Bunnik Duurzaam
2
Inhoudsopgave Samenvatting 1 Inleiding 1.1
2
2.1 2.2 2.3
3
4
5
Wat is duurzaamheid Focus Waar willen we naar toe
5 5 5
Waar staat Bunnik nu
7
3.1 3.2 3.3 3.4
4 5
Leeswijzer
Visie en doel
3 4
Beleidskader Duurzaamheid en milieu Ontwikkelingen Sterkte zwakte analyse
Wat willen we bereiken? (doelen) Hoe gaan we dat bereiken? 5.1 5.2
Opzet Uitwerking
Bijlage 1 Overzicht resultaten brainstorm Bijlage 2 Overzicht doelen en maatregelen
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
7 10 13 15
16 17 17 17 25 26
3
Samenvatting (Schematische samenvatting opnemen)
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
4
1
Inleiding
De burgers en bedrijven in Bunnik vragen aandacht voor milieu, willen zelf ook bijdragen aan een beter milieu en verwachten ook van hun lokale overheid een actieve rol. Duurzaamheid is echter geen doel van de gemeente of overheid in het algemeen, maar een mondiaal streven waar iedereen aan bijdraagt. Er mag dan ook van iedereen inzet verwacht worden. Dat betekent een actieve rol van de overheid als het om haar eigen handelen gaat en een stimulerende rol als het om anderen gaat. Bunnik wil die rol niet op ad hoc basis invullen maar wil op structurele wijze de positieve veranderingen nu en in de toekomst duurzaam realiseren volgens het principe van “Duurzame ontwikkeling”. Duurzame ontwikkeling is een actueel en belangrijk thema voor gemeente Bunnik. Uit het collegeprogramma 2010 – 2014 blijkt dat de gemeente als organisatie zich wil profileren op het gebied van duurzaam bouwen en wil zelf het goede voorbeeld geven met betrekking tot energiebesparing en duurzaam inkopen. Met het aflopen van het gebiedsgerichte Milieubeleidsplan, ontstond een behoefte aan nieuw duurzaamheidbeleid met nadrukkelijke focus en concrete uitvoeringsacties. Het gaat daarbij bij voorkeur om het presenteren van gezamenlijke doelstellingen - vanuit de gemeente, bedrijven en samenleving - om een duurzame omgeving en samenleving voor de toekomst veilig te stellen. De gemeente wil graag het beleid opstellen met zoveel mogelijk interactie en inbreng van burgers en belangenpartijen aan de voorkant van en tijdens het proces. Vandaar dat een open brainstorm als aftrap is genomen. Het conceptbeleid is vervolgens met een klankbordgroep besproken en op basis daarvan verder ingevuld. Als resultaat zijn concrete duurzaamheiddoelstellingen geformuleerd waar de gemeente de komende jaren mee aan de slag gaat. Daarbij was het de uitdaging om met de beperkte middelen toch een zo goed mogelijk milieurendement te genereren. Het programma is doelgericht, concreet en ontdaan van overbodige ‘ballast` en gaat uit van bestaande initiatieven op het gebied van duurzaamheid in de gemeente. Het beleid is de basis voor een duurzame organisatie die bewust omgaat met energie en middelen, die zich verantwoordelijk voelt voor haar eigen rol in het grotere geheel.
1.1 Leeswijzer We staan eerst stil bij de algemene visie van Duurzaam Bunnik. Wat zien we als streefbeeld, waar verbinden we ons aan? Maar ook: waar richten we ons niet op? Dit wordt vertaald in een ambitie en strategische doelen. Bunnik is geen eiland en de mogelijkheden die Bunnik heeft zijn beperkt. We functioneren in diverse samenwerkingverbanden met andere gemeenten en hebben te maken met regionaal, landelijk en zelfs internationaal beleid en regelgeving. Er zijn dan ook diverse ontwikkelingen op verschillende schaalniveaus waar Bunnik op kan en wil aanhaken. Daarbij is het belangrijk dat we ons goed bewust zijn van de uitdagingen die er zijn op het gebied van duurzaamheid. Dit alles samen geeft een sterkte-zwakte analyse waaruit vervolgens meer concrete doelen bepaald worden; de operationele doelen. Om deze doelen te bereiken stellen we verschillende maatregelen voor. Deze samen vormen het meerjaren programma duurzaamheid.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
5
2
Visie en doel
2.1 Wat is duurzaamheid Duurzaamheid is een manier van denken en doen, een werkwijze die standaard onderdeel van handelen zou moeten worden. Zowel voor de gemeente als organisatie, maar ook voor burgers, bedrijven instellingen etc. Bewustwording, over en weer, is daarin een centraal thema. De doelstelling is dat de gemeente zich allereerst zelf bewust is van haar verantwoordelijkheid hierin en haar burgers en andere partijen stimuleert om duurzaamheid eveneens als leidraad van handelen te hanteren. In een energieke samenleving schept de gemeente samen met burgers en bedrijven maximale ruimte voor initiatieven die de gemeente schoner, veiliger, gezonder en aantrekkelijker maken voor huidige en toekomstige bewoners. Duurzaamheid gaat om een zo optimaal mogelijke balans tussen sociale (mens), ecologische (milieu) en economische (meerwaarde) belangen, waarbij niet alleen gekeken wordt naar de gevolgen ‘hier & nu’, maar ook ‘daar & later’. Duurzaamheid is meer dan Milieu. Het ‘duurzaamheidsdenken’ komt weliswaar voort uit de natuurbescherming en de aanpak van milieuproblemen, maar duurzaamheid reikt verder. Duurzaamheid gaat niet uit van problemen en ‘wat er allemaal niet meer mag’, maar juist van kansen en nieuwe perspectieven. Door vanaf het begin van een project of proces integraal en in kansen te denken, worden alle belangen meegenomen en samengebracht. Juist dat integrale denken zet overheden, ondernemers, maatschappelijke organisaties en bewoners aan om met elkaar vanuit duurzaamheid innovaties te creëren. Zo ontstaan er op lange termijn betere oplossingen die in veel gevallen ook nog goedkoper zijn of meer opleveren. Misschien niet altijd direct op korte termijn en/of in harde euro’s, maar vanuit de ‘triple m’-gedachte (zie figuur) leveren duurzame oplossingen altijd een maatschappelijke winst op: op economisch, sociaal en/of ecologisch gebied, en in het meest ideale geval op alle drie deze terreinen. Deze insteek maakt duurzaamheid wel erg breed toepasbaar. Voor een gewenst pragmatische programma is focus daarom nodig.
2.2 Focus Uit de evaluatie van het milieubeleidsplan bleek dat het in Bunnik ontbreekt aan concrete plannen op de duurzaamheidsonderwerpen die vallen onder milieu, met name wat betreft klimaat en energie. In dit programma ligt de focus daarom op deze onderwerpen. Sociale duurzaamheid (mens) en economische duurzaamheid (meerwaarde) zijn al in diverse andere beleidsdocumenten geborgd. Ook de onderwerpen afval (beleidsplan te actualiseren in 2014) mobiliteit (vaststelling herziening mobiliteitsplan gepland voor medio 2014) en water (herziening gepland voor 2014) zijn grotendeels gedekt in andere plannen. Daar waar de insteek van dit programma (duurzaamheid) meerwaarde heeft voor die onderwerpen, zijn ze wel opgenomen. Dat neemt niet weg dat de relatie met de andere 2 pijlers altijd van belang blijft.
