3.3.2 Voorbeelden van manieren waarop informeel leren vorm zou kunnen krijgen op het Gipsyfestival 2009 Er zijn vele manieren om als organisatie van het Gipsfestival een omgeving te scheppen die oproept tot informeel leren. Om een idee te geven van de mogelijkheden worden in deze paragraaf een aantal suggesties gedaan. De tips en voorbeelden hieronder zijn voor de overzichtelijkheid geordend onder de drie bovengenoemde kenmerken. Veel van de voorbeelden kunnen ook onder meerdere categorieën vallen. De lijst is tot stand gekomen op basis van bezoeken aan andere festivals en websites en naar aanleiding van tips en opmerkingen van onder andere Letty Ranshuysen en deelnemers aan het YouCult onderzoek.
Tips voor een complete en rijke ervaring Verschillende randactiviteiten die al door het Gipsyfestival worden georganiseerd kunnen ook een plaats krijgen op het festival zelf. Zo kunnen films en documentaires niet alleen buiten het festival om, maar ook óp het festival zelf worden vertoond, bijvoorbeeld in een aparte tent. De catering en andere stands onderdeel laten zijn van het geheel door bijvoorbeeld traditionele gerechten te serveren. Meer aandacht voor disciplines anders dan muziek, door bijvoorbeeld een dansgroep uit te nodigen. Naast muzikale acts op een podium ook een aantal muzikanten bijvoorbeeld op de rand van de vijver te laten spelen, zo is alles goed te zien en te horen, en wordt de afstand tussen muzikant en bezoeker verkleind. Een ruimte maken waar lezingen kunnen worden geven en mensen voor een klein publiek hun eigen verhaal kunnen vertellen. Het festival promoten onder jongeren en ze nieuwsgierig maken voor het festival (en de entreeprijs voor jongeren verlagen) om op die manier ook deze doelgroep de kans te bieden om op een laagdrempelige manier kennis te maken met de positieve kanten van de zigeunercultuur. Op het festival waren al een aantal tentjes te zien met daarin oude zigeunerfoto’s. Deze activiteit is eenvoudig uit te breiden door mensen te laten vertellen wat er op die foto’s te zien is en waarom dat zo belangrijk is, of door banieren met informatie op te hangen.
Een ruimte maken waarin koptelefoons hangen waar de bezoeker verhalen kan horen over de geschiedenis van de Sinti en Roma.
68
Tips voor een omgeving die uitnodigt tot activiteit Een activiteit organiseren die lijkt op het You-Cult gesprek: mensen stimuleren om tijdens een sociale activiteit (bijvoorbeeld samen eten of schilderen) te praten en samen na te denken over hun ervaringen op het festival, hun vooroordelen etc. Bezoekers niet alleen passief laten beleven maar ook actief, bijvoorbeeld door het geven van live dansworkshops. Een stand of tent opzetten waarin uitleg wordt gegeven over verschillende traditionele instrumenten en bezoekers de kans geven deze instrumenten te bespelen. Door woonwagens open te stellen voor publiek, en de eigenaar van de wagen actief mensen te laten uitnodigen voor een kop koffie en een goed gesprek, om op die manier de drempel om naar binnen te gaan weg te nemen. Eventueel kunnen woonwagens worden ingericht als tentoonstellingsruimte. Op het festival een debat of discussie organiseren over een actueel thema zodat, deelnemers aan het debat, hun eigen mening formuleren en delen met anderen. Tips voor een omgeving die realistisch is of daarnaar verwijst Naast
het programmaboekje een boekje/folder
met achtergrondinformatie
aanbieden. Geïnteresseerde bezoekers verwijzen naar vergelijkbare activiteiten of andere situaties die zorgen voor verdieping. Bijvoorbeeld door de bezoekers te wijzen op de verschillende randactiviteiten die worden georganiseerd voor het Gipsyfestival. De bezoekers door middel van foto’s, film en gesprekken een beeld geven van hoe het dagelijks leven op een zigeunerkamp eruit ziet.
69
3.4 Antwoord op de deelvraag
Op welke manier(en) wordt er informeel geleerd tijdens het Gipsyfestival en hoe kan het festival de positieve effecten hiervan in de toekomst versterken?
Tijdens het Gipsyfestival 2008 werd door de bezoekers wel veel ervaren en beleefd (de vier stadia van ervaringen werden doorlopen) maar met die ervaring werd verder niets gedaan, waardoor er maar weinig echte leerervaringen plaatsvonden. Dat kwam doordat (informele) leeractiviteiten tijdens het festival niet werden gestimuleerd en doordat de bezoekers vooral passief keken naar de verschillende optredens en nergens actief aan konden deelnemen.
De deelnemers aan het You-Cult onderzoek hebben meer leerervaringen opgedaan omdat zij na afloop van het bezoek aan het festival hebben deelgenomen aan een groepsgesprek waardoor verschillende leeractiviteiten werden gestimuleerd.
Het Gipsyfestival heeft verschillende mogelijkheden om in de toekomst een krachtige leeromgeving
voor informeel leren te creëren. Dit kan gedaan worden door te zorgen
voor en complete een rijke ervaring, een omgeving die uitnodigt tot activiteit en een omgeving die realistisch is of daarnaar verwijst. Het is daarbij erg belangrijk dat het festival verschillende leeractiviteiten stimuleert. Op die manier kan het festival aansluiten op de criteria van de ideale informele leeromgeving.
70
71
Hoofdstuk 4:
Informeel leren gekoppeld aan het educatietraject rondom het Gipsyfestival
72
Hoofdstuk 4: Informeel leren gekoppeld aan het educatietraject rondom het Gipsyfestival In de vorige hoofdstukken heb ik onder andere besproken welke vormen van informeel leren er zijn en op welke manier deze vormen van leren op het Gipsyfestival plaats zouden kunnen vinden. In dit hoofdstuk ga ik kijken of soortgelijke leermomenten ook een plaats kunnen krijgen in het educatietraject, dat op dit moment wordt opgezet rondom het Gipsyfestival. Dit wil ik doen aan de hand van de volgende deelvraag;
Deelvraag 4: Op welke manier kan het informeel leren op het Gipsyfestival worden gekoppeld aan het formele educatieproject dat op dit moment wordt opgezet door o.a. Cubiss en welke te verwachten voordelen levert dit op?
4.1 Beschrijving van het educatietraject In de vorige hoofdstukken heb ik onder andere besproken welke vormen van informeel leren er zijn en op welke manier deze vormen van leren op het Gipsyfestival plaats zouden kunnen vinden. In dit hoofdstuk ga ik kijken of soortgelijke leermomenten ook een plaats kunnen krijgen in het educatietraject, dat op dit moment wordt opgezet rondom het Gipsyfestival.
Dit onderzoek wordt gedaan in opdracht van Cubiss in Tilburg. Cubiss is op dit moment bezig met de voorbereidingen van een meerjarig educatief project rond het internationale Gipsyfestival. Er is een werkgroep samengesteld
uit medewerkers van Cubiss,
International Gipsyfestival, Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma, Schatten van Brabant en CiST. Van iedere partner hebben één of meerdere personen plaatsgenomen in de werkgroep45.
45
Cubiss –Albert Bull en Marijke Trienekens- www.cubiss.nl / International Gipsyfestival -Albert Siebelink-
www.gipsyfestival.nl / Stichting Rechtsherstel Sinti en Rom a – Jan Kuipers en Lalla Weisz- www.srsr.nl / Schatten van Brabant -Heleen Moors en Sim one Kramer- www.schattenvanbrabant.nl / CiST -Jan Stoelwww.cist.nl
73
4.1.1 Pilot educatietraject: “Mijn Eigen Gipsyfestival Op School” De plannen voor het educatietraject rondom het Gipsyfestival worden steeds concreter. Door Albert Siebelink, Albert Bull, Marijke Trienekens en mijzelf is het volgende plan opgezet voor het Sondervick College in Veldhoven, dat na de zomervakantie heeft aangegeven mee te willen werken aan de pilot:
Het plan is geschreven onder de werktitel ‘Mijn Eigen Gipsyfestival Op School’. Gedurende een projectweek, waarin de leerlingen op verschillende manieren informatie krijgen over de cultuur van de Sinti en Roma werken de leerlingen toe naar hun eigen gipsyfestival dat op de laatste dag van het project zal plaatsvinden.
Al in de weken voordat het project begint zal in de school op verschillende manieren aandacht worden gevraagd voor de cultuur van de Sinti en Roma in Nederland. Er wordt aandacht aan besteed in de lessen, er worden schilderijen opgehangen door de school en er komt een aankondiging op internet. Vervolgens komt iemand uit de Sinti-Romagemeenschap als gastdocent aankondigen dat er een groot festival zal worden georganiseerd waar alle leerlingen van het VMBO aan mee zullen werken. Daarbij zal aan de leerlingen uitleg worden gegeven over waarom het project wordt opgestart, inclusief uitleg over de Sinti en Roma geschiedenis, de Tweede Wereldoorlog, hun huidige positie in de maatschappij, hun talenten etc.
