Bijlage 1
Overzicht maatregelen per gemeente
Bijlage bij het rapport Schone lucht in gemeenten: fictie of realiteit?
1
Gemeente Amsterdam1 Luchtkwaliteit Amsterdam Het verbeteren van de luchtkwaliteit is een van de speerpunten van het Amsterdamse stadsbestuur. Goede luchtkwaliteit is belangrijk voor het milieu en de gezondheid van Amsterdammers en essentieel voor de economische ontwikkeling van de stad. Inzet van de luchtkwaliteitsmaatregelen is nodig om te komen tot een stad waarin gezonde lucht, een leefbaar klimaat en economische ontwikkeling hand in hand gaan. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Amsterdamse richtlijn met betrekking tot gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit 2 Uitgangspunt is dat binnen de zone van 300 meter gemeten van de rand van een snelweg en 50 meter gemeten van de rand van een provinciale weg, geen gevoelige bestemmingen worden geprojecteerd. Dit is een aanvulling op het landelijke Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit en geldt los van de vraag of sprake is van een (dreigende) overschrijding. Uitgangspunt is dat bij stedelijke wegen met meer dan 10.000 motorische voertuigen etmaal binnen een afstand van 50 meter gemeten van de rand van de weg geen gevoelige bestemmingen in de eerste lijnsbebouwing worden geprojecteerd. Van de onder 1 en 2 genoemde uitgangspunten kan gemotiveerd worden afgeweken indien (bijzondere) omstandigheden en belangen hiertoe aanleiding geven. Met het oog hierop zijn projecten voortaan verplicht om bij de ruimtelijke producten (die horen bij de planfasen van het Plaberum) expliciet aandacht te besteden aan de relatie tussen gezondheid en luchtkwaliteit. Projecteigenaren worden in dit verband geacht een eigen verantwoordelijkheid te hebben. De aandacht voor de relatie tussen gezondheid en luchtkwaliteit heeft een integraal 1
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: a. monitoring van het NSL, dan wel b. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel
c. 2
korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten Amsterdamse richtlijn met betrekking tot gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit, 17 december 2009
2
karakter waarbij de aan de luchtkwaliteit gerelateerde gezondheidsaspecten worden beschouwd in relatie tot alle overige spelende belangen. Indien men vanuit projecten gevoelige bestemmingen langs drukke wegen wil realiseren, dan is men verplicht om een toetsing te laten uitvoeren door de GGD, afdeling Milieu en Gezondheid. De bevindingen van deze toetsing en de eventuele daaruit voortvloeiende aanbevelingen worden binnen het kader van besluitvorming over het desbetreffende project aan het bevoegd gezag kenbaar gemaakt. Indien het bevoegd gezag de eventuele aanbevelingen van de GGD niet overneemt, dan wordt dit schriftelijk met redenen omkleed beargumenteerd. B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Roetfilters De gemeente wil Amsterdamse particulieren stimuleren om hun dieselauto’s te laten voorzien van roetfilters. Hierbij sluit Amsterdam aan op de landelijke regelingen. Schone stedelijke distributie Voorkeursnet Goederenvervoer: Het voorkeursnet goederenvervoer is een maatregel voor het verbeteren van de kwaliteit van specifieke routes voor vrachtverkeer door middel van een pakket van lokale maatregelen zoals het beter afstemmen van verkeerslichten, het voorkomen van laden en lossen op de rijbaan en het aanleggen van afslagstroken. Bundelen van goederenvervoer: Vanuit het actieplan Slimme Schone Stedelijke Distributie wordt ingezet op bundeling van het goederenvervoer, waarmee de beladingsgraad (nu circa 80% aan het begin van de rit) kan worden verhoogd. Allereerst worden schone en efficiënte ‘stadsdistributeurs’ beloond met privileges. Tevens faciliteert de gemeente de ontwikkeling van overslaglocaties aan de rand van de stad. Daarnaast zal bundeling aan winkelierzijde worden gestimuleerd. Door middel van proefprojecten worden winkeliers gestimuleerd om goederen gebundeld te laten leveren. Verruimen van venstertijden: Door ruimere venstertijden zijn bedrijven in staat hun ritplanning efficiënter te organiseren en minder kilometers te maken. Daarnaast zal verruiming van venstertijden leiden tot een afname van het bevoorradingsverkeer in de ochtendspits. Milieuzone Een manier om het wagenpark in Amsterdam te verschonen is het weren van vuile voertuigen. In 2010 zijn de toegangseisen aangescherpt. Sindsdien worden alleen vrachtauto’s toegelaten die voldoen aan de Euro-III norm en een roetfilter hebben. In 2013 worden de eisen verder aangescherpt naar minimaal Euro IV. Daardoor wordt in 2013 een deel van de vrachtauto’s vervangen worden door Euro V modellen. In 2014 mogen echter alleen nog nieuwe Euro VI vrachtwagens worden verkocht. Naast een milieuzone voor goederenvervoer is ook een milieuzone voor bestelauto’s onderzocht. Bij de berekening van de kosten en het effect van deze zone is uitgegaan van de toegangsnormen uit de landelijke intentieverklaring: minimaal Euro 4 in 2013 en een aanscherping naar minimaal Euro 4 met roetfilter in 2015. Uitvoering maatregelen: Roetfilters De gemeente slaat een belangrijke slag en geeft het goede voorbeeld door het plaatsen van roetfilters en de aanschaf van schonere voertuigen binnen het eigenwagenpark. Als onderdeel van Voorrang voor een Gezonde Stad hebben alle 3
bezitters van een dieselauto in Amsterdam een op naam gestelde brief ontvangen. Zij worden hierin opgeroepen gebruik te maken van de landelijke subsidieregeling om een roetfilter te laten monteren. Op 40 tankstations in Amsterdam zijn de dieselpompen in oktober en november 2008 voorzien van een oproep3. In de milieuzone voor vrachtauto’s moet een vrachtauto nu minimaal euro 2 met roetfilter hebben om in de zone te mogen rijden. Dit is uitgebreid gecommuniceerd met de transportsector4.
Verruimen van venstertijden Door het versoepelen van venstertijden (overdag en in de dagranden) kunnen vrachtauto’s efficiënter worden ingezet. Het verruimen van de venstertijden reduceert het aantal kilometers van het vrachtverkeer in Amsterdam met circa 2%. Dit zal leiden tot een gemiddelde luchtkwaliteitswinst van 0,06 μg/m3NO2op de knelpuntlocaties in 2015.5 Werkzaamheden 2012: o Organiseren en uitvoeren van pilots verruiming venstertijden (van 7 tot 11 naar van 7 tot 12 uur) in de drukste voetgangerswinkelgebieden in Amsterdam: Leidsestraat/Koningsplein, Osdorpplein, Amsterdamse Poort. De pilots worden uitgevoerd in overleg met de betrokken stadsdelen, straatmanagers, ondernemersvereniging, de transportsector en (in het geval van de Leidsestraat) het GVB. Op basis van de uitkomsten van de pilots worden de venstertijden eventueel structureel aangepast. Overigens zullen onder leiding van de Stadsregio Amsterdam ook de venstertijden in de regiogemeenten worden verruimd; het effect op de kilometerreductie is hiermee nog robuuster. 6 o Opzetten van een standaardregeling voor dagranddistributie (distributie na 19.00 uur). De regeling vormt een toetsingskader (op welke locaties mag wel / niet in dagranden bevoorraad worden) en biedt een uniforme richtlijn voor de wijze waarop omwonenden geïnformeerd dienen te worden de wijze waarop dagranddistributie gemeld dient te worden. De regeling wordt in samenspraak met het bedrijfsleven, de regiogemeenten en Stadsregio Amsterdam opgesteld.7 Verwacht resultaat eind 20128: pilots Aandeel in totaal tot en met 20159: 30% Bundelen van goederenvervoer Een manier om het aantal vrachtauto’s in Amsterdam te verminderen is het beter benutten van de capaciteit van vrachtwagens. Het pakket van maatregelen voor het bundelen van goederenvervoer reduceert het aantal kilometers van het vrachtverkeer in Amsterdam met circa 2%. Dit zal leiden tot een gemiddelde luchtkwaliteitswinst van 0,06 μg/m3 NO2op de knelpuntlocaties in 201510. Voorkeursnet Goederenvervoer Het college van B&W stelde eind 2009 de geografische ligging van het voorkeursnet goederenvervoer vast. Vanaf dat moment zal de vraag ‘wel of geen onderdeel van het voorkeursnet?’ een rol spelen bij het toekennen van geld en het prioriteren van projecten. Tussen 2010 en 2016 worden achtereenvolgens de ‘snelle winst maatregelen’ en de meer complexe verbetermaatregelen uitgevoerd. Hiernaast wordt in het reguliere onderhoud rekening gehouden met het feit dat
3
Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. 5 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 6 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 7 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 8 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 9 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 10 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 4
4
een wegvak onderdeel is van het voorkeursnet. Bij eventuele herinrichting van wegen wordt rekening gehouden met de richtlijnen van het voorkeursnet11. Het voorkeursnet omvat een pakket aan lokale maatregelen, zoals het beter afstemmen van verkeerslichten, het voorkomen van laden en lossen op de rijbaan en het aanleggen van afslagstroken. Door de doorstroming op routes waar veel vrachtauto’s rijden te verbeteren, kan de luchtkwaliteit op specifieke locaties substantieel verbeteren. Op deze locaties is een luchtkwaliteitsverbetering te verwachten van circa 0,2 μg/m3 NO2 in 2015. 12 Werkzaamheden en resultaten 2012: o Onderzoek naar en nemen van quick win maatregelen: voorbeelden zijn de optimalisatie van verkeerslichten, kleine aanpassingen in de weginrichting en het plaatsen van dodehoekspiegels. 13 o Reconstructies: voor een vijftal knelpunten geldt dat ze dusdanig groot of complex zijn dat deze niet met een quick win maatregel kunnen worden opgelost. Uit overleg met het bedrijfsleven is gebleken dat het oplossen van drie van deze knelpunten niet (kosten)effectief is. Dit zijn de Nassaukade, de Diepenbrockstraat / Wielingenstraat en de Zeeburgerdijk. De aanpak van de overige twee complexe knelpunten (de Martelaarsgracht en het Mosplein) wordt nader uitgewerkt. 14 o Onderhouden contact met het bedrijfsleven over de voortgang van het project. Een deel van de projecten op het Voorkeursnet Goederenvervoer zal worden uitgevoerd met (deel)financiering uit andere (infra)projecten. Hierdoor vallen er middelen vrij voor projecten die niet zijn opgenomen in het voorkeursnet. Met het bedrijfsleven zal worden besproken welke deelprojecten de voorkeur genieten. 15 o Verruimen van de laad- en losmogelijkheden op laad- en losplekken: opstellen van een richtlijn voor de stadsdelen en DRO (onderdeel Handboek Inrichting Openbare Ruimte, Pucini) door optimale inrichting van de laad- en losplekken. Denk aan kruismarkering, bebording en venstertijden. 16 o Verwacht resultaat eind 201217: uitvoering o Aandeel in totaal tot en met 201518: 30%
Milieuzone Vrachtverkeer De Milieuzone Vrachtauto’s ging in op 9 oktober 200819. In september 2009 begon de automatische handhaving met circa 70 vaste kentekenscanners. Het blijkt dat vrachtwagenchauffeurs en ondernemers zich goed houden aan de regels voor de milieuzone. Door de controle met kentekenscanners steeg het percentage chauffeurs dat de regels naleefde van 65% naar 95%. De kentekenscanners controleren alle voertuigen die voorbijkomen. De gemeente bewaart de gegevens om privacy redenen niet langer dan 48 uur; bij een overtreding stuurt zij ze naar de politie voor verdere afhandeling20. In 2009 is de Milieuzone Vrachtverkeer ingesteld. Het verwachte luchtkwaliteitseffect van de milieuzone vrachtverkeer in 2015 bedraagt 0,26 μg/m3 NO2 gemiddeld op knelpunten.21 Werkzaamheden en resultaten 2012: o Naleving van het toelatingsregime van de milieuzone.22 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012
5
Verlening van dagontheffingen (via Stadstoezicht) en jaarontheffingen(op grond van advies van de ontheffingencommissie).23 o Participatie in de landelijke Werkgroep Milieuzones Vrachtverkeer.24 Verwacht resultaat eind 201225: Euro 4 Aandeel in totaal t.m 201526: 100% De Rekenkamer concludeert dat de gemeente de bereikte resultaten grotendeels op een juiste wijze vaststelt. De gemeente houdt op systematische en juiste wijze het nalevingspercentage binnen de milieuzone en het aantal verleende langdurige en dagontheffingen bij. Daarnaast wordt in een landelijke effectstudie de bijdrage van de milieuzone aan de verbetering van luchtkwaliteit gemonitord (Goudappel en Coffeng, 2010). De gemeente Amsterdam maakt onderdeel uit van deze effectstudie. De gemeente houdt echter niet systematisch bij welk aandeel van vrachtwagens in de milieuzone niet voldoet aan de normen van de milieuzone, maar daar vanwege zowel landelijke als lokale ontheffingen wel mag rijden. Dit is opmerkelijk omdat er sinds de zomer van 2010 een volledige registratie is van vrachtwagens die de milieuzone inrijden met behulp van kentekenscanners. Op basis van het onderzoek van Goudappel en Coffeng (2010) concludeert de rekenkamer dat de maatregel milieuzone vrachtverkeer beperkt doeltreffend is. De beoogde reductie van 15% in PM10 emissie is bereikt, maar de beoogde 15% reductie in NO2 is niet bereikt. De bijdrage van de milieuzone aan de verbetering van luchtkwaliteit in de stad is echter veel lager dan oorspronkelijk gedacht. De milieuzone heeft nauwelijks effect op de NO2-concentraties, voor PM10 is wel een kleine verbetering waarneembaar27. o
Milieuzone Bestelverkeer De gemeente Amsterdam heeft samen met het Rijk, andere grote gemeenten en het bedrijfsleven een intentieverklaring getekend waarin wordt aangegeven welke stappen genomen zullen worden om medio 2013 mogelijk te komen tot de instelling van een milieuzone voor bestelauto’s. Formeel zal medio 2012 een definitief besluit worden genomen door B&W over de uitvoering van deze milieuzone.28 Alle activiteiten vinden in nauw overleg plaats met de lokale Werkgroep Bestelverkeer (waarin naast de gemeente ook het lokale bedrijfsleven en belangenorganisaties vertegenwoordigd zijn) en de landelijke Werkgroep Bestelverkeer (waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd die de intentieovereenkomst hebben ondertekend). Het verwachte effect van de milieuzone voor bestelvoertuigen op de luchtkwaliteit in 2015 bedraagt gemiddeld 0,23 μg/m3NO2 op knelpuntlocaties in de stad. Werkzaamheden en resultaten 2012 o Uitwerken milieuzone (omvang, invoeringsdatum, toegangscriteria volgens landelijke Intentieovereenkomst). o Opstellen compensatieregeling (vaststellen doelgroep, uit te keren bedrag, voorwaarden voor compensatie). o Opstellen flankerend (verkeers)beleid (vaststellen doelgroep, maatregelen, afstemming met stadsdelen). o Opstellen ontheffingenbeleid (i.s.m. DIVV Beheer, DST, aansluitend bij Milieuzone Vrachtverkeer; realiseren internet portal, installeren ontheffingen commissie, opstellen beleidsregels). o Opstellen handhavingsbeleid (i.s.m. DIVV Beheer, DST, aansluitend bij Milieuzone Vrachtverkeer). o Communicatie milieuzone naar voertuigeigenaren. 23 24 25 26 27 28
Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Onderzoeksrapport Rekenkamer - Luchtkwaliteit in Amsterdam - juni 2011. Ten tijde van schrijven heeft het College van B&W nog geen besluit genomen.
6
o o
Verwacht resultaat eind 201229: Geen Aandeel in totaal t.m 201530: 0%
B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Elektrische scooters Het Bestuurlijk Team Luchtkwaliteit - met bestuurders van de centrale stad en de stadsdelen - gaf op 24 september 2008 opdracht aan het Programmabureau Luchtkwaliteit een plan van aanpak elektrisch vervoer op te stellen. Doel is het aandeel van elektrisch vervoer te vergroten en een eerste infrastructuur te realiseren.31 Inmiddels zijn er al veel initiatieven: - De proef met elektrische scooters binnen de gemeente was een succes. Ook is een pilot gestart met elektrische vrachtwagens32. - Oplaadpunten voor elektrische scooters en auto’s zijn aangelegd in lockerstallingen en de parkeergarage onder het stadhuis33. - De Tuktuk Company is met de ontwikkeling van een elektrische tuktuk gestart34. B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente : Elektrisch rijden Afvalverwerker Van Gansewinkel heeft een pilot uitgevoerd met elektrische vrachtwagentjes in de Utrechtsestraat. En De Kweker zet een elektrisch vrachtwagen in voor de stadsdistributie vanaf het FoodCenter35. De gemeente heeft subsidies toegekend aan autodeelorganisaties die met elektrische of hybride auto’s gaan werken36. Er wordt geïnvesteerd in het plaatsen van oplaadpalen en een communicatieprogramma met betrekking tot elektrisch rijden. De verwachting is dat door de aanleg van oplaadinfrastructuur 7.725 personenauto’s (diesel en benzine) worden vervangen door elektrische voertuigen. Verschonen vervoer Verschoning bedrijfspersonenauto’s diesel naar elektrisch (veelrijders) Verschoning bedrijfspersonenauto’s diesel naar diesel Euro 6 (veelrijders) Verschoning van kleine bestelauto’s (Renault Kangoo) van diesel naar elektrisch en de verschoning van grote bestelauto’s van diesel naar diesel Euro 6. Verschoning van zware vrachtwagens van diesel naar Euro VI vanaf 2014, de verschoning van middelzware vrachtwagens van diesel naar diesel Euro VI en de verschoning van middelzware vrachtwagen van diesel Euro VI naar elektrisch vervoer. Besloten is eerst de praktijkervaringen met CNG en de beschikbaarheid van schonere aardgasvoertuigen af te wachten en mogelijk na 2013 te onderzoeken of aardgas een alternatief biedt voor verschoning van zwaardere dieselvoertuigen. 29 30 31 32 33 34 35 36
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
-
Werkprogramma Werkprogramma Werkprogramma Werkprogramma Werkprogramma Werkprogramma Werkprogramma Werkprogramma
Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit
2012 2012 2009. 2009. 2009. 2009. 2009. 2009.
7
P+R-locaties Op P+R-locaties rond Amsterdam worden circa 3.250 extra parkeerplekken gerealiseerd. Uitvoering maatregelen: Verschoningsmaatregelen naar Euro VI/6 In 2013 komen er zware en middelzware vrachtwagens op de markt met relatief schone Euro VI/6 motoren. Vanaf dat jaar is het mogelijk om met een subsidie vrachtwagens vervroegd te vervangen door Euro VI/6. 37 De werkzaamheden in 2012 richten zich op het voorbereiden van de subsidieverordening, overleg met de branche en onderzoek naar de verschoning. 38
Het verwachte effect van het stimuleringsprogramma elektrisch vervoer op de luchtkwaliteit in 2015 op de knelpunten in de stad bedraagt gemiddeld 0,33 μg/m3 NO2. 39 Verwacht resultaat eind 201240: Personenvoertuig taxi: 50 Aandeel in totaal tot en met 201541: Personenvoertuig taxi: 5%
Verschoningsmaatregelen naar Elektrisch In 2009 is een begin gemaakt met de uitvoering van het plan van aanpak elektrisch vervoer. In het voorjaar van 2009 is een aanbestedingsprocedure doorlopen voor de oplaadpunten in de openbare ruimte. Nuon/Alliander heeft de aanbesteding gewonnen en gaat de komende twee jaar oplaadpunten in de openbare ruimte plaatsen. De oplaadpunten krijgen groene stroom, zodat de voertuigen die in Amsterdam laden ook écht schoon rijden. Gebruikers van elektrische voertuigen kunnen in de pilotperiode (tot maart 2012) gratis laden en parkeren bij de oplaadpunten. Het Programmabureau Luchtkwaliteit vergoedt de stroomkosten van het laden. Op 6 november zijn de eerste twintig openbare oplaadpunten officieel in gebruik genomen. Naast de oplaadpunten in de openbare ruimte verschijnen er ook particuliere en semiopenbare oplaadpunten. Een aantal bedrijven en instellingen heeft zulke oplaadpunten aangelegd voor hun bezoekers, zoals Bakker Hartog. Gebruikers die hun voertuig op hun eigen terrein parkeren maken daar ook vaak een oplaadpunt. In 2009 zijn ongeveer vijftig van zulke oplaadpunten aangelegd42. Begin 2010 gaan ook de eerste zes elektrische deelauto’s in Amsterdam rijden. De autodeelplekken zijn ingericht met oplaadpunten. In de tweede helft van 2010 gaan er, afhankelijk van de betaling van een rijkssubsidie, nog eens zes elektrische deelauto’s de weg op43. Doelstelling is dat er in 2015 ca. 10.000 elektrische voertuigen zijn in Amsterdam.44 Het totale verwachte effect van het stimuleringsprogramma elektrisch vervoer op de luchtkwaliteit in 2015 op de knelpunten in de stad bedraagt gemiddeld 0,42 μg/m3 NO2.45
37 38 39 40 41 42 43 44 45
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
- Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012
8
Subsidieregeling EV Vanaf 2012 is er subsidie beschikbaar voor 185 elektrische voertuigen die veel kilometers in de stad rijden, zoals taxi’s, bestelauto’s, kleine vrachtwagens en bedrijfswagens. Daarnaast wordt ingezet op het stimuleren en faciliteren van de samenwerking met leasebedrijven en autofabrikanten voor deze doelgroepen alsmede aan het opzetten van specifieke doelgroep projecten met (autoindustrie)bedrijven, zoals taxiprojecten en grootschalige autodeelprojecten46 o Vrachtwagens: De verwachting is dat elektrische lichte en middelzware vrachtwagens voornamelijk vanaf 2013 beschikbaar komen. In 2012 zal een plan van aanpak worden uitgewerkt hoe de gemeente met een gerichte subsidie de verdere introductie van deze voertuigen in de stad kan faciliteren. 47 o Werkzaamheden en resultaten 2012 Realiseren en uitvoeren subsidieregelingen elektrisch vervoer voor de specifieke doelgroepen/veelrijders en oprichten subsidieloket. 48 Opstellen plan en instrumenten (marketing) voor het benaderen en verleiden van de specifieke groepen veelrijders om elektrisch te gaan rijden. 49 Organiseren van bijeenkomsten/contactenmomenten met veelrijders en/of vertegenwoordigers/branche om te informeren over de stimuleringsmaatregelen van de gemeente Amsterdam en de mogelijkheden voor elektrisch vervoer. 50 Opstellen plan van aanpak Elektrisch Vrachtverkeer. 51 Opzetten en onderhouden netwerk auto-industrie. 52 Ontwikkelen van een monitoringsinstrument dat inzicht geeft in de soorten en aantallen elektrische auto’s alsmede van het gebruik per type veelrijders. 53 Opzetten samenwerking met taxibedrijven, leasebedrijven en autodeelconcepten. 54 Ondersteuning specifieke doelgroep projecten55 Parkeren Op 1 januari 2009 zijn in Amsterdam nieuwe parkeertarieven, parkeergebieden en bloktijden ingevoerd. Een eerste evaluatie in het najaar van 2009 laat zien dat de maatregel effectiever is dan aanvankelijk gedacht. In het gebied binnen de Ring A10 is veel minder vaak geparkeerd dan verwacht56. De maatregel parkeertarieven is volgens planning uitgevoerd. De gemeenteraad heeft op 30 oktober 2008 de parkeerverordening voor 2009 en de verordening parkeerbelastingen 2009 vastgesteld. Hierin is besloten om per 1 januari 2009 een wijziging door te voeren in de parkeertarieven. De rekenkamer merkt hierbij wel op dat in het ALA2006 de gemeente had beoogd om het VOS - de voorloper van het VGS - eind 2006 vast te stellen. Deze planning is dus niet gehaald57. De maatregel differentiatie parkeertarieven naar milieukenmerken is nog niet ingevoerd omdat de hiervoor benodigde landelijke wetgeving nog niet gereed is.
46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57
Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Onderzoeksrapport Rekenkamer - Luchtkwaliteit in Amsterdam - juni 2011.
9
De gemeente had in het VGS reeds rekening gehouden met een mogelijke vertraging58. Amsterdamse sloopregeling De sloopregeling begon in oktober 2009 en duurt uiterlijk tot eind 2010. Op 1 december 2009 waren er al bijna 500 aanvragen ingediend. In het verlengde van deze maatregel is op dezelfde datum de Auto-de-deur-uit-sloopregeling ingevoerd. Deze regeling is bedoeld voor Amsterdammers die hun auto wegdoen en géén vervangende auto willen kopen. Hiervoor hebben al bijna 50 mensen een aanvraag ingediend59. Milieuparkeervergunning De milieuparkeervergunning biedt voorrang bij een parkeervergunning voor schone auto’s60. In november 2009 is een proef begonnen in de stadsdelen Westerpark en De Baarsjes. De proef wordt in 2010 voortgezet en geëvalueerd61. Autodelen De projecten Citycar en Innovatie Autodelen zijn beide in uitvoering. In de voucherregeling autodelen krijgt een inwoner van Amsterdam 300 euro autodeeltegoed bij inlevering van de parkeervergunning62. In de eerste negen maanden van 2009 zijn er 685 vouchers uitgedeeld en net zoveel vergunningen ingeleverd. Ook zijn er al 126 nieuwe autodeelplaatsen gerealiseerd63. Vervoersmanagement bedrijven In 2008 hebben de Metropoolregio Amsterdam, Kamer van Koophandel, VNONCW West, MKB afdeling Randstad noord en de ORAM (gezamenlijk werkend onder de Taskforce Ontspits) een convenant ondertekend om een autokilometerreductie van 5% in de spits te behalen. Een belangrijke overweging daarbij is ook luchtkwaliteit en klimaat. Minder autoverkeer geeft minder milieubelasting. Zeventien kopgroep-bedrijven hebben het convenant ondertekend en streven naar 10% reductie van autokilometers in de spits. Ook de gemeente Amsterdam ondertekende; zij zal zich inzetten om binnen haar eigen organisatie het autogebruik voor woon-werk- en zakelijk verkeer terug te dringen64. De Taskforce Ontspits heeft het convenant in 2009 verder uitgewerkt. De nadruk ligt daarbij op het uitwerken van maatregelen en de uitwisseling van kennis en samenwerking. In 2009 heeft de taskforce de Proef Betaald Rijden aanbesteed en is zij de werving van deelnemers gaan voorbereiden65. Op de bedrijfsterreinen van de deelnemende bedrijven werken zo’n 200.000 mensen. Er zijn integrale projecten opgestart in bijvoorbeeld Teleport en Zuidas. De deelnemers streven ernaar dat een derde van de werknemers zich op een andere manier gaat verplaatsen, door vele mobiliteitsmaatregelen in te zetten. Een van de maatregelen is de proef met betaald rijden, die in het voorjaar van 2010 van start gaat. Dan zal er ook duidelijkheid zijn over de tarieven, het wegennet, de vergoeding, de werving van de eerste 1000 deelnemers, de inbouwkastjes en het testen van de systematiek en de apparatuur66.
58 59 60 61 62 63 64 65 66
Onderzoeksrapport Rekenkamer - Luchtkwaliteit in Amsterdam - juni 2011. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010.
10
Andere belangrijke maatregelen zijn het stimuleren van Digitale Mobiliteit bij het MKB, de uitwisseling en uitvoering van de maatregelen van de kopgroep-bedrijven en uitbreiding van de kopgroep67. De Proef Betaald Rijden vergroot het inzicht in de kans op gedragsverandering van de automobilist door prijsprikkels en beschikbaarheid van alternatieven. Deelnemers worden via de werkgever benaderd en krijgen maandelijks 100 euro. Vervolgens gaat men per kilometer betalen voor het autogebruik. De tastforce brengt iedere gereden kilometer in rekening volgens een vast tarief, ongeacht de locatie. Tijdens de spits rekent men echter een spitstarief op de belangrijkste toegangswegen naar Amsterdam. Het spitstarief geldt op werkdagen van 7.00 uur tot 9.00 uur en van 16.00 uur tot 19.00 uur. Wie zijn auto laat staan, met name tijdens de spits, kan geld overhouden. Vooruitlopend op de introductie van de kilometerprijs voor personenauto’s heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat 100 miljoen euro uitgetrokken voor (regionale) mobiliteitsmaatregelen, waarvan een fors deel bestemd is voor de Noordvleugel.
Betaald parkeren in nieuwe gebieden Betaald parkeren is een effectief instrument om het autogebruik te beïnvloeden. In ‘nieuwe’ gebieden vermindert het autogebruik hierdoor met zo’n vijf procent. In Amsterdam zijn in 2009 nieuwe parkeertarieven, -gebieden en bloktijden ingevoerd. De uitvoering hiervan ligt bij de stadsdelen en Voorrang voor een Gezonde Stad68. In 2008 is betaald parkeren ingevoerd in het oostelijk deel van Slotervaart, onder meer in het gebied tussen de ring A10 en de spoorlijn. Totaal gaat het om 7900 gereguleerde parkeerplaatsen69. Waterstof Enkele kansrijke opties zijn in 2008 in gang gezet. Het resultaat is dat begin 2009 's werelds eerste waterstofrondvaartboot door de Amsterdamse grachten vaart70. In een samenwerkingsproject met Noordrijn Westfalen worden hybride waterstofbussen ontwikkeld, in 2010 gaan twee bussen door de stad rijden. Daarnaast zijn er concrete plannen om stadsdistributie met lichte vrachtwagens met een brandstofcel te testen, met als doel op lange termijn schoner vrachtvervoer mogelijk te maken71. C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente : Eigen wagenpark In 2015 is het eigen wagenpark van de gemeentelijke diensten en stadsdelen volledig schoon. In 2015 zal het Amsterdamse wagenpark dan ook zo’n 400 elektrische auto’s tellen. Het GVB rijdt in 2015 met zo schoon mogelijke bussen. Vervoersmanagement bedrijven Op de bedrijfsterreinen van de deelnemende bedrijven werken zo’n 200.000 mensen. Er zijn integrale projecten opgestart in bijvoorbeeld Teleport en Zuidas. De deelnemers streven ernaar dat een derde van de werknemers zich op een andere manier gaat verplaatsen, door vele mobiliteitsmaatregelen in te zetten. 67 68 69 70 71
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009.
11
Een van de maatregelen is de proef met betaald rijden, die in het voorjaar van 2010 van start gaat. Andere belangrijke maatregelen zijn het stimuleren van Digitale Mobiliteit bij het MKB, de uitwisseling en uitvoering van de maatregelen van de kopgroep-bedrijven en uitbreiding van de kopgroep.
Verschoning overig Gemiddeld zorgen bussen maar voor circa 6% van de emissies door het verkeer, maar op routes waar veel bussen rijden is de bijdrage veel groter. Om die reden is onderzocht wat het effect is als de stadsbussen (GVB) die over de Prins Hendrikkade rijden worden vervangen door schonere bussen. Daartoe moeten circa 70 van de 230 bussen verschoond worden. Uitvoering maatregelen: Verschoning eigen wagenpark Het Programmabureau Luchtkwaliteit heeft tot 2010 het vervroegd vervangen van voertuigen door schonere versies ondersteund. Veel stadsdelen en diensten hebben daar gebruik van gemaakt. De financiële bijdrage bestaat uit het verschil tussen de boekwaarde en de dagwaarde bij verkoop op de veiling. De Europese aanbesteding voor de aanschaf van nieuwe voertuigen heeft langer geduurd, waardoor de aanschaf van nieuwe A en B gelabelde auto’s pas eind 2008 is begonnen. Eind 2009 voldeed 60% van het wagenpark aan de milieueisen voor de nieuwe voertuigen (personenauto’s A of B label benzine, bestelwagens minimaal Euro 4 met roetfilter, vracht- en vuilniswagens Euro 5 en voor de bestaande voertuigen minimaal Euro 3 met roetfilter)72. De gemeente Amsterdam laat als launching customer sinds 2009 tien nieuwe elektrische auto’s rondrijden. De burgemeester rijdt in een volledig elektrische dienstauto en een aantal stadsdelen en diensten behoren tot de voorlopers in duurzame mobiliteit. Naast elektrische auto’s bevat het wagenpark ook een aantal elektrische scooters73. Een verdere vervanging van vuile auto’s in het eigen wagenpark zorgt ervoor dat het aandeel schone voertuigen in 2010 zal toenemen tot 70%74. De gemeente Amsterdam breidt de introductie van elektrische auto’s binnen de gemeente verder uit door de lopende pilot van elektrische personenauto’s. Deze uitbreiding zorgt voor een brede selectie van elektrische auto’s en zal bijdragen aan een beter inzicht in de mogelijkheden voor elektrische voertuigen binnen de gemeente Amsterdam. De eerste elektrische auto’s uit 2009 lieten de stadsdelen en diensten kennismaken met de mogelijkheden van elektrisch vervoer. In 2010 zullen meer stadsdelen en diensten elektrische voertuigen aanschaffen75. Hiernaast beginnen er in 2010 proefprojecten met elektrische en hybride vuilniswagens. Het GVB onderzoekt in 2010 de mogelijkheid om de Opstapper, de bus die over de grachten rijdt, elektrisch te maken. Ook zijn diverse proeven aan de gang met elektrische kleine vrachtwagens en elektrische veegwagens76. Naast elektrische scooters zal Amsterdam ook elektrische fietsen voor langere fietsafstanden in de stad promoten77. Amsterdam stimuleert de verschoning van het eigen wagenpark met78: o Een bijdrage voor de aanschaf van elektrische en Euro 6/VI-voertuigen bij vervanging van (diesel)veelrijders binnen het eigen wagenpark. o Ondersteuning van de inzet van provinciale subsidie ter vervanging van conventionele voertuigen door elektrische voertuigen. Werkzaamheden en resultaten 201279 72 73 74 75 76 77 78 79
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012
12
Verantwoording aan de provincie over het uitgegeven provinciaal subsidiegeld. o Advisering bij aanbesteding van dienstvoertuigen met onder andere Euro VI/6 en elektrische voertuigen. In de Green Deal Metropoolregio Amsterdam Elektrisch80 hebben de Provincie Noord-Holland, Provincie Flevoland, Stadsregio Amsterdam, Gemeente Amsterdam en Gemeente Almere de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot elektrisch vervoer: o Samenwerking en kennisdeling over het elektrisch vervoer o Het realiseren van minimaal 50 elektrische taxi’s in 2014, minimaal 50 elektrische bestelauto’s in 2015 en minimaal 50 elektrische voertuigen in het eigen wagenpark van gemeenten. o Het realiseren van minimaal 250 openbaar toegankelijke oplaadpunten voor eind 2013, het realiseren van snellaadpunten langs een aantal belangrijke corridors in de regio langs de A1, A4, A9, A7, en A2 en het faciliteren van de oprichting van Accuwisselstations in samenwerking met Better Place (en de Taxicentrale Amsterdam). Op basis van de werkprogramma’s luchtkwaliteit en de milieuverslagen van de gemeente Amsterdam concludeert de Amsterdamse rekenkamer dat de maatregel schoon eigen wagenpark deels doeltreffend is. De gemeente heeft de beoogde prestaties deels gerealiseerd. Haar oorspronkelijke planning om eind 2007 het eigen wagenpark verschoond te hebben, zoals beoogd in het ALA2006, is deels gelukt: 28% van het wagenpark was eind 2007 schoon. Haar aangepaste planning voor een schoon eigen wagenpark eind 2010, zoals beoogd in het NSL2009, is voor een groot deel behaald. Toen was 65% schoon 81. o
Schonere voertuigen Op zware en lichtere bedrijfswagens heeft de gemeente 225 roetfilters geplaatst. In 2008 heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor personenauto’s, bedrijfsbusjes, veegmachines, veegvuilwagens en huisvuilwagens. Hierin zijn strenge milieueisen opgenomen: A- en B-labels, Euro 4 met gesloten roetfilter, en voor grotere voertuigen Euro 4 met gesloten roetfilter en indien aanwezig Euro 5 of schoner82. In oktober 2007 voldeed 28 procent van het wagenpark volledig aan de ambities. Eind 2008 is dat ongeveer 40 procent. Als begin 2009 nieuwe personen- en bestelauto’s komen, zal dat oplopen tot ongeveer 50 procent. Als verder in het jaar de nieuwe veegvuilwagens, veegmachines en vuilniswagens gekocht zijn, worden de voertuigen met roetfilters vervangen door nog schonere nieuwe voertuigen83. GVB
80 81 82 83 84
Openbaarvervoerbedrijf GVB heeft roetfilters op alle bussen aangebracht. Er zijn veertig zeer schone bussen met EEV-motor aangeschaft. Vervroegd vervangen van overige GVB-voertuigen is in behandeling genomen. Er is nog overleg over rijstijltrainingen (het Nieuwe Rijden) voor buschauffeurs. Ook is een start gemaakt om de uitstoot van de pontveren te verminderen84. De rekenkamer concludeert dat de gemeente de maatregel schoon wagenpark deels volgens planning heeft uitgevoerd. De gemeente heeft in het ALA2006 voor deze maatregel geen realisatiedatum geformuleerd maar wel enkele tussendoelen voor de vier de deelmaatregelen. Het doel van het ALA2006 was om begin 2010 te voldoen aan de Europese normen die dan zouden ingaan. De rekenkamer gaat
Samenvattingen Green Deals 11 oktober 2012, Ministerie van EL&I Onderzoeksrapport Rekenkamer - Luchtkwaliteit in Amsterdam - juni 2011. Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009.
13
daarom ook van deze planning uit voor de maatregel schoon wagenpark. De uitvoering is als volgt verlopen85: o De gemeente had in het ALA2006 gepland om in 2005 en 2006 roetfilters op bestaande bussen aan te brengen. Het GVB heeft dit uiteindelijk in 2007 afgerond. o Volgens het plan in het ALA2006 heeft het GVB in de periode 2006-2010 nieuwe bussen aangeschaft die voldoen aan de eisen van de openbaarvervoersconcessie 2006-2011, die de Stadsregio Amsterdam (SRA) aan het GVB heeft verleend. o In het ALA2006 vermeldt de gemeente geen planning voor het waar mogelijk verschonen van het dienstwagenpark van 160 voertuigen van het GVB. De gemeente heeft in 2009 een subsidie verleend aan het GVB voor het vervroegd vervangen van 19 dienstvoertuigen. o In het ALA2006 staat dat het nog onduidelijk is wanneer de pontveren verschoond zullen worden. Het GVB heeft in 2008 pontveer nummer 33 verschoond en in 2011 pontveer nummer 34 door deze te hermotoriseren en onderwateruitlaten aan te brengen. o De gemeente had in het ALA2006 als doel geformuleerd om in 2006 te starten met het besparen van brandstof door het geven van rijstijltrainingen en het plaatsen van boardcomputers. Deze deelmaatregel is niet uitgevoerd. De rekenkamer komt tot de conclusie dat de gemeente de maatregel schoon wagenpark GVB beperkt tijdig heeft bijgesteld. Ten eerste monitort de gemeente de uitvoering beperkt. Zij legde bijvoorbeeld wel vast dat alle bussen van roetfilters zijn voorzien en het aantal nieuwe bussen dat in het jaar 2008 is aangeschaft. Maar zij houdt niet bij om hoeveel bussen het gaat en hoe schoon het dienstwagenpark80 en de veerponten van het GVB zijn86. Daarnaast constateert de rekenkamer dat de gemeente in de periode 2006 tot en met 2010 de maatregel schoon wagenpark GVB beperkt adequaat heeft gereageerd toen bleek dat de planning niet werd gehaald van een aantal deelmaatregelen. De gemeente heeft wel de oorspronkelijke planning in het Werkprogramma Luchtkwaliteit 2010 bijgesteld naar begin 2015. En daarnaast heeft zij enkele acties ondernomen ten aanzien van het verschonen van de bussen van het GVB87: De gemeente Amsterdam heeft in 2009 bij de Stadsregio Amsterdam (SRA) aangedrongen op strengere emissie-eisen voor NO2 voor nieuw aan te schaffen bussen voor de openbaarvervoersconcessie 2012-2017. Deze eisen heeft de SRA echter niet overgenomen. Het GVB heeft deze deels overgenomen in een aanbesteding voor 70 nieuwe EEV-bussen die op 8 april 2011 officieel is afgerond. Ook heeft de gemeente in 2010 geprobeerd om de uitstoot van de stadsbussen meer in overeenstemming te brengen met die van vrachtwagens binnen de milieuzone vrachtverkeer. Zij heeft besloten om een financiële bijdrage te verlenen van € 500.000 voor het vervangen van de 41 bussen met Euro III motor, waarmee het GVB nu nog rijdt, door bussen met een EEV motor vóór 1 januari 2013. Op die datum gaat namelijk de Euro IV eis van de milieuzone vrachtwagens gelden. Maar ten aanzien van de uitvoering van de andere deelmaatregelen heeft de gemeente niet bijgestuurd.
Schoner varen De eigen vaartuigen van de gemeente krijgen de komende jaren schonere motoren en brandstoffen, door innovatieve toepassingen op de schepen. Een aantal innovatieve projecten is al opgepakt88.
85 86 87 88
Onderzoeksrapport Rekenkamer - Luchtkwaliteit in Amsterdam - juni 2011. Onderzoeksrapport Rekenkamer - Luchtkwaliteit in Amsterdam - juni 2011. Onderzoeksrapport Rekenkamer - Luchtkwaliteit in Amsterdam - juni 2011. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010.
14
In opdracht van Waternet is in 2009 het prototype van de elektrische drijfvuilvisboot ontworpen. Om het goede voorbeeld te geven heeft de gemeente onderzocht hoe de nieuwe patrouilleboot vrijwel emissievrij kan varen. Deze hybride boot gaat in 2011 varen. In een van de huidige patrouilleboten is een nieuwe motor met roetfilter geplaatst89. In 2009 heeft een korte inventarisatie plaatsgevonden van de projecten waarmee de verschillende diensten met een eigen vloot bezig zijn. De komende jaren brengen de diensten roetfilters aan en vervangen ze de motoren door schonere, hybride of elektrische motoren90.
C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Schone taxi’s De gemeente mikt op de verschoning van ongeveer 950 taxi’s (ca. 40% van de doelgroep) naar Euro 6, waarvan de eerste 50 al in 2012 zijn voorzien. Hiervoor is een subsidie voorzien van ruim € 6.000 per voertuig. Daarnaast beoogt de gemeente door het verstrekken van een aanschafsubsidie van circa € 5.000 per voertuig, 450 dieseltaxi’s (20% van doelgroep) te elektrificeren. Uitvoering maatregelen: In de Green Deal Metropoolregio Amsterdam Elektrisch91 hebben de Provincie Noord-Holland, Provincie Flevoland, Stadsregio Amsterdam, Gemeente Amsterdam en Gemeente Almere de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot elektrisch vervoer: o Samenwerking en kennisdeling over het elektrisch vervoer o Het realiseren van minimaal 50 elektrische taxi’s in 2014, minimaal 50 elektrische bestelauto’s in 2015 en minimaal 50 elektrische voertuigen in het eigen wagenpark van gemeenten. o Het realiseren van minimaal 250 openbaar toegankelijke oplaadpunten voor eind 2013, het realiseren van snellaadpunten langs een aantal belangrijke corridors in de regio langs de A1, A4, A9, A7, en A2 en het faciliteren van de oprichting van Accuwisselstations in samenwerking met Better Place (en de Taxicentrale Amsterdam). C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Openbaar vervoer In 2009 zijn er verschillende maatregelen genomen om het openbaar vervoer te verbeteren92: o Om de verbinding met de bedrijventerreinen te verbeteren gingen er bedrijvenpendels rijden tussen metrostation Sneevlietweg – De Schinkel en tussen Amstelstation – Amstel Business Park. o Sinds eind 2009 rijdt buslijn 60, die een nieuwe verbinding maakt tussen Station Sloterdijk en de Staatsliedenbuurt. o Binnen de OV-voor-parkeren-regeling krijgen mensen die hun parkeervergunning inleveren een OV-abonnement van drie maanden voor het GVB-netwerk. De eerste twee maanden kwamen er 125 aanvragen binnen. De GVB-kennismakingskaart biedt nieuwe inwoners van Amsterdam een gratis maandabonnement. Het Openbaar Vervoer heeft met name onder Voorrang voor een Gezonde Stad een impuls gehad in 2009. Een extra buslijn verbindt Sloterdijk met de 89 90 91 92
Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Samenvattingen Green Deals 11 oktober 2012, Ministerie van EL&I Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010.
15
Staatsliedenbuurt en naar bedrijventerreinen rijden pendelbussen. In 2009 heeft ook het GVB haar eigen wagenpark deels ‘opgeschoond’, met hulp van het programmabureau.93 OV-fiets In 2008 is gestart met een pilot OV-fiets als Forensfiets op station Amsterdam Zuid. In deze pilot wordt de OV-fiets door een Amsterdamse forens gebruikt om van- en naar het station te fietsen. Op deze manier wordt de OV-fiets intensiever gebruikt en is de druk op de stalling lager94. C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Rondvaartboten Via stimuleringsregelingen worden de eigenaren van rondvaartboten aangemoedigd om de boten op diesel en biodiesel versneld te verschonen, zodat deze in 2015 voldoen aan de emissie-eis CCR 3. Dit betekent dat de motoren van deze rondvaartboten vervangen moeten worden door nieuwe, schonere motoren. Uitvoering maatregelen: Verschoning rondvaartboten Een consortium van meerdere partijen heeft een waterstofboot ontwikkeld. De boot is in december 2009 gedoopt en vaart nu in Amsterdam. In overleg met de reders is een haalbare schone uitstootnorm voor de rondvaartboten als doel gesteld, waarbij vanaf 2015 de motoren van boten aan de CCR3 norm moeten voldoen. Deze motoren zijn echter nog niet op de markt. Om toch zo snel mogelijk de meest vervuilende motoren te vervangen krijgen de boten nu nieuwe motoren, waarbij de eis CCR2 plus is95. Om de meest vervuilende (en vaak oudere) motoren van de rondvaartboten versneld te laten vervangen is er een versnellingstraject begonnen. De verwachting is dat in de komende vijf jaar zo rond de 70 boten nieuwe motoren zullen krijgen. In 2010 zullen reders zo’n 20 motoren van hun rondvaartboten vervangen96. De verschoning heeft vooral effect op de luchtkwaliteit ter hoogte van het knelpunt Prins Hendrikkade omdat daar de meeste boten varen. Daar levert de maatregel in 2015 een extra verschoning van 0,04 μg/m3op de NO2-concentratie op. 97 Werkzaamheden en resultaten 201298: o Voor de subsidieregeling schone rondvaart (totaal voor ca. 100 rondvaartboten) bestaan de werkzaamheden uit het promoten en informeren van subsidiegerechtigden over de subsidieregeling. Daarvoor heeft in de zomer van 2011 al een informatiebijeenkomst voor reders plaatsgevonden. o De uitvoering van de regeling wordt ondergebracht in het subsidieloket. o Alle werkzaamheden vinden in nauwe samenwerking met Waternet plaats. Stimuleren elektrisch varen Er zijn in Amsterdam 15.000 recreatievaartuigen. Momenteel zijn er 500 elektrische vaartuigen. Doelstelling is voor 2015 10% van de vaartuigen in Amsterdam te elektrificeren. Dat betekent 1.000 extra vaartuigen in drie jaar. Het doel wordt bereikt door promotie van het elektrisch varen, deelname aan een Europees project en door het gericht plaatsen van oplaadpunten voor elektrische 93 94 95 96 97 98
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012
16
boten. Dit programmaonderdeel wordt in samenwerking met Waternet ontwikkeld en de komende periode overgedragen aan Waternet. 99
In 2010 komen er op tien locaties circa 40 elektrische oplaadpunten, waar elektrisch aangedreven boten mogen afmeren. Uiteindelijk moet er door de hele stad een uniform netwerk van openbare oplaadpunten komen100. Werkzaamheden en resultaten 2012101: o Begeleiding van de realisatie van 40 oplaadpunten in de binnenstad. o Jaarlijkse mailing vergunninghouders over elektrisch varen. o Deelname E-harbour congressen. o Deelname bij team Oplaadinfrastructuur. o Communicatietraject stadsdelen.
D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Fietsbeleid Doel van het Amsterdamse fietsbeleid is meer fietsgebruik door betere voorzieningen en communicatie. De gemeente wil fietsroutes verbeteren, meer vrij liggende fietspaden creëren en voldoende fietsparkeervoorzieningen realiseren. De gemeente wil fietsroutes verbeteren, meer vrij liggende fietspaden creëren en voldoende fietsparkeervoorzieningen realiseren. Uitvoering maatregelen: Netwerk Amsterdam verbetert het netwerk voor Amsterdamse fietsers door een fietssnelweg tussen Amsterdam en Zaandam en een renovatie van de Amsterdamse brug en de Schellingwouderbrug102. Coördinator Fietsvaardigheid Om de fietsvaardigheid te verbeteren van Amsterdammers die niet bekend zijn met de Nederlandse fietscultuur komt er een coördinator Fietsvaardigheid. Deze zal zich onder meer richten op een kwaliteitsverbetering van bestaande fietslespunten en op een groeiend aantal deelnemers aan de fietslessen103. D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Fietsenstallingen In 2008 is het aantal fietsenstallingen uitgebreid; zo is de Piet Heinstalling in gebruik genomen104. Het aantal fietsenstallingen is in 2009 uitgebreid, waaronder de stalling op het Timorplein105. 99
Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. 101 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 102 Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. 103 Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. 104 Gemeente Amsterdam - Werkprogramma Luchtkwaliteit 2009. 100
17
De stalling op het Rembrandtplein gaat in 2010 open. Hiernaast wordt het ontwerp voor de fietsenstalling op het Leidseplein gemaakt106.
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Vrij liggende fietspaden Om het hoofdnet Fiets verder te verbeteren is de aanleg van vrij liggende fietspaden begonnen bij de Schinkeleilandenroute, de Postjesweg en de Amstelveenseweg107. E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Stikstofdioxide In 2011 zijn de jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties op alle straatstations Haarlemmerweg, A10 west, Jan van Galenstraat, Stadhouderskade en Van Diemenstraat hoger dan de grenswaarde geldig vanaf 2015. Het hoogst gemeten gehalte stikstofdioxide in 2011 bedroeg 63 μg/m3 en werd vastgesteld op de Haarlemmerweg (in 2010 was dit 59 μg/m3). Hiermee is niet voldaan aan de tot 2015 geldende grenswaarde van 60 μg/m3. Op basis van de stikstofdioxide concentraties gemeten op de drie hoogst belaste locaties Haarlemmerweg, A10 west en Jan van Galenstraat zal de komende 3 jaar een gemiddelde daling tussen circa 3 en ruim 7 μg/m3 per jaar moeten worden gehaald om op deze locaties aan de grenswaarde in 2015 te kunnen voldoen, op basis van de meetgegevens 2010 was deze verwachting tussen circa 3 en 5 μg/m3 per jaar.108 Fijn stof De fijn stof metingen laten zien dat zowel op de achtergrondstations als de straatstations wordt voldaan aan de grenswaarde (2011) van 40 μg/m3 en daarom ook aan de vigerende grenswaarde van 48 μg/m3 (tot juni 2011) als jaargemiddelde gedurende de derogatieperiode. Er is voor PM10 ook een grenswaarde voor het aantal dagen (maximaal 35) met PM10 concentraties boven de 50 μg /m3 (75 μg/m3 tot 11 juni 2011). In overeenstemming met het landelijk beeld zijn in 2011 relatief veel dagen met een PM10 concentratie groter dan 50 μg/m3 opgetreden. Dit is te zien op de website van het RIVM In 2005 is in de wetgeving voor PM10 de zogenaamde zeezoutcorrectie geïntroduceerd die per locatie in Nederland verschilt. Het jaargemiddelde mag voor Amsterdam worden verlaagd met 6 μg/m3, het aantal dag-overschrijdingen van 50 μg/m3 mag met 6 dagen worden verminderd. Hiermee rekening houdend zou het maximaal aantal dagoverschrijdingen alleen op meetstation A10 west te hoog zijn. Daarnaast is de norm midden in 2011 verscherpt, voor een volledige toetsing zal tot 11 juni 2011 daarom het aantal dagen >75 μg/m3 in beeld moeten worden gebracht. Dit zal in de volledige rapportage (mei/juni 2012) opgenomen worden. 109 Dat aan de wettelijke grenswaarden voor PM10 wordt voldaan betekent overigens niet dat fijn stof in Amsterdam geen probleem vormt. Ten eerste omdat er voor fijn stof geen ‘veilige’ concentratie is aan te geven waar beneden het niet schadelijk is voor de gezondheid. Ook bij concentraties onder de wettelijke grenswaarden treden dus gezondheidseffecten op. Ten tweede omdat fijn stof uitgedrukt als PM10 een slechte maat is voor luchtverontreiniging afkomstig van het verkeer. Het gemotoriseerde verkeer stoot vooral hele fijne stofdeeltjes uit die schadelijk zijn voor de gezondheid maar nauwelijks bijdragen aan de massaconcentratie PM10. 110 105 106 107 108 109 110
Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Gemeente Amsterdam Werkprogramma luchtkwaliteit 2010. Resultaten luchtmeetnet 2011. Resultaten luchtmeetnet 2011. Resultaten luchtmeetnet 2011.
18
Trend Een gezamenlijke analyse van de trend in PM10 en NO2 concentraties op alle meetstations in Nederland, inclusief 2011, is uitgevoerd in samenwerking met het RIVM en de DCMR. Voor wat betreft PM10 is de conclusie dat over de onderzoeksperiode een dalende trend van gemiddeld 0,7 (± 0,2) μg/m3 is vastgesteld. Ook voor stikstofoxiden wordt vanaf 1993 een dalende trend waargenomen (-0,4 ± 0,3 μg/m3). Een sterkere afname dan tot nog toe is opgetreden is noodzakelijk om op alle plaatsen in 2015 aan de grenswaarde voor stikstofdioxide te voldoen. 111
111
Resultaten luchtmeetnet 2011.