2.3 Waar willen we naar toe Visievorming is geen doel op zich, maar een stip op de horizon heeft wel een belangrijke functie. Het succes van een programma hangt af van werken vanuit een verbinding aan gezamenlijke visie. Dit geeft betrokkenen het gevoel mee te werken aan iets dat er toe doet (Bron: Programmatisch creëren). Bij het bepalen van een visie, speelt de toekomstvisie 2020 natuurlijk ook een rol. Eén van de pijlers daarin is om beslissingen zo te nemen dat ze duurzaam zijn en dynamiek mogelijk maken. Dat betekent dat we ons de
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
6
vraag stellen of een beslissing – los van de korte termijn – ook voor de langere termijn kwaliteit oplevert en of hiervoor voldoende randvoorwaarden zijn gecreëerd. Op het gebied van duurzaamheid is de volgende visie leidend:
Visie: Duurzame ontwikkeling staat centraal. Dit houdt in dat Bunnik streeft in denken en handelen naar een harmonieus evenwicht tussen economie, gebruik van de aarde en sociale samenhang tussen mensen hier en elders in de wereld. Ook mag wat er aan ontwikkelingen binnen de gemeentegrenzen plaats vindt niet leiden tot negatieve gevolgen voor elders en later. De gemeente geeft daarbij het goede voorbeeld, legt verbindingen en stimuleert. We sluiten aan bij initiatieven, creativiteit, ondernemerschap en verantwoordelijkheid van inwoners, instellingen en bedrijven zelf. De visie is bedoeld als verbindend beeld dat energie geeft bij de aanpak. De visie vertalen we in een streven (strategische doelen) die vervolgens weer vertaald zijn in operationele doelen. Op deze manier ontstaat een overzichtelijke doelenboom. Kijkend naar de aanleiding en het werkveld van de gemeente, laat deze visie zich vertalen in de volgende doelen ofwel ambities: 1. Bunnik geeft het goede voorbeeld door het verminderen van de CO2 uitstoot van de eigen gemeentelijke organisatie 2. De CO2 uitstoot op Bunniks grondgebied neemt af 3. Er leven meer mensen in een duurzame leefomgeving 4. Meer Bunnikse bedrijven zijn maatschappelijk verantwoord bezig 5. Inwoners en bedrijven zijn zich beter bewust van hun energieverbruik en afval en de besparingsmogelijkheden daarbij 6. Meer mensen kiezen voor duurzame vormen van mobiliteit Om te bepalen hoe de ambities een vertaling moeten krijgen in concrete en meetbare doelen, is het ook belangrijk de kenmerkende zaken van Bunnik te benoemen en te weten waar gemeente Bunnik nu staat op het gebied van duurzaamheid. Dit bepaalt immers welke mogelijkheden Bunnik heeft. Dit komt in het volgende hoofdstuk naar voren.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
7
3
Waar staat Bunnik nu
Door middel van een sterkte-zwakte-analyse brengen we in beeld welke elementen een rol spelen bij het vertalen van de ambities naar meetbare doelen en bijhorende maatregelen. De sterktes en zwaktes hebben te maken met de eigen organisatie en zijn dus intern gericht. De bedreigingen en kansen richten zich op de ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden van buiten. Hier gaat het dus expliciet om de externe elementen. Hierbij is gebruik gemaakt van diverse monitoringsmiddelen, allen met een eigen schaalgrootte en focus. Deze vormen samen een redelijk beeld van de staat van de Bunnikse duurzaamheid. Kenmerken gemeente Bunnik is een relatief kleine gemeente met circa 14.500 inwoners, verdeeld over 3 kernen met elk een eigen karakter. Het ligt nabij drukke knooppunten en grenst aan de stad Utrecht. Toch kenmerkt Bunnik zich door rust en groen. De nabijheid van de grote stad biedt veel werkgelegenheid. Zeker de kern Bunnik en in mindere mate Odijk heeft een sterke band met de stad in het algemeen en de Uithof in het bijzonder. De kern Werkhoven is meer een landelijke kern en sterk verbonden met het Kromme Rijngebied. De snelweg A12 en het spoor Utrecht – Arnhem zorgen voor een goede ontsluiting van de gemeente. De gemeente is daarmee gunstig gelegen ten opzichte van Utrecht en de rest van de Randstad. De Bunnikse bevolking is ten opzichte van Nederland / de regio relatief hoogopgeleid met een hoog gemiddeld inkomen. Uit diverse andere beleidstrajecten blijkt dat de bevolking betrokken is en milieubewust.
3.1 Beleidskader Om inzichtelijk te maken waar Bunnik staat en welke kansen, bedreigingen en aanknopingspunten er zijn, is het van belang een korte schets te maken van het beleidskader. De insteek is vooral kansen en aanknopingspunten uit landelijk en regionaal beleid te benutten en te zoeken naar wenselijke aanvullingen in gemeentelijk beleid. Vandaar dat onderstaand een overzicht wordt gegeven van relevant landelijk, regionaal en lokaal beleid. 3.1.1
Landelijk beleid
Modernisering milieubeleid Het kabinet wil klimaatverandering tegengaan door CO2-emissies te verminderen en het beter benutten van grondstoffen door er efficiënter mee om te springen. Daarnaast werkt het kabinet aan de modernisering van het milieubeleid. Dat is volgens het Rijk nodig om klaar te zijn voor de 21ste eeuw en om gezondheidsproblemen in de toekomst te voorkomen. Het vinden van antwoorden op huidige en nieuwe opgaven is geen zaak van overheden alleen. Het kabinet wil daarom, meer dan in het verleden, gebruik maken van de energie die veel partijen in ons land hebben op het gebied van milieu en duurzaamheid. De nieuwe werkwijze bestaat uit twee hoofdelementen: verder integreren van milieu en duurzaamheid verder integreren en het vormen van coalities en samenwerkingsverbanden.
Energieakkoord Op vrijdag 6 september is het SER Energieakkoord ondertekend door milieuorganisaties, sociale partners en het kabinet. Veertig partijen (o.a. overheid, werkgevers en milieubewegingen) hebben hiermee afspraken gemaakt over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Het energieakkoord is gebaseerd op 10 pijlers. Elke pijler bevat diverse maatregelen en afspraken. Relevante maatregelen voor gemeenten zijn: Terugkerend fonds voor energiebesparing Indicatief label voor alle woningeigenaren Budget voor actieve ondersteuning van gemeenten bij lokale en regionale energiebesparing en – opwekking Erkende maatregelenlijst en het opzetten van een regionaal expertisecentrum voor handhaving in het kader van de Wet Milieubeheer Convenant Energiebesparing huursector Organisatorische maatregelen ten behoeve van decentrale duurzame energie (bijvoorbeeld kwaliteits- en certificeringssysteem voor duurzame energie) Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
8
Juridische maatregelen (bijvoorbeeld onderzoek naar noodzakelijke aanpassingen van de wet om de energietransitie te ondersteunen) Fiscale maatregelen (bijvoorbeeld belastingkorting voor hernieuwbare energie in coöperatief verband binnen postcodegebied)
Gemeenten spelen op lokaal en regionaal niveau een belangrijke rol bij de realisatie van de doelen uit het SER Energieakkoord. Om gemeenten hierin zo goed mogelijk te ondersteunen, heeft de VNG een ondersteuningsprogramma Energie ontwikkeld. Dit ondersteuningsprogramma bestaat uit twee deelprogramma’s: Deelprogramma gebouwde omgeving (particuliere woningeigenaar) voor regionale ondersteuning en kennis- en expertiseontwikkeling. Gemeenten in regionaal verband kunnen een aanvraag doen voor ondersteuning van regionale allianties voor versnellen en opschalen van bestaande initiatieven voor energiebesparing en duurzame energieopwekking bij en door particuliere woningeigenaren. Deelprogramma bedrijven, huuren vastgoedsector, mobiliteit en duurzame energieproductie; VNG is nog met het Rijk in overleg over extra middelen om de ondersteuning van gemeenten goed te kunnen uitvoeren. Bunnik zoekt hierin vooral regionale samenwerking met omliggende gemeenten: overleg over gezamenlijke aanpak van bestaande woningvoorraad ten gevolge van landelijk budget voor deze markt (ondersteuningsstructuur vanuit VNG). De mogelijkheid voor het opzetten van een consortium van bedrijven wordt daarbij ook onderzocht. 3.1.2