De projectweek begint met een openingsfestival op school. ‘s Ochtends wordt gestart met een film, waarna Gadjo Joe46 een verhaal komt vertellen. De bijeenkomst wordt afgesloten met een vrolijk optreden Van Romeny Jag1 . Na deze opening krijgen de leerlingen een keuze uit verschillende workshops. Deze hebben allemaal de Gipsycultuur als thema, maar belichten ieder een ander aspect (bijvoorbeeld muziek maken, kunstwerken
maken,
verhalen
vertellen,
toneel,
dans,
film
maken,
workshop
festivalorganisatie, artikelen schrijven voor tijdschrift etc.). Naar aanleiding van deze workshops maken de leerlingen, onder begeleiding van docenten en workshopbegeleiders, een eigen presentatie met als thema “Sinti en Roma”. De resultaten hiervan worden gepresenteerd tijdens het “Eigen Gipsyfestival Op School”
46
Zie voor uitleg paragraaf 3.1.3
74
Dit festival is niet alleen toegankelijk voor leerlingen en docenten, maar ook voor ouders en mensen uit de Sinti en Roma gemeenschap en andere belangstellenden. Er wordt gezorgd voor eten en drinken en het feest wordt afgesloten met de Gipsy Roadshow
1
Na afloop van het project zal het worden geëvalueerd door middel van interviews en gesprekken met leerlingen en docenten. De resultaten van de evaluatie zullen worden verwerkt en toegepast in het volgende project.
Wanneer het Sondervick College instemt met onze plannen zal er ook een panel worden opgericht. Dit panel zal bestaan uit geïnteresseerde en gemotiveerde leerlingen die graag willen meedenken met dit project. Met dit panel worden leuke ontmoetingen en activiteiten georganiseerd waarin we de leerlingen uitdagen mee te denken. Op die manier houden we contact met de doelgroep.
Dit plan is verder uitgewerkt in een schema, te vinden in de bijlage.
4.1.2 Positie van het educatietraject van het Gipsyfestival ten opzichte van andere festivals Het educatietraject rondom dit festival is een reactie op de eerste visie op educatie: er wordt direct gedacht aan school, scholenprojecten en lespakketten. Eerder in dit verslag was al te lezen dat in 2007 slechts 18 Nederlandse festivals van de ca. 450 festivals in ware zin een educatiepakket op de website hadden staan. Wat het Gipsyfestival gaat doen is dus redelijk uniek.
Het educatietraject wordt opgezet vanuit een idealistische motivatie; de directeur ziet het als zijn ‘missie’ om ervoor te zorgen dat er meer begrip komt voor Sinti en Roma in Nederland en zet daarvoor educatie in.
4.1.3 Het educatietraject rondom het Gipsyfestival als krachtige leeromgeving In paragraaf 2.3.1 werd gesteld dat een formeel educatietraject dat aansluit op een festivalbeleving ervoor kan zorgen dat een festivalervaring voldoet aan de zes kenmerken van een krachtige leeromgeving47. Aan de hand van het onderstaande schema wordt gekeken per kenmerk of dit wel of niet (+/-) het geval is bij het plan dat nu is opgezet:
47
Lodewijks, zie 3.3.1 75
Kenmerk
Educatietraject
+
Compleet en rijk
Het educatietraject biedt voldoende afwisseling en is gericht op begrijpen
+
Uitnodigen tot activiteit
De leerling moet daadwerkelijk iets met de stof doen: het moet worden verwerkt
+
/-
in een presentatie. Dit roept denkactiviteiten op en is uitdagend omdat hij iets mag doen wat hij normaal onder schooltijd niet leert.
Realistisch
De leerlingen horen uit de eerste hand hoe het leven van Sinti en Roma in
+
Nederland eruit ziet. Daarnaast leren ze hoe een festival wordt opgezet en wat daar allemaal bij komt kijken.
voorzien van coaching
De docenten en workshopbegeleiders vertellen de leerlingen op welke manier de
+
opdracht kan worden ingevuld. Wanneer leerlingen er niet uitkomen zijn zij er om
ze
te
begeleiden.
(Docenten
vanuit
didactisch
oogpunt
en
workshopbegeleiders vanuit hun expertise)
Langzamerhand de
Aan het begin van het project is alles gestructureerd. In de loop van het
navigatie overlaten aan de
educatietraject mag de leerling zelf kiezen voor welke discipline hij kiest en op
lerende
welke manier hij invulling geeft aan de presentatie. Doel is de leerling hierin zo
+
vrij mogelijk te laten.
Systematisch het besef
Iedere leerling maakt zelf een presentatie en presenteert die aan het publiek. Op
+/
van eigen bekwaamheid
die manier krijgt hij inzicht in de mate waarin hij competenter is geworden.
-
ontwikkelen
Omdat het project maar 3 dagen duurt en draait om één opdracht is er geen sprake van systematische ontwikkeling
Door de duur van het traject is er geen sprake van een ‘systematische ontwikkeling’ in het besef van eigen bekwaamheid van de leerling, maar alle andere kenmerken worden wel behaald. Je kunt dus stellen dat de festivalervaring (voor meer over dit begrip, zie paragraaf 4.2) in combinatie met een formeel educatietraject in dit geval voldoet aan de kenmerken van een krachtige leeromgeving.
4.2 Een festivalervaring op school: een informele (leer)ervaring in een formele omgeving
De school is een formele omgeving, waar de nadruk vrijwel altijd ligt op formeel leren. Maar toch is het mogelijk om in die formele situatie een informele leeromgeving neer te zetten, door middel van een ‘festivalervaring’ op school. In deze paragraaf wordt dit begrip verder uitgelegd.
76
4.2.1 Praktijkvoorbeeld: Mundial in de klas Er zijn maar weinig festivals die een educatietraject voor scholen hebben opgezet. Mundial Productions heeft dit wel gedaan en heeft inmiddels ook ruime ervaring op het gebied van lesprojecten op scholen die aansluiten bij de doelen van festival Mundial. Eén van hun projecten is “Mundial in de klas”48, wat veel raakvlakken heeft met het educatietraject dat door het Gipsyfestival en Cubiss wordt opgezet. Daarom ben ik een dag meegelopen met groep 5 van basisschool “de Lochtenbergh” in Tilburg, om te kijken welke effecten een educatieproject in festivalsfeer op de leerlingen heeft. Een uitgebreide beschrijving van die dag is te vinden in de bijlage.
Naar aanleiding van deze meeloopdag heb ik de volgende conclusies getrokken: De krachtigste leerervaring zat niet in de voorstelling of in de les, maar in het spontaan samen eten, dansen en zingen met de Indiase artiesten (zie kader) Hoewel dit in de school plaatsvond had dit toch een informeel karakter: het was niet van tevoren gepland, er was geen doel aan verbonden, de leerlingen hadden niet het gevoel dat ze aan het leren waren en de docent hield zich op de achtergrond:
(’s middags eten alle leerlingen op school. Onverwacht komen een aantal Indiase artiesten mee-eten) Dan beginnen de meisjes te gillen. Ze hebben ondertussen één van de Indiase jongens zo ver gekregen dat hij voor ze gaat dansen, op voorwaarde dat ze allemaal mee doen. Wat volgt is –volgens mij- het hoogtepunt van de hele dag. Er wordt geklapt, gezongen en gedanst door de jongens. De kinderen die durven, doen enthousiast mee. Sommigen een beetje gegeneerd, anderen vol overgave. Tafels en stoelen veranderen in trommels, en iedereen lacht en straalt. De jongens zingen Indiase nummers, de kinderen zingen na aanzet van meester Marcel ook een Nederlands liedje. Andere leden van de groep komen erbij staan. Ik ben echt onder de indruk van wat er allemaal gebeurt
De docenten denken allemaal dat deze dag de leerlingen nog lang bij zal blijven. Misschien niet de boodschap, maar wel de ervaring, beleving en kennismaking met een andere cultuur. Ze zeggen dat deze dag voor de leerlingen “anders dan anders” is, de routine wordt doorbroken en daarom een diepere indruk op de leerlingen achterlaat dan een normale lesdag. De docenten bevestigen hiermee wat is beschreven in paragraaf 2.2.3, waarin staat dat bezoekers op een festival tijdelijk in een tweede realiteit leven.
48
Voor meer informatie zie www.mundialproductions.nl 77
De Mundial-dag is een feest voor de leerlingen en wordt mede door de indeling van de dag (eten en overblijven) en de voorstelling door de leerlingen ervaren als heel speciaal.
4.2.2 introductie begrip ‘festivalervaring op school’ Een ‘festivalervaring op school’ is een feestelijke ervaring die plaatsvindt tijdens schooltijd maar los staat van vooraf opgestelde formele leerdoelen. Deze ervaring is uniek (‘anders dan anders’) en kan later worden omgezet in een leerervaring. Dit is een eigen definitie. Ik heb deze definitie opgesteld naar aanleiding van mijn ervaringen tijdens de ‘Mundial in de klas-dag’.
Een festivalervaring op school kan veel verschillende vormen aannemen. Denk bijvoorbeeld aan een ‘echt’ festival zoals een Gipsyfestival in de aula of een Tibet-dorp zoals op het Ticket for Tibet-festival op het sportveld naast de school. Maar het kan ook kleiner; een voorstelling in de gymzaal kan bij de leerlingen ook al een festivalervaring veroorzaken, zoals het geval was tijdens de ‘Mundial in de klas-dag’. Deze hele dag werd door de leerlingen ervaren als een feest.
Een festivalervaring heeft de kracht van een ervaring en kan daardoor de leerlingen een leven lang bijblijven. Om deze ‘festivalervaring’ te laten ontstaan op school moet met de volgende punten rekening worden gehouden: Beleving
en
ervaring
moeten
centraal
staan
(zie
paragraaf 2.2.2).