19
Gemeente Rotterdam112 Luchtkwaliteit in Rotterdam De luchtkwaliteit in de stadregio Rotterdam is in de loop der jaren verbeterd. Toch moet in de regio alles op alles worden gezet om aan de Europese luchtkwaliteitsnormen te voldoen. Dit is het gevolg van de grote concentratie aan activiteiten in het gebied: industrie, scheepvaart en een hoge bevolkingsdichtheid en dus een hoge verkeersdruk. Door maatregelen te treffen en daarmee te voldoen aan de normen -of zelfs tot verder onder de norm te gaan- kunnen ruimtelijke projecten doorgang vinden en wordt bijgedragen aan een gezonder leefklimaat voor bewoners en bezoekers. Voor het RAL zijn in 2005 twee doelstellingen geformuleerd: Minimaal geen verslechtering en inzetten op verbetering van de luchtkwaliteit, o.a. door de bedreiging om te zetten in – ook economische – kansen. Ruimte scheppen voor (stedelijke) ontwikkeling: wetgeving, normering en maatregelenpakket zodanig inrichten, dat de stad zich zowel economisch als ruimtelijk verder kan blijven ontwikkelen. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
112
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: d. monitoring van het NSL, dan wel e. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel f. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
20
B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Milieuzonering Onderzoek milieuzonering vrachtauto’s noordelijke havens (+ kentekenonderzoek voor Ring van Rotterdam) Het kernwinkelgebied van Rotterdam is ingesteld als milieuzone voor vrachtverkeer. In de gemeente Rotterdam bestaat al een milieuzone voor vrachtverkeer conform het Convenant Stimulering Schone Vrachtauto’s en Milieuzonering met behulp van verbodsborden en ontheffingen. Daarbij worden per 16 september 2007 vrachtauto’s alleen toegelaten waarvan de motor minimaal voldoet aan Euro-norm 2 dan wel Euro-norm 3 in combinatie met een Roetfilter. Vanaf l januari 2010 worden alleen vrachtwagens toegelaten waarvan de motor minimaal voldoet aan Euro-norm 4, met dien verstande dat vanaf l januari 2010 tot l juli 2013 in de Milieuzone ook Vrachtauto's worden toegelaten waarvan de motor minimaal voldoet aan Euro-norm 3 in combinatie met een Roetfilter. Invoering milieuzone bestelauto’s Analoog aan het Convenant Stimulering Schone Vrachtauto s en Milieuzonering is momenteel een vergelijkbaar convenant voor bestelauto s in voorbereiding op landelijk niveau. De Stadsregio Rotterdam zal op basis van dit convenant een verkenning laten uitvoeren naar een mogelijke uitbreiding van de milieuzone kernwinkelgebied met de categorie lichte bedrijfsauto s. Deze milieuzone zou, gelijk het vrachtverkeer, ook vormgegeven kunnen worden met behulp van verbodsborden en ontheffingen. Het gebied waarop de milieuzone bestelverkeer van toepassing is, zal zodanig gekozen worden dat enerzijds een logische combinatie ontstaat met de milieuzone vrachtverkeer en anderzijds ook met de knelpunten uit de saneringsopgave. Uitvoering maatregelen: Schone voertuigen113 Het kernwinkelgebied van Rotterdam is ingesteld als milieuzone voor vrachtverkeer. Stimuleren elektrisch rijden114 Parkeergarages geschikt maken voor laadinfrastructuur. Het programma stroomstoot, vastgesteld in september 2009, faciliteert maximaal 1000 oplaadpunten voor de eerste EV-rijders. In de opstartjaren 2010 en 2011 worden minimaal 100 oplaadpunten gerealiseerd. Van 2012 tot en met 2014 zal een 30 vervolgproject moeten leiden tot opschaling naar het totaal van 1000 oplaadpunten. Innovatieprojecten stroomstoot115 Er is vastgelegd dat er geen generieke regeling voor subsidiering van elektrische voertuigen komt. Projectvoorstellen zullen op individuele basis worden getoetst op hun (innovatieve) meerwaarde voor Rotterdam. In de planning staat: Green Mobility Center – kennis- en belevingscentrum voor elektrisch vervoer gericht op bedrijven en burgers en op te zetten in een publiek-private samenwerking. Pilot elektrische deelauto’s bij Greenwheels (landelijke proeftuin)
113
Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011 Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011
114 115
Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011
21
Opzetten snellaadnetwerk – Rotterdam wil dit koppelen aan logische gebruikers, zoals taxi’s, politieauto’s, koeriersdiensten en deelauto’s. Binnenstadsservice en andere stedelijke distributie initiatieven.
Milieuzone116 De huidige milieuzone in het centrum van Rotterdam wordt mogelijk uitgebreid naar het gebied binnen de ruit (stadsregio) en met de voertuigcategorie “bestelbusjes” in 2013. Om te komen tot een optimale handhaving van de zone is aanschaf van 35 ANPR camera’s noodzakelijk. B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Vergroten van het aantal elektrische fietsen en elektrische scooters117 Onder andere door middel van de volgende projecten: Verzorgen van een dekkend netwerk van laadinfrastructuur voor elektrische fietsen en scooters in de 13 gemeentelijke beheerde openbare fietsenstallingen. Inrichten van stallingsplaatsen voor elektrische scooters in een tiental parkeergarages en mogelijk ook in de openbare buitenruimte. E-fietsen en e-scooters onder de aandacht brengen van een breed publiek door daartoe ingerichte projecten. Opzetten sloopregeling om gewone scooters snel door e-scooters te vervangen. Doel is vervanging van ca. 4000 scooters in 4 jaar. Marktpartijen en burgers proactief overtuigen van gebruik van escooters en e-fietsen. B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Uitbreiding Park & Ride-plekken Bezien wordt of nog aanvullende P+R plaatsen nodig zijn om meer bestemmingsverkeer naar knelpuntgebieden af te vangen. Ook kan gedacht worden aan de (extra) inzet van pendelbussen. Stimulering private schone voertuigen Deze maatregel van de stadsregio Rotterdam versnelt de inzet van schone voertuigen in zowel het personenverkeer als vrachtverkeer. Het gaat daarbij om schone technieken zoals hybride technieken en filters, maar ook om schone brandstoffen zoals bio-ethanol en biodiesel. Het project is geslaagd als het aantal schone voertuigen in de regio 5% marktaandeel heeft bereikt. Dat is namelijk de kritische waarde waarboven de marktwerking zijn werk zal doen en de intrede van schone voertuigen verder vanzelf gaat. Er wordt naar gestreefd dit percentage in 2010 te bereiken. Het project moet de katalysator zijn die schone voertuigen naar de markt brengt . Doelgroep zijn private wagenparkbeheerders met minstens 10 voertuigen. Aan
116 117
Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011 Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011
22
grotere bedrijven zullen door middel van wagenparkscans adviezen worden uitgebracht over de concrete toepassing van schone voertuigen. Tevens wordt gezocht naar de mogelijkheid om zelf ervaring op te doen en schone voertuigen in de praktijk te testen. Uitvoering maatregelen: C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schone voertuigen Scans naar mogelijke verschoning gemeentelijke wagenparken. Voorbeelden zijn leaseauto’s van de ROTEB, vuilnisauto’s, veegwagentjes, de roetfilters op RETbussen, de aanschaf van Euro V-bussen et cetera. o (Verdere) invoering Euro V norm bussen De introductie in Rotterdam van bussen die voldoen aan de Euro V norm is al bijna voltooid. Van het wagenpark van de RET zijn er slechts 20 bussen die nog niet voldoen aan deze norm. Het effect van de reeds geïntroduceerde schone bussen kan als extra maatregel. Er worden luchtkwaliteitseisen gesteld bij aanbestedingen, en bij de concessieverlening aan busvervoerbedrijven. Scans naar mogelijke verschoning private wagenparken (waaronder taxi’s, grote vlooteigenaren en leasemaatschappijen) Onderzoeken nieuwe schone brandstoffen (HE15 en O2 diesel) Uitvoering maatregelen: Schone voertuigen118 Om een versnelde introductie van schone voertuigen te bewerkstelligen, nemen de gezamenlijke overheden in Rijnmond het initiatief om zoveel mogelijk het (eigen) wagenpark te verschonen. Er worden luchtkwaliteitseisen gesteld bij aanbestedingen, en bij de concessieverlening aan busvervoerbedrijven. Nieuwe maatregelen per maart 2011119 Voortzetting milieuzone kernwinkelgebied en ontwikkelingen lichte bedrijfsauto’s door de huidige milieuzone uit te breiden. De beslissing over het uitbreiden van de zone met lichte bedrijfsauto’s wordt volgens de intentieverklaring genomen in oktober 2012. De richtdatum voor invoering van een milieuzone voor lichte bedrijfsauto’s is 1 juli 2013. Innovatieprojecten stroomstoot. Er is vastgelegd dat er geen generieke regeling voor subsidiering van elektrische voertuigen komt. Projectvoorstellen zullen op individuele basis worden getoetst op hun (innovatieve) meerwaarde voor Rotterdam. In de planning staat: Pilot elektrische deelauto’s bij Green Wheels (landelijke proeftuin) Pilot elektrische auto’s bij Politie Rotterdam Rijnmond in combinatie met snellaadstation.
118 119
Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011 Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011
23
Opzetten snellaadnetwerk – Rotterdam wil dit koppelen aan logische gebruikers, zoals taxi’s, politieauto’s, koeriersdiensten en deelauto’s. Flex Overschie – een op wijkniveau ingericht flexibel openbaarvervoerssysteem met elektrische voertuigen Vervanging 45 bussen bij de RET door (hybride) elektrische bussen in 2012/2013. Het testen van deze alternatieven vindt plaats in 2010 en 2011. In de periode 2006-2010 is 75% van het gemeentelijk wagenpark “verschoond” naar minimaal Euro IV, met veel Euro V en EEV. In de periode 2011-2014 wil de gemeente dit verder aanscherpen: minimaal 25% van het eigen wagenpark moet elektrisch of hybride zijn, hetgeen ca. 350 voertuigen betekent. Hieronder valt ook de instroom van 100 elektrische scooters ter vervanging van gewone scooters en auto’s.
C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Onderzoek mogelijkheden Schone taxi’s bij twee Rotterdamse taxicentrales Uitvoering maatregelen: Innovatieprojecten stroomstoot120 Er is vastgelegd dat er geen generieke regeling voor subsidiering van elektrische voertuigen komt. Projectvoorstellen zullen op individuele basis worden getoetst op hun (innovatieve) meerwaarde voor Rotterdam. In de planning staat: Pilot elektrische taxi’s Opzetten snellaadnetwerk – Rotterdam wil dit koppelen aan logische gebruikers, zoals taxi’s, politieauto’s, koeriersdiensten en deelauto’s. Flex Overschie – een op wijkniveau ingericht flexibel openbaarvervoerssysteem met elektrische voertuigen C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Stimuleren andere vervoerwijzen Dit kan door het verbeteren van andere vervoerwijzen (fiets, OV), al dan niet in combinatie met een gedeeltelijke verplaatsing per auto. Voorbeelden zijn het actieve fietsbeleid, de aanleg van fietsroutes en fietsenstallingen, verbeteren en uitbreiden van het OV en verdere uitbouw van P+R -terreinen. De gemeente Rotterdam en de Stadsregio Rotterdam ontwikkelen een visie op Duurzame mobiliteit, waarin ook het verder verbeteren van de luchtkwaliteit een belangrijk onderdeel is. Samen met basisscholen en ouders van leerlingen worden in het project schoon, gezond en veilig naar school de mogelijkheden onderzocht om lopend en fietsend naar school te gaan en niet meer (altijd) worden weggebracht met de auto. 120
Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011
24
Vervoersmanagement bij grote bedrijven en instellingen is gestart.
Uitvoering maatregelen: Stimuleren andere vervoerwijzen121 Het stimuleren van alternatieven voor het autogebruik. Dit kan door het verbeteren van andere vervoerwijzen (fiets, OV), al dan niet in combinatie met een gedeeltelijke verplaatsing per auto. Voorbeelden zijn het actieve fietsbeleid, de aanleg van fietsroutes en fietsenstallingen, verbeteren en uitbreiden van het OV en verdere uitbouw van P+R -terreinen. De gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam ontwikkelen een visie op Duurzame mobiliteit, waarin ook het verder verbeteren van de luchtkwaliteit een belangrijk onderdeel is. Samen met basisscholen en ouders van leerlingen worden in het project schoon, gezond en veilig naar school de mogelijkheden onderzocht om lopend en fietsend naar school te gaan (in plaats van worden weggebracht met de auto). Bevorderen van het gebruik van de fiets door lange afstandsfietsroutes122 De gemeente Rotterdam wil twee langeafstandsfietsroutes aanleggen: de Hofpleinroute naar Den Haag en de F16 naar Dordrecht. In 2011/2012 zal vanuit de gemeente 1 miljoen euro worden uitgegeven voor de realisatie. Ook het ministerie van I&M draagt financieel bij. Een nieuwe ontwikkeling is dat de stadsregio ook de mogelijkheden van twee oostwestroutes verkent; richting Gouda en richting Spijkenisse. Fasering: Routes 1 en 2 in 2011/2012, routes 3 en 4 in 2013/2014 Bevorderen van het gebruik van de fiets: ontbrekende schakels123 Binnen de hoofdroutes die zijn gericht op het stimuleren van fietsverkeer naar het centrum zijn er nog ongeveer 13 kilometers die aangepakt kunnen worden. Dit zijn aanpassingen aan onder andere de Crooswijkseweg, Marconiplein, Schiedamseweg, Oostzeedijk beneden, Goudsesingel, Goudserijweg West, Vlietlaan, Jonker Fransstraat, delen Linker Rottekade, delen Rechter Rottekade, Zwaanshals, Parkhaven, GJ de Jonghweg, Overschiese Dorpsstraat, opritten brug Noorderkanaal, Pleinweg Zuidzijde, Dorpsweg fase 2, Groene Kruisweg bij laning, Goereesestraat en Posthumalaan. Daarnaast worden activiteiten ondernomen om mensen ook daadwerkelijk meer te laten fietsen. D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Bevorderen van het gebruik van de fiets door het Stallingsprogramma124 In het jaar 2010 zijn in het gehele centrum fietsbeugels bijgeplaatst. Voor de locaties Coolsingel/Beurstraverse, NS Station Blaak en Schouwburgplein zijn “creatieve” oplossingen benoemd welke op dit moment onderzocht en (financieel) nader uitgewerkt worden. Verschillende oplossingsrichtingen zijn aangedragen: inpandig, ondergronds, maaiveld, innovatief. In totaal wordt in de binnenstad 1.000 nieuwe stallingsplaatsen gerealiseerd. Verwacht kan worden dat de stadsregio 50% van de kosten zal bijdragen bij stallingen nabij OV-halten. Fasering: 2011-2014
121 122 123 124
Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011 Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011 Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011 Herijking Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond/Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit, mei 2011
25
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Effectiviteit maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen In juni 2011 heeft de Rotterdamse Rekenkamer het rapport gepubliceerd ‘Een slag in de lucht – effecten van beleid luchtkwaliteit. De rekenkamer heeft met het onderzoek beoogt een oordeel te geven over de mate waarin de lokale aanpak luchtkwaliteit tot uitvoering is gekomen en beoogde resultaten zijn gerealiseerd. De hoofdconclusies: Het beleid van de gemeente is er primair op gericht om de wettelijke norm ten aanzien van NO2 en PM10 te halen. Dit geeft echter onvoldoende garantie dat ook de volksgezondheid voldoende verbeterd wordt. In het luchtkwaliteitbeleid heeft volksgezondheid geen prioriteit. N.B. Om de plaatsen te bepalen waar de luchtkwaliteit verbeterd moet worden, maakt de gemeente geen gebruik van bij de GGD beschikbare gegeven over gezondheidseffecten van luchtverontreiniging in Rotterdam. Met alleen de maatregelen in het RAL (Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit) zal in 2015 de luchtkwaliteit wat betreft de NO2-concentratie niet voldoende zijn verbeterd, in die zin dat volgens de monitoringstool en metingen niet aan de wettelijke normen zal zijn voldaan. In 2011 zal naar verwachting wel aan de wettelijke norm ten aanzien van de concentratie van PM10 zijn voldaan. o N.B. 1: Aan de hand van de monitoringstool 2010 blijkt dat er in Rotterdam in 2015, zelfs na de uitvoering van de lokale maatregelen, méér NO2-knelpunten zullen bestaan, dan bij aanvang verwacht, namelijk vijf in plaats van geen. Naast het Weena gaat het om de Doklaan, Westblaak, de Statentunnel en de zuidelijke uitgang van de Maastunnel. In totaal gaat het om ongeveer 1,6 kilometer. o N.B. 2: In het geval van de milieuzone – die wordt geacht een substantiële bijdrage te leveren aan het oplossen van knelpunten – is het effect van de NO2- en PM10-concentraties op dit moment te verwaarlozen. Dit komt deels door tegenvallende emissieprestaties van Euro V-motoren, alsook door overtredingen en door de gemeente verleende ontheffingen. De invoering van nieuwe voertuigtechnieken zal vanaf 2013 de milieuzone naar verwachtring enig positief effect hebben, zij het dat deze zeer beperkt is (een afname van de NO2-concenentraties van 0,02 tot 0,09 µg/m3). Het rijk heeft de sanerings- en monitoringstool ontwikkeld om de luchtkwaliteit te berekenen. De manier waarop het college deze voorgeschreven tools in het beleid gebruikt, is verkeerd. Hierdoor is het aannemelijk dat het college ten onrechte bepaalde wegen niet als knelpunt aanmerkt en wordt het probleem van de luchtkwaliteit onderschat. N.B. De onzekerheidsmarges van de sanerings- en monitoringstool worden door het college onderkend en zouden 20% zijn. Dit betekent dat indien uit de berekeningen blijkt dat er geen knelpunten zijn, de kans groot is dat de feitelijke luchtkwaliteit op bepaalde wegvakken wel degelijk boven de norm ligt; de zogenoemde bijna-knelpunten. Op basis van de definitieve saneringstool uit 2009 konden 15 wegvakken evengoed wel een NO2-knelpunt zijn. Het college heeft ten aanzien van deze bijna-knelpunten geen additionele maatregelen genomen. Volgens de monitoringstool 2010 kent Rotterdam inmiddels 20 van deze bijnaknelpunten. Het college heeft ook hiervoor geen specifieke extra maatregelen benoemd. Ook met de door het college aan de raad voorgestel herijking (mei 2011) zullen de wettelijke concentratienormen van NO2 niet gehaald kunnen worden. In de 26
herijking wordt het bestaan van bijna-knelpunten genoemd. Daarop gerichte maatregelen ontbreken echter. In het RAL 2005 en de herijking 2011 ontbreken enkele potentieel effectieve maatregelen. Te denken valt aan het verminderen van verkeersstromen door een reductie van het aantal parkeerplaatsen, verhoging van de parkeertarieven of het afsluiten van delen van de stad voor gemotoriseerd wegverkeer. Omdat minder auto’s leiden tot minder emissies is het zeer aannemelijk dat dergelijk relatief ingrijpende maatregelen wel leiden tot een reductie van NO2-concentraties. Ander resultaat Met betrekking tot de bijstelling van maatregelen stelt de Rekenkamer vast dat de gemeente systematisch de uitvoering van de maatregelen monitort. Als bij de uitvoering van een maatregel vertraging optreedt, past de gemeente de planning aan en wordt de maatregelen alsnog uitgevoerd. Als nieuwe knelpunten worden geconstateerd past de gemeente het maatregelen pakket hierop aan. De gemeente neemt geen aanvullende maatregelen voor bijna-knelpunten. NSL Monitoring 2011 Uit de onderstaande afbeelding uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 in Rotterdam op veel plaatsen (veel) te hoog is. Belangrijke, forse knelpunten (> 42,5 µg/m3 en 40,5-42,5 µg/m3) zijn: A13 – vanaf kruising met N209 tot aan kruising tot N470 A20 – vanaf het Sint Franciscus Gasthuis tot aan afrit 15 A15 – vanaf afrit 19 tot aan afrit 19a. N471 – ter hoogte van het Sint Franciscus Gasthuis Zaagmolenstraat Schiekade – Schieweg Weena – Beukelsdijk Coolsingel Westblaak – ter hoogte van Boomgaardstraat Henegouwerlaan – ’s-Gravendijkwal – Droogleever Fortuynplein Stadhoudersweg – Statenweg Maasboulevard Beneluxweg – Beneluxtunnel Doklaan – Pleinweg – Vaanweg (Rotterdam Zuid) De gemeente verwacht tot 2015 forse verbeteringen te kunnen realiseren, waardoor een deel van de knelpunten in 2015 is opgelost. De knelpunten die blijven bestaan zijn: N471 – ter hoogte van het Sint Franciscus Gasthuis Schieweg – ter hoogte van kruispunt met Bergselaan Op sommige trajecten zijn verbeteringen te zien, maar is nog steeds sprake van een overschrijding van de wettelijke norm NO2 in 2015. Het gaat om de trajecten: Weena Coolsingel Droogleever Fortuynplein Beneluxweg - ter hoogte van de Beneluxtunnel De PM10 concentraties voldoen op alle locaties aan de wettelijke grenswaarden in 2011 en 2015. Ook de berekende overschrijdingsdagen voldoen aan de gestelde eisen.
27
28
Gemeente Den Haag125 Luchtkwaliteit in Den Haag De gemeente Den Haag wil de luchtkwaliteit verbeteren door fors in te zetten op het terugdringen van emissies NO2 en fijn stof en het verduurzamen van de diverse emissiebronnen (schone motoren, schone brandstoffen, schone energiebonnen en dergelijke). Daarnaast dient het beperken van de groei van het autogebruik en een verschuiving van autovervoer naar openbaar vervoer en fiets bij te dragen aan het oplossen van knelpunten voor luchtkwaliteit/geluidshinder als aan het beperken van de CO2-uitstoot. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Verbetering overstap auto/OV Onderdeel van het raadsbesluit over het VCP is een haalbaarheidsstudie naar de verbetering van de overstap auto/OV door het aanbieden van grootschalige parkeerlocaties in combinatie met hoogwaardige OV-verbindingen van/naar de binnenstad, gericht op bezoekers en/of werknemers. Zo wordt het autoverkeer van en naar de stad verminderd. Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
125
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: g. monitoring van het NSL, dan wel h. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel i. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
29
Actiepunt gevoelige bestemmingen Om het onderwerp gezondheid een meer expliciete plek in het luchtkwaliteitbeleid te geven is in de actualisatie van het maatregelenpakket van het actieplan lucht de maatregel ‘gevoelige bestemmingen’ toegevoegd. De GGD gaat de uitvoering van de maatregel trekken, maar de monitoring ervan blijft onderdeel van het luchtbeleid. De GGD zal in het eerste kwartaal van 2012 hiervoor een plan van aanpak opgesteld hebben. In het plan van aanpak zal een voorstel worden gedaan voor126: o Het beschikbaar maken van plattegronden met contouren van luchtverontreiniging en aantal blootgestelden (in woningen en andere gevoelige bestemmingen) in Den Haag, mogelijk in relatie tot de landelijke Atlas Leefomgeving o Een werkgroep bestaande uit onder andere DSB, GGD, Verkeer, Wonen om de mogelijkheden te verkennen voor verbetering van bestaande situaties van gevoelige groepen op locaties met slechte lucht (bijvoorbeeld filtersystemen, medische urgentie, woonbeleid, compensatie) o Een Haagse richtlijn voor nieuwe situaties (planvorming). o De mogelijke deelname aan onderzoek naar de effectiviteit van ventilatiesystemen met extra filters op scholen langs drukke wegen. A3. In het oog springende andere maatregelen Uitvoering maatregelen: Knelpunten en bijna knelpunten Resterend knelpunt: Neherkade. o Zonder extra maatregelen verwacht de Monitoringstool hier op enkele plaatsen in 2015 een normoverschrijding van 2,3 μg/m3 NO2. De herinrichting van de Neherkade heeft als doel om de verkeersafhandeling en de luchtkwaliteit te verbeteren. Een aandachtspunt is dat de maatregel ook vóór 1-1-2015 genomen moet worden. De werkzaamheden starten echter in 2014 en realisatie van de gehele herstructurering binnen dat jaar is niet mogelijk. Maar omdat de Neherkade vanwege de herstructurering in 2014 en 2015 (soms beperkt) afgesloten wordt voor alle verkeer, is het luchtkwaliteitsprobleem – en daarmee de blootstelling voor omwonenden – in feite al vóór 2015 opgelost. Als reservemaatregelen (mocht start van het werk in 2014 niet gehaald gaan worden) wordt de plaatsing van schermen opgevoerd. De voorbereidende werkzaamheden starten in 2012. De start van de herinrichting zelf is gepland in 2014127. Resterend knelpunt: Lekstraat/Koningstunnel (nieuwe maatregel). De uitgang van de Koningstunnel aan de Lekstraat (“stad uit”) levert een luchtkwaliteitsprobleem op de woningen bij de tunnelmond. Voor deze situaties is via twee rekenmethoden een overschrijding van 6,1 – 8,2 μg/m3 berekend. De meest geëigende oplossing is de plaatsing van een scherm vlak bij de tunnelmond. Dit beperkt de blootstelling van omwonenden. Daarnaast zal de gemeente Den Haag samen met marktpartijen een proef met titaandioxide (TiO2) uitvoeren. Titaandioxide verwerkt in verf op de tunnelwand breekt NO2 af. Om de effectiviteit van beide maatregelen te beoordelen is een meetprogramma voorzien. De meetgegevens kunnen gebruikt worden om de schermhoogte zo nodig aan te passen. Als reservemaatregelen wordt het verhogen van het scherm opgevoerd. Voor dit windscherm en de TiO2-proeven wordt een bedrag van € 7 miljoen gereserveerd. Voor de instandhoudingkosten wordt in een later stadium nog een beheerparagraaf opgesteld128. Resterend knelpunt: Raamweg (nieuwe maatregel). Op de Raamweg spelen de stagnatie en de bomenfactor een rol. De stagnatie bij de verkeerslichten (kruising 126 127 128
Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Actualisatie maatregelenpakket actieplan luchtkwaliteit - januari 2012.
30
Raamweg-Wassenaarseweg) kan op korte termijn wellicht nog verminderd worden met een betere afstemming van de verkeerslichten. Als dynamisch verkeersmanagement ingevoerd wordt zal dit de doorstroming nog verder verbeteren. De overschrijding bedraagt hier 1,1 μg/m3 NO2 in 2015. Daarnaast bestaat op de Raamweg een bijna knelpunt van 39,1 μg/m3 op 2 wegvakken. Als reservemaatregel – indien doorstroming niet voldoende soelaas biedt – wordt het verplanten van enkele bomen opgenomen. Zou iedere tweede boom verplant worden, dan zou het luchtkwaliteitprobleem opgelost zijn. Voor het oplossen van de knelpunten en bijna knelpunten aan de Raamweg wordt een bedrag van € 0,5 miljoen gereserveerd129. Resterend bijna knelpunt: Vaillantlaan (nieuwe maatregel). Het dreigend knelpunt Vaillantlaan (40,1 μg/m3 op 20 wegvakken) betreft het zuidelijke deel van deze straat tussen de Hoefkade en spoorwegonderdoorgang De Put. Als maatregel wordt gedacht aan het aansluiten van enkele honderden huurwoningen op het warmtenet. Deze woningen worden nu door individuele VR en HR-ketels verwarmt. De verplanting van bomen wordt als reservemaatregel opgenomen. Onder welke voorwaarden dat kan worden uitgevoerd wordt nog onderzocht. Verplanten van de bomen kan de concentratie NO2 met enkele microgrammen omlaag brengen. Om de knelpunten op de Vaillantlaan met de genoemde (reserve)maatregelen op te lossen, wordt een bedrag van € 1 miljoen gereserveerd130.
B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Milieuzone Hiervoor gaat de gemeente in de binnenstad een milieuzone instellen. Het effect hiervan zal niet alleen in de binnenstad zelf maar ook op de wegen van en naar de binnenstad merkbaar zijn (RING Centrum). Om te voorkomen dat het goederenvervoer met het instellen van een milieuzone voor vrachtverkeer massaal overstapt op bestelwagens, wordt – rekening houdend met het landelijke convenant milieuzonering – bezien of ook een milieuzone voor bestelverkeer kan worden ingesteld. De gemeente zal de eisen in de zone blijven verscherpen (Euro V in 2015). Verduurzaming van het personenverkeer Verduurzaming van het personenverkeer kan de gemeente stimuleren door voorbeeldwerking (eigen wagenpark en voorhoedebedrijven), subsidieverlening op roetfilters en voor rijden op aardgas/biogas/waterstof en andere vormen van beloning (PR, voorkeur schoon vervoer bij aanbesteding en zodra dit wettelijk mogelijk is een gedifferentieerd parkeertarief). De gemeente heeft tot doel het overgrote deel van de Hagenaars in 2015 in een Euro V voertuig te laten rijden. Slooppremie voor auto’s van 12 jaar en ouder. In Den Haag gaat het om ca. 11.000 van de 160.000 particuliere auto’s. Er komt een gemeentelijke premie van 1.000 euro. Uitvoering maatregelen: Milieuzone instellen voor vrachtverkeer en uitbreiden naar bestelverkeer In 2008 is een milieuzone ingesteld in het centrum van Den Haag. Deze geografisch afgebakende zone ligt aan de binnenzijde van de CentrumRing, uit onderzoek blijkt dat in deze zone dagelijks ongeveer 2.400 vrachtauto’s rijden. Vrachtauto’s die te veel PM10 of NOx uitstoten mogen de milieuzone niet zonder ontheffing binnen rijden. Dit wordt bepaald aan de hand van het type motor, de 129 130
Actualisatie maatregelenpakket actieplan luchtkwaliteit - januari 2012. Actualisatie maatregelenpakket actieplan luchtkwaliteit - januari 2012.
31
zogenaamde Euroklasse, waarmee de vrachtauto is uitgerust. Het lokaal weren van dergelijke voertuigen heeft directe en indirecte effecten op de luchtkwaliteit131: o Direct zijn de effecten op de luchtkwaliteit binnen de zone. o Indirect zijn de “uitstralingseffecten” buiten de zone. De milieuzone voor vrachtverkeer bestaat sinds 2008 en heeft effect, alleen schone vrachtauto’s komen nog in het centrumgebied. De naleving is, vrijwel zonder het uitdelen van boetes, gestegen tot boven de 95%. Dat is hoger dan in de steden waar de handhaving wel door middel van bekeuringen door BOA’s is geregeld. Maar het streven is om dit percentage verder te verhogen naar 98%. Daarmee wordt nog een winst geboekt van ongeveer 100 vervuilende vrachtauto’s per week (oftewel ruim 5000 “oude” vrachtauto’s op jaarbasis) minder in de Haagse binnenstad dan de huidige situatie. Het succes is met name te danken aan de voorlichtingsactiviteiten in de afgelopen jaren. Studenten hebben overtreders op straat aangesproken en enkele honderden frequente overtreders zijn gebeld en gemaild. Dat heeft er ook toe geleid dat er in Den Haag niet alleen substantieel minder overtredingen zijn dan in de andere steden, maar ook dat er minder ontheffingen worden aangevraagd en bedrijven “gewoon” voldoen aan de eisen. Alleen Amsterdam heeft, middels ANPR-camera’s, een hoger nalevingspercentage bereikt (van ca 98%). De handhaving in de Haagse milieuzone door ANPR begint naar verwachting begin 2012. Wij verwachten dan binnen enkele maanden het Amsterdamse niveau qua naleving te hebben bereikt. De maatregel is in 2012 afgerond132. De maatregel milieuzone voor bestelverkeer is voorlopig uitgesteld133. De rekenkamer constateert dat de gemeente van de maatregel milieuzone de bijdrage aan de emissiereductie in beeld heeft gebracht, een onderbouwde planning en kostenberekening heeft opgesteld en dat de maatregel uitvoerbaar is134. De rekenkamer constateert dat de maatregel milieuzone volgens planning is uitgevoerd, behalve het onderdeel handhaving. De gemeente monitort de naleving van de milieuzone en heeft de maatregel op onderdelen bijgestuurd135. De rekenkamer constateert dat de gemeente gedeeltelijk in beeld heeft wat de resultaten van de maatregel milieuzone zijn. De gemeente weet wat het resultaat is in de zin van naleving van de milieuzone, maar weet niet of de beoogde effecten in de zin van verbeterde luchtkwaliteit bereikt zijn136. De rekenkamer constateert dat de gemeente de raad grotendeels heeft geïnformeerd over de voorbereiding en de uitvoering van de maatregel milieuzone. De gemeente heeft de raad wel geïnformeerd over het percentage naleving van de milieuzone, maar niet het percentage vrachtauto’s dat aan milieuzone voldoet. De gemeente maakt niet inzichtelijk dat de handhaving is vertraagd137.
Verkeerscirculatieplan Centrumgebied (VCP) Het Verkeerscirculatieplan Centrumgebied (VCP) is een verkeerskundige ingreep in het centrum van Den Haag met als doel verkeer te verplaatsen van wegen door het centrum heen naar wegen buiten het centrum. De aanleiding voor het opstellen van het plan is het geconstateerde probleem met de luchtkwaliteit in de Stille Veerkade en Amsterdamse Veerkade. Het plan moet een oplossing bieden voor dit probleem. Achterliggende doel van het plan is versterking van de economische positie van de binnenstad en verbetering van het verblijfsklimaat 138.
131 132 133 134 135 136 137 138
Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Voortgangsrapportage 2011 - actieplan Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad
- feitenrapport – 2011. luchtkwaliteit den haag - januari 2012. - feitenrapport – 2011. - feitenrapport – 2011. - feitenrapport – 2011. - feitenrapport – 2011. - feitenrapport – 2011. - feitenrapport – 2011.
32
Het plan bestaat uit een aantal deelprojecten139: a. het afsluiten voor autoverkeer van het Spui tussen de Gedempte Gracht en de Lange Poten; b. het instellen van eenrichtingsverkeer in de Elandstraat tussen de Toussaintkade en de Vondelstraat in de richting van de Vondelstraat; c. het autovrij maken van de Veenkade tussen Toussaintkade en de Bilderdijkstraat; d. het autovrij maken van de Grote Markt en Lutherse Burgwal tussen de Grote Markt en de ingang van de parkeergarage; e. het verbeteren van de doorstroming op de CentrumRing door het instellen van groen golven, het creëren van voldoende opstelruimte bij kruisingen, het weghalen van doorsteken en het aanleggen van middenbermen, waar dat mogelijk is; f. het aanpassen en verbeteren van de bewegwijzering; g. het voeren van een voorlichtingscampagne over de nieuwe verkeerscirculatie; h. het terugbrengen van de Noordwal in oorspronkelijke staat. De rekenkamer constateert dat de gemeente van de maatregel verkeerscirculatieplan het verwacht resultaat in beeld heeft gebracht, een planning (globaal) en kostenberekening (ruime marges) heeft opgesteld en risico’s in beeld heeft gebracht140. De rekenkamer constateert dat de maatregel verkeerscirculatieplan (uitgezonderd DVM) conform planning is uitgevoerd en de gemeente de uitvoering monitort141. De rekenkamer constateert dat het nog niet bekend is of de beoogde effecten bereikt zijn (gemeente is bezig met evaluatie), maar dat op basis van de voortgangsrapportage duidelijk is dat de prestaties (uitvoering fysieke projecten) geleverd zijn142. De rekenkamer constateert dat de gemeente de raad goed heeft geïnformeerd over de voorbereiding en grotendeels heeft geïnformeerd over de uitvoering van de maatregel verkeerscirculatieplan. De gemeente informeert de raad via periodieke voortgangsrapportages over de uitvoering van de maatregel op prestatieniveau en is bezig met een evaluatie van het verkeerscirculatieplan met daarin aandacht voor de effecten voor de luchtkwaliteit143. Het verkeerscirculatieplan is bedoeld om de luchtkwaliteit langs een aantal doorgaande wegen in het centrum te verbeteren. Uit de recente evaluatie (RIS 180590a_8-juni-2011) van het VCP blijkt dat de luchtkwaliteit inderdaad sterk verbeterd is. Deze maatregel is uitgevoerd. Deze maatregel heeft een aantal knelpunten in het centrumgebied opgelost. Deze maatregel is uitgevoerd144.
Stadsdistributie De maatregel “Stadsdistributie” beoogt het efficiënter organiseren en schoner maken van het stadsdistributieverkeer. Momenteel wordt een “bevoorradingsprofiel” van de goederenstromen naar de Haagse binnenstad opgesteld in overleg met bureau binnenstad en vertegenwoordigers van transportbedrijven, verladers en ondernemers in de binnenstad. Specifiek wordt gekeken op welke goederenstromen, branches en delen van de binnenstad een Goederenuitgiftepunt (GUP) zich kan richten145. Het bevoorradingsprofiel wordt na de zomer 2008 opgeleverd. Bij gebleken voldoende ladingspotentieel voor een GUP volgt in de tweede helft van 2008 een haalbaarheidsonderzoek naar investeringskosten, locaties, exploitatiemogelijkheden, en welke rol overheid, transportbedrijven en ondernemers hierin hebben. Ook dit 139 140 141 142 143 144 145
Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008.
33
onderzoek zal in samenwerking met bureau binnenstad, verladers, transporteurs en binnenstad-ondernemers worden uitgevoerd146. Het opzetten van een GUP heeft een langere doorlooptijd dan verwacht en zal waarschijnlijk in de periode na 2010 worden gerealiseerd. In het Actieplan is € 5 miljoen gereserveerd om een stadsdistributiepunt of GUP te realiseren147. In 2007 is ook een proef uitgevoerd met gebundeld vervoer in Den Haag. De samenwerking tussen een zestigtal detaillisten, een vervoerder en een afvalverwerker, aangestuurd door de organisaties Modint, Intres en de Schone Stad is zeer goed verlopen. Goederenstromen zijn gebundeld, en dezelfde voertuigen die de goederen aanvoeren, voeren afval weer af. Dit zorgt voor een flinke reductie van gereden kilometers en daardoor minder uitstoot en een wat betere doorstroming voor het overige wegverkeer. Eind 2008 wordt overlegd over de uitbreiding van dit initiatief148. Naast gebundelde distributie gaat Den Haag ook bestuderen of schonere voertuigen in stedelijke distributie gestimuleerd kunnen worden. Daarbij is te denken aan aardgasvrachtwagens die in de ‘dagranden’ mogen laden en lossen. Dit maakt voor de ondernemer de inzet van zijn materieel kosten effectiever, scheelt congestie (en dus uitstoot) en is schoner. Aandachtspunt hierbij is wel de leefbaarheid voor omwonenden. Deze maatregel heeft een effect op de gezondheid en overlast, maar geen (meetbaar) effect op knelpuntniveau. In 2012 wordt de studie afgerond, een eventuele maatregel wordt in 2013 ingevoerd149.
B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: CV-tuning gemeentelijke gebouwen In 2010 is een start gemaakt met cv-tuning bij gemeentelijke gebouwen. De installatie wordt zo ingeregeld dat een grote energiebesparing wordt behaald. In 2011 wordt dit project uitgebreid met meer gemeentelijke gebouwen150. Waterzijdig inregelen van CV-installaties kan het brandstofverbruik en daarmee ook de uitstoot fors verminderen. De verdeling van de waterstromen in bestaande en nieuwe grote CV-installaties blijken vaak verre van optimaal. Pilotmaatregelen in 2011 hebben laten zien dat veel energie en daarmee uitstoot van NO2 (en CO2) bespaard kan worden door de warmte- en luchtvoorziening in gemeentelijke gebouwen aan te pakken. Besparingen van 5-40 % op het energiegebruik en de uitstoot zijn mogelijk. Een eerste analyse laat zien dat ruim 80 gebouwen met een gezamenlijk vloeroppervlak van 140.000 m2 in aanmerking komen. Deze maatregel heeft een effect op de gezondheid, maar geen (meetbaar) effect op knelpuntniveau. Deze maatregel is in uitvoering151. Stationaire bronnen In 2011 zal een actie worden ondernomen om de uitstoot van stationaire bronnen (mobiele werktuigen zoals generatoren, compressoren, heimachines, puinbrekers, graafmachines) te verminderen152. Eind 2010 is het Ingenieursbureau Den Haag een onderzoek gestart naar de eisen die gemeentelijke diensten stellen bij de inkoop of inhuur van mobiele werktuigen 146 147 148 149 150 151 152
Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Voortgangsrapportage 2010 - brief aan de raad. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Voortgangsrapportage 2010 - brief aan de raad.
34
(stationaire bronnen). Doel is om een inventarisatie te maken en vervolgens de inkoop meer duurzaam te maken. Een advies ter implementatie is inmiddels opgeleverd. Deze maatregel heeft een effect op de gezondheid en overlast, maar geen (meetbaar) effect op knelpuntniveau. Dit project wordt afgerond in 2011153. B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Financieringsregeling aardgas vulpunten Uitvoering maatregelen: Financieringsregeling aardgas vulpunten Den Haag heeft een subsidieregeling waarin een bijdrage van €100.000 wordt gegeven aan pompstationhouders per gerealiseerd aardgas vulpunt. De inschrijftermijn voor de subsidieregeling is reeds gesloten. Er zijn voldoende aanvragen om te komen tot de geplande 5 vulpunten154. De financieringsregeling heeft geleid tot subsidie voor vulpunten in 4 van de 5 gebieden waarin Den Haag is ingedeeld. Dit is een succes te noemen. Er wordt overwogen de regeling opnieuw te openen voor de zone waarvoor nog geen subsidie is toegekend (Centrum). In oktober 2008 is een feestelijke bijeenkomst georganiseerd voor de uitreiking van de subsidies en ondertekening van intentieverklaringen met bedrijven die op aardgas willen gaan rijden (o.a. TNT, Eneco, en mogelijk ook woningcorporaties, DHL en enkele Haagse ondernemers). Tevens werden intentieverklaringen getekend over optimalisatie van de informatieverstrekking en dienstverlening van dealers van aardgasvoertuigen155. De financieringsregeling aardgas vulpunten kende de mogelijkheid om vijf aardgas vulpunten te subsidiëren, verdeeld over Den Haag. Er kwamen 4 aanvragen in aanmerking voor subsidie. Op het Forepark en in de Telexstraat zijn de aardgas vulpunten in werking. Met de investeerder van het vulpunt aan de Dekkershoek is afgesproken dat bij een minimaal aantal voertuigen op aardgas dat in de omgeving is aangeschaft, ook dat vulpunt in gebruik wordt genomen. De vierde aanvraag is ingetrokken. Om toch tot vijf vulpunten te komen is voor het vierde en vijfde vulpunt budget opgenomen in de subsidieregeling voor aardgas vulpunten van stadsgewest Haaglanden156. Sloopregeling Op 1 oktober 2008 is de sloopregeling open gesteld. Haagse eigenaren van auto’s met bouwjaar 1991 en eerder ontvangen €1000,00 als zij hun auto laten slopen. De regeling is succesvol. Tot april jl. zijn in totaal 1123 aanvragen tot subsidieverlening binnengekomen. Ongeveer 85% daarvan komt daadwerkelijk in aanmerking voor de premie. Er was budget voor 1800 auto’s. Er is veel aandacht van de lokale en landelijke media geweest, omdat de gemeente Den Haag de eerste overheid met een dergelijke regeling is. Het college heeft op 17 maart besloten de regeling uit te breiden naar voertuigen met een datum eerste toelating uit 1995 of eerder en het subsidiebudget met €500.000,00 te verhogen. Een enquête onder de eerste 300 inwoners laat zien dat een groot deel van de indieners geen vervangende auto koopt, maar overstapt naar een andere vorm van vervoer. Nog eens 19% overweegt om geen vervangende auto aan te schaffen. Ondertussen heeft VROM een landelijke regeling aangekondigd. Den Haag zal ook deze regeling opplussen157. Op 1 augustus 2008 is de Haagse sloopregeling voor oude auto’s geopend. Inwoners van Den Haag kregen €1.000 slooppremie per gesloopte oude auto. Bij het opengaan van de landelijke sloopregeling is de Haagse regeling uitgebreid 153 154 155 156 157
Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Voortgangsrapportage 2008 - brief aan de raad. Voortgangsrapportage 2010 - brief aan de raad. Voortgangsrapportage 2008 - brief aan de raad.
35
zodat de landelijke subsidie kon worden aangevuld met een Haagse bijdrage (€500). De Haagse sloopregeling is per 1 juli 2010 gesloten. Het gehele budget van €5.500.000 was toen uitgeput. In totaal zijn uiteindelijk rond de 6.000 vervuilende oude auto’s gesloopt. Uit meerdere enquêtes is gebleken dat rond 20% van de aanvragers geen vervangende auto aanschaft. Al met al was de sloopregeling een groot succes158. De sloopregeling die in 2009-2010 is uitgevoerd, was niet alleen succesvol in het aantal gesloopte voertuigen (5.900), maar de regeling had ook een belangrijk effect op de luchtkwaliteit. Op drukke straten is dit effect tussen de 0,1 en 0,3 μg/m3 NO2. Een nieuwe sloopregeling (dit keer ook voor bedrijfswagens) die uitgevoerd wordt in 2013/2014 zal een vergelijkbaar effect hebben. Onderzocht wordt of aangesloten kan worden bij een nationale subsidieregeling voor bestelwagens die het ministerie van I&M ontwikkelt. De maatregel wordt in 2012 voorbereid en in 2013/2014 uitgevoerd159.
Dynamisch verkeersmanagement Dynamisch verkeersmanagement (DVM) geeft automobilisten tijdig informatie over de drukte op diverse routes, zodat zij kunnen kiezen voor andere routes. DVM kan de beschikbaarheid en effectiviteit van het wegennetwerk met 5% tot 10% doen toenemen. Dit uit zich in minder start/stop gedrag en minder congestie. Dat leidt weer tot een verbetering van de luchtkwaliteit. Dit milieuvoordeel wordt vooral verwacht op drukke routes waar de luchtkwaliteit al slecht is160. De oplevering wordt begin 2010 verwacht. Het “Voorstel van het college inzake afdoening motie 12, Bewegwijzering en motie 13,Dynamisch Verkeersmanagement systeem aangenomen bij raadsbesluit 77 (2007)Verkeerscirculatieplan.” (RIS153422) beschrijft de planning uitgebreid. De kosten van DVM bedragen 12 miljoen. De gemeente bekostigd daarvan ongeveer 6 miljoen Euro, waarvan 2 miljoen ten laste komt van het actieplan luchtkwaliteit. De overige kosten worden gedragen door het rijk en door stadsgewest Haaglanden. De kosten zullen in 2009 of 2010 worden gemaakt161. In de 2010 en 2011 zijn er een groot aantal Dynamische RouteInformatiepunten geplaatst, waarmee verkeersstromen kunnen worden beïnvloed. De komende tijd zal dit verder uitgebouwd worden met een systeem om verkeersstromen te sturen. Aansluiting van de verkeerslichten op de verkeerscentrale is daarbij essentieel. Komende jaren zal de infrastructuur voor deze maatregelen aangelegd moeten worden. Het wordt dan mogelijk om congestie en/of luchtkwaliteit bepalend te laten zijn voor de afstelling van verkeerslichten. Uitwerking en voorbereiding in 2012, uitvoering in 2013/2014162. Roetfilterpremie: Het aantal geplaatste roetfilters in Den Haag loopt achter op het landelijk gemiddelde, maar voor op de andere grote steden van de G4. Met de roetfilterpremie wil Den Haag de subsidie van VROM aanvullen en meer Haagse automobilisten overhalen om een roetfilter te plaatsen. 1 augustus 2008 opent de subsidieregeling. Dan kunnen indieners bij SenterNovem gelijktijdig een aanvraag indienen voor zowel de Haagse als de landelijke subsidie163. Doordat de kosten van roetfilters sterk waren gedaald, heeft VROM haar subsidie verlaagd tot € 400. Den Haag zal deze subsidie voor Haagse indieners met maximaal € 200 aanvullen tot 100% van de kostprijs. In 2008 wordt een half
158 159 160 161 162 163
Voortgangsrapportage 2010 - brief aan de raad. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008.
36
miljoen beschikbaar gesteld. Naar verwachting zullen in 2008 1300 tot 2500 Haagse auto’s van een roetfilter worden voorzien164. De roetfilterregeling is per 31 maart 2010 gesloten. Met 67 verstrekte subsidies is de regeling geen succes te noemen. In de brief over de roetfilterregeling met nummer RIS 170607 is toegezegd dat de raad wordt geïnformeerd over een alternatief voor de roetfilterregeling165.
Schonere voertuigen Naast de nieuwe sloopregeling zet Den Haag extra in op het stimuleren van het gebruik van schonere voertuigen. Dit kan gaan om hybride, aardgas/groen gas, elektrisch of euro 6/VI. Hiervoor worden de bestaande maatregelen voor het stimuleren van schonere (vracht-) auto’s geïntensiveerd. Dit betreft de maatregelen vergroening van het gemeentelijk wagenpark, aardgasbussen, schonere taxi’s en het stimuleren van verduurzaming wagenpark van derden. Hierbij zal onder andere worden aangehaakt bij de laatste ontwikkelingen op het gebied van elektrisch vervoer166. In samenwerking met Stadsgewest Haaglanden zijn twee aardgasmakelaars ook in Den Haag actief. Zij geven voorlichting aan organisaties met wagenparken, zodat steeds meer aardgasvoertuigen worden aangeschaft. Hierdoor wordt het exploiteren van aardgas vulpunten aantrekkelijker. De gemeente heeft zelf een beperkt aantal elektrische voertuigen. Daarnaast heeft collect car / greenwheels een landelijke subsidie toegezegd gekregen om in de 4 grote steden elektrische deelauto’s in te voeren167. Binnen deze maatregel is een aantal maatregelen uitgevoerd. Zo is een elektrische rondvaartboot van stichting de Ooievaart gesubsidieerd. Verder heeft Greenwheels in het kader van een proeftuinproject in samenwerking met onder andere Den Haag en andere grote steden in Den Haag zes elektrische deelauto’s plus standplaatsen met op oplaadpunten gerealiseerd. Ook is een aantal wagenparkscans uitgevoerd. Deze wagenparkscans analyseren het wagenpark van bedrijven op basis van het ‘wat als principe’. Hierbij worden meer milieuvriendelijke voertuigen zoals aardgas en elektrisch naast het conventionele wagenpark gezet. Daarbij wordt gekeken naar milieubelasting en kosten. Tenslotte stimuleert de gemeente Den Haag de aanschaf van aardgasvoertuigen door aardgas vulpunten te subsidiëren (zie maatregel 19) en door te participeren in een subsidieregeling van de regio Haaglanden voor de aanschaf van aardgasvoertuigen. Daarnaast zal de gemeente Den Haag ter ondersteuning van particuliere initiatieven een proeftuin voor elektrisch vervoer opstellen. De gemeente Den Haag zal de plaatsing van oplaadpunten voor elektrische voertuigen gaan faciliteren. Er zijn 13 locaties geselecteerd welke in aanmerking kunnen komen voor het plaatsen van een oplaadpunt. In aanvulling hierop wordt bezien in hoeverre Den Haag kan aansluiten bij de grootschaliger benadering van de drie andere grote steden . De gemeente zal jaarlijks monitoren hoeveel Haagse auto’s elektrisch zijn, om daarmee het luchtkwaliteiteffect te kunnen bepalen. Om het wagenpark van derden verder te verschonen wordt ook onderzocht of aangesloten kan worden bij een nationale stimuleringsregeling Euro 6 voor bestelverkeer168. Park en Ride (Transferia) Gemeente Den Haag en stadsgewest Haaglanden laten gezamenlijk door een extern bureau het P+R-beleid van stad en regio uitwerken. Midden 2008 geeft het eerste onderzoek aan welke locaties zich lenen voor ontwikkeling van (grootschalige) P+R-voorzieningen gericht op het Haagse centrum en onder 164 165 166 167 168
Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Voortgangsrapportage 2010 - brief aan de raad. Actualisatie maatregelenpakket actieplan luchtkwaliteit - januari 2012. Voortgangsrapportage 2010 - brief aan de raad. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012.
37
welke randvoorwaarden deze P+R-locaties succesvol kunnen worden ontwikkeld169. Het tweede deel van het onderzoek wordt na de zomer van 2008 opgeleverd en omvat een meer uitgewerkte kwantitatieve onderbouwing van alle P+R-locaties in de regio en van de vraag naar P+R op deze locaties170. Een grove schatting is dat P+R de verkeersstromen in het centrum met maximaal 5% kan reduceren. P+R is een stimulans voor het gebruik van openbaar vervoer171. P+R Hoornwijck is als eerste grootschalige P+R-locatie op 9 april 2008 geopend. De verwachting is dat het gebruik in de eerste jaren groeit, omdat steeds meer gebruikers de P+R locatie ontdekken. De P+R- locatie richt zich met 300 plaatsen voornamelijk op werknemers en bezoekers van het centrum, die via de A13 de stad binnenkomen. Uitbreiding naar 850 parkeerplaatsen is mogelijk. P+R Hoornwijck is een proefproject: de ervaringen worden gebruikt voor opzet van andere P+R locaties in de regio. De Erasmus Universiteit Rotterdam doet daarbij onderzoek naar het gebruik van de P+R locatie en de belangrijkste motieven van P+R gebruikers. Hierover wordt u separaat geïnformeerd middels de nota flankerend beleid VCP172. ANWB-terrein. Het ANWB-terrein is in de weekeinden een potentiële P+R-locatie met 400 parkeerplaatsen voor (strand-)bezoekers van Scheveningen. Deze P+R voorziening functioneert alleen als er een snelle, frequente en betrouwbare OVverbinding naar Scheveningen Bad aanwezig is. Hiervoor is een vrij liggende busbaan op de Van Alkemadelaan noodzakelijk. De besluitvorming over aanleg van deze vrij liggende busbaan is uitgesteld tot 2009, omdat dan pas duidelijk is welke effecten de opening van de Hubertustunnel en Landscheidingsweg heeft op de verkeerssituatie op de Van Alkemadelaan173. P+R Malieveld en ADO. De haalbaarheid van een P+R voorziening op de locaties Malieveld en ADO stadion wordt momenteel onderzocht in het kader van het Flankerend Beleid Verkeerscirculatieplan. Hierover wordt u separaat geïnformeerd middels de nota flankerend beleid VCP174. Het doel van P+R locaties is het voorkomen van autokilometers in de binnenstad. De P+R locatie Hoornwijck is inmiddels in gebruik en kent ieder jaar een toenemend aantal gebruikers. Er wordt bekeken welke andere locaties geschikt zijn om P+R te realiseren. Deze maatregel is in gang gezet maar nog niet afgerond175.
Company label Het platform duurzame mobiliteit ontwikkelt voor bedrijven het zogenaamde “Company label”. Bedrijven kunnen met dit label laten zien al hun mobiliteitsaspecten te hebben verduurzaamd. Het gaat om aspecten als werkverkeer, bezit en gebruik eigen wagenpark, nut en noodzaak, omvang en samenstelling wagenpark, mobiliteitsaspecten bij opdrachtverlening, maar ook woon-werkverkeer en bewustwording. Het Stadsbeheer-bedrijfsonderdeel Milieu en Vergunningen dient als pilot om het label naar overheden en NGO’s uit te breiden. Er is een inventarisatie gemaakt van de kansrijke projecten. Naar verwachting worden deze projecten in 2008 uitgevoerd. De kosten van begeleiding bedragen ongeveer € 5.000. 176 Het project Company Label moest het woon-werkverkeer onderzoeken op onder andere de volgende punten: het bezit en gebruik van het wagenpark en de ingekochte vervoerskilometers, mobility-shift (noodzaak en vorm van vervoer), besparing (gebruik in plaats van bezit, A- en B-label voertuigen) en 169 170 171 172 173 174 175 176
Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008.
38
verduurzaming. Dit project is niet tot uitvoering gekomen. Feitelijk is dit project ingehaald door de werkelijkheid. Onder andere door het gunstige fiscale regime voor schone en zuinige auto’s was een extra inspanning van de gemeente Den Haag niet noodzakelijk. Deze maatregel is vervallen177. Groene golf verkeerslichten Groene golven binnen steden kunnen netto een positief effect hebben op de doorstroming. Rijkswaterstaat – het groene golfteam – adviseert wegbeheerders waaronder de gemeenten over de instelling van de VRI’s. Groene golf was ook onderdeel van het Verkeerscirculatieplan (VCP) in Den Haag. Deze maatregel is uitgevoerd, maar wordt vooral op knelpuntstraten geactualiseerd178. C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schoon eigen wagenpark De inzet van duurzame bussen. Het Nieuwe Rijden gemeentelijke chauffeurs: In 2008 hebben 450 chauffeurs een rijstijl training gevolgd. Vergroening gemeentelijk wagenpark: voertuigen op aardgas. Verduurzamen OV (aardgasbussen) In de laatste aanbesteding (2007/2008) is aardgas als motorbrandstof voor de bussen voorgeschreven. Daarnaast dient de vervoerder over te stappen op biogas als dit voorhanden is en de kostenconsequenties acceptabel zijn voor de concessieverlener. Ook dient de vervoerder mee te werken aan deelname aan de subsidieregeling voor innovatief busvervoer. Uitvoering maatregelen: Vergroening gemeentelijk wagenpark De maatregel vergroening gemeentelijk wagenpark bestaat in Den Haag uit de vervanging van het gemeentelijk wagenpark door nieuwe voertuigen op alternatieve brandstoffen aan te schaffen of te leasen. In beginsel kiest de gemeente voor aardgas, maar ook zijn later enkele elektrische en hybride voertuigen aangeschaft179. Het aantal voertuigen van de gemeente dat rijdt op aardgas neemt gestaag toe. Elk voertuig dat wordt vervangen wordt een aardgasvoertuig tenzij er sprake is van een zeldzame uitzonderingssituatie. Per jaar worden ongeveer 50 voertuigen vervangen. In totaal rijden reeds 146 voertuigen op aardgas, 9 elektrisch en 3 hybride. Daarnaast zijn als proef 2 elektrische scooters aangeschaft180. De rekenkamer constateert dat de gemeente van de maatregel vergroening gemeentelijk wagenpark de bijdrage aan de emissiereductie en het verwacht resultaat niet in beeld heeft gebracht. Ook weet de gemeente niet precies of sprake is van meerkosten en zo ja wat de meerkosten zijn en is de planning weinig concreet181.