Provinciaal - Strategie Utrecht 2040
Eind 2009 is de missie Utrecht2040 vastgesteld. Deze missie vormt de basis voor het vaststellen van een projectenagenda voor de verduurzaming van de Utrechtse regio. De opgaven waar de provincie Utrecht voor staat zijn groot. Voor echte resultaten zijn een integrale aanpak en bundeling van krachten nodig. En daarvoor wil het Netwerk Utrecht2040 zorgen. Centraal daarbij staan de sleutelprojecten die door de netwerkpartners zijn benoemd, waaronder het Transitiepad naar 10% duurzame energie in 2020 en CO2reductie en energiebesparing in de bestaande bouw. 3.1.3
Gemeentelijk beleid
Milieubeleidsplan De doelen op het gebied van milieu zijn opgenomen in het Milieubeleidsplan 2008 – 2012. Dit plan is inmiddels verlopen en geëvalueerd in 2013. Hieruit bleek dat op het gebied van bodem, groen, verkeer en externe veiligheid de korte termijn doelen zijn gehaald. De subdoelen op het gebied van water (beperken gebruik), geluid (geluidsnota), luchtkwaliteit (gemeentelijk wagenpark en preventie van bedrijven), afval (preventie), energiebesparing bij bedrijven en communicatie (structureel) niet of gedeeltelijk zijn gehaald. Voor de meeste milieuonderwerpen zijn de doelen voor de lange termijn elders geborgd, met uitzondering van Duurzaam Bouwen, energie en milieucommunicatie. Beleid op het gebied van energie en klimaat ontbreekt. Daardoor heeft Bunnik geen sturingsinstrument in handen om de beschikbare middelen effectief en bewust in te zetten en om lopende ontwikkelingen een logische plek te geven. Het is daarmee niet helder of Bunnik de gevraagde inzet waar kan maken. Meer informatie over de evaluatie van het milieubeleidsplan is te vinden op de gemeentelijke website. Afval Uit de evaluatie van het Afvalstoffenbeleidsplan 2005 – 2012, blijkt dat een inwoner uit Bunnik gemiddeld 548 kilo afval aanbiedt, waarvan 328 kilo gescheiden. Hiermee wordt een scheidingspercentage van 60% gehaald. Vergelijkbare gemeenten (stedelijkheidsklasse 4-gemeenten die geen diftar hebben) hebben gemiddeld genomen een iets lager scheidingspercentage, namelijk 58%. Inwoners van Bunnik scheiden hun huishoudelijk afval dus gemiddeld goed. Wanneer naar het scheidingspercentage voor afzonderlijke afvalfracties wordt gekeken, valt op dat deze voor kunststof verpakkingsmaterialen en textiel laag is. Bij deze afvalfracties is voor de gemeente dus nog winst te behalen. Voor gft-afval, oud papier en karton en grofhuishoudelijk afval heeft de gemeente het juist goed gedaan.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
9
Er is veel gaande op het gebied van afval in Nederland. Daarom is het nodig om het huidige beleidsplan te actualiseren. Belangrijk aandachtspunt is communicatie met betrekking tot voorkómen van afval en het inzichtelijk maken van cijfers over afvalscheiding in Bunnik. Millennium- en fairtrade-gemeente De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 10 februari 2011 besloten de gemeente Bunnik uit te roepen tot 'Millennium Gemeente'. De millenniumdoelen zijn onder andere gericht op vermindering van armoede, eerlijke handel en een schoner en duurzamer milieu. De gemeente Bunnik zelf koopt zoveel mogelijk duurzame artikelen in en gebruikt duurzame materialen bij onderhoud en renovatie van gemeentelijke gebouwen. De gemeente ondersteunt ook actief burgerinitiatieven voor de millenniumdoelen. De millenniumcampagne is in Bunnik opgegaan in de fairtrade beweging. Er is dus geen actieve brede millenniumcampagne. Sinds 2012 is Bunnik officieel een Fairtrade Gemeente. Belangrijke doelen voor de gemeente Bunnik zijn duurzame inkoop en eerlijke handel. De gemeente ondersteunt particuliere initiatieven rondom eerlijke handel. Veel winkels, horeca, bedrijven, scholen, verenigingen en instellingen en ook de gemeente Bunnik verkopen of gebruiken inmiddels fairtradeproducten. Het Platform Bunnik Fairtrade heeft het initiatief genomen om de gemeente Bunnik aan te melden bij de landelijke jury. Bunnik voldeed aan de criteria en is nu dus erkend als Fairtrade Gemeente. Uit een evaluatie van de gemeentelijke inkopen, blijkt dat Bunnik 100% duurzaam inkoopt (BRON: Monitor Duurzaam Inkopen). Dat wil zeggen dat volledig wordt 1 voldaan aan de landelijke criteria voor duurzaam inkopen . Lucht Met het vaststellen van de luchtnota door de gemeenteraad, heeft de gemeente de huidige situatie in beeld gebracht en aangegeven wat zij zelf de komende jaren doet om de luchtkwaliteit te verbeteren en om de inwoners beter te beschermen tegen de effecten van een slechte luchtkwaliteit. Zie verder de website voor de luchtnota met bijhorende stukken. Water en riolering In 2008 heeft de raad een gemeentelijk Waterplan vastgesteld. Dit plan is in nauwe samenwerking tussen gemeente, waterschap en waterleidingbedrijf Vitens, opgesteld. In dit plan is visie en beleid op hoofdlijnen vastgelegd met betrekking tot het omgaan met water in het algemeen (grondwater, afvalwater, en hemelwater). Diverse actiepunten zijn vastgelegd. In 2015 zal een evaluatie aan de raad worden aangeboden. Het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan is vastgesteld in 2012. In dit op basis van de wet Milieubeheer verplicht gestelde plan worden operationele afspraken vastgelegd, rekening houdend met de gestelde kaders uit het Waterplan, over de wijze waarop de gemeente uitvoering geeft aan de zorgplicht voor afvalwater, grondwater en hemelwater. Belangrijk onderdeel is de planning van de maatregelen (vervanging, planmatig onderhoud, beleidsontwikkeling) en de daarmee gepaard gaande uitgaven. Uitvoering- en financieringsplanning maakt onderdeel uit van dit plan. Landschap / groen Versterken van de groene kwaliteiten van het buitengebied en de kernen (dorpsnatuur) en versterken van de gebruiks- en belevingswaarde (recreatie, verfraaiing, water) van het groen wordt opgepakt door de Stuurgroep Kromme Rijnlandschap. Dit is een gebiedsgericht samenwerkingsverband van zes gemeenten en de provincie voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. Naast de participerende gemeenten en provincie Utrecht is ook een aantal adviesorganisaties vertegenwoordigd. Op deze manier is een echt gebiedsgerichte afstemming en samenwerking mogelijk voor het natuur- en landschapsbeleid. De organisatie bestaat uit een Stuurgroep waarin wethouders, gedeputeerde en andere bestuurders zitting hebben en een werkgroep bestaande uit beleidsambtenaren en adviseurs. De dagelijkse werkzaamheden worden gedaan door de coördinator landschapsbeheer, ondersteund door de secretaris. De organisatie is ondergebracht in de gemeente Bunnik. Mobiliteit In 2014 wordt een mobiliteitsplan gepresenteerd waarin milieu een prominente plek heeft. Ideeën met betrekking tot mobiliteit kunnen ook daar een plek krijgen. Daarnaast zal in 2014 een beleidsplan
1
In praktijk komt dat neer op in ieder geval ca 75% duurzaam omdat voor niet alle productgroepen criteria zijn ontwikkeld.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
10
Openbare Verlichting ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. Eén van de uitgangspunten daarbij is om te komen tot reductie van het energiegebruik door toepassing van LED verlichting. Nieuwbouw / projecten Op dit moment geldt bij nieuwbouw een duurzaamheidsambitie geformuleerd als een score op het instrument GPR-Gebouw. In het milieubeleidsplan is hiervoor een gemiddelde score van 7 bepaald. Aan de invulling van deze ambitie wordt echter weinig concreet gedaan, onder andere door de kwakkelende woningmarkt. Bovendien lopen alleen enkele kleinschalige nieuwbouwprojecten waarbij de gemeente alleen op de locatie Vinkenburg zelf grond in handen heeft. Andere gronden waar plannen voor worden ontwikkeld, zijn in handen van ontwikkelaars. Dat maakt de onderhandelingspositie van de gemeente op het gebied van duurzaamheid niet sterk.