De
omstandigheden moeten zo zijn dat de vier stadia van ervaring door de leerlingen kunnen worden doorlopen: ze moeten kunnen kiezen wat ze gaan beleven en hoe ze dat doen (selecteren), verschillende zintuigen moeten worden geprikkeld (ontvangen), de leerlingen moeten de kans krijgen de informatie zelf om te zetten in een ervaring (verwerken) en gemotiveerd worden om achteraf nog eens aan de activiteit terug te denken (herinneren) De leerlingen moeten de kans krijgen om ‘in de ban van het spel’ te raken (zie paragraaf 2.2.3) en daardoor even te ‘vergeten’ dat ze op school zijn. De ervaring krijgt zo een uniek en informeel karakter. Deze ‘tweede werkelijkheid’ heeft eigen regels en een onzekere uitkomst, waardoor het een speciale aangelegenheid wordt die de ervaring versterkt en later beter te herinneren is.
78
Het is belangrijk dat deze ervaring voor de leerlingen een zo informeel mogelijk karakter heeft, zodat het kan worden ervaren als een feest. Ze moeten niet het gevoel krijgen dat ervan geleerd moet worden.
Als docent of begeleider kun je voor een dergelijke festivalervaring alle omstandigheden vooraf naar je hand zetten en op die manier de situatie sturen. Er kan een programma worden bedacht, er worden tijden aan gekoppeld, er wordt een omgeving ingericht etc. Ook kunnen er in de periode voor en na de festivalervaring formele lesactiviteiten worden georganiseerd die vooruitblikken op wat komen gaat, of terugblikken op de ervaring. Maar tijdens de festivalervaring zelf moet de ervaring worden losgelaten.
Een festivalervaring op school leidt niet direct tot een leerervaring. De ervaring kan bijvoorbeeld ook ontstaan tijdens een carnavalsfeest of schoolfeest waarbij het enige doel is samen feest te vieren. Echter een festivalervaring kan ook een aanzet zijn tot leren, een leerervaring op zich worden of een feestelijke afsluiting zijn van een leerproces, zoals bij de ‘Mundial in de klas dag’. In dat geval wordt er een formeel leertraject vooraf en/of achteraf op aangesloten. Er wordt dan getracht een ideale leeromgeving te creëren, zoals in paragraaf 4.1.4. Ook zonder dat formele voor en/of natraject kan een festivalervaring een enorme impact hebben, wat soms al genoeg kan zijn. Marcel van den Weegen, docent groep 5 op basisschool de Lochtenberg zegt naar aanleiding van de ‘Mundial in de klas dag’49hierover het volgende: “De beleving en de
kennismaking met een andere cultuur is voor deze leerlingen al genoeg. Daardoor blijft deze dag nog lang bij de leerlingen hangen”. 4.2.3 Van festivalervaring op school naar informeel leren Net als bij een ervaring op een festival moet er bij de overgang van een festivalervaring op school naar een leerervaring sprake zijn van leeractiviteiten. Deze leeractiviteiten vinden in dit geval voornamelijk plaats in het formele traject rondom de festivalervaring, waarbij wordt gericht op de kenmerken van een krachtige leeromgeving. In dat geval is er echter geen sprake meer van een informele leerervaring.
Maar op welke manier kunnen de festivalervaringen dan wel worden omgezet in een informele leerervaring? Dit kan door een situatie te scheppen waarin deze leeractiviteiten spontaan plaats kunnen vinden. Dit vereist een programma met activiteiten die de
49
bron: verslag in bijlage 79
leerlingen van begin tot eind boeien en in beslag nemen50. Beleven is niet passief maar actief. Het is ondervinden en zowel figuurlijk als letterlijk meemáken en meedóen. Dit zou kunnen gebeuren wanneer de leeractiviteiten worden aangeboden in een spelvorm. Zo zullen sommige leerlingen een traditionele Indiase dans bijvoorbeeld beter begrijpen wanneer ze worden uitgedaagd om mee te doen. Ze ervaren dat dan als een spel, maar er vinden ook leerervaringen (uitdaging, gedeeltelijk begrijpen) plaats. Zo kun je leeractiviteiten laten plaatsvinden en tegelijkertijd de tweede werkelijkheid in tact houden.
Maar ook zonder vooropgezette (spel-)structuur kunnen informele leerervaringen ontstaan. Wanneer leerlingen hun ouders na afloop vertellen wat ze van het evenement vonden, formuleren zij bijvoorbeeld hun mening, wat een leeractiviteit is. Of de festivalervaring op school leidt tot een informele leerervaring hangt dus af van de verwerking van de leerling zelf, maar in veel gevallen vinden die leerervaringen spontaan plaats.
4.3 formele educatie aan laten sluiten op informele leerervaringen Door een festivalervaring te combineren met een formeel educatietraject kan een krachtige leeromgeving ontstaan. Dit was al te zien bij de plannen die zijn opgezet voor het educatietraject rondom het Gipsyfestival. Maar er zijn nog andere manieren om formeel leren te laten aansluiten op informele leerervaringen. Bij een festivalervaring op school kunnen de omstandigheden waaronder de ervaring plaats gaan vinden vooraf gedeeltelijk worden bepaald. Tijdens de ervaring zelf kan door docenten niet goed worden gestuurd, omdat er anders geen sprake meer is van een informele leerervaring. Wanneer je formele educatie wilt laten aansluiten op deze leerervaring zul je dus moeten gaan denken in voor- en natrajecten. Beide trajecten bieden verschillende mogelijkheden. Een aantal daarvan worden in deze paragraaf besproken.
50
Bron: Rippen, J & Bos, M (2008) Events en Beleven – Het 5 Wheel Drive-Concept
Amsterdam / ISBN:9879047300564 / www.5wheeldrive.nl
80
4.3.1 Formele voortrajecten: Voortrajecten hebben als doel de leerling voor te bereiden op wat komen gaat. Dat kan op de volgende manieren: Kader bieden: In het gesprek met de jongeren van You-Cult kwam naar voren dat de jongeren door gebrek aan voorkennis de ervaringen op het festival soms niet konden plaatsen. Daardoor begrepen zij af en toe niet waarom bepaalde dingen gebeurden. Wanneer de jongeren van tevoren uitleg gegeven was over bepaalde thema’s (zoals de cultuur of muziek van de Sinti en Roma) was het voor hen makkelijker geweest om de opgedane informatie een plaats te geven. Een mogelijk voortraject kan dus bestaan uit het geven van achtergrondinformatie, met als doel de leerlingen de kans te geven de opgedane informatie te verwerken binnen een bepaalde context. Verwachting opwekken Een voortraject kan ook bestaan uit het opwekken van een verwachting: de leerlingen nieuwsgierig maken voor wat komen gaat en ze op die manier openstellen voor de ervaring. Het is belangrijk dat de verwachting die wordt gewekt in balans is met wat de ervaring zal bieden: een te hoge verwachting kan ervoor zorgen dat een ervaring tegenvalt, een te lage verwachting kan de nieuwsgierigheid veranderen in weerstand. Leerconcept openbreken: In dit onderzoek worden verschillende vormen van leren en educatie besproken. Toch denken leerlingen bij leren over het algemeen alleen aan formeel leren. Wanneer je hen er in een voortraject van bewust maakt dat er meer vormen van leren zijn, zullen zij de festivalervaring wellicht bewuster beleven en achteraf kunnen formuleren dat zij ook werkelijk van deze ervaring hebben geleerd. Denk hierbij aan een uitleg over leeractiviteiten. In dat geval is er sprake van zelfgestuurd- of ervaringsleren. Wel moet hierbij in acht worden gehouden dat de leerling niet het gevoel krijgt dat hij ‘nu iets moet gaan leren’. In dat geval zou je niet meer van een informele festivalervaring kunnen spreken en daarmee de kracht van de ervaring wegnemen.
81
4.3.2 Formele natrajecten: Nagesprek: Het nagesprek dat met de deelnemers van You-Cult plaats vond is een goed voorbeeld van een natraject. Het reflecteren op een ervaring is ook een leeractiviteit. Dit gesprek leidde bij de meeste deelnemers tot een diepere leerervaring. Kader bieden Niet alleen het voortraject maar ook een natraject kan de leerlingen een kader bieden. Wanneer dit wordt gedaan in het natraject kan worden ingespeeld op vragen die tijdens de festivalervaring onder de leerlingen zijn ontstaan. Op die manier wordt de context niet van boven af bepaald, maar reageert die op de intrinsieke nieuwsgierigheid van de leerling. De ervaring als onderwerp De ervaring die is opgedaan kan in een natraject veranderen in het onderwerp van de leerstof. Een muzikale festivalervaring (bijvoorbeeld het bijwonen van een concert) kan bijvoorbeeld leiden tot muziekles van een muzikant. In dat geval geeft de ervaring het kader waarin de formele leerstof kan worden geplaatst. Ervaring als motivatie Wanneer de leerling het festival positief heeft ervaren en erachter komt dat een formeel leertraject hierop aansluit kan de festivalervaring de motivatie voor het leren worden: ‘de belevenis was leuk, dus daar wil ik meer mee gaan doen!’ Leerconcept openbreken Ook achteraf kan de leerlingen worden uitgelegd dat er meer manieren van leren bestaan dan alleen het formele leren. Middels een klassengesprek kunnen de leerlingen er achterkomen dat de ervaring niet alleen maar leuk (of minder leuk, etc.) was, maar dat zij er ook iets van hebben geleerd. Uitwisseling van ervaringen Doordat de leerling een ervaring heeft meegemaakt kan hij erover vertellen: hij kan aan anderen uitleggen welke ervaring hij heeft beleefd en wat die ervaring met hem deed. Door deze ervaringen onderling uit te wisselen ontdekt hij dat iedereen anders kijkt en beleeft, en er ander betekenissen aan verbindt. Zo leert hij op een andere manier terug te kijken op zijn eigen ervaring, waardoor die ervaring wordt uitgebreid.