177 178 179 180 181
Voortgangsrapportage 2011 - actieplan Voortgangsrapportage 2011 - actieplan Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Voortgangsrapportage 2010 - brief aan Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad
luchtkwaliteit den haag - januari 2012. luchtkwaliteit den haag - januari 2012. - feitenrapport – 2011. de raad. - feitenrapport – 2011.
39
De rekenkamer constateert dat de gemeente de maatregel vergroening gemeentelijk wagenpark gedeeltelijk uitvoert volgens planning. De gemeente is bezig met de omschakeling op duurzame voertuigen, hierbij ontstaat vertraging waar de gemeente niet op reageert182. De rekenkamer constateert dat de gemeente gedeeltelijk in beeld heeft wat de resultaten van de maatregel vergroening gemeentelijk wagenpark zijn. De gemeente weet wat de geleverde prestatie is in de zin van aantallen duurzame voertuigen, maar weet niet of de beoogde effecten in de zin van verbeterde luchtkwaliteit bereikt zijn183. De rekenkamer constateert dat de gemeente de raad gedeeltelijk heeft geïnformeerd over de beleidsvoorbereiding en de uitvoering van de maatregel vergroening gemeentelijk wagenpark. De gemeente informeert de raad alleen over de resultaten van de maatregel op prestatieniveau en maakt niet inzichtelijk dat vertraging is opgetreden184. De vergroening van het gemeentelijk wagenpark wordt onverkort doorgezet. Zo is bij vervanging van voertuigen, iedere dienst in principe verplicht om nieuwe voertuigen met aardgasaandrijving aan te schaffen. Eind 2011 rijden 170 gemeentelijke voertuigen op aardgas. Haeghegroep heeft nu een eigen vulpunt voor haar Omnigroen voertuigen Daar waar vervanging naar aardgas niet mogelijk is wordt zoveel mogelijk ingezet op vervroegde introductie van Euro VI (zware voertuigen) en Euro 6 voor lichtere voertuigen. Een onderzoek naar schonere vuilniswagens (hybride, aardgas en Euro VI) is in gang gezet. Vuilniswagens rijden namelijk veel op straten waar luchtkwaliteitknelpunten zijn. Verschoning van deze vrachtwagens kan een bijdrage leveren aan het oplossen van deze knelpunten. Deze maatregel is in uitvoering185.
Verduurzamen OV (aardgasbussen) In het Actieplan is een planning opgenomen die in de brief van de wethouder van 2008 wordt uitgewerkt. Eind 2007 vindt de concessieverlening voor het busvervoer in de stadsregio plaats waarbij de eis aardgas is opgenomen. De HTM schaft in totaal 135 bussen op aardgas aan en heeft een instroomplanning voor de ingebruikname186: o 45 bussen 2009 1e serie 16 bussen april 2009 o 16 bussen mei 2009 o 13 bussen juni 2009 o 45 bussen 2010 2e serie 16 bussen april 2010 o 16 bussen mei 2010 o 13 bussen juni 2010 o 45 bussen 2011 3e serie 16 bussen januari 2011 o 16 bussen februari 2011 o 13 bussen maart 2011 Er zijn tot eind 2010 52 aardgasbussen in gebruik genomen. Voordat de overige aardgasbussen in gebruik worden genomen, moet een oplossing voor de stalling van de bussen worden gevonden. De stalling van HTM is vanwege de brandveiligheid nog niet geschikt voor het stallen van aardgasbussen187. De gemeente heeft alleen een planning voor de uitvoering gemaakt, maar niet expliciet aangegeven wanneer de beoogde effecten bereikt moeten worden. De gemeente heeft voor de maatregel verduurzamen OV (aardgasbussen) een tijdpad vastgesteld en budget beschikbaar gesteld. Risico’s zijn niet in kaart gebracht en sturingsmogelijkheden van de gemeente zijn niet beschreven. Norm De 182 183 184 185 186 187
Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Voortgangsrapportage 2011 - actieplan Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad Voortgangsrapportage 2010 - brief aan
- feitenrapport – 2011. - feitenrapport – 2011. - feitenrapport – 2011. luchtkwaliteit den haag - januari 2012. - feitenrapport – 2011. de raad.
40
rekenkamer heeft getoetst of de doelstelling van de maatregel concreet is geformuleerd en onderbouwd is met een probleemanalyse en een kosten-baten afweging en of de maatregel uitvoerbaar is188. De rekenkamer constateert dat de gemeente bij de maatregel verduurzamen OV (aardgasbussen) de bijdrage aan de emissiereductie heeft uitgewerkt en het verwacht resultaat in beeld heeft gebracht. Een kostenberekening en planning zijn opgesteld, maar daarin is geen afweging van alternatieven gemaakt met de resultaten en effecten en is ook niet bepaald wanneer die bereikt moeten worden189. De rekenkamer constateert dat de gemeente de maatregel verduurzamen OV (aardgasbussen) gedeeltelijk uitvoert volgens planning. Veolia rijdt sinds 2009 met aardgasbussen, bij de HTM treedt vertraging op door een stallingsprobleem. De gemeente is hiervan op de hoogte, maar onderneemt geen actie190. De rekenkamer constateert dat de gemeente gedeeltelijk in beeld heeft wat de resultaten van de maatregel verduurzamen OV (aardgasbussen) zijn. De gemeente weet wat de geleverde prestatie is in de zin van aangeschafte en ingezette schone bussen, maar weet niet of de beoogde effecten in de zin van verbeterde luchtkwaliteit bereikt zijn191. De rekenkamer constateert dat de gemeente de raad grotendeels heeft geïnformeerd over beleidsvoorbereiding en gedeeltelijk over de uitvoering van de maatregel verduurzamen OV (aardgasbussen). De gemeente informeert de raad alleen over de resultaten van de maatregel op prestatieniveau en heeft dit niet tijdig gedaan bij de opgetreden vertraging192. In Den Haag rijden drie vervoersmaatschappijen: De HTM heeft de concessie Haaglanden/agglomeratie Den Haag; Veolia heeft sinds 2009 voor de concessie regionaal busvervoer Haaglanden en Connexxion rijdt via een provinciale concessie voor een klein aantal zogenaamde concessiegebied overschrijdende lijnen (vooral interliners). De HTM rijdt inmiddels met in totaal 135 bussen op aardgas, waarvan 50 voor de gemeente Den Haag. De gemeente en het stadsgewest hebben in de concessieverlening voor het regionale busvervoer (verkregen door Veolia) aardgasbussen geëist. Sinds de start in 2009 rijdt Veolia dan ook met aardgasbussen. De Connexxion bussen zijn uitgerust met een Euro III motor en roetfilter. Deze Connexxion bussen rijden in principe niet op knelpuntstraten. Deze maatregel is in uitvoering193.
Het Nieuwe Rijden voor gemeentelijke chauffeurs Het Nieuwe Rijden (HNR) is een manier van rijden die tot 10% brandstof bespaart. Door bijvoorbeeld op het juiste moment te schakelen en door de banden op de juiste spanning te houden kan het brandstofverbruik flink omlaag. HNR heeft al een succesvolle pilot doorlopen bij Dienst Stadsbeheer. Deze dienst zal ook andere diensten van de gemeente motiveren en ondersteunen om HNR in te voeren. Naar verwachting zal in 2009 een nieuwe cursusronde HNR plaatsvinden. Uiteindelijk is het doel alle gemeentelijke chauffeurs volgens deze methode te laten rijden. In het Actieplan is €36.000 gereserveerd voor deze maatregel 194. Het Nieuwe Rijden leert chauffeurs door een andere rijstijl brandstof te besparen. Bijna 400 gemeentelijke chauffeurs hebben deze cursus gevolgd. Deze maatregel heeft een effect op de gezondheid en overlast, maar geen (meetbaar) effect op knelpuntniveau. Deze maatregel uitgevoerd195.
188 189 190 191 192 193 194 195
Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Rekenkamer - Luchtkwaliteit in de stad - feitenrapport – 2011. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012.
41
Eigen vulpunten gemeente Op dit moment is er pas 1 vulpunt in Den Haag. Dit betekent dat de aardgasvoertuigen van de gemeente (zie Vergroening gemeentelijk wagenpark) grote afstanden moeten afleggen om te tanken. Daarom wordt als overbrugging tot er meer vulpunten in Den Haag een eigen tankvoorziening gerealiseerd aan de Loosduinseweg, waar veel gemeentelijke aardgasvoertuigen worden geparkeerd. Het betreft een “langzaam” vulstation, wat inhoudt dat de voertuigen gedurende enkele uren bijgevuld worden, bijvoorbeeld ‘s-nachts. Doel is het eigen vulpunt in juni [pm 2008 of 2009???] operationeel te hebben, zodat de gemeentelijke voertuigen ter plaatse kunnen tanken196. De aardgas vulinstallaties voor de gemeentelijke voertuigen aan de Loosduinseweg zijn geïnstalleerd en in gebruik genomen. Uit een inventarisatie blijkt dat in totaal 57 auto’s op aardgas rijden, 6 op elektriciteit en 3 hybride. HMS, de gemeentelijke afvalinzamelaar, rijdt nu met 15 euro5-vrachtwagens, 2 aardgasauto’s en 5 euro6-voertuigen. Per brief met RIS-nummer 161563 is daarover informatie verstrekt. Het leasecontract van het gemeentelijk wagenpark is eist dat waar mogelijk met aardgasvoertuigen wordt gereden197. Scan Collectief Vervoer Ontwikkelingsmaatschappij Den Haag heeft een scan uitgevoerd naar de mogelijkheden om in de contracten voor collectief vervoer, aardgas te stimuleren. Daar waar mogelijk wordt aardgas als voorwaarde meegenomen in de aanbestedingen. Deze scan is afgerond198. C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Taxi’s op aardgas Uitvoering maatregelen: Taxi’s op aardgas/elektrisch/Euro 6 De huidige taxi’s die in de stad rijden zijn voornamelijk diesel-aangedreven. Een dieselmotor stoot relatief veel NOx uit. Aardgas en benzine hebben een veel lagere NOx uitstoot en elektrisch aangedreven voertuigen hebben (op lokaal niveau) geen uitstoot. Daarom is het interessant om meer taxi’s op aardgas en benzine en met elektrische aandrijving binnen de gemeentegrenzen te krijgen. De gemeente is in gesprek met de taxibranche om een concreet actieprogramma op te zetten (aardgas, benzine, elektrisch, hybride, Euro 6, no-idlingzone)199. C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Openbaar vervoer naar een hoger plan, Openbaar vervoer Binckhorst en agglonet doorstromingsmaatregelen. Dit zijn allen maatregelen die de overstap naar vooral tram bevorderen. Dit is gedaan door de aanleg en verbetering van tramlijnen en hoogwaardige busverbindingen. Alle destijds aangekondigde maatregelen zijn genomen. Deze maatregel heeft een effect op de gezondheid en overlast, maar geen meetbaar effect op knelpuntniveau. Deze maatregel is uitgevoerd200.
196 197 198 199 200
Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Voortgangsrapportage 2008 - brief aan de raad. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012.
42
Openbaar vervoer naar een Hoger Plan In 2006 heeft het college de Verkenningsstudie “Openbaar Vervoer naar een Hoger Plan/RandstadRail 2e fase”(OVHP) vastgesteld, naar het toekomstig hoogwaardige OV-netwerk in de regio Haaglanden. Hierbij zijn drie clusters van maatregelen te onderscheiden: aanleg/verbetering van de tramlijnen 1, 9 en 11; realisering van regionale hoogwaardige buslijnen van Den Haag naar het Westland, Valkenburg en Delft; maatregelen die het gehele OV-netwerk aangaan (frequentieverhoging, ongelijkvloerse kruisingen, P+R voorzieningen, imagoverbetering etc). Doel is de groei van de mobiliteit deels op te vangen in het OV en een alternatief te bieden voor het autogebruik. Als onderdeel van het regionale programma met 30 projecten zijn ook in de gemeente Den Haag verbeteringen van het tramnet uitgevoerd, in uitvoering of in voorbereiding. Dit varieert van de aanleg van tramlijn 16 tot de aanpassing van diverse kruisingen in de stad. C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Stimuleren verduurzaming wagenpark derden Uitvoering maatregelen: Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Meerjarenprogramma Fiets Het in juli 2007 door het college vastgestelde Meerjarenprogramma Fiets gaat het netwerk aan fietsroutes in de stad verbeteren door aanleg van ontbrekende schakels, opwaardering van bestaande fietspaden en verbetering van de stallingsvoorzieningen. Uitvoering maatregelen: Meerjarenprogramma Fiets De algemene doelstelling van het Haagse fietsbeleid is meer mensen op de fiets te krijgen. Hiervoor zijn diverse doelen opgenomen in het Meerjarenprogramma Fiets, variërend van het realiseren van 32 projecten op het fietsroutenetwerk tot aandacht voor communicatie en gedrag. Het bevorderen van de overstap van autogebruik naar fietsgebruik heeft een direct effect op de luchtkwaliteit201. De benodigde financiering voor het Meerjarenprogramma fiets (2007-2010) is geschat op 21 miljoen. In het Actieplan Luchtkwaliteit is 5 miljoen gereserveerd voor het Meerjarenplan fiets. Dit bedrag wordt ingezet op de fietsprojecten die op dit moment in voorbereiding zijn en worden uitgevoerd in de periode 2009/2010202. D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: 201 202
Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008. Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Den Haag 2008.
43
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Stikstofdioxide (NO2) 2010 In Den Haag werd volgens de Monitoringstool in 2010 nog over ongeveer 10 km weglengte de toekomstige (per 2015 geldende) grenswaarde van 40 μg/m3 NO2 per jaar overschreden. In 2009 was dit nog 11 km203. De NO2-concentraties op de Amsterdamse Veerkade zijn volgens de Monitoringstool wel sterk gedaald door het verkeerscirculatieplan, maar liggen in 2010 nog wel boven de toekomstige norm. DE verwachting is dat deze in 2011 wel onder de toekomstige norm liggen. Door vertragingen in het beschikbaar komen van de landelijke Monitoringstool is pas zeer recent aan het licht gekomen dat de verkeersintensiteiten voor 2010 niet goed zijn doorgekomen. Dit is ook gemeld in de landelijke NSL-Monitoringsrapportage. De hier getoonde uitkomsten voor 2010 zijn een verbeterde versie en kunnen dus verschillen van wat de Monitoringstool voor 2010 laat zien. De voortgangsrapportage gebruikt alleen de verbeterde versie204. 2015 Rekening houdend met de landelijke en lokale maatregelen en ruimtelijke en verkeersontwikkelingen die zijn opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is de weglengte met overschrijdingen in 2015 teruggelopen tot 0,6 kilometer langs delen van de Neherkade, de Raamweg en bij de mond van de Koningstunnel aan de Lekstraat. Voor deze – reeds bekende - resterende knelpunten zijn dus extra maatregelen nodig die in hoofdstuk 3 zijn aangegeven. Dit is volgens de landelijke NSL Monitoringsrapportage 2011 iets minder dan in de andere grote steden (Rotterdam 0,7 km, Utrecht 0,8 km, Amsterdam 2,1 km) 205. In 2015 valt nog 0,5 km (het smalle deel van Vaillantlaan en 100 meter ZuidHollandlaan) in de marge tot 2 μg/m3 onder de grenswaarde (dictum punt 3). Deze marge komt overeen met 13 à 20 % van de verkeersbijdrage of 7 à 8 % van de achtergrondconcentratie. De punten in deze marge zijn zogenaamde bijna-knelpunten waar bij tegenvallers in 2015 alsnog overschrijdingen kunnen optreden. In hoofdstuk 3 is aangegeven welke reservemaatregelen dan kunnen worden ingezet206. Overigens heeft RIVM voor een aantal agglomeraties de NO2-uitkomsten van Monitoringstool vergeleken met die van een eigen geavanceerder rekenmodel. Volgens de landelijke NSL-Monitoringsrapportage lagen de zo gevonden verschillen voor de regio Den Haag/Rotterdam beduidend onder het gemiddelde207. Fijn stof (PM10) Het jaargemiddelde fijn stof (PM10) blijft volgens de Monitoringstool in alle onderzochte jaren (2010, 2011, 2015 en 2020) op alle toetspunten ver onder de grenswaarde van 40 μg/m3. Het jaargemiddelde is een maat voor chronische blootstelling. Per medio 2011 geldt ook een grenswaarde voor het aantal dagen dat de etmaalgemiddelde concentratie hoger is dan 50 μg/m3. Dit mag maximaal 35 dagen per jaar gebeuren. Deze grenswaarde voor kortdurende blootstelling komt overeen met een jaargemiddelde van 203 204 205 206 207
Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage
2011 2011 2011 2011 2011
-
actieplan actieplan actieplan actieplan actieplan
luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit
den den den den den
haag haag haag haag haag
-
januari januari januari januari januari
2012. 2012. 2012. 2012. 2012.
44
ongeveer 32,5 μg/m3. In 2010 werd deze grenswaarde voor etmaalgemiddelden volgens de Monitoringstool nergens in Den Haag overschreden. Vier plaatsen in de stad bleven net onder de grenswaarde en kunnen nog als bijna-knelpunt aangemerkt worden (dictum punt 3). Maar hier zal naar verwachting de PM10-concentratie alleen maar verder dalen. Volgens de Monitoringstool zijn deze punten in 2015 voor wat betreft PM10 dan ook geen bijna-knelpunten meer. Deze vier plaatsen (op delen van Lekstraat, Neherkade, Raamweg en Vaillantlaan) vallen overigens ook binnen de grotere groep knelpunten en bijna-knelpunten voor NO2 De maatregelen tegen NO2 zullen er ook de concentraties PM10 verder doen dalen. 208 Voor 2011 berekent de Monitoringstool een voorspelling op vrijwel hetzelfde niveau. Door het ongewoon vele stabiele weer in dat jaar zijn overigens in het hele land wat meer piekdagen gemeten dan uit het jaargemiddelde wordt afgeleid. In 2015 zijn er volgens de Monitoringstool geen fijn stof knelpunten en bijna-knelpunten meer, ook niet als de zeezoutcorrectie volgend jaar wordt verlaagd tot een niveau overeenkomend met een jaargemiddelde van 32,1 μg/m³ PM10. 2.2 Metingen NO2 Al een aantal jaren laat Den Haag (net als enkele andere grote gemeenten) naast de maatgevende en juridisch bepalende Monitoringstool berekeningen ook aanvullende NO2- metingen verrichten. Deze metingen kunnen niet gebruikt worden om rechtstreeks aan grenswaarden te toetsen en kunnen slechts als een indicatie worden beschouwd, doordat de invloed van de weersomstandigheden redelijk groot is (dictum punt 3), de meetbuisjes om praktische redenen zijn opgehangen op plaatsen die vanuit oogpunt van beoordeling van luchtkwaliteit te dicht bij de weg of bij de hoek van de bebouwing liggen, en de – ook door bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam gebruikte - eenvoudige en goedkope meetmethode niet is geijkt. Op dit moment wordt de luchtkwaliteit op 104 locaties gemeten. De meetresultaten zijn toegankelijk op de internetpagina van de gemeente Den Haag (zoekterm ‘luchtkwaliteit meten’). 209 Trendanalyse De NO2 concentraties in Den Haag vertonen fluctuaties gedurende de bemonsterde jaren. De achtergrondconcentratie laat tevens geringe fluctuatie zien. De bijdrage van de lokale bronnen (i.e. verkeer) aan de stadsachtergrond in Den Haag is in 2008 toegenomen met gemiddeld 2 μg/m3 , in 2009 met gemiddeld 1,2 μg/m3 gedaald en in 2010 verder gedaald met gemiddeld 0,4 μg/m3. De fluctuaties worden mogelijk veroorzaakt door een gewijzigde lokale belasting. Het Verkeerscirculatieplan (VCP) in de stad is in werking, waardoor wijzigingen de verkeersintensiteit en doorstroming mogelijk effect hebben op de luchtkwaliteit. Maar ook door meteorologische omstandigheden (verspreiding) kunnen de lokale emissies een ander effect hebben op de jaargemiddelde concentratie. Bij vergelijking van de vier jaren blijkt er geen duidelijke stijgende of dalende trend waarneembaar. (dictum punt 4) 210 Vergelijking van metingen met berekeningen In de Monitoringstool zijn dit jaar voor het eerst ook de meetpunten van het gemeentelijke NO2-meetnet opgenomen, teneinde vergelijking tussen meten en rekenen beter mogelijk te maken. Van de 104 meetpunten lenen zich 67 punten voor zo’n vergelijking. Het oorspronkelijke doel van het meetnet was namelijk juist om de luchtkwaliteit op die plekken te volgen die zich slecht lieten berekenen. Die meetpunten vallen dus per definitie af voor vergelijking met berekeningen. Denk hierbij aan meetpunten nabij de Utrechtsebaan (hoogte verschillen kunnen in het rekenmodel niet worden meegenomen), meetpunten nabij kruispunten (Van Alkemadelaan) of nabij een tunnelmond (Lekstraat). Uit de vergelijking van meetwaarden en rekenuitkomsten voor de 67 geschikte meetpunten blijkt dat gemiddeld de berekeningen en de metingen vrijwel gelijk zijn (39,5 μg/m³). Per afzonderlijk meetpunt kunnen meetwaarde en rekenwaarde overigens vele microgrammen verschillen. In deze spreiding (zie figuur) is 208 209 210
Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012. Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012.
45
geen duidelijk patroon te ontdekken. Zoals in het voorgaande gesteld kunnen metingen niet rechtstreeks worden getoetst aan de normen. Ze zijn echter wel geschikt om een algemeen beeld te geven van de luchtkwaliteit. 211
211
Voortgangsrapportage 2011 - actieplan luchtkwaliteit den haag - januari 2012.
46
Gemeente Utrecht212 Luchtkwaliteit in Utrecht Schone lucht, een bereikbare stad en duurzame groei. Dat willen we bereiken met het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht 2009 (ALU). Daarmee investeren we in een gezonde leefomgeving en een leefbare stad. Om te zorgen dat Utrecht aantrekkelijk blijft om in te wonen, te werken of te verblijven. Een goede luchtkwaliteit is van groot belang voor de gezondheid van alle Utrechters en in het bijzonder voor risicogroepen, zoals kinderen, ouderen, mensen met een longziekte en mensen met hart- en vaatziekten. Hoe meer verontreiniging er in de lucht aanwezig is, hoe groter de kans is dat mensen gezondheidsklachten krijgen. Het beleid Luchtkwaliteit is nodig: om in 2015 in héél Utrecht te voldoen aan de verplichte normen voor luchtkwaliteit en daarmee de gezondheid en de leefbaarheid in de stad te verbeteren, om Utrecht, ook op langere termijn, bereikbaar te houden, en om duurzame groei mogelijk te maken. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Openbaar vervoer als alternatief voor de auto In het ambitiedocument ‘OV in een hogere versnelling!’ van het BRU is als doelstelling geformuleerd in de periode 2005-2020 een jaarlijkse groei van het aantal OV-reizigers in de regio te realiseren van 5% (zonder aanvullende maatregelen bedraagt de groei in deze periode circa 2,5% per jaar). Dat moet in 2020 leiden tot 10% minder auto’s in de spits ten opzichte van de prognoses voor dat jaar zonder extra groei van het openbaar vervoer. Trein
Tram
Eind 2015 is het grootste deel van het Randstadspoor uitgevoerd en zijn de volgende Randstadspoorstations gerealiseerd of vernieuwd: Overvecht, Zuilen, Vleuten, Terwijde, Leidsche Rijn Centrum, Vaartsche Rijn en Lunetten. Alle Randstadspoorverbindingen in het BRU-gebied worden in frequentie verhoogd van 2 naar 4 keer per uur of van 4 naar 6 keer per uur. We gaan een regionaal tramnetwerk aanleggen. Vertramming is een majeure kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer. Ambitie is te komen tot metrokwaliteit (frequent en betrouwbaar) op maaiveldniveau.
212
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: j. monitoring van het NSL, dan wel k. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel l. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
47
Bus
We leggen een hoogwaardig openbaar vervoernetwerk van vrije busbanen aan. De Noord- en Zuidradiaal zijn afgerond in 2014. We pakken knelpunten in het openbaar vervoer aan. We beginnen met het verbeteren van de doorstroming voor het openbaar vervoer en fietsers bij de Lucasbrug. Realisatie is voorzien voor 2011. We zorgen dat de streefnormen voor de rijsnelheid van het openbaar vervoer gerealiseerd worden, door het samenvoegen van parallelle lijnen, het verminderen van omrijbewegingen, voorrang op kruisingen en het optimaliseren van haltelocaties. We leggen HOV tunnels onder het 5 meiplein en het Anne Frankplein aan, die in 2014 zijn gerealiseerd, en we realiseren op- en afritten voor de bus aan de zuidkant van het Taatse viaduct. Daarnaast investeren we in opdracht van het BRU in de kwaliteit en toegankelijkheid van haltes. In 2011 zijn alle bushaltes voorzien van dynamische informatievoorziening, waardoor de reiziger ziet hoe lang het duurt voor de volgende bus arriveert. Ook verbeteren we de toegankelijkheid van de haltes. Door de combinatie van een lage instap en het verhogen van de haltes wordt een nagenoeg gelijkvloerse instap gerealiseerd.
Uitvoering maatregelen: Fietsverbindingen213 De Herenroute die als tweede oost – west fietsverbinding geldt, krijgt een in aansluiting op de toekomstige Rabobrug een upgrade. Daarnaast voegen we ontbrekende schakels toe zoals de fietsbrug AmsterdamRijn kanaal, de nieuwe fietsbrug van Leidsche Rijn naar de bestaande stad. Begin dit jaar zijn diverse scenario’s voor de aanlanding in het Victor Hugoplantsoen voor inspraak vrijgegeven. Op basis van de inspraakreacties is aan de gemeenteraad voorgesteld twee basisscholen en een gymzaal te verplaatsen voor een goede aanlanding van de brug. Het college vindt het belangrijk dat deze fietsbrug een goede en snelle verbinding wordt, waar bewoners en bezoekers van Utrecht jarenlang van kunnen profiteren. De extra investering, in tijd en geld, is nodig om in één keer - voor de wijk én voor de fietser – een goede en toekomstbestendige voorziening aan te leggen. Na het besluit van de gemeenteraad wordt een Integraal Programma van Eisen / Functioneel Ontwerp voor deze brug en de aanlandingen opgesteld. Het project onderdoorgang Spinozabrug houdt in dat parallel aan het Merwedekanaal een fietspad onder deze brug wordt aangelegd, waardoor de hoofdfietsroutes langs het Merwedekanaal en langs het Amsterdam-Rijnkanaal met elkaar worden verbonden. In 2011 wordt gewerkt aan een ontwerp voor deze onderdoorgang. In het project “Tussen de rails” wordt de ontbrekende fietsschakel (in de vorm van een tunnel) tussen de Laan van Maarschalkerweerd en station Lunettenen via Tussen de Rails aangelegd. In 2011 wordt een haalbaarheidsstudie opgesteld. Door de aanleg van de fietstunnel Salvador Allendeplein hoeft het fietsverkeer niet meer het wegdeel Kardinaal de Jongweg – Brailledreef te kruisen. Gezien de infrastructuur op het Salvador Allendeplein zal het een opgave worden om een veilige fietstunnel in te passen. De in 2011 op te leveren verkenning moet aangeven hoe dit geplande project het best vorm kan worden gegeven. Goed openbaar vervoer214 Het HOV netwerk bestaat uit verschillende onderdelen, waarvan er veel gereed zijn. Van het onderdeel Zuidradiaal in Leidsche Rijn zijn in 2010 de busbaan tussen het Marinus van Tyrusviaduct en de Prins Clausbrug en de halte nabij de Europalaan in Veldhuizen in gebruik genomen. Daarnaast is de HOV-baan op de Rijkstraatweg in De Meern in gebruik genomen. Voor de tracédelen die nog gerealiseerd moeten worden zijn ook belangrijke stappen gezet. 213 214
Meerjarenperspectief Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit, juni 2011 Meerjarenperspectief Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit, juni 2011
48
Zo is het bestemmingsplan HOV-baan Rijnvliet vastgesteld door de raad. Ook heeft de raad ingestemd met het voorstel om de Kroon te verzoeken een onteigeningsbesluit te nemen voor de gronden die benodigd zijn voor de aanleg van de busbaan. Dit verzoek is inmiddels voorgelegd aan de Kroon. In 2011 wordt het Definitief Ontwerp van dit tracé opgeleverd. Voor de Zuidradiaal in de bestaande stad is de haalbaarheidsstudie naar de ongelijkvloerse kruising met het 5 Meiplein afgerond. Eenzelfde studie naar het Anne Frankplein wordt voorbereid waarna de planologische juridische procedures voor dit tracédeel starten. De autorisatie van de daarmee gemoeide kosten wordt in de Voorjaarnota 2011 aan de Raad voorgelegd. Van de Noordradiaal ontbreken alleen nog de tracédelen in Leidsche Rijn. De planning is dat deze in 2016 in gebruik worden genomen. De realisatie hiervan hangt af van de ontwikkeling van Leidsche Rijn Centrum. Ten behoeve van de vertramming van de busbaan CS - De Uithof zijn diverse onderzoeken naar tracé en inpassing afgerond en is een financiële analyse gemaakt. Gemeente en BRU zijn het erover eens dat het met de beschikbare 300 miljoen euro mogelijk is de Uithoflijn aan te leggen. Voordat een definitief besluit tot vertramming van de Uithoflijn wordt genomen, worden alle ramingen en toerekeningen gehard. In 2010 zijn twee nieuwe projecten gestart, de ‘Verbetering doorstroming Lucasbrug’ en de aanpak van de OV-as Centrum – Noord (Zuilen/Overvecht, Maarssen). Het project Lucasbrug heeft als doel een betere doorstroming van zowel OV als fietsverkeer. Nadat de resultaten van de variantenstudie zijn opgeleverd wordt de voorkeursvariant in 2011 uitgewerkt in een voorlopig ontwerp. In 2012 wordt het definitieve ontwerp worden opgeleverd. De OV-as Centrum – Noord is een belangrijk OV-corridor waar bussen op diverse plaatsen oponthoud oplopen, hetgeen ten koste gaat van de kwaliteit van het OV. Een inventarisatie van de belangrijkste knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen is gemaakt en op basis daarvan wordt besloten welke knelpunten zullen worden aangepakt. De korte termijnmaatregelen zullen in 2012 worden gerealiseerd en de middellange termijnmaatregelen naar verwachting in 2014.
A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Autoverkeer uit de stad
49
We nemen maatregelen om knelpunten in het autoverkeer aan te pakken. Uitgangspunt daarbij is dat binnenstedelijk verkeer tussen wijken zo veel mogelijk via de verdeelring plaatsvindt. Daarvoor is een robuuste verdeelring (in principe 2x2 rijbanen) nodig. Voor zover dat niet mogelijk is, zal gebruik gemaakt moeten worden van de parallelbanen van de RING Utrecht. We verbreden de van Zijstweg, de ’t Goylaan en de Socrateslaan naar 2x2 rijbanen en voeren op delen van de verdeelring groene golven in. We nemen maatregelen om het aantal motorvoertuigen op de westelijke verdeelring substantieel te verminderen, zodat het autoverkeer binnen het huidige wegprofiel kan worden afgewikkeld: een tunnel onder de Josephlaan een nieuwe verbindingsweg van de A2 (afslag Lage Weide) naar de Cartesiusweg een knip op de Thomas à Kempisweg.
Uitbreiding milieuzone Op basis van evaluatie van de huidige milieuzone wordt in 2010 besloten over eventuele uitbreiding van de bestaande milieuzone voor vrachtwagens. Er wordt overwogen om ook de milieuzone uit te breiden voor bestelauto´s. De huidige generatie nieuwe bestelauto’s levert echter onvoldoende milieueffect op. Daarom is deze maatregel doorgeschoven naar 2013. Duurzame mobiliteit en goederenvervoer Wij gaan elektrisch vervoer stimuleren langs 3 lijnen: oplaadpunten in de openbare ruimte eigen wagenpark gemeente ondersteunen van marktinitiatieven. Dat moet eind 2011 leiden tot de volgende resultaten: 200 elektrische voertuigen in de stad 300 oplaadpunten speciale elektrische parkeerlocaties elektrisch autodelen standplaatsen voor elektrische taxi’s Uitvoering maatregelen: Weren vieze auto’s uit binnenstad De milieuzone vrachtverkeer (ingevoerd in 2007) en de milieuzone bestelverkeer (invoering per medio 2013) zorgen er voor dat alleen schoon vrachtverkeer het centrum van de stad in komt. De gemeente wil eind 2013 een milieuzone voor bestelverkeer invoeren. Het gaat om oude bestelvoertuigen (diesel tot en met Euro 3). Deze zone wordt samen met gemeente Amsterdam en in overleg met de Rijksoverheid en bedrijfsleven voorbereid. Ook hier wordt gebruik gemaakt van een lokale subsidieregeling. Voor bestelvoertuigen is een landelijke subsidieregeling in voorbereiding om Euro 6 of elektrisch te stimuleren. Samen met een gemeentelijke subsidie wordt dit verhoogd voor ondernemers die veel in Utrecht rijden.215 Dieselauto’s ouder dan 8 jaar en benzineauto’s ouder dan 12 jaar zijn vanaf medio 2013 niet meer welkom in de binnenstad.216 Gebleken is dat de invoer van personenvoertuigen van 25 jaar en ouder aanzienlijk toeneemt. De uitstoot van deze voertuigen, veelal diesels, is vergelijkbaar met een bus. Het voorstel is om de milieuzone in 2015 in te stellen n de binnenstad en het Jaarbeursgebied waar ook een milieuzone voor vrachtverkeer al van kracht is.217 Pakket personenauto’s (met maximale variant milieuzone), stimuleren Euro 6d/Euro 4b en sloopregeling. 215 216 217
Gezonde lucht voor Utrecht, aanvullende maatregelen luchtkwaliteit, september 2012 Persbericht Gemeente Utrecht: Utrecht verbant vieze auto’s uit binnenstad d.d. 28 juni 2012 Gezonde lucht voor Utrecht, aanvullende maatregelen luchtkwaliteit, september 2012
50
Aanvullende maatregelen Stimuleren schone bedrijfsauto’s: Euro 6 en elektrisch: Bedrijven kunnen een subsidie aanvragen om hun bedrijfspersonenauto te vervangen. Het gaat dan vooral om bedrijven die personenauto’s inzetten voor bedrijfsactiviteiten met relatief veel kilometers binnen Utrecht. Voorbeelden: kabelmaatschappijen, netwerkbedrijven, woningbouwverenigingen en beveiligingsbedrijven. Pakket bestelverkeer: milieuzone bestelverkeer (>Euro 3); stimuleren Euro 6 groot bestelverkeer en stimuleren elektrisch klein bestelverkeer Vrachtverkeer: voor de aanschaf van Euro VI vrachtwagens is een landelijke subsidie beschikbaar gesteld. Omdat de jongste, schoonste generatie motoren pas begin 2013 beschikbaar komen, zullen bedrijven geneigd zijn om een Euro VI of V aan te schaffen. Voorgesteld wordt om bedrijven een ontheffing te verlenen tot maximaal eind 2014, als zij voor die tijd kunnen aantonen dat zij voor die tijd een Euro VI vrachtvoertuig aanschaffen. De gemeente stelt een lokale subsidie beschikbaar voor pakket- en transportbedrijven (middelzwaar vrachtverkeer) die per voertuig aantoonbaar meer dan 20 kilometer per dag binnen de RING rijden. Vervolg: Aan het einde van 2012 komt de gemeente met een concrete uitwerking van de aanvullende maatregelen (planning, effecten), waarin de uitkomsten van de raadpleging zijn verwerkt. Daarbij zal de gemeente een voorstel doen voor de dekking van de maatregelen. Concreet gaat het om de herprogrammering van de FES-gelden en de gemeentelijke cofinanciering. Het aanvullend actieplan luchtkwaliteit zal vervolgens ter consultatie worden aangeboden, waarna definitieve vaststelling begin 2013 kan plaatsvinden. In de Green Deal Duurzame Mobiliteit218 provincie Utrecht hebben de provincie, de gemeente Utrecht en de U15 (20 beeldbepalende werkgevers in de regio Utrecht) concreet het volgende afgesproken: o Samen met 20 beeldbepalende werkgevers zal worden samengewerkt om de CO2-uitstoot te verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren. Er wordt een methode ontwikkeld voor he topstellen van een CO2-footprint voor alle door een bedrijf veroorzaakte mobiliteit. De methode wordt ingevoerd bij vijf werkgevers in 2012 en geagendeerd bij tien werkgevers vóór 2013. o Opwekking en gebruik van biogas t.b.v. duurzame mobiliteit: Voor de ontwikkeling van rijden op vloeibaar groen gas is verder regelgeving nodig dan zoals vergunningverlening voor groen gastankstations. Doordat deze regelgeving ontbreekt stagneert de bouw van tankstations van vloeibaar biogas. o Aanpassing garantiefonds tot een innovatief resolverend instrument voor intensivering duurzame investeringen, met daaraan gekoppeld een expertteam Energie. Doel is het verbeteren van de financiering van (kleine) energieprojecten. B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
218
Samenvattingen Green Deals, 11 oktober 2012, Ministerie van EL&I
51
C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Duurzame mobiliteit en goederenvervoer Wij gaan elektrisch vervoer stimuleren langs 3 lijnen: oplaadpunten in de openbare ruimte eigen wagenpark gemeente ondersteunen van marktinitiatieven. Dat moet eind 2011 leiden tot de volgende resultaten: 200 elektrische voertuigen in de stad 300 oplaadpunten speciale elektrische parkeerlocaties elektrisch autodelen standplaatsen voor elektrische taxi’s We gaan in 2011 tenminste 5 elektrische dienstauto’s aanschaffen ter vervanging van huidige dienstauto’s. Daarbij gaan we ook kijken of we een elektrische dienstauto voor het college kunnen aanschaffen. Daarnaast gaan we het aantal elektrische scooters uitbreiden, ook ter vervanging van bestaande dienstauto’s. In 2010 moeten alle bussen aan de gemeentelijke eis van EURO5 voldoen. Uitvoering maatregelen: Schoon wagenpark Het actieplan Schoon Vervoer bestaat uit een samenhangende reeks projecten die elektrisch vervoer stimuleren. Dit gebeurt o.a. door het realiseren van elektrische oplaadinfrastructuur in de stad (in 2011 worden bijvoorbeeld circa 150 oplaadpunten voor voertuigen gerealiseerd) en de verdere verschoning van het eigen wagenpark van de gemeente (onderzoek in 2011 naar mogelijkheden). In de aanbesteding is als eis meegenomen dat de bussen moeten voldoen aan de Euro VI-norm. Vanaf 2014 rijden deze bussen door de stad. In de Green Deal Duurzame Mobiliteit219 provincie Utrecht hebben de provincie, de gemeente Utrecht en de U15 (20 beeldbepalende werkgevers in de regio Utrecht) concreet het volgende afgesproken: o Segmentsgewijs toe naar elektrisch vervoer: Doel is dat in 2025 alle bussen voor stads- en streekvervoer en vuilnisvoertuigen in de Provincie elektrisch zijn aangedreven. Aanvullende maatregelen Schone bussen (60% Euro 6, 40% EEV) Aan het einde van 2012 komt de gemeente met een concrete uitwerking van de aanvullende maatregelen (planning, effecten), waarin de uitkomsten van de raadpleging zijn verwerkt. Daarbij zal de gemeente een voorstel doen voor de dekking van de maatregelen. Concreet gaat het om de herprogrammering van de FES-gelden en de gemeentelijke cofinanciering. Het aanvullend actieplan luchtkwaliteit zal vervolgens ter consultatie worden aangeboden, waarna definitieve vaststelling begin 2013 kan plaatsvinden. C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: 219
Samenvattingen Green Deals, 11 oktober 2012, Ministerie van EL&I
52
Uitvoering maatregelen: Aanvullende maatregelen Omdat taxi’s veel kilometers afleggen in de steden heeft de Rijksoverheid een landelijke subsidieregeling in voorbereiding om de schoonste motoren (Euro 6 en elektrisch) te stimuleren. Voorgesteld wordt om dit bedrag lokaal te verhogen met een gemeentelijke subsidie. Aanvullend zullen geleidelijk vuile categorieën taxi’s op de busbaan worden geweerd. C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: In 2010 is verkend hoe met een leenfietsconcept het voor- en natransport voor bezoekers en forenzen verbeterd kan worden. Denk daarbij aan het vervoer vanaf stations, P+R-terreinen en andere locaties. Het voorstel daartoe houdt ook rekening met de inzet van de elektrische fiets.220 C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Toegankelijkheid van bushaltes221 Ook in 2011 gaan we door met de verbetering van de toegankelijkheid van de haltes. In totaal gaat het om 350 haltes. De planning is dat de werkzaamheden in 2013 gereed zijn. Op veel van die haltes wordt bovendien een dynamisch halte informatie voorziening aangebracht. Deze werkzaamheden worden in 2011 afgerond. D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Actief fietsbeleid De maatregelen variëren van het verbreden of herinrichten van fietspaden, het verbeteren van de belijning, het vervangen van stenen door rood asfalt, het aanpassen van kruisingen en het realiseren van fietsoversteken tot het verbeteren van de doorstroming door het aanpassen van verkeerslichten ten gunste van de fiets en het geven van voorrang aan fietsers op kruisingen. Als onderdeel van deze aanpak nemen we ook maatregelen om de bewegwijzering op het hoofdfietsnetwerk te verbeteren en te zorgen dat fietsen minder lang hoeven te wachten bij verkeerslichten. Meer reizen met OV en fiets We zetten in op een omslag naar meer reizen met het openbaar vervoer en de fiets. Uitvoering maatregelen: Fiets en OV verkiezen boven auto In 2011 start de gedragscampagne. Deze moet, in combinatie met een betere kwaliteit van OV en fietsvoorzieningen, de automobilist verleiden om de auto te 220
Meerjarenperspectief Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit, juni 2011
221
Meerjarenperspectief Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit, juni 2011
53
laten staan en met OV en/of fiets te reizen. Voor de promotie van het fietsgebruik, dat onderdeel is van het fietsprogramma “Op weg naar Utrecht fietsstad” is van het budget van de gedragscampagne 1,5 miljoen euro gereserveerd.222 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Fietsparkeerbeleid In het Stationsgebied realiseren we 22.000 extra fietsparkeerplaatsen. Nog dit jaar stellen we een actieprogramma fietsparkeren binnenstad 2009-2013 vast, dat maatregelen bevat om de komende jaren 3 à 4.000 extra fietsparkeerplaatsen te realiseren. Daartoe nemen we de volgende maatregelen: terugdringen van het aantal wild geparkeerde fietsen door uitbreiding van het aantal fietsklemmen en mobiele stallingen, beter gebruik van de openbare ruimte door invoering van efficiëntere klemmen, bevorderen van het gebruik van bestaande inpandige stallingen (o.a. door bewegwijzering en een communicatiecampagne) en het realiseren van nieuwe stallingen (o.a. op het Vredenburg en het Janskerkhof). Uitvoering maatregelen223: De aanpak van het fietsparkeren in de binnenstad richt zich op het realiseren van extra stallingen, een structurele aanpak van weesfietsen, het formuleren van een fietsparkeernorm voor nieuwe bouwprojecten en het opzetten van een communicatiecampagne die het publiek informeert over de stallingsmogelijkheden in de binnenstad. Er wordt onderzoek gedaan naar geschikte locaties voor nieuwe stallingen in de binnenstad. Hierbij ligt de nadruk op de drukste locaties: Neude, Janskerkhof, Lucasbolwerk, Ledig Erf en Mariaplaats. Er wordt onderzocht of er panden zijn waarin een stalling gerealiseerd kan worden. Tot dat deze stalling(en) is/zijn gerealiseerd worden mobiele stallingen ingezet op piekmomenten om de grootste druk op te vangen. Dit jaar wordt een tweede mobiele stalling op een geschikte locatie ingezet. Ook de aanpak van weesfietsen in de binnenstad is in voorbereiding. Eind 2010 is de binnenstad aangewezen als gebied waar fietsen niet langer dan 28 aaneengesloten dagen gestald mogen staan. Uit ervaring in het stationsgebied weten we dat er veel fietsen zijn achtergelaten door de eigenaar. Door deze fietsen regelmatig te verwijderen, ontstaat er weer nieuwe stallingsruimte. D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
222 223
Meerjarenperspectief Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit, juni 2011 Meerjarenperspectief Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit, juni 2011
54
E. Effectiviteit van de maatregelen – algemeen Meetresultaten NO2 concentraties 2011 Uit de metingen blijkt dat de gemeten NO2 gehaltes op alle meetlocaties, na correctie ten opzichte van de referentiemethode (gemeten op totaal 14 meetstations), lager zijn dan de vigerende grenswaarde van 60 μg/m3. De hoogste concentraties worden gemeten op locatie U41 en U42, de Catharijnesingel/Bleekstraat en de Waterlinieweg, beide bedroegen als jaargemiddelde 56 μg/m3. Resultaten voor Utrecht – Monitoring 2011 Concentraties afgenomen ten opzichte van monitor 2010 De resultaten uit de landelijke rapportage 2011 laten voor Utrecht een iets gunstiger beeld zien dan vorig jaar, met uitzondering van het Smakkelaarsveld. In 2015 moet de hele stad voor NO2 tenminste voldoen aan de norm van 40,5 .g/m³. Zonder aanvullende maatregelen resteert op basis van de monitor 2011 de volgende potentiële NO2restopgave.
Dit betekent dat er in 2015 drie locaties zijn waar de wettelijke grenswaarden voor NO2 overschreden dreigen te worden: Albert Schweitzerdreef, de Amsterdamsestraatweg en het Smakkelaarsveld. Locaties die in de gevarenzone zitten (tussen 38 en 40,5 .g/m³) zijn: Stationsplein, Nobelstraat, Wittevrouwensingel, Albatrosstraat, Bleekstraat, Reactorweg, Cartesiusweg, J.Haydnlaan en Vondellaan. In Utrecht laten de berekeningen geen overschrijdingen of bijna-knelpunten voor fijn stof zien. De meetresultaten van het Landelijke Meetnetluchtkwaliteit van het RIVM doen echter anders vermoeden. Daaruit is af te lezen dat in het jaar 2011 het aantal piekdagen met circa tien dagen wordt overschreden. In deze monitoringsronde is 2011 echter nog een prognosejaar (berekend met gemiddelde meteo). In de volgende monitoringsronde worden de concentraties voor 2011 berekend op basis van de werkelijk opgetreden meteo en zullen de metingen worden meegenomen in de achtergrondconcentraties die in maart 2012 door het Ministerie naar buiten worden gebracht. Pas dan kan worden geconcludeerd of er daadwerkelijk sprake is van een overschrijding van de grenswaarde voor fijn stof. Verder wordt opgemerkt dat pas in de monitoringsrapportage 2013, nadat een volledig jaar (2012) meegenomen kan worden, uitspraken gedaan kunnen worden over het al dan niet halen van de grenswaarden van fijn stof. Tot slot kan hierover opgemerkt worden dat de gemeentelijke luchtkwaliteitsmaatregelen zowel effectief zullen zijn voor NO2 als voor PM10.
55
Gemeente Eindhoven224 Luchtkwaliteit Eindhoven Eindhoven werkt aan een schone lucht De gemeente Eindhoven zet met verschillende maatregelen en acties in op het verbeteren van de luchtkwaliteit. De gemeente zet in op: parkeerbeleid en transferia, het stimuleren van het fietsgebruik, het stimuleren van het openbaar vervoer, aanpak van luchtvervuiling door bedrijven, milieuzonering en stedelijke distributie, een schoon gemeentelijk wagenpark, een betere doorstroming in en rond de stad, meer groen in de stad, en onderzoek en voorlichting. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) Toepassen van luchtkwaliteitstoets/gezondheidstoets bij planvorming Integratie van luchtkwaliteit/gezondheid in ruimtelijke plannen en verkeersplannen. Een goed onderbouwde luchtparagraaf bij alle ruimtelijke plannen en verkeersplannen. Een gezondheidseffectscreening (GES) bij relevante plannen. De gemeente stelt een format op voor een luchtparagraaf, waardoor de inbreng in planvorming kan worden geborgd. Inmiddels wordt bij elk plan het luchtkwaliteitsaspect meegenomen. Voor alle ruimtelijke ontwikkelingen wordt momenteel getoetst aan de normen uit de Wet Luchtkwaliteit; luchtkwaliteit is verankerd in de procedures en besluitvorming225. A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: 224
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: m. monitoring van het NSL, dan wel n. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel o. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 225 Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010.
56
Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Nagaan wenselijkheid van beleid t.a.v. gevoelige groepen/gevoelige bestemmingen Acties: het opstellen van een jaarlijkse luchtkwaliteitsrapportage; het uitvoeren van metingen op de belangrijke knelpuntlocaties; een evaluatie van de stand van zaken m.b.t. de doelstellingen. Stand van Zaken: Om de luchtkwaliteit gericht aan te pakken, is actuele informatie van groot belang. In Eindhoven wordt de luchtkwaliteit berekend met modellen, maar ook gemeten. Op dit moment gebeurt dit op twee plaatsen die deel uitmaken van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit, aan de Noordbrabantlaan en de Genovevalaan. Op dit moment wordt uitbreiding van het meetnetwerk met een aantal gemeentelijke meetpunten voorbereid. Vanaf begin januari 2010 wordt de luchtvervuiling gemeten aan de hand van de concentratie NO2 op tientallen locaties in de gemeente. Daarnaast wordt een geavanceerd meetstation geplaatst dat de concentraties van meerdere stoffen meet. 226 B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Milieuzonering en stedelijke distributie Vrachtverkeer zorgt in de binnenstad voor veel luchtverontreiniging. Om de verontreiniging aan te pakken, heeft de gemeente Eindhoven sinds 1 juli 2007 een milieuzone ingesteld voor het gebied binnen de ring. In deze zone mogen alleen schone vrachtauto’s komen. Als voorbereiding op de milieuzonering is onderzoek gedaan naar de bevoorrading van de binnenstad en Winkelcentrum Woensel. Aan de hand van kentekenonderzoek en enquêtes onder ondernemers, leveranciers en vervoerders is een beeld gekregen van de verkeersbewegingen. Ook is onderzoek gedaan naar de locatie van de zone. Eindhoven heeft voor de ring gekozen omdat dit tot een forse verbetering van de luchtkwaliteit en de leefbaarheid leidt in dit gebied. Daarnaast is de ring een duidelijke grens en zijn er goede uitwijkmogelijkheden voor vrachtwagens die de milieuzone moeten vermijden. Uitvoering maatregelen: Milieuzone handhaving Het handhavingsgebied van de milieuzone per 1 juli 2009. Dit is het gebied ten zuiden van het spoor en Fellenoord. Doorwerking van de maatregel is hier in alle jaren 100%. Het restant van de milieuzone waarin op dit moment nog geen handhaving plaatsvindt. In 2011 is nog sprake van beperkte doorwerking in dit gebied. In 2015 is de doorwerking van de maatregel 100%. Daarnaast zijn er plannen in de studie voor het centrumgebied om de verkeersintensiteiten te reduceren met tenminste 5% in 2011 en met tenminste 15 % in 2015 ten opzichte van de momenteel in modellen opgenomen verkeersintensiteiten. Milieuzonering binnenstad Minder belastend vrachtverkeer in de binnenstad. Effect wordt groter bij effectiever handhaven.
226
Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010.
57
Een milieuzone waarin alleen vrachtverkeer wordt toegestaan dat aan bepaalde eisen voldoet (aansluitend op de invoering van de milieuzones in de andere B5gemeenten). De gemeente heeft een bevoorradingsprofiel opgesteld, evenals afstemming met andere regiogemeenten; het volgen van de ontwikkelingen bij de andere gemeenten en in overleg met alle betrokken partijen de B5-aanpak ook voor Eindhoven uitwerken. Er heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de bevoorrading van de binnenstad en Winkelcentrum Woensel. Tevens is onderzoek gedaan naar de locatie van de zone. De gemeente heeft gekozen voor een ring, opdat de ring een duidelijke grens is, en er zijn goede uitwijkmogelijkheden voor vrachtwagens die de milieuzone moeten vermijden. Eindhoven loopt achter in het realiseren van de doelstellingen die met de milieuzone moet worden bereikt door een mindere handhaving. Ook omdat de knelpunten in de luchtkwaliteit volgens recente NSL-berekeningen voort blijven bestaan, heeft het college besloten per 1 juli 2009 het handhavingsbeleid uit te breiden van de “binnen de westtangent” naar het gebied binnen de Ring ten zuiden van het spoor/Fellennoord, met uitzondering van Tongelre en De Kade.
Onderzoek naar haalbaarheid en effecten milieuzonering voor bestelauto’s VROM heeft in 2009 de gemeente gevraagd de “intentieverklaring milieuzone lichte bedrijfsauto’s te ondertekenen, samen met rijksoverheid, vervoerders en gemeenten. Dit is een voorbereiding op een mogelijk convenant milieuzonering voor bestelauto’s. Op basis van deze intentieverklaring wordt in 2010 onderzocht in hoeverre een milieuzone voor bestelauto’s haalbaar en effectief is. 227 B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Parkeerbeleid en transferia Met ingang van 1 maart 2010 is in Eindhoven voor het gebied binnen de ring een mobiliteitstoeslag ingevoerd van € 0,20 per parkeertransactie. Maar ook parkeermaatregelen die bijdragen aan de bereikbaarheid, leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en veiligheid van de stad, zoals extra parkeergelegenheid in de stad of aan de rand van de stad in de vorm van transferia. Schoner rijden In 2011 zijn de eerste 20 oplaadpalen voor elektrisch vervoer geopend. Kopers van een elektrische auto worden gefaciliteerd doordat, onder voorwaarden, een oplaadpaal in de buurt van hun woning kan worden geplaatst. Uitvoering maatregelen: Onderzoek mogelijkheid tot transferia Onderzoeken welke locaties geschikt zijn als transferium en welke voorzieningen (o.a. openbaar vervoer) gebruikt kunnen worden. Gedeputeerde Staten willen het aantal transferia in de provincie Noord-Brabant uitbreiden. GS hebben gekozen voor de vier meest kansrijke locaties in de 227
Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010.
