BIJLAGE 1: OVERZICHT LEVENSFASEN 1.
Twintigers Jonge starters 20 tot 30 jaar Kenmerkend voor medewerker
Organisatiecultuur (stijl van leidinggeven, communicatie, werksfeer/samenwerking, waardering)
Positief ingesteld, willen graag snelle stappen maken en kennis maken met de verschillende facetten van hun baan en van de organisatie. Het krijgen van waardering is belangrijk.
Vitaliteit (gezondheid en welzijn, fysieke en mentale capaciteiten, motivatie, arbeidssatisfactie)
Fysiek vitaal, energiek, uithoudingsvermogen, leervermogen en kracht, veel inzet en enthousiasme, nemen veel hooi op hun vork. Aantal jonge starters met een burn-out neemt toe. Uitdaging en afwisseling in het werk, onregelmatige diensten en overwerk zijn geen probleem. In zowel werk als privé op zoek naar contacten. Begin twintig thuis weinig verplichtingen, in vrije tijd is er vaak nog een druk programma van sporten, werken, contacten onderhouden met vrienden, uitgaan en hobby’s (lange) vakanties.
Arbeidssituatie (arbeidstaken/ arbeidsinhoud (werkdruk, hoeveelheid werk, afwisseling in soort werk), arbeidsomstandigheden (werkplek, fysieke belasting, invloed werk op gezondheid), arbeidsduur, arbeidstijden, arbeidsvoorwaarden (primair, secundair), organisatie van de arbeid (combinatie werkprivé), samenwerking tussen generaties, voorkomen van verloop, voorkomen van verzuim Loopbaan (loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, competenties, scholing en training, coaching, planning- en voortgangsgesprekken (incl. persoonlijk ontwikkelingsplan)
Ambitie is groot, begin twintig niet echt geïnteresseerd in een loopbaanplan, vanaf midden twintig meer gericht op loopbaan en studie.
Aandachtspunten voor manager Goede introductie. Mentor aanwijzen voor een aantal maanden. Duidelijkheid over gewenst gedrag en verantwoordelijkheden. Geven van waardering. Arbo-instructies.
Personeelsinstrumenten
Duidelijkheid over functieinhoud, functie-eisen, gewenst gedrag, verantwoordelijkheden en uitdagingen.
• WRIJ- en werkplekintroductie. • Interne stage: bij fysiek belastbare beroepen moeten zij zich breder kunnen oriënteren, zodat slijtage en vroegtijdige uitval wordt voorkomen. • Werktijden: werk- en privé kunnen combineren door bijvoorbeeld werktijden die aansluiten op de kinderopvangvoorzieningen, parttime en thuiswerken, meer- en minder werken, ouderschapsverlof, zorgverlof, flexibele werktijden, levensloopverlof en sabbatical. • MTO.
Beoordelingscyclus. Kansen en vooruitzichten bieden. Verwachtingen managen en loopbaanmogelijkheden bespreken.
• Plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken: zorg voor regelmatige feedback en voor aandacht voor leervragen en stimuleer ontwikkelingen. • Opleiding: trainingsprogramma en eventueel snuffelen bij andere units • Doorgroeimogelijkheden: functieboek 2010.
• WRIJ- en werkplekintroductie. • Mentorschap: zorg voor regelmatige feedback en begeleiding van een ervaren medewerker. • Cultuur: creëer cultuur waarin vraagstukken rondom werk en privé bespreekbaar zijn en vertaal dit zichtbaar in bv. vormen van flexibiliteit. • Individueel werkoverleg. • Diverse Arbo-instructies. • Aandacht in individueel werkoverleg voor psychische belasting. • Coaching: Begeleiding op persoonlijke ontwikkeling is voor de jonge starter belangrijk.
2.
Dertigers Spitsuur van het leven 30 tot 40 jaar Kenmerkend voor medewerker
Organisatiecultuur (stijl van leidinggeven, communicatie, werksfeer/samenwerking, waardering)
Vitaliteit (gezondheid en welzijn, fysieke en mentale capaciteiten, motivatie, arbeidssatisfactie)
Hebben overzicht, kunnen kennis en ervaring overdragen, kunnen processen begeleiden, hebben oog voor verbeteringsmogelijkheden, kunnen terugkijken, evalueren, feedback geven en ontvangen en het krijgen van waardering is belangrijk. Zij zijn vitaal, maar hebben kans op burn-out.
Aandachtspunten voor manager Geven van waardering.
Personeelsinstrumenten
Informeel overleg.
