BIJLAGE 1: REACTIES
Inhoudsopgave: 1) Reactie Wijkteam Bloemendaal...........................................................................pag. 1 2) Reactie Wijkteam Goverwelle..............................................................................pag. 3 3) Reactie Wijkteam Plaswijck.................................................................................pag. 6 4) Reactie Initiatiefgroep Raambuurt.......................................................................pag. 9 5) Reactie Wijkteam Korte Akkeren.........................................................................pag. 11 6) Reactie Wijkteam Oost........................................................................................pag. 13 7) Reactie Wijkteam Nieuwe Park...........................................................................pag. 14 8) Reactie Wijkteam Kadebuurt...............................................................................pag. 16 9) Reactie Wijkteam Kort Haarlem..........................................................................pag. 17 10) Reactie Platform Wijkteams Gouda...................................................................pag. 18 11) Reactie Goudse Adviesraad voor mensen met een Beperking.........................pag. 19 12) Reactie Jeugdraad.............................................................................................pag. 24
0
1) REACTIE WIJKTEAM BLOEMENDAAL
Aan college van Burgemeester en Wethouders Gemeente Gouda Postbus 1086 2800 BB Gouda
Gouda, 3-04-2006 Geacht college, Op 27 februari ontvingen wij het rapport evaluatie Nota speelvoorzieningen 2001 met in de begeleidende brief een aantal vragen. Alleen de eerste en de laatste vraag hebben betrekking op wijkteam Bloemendaal. •
Verzoeken van bewoners voor speelplekken lopen nu overwegend via de wijkteams. Ook als een verzoek van een bewoner direct bij de gemeente binnenkomt, verwijzen wij meestal naar het wijkteam, minimaal om hen te informeren over het ingediende verzoek. Hoe bevalt u deze werkwijze en vindt u het gewenst deze werkwijze voort te zetten?
Vanuit onze doelstelling (wijkteam Bloemendaal richt zich op het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de wijk) willen wij in principe betrokken zijn bij alle zaken die speelplekken betreffen. We benadrukken daarbij dat wij vanuit de bewoners regelmatig ingeschakeld worden bij behoefte aan meer speelvoorzieningen maar vooral ook inzake speelplekken waar overlastsituaties ontstaan. Wij zouden graag heldere afspraken willen over wijze waarop communicatie over speelvoorzieningen tussen de gemeente en het wijkteam plaatsvindt. Met betrekking tot de overlastsituaties willen wij nog het volgende opmerken. De concentratie van één grote speelplek voor een aantal straten levert voor direct omwonenden nogal eens overlast op. Met de wijziging in samenstelling van bewoners (door verjonging en grote gezinnen) neemt de drukte op een speelplek toe. Oorspronkelijk hadden de buurten rondom de Heesterlaan en Mercatorsingel per 2 straten een kleine speelplek. Graag zouden wij met u willen overleggen of deze oplossing een mogelijkheid is om de bestaande overlastplekken te minimaliseren. Verder vragen wij aandacht voor de voorzieningen voor de jeugd vanaf 12 jaar. De overlast op speelplekken wordt vaak veroorzaakt door de jongeren ouder dan 12 jaar Graag zouden we in het speelvoorzieningenbeleid expliciet ook deze oudere jeugd betrekken.
1
•
De gemeente neemt de zorg voor de speelvoorzieningen op basis van de nieuwe 90-norm op zich; in de toekomst willen we toe groeien naar het toepassen van de 70-norm uit de evaluatie. Wat betreft de gemeente zal dat geleidelijk gaan. Mogelijk wil uw wijkteam versneld naar het aantal speelplekken toe groeien dat bij de 70-norm hoort; bent u dan bereid om daar uw 3 euro-budget voor in te zetten?
Uw vraag of het wijkteam op voorhand wil aangeven of zij het 3 eurobudget wil inzetten om versneld naar deze 70-norm te groeien beantwoorden wij ontkennend. Wij vinden het principieel onjuist om wijkteams te vragen het 3eurobudget op voorhand te ‘oormerken’ voor speelvoorzieningen. Maar natuurlijk zullen wij een aanvraag over speelvoorzieningen vanuit de bewoners beoordelen volgens de door het wijkteam opgestelde spelregels m.b.t. het 3 eurobudget. Volgens het door u opgestelde overzicht heeft Bloemendaal 16 speelplekken en zou het bij toepassing van de 70-norm kunnen toe groeien naar 17 speelplekken. Met de komst van de speelplek op de J.P.Thijsselaan zullen in Bloemendaal 17 speelplekken zijn gerealiseerd en wordt dan aan de 70-norm voldaan. Daarmee is de vraag voor Bloemendaal niet meer relevant. Wel hebben wij twee vragen t.a.v de speelvoorziening aan de J.P.Thijsselaan. Uit deze buurt horen wij regelmatig geluiden over het tekort aan speelvoorzieningen. Met het aantal kinderen van 177 heeft deze buurt eigelijk recht op 2 speelplekken. 1. Is het mogelijk dat de speelvoorziening bij de nieuwbouwlocatie versneld wordt aangelegd? 2. Is het mogelijk om in deze buurt samen met de bewoners nog een geschikte locatie te vinden voor een (kleine) speelvoorziening? In verband met de diverse verzoeken kan het wijkteam in dit specifieke geval mogelijk een deel van haar 3 eurobudget beschikbaar stellen. Tot zover onze reactie op uw evaluatie en wij kijken uit naar uw reactie. Met vriendelijke groet,
Wijkteam Bloemendaal Monique Muijselaar
Cc Mevrouw M.Driehuijs Gemeenteraad 2
2) REACTIE WIJKTEAM GOVERWELLE
Aan: Afdeling Leefbaarheid t.a.v. mevrouw M. Driehuijs Gemeente Gouda Postbus 1086 2800 BB Gouda cc. college van burgemeester en wethouders
Datum 5 april 2005 Ons kenmerk WG 06.06/CvR Betreft antwoord op brief d.d. 24 – 2- ’06 betreffende evaluatie Speelnota
Geachte mevrouw Driehuijs, In een brief van 21 februari 2006 jl. verzocht het college van burgemeester en wethouders het Wijkteam Goverwelle te antwoorden op de vragen over speelvoorzieningen en een reactie op de evaluatie van de Nota Speelvoorzieningen 2001 op zéér korte termijn, namelijk voor zes april, naar u toe te sturen. Het is teleurstellend te aanschouwen dat onze wijk, de meest kinderrijke buurt van Nederland, een schrijnend tekort aan speelvoorzieningen heeft. Bij het aanhouden van een 90 norm is er een tekort van 6 speelvoorzieningen. Dat wil zeggen dat 540 kinderen niet over een speelvoorziening in de buurt beschikken. Bij het aanhouden van de 70 norm geldt dit zelfs voor 980 kinderen. Zoals u zelf al aangaf in het evaluatierapport is ruimtegebrek in Goverwelle een groot probleem. In sommige buurten kunnen we geen spatje groen of vrije betegeling vinden om een eventuele speelruimte te kunnen creëren. De oplossingen die wij voorstellen zijn dan ook van onconventionele aard. Met het voorgaande in het achterhoofd zullen wij proberen zo goed mogelijk op uw vragen antwoord te geven. Werkwijze bij verzoeken van bewoners voor speelplekken o Het wijkteam heeft er geen behoefte aan om het ‘loket’ te zijn voor alle verzoeken van bewoners, daarom stelt het wijkteam voor niet te verwijzen naar het wijkteam. Wel willen wij graag vooraf gekend worden en advies geven als er sprake is van ingrijpende veranderingen. De gemeente houdt dan de regie over het verzoek en zal een buurtbijeenkomst moeten verzorgen om alle betrokkenen te informeren en te vragen naar hun ideeën om tot een goed besluit en daaruit volgende actie te komen.
