BIJLAGE 1 OVERZICHT BEHANDELING MILIEUKLACHTEN 2014
Klachten
Inleiding De gemeente Moerdijk en de Provincie Noord-Brabant hebben de OMWB (OMWB) aangewezen als regiepunt voor het registreren en behandelen van milieuklachten en -meldingen afkomstig vanuit de gemeente Moerdijk. De overige klachten worden behandeld door toezichthouders van de gemeente Moerdijk en geregistreerd in het gemeentelijke meldingensysteem Verseon. Het betreft dan (APV-)klachten m.b.t. overlast in de openbare ruimte, afvalscheiding/zwerfvuil, parkeeroverlast etc. Dit hoofdstuk bevat 2 overzichten: 1. Milieuklachten gemeente Moerdijk, jaaroverzicht 2014: bevat de klachten afkomstig vanuit de gehele gemeente Moerdijk (incl. industrieterrein Moerdijk), zoals die in 2014 zijn ingediend en behandeld. 2. Milieuklachten industrieterrein Moerdijk, jaaroverzicht 2014: bevat een overzicht van de klachten die zijn veroorzaakt door activiteiten op het industrieterrein Moerdijk, zoals die in 2014 zijn ingediend en behandeld. Voor de overige klachten binnen de gemeente Moerdijk (vnl. APV) wordt een separaat overzicht opgesteld.
Toelichting op de tabellen en grafieken Onderverdeling in Meldingen ongewone voorvallen en Klachten. • Meldingen ongewone voorvallen: Bedrijven zijn wettelijk verplicht om ongewone voorvallen (incidenten) te melden. Een ongewoon voorval kan variëren van een kleine bodemverontreiniging tot een grote brand of explosie. • Klachten: Meldingen van burgers en bedrijven over milieuverontreiniging en over aspecten die hinder veroorzaken (zoals stank en geluid). Onderverdeling in Vermoedelijke veroorzaker en Werkelijke veroorzaker. • Vermoedelijke veroorzaker: Als er een klacht of een melding wordt ingediend, geeft de melder veelal zelf aan wie de verontreiniging of de hinder vermoedelijk heeft veroorzaakt, danwel wordt de melder daarnaar gevraagd. Als er een vermoedelijke veroorzaker wordt genoemd, dan wordt die als zodanig geregistreerd, onderverdeeld naar bevoegd gezag (gemeente of provincie). • Werkelijke veroorzaker: Na ontvangst van de klacht wordt deze onderzocht. Als uit het onderzoek blijkt wie of wat de klacht daadwerkelijk heeft veroorzaakt wordt dat als zodanig als werkelijke veroorzaker geregistreerd. Uiteraard zijn er ook klachten waarbij geen oorzaak of veroorzaker wordt gevonden. Onderverdeling klachten in (sub)categorieën. • Klachten worden verdeeld in de categorieën Bodem, Geluid, Lucht, Water, Fakkelen en Algemeen. • De categorieën worden weer onderverdeeld in subcategorieën, zoals Lucht-Chemische en Geluid-Horeca.
2
1
Klachten gemeente Moerdijk, jaaroverzicht 2014
Dit overzicht geeft de klachten weer afkomstig vanuit de gehele gemeente Moerdijk, zoals die in 2014 zijn ingediend en behandeld. Ook klachten die gemeld worden door bewoners van buiten de gemeente Moerdijk (denk bijvoorbeeld aan de Hoekse Waard), maar waarvan de vermoedelijke veroorzaker zich op het grondgebied van de gemeente Moerdijk bevindt, zijn in de overzichten opgenomen. De weergave vindt zowel in tabelvorm als grafisch plaats.
3
Klachten gemeente Moerdijk 2014
Klachten gemeente Moerdijk 2014
5
Klachten gemeente Moerdijk 2014
6
Klachten gemeente Moerdijk 2014
7
Analyse van klachten en meldingen gehele gemeente Moerdijk, jaaroverzicht 2014 Oplossingspercentage De klachten waarbij na onderzoek een daadwerkelijke oorzaak of veroorzaker wordt vastgesteld, ligt doorgaans rond de 40%. Dit zogenaamde oplossingspercentage ligt iets hoger dan bij andere vergelijkbare milieudiensten (30 à 35%). In 2014 ligt dit oplossingspercentage op 39% (312 van de 804), vergelijkbaar met het gangbare percentage.
Historisch overzicht oplossingspercentage klachten gehele gemeente Moerdijk Jaar Veroorzaker OplossingsToelichting vastgesteld percentage 2009 128 van 517 25 Lager vanwege klachtengolf met onbekende klachten veroorzaker 2010 165 van 443 37 Vergelijkbaar met gemiddelde klachten 2011 299 van 574 52 Hoger vanwege klachtengolf met bekende klachten veroorzaker 2012 339 van 862 39 Vergelijkbaar met gemiddelde klachten 2013 349 van 714 49 Hoger vanwege klachtengolf met bekende klachten veroorzaker 2014 312 van 804 39 Vergelijkbaar met gemiddelde klachten
Meldingen van ongewone voorvallen De meldingen van ongewone voorvallen worden in 92% van de gevallen ingediend door bedrijven die onder het provinciaal bevoegd gezag vallen, vrijwel allemaal gelegen op het Industrieterrein Moerdijk. Enerzijds is dit hoge percentage te verklaren door het grote aantal provinciale bedrijven op het Industrieterrein Moerdijk, anderzijds omdat de provincie het melden van ongewone voorvallen als prioriteit ziet.
Klachten • In 2014 zijn totaal 804 milieuklachten ingediend, waarvan 69% (554) over het Industrieterrein Moerdijk. • 82% (659) van de klachten betreft de categorie ‘lucht’, waarbinnen 60% (392) tot de subcategorie ‘chemisch’ behoort. Deze luchtklachten worden grotendeels veroorzaakt door bedrijven op het Industrieterrein Moerdijk die onder provinciaal bevoegd gezag vallen. • 12% (96) klachten behoren tot de categorie ‘geluid’, waarbinnen 46% (44) tot de subcategorie ‘industrie/bedrijf’ behoort en 28% (27) tot de subcategorie ‘horeca’ en ‘evenementen’. De klachten over industriegeluid worden voornamelijk veroorzaakt door Ossenblok (16) en Schouwenaars (6). Het horecageluid betreft overlast door muziekgeluid. De horecabedrijven die deze geluidoverlast veroorzaken, vallen onder het bevoegd gezag van de gemeente Moerdijk. Bij verschillende van deze horecabedrijven zijn handhavingstrajecten ingezet met als doel om door het treffen van (akoestische) maatregelen en/of een gewijzigde exploitatie en/of gedragsaanpassing de geluidoverlast weg te nemen.
Gemeentelijke bedrijven waarover 3 of meer klachten zijn geuit Naam bedrijf
Aantal klachten 2014
Categorie
Ossenblok
16
Industrie/bedrijf
Schouwenaars
6
Industrie/bedrijf
Fort de Hel
6
Geluid-Horeca
Café Bij Dennis
4
Geluid-Horeca
Café De Geuz
4
Geluid-Horeca
• • • •
Bij Ossenblok loopt een RO-handhavingstraject en worden de geluidklachten alleen ter registratie aangenomen. Bij Schouwenaars zijn maatregelen getroffen die de geluidoverlast hebben weg genomen. Bij Café Bij Dennis is een handhavingstraject ingezet. Bij Café De Geuz is reeds in 2013 een handhavingstraject ingezet vanwege aanhoudende geluidklachten. Dat heeft geresulteerd in het stoppen van de exploitatie in 2014.
Vergelijking 2013 met 2014 • Het totaal aantal klachten in de gehele gemeente Moerdijk is gestegen van 714 naar 804. • Het aandeel van klachten wat veroorzaakt wordt door het Industrieterrein Moerdijk is gestegen van 58% (416) naar 69% (554). • Het aandeel van luchtklachten (voornamelijk geur) van het totaal aantal klachten is gestegen van 79% (565) naar 82% (659). Ook deze klachten worden voornamelijk veroorzaakt door het Industrieterrein Moerdijk. • Het aantal geluidklachten is toegenomen van 11% (76) naar 12% (96). • Het aantal geluidklachten veroorzaakt door horeca/evenementen is gedaald van 54% (41) naar 28% (27). Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door sluiting van Café De Geuz en een algehele afname van de horeca-geluidklachten.
Klachtenhistorie Onderstaand is een overzicht (tabel en grafisch) weergegeven van het aantal klachten in de gehele gemeente Moerdijk het aandeel daarvan dat veroorzaakt wordt door het Industrieterrein Moerdijk in de periode vanaf 2009 tot en met 2014. Jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Moerdijk geheel 517 443 574 862 714 804
Aantal klachten Moerdijk Industrieterrein 307 59 % 244 55 % 385 67 % 466 54 % 416 58 % 554 69 %
Moerdijk overig 210 199 189 396 298 250
9
1000 900 800 700
298
500 400
189 210 199
300 200 100
250
396
600
385
307
244
2009
2010
554
466
416
2012
2013
0 2011
Moerdijk Industrieterrein
2014
Moerdijk overig
Klachten binnen gehele gemeente Moerdijk en aandeel Industrieterrein, periode 2009-2014
10
2
Klachten Industrieterrein Moerdijk, jaaroverzicht 2014
Inleiding Dit overzicht klachten Industrieterrein Moerdijk, jaaroverzicht 2014 geeft de klachten weer die zijn veroorzaakt door activiteiten op industrieterrein Moerdijk, zoals die in 2014 zijn ingediend en behandeld. Ook klachten die gemeld worden door bewoners van buiten de gemeente Moerdijk (denk bijvoorbeeld aan de Hoekse Waard), maar waarvan de vermoedelijke veroorzaker zich op het Industrieterrein Moerdijk bevindt, zijn in de overzichten opgenomen.
11
Klachten Industrieterrein Moerdijk, jaaroverzicht 2014
Klachten Industrieterrein Moerdijk, jaaroverzicht 2014
13
Klachten Industrieterrein Moerdijk, jaaroverzicht 2014
14
Analyse van milieuklachten en –meldingen Industrieterrein Moerdijk, jaaroverzicht 2014 Oplossingspercentage De klachten waarbij na onderzoek een daadwerkelijke oorzaak of veroorzaker wordt vastgesteld, ligt doorgaans rond de 40%. Dit zogenaamde oplossingspercentage ligt iets hoger dan bij andere vergelijkbare milieudiensten (30 à 35%). In 2014 ligt het oplossingspercentage op 46% (255 van de 554). Dit iets hoger dan gebruikelijke percentage, mede veroorzaakt doordat er in 2014 een paar klachtenclusters zijn geweest met een bekende veroorzaker. Worden de geclusterde klachten steeds als 1 klacht beschouwd, dan wordt het oplossingspercentage 38%. Historisch overzicht oplossingspercentage klachten Industrieterrein Moerdijk Oplossings
Jaar
Veroorzaker vastgesteld
2009
45 van 307
15
2010
96 van de 244
39
2011
226 van de 385
59
2012
267 van de 466
57
2013
263 van 416
63
2014
255 van 554
46
percentage
Toelichting Substantieel lager door klachtengolf van 180 klachten met onbekende veroorzaker Ongeveer gemiddeld Hoger vanwege klachtengolf met bekende veroorzaker Hoger vanwege klachtengolf met bekende veroorzaker Hoger vanwege klachtengolf met bekende veroorzaker Iets hoger vanwege klachtengolf met bekende veroorzaker
Melding van ongewone voorvallen In onderstaande tabel wordt het aantal ongewone voorvallen weergegeven onderverdeeld in gemeentelijk en provinciaal. Tevens worden de meldingen verdeeld naar de bedrijven weergegeven. Het stimuleren van het melden en het handhaven op het niet melden van ongewone voorvallen, verklaart de duidelijke stijging van het aantal meldingen.
Meldingen van ongewone voorvallen 2014 Gemeentelijk Totaal
2013
Provinciaal 16
3%
Diverse individuele bedrijven met 1 melding
2012
2011
2010
Provinciaal
Totaal
597*
97 %
417
406
296
176
Basell
179
30 %
116
119
49
4
Shell
114
20 %
94
104
87
102
AEC
108
18 %
116
57
29
-
ATM
79
13 %
51
73
42
27
Dr. Kolb
31
5%
14
9
-
-
BMC
5
1%
14
18
-
8
Overig
81
13%
12
26
89
35
*Inclusief 212 meldingen van voorgenomen activiteiten
Onderstaande tabel geeft de top 5 van bedrijven weer die als vermoedelijke veroorzakers worden genoemd door de indieners van een klacht van de categorie ‘lucht’, veelal een klacht over geuroverlast. Top 5 vermoedelijke veroorzakers luchtklachten 2014
2013
2012
2011
2010
ATM
220
42 %
133
179
111
77
Shell
7
1,5 %
61
16
6
12
Scheepvaart
8
1,5 %
-
-
-
-
BAM
6
1%
-
-
-
-
OBM Noord/Van Dalen
3
0,5 %
-
-
-
-
Overig/onbekend/Ind Moerdijk
280
53,5 %
194
217
245
120
Totaal
524
100 %
388
412
362
209
16
Onderstaande tabel geeft de top 5 weer van werkelijke veroorzakers van de luchtklachten, veelal klachten over geuroverlast, zoals die na onderzoek zijn vastgesteld. Top 5 werkelijke veroorzakers luchtklachten 2014
2013
2012
2011
2010
ATM*
192
36,5 %
156
156
182
72
Shell*
7
1,5 %
60
6
-
-
OBM/MVO*
5
1%
-
-
-
-
CNC*
3
0,5 %
-
-
-
-
Van Dalen/BAM/TOP*
2
0,5 %
-
-
-
-
Overig/onbekend
311
60 %
162
244
180
137
Totaal
524
100 %
388
413
362
209
* Betreft bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag
Er is in 2014 slechts 1 klacht definitief toegeschreven aan een ontgassend schip. Binnen de klachten waarbij geen oorzaak achterhaald is, zitten ongetwijfeld ook klachten veroorzaakt door ontgassende schepen, maar dat is uit het klachtenonderzoek niet gebleken.
17
Gezondheidsklachten Bij 41 (7%) van de 554 klachten zijn in 2014 tevens gezondheidsklachten geuit. De onderverdeling is aangegeven in onderstaande tabel. Gezondheidsklachten 2014
2013
2012
2011
2010 Geen (volledige ) registratie
Bezorgdheid/angst
10
4
10
3
Irritatie ogen en/of slijmvliezen
5
6
5
4
Slapeloosheid
5
-
-
-
Luchtwegklachten
4
6
12
5
Misselijkheid/Maagdarmklachten
4
9
21
6
Hoofdpijn
2
5
13
3
Hinder
1
-
-
-
Overig
10
7
15
6
Totaal
41
37
76
27
Klachtenclusters 2014 Uit onderstaande tabel blijkt dat er in 2014 totaal 27 klachtenclusters (≥ 5 klachten) geweest zijn. In de 27 klachtenclusters zijn in totaal 258 klachten gemeld. Daarvan zijn er 149 aan een bekende oorzaak toegewezen en 109 aan een onbekende oorzaak. Het oplossingspercentage van alle klachten is 46% (255 van de 554). Worden onderstaande geclusterde klachten steeds als 1 klacht beschouwd, dan wordt het oplossingspercentage 38%.
●
4 januari
●
28 januari ochtend
●
28 januari avond
●
30 januari
● ● ● ● ● ● ● ●
7 februari 19 februari 4 maart 5 maart 16 maart 17 maart 18 maart
6 geurklachten waarvan 5 toegewezen aan ATM (oorzaak onbekend). 16 geurklachten gemeld vanuit Zuid-Holland met vermoedelijke veroorzaker op Industrieterrein Moerdijk. Nader onderzoek en analyse van de klachtenplots heeft niet tot een veroorzaker geleid. 13 geurklachten gemeld vanuit Zuid-Holland met vermoedelijke veroorzaker op Industrieterrein Moerdijk. Nader onderzoek en analyse van de klachtenplots heeft niet tot een veroorzaker geleid. 31 geurklachten gemeld vanuit Zuid-Holland, waarvan 30 toegewezen aan ATM (TRI) 8 geurklachten waarvan 7 toegewezen aan ATM, oorzaak onbekend. 5 geurklachten, oorzaak onbekend 12 geurklachten waarvan 8 toegewezen aan ATM, oorzaak onbekend. 7 geurklachten, oorzaak onbekend 6 geurklachten waarvan 5 toegewezen aan ATM (reinigen tank). 5 geurklachten waarvan 4 toegekend aan ATM (reinigen tank) 17 geurklachten waarvan 5 toegewezen aan ATM, oorzaak onbekend.
7 juni
6 geurklachten gaslucht, oorzaak onbekend
●
8 juni
●
11 juni
●
5 augustus
●
9 augustus
●
11 augustus
8 geurklachten vanuit kern Zevenbergen, oorzaak onbekend 8 geurklachten vanuit kern Moerdijk, waarvan 6 toegewezen aan ATM (lossen sludge pyro) 5 geurklachten gaslucht, oorzaak onbekend 5 geurklachten vanuit kern Moerdijk, waarvan 2 toegewezen aan ATM (TRI), overige oorzaak onbekend 5 geurklachten vanuit kern Moerdijk, oorzaak onbekend
18
●
13 augustus
●
14 augustus
●
18 augustus
●
2 oktober
●
20 oktober
●
25 oktober
●
10 december
●
16 december
●
17 december
●
18 december
5 geurklachten vanuit kern Moerdijk, allen toegewezen aan ATM (TRI) 6 geurklachten vanuit kern Moerdijk, allen toegewezen aan ATM (oorzaak onbekend) 7 geurklachten vanuit kern Moerdijk, waarvan 5 toegewezen aan ATM (oorzaak onbekend) en 1 aan CNC 26 klachten • 19 klachten vanuit kern Moerdijk over aantreffen zwarte neerslag. Neerslag veroorzaakt door ATM. • 4 klachten vanuit kern Klundert over fakkelen door Shell • 3 klachten met onbekende oorzaak 8 geurklachten vanuit kern Moerdijk, allen toegewezen aan ATM (oorzaak onbekend) 6 geurklachten vanuit kern Moerdijk, allen toegewezen aan ATM (MBR) 20 geurklachten vanuit kern Moerdijk, waarvan 14 toegewezen aan ATM (oorzaak onbekend) en 6 klachten met onbekende oorzaak 5 geurklachten vanuit kern Moerdijk, waarvan 3 toegewezen aan ATM (oorzaak onbekend) en 2 klachten met onbekende oorzaak 6 geurklachten vanuit kern Moerdijk, waarvan 2 toegewezen aan ATM (oorzaak onbekend) en 4 klachten met onbekende oorzaak 6 geurklachten vanuit kern Moerdijk, waarvan 4 toegewezen aan ATM (TRI) en 2 klachten met onbekende oorzaak
19
Klachtdagen 2014 Uit de klachtenregistratie is gebleken dat in 2014 gedurende 180 dagen één of meerdere klachten zijn veroorzaakt door het Industrieterrein Moerdijk. Dat wil zeggen dat het Industrieterrein dus ongeveer 1x per 2 dagen zijn omgeving zodanig belast dat tenminste 1 persoon daar hinder van ondervindt en die hinder ook daadwerkelijk meldt door het indienen van een klacht. Dit impliceert echter niet, dat gedurende de overige dagen het industrieterrein zijn omgeving niet belast.
Klachtdagen 2014
24 14
18 13
13
16 11
19 12
14
15
11
15
Klachtlocaties op en buiten het Industrieterrein Moerdijk Personen of bedrijven die zich op het Industrieterrein Moerdijk bevinden of daar gevestigd zijn, ondervinden ook hinder van bedrijven op het Industrieterrein zelf. Bij 68 (12%) van de 554 klachten die in 2014 zijn gemeld, ligt de klachtlocatie (= daar waar hinder ondervonden wordt) op het Industrieterrein. De overige klachten komen vanuit (woon)locaties buiten het Industrieterrein, zowel in Noord-Brabant als in Zuid-Holland. Totaal zijn 130 klachten (24%) geuit van buiten de provincie Noord-Brabant (allen vanuit Zuid-Holland). Relatie tussen meldingen van voorgenomen activiteiten en klachten Als bedrijven activiteiten gaan uitvoeren die mogelijk aanleiding tot hinder en dus tot klachten kunnen geven, melden zij dat veelal vooraf als een zogenaamde ‘voorgenomen activiteit’. Onderstaand de meldingen van dergelijke voorgenomen activiteiten die daadwerkelijk tot klachten hebben geleid. • 16/17 maart 9 klachten veroorzaakt door schoonmaken tank bij ATM • 2 oktober 4 klachten veroorzaakt door fakkelen Shell Interventies 2014 Naar aanleiding van het resultaat van de klachtenonderzoeken zijn in 2014 de volgende (vervolg)acties uitgezet: • Nadere onderzoeken bij en door veroorzakende bedrijven naar oorzaken klachten • Aanpassing vergunningsvoorschriften • Input voor uitvoering reguliere en extra controles • Aanpassing bedrijfsvoering • Treffen van technische en organisatorische maatregelen • Gezamenlijk onderzoek (Gemeente, Provincie, OMWB en bedrijven) naar bronnen BTEXverhogingen • Gebruik e-nose netwerk ter ondersteuning bij bronopsporing op en rond het Industrieterrein Moerdijk • Bestuurlijke aandacht voor ontgassingsproblematiek scheepvaart, resulterend in ontgassingsverbod voor benzeen • Behandelen van klachten over ontgassende schepen in samenwerking met Rijkswaterstaat
20
•
ATM als belangrijkste veroorzaker van klachten is voortdurend in nauw overleg met het bevoegd gezag bezig maatregelen en voorzieningen te treffen om (potentiële) geurbronnen te saneren Procesgeïntegreerde maatregelen om geuremissie te beperken: • Scheepsreiniging aansluiting op dampvernietiging gerealiseerd, schepen kunnen nu ook aan de steiger ontgassen. • Project afdekken MBR-bakken gerealiseerd. • Plaatsing actief koolfilter ten behoeve van ontluchting MBR-reaktoren gedurende bedrijfsstops. Daarnaast: • ATM heeft het geuronderzoek in het kader van vergunningvoorschrift uitgevoerd: conclusie is dat er geen aanleiding is om handhavend op te treden. • Flir-camera onderzoek uitgevoerd: hierbij zijn bronnen geconstateerd en geëlimineerd. Dit wordt in 2015 nog tweemaal uitgevoerd. • E-noses op terrein ter ondersteuning om bronnen geurhinder op te sporen.