• Aandacht in individueel werkoverleg voor psychische belasting. • Arboarts/SMT. • Diverse Arbo-instructies. • Interne stage: bij fysiek belastbare beroepen moeten zij zich breder kunnen oriënteren, zodat slijtage en vroegtijdige uitval wordt voorkomen. • Werktijden: werk- en privé kunnen combineren door bv. werktijden die aansluiten op de kinderopvangvoorzieningen, parttime en thuiswerken, meer- en minder werken, ouderschapsverlof, zorgverlof, flexibele werktijden, levensloopverlof en sabbatical. • MTO. • Maatwerk voor vrouwelijke herintreders. • Plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken: maak het hen niet te gemakkelijk want dan stopt carrièregroei en wordt men minder waardevol voor zichzelf en de organisatie. • Mobiliteit/loopbaanplanning: ondanks verleiding, moet deze groep niet te lang op 1 functie zitten. Interne stages, jobrotation, beweging en doorstroming zijn nodig voor verdere groei en voor brede kansen (OR, PV, redactie waterpalet). • Opleidingsbeleid: stimuleer leven lang te leren. • Potentialprogramma: bijvoorbeeld opleiden tot manager. • EVC (Eerder verkregen competenties).
Arbeidssituatie (arbeidstaken/ arbeidsinhoud (werkdruk, hoeveelheid werk, afwisseling in soort werk), arbeidsomstandigheden (werkplek, fysieke belasting, invloed werk op gezondheid), arbeidsduur, arbeidstijden, arbeidsvoorwaarden (primair, secundair), organisatie van de arbeid (combinatie werkprivé), samenwerking tussen generaties, voorkomen van verloop, voorkomen van verzuim
Gericht om op alle fronten van hun leven zoveel mogelijk eruit te halen wat er in zit (zowel werk als privé met gezin stichten of activiteiten in het verenigingsleven). Neigen tot zelfoverschatting met gevaar voor burn-out.
Vanwege de drukte en ambities in werk en privé is deze groep kwetsbaar.
Loopbaan (loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, competenties, scholing en training, coaching, planning- en voortgangsgesprekken (incl. persoonlijk ontwikkelingsplan)
Medewerkers in deze fase weten vaak beter dan jonge starters wat hun mogelijkheden zijn. Op het werk willen ze zich graag ontwikkelen, carrière maken en verantwoordelijkheid dragen en zoeken naar ontwikkelingsmogelijkheden
Daag hen uit! Zij hebben voldoende energie maar beperkte tijd voor studie en verdere ontwikkeling. Loopbaanplanning. Taken met netwerkcontacten geven.
• WRIJ- en werkplekintroductie. • Mentorschap: zorg voor regelmatige feedback en begeleiding door een ervaren medewerker. • Cultuur: creëer cultuur waarin vraagstukken rondom werk en privé bespreekbaar zijn en vertaal dit zichtbaar in bv. vormen van flexibiliteit. • Individueel werkoverleg.
3.
Veertigers Stabilisatie 40 tot 55 jaar Kenmerkend voor medewerker
Aandachtspunten voor manager Biedt hen erkenning en verantwoordelijkheid.
Organisatiecultuur (stijl van leidinggeven, communicatie, werksfeer/samenwerking, waardering) Vitaliteit (gezondheid en welzijn, fysieke en mentale capaciteiten, motivatie, arbeidssatisfactie)
Ruime werkervaring en vakmanschap, rijp om te coachen, leiding te geven en aan te sturen. Ontdekken van grenzen van eigen capaciteiten en klachten van het bewegingsapparaat. Kans op burn out.
Arbeidssituatie (arbeidstaken/ arbeidsinhoud (werkdruk, hoeveelheid werk, afwisseling in soort werk), arbeidsomstandigheden (werkplek, fysieke belasting, invloed werk op gezondheid), arbeidsduur, arbeidstijden, arbeidsvoorwaarden (primair, secundair), organisatie van de arbeid (combinatie werkprivé), samenwerking tussen generaties, voorkomen van verloop, voorkomen van verzuim.
Einde van de loonschaal kan prikkel ontnemen. Naast de zorg voor het gezin ontstaan de eerste mantelzorgverplichtingen.
Geef hen bijvoorbeeld leiding over een project.
Loopbaan (loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, competenties, scholing en training, coaching, planning- en voortgangsgesprekken (incl. persoonlijk ontwikkelingsplan)
Aanzet tot zelfontwikkeling en zelfsturing. Onderneemt initiatieven en kan voortrekker zijn. Moet uitdaging hebben.
Geef hen tijd voor overdenking en reflectie op hun loopbaan en een persoonlijk ontwikkelingsplan. Aanmoedigen van initiatieven.
Opletten, alert zijn op signalen van medewerkers.