58
provincie, waaronder het Eindhovense transferium dat is gelegen ter hoogte van de locatie A2/Noord-Brabantlaan. Het transferium moet automobilisten bewegen om niet met de auto maar met andere vervoermiddelen naar hun bestemming te reizen. Het transferium zal in 2011 operationeel zijn. 228 Quick win-maatregelen Binnen de Ring 2012-2014 (Strategische MobiliteitsAgenda)229: Op 12 juli 2011 heeft het College besloten in te stemmen met het opnemen in het Meerjaren Investeringsprogramma (MIP) van het pakket quick win-maatregelen Binnen de Ring 2-2014, in totaal 18 voorgestelde maatregelen, gerangschikt in vier groepen: 1. Fast Forward op de Ring; 2. Slow motion binnen de Ring; 3. Ondersteunende inrichtingsmaatregelen; 4. Routesturing door Dynamische Route InformatiePanelen (DRIP’s); Een betere doorstroming op de Ring (1) betekent een aantrekkelijk alternatief voor doorgaand autoverkeer door het centrumgebied binnen de Ring. Deze verschuiving wordt ondersteund door, in lijn met de beleidsnota verkeerslichten, binnen de Ring op kruisingen met verkeerslichten prioriteit te geven aan langzaam verkeer en openbaar vervoer (2). Op de belangrijkste voetgangersoversteekplaatsen op de binnenring worden deze maatregelen ondersteund door ruimtelijk-visuele aanpassingen (3). Om het autoverkeer in een vroegtijdig stadium over gewenste routes te sturen is inzet van DRIP’s op de Randweg en PRIS op de Ring noodzakelijk (4). Uitvoering van het pakket korte termijnmaatregelen is noodzakelijk om op 1-12015 te kunnen voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit. Naast het in de jaarlijkse berekeningen voor de Nationale Sanerings”tool” Luchtkwaliteit (NSL) “blijvende” knelpunt Mauritsstraat (NOx) zijn er diverse dreigende knelpunten op en binnen de Ring. Het pakket quick win-maatregelen is een uitwerking van het Actieprogramma Luchtkwaliteit en Mobiliteit. Eén van de actiepunten is vermindering van het gemotoriseerde verkeer binnen de Ring. Tijdens de Evaluatie van het Actieprogramma (2010) en bij de Jaarrekening 2010 is geconstateerd dat uitvoering van dit actiepunt achterblijft bij de planning, terwijl dat wél een potentieel hoog positief effect heeft op de luchtkwaliteit. Verwachte effecten: Per straat verschilt het verwachte positief effect: een reductie van het autoverkeer met 4-15%. Op routes waar nu een relatief hoog percentage doorgaand verkeer rijdt (Dorgelolaan 16%), wordt het grootste effect verwacht. Bij het luchtkwaliteitsknelpunt Mauritsstraat (doorgaand verkeer 9%) is het reductie-effect maximaal 12%. De verwachte reductie van uitstoot van NO2 en fijn stof (PM10) is berekend op 5-25%, afhankelijk van tijdstip en locatie. Schoon busvervoer De invoering per 1 januari 2009 van schoon busvervoer (EEV-norm). Deze maatregel heeft een werkingsgebied dat het hele grondgebied van de gemeente omvat. Voor het specifieke knelpunt de Mauritsstraat staat voor de 2 e helft van 2009 en de 1e helft van 2010 een reconstructie gepland. Ook de VRI op de kruising met de Meckelenburgstraat wordt daarbij vernieuwd. De verkeerscongestie wordt daarmee opgeheven. De geprognotiseerde effecten voor PM10 en NO2 in de maatgevende jaren, respectievelijk 2011 en 2015:
228 229
Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010. Quick win-maatregelen Binnen de Ring 2012-2014 Strategische_MobiliteitsAgenda_
59
Op basis van de prognose wordt op tijd voldaan aan de grenswaarden. 230 Innovatie in stedelijke distributie Minder uitstoot van luchtverontreiniging ten gevolge van stedelijke distributie. Acties: het opstellen van een bevoorradingsprofiel voor de binnenstad; onderzoek naar een vorm van stedelijke distributie die leidt tot een vermindering van de uitstoot van luchtverontreiniging. Stand van Zaken: Onderzoek is gedaan naar de bevoorrading van de binnenstad en Winkelcentrum Woensel. Ook is onderzocht of maatregelen in bevoorrading in het gebied tussen de Ring en de Westtangent effectief zijn voor het terugbrengen van vervuilend verkeer en het verbeteren van de luchtkwaliteit. De gemeente Eindhoven heeft met het bedrijfsleven afspraken gemaakt over het opstellen en uitvoeren van een bevoorradingsagenda. De maatregelen leiden tot een kostenbesparing voor het bedrijfsleven en een betere luchtkwaliteit. Het Eindhovens maatregelenpakket samengevat: o Instellen werkgroep bevoorradingsaangelegenheden o Optimaliseren laden/lossen in de binnenstad en de 7 winkelstrips o Uitwerking logistieke routes en regionaal/lokaal kwaliteitsnet goederenvervoer. o Doorstromingsmaatregelen o Onderzoek naar mogelijkheden medegebruik busbanen door vrachtverkeer o Brabantse Samenwerkingsagenda Stedelijke distributie: verkenning aanpassing venstertijden o Bundeling in logistieke keten: project Binnenstadservice o Schone stad: Brabantse Agenda: Bergen op Zoom trekker, Eindhoven volgend. o Optimalisering inzameling/retourvrachten o Dagbevoorrading door stille voertuigen: uitrol PIEK-initiatieven (bijvoorbeeld Albert Heij Woenselse Markt 3 keer per week tussen 6 en 7 uur ’s ochtends. 231 Dynamisch verkeersmanagement Minder uitstoot van luchtverontreiniging door een betere doorstroming (minder afremmen en optrekken). 230 231
Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010. Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010.
60
Acties: Het uitvoeren van het maatregelenpakket Beter Bereikbaar ZO-Brabant, waarbij indien mogelijk, een hoge prioriteit wordt gegeven aan maatregelen die knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit oplossen. Stand van Zaken: De belangrijkste punten op het gebied van luchtkwaliteit, de Mauritsstraat en de Leenderwerg, worden in 2010 aangepakt. De doorstroming op beide wegen verbeterd door vernieuwing van de verkeerslichten op de Mauritsstraat/Meckelenburgstraat en het doseren van het verkeer op de Leenderweg. Momenteel wordt een microsimulatiemodel gebouwd voor de hele gemeente. Hierbij worden maatregelen in beeld gebracht en doorgerekend die de doorstroming op de Ring kunnen bevorderen. In het kader van Beter Bereikbaar Zuidoost-Brabant worden al maatregelen uitgevoerd om de doorstroming op delen van de Ring aanzienlijk te verbeteren. Zo worden groene golven gerealiseerd op de Botenlaan, de O.L. Vrouwestraat/Insulindelaan en de Leostraat/Piuslaan. Op andere plaatsen, zoals de Mecklenburgstraat, worden bestaande verkeerslichten ontmanteld om de doorstroming te verbeteren. 232
C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schoon gemeentelijk wagenpark Het gemeentelijk inkoopbeleid is aangepast en een aantal gemeentelijke voertuigen wordt vervangen door auto's die rijden op gas. Sinds de invoering van een nieuw vervoersplan voor het eigen personeel in 2010, is het autogebruik door medewerkers veel minder. Sinds 2009 rijden in Eindhoven schonere huisvuilwagens. Daarnaast wordt binnenkort een aantal huisvuilwagens vervangen die rijden op CNG (biogas). Zo is in 2009 het eerste aardgas vulpunt geopend. Uitvoering maatregelen: Stimuleren schonere bussen in de stad Overleg met het SRE en de regiogemeenten om milieueisen nadrukkelijker mee te nemen in de concessieverlening voor openbaar vervoer. Aandacht vragen voor stimuleringsregeling voor schone bussen. Stand van Zaken: in 2008 is het stads- en streekvervoer in het gehele SRE opnieuw aanbesteed. Vanaf 14 december is een compleet nieuw (toegankelijk, EEV-normering) buspark ingezet van 180 stad- en streekbussen en zijn op belangrijke verbindingen de frequenties verhoogd. In totaal worden 30% meer busuren aangeboden. 233 Organiseren schoner gemeentelijk wagenpark Acties: het eigen wagenpark screenen en zo nodig aanpassen; het uitvoeren van onderzoeken naar de mogelijkheid om luchtkwaliteitseisen te stellen bij aanbesteding van werkzaamheden. Ontwikkeling plan Duurzame Mobiliteit: project draait niet alleen om inkoopbeleid en verschoning eigen wagenpark maar ook bijvoorbeeld het stimuleren van de vraag- en aanbodzijde van alternatieve brandstoffen en vervoerswijzen. 234
232 233 234
Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010. Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010. Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010.
61
C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Stimuleren openbaar vervoer In Eindhoven zijn de stadsbus en enkele streekbussen gratis voor bezitters van een Eindhovense Stadspas die nog geen 12 jaar oud zijn (kinderen) en die 65 jaar of ouder zijn (senioren). Om kinderen vertrouwd te maken met het openbaar vervoer is er het lespakket “Gratis met de bus, da’s pas slim” voor de groepen 6 en 7 ontwikkeld. Ook zet Eindhoven in op aantrekkelijke alternatieven voor het gebruik van de auto om de congestie te bestrijden, de verkeersveiligheid te verhogen en de luchtkwaliteit te verbeteren. Openbaar vervoer dient een aantrekkelijk én duurzaam alternatief te zijn voor een verantwoorde invulling van de bereikbaarheid. Het openbaar vervoer zelf dient daarbij met schoon materieel maximaal bij te dragen aan het verminderen van de uitstoot van schadelijke stoffen. In het OV actieplan “Eindhoven (ver)bindt, Eindhoven beweegt!” gaat de gemeente dieper in op de openbaar vervoerplannen. Voor verbetering van de luchtkwaliteit wordt voor het gebied binnen de Ring bijvoorbeeld gestreefd naar een vermindering van de omvang van het autoverkeer binnen de Ring met 30%. Ook heeft de gemeente Eindhoven een strategie hoogwaardig openbaar vervoer opgesteld waarmee snelle en hoogwaardige verbindingen worden geboden tussen de belangrijkste stedelijke zwaartepunten in de stad en de omliggende agglomeratiekernen. Kwalitatieve verbetering OV Onderzoek naar mogelijkheid om het OV in Eindhoven te verbeteren en te stimuleren en daarmee minder autoverkeer in de stad. Van maart 2007 tot eind 2008 deden jongeren tot 12 jaar en ouderen vanaf 65 jaar mee aan een proef: voor hen was het busvervoer na 09.00 uur en in het weekend gratis. Op basis van de resultaten heeft de raad december 2008 besloten de maatregel voor onbepaalde tijd voort te zetten en beperkt uit te breiden voor Stadspasbezitters van buiten Eindhoven in de leeftijdsdoelgroepen. Sinds 1 mei 2008 kunnen kinderen van 4 tot en met 11 jaar en ouderen vanaf 65 jaar reizen voor 30 cent in heel Brabant. Deze proef heeft ook succes, maar minder: ongeveer 35 % meer busreizigers. OV in mobiliteitsmanagement Mensen die op De Run, de High Tech Campus of De Hurk werken konden goedkoop naar het werk. Vanuit Valkenswaard reden dagelijks bussen naar de genoemde bedrijventerreinen. Het doel van dit project was om de drukke A69 en de Randweg Eindhoven te ontlasten. De proef is inmiddels afgelopen. Er werd helaas weinig gebruik gemaakt van de bussen. De raad heeft in februari 2009 het startsein gegeven voor de ontwikkeling van de tweede HOV as die zal gaan lopen van Nuenen-WC Woensel-Binnenstad-Genneper Parken-High Tech Campus. 235 C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: 235
Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010.
62
Uitvoering maatregelen:
D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Stimuleren van fietsgebruik Om de stad bereikbaar te houden is het belangrijk dat we allemaal vaker de fiets pakken. De gemeente stimuleert het gebruik van de fiets door te investeren in stallingsmogelijkheden, het fietsklimaat in de stad te verbeteren en het fietsgebruik te laten stijgen, stimuleren van het gebruik van de elektrische OVfiets en speciale fietsroutes door (de regio) Eindhoven. De actiepunten van de gemeente Eindhoven worden nader beschreven in “het Actieplan Fiets”. Uitvoering maatregelen: Stimuleren fietsgebruik Terugdringen van autoverkeer voor korte ritten Minder gemotoriseerd verkeer en vervoer in de stad Stijgend fietsgebruik op de langere termijn door onder de meer de uitbreiding van het aantal fietsenstallingen en verbetering van de schakels in het primair en secundair fietspadennetwerk. Bij de uitwerking van het verkeerslichtenbeleid binnen de ring zoveel mogelijk voorrang geven aan de fietser. Het uitvoeringsprogramma fietsparkeren waarin het gebruik van de fiets wordt gestimuleerd is vastgesteld. Het (bewaakt) stallen van de fiets is nu gratis en er komen extra stallingsmogelijkheden bij in het centrum van Eindhoven, in Genneper Parken en bij de treinstations. In december 2009 wordt de fietsenstalling op het 18 Septemberplein geopend. Om het fietsklimaat in Eindhoven naar een hoger niveau te tillen is de beleidsnota fiets vertaald in een concreet actieprogramma: Actieplan Fiets. Dit actieplan bestaat uit 101 maatregelen ter stimulering van het fietsgebruik. Het gaat hierbij zowel om infrastructurele maatregelen als maatregelen op het vlak van communicatie, marketing en promotie. Een groot deel van de maatregelen is in uitvoering of lift de komende jaren mee met projecten die reeds voorzien zijn. De overige maatregelen worden in de periode 2009 – 2012 uitgevoerd. Voorbeelden: asfalteren tussen het centrum en de Achtse Barrier. 236 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Zie D1. D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Resultaten NSL Monitoring 2011237 236 237
Stand van Zaken uitvoering Programma Luchtkwaliteit en mobiliteit - feb 2010. NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
63
Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Eindhoven de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide te hoog is op de volgende locaties: de A2 de A67 de Leenderweg de Mauritsstraat de Vestdijk ter hoogte van het station De omgeving rond de rotonde bij de Botenlaan. Op deze locaties komt de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 ruim boven de wettelijke grenswaarde 40 µg/m3 uit. De problemen in de binnenstad zijn echter verminderd ten opzichte van 2010. Dat betekent dat de gemeten concentraties zijn gedaald van meer dan 42,5 µg/m3 naar concentraties tussen 40,5 en 42,5 µg/m3. De gemeente voldoet op deze locaties dus nog niet aan de grenswaarde. De gemeente verwacht de knelpunten in de binnenstad in 2015 te hebben opgelost. Op de knelpunten wordt dan voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor NO2. In de gemeente Eindhoven blijven de jaargemiddelde fijn stof concentraties onder de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden. De gemeente voldoet daarmee aan de eisen rondom fijn stof.
64
Gemeente Tilburg238 Luchtkwaliteit in Tilburg Voor Tilburg is berekend dat in 2015 (horizon van het Tilburgse Verkeers- en Vervoerplan (TVVP) nog, afgerond, 5000 inwoners worden blootgesteld aan concentraties stikstofdioxide (NO2) hoger dan de norm. Verkeer vormt in Tilburg de belangrijkste luchtverontreinigende bron van uitstoot van stikstofdioxide (NO2). NO2 wordt voornamelijk veroorzaakt door snel rijdend verkeer en leidt met name langs snelwegen en drukke verkeerswegen tot verhoogde NO2concentraties. Daarnaast produceert verkeer in stedelijk gebied veel fijn stof (PM10). Dieselverkeer (vrachtwagens en bussen) zorgt voor de grootste bijdrage. Andere luchtverontreinigende bronnen in Tilburg zijn industrie, scheepvaart en huishoudens (open haarden en allesbranders). Voor Tilburg gelden de volgende algemene doelen: Voldoen aan wet- en regelgeving Anticiperen op de toekomst Inbedden in en samenhang creëren met bestaand gemeentelijk beleid A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: 238
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: p. monitoring van het NSL, dan wel q. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel r. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
65
Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Invoeren milieuzone ter bevordering van schoon vrachtverkeer Vrachtverkeer veroorzaakt voor een belangrijk deel de knelpunten in het centrum van Tilburg. Een milieuzone voor vrachtverkeer wordt ingevoerd. Milieuzonering kan gekoppeld worden aan een systeem van stadsdistributie. Hierbij wordt gekeken naar het terugdringen van het zwaar vrachtverkeer in de binnenstad door aanpassing van logistieke stromen (stadsdistributie). De gemeente Tilburg is een van de twee pilotgemeenten in het landelijke project ‘Stadsbox’. Het doel van het project Stadsbox is een bereikbare en leefbare binnenstad. Een dergelijk concept kan nadere eisen stellen omtrent restricties voor gebruik van brandstoffen voor distributievoertuigen in het centrum. Tilburg stelt regels en schept voorwaarden aan de toelevering van goederen in de binnenstad. Kerngedachten hierbij zijn flexibele distributietechnieken ‘op maat en schaal’ en een schoon en ongehinderd transport van een transferpunt naar de binnenstad. Uitvoering: 2007 Uitvoering maatregelen: Voertuigeisen Milieuzone Alleen vrachtwagens met minimaal Euro IV mogen de milieuzone in. De milieuzone is in 2010 uitgebreid tot aan de ringwegen. Voor Euro IIIvrachtwagens met roetfilter geldt een overgangsregeling. Deze mogen tot 1 juli 2013 doorrijden als ze nog geen 8 jaar oud zijn. Vanaf 1 juli 2013 gelden strengere toegangseisen. Dan zijn alleen Euro IV of schonere vrachtwagens toegestaan. College heeft in juni 2012 besloten het convenant “Lichte bedrijfsauto’s en Milieuzonering niet te ondertekenen. Daarmee wordt een milieuzone voor lichte bedrijfsauto’s niet ingevoerd. Stimuleren schoon rijden De gemeente stelt 80.000 euro beschikbaar voor mensen die besluiten om te gaan rijden op aardgas. Iedereen (particulieren en bedrijven) die zich aanmeldt en aan de voorwaarden voldoet, krijgt een vergoeding voor de eerste 1.000 kg getankte aardgas. De gemeente betaalt deze vergoeding twee keer per jaar uit (januari en juli). Aardgas kan getankt worden bij het tankstation van ABC Tankstations. Om bedrijven en instellingen enthousiast te krijgen voor de mogelijkheden van aardgas als brandstof, biedt de gemeente Tilburg een gratis wagenparkscan aan. In deze scan wordt exact doorgerekend wat de voordelen van deze brandstof kunnen zijn binnen uw bestaande bedrijfsvoering. Stimuleren elektrisch vervoer (per 1 januari 2012)239 Doelstelling is het stimuleren van de economie in Tilburg en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Concreet streeft de gemeente Tilburg met dit plan tot 1 januari 2015 naar: o Een dekkend oplaadnetwerk dat past bij het gebruik van Tilburgse ondernemers en particulieren. Voor 2012 betekent dit tien openbare laadpunten; deze zijn gekoppeld aan huidige gebruikers. Tot 2015 wordt dit netwerk uitgebreid tot 20 punten in de openbare ruimte en 10 punten in parkeergarages. Voor de langere termijn betekent dit een juiste mix van 239
Elektrisch vervoer plan 2012-2015 ‘Tilburg Elektrisch!’, mei 2012
66
private, semi-private en openbare oplaadpunten die aansluit op het gebruik. B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Aanscherpen normen OV voertuigen (als onderdeel van contract met vervoerder – concessieverlening) In het realiseren van de leefbaarheidsdoelstellingen speelt het openbaar vervoer een belangrijke rol. De voertuigen kunnen stiller, zuiniger en schoner. Bij de aanbesteding van het openbaar vervoer worden zodanige eisen gesteld aan het materieel, dat bijgedragen wordt aan het oplossen van specifieke leefbaarheidsknelpunten in de stad. De gemeente zal zowel in het overleg met de regiogemeenten en de B5-gemeenten over de concessieverlening van zowel het streekvervoer (2006) als het stadsvervoer (2007) schone bussen als randvoorwaarde stellen waarbij de voorkeur uitgaat naar aardgas. Uitvoering: 2007 Stimuleren inzet energiezuinige voertuigen (eigen wagenpark gemeente en/of stimulering private partners) De gemeente gaat voor zover ze daartoe mogelijkheden heeft de toepassing van aardgas stimuleren. Tilburg onderzoekt de mogelijkheden voor een aardgasdistributiesysteem onder andere via een samenwerking van 15 gemeenten in Brabant (Duurzame driehoek). Om het goede voorbeeld te geven in de aanpak van luchtverontreiniging schakelt de gemeente over op schone voertuigen. De meest haalbare schone brandstof voor de gemeente is op dit moment aardgas. Daarbij vindt ook realisatie plaats van een aardgastankstation. Uitvoering: 2007 Uitvoering maatregelen: Schoon eigen wagenpark De gemeente Tilburg is begonnen om haar eigen wagenpark zoveel mogelijk op aardgas te laten rijden. Toepassing van elektrische voertuigen in het eigen wagenpark. Voorwaarde hierbij is dat de kenmerken van een elektrisch voertuig geen belemmeringen opleveren voor de gewenste toepassing. In 2012 worden twee eerste elektrische voertuigen aangeschaft. Aanschaf van elektrische fietsen voor gebruik door het eigen personeel bij uitoefening van het werk. Dit start met vier fietsen.
67
Stimuleren inzet energiezuinige voertuigen Actieve rol van het bedrijfsleven in elektrisch vervoer in Tilburg. Voor het uitvoeren van haalbare en realistische plannen van het bedrijfsleven sluit de gemeente green deals waarin haar rol in de uitvoering van het plan is uitgewerkt. C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Wachttijden bij verkeerslichten240 Zoveel mogelijk ‘rechtsaf vrij bij rood’ toepassen Bekijken regeltechnische mogelijkheden bij verkeerslichten voor het fietsverkeer. Voorbeeld: ‘twee keer groen geven in één cyclus’. Verkorten maximum wachttijden bij verkeerslichten. Opstarten experiment bij een drietal verkeerslichten met een zogenaamde ‘wachttijdvoorspeller’ voor fietsers bij verkeerslichten. Fietsers krijgen dan inzicht in de resterende wachttijd en een melding dat ze gesignaleerd zijn. Rotondes241 Voorkeur voor aanleg van vrij liggende fietspaden voor eenrichtingsverkeer. Bij rotondes met vrij liggende fietspaden hebben fietsers geen voorrang op het overige verkeer (in beginsel). Openbare verlichting242 De openbare verlichting op Sternetroutes (de belangrijkste noord-zuid en oostwest routes) versneld ombouwen tot de Tilburgse verlichtingsnorm van 3 Lux / 0,3 (voor de reguliere verlichtingsuren) en 2 Lux / 0,3 voor de nacht. Sociale veiligheid243 Sociale controle door routes te leiden op plekken waar veel mensen komen/verblijven (routes door bebouwd gebied, aanwezigheid van woningen op de begane grond en/of veel passanten langs fietsroutes). Zoveel mogelijk fietsroutes combineren met overig verkeer. Geen obstakels en dichte begroeiing in de directe nabijheid van een fietsroute. Struiken en bomen tijdig snoeien. Overzichtelijke situatie voor fietser; voorkomen van onoverzichtelijke haakse bochten.
240 241 242 243
Fietsplan Tilburg 2005-2015 ‘Tilburg Fietst’ Fietsplan Tilburg 2005-2015 ‘Tilburg Fietst’ Fietsplan Tilburg 2005-2015 ‘Tilburg Fietst’ Fietsplan Tilburg 2005-2015 ‘Tilburg Fietst’
68
Bij ‘onverwachte’ hoeken een hoger verlichtingsniveau toepassen en zo mogelijk deze hoeken fysiek afschermen of beplanten met prikkelstruiken. Fietstunnels hebben een goed doorzicht en goede voorlichting.
D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Fietsparkeerplan 2008-2015244 Maatregelen Binnenstad Noordzijde: omgeving Heuvelstraat (incl. Heuvelstraat) Extra onbewaakte parkeerplaatsen korte termijn Willem II straat, Telefoonstraat/Langestraat/Korte Tuinstraat; middellange termijn Telefoonstraat/Langestraat/Korte Tuinstraat. Bewaakte parkeerplaatsen Heuvelstalling Totaal aantal extra plaatsen: 291 Westzijde: omgeving Oude Markt Extra onbewaakte plaatsen korte en middellange termijn (152 plaatsen). Verbeteren sociale veiligheid Kapelhof d.m.v. cameratoezicht Zuidzijde: omgeving Schouwburgring Extra onbewaakte plaatsen korte en middellange termijn (54 plaatsen) Oostzijde: omgeving Piusplein/Hendrikhof/Paleisring/Korte Heuvel Extra onbewaakte plaatsen korte en middellange termijn (1041 plaatsen) Kwaliteitsaspect verkeersveiligheid verbeteren rondom Piusplein en Paleisring Sociale veiligheid verbeteren op Hendirkhof (N.B. camerabewaking reeds aanwezig onderzoek naar alternatieven). Centraal Station Extra onbewaakte plaatsen korte en middellange termijn (713 plaatsen). Extra ambitie lange termijn (347 plaatsen). Uitvoeren gebruikersonderzoek stallinggebruik NS. Onderzoek naar gewenste mix bewaakt en onbewaakt stallen. Overleg met NS over kwaliteit boven-rekken bewaakte stalling (korte termijn). Onderzoek overkapping onbewaakte fietsparkeerplaatsen. Voortzetten experiment inzet beheerders bij onbewaakte fietsparkeerplaatsen Station op korte termijn. Evaluatie inzet beheerders onbewaakte fietsparkeerplaatsen Station en beslissen over voortgang. Binnenstad overall Uitwerking herijken voetgangersgebied korte termijn. Ontwerpopgave + uitvoering rijloper fietsomgeving Stadhuisplein/Paleisring (korte termijn). Vraagvolgend beleid toepassen bij woningen zonder eigen stallingsmogelijkheden (aanname 5 beugels per jaar). Onderzoek naar mogelijke locaties in de Binnenstad (voorkeur zuidwesten) waar de bromfiets bewaakt kan worden gestald. Een uitgebreid overzicht van de bouw van nieuwe of uitbreiding van bestaande bouw van fietsenstallingen kan, indien gewenst, worden toegestuurd.
244
Zie voor uitgebreid overzicht Bijlage 3
69
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente : Uitvoering maatregelen: Aanleg vrije fietspaden hoofdinfrastructuur Gebleken is dat de Tilburger onveilige situaties ervaart als het fietspad niet fysiek is gescheiden van de rijbaan. Het beleid is om aan hoofdinfrastructuur, ofwel de (voorlopige) gebiedsontsluitingswegen, vrij liggende fietspaden – mits fysiek mogelijk - aan te leggen.245 Vaststellen ontwerpcriteria. De ontwerpcriteria worden toegepast bij de aanleg van ontbrekende delen van het fietsnetwerk en verbeteringen/reconstructies van het bestaande fietsnetwerk.246
E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen In opdracht van de gemeente Tilburg heeft Buro Blauw in 2010 luchtkwaliteitsmetingen uitgevoerd in Tilburg. De jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 in Tilburg varieert tussen 22 en 42 µg/m3. De regionale achtergrondconcentratie bedraagt 21 µg/m3. De stedelijke achtergrondconcentratie bedraagt 24 µg/m3 en is daarmee 3 µg/m3 verhoogd ten opzichte van de regionale achtergrond belasting. Nabij drukke wegen is de concentratie verhoogd tot gemiddeld 38 µg/m3 Dit is een verhoging ten opzichte van de stedelijke achtergrond van gemiddeld 14 µg/m3. Rekening houden met de totale meetfout is voor 8 posities met een zekerheid van 95 % vastgesteld dat de grenswaarde van 40 µg/m3 geldend vanaf 2010 wordt overschreden.
245
Fietsplan Tilburg 2005-2015 ‘Tilburg Fietst’
246
Fietsplan Tilburg 2005-2015 ‘Tilburg Fietst’
70
Als gevolg van de aan Nederland verleende derogatie moet deze grenswaarde per 2015 gerealiseerd zijn. Bij vergelijking van de meetresultaten uit voorgaande jaren blijkt dat er sprake is van een lichte fluctuatie van de luchtkwaliteit gedurende de seizoenen, maar dat er geen sprake is van een stijgende of dalende trend. De luchtkwaliteit in Tilburg is vrij stabiel: de lokale belasting is sinds 2006 vrijwel onveranderd. De jaargemiddelde fijn stofconcentratie vastgesteld voor 2010 bedragen 24 à 25 µg/m3 en blijven ruim onder de jaargemiddelde grenswaarden. Ook de berekende overschrijdingsdagen van 9 respectievelijk 6 voldoen aan de gestelde eisen. De PM10 concentraties voldoen op alle locaties aan de wettelijke grenswaarden, en liggen in de orde van grootte van de advieswaarden van de EU (circa 4 µg/m3 hoger).247 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 in Tilburg nog steeds op 8 posities wordt overschreden. De jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 ligt op deze posities boven de grenswaarde van 40 µg/m3.248
247 248
Jaarrapportage Stikstofdioxide- en fijn stofconcentratiemetingen Tilburg 2010, 5 september 2011 NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/monitoring-nsl/monitoring-nsl/
71
Gemeente Almere249 Luchtkwaliteit Almere De luchtkwaliteit in Almere voldoet op de NSL-toetspunten aan de EU-normstelling. Prognose is evenwel dat door onder andere generieke maatregelen (onder andere het schoner worden van het vervoer, toename gebruik groen gas et cetera) ondanks de toenemende mobiliteit in Almere, de normen in de toekomst niet zullen worden overschreden.250 De gemeente Almere beschikt niet over een lokaal luchtkwaliteitsplan. Wel is de gemeente Almere een van de partners binnen het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Noordvleugel (RSL-NV). Binnen dit samenwerkingsprogramma hebben de provincie Flevoland en de gemeenten Almere en Lelystad het Flevolandse deelprogramma opgesteld als integraal onderdeel van het RSL-NV. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Verbeteren doorstroming OV-corridor Almere – Amsterdam Uitvoering maatregelen: Optimalisatie tot 2013: Het gaat in de eerste plaats om uitbreidingen van het bestaande spoor ten oosten en ten westen van station Amsterdam Zuid. Tweede speerpunt betreft een gedeeltelijke uitbreiding naar vier sporen bij Almere. Op 20 maart 2008 heeft het kabinet over dit pakket een besluit genomen. Voor de middellange (tot 2020) en de lange termijn (2030) wordt momenteel onderzocht welke maatregelen noodzakelijk zijn. Voor de realisatie van de maatregelen op de korte en middellange termijn heeft de rijksoverheid € 1,35 miljard uitgetrokken. A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: 249
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: s. monitoring van het NSL, dan wel t. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel u. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 250 Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit december 2011
72
Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voertuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Realisatie twee P+R transferia - Almere Oostvaarders en Almere Buiten Het effect van de verschuiving van autovervoer naar openbaar vervoer is op de emissies van de totale externe autopendel in Almere zeer beperkt. In 2001 was er 3 miljoen autokilometer per dag aan externe pendel vanuit Almere. Dit komt overeen met een emissie van ruim 720 ton NOx en 35 ton PM10. Het effect van de twee P+R-transferia op de verbetering van de lokale luchtkwaliteit ligt daarmee (ver) onder de 1%. De effecten van deze maatregel zijn al verdisconteerd in het gemeentelijk verkeersmodel. Realisatie: 2005. Uitvoering maatregelen: Realisatie twee P+R transferia251 Realisatie twee P+R transferia (Almere Oostvaarders en Almere Buiten) 252 Uitbreiding bestaande P+R transferia. Het betreft hier in totaal ongeveer 200 parkeerplaatsen253 Realisatie: 2005254 gerealiseerd255 Realisatie twee aardgastankstations (een in Almere en een in Lelystad), via subsidiering en stimulering van de vraagkant.256 Uitvoering project Flevoland Rijdt Schoon (realisatie aardgasstations en subsidieverlening voor rijden op schone brandstoffen aardgas, bio-ethanol en elektriciteit). 257 251
2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 252 2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 253 2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 254 2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 255 2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 256 Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 257 Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1
73
Project
Realisatie: 2011258 Het project Flevoland Rijdt Schoon waarin naast de provincie Flevoland, de gemeenten Almere, Lelystad, Zeewolde, Dronten, Noordoostpolder en Athlon Carlease participeren, heeft als doel het realiseren van minimaal 1 vulpunt voor aardgas in Almere en 1 in Lelystad. Op dit moment zijn er twee vulpunten gerealiseerd: 1 aardgas vulpunt in Lelystad en 1 groen gas vulpunt in Emmeloord. In 2012/2013 worden er drie vulpunten in Almere verwacht. Het project is afgerond op 31 december 2011. De provincie is op dit moment bezig met het opstellen van een visie verduurzaming mobiliteit Flevoland. Daarin wordt bekeken op welke terreinen de provincie een bijdrage kan leveren aan de verduurzaming van de mobiliteit. Uitgangspunt hierbij is dat de provincie dit via zogenaamde vitale coalities (samenwerking) vorm geeft. De kennis en ervaring uit het project FRS wordt hierin meegenomen. 259 Zo zal het straks mogelijk zijn om bij diverse tankstations in Almere groen gas te tanken.260 “Emissiescans goederenvervoer” 261 Afgerond bij 15 bedrijven in Almere. 262 Dit project is volledig gefinancierd met NSL-middelen. 263 Resultaat: gemiddeld genomen kan ongeveer 5-10% structureel worden gereduceerd aan emissie. De 15 Almeerse bedrijven hebben in het eerste jaar een volgende reductie gehaald (2010-2011): 577 ton CO2, 4 ton NOx, 0.2 ton fijn stof.
Oplaadpalen (langzame laders) 264 In het kader van duurzame mobiliteit én NSL wil Almere de elektrische mobiliteit stimuleren. Hiervoor is echter een oplaadnetwerk benodigd. 265 Begin 2012 zal op een viertal locaties verspreid over Almere oplaadpalen (langzame laders) worden gerealiseerd voor rekening van stichting E-laad266 Snellaadpunt voor elektrische auto’s267 Almere heeft besloten een snellaadpunt voor elektrische auto’s in Almere te laten realiseren (oplaadtijd lege accu: gemiddeld 20 min.) 268 Voor de financiële dekking hiervan is NSL-subsidie aangevraagd269 C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente:
258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269
Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit
december december december december december december december december december december
2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011
74
Schoon OV bij de volgende concessieverlening Almere Streek Bij de aanbesteding van de nieuwe concessie zal gestreefd worden naar minimaal Euro 5 en optioneel EEV niveau. De EEV norm behoort tot de aanvullende opties, die afhankelijk zijn van een eventuele meerprijs. Aanschaf acht schone vuilniswagens - In 2006 heeft de gemeente Almere 8 vuilniswagens aangeschaft die aan hogere milieueisen voldoen. Het betreft 8 vuilniswagens met roetfilter. Deze maatregel heeft met name effect op de routes waar de vuilniswagens veel rijden. Schoner eigen wagenpark Bij de vervanging van auto’s worden deze vervangen door een auto met de meest schone techniek die geschikt is voor de desbetreffende taak. Daarnaast worden roetfilters ingebouwd in bestaande dieselvoertuigen. Uitvoering maatregelen: Schoon OV Almere Streek In maart 2010 is opnieuw een concessie verleend aan een vervoerder. Om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen heeft deze vervoer 30 nieuwe bussen besteld die voldoen aan de EEV-norm. Daarnaast werd een groot deel van de bussen behorende bij de stadsdienst en de rest van de streekdienst opgeknapt en omgebouwd totdat zij voldeden aan de EEV-norm. Aanschaf acht schone vuilniswagens270 Aanschaf acht vuilniswagens met een roetfilter. 271 Realisatie: 2006272 Gerealiseerd273 In de Green Deal Metropoolregio Amsterdam Elektrisch274 hebben de Provincie NoordHolland, Provincie Flevoland, Stadsregio Amsterdam, Gemeente Amsterdam en Gemeente Almere de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot elektrisch vervoer: o Samenwerking en kennisdeling over het elektrisch vervoer o Het realiseren van minimaal 50 elektrische taxi’s in 2014, minimaal 50 elektrische bestelauto’s in 2015 en minimaal 50 elektrische voertuigen in het eigen wagenpark van gemeenten. o Het realiseren van minimaal 250 openbaar toegankelijke oplaadpunten voor eind 2013, het realiseren van snellaadpunten langs een aantal belangrijke corridors in de regio langs de A1, A4, A9, A7, en A2 en het faciliteren van de oprichting van Accuwisselstations in samenwerking met Better Place (en de Taxicentrale Amsterdam). C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeenten Uitvoering maatregelen: In de Green Deal Metropoolregio Amsterdam Elektrisch275 hebben de Provincie Noord-Holland, Provincie Flevoland, Stadsregio Amsterdam, Gemeente Amsterdam en Gemeente Almere de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot elektrisch vervoer: o Samenwerking en kennisdeling over het elektrisch vervoer 270
2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 271 2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 272 2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 273 2010-76162_rapportage_monitoring_2010_versie_17_december_2010, Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1 274 Samenvattingen Green Deals 11 oktober 2012, Ministerie van EL&I 275 Samenvattingen Green Deals 11 oktober 2012, Ministerie van EL&I
75
o
o
Het realiseren van minimaal 50 elektrische taxi’s in 2014, minimaal 50 elektrische bestelauto’s in 2015 en minimaal 50 elektrische voertuigen in het eigen wagenpark van gemeenten. Het realiseren van minimaal 250 openbaar toegankelijke oplaadpunten voor eind 2013, het realiseren van snellaadpunten langs een aantal belangrijke corridors in de regio langs de A1, A4, A9, A7, en A2 en het faciliteren van de oprichting van Accuwisselstations in samenwerking met Better Place (en de Taxicentrale Amsterdam).
C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen De luchtkwaliteit in Almere voldoet op de NSL-toetspunten aan de EU-normstelling. Prognose is evenwel dat door onder andere generieke maatregelen (waaronder het schoner worden van het vervoer, toename gebruik groen gas et cetera) ondanks de toenemende mobiliteit in Almere, de normen in de toekomst niet zullen worden overschreden.276 Resultaten NSL Monitoring 2011277 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat de gemeente Almere voldoet aan de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide. Echter, op de kruising van de Tussenring (N703) en de Hagevoortdreef/Buitenhoutsedreef begint vanaf 2011 een steeds hogere concentratie NO2 te ontstaan.
276 277
Uitvoering_Nationaal_Samenwerkingsprogramma_Luchtkwaliteit december 2011. NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
76
Gemeente Groningen278 A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) Luchtkwaliteit Uitvoeren wettelijke luchtkwaliteittoets voor ruimtelijke plannen en verkeersplannen279; Adviseren bij ontwikkelingen over gevolgen luchtkwaliteit280; Berekenen en rapporteren stedelijke luchtkwaliteit (jaarlijks) 281; Afwikkelen van klachten over luchtverontreiniging 282. Verwacht/beoogd resultaat: Het voldoen aan de wettelijke normen en zoveel mogelijk benaderen van de advieswaarde voor fijn stof283 A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
278
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: v. monitoring van het NSL, dan wel w. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel x. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 279 280 281 282 283
Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen
77
B. Verkeersmaatregelen en schone voertuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Venstertijdenbeleid Met venstertijden voor de binnenstad wordt de vrijheid van het aanlevertijdstip beperkt: de logistieke planning van de vervoerders moet zodanig zijn dat voor 11.00 uur alle vrachtwagens de binnenstad hebben verlaten. We blijven dan ook zoeken naar slimme oplossingen om ondernemers te faciliteren bij hun bevoorrading zonder afbreuk aan de leefbaarheid in de drukke binnenstad284. Groningen kent sinds 1995 een erkenningsregeling voor vervoerders, waardoor het mogelijk is buiten de venstertijden de binnenstad te bevoorraden. Om hiervoor in aanmerking te komen moeten distributeurs minimaal honderd zendingen op minstens twintig adressen per dag afleveren in kleine (bij voorkeur milieuvriendelijke) voertuigen. Deze regeling is toe aan herijking, omdat de milieunorm voor de voertuigen is verouderd. Tevens is er extra aandacht voor de vers leveranties. De praktijk is dat veel vrachtauto’s toch buiten de venstertijden laden en lossen. Met de herijking van de erkenningsregeling zetten we in op een sluitende handhavingsmethode285. T.a.v. het weren van vrachtauto’s die veel luchtverontreiniging veroorzaken uit de binnenstad (op tijden dat er veel publiek op de been is) biedt het landelijke convenant ‘Stimulering schone vrachtauto’s en milieuzonering’ voor Groningen geen soelaas omdat er in de binnenstad geen wettelijke normoverschrijdingen voorkomen waardoor niet kan worden voldaan aan de voorwaarde van het convenant om nut en noodzaak van een milieuzone aan te tonen.286 In plaats hiervan wordt nu het venstertijdenbeleid opnieuw tegen het licht gehouden. In dit verband bezon de gemeente zich in 2008/2009 op het actualiseren i.c. aanscherpen van de Euro-norm voor het verkrijgen van een nieuwe vergunning voor stadsdistributie (ofwel een vergunning voor bevoorrading e.d. buiten de venstertijden wanneer er veel binnenstadbezoekers op de been zijn) en op andere mogelijkheden voor de inzet van schonere (en stillere) voertuigen voor stadsdistributie.287 B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Toetsing aan luchtkwaliteitsnormen288 Grote ruimtelijke en verkeersprojecten moeten volgens een meer uitvoerige en strikte wettelijke procedure worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. In Groningen betreft dit onder meer de ontwikkeling van het UMCG-gebied, de aanpak van de Zuidelijke Ringweg en de planvorming omtrent de Regiotram.
284 285 286 287 288
Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2009.
78
Het onderzoek voor het UMCG- gebied is in 2009 afgerond, met als conclusie dat het aspect luchtkwaliteit geen beletsel is om de plannen uit te voeren. Het luchtkwaliteitsonderzoek voor de Zuidelijke Ringweg zal worden meegenomen in de planstudie voor deze weg.
Parkeren het aantal parkeerplaatsen op straat in de binnenstad is de laatste jaren omlaag gebracht en zijn deze plaatsen gecompenseerd in parkeergarages. Met een tijdsen tariefafhankelijk systeem wordt het parkeergedrag van de binnenstad bezoekers gestuurd. In het hart van het centrum is weliswaar een aantal parkeerplaatsen beschikbaar, maar dit aantal is beperkt en de tijd die men er mag staan ook: maximaal 1 uur289. Aan de rand van en in de binnenstad zijn parkeergarages gelegen waar de bezoeker langer kan parkeren. Tot slot beschikken we aan de rand van de stad over een aantal P+R-terreinen waar gratis en langdurig geparkeerd mag worden. Vanaf deze terreinen kan men tegen een laag tarief met het openbaar vervoer naar het centrum heen en weer. Deze formule is succesvol, want in 2006 hebben circa 1,3 miljoen reizigers van deze voorziening gebruik gemaakt en jaarlijks zien we nog steeds een groei van 510%. Overigens maken niet alleen bezoekers gebruik van de P+R-terreinen: het UMCG en het Martiniziekenhuis laten werknemers op P+R-terreinen parkeren en bieden aanvullend bedrijfsvervoer290. Omdat ons parkeerbeleid goed werkt zetten we deze koers voort. We anticiperen op een groeiende vraag naar parkeerplaatsen voor bezoekers door het aantal parkeerplaatsen in parkeergarages en op P+R-terreinen uit te breiden. Bij de garages gaat het om de beoogde Damsterdiepgarage (540 plaatsen), de in aanbouw zijnde CiBoGa-garage (1.250 plaatsen) en de nieuwe garage onder het Groninger Forum (460 plaatsen). De Forumgarage dient ter vervanging van de Nabergarage (230 parkeerplaatsen) die wordt gesloopt alvorens het Groninger Forum kan worden gebouwd. Met deze uitbreiding kan de vraag naar parkeerplaatsen voor de komende jaren worden gefaciliteerd. Verdere uitbreiding met nieuwe garages kan alleen wanneer de benodigde infrastructuur voldoende restcapaciteit heeft en er geen financiële consequenties zijn voor de overige gemeentelijke garages291. De bestaande P+R-terreinen krijgen een kwaliteitsimpuls door het realiseren van goede bestrating, goede halte-informatie, meer voorzieningen et cetera. We willen de P+R vanaf de ringweg met dynamische borden aanduiden waarop actuele informatie wordt gegeven over de reistijd vanaf de P+R naar het centrum. Wij willen met (grote) bedrijven in de (binnen)stad afspraken maken over het gebruik van P+R. Als een deel van de werknemers voor deze voorziening kiest (in combinatie met aanvullend bedrijfsvervoer) kan dit de druk op de stadswegen verlichten292. De diepenring wordt heringericht. Daarbij gaat de aandacht uit naar de functie die de diepenring vervult in de ontsluiting van de parkeergarages. Om de diepenring fietsvriendelijker te maken wordt de parkeercapaciteit van de ring zelf verlaagd. Dat heeft financiële consequenties: minder parkeeropbrengsten. Door het op afstand volgen van het gebruik van parkeerautomaten, het bel-parkeren en monitoringsystemen in garages weten we steeds beter hoe de parkeervraag op welk moment is. Hiermee wordt beleidsinformatie gegenereerd en kunnen gebruikers actueel geïnformeerd worden over de parkeersituatie. Ook kunnen de tarieven beter afgestemd worden op de vraag293.
289 290 291 292 293
Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010 Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010 Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010 Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010 Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010
79
P+R-terreinen Het realiseren van P+R-voorzieningen is een speerpunt in ons en het regionale beleid. Op strategische plaatsen aan de randen van de stad gaan wij nieuwe P+Rterreinen realiseren, of wij breiden succesvolle P+R-terreinen uit, zoals294: o P+R Zernike (nieuw in combinatie met. aanlanding tram); o P+R Driebond (nieuw); o P+R Kardinge (uitbreiding in combinatie met. aanlanding tram); o P+R Haren (uitbreiding). Verwacht resultaat295: o de haalbaarheidsstudie P+R Zernike is afgerond; o de locatieverkenning voor P+R Driebond is uitgevoerd; o de visie op Kardinge, inclusief de mogelijkheden voor P+R Kardinge door aanlanding van de tram is vastgesteld; o P+R Haren is uitgebreid (korte termijn) en het eindbeeld P+R Haren is duidelijk. Kwaliteitsverbetering P+R-terreinen Met de komst van nieuwe P+R terreinen wordt een impuls gegeven aan de ketenmobiliteit naar de stad. In de in 2010 vastgestelde parkeernota “Parkeren in Stad: Duurzaam Bereikbaar” is een budget opgenomen voor kwaliteitsverbetering op de P+R van 2 miljoen euro. Voorbeelden van concrete maatregelen zijn betere en actuele verwijsinformatie parkeren, extra toezicht, goede verlichting en toiletvoorzieningen296. De maatregelen zijn uitgewerkt in de nota P+R Groningen 2011-2020297. Schone en veilige P+R-terreinen met een hoog voorzieningenniveau in 2012298. Aansluiting P+R Europapark op Europaweg Voor de bereikbaarheid vanuit de zuidoostelijke Ommelanden en het beter functioneren van de P+R Europapark komt er een rechtstreekse aansluiting van dit P+R-terrein op de Europaweg (‘Oude A7’). Deze directe aansluiting draagt in hoge mate bij aan onze ambitie om de P+R-terreinen een belangrijke plek te geven in de bereikbaarheid van onze stad299. De aanleg van deze aansluiting is in 2011 gestart en deze wordt in 2012 operationeel300. C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Inzet van schonere bussen De gemiddelde leeftijd van de stadsbussen bedraagt in 2002 12 jaar. De aanschaf van veel nieuwe bussen zal de emissies fors doen afnemen. De concentratie van NO2 zal afnemen van 44 μg/m3 tot rond het niveau van de grenswaarde. Experiment met rijden op aardgas Aardgas is een zeer schone brandstof. Tevens zijn aardgasbussen stiller dan dieselbussen, en goed voor CO2-reductie. In 2004 is het project nog in
294 295 296 297 298 299 300
Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Groningen. Groningen. Groningen. Groningen. Groningen. Groningen. Groningen.
80
ontwikkeling en is daarom niet nader beschreven in het luchtkwaliteitsplan. Er zal in 2005 worden gestart met het project. Uitvoering maatregelen: Schonere bussen en gemeentelijke voertuigen Inzet van schonere bussen (per medio december 2009)301: o Het Dagelijks Bestuur van het OV-Bureau Groningen Drenthe heeft in zijn gunningsbesluit voor de aanbesteding van het busvervoer gekozen voor Qbuzz. In zijn offerte heeft Qbuzz aangegeven om direct vanaf het begin van de nieuwe concessieperiode (medio december 2009) uitsluitend nieuwe bussen in te zetten.302 o Conform het programma van eisen zullen dit in de stad Groningen bussen zijn die voldoen aan de EEV-norm. Dit zijn de meest schone en zuinige bussen die momenteel op grote schaal leverbaar zijn.303 o Volgens de offerte zal Qbuzz voor het streekvervoer vanaf het begin van de concessieperiode nieuwe bussen inzetten die voldoen aan Euro-5 norm. Dit gaat verder dan het programma van eisen waarin een gefaseerde inzet van (nieuwe) Euro-5 bussen was voorgeschreven en er voorlopig voor een deel nog gebruik zou mogen worden gemaakt van ‘oude’ Euro-3 bussen met roetfilter.304 o Door de inzet van de nieuwe EEV en Euro-5 bussen zal de luchtkwaliteit in het Stationsgebied en op andere routes met veel busverkeer met ingang van 2010 verder verbeteren.305 Aanschaf van schonere gemeentelijke voertuigen306 In 2009 is er een aanbestedingsprocedure geweest voor het leerlingenvervoer in de gemeente Groningen. Hierbij is ook het aspect luchtkwaliteit meegewogen. Bij de afweging van de offertes konden vier punten worden verdiend met de inzet van voertuigen die voldoen aan de Euro-5 norm. Bij beide offertes voor het leerlingenvervoer werd aan deze wens voldaan307. Rijden op aardgas, bijv. de inzet van 10 aardgasbussen in Groningen per augustus 2008 en de realisatie van aardgastankstations308. Inzet van schonere (en stillere) voertuigen voor stadsdistributie309 C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Kolibri Alle regiopartners zijn ervan overtuigd dat een regionaal OV-systeem bijdraagt aan toekomst vast openbaar vervoer en een toegevoegde waarde heeft voor de bereikbaarheid van de gehele regio310. Om deze schaalsprong te bereiken werken we onder de naam Kolibri aan een samenhangend pakket maatregelen311. 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311
Verslag luchtkwaliteit Groningen 2009. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2009. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2009. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2008. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010.
81
312 313 314 315 316 317 318
Centraal in Kolibri staat het versterken van krachtige ov-bundels tussen de stad en grote omliggende kernen. Dit moet resulteren in enkele hoogwaardige openbaar vervoerassen (HOV-assen) waarvan zowel de tram als de bus gebruik maken312. Regiotram: o De gemeenteraad heeft in februari 2007 het historisch besluit genomen dat er, uitgaande van de noodzakelijke financiële dekking, een tram komt op het traject Hoofdstation – Zernike met als eindbeeld een systeem met regiotrams. Het doel is in 2014 de eerste tram te laten rijden. Ruimtelijk verbindt deze lijn belangrijke publiekstrekkers zoals het Hoofdstation en omgeving, de binnenstad, het Ebbingekwartier, UMCG-Noord, het Noorderstation, het winkelcentrum Paddepoel, de P+R-locatie Zernike en Zernike zelf. De huidige vervoerwaarde op de buslijn Hoofdstation-Zernike rechtvaardigt deze eerste keus313. o De tram Hoofdstation - Zernike wordt zoveel mogelijk vrij baan gegeven, waarbij de tram prioriteit heeft op het overige gemotoriseerde verkeer. In de binnenstad vraagt de menging met het (langzame) verkeer om een specifieke oplossing. Met het inpassen van de tram zijn langs en rondom het tracé ingrepen in de verkeerscirculatie en de ruimtelijke indeling nodig. Dit biedt kansen om de omgeving van het tracé zowel een ruimtelijke als sociaal-economische kwaliteitsimpuls te geven. De realisatie van een tramlijn betekent tijdens de aanlegfase overlast die vraagt om een maximale inspanning om de stad bereikbaar te houden314. o Een tram door de binnenstad biedt kansen om het busverkeer aan de Grote Markt te onttrekken, waarvan de leefbaarheid en het winkelklimaat zeker zullen profiteren. De alternatieve routes voor de buslijnen worden komende tijd uitgewerkt. Uitgangspunt daarbij is dat de buslijnen goed aansluiten op de tram. Het concept regiotram overstijgt de stad en wordt door het Projectbureau uitgewerkt. Dit bureau richt zich op alle facetten van de tramverbinding Hoofdstation-Zernike en werkt de regiotram verder uit. Het projectbureau is een samenwerking van de gemeente Groningen, de provincie Groningen en de regio. o Streven is om in 2008 het tracé van de eerste tramlijn vast te stellen315. o Na realisatie in 2014 van de tram Hoofdstation-Zernike is het streven in 2018 de tramverbinding Hoofdstation-Meerstad te openen. Meerstad ligt verder van het centrum dan de meeste andere wijken. Met goed, snel en comfortabel openbaar vervoer willen we het autobezit in Meerstad en de autostroom vanuit Meerstad beperken. Wij onderzoeken of deze tramlijn eerder gerealiseerd kan worden, dan wel of tijdelijk een hoogwaardige busverbinding aangeboden kan worden. Wij zien hiertoe kansen omdat deze ook een goede ontsluiting betekent van de in ontwikkeling zijnde Eemskanaalzone en de geplande P+R Driebond316. o De tramverbindingen Hoofdstation-Martiniziekenhuis en HoofdstationKardinge worden op de langere termijn - na 2020 - gerealiseerd317. o De Regiotram zal een positieve bijdrage kunnen leveren aan de luchtkwaliteit in de stad, omdat hiermee de groei van het overige gemotoriseerde verkeer (auto’s, bussen, brommers, scooters) op termijn kan worden beperkt318. o De voorbereiding voor de aanbesteding van de eerste twee tramlijnen in de stad is in volle gang. In 2016 rijden de trams in de stad naar Zernike en Kardinge. Na 2020 moeten de trams doorrijden de regio in. Uitwerking
Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Verslag luchtkwaliteit Groningen 2009.
82
319 320 321 322 323 324
van deze plannen vindt in 2011 plaats, in de periode 2012-2015 moet de financiering voor het doorrijden in de regio georganiseerd worden. De verantwoordelijkheid voor doorrijden in de regio ligt bij de provincie, maar in nauwe samenspraak met de regio Groningen-Assen en de gemeente. In totaal reserveren we 89 miljoen euro voor de regiotram. We stellen u voor 300 duizend euro structureel beschikbaar te stellen voor Kolibri. Gepland wordt het vervolg aanbestedingstraject en uitwerking tot een definitief ontwerp319. Station Europapark - Onderdeel van Kolibri is ook de opening van enkele nieuwe stations in de regio. In Groningen is dit het station Europapark. Streven is vóór 2010 over een volwaardig station te beschikken. In de tussentijd wordt een tijdelijk station gebruikt. Voor de lange termijn gaan de gedachten uit naar een station bij Hoogkerk en ter hoogte van Vinkhuizen. 320 Busbaan Peizerweg: o De busbaan Peizerweg is nog niet af. Bij Hoogkerk komt een transferium en dan gaat de bus gebruik maken van de voormalige tramtunnel zodat de verkeersdrukte op de rotonde bij Hoogkerk wordt vermeden. In de stad is de inzet in deze collegeperiode de busbaan parallel aan de Koeriersterweg te realiseren en de planvorming voor het gedeelte tussen de Paterswoldseweg en het Emmaviaduct af te ronden. 321 o In 2010 heeft de raad het stedenbouwkundig ontwerp van het busbaantracé voor de HOV-as West 3e fase (Paterswoldseweghoofdstation) vastgesteld. In overeenstemming met de subsidievoorwaarden is de uiterste opleverdatum 31 december 2012. In juli 2011 heeft de raad daartoe het ontwerp bestemmingsplan vastgesteld. Recent is duidelijk geworden dat ProRail aanvullende eisen stelt ten aanzien van het ontwerp, waardoor de planning niet haalbaar lijkt. In nader overleg met ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zullen afspraken moeten worden gemaakt over de vervolgprocedure.322 HOV-as Kardinge heeft een snelle busverbinding via het Oosterhamriktracé met veel reizigers. Omdat een tram naar Kardinge is gepland na 2020 en de wens leeft om de bussen van de Grote Markt te halen bij de komst van de tram, worden mogelijkheden voor een kwaliteitssprong op dit tracé verkend. Deze kwaliteitssprong kan door de realisatie van comfortabele haltevoorzieningen, de inzet van nieuw materieel en het verbeteren van de reisinformatie. Hierdoor krijgt deze verbinding de kwaliteiten van een HOV-as. 323 Milieuvriendelijk materieel - Het materieel, de ‘hardware’ van bussen, trams en treinen bepaalt in grote mate kwaliteit en imago van het openbaar vervoer. Daarom wordt ingezet op goed, schoon en modern materieel dat comfortabel vervoert en het milieu minimaal belast. Met de recent verleende concessies voor bus- en regionaal treinvervoer is op dit gebied al een hele moderniseringsslag gerealiseerd. In de nieuw te verlenen concessie voor het stads- en streekvervoer (2009) worden de eisen aan de emissie van de bussen verder aangescherpt. De vervoerder wordt zo verplicht schone en energiezuinige bussen in te zetten. 324 Dynamisch reisinformatiesysteem op belangrijke haltes: o Eind 2008 zijn we in samenwerking met het OV Bureau GroningenDrenthe gestart met de uitvoering van dynamische reisinformatie (DRIS). Sinds december 2009 zijn alle bussen van Qbuzz met de benodigde navigatie en communicatieapparatuur uitgerust. In juni 2011 heeft de raad het Meerjarenplan DRIS vastgesteld, waarbij we 150, van
Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010.