82
4.4 Momenten van informeel leren in het huidige plan 4.4.1 Festivalervaring, voor- en natrajecten binnen ‘Mijn Eigen Festival Op School’? In het educatietraject dat op dit moment wordt opgezet rondom het Gipsyfestival komen verschillende dingen die in dit hoofdstuk worden genoemd terug: • Festivalervaring op school: Er vinden een aantal ’festivalachtige’ optredens plaats op school. Het doel is een positieve ervaring te “veroorzaken” bij de leerlingen, wat voor de leerlingen een motivatie voor het leren moet gaan vormen. Het formele leertraject leidt weer tot een nieuwe festivalervaring in de vorm van een feestelijk evenement waarbij de leerlingen zelf hun visie presenteren aan publiek. • Voortraject: Kader bieden en verwachtingen wekken Vooraf krijgen alle leerlingen een les van een gastdocent, met als doel de leerlingen te informeren over de zigeunercultuur en aan te kondigden dat er een festival aan zit te komen. • Natraject; Festivalervaring als motivatie Er zijn verschillende workshops waaraan leerlingen kunnen deelnemen. Dit zijn in feite randactiviteiten wat meer weg heeft van non-formeel leren dan van formeel leren. De leerling kiest zelf voor de workshop van zijn voorkleur, dus wordt dit niet opgelegd. Een deel van de workshops zal worden gelinkt aan de optredens die de leerlingen te zien krijgen, in de hoop dat de festivalervaring de motivatie wordt van het leren.
Dit project is voor de leerlingen een speciale gelegenheid, en zal daardoor worden ervaren als “anders dan anders’. Tijdens dit drie dagen tellende project zullen er op verschillende momenten onbewust door de leerlingen verschillende leeractiviteiten worden ondernemen waardoor informele leerervaringen ontstaan.
83
4.4.2 Aanbevelingen voor ‘Mijn Eigen Gipsyfestival Op School’ Het plan voor het educatietraject biedt voldoende kansen tot informeel leren. Toch zijn er nog een aantal punten waarnaar gekeken kan worden: Een van de belangrijkste momenten in het educatietraject is het openingsfestival. Deze bestaat vooralsnog uit twee voorstellingen, die alle leerlingen verplicht moeten bekijken. Om de festivalervaring op school te stimuleren zou het beter zijn wanneer de leerlingen kunnen kiezen uit meer verschillende activiteiten, en zelf mogen weten welke voorstelling ze wel of niet bekijken (selecteren). Het festival vindt plaats in een relatief kort tijdsbestek van drie dagen. De tijd voor momenten waarop “spontane” leerervaringen ontstaan, zoals bij de Mundial in de klas-dag, is door de strakke tijdsplanning misschien te kort. Indien mogelijk kan gekeken worden of er in de planning ruimte vrij gemaakt kan worden om bijvoorbeeld de leerlingen samen te laten eten, zodat zij onderling ook de tijd krijgen om hun ervaringen te bespreken, of onbewust andere leeractiviteiten te ondernemen. Hoewel het project wordt geëvalueerd is er niet echt sprake van een moment waarop de leerlingen terug kunnen kijken op deze week. Zo zou er bijvoorbeeld twee weken na de festivalweek nog tijd vrijgemaakt kunnen worden voor een klassengesprek, waarin de docent met de leerlingen terugkijkt op de ervaring van de festivalweek. Als voorbeeld wil ik wijzen op het gesprek dat ik had met Youcult en de e-mailenquete die ik twee weken na het festival heb verstuurd. De respondenten gaven aan dat door het gesprek de informatie die was opgedaan beter was blijven hangen en tijdens het gesprek vonden ook de meeste leeractiviteiten plaats. Een dergelijk gesprek kan dus veel voordeel opleveren.
84
4.5 Antwoord op de deelvraag Op welke manier(en) kan het informeel leren op het Gipsyfestival worden gekoppeld aan het formele educatieproject dat op dit moment wordt opgezet door o.a. Cubiss en welke te verwachten voordelen levert dit op?
Net als bij een festival kunnen ook in een lesproject leeractiviteiten worden gestimuleerd om zo ervaringen om te zetten in een leerervaring. Wanneer de leerlingen dit naar aanleiding van een festivalervaring doen, is er sprake van informeel leren. Bij een festivalervaring op school kunnen de omstandigheden waaronder de ervaring plaats gaan vinden vooraf gedeeltelijk worden bepaald. Tijdens de ervaring zelf kan door docenten niet goed worden gestuurd, omdat er anders geen sprake meer is van een informele leerervaring. Wanneer je formele educatie wilt laten aansluiten op deze leerervaring zul je dus moeten gaan denken in voor- en natrajecten. Door een festivalervaring te combineren met een formeel educatietraject kan een krachtige leeromgeving ontstaan.
De voordelen van het koppelen van informeel leren (naar aanleiding van een festivalervaring op school) aan een formeel educatietraject zijn: De leerervaring krijgt de kracht van een ervaring en kan daardoor de leerlingen een leven lang bijblijven. Een voor- of natraject kan ervoor zorgen dat de leerling de festivalervaring ‘een plaats kan geven’’. Hij zal daardoor hetgeen wat hij heeft of zal gaan ervaren daardoor beter begrijpen. Ervaring is een breed begrip, een leerervaring op school kan uit veel verschillende elementen bestaan. Zeker wanneer de leerling kan kiezen uit verschillende activiteiten is de kans erg groot dat hij kan leren van iets dat hij leuk vindt, en daardoor gemotiveerd raken. De festivalervaring kan daardoor bij de leerling zorgen voor een intrinsieke motivatie om verder te leren in het formele traject.
85
Hoofdstuk 5:
Resultaten in relatie tot Cubiss
86
Hoofdstuk 5: Resultaten in relatie tot Cubiss Het onderzoek heeft tot nu toe al verschillende resultaten opgeleverd. In dit hoofdstuk wil ik de bevindingen die ik heb gedaan, koppelen aan Cubiss. Dit ga ik doen aan de hand van de volgende deelvraag:
Deelvraag 5 Welke aanbevelingen kunnen, naar aanleiding van dit onderzoek, aan Cubiss worden gedaan en is het voor Cubiss interessant om op deze manier met educatie bezig te zijn?
5.1 Positie van Cubiss
5.1.1 Wat doet Cubiss precies ? Cubiss51 is een Provinciale Service Organisatie met ongeveer 100 medewerkers, die producten en diensten ontwikkelt ten behoeve van culturele instellingen in Nederland met als belangrijkste werkgebied Noord Brabant. “De kunst van het Cultureel Ondernemen” staat hierbij centraal. Cubiss is een organisatie die zich sterk aan het ontwikkelen is en met name de contacten in het culturele veld aan het uitbreiden is. Cubiss stimuleert en ondersteunt culturele ondernemers door: het vergroten van het innovatief en ondernemend vermogen het aanreiken van praktische concepten het adviseren en begeleiden in een veranderend cultuurlandschap Hierbij zijn zij toonaangevend en creatief met betrekking tot het beantwoorden van alle vraagstukken.
Cubiss
adviseert
bij
strategie-
en
organisatievraagstukken,
innovatie
en
beleidsontwikkeling, HRM, ICT, kwaliteitszorg, onderzoek, marketing en communicatie. Daarnaast bieden ze diensten op het gebied van onder meer ICT, personeels- en salarisadministratie en financiële administratie.
51
www.cubiss.nl 87
Wat betreft educatie adviseert Cubiss culturele instellingen op het gebied van mediawijsheid, cultuureducatie en leesbevordering, vanaf de voorschoolse periode tot en met het voortgezet onderwijs en onderwijs voor volwassenen. Verder kunnen zij advies geven over het ontwikkelen van educatieve beleidsplannen, bedenken ze innovatieve concepten en leiden ze verschillende cultuureducatieve projecten.
5.1.2 De visie van Cubiss op het gebied van educatie De visie van Cubiss is, op het moment van schrijven, nog volop in ontwikkeling. De visie die hieronder wordt beschreven is de stand van zaken per juli 2008:
Tot een aantal jaren geleden richtte Cubiss zich vrijwel alleen op bibliotheken in Noord Brabant. Ongeveer twee jaar geleden werd besloten de overstap te maken van alleen bibliotheken naar het hele culturele veld. Dit leidde tot een grote reorganisatie waarbij Cubiss zich nieuwe doelen heeft gesteld waarin “De kunst van het cultureel ondernemen” centraal staat. Ook op het gebied van educatie staat Cubiss op dit moment tussen deze twee partijen in: de bibliotheken aan de ene kant, en de nieuwe markt van overige culturele instellingen aan de andere kant.
De bibliotheken bevinden zich op dit moment in een overgangsfase. De markt is aan het veranderen en de bibliotheek zal daar nu op moeten inspelen. De bibliotheken willen hun rol als centrum voor lezen en literatuur blijven behouden, maar onder andere door de komst van internet en andere nieuwe media is deze functie alléén, niet langer toereikend. Daarom is het belangrijk dat de bibliotheken zich gaan verbreden en zichzelf meer gaan zien als culturele instelling met een breder aanbod dan alleen lezen en literatuur. Dit heeft al geleid tot de vorming van de basisbibliotheken, waarbij ook is uitgegaan van thema’s als ‘ontmoeting’, ‘debat’ en ‘kunst en cultuur’. Nu moeten zij samenwerking gaan zoeken met andere culturele instellingen. Dit is voor veel bibliotheken een moeilijk proces. Cubiss ziet het als haar taak de bibliotheken bij deze veranderingen te begeleiden, door samen te zoeken naar een manier om de bibliotheken zich te laten verbreden zonder de identiteit van de bibliotheek te verliezen.