Klachtenhistorie Onderstaand is een overzicht (tabel en grafisch) weergegeven van het aantal klachten veroorzaakt door het Industrieterrein Moerdijk vanaf 2009 tot en met 2014. Daaruit valt het volgende af te leiden: • Vanaf 2010 is een stijgende trend in het aantal klachten zichtbaar, met een ‘dip’ in 2013. e e • In het algemeen zijn er in het 1 halfjaar minder klachten ingediend dan in het 2 halfjaar, sinds 2013 juist andersom. • In 2014 zijn meer klachten ingediend dan in enig eerder jaar e • In het 1 kwartaal 2014 zijn meer klachten dan in een vergelijkbare periode in voorgaande jaren ingediend e e • Zowel in het 1 halfjaar, als het 2 halfjaar 2014 zijn meer klachten dan in een vergelijkbare periode in voorgaande jaren ingediend
Klachtenhistorie Industrieterrein Moerdijk e
e
e
e
Jaar
1 kwartaal
2 kwartaal
3 kwartaal
4 kwartaal
Totaal
2009
36
38
35
198
307
2010
27
19
102
96
244
2011
119
69
40
157
385
2012
93
105
123
145
466
2013
153
117
51
95
416
2014
195
90
92
177
554
21
600 500 400 4e kwartaal 300
3e kwartaal 2e kwartaal
200
1e kwartaal
100 0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
Klachten veroorzaakt door het Industrieterrein Moerdijk, periode 2009-2014
Historie gezondheidsklachten Industrieterrein Moerdijk e
Jaar
e
e
1 kwartaal 2 kwartaal
e
3 kwartaal 4 kwartaal Totaal
2010
1
0
9
7
17
2011
13
4
3
7
27
2012
10
18
26
22
76
2013
18
7
4
8
37
2014
7
12
4
19
42
80 70 22 60 50
4e kwartaal 26
40 30 20 10 0
7 9 0 1 2010
7 3 4
18
13
10
2011
2012
3e kwartaal 8 4 7 18
19 2e kwartaal 4 12
1e kwartaal
7 2013
2014
Historisch verloop gezondheidsklachten Industrieterrein Moerdijk 2010-2014
22
BIJLAGE 2 Eindafrekening en Verantwoording OMWB 2014
23
BIJLAGE 3 Uitvoering Toezicht BRZO-bedrijven 2014
24
Jaarrapportage 2014 Gemeente Moerdijk
Uitvoering Producten en Diensten OMWB Datum
24 april 2015
Inhoud
1.
Inleiding ......................................................................................................................................... 3
2.
Uitgangspunten van de rapportage .................................................................................... 4
3.
Uitnutting in uren en kosten per product ten opzichte van werkprogramma 2014 ................................................................................................................................................ 5
4.
Aantallen VTH-gerelateerde zaken ................................................................................... 10
5.
Detailrapportage uitgesplitst naar soort (vergunningen) ........................................ 12
6.
Detailrapportage uitgesplitst naar type inrichting (controles) ............................... 13
7.
Programmabegroting III (collectieve taken) ................................................................. 14
8.
Bijlagen ........................................................................................................................................ 18
Bijlage I: Lijst met VTH zaken met status uit programmabegroting I ............................ 18 Bijlage II: Lijst met projecten uit programmabegroting II .................................................. 18 Bijlage III: Lijst met projecten buiten werkprogramma, inhaalslag en VVGB.............. 18
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 2 van 18
1.
Inleiding
Door middel van kwartaalrapportages geven wij zo goed mogelijk informatie over de werkzaamheden die wij voor uw gemeente in 2014 hebben uitgevoerd. Een deel van het werk zal doorlopen, omdat ten alle tijden sprake is van onderhanden werkvoorraad. In april 2014 hebben wij het accountmanagement binnen onze organisatie versterkt, wat heeft geleid tot een aantal effecten binnen en buiten de organisatie. U hebt in april de eerste kwartaalrapportage van de OMWB mogen ontvangen. In overleg met het opdrachtgeverspanel voeren wij in 2015 graag een verdere verbeterslag door. Periodiek hebben wij u geïnformeerd over de uitputting van uw budgetten en de status van de werkzaamheden. Op accountniveau zijn wij in 2014 met regelmaat bij u langs gekomen om de voortgang van de werkzaamheden te bespreken, informatie uit te wisselen en (werk)afspraken te maken. Dit met als doel de relatie te versterken. Gedurende het jaar is de sturing op de organisatieontwikkeling versterkt, waaronder de sturing op de realisatie van de werkprogramma’s. Elk account heeft een intern verantwoordelijke teammanager gekregen. Het accountmanagement heeft de verantwoordelijk managers uit de productie in de overleggen met u kennis laten maken. Ook hebben wij de voorbereidingen voor een goede start in 2015 getroffen. We hebben u in 2014 per brief geinformeerd over de vaststelling van uw werkprogramma 2015. In 2015 willen we deze lijn graag met u doorzetten en de relatie met u verder versterken. De basis voor deze rapportage bestaat uit de aan de OMWB opgedragen werkzaamheden, zoals opgenomen in het werkprogramma 2014 en de overige aanvullende opdrachten. We geven primair inzicht in de omvang van de bestede uren en de gemaakte kosten. Verder geven we inzicht in de geleverde producten en diensten. De uiteindelijke financiele afrekening 2014 wordt gereed gemaakt. Tijdens het eerstvolgende accountgesprek met uw gemeente gaan we graag met u in overleg over deze jaarrapportage om te komen tot de eindafrekening over het jaar 2014.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 3 van 18
2.
Uitgangspunten van de rapportage
Werkprogramma 2014 Door de werkplanning van de OMWB komt het voor dat werkzaamheden niet gelijkmatig over het jaar hebben plaatsgevonden. Dit hangt mede af van werkzaamheden die niet het gehele jaar kunnen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld vuurwerkcontroles) of pieken in het werkaanbod. Tijdens de accountgesprekken is met u gesproken over de uit te voeren taken en de uitputting van de budgetten. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan. Projecten op nacalculatie aan de hand van goedgekeurde weekstaten De kosten van projecten die op basis van nacalculatie gefactureerd worden, zijn berekend op basis van goedgekeurde weekstaten. Hierbij worden de eventuele externe kosten betrokken voor zover deze reeds gefactureerd zijn in deze rapportageperiode. Rapportage over fixed fee projecten De kosten van fixed fee projecten (met name bodemtaken) worden bepaald op basis van de in dit jaar gefactureerde bedragen. Het kan zijn dat projecten nog niet volledig zijn uitgevoerd of gefactureerd. VVGB gelden In deze rapportage zijn de budgetten opgenomen zoals besloten in de AB vergadering van 15 december 2014. Besloten is dat de middelen in 2014 door de deelnemers worden ingebracht en vanaf 2015, overeenkomstig het besluit van het Algemeen Bestuur, zullen worden ingezet voor de uitvoering van taken door de OMWB. Inhaalslag 2013 In deze rapportage is de inhaalslag 2013 inzichtelijk gemaakt. De projecten kunt u vinden in bijlage III. Indien het budget nog niet volledig uitgenut is, kan dit in 2015 gebruikt worden. Het beschikbare budget voor de inhaalslag was €237.859,-. Per datum 19-2-2015, is sprake van een uitputting van € 216.274,-. Het totaal aantal controles met als kenmerk “IHS” was bij aanvang 319 stuks. Van dit aantal is inmiddels 298 stuks ook daadwerkelijk afgehandeld. Uit een laatste uitvraag bij de toezichthouders blijkt dat van de 13 controles er nog 2 zijn uitgevoerd. Dit betrof een tweetal integrale controles. Dit houdt in dat er nu nog in totaal 11 her controles moeten worden uitgevoerd. Deze controles worden met voorrang opgepakt, zodat uiterlijk begin maart er geen controles vanuit de inhaalslag 2013 meer openstaan. Aantal controles met kenmerk “IHS” Ad-hoc controles BRZO controles Her controles Integrale controles Toezicht overig Totaal
319 2 1 150 156 10 319
Aantal met status “afgehandeld” Aantal nog uit te voeren controles Wel uitgevoerde bezoeken (datum bezoek is ingevuld), maar nog niet op status afgehandeld gezet
298 21 8
Totaal nog uit te voeren controles Integrale controles (zijn reeds uitgevoerd, echter is de status niet aangepast) Her controles
13 2 11
Er is nog budget beschikbaar om de resterende controles uit te voeren binnen de raming. Beschikbaar budget: €237.859,Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 4 van 18
Besteed budget: €216.274,Restant budget: €21.585,Budget nog uit te voeren controles: +/- €5.000,Restant budget na afronding IHS: +/- €16.500,Dit restant budget wordt ingezet voor de repressieve afronding van de IHS2013. Voor 2015 zal het beschikbare bedrag worden toegevoegd aan speerpunt 1.17VTH-basis; Repressieve handhaving. Binnen en buiten werkprogramma In deze rapportage zijn de opdrachten buiten het werkprogramma zichtbaar gemaakt. In bijlage III zijn deze projecten opgenomen. Omboeken van verkeerd geregistreerde opdrachten Na een uitgebreide analyse van de bijlage I, II en III, blijkt dat diverse opdrachten niet met een juiste speerpuntcode zijn aangemaakt. Dit heeft uiteindelijk gevolgen voor de werkelijke uitputting van deze speerpuntcodes. Hierdoor ontstaat onterecht het beeld dat bepaalde budgetten niet toereikend zouden zijn. Ondanks dat een verschuiving plaatsvindt tussen de diverse speerpuntcodes, heeft dit geen invloed op de totale uitputting en realisatie van programma begroting I+II Deze foutief geregisteerde opdrachten zijn per programma onderdeel opgesomd en beschreven onder de kopjes “nadere toelichting uitputting”. Het is helaas niet meer mogelijk om deze ook te verwerken in de tabellen op pagina 7 met daarin de uitputting in uren en kosten over 2014. Bij het opstellen van de eindafrekening is rekening gehouden met de foutief geregisteerde opdrachten.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 5 van 18
3.
Uitputting in uren en kosten per product ten opzichte van werkprogramma 2014
In de hieronder gepresenteerde tabel is de uitputting in uren en kosten weergegeven van het werkprogramma 2014. Wij hebben een analyse op de realisatie van het werkprogramma uitgevoerd. Het volgende valt ons op. Afgelopen periode zijn diverse overleggen tussen de gemeente en de OMWB geweest over het sturen op het werkprogramma. Er zijn diverse afspraken gemaakt over het verloop van het controleprogramma 2014 en de inhaalslag 2013. In Q3 2014 is gebleken dat het controleprogramma 2014 achter liep. We hebben in november en december 2014 extra inzet gedaan om te zorgen dat het opgedragen werk afgerond werd. Daarnaast is met u afgesproken dat u 90% van het totale toezichtprogramma aanleverd in plaats van de 100%. Dit omdat binnen de omgevingsdienst onvoldoende capaciteit aanwezig was om nog 100% te kunnen realiseren. In deze maanden zijn weken geweest waarbij 85 controles per week zijn uitgevoerd. Deze hoeveelheid controles heeft een impact op de oplevering van rapportages. Het aantal vermelde controles in het overzicht in hoofdstuk 4 is hoger dan wat op basis van het uitvoeringsprogramma 2014 verwacht mag worden. Dit komt vanwege doorlopende zaken vanuit 2013 die in 2014 zijn afgesloten. U vindt deze terug in bijlage 1 en ze zijn herkenbaar aan een projectnummer beginnend met 13 en een datum van afsluiting in 2014. In programma onderdeel 13 van programma begroting 1 is opgenomen dat hier alle producten ten aanzien van de uitvoering bij BRZO bedrijven zijn opgenomen. De WABO inspecties en onaangekondigde inspecties bij BRZO bedrijven staan onder programma onderdeel 12. De specificaties vindt u in bijlage I. Met betrekking tot de uitvoering van het BRZO 1999 zal voor 15 maart 2015 een verantwoording over 2014 worden opgesteld. In 2014 waren 9 inspecties gepland. Hiervan zijn er op 31 december 2014 nu 7 afgerond (AD international, Gondrand Traffic, Messer, Nebiprofa en Stolthaven Moerdijk B.V., DBM, Bertschi). De inspectie bij Frans de Wit is uitgevoerd maar hiervan is de rapportage nog niet gereed omdat deze inspectie pas op 16 december 2014 heeft plaatsgevonden. De BRZO inspectie bij Chogoku is komen te vervallen omdat het bedrijf niet meer onder de werkingssfeer van het BRZO valt. Tijdens het eerstvolgende accountgesprek wordt de jaarrapportage met u besproken.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 6 van 18
ALGEMEEN PROGRAMMABEGROTING
Programma
SPEERPUNTCODE PRODUCTNAAM
EURO'S
I
PR1.01VTH-Verzoek Beoordelen concept vergunning / melding, vooroverleg
I
PR1.02VTH-basis
Behandelen aanvragen Omgevingsvergunning Wabo milieu
I
PR1.03VTH-basis
Actualiseren voorschriften Wabo milieu
I
PR1.04VTH-basis
I
PR1.05VTH-basis
I
PR1.06VTH-Basis
Intrekken vergunningen Wabo milieu Behandelen milieuneutrale w ijziging Omgevingsvergunning Wabo milieu Beoordelen Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
I
PR1.07VTH-Verzoek
I
Beoordelen meldingen Activiteitenbesluit / Vuurw erk-besluit en het, indien nodig, opstellen van maatw erk-voorschriften (type B1)
I
UREN
EURO'S
Perc. Realisatie
UREN
% EURO'S
% UREN
100 uur
€ 13.416
166 uur
€ 74.266
940 uur
€ 57.108
693 uur
77%
74%
€ 32.210
400 uur
€ 5.785
73 uur
18%
18%
€ 3.925
50 uur
€ 8.847
117 uur
225%
235%
€ 36.576
460 uur
€ 7.457
93 uur
20%
20%
€0
0 uur
€ 7.312
96 uur
-
-
€ 30.766
428 uur
€ 589
9 uur
2%
2%
€ 45.105
613 uur
€ 89.359
1.154 uur
198%
188%
€ 45.611
570 uur
€ 23.724
293 uur
52%
51%
€ 137.050
1.699 uur
-
-
4.393 uur 2.720 uur
127%
123%
113%
112% 145%
Beoordelen meldingen Activiteitenbesluit / Vuurw erk-besluit en het, indien nodig, opstellen van maatw erk-voorschriften (type B2 t/m D2) PR1.09VTH-verzoek Adviseren mbt vergunningen Wabo milieu Behandelen aanvragen Omgevingsvergunning Wabo van PR1.10VTH-Basis bedrijven (verplichte basistaak voor provincie, verzoektaak voor gemeenten) Subtotaal
€0
0 uur
€ 276.512
3.561 uur
PR1.08VTH-Basis
I
€ 8.053
Realisatie
167%
166%
I
PR1.11VTH-Verzoek Uitvoeren integrale controles Wabo milieu, horecarondes
€ 186.389
2.430 uur
€ 350.646 € 211.129
I
PR1.12VTH-basis
Uitvoeren integrale controles Wabo milieu, hercontroles, beoordelen voorgeschreven onderzoeksrapporten
€ 238.635
2.997 uur
€ 335.126
4.358 uur
140%
I
PR1.13VTH-basis
€ 136.315
1.433 uur
€ 57.874
710 uur
42%
50%
€ 561.339
6.860 uur
€ 604.128
7.788 uur
108%
114%
€ 4.052
50 uur
€ 6.095
75 uur
150%
151%
€ 4.052
50 uur
€ 519
7 uur
13%
13%
€ 8.104
100 uur
€ 6.614
82 uur
82%
82%
Uitvoeren inspecties BRZO, beoordelen VR-rapportages en overige activiteiten BRZO Subtotaal Toezicht bruine w etgeving (verplichte basistaak): Toezicht Besluit bodemkw aliteit, beoordelen melding Besluit bodemkwaliteit en controle ondergrondse tanks Ketentoezicht grijs en bruin
I
PR1.14VTH-basis
I
PR1.15VTH-basis
I I
Subtotaal Uitvoeren toezicht overig (grijs): Deelname interventieteams, PR1.16VTH-verzoek opstellen branche- en bedrijfstoezichtsplannen, specifieke opdrachten grijs PR1.17VTH-basis Repressieve handhaving (bestuursrechtelijk en strafrechtelijk)
I
PR1.18VTH-basis
I
PR1.19VTH-basis
Ondersteuning bij juridische procedures Behandelen incidentmeldingen milieu irt bedrijven, algemene milieumeldingen en (meldingen) ongew one voorvallen bodem Subtotaal
Programma I nog toe te delen
PB I
Subtotaal
ALGEMEEN PROGRAMMABEGROTING
€ 94.215
1.170 uur
€ 19.415
228 uur
21%
20%
€ 170.167
2.100 uur
€ 116.508
1.503 uur
68%
72%
€ 40.263
500 uur
€ 15.780
196 uur
39%
39%
€ 74.296
930 uur
€ 85.593
1.010 uur
115%
109%
€ 378.941
4.700 uur
€ 237.297
2.938 uur
63%
63%
€ 48.830
610 uur
€ 1.273.726
15.831 uur
€ 1.198.685
15.201 uur
94%
96%
Programma
SPEERPUNTCODE PRODUCTNAAM
EURO'S
II
PR2.01VTH-Verzoek Opstellen provinciale beschikkingen/meldingen/ programma
II
Realisatie
UREN
EURO'S
Perc. Realisatie
UREN
% EURO'S
% UREN
€0
0 uur
€ 951
11 uur
-
-
€0
0 uur
€0
0 uur
-
-
II
PR2.02VTH-verzoek Behandelen aanvragen Omgevingsvergunning Wabo BRIKS Behandelen van aanvragen en meldingen voor ontrekken van PR2.03VTH-verzoek grondw ater en/of infiltreren ter aanvulling van grondw ater PR2.04VTH-verzoek Behandelen aanvragen om ontheffing Toezicht bruine w etgeving (verzoektaak): Toezicht Wet PR2.05VTH-verzoek bodembescherming, controle ontgrondingsvergunningen, specifieke opdrachten bruin Toezicht rode w etgeving: Integrale controle BRIKS, toezicht PR2.06VTH-verzoek brandveilig gebruik, specifieke opdrachten rood Toezicht blauw e w etgeving: Uitvoeren toezicht op lozingen, voorschriften Grondw aterw et, PMV grondw aterbeschermingsPR2.07VTH-verzoek gebieden, zw eminrichtingen, kw aliteit riolering, specifieke opdrachten blauw Uitvoeren toezicht groene w etgeving, buitengebied, stiltegebied, PR2.08VTH-verzoek specifieke opdrachten groen PR2.09VTH-verzoek Integrale openbare ruimte, specifieke opdrachten paars Toezicht overig (overige kleursporen): Cross Compliance, toezicht PR2.10VTH-verzoek vuurwerkevenementen, toezicht Luchtvaartw et, toezicht meerdere kleursporen PR2.11-Verzoek Advies ruimtelijke ordening
II
PR2.12-Verzoek
Advies milieucommunicatie
€ 40.035
491 uur
€ 20.937
236 uur
52%
48%
II
PR2.13-Verzoek
€ 19.183
221 uur
€ 53.432
606 uur
279%
274%
II
PR2.14-Verzoek
€ 8.002
100 uur
€ 16.702
184 uur
209%
184%
II
PR2.15-Verzoek
€0
0 uur
€0
0 uur
-
-
II
PR2.16-Verzoek
€ 3.318
39 uur
€ 27.885
335 uur
840%
859%
€0
0 uur
€ 2.221
25 uur
-
-
€ 8.119
96 uur
€ 1.082
12 uur
13%
12%
II II II II
II
II II II
€0
0 uur
€ 466
6 uur
-
-
€0
0 uur
€0
0 uur
-
-
€ 4.052
50 uur
€ 851
11 uur
21%
21%
€0
0 uur
€ 324
4 uur
-
-
€0
0 uur
€ 324
4 uur
-
-
€0
0 uur
€ 324
4 uur
-
-
€0
0 uur
€0
0 uur
-
-
144%
€ 4.052
50 uur
€ 5.708
72 uur
141%
€ 49.043
563 uur
€ 31.155
349 uur
64%
62%
II
PR2.17-Verzoek
Opstellen advies mbt gemeentelijk of provinciaal milieubeleid Advies en onderzoek ikv Besluit bodemkw aliteit, Wbb, asbestw etgeving, mbt (w ater)bodemsaneringsplannen, RAWbestekken, e.d. Advies en onderzoek w ater en monitoring w aterkw aliteit Advies en onderzoek geluid, sanering verkeerslaw aai, zonebeheer industrielawaai Advies en onderzoek luchtkw aliteit en geur
II
PR2.18-Verzoek
Advies en onderzoek externe veiligheid
II
PR2.19-Verzoek
Advies en onderzoek asbest
€0
0 uur
€0
0 uur
-
-
II
PR2.20-Verzoek
Advies en onderzoek bouw - en afvalstoffen
€0
0 uur
€0
0 uur
-
-
Juridische ondersteuning en advies Advies en onderzoek veiligheid en gezondheid, overig advies en onderzoek Ambtelijke ondersteuning
€ 14.915
155 uur
€ 1.567
19 uur
11%
12%
€0
0 uur
€0
0 uur
-
-
€ 4.102
50 uur
€ 46.036
599 uur
1122%
1198%
II
PR2.21-Verzoek
II
PR2.22-Verzoek
II
PR2.23-Verzoek
II
PR2.24-Verzoek
Informatieverstrekking
II
PR2.25-Verzoek
Milieukartering en gegevensbeheer
€ 11.775
Programma II nog toe te delen
PB II
Subtotaal Totaal PB I en PB II
Overig
Opdrachten buiten werkprogramma
Overig
inhaalslag 2013
Overig
Overdracht VVGB-bedrijven
Overig
Subtotaal
150 uur
€ 1.090
14 uur
9%
9%
€ 12.890
168 uur
€ 16.463
155 uur
128%
92%
-€ 13.733
-172 uur
€0
0 uur
0%
0%
€ 165.753 € 1.439.479
1.961 uur 17.793 uur
€ 227.516 € 1.426.201
2.644 uur 17.845 uur
137% 99%
135% 100%
€0
0 uur
€0
0 uur
€ 237.859
2.973 uur
€ 213.240
2.817 uur
€ 546.964
6.837 uur
€ 179.890
2.121 uur
€ 784.823
9.810 uur
€ 393.130
4.938 uur
Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2014 (Geactualiseerd: 20 januari 2015 om 16:11)
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 7 van 18