83
o
de in totaal 500, bushaltes in de stad Groningen van DRIS panelen voorzien325. In 2011 hebben we de planvorming voor DRIS panelen op de haltes grotendeels afgerond. In 2012 starten we met de uitvoering van de eerste fase (ca. 30 DRIS panelen)326.
Busdoorstroming Europaweg In 2010 hebben we onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de doorstroming voor het openbaar vervoer richting de stad/UMCG over de Europaweg te verbeteren. Er is gekozen voor een oplossing van een aparte bus voorziening stad in en stad uit. Voor (een deel van) de dekking van dit project zijn RSP middelen gereserveerd327. Planvorming in 2011 en 2012, realisatie tweede helft 2012328. Halteplan toegankelijkheid Het toegankelijk maken van bushaltes, in combinatie met inzet van lage vloerbussen, maakt het openbaar vervoer in de stad beter toegankelijk voor ouderen, gehandicapten en ouders met kinderwagens. Conform landelijke afspraken en het provinciale halteplan maken wij 420 van de 650 haltes in de stad (65%) uiterlijk voor 2015 toegankelijk329. In 2012 maken wij ongeveer 40 haltes toegankelijk. Dit brengt het totaal aan toegankelijke haltes op ca. 200 haltes330. C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Herinrichting van het stationsgebied Een betere inrichting leidt tot minder bus bewegingen en een kortere verblijfstijd van de bussen. Dit heeft een positief effect op de emissie, maar dit effect is relatief beperkt ten opzichte van de inzet van schonere bussen. Aanpassing routering bussen Minder bussen langs het station betekent minder emissies. (zie ook hierboven). Uitvoering maatregelen: Herinrichting van het stationsgebied Eind 2009 zijn de gemeente Groningen, de provincie Groningen, de Rijksoverheid, Prorail en NS Poort overeen gekomen het Groningse stationsgebied verder te ontwikkelen. Het gaat onder andere om het verbeteren en aantrekkelijker maken van de aanloop- en aanrijdroutes van het station naar de binnenstad en het aantrekkelijker maken van het stationsgebied en het station zelf. Daarnaast zal een uitbreiding plaatsvinden van de tramlijn en een uitbreiding van regionale treintrajecten. Vanaf 2011 is de gemeente gestart met de planuitwerking. D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: 325 326 327 328 329 330
Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012 Ontwerpbegroting_2012
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Groningen. Groningen. Groningen. Groningen. Groningen. Groningen.
84
Uitvoering maatregelen: Fietsbeleid Door het ruimtelijk beleid van de afgelopen decennia is Groningen een compacte stad gebleven. De locaties waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd wordt liggen dicht bij elkaar. Hierdoor zijn de afstanden tussen deze locaties kort (maximaal 5 à 7 km) en zijn ze bij uitstek te befietsen (circa 20-30 min). Door de verkeerscirculatie in de binnenstad is autoverkeer dwars door de binnenstad niet mogelijk. Hierdoor is de fiets op veel relaties sneller dan de auto331. Met veel bouwprojecten in de bestaande stad - voorgenomen in ‘Intense Stad’ en Nieuw Lokaal Akkoord - zetten we dit ruimtelijk beleid voort. Het hart van onze nieuwste wijk Meerstad ligt op 7 km van het centrum. Dit ligt tegen de grens van de natuurlijke fietsafstand, daarom zullen we meer moeite moeten doen de ‘Meerstedelingen’ te verleiden op de fiets van en naar de binnenstad te gaan. Denk daarbij aan snelle en directe hoogwaardige fietsverbindingen van en naar Meerstad. Hiervoor wordt een tunnel onder het Euvelgunnetracé gerealiseerd ter hoogte van Eemspoort. Op langere termijn staat een fietsbrug gepland over het Euvelgunnetracé ter hoogte van Driebond332. Fietspadennetwerk: o In de jaren 90 is fors geïnvesteerd. Op basis van de Fietsnota uit 2000 is recent hard gewerkt aan nieuwe fietspaden en -stroken, zijn betegelde fietspaden geasfalteerd, is fietsbewegwijzering aangebracht en zijn grote projecten als de Antwerpentunnel en de Walfridusbrug opgeleverd. De plannen voor fietsbruggen over het Reitdiep (ACM) en Aduarderdiep (Leegkerk) zijn inmiddels uitgewerkt, en straks kunnen fietsers gebruikmaken van de nog te realiseren Berlagebrug en de Sontbrug333. o Te midden van een duurzame belangstelling uit binnen- en buitenland voor ons fietsbeleid zijn we in 2002 uitgeroepen tot Fietsstad van Nederland. Maar het echte succes is natuurlijk dat de fiets in Groningen een groot aandeel (>50%) heeft in alle verplaatsingen. Dit succes willen wij behouden en uitbouwen. Daarvoor is blijvend investeren in fietsvoorzieningen nodig. De komende periode hebben we daarvoor ruim € 6 mln. eigen middelen beschikbaar en € 4 mln. vanuit de Brede Doeluitkering. Hiervoor gaan we een fietsbrug over het Reitdiep ter hoogte van de noordelijke ringweg realiseren, enkele nieuwe fietspaden en - stroken aanleggen en de kwaliteit van bestaande (nu nog betegelde) fietspaden verbeteren. Bij de herinrichting van de diepenring (zie ook hoofdstuk 5) is nadrukkelijk aandacht voor de veiligheid en het comfort van de fietser. Bij het nog te realiseren NS-station Europapark komt een brede fietstunnel zodat het station zowel vanuit De Linie als Helpman goed bereikbaar is. Ook blijven we zoeken naar mogelijkheden om fietsers bij verkeerslichten meer groen licht te geven334. o Op de fietspaden tussen stad en regio is winst te behalen. Samen met onze partners in de regio Groningen-Assen wordt gewerkt aan verbetering. Zo wordt binnenkort een hoogwaardige fietsverbinding tussen Zuidhorn en Groningen gerealiseerd en wordt de fietsverbinding met Hoogezand aangepakt. Een hoogwaardige verbinding met EeldePaterswolde is onderwerp van studie335. Fiets promoten Een andere speerpunt betreft het promoten van de fiets. Met het groeiend besef van klimaatverandering en het belang van leefstijl (meer bewegen) willen wij het
331 332 333 334 335
Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010.
85
fietsgebruik als oplossing binnen handbereik presenteren. Diverse vormen van presentatie en promotie worden in deze beleidsperiode uitgewerkt en toegepast336. Fietspaden/routes De fiets heeft als vervoermiddel onbetwiste voordelen en draagt bij aan een duurzame stad. Het hoge aandeel van de fiets in de stedelijke mobiliteit willen we behouden of zelfs vergroten. Dat doen we door337: o het fietsnetwerk zo compleet, verfijnt en comfortabel mogelijk te maken; o tegelpaden te asfalteren; o nieuwe fietsbruggen, -paden en -stroken aan te leggen; o verkeerslichten fietsvriendelijker af te stellen. Wat willen we bereiken? 338 o Het fietsgebruik in en naar de stad maximaliseren. o Subdoelen: verkorten van de reisafstand en -tijd door verfijning en opheffing van ontbrekende schakels in het fietsnetwerk; comfortabele en veilige fietspaden; goede doorstroming voor fietsers. Het aantal fietsers binnen de ringwegen is in 2010 ten opzichte van 2000 met circa 23% gestegen. Overigens was het aantal geregistreerde fietsers op het binnen cordon in 2009 hoger dan in 2010. Zeer waarschijnlijk was dit een gevolg van meer regenval in de herfst en de lange en strenge periodes van winterse omstandigheden aan zowel het begin als einde van 2010. 339 De uitvoering van de fietsnota 2000 en de Op Stap Maatregelen zijn bijna afgerond. Daarmee verschuift langzaam de focus in het fietsprogramma van de aanleg van nieuwe infrastructuur naar de kwaliteit en doorstroming op dezelfde fietspaden en routes.340 Wat gaan we hiervoor doen? o Fietsbrug Plataanlaan341 Door het ontbreken van een fietsverbinding tussen de Pleiadenbrug en de Professor Uilkensbrug en de realisatie van woningen in De Held, Gravenburg en Reitdiep hebben we in de Fietsnota 2000 een brug parallel aan de Noordelijke Ringweg (Plataanlaan) als ontbrekende schakel in het fietsnetwerk opgenomen. Met de aanleg van deze fietsbrug over het Reitdiep ontstaat een snellere verbinding tussen Vinkhuizen en omgeving en Zernike en omgeving. De uitvoering is gestart. We verwachten de fietsbrug eind 2011 op te leveren. o Fietspad langs de Noordelijke Ringweg342 Aansluitend op de nieuwe fietsbrug Plataanlaan leggen we een fietspad aan tussen de Aquamarijnstraat en de Bedumerweg. Aan de zuidzijde van de Noordelijke Ringweg maken we deze fietsroute aan vanaf het Jaagpad langs het Reitdiep tot aan de Iepenlaan. Samen met de fietsbrug Plataanlaan ontstaat zodoende een directe verbinding tussen Vinkhuizen, Zernike, Paddepoel en Selwerd. We verwachten eind 2012 het fietspad op te leveren. o Fietspad langs spoorlijn Groningen-Sauwerd343 Het fietspad langs de spoorlijn Groningen-Sauwerd tussen de Walfridusbrug en de ACM-fietsbrug is een ontbrekende schakel in ons fietsnetwerk. Door deze route te realiseren, maken we een 336 337 338 339 340 341 342 343
Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen.
86
o
o
directere verbinding mogelijk tussen Winsum, Adorp, Sauwerd en de (binnen-)stad en tussen de noordelijke stadswijken onderling. Als eerste stap naar een volledige fietsroute langs het spoor, beginnen we met de aanleg van het gedeelte tussen de ACM-fietsbrug en de Kerklaan. We verwachten eind 2012 het fietspad op te leveren. Fietspaden Duinkerkenstraat en Antwerpenweg344 In zowel de fietsnota ‘Stap op! Fietsmaatregelen 2007-2008’ als de fietsnota ‘Stap op! Fietsmaatregelen 2009-2010’ is de aanleg van fietspaden langs de Antwerpenweg en de Duinkerkenstraat opgenomen. Deze fietspaden sluiten aan op het recent gerealiseerde fietspad langs de Bornholmstraat en het fietspad richting Hoogezand. We verwachten eind 2011 de fietspaden op te leveren. Fietsroute Plus345 De provincie Groningen en Regio Groningen-Assen stimuleren het gebruik van de fiets op afstanden tot 15 km. De provincie realiseert op een aantal plaatsen daarom zogenaamde Fietsroutes Plus. Dit is een hoogwaardig fietspad, qua comfort, wegbreedte en doorstroming. Het betreffen provinciale projecten, waarbij de gemeente nauw is betrokken. In het provinciaal collegeprogramma 2011 is nieuwe prioriteit gegeven aan de fietsroute plus GroningenTen Boer en Groningen-Winsum. Uitvoering fietsroutes Groningen-Zuidhorn (gereed) en Bedum (start). Planvorming van fietsroutes Groningen-Ten Boer en Groningen-Winsum.
D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Fietsen stallen Het aantal gestalde fietsen in de openbare ruimte is de afgelopen jaren fors toegenomen. Conflicten ontstaan met andere belangen zoals ruimte voor voetgangers, hulpdiensten en rolstoelgebruikers. Bij het hoofdstation hebben we deze problematiek grondig aangepakt met het Stadsbalkon, maar ook in de binnenstad en de oude wijken nemen gestalde fietsen een dominante positie in. Met het project ‘Stadsfietsen’ worden oplossingen voor de binnenstad gezocht. Voor de oude wijken onderzoeken we de mogelijkheden van een fietsparkeernorm waarop bouwplannen worden getoetst (net als bij het auto parkeren), het liefst gecombineerd met een vlotte verwijdering van weesfietsen. Duidelijk is in elk geval dat er meer stallingsmogelijkheden moeten komen, inpandig en op straat 346. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat bewaakte fietsenstallingen niet kostendekkend draaien. Hun bestaansrecht komt dan ook niet voort uit bedrijfeconomische motieven, maar de stallingen vervullen een rol voor specifieke fietsersdoelgroepen: veelal ouderen, werknemers in de binnenstad en bezitters van nieuwe/dure fietsen. Om ook deze fietsers welkom te blijven heten in de binnenstad starten wij met een proef om gedurende een half jaar het bewaakt stallen in de binnenstad gratis aan te bieden. Deze trend is ook in andere steden zichtbaar en ons Stadsbalkon kan als voorbeeld worden beschouwd. Nieuwe
344 345 346
Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010.
87
347 348 349 350 351 352 353 354
systemen van automatische fietsenstallingen reduceren de kosten ten opzichte van bemenste stallingen347. Groningen kent ’s morgens een grote ingaande en ’s avonds een grote uitgaande pendel. Maar ook een flink aantal Stadjers pendelt omgekeerd: ’s ochtends de stad uit, ’s avonds terug. Voor deze groep wordt verkend waar goede fietsenstallingen mogelijk zijn. Vooralsnog concentreren we ons hierbij op drukke opstappunten (halteplaatsen regionale buslijnen, P+R-terreinen en nabij de toeritten van autosnelwegen). Denk aan locaties zoals de A28/Laan Corpus den Hoorn, de Verlengde Hereweg (Helpman), het Overwinningsplein en de toekomstige P+Rterreinen Hoogkerk en Europapark348. In 2010 bedroeg het aantal gestalde fietsen in de binnenstad-stallingen ongeveer 191.000. Ten opzichte van 2009 was sprake van een lichte daling, voornamelijk als gevolg van de sluiting van de bewaakte fietsenstalling bij de V&D (Rode Weeshuisstraat). Op 8 april 2011 is de nieuwe stalling in de Peperstraat, vooral bedoeld voor nachtelijke stappers, met 200 plekken geopend. We verwachten dat hierdoor het aantal gestalde fietsen in de binnenstad-stallingen de komende jaren weer toeneemt349. Fietsparkeren Binnenstad: o Door de verwachte toename van het aantal fietsers zal de parkeerdruk van fietsen in de openbare ruimte blijven toenemen. Daarom vinden we het noodzakelijk om een Deltaplan Fiets Binnenstad te ontwikkelen, een maatregelenpakket wat we snel kunnen uitvoeren en daarna in pilots maatwerk te leveren. Het Deltaplan Fiets Binnenstad wordt in het najaar 2011 aan uw raad ter besluitvorming voorgelegd. Het spreekt voor zich dat we de ambitie vasthouden om in Nederland een voortrekkersrol te blijven vervullen in de wijze waarop de fiets wordt ingepast in de stad350. o Afronding planvorming in 2011, start uitvoering van het maatregelenpakket eind 2011 en in 2012351. Fietsparkeren Hoofdstation o De druk van het fietsparkeren in het stationsgebied is nog steeds hoog. Substantiële uitbreiding van fietsenstallingen is op korte termijn niet te realiseren binnen de aanwezige ruimte. Daarom proberen we zo goed mogelijk de beschikbare voorzieningen voor stalling te benutten, onder andere door in het Stadsbalkon mee te doen aan de pilot ‘handhaving en benutting fietsenstallingen’. Ook gaan we op zoek naar beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Voor de langere termijn zoeken we naar een forsere uitbreiding van het aantal stallingplaatsen352. o Afronding en evaluatie van de pilot ‘handhaving en benutting fietsenstallingen’ in het Stadsbalkon in het najaar 2011. De evaluatie bepaalt of en hoe we verder gaan in 2012 om de stallingen beter te benutten. Daarnaast wordt in de tweede helft van 2011 het aantal stallingplaatsen in het stationsgebied uitgebreid353. Fietsenstalling Station Europapark o We verwachten in de toekomst dat veel treinreizigers het station Europapark gaan gebruiken in plaats van het hoofdstation. Een hoogwaardige fietsparkeervoorziening op het station Europapark kan de fietsparkeerdruk op het hoofdstation verlichten. De realisatie van een ondergrondse fietsenstalling wordt bij de bouw van het station Europapark meegenomen354.
Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Duurzame_mobiliteit_Beleidsnota_Verkeer_en_Vervoer_2007-2010. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen.
88
o
De fietsenstalling is december 2012, op het moment dat het station Europapark in functie is, operationeel355
Fietsparkeren bij bushaltes o In totaal beschikt Groningen over ongeveer 650 bushaltes. Bij een gedeelte hiervan is in meer of mindere mate sprake van fietsparkeerproblemen. We pakken bij een aantal veelgebruikte bushaltes de stallingsmogelijkheden aan, zodat ook de schakel tussen bus en fiets verbetert. We beginnen met drie veelgebruikte bushaltes: Europaweg ter hoogte van de Griffeweg (stad-uit); Edelsteenlaan ter hoogte van de Diamantlaan; Van Ketwich Verschuurlaan ter hoogte van de A28 (stad-uit). o De aanpak van stallingsmogelijkheden bij drie veelgebruikte bushaltes vindt plaats in de eerste helft van 2012.
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Resultaten NSL Monitoring 2011356 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Groningen op alle locaties wordt voldaan aan de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden voor PM10 en NO2. In de gemeente is dus geen sprake van overschrijdingen en voldoet daarmee aan de eisen voor stikstofdioxide en fijn stof.
355 356
Ontwerpbegroting_2012 Gemeente Groningen. NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
89
Gemeente Breda357 Luchtkwaliteit Breda Net als in de rest van zuid Nederland voldoet de luchtkwaliteit voor wat betreft fijn stof en NO2 in Breda niet overal aan de normen. De overschrijdingen zijn voor een groot deel te wijten aan de hoge achtergrondconcentratie. Daarnaast is het verkeer de belangrijkste lokale bron van luchtverontreiniging. Op straatniveau liggen er knelpunten bij de autosnelwegen, delen van de Noordelijke en Zuidelijke rondweg, de toegangswegen naar de Singelroute (onder andere Ettensebaan, Graaf Hendrik III laan, Tilburgseweg) en de Singelroute zelf. Er zijn allerlei maatregelen te bedenken om de luchtkwaliteit te verbeteren. De gemeente wil met de aanpak van de luchtverontreiniging in het luchtkwaliteitsplan doen wat ze kan doen. De gezondheid van de burgers en een beter woon- en leefmilieu spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast gaat Breda voor integrale oplossingen zodat 'het mes aan twee kanten snijdt'. We stellen maatregelen voor die niet alleen gunstig zijn voor de luchtkwaliteit maar ook voor andere aspecten zoals verkeersveiligheid, bereikbaarheid en het terugdringen van het verkeerslawaai. Verlenging Luchtkwaliteitsplan De Gemeente Breda is bezig358 met de maatregelen uit het 'Luchtkwaliteitplan (Fijn) stof tot nadenken, 2006-2009'. Dit plan is verlengd tot en met 2014 en omvat o.a. maatregelen gericht op milieuzonering. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
357
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: y. monitoring van het NSL, dan wel z. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel
aa. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 358
Beleid: Luchtkwaliteit in Breda.
90
A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Milieuzones De gemeente Breda heeft deelgenomen binnen de pilot naar het instellen van een milieuzone voor vrachtwagens in B5-verband. De uitkomsten van deze pilot worden gebruikt bij het implementeren van de milieuzones in Breda. Uitvoering maatregelen: Milieuzone vrachtverkeer Breda heeft sinds 2007 een milieuzone voor vrachtverkeer. De randvoorwaarden voor de milieuzone liggen vast in een landelijk convenant. Dit convenant heeft een looptijd tot 1 januari 2014. Het college van Breda heeft in juni 2013 besloten dit te verlengen tot 1 januari 2015359. Er vinden geen inhoudelijke wijzigingen plaats. Hiermee is aangesloten bij andere gemeenten met een milieuzone, bij de looptijd van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit en een verzoek van de brancheorganisaties EVO en TLN. Geen milieuzone bestelwagens Daarnaast is in overeenstemming met de andere B5-gemeenten besloten de milieuzone niet te laten gelden voor bestelwagens360: o In december 2009 heeft de gemeente Breda een intentieverklaring milieuzone bestelverkeer ondertekend. Daarin zijn stappen opgenomen voor gemeenten om na te gaan of de invoering van een milieuzone voor bestelverkeer meerwaarde heeft voor de eigen stad. Na onderzoek is gebleken dat die meerwaarde er niet is. De hoge kosten en het relatief geringe effect leiden tot die conclusie. Ook de resultaten voor Breda van een landelijk voorgeschreven monitoringsprogramma voor luchtkwaliteit onderstrepen dit. o Wel wordt de inzet op een stedelijk distributieprogramma vergroot om de luchtkwaliteit in Breda verder te verbeteren. o Tussen de gemeenten Amsterdam, Utrecht en Rotterdam en het bedrijfsleven is nog wel overleg gaande over de mogelijke invoering van een milieuzone voor bestelverkeer. Na de zomer komt hierover meer duidelijkheid. B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
359 360
Persbericht Milieuzone in Breda verlengd tot 1 januari 2015. Persbericht Milieuzone in Breda verlengd tot 1 januari 2015.
91
C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schoon gemeentelijk wagenpark De gemeente Breda beschikt over circa 150 voertuigen zoals vuilniswagens, vrachtauto’s, tractoren, veegwagens, (bestel)auto’s en dienstauto’s van B&W. De komende jaren zullen worden benut om een wagenparkscan uit te voeren om alle aspecten die gemoeid zijn met het inrichten van een schoon gemeentelijk wagenpark in beeld te krijgen. Daarnaast zal er onderzoek worden gedaan naar de haalbaarheid van een aardgas vulpunt, waar ook andere vervoerders gebruik van kunnen maken. De uitkomsten van de wagenparkscan worden meegenomen bij de aanschaf van nieuwe voertuigen. Ook legt de gemeente contact met andere grote vervoerders (bijvoorbeeld taxibedrijven) om deze te stimuleren ook een schoon wagenpark te realiseren. Schoon openbaar vervoer Schoon openbaar vervoer kan bijvoorbeeld bereikt worden door de bus op aardgas te laten rijden. Het verdient aanbeveling om te kiezen voor een uniform systeem voor aardgas dat ook in B5-verband draagvlak heeft. De gemeente treedt in overleg met de provincie over de inzet van aardgasbussen in Breda. Uitvoering maatregelen: C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Fietsmaatregelen en vervoersmanagement De kern van een succesvol fietsbeleid is het verbeteren van de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto. Het verbeteren van de fietsvoorzieningen speelt hierbij een belangrijke rol. Door middel van vervoersmanagement kan het autogebruik onder werknemers worden teruggedrongen. Voorbeelden hiervan zijn het stimuleren van het openbaar vervoer en/of fietsgebruik door een financiële vergoeding (volledige reiskostenvergoeding voor OV, fietsplan) of het regelen van collectief vervoer door de werkgever zelf (bijvoorbeeld bussen tussen het station of nabij gelegen plaatsen). De gemeente gaat ontbrekende schakels in het fietspadennet aanleggen. Er komen nieuwe stallingen op cruciale punten (niet alleen in de binnenstad, maar mogelijk ook in omliggende woon/winkelcentra. De gemeente investeert in de 92
verbetering van oversteekplaatsen voor fietsers en verbetert hiermee de verkeersveiligheid. Er komen kortere wachttijden voor fietsers bijvoorbeeld door groen licht of voorrang op bepaalde kruisingen. De gemeente legt contact met grote werkgevers, zoals Amphia ziekenhuizen, NHTV en Avans Hogeschool om vervoersmanagement in te zetten. Uitvoering maatregelen: Fietsbeleid algemeen Bij (grootschalige) ontwikkelingen in de stad, zoals de bouw van nieuwe wijken en het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer, worden fietsvoorzieningen al nadrukkelijk meegenomen361. Daar waar de fiets niet integraal in een groter project is opgenomen, moeten aparte fietsprojecten worden gemaakt. Hiervoor is in het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2007 € 640.000,– opgenomen (fietsen voetgangersprojecten). Voor de periode tot 2010 is een meerjarenprogramma Fiets samengesteld362. Infrastructuurprojecten 2007 Voor 2007 stonden onderstaande projecten op de planning363: Zwarte Dijk, realisatie in 2007, dekking grotendeels uit budget landinrichting en cofinanciering. Fietspad Langs Zuidelijke Rondweg ter hoogte van de Dr. Batenburglaan (inclusief aanpassingen oversteken bij Mastbosstraat en Diaconessenweg), realisatie 2007, dekking. Ombouw naar tweerichtings fietspad tussen Konijnenberg en Emertunnel Verbeteren fietspad Nieuwe Kadijk ter hoogte van het spoorviaduct, realisatie in 2007, dekking uit investeringsprogramma verkeer en vervoer. Aanbrengen midden geleiding in fietspad Noordelijke Rondweg ter hoogte van Garage Vriens, realisatie in 2007, dekking uit verkeersveiligheidsbudget (black spots) en co-financiering. Heerbaan-oostzijde, Ettense Baan, Marialaan en Zwijnsbergenstraat-noordzijde tegels vervangen door asfalt en deels functionele aanpassingen (twee richtingen, inrit constructies), gerealiseerd in 2006/2007, dekking uit onderhoudsbudget en co-financiering. Onderzoek of voetpaden langs AA of Weerijs (omgeving Zaartpark) en Mark (omgeving Boeimeerpark) geschikt te maken zijn voor de fiets. Zo ja, start realisatie in 2007, dekking uit het uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer. 2e fase brommers op rijbaan (zie § 3.3.2), realisatie in 2007, dekking uit het uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer. Verbeteren fietsvoorzieningen Strijbeekseweg (onderhoudsbudget), realisatie in 2008. Aansluiting Groenstraat – Leursebaan, verbetering oversteek Leursebaan door aanleg vluchtheuvel en aanpassing bocht in de Leursebaan, realisatie in 2007, dekking uit voorbeeld fietsroute Breda – Etten Leur. Perspectief infrastructuur na 2007 • Het perspectief aan maatregelen na 2007 is breder dan alleen de ontbrekende schakels die in 2007 worden aangepakt. Het gaat hierbij om het totaal aan te scheppen voorwaarden om fietsverplaatsingen te faciliteren364. • Quick wins365
361 362 363 364 365
fietsnota fietsnota fietsnota fietsnota fietsnota
fietsen, fietsen, fietsen, fietsen, fietsen,
net net net net net
zo zo zo zo zo
makkelijk makkelijk makkelijk makkelijk makkelijk
93
Meeliften met projecten van andere vakafdelingen, waardoor op een snelle, eenvoudige en goedkopere manier fietsfaciliteiten gemaakt kunnen worden. Een jaarlijkse werk-met-werk lijst kan hieraan bijdragen. Potentiële projecten366 o Bewegwijzeringsplan o
•
Stimuleringsprojecten367 Onderzoek naar de mogelijkheden en noodzaak van het gratis aanbieden van bewaakte stallingen, tijdelijk bij evenementen of permanent. Benaderen grote werkgevers om de regeling fiscaal voordelig aanschaffen van de fiets voor woon-werk verkeer onder de aandacht te brengen. Bevorderen van het gebruik van bedrijfsfietsen. Uitbreiding bestaande acties bij scholen naar andere leeftijdscategorieën. Op dit moment richten de acties bij scholen zich in hoofdzaak op jongere kinderen met specifiek aandacht voor veiligheid. Uitbreiding naar andere leeftijdscategorieën geeft nieuwe kansen; “fietsen = Cool” en “Pimp my Bike”. Het is cruciaal om de juiste toon te vinden voor deze doelgroepen. Tijdens week van de vooruitgang extra aandacht voor de fiets. Sportclubs en sportscholen benaderen. Veel autoritten naar deze voorzieningen lijken vervangen te kunnen worden door fietsritten gezien de afstand en tijdsduur. Het is veiliger om op de fiets naar huis te rijden dan met de auto. Fietser belonen, financieel en/of in natura. Denk bij dit laatste aan gratis kleine reparaties (zoals verlichting), uitdelen batterij verlichting of andere gadgets. Aandacht voor de bereikbaarheid per fiets bij evenementen. Aandacht voor fietsparkeren bij evenementen, dit gebeurt door het plaatsen van mobiele stallingen. Speciale aandacht voor mensen uit andere culturen. In Nederland is fietsen normaal. Je bent geen “loser” als je fietst. Aandacht voor de fiets in inburgeringen emancipatie programma’s. “Witte fietsen”. Een aantal (buitenlandse) steden test op dit moment het concept van leenfietsen of goedkope huurfietsen. Er zijn verschillende concepten, maar allen lijken ze op het witte fietsenplan zoals dat in de jaren 60 voor Amsterdam is uitgedacht. De vraag is of een dergelijk concept op dit moment in Breda levensvatbaar is. In de toekomst is de kans groter door mogelijk een slechtere autobereikbaarheid van de binnenstad, hogere parkeertarieven en de komst van transferia. De mogelijkheden voor witte fietsen worden onderzocht. Onderzoeken of nieuwe technieken een rol kunnen spelen in het bevorderen van het fietsgebruik. Denk hierbij aan routeplanners, GPRS en ander IT toepassingen. Privaat-publieke samenwerking. De zorg voor de uitvoering van het verkeersbeleid, zowel in fysieke zin als infrastructuur als in de promotiesfeer (stimulering), ligt op dit moment bijna helemaal in handen van de overheid. De gemeente bekijkt of het bedrijfsleven hierin een rol kan spelen, van gezamenlijke acties tot subsidies en sponsoring. Reclamefietsen, het bedrijfsleven stelt fietsen beschikbaar met reclame of geeft korting bij het maken van reclame. Onderzoeken of uitbreiding van de service bij stallingen als bezorgdienst en uitleenfietsen mogelijk is. Voorbeeldfunctie gemeente. Dit aspect is in het gesprek met de stad genoemd. Dit is een punt dat aandacht behoeft. Enerzijds komt de communicatie rondom de fiets beter tot zijn recht als de ontvanger ziet dat de gemeente ook in haar eigen gedrag de fiets serieus neemt. Anderzijds heeft de gemeente meer beleidsdoelen dan alleen het bevorderen van het fietsverkeer. Communicatie moet geloofwaardig zijn. Fietscoördinator. Hierboven wordt een groot aantal acties genoemd waarbij samenwerken tussen verschillende partijen aan de orde is. Dit is een nieuw 366 367
fietsnota fietsen, net zo makkelijk fietsnota fietsen, net zo makkelijk
94
element waar veel winst is te halen. Het is voor de vele betrokkenen duidelijk als er één aanspreekpunt is als “het over de fiets gaat”. Van de andere kant is het ook efficiënt als één persoon overzicht heeft van alle acties, reconstructies, campagnes en andere zaken betreffende de fiets bij alle betrokkenen. Fietscoördinatie zou een element in een functieomschrijving van één of twee formatieplaatsen bij de Gemeente Breda kunnen zijn. Fietsroutes een naam geven, bijvoorbeeld de Etten-Leur route, maar ook meer poëtische namen zijn denkbaar. Consequente, herkenbare, vormgeving voor fietsroutes. Eventueel met behulp van kunstuitingen.
D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Zie D1. Uitvoering maatregelen: Perspectief infrastructuur na 2007 • Het perspectief aan maatregelen na 2007 is breder dan alleen de ontbrekende schakels die in 2007 worden aangepakt. Het gaat hierbij om het totaal aan te scheppen voorwaarden om fietsverplaatsingen te faciliteren368. • Quick Wins369 o Vrije stallingplaatsen (straatparkeren) realiseren in de binnenstad. Dit kan op allerlei innovatieve manieren, zoals eenvoudig te (ver)plaatsen stallingplaatsen op plekken die soms ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Dit kan ook door te inventariseren welke beschikbare ruimtes er in de binnenstad zijn en daar stallingplaatsen te realiseren. • Potentiële projecten370 o Nieuwe bewaakte stalling(en) in de binnenstad o Straatparkeren, al dan niet innovatief, bij woningen, wooncomplexen en winkelcentra o Parkeergelegenheid bij voorzieningen als zorginstellingen en scholen. Bij scholen mag er geen beperking zijn in het fietsgebruik als gevolg van een tekort aan stallingplaatsen. o Stallingplaatsen bij centrale bushaltes (knooppunten) en bij haltes met relatief grote loopafstanden naar de bestemming (met name in de dorpen en het buitengebied) o Integratie van de fiets in mogelijk te ontwikkelen transferia D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Resultaten NSL Monitoring 2011371 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Breda de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide te hoog is op de volgende locaties: Tolbrug ter hoogte van kruispunt Haven Markendaalseweg ter hoogte van Bleekstraat A16 gebied tussen oprit Ettenselaan en fly-over Backer en Kuebweg A27 gebied tussen Galgeveld en Kalix Berna 368 369 370 371
fietsnota fietsen, net zo makkelijk fietsnota fietsen, net zo makkelijk fietsnota fietsen, net zo makkelijk NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
95
Op deze locaties komt de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 in 2011 ruim boven de wettelijke grenswaarde 40 µg/m3 uit. De problemen in de binnenstad zijn echter verminderd ten opzichte van 2010. Dat betekent dat de gemeten concentraties zijn gedaald van meer dan 42,5 µg/m3 naar concentraties tussen 40,5 en 42,5 µg/m3. Op sommige locaties is een daling te zien van waarden tussen 40,5 en 42,5 µg/m3 naar 35 en 38,5 µg/m3. In 2011 voldoet de gemeenten nog niet aan de grenswaarde op de volgende locaties: Tolbrug, Markendaalseweg, A16 ter hoogte van fly-over Backer en Kuebweg. Het gebied rond de A27 ter hoogte van Galgeveld tot aan Kalix Berna kent een jaargemiddelde concentratie NO2 die net onder de norm ligt. Dit is dus een risicogebied. De gemeente verwacht de knelpunten in de binnenstad en rond de snelwegen in 2015 te hebben opgelost. Op de knelpunten wordt dan voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor NO2. In de gemeente Breda blijven de jaargemiddelde fijn stof concentraties onder de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden. De gemeente voldoet daarmee aan de eisen rondom fijn stof.
96
Gemeente Nijmegen372 Luchtkwaliteit in Nijmegen In 2005 is het Uitvoeringsprogramma Verbetering Luchtkwaliteit Nijmegen 2005 - 2010 opgesteld. Uit de evaluatie van het programma in 2010 bleek dat nog niet alle knelpunten in Nijmegen zijn opgelost. Het is een landelijk beeld dat luchtknelpunten in 2010 niet overal opgelost zullen zijn ondanks het uitvoeren van maatregelen. Gemeente Nijmegen wil duidelijk zijn in wat zij doet om luchtknelpunten weg te nemen. De gemeente heeft daarom een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld. De luchtkwaliteit wordt op verschillende manier binnen de grenzen van de gemeente aangepakt. Bijvoorbeeld in het kader van het NSL, klimaatplan, luchtmaatregelen in bestemmingsplannen, mobiliteitsplannen (bijv. Verkeersbesluit Waalsprong). Deze maatregelen zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Hoogwaardig openbaar vervoer (tram) Aanleg tram door Nijmegen; Heijendaal - Plein’44 en Plein’44 – Bemmel. Eventuele aanleg vanaf 2013 voor Heijendaal – Plein’44. Plein’44 – Bemmel eventueel vanaf 2016. Uitvoering maatregelen: Hoogwaardig openbaar vervoer:373 Om de regionale verplaatsingen beter te kunnen bedienen, wordt StadsregioRail ontwikkeld. StadsregioRail voorziet in meer regionale treinen per uur en extra stations op de verbinding tussen Duiven, Arnhem, Nijmegen en Wijchen. In Nijmegen gaat het om een definitief station Lent, een nieuw station Nijmegen Goffert en het bestaande station Nijmegen Dukenburg. Wij willen dat er direct bij de opening van station Goffert vier treinen per uur per richting stoppen. Ons streven is om deze op langere termijn alle vier door te laten rijden naar Oss / Den Bosch, maar daarvoor is capaciteitsuitbreiding nodig, zoals verbreding van de brug bij Ravenstein. Bovendien onderzoeken wij de haalbaarheid van een station bij Ressen. In aanvulling op StadsregioRail, ontwikkelen we een netwerk van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV). HOV bedient de belangrijkste knooppunten en bestemmingen in Nijmegen en omgeving en is vooral geschikt voor afstanden tussen 3 en 10 km. De stadsregio heeft zes te ontwikkelen regionale HOV-lijnen vastgelegd en dat netwerk is ook in de Nijmeegse gemeenteraad vastgesteld. 372
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: bb. monitoring van het NSL, dan wel cc. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel dd. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 373 Nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar, oktober 2011
97
Deze HOV-lijnen verbinden de belangrijkste economische knooppunten en bestemmingsgebieden met de grote herkomstgebieden in en buiten Nijmegen: Bemmel, Beuningen, Malden en Groes. Bij verkeerslichten kan het HOV bij voorkeur ongehinderd doorrijden, of ondervindt een gemiddelde vertraging van maximaal 10 seconden. Het comfort is hoog en de uitstraling is aansprekend. Het HOV verbindt de belangrijkste knooppunten en bestemmingen met de belangrijkste herkomstgebieden. Op een aantal punten biedt het HOV aansluiting op StadsregioRail en op het autonetwerk, zodat een aantrekkelijke P+R-locatie ontstaat beek/Kleve. Bij de transferia is ook de overstap tussen fiets en HOV van belang. De HOV-haltes zijn uitgerust met een goede wachtruimte, dynamische reizigersinformatie, goede verlichting en fietsenstallingen.
A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Gebruik landelijke GGD-richtlijn374 De gemeente Nijmegen heeft geen officiële beleidsregels opgesteld. Wel wordt intern bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen de landelijke GGD-richtlijn gebruikt. Deze heeft in de “GGD-richtlijn medische milieukunde: luchtkwaliteit en gezondheid” het volgende geadviseerd ten aanzien van het bouwen van gevoelige bestemmingen langs snelwegen en drukke gemeentelijke wegen (meer dan 10.000 mvt/etm): o Liever niet binnen 300 meter van een snelweg o Op minder dan 100 meter van een snelweg wordt sterk afgeraden o Niet bouwen direct langs een drukke weg, dus niet in eerste lijns bebouwing o Aangevuld met dat dit minimaal; moet gelden binnen 50 meter van de rand van de drukke gemeentelijk weg. De gemeente Nijmegen conformeert zich zoveel mogelijk aan deze landelijke GGD-richtlijn. Daar er hier sprake is van geen officiële beleidsregels, betekent dit dat de gemeente zich niet altijd aan bovenstaande richtlijn houdt. A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
374
Contact met senior beleidsmedewerker Gemeente Nijmegen, september 2012
98
B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Schone brandstoffen LNG voor vrachtverkeer: Mogelijkheid creëren voor vrachtwagens om op LNG (vloeibaar natuurlijk gas) te rijden. Aansluiten bij consortium op te zetten door Provincie en Stadsregio. Schone vrachtwagens Alternatieven voor milieuzone rond centrum Nijmegen die niet door gaat. Inzet vooral op schone vrachtwagens in de gehele periode (2010-2014). Schoon rijden Promotie schone brandstoffen met autodealers. Start vanaf 2010. Uitvoering maatregelen: Stimuleren schoon rijden:375 De gemeente Nijmegen richt zicht met name op bronbeleid, zoals inzetten op een transitie naar gas en groen gas. Door middel van flink inzetten op schoner OV (aardgasbussen, zes HOV-lijnen); schoner eigen wagenpark en efficiëntere en schonere distributie (binnenstadservice, Lean & Green Award, onlangs ingesteld verruimd toelatingsbeleid voor schone voertuigen) verwacht de gemeente ook goede resultaten te halen. Door middel van stimuleren en innovatie en overleg met ondernemers verwacht de gemeente betere resultaten te bereiken dan dat enkel door het invoeren van een milieuzone voor vrachtverkeer bereikt zou kunnen worden. Via het project Rijden op groen gas van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen (SRAN) worden de komende 2 jaar in de stadsregio 8 vulpunten voor aardgas ontwikkeld en rijden 1600 voertuigen op aardgas/groen gas. In het kader van dit project is ook een rekenmodel ontwikkeld voor bedrijven, zodat zij kunnen berekenen wanneer rijden op schone brandstoffen rendabel is. Daarnaast pionieren twee transportbedrijven (Cornelissen en BCTN) met rijden op LNG door vrachtwagens. Via het project Groen Hub van gemeente Nijmegen en SRAN wordt onder andere gezorgd voor het produceren van groen gas uit ingezameld GFT in de regio en het promoten van gebruik van groen gas. Er zijn ook pogingen gedaan om rijschoolhouders over te laten stappen. Dit heeft nog niet tot resultaten geleid. Betere doorstroming:376377 De nieuw te bouwen stadsbrug (gereed november 2013) biedt nieuwe kansen voor de doorstroming van het verkeer in de stad. Door de bouw van deze nieuwe brug krijgt Nijmegen de kans om een halve ring rondom de stad te maken. Deze nieuwe route (Groene Route) moet in sterke mate concurrerend zijn ten opzichte van de route door de stad, op de punten van reistijd en betrouwbaarheid. Dit ter ontlasting van de stadssingels ter plaatse van de bestaande knelpunten Prins Mauritssingel, St. Annastraat en Graafseweg. Groene Route: Singels – Graafseweg verleggen naar de Graaf Alardsingel, de Oversteek, Energieweg, Neerbosscheweg, Weg door Jonkerbos, Grootstalselaan en Scheidingsweg. De A50 wordt verbreed: tussen knooppunten Ewijk en Valburg wordt de weg verbreed naar 2x4 rijstroken. Geplande oplevering: 2014.
375 376 377
Contact met senior beleidsmedewerker Gemeente Nijmegen, september 2012 Contact met senior beleidsmedewerker Gemeente Nijmegen, september 2012 Discussienota Nijmegen Betrouwbaar Bereikbaar, juli 2009
99
De A15 wordt vanaf knooppunt Ressen doorgetrokken naar de A12. Geplande oplevering: 2017. Tussen Ressen en Valburg wordt in westelijke richting een spitsstrook toegevoegd. De doorstroming op de N322 ter hoogte van Beneden Leeuwen wordt verbeterd. Diverse wegen in de regio krijgen op korte termijn betere doorstroming door diverse verkeersmanagementmaatregelen.
B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Elektrische scooters en fietsen Gebruik Elektrische scooters en fietsen bevorderen. Campagne en eigen wagenpark aanpassen om mensen te stimuleren. Oplaadpunten realiseren. Planning: start in 2010 Uitvoering maatregelen: Elektrische scooters en fietsen378 Door de SRAN (Stadsregio Arnhem-Nijmegen) is een subsidieregelingen voor elektrische fietsen uitgevoerd van april tot en met augustus 2012. De subsidie is inmiddels uitgeput en veel gebruikt door Nijmeegse bedrijven en werknemers. De subsidies was alleen bestemd voor werknemers van bedrijven aangesloten bij het Offensief Bereikbaarheid. Nijmegen bereidt een subsidieregeling voor elektrische scooters voor. Verwacht wordt dat medio najaar 2012 meer bekend zal worden. Doel is dat een aantal auto’s en een aantal oude benzinemotoren daardoor uit het straatbeeld verdwijnen. B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schoon wagenpark Vervanging eigen wagenpark door aardgasvoertuigen in 2010. Er zal binnen de gemeente een leadbuyer worden aangesteld die aardgasvoertuigen aankoopt en beheert. Sinds 13 december 2009 rijden bussen in Nijmegen op aardgas. Tevens wordt, naast het tankstation in Bijsterhuizen, dat geschikt is voor aardgasbussen, in Nijmegen een extra aardgas vulpunt gerealiseerd. Het rijden op aardgas wordt via Eureka regio breed uitgerold. De stadsregio verwacht dat over 2 jaar (2012) het aantal aardgas vulpunten in de stadsregio van 2 naar 6 tot 8 toeneemt. Biogas voor aardgas: Onderzoek naar bussen op biogas in de regio Nijmegen. Faciliteren van biogas.
378
Contact met senior beleidsmedewerker Gemeente Nijmegen, september 2012
100
Uitvoering maatregelen: Schoon wagenpark379 Per 2013 verwacht de gemeente Nijmegen nog een verdere verbetering, doordat naar verwachting de stads- en streekbussen op groen gas gaan rijden. Verder gaan we na welke kansen er zijn voor de verduurzaming van groepsvervoer (bijvoorbeeld leerlingenvervoer, bijzonder vervoer en regiotaxi). Bij elektrisch rijden voert de gemeente vooralsnog alleen een faciliterende rol wanneer zich concrete initiatieven vanuit de markt zich aandienen. C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Schone Taxi ‘s De voorwaarden zijn opgenomen in het zogenoemde taxiconvenant “taxi’s op aardgas Looptijd 2010. Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Overstappen tussen vervoerswijzen380 Op plaatsen waar we het autoverkeer doseren, is er de unieke kans om de automobilist een alternatief aan te bieden voor de wachtrij. Ruim vóór de doseerpunten willen we de automobilist wijzen op de mogelijkheid de auto te parkeren op een transferium en over te stappen op een alternatieve vervoerswijze: openbaar vervoer of fiets. Het P+R-terrein Waalsprinter vervult deze functie voor Nijmegen-Noord. Voor het verkeer dat via de A50 en A73 naar Nijmegen komt (Nijmegen-West) willen we een vergelijkbare ontwikkeling in gang zetten. Overstappunten voor winkelbezoek of bij evenementen (leisure) creëren we door slim gebruik te maken van de parkeerruimte in de buurt van bedrijven/werkgebieden, die op die momenten vrij beschikbaar is (Heijendaal, Winkelsteeg etc.). Verbetering Kwaliteit Openbaar Vervoer:381 Sinds 2010 zijn alle bussen in onze regio voorzien van een lage vloer. In 2013 willen we alle Nijmeegse bushaltes hebben opgehoogd naar 18 cm, waardoor de instap voor iedereen wordt verbeterd. Dat komt ook de stiptheid ten goede, omdat het in- en uitstappen sneller gaat. Waar mogelijk stopt de bus op de rijbaan, anders in een haltekom. We breiden het aantal haltes met dynamische reizigersinformatie uit. Steeds belangrijker wordt informatie op maat die via de ‘smartphones’ wordt verstrekt. We willen dergelijke ontwikkelingen stimuleren. Ook gaan we met de vervoerder in overleg over de ontwikkeling van een schematische metro-achtige lijnennetkaart. We geven het openbaar vervoer waar mogelijk prioriteit binnen de verkeerslichtenregeling, mits de capaciteit van het kruispunt groot genoeg is. Nu gebeurt dat via het VETAG-/ VECOM-systeem met lussen in de weg. Dit is zeer onderhoudsgevoelig. We gaan bij de vervanging van verkeerslichten over op Korte Afstands Radio (KAR), waarmee alle bussen vanaf 2013 zijn uitgerust. C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: 379 380 381
Discussienota Nijmegen Betrouwbaar Bereikbaar, juli 2009 Nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar, oktober 2011 Nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar, oktober 2011
101
Uitvoering maatregelen: D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Snelfietsroutes De gemeente heeft de laatste jaren diverse snelfietsroutes ontwikkeld en deels uitgevoerd en breidt deze nog verder uit. Voorbeelden zijn: RijnWaalpad tussen Anrhem, Huissen, Bemmel en Nijmegen en de route Beuningen – Nijmegen Centrum, en Beuningen – Goffert – Heijendaal. Het streven is fietsroutes waar mogelijk te ontvlechten van het autoverkeer, zodat conflicten worden voorkomen. Of door op strategisch locaties ongelijkvloerse kruisingen te maken zoals bij de Prins Mauritssingel. Daarmee is ook de doorstroming van het autoverkeer gediend. Het ontvlechten van fietsroutes met hoofdwegen van autoverkeer passen we vooral toe in de Waalsprong. Daar liggen meer fietsroutes door de wijk, met voorrang geregeld. Ruimtelijke ordening en infrastructuur (hardware) Door ruimtelijke ontwikkelingen (wonen en functies) te concentreren op enkele knooppunten, kunnen het openbaar vervoer en de fiets deze knopen goed bedienen. Dit knooppuntenbeleid voeren we sinds 2000 en blijft uitgangspunt. Schoolfietsroutes Schoolfietsroutes zijn een speciaal aandachtsgebied. Fietsen naar school moet zo veilig mogelijk zijn, voor leerlingen uit het basis- en middelbaar onderwijs maar ook naar de universiteit. Snelfietsroutes spelen hierin een belangrijke rol, onder meer door ze door autoluwe wijken te leggen. Specifieke knelpunten willen we door onderzoek beter in kaart brengen, ook in relatie met de invoering van autovrije zones rondom scholen. D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Fietsparkeren moet comfortabel en veilig zijn, en geen beletsel voor mensen om te gaan fietsen. We gaan door met de gratis-bewaakt stallingen in de binnenstad. We voegen een derde locatie onder Plein 1944 toe. Wij onderzoeken de mogelijkheden van oplaadpunten voor elektrische fietsen bij bewaakte stallingen. Alle fietsenklemmen in de openbare ruimte moeten een anti-diefstalvoorziening hebben. De fietsparkeervoorzieningen bij stations worden uitgebreid en verbeterd, in samenspraak met de NS en Prorail. De OV-fiets op Nijmegen CS wordt bij voldoende animo uitgebreid met elektrische OV-fietsen. Nabij dat station komt een fietsenstalling (ca. 3.500 plekken) met beheer in het nieuwe Doornroosje. Ook willen we systematisch aandacht gaan geven aan betere fietsparkeervoorzieningen bij bedrijven (met omkleedgelegenheid) en stedelijke voorzieningen, zoals winkelcentra.
102
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D4. In het oog springende andere maatregelen (D4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Promotie fietsgebruik We willen mensen opnieuw prikkelen en laten ontdekken dat dagelijks fietsen een prima alternatief is. Mensen met een keuzemogelijkheid staan hier voor open. Dat kan door ‘umbrella marketing’ (laten zien wat Nijmegen al doet voor de fietser) of door campagnes zoals invoering van ‘fiets en win’. We willen landelijk interessante projecten naar Nijmegen halen, zodat er snel resultaat kan worden behaald. E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Stikstofdioxide (NO2) Uit de monitoringstool 2010 van Nijmegen blijkt dat er met name een sterke afname was van de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2. De afname van NO2, veroozaakt dor verkeer, is vooral in het centrum groot: ongeveer 10 procent in de Bloemerstraat en 10 procent in de Smetiusstraat. De belangrijkste oorzaak, aldus de gemeente Nijmegen, is de invoering van 75 stadsbussen die op aardgas rijden in 2010. Vanaf 2013 gaan alle bussen, ook de streekbussen, op biogas rijden. Gemiddeld zijn de NO2-concentraties in Nijmegen bijna gelijk gebleven in de periode 2009-2010 en Nijmegen volgt daarmee de landelijk trend. De NO2-concentraties op de meetlocaties in het centrum, Bloemerstraat en Smetiusstraat, geven daarentegen een daling van 9 tot 10 procent te zien in 2010 ten opzichte van 2009. De concentraties dalen significant sneller dan op de overige locaties in drukke straten. Daar is een daling te zien van 1 procent.382
382
Persbericht Gemeente Nijmegen ‘Forse verlaging schadelijke stoffen in het centrum van Nijmegen’, d.d. 26 oktober 2011
103
De NSL Monitoring 2011 laat echter zien dat er een aantal posities zijn waar de grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie NO2 van 40 µg/m3 wordt overschreden. Het gaat om de volgende wegvlakken: Graafsweg Sint Annastraat Groesbeekseweg Oranjesingel Waalbrug-Prins Mauritssingel Nassausingel-Spoorstraat Nassausingel-Burgemeester Hustinxstraat Naar verwachting is een groot aantal van deze knelpunten in 2015 opgelost. 383 Fijn stof (PM10) In het gebied Nijmegen-West Weurt wordt op een zevental locaties de concentratie fijn stof gemeten in de buitenlucht. Het meetnet is een aanvulling op het Landelijke Meetnet Luchtkwaliteit (LML), daar het landelijk meetnet onvoldoende informatie geeft over het gebied. Door de extra meetpunten kan ingezet beleid beter worden geëvalueerd en kan nieuw beleid worden uitgestippeld. De onderstaande tabel geeft de jaargemiddelde concentratie voor fijn stof (PM10) in µg/m3 weer voor de jaren 2006 tot en met 2010. Locatie Graafseweg De Ruyterstraat Winselingseweg Weurt Breuningen Energieweg Kerkstraat Graafsweg LML
2006 37 33 32 28 35 36 28 38
2007 34 26 29 23 21 23 22 33
2008 31 24 25 23 21 20 21 30
2009 29 20 19 22 17 19 17 27
2010 24 18 18 18 16 16 15 25
Volgens de NSL Monitoring 2011 blijft de jaargemiddelde fijn stof concentratie 2011 onder de jaargemiddelde grenswaarden (40 µg/m3). De PM10 concentraties voldoen daarmee op alle locaties aan de wettelijke grenswaarden.
383
NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/
104
Gemeente Enschede384 Luchtkwaliteit in Enschede De gemeente Enschede heeft geen lokaal luchtkwaliteitsplan opgesteld. Wel neemt de gemeente Enschede diverse maatregelen op het gebeid van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Deze maatregelen zijn opgenomen in het Mobiliteitsplan 2004-2015. Het Mobiliteitsplan is een actualisatie van het Mobiliteitsplan 1996-2005. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Goederenvervoer Het afstemmen van de verkeerslichten op de bevoorradingsroutes gebeurt, ervan uitgaande dat de belangrijkste invalswegen en hoofdwegen onderdeel vormen van de bevoorradingsroutes. Het verbeteren van de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen is in het Mobiliteitsplan primair gericht op Enschede-West. Dit betekent ook voor het 384
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: ee. monitoring van het NSL, dan wel ff. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel gg. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
105
goederenvervoer dat de bereikbaarheid van de overige bedrijventerreinen minder op de voorgrond staan en dat hier ook geen specifieke middelen voor beschikbaar zijn en derhalve ook geen projecten voor geformuleerd zijn. Het nader onderzoeken van een ongehinderd logistiek systeem in regionaal verband is wel in de projectenlijst opgenomen. Een Ongehinderd Logistiek Systeem (OLS) is een middel om goederen naar hun plaats van bestemming te vervoeren via een traject met een onbelemmerde doorgang zonder hinder van ander verkeer. Voordelen zijn betrouwbare logistiek voor bedrijven, verlaging van de verkeersdrukte, stimulering van bedrijvigheid, verhoogde veiligheid en verlaging van de belasting van het milieu. Na een eerste inventarisatie en analyse is besloten het onderzoek te concentreren op de aanleg van een onbelemmerd traject voor vrachtverkeer vanaf EnschedeWest naar de containerterminal in Hengelo-Zuid aan het kanaal.
Uitvoering maatregelen: B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: P+R transferia Het aanleggen van transferia binnen Enschede geldt als een van de belangrijkste voorwaarden om het parkeerbeleid binnen de Singels te doen slagen. Naast het transferium aan de Zuiderval is het doel ook aan een aantal andere invalswegen bestemmingstransferia te bouwen, aansluitend aan de te ontwikkelen HOV-assen. Het P+R-terrein Drienerlo kan op termijn ook uitgroeien tot een herkomsttransferium, met overstap op (IC)treinverkeer. Uitvoering maatregelen: Verder investeren in mobiliteitsmanagement Projecten in dit kader kunnen variëren van publiekscampagnes om het gebruik van duurzame modaliteiten te bevorderen tot uitbouw van verdere technische systemen, zoals de I-zone385. Een ander voorbeeld betreft het VIP-systeem, waarmee – nu nog op beperkte schaal - actuele reistijden op de hoofdwegen vanuit de verkeersregelinstallaties kunnen worden afgeleid en reizigers geïnformeerd worden over actuele reistijden. Op deze investeringen in systemen is vaak subsidie mogelijk; we moeten dan echter ook rekening houden met hogere exploitatielasten386. We beperken de reservering van eigen middelen tot 1,5 miljoen euro (in aanvulling op de 2,5 miljoen euro die al “boven de streep” stond), in eerste instantie voldoende om daarmee zowel een bijdrage aan bereikbaarheid te leveren als Enschede verder te profileren op het gebied van innovatie387. Parkeren In de periode 2002-2007 worden twee grote parkeervoorzieningen (Van Heekgarage en private garage MST) in de binnenstad opgeleverd388. 385 386 387 388
15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2 16054_Eindrapport
Kiezen voor duurzame bereikbaarheid. Kiezen voor duurzame bereikbaarheid. Kiezen voor duurzame bereikbaarheid. Rekenkamer - conclusies, aanbevelingen Enschedese mobiliteitsbeleid.