Doordat de rol van bibliotheken aan het veranderen is, verandert ook Cubiss mee. Ze blijven in opdracht van de provincie de bibliotheken steunen waar nodig, maar richten hun blik ook op de toekomst. Vanuit deze visie heeft Cubiss de vier pijlers opgezet aan de hand waarvan ze de nieuwe visie op educatie willen gaan inrichten. Op deze manier
88
willen zij beantwoorden aan de vraag van de bibliotheken maar daarnaast ook inspelen op de behoefte van andere culturele instellingen.
Cubiss wil zich (zoals het er nu voor staat) op het gebied van educatie gaan richten op de volgende vier thema’s, ieder met een eigen doel: Leesbevordering doel: het plezier van (voor-)lezen vergroten, taalontwikkeling stimuleren en eventuele achterstanden wegwerken. Cubiss heeft op dit gebied de meeste ervaring Media-educatie doel: bibliotheken en het onderwijs ondersteunen in het vergroten van de mediawijsheid van de burger (Inmiddels is er een landelijk expertisecentrum mediawijsheid ingericht waar de bibliotheek als één van de kernpartners is vertegenwoordigd). Cultuureducatie doel: Ondersteuning bieden bij de kennismaking tussen burgers en kunst en cultuur en hun inzicht in kunst en cultuur verdiepen. Een leven lang leren doel: Non-formele educatie voor volwassenen verder uitbouwen en de rol van bibliotheken en andere instellingen hierbij ondersteunen en verder ontwikkelen. (Denk hierbij aan aandacht voor alfabetisering, aangepast lezen, maar ook het ontwikkelen
van
cursusaanbod
en
samenwerking
tussen
bibliotheken,
volksuniversiteiten en educatieve omroepen)
Op al deze vier gebieden heeft Cubiss verschillende projecten lopen (sommige vallen onder meer dan één thema). Een deel van die projecten draait al jaren succesvol (met name de producten en adviestaken op het gebied van leesbevordering) een ander deel bevindt zich nu nog in een experimentele opstartfase, waarin gezocht wordt naar mogelijkheden om vooral media-educatie, cultuureducatie en ‘een leven lang leren’ op de kaart te zetten. De eerste pilots van deze projecten komen nu tot stand. Hieronder valt ook de pilot, educatietraject rondom het Gipsyfestival. Eén van de doelen is de expertise, die in de vorm van verschillende educatieve projecten wordt opgebouwd, ook te gebruiken als referentie voor toekomstige culturele partners. Zowel voor de bibliotheken als Cubiss zelf.
89
5.1.3 Cubiss en het educatietraject rondom het Gipsyfestival Cubiss is vanaf het begin bij dit project betrokken geweest. Het initiatief voor het opzetten van een educatief scholenproject over de Sinti en Roma in Nederland kwam van Albert Siebelink van het International Gipsyfestival. Omdat hij zelf geen ervaring had met het opzetten van langlopende educatietrajecten voor scholen, heeft hij Albert Bull (Cubiss) benaderd. Samen met Marijke Trienekens (junior adviseur educatie) werd in augustus 2007 de eerste werkgroep gevormd52. Na veel brainstormen en overleggen zijn de eerste plannen op papier gezet. In de herfst van 2008 wordt er een pilotproject gestart. Hiervoor is subsidie aangevraagd en het Bisk53 heeft inmiddels de startsubsidie toegekend. Deze is bedoeld om het lespakket te maken.
In dezelfde tijd werd gezocht naar mogelijke partners. Hieruit is een werkgroep samengesteld die bestaat uit medewerkers van Cubiss, International Gipsyfestival, Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma, Schatten van Brabant en CiST. (Hierover meer in hoofdstuk 4)
Dit educatietraject is het eerste grootschalige project dat Cubiss gaat ontwikkelen op het gebied van cultuureducatie en weegt daardoor behoorlijk zwaar. Het is de eerste poging om te werken met culturele instellingen -anders dan de bibliotheek. Er wordt in ieder geval veel van geleerd en als het slaagt is het een grote, succesvolle stap in de richting van het nieuwe beleid.
52
Bron: interview met Marijke Trienekens (junior adviseur educatie, Cubiss)
53
Brabants Instituut voor School en Kunst, zie www.bisk.nl 90
5.2 Resultaten van dit onderzoek m.b.t Cubiss
5.2.1 Informeel leren en cultuureducatie In dit onderzoek zijn verschillende leervormen besproken. Deze leervormen zullen altijd een rol spelen binnen alle educatieve projecten die Cubiss heeft op gezet en op zal gaan zetten. Binnen de nieuwe visie van Cubiss zal cultuureducatie een steeds grotere rol gaan vervullen. Bij buitenschoolse cultuureducatie en ‘een leven lange leren’ spelen ervaring, beleving en informeel leren een grotere rol dan binnen het onderwijs. Leren vindt plaats in combinatie met ontspanning. Mensen zijn steeds meer op zoek naar nieuwe ervaringen. Deelname is niet verplicht, de deelnemers zullen het project dus positief moeten ervaren om later weer terug te komen. Dit is een belangrijk aspect waar rekening mee gehouden moet worden.
5.2.2 Opzetten van een educatietraject als leerervaring voor Cubiss In hoofdstuk 1 was te lezen dat veel festivals denken vanuit visie 1: ‘educatie = onderwijs’. Het educatietraject van het Gipsyfestival valt ook onder deze visie. Wanneer dit project een succes wordt, kan Cubiss dit project gebruiken als visitekaartje. Niet alleen bij festivals, maar ook bij andere culturele instellingen die een cultuureducatief project voor scholen op willen zetten.
Ook wanneer het project minder succesvol uitpakt dan verwacht, kan Cubiss de kennis die is opgedaan tijdens het proces goed gebruiken. De tijdsinvestering die hierin is gedaan kan zich later in andere projecten uitbetalen. Denk bijvoorbeeld aan de volgende punten: Naast dat het een festival educatieproject is, is dit project ook opgezet als een interculturele activiteit voor scholen. Eén van de doelen was bijdragen aan een grotere tolerantie ten opzichte van minderheidsgroeperingen in Nederland. Zij weten nu welke valkuilen daarbij een rol kunnen spelen en daar kan in de toekomst rekening mee worden gehouden. Cubiss heeft geleerd welke partners eventueel interesse hebben in dergelijke projecten, hoe deze partijen benaderd kunnen worden en welke mogelijkheden iedere partij kan bieden. Het netwerk dat hiermee is opgebouwd, kan in verschillende andere projecten weer een rol spelen.
91
5.2.3 Festivals als nieuwe doelgroep voor educatie Een nieuw thema als cultuureducatie vraagt ook om nieuwe doelgroepen. Dit onderzoek is gericht op festivals en deze festivals zouden een goede nieuwe doelgroep voor Cubiss kunnen zijn als afnemer voor educatie. Tijdens het expertatelier54 werd door Dirk Noordman55 voorspeld dat de vraag naar educatie op festivals in de toekomst alleen maar toe zal nemen en dat met name de vraag naar volwasseneneducatie gaat groeien. Hij sprak zelfs van ‘een gat in de markt’. Het is dus een goed moment voor Cubiss om daar ‘in te springen’.
Probleem Een probleem bij de doelgroep ‘festivals’ is dat de festivals zich in veel gevallen niet bewust zijn van die vraag. Cubiss moet zich, om deze opdrachten binnen te halen, actief opstellen en de festivals overtuigen van het nut van educatie. Veel festivals zijn zich niet bewust van de mogelijkheden die educatie kan bieden, waardoor de vraag naar educatie bij festivals niet centraal staat. Om de festivals het belang van educatie te laten inzien zal Cubiss de festivals dus moeten wijzen op de mogelijkheden. Dit kan bijvoorbeeld door tijdens het volgende ‘expertatelier voor festivals en educatie’ (november 2008) of het volgende Brabants festivaloverleg van UITmarketingburo (oktober 2008) een uitleg te geven over de vier visies zoals besproken in hoofdstuk 1. Hier kunnen dan ook direct de voordelen van educatie worden onderstreept.
Letty Ranshuysen zei in het interview dat ik met haar had
56
dat er veel festivals zijn die
puur voor het geld aan educatie doen. Ook daar ligt voor Cubiss een potentiële markt: Cubiss kan de festivals op het gebied van educatie ondersteunen en ze de kennis bieden die nodig is om een goed project op te zetten. Festivals dienen bewust te worden van het belang van educatie. Het is namelijk erg belangrijk dat de educatie wordt ‘gedragen’ door de gehele organisatie. Wanneer deze vraag ontstaat uit idealistische doelstellingen, zoals bij het Gipsyfestival, is dat vaak al het geval. Maar wanneer educatie wordt ingezet vanwege het geld dat het op moet leveren, is er de kans dat bij de eerste tegenslag het gehele project van tafel wordt geveegd. Cubiss heeft dus de taak om de festivalorganisaties te overtuigen van het nut van educatie, op korte en lange termijn.
54
“Expertatelier over Festivals en Educatie” 27 maart 2008, Rotterdam.