Personeelsinstrumenten • Mentorschap: bespreek mogelijkheden om mentor te worden. • Individueel werkoverleg. • Meer aandacht voor ziekteverzuim. • Functiespecifiek Preventief Medisch Onderzoek (PMO). • Preventief aandacht schenken aan psychische belasting. • Preventie tegen beroepsziekten en uitval. • Aandacht voor arbeidsomstandigheden. • Aandacht voor bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning. • Beloningsbeleid: andere vormen van beloning vinden. • Werktijden: werk- en privé kunnen combineren door bv. werktijden die aansluiten op de kinderopvangvoorzieningen, parttime en thuiswerken, meer- en minder werken, ouderschapsverlof, zorgverlof, flexibele werktijden, levensloopverlof en sabbatical. • MTO. • Plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken: taakverbreding, taakverdieping, promotie, jobrotation en interne stagemogelijkheid. • Training, individuele coaching, scholing: gericht op ontwikkelen/verbreden van competenties. • Intervisie, overdenken en reflecteren. • EVC (Eerder verkregen competenties).
4.
Deskundige senioren 55 jaar en ouder Kenmerkend voor medewerker
Organisatiecultuur (stijl van leidinggeven, communicatie, werksfeer/samenwerking, waardering) Vitaliteit (gezondheid en welzijn, fysieke en mentale capaciteiten, motivatie, arbeidssatisfactie)
Arbeidssituatie (arbeidstaken/ arbeidsinhoud (werkdruk, hoeveelheid werk, afwisseling in soort werk), arbeidsomstandigheden (werkplek, fysieke belasting, invloed werk op gezondheid), arbeidsduur, arbeidstijden, arbeidsvoorwaarden (primair, secundair), organisatie van de arbeid (combinatie werk-privé), samenwerking tussen generaties, voorkomen van verloop en van verzuim. Loopbaan (loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, competenties, scholing en training, coaching, planning- en voortgangsgesprekken (incl. persoonlijk ontwikkelingsplan)
Beeldvorming “oudere medewerker” kan optreden. Krijgen meer interesse in de mensen om hun heen. Kunnen eigen kennis en vaardigheden overdragen Gezondheidsproblemen, fysieke ongemakken (klachten van het bewegingsapparaat). Kans op ontstaan van ‘psychische’ afstand tot het werk. Mentaal zijn zij vaak verrassend veerkrachtig. Rouwverwerking.
Gedrag meer gericht op innemendheid, luistervaardigheid, relativering en bedachtzaamheid. Zij kunnen rust nemen en vlammen. Relatief meer aandacht voor de privé-situatie: komst van eventuele kleinkinderen, toename mantelzorgverplichtingen richting ouders. Groei, handhaving of stagnatie. Belang van zingeving neemt toe. Gemotiveerde medewerkers genieten van hun werk en willen nog niet stoppen. Minder gemotiveerde medewerkers vertrekken eventueel vroegtijdig uit de organisatie. De zestiger gaat zijn loopbaan afbouwen.
Aandachtspunten voor manager Oog hebben voor de positieve aspecten van de deskundige senior, zoals expertise en praktijkervaring.
Personeelsinstrumenten
Belasting en belastbaarheid in balans houden. Creëer momenten van rust in het werk. Bij fysiek werk is het aan te bevelen te kijken naar mogelijkheden om medewerkers minder zwaar te belasten. Uitdaging ervoor te zorgen dat deze medewerker op een prettige wijze zijn loopbaan kan afsluiten. Aanpassen van het werk op deze vaardigheden: representatieve taken, klantcontacten enz.
• Meer aandacht voor ziekteverzuim. • Preventie tegen beroepsziekten en uitval. • Periodiek Arbeidsgeneeskundig Onderzoek (PAGO). • Functiespecifiek Preventief Medisch Onderzoek (PMO). • Demotie • Aandacht voor arbeidsomstandigheden. • Aandacht voor bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning.
Groei: aanbieden nieuwe functie, geven van voldoende vrijheid en verantwoordelijkheid, gebruik maken van expertise en ervaring. Handhaving: kans op demotivatie. Stagnatie: kans op burn-out bij gevoel ontbreken van waardering.
• Mentorschap. • Plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken: taakverbreding, taakverdieping, promotie, jobrotation en interne stagemogelijkheid. • Functie gebaseerd op kwaliteit in plaats van kwantiteit. • Demotie (bespreken) • Pensioen in zicht EVC (Eerder verkregen competenties).
• Mentorschap: bespreek mogelijkheden om mentor te worden. • Individueel werkoverleg.
• Mentorschap: bijdrage aan inwerkprogramma’s, overdracht van kennis. • Werktijden: werk- en privé kunnen combineren door bijvoorbeeld parttime en thuiswerken, meer- en minder werken, zorgverlof, flexibele werktijden, levensloopverlof, sabbatical en deeltijdpensioen. • MTO.