Nadere toelichting uitputting programma 1 Het in programma 1 geraamde subtotaal voor vergunningverlening bedraagt 3561 uur. Hier staat tegenover een gerealiseerd aantal van 4393 uur. Dit houdt in een overschrijding van 127%. Hieronder zijn de belangrijkste oorzaken opgenomen. - Aantal langslepende en omslachtige procedures: AD International (200 uur meer benodigd dan oorspronkelijk geraamd) Van der Vlist (50 uur meer benodigd dan oorspronkelijk graamd) Wuppermann (40 uur meer benodigd dan oorspronkelijk geraamd) Voor reguliere aanvragen wordt een gemiddelde tijdsbesteding aangehouden van maximaal 60 uur. Voor IPPC bedrijven bedraagt de gemiddelde tijdbesteding ongeveer 60-100 uur en voor BRZO bedrijven 200-250 uur. Een uitgebreide analyse van de gemaakte uren is beschikbaar gesteld. Wel wordt een totaal van 248 uur gecorrigeerd omdat niet alle uren konden worden verantwoord. Speerpunt 1.12 (€335.126 gerealiseerd), betreft voornamelijk een verschuiving in de oude categorie 4 en categorie 3 bedrijven naar type B2 en B1 (LPF). In het verleden werd rekening gehouden met ongeveer 20 uur voor een categorie 4 bedrijf. Conform de huidige indeling wordt voor de controle van een type B2 bedrijf 10 uur geraamd en voor een B1 bedrijf 6 uur. Dit is meer dan een halvering van de beschikbare uren. In totaal gaat het om ongeveer 40 bedrijven waarbij het kengetal niet strookt met de zwaarte van het bedrijf. Waar in eerste instantie dus was uitgegaan van een lager kengetal conform LPF (aantal geraamde uren), bleek dit in de praktijk onvoldoende te zijn. Tijdens de controle is vastgesteld dat de zwaarte van het bedrijf niet in verhouding staat tot het lagere kengetal. Hierdoor waren meer uren nodig dan voorzien. Daarnaast is gebleken dat het percentage hercontrole hoger is dan de 25% welke is opgenomen in het werkprogramma. Het aantal hercontroles op programma 2014 is met 265 stuks ruim 50%. Hiervan zijn er in 2014 maar 115 uitgevoerd ten laste van budget 2014. Op 31 december 2014 was nog sprake van in totaal 150 openstaande hercontroles. Dit had voornamelijk te maken met de piek in het uitvoeren van controles in de maanden november en december. In deze periode zijn 234 controles uitgevoerd. Wanneer wordt gerekend met een percentage hercontrole van 50% dan bedraagt het aantal hercontrole 117 stuks. Dit aantal moet worden gezien als overload richting 2015. Planningtechnisch is de verdeling van de uitgevoerde controles niet goed ingericht. Ideaal zou zijn een gelijkmatige verdeling van het totale werkaanbod over het jaar. Dit is zeker een aandachtspunt voor 2015. Van de nog 150 openstaande hercontroles op 31 december 2014, komen nog 100 stuks ten laste van het budget 2014. Dit wordt gedekt vanuit het nog resterende budget. Er is nog budgettaire ruimte (geraamde omzet vs gerealiseerd omzet) voor een totaal bedrag van ongeveer €75.000. Dit budget wordt ingezet in het werkprogramma 2015. Daarmee wordt het beschikbare budget voor toezicht opgehoogd met het genoemde bedrag van €75.000. De Wabo controles en de onaangekondige controles voor BRZO bedrijven zijn geboekt op speerpunt 1.12, dit terwijl de uren zijn begroot binnen speerpunt 1.13.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 8 van 18
Nadere toelichting uitputting programma 2 Het bedrag (€5.708 gerealiseerd) wat is opgenomen onder speerpunt PR2.10, moet volledig omgeboekt worden naar programma 1 (wabo toezicht en onaangekondigd toezicht). Dit zal worden meegenomen in de eindafrekening 2014. Speerpunt 2.13 (€53.432 gerealiseerd), betreft een groot project UPEV van Jeroen van Venrooij. In totaal is op dit project voor €49.614,40 gerealiseerd. Speerpunt 2.14 (€16.702 gerealiseerd), betreft in totaal 29 adviezen mbt bodemonderzoeken. Dit is meer dan begroot. In de raming was rekening gehouden met een budget van 100 uur (€8.002). Speerpunt 2.16 (€27.885 gerealiseerd), betreft de volgende onderverdeling: - €5.686, zonebeheer industrieterrein Moerdijk in opdracht van Afdeling RMO, - €4.630, in opdracht van afdeling RMO trilling Heijningen, - €3.079, in opdracht van afdeling Veiligheid Basisnet Spoor en; - nog 15 geluidsadviezen. Speerpunt 2.23 €46.036 gerealiseerd), betreft de volgende onderverdeling: - €1.235,23, voorlichtingsavond agrarisch ondernemers iov Cees Buijs, - €22.369, backoffice (diverse mensen zoals Ruben schuurmans, Patrick van Liere, Irma Verwijnen, Femke hubregtse en Louis Jansen). Deze werkzaamheden omvatten algemene werkzaamheden: opschonen dossiers, publicatiegereed maken van dossier, beantwoorden van interne vragen, maken van door de gemeente gewenste overzichten (BRZO), controle van de aanwezige gegevens in SBA Moerdijk en OMWB, onderzoek naar stukken DBM. De genoemde uren hebben alleen betrekking op de bovengenoemde medewerkers. De uren voor de inzet van Jan Oomen als werkverdeler zijn niet meegenomen in dit bedrag. Speerpunt 2.25 €16.463 gerealiseerd, betreft voornamelijk kosten voor het up to date houden van BIS (€10.736). In 2014 zijn ongeveer 55 rapporten/locaties ingevoerd. De jaarlijkes abonnementskosten voor BIS bedragen voor de gemeente Moerdijk €2.015. De ambtelijke ondersteuning door Bram Sebregts voor de gemeente moerdijk, wordt volledig omgeboekt naar de post ‘Opdrachten buiten werkprogramma’. Nadere toelichting uitgevoerde werkzaamheden bij VVGB bedrijven In 2014 zijn in totaal 39 controles uitgevoerd, waaronder 3 her controles uit 2013 en 1 adhoc controle. Ook rondom vergunningverlening zijn diverse werkzaamheden uitgevoerd. Diverse vooroverleggen, meerdere omgevingsvergunningen, een revisievergunning en een veranderingsvergunning. Ook zijn een aantal meldingen Activiteitenbesluit afgerond en is een aantal Verklaringen van geen bedenkingen behandeld. Tot slot is voor een aantal bedrijven een repressief handhavingstraject gestart, dan wel afgerond. Een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden is beschikbaar gesteld.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 9 van 18
4.
Aantallen VTH-gerelateerde zaken
Aantallen afgehandelde, lopende en geregistreerde VTH-gerelateerde zaken VTH-aspecten
Afgehandeld
Lopend
Geregistreerd
Integrale milieucontroles
650
143
12
805
Hercontroles
227
93
60
380
Ad hoc controles
27
5
1
33
Toezicht grijs overig
26
6
0
32
Toezicht bruin
2
4
0
6
Ketentoezicht
1
0
0
1
14
6
1
21
BRZO-controles Omgevingsvergunningen Meldingen AMVB Actualiseren voorschriften Intrekken vergunningen Adviezen t.b.v. vergunningverlening
Totaal
38
21
3
62
106
27
6
139
2
0
0
2
4
0
0
4
18
4
0
22
Behandelde klachten en meldingen
446
4
13
463
Repressieve handhavingstrajecten
79
42
4
125
2
4
0
6
Bezwaar- en Beroepsprocedures Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2014 (Geactualiseerd: 20 januari 2015 om 21:57:16)
Tabellen omvatten zowel inhaalslag als het werkprogramma 2014.De totale omvang van de inhaalslag 2013 is terug te vinden in de tabel op pagina 4.
Afgehandelde zaak: De zaak is inhoudelijk afgerond en qua tijdschrijven afgerond (hierin kunnen ook producten zitten die inhoudelijk in 2013 zijn behandeld en in 2014 zijn afgerond). Lopende zaak: De zaak is inhoudelijk in behandeling.Geregistreerde zaak: De zaak is in
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 10 van 18
het systeem aangemaakt en toebedeeld aan een medewerker. De inhoudelijke werkzaamheden zijn nog niet begonnen. Om uiteindelijk te komen tot een realisatie van alle opdrachten voor het einde van het jaar is gekeken naar mogelijkheden om de uitvoering te versnellen met daarbij aandacht voor de werkwijze binnen Moerdijk. Hiertoe is een plan van aanpak opgesteld en ook uitgevoerd. Onderstaande overzicht geeft inzicht in de nog resterende her controles. Waarbij de voortgang per week in beeld is gebracht.
De bovenstaande tabel met openstaande zaken 2013 en 2014 geeft een ander beeld dan de tabel op de voorgaande pagina. Bij het opstellen van de tabel is rekening gehouden met de werkelijke datum waarop een controle is uitgevoerd, maar waarbij de zaak niet niet formeel de status “afgehandeld” had. Voor alle nu nog niet uitgevoerde her controles wordt de reeds besteedde tijd meegenomen in de afweging voor her verdeling van het werkpakket. Dit houdt in dat alle openstaande her controles waar minder dan 4 uur voor geschreven is, worden doorgeschoven en opgenomen in het nieuwe uitvoeringsplan, met als resultaat om op zeer korte termijn de openstaande her controles volledig te werken.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 11 van 18
5.
Detailrapportage uitgesplitst naar soort (vergunningen)
In deze grafiek zijn de afgehandelde meldingen en vergunningprocedures (zie tabel hoofdstuk 4) uitgesplitst naar categorie bedrijf respectievelijk type vergunning.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 12 van 18
6.
Detailrapportage uitgesplitst naar type inrichting (controles)
In deze grafiek zijn opgenomen het totaal aantal uitgevoerde controlebezoeken van zowel lopende als afgehandelde zaken. In bijlage 1 treft u een gespecificeerd overzicht van de bovenstaande controles.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 13 van 18
7.
Programmabegroting III (collectieve taken)
Met het collectief organiseren van een aantal taken beoogt de OMWB een meerwaarde tot stand te brengen voor haar deelnemers. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van ketenaanpak, een gezamenlijk milieuklachtenloket, informatieuitwisseling en maken van risico-analyses. Door deze taken voor alle deelnemers en in samenhang en waar mogelijk ook in samenwerking met andere omgevingsdiensten en partners te organiseren beoogt de OMWB: • Door goede informatie-uitwisseling en risico-analyses de juiste dingen op het juiste moment te doen; • De regionale en bovenregionale samenwerking te bevorderen; • De samenwerking met onze partners bevorderen; • De milieucriminaliteit te beperken; • In te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Hiermee kan ook voldaan worden aan landelijke eisen en afspraken. Voor de collectieve taken is voor 2014 € 1.200.000 begroot. Dit is uiteindelijk uitgekomen op € 1.217.195. Klachtendienst De klachtendienst die ongeveer de helft van het budget verbruikt van de collectieve taken is volledig ondergebracht in het gebouw van de OMWB waardoor de afstemming tussen klachtenintake en klachtenafhandeling is verbeterd. We zien ook in dit kwartaal een groei van het aantal klachten. De groei van de klachtenstroom zal in eerst instantie worden opgevangen door een verdere efficiency bij de klachtenintake. Voorstellen voor een slimmere verwerking van de klachten zal in Q1-Q2 2015 worden voorgelegd aan het opdrachtgeverspanel. Inmiddels is met Zeeland afgesproken dat de OMWB ook voor hen de klachtenintake gaat verzorgen. Op dit moment (2014) loopt een onderzoek om de huidige klachtendienst van de OMWB en de meldkamer van de Veiligheidsregio te integreren. Als het onderzoek de verwachting bevestigd dat dit een aanzienlijk efficiencyvoordeel oplevert in combinatie met een 24 uursbezetting en een eenduidige ingang voor alle burgers voor (milieu)klachten zal deze integratie in 2016 operationeel kunnen zijn. Andere aanpak vergunningverlening Het innovatietraject ‘Voort’ is eind 2e kwartaal afgerond. Hier zijn 2 innovatieprojecten ontwikkeld. Een daarvan is ‘De Intentievergunning” en is begin Q3 opgestart. In Q4 is het programmaplan opgeleverd die voorziet in uitvoering in Q1-4 2015 met rapportage in Q4 2015. Het AO wordt op de hoogte gehouden over de voortgang. De “Intentievergunning” waar de huidige vergunningsprocedures binnen de geldende wetgeving aanzienlijk verkort worden door methodes die thans in België en Duitsland worden toegepast te combineren. Voor deze aanpak is een intensieve samenwerking met onze partner en opdrachtgever noodzakelijk. Over de achtergrond van het innovatieproject zijn eigenaren in het 3e kwartaal geïnformeerd. In het 3e en 4e kwartaal zijn eigenaren benaderd voor deelname aan een pilot in 2015. In Q4 is het ministerie van I&M in het kader van de Crisis en herstelwet meegenomen in deze aanpak. In Q2 2015 wordt de intentievergunning, in samenwerking met de pilotgemeenten in de 10e tranche van de Crisis en Herstelwet opgenomen. Ook is in Q4 het overleg met het ministerie I&M gestart om vanuit het programma “eenvoudig beter” steun te verkrijgen. In Q2 2015 worden de eerste 3 pilots van de Intentievergunning gestart. Op 1/1/2016 is de verwachting dat deze breed binnen de OMWB/ onze regio kan worden ingevoerd. Voordelen van deze aanpak is een verbetering van het ondernemingsklimaat, een beter dienstverlening en een goede voorbereiding op de nieuwe
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 14 van 18
Omgevingswet Samenwerking met ander Brabantse Omgevingsdiensten In 2014 en 2015 wordt Brabant breed het toekomstbeeld van de ondersteunende ICT architectuur geformuleerd. De landelijk ontwikkelingen volgen zich snel op. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) presenteert een nieuw digitaal stelsel: de Laan van de Leefomgeving. Dat stelsel maakt het leven en werken van ambtenaren, burgers en bedrijven een stuk overzichtelijker: ze kunnen straks gemakkelijk hun weg vinden in de overvloed aan informatie over de leefomgeving, aldus het ministerie. Het stelsel is bedoeld om de Omgevingswet (2018) goed uit te kunnen voeren. Deze landelijke ontwikkeling gaat grote invloed hebben op de ICT architectuur van de omgevingsdiensten en dus ook van de OMWB. In 2014 en 2015 zal de OMWB de opdrachtgevers actief informeren over de consequenties van deze ontwikkelingen. In Q4 is intensief contact geweest met ICT-deskundigen van een aantal gemeenten in onze regio en het ministerie om beeld te krijgen van de noodzakelijke investeringen. In Q1 2015 wordt een globaal investeringsprogramma gepresenteerd dat aan het algemeen bestuur van de OMWB zal worden voorgelegd.. In Q3 zijn in het Brabantbreed Platform Omgevingsrecht de volgende speerpunten voor een gezamenlijke afgestemde aanpak voorgelegd: • Landelijke handhavingstrategie; • Samen tegen dumpen; • Transitie zorgvuldige veehouderij; • Bedrijven net onder BRZO-drempelwaarde; • Samensterk in het Buitengebied SSIB; • Aanpak ketens. In het Q4 2014 en Q1 2015 zijn/zullen deze voorgestelde projecten worden doorgenomen in het opdrachtgeverspanel. Ketenaanpak / Informatiegestuurde handhaving-toezicht (IGH) In het kader van de ketenaanpak lopen er in 2014 2 projecten: RKG-slib en Asbest. De LMA, als belangrijke partner, heeft in Q3 aangegeven in 2014 niet te kunnen deelnemen in het RKG-slib project. Wel vanaf Q1 2015. De projectorganisatie binnen de OMWB staat inmiddels wel klaar zodat begin 2015 direct gestart kan worden. Tbv het ketentoezicht op asbest wordt de combinatie gemaakt met de uitvoering van de behandeling van de sloopmeldingen. In Q3 is gestart met het beschrijven van de processen en het inrichten van de project-organisatie. In Q4 is de aanpak Asbest-sloopmeldingen voorgelegd aan de eigenaren en is de OMWB gereed om de taken vanaf Q1 feitelijk uit te voeren met financiering vanuit programma begroting 1. Belangrijk onderdeel bij prioritering van de handhaving bij de keten aanpak (maar ook bij toezicht op bedrijven) is de informatiegestuurde handhaving (IGH) waarbij de risico’s en de reductie van administratieve lasten centraal staan. Om de basis van (risico)informatie gestuurd toezicht en de handhaving goed te formuleren en in te richten is tot op heden intensief contact met o.a. het functioneel parket, Tilburg University, Avans en Fontys Hogescholen, de BZW en enkele omgevingsdiensten. Het VNO/NCW heeft in Q4 voorstellen bij de staatssecretaris ingediend om toezicht moderner in te richten. De OMWB gebuikt deze signalen voor de eigenaren om met voorstellen te komen om toezicht anders, slimmer en effectiever in te gaan richten. In Q4 (november 2014) is met de CEO’s van de bedrijven in de regio i.s.m de BZW een eerste verkenning uitgevoerd. Een samenwerkingsconvenant is ondertekend door OMWB en BZW. Over de voortgang worden de eigenaren betrokken. Met Tilburg University zijn inmiddels afspraken gemaakt over deelname van de OMWB in het Extended master-programma (start vanaf 1 feb 2015). Doel is om de andere toezichtsaanpak wetenschappelijk te onderbouwen.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 15 van 18
Onderdeel hiervan is de consequenties in beeld brengen van de organisatie van de OMWB met haar partners, de effecten op werkprogramma’s 2016 e.v. en de rol van de opdrachtgevers. IGH wordt vanaf Q1 2015 projectmatig opgepakt voor 1 branche en 1 keten. De presentatie van de (tussen)resultaten zijn voeding voor het programma-advies Toezicht 2016. De verwachting is dat in 2016 meerdere branches met de in 2015 ontwikkelde analysemethodiek behandeld worden. Monitoring De business case ihkv VOORT: ‘OMWB Dashboard’ en ‘VTH informatie’ zijn eind Q2 vastgesteld. In Q3 is gestart met de opbouw van de projectorganisatie. De verwachting dat het dashboard 2015/2016 gefaseerd operationeel worden. Deze dashboards zullen de transparantie van het product van de OMWB voor de opdrachtgever vergoten en zal de efficiency doen verhogen. Level Playing Field Op het gebied van de BRZO taken is binnen Brabant in grote mate sprake van gelijke aanpak (Level Playing Field–LPF). Voor de overige taken is dat in 2014 zeker niet het geval. Er bestaan op uitdrukkelijke wens van de opdrachtgevers verschillende werkconstructies. Bij mandaatconstructies (de OMWB maakt de vergunning en verstuurd de toezichtsbrieven) is nog redelijk beperkt maar bij niet-mandaat-constructies (de OMWB geeft een advies aan de gemeente voor de vergunning en de toezichtsactie) bestaan vele varianten. In Q3 en Q4 2014 is de OMWB samen met het opdrachtgeverspanel gestart met een werkgroep die als doel heeft met voorstellen te komen voor het bestuur van de OMWB om LPF op meerdere terreinen toe te gaan passen. Draagvlak in de werkgroep LPF is er voor de benadering van IGH. In Q4 is gewerkt aan projectplan IGH. Oplevering projectplan IGH : Q1 2015 (zie paragraaf IGH hierboven) Expertsessies Op een aantal inhoudelijke thema’s adviseert de OMWB haar opdrachtgevers (verzoektaken Energie / duurzaamheid / externe veiligheid / RO). Het bereik van de OMWB is op dit onderwerp echter nog beperkt. M.a.w. de OMWB voert deze taken in 2014 uit voor een klein aantal gemeenten, veelal liggend in het westelijk deel van de regio. In Q3 van 2014 zijn successen op dit vlak gedeeld met eigenaren/opdrachtgevers uit de hele regio zodat zij hun voordeel er mee kunnen doen. Uit de feedback die is ontvangen zijn de expertsessie een succes en vragen om een vervolg. Deze wens is in Q4 door de OMWB omgezet in een expertsessieprogramma 2015. Minimaal zal 1 expertsessie per maand worden georganiseerd. Het opdrachtgeverspanel zal hierbij worden betrokken. Veranderende bouwregelgeving De OMWB wordt in Q3 in toenemende mate benaderd door gemeenten om mee te denken over de consequenties van de veranderende wetgeving op het gebied van de bouwregelgeving. De roep om samenwerking met de OMWB op dit uitvoeringsdomein wordt groter. De OMWB participeert hierin als partner en verlengstuk van de gemeente. In Q4 is binnen de OMWB een projectorganisatie opgezet die het mogelijk maakt om gemeenten die acute capaciteitsgebrek hebben te kunnen ontzorgen. Een aantal gemeenten hebben hier in Q4 (en eerder) gebruik van gemaakt. Over de ontwikkelingen mbt de bouwregelgeving (deregulering en privatisering in de bouw) zal in Q1-Q2 een expertsessie worden georganiseerd. De voorbereiding in Q4 gestart.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 16 van 18
Crisisorganisatie In Q4 is het centrale crisistelefoonnummer geïntroduceerd. Vanaf Q4 is het 24/7 mogelijk voor de deelnemers om de OMWB in te schakelen bij GRIP situaties. Dit naast de bereikbaarheid via het al bestaande klachtenintake. Landelijk handhavingsstrategie Invoering van de landelijke handhavingstrategie raakt de OMWB en haar deelnemers. Het resultaat is dat alle deelnemers (inclusief de OMWB) voor het hele omgevingsrechtdomein op eenzelfde wijze acteren bij handhavingszaken. Het doel is ook dat handhavingsinformatie op een eenduidige manier wordt geregistreerd. In samenwerking met o.a. de provincie is in Q4 een expertsessie voorbereid voor Q1 2015.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 17 van 18
8.