Suggesties voor nieuwe locaties o Het probleem ligt niet alleen bij de kinderen tot en met 12 jaar. Ook voor kinderen boven de twaalf jaar moet het mogelijk zijn in de frisse buitenlucht te verblijven. Alle kinderen die geen speelvoorziening hebben nu ze 5 of 7 jaar zijn hebben straks geen voorziening als ze boven de 10 jaar zijn. De voorzieningen binnen de wijk beschouwen wij voor kinderen tot 10 à 12 jaar. Voor de oudere kinderen zouden de voorzieningen rondom de wijk moeten worden uitgebreid. Daarmee neemt de overlast van oudere jeugd binnen de buurten af. Ook zullen de speelvoorzieningen aan de buitenrand als veiliger ervaren worden als meer kinderen en jongeren er gelijktijdig gebruik van maken. 3
o Een geschikte nieuwe plek voor een voetbalveldje of speeltuin zou, de enige lege plek in de wijk, het gebied naast de HCA-school aan de Wilhelmina van Pruisenlaan kunnen zijn. o Verder kunnen wij alleen onconventionele oplossingen bedenken om ruimte te creëren voor nieuwe speelplekken: • Het vervangen van huizen voor groene speelruimte • Het uitwisselen van functionaliteiten: Speelplaatsen of trapveldjes creëren langs de spoorzone waarbij de sloot omgelegd wordt langs de spoorzone. Het overbruggen van water door vlonders waarop speelvoorzieningen geplaatst kunnen worden. Het weghalen van de woonwagens uit de Molenbuurt (uiteraard in overleg met betrokken bewoners) om een mooie plek voor een groene speelvoorziening aan te kunnen bieden. Percelen die vrij komen (b.v. Voorwillenseweg 185) niet verder verdichten met huizen, maar inzetten op een speel/groenvoorziening. • Een speelplek met toezicht en beheerders creëren aan de buitenrand van de wijk; bijvoorbeeld de kinderboerderij uitbreiden met een speeltuin, skatebaan en water/zandspeelplaats. Als voorbeeld hebben wij hierbij het “Grift park” in het centrum van Utrecht voor ogen. Belangrijk is dat de speelvoorzieningen in combinatie met groen zijn en dat het aantal parkeerplaatsen behouden blijft, want ook hier is een tekort aan. In onze ogen doet de gemeente er goed aan de betreffende buurten waar een tekort aan speelplekken is te bezoeken en de bewoners uit te nodigen mee te denken in oplossingen voor hun buurt. Bij speelvoorzieningen voor oudere jeugd kunnen ook de betrokken leeftijdsgroepen daartoe worden uitgenodigd. Uitbreiding van bestaande speelvoorzieningen o Het Steinse Groen en de kinderboerderij zijn mooie speelplekken om uit te breiden. Voetbalveldjes, basketbalvelden, verharde tennisbaan, pingpongtafel en speelvoorzieningen voor kleinere kinderen onder toezicht behoren tot de mogelijkheden. o Het ‘Gouds Geschenk’, een speelplaats voor kinderen van 8 tot 12 jaar, dat ook aan de rand van de wijk ligt, kan uitgebreid worden. o Uitbreiding van het voetbalveld bij het Steinse Groen met meer voorzieningen is een mogelijkheid om de oudere jeugd meer te bieden. o De waterspeelplaats kan meer geschikt gemaakt worden voor voetballen door het plaatsen van een hek langs een deel van het water. Inzet van 3-euro budget o Bij verrijking van de wijk willen wij – in principe – per voorstel afzonderlijk te beoordelen in relatie tot andere bestedingen -wel overwegen ons 3 euro-budget in te zetten. Dit waren de antwoorden op uw vragen. Hieronder volgt een reactie op de nota evaluatie speelvoorzieningen 2005 o U geeft de locatie Volmolenhof aan als optie voor een basketbalveld. Het wijkteam heeft dit idee reeds eerder afgewezen daar het te veel geluidsoverlast voor de buurtbewoners 4
o
o o
o o
zou kunnen geven. Wel zou de gemeente de buurtbewoners voor een overleg uit kunnen nodigen en een optie voor een speelvoorziening kunnen bespreken. Zou het niet prachtig zijn dat met uitbreiding van de kinderboerderij met speelvoorzieningen voor o.a. gehandicapten en een beheerder de kinderboerderij iedere middag en zaterdag open zou kunnen zijn? ( zie idee Grift park) We vinden het jammer dat alleen naar speelvoorzieningen voor kinderen tot en met 12 jaar wordt gekeken. Wat doen we met de 13-plussers? De huidige speelvoorzieningen binnen de wijk zijn zodanig dat ze leuk zijn voor kinderen tot ongeveer 8 jaar. Voor kinderen van 8 tot 12 jaar zouden er voetbalveldjes, ping-pong tafels en rekstokken binnen de wijk moeten zijn. Is er een begroting gemaakt voor nieuwe speelvoorzieningen mocht de gemeente de 90- of 70- norm gaan hanteren? Wat vindt de gemeente van het feit dat er een tekort aan groen en speelvoorzieningen is? Wat doet de gemeente als het met de bestaande ruimte niet mogelijk is überhaupt aan het minimum, de 90 norm, te voldoen?
Samengevat vraagt het wijkteam u: o Onderzoek mogelijkheden om meer ruimte te creëren voor algemeen groen dat gelegenheid biedt tot spelen. o Zet in op onconventionele oplossingen gezien het ruimtegebrek. Concrete voorstellen zijn het vrijmaken van de woonwagenlocatie in de Molenbuurt, het creëren van een speelplaats aan de rand van de wijk met toezicht en beheer (kan een uitbreiding van een bestaande speelplaats zijn) en het onderzoeken van mogelijkheden op de spoorzone. o Pas voor de leeftijdsgroep 8 – 12 jaar speelplaatsen binnen de wijk aan met voor hen aantrekkelijke speelelementen. o Breid voor de leeftijdsgroep 12 + voorzieningen uit aan de randen van de wijk. o Laat bewoners uit de buurten zelf meepraten / denken over mogelijke aanpassingen van speelplaatsen en nieuwe voorzieningen in de eigen buurt. De voorstellen die we doen zijn suggesties, geen met bewoners afgestemde ideeën. o Betrek oudere leeftijdsgroepen bij uitbreiding van voor hen geschikte voorzieningen. We hebben een grote bevolkingsdichtheid van 79,3 inwoners per hectare. Dit veroorzaakt spanningen. Ruimte creëren is zeer belangrijk. Problemen moeten voorkomen worden en we moeten niet denken dat ze niet komen. Eigenlijk zijn ze er al. Buitenspelende jongeren worden weggejaagd omdat ze overlast veroorzaken! Maar waar kunnen ze heen? De groep jongeren zal alleen nog maar groeien. De gemeente moet serieus nadenken of ze de bewoners van Goverwelle meer ruimte kan aanbieden. We hopen uw vragen voldoende beantwoord te hebben en kijken uit naar uw reactie. Voor de duidelijkheid merken wij op dat wij geen tijd hebben gehad om na te gaan of deze brief kan rekenen op draagvlak in de wijk. Met vriendelijke groet, Namens het Wijkteam Goverwelle,
Coen van Reeken voorzitter
5
3) REACTIE WIJKTEAM PLASWIJCK
Wijkteam Plaswijck Postbus 2028 2800 BD Gouda 06-239.56.999 bereikbaar maandag – vrijdag 10:00 – 18:00 uur
[email protected] www.wijkteamplaswijck.nl
Gemeente Gouda t.a.v. Mevr. M. Driehuijs afd. Leefomgeving
Gouda, 2 april 2006 Betreft: reactie rapport evaluatie Nota speelvoorzieningen 2001 Ons kenmerk: 1420061
Geachte mevrouw Driehuijs,
Hierbij de reactie op bovengenoemde Nota van wijkteam Plaswijck. Wij danken u voor de zeer uitvoerige duidelijke rapportage. Hieronder geven wij u onze reactie. In de evaluatie komt naar voren dat Plaswijck over de meeste speelplekken in Gouda beschikt die allemaal zijn aangepast c.q. gerenoveerd. Sommige zijn door sponsering vanuit het € 3 budget tot stand gekomen. De huidige 90-kinderen norm voor een speelplek (doelgroep maximaal t/m 12 jaar) staat ter discussie. Gelet op de het aantal kinderen in Plaswijck het aantal is 2009, kinderen tussen 0 – 12 jaar (telling 01-01-2005) en de beschikbare speelplekken (28 + 3 schoolpleinen) etc. willen wij niet overgaan naar de 80/70-kindernorm. Dit vanwege het feit dat de speelplekken te dicht bij de woningen komen te liggen. Verschillende speelplekken in Plaswijck roepen nogal wat overlast op. Zoals bij het Boegpad en de Trompenburg en in Jumi buurt. Het verschil tussen de speelplek bij het Boegpad en de Trompenburg is o.a. dat de speelplek bij het Boegpad gesubsidieerd is door het € 3 budget. Dit maakt dat het Wijkteam besloten heeft aanvragen van bewoners betreffende speelplekken niet meer te honoreren, omdat wij de verantwoordelijkheid voor het uitgeven van een budget dat van bewoners in Plaswijck is, niet meer willen dragen. Speelplek de Trompenburg geeft al ruim 4 jaar aan omwonende overlast. Het Wijkteam is er groot voorstander van om de plek een andere functie te geven in samenspraak met bewoners. (Zie hierover ons schrijven, kenmerk 142006, reactie op Overlast speelplek Trompenburg)