3.2 Duurzaamheid en milieu Behalve het aanhaken op kansen die vanuit beleid ontstaan, is het goed om een beeld te hebben van de uitdagingen en uitgangspositie op het gebied van duurzaamheid en milieu in Bunnik. Aan de hand van verschillende duurzaamheidsmonitor bekijken we hoe gemeente Bunnik er voor staat op dit vlak. Nationale monitor gemeentelijke duurzaamheid 2 Eind maart 2014 heeft het Telos Instituut de Nationale monitor gemeentelijke duurzaamheid uitgebracht . In deze monitor scoort Bunnik goed met een vierde plaats landelijk. Zoals uit onderstaande figuren is op te maken scoort Bunnik bijzonder goed op alle sociaal-culturele onderwerpen en infrastructuur en bereikbaarheid. Wat hierbij meespeelt is dat Bunnik in de luwte van een grote stad ligt waardoor zowel de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen als de sociale cohesie en participatie hoog zijn, terwijl de werkloosheid en criminaliteit laag zijn. Met een snelweg en een treinstation op het Bunniks grondgebied, is de bereikbaarheid goed. De onderwerpen natuur en landschap en energie en klimaat zijn de enigen waarop Bunnik ondermaats scoort. De voorraad natuur en landschap is opgebouwd uit het aandeel bos en natuurlijk terrein, de afstand tot openbaar groen, het aandeel recreatief oppervlaktewater, de soortenrijkdom, en de tevredenheid over het groen in de buurt. De voorraad energie en klimaat omvat stadswarmte, windenergie, zonnestroom, gas- en elektriciteitsverbruik van huishoudens, en het energielabel van woningen. Op welk van deze indicatoren Bunnik minder scoort is niet uit de algemeen vrijgegeven gegevens op te maken.
2
De Nationale monitor gemeentelijke duurzaamheid omvat alle 403 gemeenten die Nederland per 1 januari 2014 kent. Deze monitor is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en een vervolg op de in december 2013 door Telos uitgebrachte duurzaamheidmonitor van de 100 grootste gemeenten van ons land. Telos brengt de lokale duurzaamheid in beeld op basis van 90 indicatoren, verdeeld over ecologisch, sociaal-cultureel en economisch kapitaal. Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
11
Lokale duurzaamheidsmonitor Uit de Lokale Duurzaamheidsmonitor blijkt dat Bunnik geen goed inzicht heeft in de uitstoot van de eigen gebouwen en organisatie. Ook ontbreekt actueel beleid en zijn geen heldere meetbare ambities met betrekking tot klimaat en energie geformuleerd. Dit draagt ertoe bij dat Bunnik in die monitor relatief slecht 3 scoort op het gebied van planet (bron: lokale duurzaamheidsmonitor).
3
De Lokale Duurzaamheidsmeter is een instrument dat inzicht biedt in de ambities en initiatieven van gemeenten op het gebied van duurzame ontwikkeling. Ook is het instrument een handvat voor maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven om met gemeenten in gesprek te gaan over duurzame ontwikkeling. Deze monitor is mede tot stand gekomen door de inzet van VNGinternational, het Klimaatverbond, AgentschapNL en Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling. De Lokale Duurzaamheidsmeter bestaat uit drie vragenlijsten, geënt op de drie dimensies van duurzame ontwikkeling: People, Planet en Profit. Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
12
In Bunnik is de emissie per inwoner vergeleken met Nederland, de provincie en de regio relatief hoog. Dat 4 geldt met name op het gebied van woningen en verkeer en vervoer (bron: Klimaatmonitor) . Voor de gebouwde omgeving geldt wel dat een voorzichtig dalende trend is ingezet sinds 2008, zowel qua gas als elektriciteit. Wat nog opvalt is dat de bijdrage van woningen veruit het grootst is. Voor wat betreft verkeer moet wel worden opgemerkt dat de effecten van grote doorgaande routes (A12, N229 ed) de resultaten sterk beïnvloeden.
Vanuit de Duurzaamheidsmeting van de Rabobank blijkt dat Bunnik relatief slecht scoort op Milieu en 5 Leefomgeving en dan specifiek op Milieuvervuiling en Nabijheid Onderwijs. Ook CO2 verkeer en vervoer en Ruimte voor Bos en Natuur scoren licht negatief. Duurzaamheidsmeting Rabobank Uit de duurzaamheidsmeting van de Rabobank blijkt dat gemeente Bunnik zich in de eerste plaats kenmerkt door een hoge kwaliteit van leven nu. Behalve de kwaliteit van leven nu ligt ook de kwaliteit van leven later op een relatief hoog niveau. De gemeente heeft een aantrekkelijk woon- en werkklimaat en huisvest gemiddeld genomen een jonge, actieve, gezonde en goed opgeleide bevolking met een hoge materiële levensstandaard. Uit het onderzoek blijkt ook dat de gemeente Bunnik voldoende geïnvesteerd heeft om ook de kwaliteit van leven in de toekomst op een duurzame manier vorm te geven. De kunst is nu om de ingezette koers vast te houden. Bunnik moet volgens de Rabobank nu aan duurzaamheid werken om ook voor onze toekomstige generaties dit niveau van welzijn vast te houden. (bron: 6 Duurzaamheidsrapport Rabobank) . Provinciale monitor Kijkend naar de provincie blijkt dat er in 2010 wel een redelijke balans is tussen de 3 p’s, maar dat vooral met betrekking tot de pijler ‘Planet’ nog een hoop te doen is om ook de groene kwaliteiten (natuur en milieu) van de provincie voor de toekomst te behouden. Het gaat daarbij om kwaliteit van de bodem, water, natuur en landschap, grondstoffen en energie en klimaat. Planet is de pijler die er het minst 4
In de Klimaatmonitor staat per gemeente, provincie of ander gebied aangegeven welke CO- en andere broeikasgassen er uitgestoten worden, waar ze vandaan komen en in welke hoeveelheden. Op deze website worden in opdracht van het Rijk gegevens gepresenteerd die relevant zijn voor de monitoring van lokaal en regionaal klimaatbeleid. 5 Hierbij moet wel worden opgemerkt het aantal vervuilde locaties per hectare alleen in beeld is gebracht aan de hand van specifieke metalen in grond en grondwater. Dit is een wat beperkte benadering. 6 Rabobank brengt periodiek een rapport uit waar alle Nederlandse gemeenten vergeleken worden. De landelijke duurzaamheidsmonitor van het Rabobank kennisinstituut KEO is door Rabobank Kromme Rijnstreek vertaald naar de gemeente Bunnik Bunnik scoort bijzonder goed met een 17e plaats.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
13
rooskleurig voor staat. Vooral als het gaat om luchtkwaliteit, energie en klimaatadoptatie is er nog veel 7 werk aan de winkel. (bron: Staat van Utrecht 2010 ) Conclusie van de verschillende monitors Bunnik scoort overall goed op duurzaamheid, zeker ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Planet (of ecologisch kapitaal) blijft daarbij wel achter. Bunnik kan meer doen om de uitstoot van CO2 in de gemeente terug te dringen en de huidige kwaliteit te bewaren voor volgende generaties.
3.3 Ontwikkelingen Diverse landelijke als lokale ontwikkelingen zijn van invloed op de kans van slagen van het duurzaamheidbeleid. Dit geldt zowel in positieve als negatieve zin. Capaciteit en budget De Bunnikse schaalgrootte maakt dat de gemeente kwetsbaar is. Met de beperkte capaciteit is het op het dynamische gebied van duurzaamheid onmogelijk alle ontwikkelingen actief bij te houden; laat staan daarin een leidende rol te pakken. Bunnik kan daarmee niet inzetten op het gehele speelveld van duurzaamheid en kan zich niet teveel ambitie permiteren. Er is geen budget voor (grootschalige) investeringen en nauwelijks budget voor uitvoering. Focus op haalbaarheid en het benutten van kansen is daarmee essentieel. Financiën Wat betreft duurzaamheid zijn er vrijwel geen landelijke, provinciale of gemeentelijke subsidies meer. Ook de financiële ondersteuning vanuit het rijk voor de gemeentelijke aanpak van klimaatproblemen is aanzienlijk beperkt. In plaats daarvan zet de overheid in op kennisdeling en een grootschaliger aanpak. Ook noopt de crisis en bijhorende financiële consequenties voor de lagere overheid tot terughoudendheid en soberheid. Dat leidt eerder tot korte termijn keuzes dan tot keuzes met voordelen op de langere termijn. Rekening houden met effecten voor later en elders spelen dan mogelijk een beperktere rol, zowel bij de overheid als bij de markt en particulieren. Veranderende rol overheid: participatie De rol van de overheid is aan het veranderen, al dan niet ingegeven door de recessie. Het accent verschuift van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving (niet voor niks het woord van het jaar 2013). Dit komt neer op meer betrokkenheid van burgers maar ook minder (financiële) mogelijkheden van de overheid. De overheid kan (en wil) steeds minder vaak een leidende rol nemen. Daarbij komt dat dit ook steeds minder gevraagd wordt vanuit de samenleving. Bewoners en organisaties nemen steeds vaker het heft in eigen handen en regelen op een vernieuwende innovatieve manier zaken zelf (zie bijvoorbeeld de opkomst van de vele lokale energieinitiatieven). Ze gaan daarbij samenwerking met marktpartijen aan zoals de overheid dat helemaal niet kan. Het is dan van belang als overheid deze initiatieven verder te helpen indien nodig en waar mogelijk. Samenwerking markt Op vele terreinen worden contracten afgesloten tussen marktpartijen en overheid (Greendeals) om samenwerking op het gebied van duurzaamheid te concretiseren en te formaliseren. Enkele relevante voor Bunnik zijn: • Energieneutrale scholen • Aanbesteding elektrische laadpalen Vanuit de markt komen steeds meer creatieve concepten die inspelen op deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld door gebruik van gemeentelijke daken voor opwekking van duurzame energie voor particulieren (zoals Rooftop energy) en het ontwikkelen van een standaardaanpak voor grootschalige energiebesparing bij particulieren (zoals Nulopdemeter).