Bijlagen
Bijlage I: Lijst met VTH zaken met status uit programmabegroting I Vanwege de omvang en leesbaarheid van deze rapportage treft u deze als losse bijlage bij de rapportage aan. De tabel is gesorteerd op speerpunt.
Bijlage II: Lijst met projecten uit programmabegroting II Vanwege de omvang en leesbaarheid van deze rapportage treft u deze als losse bijlage bij de rapportage aan.
Bijlage III: Lijst met projecten buiten werkprogramma, inhaalslag en VVGB In bijlage III zijn de projecten opgenomen ‘buiten werkprogramma’, ‘inhaalslag 2013’ en ‘VVGB’, voor zover deze in uw gemeente voorkomen. Indien voor uw gemeente geen bijlage III bij de rapportage is gevoegd, betekent dit dat er geen projecten bij ons zijn gelabeld als ‘buiten het werkprogramma’, VVGB bedrijf’ en/of inhaalslag 2013.
Deelnemersrapportage OMWB Gemeente Moerdijk – jaarrapportage 2014
Pagina 18 van 18
JAARVERSLAG 2014
BRZO+
INHOUDSOPGAVE INLEIDING 5 PROGRAMMA BRZO+
6
Bestuurlijke overleggen BRZO+
6
VERGUNNINGVERLENING 8 Domino-aanwijzing 8
INSPECTIES
9
VEILIGHEIDSRAPPORTEN 11 INCIDENTEN SHELL
12
Explosie 12 Stoomincident 12
LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN Onderwerpen zes BRZO-OD’s
RESULTATEN LANDELIJKE BRZO WERKGROEPEN
13 13
16
Werkgroep NIM/GIR
16
Werkgroep Monitoring
16
Werkgroep Veiligheidscultuur
16
Werkgroep Openbaarheid inspectie-informatie
17
Werkgroep Implementatie Handhavingstrategie
17
Werkgroep Landelijke benadering risicobedrijven (LBR/NIM 3)
17
Coördinatieoverleg Brabant
17
DOORKIJK 2015
19
BIJLAGE 1
21
BRZO bedrijven in de regio Midden- en West-Brabant in 2014
21
INLEIDING In het stelsel van vergunningverlening, toezicht en
maar ook over vergunningverlening. Dit moet
handhaving voor de Wabo is afgesproken dat zes
resulteren in slagvaardig, samenwerkend en trans-
omgevingsdiensten (OD’s) zich gaan specialiseren
parant toezicht. Aspecten als onaangekondigde in-
in de uitvoering van de vergunningverlening, het
specties en onderscheid in ernst van overtredingen
toezicht en de handhavingstaken voor BRZO- en Rie
hebben in 2014 nadere aandacht gekregen.
categorie 4-bedrijven. De OMWB is één van de gespecialiseerde BRZO-OD’s. Door gespecialiseerde
Overgang
BRZO-OD’s is enerzijds duidelijk wie op de uitvoering
2014 heeft met name in het teken gestaan van
van de VTH-taken kan worden aangesproken en
een overgang waarin de veranderende organisa-
anderzijds vereenvoudigt het de afstemming
tiestructuur vorm heeft gekregen en toegegroeid
met de inspectie SZW en de veiligheidsregio’s.
is naar een toekomstbestendig stelsel. Vanuit dit
Verderop in dit jaarverslag kijken we terug op de
stelstel wordt stevige regie gevoerd op de uitvoering
eerste fase van deze gespecialiseerde BRZO-OD’s
en worden ontwikkeltrajecten geïnitieerd om de
en de rol van de OMWB daarin.
kwaliteit van de uitvoering te verbeteren. Ook voor de OMWB heeft 2014 in het teken gestaan
Kwaliteitsverbetering
van de overgang. Er is binnen de organisatie een
Op 1 januari 2014 is het landelijke programma
team BRZO+ samengesteld dat zich richt op het
BRZO+ officieel van start gegaan. BRZO+ volgt
verlenen van vergunningen, het houden van toezicht
het programma LAT Risicobeheersing Bedrijven
en uitvoeren van (her)controles bij BRZO bedrijven.
(LAT-RB) op. Hiermee wordt een belangrijke impuls gegeven aan de verdere kwaliteitsverbetering
Bestuurlijke bezoeken
van het toezicht op risicovolle bedrijven. De samen-
Om een goed beeld te krijgen van wat er speelt
werking en de landelijke afstemming omvatten
in gemeenten en om gemeenten te laten zien wat
het volledige pakket van de Wabo-vergunningver-
de OMWB kan betekenen op het gebied van BRZO
lening-, toezicht-, en handhavingstaken (VTH-taken)
heeft directeur Ad Houtman samen met afdelings-
en taken op het gebied van arbeidsomstandigheden
hoofd Remco van den Akker in 2014 alle BRZO
bij BRZO-bedrijven en bedrijven die behoren tot
gemeenten bezocht. Verderop in dit jaarverslag
categorie 4 van de Richtlijn industriële emissies (Rie).
wordt dieper ingegaan op deze bezoeken. De OMWB geeft in dit jaarverslag de rapportage
Van afstemming naar aansturing
weer van de werkzaamheden in 2014. Ook blikt
Waar het voorheen binnen LAT-RB draaide om
de OMWB kort vooruit naar 2015. Daarnaast biedt
afstemming tussen de uitvoerende instanties,
dit verslag ook transparantie in de werkwijze naar
gaat het nu meer om aansturen en programmeren
andere omgevingsdiensten toe.
van de BRZO-inspecties. Dit leidt tot intensievere samenwerking doordat de toezichthouders met elkaar en in afstemming met de overige relevante partijen de samenwerking in het toezicht en de handhaving verder zullen verbeteren en uitwerken. BRZO+ gaat over uniformiteit voor het toezicht,
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 5
PROGRAMMA BRZO+ De OMWB is in 2014 gestart met een programma
Ook over de adviesrol van de OMWB als expertise-
BRZO+. Het doel van het programma is inzicht
organisatie en een goede samenwerking met
krijgen in risico’s voor bestuur en omgeving en
de omgevingsdiensten en de Veiligheidsregio is
beperking van deze risico’s. Dat vereist een goede
gesproken. Provincie Noord-Brabant en Water-
borging van de uitvoering van de VTH-taken door
schap Brabantse Delta zijn begin 2015 bezocht.
actuele vergunningen en risicogestuurd toezicht.
De gemeenten in en buiten onze regio hebben
Het programma richt zich in ieder geval op de
het initiatief zeer op prijs gesteld. De gesprekken
BRZO-bedrijven, maar ook bedrijven die onder
hebben tot veel wederzijds inzicht geleid, waardoor
de BRZO-grens vallen kunnen een relevante
de OMWB in 2015 meer klantgericht en proactief
bedreiging vormen voor de veiligheid in de woon-
gaat samenwerken. Afhankelijk van de noodzaak
omgeving. Met de risicokaart als uitgangspunt is
worden de bezoeken gecontinueerd met een ge-
door de OMWB een overzicht samengesteld van
middelde van 2 maal per jaar.
bedrijven die als risicovol worden ingeschat. Een overzicht is opgenomen in bijlage 1. Bestuurlijke overleggen BRZO+ In 2014 hebben directeur Ad Houtman en afdelingshoofd Remco van den Akker gesprekken gevoerd met bestuurders van de BRZO-gemeenten in de Provincie Noord Brabant. Het doel van deze gesprekken was kennismaken met 24 bestuurders van het lokale gezag, kennisnemen van het gemeentelijk beleid, ideeën en wensen ophalen en het oplossen van vraagstukken. De gespreksonderwerpen varieerden van het toelichten en bespreken van de ontwikkeling van een aantal tools zoals risicogericht toezicht, bestuurlijk gevoelige zaken, Omgevingsanalyse en Risicotaxatiemodel, de risicokaart landelijke ontwikkelingen op BRZO gebied en afgesloten mandaten en DVO’s. Vaak is de communicatie in de uitvoering aan de orde gekomen. Maar ook dat er een zorg is over de tijdig beschikbare en juiste informatie bij calamiteiten, zodat er adequaat kan worden opgetreden door de burgemeester.
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 6
Team BRZO+ Directielid BRZO+ Remco van den Akker
Vergunningverlening
Toezicht en handhaving
Teamleider Diantha Wijngaard
Ondersteuning
Teamleider Ron Ooms
Juridisch • Johan Merkx • Marieke van Ginhoven
Projectondersteuning • Esmeralda Luijcks
Juridisch • Sven de Groot • Ralf Meijs
Beleid • Paul Meerman
Communicatie • Micha van den Oudenhoven • Claire Dekkers
Repressieve handhaving • Arno Adriaansen • Henk Schellekens BRZO-inspectie/beleid • Gudo Stekhuizen • Jan-Gerrit Veeneman • Odette Verhappen • Pedro Wetzels BRZO-inspectie/Wabo • Real Beckers • Job van Eijk • Patrick van Liere • Thomas Nieuwenhuijzen • Jean Vankan
Extern veiligheid • Kees Aarts • Rudy Bos • Corné van Gils • Niels den Haan • Louis Jansen • Pascal Verstraten • Lilian Weeda Vergunningverlening • Berry van den Bogaard • Corné van Dijk • Dorie Gruijters • Steven Jochems • Jan Kieboom • Henri Lobbezoo • Rob Velden • Fons Maas • Coen Neve • Jacky Priester • Simon Pullen • Tristan de Rijk • Wim van Soelen
Jaarverslag 2014 BRZO+
Wabo-inspectie bij BRZO+ • Coen Kouwenberg • Eric van Miert • Annemiek Vermeulen Wabo-inspectie bij BRZO • Debbie van Dijk • Jim Florentinus • Kathleen Klerks • Frank Verberne
pagina 7
VERGUNNINGVERLENING In opdracht van de OMWB is onder begeleiding
Domino-aanwijzing
van Witteveen+Bos in het najaar van 2013 een
Artikel 7 van het BRZO 1999 bepaalt dat inrichtingen
onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van BRZO-
waar zware ongevallen kunnen leiden tot domino-
vergunningen. In totaal zijn 43 dossiers, daterend
effecten bij naburige inrichtingen, geïdentificeerd
van voor 1 januari 2008, doorgelicht. De resultaten
moeten worden. In het BRZO 1999 worden aan-
van dit onderzoek dienden als input voor het werk-
vullende eisen gesteld aan zowel de veroorzaker
programma van 2014.
van het risico als aan de blootgestelde inrichting. Indien een BRZO-inrichting in het verleden is
De OMWB is verantwoordelijk voor de Wabo-
aangewezen als domino-inrichting dient bij een
vergunningen van alle risicovolle Brabantse
aanwijzing ouder dan 5 jaar te worden nagegaan
bedrijven, die onder het BRZO 1999, vallen.
of er nog sprake is van een domino-inrichting.
Voor activiteiten op het gebied van onder andere
Indien de beschikking domino-inrichting ouder is
milieu, bouw en ruimte is een omgevingsvergunning
dan 5 jaar dient de inrichting opnieuw te worden
nodig. De Wabo kent een reguliere procedure van
aangewezen. Een aantal inrichtingen is rond 2005
8 weken voor milieuneutrale veranderingen en een
aangewezen als domino-inrichting. De aanwijzingen
uit-gebreide procedure van 26 weken. In 2014 zijn
zijn in de meeste gevallen niet meer geactualiseerd.
bij de Brabantse BRZO-bedrijven 87 vergunningen verleend. 69 beschikkingen zijn met de reguliere
In oktober 2014 is een inventarisatie uitgevoerd
procedure en 18 beschikkingen zijn met de uit-
naar alle potentiële domino-inrichtingen in
gebreide procedure afgegeven.
Noord-Brabant. In december 2014 zijn in de gemeente Oosterhout twee inrichtingen (European
De OMWB heeft in 2014 een nieuwe standaard
Liquid Drumming B.V en Otentic Logistics) aan-
voor considerans en voorschriften ontwikkeld,
gewezen als domino-inrichting. Begin 2015 zal
waarmee het onderdeel BRZO uniform bij vergun-
de OMWB een project starten om alle domino-
ningen wordt geïmplementeerd. Deze standaard
inrichtingen in Noord-Brabant uiterlijk op 1 mei
is in de landelijke overlegstructuur ingebracht en
2015 via een beschikking van het bevoegde gezag
zal bij herziening van landelijke standaarden begin
als domino-inrichtingen aan te wijzen.
2015 worden meegenomen. Eind 2014 is een project gestart om de dossiervorming binnen de OMWB te verbeteren. Bij dit project is tevens bekeken welke ICT-voorzieningen hierbij noodzakelijk zijn. De eerste resultaten van dit project zijn begin 2015 beschikbaar zijn en dienen als input voor het project voor vervanging van ICT-voorzieningen.
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 8
INSPECTIES In dit hoofdstuk blikken we terug op de uitgevoerde
Provinciale inrichtingen
inspecties in 2014. Tijdens deze inspecties zijn de bedrijven gecontroleerd op de veiligheidseisen die
4% Categorie 1
op het bedrijf van toepassing zijn. Dit betekent dat het bedrijf procedures en werkinstructies moet hebben om zware ongevallen te voorkomen. Tijdens
35% Categorie 2
de inspectie wordt onder andere gecontroleerd of deze aanwezig en geïmplementeerd zijn.
61% Categorie 3
Naast de BRZO-inspecties is ook gecontroleerd op andere wetgeving, waaronder die voor milieu, arbeidsomstandigheden, waterkwaliteit en rampenbestrijding. In 2014 bevonden zich in de regio Midden- en West-Brabant 69 BRZO inrichtingen
Diagram 2: Ernst van de overtredingen
die door de OMWB zijn gecontroleerd. Sommige bedrijven zijn meerdere malen bezocht omdat het naleefgedrag van het bedrijf daar aanleiding toe gaf. In bijgevoegde cirkeldiagrammen is te zien wat het spontaan nalevingsgedrag en de ernst van
Toelichting categorieën Categorie 1 Onmiddellijke dreiging en/of onomkeerbaar risico op
de overtredingen is geweest van alle provinciale
een zwaar ongeval, er is sprake van ernstig gevaar:
en gemeentelijke inrichtingen. Aangevuld met
direct ingrijpen met zwaarste sanctie(s), werkzaam-
de repressieve trajecten in 2014.
heden stilleggen en pas toestaan werk weer aan te
Provinciale inrichtingen
vangen als adequate (nood)maatregelen zijn getroffen. Geen hersteltermijn; Categorie 2
23% Geen overtredingen
Geen onmiddellijke dreiging van een zwaar ongeval, wel duidelijk onvoldoende maatregelen getroffen: herstel afdwingen met zware tot middelzware sanctie(s) binnen gepaste hersteltermijn; Categorie 3
77% Overtredingen
Zeer geringe dreiging van een zwaar ongeval, wel lichtere tekortkomingen: herstel afdwingen met lichtere sanctie(s) binnen redelijke hersteltermijn.
Diagram 1: Spontaan nalevingsgedrag
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 9
Gemeentelijke inrichtingen
Gemeentelijke inrichtingen
10% Geen overtredingen
32% Categorie 2 90% Overtredingen
Diagram 3: Spontaan nalevingsgedrag
68% Categorie 3
Diagram 4: Ernst van de overtredingen
Toelichting categorieën Categorie 1 Onmiddellijke dreiging en/of onomkeerbaar risico op een zwaar ongeval, er is sprake van ernstig gevaar: direct ingrijpen met zwaarste sanctie(s), werkzaamheden stilleggen en pas toestaan werk weer aan te vangen als adequate (nood)maatregelen zijn getroffen.
Repressieve trajecten
Geen hersteltermijn; Categorie 2
13% Repressieve trajecten
Geen onmiddellijke dreiging van een zwaar ongeval, wel duidelijk onvoldoende maatregelen getroffen: herstel afdwingen met zware tot middelzware sanctie(s) binnen gepaste hersteltermijn; Categorie 3
87% Overtredingen
Zeer geringe dreiging van een zwaar ongeval, wel lichtere tekortkomingen: herstel afdwingen met lichtere sanctie(s) binnen redelijke hersteltermijn.
Diagram 5:
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 10
VEILIGHEIDSRAPPORTEN De bedrijven waarvan de vergunde hoeveelheid gevaarlijke stoffen de drempelwaarde uit het BRZO
• Procedurele afhandeling (van ontvangstbevestiging tot publicatie);
1999 overschrijdt, worden verplicht een veilig-
• Inhoudelijke beoordeling op volledigheid;
heidsrapport (VR) op te stellen ter beschrijving
• Verificatie-inspectie.
van de actuele veiligheidssituatie. Een VR moet ter beoordeling worden aangeboden aan het be-
De wettelijke termijn voor het totale beoorde-
voegd gezag voordat een bedrijf in werking treedt
lingsproces bedraagt zes maanden. Zonodig kan
en daarna tenminste eens in de vijf jaar.
deze termijn eenmalig worden verlengd. Boven-
De OMWB verricht (al dan niet onder mandaat)
dien schort de termijn op voor de periode die een
de volgende in het BRZO 1999 vastgelegde werk-
bedrijf nodig heeft om aanvullende gegevens te
zaamheden:
leveren.