6
Wijkteam Plaswijck is verder van mening dat het aanvragen van een speelvoorziening door bewoners door de gemeente moet worden afgehandeld. Wij vinden dat dit niet de verantwoordelijkheid van het Wijkteam is die uit vrijwilligers bestaat. Wel wil het Wijkteam meedenken en hierover communiceren naar betrokken bewoners en er een advies over uitgeven. Wij hopen dat onze bijdragen kunnen helpen bij een duidelijke opstelling en tekenen met een vriendelijke groet
Namens Wijkteam Plaswijck Het Wijkteamoverleg Margot de Brabander voorzitter
bijlage bij reactie wijkteam Plaswijck:
Wijkteam Plaswijck Postbus 2028 2800 BD Gouda 06-239.56.999 bereikbaar maandag – vrijdag 10:00 – 18:00 uur
[email protected] www.wijkteamplaswijck.nl
Gemeente Gouda t.a.v. mr. M.H.F. Knaapen hoofd dienst Recht, veiligheid en handhaving
Gouda, 1 april 2006 Betreft: reactie op Overlast speelplek Trompenburg Uw kenmerk: 2006/07485 PL6030 Ons kenmerk: 142006 Geachte heer Knaapen, Met grote verontwaardiging ontvingen wij uw schrijven. De al vier jaar lang slepende overlastplek speelplek Trompenburg is wederom in een project van aanpak gestopt. Wij begrijpen dat u de speelplek wederom een kans gaat geven om te overleven, door de Stichting Welzijn Gouda een projectvoorstel uit te laten werken. In een eerder gesprek waarbij het Wijkteam ook was uitgenodigd hebben wij klip en klaar onze menig gegeven. Wij menen dat deze speelplek omwonenden genoeg overlast heeft gegeven en wij vinden dat er nu nodig naar omwonenden geluisterd moet worden. 7
In uw schrijven laat u omwonenden weten dat het Wijkteam is uitgenodigd om een advies te geven naar de gemeente over de evaluatie Nota speelvoorziening en dat bewoners bij het Wijkteam hun mening kunnen geven. Het Wijkteam heeft al vele keren meningen van omwonende ontvangen en doorgegeven aan uw afdeling. Ook het Wijkteam voelt zich niet serieus genomen. Wij hebben moeite met het terug kaatsen van de bal. Misschien kunt u de omwonenden vragen een leuk idee in te leveren voor deze plek, dan kan het via het € 3 budget uitgevoerd worden. Wij kijken uit naar uw reactie. Met vriendelijke groet Namens Wijkteam Plaswijck Het wijkteamoverleg Margot de Brabander voorzitter
8
4) REACTIE INITIATIEFGROEP RAAMBUURT
Gemeente Gouda. Afd. Leefomgeving T.n.v. mevr. Driehuijs Postbus 1086 2800 BB Gouda.
Gouda, 3 april 2006 Betreft :
Evaluatie nota speelvoorzieningen 2001.
Geachte mevrouw Driehuijs, Bij deze willen wij graag gebruik maken van uw verzoek om te reageren in het kader van de evaluatie nota speelvoorzieningen 2001. Reeds op 8 november 2001 hebben wij op de genoemde nota gereageerd waarbij wij voornamelijk hebben gewezen op het feit dat wij de gehanteerde wijze van vaststellen daar waar het gaat om de toekenning van het aantal speelplekken in een wijk niet de juiste vinden. Wij zijn van mening dat maatwerk van belang is om te bepalen hoeveel voorzieningen nodig zijn maar ook waar die voorzieningen dan moeten komen. Nogmaals de aard van de wijk moet ook als leidraad dienen. Juist om die reden heeft de Initiatiefgroep Raambuurt destijds besloten een extra speelplek te handhaven en deze vanuit haar budget te financieren. In de genoemde evaluatievoorstellen blijkt echter dat u voornemens bent de norm als criteria te handhaven maar te verlagen van 90 naar 70 kinderen per speelplek. Deze verlaging heeft volgens de bijgevoegde overzicht voor de Raambuurt geen effect, ook dan blijft het aantal speelplekken waar de Raambuurt recht op heeft beperkt tot 2. Buurten zijn dynamisch, kinderen worden ouder waarmee de behoefte van de inrichting van een speelplek verandert. Oudere kinderen hebben vaak behoefte aan een hangplek of trapveld. In dat kader pleiten wij voor flexibilisering van de inrichting, zijn er veel kinderen tot 12 jaar dan moet de inrichting daar op worden afgestemd, worden de kinderen ouder dan is aanpassing gewenst zodat deze in de behoefte voldoet en weer terug. In de evaluatie wordt deze mogelijkheid gemist. In de evaluatie missen wij ook de mogelijkheid om het aantal speelplekken uit te breiden in het geval van nieuwbouw of herstructurering van een wijk. In de Raambuurt staat voor de komende jaren veel nieuwbouwplannen op het programma. Met name de Koningshof (Verheullokatie) is met 164 woningen een plan waarbij het aantal inwoners fors zal toenemen. Gelet de typologie van de woningen zullen ook veel (jonge) gezinnen de woningen betrekken. Dit betekent een toename van de behoefte aan speelplekken. Voor zover bij ons bekend is er in dit plan geen ruimte opgenomen voor de realisatie van één of meer speelplekken. Wij vragen ons af of de gemeente hierin stuurt of dat er eisen worden gesteld aan de openbare ruimte bij dergelijke (nieuw)bouwplannen en zo ja, heeft dat binnen dit bouwplan plaatsgevonden. In onze brief van 8 november 2001 hebben wij u hier ook al op gewezen.
9
Op uw vraag of wij bereid zijn om ons € 3,- budget te gebruiken om versneld de norm te verlagen heeft voor ons een enkele zin. Nogmaals ook dan blijven wij onder het aantal kinderen. In het kader van deze evaluatie lijkt het ons nuttig de speelplekken, de behoefte daaraan op de huidige plek of wellicht verplaatsing en inrichting tegen het licht te houden. In hoeverre is daarmee rekening gehouden.
Erop vertrouwende u bij deze voldoende te hebben geïnformeerd en uw reactie met belangstelling tegemoet ziend verblijf ik.
Met vriendelijke groet.
Gerard Overkamp Namens Initiatiefgroep Raambuurt Raam 60/62 2801 VM Gouda
10
5) REACTIE WIJKTEAM KORTE AKKEREN Afdeling Leefbaarheid t.a.v. mevrouw M. Driehuijs cc. College van burgemeester en wethouders Gemeente Gouda Postbus 1086 2800 BB Gouda Datum: Betreft:
4 april 2005 reactie op brief d.d. 24 – 2- ’06 betreffende evaluatie Speelnota
Geachte mevrouw Driehuijs, Op 27 februari ontvingen wij uw brief betreffende de evaluatie Nota speelvoorzieningen 2001. U verzoekt het wijkteam te antwoorden op een aantal vragen en een reactie te geven op de evaluatie. We vinden het bijzonder jammer dat we niet in staat worden gesteld om samen met bewoners uw evaluatie en onze reactie te bespreken. De inleverdatum van 5 april is hiervoor te krap. We benadrukken daarom dat het een reactie is van het wijkteam zelf waarbij geen garantie voor draagvlak wordt gegeven. Allereerst geven we onze reactie op uw afzonderlijke vragen: Tevredenheid over de gemeentelijke werkwijze betreffende verzoeken van bewoners voor speelplekken Het wijkteam ervaart geen vaste heldere communicatiestructuur vanuit de gemeente als er verzoeken binnen komen over speelplekken. Alle aanvragen voor speelplekken zouden door u, als regie-voerder, moeten worden samengebracht. Dit houdt in dat verzoeken niet kunnen worden afgedaan als zijnde “doorverwezen naar het wijkteam”. Het wijkteam dient wel te worden geïnformeerd en zij kan zo nodig gebruik maken van het adviesrecht. Ook als wij een verzoek binnen krijgen, stellen wij u daarvan uiteraard op de hoogte. Geconcludeerd kan worden dat het wijkteam niet de indruk heeft dat er een gestructureerde werkwijze is. Zij constateert dat er behoefte is aan een heldere communicatiestructuur vanuit de gemeente betreffende speelplekken. Daarnaast is er behoefte om het beleid jaarlijks te evalueren.