55
Directeur Adviesbureau Cultuurtoerisme en organisator expertatelier over Festival en Educatie
56
Interview met Letty Ranshuysen (onderzoeksbureau Letty Ranshuysen) 24/04/08, Rotterdam 92
Het is ook belangrijk dat Cubiss de weg weet te vinden naar de subsidieverstrekkers. Het VSB-fonds subsidieert educatieve projecten. Maar er zijn ongetwijfeld nog legio andere mogelijkheden. Wanneer Cubiss dit onderzoekt en ervoor kan zorgen dat er subsidie kan worden ontvangen voor een educatief project, verwacht ik dat de festivals ze met open armen zullen ontvangen.
Op het gebied van onderwijsprojecten heeft Cubiss op dit moment de meeste ervaring. De vraag vanuit festivals naar educatietrajecten is voor Cubiss dan ook goed te beantwoorden. Echter, wanneer een festival educatie volgens visie 1 ziet en daarom besluit om niets met educatie te doen, kan Cubiss hierop inspelen door ze te wijzen op de andere mogelijkheden die educatie biedt. Dit kan onder andere door verdiepende randactiviteiten aan te bieden: kleine losse projecten die makkelijk te verkopen zijn en gericht zijn op andere doelgroepen dan alleen het onderwijs. Ze kunnen hierbij gebruik maken van het netwerk dat nu wordt opgebouwd en van de expertise die zij al hebben op het gebied van het opzetten van projecten voor culturele instellingen. Voor het bereiken van niet-schoolse doelgroepen kan eventueel samenwerking worden gezocht met UITmarketingburo, dat meer ervaring heeft met het bereiken van niet-schoolse doelgroepen.
Een festival kan ook andere redenen hebben om niets aan educatie te doen. Zo ligt de focus bij festivals vaak op het product en niet op de vraag naar educatie die vanuit de samenleving ontstaat. Wanneer Cubiss de festivals bewust maakt van die vraag en de voordelen van educatie kan deze drempel voor educatie worden overwonnen.
In sommige gevallen wil een festival wel aan educatie doen, maar hebben zij geen educatieve staf of gewoonweg geen tijd om een goed plan op te zetten. Cubiss heeft genoeg ervaring om onafhankelijk een educatief plan op te zetten, zonder veel extra tijd van de organisatie te vragen. Daarnaast zorgen subsidieverstrekkers vaak voor problemen, door steeds het beleid te vernieuwen. Wanneer Cubiss zich vooraf goed verdiept in de subsidieregelingen op het gebied van educatie en hierin up-to-date weet te blijven kan ook dit probleem worden opgelost.
93
5.2.4 Samenwerking UITmarketingburo57 Op dit moment is UITmarketingburo een organisatorisch onderdeel van Cubiss, met specifieke opdrachten vanuit de provincie. Ook UITmarketingburo is op dit moment de markt van de festivals aan het verkennen. Inmiddels hebben zij al twee keer het ‘Brabants festivaloverleg’ georganiseerd om te kijken of er mogelijkheden zijn tot onderlinge
samenwerking
tussen
de
verschillende
festivals
en
welke
rol
UITmarketingburo hierin zou kunnen spelen. Educatie zou hierin ook een plaats kunnen krijgen.
Wanneer
de
vraag
naar
educatie
vanuit
de
festivals
komt,
staat
UITmarketingburo hier wel voor open. Daarnaast zou Cubiss goed gebruik kunnen maken van het netwerk van festivals dat UITmarketingburo nu aan het opzetten is. In ruil daarvoor kunnen zij het UITmarketingburo een vorm van educatie bieden, dat de festivals versterkt en mogelijkheden biedt tot samenwerking tussen de festivals onderling.
You-Cult
58
is ook een onderdeel van het UITmarketingburo. Dit project is een unieke kans
voor Cubiss om meer te leren over de doelgroep ‘jongeren in de leeftijd 16-25’ (zie hoofdstuk 3). De deelnemers van You-Cult kunnen hun mening geven, pilotprojecten testen en door middel van een vraaggesprek een uniek inzicht geven in hun eigen ervaringen en belevingen. Wanneer Cubiss voor deze samenwerking kiest kunnen alle drie partijen (de jongeren, Uitmarketingburo en Cubiss) hier hun voordeel mee doen.
5.2.5 De rol van bibliotheken Wat betreft culturele instellingen heeft Cubiss op dit moment de meeste ervaring met de Bibliotheken in Brabant. De bibliotheken zouden ook een rol kunnen spelen bij festivaleducatie. Zo zou de bibliotheek goed kunnen dienen als locatie voor randactiviteiten die rondom een festival worden georganiseerd. Denk bijvoorbeeld aan het voeren van debatten of het geven van workshops. Op die manier kunnen de festivalorganisaties hun randactiviteiten een plaats geven en de bibliotheken hun drempel verlagen voor nieuwe doelgroepen. Dit sluit aan bij de visie van Cubiss waarin wordt gezegd dat het belangrijk is dat de bibliotheken zich gaan verbreden en zichzelf meer gaan zien als culturele instelling, met een breder aanbod dan alleen lezen en literatuur.
57 58
www.uitmarketingburo.nl http://www.uitinbrabant.nl/uib/uitmarketing/site/nieuws/detail/A_34742984.html 94
Ook als informatiecentrum kan de bibliotheek een rol spelen. Wanneer een festival met een bepaald thema wordt georganiseerd, kan de bibliotheek over dat thema een expositie organiseren, of op een andere manier meer informatie bieden. Op die manier bereikt het festival meer publiek voor haar boodschap en kan dat festival mensen met een vraag naar informatie doorverwijzen naar de bibliotheek.
95
5.3 Antwoord op de deelvraag Welke aanbevelingen kunnen, naar aanleiding van dit onderzoek, aan Cubiss worden gedaan en is het voor Cubiss interessant om op deze manier met educatie bezig te zijn?
Op basis van de resultaten uit paragraaf 5.2 kan ik nu de volgende aanbevelingen aan Cubiss doen:
Aanbevelingen bij ‘festivals als nieuwe doelgroep’: Festivals zijn een interessante nieuwe doelgroep als afnemer van cultuureducatieve projecten. Neem zelf het initiatief bij het zoeken naar de vraag. Probeer (eventueel in samenwerking met het UITmarketingburo) zoveel mogelijk festivals bewust te maken van het belang en de mogelijkheden van educatie. Gebruik het educatietraject -wanneer dit een succes wordt- als visitekaartje om een opdracht bij andere festivals binnen te halen. Cubiss heeft genoeg expertise om zelf van begin tot eind een educatietraject op te zetten. Biedt deze expertise aan bij festivals die zelf niet de tijd of de middelen hebben om dat te doen. Zorg dat -wanneer een festival ervoor kiest om samen met Cubiss een educatietraject op te zetten- educatie een prominente rol krijgt binnen de festivalorganisatie. Wees op de hoogte van beleidsveranderingen bij subsidieverstrekkers. Kijk waar de mogelijkheden liggen om subsidie te ontvangen voor festivaleducatieve projecten en communiceer dat met de festivals. Geef indien mogelijk de bibliotheken een rol als partner van een educatietraject rondom een festival.
96
Overige aanbevelingen: Gebruik de expertise die is opgedaan met het opzetten van dit traject als motivatie en onderbouwing voor het oppikken van andere projecten op het gebied van interculturaliteit; Maak gebruik van het netwerk dat met het educatieproject rondom het Gipsyfestival is opgebouwd, ook bij nieuwe projecten. Probeer indien mogelijk samen te werken met het UITmarketingburo en gebruik te maken van hun netwerk. Maak gebruik van de mogelijkheden die You-Cult biedt. Daarnaast is het ook inhoudelijk interessant voor Cubiss om op deze manier met educatie bezig te zijn: Meer kennis over verschillende leervormen. Het leren van het proces dat ontstaat bij het opzetten van een educatietraject rondom het
Gipsyfestival.
97
Hoofdstuk 6:
Samenvatting, antwoord op de onderzoeksvraag en conclusies
98
Hoofdstuk 6: Samenvatting, antwoord op de onderzoeksvraag en conclusies
6.1 Samenvatting en antwoord op de onderzoeksvraag Onderzoeksvraag: Hoe kan informeel leren op en rond festivals worden gekoppeld aan het formele educatietraject dat op dit moment wordt opgezet rondom het Gipsyfestival, welke (mogelijke) voordelen levert dat op en welke aanbevelingen kunnen op basis daarvan aan Cubiss worden gedaan?
Deze samenvatting wordt afgesloten met het antwoord op de hoofdvraag. Deze passage is vet gedrukt.
In hoofdstuk 1 wordt de huidige situatie op het gebied van festivaleducatie geschetst aan de hand van vier visies: in de eerste visie wordt bij educatie op festivals gedacht aan ‘schoolse’ educatietrajecten. In de tweede visie wordt educatie gezien als themaverdieping door middel van randactiviteiten. Bij de derde visie wordt educatie ingezet als middel om het publiek bewust te maken van een doel en in de vierde visie wordt educatie gezien als een socialisatieproces, dat voor iedereen persoonlijk is. Daarnaast wordt ingegaan op de motivatie die festivals hebben om educatieprojecten op te zetten. Die motivatie ontstaat bij festivals vanuit een idealistische gedachte, een marketingperspectief of vanuit een combinatie van die twee.