• Coördinatie tussen de verschillende betrokken bevoegde gezagen en adviseurs
De OMWB heeft in 2014 een aantal VR-en in
- Inspectie Sociale Zaken en werkgelegen-
behandeling genomen. In onderstaande tabel is
heid, directie arbeidsomstandigheden (mede
aangegeven welke rapporten het betreft, en wat
bevoegd);
hierbij eind 2014 de status van het rapport was.
- Veiligheidsregio (mede bevoegd); - Rijkswaterstaat (adviseur); - Waterschap (adviseur);
Naam inrichting
Naam gemeente
Bevoegd gezag
Datum indiening
Status VR 31-12-2014
Bertschi Klundert
Moerdijk
Gemeente Moerdijk
09-12-13
Aanvullende gegevens gevraagd.
CZL Tilburg
Tilburg
Gemeente Tilburg
26-09-14
Beoordelen volledigheid.
Diffutherm Bladel
Bladel
Gemeente Bladel
18-10-13
Conclusie juist en volledig gepubliceerd.
EDCO
Deurne
Gemeente Deurne
10-12-13
Aanvullende gegevens gevraagd.
Loodet
Breda
Gemeente Breda
25-04-14
Beoordelen volledigheid
Nyrstar Budel
Cranendonck
Provincie Noord-Brabant
31-10-14
Aanvullende gegevens gevraagd.
Stolthaven Moerdijk
Moerdijk
Gemeente Moerdijk
25-07-14
Beoordelen volledigheid
Synbra Technology
Etten-Leur
Provincie Noord-Brabant
01-07-14
Beoordelen volledigheid
Unipol Holland
Oss
Provincie Noord-Brabant
05-08-14
Beoordelen volledigheid
Tabel 1: Veiligheidsrapporten
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 11
INCIDENTEN SHELL Explosie
Stoomincident
Op 3 juni 2014 vonden tweel explosies plaats bij
Op 2 oktober 2014 heeft zich een tweede groot
Shell in Moerdijk, gevolgd door een felle brand.
incident voorgedaan, ditmaal in het stoomsysteem
Tijdens en lange tijd na het incident is door de
van Shell. Dit ging gepaard met aanzienlijk roetende
OMWB op verschillende vlakken een forse inzet
fakkels. Als gevolg hiervan zijn alle fabrieken van
gepleegd.
Shell uit bedrijf genomen. Begin december 2014 zijn de herstelde fabrieken weer in bedrijf genomen. De verwachting is dat de overige fabrieken aan het einde van het derde kwartaal van 2015 weer in bedrijf genomen kunnen worden. Ook voor dit incident is de juridisch correcte, milieuhygienisch verantwoorde en veilige afhandeling door medewerkers van de OMWB bewaakt. De OMWB zal in 2015, samen met de BRZOinspectiepartners (ISZW en Veiligheidsregio) een inspectie inplannen om de basisoorzaken van beide incidenten te bespreken en te controleren
Nabluswerkzaamheden op locatie explosie en brand
wat Shell heeft gedaan om te voorkomen dat dit weer gebeurt.
Tijdens het incident vooral in de vorm van informatieverstrekking richting gemeente Moerdijk en de provincie Noord-Brabant, maar later ook door inspectiebezoeken tijdens het schoonmaken en opruimen van het getroffen gedeelte. Daarnaast is veel informatie richting de Onderzoeksraad voor Veiligheid gegaan en zijn diverse interviews afgenomen bij medewerkers van de OMWB. Bovendien is de nodige tijd besteed aan de juridisch correcte, milieuhygienisch verantwoorde en veilige afhandeling van dit incident. De conclusies van de onderzoeksraad over het
Overzicht van locatie van de explosie en brand
incident worden medio 2015 verwacht. Hieruit volgen de acties die Shell zal moeten ondernemen om te voorkomen dat het incident zich nogmaals voor kan doen. De heropbouw van de fabriek is inmiddels gestart en zal in 2015 afgerond worden.
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 12
LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN In het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de Wabo is afgesproken dat zes Omgevingsdiensten (OD’s) zich gaan specialiseren in de uitvoering van de taken voor BRZO- en Rie categorie 4-bedrijven. De OMWB is één van de gespecialiseerde BRZO-OD’s. Door gespecialiseerde BRZO-OD’s is enerzijds duidelijkheid wie op de uitvoering van de VTH-taken kan worden aangesproken en anderzijds vereenvoudigt het de afstemming met de inspectie SZW en de Veiligheidsregio’s. De ambitie is de taakuitvoering zodanig verder te professionaliseren dat de partners samenwerken en opereren als één overheids(dienst). Dit wordt bereikt door:
OMWB
• Landelijk uniform te werken, level playing field; • Samen te werken als één overheid richting bedrijfsleven; • Bedrijven integraal te benaderen en te beoordelen; • Risicogestuurd te werken; • Door te pakken waar nodig en ruimte geven waar dat kan; • Transparant te zijn, zowel naar bedrijven als naar derden.
Werkgebieden zes BRZO-OD’s in Nederland.
Met het invoeren van BRZO-OD’s ontstaat een
Onderwerpen zes BRZO-OD’s
nieuwe uitvoeringsorganisatie die staat voor een
De uitvoering van BRZO-taken en VTH-taken bij
gezamenlijk en gecoördineerde uitvoering van taken.
de BRZO-bedrijven en de RIE-cat-4-bedrijven
De uitvoering van de VTH-taken start niet opnieuw,
ligt bij de zes BRZO-OD’s. Iedere BRZO-OD is
maar wordt op een andere wijze georganiseerd.
verantwoordelijk voor de uitvoering van de eigen
Bestaande instrumenten, uitvoeringsbeleid en af-
VTH-taken met volledig mandaat van het bevoegd
spraken blijven. De nieuwe uitvoeringsorganisatie
gezag. De BRZO-OD’s werken samen om de ambities
staat voor een programmatische aanpak van de
te verwezenlijken, waarbij elke BRZO-OD de
VTH-taken. Er wordt gewerkt met een landelijk
verantwoording heeft voor een deel van de
jaarplan en een landelijke jaarrapportage, die
gezamenlijke werkzaamheden. Iedere BRZO-OD
op transparante wijze inzichtelijk maakt hoe de
heeft daarmee eigen taken binnen de landelijke
uitvoering van taken wordt ingericht en wat de
samenwerking.
resultaten zijn.
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 13
In 2014 zijn de volgende onderwerpen verdeeld
ieder moment moet per inrichting een overzicht
over de zes BRZO-OD’s:
beschikbaar zijn met alle vigerende vergunningenvoorschriften.
1. Implementatie PGS29 VTH-breed (ODNZKG)
Naast de uniformering van vergunningverlening op
De stand van zaken: Het projectplan is op 8 mei
operationeel niveau is op initiatief van het IPO
2014 door BRZO+ geaccordeerd. Prioritair binnen
in 2014 gestart met de ontwikkeling van een
het project zijn het opstellen van het toetsings-
landelijke vergunningenstrategie. De strategie
kader voor overheden om gelijkwaardigheid te
wordt ontwikkeld om in te spelen op de komst van
beoordelen, het oprichten van een expertteam
de omgevingswet en is bedoeld om landelijk een
en het bijdragen aan een verbeterde PGS 29.
gelijk speelveld te creëren voor initiatiefnemers.
De actualisaties lopen door.
Bovendien kan de landelijke strategie vergunningverlening als kader dienen om de opdrachtgever-
2. Opleidingen, voldoen aan Q-criteria (RUD Limburg)
opdrachtnemerrelatie tussen bevoegde overheden
Dit betreft de implementatie van kwaliteitscriteria
en omgevingsdiensten landelijk eenduidig vorm te
voor BRZO-toezicht en vergunningverlening.
geven.
Er zijn criteria opgesteld door de LAT-rb, die aanvullend zijn op de PUMA 2.1 criteria. In 2014
4. Concernaanpak (OD Groningen)
is een GAP-analyse uitgevoerd en is gewerkt aan
Concerns zoals Gasunie en AKZO-Nobel hebben al
een bijpassend voorstel om de GAP weg te nemen.
enige tijd één aanspreekpunt bij de overheid voor
In samenwerking met de BRZO-academie wordt
het BRZO. Dit aanspreekpunt faciliteert het twee-
een concrete modulaire opleiding voorbereid.
richtingsverkeer tussen bedrijf en overheid. In dit aanspreekpunt zijn de BRZO-OD’s in gezamenlijk-
3. Afstemming normering en vergunningverlening
heid met de andere bevoegde instanties verenigd.
(ODRN)
Er zijn accounthouders benoemd die enerzijds
Voor de uniformering van vergunningverlening
coördineren tussen het bedrijf en de betrokken
is door de zes BRZO-OD’s een werkgroep gefor-
bevoegde gezagen en anderzijds coördineren tus-
meerd die een aantal onderwerpen met betrekking
sen de bevoegde gezagen onderling. Er zal worden
tot vergunningverlening gaat harmoniseren.
onderzocht hoe dit ook bij andere BRZO-bedrijven
De volgende onderwerpen zullen in 2015 door
met meerdere vestigingen toegepast kan worden,
de werkgroep worden uitgewerkt:
met als doel om bedrijven in Nederland uniform te
• Afwegingsruimte binnen het wettelijk kader voor
behandelen.
een aantal relevante onderwerpen zoals externe veiligheid, luchtemissie, BBT, energie; • Kengetallen ten aanzien van tijdsbesteding bij diverse producten;
5. Afstemming met het OM (OMWB) Er moet een goede afstemming zijn met het OM voor het uitwisselen van informatie en het stellen
• Afstemmen met betrokken partners;
van gezamenlijke prioriteiten over de inzet van de
• Actualisatiebeleid. Welke criteria hanteren we
strafrechtelijke capaciteit.
bij actualisatie van omgevingsvergunningen? Ouderdom vergunning, BBT-conclusies, nieuwe
6. Afstemming met bestuurders (DCMR)
BBT-documenten, handhavingsbevindingen.
Dit houdt in het verzorgen/onderhouden van een
• Het geconsolideerd vergunningoverzicht. Op
Jaarverslag 2014 BRZO+
stevige bestuurlijke verbinding. De bestuurlijke
pagina 14
verbinding bestaat uit meerdere dimensies: • tussen de zes BRZO-omgevingsdiensten en de bestuurders/opdrachtgevers van de afzonderlijke BRZO-OD’s (gemeenten en provincies); • tussen zes BRZO-omgevingsdiensten de koepels VNG en IPO; • tussen zes BRZO-omgevingsdiensten en overige deelnemers in de verschillende overleggen van het VTH stelsel (implementatieberaad, directeurenoverleg VTH en het Bestuurlijk Omgevingsberaad). Gezamenlijk met de IPO gedeputeerden en VNG bestuurders. 7. Afstemming met het bedrijfsleven (DCMR) Afstemming met het bedrijfsleven vindt nu plaats door deelname van verschillende partners van het bedrijfsleven aan het BRZO+ overleg. De frequentie is 2 tot 3 maal per jaar. In het overleg wordt informatie uitgewisseld over bijvoorbeeld onderwerpen die vanuit het initiatief van Veiligheid Voorop plaatsvinden. 8. Afstemming communicatie (OMWB/DCMR) Het doel is te communiceren over behaalde resultaten.
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 15
RESULTATEN LANDELIJKE BRZO WERKGROEPEN Op landelijk niveau is door verschillende werk-
systematiek - de Monitor BRZO - breed geïmple-
groepen in 2014 gewerkt aan ontwikkelings-
menteerd. Deze systematiek zal in lijn met de
activiteiten. Zo zijn er incidentele werkgroepen die
ambitie van BRZO+ worden uitgebreid. De uitvoering
tijdelijk aan een bepaald aspect werken en zijn er
van de monitoringsactiviteiten is belegd bij de
structurele werkgroepen die aan de slag gaan met
werkgroep Monitoring.
onderwerpen die langdurige aandacht vragen. De werkgroepen worden bemenst vanuit de betrokken
Werkgroep Veiligheidscultuur
toezichthoudende diensten, waarbij rekening ge-
Bedrijven dienen alle maatregelen te treffen die
houden wordt met een eerlijke en reële verdeling
nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen.
van lasten. Ook door vertegenwoordigers van de
Met andere woorden: zij moeten goede veilig-
OMWB zijn diverse inspanningen verricht in deze
heidsprestaties leveren. De overheid dient hierop
landelijke werkgroepen. Hieronder volgt een over-
efficiënt en goed toezicht uit te oefenen. De veilig-
zicht van de activiteiten binnen de verschillende
heidsprestaties van een bedrijf worden beïnvloed
werkgroepen waar in 2014 aan is gewerkt.
door de techniek, het managementsysteem en de veiligheidscultuur.
Werkgroep NIM/GIR
De werkgroep Veiligheidscultuur heeft zichzelf
Ten behoeve van het gezamenlijk uitvoeren van
twee doelen gesteld;
inspecties in het kader van het BRZO 1999 is de
1. Het strategische doel is door efficiënt en ef-
Nieuwe Inspectiemethodiek BRZO (NIM) ontwikkeld.
fectief toezicht de compliance op het gebied
Het doel daarvan is uniformiteit en kwaliteit in de
van de BRZO-wetgeving te verbeteren. Dit
uitvoering van inspecties. Ter ondersteuning van
gebeurt door middel van beïnvloeding van de
het inspectieproces is in 2007 de Gemeenschap-
veiligheidscultuur van het bedrijf door gericht
pelijke Inspectie Ruimte (GIR) gecreëerd. Hiermee
toezicht en handhaving op die onderwerpen van
wordt een inspectierapport gegenereerd en wordt
de BRZO-wetgeving die het meest beïnvloed
een database opgebouwd voor monitoring van alle uitgevoerde inspecties in Nederland. De GIR kan
worden door de veiligheidscultuur. 2. Het tactische doel is een analysemethodiek en een
alleen gebruikt worden door geautoriseerde in-
inspectiemethodiek te ontwikkelen ten behoeve
specteurs, omdat de informatie die in het systeem
van de BRZO-inspecties. Met de methodiek krijgt
staat vertrouwelijk is.
de inspecteur kennis over de veiligheidscultuur van een bedrijf en over de wijze waarop deze
Werkgroep Monitoring
de naleving van de BRZO-wetgeving beïnvloedt.
Het doel van monitoring is om de prestaties van
De werkgroep veiligheidscultuur heeft in 2014
de toezichthoudende diensten inzichtelijk te maken
gewerkt aan een methodiek om met behulp van
om vervolgens verbeteringen te kunnen doorvoeren.
toezichtsinformatie bedrijven te selecteren waar
Daarnaast bieden de verzamelde gegevens inzicht
de veiligheidscultuur verbeterd moet worden.
in de kwaliteit en het effect van het toezicht.
In 2015 worden deze werkzaamheden voortge-
De Gezamenlijke inspectieruimte (GIR) vormt
zet en wordt er een inschattingsinstrument voor
een belangrijke bron voor de gegevensverzameling.
veiligheidscultuur opgesteld.
Voor het BRZO-toezicht is een landelijke monitorings-
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 16
Werkgroep Openbaarheid inspectie-informatie
Handreiking HH strategie BRZO1999
Het huidige klimaat is dusdanig dat politiek en
Voor het toepassen van de landelijke Handhaving-
burgers meer openheid van de overheid verwachten.
strategie BRZO 1999 is een handreiking opgesteld.
Ook de wetgeving verplicht overheden overheids-
In 2014 is een opleiding ontwikkeld voor inspecteurs en
informatie actief openbaar te maken, al is niet
juristen waarin aan de hand van praktijkvoorbeelden
expliciet aangegeven om welke informatie het gaat.
het handelen volgens de strategie verduidelijkt is.
Binnen BRZO+ is de stap naar actieve openbaar-
De opleiding is in 2014 door alle inspecteurs en
making van inspectie-informatie van risicovolle
juristen gevolgd. Het doel van de opleiding is dat
bedrijven voorbereid. Het doel is enerzijds trans-
het werken volgens de strategie verbetert en de
parant te zijn en anderzijds ongenuanceerde
beoogde uniformiteit van de handhaving vergroot.
beeldvorming te voorkomen. Om inspectie-informatie
Het nieuwe besluit BRZO 2015 treedt naar ver-
voor derden toegankelijk te maken, hebben de
wachting op 1 juni 2015 in werking. De bedoeling
toezichthoudende partijen in BRZO+ afgesproken
is om de Landelijke handhavingstrategie BRZO
de samenvattingen van inspectierapporten op een
hier op aan te passen.
centrale plek beschikbaar te stellen. In 2014 zijn de eerste openbare samenvattingen online gezet
Werkgroep Landelijke benadering risicobe-
en worden de mandaten voor 2015 geregeld. Een
drijven (LBR/NIM 3)
voorwaarde is dat de samenvattingen eenduidig
In het BRZO-domein worden inspecties uitgevoerd
en in begrijpelijke taal zijn opgesteld, zodat deze
volgens de Nieuwe InspectieMethodiek (NIM 2).
leesbaar en helder zijn voor derden. Dit vraagt de
Er is al geruime tijd behoefte aan een upgrade van
nodige voorbereiding.
de NIM. Onderwerpen waar al een landelijke aanpak voor is ontwikkeld (PGS15, PGS29), krijgen zo
De werkgroep Openbaarheid inspectie-informatie
een juiste plek in de NIM. Bovendien is actualisatie
heeft gezorgd voor:
gewenst, vanwege wijzigingen in wet- en regel-
• een kadernotitie;
geving. Naast actualisatie zijn ook vernieuwing en
• een format voor een openbare samenvatting van
verbreding noodzakelijk. De werkgroep LBR/NIM3
een inspectierapport;
is in oprichting. De werkgroep heeft in 2014 een
• praktische voorbeelden;
projectplan opgesteld. In 2015 wordt hier door de
• een training voor alle inspecteurs voor het schrijven
OMWB actief aan deelgenomen.
van een samenvatting in begrijpbare taal. Coördinatieoverleg Brabant Werkgroep Implementatie Handhavingstrategie
Ongeveer eens in de 6 weken vindt het coördinatie-
In 2014 is de Landelijke Handhavingstrategie
overleg Brabant plaats. Hieraan nemen naast een
BRZO 1999 aangeboden aan de bestuurders van
BRZO-toezichthouder/-coördinator en vergunning-
de drie betrokken partijen (WABO-bevoegd gezag/
verlener van de OMWB ook een afgevaardigde van
ISZW/Veilgheidsregio’s). Een belangrijke stap in
de Veiligheidsregio, Inspectie SZW, het waterschap
de samenwerking tussen overheidsdiensten.
Brabantse Delta, Rijkswaterstaat en ILenT deel.
De opdracht aan de werkgroep is het bevorderen
Tijdens dit overleg worden lopende zaken besproken
en verbeteren van het werken volgens de Lande-
over de uitvoering van BRZO-inspecties, worden
lijke Handhavingstrategie.
best practices besproken, worden projecten uitgerold en wordt de nieuwe planning voor het komende
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 17
jaar doorgenomen. Ook worden een aantal zorgdossiers doorgenomen om te zorgen dat alle instanties hetzelfde beeld hebben van het bedrijf en de aanpak van de inspectie en handhaving op elkaar afgestemd kunnen worden. Ieder jaar worden ook nieuwe jaardoelen voor dit overleg vastgesteld, die aan het begin van het nieuwe jaar worden geëvalueerd.
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 18
DOORKIJK 2015 In 2015 zal de Seveso III-richtlijn worden geïm-
• Het exploitatieverbod ten behoeve van de arbeids-
plementeerd in de Nederlandse wetgeving via het
veiligheid uit BRZO 1999 wordt uitgebreid met
BRZO 2015. De inhoud van deze richtlijn is op
mogelijkheid tot een exploitatieverbod indien
hoofdlijnen hetzelfde gebleven. De belangrijkste
veiligheid onvoldoende is geborgd.
wijziging is de verwerking van de nieuwe indeling van gevaarlijke stoffen volgens de Europese
In de eerste helft van 2015 wordt binnen de OMWB
verordening voor de indeling, etikettering en
een project uitgevoerd om de consequenties van
verpakking van stoffen en mengsels (CLP-verorde-
de implementatie van de Seveso III-richtlijn voor
ning). Daarnaast bevat de Seveso III-richtlijn veel
Noord-Brabant in beeld te brengen.
wijzigingen ter actualisatie of verduidelijking. Omgevingswet en bevoegd gezag De planning is dat de Seveso III-richtlijn uiterlijk 1
In de huidige plannen is het de bedoeling dat alle
juni 2015 in werking treedt. De belangrijkste wijzi-
BRZO-inrichtingen onder het bevoegd gezag van
gingen die worden voorzien zijn de volgende:
de provincie komen te vallen. Dit zal op zijn laatst
• Er zal een aantal nieuwe begrippen worden geïn-
met in werking treden van de Omgevingswet zijn
troduceerd. Waar nu nog wordt gesproken over
vastgelegd in de regelgeving.