Suggesties voor nieuwe locaties en alternatieve plekken Wij geven hierbij een aantal suggesties van mogelijkheden die samen met de buurtbewoners verder onderzocht kunnen worden: • Vogelplein: hier ligt een grote speelplek. Ons is niet duidelijk of u in uw berekening onderscheid maakt tussen grote en kleine speelplekken. In principe geeft de Vogelbuurt veel mogelijkheden voor uitbreiding. • De Schopschijf: hier wonen volgens uw buurtindeling 39 kinderen. Dit geeft een vertekend beeld. De Schopschijf wordt omsloten door de Prins Hendrikstraat en de Turfsingel. In deze straten wonen hoogstwaarschijnlijk meer dan 39 kinderen. Het plein met hinkelpad ligt er al. Hier kan met geringe aanpassingen een veilig omsloten speelplek van worden gemaakt. • Bilderdijkstraat. Eventueel kan op de Constantijn Huygensstraat een plek worden gerealiseerd door een bocht in de weg te leggen waardoor een grotere groenstrook aan een kant van de straat wordt gerealiseerd. Hier kan dan een speelplek worden gerealiseerd. • Nic. Beetsstraat wordt niet echt als een veilige plek gezien voor een speelplek. • Jacob Catsstraat: het schoolplein is niet openbaar. De buurt heeft het sleutelbeheer over het plein zodat hun kinderen kunnen spelen. • De Trefkuil. Uit een bewonersenquête in deze straat is gebleken dat er vaak hard wordt gereden. Uit veiligheidsoverwegingen hebben bewoners voorgesteld een hekje te plaatsen zodat kinderen minder snel de straat op kunnen rennen. Daarnaast is de speelplek toe aan een opknapbeurt en dient het te worden opgehoogd (staat vaak onder water) • Gaarlandsingel biedt mogelijkheden. Dit is nu een kale oude rolschaatsbaan (?) • Margrietplein: u rekent hier 1 speelplek. Echter er is ook nog een voetbalveld ofwel speelveld aan de rand van deze buurt. De speelplek op het Margrietplein is toe aan een opknapbeurt. • Jaagpad is geen geschikte plek. Eventueel op het Pijpenpad kan iets gerealiseerd worden in overleg met de bewoners. • Het einde van de Emmastraat is eventueel geschikt om een basket te plaatsen voor jongeren. Mits in het zicht geplaatst. 11
Walvisstraat: er is een woning afgebroken waar nu een stuk braak ligt. Hier zou een tijdelijke speelplek met spin kunnen worden gecreëerd.
•
Bereidheid om 3 eurobudget in te zetten voor 70-norm U wil geleidelijk toegroeien naar de nieuwe 70-norm voor speelvoorzieningen. Dit is een gemeentelijk besluit, waarbij wordt voorzien in 7 extra speelplekken in Korte Akkeren. Het 3 eurobudget is naar onze mening niet bedoeld als vangnet voor gewijzigd beleid. Daarom zijn we geen voorstander om bij voorbaat het 3 eurobudget hiervoor te reserveren. Het wijkteam heeft besloten dat slechts het 3 eurobudget wordt ingezet als er vanuit de buurtbewoners een speelplek-verzoek wordt ingediend.
Hieronder volgt een reactie op de nota evaluatie speelvoorzieningen 2005 • •
• • • •
Het wijkteam vindt dat het beleid eenvoudig moet zijn en met heldere richtlijnen. Het norm-getal en de buurt-afbakening kan een vertekend beeld opleveren. Hiermee moet soepel worden omgegaan. Een voorbeeld is De Schopschijf: hier wonen volgens uw buurtindeling nauwelijks kinderen. Dit geeft een vertekend beeld. De definitie van een speelplek is onduidelijk. Er zijn grote speelplekken en hele kleine speelplekken. Hierin is geen onderscheidt gemaakt. Enkele speelplekken zijn in beheer van derden. Onduidelijk is hoe hiermee in het beleid wordt omgegaan. De veiligheid van speelplekken én de loop-route naar deze plekken zijn zeer belangrijk. Buurtbewoners dienen altijd geconsulteerd te worden als er een nieuwe speelplek wordt aangewezen of als een bestaande plek wordt gewijzigd.
Tot zover onze reactie op uw vragen en evaluatie. We hopen met u in gesprek te blijven. Met vriendelijke groet, Namens het Wijkteam Korte Akkeren,
Ben van Bommel Voorzitter
12
6) REACTIE WIJKTEAM OOST Gouda, 28-03-2006
Geachte Mevr. M Driehuijs, Na het rapport, evaluatie speelvoorzieningen Gouda 2005, te hebben doorgelezen kunnen wij U antwoord geven op de volgende vragen: Op uw eerste vraag: Hoe bevalt U deze werkwijze en vindt u het gewenst deze werkwijze voort te zetten. Kunnen wij u mededelen dat deze werkwijze ons goed bevalt en wij het op deze manier willen voort zetten. Op de tweede vraag: Hebben de betrokken wijkteams van deze wijken suggesties voor nieuwe locaties? Na het bestuderen van de bijgeleverde plattegrond hebben wij 1 suggestie voor de plaatsing van een speeltuin. Daar er verder in de wijk al gerenoveerde speeltuinen en nieuwe speeltuinen zijn geplaatst. Onze suggestie is de plaatsing van een speeltuin tussen de flats Vrijheidslaan 61 t/m 95 en Vrijheidslaan 97 t/m 131. Op deze plek ligt een niet onderhouden gravelveld, met daarachter een grasvoorziening. Een speelplaats met speciale tegels en geen zandbak ( i.v.m de vele katten die hier lopen) zou hier niet misstaan. De derde vraag: Als het niet mogelijk is een locatie te vinden is er dan een alternatief voor uitbreiding in oppervlak of meer/andere toestellen? De uitbreiding waar wij eventueel aan denken, locatie Gedenklaan, is een echte wip voor 2 kinderen en een kunststof glijbaan, i.p.v. de metalen glijbaan die er nu is. Daar de kinderen van de metalen glijbaan in de zomermaanden op hun blote benen en armen brandwonden (kunnen) krijgen. De wip voor de kinderen die in de loop der jaren uit de wipkip zijn gegroeid en het leuk vinden om met zijn tweeën, tegenover elkaar, te kunnen wippen. De laatste vraag: Is het wijkteam bereidt hieraan mee te betalen via het 3 euro-budget. Na overleg zijn wij zeker bereidt een gedeelte van het 3 euro-budget te investeren voor de versnelling van het aantal speelplekken dat bij de 70-norm hoort, voor de wijk Gouda-Oost. Namens het Wijkteam Oost, Willem Sirre Marco v/d Bunt Linda Benjamins
13
7) REACTIE WIJKTEAM NIEUWE PARK
Gemeente Gouda Afdeling leefomgeving t.a.v. mevr. M. Driehuijs
Stichting Wijkteam Nieuwe Park Secretariaat: V.B. IJzendoornpark 11 2801 AA Gouda tel: 01 82 - 51 53 54