In het tweede hoofdstuk worden de vier visies gekoppeld aan verschillende leervormen. Visie één wordt gekoppeld aan formele educatie. De overige visies worden geplaatst onder informeel leren; hieronder valt elke activiteit die begrip, kennis of vaardigheden nastreeft en die plaatsvindt in afwezigheid van extern opgelegde curriculummaatstaven. Informeel leren is te verdelen in incidenteel leren, zelfgestuurd leren en socialisatie en ontstaat altijd naar aanleiding van een ervaring. Door middel van leeractiviteiten (die
99
bewust of onbewust kunnen plaatsvinden) kan deze ervaring worden omgezet in een leerervaring.
In hoofdstuk 3 worden deze informele leerervaringen tastbaar gemaakt door middel van een gesprek met bezoekers van het Gipsyfestival. Hieruit kwam naar voren dat de deelnemers aan het gesprek tijdens het festival veel hebben ervaren en tijdens het gesprek hun leerervaringen hebben omgezet in leeractiviteiten door het (grotendeels onbewust) uitvoeren van leeractiviteiten. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een reeks adviezen en aandachtspunten voor het Gipsyfestival om in de toekomst op het festival een krachtige informele leerervaring te kunnen laten ontstaan op het festival.
Hoofdstuk 4 wordt geopend met een beschrijving van het educatietraject dat op dit moment wordt opgezet door het Gipsyfestival. Daarna wordt het begrip ‘een festivalervaring op school’ geïntroduceerd: een feestelijke ervaring die plaatsvindt tijdens schooltijd, los staat van formele leerdoelen, uniek is en later kan worden omgezet in een leerervaring.
In dit hoofdstuk wordt vervolgens een groot deel van de onderzoeksvraag beantwoord: Net als bij een festival kunnen ook in een lesproject leeractiviteiten worden gestimuleerd om zo ervaringen om te zetten in een leerervaring. Wanneer de leerlingen dit naar aanleiding van een festivalervaring doen, is er sprake van informeel leren. Ook binnen een formele schoolomgeving kunnen leeractiviteiten worden gestimuleerd om zo ervaringen om te zetten in een leerervaring. Hieraan kunnen vervolgens formele voor- en natrajecten worden gekoppeld.
De voordelen hier van zijn: De leerervaring krijgt de kracht van een ervaring en kan daardoor de leerlingen een leven lang bijblijven. Een voor- of natraject kan ervoor zorgen dat de leerling de festivalervaring ‘een plaats kan geven’’. Hij zal daardoor hetgeen wat hij heeft of zal gaan ervaren beter begrijpen. De festivalervaring kan bij de leerling zorgen voor een intrinsieke motivatie om verder te leren in het formele traject.
100
Het hoofdstuk wordt afgesloten met een advies voor het educatietraject dat rondom het Gipsyfestival wordt opgezet.
In het laatste hoofdstuk worden de resultaten van dit onderzoek gekoppeld aan Cubiss. Voor de afdeling educatie is dit onderzoek goed bruikbaar omdat het onder andere inzicht geeft in verschillende vormen van leren die tijdens het opzetten en uitvoeren van verschillende projecten aan bod komen. Cubiss wordt onder andere aanbevolen de expertise die is opgedaan met het opzetten van het educatietraject rondom het Gipsyfestival te gebruiken als motivatie en onderbouwing voor nieuwe projecten en te gebruiken als referentie om nieuwe projecten ‘binnen te halen’. Ook wordt Cubiss aanbevolen om festivals als nieuwe doelgroep voor het afnemen van educatie serieus te overwegen.
101
6.2 Conclusies Naar aanleiding van dit onderzoek kunnen de volgeden conclusies worden getrokken:
Op festivals vinden verschillende vormen van educatie plaats. Deze variëren van educatieprojecten voor scholen tot persoonlijke socialisatieprocessen. Festivals zetten educatie in vanuit idealisme of een marketingperspectief.
Festivalorganisaties denken bij educatie bijna allemaal alleen aan formele educatie, en schoolprojecten. Wanneer Cubiss de festivals als doelgroep voor het afnemen van educatie wil bereiken zullen zij eerst deze eenzijdige visie die bij festivalorganisaties leeft moeten verbreden. Ook zullen zij de festivalorganisaties moeten wijzen op de vele voordelen van educatie. Cubiss zal zich hierin actief moeten opstellen.
Zowel bij festivals als bij lesprojecten op scholen kunnen leeractiviteiten worden gestimuleerd om zo ervaringen om te zetten in een informele leerervaring. Dit kan gedaan worden door een situatie te creëren die compleet en rijk is, uitnodigt tot activiteit, realistisch is of tenminste ergens naar verwijst of tenminste daarnaar verwijst. Of de leerervaring ook daadwerkelijk plaatsvindt hangt af echter van de leerling/festivalbezoeker.
Ook binnen een formele ‘schoolse’ omgeving kunnen informele leerervaringen ontstaan. Dit gebeurt wanneer er, naar aanleiding van een festivalervaring op school, door de leerling onbewust leeractiviteiten worden ondernomen.
Het plan voor het educatietraject biedt voldoende kansen tot informeel leren.
102
103
(In)formeel leren in de festivalsfeer een onderzoek naar de koppeling tussen formeel en informeel leren op en rond festivals.
Bijlagen Meesterproef Master kunst en educatie Door: Suzanne Keurntjes Begeleider: Mart Janssens Examinator: Marion Prieckaerts
104
Begrippenlijst 59
Educatie verwijst naar de persoon die doelbewust het leren van een ander wil
bevorderen of beïnvloeden: de “leraar” die situaties onderschept waarin leren mogelijk wordt gemaakt. Het is een intentionele activiteit, erop gericht om leerervaringen op te roepen, dat wil zeggen: ervaringen in verband brengen met de mogelijkheid om nieuwe kennis, vaardigheden of houdingen te ontwikkelen. Daarbij gaat het altijd om specifieke leerprocessen. Educatie is nooit “open” maar kenmerkt zich door een zekere mate van planning en doelgerichtheid. Het gaat om het ontwikkelen van heel bepaalde kennis, vaardigheden of houdingen, en met het oog daarop worden ook specifieke leersituaties ontworpen en bepaalde ervaringen aangesproken. 1
Leren: Leren verwijst naar de persoon die leert, de “leerling” die zich ontwikkelt. Jarvis
(1987) omschrijft leren als “het omzetten van ervaringen in (nieuwe) kennis, vaardigheden en verhoudingen, die in nieuw gedrag uitgedrukt kunnen worden. Zelfs in zo’n beknopte definitie wordt duidelijk dat leren uiteenlopende processen omvat. Het kan tot cognitieve veranderingen (kennis) in de persoon leiden, maar ook tot affectieve (gevoel). Het kan leiden tot veranderingen in iemand zijn gedrag, maar ook beperkt blijven tot diens vermogen om op een bepaalde manier te handelen. Wanneer een ervaring op een festival dus leid tot een verandering in gedrag, kennis, gevoel, of het vermogen van de lerende, is er sprake van leren. 2
Informeel leren: is elke activiteit die begrip, kennis of vaardigheid nastreeft en die
plaatsvindt in afwezigheid van extern opgelegde curriculummaatstaven (leerdoelen, leerinhouden, leeruitkomsten). Informeel leren kan zich in elke context voordoen buiten de voorgeschreven curricula van onderwijsinstellingen. Het gaat hierbij dus om een leerervaring die voor de lerende niet te plannen of vooraf te voorspellen. Hij leert op eigen initiatief, zonder van tevoren bepaalde leerinhouden, leerdoelen of leeruitkomsten. 60
Zelfgestuurd leren: Een vorm van informeel leren waarbij de lerende van tevoren de bedoeling om iets te leren, en achteraf beseft hij ook dat hij iets geleerd heeft.