PBZO- en VR-inrichtingen zal voortaan worden gesproken over lage- en hogedrempelinrichtingen.
BRZO binnen de OMWB
Bovendien worden begrippen gedefinieerd voor
Binnen de organisatie is een team BRZO+ samen-
nieuwe, bestaande en andere inrichtingen (over-
gesteld waarbinnen de taken rond de meest risico-
gangsrecht).
volle bedrijven zijn geconcentreerd. Dit zijn taken
• Voor een beperkt aantal stoffen wijzigen de
als het verlenen van vergunningen, het uitvoeren
drempelwaarden. De consequenties zijn moeilijk
van (her)controles en indien noodzakelijk het
samen te vatten. Er wordt een beperkte wijzi-
opstarten en uitvoeren van handhavingzaken.
ging in het aantal bedrijven verwacht.
Maar ook de adviestaken van de specialisten op
Het zal met name gaan om verschuivingen
het gebied van externe veiligheid wordt ter onder-
tussen lage en hoge drempel-inrichtingen.
steuning van de uitvoering van de VTH-taken
• Er wordt een mogelijkheid gecreëerd om een
alsook voor een goede ruimtelijke planvorming.
stof uit de Seveso-richtlijn en het BRZO te
Door vergunningverleners, inspecteurs en speci-
verwijderen.
alisten rondom de risicovolle bedrijven samen te
• Er wordt duidelijker aangegeven dat in veilig-
brengen wordt de samenwerking geïntensiveerd
heidsrapporten meer aandacht moet worden
waardoor risico’s zoveel mogelijk worden beperkt.
besteed aan externe oorzaken, zoals overstro-
Ook werkt het team BRZO+ intensiever samen
mingen en aardbevingen, en mogelijke domino-
met externe partners, zoals de veiligheidsregio.
effecten.
En gaat door met het verder doorontwikkelen
• Informatie over het laatste inspectiebezoek moet (digitaal) beschikbaar worden gesteld
van bestuurlijke sensitiviteit via opleidingen en cursussen.
voor derden.
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 19
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 20
BIJLAGE 1 BRZO bedrijven in de regio Midden- en West-Brabant in 2014 AD International
Marcogas industriele en vloeibare gassen
Air Liquide Eindhoven
Mepavex Logistics
Alliance
Messer
Argos Storage - Tankopslag Geertruidenberg
Metabel
Beko / Vulcan Vuurwerk
Mikron
Bertschi Klundert
IKO Insulations / Nebiprofa
Caligen Europe
Nederlandse Gasunie-TOI Ravenstein-Alphen
Chroomtechniek van der Velden
Nederlandse Gasunie-TOI Ravenstein-Ravenstein
Coatex Netherlands
Nederlandse Gasunie-TOW Boxtel-Beekse Bergen
Crealis Nederland
NTG
CZL Tilburg B.V.
Nuplex Resins
DBM Blending
Stichting Vergunning De Geer
Diffutherm
Stichting Vergunning Moleneind
Domeinen Roerende Zaken Ulicoten
Nyrstar Budel
Donders Gas Specialiteiten B.V.
Oliecentrale Nederland Zuid
Driessen Logistics
Otentic logistics
DSM NeoResins
OWTC Olieopslag
EDCO Deurne
Primagaz Tilburg
Enthone
Remondis Argentia
Erca Emery Surfactants
Rendac Son B.V.
Euro Support Advanced Materials
Sabic Innovative Plastics
European Liquid Drumming
Shell Nederland Chemie Moerdijk
Fireworks Import & Export BV
SPG Prints
Fokker Landing Gear
Stahl Europe
Frans de Wit
Stolthaven Moerdijk B.V.
Fujifilm Manufacturing Europe
Synbra Technology
Gondrand Traffic
Unipol Holland
IFF
Vallen Interstaf Vuurwerk
Ineos Styrenics Netherland
Vd Anker Distributie Roosendaal Stepvelden
Kolb Nederland
Vd Anker Distributie Roosendaal Tussenriemer
Koninklijke Sanders
Vd Anker Transport en Overslag Son
Kuehne + Nagel Logistics
Versteijnen’s Internationaal Transportbedrijf
Linde Gas Therapeutics Benelux Eindhoven
Vollenhoven Olie
Loodet (Lydia) Van de Werken Hardchroomindustrie Lyondel Basell Benelux BV
Jaarverslag 2014 BRZO+
pagina 21
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Spoorlaan 181 5038 CB Tilburg Postbus 75, 5000 AB Tilburg (013) 206 01 00
[email protected] www.omwb.nl Milieuklachtenlijn (013) 206 05 00 (24 uur per dag) Directeur A. Houtman (013) 206 02 43
[email protected]
JAARVERSLAG 2014 Vergunningen en Handhaving
2
1.
Inhoud
blz. 3
2.
Inleiding
blz. 4
3.
Samenvatting uitgevoerde taken 3.1 3.2 3.3
4.
Vergunningen Handhaving Financiële verantwoording OMWB 2014 VTH taken
blz. 5 blz. 6 blz. 11
Bouwen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
Inleiding vergunningsprocedures activiteit bouwen Leges Bijzonderheden met betrekking tot vergunningverlening Toezicht bouwfase
blz. 13 blz. 13 blz. 14 blz. 15 blz. 16
Brandveiligheid gebruiksfase 5.1 5.2 5.3
6.
Inleiding Vergunningen en meldingen brandveilig gebruik Toezicht brandveilig gebruik
blz. 19 blz. 19 blz. 19
Milieutaken gebruiksfase 6.1 6.2 6.3 6.4
7.
Inleiding Vergunningen/meldingen en toezicht Klachten en ongewone voorvallen Financiële verantwoording OMWB 2014 VTH taken
blz. 23 blz. 23 blz. 25 blz. 26
Bijzondere wetten en openbare ruimte 7.1 7.2 7.3
8.
Inleiding Vergunningen Toezicht
blz. 30 blz. 30 blz. 31
Overige taken gebruiksfase 8.1 8.2 8.3
Project buitengebied Arbeidsmigranten Woonwagencentrum Klundert
blz. 33 blz. 33 blz. 33
9.
Sloopactiviteiten
blz. 34
10.
strafrechtelijke zaken
blz. 36
11.
verzoeken om handhaving
blz. 36
12.
repressieve taken
Blz. 37
13.
Bezwaar en beroep
blz. 37
14.
Loket vergunningen en handhaving
blz. 39
15.
Toezichtsbeleving
blz. 40
Bijlage 1 Klachten 1.1 Algemeen 1.2 Klachten gemeente Moerdijk 2013 1.3 Klachten Industrieterrein Moerdijk 2013
2
Eindafrekening en verantwoording OMWB 9.1 Inleiding 9.2 Verantwoording uitvoeringsprogramma OMWB 2014
3
blz. 41 blz. 43 blz. 51 blz. 56 blz. 56
Uitvoering Toezicht gemeentelijke BRZO-bedrijven Moerdijk 2014
3
2. INLEIDING Voor u ligt het jaarverslag Vergunningen en Handhaving 2014. Het verslag heeft betrekking op de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. In dit verslag wordt verantwoording afgelegd over de door gemeente Moerdijk in 2014 verrichtte taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken). In het verslag wordt ingegaan op de resultaten van 2014 met betrekking tot: - verleende vergunningen; - uitgevoerde toezichtbezoeken en controles; - juridische procedures voor vergunningverlening en handhaving; - klachtenafhandeling; - Inspecties ingevolge het Besluit risico zware ongevallen (BRZO); - toezicht op de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Wettelijke verplichtingen: Op grond van artikel 7.7 van het Besluit omgevingsrecht zijn burgemeester en wethouders verplicht jaarlijks verslag te doen met betrekking tot de uitvoering het van het handhavingsbeleid. In dit verslag wordt naast de verantwoording over de uitgevoerde toezichts- en handhavingstaken ook verantwoording afgelegd over werkzaamheden met betrekking tot vergunningverlening. Dit laatste onderdeel is geen wettelijke verplichting maar doet Moerdijk nu al een geruim aantal jaren op ‘vrijwillige’ basis omdat de gemeente graag open en transparant over de uitgevoerde VTH-taken en werkzaamheden. Moerdijk is van oudsher van mening dat vergunningverlening, toezicht en handhaving onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het is dan ook niet meer dan logisch dat over deze genoemde onderdelen in één jaarverslag verantwoording wordt afgelegd. Op grond van artikel 169 van de Wet kinderopvang moet ook een jaarverslag van de handhavingsactiviteiten worden opgesteld. De werkzaamheden worden wel uitgevoerd door afdeling vergunningen en handhaving, maar deze specifieke verantwoording maakt geen deel van dit jaarverslag en zal in een apart jaarverslag Wet kinderopvang worden vastgelegd. In 2012 hebben alle gemeenten in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een verplichte inventarisatie uitvoeren in het kader van de kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningverlening, toezicht en handhaving krachtens de Wabo. Eind december 2014 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu een wetswijziging ingediend m.b.t. de kwaliteitscriteria 2.1. De uitwerking hiervan vindt pas in 2015 plaats. Daarom maakt dit traject verder geen deel uit van dit jaarverslag. Verantwoording aan derden Het jaarverslag wordt na vaststelling door ons college in het kader van het interbestuurlijk toezicht verzonden aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en aan de gemeenteraad. Daarnaast wordt het jaarverslag ook op de gemeentelijke website geplaatst. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een samenvatting gegeven op hooflijnen m.b.t. de onderdelen vergunningen, handhaving, bezwaar en beroep en klachten. In de hoofdstukken 4 tot en met 13 en in de bijlagen wordt per onderdeel nadere informatie gegeven met betrekking tot • overzicht uitgevoerde werkzaamheden m.b.t. bouwen; • overzicht uitgevoerde werkzaamheden m.b.t. gebruiksfase; • overzicht uitgevoerde werkzaamheden m.b.t. buitengebruikstellen/slopen; • overzicht uitgevoerde werkzaamheden m.b.t. repressieve handhaving • overzicht uitgevoerde werkzaamheden bezwaar en beroep; • overzicht behandeling klachten en meldingen. Voor bepaalde onderdelen zijn gegevens aangeleverd door de Omgevingsdienst Midden-en West Brabant (hierna te noemen OMWB). De OMWB voert deze taken uit namens gemeente Moerdijk. De verslagen van de OMWB zijn als bijlage bijgevoegd. De resultaten, conclusies en aanbevelingen worden in de betreffende hoofdstukken van dit jaarverslag behandeld. Het betreft dan de volgende verslagen: • Jaarrapportage OMWB 2014 • Jaarverslag 2014 BRZO+ • Jaaroverzicht klachten
4
3. SAMENVATTING UITGEVOERDE TAKEN In dit hoofdstuk worden de conclusies weergegeven met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden van het uitvoeringsprogramma Vergunningen en Handhaving 2014. Voor nadere informatie betreffende de genoemde conclusies en aanbevelingen verwijzen wij u naar de daar op betrekking hebbende hoofdstukken. 3.1 Vergunningen In 2014 zijn in totaal 1.860 aanvragen binnen gekomen. Dit zijn aanvragen voor omgevingsvergunningen, evenementenvergunningen, milieumeldingen, kinderopvang, drank & horeca etc. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning kan bestaan uit meerdere activiteiten zoals bouwen, milieu, ruimtelijke ordening en brandveilig gebruik. In het totaal aantal van 1.860 zijn alle te behandelen activiteiten apart geteld. Het totaal aantal te behandelen aanvragen/activiteiten ging van 2100 aanvragen in 2011 terug naar 1780 aanvragen in 2013. In 2014 is een licht stijging waarneembaar naar 1860 aanvragen (tabel 3.1) Tabel 3.1
De stijging van het aantal aanvragen komt door toename van het aantal aanvragen voor bouw- en sloopactiviteiten, ruimtelijke ordening en evenementen. De toename van het aantal aanvragen voor bouw/sloopactiviteiten is o.a. een gevolg van de samenwerking met de OMWB, waarvoor adviezen in het kader van aanvragen omgevingsvergunning activiteit bouwen en slopen worden behandeld. In totaal zijn 135 adviesaanvragen van de OMWB ontvangen. Er zijn ook enkele type aanvragen waar een daling waarneembaar is, zoals milieu, leegstandswet en drank & horeca. In tabel 3.2 wordt een overzicht gegeven van het aantal aanvragen dat in 2014 is ontvangen per hoofdgroep. Duidelijk is dat aanvragen voor bouw- en sloopactiviteiten met 45% een groot aandeel heeft in het totaal aantal aanvragen, gevolgd door evenementen met 19% en milieu met 10%. Tabel 3.2
5
Niet alle ingediende aanvragen zijn op 31 december 2014 zijn afgehandeld. Deze procedures lopen door in 2015. De redenen hiervan zijn divers: de aanvragen zijn eind 2014 ingediend, er een procedure loopt in het kader van bezwaar en beroep of dat er nog een bestemmingsplanprocedure loopt . Het is zelfs mogelijk dat procedures daardoor langer kunnen duren dan 1 jaar. In tabel 3.3 is het aantal op 31 december 2014 nog in behandeling zijnde procedures aangegeven. In totaal gaat het om ca. 600 lopende procedures op alle taakvelden. Ruim 50% hiervan betreft procedures in het kader van bouwen, slopen en milieu. Tabel 3.3
Het te ontvangen bedrag aan leges is afhankelijk van het aantal ontvangen aanvragen waarop leges kunnen worden geheven en de hoogte van de leges per aanvraag. Voor een aantal aanvragen zijn het vastgestelde bedragen en voor sommige aanvragen zijn speciale tarieven van toepassing. Voor bouwactiviteiten is het afhankelijk van de bouwkosten. Omdat de opbrengst van de leges voor het grootste gedeelte bestaat uit bouwleges kan de totale opbrengst per jaar fluctueren. Dit heeft vooral te maken met het aantal aanvragen in combinatie met de bouwkosten per aanvraag waarover leges kunnen worden geheven. Voor nader informatie verwijzen wij u naar paragraaf 4.3. Milieuvergunningen en meldingen In de verantwoording van de OMWB komt naar voren dat er voor 2014 een overschrijding is van €74.000, op het totale budget van € 276.500, voor het uitvoeren van werkzaamheden voor vergunningen/meldingen. Dit is een overschrijding van 27%. Het aantal geleverde producten(170 stuks) is iets lager dan het aantal geplande producten (185 stuks). Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze tellingen niet zijn gedifferentieerd naar aantallen producten in relatie tot kentallen. De overschrijding is volgens opgave van de OMWB gedeeltelijk te wijten aan enkele grote vergunningprocedures die meer tijd hebben gekost dan gepland. Met de OMWB gaan we voor 2015 afspraken maken over meer inhoudelijke verantwoording op budget, aantallen en kentallen. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar bijlage 2 en voor de financiële verantwoording naar paragraaf 3.5. Bijzondere wetten en openbare ruimte De meest voorkomende binnen deze groep zijn de aanvragen/meldingen voor evenementen en de aanvragen voor een drank & horeca vergunning of ontheffing. 3.2 Toezicht en handhaving In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de uitgevoerde toezicht- en controletaken in de verschillende fases: bouwfase, gebruiksfase en buiten gebruik stellen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het aantal uitgevoerde hercontroles, repressieve maatregelen en klachtenafhandeling. 3.2.1 Toezicht algemeen Om aan te geven in hoeverre het uitgevoerde toezicht overeenkomt met de planning wordt het toezichts-percentage bepaald. In de werkafspraken is afgesproken dat minimaal 90% van het
6
geplande aantal taken in het uitvoeringsprogramma moet worden gerealiseerd. Het gemiddelde toezicht percentage over het gehele programma komt op 92%. Hiermee is de algehele doelstelling van minimaal 90% behaald. Dit wil niet zeggen dat dit voor alle doelgroepen en taakvelden hetzelfde is. In de volgende paragrafen zal per onderdeel hierop worden ingegaan. 3.2.2 toezicht bouwfase Het toezicht bouwfase is afhankelijk van het aantal verleende vergunningen. De bouwfase heeft een toezichtspercentage van 58%. Hiermee is voor dit onderdeel de norm niet gehaald. Er zijn twee oorzaken aan te geven waardoor de norm van 90% niet is gehaald. In de planning waren 25 toezichtstaken opgenomen m.b.t. monumenten. De verwachting was dat vanwege het aanpassen van de Monumentenverordening er meer aanvragen zouden komen. In 2014 zijn 5 monumentenvergunningen verleend waarvan er twee in 2014 zijn gecontroleerd. Een tweede oorzaak is dat één van de toezichthouders vanwege gezondheidsredenen tijdelijk belast is met andere taken dan bouwtoezicht. Tijdens het re-integratie traject zijn andere taken uitgevoerd o.a. met betrekking tot ruimtelijke ordening. Naast het toezicht op gemeentelijke projecten is er ook bouwtoezicht uitgevoerd in opdracht van de DVO/OMWB. Hier is het toezichtspercentage 98%. De hiervoor ingezette capaciteit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door het inhuren van extra capaciteit. 3.2.3 toezicht gebruiksfase De gebruiksfase bestaat uit meerdere onderdelen, zoals het toezicht op het gebied van milieu, brandveiligheid, ruimtelijke ordening, Algemene Plaatselijke Verordening, bijzondere wetten en ISPS (havenbeveiliging). Het toezicht percentage voor dit onderdeel bedraagt 90%. Hiermee is de algehele doelstelling van minimaal 90% behaald. Het toezicht op de Wet kinderopvang wordt in opdracht van ons college uitgevoerd door de GGD. Het is echter verplicht hier een apart jaarverslag op te stellen en voor te leggen aan het ministerie van SZW. Daarom zijn in het jaarverslag Vergunningen en Handhaving deze gegevens niet opgenomen. Enkele aandachtspunten m.b.t. toezicht en handhaving in 2014 zijn: Project brandveiligheid bestaande gebouwen met combifunctie In 2011 is een inventarisatie uitgevoerd om te bepalen hoeveel panden er zijn met een dubbele gebruiksfunctie (wonen/werken) en wat het brandveiligheidsniveau is van die panden. Uit de inventarisatie is gebleken dat er ca. 240 panden zijn met een dubbelfunctie. Vanwege de beschikbare middelen heeft de gemeenteraad besloten dit toezichtsprogramma over drie jaar uit te smeren. Volgens opdracht van de gemeenteraad moeten alle 240 locaties in 2014 zijn bezocht en voldoen aan de normen voor brandveilig gebruik. In 2014 zijn de laatste 60 locaties bezocht. Daar waar noodzakelijk is bestuurlijk opgetreden. Hiermee is het project volgens afspraak afgerond. Vanaf 2015 worden de panden opgenomen in het programmatische toezichtsprogramma met een lagere bezoekfrequentie en kentallen. Brandveiligheid industriële gebouwen Er is een inventarisatie gemaakt van het aantal (risicovolle) industriële panden in Moerdijk, het betreft ca. 260 locaties. Specifiek is ingezet op industriegebouwen en inrichtingen met een opslag van gevaarlijke stoffen. Deze gebouwen zijn in het verleden niet systematisch gecontroleerd op naleving van alle brandveiligheidsvoorschriften. Met het opstellen van het uitvoeringsprogramma is vastgelegd dat er 45 industriële panden (incl. BRZO bedrijven) in 2014 gecontroleerd moesten worden. Er heeft over de uitvoering afstemming plaats gevonden met de OMWB en Veiligheidsregio (brandweer) op welke wijze deze gebouwen kunnen worden gecontroleerd. Met deze afstemming is de integrale benadering van de controles benadrukt en gewaarborgd. Er zijn 50 industriële panden gecontroleerd. Opvallend is het hoge percentage hercontroles en vooraankondigingen dwangsom. Voor hercontroles wordt meestal uitgegaan van maximaal 50% van het aantal toezichtsbezoeken. In dit geval is het ruim 60%. Wat betreft het aantal vooraankondigingen is het percentage hoog in relatie tot het aantal uitgevoerde hercontroles (11 van de 19 hercontroles), dit is 60%. Hierbij moet worden opgemerkt dat van 6 hercontroles de rapportage nog niet was afgerond waardoor het percentage zelfs nog kan stijgen. De percentages geven aan dat het spontane naleefgedrag op het gebied van brandveiligheid binnen de doelgroep industriële panden niet hoog is en duidelijk verbeterd moet worden. Het project wordt de komende jaren voortgezet tot alle risicovolle industriële panden zijn gecontroleerd en aan de eisen voldoen.