Betreft: rapport evaluatie Nota speelvoorzieningen/vragen over speelvoorzieningen Uw kenmerk: 2006.00440 Contactpersoon: Wilma Neefjes (tel 515354) Geachte mevrouw Driehuijs, In uw brief van 21 februari jl. stelt u ons een aantal vragen. Per onderwerp volgt hieronder onze reactie. Verzoek speelplek. Elkaar informeren en betrekken bij speelplekken in onze wijk en verzoeken daarvoor stellen wij zeer op prijs. Nieuwe speelplekken Ons inziens beschikken we nu over 1 volwaardige en veel gebruikte speelplek voor jonge kinderen, namelijk in het Van Bergen IJzendoornpark. Op zowel het Crabethpark als het terreintje in het Rode Dorp is slechts 1 speeltoestel voor jonge kinderen aanwezig, een klimpaal resp. wiebelbank. Beide plekken functioneren als ontmoetingsplekken voor m.n. lunchende werknemers, resp. hangjongeren, maar niet als volwaardige speelvoorziening. Locaties voor speelvoorzieningen voor jonge kinderen willen wij zoveel mogelijk in de directe omgeving van de doelgroep realiseren. Sociale controle vanuit huis, bereikbaarheid en de hiermee samenhangende veiligheid zijn bij jonge kinderen van belang. Een speelplek bevordert tevens de sociale samenhang in een buurt, een spontane ontmoetingsplek ook voor nieuwe bewoners. Wij vragen u dan ook niet alleen te kijken naar de cijfers anno 2005, maar te anticiperen op de ontwikkeling van bouwlocaties in onze wijk, zoals Drie/Notenboomen/GMF en Zeepfabriek en het Rode Dorp, waardoor het aantal eengezinswoningen met zo’n 100 zal toenemen en daarmee dus ook het aantal jonge kinderen sterk zal groeien. Anticiperen betekent wat ons betreft ruimte creëren in de plannen voor een goede speelvoorziening. In de concept plannen voor het Rode Dorp is ruimte beschikbaar. Door de ligging op het noorden nabij hogere bouw (windfactor) en omzoomd door parkeerplaatsen, is de plek overigens nog ter discussie. Over invulling is nog niet gesproken. Daarnaast pleiten wij al geruime tijd voor een trapveldje voor de oudere kinderen in de wijk. Dat er behoefte aan bestaat is inmiddels aangetoond met meerdere onderzoeken door/in opdracht van uw gemeente. Voor ons blijft de meest geschikte locatie het Winterdijkgebied, vanwege het grote aantal jongeren al daar. Het lopende voetbalproject dient ter voorbereiding van het op een plezierige manier met buurtgenoten sporten. Dubbelgebruik van een trapveldje met de scholen, waarvan nu 2 grote gebieden in eigendom van de gemeente herontwikkeld worden, is een pre. Daarnaast creëer je naast een zichtlocatie, tevens een plek, die niet direct aan woningen grenst, zodat overlast beperkt blijft. Een andere geschikte locatie is mogelijk het Lafebergroentje (van Huize Winterdijk; niet langer betrokken in het Resionproject), met een eigen ontsluiting. In de wijk is voor deze doelgroep geen alternatief beschikbaar: geen buurthuis en geen trapveldje (het park is veel te drassig en de combinatie van voetballen met water, verkeer en sierperken onwenselijk). Een trapveldje is een investering in de jeugd, die zichzelf (helaas niet direct meetbaar) terugverdient in een toename van de leefbaarheid, afname overlast en een verbetering van de gezondheid door te bewegen. 3-eurobudget Ons budget is dusdanig gering van omvang, dat van een substantiële bijdrage aan een speelvoorziening geen sprake kan zijn. De initiatieven van bewoners(groepen) zijn voor ons leidend bij de keuze van 3-euro projecten, waarbij wij juist de diversiteit van verschillende soorten projecten voor verschillende doelgroepen 14
als toegevoegde waarde van het 3 euro/budget hebben ervaren. Wij hebben overigens daarin een bijdrage geleverd aan de BOP `Woutertje Pieterse Plantsoen` in de vorm van een financiële bijdrage voor een kunstwerkje, omdat een speeltoestel daar niet acceptabel was voor de gemeente. Samengevat De wijk beschikt slechts over 1 volwaardige speelvoorziening voor jonge kinderen. Extra voorzieningen (2), rekening houdende met het in de nabije toekomst groeiende aantal gezinnen in de wijk, op buurtniveau is op zijn plaats. Met betrekking tot het trapveldje zien wij positieve besluitvorming van de gemeente tegemoet, gezien de resultaten van het voorafgaande proces `het behoefte/onderzoek` en de mogelijkheden, die door herontwikkeling in de wijk aanwezig zijn. Wij blijven belang hechten aan een goede samenwerking om gezamenlijk tot een verdere verbetering van de leefbaarheid in de wijk te komen. We vertrouwen er dan ook op dat deze nota met inachtneming van onze reactie tot realisatie van aantrekkelijke speelvoorzieningen/speelplekken zal leiden. Met vriendelijke groet, Stichting Wijkteam Nieuwe Park G. van Ittersum
15
8) REACTIE WIJKTEAM KADEBUURT Gemeente Gouda Afdeling Leefomgeving t.a.v. mw. M. Driehuijs Postbus 1086 2800 BB Gouda
Betreft: reactie wijkteam Kadebuurt op evaluatie speelvoorzieningen Gouda 2005 Gouda, 3 april 2006 Het wijkteam Kadebuurt heeft kennis genomen van het rapport “evaluatie speelvoorzieningen Gouda 2005”. Het wijkteam is het niet eens met de uitkomst van één van de scenario’s in het rapport waarbij in de Kadebuurt een speelplek zal moeten verdwijnen. Het wijkteam verwacht op dit punt weerstand uit de buurt. Het wijkteam bepleit om die reden hantering van de 70-norm. Het wijkteam heeft in het afgelopen jaar diverse activiteiten rond het thema spelen ondernomen, namelijk: • Er is een bewonersvergadering gehouden over het thema speelplekken gecombineerd met het onderwerp hondenbeleid. Uit de opkomst en uit de reacties kon niet worden opgemaakt dat er aanvullende wensen zijn met betrekking tot de speelplekken in de Kadebuurt. • Samen met de wijkchef is een inspectie uitgevoerd naar de technische staat van alle speelplekken. Dit heeft geresulteerd in een lijst van te verbeteren punten die in behandeling is gegeven bij de verantwoordelijke afdeling van de gemeente. • Er heeft in het kader van ‘het kwaliteitsbeleid openbare ruimte’ een schouw plaats gevonden op de locatie van de speelplekken bij de voormalige Praktijkschool en bij de Bellamystraat. De geconstateerde gebreken zijn bij de gemeente bekend. • Er is onderzoek gedaan in de Bellamystraat naar in samenwerking met bewoners aan te pakken onderwerpen in de woon- en leefomgeving. Ook daar is niet gebleken dat er bijzondere wensen zijn met betrekking tot aanpassingen van de speelvoorziening. Het wijkteam wenst handhaving van het huidig voorzieningenpeil en vraagt verder om het aanpakken van geconstateerde technische mankementen, waar dit nog niet is gebeurd. Het wijkteam vraagt u om deze brief te beschouwen als een advies in het kader van het met het wijkteam overeengekomen adviesrecht. Met vriendelijk groet, namens het wijkteam Kadebuurt
Cor Oosterwijk (voorzitter wijkteam Kadebuurt)
16
9) REACTIE WIJKTEAM KORT HAARLEM Gemeente Gouda Afdeling Leefomgeving T.a.v. mw. M. Driehuijs Postbus 1086 2800 BB Gouda