59
2
bron: de Waal, V. (2004) Uitdagend leren. Culturele en maatschappelijke activiteiten als leeromgeving
Bron: Leren voor diversiteit – Leren in diversiteit: burgerschapsvorming en gelijke leerkansen in een
pluriforme samenleving. Een referentiekader. Steunpunt Diversiteit & Leren, Universiteit Gent
105
61
actieleren: dit betreft het leren dat mensen in het kader van hun werk of hobby zelfstandig doen zonder dat er al te veel sprake is van externe sturing. Dan is er veel meer vrijheid voor lerenden om vanuit intrinsieke motivatie of vanuit een probleem te leren. Het bepalen van doelen, planning, sturing e.d. verloopt onder dit soort condities geheel anders dan onder de condities die doorgaans in formele onderwijssituatie gelden. Het actieleren verloopt vanuit eigen leerintenties en leerdoelstellingen. De lerenden kiezen zelf leerstrategieën en toetsen hun leren ook zelfstandig. Ook in de feedback, beoordeling en beloning is er sprake van zelfsturing. Het leren staat meer centraal dan het handelen (vergelijk Koper, 1992). 1
Incidenteel leren: Een vorm van leren waarbij de lerende vooraf niet de bedoeling heeft iets te gaan leren, maar beseft hij achteraf wel dat hij iets heeft geleerd. 1
Socialisatie: (ook wel “stilzwijgend leren” genoemd) een vorm van leren die ongepland
en onbewust verloopt, de manier waarop je gedurende je hele leven leert. 1
Formeel leren: een vorm van leren waarbij een leraar het gezag heeft om te bepalen dat lerenden daadwerkelijk een curriculum moeten leren dat uit een vooraf vastgesteld corpus (verzameling documenten) van kennis is afgeleid. Formeel leren wordt vaak tegenover informeel leren geplaatst. 1
non- of niet-formeel leren: bij deze vorm van leren kiest de lerende ervoor om vrijwillig iets te leren, buiten de school. (dit kan ook zonder leraar zijn, bijv. studiegroepen). Dit begrip kan dus niet worden verward met informeel leren
verdiepende randactiviteit: verdiepende activiteit georganiseerd door de organisatie van een festival. De doelgroep kan per activiteit verschillen en de activiteit is niet gebonden aan één specifieke instelling. De educatie aangeboden als losse op zichzelf staande activiteit met een begin en een einde, die in het thema staat van of een link heeft met het festival. Het doel en de doelgroep zijn van tevoren bepaald maar wisselen per activiteit. (Eigen definitie, gebaseerd op term geïntroduceerd door Letty Ranshuysen in 2005 naar aanleiding van haar
onderzoek= bron)
Leervorm: vorm van leren (zoals Informeel leren, zelfgestuurd leren, incidenteel leren, socialisatie, formeel leren, non- of niet-formeel leren of ervaringsleren) (eigen definitie) 61
1
Bron: Simons, Prof. dr. P.R.J. ‘Krachtige leeromgevingen’,
Bron: Leren voor diversiteit – Leren in diversiteit: burgerschapsvorming en gelijke leerkansen in een
pluriforme samenleving. Een referentiekader. Steunpunt Diversiteit & Leren, Universiteit Gent
106
Lerende: degene die d.m.v. een leervorm leert (in een onderwijssituatie is hier sprake van een leerling) (eigen definitie)
Festivalervaring op school: een feestelijke ervaring die plaatsvindt tijdens schooltijd maar los staat van vooraf opgestelde formele leerdoelen. Deze ervaring is uniek (‘anders dan anders’) en kan later worden omgezet in een leerervaring. (eigen definitie) 2
ervaringsleren: een vorm van leren waarbij de nadruk meer ligt op actiedoelen dan op leerdoelen. Het leren is meer een bijproduct dan een hoofdproduct van de activiteiten. Het leren wordt dan dus door niemand expliciet gepland. Eigenlijk zijn het hier meer de probleem oplossingsactiviteiten, de experimenten, de innovaties en ander menselijke handelingen die het leren bepalen, zonder dat de lerende zelf zich er van bewust is te leren. 3
Beleving: ondervinden, meemaken en doen. beleving veronderstelt dus (een minimale)
participatie en er zit een begin en een eind aan. 3
Ervaring: De ervaring is de verwerking van de beleving en kan iemand een leven lang
bijblijven. De betekenis die we aan die beleving verlenen.
2 3
bron: de Waal, V. (2004) Uitdagend leren. Culturele en maatschappelijke activiteiten als leeromgeving Rippen, J & Bos, M (2008) Events en Beleven – Het 5 Wheel Drive-Concept, Amsterdam /
ISBN:9879047300564 / www.5wheeldrive.nl
107
Bronnenlijst Boeken: de Waal, V. (2004) Uitdagend leren. Culturele en maatschappelijke activiteiten als
leeromgeving Bussum / uitgeverij Couchino / ISBN: 9062834175 Rippen, J & Bos, M (2008) Events en Beleven – Het 5 Wheel Drive-Concept
Amsterdam / ISBN:9879047300564 / www.5wheeldrive.nl Artikelen Sierens, S (2007) Leren voor diversiteit – Leren in diversiteit: burgerschapsvorming
en gelijke leerkansen in een pluriforme samenleving. Een referentiekader. Steunpunt Diversiteit & Leren, Universiteit Gent http://www.diversiteitenleren.be/files/visietekst/Referentiekader_SDL.pdf
Jan Houtepen, J / Hensen, P/ Hammink, K (2003) Manifest over Het Belang van
Non-formele Educatie ,Rotterdam, Beraadsgroep Vorming http://www.beraadsgroepvorming.nl/manifest.pdf
FestivalOverzicht (Ned&Vla ) (2008) Uitgave van EM-Cultuur, Amsterdam Beschikbaar via www.adresdata.nl
Simons, Prof. dr. P.R.J. ‘Krachtige leeromgevingen’, http://home.tiscali.nl/robertjansimons/publicaties/Krachtige%20leeromgevingen.doc
Verslagen van bijeenkomsten ‘Wie niet deelt, vermenigvuldigt zich niet: en andere geheimen van een goed
festival” 18 oktober 2006, Amsterdam. Verslaglegging: MoreTXT; Laura Adriaanse, Jelle Daalderop & Anneke Jansen Eindredactie: MoreTXT; Lonneke Kok “Expertatelier over Festivals en Educatie” 27 maart 2008, Rotterdam. Verslaglegging: Marijke van Groesen, Lucia Hogervorst, Marianne van de Velde en Dirk Noordman. “Studiemiddag Kunst in School & Vrije tijd: de vierde wetenschappelijke
bijeenkomst van Cultuurnetwerk Nederland en Stichting Lezen” 30 maart 2007, Utrecht. Verslaglegging: Congreskrant & Cultuurnetwerk Nederland http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/eerdere_evenementen/verslagen/verslag_studi emiddag_Kunst_in_School.pdf
108
“Brabants festivaloverleg” 10 april 2008, Tilburg. Verslaglegging: Jeroen van Beers, UITmarketingburo notulen van verschillende vergaderingen over het educatietraject rondom het Gipsyfestival (Cubiss, 2008)
Onderzoeksrapporten Ranshuysen, L. (2005). Situatie Nederlandse festivals in 2005. Rotterdam, Onderzoeksbureau Letty Ranshuysen Beuken, A van der / Bressers, M / Jurasek, P (2008). communicatie- en
activiteitenplan. Eindhoven, Stichting STRP Joos, A. (2008) Evaluatieverslag en vooruitblik You-Cult. Tilburg,
UITmarketingburo Websites: www.cubiss.nl www.gipsyfestival.nl www.strp.nl www.mundialproductions.nl www.beraadsgroepvorming.nl www.vsbfonds.nl http://www.freewebs.com/romeny-jag http://www.joebaele.be www.uitmarketingburo.nl http://www.uitinbrabant.nl/uib/uitmarketing/site/nieuws/detail/A_34742984.html (website you-cult)
www.srsr.nl www.schattenvanbrabant.nl www.cist.nl www.bisk.nl
Bezochte festivals: Ticket For Tibet Festival 20/04/08, Amsterdam. (www.ticketfortibet.com) Bevrijdingsfestival Overijssel 05/05/08, Zwolle. (http://www.bevrijdingsfestivaloverijssel.nl/)
109
Mano Mundo Festival 11/05/08, Boom (België) (www.manomundo.be) Rock around the world 21/05/’08, Tilburg. (www.mundialproducions.nl) Internationaal Gipsy Festival 25/05/08, Tilburg. (www.gipsyfestival.nl) 1 ander festival 08/06/08, Schijndel. (www.1anderfstival.nl) Festival Mundial 07/06/08 & 08/06/08, Tilburg (www.mundialproductions.nl) Parkpop 29/06/08, Den Haag (www.parkpop.nl)
Interviews: Letty Ranshuysen (onderzoeksbureau Letty Ranshuysen) 24-04-08, Rotterdam Marijke Trienekens (junior adviseur educatie Cubiss) 26-03-08, Tilburg Maja Bunthoff (adviseur educatie Cubiss) 08-04-08, Tilburg Jan van Avezaath (adviseur cultuur educatie Cubiss) 03-04-08, Tilburg Ewout Sanders (adviseur marketing, UITmarketingburo) 03-04-08, Tilburg Ankie Joos (projectsupport, You-Cult, UITmarketingburo) 02-04-08, Tilburg José Peijnen (adviseur cultuur educatie, Cubiss) 01-04-08, Tilburg Liesbeth van Weert (adviseur onderzoek, Cubiss) 02-04-08, tilburg Overig: Bezoek project “Mundial in de klas” 03/06/08, BS de Lochtenberg, Tilburg
110
Overige bijlagen Bij dit onderzoek hoort een uitgebreide bijlage van ongeveer 30 pagina’s waarin is opgenomen: Verslag You-Cult /Gipsyfestival (uitgebreide beschrijving van het interview met acht jonge bezoekers van het Gipsyfestival 2008) Verslag Mundial-dag (uitgeschreven verslag van de ‘Mundial in de klas-dag’ 03-06-‘08) Uitwerking educatietraject Gipsyfestival (uitgeschreven plannen en schema van de plannen voor het educatietraject dat door Cubiss zal worden opgezet rondom het Gipsyfestival) Een uitgebreide beschrijving van alle activiteiten op en rond het Gipsyfestival Deze bijlagen zijn -om de omvang van het verslag te beperken- niet toegevoegd. Wilt u deze inzien mail dan naar
[email protected].
Met dank aan Bij deze wil ik graag iedereen bedanken die heeft meegeholpen aan mijn onderzoek; Mart Janssens (begeleider Fontys) Marion Prieckaerts (examinator Fontys) Albert Bull (begeleider Cubiss) Albert Siebelink (Directeur Gipsyfestival) Letty Ranshuysen (onderzoeksbureau Letty Ranshuysen) Ankie Joos (projectleider You- Cult) en de jongeren die hebben deelgenomen aan dit onderzoek • Sanne Van Nieuwenhuijzen (Cubiss) • Marijke Trienekens (Cubiss) • En natuurlijk ook de vele collega’s van Cubiss en mijn lieve klasgenoten van de Master Kunst en Educatie. • • • • • •
Bedankt voor al jullie hulp, interesse, inspiratie, gezelligheid en steun! Suzanne Keurntjes, 2008. 111