7
Met de OMWB en brandweer zijn voor 2014 afspraken gemaakt om de BRZO bedrijven naast het toezicht op de BRZO voorschriften ook te controleren op de bouwkundige- en gebruiksvoorschriften in het kader van brandveiligheid. De afspraken hadden ook betrekking op de wijze van uitvoeren van gecombineerde toezichtsbezoeken en de wijze van rapporteren. Deze afspraken maakten onderdeel uit van de pilot brandveiligheid. Van deze pilot wordt een aparte evaluatie opgesteld. Een van de belangrijkste conclusies voor de uitvoering van het toezicht is wel dat door de brandweer de gemaakte afspraken niet volledig zijn gevolgd, waardoor niet alle toezichtstaken volgens de afspraken zijn uitgevoerd en/of gerapporteerd. Van de geplande 10 toezichtsbezoeken zijn er 7 uitgevoerd. Van twee toezichtstaken is een rapportage ontvangen. De bevindingen van vijf bezoeken zijn niet apart gerapporteerd maar verwerkt in de BRZO-verslagen. Met de brandweer zijn voor 2015 nieuwe afspraken gemaakt over de uitvoering van de toezichtstaken die in opdracht van gemeente Moerdijk plaatsvinden. Brandveiligheid van zorginstellingen Uit de controle bezoeken over de laatste 3 jaren komt naar voren dat er bij een aantal verzorgingshuizen de voorzieningen m.b.t. de brandveiligheid niet geheel in orde zijn. In 2012 en 2013 zijn met de diverse verzorgingshuizen stappenplannen afgesproken om de zaken in orde te brengen. In 2014 zijn de locaties opnieuw bezocht. Bij 5 van de 9 bezochte verzorgingshuizen / zorgclusterwoningen zijn nog gebreken vastgesteld. Daar waar nog gebreken zijn wordt nu volgens het handhavingsstappenplan handhavend opgetreden. Brandveiligheid en huisvesting van arbeidsmigranten Bij controles in het verleden is vastgesteld dat bij de huisvesting van arbeidsmigranten de brandveiligheidssituatie niet in orde was. Het toezicht op de huisvesting van arbeidsmigranten is daarom opgenomen in het reguliere programmatische toezichtsprogramma. In 2014 zijn 37 locaties voor de huisvesting van arbeidsmigranten gecontroleerd. In 17 gevallen is een hercontrole uitgevoerd. Bij hercontrole is geconstateerd dat alle gebreken zijn verholpen en zijn er geen handhavingstrajecten gestart. Toezicht door buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) In het uitvoeringsprogramma is opgenomen dat welke toezichtaken de boa’s uitvoeren. Dit betreft een breed scala aan activiteiten van toezicht op evenementen, horeca, parkeeroverlast, afval etc. Bij het uitvoeren van de taken wordt samengewerkt met de politie. Enkele opmerkelijke zaken in 2014 zijn: - Tijdens surveillance werkzaamheden is een illegale opslag van mogelijk gestolen pallets gelokaliseerd. Het was niet vast te stellen of de pallets van diefstal afkomstig waren er is wel proces-verbaal opgemaakt i.v.m. opslag van goederen op de openbare weg - N.a.v. een aantal meldingen m.b.t. overlast van geparkeerde aanhangwagens is er een actie gehouden. Er zijn 60 locaties aangetroffen waar aanhangwagens permanent werden gestald op openbare weg. De eigenaren zijn achterhaald en gevraagd de aanhanger van de openbare weg te verwijderen en verwijderd te houden. - Het voorkomen van het illegaal houden van een houseparty aan de Sluispad-Zuid in Heijningen. De party zou gehouden worden op een aan het terrein van de Damwand Centrale Fijnaart afgemeerd schip. - Door de inbreng en oplettendheid van de boa’s is een aantal hennepkwekerijen opgerold. - Het vaststellen van overtreders van illegale stort van afvalstoffen in het buitengebied. - Het achterhalen van vervuilers van het wegdek. Dit i.v.m. mogelijke gevaarlijke (verkeers)situaties. Drank- en horecawet Er zijn twee boa’s die bevoegd zijn om op te treden in het kader van de Drank- en horecawet. Dit is een speerpunt in het uitvoeringsprogramma 2014 o.a. vanwege het alcoholpreventiebeleid 2014. Er zijn in totaal 86 controles uitgevoerd. Er is 13 keer een horeca-controle ronde uitgevoerd in het weekend, hierbij zijn diverse horecagelegenheden gecontroleerd waaronder ook sportkantines. Tijdens een speciale controleronde gehouden m.b.t. activiteiten bij sportkantines zijn 10 sportverenigingen bezocht. N.a.v. deze bevindingen is naar alle sportverenigingen een brief gezonden met aandachtspunten. Er zijn geen specifieke hercontroles uitgevoerd. In de brief is aan alle
8
verenigingen medegedeeld dat er in 2015 opnieuw zal worden gecontroleerd op die aspecten en dat bij overtredingen dan wel direct zal worden opgetreden. Er zijn 11 controles verricht bij supermarkten en slijterijen op de verkoop van alcoholhoudende dranken aan personen jonger dan 18 jaar. Deze controles werden uitgevoerd door een boa in samenwerking met een mysterie shopper. Er zijn 7 supermarkten en 4 slijterijen bezocht. Er is één overtreding geconstateerd. De ondernemer is aangeschreven op deze overtreding in de vorm van een (eerste) waarschuwing. I.S.P.S. De burgemeester van Moerdijk is aangewezen als Designated Authority in het kader van International Ship and Port facility Security (I.S.P.S.). Dit is wetgeving met betrekking tot anti-terrorisme. Op basis van deze regelgeving is gemeente Moerdijk verplicht om toezicht te houden op het naleven van individuele beveiligingsplannen van de ISPS-plichtige bedrijven op het haven- en industrieterrein Moerdijk. Het toezicht in het kader van I.S.P.S. is een onderdeel van het integraal risico- en veiligheidsbeleid. De planning was om in 2014 ca. 22 bedrijven te bezoeken. In 2014 zijn 26 bedrijven bezocht. De burgemeester is eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van I.S.P.S. Uitvoering van de regelgeving is gemandateerd aan de port security officer (havenmeester) van het Havenschap Moerdijk. Het beoordelen van de veiligheidsplannen gebeurd door een team waarin politiehaventeam en havenschap zijn vertegenwoordigd. Het toezicht wordt uitgevoerd door toezichthouder van de afdeling vergunningen en handhaving in samenwerking met de politie. De huidige structuur roept enkele problemen over zich af, met name met betrekking tot verantwoording van de uitgevoerde taken en de afwerking van de toezichtstaken. Op het afwerken van de taken met betrekking tot de veiligheidsplannen is geen controle binnen de gemeentelijke organisatie. De gemeente heeft als eindverantwoordelijke geen direct zicht op het totaal aan uitgevoerde werkzaamheden er is geen jaarverslag van de uitgevoerde werkzaamheden 2014 overgelegd. In overleg met het havenschap, zal de afdeling Vergunningen en Handhaving samen met de veiligheidsstaf , een procesoptimalisatietraject doorvoeren, waarbij de structuren en werkprocessen worden aangepast om een goede werking te waarborgen en met ingang van 2015 een betere verantwoording af te kunnen leggen. Processen verbaal In 2014 zijn in totaal 700 processen verbaal (PV) opgemaakt. Het grootste aantal van de verbalen betreft de zgn. Mulderfeiten. Dit zijn overtredingen inzake de APV en afvalstoffenverordening zoals hondenoverlast, stallen caravans, dumpen afval, etc. Gemeente Moerdijk is aangemeld voor de vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving overlastfeiten in de openbare ruimte. Hierdoor krijgt de gemeente afhankelijk van het aantal processen verbaal een vergoeding per proces verbaal. Voor 2014 bedraagt de ontvangen vergoeding €13.265. De vergoedingsregeling is door het Rijk met ingang van 1 januari 2015 afgeschaft. Handhavingsverzoeken In 2014 zijn 10 handhavingsverzoeken ontvangen. Het betreft vooral verzoeken om handhaving m.b.t. bouw en bestemmingsplan activiteiten. 5 van de 10 verzoeken zijn al afgehandeld. In 2 gevallen is handhavend opgetreden en in 3 gevallen is het verzoek om handhaving afgewezen. De overige 5 verzoeken om handhaving zijn nog in behandeling. Repressieve taken In het handhavingsprogramma is opgenomen dat handhaving wordt uitgevoerd volgens de handhavingsstrategie “zo handhaven we in Brabant”. In 2014 zijn 54 vooraankondigingen, 10 dwangsombeschikkingen en 2 bestuursdwangbeschikkingen verzonden. In de taakvelden milieu (incl. BRZO) en brandveiligheid worden de meeste repressieve procedures gestart. Opvallend hierbij is het aantal van 5 vooraankondigingen bij de BRO-bedrijven. Dit omdat het in totaal maar om 9 gemeentelijke BRZO-bedrijven gaat. In totaal zijn 10 dwangsommen en 2 bestuursdwangbeschikkingen opgelegd. Opvallend hierbij is dat in het taakveld brandveiligheid (25%) in verhouding de meeste handhavingsprocedures na een vooraankondiging doorlopen tot een dwangsombeschikking dan bij Brzo (20 %) en milieu (10%).
9
Bezwaar en beroep In 2014 zijn 64 zienswijze, bezwaar, beroep, hoger beroep en voorlopige voorziening ingediend. Deze zaken hebben betrekking op 32 handhavings-/vergunningsprocedures. Het aantal bezwaar en beroepszaken met betrekking tot handhavingsprocedures blijft de laatste vijf jaar ongeveer gelijk. In 2014 hebben 10 zaken betrekking gehad op handhaving. Bij vergunningen was een afname zichtbaar in de jaren 2012 en 2013. In 2014 is weer een toename in het aantal zaken waarneembaar. Het aantal ingediende zienswijze en bezwaren etc. is verdubbeld van 27 naar 54 stuks. Het aantal zaken waartegen bezwaar wordt ingediend neemt echter nog steeds af. Van de 54 ingekomen zienswijze etc. hebben er 22 betrekking op vergunningprocedures.
3.2.3.1 toezichtgebruiksfase OMWB Gemeente Moerdijk laat alle milieutaken uitvoeren door de OMWB. Hiervoor wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma opgesteld. Naast de opdracht om milieutaken uit toe voeren zijn er afspraken gemaakt over het uitvoeren van integraal toezicht. In het uitvoeringsprogramma 2014 zijn twee onderdelen opgenomen, de inhaalslag 2013 en het reguliere programma 2014. Inhaalslag 2013 Naar aanleiding van het jaarverslag 2013 is er voor toezicht in het uitvoeringsprogramma 2014 een inhaalprogramma afgesproken. Het betreft een pakket aan werkzaamheden te waarde van € 238.000 (3.050 uren,150 toezichtsbezoeken, 190 hercontroles en repressieve zaken (770 uur)). In de verantwoording van de OMWB is aangegeven dat de toezichtbezoeken en hercontroles zijn uitgevoerd. Er zijn ook repressieve zaken afgewerkt. Het hiervoor benodigde budget bedraagt € 221.500. Het restant bedrag a € 16.500 wordt ingezet voor de afronding van de nog lopende repressieve zaken 2013. Het budget wordt toegevoegd aan budget 2015 voor repressieve zaken (programmabegroting 1 post 17 VTH basis). Hiermee is inhaalprogramma 2013 afgerond. Toezichtsprogramma OMWB 2014 In het derde kwartaal is vastgesteld dat het uitvoeringsprogramma met betrekking tot toezicht en hercontroles niet volgens planning werd uitgevoerd. Eind september was slechts 23% van het programma uitgevoerd. De OMWB heeft aangegeven dat er niet voldoende toezichtscapaciteit aanwezig was om nog het volledige programma uit te kunnen voeren. In overleg is besloten dat gemeente Moerdijk 90% van het volledige toezichtsprogramma aanlevert, met de garantie dat de OMWB dat aantal voor 100% uitvoert. In de jaarrapportage van de OMWB is opgenomen dat het toezichtsprogramma, wat betreft het aangeleverde aantal, 100% is uitgevoerd. Het toezichtspercentage voor milieutoezicht in de gebruiksfase in 2014 is daar mee uitgekomen op 90%. In de door de OMWB overgelegde verantwoording komt naar voren dat voor programmatisch toezicht ca. € 40.000 meer is besteed dan begroot. Dit is een overschrijding van het budget met 8%. Op een aantal taken zoals de onderdelen integraliteit, onaangekondigd toezicht, overige controles, repressieve handhaving en ondersteuning juridische procedures is ca. € 155.000 (50%) minder budget besteed dan gepland. De OMWB heeft in het jaarverslag aangeven dat na een uitgebreide analyse van gegevens voor het jaarverslag OMWB blijkt dat diverse opdrachten niet met een juiste speerpuntcode zijn aangemaakt. Dit heeft uiteindelijk gevolgen voor de werkelijke uitputting van deze speerpuntcodes. Hierdoor ontstaat onterecht het beeld dat bepaalde budgetten niet toereikend of gebruikt zouden zijn. Een aantal taken zoals hercontroles en repressieve taken konden niet meer in 2014 worden uitgevoerd omdat het grootste gedeelte van het programma eind 2014 is uitgevoerd. Doordat deze taken alsnog in 2015 moeten worden uitgevoerd geeft dit een extra druk op het budget voor 2015. Met de OMWB is afgesproken dat er 100 hercontroles en de daaraan verbonden repressieve taken nog worden uitgevoerd ten laste van budget 2014. De hiervoor benodigde € 75.000 zal daarom worden toegevoegd aan budget 2015 voor toezicht en repressieve zaken (programmabegroting 1 post 12 VTH basis). Hiermee wordt het toezichtsprogramma 2014 afgerond. In de totale financiële verantwoording worden de posten m.b.t. toezicht en handhaving onderling met elkaar verrekend. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar paragraaf 6.4 en bijlage 2. Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO) De BRZO-bedrijven zijn de bedrijven met de hoogste risico’s qua veiligheid en milieu. Daarom is er extra capaciteit beschikbaar om vaker toezicht te kunnen houden. BRZO bedrijven worden gemiddeld 3x per jaar gecontroleerd. Het betreft dan een integrale milieucontrole, een systeemcontrole gericht op
10
het veiligheidsbeheerssysteem (BRZO) en minimaal één onaangekondigde controle op de actuele bedrijfsaspecten. In dit jaarverslag wordt alleen verslag gedaan over de BRZO bedrijven die vallen onder het bevoegd gezag van gemeente Moerdijk. In het bijgevoegde jaarverslag BRZO OMWB wordt verslag gedaan over alle BRZO-bedrijven. In 2014 zijn 8 BRZO bedrijven gecontroleerd. Bij 6 van de 8 BRZO-bedrijven (75%) zijn overtredingen geconstateerd, in 2013 was dat bij 5 van de 9 BRZO-bedrijven (55%) Hiermee is de doelstelling van een naleefgedrag van 90% nog niet behaald. De aanbeveling is om dit als taakstelling op te nemen voor de OMWB. In 2015 start de OMWB met het programma BRZO+ bedrijven. Hierin zijn naast de BRZO bedrijven ook de overige meest risicovolle bedrijven opgenomen. In het kader van de nieuwe werkwijze met BRZO+ zou deze doelstelling voor alle bedrijven binnen de BRZO+ moeten gelden. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar paragraaf 6.2.2 en bijlage 3. Klachten Het totaal aantal milieuklachten in de gehele gemeente Moerdijk is gestegen van 714 naar 804. In 2014 ligt dit oplossingspercentage op 39% (312 van de 804), vergelijkbaar met het gangbare percentage; Het aandeel klachten dat veroorzaakt wordt door bedrijven op het Industrieterrein Moerdijk is gestegen van 58% (416) naar 69% (554). De klachten waarbij na onderzoek een daadwerkelijke oorzaak of veroorzaker wordt vastgesteld, ligt op 46% (255 stuks); Het aandeel van luchtklachten (voornamelijk geur) van het totaal aantal klachten is gestegen van 79% (565) naar 82% (659). Ook deze klachten worden voornamelijk veroorzaakt door het Industrieterrein Moerdijk. In de verantwoording van de OMWB kom naar voren dat er in 2014 een overschrijding is van €11.000, op het totale budget van € 74.000, voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot klachtenbehandeling. Dit is een overschrijding van 15% van het geplande budget. Deze overschrijding is onder andere te wijten aan het toegenomen aantal klachten. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar paragraaf 6.3 en bijlage 1.
3.2.4 Buitengebruikstellen De laatste fase is het buitengebruikstellen. Dit betreft het toezicht op sloopactiviteiten (met en zonder asbest) en de tijdelijke ontheffingen op basis van het bestemmingsplan. De toezichtscore is 100%. Er zijn in 2014 meer toezichtstaken uitgevoerd dan gepland. Dit is met name op het gebied van het toezicht op het verwijderen asbest bij particulieren en de toezichtstaken uitgevoerd voor de OMWB. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar paragraaf 9.
3.3 Financiële verantwoording OMWB 2014 VTH taken Dit betreft alleen de financiële verantwoording. Er is nog geen directe koppeling tussen het financiële aspect en de directe aantallen en de geleverde kwaliteit . Door aanloopproblemen in de bedrijfsvoering bij de OMWB was het niet mogelijk om vanaf begin 2014 goed het verloop van budgets, aantallen en doorlooptijden te kunnen monitoren. Hier door was het moeilijk periodiek een goede verantwoording te kunnen geven, waardoor nauwelijks kon worden bijgestuurd. Dit heeft in de eindverantwoording voor vergunningen en handhaving niet geleid tot een overschrijding van het totaal budget voor VTH taken. Het totale budget voor de VTH taken (incl. de VVGB gelden) was € 1.868.177 en er is voor € 1.512.716 aan taken uitgevoerd. Omdat voor de verantwoording en afrekening van de VVGB-gelden (zie onderdeel VVGB-gelden) een apart regiem geldt, is voor vergunningen en handhaving gekeken naar de besteding van de budgetten exclusief de VVGB gelden. Uit dat overzicht komt naar voren dat er een overschrijding is van €11.000 (1%) van het budget voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Na intern onderzoek door de afdeling V&H is echter gebleken dat er geen sprake was van een overschrijding van € 11.000 maar van een onderbesteding van € 92.000 door de OMWB. Hierbij zijn de budgetten van vergunningverlening, toezicht, handhaving, klachten/meldingen etc. onderling verrekend. Dit resterende budget zal alsnog in 2015 worden ingezet voor het uitvoeren van taken. Hierover zijn afspraken gemaakt met de OMWB. De onder en - overschrijdingen op de bepaalde onderdelen, worden verderop in het jaarverslag in paragraaf 6.2.2 besproken. (zie ook bijlage 2)
11
In de berekeningen zijn de opdrachten van de afdeling RMO en de staf veiligheid (externe veiligheid) niet meegenomen. Deze onderdelen worden in het jaarverslag vergunningen en handhaving verder niet besproken. Totaal V&H
programma euro's
realisatie uren
euro's
percentage uren
euro's
uren
Programma 1 V&H
€ 1.224.896
15221
€ 1.198.684
15200
98%
100%
Programma 2 V&H
€ 52.981
639
€ 90.806
1083
171%
169%
Programma 3 V&H
€ 43.336
Totaal
V&H programma 1, 2 en 3
VVGB
verplichte bijdrage V&H
Totaal programma 1, 2, 3 en VVGB
€ 43.336
100%
€ 1.321.213
15860
€ 1.332.826
16283
101%
103%
€ 546.964
6837
€ 179.890
2121
33%
31%
€ 1.868.177
22697
€ 1.512.716
18404
81%
VVGB- bedrijven en -gelden Op 1 januari 2014 is gemeente Moerdijk het bevoegd gezag geworden voor de zgn. VVGB-bedrijven. Voorheen vielen deze bedrijven onder het bevoegd gezag van gedeputeerde staten. Op 15 december 2014 heeft het algemeen bestuur van de OMWB besloten dat Moerdijk in 2014 een bedrag van € 547.000 moet betalen aan de OMWB voor het uitvoeren van de VTH taken. Dit bedrag is in begroting 2014 opgenomen. Voor nadere informatie over dit besluit verwijzen wij u naar de raadsinformatie brief van 20 januari 2015. De OMWB heeft in de eindverantwoording 2014 aangegeven dat voor € 180.000 aan werkzaamheden is uitgevoerd. Naar aanleiding van de jaarrapportage is de OMWB gevraagd om nadere informatie over het resterende bedrag van € 367.000 waar geen verantwoording is gegeven. Tot op heden is de gevraagde nadere informatie met betrekking tot besteding van het budget niet ontvangen. Voor een bedrag van € 367.000 is dus geen verantwoording afgelegd. Aanbeveling Met de OMWB moeten afspraken worden gemaakt over het periodiek aanleveren van een goede verantwoording .Per kwartaal moet een budgetoverzicht beschikbaar komen waarbij tevens een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden wordt gegeven. Er moet gekeken worden naar de bestede uren per product t.o.v. de kentallen.