106
Sinds mei 2007 beschikt Enschede over een dynamisch parkeerverwijssysteem, waarmee automobilisten via de kortste en meest geschikte route naar een vrije parkeerlocatie worden geleid389. Om de overloop van het centrum op piektijden te beperken wordt in de Mobiliteitsvisie 2004-2015 de aanleg van P+R-terreinen in de vier windstreken voorzien. Feitelijk is alleen een P+R-terrein aangelegd aan de Zuiderval in 2002390. De parkeertarieven stijgen sterk sinds 1996, maar zijn vergelijkbaar met de tarieven in steden van vergelijkbare omvang391. C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer
C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Openbaar vervoer De laatste jaren is met name ingezet op kwaliteitsverbetering en uitstraling, zoals vernieuwing van het bus materieel, verbetering van de toegankelijkheid voor minder validen, betere reizigersinformatie, goede afspraken over de beschikbaarheid en inrichting van infrastructuur, grotere stiptheid en regelmaat. Daarnaast zijn er maatregelen doorgevoerd in de tarievensfeer, zoals een gereduceerd tarief op zaterdag (Hartje Stad-kaart) en een herzonering, waardoor sommige wijken qua tarief dichter bij het centrum komen te liggen. Het voorzieningenniveau is uitgebreid met een aanvullend collectief vraagafhankelijk vervoerssysteem: de Regiotaxi Twente. Hoewel het volgens de wet strikt genomen geen openbaar vervoer is, is na een succesvolle proefperiode besloten om (een groot deel van de) exclusieve bus infrastructuur ook open te stellen voor taxi’s. Tenslotte is de spoorlijn Enschede-Gronau weer heropend. Een aantal mogelijke maatregelen en aandachtspunten bij de verdere ontwikkeling van het openbaar vervoer zijn: o Het verder ontwikkelen van de HOV-assen o Het tezamen met de Regio Twente realiseren van een Agglolijn-concept. o Beter benutten HOV-assen door aanpassing lijnvoering van de andere (streek)lijnen, Regiotaxi et cetera ten behoeve van grotere aantrekkelijkheid.
389 390 391
16054_Eindrapport Rekenkamer - conclusies, aanbevelingen Enschedese mobiliteitsbeleid. 16054_Eindrapport Rekenkamer - conclusies, aanbevelingen Enschedese mobiliteitsbeleid. 16054_Eindrapport Rekenkamer - conclusies, aanbevelingen Enschedese mobiliteitsbeleid.
107
o
o
Kwaliteitsverbetering van bestaande OV-knooppunten en haltes. (uitbreiden/verbeteren reisinformatie, sociale veiligheid verbeteren, verbeteren toegankelijkheid, onderzoeken mogelijkheid servicelijn) Het verder ontwikkelen en realiseren van P+R-transferia.
Uitvoering maatregelen: Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de aanleg van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)392. De lijnen in oostelijke en zuidelijke richting zijn gereed; alleen in noordelijke en westelijke richting ontbreken nog onderdelen393. De HOV-lijnen maken betrouwbare en frequente busverbindingen mogelijk en zijn daarmee een cruciaal onderdeel voor het invullen van het begrip duurzame bereikbaarheid394. Gelukkig is ook het aanbod van busverbindingen in de nieuwe concessieperiode 2013-2023 voor Enschede goed en op onderdelen zelfs beter dan in de huidige situatie395. Het gebruik van de bus is voor de doelgroep ouderen op een bijzondere manier gestimuleerd door de introductie in 2011, conform het Coalitieakkoord, van gratis openbaar vervoer voor 70-plusser396. Samen met Novay en de UT en als onderdeel van Twente Mobiel investeert Enschede in nieuwe technologie die kan helpen het reisgedrag te beïnvloeden en mensen te stimuleren vaker gebruik te maken van fiets of openbaar vervoer. De innovatieve aanpak draagt er ook toe bij dat Enschede Europees op de kaart wordt gezet397. De gemeente Enschede realiseert met een substantiële hoeveelheid subsidie (5070%) een netwerk van HOV-banen voor het busvervoer. Door het reactiveren van de spoorlijn naar Gronau en de aanleg van het station Drienerlo verbetert ook het openbaar treinvervoer398. Afronden HOV-lijnen Op infrastructureel gebied ronden we het netwerk van HOV-lijnen af door aanleg van de HOV-lijn door Boddenkamp (uitvoering 2012), de HOV-strook voor de kruising Oldenzaalsestraat-Potsweg (stad inwaarts, uitvoering 2013) en de HOVlijn tussen Goolkatenweg en Ledeboerpark (uitvoering 2012)399. Voor de delen buiten de singel kijken we nadrukkelijk naar een sobere uitvoering. De HOV-projecten stonden al “boven de streep”; met de gemeentelijke bijdrage aan deze projecten was al rekening gehouden bij het bepalen van de restruimte voor mobiliteitsprojecten. In de tabel zijn de bedragen derhalve tussen haakjes geplaatst400.
392 393 394 395 396 397 398 399 400
15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2 16054_Eindrapport 15368_F2 bijlage 2 15368_F2 bijlage 2
Kiezen voor duurzame bereikbaarheid Kiezen voor duurzame bereikbaarheid Kiezen voor duurzame bereikbaarheid Kiezen voor duurzame bereikbaarheid Kiezen voor duurzame bereikbaarheid Kiezen voor duurzame bereikbaarheid Rekenkamer - conclusies, aanbevelingen Enschedese mobiliteitsbeleid. Kiezen voor duurzame bereikbaarheid Kiezen voor duurzame bereikbaarheid
108
D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Fiets Een middel om het fietsgebruik te stimuleren is het ontwikkelen van een samenhangend netwerk, waarbinnen een hoofdstructuur van verbindingen wordt opgenomen. De aan dit fietsnetwerk te stellen eisen kunnen worden ondergebracht in vijf hoofdeisen: o Samenhang: het netwerk vormt een samenhangend geheel en sluit goed aan op herkomst en bestemmingen. o Directheid: omrijden blijft tot een minimum beperkt. Substantiële winst kan worden geboekt met een nog meer op fietsers toegesneden afstelling van de verkeerslichten. Het creëren van fietsdoorsteken op strategische plekken in het fietsnetwerk kan dan ook leiden tot een verbetering van de bereikbaarheid van het centrum voor de fiets. Om de fietser te informeren over de meest directe route, is een goede fietsbewegwijzering belangrijk. o Aantrekkelijkheid: fietsen moet aantrekkelijk zijn. Onderzoek moet uitwijzen of het mogelijk is een aantal belangrijke fietsroutes los te koppelen van de autoroutes. Om de aantrekkelijkheid van het fietsen te vergroten, is het naast de realisatie van een goed fietsnetwerk ook van belang dat er goed voorzieningen voor het parkeren en stallen van de fiets aanwezig zijn en dan met name voor de bezoekers van het centrum van Enschede. o Veiligheid: fietsinfrastructuur waarborgt verkeersveiligheid. o Comfort: vlotte en comfortabele doorstroming. Om het aantal stops voor fietsers te verminderen zou onderzocht moeten worden of het mogelijk is om het aantal VRI’s in fietsroutes te verminderen en de voorrang aldaar consequenter ten gunste van de fietser te regelen. De aanleg van rotondes -volgens de CROW richtlijnen- kan tenslotte in voorkomende situaties leiden tot een aanzienlijke verbetering van het comfort voor de fietser. Uitvoering maatregelen: Maatregelen voor de fiets Enschede wil een stad zijn waar je je als fietser welkom voelt. De kwaliteit van de fietsvoorzieningen moet uitnodigen om gebruik te maken van de fiets. Dat betekent dat er op het vlak van fietspaden, oversteken, stalling, et cetera, een stap bijgezet moet worden. Ook het zogenoemde “ontvlechten” van fietsroutes richting Enschede-west en Enschede- centrum, deze laatste zoals voorzien in het Verkeercirculatieplan voor de binnenstad, maakt hier onderdeel van uit. Deze ambitie wordt nader uitgewerkt in de in voorbereiding zijnde Fietsvisie.401 Voor maatregelen voor de fiets reserveert Enschede 4 miljoen eigen middelen. Door middel van subsidies hopen we dit bedrag in de uitvoering te verdubbelen. Met 8 miljoen euro kan een stevige stap gezet worden om het fietsgebruik in Enschede te stimuleren. Bovendien komt dit bedrag bovenop de middelen die reeds waren gereserveerd voor de verbetering van fietsroutes en het budget voor strategische fiets- en OV-projecten402. In 2012 wordt ingezet op het uitvoering geven aan de reservering van 1 miljoen euro voor fietspaden en knelpunten voor de fiets. Ook de maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement zullen in de loop van de gehele periode worden uitgevoerd, met naar verwachting een accent in de eerste jaren403.
401 402 403
15368_F2 bijlage 2 Kiezen voor duurzame bereikbaarheid 15368_F2 bijlage 2 Kiezen voor duurzame bereikbaarheid 15368_F2 bijlage 2 Kiezen voor duurzame bereikbaarheid
109
In de onderzoeksperiode ontstaat een volledig primair fietsnetwerk door het realiseren van ontbrekende schakels in het netwerk, vooral buiten de bebouwde kom. Recent worden de fietssnelweg F35 en het fietsviaduct Westerval aangelegd. Het fietsnetwerk verbetert tegelijkertijd met de reconstructie van infrastructuur en de aanleg van rotondes, doordat de fietsvoorzieningen meeliften. Verder worden in deze periode fietsstallingen in de binnenstad gerealiseerd404. De Fietsvisie 2012-2020 is een nadere uitwerking van het mobiliteitsbeleid voor Enschede405. Op basis van de projecten, de prioriteiten en de beschikbare middelen is een maatregelenpakket voor Enschede opgesteld voor de periode 2012-2020. Dit maatregelenpakket laat zien welke projecten in ieder geval kunnen worden uitgevoerd binnen het beschikbare budget. Dit pakket zal jaarlijks moeten worden herzien op basis van de nieuwste inzichten in de mogelijkheden om subsidie te verkrijgen of om mee te liften met andere projecten. Het maatregelenpakket geeft een goed beeld van de inzet van Enschede om uiterlijk in 2020 Fietsstad van Nederland te worden406: o Ontvlochten routes407: Route Noord: Lasonderstraat (2012-2013) Route Oost: H. Boekelerweg binnen bebouwde kom (2014-2015) Route Oost: Keppelerdijk (2018-2019) Route Oost: Z-Esm.rndw-Heutinkweg-Boulevard (2012-2013) Route Zuid: Broekh.rondwg- Z.Holl.ln-Weth. Elhorststraat (20122013) Route West: Zweringweg-Emmastraat € 810.000 (2014-2015) Route Noord: Pijlhovenstraat (2012-2013) Route West: Helmerzijdeweg - F.Bolstraat – Rembrandtlaan (20162017) o Gebundelde routes408: Raiffeisenstraat ( 2012-2013) Broekheurnerweg (2012-2013) Oldenzaalsestraat (Molenstraat-Boulevard) (2016-2017) Oldenzaalsestraat (nabij Potsweg) ( 2016-2017) Kuipersdijk (Weth. Beversstraat-Tiemeister) (2012-2013) Hengelosestraat (Goolkatenweg – Olieslagweg) ( 2014-2015) Auke Vleerstraat (Heng.straat-Capitool); AV fase 3 (2014-2015) Auke Vleerstraat (Transportcnt-Ir. Hanlostr.); AV2 ( 2014-2015) H. ter Kuilestraat (A.Vl.str-Binnenhaven) (2018-2019) Usselerrondweg (Haaksbergerstraat-Afinkstraat) (2014-2015) Haaksbergerstraat (Usselerrondweg – Europalaan) (2012-2013) Overige knelpunten fiets hoofdwegennet (loc. pm) (2012-2013) o Communicatie409 o Knelpunten & veiligheid410
Realisatie fietspad Zuid Esmarkerondweg In het Coalitieakkoord is de aanleg van een fietspad langs de Zuid Esmarkerondweg als prioriteit aangemerkt. Veel fietsers ervaren deze route als onveilig411. Ook al is de verbinding minder van belang voor de bereikbaarheid van de economische centra, reserveren we 2 miljoen euro aan eigen middelen en hopen daar 1 miljoen euro aan externe middelen aan toe te kunnen voegen412. 404 405 406 407 408 409 410 411 412
16054_Eindrapport Rekenkamer - conclusies, aanbevelingen Enschedese mobiliteitsbeleid. F1 raadsvoorstel fietsvisie def _3_.pdf. Fietsvisie Enschede Fietsstad 2020 december 2011. Fietsvisie Enschede Fietsstad 2020 december 2011. Fietsvisie Enschede Fietsstad 2020 december 2011. Fietsvisie Enschede Fietsstad 2020 december 2011. Fietsvisie Enschede Fietsstad 2020 december 2011. 15368_F2 bijlage 2 Kiezen voor duurzame bereikbaarheid 15368_F2 bijlage 2 Kiezen voor duurzame bereikbaarheid
110
In 2012 start het voorbereidend onderzoek naar de aanleg van het fietspad langs de Zuid Esmarkerrondweg, met als inzet realisatie in de huidige Collegeperiode. De haalbaarheid van deze ambitie zal onderdeel uitmaken van het uit te voeren onderzoek413. In de onderzoeksperiode signaleert de Rekenkamercommissie een verbetering van het fietsnetwerk, maar de kwaliteit en verkeersveiligheid van de fiets ontwikkelen zich in de onderzoeksperiode minder positief. Wellicht dat de recent door de raad vastgestelde Fietsvisie 2012-2020 daadwerkelijk kan bijdragen aan de kwaliteit en verkeersveiligheid van de fiets. De rekenkamercommissie betwijfelt of de ambitie om in 2020 fietsstad te willen zijn, haalbaar is, omdat comfort, aantrekkelijkheid en verkeersveiligheid nu nog onvoldoende zijn en de mogelijkheden om dit te verbeteren beperkt zijn, gezien de stedelijke structuur van Enschede (wegennet)414.
D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Fietsparkeren De voorzieningen worden voornamelijk aangebracht in de daartoe aangewezen fietsconcentratiepunten, plaatsen waar veel fietsers samenkomen c.q. fietsroutes uit komen. Uitvoering maatregelen: Fietsparkeren In 2000 is de eerste beleidsnotitie inzake fietsparkeren in het centrumgebied van Enschede verschenen. Sinds 2000 is er in de binnenstad veel gebeurd415: o De herinrichting van het Van Heekplein, de Oude Markt en Kruispunt De Graaff is voltooid. Ook winkelgalerie de Klanderij is volop in gebruik. Verder zijn er kantoren aan de west- en noordzijde van het Stadserf gerealiseerd en zijn er op meerdere plaatsen in Enschede nieuwe woningen gebouwd416. o Bij de herinrichting van het centrum heeft het fietsparkeren een eigen plek verworven. Op een groot aantal plekken zijn fietsparkeervoorzieningen in de vorm van nietjes geplaatst417. o Er zijn na 2000 twee bewaakte ondergrondse stallingen gerealiseerd: de stalling bij het van Heekplein en stalling De Graaff. Beide stallingen zijn gratis418. Fietsparkeren in Enschede anno 2007, uitgangsituatie: o Het fietsparkeren is ingebed in het Mobiliteitsplan 2004-2015. Van een volgend fietsparkeerbeleid is ingezet op een sturend fietsparkeerbeleid, door het aanbieden van (gratis) bewaakte stallingen en het aanbieden van ‘nietjes’ op die plaatsen, waar fietsparkeren gewenst is419. o Lang parkeren in bewaakte stallingen wordt in de binnenstad gratis aangeboden op 2 locaties420: Bewaakte stalling bij het Van Heekplein (gemeentestalling, gratis) Bewaakte stalling De Graaff aan de Markstraat (gemeentestalling, geopend in 2007, gratis) De beide bewaakte stallingen worden geëxploiteerd door de Dienst Complementaire Werkgelegenheid (DCW). 413 414 415 416 417 418 419 420
15368_F2 bijlage 2 Kiezen voor duurzame bereikbaarheid 16054_Eindrapport Rekenkamer - conclusies, aanbevelingen Enschedese mobiliteitsbeleid. 20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf. 20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf. 20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf. 20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf. 20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf. 20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf.
111
o
o
Kort parkeren gebeurt overal waar het de fietser uitkomt. Het beleid van de afgelopen jaren is hierop vraagvolgend geweest, hetgeen geleid heeft tot een fors aantal nietjes in de winkelstraten. De nietjes worden over het algemeen goed gebruikt en dienen vooral als startpunt voor een karakteristiek Enschedees stallingsgedrag: door het hele voetgangersgebied heen staan rond de nietjes nette rijen fietsen. Daar waar geen nietjes in het straatbeeld geplaatst zijn is het stallingsgedrag veel rommeliger: de foto’s laten dit duidelijk zien421. Behalve de stallingsvoorzieningen die hierboven zijn benoemd exploiteert de NS onder het station een overdekte, bewaakte betaalde stalling. Deze is in een afzonderlijke rapportage behandeld422.
Fietsvisie 2012-2020 De Fietsvisie 2012-2020 is een nadere uitwerking van het mobiliteitsbeleid voor Enschede423. Op basis van de projecten, de prioriteiten en de beschikbare middelen is een maatregelenpakket voor Enschede opgesteld voor de periode 2012-2020. Dit maatregelenpakket laat zien welke projecten in ieder geval kunnen worden uitgevoerd binnen het beschikbare budget. Dit pakket zal jaarlijks moeten worden herzien op basis van de nieuwste inzichten in de mogelijkheden om subsidie te verkrijgen of om mee te liften met andere projecten. Het maatregelenpakket geeft een goed beeld van de inzet van Enschede om uiterlijk in 2020 Fietsstad van Nederland te worden424: o Fietsenstallingen425: Fietsenstalling Noordzijde Station CS ( 2012-2013) Fietsenstalling Oostzijde Station CS PM PM Spoorzone ( 2016-2017) Fietsenstalling Station Drienerlo PM PM Drienerlo (2012-2013) Fietsenstalling Wilminkplein PM PM Centrumontwerp. ( 2012-2013) Verplaatsen en bijplaatsen 250 fietsnietjes centrum (2012-2013) Tijdelijke mobiele stalling Centrum – West (2012-2013) Aanpak weesfietsen/fietswrakken ( 2012-2013) Knelpunten overige stadsdelen fietsparkeren ( 2012-2015) Knelpunten fietsparkeren bij OV-haltes (2012-2015) D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D4. In het oog springende andere maatregelen (D4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Resultaten NSL Monitoring 2011426 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Enschede op alle locaties wordt voldaan aan de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden voor PM10 en NO2. In de gemeente is dus geen sprake van overschrijdingen en voldoet daarmee aan de eisen voor stikstofdioxide en fijn stof.
421 422 423 424 425 426
20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf. 20070914 Herijking fietsparkeren centrum Enschede.pdf. F1 raadsvoorstel fietsvisie def _3_.pdf. Fietsvisie Enschede Fietsstad 2020 december 2011. Fietsvisie Enschede Fietsstad 2020 december 2011. NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
112
Gemeente Apeldoorn427 Luchtkwaliteit Apeldoorn Voor een stad als Apeldoorn blijkt dat voor de bestaande situatie de meeste winst is te halen met het bevorderen van de doorstroming van het verkeer, het beperken van de hoeveelheid gemotoriseerd verkeer (met name vrachtverkeer) en het inzetten van zuinige en schone voertuigen en schone brandstof. Bij nieuwe situaties, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een woonwijk, is een goede situering van “gevoelige” bestemmingen zoals woningen en scholen ten opzichte van drukke wegen de belangrijkste maatregel om knelpunten te voorkomen. Daarnaast is de opzet van de infrastructuur van groot belang voor de keus van de nieuwe bewoner voor de auto, de fiets of op het openbaar vervoer. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) Gezond bouwen Planontwikkeling Handreiking lucht en geluid in de ruimtelijke plannen Slimme infrastructuur nieuwe woonwijken Invoeren van een luchtkwaliteit- toets bij plannen A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente : Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: 427
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: hh. monitoring van het NSL, dan wel ii. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel jj. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
113
B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Milieuzone Haalbaarheidsonderzoek milieuzonering binnenstad Toegangsverbod voor vuile vrachtauto’s in steden In Stockholm is er reeds een verbod voor pre-Euro-1 vrachtauto’s. Dit heeft geleid tot 2% reductie (NOx) en 10% voor PM0.2. In Amsterdam is er een verbod op pre-Euro-2 zware (meer dan 7,5 ton) vrachtauto’s. De verwachting voor PM10emissiereductie is ongeveer 25% tot zelfs 40% bij een uitbreiding van het verbod naar pre-Euro-3 voertuigen per 2006. Doorstroming Doorgaand verkeer binnenstad beperken Toepassing van LARGAS op stadsverkeer Afname van emissies van lucht verontreinigde stoffen met gemiddeld 10%, mogelijk tot zelfs 40%, afhankelijk van de mate van ingreep in het verkeersbeleid. De winst wordt mogelijk teniet gedaan indien door LARGAS toegenomen wegcapaciteit wordt benut door nieuw verkeer. Roetfilters op nieuwe en bestaande dieselauto’s Het verplicht stellen van een roetfilter lijkt tot 90% reductie van PM10 per voertuig. Bij 8-% penetratie in 2010: landelijk tot 3kton reductie, dit is ongeveer 65% van de PM10 emissies van wegvoertuigen. Bij 80% penetratie in 2010: bijna 2 μg/m3 op voorbeeldknelpunt. Uitvoering maatregelen: Het weren van doorgaand verkeer naar de binnenstad De binnenstad wordt regelmatig als sluiproute gebruikt.428 Een goede bereikbaarheid van de binnenstad is opgenomen in het regieplan voor de binnenstad. Dit zal in 2012 resulteren in een verkeerscirculatieplan. Als het verkeerscirculatieplan leidt tot significant andere verkeersstromen door de binnenstad dan moeten de milieuaspecten (geluid, lucht) hierbij worden betrokken. 429 Uitvoering: 2012430 Inzet: Verkeerscirculatieplan431 Het verkeersluw maken omgeving Mathilde Wibautstraat Het verkeersluw maken van de omgeving Mathilde Wibautstraat/Schoolstraat. Deze straat wordt regelmatig als sluiproute gebruikt en er wordt regelmatig te hard door deze straat gereden. Op dit moment onderzoekt OW of het verkeersluw maken van de omgeving Mathilde Wibautstraat haalbaar is. Mocht het haalbaar zijn dan worden de maatregelen in 2011 uitgevoerd. 432 Uitvoering: 2011433 Inzet: Haalbaarheidsonderzoek en bij positieve uitkomst uitvoering maatregelen434
428 429 430 431 432 433 434
stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn
114
B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Stimuleren schoon rijden Onderzoek lage parkeertarieven voor schone auto’s Om de bezitters van schone auto’s zoveel mogelijk te belonen, kunnen de parkeertarieven voor deze doelgroep worden verlaagd. Onderzoek moet uitwijzen hoe dit het meest doeltreffend kan worden uitgevoerd. Uitvoering maatregelen: Uitvoeren van de Uitvoeringsnota Lucht en het Regionaal Programma Luchtkwaliteit. Voorbeelden van projecten zijn het bevorderen van elektrisch rijden (plaatsen van oplaadpunten) en aanpassing van kruisingen om de doorstroming van het verkeer te verbeteren.435 Overlast verkeer Laan van Zevenhuizen aanpakken (geluid, vervuiling) Indien de plannen uit de Verkeersvisie (betere doorstroming Ring) worden uitgevoerd, zullen nieuwe geluid/luchtberekeningen noodzakelijk zijn. Aan de hand daarvan zal dan bepaald worden of op dat moment wel (aanvullende) maatregelen nodig zijn. 436 Bevorderen oprichten aardgasvulstation in Apeldoorn De Provinciale Staten van Gelderland heeft middelen beschikbaar gesteld om het oprichten van tankstations met een aardgas vulpunt te bevorderen. Samen met een aantal gemeenten, waaronder Apeldoorn, en marktpartijen wordt bekeken hoe dit bewerkstelligd kan worden. C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schone voertuigen/brandstoffen Huidig eigen wagenpark schoner maken en bij vervanging eigen wagenpark schonen auto’s aanschaffen. Bij toepassing van een roetfilter of aardgas/LNG op OV-bussen zijn de PM10emissies ongeveer 90% lager. Landelijk zou dan ongeveer 0,1 kton PM10 gereduceerd kunnen worden. Voor NOx geldt een reductiepercentage van ongeveer 70% bij toepassing van aardgas in plaats van diesel. Indien een park van Euro-3 dieselstadsbussen wordt voorzien van roetfilters, is de afname van de PM10-concentratie ongeveer 0,1-0,6 μg/m3. Schone bussen (bij nieuwe concessie aardgas of gelijkwaardig)
435 436
Meerjarenbegroting Apeldoorn 2012-2015 stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn
115
Uitvoering maatregelen: Gebruik schone techniek voor bussen De provinciale aanbesteding heeft in januari 2010 plaatsgevonden. De gemeente Apeldoorn heeft bij de provincie aangedrongen om duurzaamheids- en milieuaspecten op te nemen in de aanbestedingsvoorschriften.437 Vanaf 12 december 2010 is Syntus voor zes jaar (met een optie tot tien jaar) de busmaatschappij in Apeldoorn. De laatste stand der techniek wordt door de provincie opgelegd. Dus ook de meest recente milieueisen. 438 De busmaatschappij bepaalt zelf op welke wijze wordt voldaan aan de gestelde eisen. De provincie bewaakt en toetst. 439 Uitvoering: Voortdurend440 Door: Provincie, Syntus441 Inzet: Toepassen laatste stand der techniek binnen door de provincie opgestelde contract met Syntus442 C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Stimuleren gebruik openbaar vervoer Uitvoering maatregelen: Goede bereikbaarheid van de binnenstad met het openbaar vervoer Een goede bereikbaarheid van de binnenstad met het openbaar vervoer is ook opgenomen in het regieplan voor de binnenstad. Hiervoor is als vaste waarde (nr. 19) opgenomen in het regieplan dat de huidige busroutes dienen te worden gerespecteerd met een zorgvuldige inpassing in het nieuwe kernwinkelgebied. Deze vaste waarde zal nader worden uitgewerkt in een verkeerscirculatieplan voor de binnenstad.443 Uitvoering: 2011 -2012444 Inzet: Verkeerscirculatieplan afgestemd op de nieuwe ontwikkelingen445 D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Bevorderen fietsen Bij een vervanging van 10% van de korte (korter dan 7,5 kilometer) autoritten zal er een reductie van ongeveer 0,6 kton NOx en ongeveer 37 ton OM10 zijn. Dit is ongeveer 1,0% respectievelijk 1,4% van de totale emissies door personenauto’s. Bij een vervanging van 10% van de korte autoritten kan de PM10-concentratie met maximaal ongeveer 0,5μg/m3 worden verlaagd. Voor NO2 is dit ongeveer 1-2 μg/m3.
437 438 439 440 441 442 443 444 445
stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn
116
Uitvoering maatregelen: Osseveld-Woudhuis: Onhandige slalom in Veenhuizerweg waar met name fietsers in het gedrang komen. Vanwege de lage verkeersintensiteiten op de Veenhuizerweg, ter hoogte van de wegversmalling, is de kans op het verdringen van fietsers zeer laag. 446 Geen actie447 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: De Mheen: Inrichting van het park voor voetgangers en fietsers duidelijker maken en auto’s weren Door het toepassen van verschillende materialen is inmiddels een beter onderscheid tussen voet- en fietspaden gemaakt.448 Bij het bruggetje nabij Duizendschoon is een fietssluis aangebracht. 449 Volledige fysieke afsluiting voor auto’s is niet wenselijk. Wel is inmiddels op één plek waar nog geen bord ‘fietspad’ stond, dit bord alsnog aangebracht waardoor de politie zo nodig kan optreden tegen auto’s in het park. 450 Al deze punten zijn inmiddels uitgevoerd. 451 Zuidbroek: Voetpaden en fietspaden aanleggen De voetpaden en fietspaden worden met het verder ontwikkelen van de woonwijk aangelegd. Achter de Calypsostraat is inmiddels een vrij liggend fietspad gerealiseerd en naar aanleiding van de schouw (zie hier boven) is ook besloten op korte termijn vast een (tijdelijk) voetpad aan de Calypsostraat aan te leggen.452 wanneer: deels al uitgevoerd; deels 2010/2011453 D4. In het oog springende andere maatregelen (D4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Preventieve aanpak fietsdiefstallen binnenstad • Gemeente heeft aan de randen van de binnenstad bewaakte fietsenstallingen gerealiseerd waar bezoekers gratis hun fiets kunnen stallen.454 • Door OW worden tweemaal per jaar publieksvriendelijke acties gehouden om het gebruik van deze fietsenstallingen te stimuleren. 455 • In de zomer van 2010 is een nieuw toegangssysteem ingevoerd voor de fietsenstallingen “fiets en win”. Dit moet ook leiden tot een beter gebruik van de gratis bewaakte fietsenstallingen in de binnenstad. 456 • Uitvoering: 2011-2012457 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457
stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_noord oost_2010_2011_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn stadsdeelplan_centrum_2011_2012_Apeldoorn
117
E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Luchtkwaliteit tussen 2003-2007 In figuur 5.4 is het aantal woningen in Apeldoorn te zien dat de afgelopen jaren te maken kreeg met een luchtvervuiling die boven de norm lag. Het gaat hierbij met name om woningen langs stedelijke hoofdwegen en in het centrum van de stad. Voor stikstofdioxide betreft het normen die vanaf 2010 gaan gelden en voor fijn stof de norm die sinds 2005 geldt. Na 2003, een jaar met ongunstige weersomstandigheden zoals gemiddeld hoge temperaturen en weinig wind, is er een spectaculaire verbetering zichtbaar in de luchtvervuiling waar bewoners mee te maken hebben. Dat komt overeen met de landelijke trend. Niet alleen de weersomstandigheden zijn hiervan de oorzaak: ook in het verkeer zijn verbeteringen doorgevoerd die hieraan bijdragen: schonere motoren, de invoering van roetfilters en snelheidsbeperkingen zorgen voor een afname van de luchtvervuiling.458
Resultaten NSL Monitoring 2011459 Stikstofdioxide Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Apeldoorn de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide te hoog is op de volgende locatie A50 ter hoogte van het kruispunt met de Zutphensestraat. De jaargemiddelde concentratie is daar in 2011 hoger dan 42,5 µg/m3. Deze waarden werden ook bereikt in 2010. De verwachting is dat de jaargemiddelde concentratie in 2015 rond de 40,5 – 42,5 µg/m3 ligt. De gemeente heeft daarmee het enige knelpunt in de gemeente niet opgelost. Er zijn binnen de gemeente enkele locaties waar de jaargemiddelde concentratie NO2 net onder de wettelijke grenswaarde ligt. Het gaat om de volgende locaties: Stationsstraat – gebied tussen kruispunt Kanaalstraat en kruispunt Molenstraat Centrum Wilhelmina Druckerstraat – gebied tussen kruispunt Vosselmanstraat en Asselsestraat. Arnhemseweg – gebied tussen kruispunt Talingweg/Eendrachtstraat en kruispunt Valkenweg. De jaargemiddelde concentratie NO2 ligt op deze locaties in 2010 rond 35 tot 40,5 µg/m3. In 2011 is geen verbetering te zien. Toch verwacht de gemeente in 2015 op deze locaties op een jaargemiddelde concentratie NO2 onder 35 µg/m3 uit te komen.
458 459
apeldoorn_monitor_2009_Apeldoorn NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
118
Fijn stof In de gemeente Apeldoorn blijven de jaargemiddelde fijn stof concentraties onder de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden. De gemeente voldoet daarmee aan de eisen rondom fijn stof.
119
Gemeente Haarlem460 A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente : Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Realisatie van de Schoteroogbrug/Oostwegverbinding volgens zo gunstig mogelijk scenario voor de luchtkwaliteit De uitvoeringsbesluiten dienen erop gericht te zijn zo min mogelijk nieuwe uitstoot te veroorzaken. Aan de oostkant van Haarlem onder meer door verbeterde doorstroming door afstemming VRI’s en aanpassing ontwerp. Aan de noordkant door voorkomen van aantrekkende werking op regionaal doorgaand verkeer, zo nodig door aanvullende flankerende maatregelen zoals dosering. Ze moeten tevens een zo gunstig mogelijk effect hebben op de Spaarndamseweg. Dit betreft onder meer ook het t.z.t. nemen van een besluit over het verkeersregime voor de Waarderbrug (open voor alle verkeer, half open, dicht of om en om). Reconstructie Voor twee andere wegen zou reconstructie een verbetering kunnen opleveren. Met betrekking tot de Turfmarkt zou de rijbaan als geheel op iets grotere afstand van gevels kunnen worden gebracht. Op de Spaarndamseweg zouden de 460
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: kk. monitoring van het NSL, dan wel ll. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel mm. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
120
rijstroken naar het midden kunnen worden verplaatst, waardoor ook daar de afstand tot gevels (en trottoirs) vergroot wordt. Een vergelijkbare reconstructie is al uitgevoerd op het noordelijke deel van de Spaarndamseweg, maar zou naar de rest van de Spaarndamseweg kunnen worden uitgebreid. Uitvoering maatregelen: Verkeersherstructurering door maatregelen Bereikbaarheid Waarderpolder Verlegging hoofdroute uit woongebied naar bedrijventerrein en verbeteren bereikbaarheid en doorstroming naar bedrijventerrein. De maatregelen (projecten Schoterbrug, Oostweg, Fly-over en de sluiting Waarderbrug voor autoverkeer) vangen samen de autonome groei en de groei Waarderpolder op en verbeteren tevens de leefbaarheid in woongebied met name Spaarndamseweg461 Conform plannen gerealiseerd462: o Schoterbrug en Oostweg zijn per 6 juni 2009 in gebruik genomen. o Eenrichtingsverkeer Waarderbrug geldt vanaf aanvang 2010. o De Fly-over is in gebruik genomen per eind 2011. B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Groene zone met beperking van vervuilend vrachtverkeer Voor een zo precies mogelijke regulering van de toelating zou een typekeur van de vrachtwagens als criterium het meest wenselijk zijn. Toegang voor wagens die niet voldoen aan een bepaalde EURO-norm 10 (bijvoorbeeld Euro-3) is dan alleen mogelijk met dag-ontheffingen. Wagens die aan een strengere norm voldoen en/of zijn uitgerust met roetfilter of aardgasmotor zouden juist een extra stimulans kunnen krijgen (bijvoorbeeld ruimere venstertijden). Op deze manier kan milieuzonering ook aardgastractie ondersteunen. Sluiten van een convenant met andere gemeenten, vervoerders en Rijk (VROM) over de invoering van milieuzones met voorlopige invulling van een aantal uitvoeringsaspecten. Nader haalbaarheidsonderzoek naar de meest effectieve invulling (luchtkwaliteit, kosten, handhaafbaarheid, uitstralingseffect). Invoering bij gunstig effect op de luchtkwaliteit en economisch/praktische haalbaarheid. Bij groen licht uitvoeringsplanning gericht op start milieuzone per najaar 2006/voorjaar 2007. Stadsdistributiesysteem In een stadsdistributiesysteem wordt lading aan de rand van de stad overgeladen van grote vrachtwagens op kleinere vrachtwagens, die het transport binnen de stad afhandelen. Over langere afstand is transport doorgaans efficiënter als grotere ladingen in één keer vervoerd kunnen worden, met grote voertuigen. Een veelbelovend systeem hiervoor vormen de stadsboxen. Hierbij wordt lading vooraf al zoveel mogelijk gecombineerd in kleine containers, waarvan er een aantal tegelijk over de lange afstanden vervoerd worden. Het overladen op kleine auto’s voor de eindbezorging (1 of 2 containers) kan dan eenvoudig en snel plaatsvinden. Inbrengen van de optie van een stadsdistributiesysteem in overlegstructuren over milieuzonering. Haalbaarheidsonderzoek – zo mogelijk met praktijkproeven - naar een stadsboxsysteem voor Haarlem met zo schoon mogelijke voertuigen. Invoering bij gunstige effect op de luchtkwaliteit en economisch/praktische haalbaarheid. 461 462
Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen maatregelen haarlem. Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1.
121
Uitvoering maatregelen: B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Schoon rijden stimuleren Bevorderen van toepassing van aardgasvoertuigen door derden waarvoor de gemeente geen opdrachtgever/klant is. De gemeente kan daar stimuleren door voorlichting, het maken van afspraken, helpen bij het opzetten van een infrastructuur van aardgasvulstations, positief meewegen bij regulering (beoordeling vervoersmanagement/vervoersplannen). o Relevant zijn vooral bedrijven met auto’s die lokaal gebruikt worden en veel kilometers maken zoals koeriersdiensten, taxi’s en rijscholen. o Voor bedrijven in de Waarderpolder kan toepassing van aardgastractie binnen hun vervoersmanagement gestimuleerd worden (keuze van de eigen voertuigen of als gunningscriterium bij hun aanbestedingen). Dit uiteraard als aanvulling op eveneens lopende stimulering van een gunstiger modal split voor het personeelsvervoer. Stimuleren aardgastractie buiten gemeentegrens Promotie en stimulering van aardgastractie ook buiten de eigen gemeentegrens. Het is voor de luchtkwaliteit in het algemeen van belang dat het aandeel aardgasvoertuigen groeit. Bij bredere acceptatie en toepassing in de regio zullen ook vrachtwagens die Haarlem binnenrijden vaker op schoon aardgas rijden. Andersom is regionale infrastructuur weer noodzakelijk om omschakeling op aardgas van vervoerders die vanuit Haarlem de regio bedienen aantrekkelijk te maken. Uitvoering maatregelen: Stimuleren autodating Uiteindelijk zeker 50 plekken (Greenwheels). Gemeente stelt deze beschikbaar463 Realisatie: Stapsgewijs vanaf 2006; 2008-2015464 Op dit moment zijn er al 48 plekken via Greenwheels en Connect-car. Greenwheels wil dit nog verder uitbreiden. Andere vormen/initiatieven worden onderzocht465. Parkeernormering: 2e en 3e auto hoger tarief Bij parkeervergunningen hoger tarief voor 2e en 3e auto ontmoedigt autobezit 466 Realisatie: Stapsgewijs vanaf 2006 uitbreiding zones; 2008-2015467 Beleid gecontinueerd, (veel) hoger tarief voor 2e en volgende auto’s is vast onderdeel van vergunning-parkeren, dat gebiedsgewijs steeds verder uitgebreid
463 464 465 466 467
Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen
maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem.
122
wordt. In de binnenstad (Centrum) wordt niet meer dan één parkeervergunning per adres afgegeven468. Stimuleren overstap naar OV of fiets aan stadsrand. Aanleg/verbeteren van transferpunten. 469 Realisatie: Na 2008, 2009-2015470 Een modernisering en uitbreiding van het Park and Ride terrein te Spaarnwoude met 50 plaatsen is gerealiseerd. Station Spaarnwoude wordt inmiddels vier maal per uur bediend met sprinters. In gebiedsvisie Oostradiaal is ook een Transferium opgenomen nabij dit tot Stationsknooppunt te ontwikkelen Station Spaarnwoude. Andere locaties en mogelijkheden voor P+R of een Transferium worden onderzocht, waaronder een P+R en Park and Bike bij Cronjégarage ten noorden van de binnenstad471 Afstemming Verkeersregelinstallaties (VRI’s) Onder andere op Bolwerkenroute en in Waarderpolder (WP als onderdeel Oostweg); onderzoek mogelijkheden Schipholweg472 In Waarderpolder afgerond tegelijk met Oostweg473. Bolwerken nog in onderzoek474. Schipholweg heeft groene golf475. Voorlichting en bevordering uitbreiding infrastructuur aardgasvulstations. Inzet op (extra) vulstation, met levering groen gas, in Waarderpolder. 476 Realisatie: Vanaf 2007 in vervolg op Gaia- project. Vulpunt 2010? 2008-2015477 Een nieuw openbaar aardgas vulpunt (met groen gas) is in 2011 geopend op de Leidsevaart. Campagnes worden gevoerd of ondersteund om rijden op aardgas en beschikbaarheid infrastructuur onder aandacht te brengen. Groen gas wordt gebruikt als brandstof voor de bussen van Connexxion, de aardgasvoertuigen van gemeente Haarlem en provincie Noord-Holland, en het WMO vervoer, en is via het nieuwe vulpunt dus ook voor overige afnemers beschikbaar zijn. Eerste helft 2012 komt een installatie gereed voor de productie van groen gas uit stortgas (Schoteroog) en rioolwaterzuiveringsslib478. C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Uitbreiding van aardgasgebruik in voertuigen Door de toepassing van aardgas als brandstof voor voertuigen is op een aantal milieuaspecten belangrijke winst te behalen: stiller en een lagere uitstoot van CO2 (broeikaseffect), NO2 en fijn stof. De overgang van het OV en het CVV in Haarlem/IJmond op aardgas is een zeer belangrijke maatregel die al vooruitlopend op dit beleidsplan is uitgevoerd, in het kader van de verbetering van de luchtkwaliteit. Voortbouwend hierop zal Haarlem (verder) zoeken naar 468 469 470 471 472 473 474 475 476 477 478
Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1.
maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem.
maatregelen haarlem. maatregelen haarlem.
123
uitbreiding van aardgastractie buiten het directe eigen wagenpark. Als concrete maatregelen/acties worden daarom geformuleerd: o Zoveel mogelijk omzetten van eigen wagenpark op aardgas (lopend beleid) o Overgang van het Stads-OV voor Haarlem/IJmond op aardgastractie via beïnvloeding concessieverlening (gerealiseerd; aardgas-OV gaat per eind 2005 in) o Overgang van het CVV (OV-Taxi) op aardgasvoertuigen via beïnvloeding concessieverlening (gerealiseerd, OV-taxi per januari 2006 op aardgas) o Als belanghebbende/gastgever druk uitoefenen voor keuze voor aardgastractie door verleners van regionale OV-concessies met belangrijke haltes in Haarlem. In de nabije toekomst te verlenen concessies zijn: diensten Amstel/Meerlanden (te verlenen per 2008 door ROA) Zuidtangent (ROA, per 2008). o Gebruiken van mogelijkheden tot beïnvloeding als opdrachtgever/klant bij aanbestedingen, zoals voorkeurseisen bij aanbestedingen voor projecten of bij een vorm van stadsdistributie nagaan of toepassing van aardgas in de inmiddels verzelfstandigde stadsreiniging kan worden opgenomen, binnen de ruimte van de dienstverleningsovereenkomst. Van belang zowel door de rechtstreekse bijdrage aan de luchtkwaliteit als vanwege de voorbeeldfunctie van de gemeente (zeer zichtbaar aanwezig in de stad!) Uitvoering maatregelen: Groene concessies OV Beïnvloeding en advisering eisen concessieverleners. Waar mogelijk aardgastractie OV. Inmiddels doorgevoerd voor concessie Haarlem-IJmond: stedelijk vervoer Haarlem en regio IJmond volledig aardgas, incl. CVV). Overige concessies (regionaal) zijn wel schoner, maar geen EEV. Opnieuw bij volgende concessies. 479 Realisatie: Vanaf 2006 (Haarlem-IJmond). Nieuwe concessies vanaf 2012480 Haarlem blijft zich inzetten voor maximaal OV op aardgas. Sinds januari 2011 wordt de concessie van de OV-taxi en het WMO-vervoer (ouderen en gehandicapten) door de BIOS groep gereden met 40 aardgasvoertuigen, waarvoor Haarlem zich sterk heeft ingezet. Vanuit het zelfde streefdoel schone brandstoffen zet Haarlem ook in op verbreiding van electrisch rijden, ondermeer door het plaatsen van laadpalen (langs openbare weg en in parkeergarages) in samenwerking met stichting E-laad481. Gemeentelijk wagenpark op aardgas Bij reguliere vervanging wordt aardgasauto gekozen482 Realisatie: Stapsgewijs vanaf 2005, afronding ca 2010483 Is nagenoeg afgerond484. C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
479 480 481 482 483 484
Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1.
maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem.
124
C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Stimuleren gebruik OV in plaats van auto Maatregelenpakketten ter verbetering en versnelling busroutes (met name versnelling en dienstenuitbreiding Zuidtangent) 485 Realisatie: Stapsgewijs vanaf 2006, effect 2008-2015486 Diensten uitbreiding Zuidtangent is sinds 2007 gerealiseerd (hogere frequentie en nachtdiensten), daarnaast zijn andere snelle busverbindingen met AmsterdamZuid/Amstelveen wegens succes fors uitgebreid (o.a. buslijn 176 en nieuwe spitslijn 277). Verschillende busbanen zijn aangelegd, na het lange traject over de Gedempte Oude Gracht is onlangs onder meer een busbaan over de Zuiderhoutlaan doorgetrokken. In 2012 wordt onder meer een busbaan op de Schipholweg doorgetrokken richting stad ingaand. Behalve door busbanen, is de versnelling ook bevorderd door de invoer van KAR (Korte Afstand Radio) voor de prioritering bij VRI’s voor naderende bussen. In samenhang hiermee staat voor 2012 ook het uitrollen van het Dynamisch Reis Informatie Systeem (DRIS) met elektronische informatieborden bij haltes op stapel. Andere verbeteringen aan de haltes (instaphoogtes 18 cm, comfortabeler abri’s) worden voortgezet. Haarlem zet zich sterk in voor de uitrol van het Randstadnet (R-net). R-net is een hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)-formule die de komende jaren door de hele Randstad wordt uitgerold. De Zuidtangentlijn 300 door Haarlem maakt hier onderdeel van uit sinds de start van R-net in december 2011. Mede op aandringen van de gemeente Haarlem is Station Haarlem sinds december 2011 weer een volwaardig Intercity-station geworden, doordat de Intercity-treinen ieder kwartier naar Den Haag, Rotterdam en Dordrecht rijden, waarbij ook telkens Station Heemstede-Aerdenhout wordt bediend487. C4. Andere in het oog springende maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Bevorderen milieuvriendelijk personeelsvervoer door bedrijven en gemeente Gemeente: fietsplan voor voordelige fiets personeel woon-werk; stimuleren fietsgebruik werk; Personeelsvervoerbedrijven: via reguliere taak Wm488 Realisatie: Lopend beleid vanaf 2006489 Fietsplan woon-werk gecontinueerd; evenals stimuleren fietsgebruik werk door slechts beperkte facilitering auto en goede beschikbaarheid van dienstfietsen. Stimulering personeelsvervoer bedrijven voortgezet voor zover binnen Wm mogelijk. Promotie fietsgebruik woon-werk in samenwerking met bedrijven Waarderpolder490. D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente:
485 486 487 488 489 490
Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1.
maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem.
125
Uitvoering maatregelen: Stimuleren fiets in plaats van auto Breed maatregelenpakket ter verbetering fietsinfrastructuur; goede aansluiting op OV; knelpunten routes aanpakken. Inclusief 2e VPL Schalkwijk.491 Realisatie: Stapsgewijs vanaf 2006, effect 2008-2015492 De uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Fietsinfrastructuur verloopt naar verwachting. Dit programma bevat een reeks grotere en kleinere projecten ter verbetering van de fietsinfrastructuur die in principe prioriteit krijgen voor uitvoering in de jaren 2007-2015. Jaarlijks worden hieruit een aantal projecten doorgezet, afhankelijk van combinatiemogelijkheden met bijvoorbeeld rioleringswerkzaamheden en wegreconstructies en subsidiemogelijkheden (m.n. BDU). Een aantal grote projecten, evenzeer passend in de doelstelling om fietsgebruik te stimuleren, zijn of worden los van dit programma uitgevoerd, deels omdat zij later zijn opgekomen of eertijds nog te onzeker waren voor opname in het programma. Zo is het Haarlemse deel van de fietssnelweg Haarlem-Amsterdam West in voorbereiding, subsidie is inmiddels toegekend. Ook is een fietsonderdoorgang onder de Buitenrustbruggen gerealiseerd, van belang voor de fietsverbinding centrum/Schalkwijk, en voor doorstroomverbetering openbaar vervoer en ander snelverkeer. Financiering wordt gezocht voor een fietsbrug over de Industriehaven om de fietsverbinding centrumbedrijventerrein Waarderpolder sterk te verkorten. Verder nadert de herinrichting van het Stationsplein zijn voltooiing, met de daaraan gekoppelde veiliger en comfortabeler verbinding voor fiets, voetganger en OV tussen Station en winkelhart van de binnenstad (‘Rode Loper r. centrum”).493 Ook via diverse promotie/spelcampagnes wordt fiets gepromoot (2012: “Rij 2 op 5” voor gebruik woon-werk; “I like my bike” idem en bekendheid fietssnelweg). Een volledig nieuw VPL Schalkwijk kan op dit moment nog weinig toevoegen aan het afgeronde eerste VPL Schalkwijk, mede omdat een reeks ontwikkelingsprojecten voor het gebied vertraagd of onzeker zijn door de crisis. Vooralsnog volstaan een aantal losse maatregelen.494 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Stimuleren fiets in plaats van auto Breed maatregelenpakket ter verbetering fietsinfrastructuur; veel fietsparkeerplekken.495 Realisatie: Stapsgewijs vanaf 2006, effect 2008-2015496 De fietsparkeergelegenheid bij het station is enorm uitgebreid (“Ruimte voor de fiets”), met een ondergrondse stalling voor circa 5000 fietsen. In 2012 wordt een “fietsgevel” gerealiseerd voor nog eens circa 1700 fietsen. Een goed registratiesyteem voor vrije en bezette fietsparkeerplaatsen in deze stallingen wordt voorbereid, ter verbetering van informatie aan de parkeerder en ter bestrijding van ‘weesfietsen’, zo mogelijk in 2012/2013.497
491 492 493 494 495 496 497
Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1. Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Aanvulling_op_het_geactualiseerde_RSL_Noordvleugel_wijzigingen Rapportage_monitoring_RSL_2011_def-1.
maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem. maatregelen haarlem.
126
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Resultaten NSL Monitoring 2011498 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Haarlem de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide te hoog is op de Buitenrustaan vanaf de overgang naar vanaf de Kamperlaan tot aan de overgang naar de Schipholweg/Europaweg. De jaargemiddelde concentratie NO2 ligt in 2011 tussen 38,5 en 42,5 µg/m3. Terwijl de jaargemiddelde concentratie NO2 in dit gebied nog lag tussen 35 en 40,5 µg/m3. De gemeente verwacht dat de waarden in 2015 schommelt tussen 35 en 38,5 µg/m3. Daarnaast zijn er in de gemeenten nog enkele locaties in 2011 waar de jaargemiddelde concentratie NO2 net onder de wettelijke grenswaarde ligt. Het gaat om de volgende locaties: Delftlaan – vanaf het kruispunt met de Stuyvesantstraat tot aan de Oriongweg Westelijke Randweg – ter hoogte van Zijlweg tot aan De Ruiterweg Zijlweg – vanaf Leidsevaart tot aan het kruispunt met de Pieter Kiesstraat Raaks – vanaf het kruispunt met het Wilsonplein tot aan de Keizerstraat. De gemeente verwacht de knelpunten in de binnenstad in 2015 te hebben opgelost. Op de knelpunten wordt dan voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor NO2. In de gemeente Haarlem blijven de jaargemiddelde fijn stof concentraties onder de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden. De gemeente voldoet daarmee aan de eisen rondom fijn stof.
498
NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
127
Gemeente Arnhem499 Luchtkwaliteit Arnhem Arnhem heeft zich in 2008 aangesloten bij het NSL, via het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (Eureka van de Stadsregio Arnhem Nijmegen), met een aantal grote projecten én met lokale maatregelen. Deze maatregelen zijn erop gericht de knelpunten in Arnhem (plekken waar de grenswaarden overschreden zouden worden in 2011 en 2015) aan te pakken. De maatregelen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: doorstroming; fiets-OV; schone voertuigen; bewustwording en overig (stedelijke distributie, ruimtelijke ordening, klimaat, vergunningen). A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente : Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
499
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: nn. monitoring van het NSL, dan wel oo. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel pp. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
128
B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Milieuzone vrachtverkeer Doel van een milieuzone is om het meest vervuilende vrachtverkeer uit de binnenstad te weren zodat de luchtkwaliteit en leefbaarheid verbeteren én het versnellen van het verschonen van het (vracht)wagenpark (versnellen ten opzichte van de euronormering). Invoering van een milieuzone voor vrachtverkeer als aanvulling op andere maatregelen is noodzakelijk om de knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit ter plaatse van de Eusebiusbuitensingel, Velperbuitensingel en Velperplein op te lossen. Om zoveel mogelijk draagvlak te creëren voor invoering van de milieuzone is aangesloten bij het landelijke convenant milieuzone en is het bijbehorende stappenplan gevolgd. Met betrekking tot de omvang van de zone is gekozen voor een Arnhemse milieuzone gebaseerd op de binnenstad zonder de centrumring. Naast de invoering van een milieuzone is flankerend beleid op het gebied van stedelijke distributie onderdeel van het convenant. Hanteren van de voorgestelde planning geeft de mogelijkheid tot zorgvuldige aandacht ook voor de invulling van het flankerende beleid, dit betreft voor Arnhem: o invoering erkenningsregeling (op basis van schone voertuigen en/of aantal drops) o de venstertijden van 6.00 tot 11.00 uur o straatmanagement Steenstraat / Hommelstraat o stimuleren stedelijke distributiecentra, en o nader uit te werken andere vormen van duurzame logistiek als dagrand distributie, uitwerking bij voorkeur op stadsregionaal niveau. Milieuzone uitgebreid De milieuzone voor vrachtverkeer zoals deze tot nu toe is voorbereid op basis van het college besluit van 2009, kan op twee manieren uitgebreid worden: o een geografische uitbreiding o uitbreiding in de breedte. Voor bestelverkeer is onlangs eveneens een landelijk convenant getekend. Deze uitbreiding heeft vooral gevolgen voor de plaatselijke ondernemers en ondersteunt tevens het project om ondernemers met schonere voertuigen te laten rijden (groen gas). Op het moment (2013) dat in Arnhem de milieuzone voor vrachtverkeer ingevoerd is, is deze simpel uit te breiden richting bestelverkeer. Per 1 juli 2013 kan een gemeente een milieuzone voor bestelauto’s instellen. De toegangseis is dan dat een bestelauto minimaal aan de Emissieklasse-4 norm moet voldoen als het gaat om de uitstoot. Dit zijn bestelauto’s met bouwjaar 2006 en jonger. De Emissieklasse-4 eis wordt op 1 januari 2015 verder aangescherpt. Vanaf die datum zijn alleen Emissieklasse-4 bestelauto’s met af fabriek roetfilter of emissieklasse 5, welkom in de milieuzone.
Flankerend beleid milieuzone Om een extra impuls te geven aan een verdere verbetering van de luchtkwaliteit in en nabij de milieuzone, kunnen extra privileges worden toegekend aan ondernemers die een stap verder zetten richting nul emissie. Hiervoor wordt onderzocht of de volgende privileges tot de mogelijkheden behoren: o toegang tot centrumgebied buiten de venstertijden; o lagere parkeertarieven voor nul emissievoertuigen (bij elektrische o laadpalen wordt geen parkeergeld in rekening gebracht); o bevoorrading in de dagrand (voor 7.00 uur en na 19.00 uur) voor extra schone en extra stille voertuigen.