Betreft: reactie wijkteam Kort Haarlem op evaluatie speelvoorzieningen Gouda 2005 Gouda, 3 april 2006 Geachte heer/mevrouw, Het wijkteam Kort Haarlem heeft kennis genomen van het rapport “evaluatie speelvoorzieningen Gouda 2005”. Het wijkteam is blij met de conclusie in het rapport dat er in Kort Haarlem sprake is van een tekort aan speelplekken en spreekt de hoop uit dat in overleg met de gemeente gekomen kan worden tot concrete oplossingen. Het wijkteam heeft in het afgelopen najaar een bewonersavond georganiseerd over de gecombineerde onderwerpen hondenbeleid en speelplekken. Vanwege de daar uitgesproken behoefte aan extra speelvoorzieningen is door het wijkteam voorgesteld om een werkgroep in te stellen. Voor deze werkgroep hebben zich bewoners aangemeld uit verschillende delen van de wijk. De eerste bijeenkomst zal plaats vinden op 24 april a.s. De werkgroep moet haar werkwijze nog formuleren maar zal zich zeer waarschijnlijk gaan bezighouden met de aard en de situering van gewenste speelvoorziening. Er kunnen daarom nu nog geen suggesties worden gedaan over mogelijke locaties. Ook over alternatieve oplossingen kunnen nu nog geen uitspraken worden gedaan. Vooruitlopend hierop en mogelijk als aanvulling op het rapport willen wij u alvast het volgende mee geven: • Bij de op de bewonersavond aanwezige bewoners die zich hebben opgegeven voor de werkgroep stond één wens centraal namelijk; het realiseren van een gelegenheid voor kinderen om te voetballen. Bewoners gaven aan dat dit ook zou kunnen leiden tot minder overlast op bestaande speelplekken • Uit een onderzoek onder schoolkinderen uit Kort Haarlem uitgevoerd in opdracht van de Brede School bleek overduidelijk dezelfde wens Wij hopen dat wij in goed overleg met u kunnen komen tot de realisering van de nodige speelvoorzieningen en dat wij een beroep mogen doen op eventueel benodigde ondersteuning. Met vriendelijk groet, namens het wijkteam Kort Haarlem
Heleen Verkade (wijkteamlid)
17
10) REACTIE PLATFORM WIJKTEAMS GOUDA
Aan college van Burgemeester en Wethouders Gemeente Gouda Postbus 1086 2800 BB Gouda
Gouda, 02-04-2006 Geacht college, Op 27 februari ontvingen de wijkteams het rapport evaluatie Nota speelvoorzieningen 2001 met in een begeleidende brief een aantal vragen. Het Platform Wijkteams Gouda wil ook graag reageren op enkele vragen. U vraagt of de huidige werkwijze waarin de wijkteams actief betrokken worden bij verzoeken rondom speelplekken in de wijk ongewijzigd moet worden voortgezet. Het Platform is van mening dat hoewel de gemeente natuurlijk eindverantwoordelijke is voor speelvoorzieningen, het bij uitstek een onderwerp is dat de leefbaarheid èn veiligheid in de wijk betreft. Daarom horen alle wijkteams actief betrokken te blijven bij zaken die de speelvoorzieningen betreffen tenzij een wijkteam expliciet aangeeft dat zij dat anders wil. Uw vraag of wijkteams bereid zijn om het 3-eurobudget in te zetten als men in de toekomst versneld naar de 70-norm wil groeien, vinden wij principieel onjuist. Het 3-eurobudget is een vrij uit te geven budget dat wijkteams namens de bewoners van een wijk jaarlijks mogen uitgeven. Bij de meeste wijkteams gebeurt dit op aanvraag van groepen bewoners waarbij draagvlak in een buurt van doorslaggevend belang is. Natuurlijk kunnen daar ook speelvoorzieningen voor in aanmerking komen maar het is oneigenlijk om wijkteams het 3eurobudget op voorhand te laten ‘oormerken’ voor speelvoorzieningen. Wij hopen hiermee als Platform een constructieve bijdrage te leveren aan de voortzetting van het speelvoorzieningenbeleid. Met vriendelijke groet, Platform Wijkteams Gouda Jelle W. Los voorzitter
18
11) REACTIE GOUDSE ADVIESRAAD VOOR MENSEN MET EEN BEPERKING
Advies van de Goudse Adviesraad voor mensen met een beperking over de Evaluatie Speelvoorzieningen 2005
Gouda, maart 2006
19
Advies van de Goudse Adviesraad voor mensen met een beperking over de Evaluatie Speelvoorzieningen 2005
Inleiding Op 27 februari 2006 ontving de Adviesraad een adviesaanvraag van de afdeling Leefomgeving over de Evaluatie Speelvoorzieningen 2005. In deze evaluatie wordt de nota speelvoorzieningen 2001 geëvalueerd. Op deze nota heeft het RPCP in september 2001 advies uitgebracht, en in 2002 heeft er over dit onderwerp een briefwisseling plaatsgevonden met de heer Verboom. In onderhavig advies refereren wij aan deze stukken. De Adviesraad heeft het evaluatierapport met belangstelling gelezen en geeft hieronder haar adviezen weer. Nota speelvoorzieningen 2001 In de nota speelvoorzieningen uit 2001 heeft de gemeente de nodige aandacht besteed aan toegankelijke speelvoorzieningen. De gemeente was van plan om een bestaande speelplek in te richten met uitgebreide mogelijkheden voor kinderen met een handicap. Aan de hand van een doelgroep-analyse, waar wij gegevens voor hebben aangeleverd, werd bepaald dat dit het beste in Goverwelle-Speelmoleneiland geplaatst kon worden. De adviesraad is dan ook onaangenaam verrast dat de omwonenden hiertegen bezwaar hadden vanwege de angst voor verkeersoverlast, en dat de aangepaste speelplek daarom verplaatst is naar Korte Akkeren. Terwijl uit onderzoek blijkt dat in Goverwelle (en Gouda Oost) de meeste kinderen met een handicap wonen! De Adviesraad vindt het jammer dat de bezwaren van de omwonenden, die waarschijnlijk geen stand hadden kunnen houden, niet beter door de gemeente weerlegd zijn. In ons advies op de nota speelvoorzieningen hebben wij aan de gemeente gevraagd om bij de aanleg van nieuwe speelplekken en de geplande renovatie en aanpassing van bestaande speelplekken, te onderzoeken of de speelplekken beter toegankelijk 20
gemaakt zouden kunnen worden, en er speelmogelijkheden voor gehandicapte kinderen gecreëerd zouden kunnen worden. Hier lag nu juist immers een kans voor de gemeente om de toegankelijkheid gelijk mee te nemen. Evaluatie Uit het evaluatierapport vallen de resultaten wat dit betreft tegen. Ondanks de aandacht die de gemeente in de nota van 2001 heeft gegeven aan toegankelijke speelvoorzieningen, en de ervaring die zij sindsdien hiermee heeft opgedaan, blijkt uit de evaluatie en uit de praktijk dat het plan om meer speelplekken toegankelijkheid te maken voor kinderen of ouders met een handicap, in zeer beperkte mate gerealiseerd is. Zoals hierboven genoemd blijkt uit onderzoek uit 1999 dat de meeste kinderen met een handicap in Gouda Oost en Goverwelle te wonen. Juist aan deze kant van de stad is echter geen enkel geïntegreerd toestel geplaatst. In plaats daarvan zijn in speeltuin De Sluis 3 speeltoestellen geplaatst die ook door gehandicapte kinderen gebruikt kunnen worden. Op zich is dit een goede zaak, ware het niet dat het terrein van speeltuin De Sluis heel slecht begaanbaar is voor rolstoelgebruikers vanwege de onverharde grond. Het doel om een integraal toegankelijke speelplek te creëren, is dus niet gehaald. Een ander nadeel van deze speelplek is dat bezoekers entreegeld moeten betalen, terwijl alle andere speelplekken in Gouda vrij toegankelijk zijn. Naast De Sluis is er slechts op twee andere plekken in de hele stad een bruikbaar speeltoestel aanwezig; aan het Boegpad en de Van Persijnstraat. Zoals uit speeltuin de Sluis blijkt gaat het niet alleen om speeltoestellen, maar ook om de inrichting, de begaanbaarheid en bereikbaarheid van de speelplek, zodat ook