7
De Staat van Utrecht wordt uitgevoerd in opdracht van de provincie Utrecht. Het is een spreekwoordelijke foto waarop zichtbaar is wat de situatie is van de ecologie, economie en het welzijn van de provincie Utrecht. Het is een monitor die de kwaliteit en duurzaamheid in kaart brengt. Zowel in 2008 als in 2010 heeft de provincie Utrecht deze monitor uitgevoerd. De volgende Staat van Utrecht wordt gepubliceerd in 2014. Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
14
Energiebeheer gemeentelijke gebouwen De gemeente heeft vooralsnog verschillende gebouwen in meer of mindere mate in eigendom of beheer. Dat neemt af door verzelfstandiging van de sportaccomodaties (in het Sporthuis) en de scholen (is al zo, alleen het energiebeheer nog niet). Voor de gebouwen van de werf en de brandweer lopen verkenningen voor het afstoten naar respectievelijk de Reinigingsdienst Midden Nederland en de Veiligheidsregio Utrecht. Monitoring Een andere algemene tendens is dat er steeds meer en betere monitoringsgegevens beschikbaar komen. 8 Behalve de landelijke klimaatmonitor en verschillende CO2 footprints, is de tool Energie in beeld inmiddels gratis ter beschikking. Hiermee kan het energiegebruik op perceelsniveau snel inzichtelijk gemaakt worden. De provinciale Zonatlas is een ander belangrijk voorbeeld. Naar verwachting stelt de provincie Utrecht dit instrument, waarmee de mogelijkheden voor zonnepanelen per perceel in beeld worden gebracht, in 2014 voor alle gemeenten in de provincie ter beschikking. De rol van de (lokale) overheid is dan vooral om die gegevens nuttig in te zetten bij het opstellen van beleid en richting (markt)partijen die acties moeten ondernemen. Kansrijke projecten buurgemeenten Het is niet nodig het wiel steeds opnieuw uit te vinden. Van belang is te leren van ervaringen elders. Ontwikkelingen in de markt en de maatschappij beperken zich niet tot de gemeentegrens. Via regionale samenwerkingsverbanden (formeel en informeel) kan Bunnik vaak meeliften op goede ideeën van elders die daarmee ook weer meer draagvlak krijgen. Daarin zit vaak dus een dubbele winst. In het kader zijn enkele kansrijke projecten weergegeven die goede kansen bieden voor vertaling naar de Bunnikse situatie. •
•
•
•
WattsNext: WattsNext is een platform in gemeente Zeist waar burgers samen met de buurt aan de slag gaan met energiebesparingen en duurzame acties. De mogelijkheden voor verbreding naar andere gemeenten worden verkend. Los daarvan kan Bunnik leren van de aanpak en er een eigen invulling aan geven. Platform Wijk Bij Duurzaam: deze vereniging zet zich in om de leefbaarheid en duurzaamheid te bevorderen voor de samenleving van gemeente Wijk Bij Duurstede. Ze trachten dit doel te bereiken door het organiseren van publiekgerichte acties en te fungeren als platform om zo ideeën en initiatieven vanuit de samenleving te verzamelen, uit te voeren en op de agenda te krijgen bij de gemeente, het bedrijfsleven en andere organisaties. Hun visie: Verbeter de wereld door duurzaamheid te bereiken op lokaal niveau. Energieambassadeurs Utrecht: Net als afgelopen jaar gaat gemeente Utrecht in 2014 aan de slag met de gemeente en het team (van circa 30) ambassadeurs bewonersbijeenkomsten te organiseren en buurt collectieven in de wijken op te bouwen. Wellicht kan met hulp van ambassadeurs uit Utrecht ook een team energieambassadeurs en/of buurtcollectieven in Bunnik worden opgezet. Energieke regio: Onder de naam Energieke Regio is in maart 2013 een pilotproject gestart, dat energiebesparing en de mogelijkheden van lokale opwekking van duurzame energie op GoereeOverflakkee stimuleert. Energieke Regio richt zich in eerste instantie op bedrijven en instellingen die koploper willen zijn op het gebied van duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Nu het succes van deze pilot overduidelijk is, wordt het project in meer regio's gestart. In navolging op gemeente Goeree-Overflakkee onderzoeken actieve inwoners van Wijk bij Duurstede naar de mogelijkheden voor een soortgelijk project in de Kromme-Rijnstreek.
8 Energie in Beeld is een door de netbeheerders ontwikkelde applicatie die een visuele weergave weergeeft van het energieverbruik in de gemeente. Kleurvakken geven aan welke gebieden veel energie verbruiken en welke weinig. Het energieverbruik is ook te splitsen per jaar, energiesoort of zakelijk. Vanwege privacy zijn er geen gegevens op individueel niveau te zien, maar uitsluitend op postcode- en buurtniveau.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
15
3.4 Sterkte zwakte analyse Het voorgaande laat zich het beste samenvatten in een overzicht van de sterktes, zwaktes, bedreigingen en kansen. Sterktes - Hoge overall duurzaamheidscore - Rust en groen - Hoogopgeleide en betrokken bevolking - Hoge kwaliteit van het leven nu - Veel milieuonderwerpen hebben beleidsborging - Actieve fairtrade gemeente
Zwaktes - Capaciteit en budget - Geen goed inzicht in eigen verbruik - Geen actuele ambities en beleid op het gebied van klimaat en energie - Emissie per inwoner is relatief hoog
Bedreigingen - Veel werk te doen om groene kwaliteiten voor toekomst te behouden - Geen algemene landelijke financiële ondersteuning klimaatbeleid - Crisis leidt tot korte termijn denken - Aanwezigheid grootschalige infrastructuur
Kansen - Andere rol overheid, betrokken burgers (overheidsparticipatie) - Samenwerking markt - Ondersteuningsstructuur vanuit Energieakkoord (incl budget) - Beschikbaarheid monitoringstools - Samenwerking buurgemeenten
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
16
4 Wat willen we bereiken? (doelen) In het vorige hoofdstuk is een verkenning gemaakt van externe ontwikkelingen en de uitgangssituatie van de gemeente. De insteek is om de sterke kanten te gebruiken om kansen te benutten. De sterke kanten van Bunnik zijn de betrokkenheid van burgers, samenwerking met buren. Kansen zijn de diverse landelijke ontwikkelingen, de lopende sectorale beleidsplannen en de regionale samenwerkingsverbanden. Kansen benutten betekent voor Bunnik vooral het betrekken van haar burgers en samenwerking met buurgemeenten. Om een voorbeeldfunctie te kunnen vervullen, is inzicht in het eigen verbruik vooral van belang. Energiebesparing is een belangrijk punt; daar liggen kansen voor Bunnik. Met de inzet van bewoners als ambassadeurs kan hiermee veel bereikt worden. Ook het creëren van de juiste voorwaarden voor de markt, is een belangrijke taak. Opwekking van duurzame energie heeft in Bunnik vooral kans door middel van zonne-energie. Het geven van goede onafhankelijke informatie is daarin een rol die de gemeente kan oppakken. Kijkend naar de Strategische doelen als opgenomen in paragraaf 2.3 (streven / ambitie), geeft de analyse in het vorige hoofdstuk de volgende uitwerking: 1. minder CO2 uitstoot in eigen gemeentelijke organisatie: oppakken met eerste focus op inzicht in verbruik en inkoop. Opwekking van duurzame energie is alleen mogelijk zonder eigen investering. 2. minder CO2 uitstoot op Bunniks grondgebied: focus op besparing bij bestaande woningvoorraad door aan te sluiten bij landelijke ontwikkelingen vanuit Energieakkoord 3. meer mensen in een duurzame leefomgeving: beperkte inzet want kwaliteit van leven nu in Bunniks is relatief goed. Focus meer op effecten van eigen handelen voor elders in de wereld, inzet op preventie. 4. meer bedrijven zijn maatschappelijk verantwoord bezig: oppakken met focus op energiebesparing. 5. inwoners en bedrijven zijn zich beter bewust van hun verbruik en de besparingsmogelijkheden 6. meer mensen kiezen voor duurzame vormen van mobiliteit Operationele doelen (wat gehaald moet worden): a. In 3 jaar gaat de uitstoot van de gemeentelijke organisatie omlaag met 20% b. De uitstoot van woningen is gedaald met 10% ten opzichte van 2012 c. Het merendeel van de Bunnikse bedrijven is actief bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen en/of energiebesparing. d. Het merendeel van de Bunnikers kent het Platform Duurzaam Bunnik Het volgende hoofdstuk geeft aan hoe deze doelen bereikt moeten worden. Elke maatregel heeft wel zijn eigen effect en / of baten, maar is niet direct of alleen gekoppeld aan één doel. Verschillende activiteiten, projecten en maatregelen tezamen moeten leiden tot de diverse operationele doelen.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