129
Uitvoering maatregelen: Weren oudere bestelbusjes Om de luchtkwaliteit in Arnhem verder te verbeteren worden mogelijk ook oudere bestelbusjes uit de binnenstad geweerd. Daarmee wordt de al eerder voorgestelde milieuzone, die primair gericht was om vrachtverkeer uit de binnenstad te weren, uitgebreid. Dit is één van de extra maatregelen die staan beschreven in het Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit 2011-2015 dat het college van burgemeester en wethouders heeft vastgesteld.500 Milieuzone voor vrachtverkeer In 2009 is door het college besloten om aan te sluiten bij het landelijke convenant “Milieuzones voor vrachtverkeer”. 501 Doel van deze zone is het meest vervuilende vrachtverkeer uit de binnenstad te weren en het schoner worden van het verkeer te versnellen, zodat de luchtkwaliteit en leefbaarheid verbeteren. Invoering hiervan levert een bijdrage aan de knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit ter plaatse van de Eusebiusbuitensingel, Velperbuitensingel en Velperplein. De milieuzone voor vrachtverkeer breiden we uit met bestelverkeer, waarmee we het effect vergroten. Hierdoor worden plaatselijke ondernemers gestimuleerd hun wagenpark te verschonen. Met invoering van de milieuzone gaan we zorgvuldig om. Daarom heeft de gemeente zich aangesloten bij het landelijke convenant milieuzone en gaan we uit van het bij het convenant behorende stappenplan.502 o Wat: Arnhem stelt een milieuzone voor vrachtverkeer en bestelverkeer in, ondersteund door flankerend beleid (stadsdistributie, privileges rondom venstertijden). Doel is een reductie van de uitstoot van fijn stof en stikstofdioxide (5%), energiebesparing (10%) ten opzichte van het huidige verkeer in de binnenstad en toename (5%) van duurzame brandstof503. o Wanneer: 2014504 o Rol gemeente: Facilitator en vergunningverlener505 De voorbereidende onderzoeken zijn in 2009 opgestart. 506 De invoering in Arnhem werd verwacht in 2012.507 Om de luchtkwaliteit in Arnhem te verbeteren, komt er met ingang van 1 juli 2013 een milieuzone voor vrachtverkeer waarbij de meest vervuilende vrachtwagens uit de binnenstad geweerd gaan worden508 (stand van zaken dec. 2011). Stadsdistributie Sinds 2009 is de Binnenstadservice Arnhem actief bij de bevoorrading van winkeliers. 509 In plaats van versnipperde bevoorrading door vele vrachtwagens in de binnenstad, worden de goederen buiten de stad gebundeld en met milieuvriendelijk vervoer naar de winkels gebracht. Hiermee is al een flinke reductie van emissies gerealiseerd. 510
500
Extra maatregelen voor schonere lucht 15 maart 2011 Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam Arnhem 2010 - rapportage luchtkwaliteit 2010 502 Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer 503 Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer 504 Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer 505 Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer 506 Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam Arnhem 2010 - rapportage luchtkwaliteit 2010 507 Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam Arnhem 2010 - rapportage luchtkwaliteit 2010 508 Milieuzone in Arnhemse binnenstad per 1 juli 2013 509 Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam Arnhem 2010 - rapportage luchtkwaliteit 2010 510 Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam Arnhem 2010 - rapportage luchtkwaliteit 2010 501
beter & Luchtkwaliteit in
beter & Luchtkwaliteit in beter & Luchtkwaliteit in beter & Luchtkwaliteit in beter & Luchtkwaliteit in
130
Er zijn plannen om dit uit te breiden naar de bevoorrading van bedrijventerreinen.
In 2010 is besloten een bundelingsregeling toe te passen, waarbij vrachtwagens die meer dan 15 stops in het centrum hebben ruimere toegang hebben tot de binnenstad512.
511
Pilotproject Schone Pakketdistributie in stad en regio513 Tussenstand juni 2012: Projectopzet gereed. Zicht op Financiering incl subsidies o Rijdend in 2013 B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Elektrische scooters In 2011 wordt gestart met een sloop- en subsidieregeling om in de Stadsregio Arnhem Nijmegen ca. 2000 oude 2-takt en 4-takt brommers te vervangen door elektrische scooters. De uitvoering is gepland voor voorjaar 2012. Uitvoering maatregelen: Subsidieregeling voor elektrische scooters514 o Trekker: Provincie Gelderland / Stadsregio Arnhem Nijmegen (Erik Thoonen) 515 o Partners: Gemeente Arnhem, Gemeente Nijmegen516 o In maart 2012 opent de regeling517 Aanschaf elektrische scooters (al gestart) en kleine elektrische busjes; verder serieus nadenken over grotere bussen op groen gas. 518 o Voorjaar 2011519 Stimuleren schone brandstoffen520 Via het programma StilSnelSchoon proberen we het gebruik van elektrische scooters als alternatief voor de auto in de stad onder de aandacht te brengen, samen met de Gelderse Milieufederatie en de gemeente Nijmegen ( zie verder www.stilsnelschoon.nl) 521 Demonstratieproject Hybride scooters522 Elektrische voertuigen in het algemeen en elektrische scooters in het bijzonder hebben een beperkte actieradius. Het hybridiseren biedt een oplossing voor dit probleem. Bestaande elektrische scooters worden uitgebreid met een “range extender” in de vorm van een brandstofcel. Stroom tanken de scooters thuis of op de zaak; waterstof wordt bij het Arnhemse waterstoftankstation getankt. Een vloot van 25 – 100 scooters zal dan gaan rijden op stroom en/of waterstof. o Tussenresultaat juni 2012: Design gereed en eerste prototype functioneel. o December 2013 B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: 511 512 513 514 515 516 517 518 519 520 521 522
Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam beter Luchtkwaliteit in Arnhem 2010 - rapportage luchtkwaliteit 2010 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam beter Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam beter bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69
131
B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Faciliteren elektrische voertuigen In 2011 wordt een begin gemaakt met het plaatsen van elektrische laadpalen in de openbare ruimte in Arnhem. In de eerste fase zullen vijf laadpalen geplaatst worden, waarbij een parkeerplaats gereserveerd zal worden voor een nulemissievoertuig (elektrisch of waterstof-elektrisch). Ondernemers stimuleren Sinds 2008 wordt gewerkt aan het stimuleren van ondernemers om over te schakelen op alternatieve, schonere brandstoffen voor hun bedrijfsvoertuigen. Met inzet van ISV II middelen is gewerkt aan: o een lokale werkgroep met dealers en tankstation houders om de bekendheid met rijden op aardgas te vergroten; o Diverse evenementen om de inwoners en ondernemers van Arnhem kennis te laten maken met alternatieve brandstoffen (aardgas, elektriciteit, bioethanol); o Gratis wagenparkscans voor ondernemers, een bedrijfseconomische berekening van de voordelen van alternatieve brandstoffen. Uitvoering maatregelen: Proeftuinregeling voor groen gas voertuigen tot 3500 kg. 523 Subsidie voor minimaal 3 voertuigen per aanvrager, en max €100.000 per project. De voertuigen mogen pas na goedkeuring van de subsidie worden aangeschaft. Gemeente werft deelnemende ondernemers en faciliteert aanvraag.524 Trekker: Gemeente Arnhem (Peter Swart) 525 Partners: AgentschapNL, Stadsregio Arnhem Nijmegen526 Per 1 juli 2011 opent de regeling527 Faciliteren elektrische voertuigen Van 200 voertuigen nu naar 1600 voertuigen op groen gas en van 2 naar 8 vulpunten in 2013 (met geld uit Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NSL) 528 o Trekker: Stadsregio Arnhem Nijmegen (Theo Tijsse Klasen) 529 o Partners: Fuwell (Enne-Jacob Wierda) 530 o Per direct t/m 2013531 Realisatie van 10 laadpunten voor elektrische auto’s in Arnhem (winkelcentra Kronenburg en Presikhaaf, Gelredome, Beekstraat, De Markt, Jansbuitensingel, Velperbuitensingel, Van Rhoonstraat (privé), Paul Krugerstraat (privé), Westerveldstraat (privé) 532 o Trekker: Gemeente Arnhem / Stichting E-laad (Peter Swart) 533 o Partner: Loloo534 o Eind 2011535
523 524 525 526 527 528 529 530 531 532 533 534 535
bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten. projecten.
april april april april april april april april april april april april april
2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012
Energie Energie Energie Energie Energie Energie Energie Energie Energie Energie Energie Energie Energie
Made Made Made Made Made Made Made Made Made Made Made Made Made
in in in in in in in in in in in in in
Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem
-
zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie
maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel maatregel
69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69
132
Aanschaf 3 – 5 groen gasauto’s die in regio Arnhem gaan rijden en meewerken aan haalbaarheidsstudie ombouwen bestelauto naar waterstof; 536 o Zomer 2011537
Betere inritten e.d. Door onder andere een betere inrit voor de parkeerplaats langs de Velperbuitensingel en het verbeteren van de overgang van de Oranjewachtstraat naar de Eusebiusbuitensingel worden positieve effecten op de luchtkwaliteit verwacht.538 Schoner vervoer Om ondernemers te stimuleren over te schakelen op alternatieve brandstoffen voor hun bedrijfsauto's, worden gratis wagenparkscans aangeboden en worden zij via evenementen bekend gemaakt met de mogelijkheden die er zijn. 539 Gebruik duurzaam vervoer stimuleren in Arnhem door aanschaf elektrische bedrijfsfietsen en elektrische scooter540 o Gereed in 2011 Gratis wagenparkscans - Om ondernemers te stimuleren hun wagenpark te verduurzamen, biedt de gemeente via stichting OKA Services gratis wagenparkscans aan. Deze scans zet de gemeente breed in, inclusief elektrisch rijden en waterstof-elektrisch rijden. In dit project werkt Arnhem samen met de Stadsregio, de provincie Gelderland en de MRA-gemeenten541. o Wat: Jaarlijks stelt de gemeente aan ondernemers gratis 10 wagenparkscans ter beschikking542. o Doel is het verduurzamen van het wagenpark van ondernemers543. o Wanneer: 2011544 o Rol gemeente: Uitvoerder en stimulator545 Stimuleren schone brandstoffen546 Op het gebied van schone voertuigen stimuleert de gemeente Arnhem het vervoer op waterstof en, als overgang daar naartoe, rijden op groen gas en elektriciteit door het ondersteunen van ondernemers. Arnhem heeft waterstofontwikkeling als speerpunt opgenomen in haar beleid en toepassing van waterstof voor vervoer is één van de aandachtsgebieden. Faciliteren alternatieve brandstoffen - In 2014 rijden in Arnhem allerlei voertuigen op alternatieve brandstoffen. De huidige twee tankstations aan de IJsseloordweg en de Van Oldenbarneveldtstraat bieden dan onvoldoende capaciteit. Optimaal zijn de ‘Multi-fuelstations’ met benzine, diesel, bio-ethanol, groen gas en waterstof. Het nieuwe tankstation in Schuytgraaf zal alternatieve brandstoffen aanbieden. Gemeente zoekt naar mogelijkheden voor nieuwe vulpunten, bij bestaande tankstations en nieuwe, zoals aan de Westervoortsedijk547. o Wat: Stimuleren van het realiseren van groen gas tankstations, vloeibaar groen gas stations (vrachtverkeer), het plaatsen van elektrische laadpunten voor personenauto’s en het opschalen van het waterstoftankstation (Kleefse Waard) 548.
536 537 538 539 540 541 542 543 544 545 546 547 548
bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 Extra maatregelen voor schonere lucht 15 maart 2011 Extra maatregelen voor schonere lucht 15 maart 2011 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam beter Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer
133
o o
Wanneer: Direct549 Rol gemeente: Stimulator550
Truck van de Toekomst Subsidieaanvraag Truck van de Toekomst voor 2 LNG-vrachtwagens (niet kraak/pers). Deze worden vergroend (naar LBG) als groen gas beschikbaar is.551 Trekker: Sita (Ton Gradussen)552 1 juni 2011 (bekendmaking toekenning)553 Stimuleren OV-gebruik Duurzaam mobiliteitsprogramma en een nieuwe vorm van werken, waarbij autokilometers worden verminderd door stimuleren OV en locatieonafhankelijk werken554 Tussenstand juni 2012: Programma gereed en deels uitgerold Project “Invalidenvervoer schoon mobiel”555 Tussenstand juni 2012: Projectopzet gereed. Zicht op Financiering incl subsidies Rijdend in 2013 P+R locaties Bezoekend verkeer kan buiten de stad gehouden worden (ver van de knelpunt locaties) door een goed systeem van P+R-locaties aan te bieden. Dat betekent ruime parkeermogelijkheden voor een klein bedrag en goed vervoer richting het centrum. 556 De locatie bij het Gelredome is al gerealiseerd. 557 Aan de noordkant van Arnhem ontbreekt een goede locatie nog. 558 C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schoon vervoer Eigen wagenpark - Voor 2014 is als doel gesteld om 30% van ons eigen wagenpark te laten rijden op schonere, klimaat-neutrale voertuigen. Dit is tevens een doelstelling in het stadsprogramma Arnhem Energiestad Openbaar vervoer schoon - In de in december 2010 vastgestelde Programma van Eisen ten behoeve van de OV concessie 2013 -2023 van de Stadsregio Arnhem Nijmegen, is de eis opgenomen om alle dieselbussen in de concessie te vervangen door groen gasbussen. De overgang naar waterstof naar elektrische bussen is opgenomen als verplichte optie. Vanaf 2011 tot 2015 zal worden gewerkt aan de plaatselijke productie van groen gas.
549 550 551 552 553 554 555 556 557 558
Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69 Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam beter Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam beter Jaarrapportage luchtkwaliteit 2009 - luchtkwaliteit in Arnhem 2009, langzaam beter
134
Uitvoering maatregelen: Schoner vervoer Inzet op schoner vervoer door bijvoorbeeld het gemeentelijke wagenpark op schone brandstoffen te laten rijden zoals elektriciteit, groen gas of waterstof.559 V.w.b. vergroenen wagenpark gemeente: o 30 wagens op duurzame energie. Voor 2015.560 o Realiseren in gemeentelijk wagenpark energiebesparing van minimaal 12% ten opzichte van 2009 door slim om te gaan met het ter beschikking stellen van passend vervoer (afhankelijk van afstand en gebruik) en de vervanging van personenauto’s en bestelauto’s door A-labelauto’s, groen gas auto’s, elektrische scooters en waterstof)elektrische auto’s. Daarmee realiseren groei van de inzet van duurzame energiebronnen van minimaal 30%561. o Stapsgewijs schakelt het gehele gemeentelijk wagenpark over op duurzame brandstof. Voertuigen aanschaffen bij voorkeur bij regionale dealers562. o Wanneer: Direct. Doelen behaald in 2014. Tussen 2015 en 2020 schakelt het hele wagenpark over op duurzame brandstof563. o Rol gemeente: Uitvoerder564 Ook wordt ingezet om de bussen niet langer op diesel te laten rijden maar op groen gas.565 Ophalen huisvuil In 2012 wordt het contract voor het ophalen van huisvuil opnieuw aanbesteed. De gemeente mikt hierbij op het vervangen van enkele vrachtwagens door groen gas wagens en de ontwikkeling van twee waterstof-elektrische huisvuilwagens. Volgend jaar worden de eerste gesprekken gevoerd met de partijen die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling: Ginaf, de HAN, de Stadsregio en het Arnhemse Waterstofnetwerk.566 Wat: Het ophalen van huisvuil realiseert inzet van 30% duurzame energie ten opzichte van het totaalgebruik. In 2015 wordt het GFT-contract opnieuw aanbesteed. Dit geeft een kans om deze vrachtwagens te laten rijden op het afval dat ze ophalen. 567 Andere aanbestedingen Begin 2011 kijkt de gemeente we naar die contracten die voor 2014 opnieuw worden aanbesteed. Bij nieuwe aanbestedingen neemt gemeente de eis op dat minimaal 30% van de voertuigen gebruik maakt van duurzame brandstof568 Wat: Bij aanbesteding voor 2014 van andere diensten, zoals groen onderhoud, leerlingenvervoer en aangepast vervoer, wordt de eis gesteld dat minimaal 30% van het wagenpark op duurzame brandstof moet rijden569. 2015 OV in Arnhem 0-emissie570 2023 150 van de 225 bio gas bussen vervangen door brandstofcel bussen “HFC BUS” 571 Stappen: o 2010 eerste H2commerciele tank station geopend 559 560 561 562 563 564 565 566 567 568 569 570 571
Extra maatregelen voor schonere lucht 15 maart 2011 bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69. Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Extra maatregelen voor schonere lucht 15 maart 2011 Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69. bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69.
135
2011 eerste HFC bus met naafmotoren op de weg 2011 Consortium gevormd voor de ontwikkeling de bouw en de exploitatie van de HFC bussen voor de stads regio A&N o 2011 financiering meerkosten geregeld o 2012 verhuizing en opschaling H2 tankstation o 2012 bouw eerste 5 HFC bussen gestart o 2013 eerst 5 HFC bussen in exploitatie o 2015 alle 25 gas bussen in Arnhem vervangen door HFC Bussen o 2015 Vergroening H2 in volle gang o 2015 1000kg H2 omzet per dag in H2 tankstation o 2015-2023 geleidelijke ingroei van de HFC bussen naar gelang het afschrijvingsschema van de gas bussen dat toelaat. Tussenresultaat juni 2012: o Financiering meerkosten is afgerond o De engineering HFC bus is gereed o Bouw eerste bus wordt gestart o Proefritten en test met 2011 HFC bus in volle gang o o
Duurzame energie in het OV Inzet van duurzame energie in het OV wordt via twee sporen gerealiseerd: o Opnemen groen gas bussen en waterstofbussen in de OV concessie 20132023572. o Samen met Stadsregio en MRA-gemeenten1 zorgen voor een aanbesteding van groen afval waarbij het afval vergist wordt tot groen gas, eventueel aan te leveren als vloeibaar gas573. In 2011 participeert de gemeente Arnhem in een Stadsregio-breed project waarbij de gemeente zoekt naar partners die willen vergisten en het realiseren van een groen gas vulpunt voor bussen in Arnhem. Dit gas dient in eerste instantie als brandstof voor de groen gas bussen. Daarnaast dient het als grondstof voor het duurzaam produceren van waterstof574. o Wat: Naast de trolleybussen rijden 15 groen gas bussen en 10 waterstofbussen in de stadsdienst en nog eens 80 groen gas streekbussen in Arnhem. Dat betekent een groei van de inzet van duurzame brandstof (groen gas uit afval) van 54% ten opzichte van het huidige wagenpark en een reductie van 15% van fijn stof en stikstofdioxide575. o Wanneer: Gereed in 2014576 o Rol gemeente: Facilitator577 C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Pilot Schoon Bustaxivervoer578 Tussenstand juni 2012: Projectopzet gereed. Zicht op Financiering incl subsidies Rijdend in 2013: Leerlingen vervoer, Ouden van Dagen Taxi C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
572 573 574 575 576 577 578
Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer Programmaplan Arnhem Energiestad 2011-2014 zie oa hoofdstuk 4 vervoer bijlage 2 projecten. april 2012 Energie Made in Arnhem - zie maatregel 69
136
D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen NO2 in 2010 Uit de berekening met het NSL Monitoringtool 2010 blijkt dat het aantal knelpunten waar de grenswaarde stikstofdioxide (NO2) wordt overschreden niet minder is geworden; de totale weglengte waarlangs deze waarde wordt overschreden is wel minder geworden ten opzichte van 2009. De tool berekent de concentratie bij zogenaamde toetspunten, op 10 meter naast de weg of aan de gevel (als die dichter dan 10 meter naast de weg staat).579 Langs gemeentelijke wegen was de lengte van de wegvakken met overschrijding 1,1 kilometer. Bij de wegvakken waar de grenswaarde werd overschreden in 2010, werden ca. 298 personen blootgesteld aan een waarde boven de 40 μg/m3. Het gaat hier met name om de Centrumring (Eusebius-buitensingel en Nieuwe Plein) en Apeldoornseweg.580 Langs provinciale wegen kwam 5,9 km weglengte overschrijding voor (Pleijroute en A325), maar hier werden geen mensen blootgesteld aan waarden boven de norm, omdat langs deze wegen geen woningen staan, of andere gevoelige objecten.581 Langs rijkswegen werd de grenswaarde NO 2 overschreden bij Grijsoord en Waterberg langs de A12 én de A50. De totale weglengte van deze overschrijdingen in 2009 was 11,8 km. Hier worden geen inwoners aan blootgesteld.582 Fijn stof in 2010 De jaargemiddelde grenswaarde voor PM10 is in Arnhem in 2010 nergens overschreden op de toets afstand van 10 meter naast de rand van de weg. 583 De daggemiddelde norm van 50 μg/m3 die 35 dagen per jaar mag worden overschreden is niet overschreden. 584 Langs provinciale wegen werd de grenswaarde in 2010 niet overschreden. 585 Langs rijkswegen zijn geen overschrijdingen geconstateerd van de daggemiddelde norm. 586
579 580 581 582 583 584 585 586
Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit
in in in in in in in in
Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
-
rapportage rapportage rapportage rapportage rapportage rapportage rapportage rapportage
luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit
2010. 2010. 2010. 2010. 2010. 2010. 2010. 2010.
137
Vergelijking met voorgaande jaren Als we de berekende luchtkwaliteit in 2010 in Arnhem vergelijken met de luchtkwaliteit in voorgaande jaren, valt het volgende op587: De stedelijke achtergrondconcentratie is in 2010 lager geworden. Dit komt omdat auto’s en bedrijven steeds schoner worden en omdat er nationaal en internationaal maatregelen worden genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren De bijdrage van verkeer aan de luchtverontreiniging in Arnhem is in 2010 gelijk gebleven. Door technologische vooruitgang worden auto’s steeds schoner en stoten ze minder vervuilende stoffen uit, maar tegelijk neemt de verkeersdrukte elk jaar toe. Er komen steeds meer auto’s en dat is weer ongunstig voor de luchtkwaliteit, zeker als het verkeer vaak vaststaat. In Arnhem is op de meeste wegen in 2010 meer verkeer gaan rijden. De doorstroming is op sommige plaatsen verbeterd door een aantal verkeersmaatregelen, waaronder het beter op elkaar afstemmen van verkeerslichten. Een betere doorstroming is gunstig voor de luchtkwaliteit. Alles bij elkaar leidt dit ertoe dat de bijdrage van het verkeer aan de luchtverontreiniging in 2010 op meerdere wegen in Arnhem is gelijk gebleven ten opzichte van voor gaande jaren. Maar door het dalen van de achtergrondconcentratie wordt de luchtkwaliteit beter. Het totaal aantal knelpunten in Arnhem is in 2010 gelijk gebleven. D De weglengte waarlangs de overschrijding optrad is minder geworden (ongeveer 1100 meter minder dan in 2009). Dit heeft niet alleen te maken met bovengenoemde punten maar ook met de wijze van berekenen
Resultaten NSL Monitoring 2011588 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Arnhem de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide te hoog is op de volgende locaties: N224 ter hoogte van de Willemstunnel N784 tussen Velperplein – Velperbuitensingel tot kruispunt met Spijkerstraat N325 Pleyweg – IJsseloordweg – oprit A12 N325 Pleyweg – oprit A325 A325 tot knooppunt Elst Op deze locaties komt de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 ruim boven de wettelijke grenswaarde 40 µg/m3 uit. De gemeente verwacht de knelpunten in de binnenstad in 2015 grotendeels te hebben opgelost. Op de knelpunten wordt dan voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor NO2. Echter, de knelpunten die nu bestaan rond de A325 en de N325 Pleyweg zullen in 2015 nog bestaan. De jaargemiddelde concentratie NO2 komt uit rond 35 – 40,5 µg/m3. Op sommige punten komt de jaargemiddelde concentratie NO2 in 2015 nog boven de wettelijke grenswaarde uit van 40,5 µg/m3. In de gemeente Arnhem blijven de jaargemiddelde fijn stof concentraties onder de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden. De gemeente voldoet daarmee aan de eisen rondom fijn stof.
587 588
Luchtkwaliteit in Arnhem 2010 - rapportage luchtkwaliteit 2010. NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
138
Gemeente Zaanstad589 Luchtkwaliteit in Zaanstad Gemeente Zaanstad vindt luchtkwaliteit een belangrijk onderwerp, omdat het de gezondheid van mens en dier direct beïnvloedt. Daarom spreekt Zaanstad de intentie uit om hoe dan ook te blijven werken aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Uit de berekeningen van VROM met de rapportagetool blijken er ook in 2008 geen overschrijdingen meer van de norm van fijn stof (PM10 ) en ook geen overschrijding meer van de norm van stikstofdioxide (NO2). De waarden langs de Provinciale weg zijn nog wel erg hoog en liggen bijna tegen de grenswaarde aan. Ook als het er naar uit ziet dat Zaanstad op tijd aan de normen zal voldoen, wil Zaanstad graag blijven werken aan verbetering van de luchtkwaliteit. Allereerst omdat luchtvervuiling door fijn stof in elke concentratie schadelijke gevolgen heeft voor de menselijke gezondheid. Luchtvervuiling is schadelijk voor iedereen, en in het bijzonder voor mensen die al te kampen hebben met luchtwegproblemen. Ook voor ouderen en mensen met hart- en vaatziekten is luchtvervuiling extra schadelijk. Zaanstad wil haar burgers zo veel mogelijk tegen de blootstelling aan luchtvervuiling beschermen. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Realiseren ontbrekende fietsverbindingen Bij het opstellen van de Fietsnota is hiernaar onderzoek gedaan. Daarbij is gebleken dat er hier en daar schakels in het fietsnet ontbreken. Vanuit de uitvoering van de Fietsnota wordt er aan gewerkt de ontbrekende schakels te realiseren en tegels zoveel mogelijk te vervangen voor asfalt. Ook de aanleg van snelle fietspaden past in dit plan. OV uitbreiden Het uitbreiden van het OV bestaat enerzijds uit het stimuleren van het gebruik ervan, en anderzijds uit het daadwerkelijk uitbreiden van de dienst. Daarnaast dient er oog te zijn voor de milieuvriendelijkheid van het OV. Het stimuleren van het gebruik van OV kan op verschillende manieren plaatsvinden. Zo wordt er gedacht aan het verstrekken van een gratis of laaggeprijsd abonnement aan doelgroepen. Een doelgroep zou kunnen zijn senioren, maar ook andere vormen zijn denkbaar. Zaanstad brengt regelmatig het OV onder de aandacht als goed alternatief voor de auto, zoals bijvoorbeeld in de Week van de Vooruitgang.
589
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: qq. monitoring van het NSL, dan wel rr. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel
ss.
korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
139
Wandelroutes met begin- en eindpunt bij OV-haltes Vanuit recreatie kan er gedacht worden aan wandelroutes die beginnen en eindigen bij een OV-halte. Het grote voordeel hiervan is dat het beginpunt ergens anders kan zijn dan het eindpunt, en de wandeling dus geen rondwandeling hoeft te zijn. Uitvoering maatregelen: Ontbrekende fietsverbindingen, fietsparkeerbeleid590 Acties uit de Fietsnota zijn volop in uitvoering: aanleg van ontbrekende schakels, prioriteit bij VRI's, wachttijdvoorspellers, goede fietsenstallingen, rood asfalt en fietsvriendelijke bestrating. Er zijn in 2010 diverse fietsenstallingen gerealiseerd in het winkelgebied van Inverdan en er is opdracht gegeven voor de realisatie van een openbare overdekte fietsenstalling in Inverdan. Over 2 tot 3 jaar zal monitoring van de doelstellingen van de fietsnota plaatsvinden. A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Autoluw centrum Het centrum is bij uitstek een locatie waar veel verkeer rijdt en de kans op normoverschrijdingen hoog is. Daarnaast streeft Zaanstad naar een plezierig winkelklimaat. Daarom is de intentie uitgesproken op de binnenstad van Zaanstad autoluw te maken. Milieuzone Voor de eventuele invoering van een milieuzone is Zaanstad gebonden aan de regels van het Convenant. Hierin is o.a. gesteld dat een milieuzone direct gerelateerd moet zijn aan overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen. Daarmee lijkt een milieuzone voor Zaanstad op dit moment niet haalbaar. Onlangs is de gemeente benaderd voor een proefproject ‘Piek’. Piek houdt in dat er gewerkt wordt met stille voertuigen, die gebruikt worden voor distributie op ongebruikelijke tijden zoals ’s morgens vroeg en ’s avonds laat en eventueel ’s
590
Raadinformatiebrief Stand van Zaken Luchtkwaliteit, april 2011
140
nachts. De bevoorrading kan dus sneller plaatsvinden en zal daarom minder uitstoot veroorzaken. Schoner vervoer Met name aardgas en elektriciteit lijken veelbelovende vervangers, en ook de brandstofcel of waterstof behoren nog tot de mogelijkheden. Aardgas wordt daarbij vooral gezien als opstapje naar biogas. Ook met elektrisch vervoer kan ook grote milieuwinst worden behaald. Daarbij kan de gemeente ook een rol spelen in het faciliteren van haar burgers in de overstap naar schoner vervoer. Het realiseren van vulpunten c.q. oplaadpunten is daarbij een eerste vereiste. Daarna kan er ook gedacht worden over goedkoper maken van de aanschaf van de voertuigen. Uitvoering maatregelen: Alternatieve brandstof voor transportsector591 Vanuit de transportsector is vraag naar alternatieve brandstof in de vorm van LNG/CNG (aardgas). Vrachtwagens die op LNG of CNG rijden zijn stiller en schoner dan vrachtwagens met dieselmotoren. Deze vrachtwagens worden voornamelijk gebruikt voor het bevoorraden van winkels in binnensteden. Op HoogTij en in de nabijheid van Achtersluispolder wordt gezocht naar een geschikte locatie voor een LNG/CNG-station waar deze vrachtwagens kunnen tanken. Stimuleren elektrisch rijden592 Er is een actieplan opgesteld en met uitvoering daarvan is gestart. Er wordt ingezet op het stimuleren van elektrisch rijden door subsidieregelingen, het geven van het goede voorbeeld door de gemeente, het verbeteren van infrastructuur en op communicatie. Zo is er een subsidieregeling voor elektrische scooters geweest en is een subsidieregeling voor elektrische auto’s voor bedrijven in voorbereiding. De gemeente heeft 5 elektrische auto's en 11 elektrische scooters aangeschaft voor eigen gebruik. Er zijn 3 nieuwe aanvragen van particulieren voor e-oplaadpalen in behandeling genomen. E-harbours is gestart met het aanbestedingstraject voor een pilot smart grid tussen de e-auto's in de Q-park parkeergarage en de PV-panelen op het fietsenpakhuis. Een tweede E-harbours projectconferentie is georganiseerd door de Duitse projectpartner in Hamburg. B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Schoner vervoer Met name aardgas en elektriciteit lijken veelbelovende vervangers, en ook de brandstofcel of waterstof behoren nog tot de mogelijkheden. Aardgas wordt daarbij vooral gezien als opstapje naar biogas. Ook met elektrisch vervoer kan ook grote milieuwinst worden behaald. Daarbij kan de gemeente ook een rol spelen in het faciliteren van haar burgers in de overstap naar schoner vervoer. Het realiseren van vulpunten c.q. oplaadpunten is daarbij een eerste vereiste. Daarna kan er ook gedacht worden over goedkoper maken van de aanschaf van de voertuigen.
591
Milieuverslag 2011 – Gemeente Zaanstad Domein Stedelijke Ontwikkeling Sector Beleidsontwikkeling - maart 2012 592 Milieuverslag 2011 – Gemeente Zaanstad Domein Stedelijke Ontwikkeling Sector Beleidsontwikkeling - maart 2012
141
Uitvoering maatregelen: Subsidieregeling voor de aanschaf van elektrische scooters.593,594 1 december 2009 is de Regeling stimulering verbetering luchtkwaliteit Zaanstad 2009-2010 gestart. In mei 2010 was het subsidieplafond van € 80.000 bereikt. Er zijn 29 brommers ingeleverd en vernietigd en 63 subsidies verleend op de aanschaf van een elektrische scooter. De subsidieregeling is op 5 juni 2011 gestart op een elektrische scootermarkt op de Rozengracht. Tot 1 januari 2012 zijn 34 subsidies voor de aanschaf van elektrische scooters verstrekt voor een bedrag van in totaal € 24.155. Promotiecampagne Electric Heroes595 Met de stimuleringscampagne 'Electric Heroes' werden scholieren bewust gemaakt van het gebruik van een elektrische scooter ten opzichte van een benzine scooter. Scholieren mochten gedurende 48 uur een elektrische scooter testen en maakten van hun bevindingen een foto- of filmverslagje waarop gestemd kon worden. Degene met de meeste stemmen won een elektrische scooter en ook één van de stemmers won een elektrische scooter. Er zijn 88 test aanmeldingen binnen gekomen. Hiervan hebben 21 mensen een scooter getest waarvan er 18 een filmpje hebben ingestuurd. De website www.electricheroes.nl/zaanstad heeft 5400 unieke bezoekers gehad. B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Inwoners stimuleren over te gaan op schonere brandstof596 Het tanken van schonere brandstof (groen gas) is in Zaanstad nog niet mogelijk. Er is een onderzoek gestart naar de mogelijkheid van een vergistingsinstallatie voor biogas, waarbij afval uit de voedingsmiddelindustrie wordt vergist. C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Schoner vervoer Met name aardgas en elektriciteit lijken veelbelovende vervangers, en ook de brandstofcel of waterstof behoren nog tot de mogelijkheden. Aardgas wordt daarbij vooral gezien als opstapje naar biogas. Ook met elektrisch vervoer kan ook grote milieuwinst worden behaald. De gemeente heeft er al voor gekozen om haar eigen wagenpark te verduurzamen. De overstap naar elektra begint daarbij
593
Raadsinformatiebrief Stand van Zaken Luchtkwaliteit, april 2011 Milieuverslag 2011 – Gemeente Zaanstad Domein Stedelijke Ontwikkeling Sector Beleidsontwikkeling - maart 2012 595 Milieuverslag 2011 – Gemeente Zaanstad Domein Stedelijke Ontwikkeling Sector Beleidsontwikkeling - maart 2012 596 Milieuverslag 2011 – Gemeente Zaanstad Domein Stedelijke Ontwikkeling Sector Beleidsontwikkeling - maart 2012 594
142
steeds reëler te worden. Sinds de zomer van 2009 heeft Zaanstad zelf vier elektrische scooters en vier elektrische dienstauto’s in gebruik genomen. Uitvoering maatregelen: Schoner eigen wagenpark en vervoersmanagement Begin 2010 was één van de bedrijfsauto's voorzien van een roetfilter, er waren toen vier elektrische auto's en vier elektrische scooters aangeschaft. Na de besluitvorming over vervoersmanagement (mei 2010) beschikt de gemeente inmiddels over nog eens zeven elektrische auto’s voor dienstreizen. De invoering van de overige maatregelen omtrent vervoersmanagement zal plaatsvinden bij de verhuizing naar het nieuwe stadhuis.597 Stimuleren elektrisch rijden598 De gemeente heeft 5 elektrische auto's en 11 elektrische scooters aangeschaft voor eigen gebruik. Er zijn 3 nieuwe aanvragen van particulieren voor eoplaadpalen in behandeling genomen. Concessie OV599 De concessie 2011-2017 is in december 2010 ingegaan. In de Zaanstreek rijdt volledig nieuw materieel dat is voorzien van zeer schone EEV-motoren en deze gaan rijden op B20-diesel. Dit houdt in dat in de diesel 20% biodiesel (CO2neutrale brandstof) wordt bijgemengd. Hierdoor is ten opzichte van de vorige concessie een forse CO 2-reductie per gereden kilometer gerealiseerd. De start van de voorbereiding van de volgende concessie (2017) is in 2015. C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Doorstroming Openbaar Vervoer – Aanleg nieuw busstation600 Om de doorstroming van Openbaar Vervoer te optimaliseren is een nieuw busstation in gebruik genomen onder het nieuwe stadhuis van Zaanstad. Met de oplevering van het nieuwe busstation op loopafstand van het treinstation van Zaandam is er een openbaar vervoer knooppunt ontstaan. Invoeren Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS)601 Op 148 haltes in Zaanstad zal een paneel hangen met de bus-tijden. Realisatie 2011: De invoering van het Dynamisch Reizigers Informatie Systeem is bijna afgerond. C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Verbeteren OV Infrastructuur602 Eind 2010 zijn de nieuwe busstations Zaandam en Krommenie — Assendelft in gebruik genomen. 597
Jaarstukken 2010 – Gemeente Zaanstad Milieuverslag 2011 – Gemeente Zaanstad Domein Stedelijke Ontwikkeling Sector Beleidsontwikkeling - maart 2012 599 Raadsinformatiebrief Stand van Zaken Luchtkwaliteit, april 2011 598
600 601 602
Jaarstukken 2011, Gemeenste Zaanstad, 27 april 2012
Jaarstukken 2011, Gemeenste Zaanstad, 27 april 2012 Raadsinformatiebrief Stand van Zaken Luchtkwaliteit, april 2011
143
Er is een plan voor het verhogen van 67 bushaltes geaccordeerd. Daarvan zijn er inmiddels al 43 aangepast. De komende anderhalf jaar wordt de rest uitgevoerd. Op 148 haltes komt ook een display met de actuele vertrektijden van de bussen, het Dynamisch Reis Informatie Systeem (DRIS). Met Connexxion wordt bezien op welke locaties in de stad zij hinder ondervinden bij de doorstroming en wat de mogelijke oplossing daarvoor is. Met de Stadsregio Amsterdam wordt gestudeerd op de HOV (Hoogfrequent Openbaar Vervoer) Zaancorridor. Hierbij wordt op diverse plaatsen voorzien in verbeteringen voor de doorstroming van de bus.
D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Realiseren ontbrekende fietsonderdelen Er is een wens geformuleerd om fietspaden op hoofdroutes uit te voeren in asfalt, en daarmee meer comfort te bieden dan met tegels. Vanuit de uitvoering van de Fietsnota wordt er aan gewerkt de ontbrekende schakels te realiseren en tegels zoveel mogelijk te vervangen voor asfalt. Ook de aanleg van snelle fietspaden past in dit plan. Nieuwe woonwijken inrichten op fietsgebruik In de Fietsnota is als doel gesteld dat ritten onder de 7,5 km met de fiets zullen worden afgelegd en niet met de auto. Daarbij past ook een inrichting van woonwijken waarbij de fiets gemakkelijker te bereiken is dan de auto. Uitvoering maatregelen: Verkeersbeleid fietsers Snelle fietsroute Amsterdam-Zaanstad Het Zaanse deel is gereed. Het fietspad Achtersluispolder is geasfalteerd. Voor het Amsterdamse deel zijn de afspraken over de financiering rond, maar dit kan pas worden gerealiseerd als de 2e Coentunnel klaar is (2012). In 2011 zijn meerdere projecten uit de fietsnota gerealiseerd waarmee de fietsers zich in onze gemeente nog beter kunnen verplaatsen. Het gaat onder meer om de reconstructie westzijde tussen V. van Goghweg en het viaduct Hoornselijn, de reconstructie van de parallelweg Wandelweg, tussen Plein 13 en Ruijsdaelkade, tot de fietsstraat, de aanleg van een nieuw fietspad door In ’t Veldpark tussen de fietsbrug in het verlengde van de Hoogaarslaan en de M.L. Kingweg (rood asfalt) en de aanleg van een rotonde met vrij liggende fietspaden op de kruising Poelenburg – Twiskeweg – Watering. 603 Stimuleren gebruik van de fiets De ambitie is eerst de fietsinfrastructuur op orde te hebben (naar verwachting in 2013) alvorens gestart wordt met het stimuleren van het fietsgebruik door communicatieacties.604 Uit de rapportage van de fietscoördinator blijkt dat we op de goede weg zijn bij het bevorderen van het gebruik van de fiets. Om het aantal verplaatsingen met de fiets met 5% te laten toenemen ten opzichte van de periode 2004-2006 leggen we faciliteiten voor fietsers aan. 605
603 604
Jaarstukken 2011, Gemeenste Zaanstad, 27 april 2012 Raadsinformatiebrief Stand van Zaken Luchtkwaliteit, april 2011
605
Jaarstukken 2011, Gemeenste Zaanstad, 27 april 2012
144
D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Fietsenstallingen bij bushaltes en andere knooppunten Om mensen te verleiden tot fietsgebruik moet er ook aandacht worden besteed aan hoe en waar de gebruiker zijn fiets kan stallen. Buiten voldoende stalling moet de stalling ook voldoen aan voorwaarden voor wat betreft ruimte, sociale veiligheid en bereikbaarheid. Uitvoering maatregelen: Ontbrekende fietsverbindingen, fietsparkeerbeleid606 Acties uit de Fietsnota zijn volop in uitvoering: aanleg van ontbrekende schakels, prioriteit bij VRI's, wachttijdvoorspellers, goede fietsenstallingen, rood asfalt en fietsvriendelijke bestrating. Er zijn in 2010 diverse fietsenstallingen gerealiseerd in het winkelgebied van Inverdan en er is opdracht gegeven voor de realisatie van een openbare overdekte fietsenstalling in Inverdan. Over 2 tot 3 jaar zal monitoring van de doelstellingen van de fietsnota plaatsvinden. Opening nieuwe fietsenstalling607 Op 1 juni 2011 is het fietsenpakhuis op de Vinkenstraat geopend; dit biedt ruimte aan circa 700 fietsen. Nieuwe fietsenstalling station Wormerveer. Voor de realisatie van de fietsenstalling voor 700 plaatsen is een bouwvergunning verleend in 2011. Er is verder gestudeerd op de inrichting van het Stationsplein en de Stationsstraat. Bouw gestart in 2011. D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Gedurende de NSL periode geldt voor stikstofdioxide (NO2) een tijdelijk verhoogde grenswaarde van 60 pg/m3. Op 1 januari 2015 eindigt de NSL en loopt de derogatietermijn (uitstel van het halen van grenswaarden) af. Dan wordt de grenswaarde weer 40pg/m3. In het rapport 2010 is de stikstofdioxide concentratie getoetst aan deze grenswaarde en niet aan de tijdelijk verhoogde grenswaarde. De concentratie van fijn stof is getoetst aan de grenswaarde van 40 pg/m 3 . In de periode van 2002-2007 had Zaanstad overschrijdingen van zowel de grenswaarde van stikstofdioxide als van fijn stof (PM10). In het jaar 2010 vindt, evenals in 2008 en 2009, nergens een overschrijding plaats van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. De belangrijkste oorzaak hiervan is de verbetering van de achtergrondconcentratie en het schoner worden van de motoren. De hoogste jaargemiddelde concentraties van zowel stikstofdioxide als fijn stof worden in 2010 aangetroffen langs de Provinciale weg en de Albert Heijnweg.608 De gemeente Zaanstad heeft in 2010 besloten om in de komende jaren minder acties uit te voeren, aangezien Zaanstad voldoet aan de luchtkwaliteitseisen (conform de bezuinigingen).609 606
Raadinformatiebrief Stand van Zaken Luchtkwaliteit, april 2011
607 608 609
Jaarstukken 2011, Gemeenste Zaanstad, 27 april 2012 Raadinformatiebrief Rapportage Luchtkwaliteit 2010, november 2011 Jaarstukken 2010, Gemeente Zaanstad
145
Meetresultaten Meetstation Zaandam610
610
Raadsinformatiebrief Stand van Zaken Luchtkwaliteit, april 2011
146
Gemeente Amersfoort611 Luchtkwaliteit Amersfoort De gemeente Amersfoort heeft de volgende ambitie voor 2030 vastgesteld: Een luchtkwaliteit die voldoet aan landelijke grenswaarden en gezondheidsklachten voorkomt. Op dit moment worden bewoners langs de stedelijke wegen niet blootgesteld aan onaanvaardbare luchtverontreiniging. Op basis van de huidige luchtkwaliteit gegevens hoeven we geen maatregelen te nemen om de concentratie luchtverontreiniging in het stedelijke gebied te verminderen. Het is ook niet nodig om direct langs de weg de luchtverontreiniging terug te dringen naar de huidige toelaatbare grenswaarde of nog geldende plandrempelwaarden. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Gevoelige bestemmingen Gezondheid is een belangrijk criterium bij de ruimtelijke planvorming. Locaties van nieuwe scholen en kinderdagverblijven liggen ten minste 100 meter van autosnelwegen. Uitvoering maatregelen: In het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) zijn beperkingen opgenomen ten aanzien van de ontwikkeling of uitbreiding van gevoelige bestemmingen in de nabijheid van provinciale en rijkswegen. Wanneer een nieuwe gevoelige bestemming geheel of gedeeltelijk binnen die zone wordt voorzien en wanneer op die locatie sprake is van een (dreigende) overschrijding van een grenswaarde voor NO2 of voor PM10, is realisatie alleen toegestaan indien dat niet leidt tot een toename van het aantal ter plaatse verblijvende personen. Bij uitbreiding van een bestaand gebouw is een toename van ten hoogste 10% van het aantal reeds verblijvende personen in het overschrijdingsgebied toegestaan.
611
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: tt. monitoring van het NSL, dan wel uu. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel vv. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten
147
A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Bewoners worden actief ingelicht over de kwaliteit en risico’s van hun woonomgeving. Uitvoering maatregelen: Bewoners van de gemeente Amersfoort worden via de website geïnformeerd over de risico’s in hun woonomgeving. Bewoners vinden informatie over het gebruik van houtkachels en het effect van deze houtkachels op hun gezondheid, mogelijkheden om duurzamer te rijden et cetera. A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voertuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Wegenaanleg en verkeersmaatregelen612 De verbreding van de A1 en A28 leidt tot een betere doorstroming van het wegverkeer en daarmee tot een betere luchtkwaliteit. 613 De uitvoering van de verkeersmaatregelen ter hoogte het knooppunt Hogeweg/Rijksweg en het chauffeurscafé beïnvloedt de luchtkwaliteit ook positief. 614
612 613 614 615 616
Hetzelfde geldt voor de aanleg van de ongelijkvloerse kruising van de Operaweg met de Hogeweg615 De voorgenomen verkeersmaatregelen rond de Kersenbaan dragen bij aan een betere doorstroming van het wegverkeer (minder stagnatie) en daarmee aan een betere luchtkwaliteit dan de huidige verkeersafwikkeling. 616 De jaarlijkse monitoring van de rijksoverheid laat zien dat langs de snelwegen A1 en A28, de Hogeweg, de Stadsring en in Birkhoven de luchtkwaliteit aangetast is. De norm voor NO2 is tot 2015 tijdelijk verhoogd. Hierdoor voldoet Amersfoort aan
Beantwoording Beantwoording Beantwoording Beantwoording Beantwoording
vragen vragen vragen vragen vragen
2011 2011 2011 2011 2011
Inzicht Inzicht Inzicht Inzicht Inzicht
in in in in in
luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit luchtkwaliteit
148
617 618
deze norm. Zonder wijziging van het beleid zal dit in 2015 niet meer het geval zijn. Amersfoort loopt dus het risico dat vanaf 2015 de norm wordt overschreden.617 Het college hoopt dat de verbreding van de snelwegen, verbetering van de doorstroming op de Hogeweg en de aanleg van de Kersenbaan tot minder files en daarmee minder luchtverontreiniging leiden. De ervaring leert echter dat meer of bredere wegen, zeker op lange termijn maar soms op korte termijn al, tot meer verkeer leiden. Daarnaast is het zo dat op de snelwegen rond Amersfoort een hoge maximumsnelheid geldt, die door de regering mogelijk nog verder wordt verhoogd tot 130 km/u. Naast een hoge geluidsbelasting leidt dit tot meer luchtverontreiniging op de momenten dat er geen files staan. 618
Raadsgesprek over luchtkwaliteit in Amersfoort Raadsgesprek over luchtkwaliteit in Amersfoort
149
C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Amendement gemeenteraad619 In april 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met een voorstel van D66, PvdA en GroenLinks om de fietsbereikbaarheid van Amersfoort te verbeteren620. Het wijzigingsvoorstel dringt o.a. aan op: o snelfietsroutes op stedelijke en regionale hoofdrelaties621 o veilige en comfortabele fietsroutes bij voorkeur ontvlochten van autoroutes622 o inzet op verhoging van het fietsaandeel in de interne en externe verplaatsingen tot in de volgende fase nader te bepalen percentages. 623 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Amendement gemeenteraad624 In april 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met een voorstel van D66, PvdA en GroenLinks om de fietsbereikbaarheid van Amersfoort te verbeteren625. Het wijzigingsvoorstel dringt o.a. aan op voldoende stalling-voorzieningen en afstemming op doelgroepen626
619 620 621 622 623 624 625 626
Raad Raad Raad Raad Raad Raad Raad Raad
wil wil wil wil wil wil wil wil
concrete concrete concrete concrete concrete concrete concrete concrete
doelstellingen doelstellingen doelstellingen doelstellingen doelstellingen doelstellingen doelstellingen doelstellingen
groei groei groei groei groei groei groei groei
fietsverkeer fietsverkeer fietsverkeer fietsverkeer fietsverkeer fietsverkeer fietsverkeer fietsverkeer
150
D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Amendement gemeenteraad627 In april 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met een voorstel van D66, PvdA en GroenLinks om de fietsbereikbaarheid van Amersfoort te verbeteren628. Het wijzigingsvoorstel dringt o.a. aan op veilige en comfortabele fietsroutes bij voorkeur ontvlochten van autoroutes629 E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Monitoring 2010 Op diverse plaatsen in Amersfoort worden de normen voor de luchtkwaliteit maar net gehaald. De jaarlijkse monitoring laat zien dat langs de snelwegen, de Hogeweg, de stadsring en in Birkhoven de luchtkwaliteit aangetast is.630 Stikstofdioxide De norm voor NO2 is tot 2015 tijdelijk verhoogd. Hierdoor voldoet Amersfoort aan deze norm. Zonder wijziging van het beleid zal dit in 2015 niet meer het geval zijn. Amersfoort loopt dus het risico dat vanaf 2015 de norm wordt overschreden. 631 Fijn stof Uit de monitoringstool en onze eigen quick scan (red. gemeente Amersfoort) blijkt dat aan de grenswaarden voor fijn stof (PM10) ruimschoots wordt voldaan. Tot het jaar 2015 geldt een verhoogde grenswaarde voor stikstofdioxide (NO2) van 60 ug/m3. Tot dat tijdstip zijn er ten aanzien van NO2 geen knelpunten. Vanaf het jaar 2015 moet voor NO2 worden voldaan aan de grenswaarde van 40 ug/m3. Het is nog te vroeg om te bepalen of er dan nog knelpunten te verwachten zijn.632 Voor zwavelverbindingen in zijn algemeenheid gelden geen grenswaarden. Wel gelden grenswaarden voor zwaveldioxide (SO2). Deze worden in de landelijke monitoring niet meegenomen, omdat ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarde voor deze stof. 633 Het college hoopt dat de verbreding van de snelwegen, verbetering van de doorstroming op de Hogeweg en de aanleg van de Kersenbaan tot minder files en daarmee minder luchtverontreiniging leiden. De ervaring leert echter dat meer of bredere wegen, zeker op lange termijn maar soms op korte termijn al, tot meer verkeer leiden. Daarnaast is het zo dat op de snelwegen rond Amersfoort een hoge maximumsnelheid geldt, die door de regering mogelijk nog verder wordt verhoogd tot 130 km/u. Naast een hoge geluidsbelasting leidt dit tot meer luchtverontreiniging op de momenten dat er geen files staan. Tot slot: een groter potentieel probleem is dat alleen het grotere fijn stof wordt gemeten (PM10). Het kleinere fijn stof (PM2.5) is echter gevaarlijker voor de volksgezondheid en wordt op dit moment nog niet meegenomen in het beleid in Amersfoort. 634
627 628 629 630 631 632 633 634
Raad wil concrete doelstellingen groei fietsverkeer Raad wil concrete doelstellingen groei fietsverkeer Raad wil concrete doelstellingen groei fietsverkeer Jaarplan raad - luchtkwaliteit in Amersfoort. Jaarplan raad - luchtkwaliteit in Amersfoort. Beantwoording vragen 2011 Inzicht in luchtkwaliteit. Beantwoording vragen 2011 Inzicht in luchtkwaliteit. Jaarplan raad - luchtkwaliteit in Amersfoort.
151
Resultaten NSL Monitoring 2011635 Stikstofdioxide Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Amersfoort de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide te hoog is op de volgende locaties: Hogeweg - vanaf de kruising Flierbeeksingel tot aan Energieweg A28 ter hoogte van Dorresteinseweg tot knooppunt Leusden A28 tot knooppunt Hogeweg A28 knooppunt Soesterberg tot knooppunt Maarn A1 knooppunt Hoevelaken tot knooppunt Barneveld Op deze locaties varieert de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 tussen 35 en meer dan 42,5 µg/m3. De problemen in de binnenstad zijn echter verminderd ten opzichte van 2010. De gemeente verwacht de knelpunten in de binnenstad in 2015 te hebben opgelost. Op de knelpunten wordt dan voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor NO2. Fijn stof In de gemeente Amersfoort blijven de jaargemiddelde fijn stof concentraties onder de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden. De gemeente voldoet daarmee aan de eisen rondom fijn stof.