gehandicapte ouders met hun kind een speelplek kunnen bezoeken. Aan dit laatste aspect is geen aandacht besteed in de evaluatie. Ondanks dat er veel speelplekken in de afgelopen jaren zijn aangepast en/of gerenoveerd, is daarbij niet standaard de toegankelijkheid meegenomen, waardoor veel speelplekken niet of beperkt toegankelijk zijn. Ook de speelplek in het Steinse Groen is niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers vanwege het onbegaanbare terrein. In de beleidsuitgangspunten voor de toekomst vinden we niets terug over het verbeteren van de toegankelijkheid. Het gegeven dat er juist in Goverwelle en Gouda Oost de meeste behoefte is aan aangepaste speelplekken wordt niet meer verder in de plannen meegenomen. Zelfs het plaatsen van een "enkel aangepast toestel" (laatste zin in de alinea over integratie) in Goverwelle komt niet meer terug in de plannen voor de toekomst. Ook in het plan om mogelijke meer speelplekken te creëren zoals in het Steinse Groen, wordt het meenemen van de integrale toegankelijkheid niet genoemd. In ons advies uit 2001 hebben wij aangegeven dat het belangrijk is dat er informatie beschikbaar komt over de speelmogelijkheden voor gehandicapte kinderen, zodat ouders weten waar zij hun kind kunnen laten spelen. Ook hierover vinden wij niets terug. Inclusief beleid In dit advies wil de Adviesraad nog eens het belang en de haalbaarheid benadrukken van toegankelijke speelvoorzieningen. De verbetering van de toegankelijkheid van speelvoorzieningen in Gouda past heel goed in het in 2005 door de gemeenteraad vastgestelde diversiteitbeleid. Een van de doelstellingen van het diversiteitbeleid is het voeren van “inclusief beleid”; door het toegankelijk maken van algemene voorzieningen ervoor zorgen dat alle doelgroepen er gebruik van kunnen maken. 21
Als het inclusief beleid wordt toegepast op speelvoorzieningen, zou dit betekenen dat deze voorzieningen in ieder geval bereikbaar en toegankelijk zouden moeten zijn voor ouders of kinderen met een handicap. Daarnaast zouden ook de speeltoestellen zoveel mogelijk bruikbaar moeten zijn voor kinderen met een handicap. Nu is het echter niet zo dat kinderen met een handicap helemaal niet kunnen spelen op de bestaande speelveldjes. De bestaande toestellen zijn vaak echter niet veilig en niet goed bereikbaar voor kinderen met een handicap. Denk hier bijv. aan de zandbak met een grote betonnen rand erom heen. Door een kleine aanpassing is diezelfde zandbak voor ieder kind erg goed bereikbaar. Soms kan men een bestaand speeltoestel prima geschikt maken voor een kind met een beperking, door er op sommige plekken een aanvullende handgreep of voetensteun te maken. Met andere woorden; het hoeft bij aanpassingen niet altijd te gaan om ingrijpende en geldverslindende zaken. Middelen Omdat de gemeente zich heeft uitgesproken voor inclusief beleid, kunnen wellicht binnen het diversiteitbeleid middelen worden gevonden om meer speelvoorzieningen toegankelijk te maken. Naast de mogelijkheden in het kader van Inclusief Beleid kan worden gekeken of er mogelijkheden zijn voor aanvullende financiële middelen via fondsen. Als er aandacht geschonken wordt aan kinderen met beperkingen in het ontwerp, kan de gemeente een subsidieaanvraag indienen bij het fonds Samen buiten spelen (www.samenbuitenspelen.nl). Deze beoordeelt of het ontwerp voldoet aan de toegankelijkheid NUSO De Landelijke Organisatie voor speeltuinwerk en jeugdrecreatie de NUSO heeft een wenkenblad uitgegeven met Richtlijnen voor integraal toegankelijke speelvoorzieningen. Dit wenkenblad voegen wij bij dit advies. Het wenkenblad geeft aan welke maatregelen genomen dienen te worden om een speelvoorziening geschikt te maken voor ouders of kinderen met een beperking. Nogmaals, het gaat daarbij meestal niet om ingrijpende en geldverslindende zaken. De tijd dat we dachten dat rolstoelschommels en rolstoeldraaimolens de oplossing waren is voorbij. De NUSO richt zich op aanpassingen die leiden tot het beter functioneren van bestaande voorzieningen voor een grotere groep kinderen met een beperking. Bovendien is een speelplaats, ingericht aan de hand van de richtlijnen voor integrale toegankelijkheid, ook uitermate goed bespeelbaar voor kinderen zonder beperking. Goed ontwerp houdt bijvoorbeeld in dat er een duidelijke structuur is, dat er variatie is in het gebruik van materialen, dat verschillende spelvormen van elkaar gescheiden zijn (dus rustig fantasiespel wordt niet gestoord door rondvliegende voetballen), dat er goed nagedacht is over contrastwerking e.d.. Wat betreft de speeltoestellen geldt dat het natuurlijk sterk afhangt van de handicap die een kind heeft of hij of zij een toestel goed kan gebruiken. Omdat bij spelen ook de uitdaging belangrijk is, kan men bijvoorbeeld bij klimtoestellen denken aan toestellen waar je op verschillende manieren naar boven kunt klimmen. Kinderen die moeite hebben met klimmen kiezen voor de ‘makkelijke’ weg, andere kinderen kiezen de ingewikkelde weg. De contactpersoon van de NUSO is Henk Bleyendaal, projectleider Deltaplan, telefoonnummer 030-2544880,
[email protected]. Een speeltoestellenproducent die zich gespecialiseerd heeft in producten voor mensen met beperkingen is Kinderland. Verder is bij ons bekend dat het Landelijk Bureau voor Toegankelijkheid over dit onderwerp een keer een bijeenkomst heeft gehouden (www.lbt.nl). 22
Toekomst In de nota speelvoorzieningen 2001 is een goed begin gemaakt door aandacht te besteden aan de integratie van kinderen met een handicap in het buitenspelen. Helaas blijkt uit de evaluatie dat de resultaten teleurstellen, en wordt de verbetering van de toegankelijkheid niet meegenomen in de plannen voor de toekomst. De Adviesraad hoopt dat ze met dit advies en de aangereikte informatie het belang en de haalbaarheid van toegankelijke speelvoorzieningen nog eens duidelijk heeft gemaakt, en verwacht dat de gemeente zich in zal blijven zetten voor meer en beter toegankelijke speelvoorzieningen voor iedereen, zeker in het kader van ‘inclusief beleid’. Namens de Goudse Adviesraad voor mensen met een beperking,
D. Mos Voorzitter
Bijlage: Wenkenblad Richtlijnen voor integraal toegankelijke speelvoorzieningen
23
12) REACTIE JEUGDRAAD
Advies Jeugdraad speelvoorzieningen april 2006
Inleiding Op verzoek van de gemeente heeft de Jeugdraad een advies samengesteld naar aanleiding van de beleidsevaluatie “Speelvoorzieningen 2002 – 2006”. De raad heeft een grote diversiteit aan leden waar door er ontzettend draagvlak is voor de adviezen en opmerkingen in dit advies. Onze constateringen en adviezen zijn voornamelijk toegespitst op de leeftijdscategorie 12 t/m 18 jaar, hoewel sommige opmerkingen ook in het algemeen gelden.