17
5 Hoe gaan we dat bereiken? 5.1 Opzet Zoals eerder is aangegeven is het streven naar duurzaamheid niet iets van de overheid, maar een mondiaal streven waarbij van iedereen inzet verwacht mag worden. Uitgangspunt is dat de inzet van de gemeente beperkt is en zoveel mogelijk aan de markt en/of samenleving wordt overgelaten, tenzij zwaardere inzet veel effect bereikt of het onderwerpen betreft die horen tot de basistaken van de gemeente (handhaving, inrichting openbare ruimte maar ook de eigen organisatie). De focus van Bunnik is dus extern gericht om projecten te stimuleren en regisseren. Dat past in de rol die Bunnik voor zichzelf ziet en sluit bovendien goed aan op de eigenschappen en kansen die de Bunnikse samenleving biedt. De gemeente kan wel een belangrijke rol spelen in het verschaffen van onafhankelijke informatie, het enthousiasmeren en stimuleren van actieve burgers en bedrijven en het verbinden van markt en maatschappij. Onderstaand is daarom gekozen voor die maatregelen die veel direct effect hebben met een actieve rol van markt en samenleving.
5.2 Uitwerking In een open oproep aan de Bunnikse samenleving is gevraagd om ideeën aan te dragen met betrekking tot duurzaamheid. Daarbij zijn 4 thema’s aangedragen, namelijk duurzame mobiliteit, klimaat en energie, groene leefomgeving en duurzaam ondernemerschap. Suggesties en ideeën konden per mail worden ingediend of tijdens de brainstormavond waarbij aan specifieke belangrijke partijen een uitnodiging is verzonden. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de aangedragen ideeën. Ook de ideeën vanuit de Duurzame Markt 2010 en de MVO bijeenkomst (van de Fairtrade groep) zijn meegenomen Op basis van de inventarisatie van kansen, lopende ontwikkelingen en de uitgangspositie van de gemeente, zijn deze ideeën vertaald in een pakket maatregelen die moeten leiden tot het halen van de doelstellingen. Daar waar ideeën zijn aangedragen die een logische plek hebben (of kunnen krijgen) in een sectoraal plan, zijn deze niet opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn openbare verlichting (energiebesparing is mede inzet van het op te stellen openbare verlichtingsplan) en afval (preventie van afval en betere afvalscheiding zullen de hoofddoelstellingen vormen van het op te stellen afvalbeleid). Randvoorwaarde is de beschikbaarheid van de huidige personele en financiële budgetten. De maatregelen die onderdeel uitmaken van dit programma zijn geclusterd in 5 thema’s en onderstaand uitgewerkt. Per maatregel is aangegeven wat het concreet inhoudt, wat de te verwachten effecten en (maatschappelijke) baten zijn, de eventuele wettelijke basis, benodigde middelen en eventuele randvoorwaarden voor succes. Ook is aangegeven welke van onderstaande rollen de gemeente, de markt en de samenleving heeft: • (Co)financierend: betaalt, direct of indirect bijvoorbeeld door producten af te nemen • Initiërend: start het op • Begeleidend / faciliterend: zorgt voor de juiste randvoorwaarden • Volgend: houdt een vinger aan de pols, staat klaar indien nodig • Uitvoerend: voert de concrete actie uit
5.3 Monitoring Hoewel het effect van elke maatregel afzonderlijk moeilijk te meten is, zijn er wel hulpmiddelen die een globaal resultaat na 3 jaar kunnen weergeven. Dat geldt vooral voor de doelen gericht op energie waarbij Energie in Beeld bijvoorbeeld een nuttige monitoringstool kan zijn. De lokale duurzaamheidsmonitor (zie paragraaf 3.2) geeft een meer overkoepelend beeld, echter wel alleen in kwalitatieve zin.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
18
Communicatie / informatievoorziening Overkoepelende informatievoorziening vormt een belangrijke basis en past bij de rol die de gemeente voor zichzelf ziet, namelijk die van facilitator. Het verschaffen van goede onafhankelijke informatie is immers een vorm van faciliteren. Daarbij geldt wel dat ingezet wordt op het gezamenlijk verschaffen van informatie, dus vanuit de gemeente, het bedrijfsleven en de samenleving, gecombineerd met activiteiten gericht op bewustwording. Door het opzetten van een actief en breedgedragen platform, krijgt dit concrete invulling. Dit is vergelijkbaar met het cultuurplatform Bunnik.
Maatregel
1. Oprichten platform duurzaamheid Een onafhankelijk platform duurzaamheid waarbij de gemeente zich met partners als coalitie presenteert, kan een belangrijke bron van informatie zijn over duurzaamheid in algemeen (zie bijvoorbeeld Wijk bij Duurzaam of Duurzaam Vianen Het is de bedoeling een platform op te richten dat niet alleen informatie verschaft over diverse onderdelen van duurzaamheid, maar vooral ook zelfstandig activiteiten bedenkt en uitvoert. De mogelijkheden hiervoor zijn in overleg met de Milieugroep Bunnik, Bunnik Fairtrade en de klankbordgroep in het interactieve proces verkend en blijken kansrijk voor wat betreft het participeren in het platform. Voor wat betreft het opzetten van dit platform wordt wel een actieve rol van de gemeente verwacht. Gemeente coördineert daarom de oprichting van een platform en participeert daarna in het platform. Koppeling met de Millenniumgemeente campagne biedt goede kansen en ondersteuning vanuit VNG.
Effect / baten
Onafhankelijke bron van informatie over duurzaamheid, zelfstandig orgaan dat acties opzet en uitvoert waarbij de gemeente participeert. Collegeprogramma (participatie), Energieakkoord (coalitievorming overheid, bedrijfsleven, samenleving)
Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen
Voorwaarden succes
Initiërend: zet platform op Begeleidend: neemt deel in platform Bij voorkeur mede uitvoerend als onderdeel van platform Uitvoerend: richt het platform verder in en onderneemt acties Gemeentelijke inzet 80 uur eenmalig voor opzet, 50 uur jaarlijks voor begeleiding (deelname aan platform) Budget voor website: afhankelijk van beschikbare inzet (zelf doen drukt de kosten, maar kan veel tijd vragen) Enthousiaste inwoners / partijen die dit willen oppakken Verwachtingspatroon moet goed zijn en blijven
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
19
Mobiliteit De inzet op het gebied van mobiliteit beperkt zich in dit kader tot het faciliteren van elektrisch rijden en bewustwording door middel van communicatie. Andere, meer fysieke inzet vindt plaats in het kader van het mobiliteitsplan.
