4
Leerlijn leren leren
Leerlijn leren leren 1
2
3
4
5
6
1 Strategieën om kennis op te bouwen en problemen op te lossen 1 De lln kunnen losse gegevens leren door ze: a
betekenis te geven
door ze te situeren in een context
- - -
door ze te omschrijven (uit een tekst worden moeilijke
- - -
woorden gehaald en de betekenis wordt omschreven) b
te memoriseren ezelbruggetjes: (onmiddellijk: ik ga onmiddellijk slapen met 2 dekens en 2 lakens) afdekplaatjes(b.v. Frans) herhalingskaartjes
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
49
werken met kleuren
-
- - - -
visualiseren
-
- - -
- - - -
luisteren met CD, cassette, …)
-
- - -
- - -
moeilijkheden aanduiden
-
- - - -
-
- - - -
-
-
overschrijven - - - -
2 De leerlingen kunnen verschillende informatiebronnen gebruiken. Dit houdt in dat ze:
a. in eenvoudige naslagwerken zelfstandig inf. opzoeken via alfabetische inhoudsopgave en register (bij een projectwerk)
b
bij een onderwerp sleutel- en/of kernwoorden aanduiden in een reeks (de lln krijgen een reeks woorden over een ond. de lln markeren de belangrijkste kern)- of sleutelwoorden)
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
50
c
onder begeleiding, een docu-centrum in de bib, internet, …
-
- - -
- - - -
-
- - -
- - - -
kunnen consulteren bij een concrete opdracht. Belangrijk is : doeltreffend kunnen opsporen, info degelijk selecteren, bondig noteren
d
uit opgegeven radio- en televisieprogramma's, kranten en tijdschriften, gevraagde gegevens noteren
e
naar aanleiding van een opdracht bij de juiste personen info vragen (v.b. interview)
3 De leerlingen kunnen samenhangende informatie (ook andere dan teksten - bij teksten eenvoudige, duidelijke en goed gestructureerde) leren door: a
zich te oriênteren door:
zich een beeld te vormen van de inhoud van een nieuwe
- - -
tekst a.h.v. de titel, de illustratie, de tekeningen en de tabellen de stuctuurelementen van de tekst - alinea, paragraaf
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
51
en hoofdstuk - te herkennen
b
ze te analyseren aan de hand van vragen (wie, wat, waar,
- - -
wanneer en hoe) (de 9-vragen-plaat) c
ze in eigen woorden na te vertellen of verkort weer te geven
d
verbanden te leggen tussen: nieuwe informatie en informatie waarover ze reeds beschikken de afbeeldingen en de bijhorende tekst (b.v. paddestoel: afbeelding - tekst waarin delen uitgelegd zijn)
e
ze te structureren door in de tekst de belangrijkste zaken
- - -
aan te duiden
f
ze te verwerken. De lln moeten kunnen zeggen wat er precies
- - -
moet gebeuren, ze moeten zelf eenvoudige schriftelijke instructies kunnen uitvoeren en verslag kunnen uitbrengen over eigen werk g
ze, in functie van de gestelde eisen, in te prenten om ze te gebruiken bij een tekst geeft een leerkracht voorbeeldvragen die
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
52
de lln moeten kunnen oplossen om zo de tekst in te prenten de lln leren zelf voorbeeldvragen zoeken bij een tekst
2. Het leerproces zelf sturen. 1 De beertjes van Meichenbaum: a
de fase waarin het probleem geanalyseerd wordt: wat moet ik doen? de lln kunnen eenvoudige problemen oplossen - door - ze te onderkennen als problemen die in één aspect verschillen van de standaardopgaven (in andere contexten de stappen om op te lossen kunnen toepassen) de lln kunnen eenvoudige problemen oplossen - door - ze te analyseren door aan te geven wat gekend en wat te zoeken is, te herformuleren, op te splitsen in deelproblemen (bij een toetsvraag duiden de
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
53
lln aan wat ze kennen, wat er gevraagd is, stellen ze de vraag in eigen woorden en halen ze de verschillende problemen eruit b
de fase waarin gezocht wordt naar een oplossingsstrategie: hoe ga ik dat doen? de lln kunnen eenvoudige problemen oplossen - door - mogelijke oplossingswijzen te zoeken en af te wegen (de lln moeten de oppervlakte van de ruit proberen te oplossings-
vinden.
Ze
moegen
zelf
een
wijze bepalen) c
de fase waarin het vooropgestelde werkplan uitgevoerd wordt: ik doe mijn werk de lln kunnen eenvoudige problemen oplossen - door - de gekozen oplossingswije uit te voeren de lln kunnen eenvoudige problemen oplossen - door - de gekozen oplossingswijze te verwoorden
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
54
d
de evaluatiefase: ik kijk na de lln kunnen eenvoudige problemen oplossen door de oplossing te controleren door na te gaan of ze realistisch is en de oplossingsweg te controleren door na te gaan of ze passend is
3. De kennis over hoe goed je leert. De lln kunnen, eventueel onde begeleiding:
a
- - -
hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren door: hun agenda functioneel te gebruiken te zeggen wat gevraagd wordt, en hoe ze te werk zullen gaan op basis van eigen ervaring uit te leggen dat planning belangrijk is
b
met voorbeelden zelfstandig
5/01/2010
- - - - - -
hun eigen leerproces bewaken door: aan
te
geven
hoe
ze
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
55
kunnen werken uit te leggen dat sommige geregeld herhaald moeten worden uit te leggen dat gewoon herlezen of kopiëren meestal niet effectief is diverse oplossingsmethoden onderling te vergelijken geschikte
en
de
voor
hem/haar
meest
methode te kiezen in het oog te houden of ze uitvoeren wat gevraagd werd en middeltjes te gebruiken om informatie in het geheugen op te roepen.
c
hun leerproces controleren en bijsturen door na te gaan
- - - - - -
of de oplossingsmethode realistisch en volledig is, aan de verwachtingen werd voldaan, de fouten werden gecorrigeerd met het oog op het vermijden van die fouten
4. Leerattitudes
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
56
Houdingen en overtuigingen: De leerlingen kunnen op hun niveau: a
met nauwkeurigheid, door hun werkruimte en boekentas ordelijk te schikken en te organiseren, en hun taken volgens afspraak te maken
b
met efficiëntie, door hun materiaal klaar te leggen voor de opdracht en het materiaal efficiënt te gebruiken
c
met een wil tot zelfstandigheid, door er rekening mee te houden dat de leerkracht niet onmiddellijk komt als deze om hulp wordt gevraagd.
d
met voldoende zelfvertrouwen, door een nieuwe opdracht op een persoonlijke wijze aan te pakken, door niet onmiddellijk otmoedigd te zijn, door geduld te tonen bij het oplossen van problemen en enige faalangst aan te kunnen
e
met voldoende weerbaarheid, door voor zichzelf op te komen bij de aanpak van problemen en vragen te stellen bij wat ze niet begrijpen
f
met een houding van openheid, door van elkaar te leren bij
- - - - - -
het aanpakken van nieuwe leerinhouden, door bruikbare
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
57
oplossingen van anderen te aanvaarden, en door andere oplossingen met de eigen oplossing te vergelijken
g
- - -
kritische zin, door zich vragen te stellen bij de aangeboden informatie en door eigen leren te bevragen
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
58