Adviezen Naar aanleiding van de problemen en gegevens in de beleidsevaluatie hebben de leden van de Jeugdraad een aantal vragen gesteld en geprobeert deze te antwoorden: 1. Doe je zelf nog wel eens wat op een speelvoorziening? Hoe kun je de veiligheid waarborgen en de voorziening toch toegankelijk houden. 2. Zijn er voldoende speelplekken en wat kan eraan verbeterd worden? 3. Zou jij een stukje willen fietsen/reizen voor een iets grotere speelvoorziening? 4. Heb je vroeger/nu wel eens last van andere vriendengroepen die je “wegpesten” bij een plek waar je dan bezig bent? 5. Vind je dat een zogenoemd ‘pannaveldje’ een alternatief kan zijn voor een ‘normaal’ grasveld? 6. Wat is er verder nog allemaal nodig in Gouda? Punt 1: Doe je zelf nog wel eens wat op een speelvoorziening? Hoe kun je de veiligheid waarborgen en de voorziening toch toegankelijk houden? Uit eigen ervaringen is er geconstateerd dat jongeren in de leeftijdscategorie 12 t/m 18 soms nog wel eens in een speeltuintje “spelen”. Dit “spelen” neigt vaker naar hangen. Hangen is volgens ons niet slecht, het is namelijk gewoon gezellig om bijvoorbeeld na of voor het uitgaan nog even in een speeltuintje te hangen. De Jeugdraad erkent dat in de avond dronken jongeren in speeltuintjes vooral veel overlast geven. Bijvoorbeeld de rotzooi die achtergelaten word (zoals lege drankflessen) of de speeltoestellen die gesloopt worden. Advies: Hekken om speelpleintjes en speeltuinen die voor kleine kinderen bedoelt zijn, maar pas als de overlast te erg wordt. Een hek brengt namelijk het probleem met zich mee van geopend en gesloten te worden. Ook geeft een hek een “bevangen” gevoel. De hekken kunnen geopend en gesloten worden door vrijwilligers, jeugdwerkelozen of mensen die er belang bij hebben, zoals ouders of medewerkers van scholen. Op die manier kunnen kinderen overdag veilig spelen en worden de speeltuintjes 's avonds niet meer gesloopt. Bij kleine speeltuintjes kun je alle omwonende een sleutel geven van het hek, zodat hun kinderen gewoon leuk kunnen spelen. Tevens kan een aan één zijde afgeschermde speelplaats ook een veilig gevoel geven voor ouders en gebruikers in de omgeving. Bijvoorbeeld als er een drukke weg langs een speelplek ligt. Kinderen zullen sneller geneigd zijn om zomaar de straat op te rennen als ze eerst worden tegengehouden door een hek. Punt 2: Zijn er voldoende speelplekken en wat kan eraan verbeterd worden? Er zijn vrij weinig ‘speelvoorzieningen’ of hangplekken voor meisjes. Advies: Een goedverlichte ‘hangplek’ met stenen tafeltjes en bankjes. (hufterproof) Geef bosjes, want dat geeft een onveilig gevoel. Maar bijvoorbeeld een muur eromheen, zodat er toch een beetje privacy is. Leuke ideeën: Een vuurkuil, in het beton, maakt sfeer en is lekker warm. Een graffiti muur om een hangplaats: als je de jongeren zelf die muur laat bespuiten/versieren hebben ze meer het gevoel dat het van hen is. Zo voelen ze zich ook meer verantwoordelijk. Punt 3: Zou jij een stukje willen fietsen/reizen voor een iets grotere speelvoorziening? 24
Jongeren blijven graag in hun eigen buurt met hun eigen vrienden. Jongeren hebben vaak geen zin om lang(er) te reizen als ze alleen maar naar een hangplek toe kunnen gaan. Advies: Meer kleinere gespreidere speelvoorzieningen of hangplekken. Jongeren zijn alleen bereid moeite te doen voor een voorziening die er ook daadwerkelijk toe doen. Een grote skatebaan zoals bij de Julianasluis is een voorbeeld, hoewel de animo hier niet op zijn hoogst voor zal zijn. Zodra de gemeente met initiatieven zoals een kartbaan of andere modernere activiteiten kan komen, zal deze bereidheid zeker groter worden. Punt 4: Heb je vroeger/nu wel eens last van andere vriendengroepen die je “wegpesten” bij een plek waar je dan bezig bent? Iedereen heeft wel is zoiets meegemaakt. Het wordt wel steeds erger, zoals in de media af en toe ook naar voren komt. Die problemen onder jeugd en jongeren blijf je waarschijnlijk altijd houden. Advies: Regelmatig toezicht door een persoon die eventueel de politie in kan schakelen. Als het mogelijk is toezicht d.m.v. camera's. De afgelopen jaren is er gebruik gemaakt van een 70-norm en een 90-norm. Er zijn echter ook afgelegen buurten die wel ver van een speelplaats afliggen, maar simpelweg niet genoeg kinderen hebben om een eigen speelplaats te krijgen. Hierbij krijg je dat een wijk met veel kinderen extra veel speelplaatsen heeft, en andere wijken weinig tot geen speelplaatsen. Ruzie’s beginnen vaak omdat jongeren hun eigen territorium willen houden. Het is dus haast zeker dat jongeren uit een wijk zonder speelplaats de sfeer in een andere wijk gaan verpesten. Advies: Elke buurt moet een eigen speelplaats hebben, met een lagere norm van kinderen. Punt 5: Vind je dat een zogenoemd ‘pannaveldje’ een alternatief kan zijn voor een ‘normaal’ grasveld? Panaveldjes zijn leuk maar kunnen niet in elke buurt. In wijken met veel kinderen/jongeren is het niet zo handig. Dan wordt het te druk, en omdat er maar 2 tot 4 jongeren op 1 veldje kunnen en kan niet iedereen spelen/hangen. Zo ontstaan er conflicten. Het is namelijk niet zo dat alle kinderen in de buurt een strakke planning met elkaar afspreken van wie wanneer het veldje mag gebruiken. Kinderen gaan in vlagen spelen, bijvoorbeeld na schooltijd of na etenstijd, dan zal het veldje overbelast worden. Punt 6: Wat is er verder nog allemaal nodig in Gouda? Er zijn heel veel kleine speelplaatsjes voor kinderen, die bestaan uit bijvoorbeeld klimrekken en een schommel. Voor de jongeren tussen 12 en 18 jaar zijn deze speelplaatsen niet honderd procent geschikt, hoewel ze soms gebruikt worden als hangplekken. Advies: Om deze laatste groep jongeren beter gebruik te laten maken van speelvoorzieningen en ze weghalen van het rondhangen bij speelplaatsen bedoelt voor de kleintjes zouden er meer, modernere en leukere voorzieningen geplaatst kunnen worden. Een aantal ideeën: ● Rolschaatsbanen (met in de winter eventueel schaatsbaan) ● Hangplaats zonder bosjes, hufterproof met een imago waar jongeren zich mee kunnen identificeren. ● Kartbaan ● Lastergame ● Mini pretpark ● Boulevard ● Tafeltennistafels Vooral de laatste vijf punten van dit lijstje kunnen goed in samenwerking met de ontwikkelingen rond het Hamstergat. De jeugd is namelijk bereid een stukje te reizen, en eventueel wat te betalen als de voorziening echt bij het huidige tijdsbeeld past. Het imago glijbaantje, basketballetje, doeltje is bij jongeren voorbij. Ze willen meer spanning modernere activiteiten. Vaak staat het slecht gesteld met het onderhoud van speelvoorzieningen, ze zijn ook makkelijk door vandalen kapot te maken. Advies: Maak de speeltuinen “hufterproof” Ook vinden we dat de aandacht van de gemeente als het gaat om activiteiten en voorzieningen voor jongeren, vaak naar probleemwijken gaat. Hierdoor komen buurten met veel jongeren, maar weinig problemen onderop de prioriteitenlijst te staan, waardoor vernieuwingen aan speelplekken pas later doorkomen. In de probleemwijken is het vaak zo dat nieuwe 25
voorzieningen meteen last ondervinden van vandalisme, dat dus weggegooid geld kan zijn. Advies: Uiteraard willen we voor alle jongeren in Gouda even grote kansen om zich te vermaken en om te spelen. Er moeten echter goede afwegingen gemaakt worden als het gaat om aandacht. Zo kan er in probleemwijken meer aandacht besteedt worden aan het “hufterproof” element, terwijl er in wijken met minder of geen problemen meer aandacht besteedt kan worden aan de modernisering en het leuker maken van de voorzieningen.
Handtekeningenactie Ruigenburg Een groep jongeren uit Gouda Bloemendaal heeft een aantal maanden geleden hard zijn best gedaan om handtekeningen te verzamelen. Deze handtekeningen zijn van jongeren die een basketbal veldje bij de Ruigenburg willen. Eerder stond hier al een basketbalpaal maar deze stond op gras, wat geen mogelijkheid biedt tot een echt potje basketbal. De jongeren wilde graag een verharde grond. Op deze vraag is tot op heden nog niet ingegaan, maar de jongeren wachten en hopen nog steeds. De Jeugdraad ontvangt graag een aparte reactie op dit punt.
Conclusie We vinden het erg fijn dat onze mening wordt gevraagd over deze zaak. Het is in Gouda nog niet helemaal zo, hoe jongeren het echt willen. Wij hebben ons best gedaan dit zo duidelijk mogelijk onder woorden te brengen. Nog even onze adviezen op een rij: 1. In Gouda moet een onderscheid gemaakt worden tussen speeltuintjes voor kleine kinderen en speelplaatsen voor jongeren. Het lijkt ons het verstandigst om speeltuintjes ’s avonds af te sluiten. 2. Er zijn te weinig speelplaatsen voor meiden, en voor jongeren die niet in de probleemwijken wonen. Ook willen jongeren niet ver reizen en het liefst in eigen buurt blijven. Een goede spreiding van speelplaatsen lijkt ons een “must”. 3. Grote speelvoorzieningen zijn er bijna niet in Gouda, deze missen we wel. Voor grote speelplaatsen willen jongeren wel reizen. Deze elementen kunnen het imago van Gouda opkrikken en het ook in de regio populairder maken. Gouda moet niet op de eerste plaats bekend zijn om het grote aantal criminaliteit of probleemjongeren. Gouda moet bekend staan als een bruisende actieve stad, waar jongeren wat te doen hebben, zodat ze net als de jongeren in Zoetermeer, Utrecht, Rotterdam en Den Haag, trots kunnen zijn op hun eigen stad.
26