Maatregel
2. Campagne duurzame mobiliteit Afgelopen jaren liep er al een kleinschalige campagne om duurzame mobiliteit te bevorderen. In het kader van dit programma en het mobiliteitsplan kan dat beter vorm krijgen (eventueel in relatie met maatregel Platform duurzaamheid). In een vaste cyclus komt een ander onderwerp aan bod dat te maken heeft met duurzame mobiliteit, zoals autodelen, informatie over aanschafsubsidie voor zuinige busjes, mobiliteitsmanagement bij bedrijven (in kader van Beter Benutten – U15 netwerk). De frequentie is mede afhankelijk van de actieve inzet van anderen. (relatie onderwerp 1)
Effect / baten
Bewustwording onder markt en samenleving over mogelijkheden duurzame mobiliteit, wat moet leiden tot bewustere keuzes en minder autoverkeer Collegeprogramma (participatie), gemeentelijk mobiliteitsbeleid
Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
Maatregel
Effect / baten Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen
Initiërend / uitvoerend Uitvoerend Uitvoerend Gemeentelijke inzet: 40 uur milieu, 40 uur verkeer jaarlijks Medewerking Milieugroep, Fietsersbond, BHIK Platform duurzaamheid is opgericht
3. Faciliteren van elektrisch vervoer De gemeente ontvangt steeds vaker aanvragen voor het installeren van laadpalen voor elektrische auto’s. Beleidsregels voor medewerking aan particuliere laadpunten met openbaar gebruik zijn daarvoor nodig. Aansluiting bij de provinciale aanbesteding van openbare laadpunten is ook een mogelijkheid. Elektrisch rijden wordt aantrekkelijker en gebruikers weten waar ze aan toe zijn Concept regels VNG
Initiërend: stelt beleidsregels op Uitvoerend: legt laadpunten aan en exploiteert deze Gemeentelijke inzet 40 uur voor opstellen en uitwerken van beleidsregels Budget: in principe niet, tenzij wordt aangesloten bij de aanbesteding van de provincie
Voorwaarden succes
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
20
Gebouwde omgeving De gebouwde omgeving vormt de hoofdfocus van het programma. Hier is veel milieuwinst te halen en er zijn veel ontwikkelingen om op aan te haken. Het gaat hierbij om zowel woningen als bedrijven.
Maatregel
Effect / baten Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
Maatregel
Effect / baten Wettelijk / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
4. Handhaving in kader van Wet Milieubeheer Handhaving op gebied van energie vindt al gedeeltelijk plaats in het kader van de milieuhandhaving. In het handhavingsbeleid is hierover opgenomen dat 20% CO2 reductie mogelijk is bij verschillende branches. Vooralsnog is hier alleen bij grootverbruikers op gecontroleerd. Hier kan dus meer op worden ingezet. Het Energieakkoord geeft hiervoor met het opstellen van een erkende maatregelenlijst en het inrichten van regionale expertisecentra, ook goede aanknopingspunten. Bedrijven zijn zich bewust van hun plichten energie te besparen en ondernemen de daarvoor benodigde acties Wet milieubeheer (verplichting nemen maatregelen voor grootverbruikers), Energieakkoord (aanvullende inzet op handhaving energie), Handhavingsbeleid Initiërend en uitvoerend: gemeente controleert bedrijven en schrijft ze aan Uitvoerend: bedrijven moeten zelf acties nemen Nvt Gemeentelijke inzet: 50 uur handhavingsuren per jaar ODRU Voorgenomen ondersteuning Energieakkoord moet tot stand komen
5. (Buurtgerichte) aanpak energiebesparing koopwoningen Bunnik heeft verschillende wijken waar een aanpak voor een consortium interessant is (ontzorgen woningeigenaren door samenwerking markt, van advies tot uitvoering). De Bunnikse schaal is daarvoor te klein, maar door de samenwerking in de regio kunnen we dit goed oppakken. Samen met Wijk bij Duurstede, Houten en Zeist komen we tot een collectieve aanpak. De regionale ondersteuningsstructuur vanuit het Energieakkoord biedt hiervoor een goede basis. Woningeigenaar kiest sneller voor energiebesparing wat leidt tot minder CO2 uitstoot Energieakkoord (ondersteuningstructuur deelprogramma gebouwde omgeving) Initiërend: opzetten aanpak (in regionaal verband), Uitvoerend: adviseurs, aannemers en installateurs ontzorgen de woningeigenaar door een integrale aanpak Financierend: neemt producten af en financiert daarmee de adviseurs Gemeentelijke inzet: 50 uur voor opzetten aanpak, 100 uur jaarlijks voor uitvoering Evt budget voor inzet adviseurs of gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten van advies (bij het uitvoeren van maatregelen)
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
21
Maatregel
Effect / baten
Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
Maatregel
Effect / baten Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
6. Energieambassadeurs Nut en werking van energieambassadeurs is elders al bewezen. Bovendien kent Bunnik al een wijknetwerk en betrokken burgers. Het kan dan ook relatief eenvoudig zijn om energieambassadeurs aan te stellen die de taak op zich nemen om energiebesparing te verwezenlijken. Bij voorkeur pakt Bunnik dit op in regionaal verband om zo een goede basis te kunnen leggen voor het werven en begeleiden van ambassadeurs. De ervaringen van bijvoorbeeld Utrecht nemen we daarbij mee. Woningbezitters die elkaar stimuleren tot het besparen van energie en het duurzaam opwekken ervan. Opzetten kost tijd. Als dat goed staat is de rol van de gemeente beperkt maar wel belangrijk om mensen betrokken en actief te houden. Energieakkoord (ondersteuningstructuur deelprogramma gebouwde omgeving) Initiërend: opzetten aanpak (in regionaal verband) Begeleidend: begeleiden en actief houden ambassadeurs Nvt (evt adviseur voor aanpak en begeleiding) Uitvoerend: actieve inwoners moeten de rol van ambassadeur oppakken Gemeentelijke inzet: 50 uur jaarlijks Enthousiaste inwoners die dit willen oppakken, regionale samenwerking
7. Actualiseren ambitie en aanpak duurzaam bouwen: Hoewel er weinig grootschalige nieuwbouw plaatsvindt, is dit een belangrijke taak van de overheid (randvoorwaarden goede leefomgeving). Bovendien kan de vraag naar nieuwbouw de komende tijd aantrekken en zijn de mogelijkheden van de markt groot. Goede borging van het proces is daarbij wel van belang. Bewustwording van het eigen personeel is daar een onderdeel van. Dat kan door een workshop van het hoe en waarom van duurzaam bouwen en door het opnemen in de werkprocesbeschrijving Vroegtijdige aandacht voor duurzaamheid bij nieuwbouw Bouwbesluit voor wat betreft de EPC
Initiërend / faciliterend: bepalen van de ambitie en verwerken in internproces Uitvoerend: naleven van ambitie Nvt Gemeentelijke inzet: 40 uur (ODRU) Nieuwbouwplannen, bereidheid tot medewerking
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
22
Groen en water Op het gebied van groen en water wordt beperkt ingezet vanuit dit programma omdat dit grotendeels is ondergebracht in andere plannen en activiteitenprogramma’s zoals Krachtig Krommerijn. Het beperken van watergebruik en het verschaffen van informatie over duurzaam omgaan met groen en water, maakt wel onderdeel uit van dit programma.
Maatregel
10. Regentonnenactie Een regenton is een laagdrempelige manier om waterverbruik te verminderen. Verschillende leveranciers van regentonnen hebben aanbiedingen gedaan voor een inkoopactie waarbij de gemeente een rol heeft als facilitator. Dit is dan ook eenvoudig op te pakken door de markt.