635
NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
152
Gemeente Haarlemmermeer636 Luchtkwaliteit Haarlemmermeer De gemeente Haarlemmermeer heeft twee visies ontwikkeld waarin het stedelijk beleid inzake luchtkwaliteit wordt beschreven: de Milieubeleidsvisie 2008-2020 en het Klimaatbeleid 2009-2020. In de eerdere rapportage is gekozen om het Klimaatbeleid 2009-2020 te gebruiken om inzicht te krijgen in het stedelijk beleid. De gemeente heeft het vaste voornemen om de CO2-uitstoot te verminderen. De doelstellingen van het gemeentelijk klimaatbeleid zijn door de raad vastgelegd en luiden als volgt: “Een reductie van de CO2-uitstoot van 30% (ten opzichte van 1990) in 2020 binnen de gemeente Haarlemmermeer en de realisatie van 20% duurzame energie in 2020.” A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Ketenmobiliteit goed georganiseerd637 Het concentreren van voorzieningen rondom knooppunten zorgt voor efficiënte reizen. Wij willen de gehele verplaatsingsketen faciliteren. Dit betekent dat niet alleen het openbaar vervoer zelf, maar ook het voor- en natransport goede kwaliteit moeten hebben. Voorzieningen voor het parkeren van auto's en fietsen bij haltes of knooppunten zijn daarom belangrijk. Openbaar vervoer netwerk verder ontwikkelen Ontwikkeling treinnetwerk: met de opening van station Sassenheim ontstaat vooral voor het zuidelijk deel van de Haarlemmermeer een alternatieve reismogelijkheid richting de zuidelijke Randstad. De gemeente blijft zich inzetten voor een intercityverbinding vanuit Hoofddorp naar de zuidelijke Randstad. Planning: continue638 De gemeente blijft zich inzetten voor een betere bediening van station Hoofddorp, met Amsterdam Centraal en minimaal rechtstreekse intercityverbindingen naar Utrecht. Planning: continue639 Ontwikkeling verbinding voor langzaam vervoer en voetgangers van station Hoofddorp naar het centrum van Hoofddorp. Planning: start 2015, uitvoering gereed 2020640 636
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: ww. monitoring van het NSL, dan wel xx. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel yy. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 637 638 639 640
Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012
153
Onder meer Floriande en Hoofddorp Centrum moeten worden voorzien van Hoogwaardig Openbaar Vervoer. Planning: start 2012, uitvoering gereed 2020641 Station Nieuw-Vennep wordt daardoor een belangrijk knooppunt in het netwerk, waar ook de lokale buslijnen zich meer op moeten richten. De Zuidtak van de Zuidtangent wordt doorgetrokken naar Lisse en Sassenheim.642 Verbetering haltevoorzieningen door aanbrengen reisinformatie systeem. Start en uitvoering gereed: 2012643
A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Gebruik openbaar vervoer en fiets stimuleren We gaan het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets stimuleren door een samenhangend geheel van maatregelen. Vermindering van autokilometers is daarbij het doel. o Gedragsverandering automobilisten bereiken d.m.v. parkeerbeleid. o Overstap stimuleren en mogelijk maken op milieuvriendelijkere personenauto’s en autodeelsystemen. o Stimuleren elektrische personen- en vrachtauto’s en het gebruik van groene stroom daarbij. o Stimuleren van het gebruik van schonere brandstoffen zoals aardgas of groen gas, (duurzame) biobrandstoffen of waterstof. o We gaan een VPL studie (Vervoersprestatie op Locatie) uitvoeren bij (her-) inrichten van woonwijk of woningbouwproject met meer dan 500 woningen. Hierdoor kan het energiegebruik van verkeer met zo’n 7% afnemen. Milieuzone Er zal een onderzoeksvoorstel worden gemaakt waarin voor Hoofddorp wordt ingegaan op de toegankelijkheid van een gebied voor vrachtverkeer, het instellen van een milieuzone (alleen voor vrachtverkeer) en een combinatie van die twee. Argument om het onderzoek op Hoofddorp te richten is de relatief hoge bijdrage van het vrachtverkeer en het feit dat hier (veel) mensen belast worden in hun woonomgeving (leefbaarheid/gezondheid). 641 642 643
Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012
154
Onderzoek naar ligging en vorm van een transferium zal worden meegenomen in structuurvisies en uitwerking ACT. De potenties voor verschillende invullingen van stadsdistributie zullen worden onderzocht. Hierbij zal de focus op Hoofddorp liggen. Met de informatie in het onderzoek over vervoersstromen, zullen suggesties worden gedaan over de mogelijkheden/wenselijkheid van stadsdistributie in regionaal verband. Uitvoering maatregelen: Vrachtroutering Vrachtroutering en bebordingsplan: Overlast door vrachtverkeer beperken door routering, bebording en voorkeursroutering in digitale routeplanningssystemen. Start: 2012; Realisatie: 2013 Stimuleren elektrisch vervoer bedrijven en particulieren Elektrisch rijden verbetert de luchtkwaliteit en draagt bij aan de gemeentelijk doelstelling in CO2 reductie. De elektrische auto komt steeds meer voor particulieren binnen handbereik. De vraag naar laadinfrastructuur neemt gestaag toe. Elektrisch rijden kan zich pas ontwikkelen als voldoende laadinfrastructuur aanwezig is. De gemeente Haarlemmermeer is daartoe met de Stichting E-laad een pilot openbare laadpunten voor elektrisch vervoer begonnen. In de periode oktober 2011 – september 2014 worden maximaal 30 laadpalen geplaatst. De pilot is gestart met de realisatie van 5 locaties die reeds door particulieren en bedrijven zijn aangevraagd en 2 door de gemeente aan te wijzen plaatsen op druk bezochte locaties. De overige locaties worden in principe ingevuld op basis van verzoeken van particulieren/bedrijven. Eind 2012 wordt een (tussen)evaluatie gehouden, evenals in 2014. B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Schoon eigen wagenpark644 Haarlemmermeer ziet het bevorderen van elektrische vervoer (op groene stroom) als één van de manieren om mobiliteit duurzamer te maken. De gemeente geeft het goede voorbeeld door het eigen wagenpark te vergroenen. Er is voor gekozen om elektrisch te gaan rijden. Daarnaast gaat een aantal voertuigen op groen gas rijden. Er rijden inmiddels 12 gemeentelijk voertuigen elektrisch. 644
Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012
155
C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente : Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Gebruik openbaar vervoer stimuleren We gaan het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren door een samenhangend geheel van maatregelen. Vermindering van autokilometers is daarbij het doel. We gaan zorgen voor schoon, betaalbaar, comfortabel, frequent en hoogwaardig openbaar vervoer. Actief stimuleren dat mobiliteitsmanagement bij (grotere) bedrijven wordt ingevoerd o.a. door toepassing nieuwe mogelijkheden Activiteitenbesluit m.b.t. vervoer (die in de loop van 2010 worden ingevoerd) waarbij bedrijven met tussen de 50 en 100 medewerkers 35 punten moeten scoren van een Lijst Erkende Maatregelen en grotere bedrijven 45. Toezien op naleving afspraken die reeds zijn gemaakt met bedrijven rond Schiphol vanwege de N201. Uitvoering maatregelen: Aantrekkelijk openbaar vervoer Haltes, knooppunten, materieel en infrastructuur moeten schoon, heel en veilig zijn. Op plekken waar reizigers moeten wachten moeten voorzieningen zijn die het wachten veraangenamen. Hoe drukker de halte of het knooppunt, hoe uitgebreider het voorzieningenpakket dat gewenst is. Goede reisinformatie is een belangrijke voorziening, die wij verder willen ontwikkelen. Daarvoor willen wij onder meer op grote schaal actuele reisinformatie realiseren. Verder moeten de voorzieningen vooral aansluiten op de wensen en eisen van de belangrijkste doelgroepen.645 Ook het reisgemak is een belangrijke pijler voor aantrekkelijk openbaar vervoer. Niet alleen moet het reizen comfortabel zijn, ook is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk wacht- of overstaptijd is. Hoe hoger de frequentie, hoe beter. Men hoeft niet bang te zijn de bus te missen: binnen enkele minuten komt de volgende bus.646 D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Gebruik fiets stimuleren We gaan het gebruik van de fiets stimuleren door een samenhangend geheel van maatregelen. Vermindering van autokilometers is daarbij het doel. Voor kleine afstanden gaan we stimuleren dat men de (elektrische) fiets pakt door goede bewegwijzering en comfortabele vrij liggende fietspaden. Goede, veilige, liefst bewaakte fietsenstallingen bij OV haltes en winkelcentra. Door het laten uitvoeren van de ENFB
645 646
Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012
156
“Fietsbalans” krijgen we snel overzicht van knelpunten en verbeteringsmogelijkheden en we gaan die ook uitvoeren. School en verkeer We gaan stimuleren dat meer kinderen op de fiets (of OV) naar school gaan. De fietsroutes moeten veiliger worden. Elke nieuwe school wordt met schoolzonering ingericht. Inventarisatie van alle bestaande scholen op de mogelijkheden/kansen voor het beperken van korte ritten met de auto gecombineerd met het verbeteren van de verkeersveiligheid (bijvoorbeeld door snelheid beperkende maatregelen of een beperking in beschikbare parkeerplaatsen). Educatie op scholen/gedragsbeïnvloeding ouders: Vanuit het NMC zal verkeer naar scholen aandacht krijgen. Aansluiting wordt gezocht bij reeds lopend gemeentelijk project “Veiliger naar school”. Uitvoering maatregelen: Fietsbeleid Haarlemmermeer Korte afstand? Op de fiets! Voorwaarde is wel dat de fietsverbindingen optimaal zijn, zodat het fietsgebruik op korte afstanden gestimuleerd wordt. Door de opmars van de elektrische fiets, wordt de fiets ook voor langere verplaatsingen een aantrekkelijk alternatief.647 We zetten in op de aanleg van ontbrekende schakels in het fietsnetwerk. Op de drukst bereden verbindingen willen we snelfietsroutes. Dit zijn routes met een vrij liggend fietspad of fietsstraat, ruim gedimensioneerd, met asfalt, verlichting en ongelijkvloerse kruisingen of voorrang/prioriteit op gelijkvloerse kruispunten. Op het hoofdfietsnetwerk zetten we in op vrij liggende fietspaden, fietsstraten of (indien de intensiteiten van zowel auto als fiets het toelaten) fietsstroken. 648 Hoofdfietsroutes zijn gebaat bij een onbelemmerde doorgang, voorzien van asfalt, zijn herkenbaar en ontmoetingen tussen fiets en auto worden geminimaliseerd. Bestaande verouderde stallingen willen we vervangen. Nieuwe fietsenstallingen die worden geplaatst voldoen aan het zogenaamde 'fietsParkeur' (kwaliteitskeurmerk voor fietsenstallingen). Wij gaan de bewegwijzering inventariseren en vervolgens deze verbeteren. Voor het recreatieve netwerk is het fietsknooppuntennetwerk een succesvol concept. Samen met de Metropoolregio Amsterdam bekijken we hoe de fysieke en digitale bewegwijzering uit te breiden en te verbeteren is.649 Een uitgebreid overzicht netwerk fiets/voet en ontwikkeling/onderhoud fietsnetwerk uit het Uitvoeringsprogramma 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer kan, indien gewenst, worden toegestuurd. D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: Zie D1. D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente:
647 648 649
Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012 Deltaplan Bereikbaarheid Gemeente Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’, voorjaar 2012
157
Uitvoering maatregelen: Zie D1. E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen In antwoord op schriftelijke vragen van de GroenLinks-fractie in Haarlemmermeer geeft de gemeente aan dat er geen wegen binnen de gemeente zijn waarbij zich knelpunten voordoen wat betreft de luchtkwaliteit. Uit de resultaten van de eerste monitoring van het jaar 2010 blijkt dat in Haarlemmermeer een groot aantal punten is berekend waar de grenswaarden worden overschreden. De overschrijdingspunten in Haarlemmermeer vormen echter geen van alle een knelpunt in het kader van het NSL en luchtkwaliteit wetgeving. Dit omdat de locaties waar de overschrijdingen zijn berekend niet toegankelijk zijn voor personen (bijvoorbeeld, bermen van snelwegen) dan wel er geen effectieve blootstelling is (wanneer men maar enkele minuten blootgesteld wordt aan verontreiniging). Op deze plaats hoeft niet voldaan dan wel getoetst te worden aan de EU-grenswaarden (Toepasbaarheidsbeginsel / blootstellingcriterium). Er zijn derhalve geen luchtkwaliteitsknelpunten in Haarlemmermeer.650 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Haarlemmermeer de jaargemiddelde fijn stofconcentraties onder de jaargemiddelde grenswaarden blijven. Daardoor voldoen de PM10 concentraties op alle locaties aan de wettelijke grenswaarden. Anders is het echter voor de jaargemiddelde gemeten concentraties NO2 in Haarlemmermeer. Zoals in de brief van het College van B&W d.d. 5 juli 2011 is aangegeven is er een groot aantal punten waar de grenswaarden worden overschreden. Het gaat om – in grove lijnen - de volgende locaties: De A4 tussen knooppunt Burgerveen en knooppunt De Hoek De A4 tussen knooppunt De Hoek en Badhoevedorp De A5 knooppunt De Hoek tot aan tunnel ter hoogte van Vijfhuizerweg N201 ter hoogte van knooppunt De Hoek Rijnlanderweg ter hoogte van Spicalaan N519 ter hoogte van Knooppunt Raasdorp Op deze locaties komt de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 ruim boven de wettelijke grenswaarde 40 µg/m3 uit. Een deel van de knelpunten zal ook in 2015 nog bestaan. Het gaat voornamelijk om de knelpunten langs de A4 en A5.651 In het overige deel van de gemeente Haarlemmermeer ligt de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 in 2011 rond of net onder de wettelijke grenswaarde: variabel tussen 35 en 40 µg/m3.652
650
Brief College van B&W, beantwoording schriftelijke vragen GroenLinks inzake luchtkwaliteitbeleid d.d. 5 juli 2011 651 NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/ 652 NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/
158
Gemeente Den Bosch653 Luchtkwaliteit in Den Bosch In de Randstad en in Noord-Brabant is de lucht minder schoon dan in de rest van Nederland. Dat heeft effect op de gezondheid en zorgt voor vertraging of het stopzetten van bouwplannen. De vuile lucht in de stad wordt onder andere veroorzaakt door het autoverkeer. Daarnaast komt een deel letterlijk aanwaaien vanuit het buitenland. Door het uitvoeren van diverse acties wil 's-Hertogenbosch zorgen dat de lucht aan de norm voldoet. In het Plan van Aanpak Luchtkwaliteit 2008-2011 is gekozen voor extra maatregelen zoals klein en schoon openbaar vervoer in de binnenstad. Het weren van vuil vrachtverkeer (milieuzone) en het planten van bomen en struiken om fijn stof af te vangen. Ook is een meetnet in de stad ingericht om zelf de luchtkwaliteit in de stad te meten. Schone lucht is belangrijk voor de gezondheid van de inwoners van de stad. Zeker op drukke punten moeten de acties zorgen voor een verbetering van de buitenlucht. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) Risico’s gevoelige groepen Inzicht in de gevolgen voor de gezondheid: Risico's voor gevoelige groepen in kaart brengen654 Kwetsbare groepen (kinder- en ouderenverblijven) zijn in 2009 geïnformeerd over de luchtkwaliteit ter plaatse. Ook worden sinds februari 2009 op deze plaatsen metingen uitgevoerd. De voorlopige meetgegevens zouden er op kunnen wijzen dat de luchtkwaliteit bij deze locaties beter is dan tot dusver werd aangenomen. In 2010 zal aan de hand van de definitieve meetgegevens worden geëvalueerd of en zo ja welke maatregelen noodzakelijk zijn655. Bij ruimtelijke projecten worden de gevolgen voor de volksgezondheid vooral beoordeeld door het toetsen aan de normen. In 2010 zal, in B5 verband, worden nagegaan op welke manier ruimtelijke projecten beter op deze gevolgen voor de volksgezondheid kunnen worden beoordeeld. Dit is een logisch vervolg op de gekozen opstelling in het Plan van Aanpak luchtkwaliteit en bij de huidige landelijke (en provinciale) trend. Overigens hebben in 2009 de diverse GGD’s zich op het standpunt gesteld dat de bestaande normstelling voor luchtkwaliteit, bij ruimtelijke projecten onvoldoende bescherming biedt voor de volksgezondheid656. A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen:
653
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: zz. monitoring van het NSL, dan wel aaa. beschikbare documenten van gemeenten, dan wel
bbb. 654 655 656
korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch. Milieu Uitvoeringsprogramma 2010. Milieu Uitvoeringsprogramma 2010.
159
A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Milieuzone De verwachting is dat door de invoering van een milieuzone de uitstoot door vrachtauto’s in de binnenstad zal afnemen, in 2010 voor fijn stof met circa 50% zijn afgenomen en die van stikstofdioxide met circa 35% van de bijdrage van het lokale verkeer. Het effect op de luchtkwaliteit varieert per locatie (0 – 5 μg/m3 NO2). Vanaf 1 oktober 2007 is ’s-Hertogenbosch als eerste gemeente in Nederland gaan handhaven. Milieuzone voor bestelvoertuigen Uit het onderzoek blijkt ook dat ca. 80 % van de bevoorrading van de stad gebeurt met bestelvoertuigen. Dat is vergelijkbaar met bijvoorbeeld Amsterdam. De uitstoot van bestelwagens ligt tussen de 10% - 30% van die van een vrachtwagen. Per saldo dragen bestelauto’s even sterk bij aan de luchtverontreiniging in de (binnen-)stad. Als in ’s-Hertogenbosch ook bepaalde bestelvoertuigen niet meer de zone in mogen zal dat een vergelijkbaar effect hebben als de huidige milieuzone voor vrachtwagens. Stedelijke distributie Bij het invoeren van de milieuzonering is in september 2007 een overeenkomst gesloten met vervoerders en verladers. Hierin is overeengekomen dat er een lokaal onderzoek gestart zal worden naar de efficiënte bevoorrading van de binnenstad. Door een efficiëntere bevoorrading kan het aantal ritten verminderd worden. Doel van dit onderzoek is het opstellen van een ‘bevoorradingsprofiel’ van de binnenstad. In dit profiel moet duidelijk worden wat de mogelijkheden voor verbetering van de bevoorrading zijn. Als vervolg hierop wordt een actieplan gemaakt, met daarin een aanpak van knelpunten, overlast en maatregelen ter bevordering van de leef kwaliteit.
160
Uitvoering maatregelen: Milieuzone voor vrachtverkeer657 Sinds september 2007 heeft ’s-Hertogenbosch een milieuzone voor vrachtauto’s. Alleen vrachtwagens die aan de strengere milieueisen voldoen mogen de zone in. De zone omvat de oude binnenstad, ’t Zand en het gebied tussen de ZuidWillemsvaart en de Aa.658 Conform B5 afspraken zal de handhaving worden geïntensiveerd. In het Plan van Aanpak is voor 2009 ook onderzoek naar het uitbreiden van de zone met bestelvoertuigen aangekondigd659. De toegang voor vrachtwagens is per 1 januari 2010 verder aangescherpt. Zoals landelijk is overeengekomen mogen vanaf die datum alleen de schoonste vrachtwagens nog de zone in. De gebruikte Euro-norm geeft inzicht in de uitstoot van fijn stof (o.a. roet) en stikstofoxiden.660 Per 1 januari 2010 mogen alleen nog de volgende vrachtwagens de milieuzone in661: o Vrachtwagens met Euro 4 of Euro 5 o Vrachtwagens met Euro 3 met roetfilter, die niet ouder zijn dan 8 jaar Medewerkers van de afdeling Stadstoezicht controleren in de milieuzone. Aan het kenteken zien zij of een vrachtauto voldoet aan de gestelde eisen. Een chauffeur die zich niet aan de regels houdt kan een boete krijgen van € 220,00 ( excl administratiekosten). Daarnaast wordt de vrachtauto direct uit de zone verwijderd662. Vrachtwagens die eenmalig in de Bossche milieuzone moeten zijn kunnen een dagontheffing aanvragen. Een dagontheffing kost per 1 januari 2012 € 25,60 en kan voor elk kenteken maximaal 12 maal per jaar worden aangevraagd. Een dagontheffing kan elk moment en geheel digitaal worden aangevraagd663. Bedrijven die door de strenge eisen van de milieuzone in hun voortbestaan worden bedreigd komen in aanmerking voor een ontheffing. Voor deze bedrijven is een aanvraagprocedure “hardheidsclausule milieuzonering” opgezet. Een financiële toetsing van het bedrijf door een externe adviseur maakt onderdeel uit van deze procedure. Een aanvraag in het kader van de hardheidsclausule kost per 1 januari 2012 € 150 per kenteken664. De milieuzone zorgt voor een forse verbetering van een aantal knelpunten in de luchtkwaliteit665. Stimuleren van schone bevoorrading666 Vrachtwagenverbod in de Brugstraat667 De nieuwe randweg is op 18 maart 2011 in gebruik genomen. Daarmee ontstaat er een alternatief voor het traject Koningweg - Brugstraat. Het aangekondigde vrachtwagenverbod voor de Brugstraat zal daarmee worden ingevoerd. Voor de langere termijn zullen de nieuwe Parallelweg en de maatregelen voor een autoluwe binnenstad de binnenstadsring (en ook Brugstraat) ontlasten. Autoluwe binnenstad De autoluwe binnenstad is een belangrijke pijler onder het plan van aanpak luchtkwaliteit en maakt onderdeel uit van de “koersnota hoofdinfrastructuur”668. 657
Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch, via http://www.shertogenbosch.nl/inwoner/milieu/luchtkwaliteit/milieuzone/ 658 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 659 Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. 660 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 661 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 662 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 663 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 664 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 665 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 666 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch 667 Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch
161
Prognoses zijn gebaseerd op een forse reductie van verkeer op de binnenstadsring vóór 2015669. In 2009 zal deze nota worden geconcretiseerd in het “Uitwerkingsplan Koersnota Hoofdinfrastructuur ’s-Hertogenbosch” 670. In het kader van de koersnota Hoofdinfrastructuur is gekozen voor 10% vermindering van autoverkeer ten gunste van fiets en OV in 2015. In 2010 zal aan de raad een voorstel worden gedaan met welke maatregelen een meer autoluwe binnenstad(-sring) kan worden gerealiseerd. De scenario’s zullen ook worden beoordeeld op effecten voor luchtkwaliteit671.
B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Stimuleren andere bedrijven Bij vier grote bedrijven is het wagenpark doorgelicht op de mogelijkheden voor het rijden op aardgas. Hieruit blijkt het rijden op aardgas onder voorwaarden ook hier financieel kansrijk is. Inmiddels is ook één voertuig aangeschaft. Vulpunt Er wordt van uit gegaan dat in 2008 vulpunten worden gerealiseerd. Realisatie is echter ook afhankelijk van de voortgang die private partijen kunnen boeken. Inmiddels hebben zich partijen aangediend die geïnteresseerd zijn in exploitatie van een vulpunt. Voor eigen gemeentelijk gebruik zijn tijdelijk twee kleine vulpunten geplaatst. Kleine busjes in de binnenstad Momenteel zijn er ongeveer 1.500 transferiumplaatsen beschikbaar, verdeeld over 3 locaties. Jaarlijks parkeren er circa 400.000 auto’s. Dit zijn dus minimaal 800.000 verplaatsingen minder naar en in de binnenstad. De gemeente gaat de komende jaren extra te investeren in transferia. Vanuit luchtkwaliteit en leefbaarheid wordt gestreefd de grote bussen minder door de binnenstad te laten rijden. Ritten die de binnenstad inkomen worden waar mogelijk vervangen door hoogfrequent vervoer met kleine schone busjes. Gedacht kan worden aan busjes op aardgas, hybride of bijvoorbeeld elektra. Door het optimaliseren van verkeersregelinstallaties verbetert de doorstroming en daarmee de luchtkwaliteit. Vooral bij de snelwegaansluitingen is er winst te behalen voor de luchtkwaliteit. Uitvoering maatregelen: Stimuleren schone voertuigen Auto's op aardgas672 Elektrisch rijden673 vervoersmanagement bij grote bedrijven674 668 669 670 671 672 673 674
Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. Milieu Uitvoeringsprogramma 2010. Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch. Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch. Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch.
162
In het kader van Schoon innovatief natransport binnenstad wordt naast aardgas ook elektrisch rijden gestimuleerd en zullen 3 elektrisch aangedreven busjes in de binnenstad gaan rijden. Ook komen er oplaadpunten voor elektrische deelauto’s.675 In 2009 is in samenwerking met o.a. Essent (RWE) en de provincie het project “Stimuleren elektrisch vervoer ’s-Hertogenbosch” opgezet. Dit project wordt uitgevoerd als onderdeel van het project “Schoon innovatief natransport binnenstad” uit het Plan van Aanpak luchtkwaliteit. Naast aardgas/biogas wordt zo ook elektrisch rijden gestimuleerd. Inmiddels zijn 3 elektrisch aangedreven busjes in de binnenstad in bestelling alsmede twee elektrisch aangedreven auto’s. Ook zijn 11 oplaadpunten voor elektrische auto’s gerealiseerd. Verder gewerkt aan diverse andere initiatieven voor de verdere stimulering van elektrisch vervoer in de stad676.
Aardgas vulpunt Een aardgas vulpunt wordt gerealiseerd. Het college blijft hier wel afhankelijk van de medewerking van private partijen677. Na realisatie zal de promotie van rijden op aardgas weer worden voortgezet678. Sinds eind 2009 kan in Rosmalen aardgas worden getankt. Dit openbare aardgas vulpunt was een voorwaarde om deze vorm van groener rijden te kunnen stimuleren. De promotie van rijden op aardgas/biogas kan in 2010 dan ook weer worden voortgezet. Aardgas is een tussenstap naar het rijden op biogas waarmee klimaatneutraal rijden mogelijk wordt679. Uitbreiding projecten duurzame mobiliteit met bedrijfsleven In 2011 lag het accent sterk op uitvoering. Het E- auto deelproject Paleiskwartier is uitgevoerd en draait naar tevredenheid, in het kader van de aanbestedingsprocedure openbaar vervoer zijn de mogelijkheden voor nul emissie technieken verkend. ’s-Hertogenbosch trekt daarbij nauw op met de Provincie die als concessieverlener verantwoordelijk is680. Diverse projecten zijn in 2011 voorbereid voor uitvoering in 2012. Een innovatieve elektrische taxi, elektrische transferiumbus, uitrol deelautosysteem de Ruijterfabriek, bevoorrading van de binnenstad et cetera. Alle projecten moeten wel kopieerbaar en opschaalbaar zijn. Daarbij wordt intensief met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen samengewerkt. De gemeente heeft vooral een initiërende en faciliterende rol681. Uitbreiding transferia Het succes van de transferia in ’s-Hertogenbosch is groot. Het aantal gebruikers blijft groeien en de capaciteitsgrenzen van de transferia worden steeds vaker bereikt. Dit betekent dat zowel in de capaciteit van het aantal parkeerplaatsen als in de parkeerbussen uitbreiding wenselijk is. 682 Een voorstel over de doorontwikkeling van (nieuwe) transferia wordt meegenomen in het lopende onderzoek naar het parkeerbeleid voor de binnenstad. 683 C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer 675 676 677 678 679 680 681 682 683
Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. Milieu Uitvoeringsprogramma 2010. Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. Milieu Uitvoeringsprogramma 2010. Milieu Uitvoeringsprogramma 2012. Milieu Uitvoeringsprogramma 2012. Uitwerking doorstroming openbaar vervoer mei 2012. Uitwerking doorstroming openbaar vervoer mei 2012.
163
C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Vergroening gemeentelijk wagenpark De gemeentelijke organisatie heeft in 2007 5 voertuigen aangeschaft, in 2008 zullen nog eens 16 aardgasvoertuigen worden gekocht. Veel vrachtauto’s (vuilniswagens) zijn of worden voorzien van roetfilters. Het rijden op biobrandstoffen wordt onderzocht maar heeft vanuit luchtkwaliteit en duurzaamheid niet altijd de voorkeur. Schoon openbaar vervoer Bij de laatste concessie is aangedrongen op de inzet van schonere en stillere voertuigen. Sinds eind 2007 is al het materieel vernieuwd en voldoet aan de EEV norm. Uitvoering maatregelen: Stimuleren schone voertuigen: Schoon gemeentelijk wagenpark684 Vergroening van het gemeentelijke wagenpark (aardgas, elektra, roetfilters etc.) wordt verder doorgevoerd685. Zo zijn in 2009, twee elektrische auto’s aangeschaft. Sinds begin 2010 zijn 2 elektrische carpool-auto’s inzetbaar686. C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Stimuleren openbaar vervoer Er wordt aandacht besteed aan het verbeteren van de betrouwbaarheid, het verhogen van de frequentie, reizigersinformatiesystemen, doorstromingsmaatregelen op kruispunten en wegvakken, routering en de ontsluiting van ruimtelijke ontwikkelingslocaties zoals De Groote Wielen. Uitvoering maatregelen: Extra inzet in het openbaar vervoer687 Uitbreiding voorzieningenniveau In de jaarlijkse dienstregelingen voert de Provincie wijzigingen door. Tot op heden zijn een aantal verbeteringen doorgevoerd. Op vele lijnen zijn extra ritten toegevoegd. Sinds 2011 is het nieuwe Jeroen Bosch Ziekenhuis opgenomen in de dienstregeling688. De provincie Noord-Brabant heeft laten weten dat er door de overheidsbezuinigingen in de resterende jaren van de lopende OV-concessie (t/m 684 685 686 687 688
Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch. Milieu Uitvoeringsprogramma 2009. Milieu Uitvoeringsprogramma 2010. Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch. Uitwerking doorstroming openbaar vervoer mei 2012.
164
2014) geen verdere uitbreidingen te verwachten zijn. Onder de nieuwe OVconcessie (vanaf 2015) verwacht de provincie zelfs minder geld beschikbaar te hebben. Dat betekent dat er een forse efficiency winst moet worden geboekt om toch tegemoet te kunnen komen aan de groeiambities voor OV uit de koersnota689. Herkenbaarheid stadsnet ‘s-Hertogenbosch Naast uitbreiding van het voorzieningenniveau wordt ook gestreefd naar een betere herkenbaarheid van het stadsnet van ’s-Hertogenbosch. Voorbeelden daarvan zijn690: o koppeling van buslijnen op het centraal station. o vereenvoudiging van de lijnvoering van de lijnen 63 en 66 in Rosmalen: op beide lijnen een vaste route en doortrekking van één van beide lijnen naar Groote Wielen. Verbeteren reisinformatie De Provincie is op dit moment bezig om op de belangrijkste knooppunten en attractiepunten in de regio actuele reisinformatie aan te bieden. 691 In ‘s-Hertogenbosch komt dynamische reisinformatie op het centraal station, de transferia, het Jeroen Bosch Ziekenhuis en diverse andere veelgebruikte bushaltes (project in uitvoering). 692 Regionale assen De provincie heeft in het B-MIT een aantal regionale OV projecten gedefinieerd. Hierbij gaat het om de volgende HOV-lijnen693: o ’s-Hertogenbosch – Waalwijk – Tilburg; o ’s-Hertogenbosch – St. Oedenrode; o ’s-Hertogenbosch – Veghel. De verbinding - ’s-Hertogenbosch – Waalwijk – Tilburg heeft al vorm gekregen in de snelle Veolia-lijn 300. De volgende lijn die wordt aangepakt is lijn 160, die via de Gestelseweg de stad binnenkomt. Via de Gestelseweg, Pettelaarseweg, Zuidwal, Parklaan en Koningsweg loopt deze HOV-lijn richting het NS-station. Om de doorstroming op deze lijn te verbeteren is recent de verkeersregeling op het kruispunt Zuidwal-Pettelaarseweg aangepast. Ook op andere punten zijn er nog verbeteringen mogelijk. Zo wordt op het Heetmanplein een bus strook aangelegd en zullen er diverse verkeerslichtenregeling worden aangepast. Van een eerder geplande rotonde op de Pettelaarseweg is afgezien in het belang van de OVdoorstroming op deze route. 694 Onderzoek voorstadstations Ook dit punt is voor deze uitwerking van busvervoer niet relevant. ’sHertogenbosch heeft twee nieuwe voorstadstations gepland: Maaspoort (in het noordelijke deel van de stad, op de lijn naar Utrecht) en Avenue 2 (tussen ’sHertogenbosch en Rosmalen). Beide staan gepland voor realisatie na 2015. Als de haltes operationeel zijn zal de busbediening op de trein worden afgestemd. 695 Het voorstadstation Maaspoort is specifiek genoemd in het Coalitieakkoord 20102014.en de raad heeft het belang van dit station met een motie onderstreept. Een quick scan naar de haalbaarheid van dit voorstadstation is afgerond en is besproken met NS en Prorail. Een studie naar de haalbaarheid is aangevraagd bij de Minister van I en M. Een voorstadhalte voor Avenue2 is aan de orde op het
689 690 691 692 693 694 695
Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking
doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming
openbaar openbaar openbaar openbaar openbaar openbaar openbaar
vervoer vervoer vervoer vervoer vervoer vervoer vervoer
mei mei mei mei mei mei mei
2012. 2012. 2012. 2012. 2012. 2012. 2012.
165
moment dat er meer duidelijkheid bestaat over het toekomstige programma van Avenue2. 696 Verbetering toegankelijkheid openbaar vervoer voor minder validen Momenteel werkt de gemeente aan verbetering van de toegankelijkheid van busvervoer voor mensen met een beperking. Tot en met 2012 zullen de geprioriteerde haltes toegankelijk gemaakt worden voor mindervaliden; daarna komen nog ca. 70 niet-geprioriteerde haltes aan de beurt. 697 Het toegankelijk maken van bushaltes vloeit voort uit het besluit Wet Gelijke Behandeling. Het is niet alleen belangrijk om mensen met een functiebeperking zelfstandig en gelijkwaardig te kunnen laten deelnemen in de maatschappij, het biedt voor álle busreizigers meer comfort. Verbeterde toegankelijkheid is een algemene kwaliteitsimpuls voor het openbaar vervoer in ’s-Hertogenbosch. 698 Vormgeven doorstroomassen De gemeente is primair verantwoordelijk voor de infrastructuur en de doorstroming van het openbaar vervoer in de stad. De gemeente heeft een duidelijke keuze gemaakt op welke assen de doorstroming voor het autoverkeer prioriteit heeft en op welke assen juist de doorstroming van openbaar vervoer voorop staat. Nu is het van belang om duidelijke keuzes te maken hoe we deze OV-doorstroomassen gaan vormgeven om ook daadwerkelijk een ongehinderde doorstroming van het openbaar vervoer te kunnen bereiken. 699 Daarbij worden tegelijkertijd de infrastructurele knelpunten op deze assen aangepakt (zoals die in het kader van Infrastructuur Voor Openbaar vervoer zijn geformuleerd, zie punt 10 hierna). In de volgende hoofdstukken wordt nadere uitwerking gegeven aan de OV-doorstroomassen. 700 Aanpakken infrastructurele knelpunten op OV-doorstroomassen Vanuit het IVO-project (Infrastructuur voor OV) zijn indertijd knelpunten gesignaleerd die kunnen worden aangepakt. De verschillende wegbeheerders moeten dit zelf aanpakken. Het gaat hierbij over het algemeen om kleinschalige knelpunten die gezamenlijk een groot effect kunnen sorteren. Niet alleen wordt de reiziger er beter van, ook resulteert een betere doorstroming in een grotere efficiency waardoor de maatregelen zich deels terugverdienen.701 In het kader van IVO is de kwaliteit van de haltevoorzieningen wordt binnen IVO tegen het licht gehouden. Met het toegankelijk maken van haltes is al een grote slag gemaakt in de kwaliteitsbeleving van de reiziger door het aanbieden van kwalitatief goede, toegankelijke haltevoorzieningen.702 D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Fietsplan (innovatie en communicatie) Vanuit de totale ambitie voor ’s-Hertogenbosch moet het fietsaandeel stijgen van 33% naar 44%; een stijging met een derde! Om te komen tot deze stijging van het fietsgebruik wordt niet alleen ingezet op maatregelen op het gebied van de fiets, maar ook op het gebied van auto (parkeertarieven en autoluwe binnenstad), 696 697 698 699 700 701 702
Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking Uitwerking
doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming doorstroming
openbaar openbaar openbaar openbaar openbaar openbaar openbaar
vervoer vervoer vervoer vervoer vervoer vervoer vervoer
mei mei mei mei mei mei mei
2012. 2012. 2012. 2012. 2012. 2012. 2012.
166
transferia en openbaar vervoer. Stimulering vindt plaats door meer, betere en goedkopere parkeervoorzieningen, en verbeteringen in het fietsnetwerk. Pilot Segway Zodra de Segway is toegelaten wil de gemeente een pilot houden met de Segway daar in ’s-Hertogenbosch met name kansen zijn voor ritten van en naar transferia, parkeergarages en woon-werkverkeer, surveillance en voor toerisme. Innovatief fietsplan Voor het meest innovatieve fietsplan van Brabant heeft de provincie € 5 miljoen beschikbaar gesteld. Door maatregelen en ideeën toe te voegen aan alle bestaande maatregelen wil de gemeente de ambities op het gebied van innovatief fietsverkeer verder benutten. Innovatieve fietsconcepten Maatregelen als Lock ’n go, fietsdispensers, witte fietsen, maatregelen bij verkeerslichten zullen worden uitgewerkt om het fietsgebruik nog aantrekkelijker te maken. Uitvoering maatregelen: Gebruik van de fiets bevorderen703 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen Resultaten monitoring 2010 – Buro Blauw704 Stikstofdioxide De jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 in Den Bosch varieert tussen 20 en 47 µg/m3. De gemeten jaargemiddelde regionale achtergrondconcentratie ligt tussen 20 en 26 µg/m3. De gemeten jaargemiddelde stedelijke achtergrondconcentratie is circa 2 µg/m3 verhoogd. De gemeten jaargemiddelde concentratie langs stadsring, de wegen die het centrum ontsluiten en het centrum ligt tussen 34 en 46 µg/m3. De onderlinge verschillen zijn relatief groot, doordat de locaties van elkaar verschillen in belasting als ook omgeving. De concentratie langs snelwegen varieert tussen 27 en 47 µg/m3. Een aantal meetlocaties ligt op korte afstand van de snelweg, enkele liggen op grotere afstand van de weg. Resultaten NSL Monitoring 2011705 Uit de NSL Monitoring 2011 blijkt dat in de gemeente Den Bosch de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide te hoog is op de locatie Brugstraat vanaf het kruispunt Brugstraat-Halvemaanstraat tot Brugstraat-Brugplein. De concentratie NO2 ligt in 2011 hoger dan 42,5 µg/m3. 703 704 705
Maatregelen in uitvoering Gemeente Den Bosch. Jaarrapportages NO2 en PM10 Metingen Den Bosch, 2010 – Buro Blauw 12/04/2012 NSL Monitoring 2011, http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
167
Er zijn enkele locaties in de binnenstad waar de jaargemiddelde concentratie NO2 net onder de wettelijke grenswaarde ligt. Het betreft: Zuid Willemstraat – vanaf van Berckelstraat tot Hinthamerstraat Lagelandstraat – tussen de Aa en Pieter Breughelstraat. Op deze locaties komt de jaargemiddelde gemeten concentratie NO2 uit tussen de 35 en 40,5 µg/m3. Op de A2 doen zich grotere knelpunten voor, met name tussen het knooppunt Vught en knooppunt Empel. De waarden variëren van 38,5 tot hoger dan 42,5 µg/m3. De problemen in de binnenstad zijn echter verminderd ten opzichte van 2010. De gemeente verwacht de knelpunten in de binnenstad in 2015 grotendeels te hebben opgelost. Op de knelpunten wordt dan voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor NO2. In de gemeente Amersfoort blijven de jaargemiddelde fijn stof concentraties onder de jaargemiddelde wettelijke grenswaarden. De gemeente voldoet daarmee aan de eisen rondom fijn stof.
168
Gemeente Zoetermeer706 Luchtkwaliteit in Zoetermeer Luchtverontreiniging kan leiden tot acute en chronische gezondheidsklachten. Van keelen neusirritaties tot verergering van bijvoorbeeld astmatische klachten. Kinderen, ouderen en mensen met aandoeningen aan de luchtwegen of met hart- en vaatziekten zijn extra vatbaar voor luchtverontreiniging. Het uitgangspunt is dat de gemeente meer wil doen dan strikt wettelijk gezien vereist is. De ambities in het programma ‘Duurzaam Zoetermeer’ vormen het vertrekpunt voor het uitgewerkte beleid. Uit de luchtkwaliteitsanalyse 2007 volgt dat voor de toekomstige jaren zal worden voldaan aan de ambities uit het programma ‘Duurzaam Zoetermeer’. Het aspect luchtkwaliteit wordt om die reden in het vervolg niet verder uitgewerkt.707 A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: 706
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: ccc. monitoring van het NSL, dan wel ddd.beschikbare documenten van gemeenten, dan wel eee. korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 707 Actieplan Geluid- en Luchtkwaliteit - Maatregelen voor geluidknelpunten in de bestaande situatie – Gemeente Zoetermeer
169
B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Onderzoek naar de mogelijkheden voor de milieuzonering van (vracht)verkeer Uitvoering maatregelen: Onderzoek milieuzonering Uitvoering 2007 en 2008708 B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B4. In het oog springende andere maatregelen (B4) Maatregelen gemeente: Verbeteren ketenvoorzieningen auto/fiets/OV (kleinschalige verstapvoorzieningen) Uitvoering maatregelen: Verbeteren ketenvoorzieningen auto/fiets/OV (kleinschalige verstapvoorzieningen) Uitvoering vanaf 2007709 C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Alle bussen en regiotaxi’s worden voorzien van roetfilters Realisering aardgas vulpunt(en) en schoner gemeentelijk wagenpark Duurzame concessieverlening OV Uitvoering maatregelen: Stimuleren rijden op aardgas en biobrandstoffen Realisatie van een aardgas vulpunt en verkoop biobrandstoffen Omschakeling van het gemeentelijk wagenpark Stimuleren van ondernemers en inwoners Uitvoering: 2007 en 2008710 Stimuleren roetfilters Afspraken maken met ondernemers over de toepassing Onderdeel van de campagne inzake actiepakket inwoners Uitvoering: vanaf 2008711 708
Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007 Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007
709 710
Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007
170
C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Alle bussen en regiotaxi’s worden voorzien van roetfilters Uitvoering maatregelen: Stimuleren roetfilters Afspraken maken met ondernemers over de toepassing Onderdeel van de campagne inzake actiepakket inwoners Uitvoering: vanaf 2008712 C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Vernieuwende promotiecampagnes OV- en fietsgebruik Uitvoering maatregelen: Vernieuwende promotiecampagnes OV- en fietsgebruik Uitvoering vanaf 2007713 C4. In het oog springende andere maatregelen (C4) Maatregelen gemeente: Verbeteren van OV- en HOV-netwerk Realiseren DRIS (dynamische route informatiesystemen) bij 300 haltes en verbeteren toegankelijkheid haltes. Uitvoering maatregelen: Uitvoering van bovenstaande maatregelen vanaf 2007714 D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Vernieuwende promotiecampagnes OV- en fietsgebruik Versneld uitvoeren van ontbrekende schakels in het regionaal fietsnetwerk Uitvoering maatregelen: Uitvoering van bovenstaande maatregelen vanaf 2007715 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: 711 712 713 714 715
Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007 Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007 Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007 Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007 Programma Duurzaam Zoetermeer 2030 – Het is nu tijd voor maatregelen, 2007
171
Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen 3.2.1 Analyse luchtkwaliteit NO2 (stikstofdioxide) Voor de onderzochte (gemeentelijk en provinciale) wegvakken geldt dat zowel in het jaar 2007 als in het jaar 2015 voldaan wordt aan de grenswaarden voor stikstofdioxide, met uitzondering van een tweetal wegvakken in 2007. Het gaat hierbij om de Afrikaweg en de Oostweg ter hoogte van de viaducten over de A12. De luchtkwaliteit aldaar wordt in overwegende mate beïnvloed door het verkeer op de A12. De berekende jaargemiddelde concentratie bedraagt 45,6 respectievelijk 51,7 mg/m3, waarmee eveneens de plandrempel wordt overschreden. Aan weerszijden van de weg staan echter geen woningen: onder deze wegen loopt immers de A12. Beide viaducten worden niet gebruikt door voetgangers of fietsers. Ze zijn alleen toegankelijk voor automobilisten. PM10 (Fijn stof) De grenswaarden voor PM10 worden in zowel 2007 als in 2015 niet overschreden. Uit de luchtkwaliteitsanalyse 2007 volgt dat voor de toekomstige jaren zal worden voldaan aan de ambities uit het programma ‘Duurzaam Zoetermeer’. Zie voor meer informatie ook bijlage 3. Uit de luchtkwaliteitsanalyse 2007 volgt dat voor de toekomstige jaren zal worden voldaan aan de doelstellingen uit het programma ‘Duurzaam Zoetermeer’. Het aspect luchtkwaliteit wordt om die reden in het vervolg niet verder uitgewerkt.716
716
Actieplan Geluid- en Luchtkwaliteit - Maatregelen voor geluidknelpunten in de bestaande situatie – Gemeente Zoetermeer
172
Gemeente Zwolle717 Luchtkwaliteit in Zwolle Uit dit luchtkwaliteitsplan blijkt dat de gemeente Zwolle zonder aanvullend lokaal beleid niet alleen nu maar ook in de toekomst, te maken blijft houden met overschrijdingen van de grenswaarden ten aanzien van luchtkwaliteit en met de bijbehorende mogelijke gevolgen voor de gezondheid. Het formuleren van aanvullend beleid en maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in Zwolle is daarom noodzakelijk. De belangrijkste bestaande knelpunten met overschrijding van de grenswaarde voor stikstofdioxide en/of fijn stof komen voor op route Stationsweg – Burgemeester van Rooijensingel – Eekwal. Hierdoor kunnen burgers worden blootgesteld aan niveaus welke schadelijke effecten hebben voor de gezondheid. A. Maatregelen die mensen langs drukke wegen beschermen A1. Creëren zo schoon mogelijke woonomgeving, onder meer door bij (nieuwe) RO-plannen (A1) A1a. Verkeer en wonen zo goed mogelijk scheiden (A1a) Maatregelen gemeente718: Planvorming Nadrukkelijk participeren in planproces (idee-beoordeling-besluit) Vanuit luchtkwaliteit kunnen uitgangspunten worden meegegeven aan het ruimtelijke ontwerp. Bij de inrichting van een gebied zal specifiek gekeken dienen te worden naar de scheiding en combinatie van verschillende functies. Voorbeelden van deze functies kunnen diverse vormen van wonen, werk, transport, recreatie en verzorging zijn. Bij deze inrichting dient rekening gehouden te worden met toekomstige ontwikkelingen. Het realiseren van ruimte tussen bron (wegverkeer) en ontvanger, zodat natuurlijke verdunning optreedt. Met name geschikt voor nieuwe situaties. Verkeer aantrekkende werking van nieuwe plannen dient zo veel mogelijk te worden beperkt. Bijvoorbeeld: goede voorzieningen langzame vormen van verkeer goede ontsluiting met HOV beperken aantal parkeerplaatsen toepassen VPL methodiek Uitvoering maatregelen: Planvorming Status: binnen project afgerond719 Luchtkwaliteit is een vast onderwerp bij planontwikkeling. Hierdoor worden nieuwe knelpunten voorkomen. Hierbij zijn niet alleen de wettelijke normen leidend. Ook wordt vanuit gebiedsgericht milieubeleid een relatie gelegd tussen gevoelige groepen en de luchtkwaliteit. Daarnaast geldt dat door autonome ontwikkelingen, onder andere door het steeds schoner worden van voertuigen, de kwaliteit van de lucht verbetert. 720
717
Een maatregel wordt beschouwd als effectief als het betreffende knelpunt binnen de gemeente volledig is opgelost dan wel wanneer door de uitvoering van de maatregel de luchtkwaliteit is verbeterd. Hoe effectief de maatregel is, bepaald op basis van: monitoring van het NSL, dan wel beschikbare documenten van gemeenten, dan wel korte interviews met de verantwoordelijke ambtenaar binnen gemeenten 718 De maatregelen van de gemeente komen voort uit het Luchtkwaliteitsplan Gemeente Zwolle 2007-2011 719 Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 720 Programmabegroting 2012 ‘Vernieuwen’, Gemeente Zwolle
173
Verder zal naar de toekomst nog meer dan nu al het geval is de relatie worden gelegd met klimaatbeleid en mobiliteit. Voor wat betreft mobiliteit gaat het onder andere om de thema’s bereikbaarheid, parkeerdruk en distributie (met name in de binnenstad). Deze onderwerpen zijn met elkaar verbonden en kunnen elkaar versterken, wanneer ze integraal worden beschouwd.
A1b. Zorgen voor logische fiets- en loopverbindingen en goed openbaar vervoer (A1b) Maatregelen gemeente: Voortzetting fietsroute Westenholte-Stadshagen-binnenstad-station Fietsbrug Rodetorenplein-Katerdijk Uitvoering maatregelen: Voortzetting fietsroute Westenholte-Stadshagen-binnenstad-station Uitvoering in 2012721 Fietsbrug Rodetorenplein-Katerdijk Uitvoering in 2012722 A2. Nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bouw van gevoelige bestemmingen (A2) A2a. Minimumafstand 300 meter tot snelweg en 50 meter tot provinciale weg (A2a) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2b. Niet direct langs drukke binnenstedelijke weg bouwen (A2b) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A2c. Indien A2a en A2b niet mogelijk zijn: in ieder geval adviesaanvraag bij GGD over nieuwbouwplannen bij gevoelige bestemmingen (A2c) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: A3. In het oog springende andere maatregelen (A3) Maatregelen gemeente: Opzetten projectbureau milieu en verkeer Het projectbureau krijgt de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de maatregelen voor luchtkwaliteit, maar kan ook een verdere rol spelen bij de inpasbaarheid van verkeer en andere milieuaspecten als geluid en externe veiligheid. Uitvoering maatregelen: Opzetten projectbureau milieu en verkeer In de projectgroep overleggen vertegenwoordigers van verkeer en milieu met elkaar over projecten en werkzaamheden zodat geanticipeerd kan worden op ruimtelijke ontwikkelingen. Status: uitvoering723 721
Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 722 Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 723 Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011
174
B. Verkeersmaatregelen en schone voortuigen B1. Weren vervuilend verkeer uit de stad (bijvoorbeeld milieuzones) (B1) Maatregelen gemeente: Schoon personenvervoer en contracteisen onderaannemers Zwolle werkt in de periode tot 2010 via contracteisen aan schoon personenvervoer (taxi, ouderen en gehandicapten). Inzet voor schone voertuigen is voor bestelauto’s minimaal Euro 4 en vrachtauto’s minimaal Euro 5. Tevens stelt de gemeente contracteisen met betrekking tot milieu bij onderaannemers van de gemeente (roetfilters vuilniswagens, bouw e.d.). Het effect van een schoner wagenpark op de luchtkwaliteit in de stad is afhankelijk van de verkeersprestatie van die voertuigen en de mate waarin schone technieken zijn toegepast. Periode: 2008-2011 Uitvoering maatregelen: Schoon personenvervoer en contracteisen onderaannemers Schoner vervoer wordt meegenomen in de publiciteit van het rijden op aardgas en groen gas. Onze huisvuilinzamelaar ROVA is bezig met het vergroenen van haar wagenpark.724 Status: afgerond (27 oktober 2009) B2. Stimuleren schone scooters en brommer (B2) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: B3. Luchtkwaliteitseisen aan mobiele werktuigen zoals aggregaten en heftrucks bij aanbesteding van bouwwerken (B3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: C. Maatregelen met betrekking tot het openbaar vervoer/gemeentelijk vervoer C1. Zoveel mogelijk schone voertuigen inzetten voor gemeentelijke diensten (schoonmaak, bevoorrading, eigen wagenpark). Bewerkstellig dat in het programma van eisen, bij aanbesteding van bijvoorbeeld bussen, het milieuaspect van voertuigen mee weegt. Denk bij bussen ook aan aardgas (C1) Maatregelen gemeente: Aanscherpen normen OV voertuigen Bij de aanbesteding van het openbaar vervoer worden zodanige eisen gesteld aan het materieel, dat bijgedragen wordt aan het oplossen van specifieke leefbaarheidsknelpunten in de stad. Zwolle zet in voor de nieuwe concessie op minimaal Euro 5. Periode: continue Schoon gemeentelijk wagenpark Zwolle werkt in de periode tot 2010 aan het verschonen van het gemeentelijk wagenpark. Inzet voor schone voertuigen is voor bestelauto’s Euro 4 en vrachtauto’s minimaal Euro 5. Er dient een minimum ambitieniveau voor nieuwe voertuigen te worden opgesteld. Er dient een wagenparkscan te worden uitgevoerd. Op basis daarvan zal investeringsprogramma worden opgesteld. Periode: 2008-2010
724
Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011
175
Realisatie voorstadhalte Kamperlijn (Voorsterpoort en Stadshagen) Verbetering toegankelijkheid bussen. Uitvoering maatregelen: Aanscherpen normen OV voertuigen Status: afgerond conform voorstel maatregel Luchtkwaliteitsplan.725 Schoon gemeentelijk wagenpark Voor haar eigen wagenpark heeft het college besloten alternatieve brandstoffen expliciet mee te nemen bij de overweging voor de aanschaf van een nieuwe wagen. Indien wagens op alternatieve brandstoffen niet geschikt zijn, is de minimale emissie-eis Euro 5. Zwolle beschikt sinds 2009 over een aardgaswagen en twee elektrische scooters. In 2010 is ook de eerste elektrische wagen voor gebruik in de binnenstad aangeschaft. Schoner vervoer wordt meegenomen in de publiciteit van het rijden op aardgas en groen gas. In 2011 hebben alle chauffeurs een cursus “Het nieuwe rijden” gevolgd. Status: uitgevoerd726 Realisatie voorstadhalte Kamperlijn (Voorsterspoort en Stadshagen) Status: In voorbereiding Uitvoering: 2012-2013 Toegankelijkheid bussen De verbetering van de toegankelijkheid voor de bussen is in 2010 voor de helft uitgevoerd. De financiële middelen om de tweede helft uit te voeren zijn inmiddels beschikbaar. De 2e fase is in voorbereiding, uitvoering vindt plaats voor het 3e kwartaal van 2012.727 C2. Stimuleren gebruik schone taxi’s (C2) Maatregelen gemeente: Schoon personenvervoer Zwolle werkt in de periode tot 2010 via contracteisen aan schoon personenvervoer (taxi, ouderen en gehandicapten). Inzet voor schone voertuigen is voor bestelauto’s minimaal Euro 4 en vrachtauto’s minimaal Euro 5. Periode: 2008-2011 Uitvoering maatregelen: Schoon personenvervoer Gemeenten hebben zich verbonden om vanaf 2010 voor 75% duurzaam in te kopen en vanaf 2015 voor 100%. De gemeente Zwolle heeft zich echter als één van de G27-gemeenten verbonden om vanaf 2010 voor 100% duurzaam in te kopen. Hiervoor worden de duurzaamheidscriteria van Agenschap NL gebruikt. Status: afgerond728
725
Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 726 Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 727 Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 728 Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011
176
C3. Stimuleren bezoekers om met het openbaar vervoer te komen. Promoot het gebruik van de OV-fiets aansluitend op het openbaar vervoer (C3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: D. Maatregelen met betrekking tot het gebruik van de fiets D1. Verkeersbeleid en m.n. actief fietsbeleid dat inwoners en bezoekers verleidt om de fiets te verkiezen boven de auto. Uit de weg ruimen knelpunten die een veilig en comfortabel gebruik van de fiets belemmeren (D1) Maatregelen gemeente: Voorzieningen OV en fiets Fiets als volwaardig en concurrerend vervoermiddel door maatregelen zoals fietsroutes en (bewaakte) fietsenstallingen bij OV punten. Deze maatregelen worden reeds meegenomen in het bestaande verkeers- en vervoersbeleid in de gemeente. Via communicatie wordt burger tevens geïnformeerd over eigen mogelijkheden om de luchtkwaliteit te verbeteren door bijvoorbeeld de auto te laten staan en gebruik te maken van fiets en OV. Periode: in uitvoering729 Promotie fietsgebruik Een verhoogd fietsgebruik in de gemeente is positief: vermindering aandeel woonwerk en beperking parkeerdruk centrum. Het succes is afhankelijk van derden. De langzame vervoerwijzen spelen een belangrijke rol in de bereikbaarheid en de leefbaarheid in de gemeente. Het beleid is erop gericht om het gebruik van de langzame niet gemotoriseerde vervoerwijzen te stimuleren en te belonen met goede voorzieningen. Het stimuleren van fietsgebruik gebeurt ook door te communiceren over de aantrekkelijke aspecten van fietsgebruik. Door de Fietsersbond is Zwolle onderzocht (Fietsbalans). Uitvoering maatregelen: Voorzieningen OV en fiets Status: in uitvoering Promotie fietsgebruik Status: nog geen besluit genomen730 D2. Actief fietsparkeerbeleid en zorgen voor genoeg en goed beveiligde parkeergelegenheid bij woningen, openbare voorzieningen, onderwijs, winkelgebieden en sport-, recreatievoorzieningen en bij woningen (D2) Maatregelen gemeente: Fietsenstalling Nieuwe Markt Fietsenstalling Melkmarkt Uitvoering maatregelen: Fietsenstalling Nieuwe Markt Plaatsen van 100 klemmen731 Status: gerealiseerd op 23 april 2011732
730
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 2011, Onderbouwing maatregelen per gemeente Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 732 NSL Monitoringstool – voortgangsformulieren maatregelen per gemeente 731
177
Fietsenstalling Melkmarkt De fietsenstalling (650 plaatsen) maakt onderdeel uit van de het project ‘bankenlocatie’. Hiervoor zijn de sloop- en bouwvergunning verleend en onherroepelijk. Wachten is op de ontwikkelaar. Naar verwachting wordt in 2011 gestart met de sloop en is alles afgerond in 2013.733 D3. Stimuleren aanleg vrij liggende fietspaden (D3) Maatregelen gemeente: Uitvoering maatregelen: E. Effectiviteit maatregelen m.b.t. knelpunten – algemeen In het luchtkwaliteitsplan van de gemeente Zwolle is vastgesteld dat de belangrijkste knelpunten in Zwolle op de Stationsweg-Burgemeester van Rooijensingel-Eekwal zijn gesitueerd. Mede om het effect van maatregelen te monitoren is er een meetstation geplaatst aan de Stationsweg. In het meetstation worden metingen uitgevoerd aan verschillende verontreinigende stoffen, namelijk fijn stof (PM 10 en PM 2,5) en stikstofdioxide (NO2). Op 10 meter van de rand van de Stationsweg in Zwolle is in 2009 en 2010 de luchtkwaliteit gemeten. De conclusie is dat er op basis van de metingen geen overschrijdingen plaatsvinden van de grenswaarden. De concentratie fijn stof lag in 2009 op het achtergrondniveau van de regionale meetstations in Overijssel. De gemeten waarde voor stikstofdioxide is daarmee veel lager dan berekend is. De meetgegevens van 2010 liggen meer in de lijn der verwachting omdat ze in de buurt komen van de berekende waarden.
Tabel 3: Resultaten luchtkwaliteitsmetingen aan de Stationsweg in Zwolle (Bron: TAUW B.V., conceptrapport Luchtkwaliteitsmetingen Gemeente Zwolle Stationsweg 2009, augustus 2010).
Overal in de gemeente Zwolle wordt in 2015 voldaan aan wettelijke normen voor luchtkwaliteit. Extra maatregelen zijn niet noodzakelijk. In 2011 zijn de maatregelen uit het Luchtkwaliteitsplan uitgevoerd.734
733
Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011 734 Rapportage Luchtkwaliteit 2011 – De luchtkwaliteit langs wegen in Overijssel in 2009 en de voortgang RSL Overijssel – mei 2011
178