Effect / baten Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
Minder watergebruik Gemeentelijk Waterplan
Maatregel
11. Informatievoorziening met betrekking tot groene leefomgeving Informatie over goed ecologisch beheer van tuinen kan een belangrijke bijdrage leveren aan de ecologische kwaliteit van de gemeente, net als het verminderen van (tuin)verharding. Er zijn diverse onafhankelijke informatiebronnen die we actief en reactief een podium kunnen geven. Het kan gaan om informatie van websites zoals www.tuinenbalkon.nl of om het aanbieden van een cursusprogramma over natuurlijk tuinbeheer zoals bijvoorbeeld aangeboden door Milieucentrum Utrecht. Uitgangspunt is dat hier in principe geen kosten voor de gemeente aan verbonden zijn. (relatie onderwerp 1)
Effect / baten
Minder verharding, meer ecologische variëteit, beter bewustzijn van natuurwaarden in de bebouwde omgeving Nvt
Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
Faciliterend: organiseert een markt en communiceert Uitvoerend: zorgt voor het aanbod Financierend: als afnemer van de regentonnen Inzet gemeente: 30 uur Marktpartijen die meedoen
Faciliterend bijv door beschikbaar stellen van zaal en inzet communicatie Evt uitvoerend door goed aanbod Uitvoerend Inzet gemeente (onderdeel van 1) Kosteloze beschikbaarheid informatie en cursusprogramma Platform duurzaamheid staat (onderwerp 1)
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
23
Eigen organisatie Voor de eigen organisatie is de inzet is met name gericht op het goed in beeld krijgen van de eigen uitstoot en de mogelijkheden om dat terug te brengen zonder grootschalige investeringen.
Maatregel
Effect / baten Wettelijk / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
Maatregel
Effect / baten Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
12. Gebruik (semi) gemeentelijke daken voor opwekken energie door derden Verschillende partijen in de markt bieden zonnepanelen aan zonder dat een investering van de gemeente nodig is. Het gaat dan met name om het ter beschikking stellen van het dak van (semi) gemeentelijke gebouwen. Wel moeten de mogelijkheden, voorwaarden en beperkingen goed in beeld zijn. De inzet is dan ook vooral nodig in het verkennen van de mogelijkheden, bij voorkeur regionaal. In andere gemeenten is hiermee al ervaring opgedaan en zijn documenten opgesteld die Bunnik kan gebruiken (zoals overeenkomst voor gebruik van het dak). Groene uitstraling, zonnepanelen zonder investering, inwoners die geen panelen kunnen plaatsen krijgen toch mogelijkheid Energieakkoord
Initiërend: locaties nagaan en gesprek met leveranciers voeren (Co)financier / uitvoerend: levert en plaats de panelen (Co)financier / uitvoerend als afnemer van de panelen (indien van toepassing) Inzet gemeente: 30 uur en 30 uur (ODRU) Mogelijkheden daken (uit eerste verkenning gaat het met name om het gemeentehuis)
13. Beperken gemeentelijke mobiliteit Thuiswerken beperkt mobiliteit en zorgt voor flexibiliteit. Aansluiten bij initiatieven als deelstoel.nl is een eenvoudige manier om thuiswerken te bevorderen en kost weinig moeite. Stimuleren van fietsgebruik door medewerkers (bijvoorbeeld door mee te doen met Fietsenscoort) of gebruik van een elektrische deelauto kunnen ook bijdragen aan het beperken van de gemeentelijke mobiliteit. De actie die hierbij hoort is dergelijke initiatieven verkennen en indien wenselijk verankeren in de organisatie. Flexibiliteit eigen medewerkers, ondersteunen flexwerken bij overheid in algemeen, minder mobiliteit ? coalitieakkoord evt
Initiatiefnemer (Co)financier / uitvoerend Nvt Inzet gemeente: 40 uur Beschikbare werkruimte, visie op thuiswerken eigen medewerkers.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
24
Maatregel
Effect / baten Wettelijke / beleidsmatige grondslag Gemeente Markt Samenleving Benodigde middelen Voorwaarden succes
14. (Energie)besparing gemeentelijke organisatie Voordat nagedacht kan worden over besparingsmogelijkheden in de gemeentelijke organisatie, moet de uitstoot inzichtelijk worden. Een instrument als carbonmanager of Milieubarometer helpt om de uitgangspositie en doelstelling gemeentelijke organisatie inzichtelijk te maken. Dit kan de opmaat vormen voor een reductieplan of een breder MVO-plan. Omdat de meeste gebouwen niet in beheer zijn bij de gemeente zelf (of dat op de korte termijn niet meer zijn, zoals de stadswerf), worden andere organisaties daarbij intensief betrokken. Juist de overgang naar verzelfstandiging van de energiehuishouding van sportaccomodaties en scholen vanaf 2015, biedt hiervoor goede aanknopingspunten. Juist dan is het belangrijk deze organisaties inzicht te geven in hun verbruik en de mogelijkheden tot besparing. Inzicht in uitstoot eigen organisatie en nut van maatregelen, als basis voor een reductieplan Energieakkoord Nota sportbeleid Initiatiefnemer (Co)financier / uitvoerend Inzet gemeente: 30 uur voor invullen monitor, 60 uur voor reductieplan Intern verantwoordelijke, andere organisaties moeten nut en noodzaak zien. Beschikbaarheid van verbruiksgegevens kan tegenvallen.
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
25
Bijlage 1 Overzicht resultaten brainstorm Om te weten wat er speelt en wat voor ideeën leven bij de burgers in de gemeente, is op 28 oktober 2013 een brainstorm gehouden. Ook zijn verschillende verkennende gesprekken met buurgemeenten gehouden en landelijke ontwikkelingen op hun mogelijkheden voor Bunnik beoordeeld. Hieronder volgt een kort overzicht van de bevindingen.
Energie & Klimaat Informeren / communiceren door gemeente: informatie geven over energiebesparing bij verhuizen, energieloket, objectief advies, keurmerk Zonnepanelen etc ‘Stok’-benadering: Handhaving op zorgplicht Kaders stellen: zonneakkers, zonnepanelen (keurmerk) Duurzame mobiliteit Aanbesteding collectief vervoer (of valt dat onder inkoop gemeente?) Openbare ruimte aantrekkelijker maken voor langzaam verkeer: omgekeerd ontwerpen, mensen terug de straat in, veiligheid door duidelijke bewegwijzering Alternatieve vormen van vervoer: meer aandacht elektrische fiets ipv elektrische auto, organiseren events om duurzame mobiliteit te promoten, elektrische deelauto voor medewerkers gemeente, verbeteren fietsbeleid / -routes, Openbaar vervoer: optimaliseren bus- en treinverbindingen Voorkomen van mobiliteit: telewerkcentrum in Bunnik, promoten deelauto’s (oa bij studenten) Groene leefomgeving Nieuwe speelvoorzieningen: Kromme Rijn smulbos, kinderboerderij in Werkhoven, speelbos etc Verbeteren waterberging: afkoppeling regenwater (ook initiatieven bij inwoners stimuleren), doorlaatbare parkeerplaatsen, stimuleren gebruik regentonnen, stimuleren niet-versteende tuin Gezamenlijke opruimacties organisaties Duurzaam ondernemerschap Voorkomen van mobiliteit: letten op afstand woon / werkverkeer bij aanname nieuw personeel, meer thuiswerken, werkplaatsen voor elkaars organisaties faciliteren (bijv deelstoel.nl) Informeren over MVO (meedenken met ondernemers over duurzaam ondernemen): Behoefte aan vervolg met expert op gebied van MVO (zoals bleek in vergadering op 6-12-12; is dat nog actueel?) Zelf goede voorbeeld geven als organisatie, bijv door inzicht in energiegebruik, automatische lichtschakelaar, afvalscheiding (plastic!) en minder papier. Overkoepelend / overig Inschakelen van buurt- en wijkvereniging: voor informatie over groen en water en voor het bereiken van energiebesparing Goede voorbeeld eigen (gemeentelijke) organisatie: Communicatie: Afval: chemisch afval op laten halen of innamelpunt per kern, luierinzameling verbeteren (in elke wijk verzamelcontainer), invoering DIFTAR, inzamelvoorzieningen plastic verbeteren etc Watertappunten in openbare ruimte
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
Bijlage 2 Overzicht doelen en maatregelen
27
Bijlage 1 Duurzaam Bunnik concept.docx /19-9-2014
Literatuurlijst -
Handreiking borging lokaal klimaatbeleid (Agentschap NL, 2010) Handreiking Rol van gemeenten bij lokale duurzame energie initiatieven (Rijkswaterstaat, 2013) Programmatisch creëren (Bos, Van Loon en Licht, 2013) Duurzaamheidsvisie Wijk bij Duurstede Duurzaamheidsvisie Leerdam Monitor Duurzaam Inkopen