12
4. BOUWEN 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat de gegevens over 2014 uitgevoerde werkzaamheden met betrekking tot procedures in het kader van vergunningverlening voor bouwactiviteiten en het toezicht op bouwprojecten. De volgende onderwerpen zullen aan de orde komen. - Aantal gevoerde vergunningsprocedures; - Aantal uitgevoerde toezichtstaken; - Aantal procedures in het kader van ruimtelijke ordening; - Aantal handelingen vergunningenloket; - Legesopbrengsten. 4.2 vergunningsprocedures activiteit bouwen In grafiek 4.1 is het aantal aanvragen aangegeven waarvoor gemeente Moerdijk het bevoegd gezag is, dat betreft voor 2014 273 aanvragen. De afgelopen jaren was waarneembaar dat het aantal aanvragen waar de gemeente bevoegd gezag is afneemt. De afname werd veroorzaakt door wijzigingen in wetgeving waardoor er meer vergunningsvrij kan worden gebouwd en er minder bouwactiviteiten zijn als gevolg van de economische crisis. In 2014 is het aantal aanvragen echter gelijk gebleven aan 2013. Het is niet aan te geven wat de prognose voor het totale aantal aanvragen zal zijn voor het jaar 2015. Dit is met name afhankelijk van een verdere opleving van de economie. Grafiek 4.1
Het totaal aantal behandelde aanvragen met bouwactiviteiten licht echter beduidend hoger. In totaal gaat het om 404 aanvragen in 2014. Dit komt omdat de gemeente ook aanvragen behandelt voor de OMWB. Het betreft aanvragen omgevingsvergunning waarvoor gedeputeerde staten het bevoegd gezag is. Gemeente Moerdijk en de OMWB hebben in een dienstverleningsovereenkomst (DVO) vastgelegd dat in 2014 gemeente Moerdijk voor het onderdeel bouwen van de omgevingsvergunningen de OMWB hierin adviseert. Dit heeft als gevolg dat het totaal aantal behandelde aanvragen voor activiteit bouwen is gestegen t.o.v. het jaar 2013. Het aantal aanvragen waarvoor de gemeente Moerdijk aan de OMWB advies heeft gegeven is in 2014 ook gestegen. Dit heeft o.a. te maken met het feit dat de OMWB nu voor alle bouw procedures in Noord-Brabant waar gedeputeerde staten bevoegd gezag is advies vraagt aan gemeente Moerdijk. Het totaal aantal aanvragen voor advies bedraagt 152. Dit is een toename van 73 adviesaanvragen ten opzichte van 2013. In grafiek 4.2 is het aantal verzoeken voor informatie en vooroverleggen opgenomen. De gegevens in deze grafiek betreft alle verzoeken voor informatie en overleg. Het percentage verzoeken info of vooroverleg voor provinciale vergunningen is zeer laag en daarom niet apart opgenomen. Waarneembaar is dat het aantal verzoeken info en vooroverleggen licht terugloopt.
13
Grafiek 4.2
In grafiek 4.3 is het aantal procedures aangegeven in het kader van ruimtelijke ordening. Het gaat dan om (tijdelijke)ontheffingen in het kader van het bestemmingsplan. Dit kunnen op zichzelf staande procedures zijn, maar vaak is het een procedure die noodzakelijk is om een vergunning te kunnen verlenen. In 2014 zijn 112 procedures in behandeling genomen. De toename is het gevolg van het behandelen van de adviesaanvrage in het kader van de DVO OMWB (ca. 12% van de RO procedures). Het aantal gemeentelijke procedures is gelijk gebleven ten opzichte van voorgaande jaren. Grafiek 4.3
4.3 Leges Het te ontvangen bedrag aan leges is afhankelijk van het aantal ontvangen aanvragen waarop leges kunnen worden geheven en de hoogte van de leges per aanvraag. Voor een aantal aanvragen zijn het vastgestelde bedragen en voor sommige aanvragen zijn speciale tarieven van toepassing. Voor bouwactiviteiten is het afhankelijk van de bouwkosten. Omdat de opbrengst van de leges voor het grootste gedeelte bestaat uit bouwleges kan de totale opbrengst per jaar fluctueren. Dit heeft vooral te maken met het aantal aanvragen en de bouwkosten per aanvraag waarover leges kunnen worden geheven. Het totaal bedrag aan te ontvangen leges is ten opzichte van 2013 teruggelopen, maar ongeveer gelijk aan 2012, zie tabel 4.4. Hoewel het aantal aanvragen voor bouwen waarover leges worden geheven ongeveer gelijk is gebleven is de opbrengst minder. De afname is met name het gevolg van het feit dat er in 2014 minder grootschalige projecten zijn aangevraagd waarbij hoge leges zijn opgelegd. De gemiddelde opbrengst per aanvraag waarop leges zijn geheven bedraagt in 2014 €860, in 2013 € 1150 en in 2012 € 819 per aanvraag, zie tabel 4.5. Het hogere gemiddelde van 2013 wordt veroorzaakt door enkele bouwaanvragen waarover een hoog legesbedrag kon worden geheven.
14
Grafiek 4.4
Grafiek 4.5
4.4 Bijzonderheden met betrekking tot vergunningverlening 4.4.1 Afwijkingen welstandsadviezen In 2014 zijn door welstandcommissie 357 adviezen gegeven. In 72 gevallen heeft de welstandcommissie een negatief advies gegeven. (58 niet akkoord, 13 aangehouden en 1 deels akkoord). Het college van burgemeester en wethouders heeft in geen van de gevallen besloten om van een welstandsadvies af te wijken. Alle adviezen hebben dus geleid tot een positief advies, na aanpassing van de aanvraag. 4.4.2 Gemeentelijke inrichtingen Voor een aantal locaties is het gemeentebestuur zowel eigenaar/exploitant als bevoegd gezag. In 2014 zijn 4 aanvragen of meldingen ingediend m.b.t. gemeentelijke gebouwen. Het betreft 2 aanvragen voor het verwijderen van asbest, bouwactiviteit (verdiepingsvloer) en een activiteit bouwen incl. monumentenvergunning voor het plaatsen van keerwanden bij een monument. 4.4.3 Overschrijding termijnen De maximale behandelingstermijn voor aanvragen omgevingsvergunning worden zowel in de Wabo als in de Awb geregeld. Dit laatste in het geval van uitgebreide procedures. Wanneer niet aan de termijn wordt voldaan wordt afhankelijk van de aangevraagde activiteiten de vergunning van rechtswege verleend, de zogenaamde fictieve vergunning. Het is dus belangrijk om er voor zorg te dragen dat de procedures worden afgehandeld binnen de wettelijke termijn. In 2014 zijn 5 aanvragen voor een gemeentelijke omgevingsvergunning fictief verleend. Helaas zijn fictieve vergunningen niet altijd te voorkomen door omstandigheden die deels buiten de verantwoordelijkheid liggen van de gemeente. Daarnaast kan het voorkomen dat tijdens afwezigheid van een medewerker een vergunning fictief is geworden door geen goede overdracht van taken. Dit is een aandachtpunt voor het werkproces.
15
Grafiek 4.6
fictieve besluiten omgevingsvergunning 25 20 15 10 5 0 2010
2011
2012
2013
2014
In grafiek 4.6 is het aantal fictieve omgevingsvergunningen aangegeven. Dit is het aantal van rechtswege verleende vergunningen door het overschrijden van de wettelijke behandelingstermijn. In totaal gaat het om 5 fictieve besluiten op een totaal van 252 besluiten (2 %), dit is lager t.o.v. 2013 (2,2%). De procedures zijn afgehandeld zonder verder juridische procedures dan wel klachten van burgers/bedrijven. 4.5 Toezicht bouwfase Het toezicht bouwfase betreft alle toezichtstaken tijdens het bouwen tot en met de oplevering van het te bouwen object. De planning van het aantal te controleren bouwprojecten voor het uitvoeringsprogramma is procentueel bepaald aan de hand van de prioritering volgens het handhavingsprogramma. Voor 2014 was gepland dat in totaal 215 locaties gecontroleerd zouden worden. In totaal zijn er 152 locaties bezocht. In dit jaarverslag wordt uitgegaan van een norm van 90%. Het toezichtspercentage in 2014 voor bouwtoezicht op gemeentelijke bouwvergunningen is 58%. Naast het toezicht op de vergunningen waarvoor gemeente Moerdijk bevoegd gezag is, zijn er toezichtstaken uitgevoerd in het kader van de DVO met de OMWB. Naar schatting van het aantal te adviseren vergunningen en de toegepaste handhavingsstrategie was gepland om 49 toezichtstaken uit te voeren, waarvan er 48 daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Omdat de werkzaamheden in het kader van de DVO niet tot de reguliere werkzaamheden van de afdeling vergunningen en handhaving behoren zijn deze taken niet in de uren capaciteitsplanning opgenomen. Om dit capaciteitsgebrek op te vangen is extra capaciteit ingehuurd ten laste van de inkomsten van de dienstverleningsovereenkomst. In de grafieken 4.7 en 4.8 zijn de aantallen toezicht in het kader van de DVO wel in de planning opgenomen. In grafiek 4.7 is de planning en het aantal uitgevoerde toezichtsbezoeken over de periode 2011-2014 aangegeven. Het totale aantal uitgevoerde toezichtbezoeken in 2014 is gelijk aan 2013. Het toezichtspercentage is 69%. Dit komt doordat het aantal toezichtsbezoeken m.b.t. gemeentelijke vergunningen achterblijft op de planning. Er zijn twee oorzaken aan te geven waardoor niet de norm van 90% is gehaald. In de planning waren 25 toezichtstaken opgenomen m.b.t. monumenten. De verwachting was dat vanwege het aanpassen van de monumenten-verordening er meer aanvragen zouden komen. In 2014 zijn 5 monumentenvergunningen verleend waarvan er twee in 2014 zijn gecontroleerd. Daarnaast is één van de toezichthouders vanwege gezondheidsredenen tijdelijk belast met andere taken dan bouwtoezicht. Tijdens het re-integratie traject zijn andere taken uitgevoerd o.a. met betrekking tot ruimtelijke ordening. Door de overige toezichthouders bouw zijn de werkzaamheden wel conform planning uitgevoerd.
16
Grafiek 4.7
Grafiek 4.8
Enkele grote bouwprojecten waar in 2014 toezicht op is gehouden en zijn of worden opgeleverd: • Bloemendaalsezeedijk, Zevenbergschen Hoek, Den Hartogh, nieuwe distributie loods 10000m2 Dit bouwwerk is opgeleverd met veel kanttekeningen en opmerkingen, tijdens de bouwperiode heeft de bouw enkele malen stilgelegen als gevolg van foutieve constructie uitvoering (wapening fundering) en verkeerde uitvoering brandwerende wanden. • Vlasweg, Moerdijk ATM Moerdijk (DVO OMWB) Oplevering van het project elektrostatisch filter. Dit bouwwerk is een door ATM zelf ontwikkelde filter die stof uit het proces afvang waardoor de emissie inde lucht met 30Ton stof per uur verminderd. • De wijk Bosselaar krijgt langzaam vorm, in 2014 is gestart met de basisschool de (nieuwe) Neerhof, in maart 2015 wordt deze opgeleverd. • Chemieweg, Moerdijk, Shell, (DVO OMWB) De sloop van de afgebrande fabriek is afgerond en de bouw is gestart december 2014. Tot ver in 2015 zullen de bouwwerkzaamheden doorgaan. Toezichtsprotocol Voor het bouwtoezicht is gebruik gemaakt van het toezichtsprotocol van BWT/Arcadis. In 2014 is overgegaan naar een nieuwere versie van het toezichtprotocol voor bouwtoezicht. De nieuwe versie van het toezichtprotocol maakt gebruik van iPads in plaats van PDA’s waardoor het systeem gebruiksvriendelijker is. De overgang is eind 2014 gerealiseerd maar nog niet geheel gereed. In 2015 moeten nog enkele werkzaamheden worden verricht, zoals het aanpassen van de standaard checklisten aan de integrale werkwijze van Moerdijk en het toevoegen van checklisten brandveiligheid. In het jaarverslag 2013 was als aanbeveling aangegeven om het toetsingsniveau te evalueren en daar waar nodig bij te stellen. Dit zal nu gelijktijdig met het invoeren van de nieuwe checklisten in 2015 gebeuren.
17
Controle bouwactiviteiten Er zijn in 2014 in totaal 60 controles uitgevoerd. Dit zijn controles in het kader van toezicht bestaande bouw of tijdens surveillance worden bouwactiviteiten gesignaleerd die niet bekend zijn. Er wordt dan gekeken of een omgevingsvergunning nodig is en of deze ook te verlenen is. Mocht het niet vergunningsvrij of legaliseerbaar zijn, dan wordt een handhavingstraject gestart. Een onderdeel van de controles is uitgevoerd op verzoek van de afdeling Ruimtelijke, Maatschappelijk Ontwikkelingen om een inventarisatie uit te voeren naar de te slopen panden voor het te realiseren logistiek park. Er zijn 25 locaties in dat kader gecontroleerd.
18
5 BRANDVEILIGHEID GEBRUIKSFASE 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden alle vergunnings- en toezichtsactiviteiten behandeld die betrekking hebben op het brandveiligheidsniveau van gebouwen in gemeente Moerdijk. Een van de aanbevelingen in het jaarverslag 2013 was het aanpassen van het preventie activiteitenplan met meer prioriteit voor industriële panden. Het preventie activiteitenplan is aangepast en er wordt nu naast de inzet op gebouwen met een verhoogde kans op slachtoffers ook ingezet op toezicht bij industriële gebouwen. Gebouwen met een verhoogde kans op slachtoffers zijn vooral gebouwen waar verminderd zelfredzame personen verblijven (zoals verzorgingstehuizen en kinderdagverblijven) en waar wordt overnacht (hotels en pensions). 5.2 Vergunningen en meldingen brandveilig gebruik Op 31 december 2014 zijn er 142 panden waarvoor een gebruiksvergunning is afgegeven en 151 panden waarvan een gebruiksmelding is geaccepteerd. In 2014 zijn 6 aanvragen omgevingsvergunning binnengekomen met een activiteit brandveilig gebruik en 16 meldingen brandveilig gebruik Er zijn 6 vergunningen verleend en 9 meldingen geaccepteerd. In grafiek 5.1 is het totaal aantal ingekomen aanvragen /meldingen aangegeven. Ook voor het onderdeel brandveiligheid verricht de afdeling Vergunningen en Handhaving werkzaamheden voor de OMWB in het kader van de DVO. Dit vanwege het feit dat met name bij vergunningaanvragen de verschillende activiteiten bouw en brand in één omgevingsaanvraag worden opgenomen. Het aantal gemeentelijke aanvragen/meldingen is iets lager dan voorgaande jaren. Het totaal aantal (incl. de DVO werkzaamheden) blijft ongeveer gelijk aan de voorgaande jaren. Grafiek 5.1
5.3 Toezicht brandveiliggebruik Voor het uitvoeren van toezichtstaken is een preventie activiteiten plan (prevap) opgesteld dat onderdeel uitmaakt van het uitvoeringsprogramma 2014. In het prevap wordt aangegeven op welke wijze panden programmatisch worden gecontroleerd. Daarnaast zijn er nog extra objecten gecontroleerd zoals industriële panden en panden met een combifunctie wonen/werken. Het toezicht op het brandveiligheidsniveau van nieuwbouwpanden maakt geen onderdeel uit van de overzichten maar wordt meegenomen tijdens het bouwtoezicht. In totaal zijn er 231 toezichtsbezoeken uitgevoerd dit is een toezicht percentage van 90%. In dit jaarverslag wordt uitgegaan van een norm van 90%. De norm is voor dit onderdeel gehaald. Het toezicht percentage is beduidend hoger dan in 2013 (46%). In grafiek 5.2 en 5.3 is het aantal toezichtsbezoeken en het toezicht percentage over de afgelopen jaren aangegeven. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in 2011 en 2012 de planning is gemaakt voor 1 toezichthouder. In 2013 is er extra capaciteit beschikbaar gekomen voor een tweede toezichthouder, waardoor de planning hoger is dan 2011 en 2012. In verband met het toevoegen van de industriële panden aan het prevap in 2014 is er met het opstellen van de planning rekening mee gehouden dat de eerste (inventariserende)
19
toezichtsbezoeken extra tijd kosten. Daarom is de planning voor 2014 met 257 toezichtstaken lager dan in 2013 (350 toezichtstaken). Hoewel in 2014 één toezichthouder langdurig afwezig is geweest, is door tijdige inhuur van capaciteit toch 90% van het programma gehaald. Grafiek 5.2
Grafiek 5.3
Binnen het programmatisch uitvoeren van de toezichtstaken zijn in het uitvoeringsprogramma 2014 een paar taakaccenten aangegeven. Het gaat dan om gecombineerd gebruik, brandveiligheid industriële gebouwen, gebouwen met verhoogde kans op slachtoffers Project brandveiligheid bestaande gebouwen met combifunctie In 2011 is een inventarisatie uitgevoerd om te bepalen hoeveel panden er zijn met een dubbele gebruiksfunctie (wonen/werken) en wat het brandveiligheidsniveau is van die panden. Uit de inventarisatie is gebleken dat er ca. 240 panden zijn met een dubbelfunctie. Bij de inventarisatie is ook naar voren gekomen dat de brandveiligheidssituatie niet voldoet aan de normen volgens het Brandpreventiebeleid bestaande bouw gemeente Moerdijk 2011. In 2011 is gestart met een toezichtsprogramma voor de betreffende locaties. Vanwege de beschikbare middelen heeft de gemeenteraad toen besloten dit toezichtsprogramma over drie jaar uit te smeren De doelstelling is dat eind 2014 alle 240 locaties zijn bezocht en voldoen aan de normen voor brandveilig gebruik. In het uitvoeringsprogramma 2014 is opgenomen 60 panden te bezoeken voor een eerste controle en inventarisatie. In 2014 zijn de laatste 60 locaties bezocht. Daar waar noodzakelijk is bestuurlijk opgetreden. Hiermee is het project afgerond en is aan de opdracht de van de gemeenteraad voldaan. Vanaf 2015 worden
20
de panden opgenomen in het programmatische toezichtsprogramma met lagere bezoekfrequentie en kentallen. In totaal zijn 232 panden met een dubbelfunctie bezocht. In 116 gevallen zijn er opmerkingen gemaakt en was hercontrole noodzakelijk. Van de 116 zaken zijn er inmiddels ook 98 volledig afgerond en voldoen aan de wet en regelgeving. Er is in 4 gevallen een vooraankondiging dwangsom verzonden. In alle gevallen zijn direct de benodigde maatregelen genomen en de gebreken opgeheven. Er zijn nu nog 18 zaken in behandeling. Deze worden in 2015 afgehandeld. Brandveiligheid industriële gebouwen Er is een inventarisatie gemaakt van het aantal (risicovolle) industriële panden, het betreft ca. 260 locaties. Specifiek is ingezet op de industriegebouwen en inrichtingen met een opslag van gevaarlijke stoffen. Deze gebouwen zijn in het verleden niet systematisch gecontroleerd op naleving van alle brandveiligheidsvoorschriften. Met het opstellen van het uitvoeringsprogramma is vastgelegd dat er 45 industriële panden (incl. BRZO bedrijven) in 2014 gecontroleerd konden worden. Er heeft over de uitvoering afstemming plaats gevonden met de OMWB en Veiligheidsregio (brandweer) op welke wijze deze gebouwen kunnen worden gecontroleerd. Met deze afstemming is de integrale benadering van de controles benadrukt en gewaarborgd. De brandveiligheidscontroles in 2014 zijn o.a. uitgevoerd bij bedrijven die vallen onder het Besluit Risico’s en Zware Ongevallen (BRZO), de PGS-15, PGS-29 en overige risicovolle bedrijven. Er zijn 50 industriële panden gecontroleerd. Met de OMWB en brandweer zijn voor 2014 afspraken gemaakt om de BRZO bedrijven naast het toezicht op de BRZO voorschriften ook te controleren op de bouwkundige- en gebruiksvoorschriften in het kader van brandveiligheid en m.b.t. het uitvoeren van gecombineerde toezichtsbezoeken en de wijze van rapporteren. Deze afspraken maakten onderdeel uit van de pilot brandveiligheid. Van deze pilot wordt een aparte evaluatie opgesteld. Een van de belangrijkste conclusies voor de uitvoering van het toezicht is dat door de brandweer niet alle toezichtstaken volgens de afspraken zijn uitgevoerd en/of gerapporteerd. Van de geplande 10 toezichtsbezoeken zijn er 7 uitgevoerd. Van twee toezichtstaken is een rapportage ontvangen. De bevindingen van de overige bezoeken zijn niet apart gerapporteerd maar verwerkt in de BRZO verslagen. In 2014 zijn 51 panden bezocht die binnen deze doelgroep vallen. In 32 gevallen is een hercontrole noodzakelijk. Hiervan zijn er in 2014 al 19 uitgevoerd, waarvan er 2 geheel zijn afgerond. De betrokken bedrijven hebben de gebreken opgeheven. In 11 gevallen is een vooraankondiging dwangsom verstuurd, 6 procedures zijn nog in behandeling. In één geval is een dwangsom opgelegd, deze procedure loopt ook nog. Opvallend is het hoge percentage hercontroles en vooraankondigingen. Voor hercontroles wordt meestal uitgegaan van maximaal 50% van het aantal toezichtsbezoeken. In dit geval is het ruim 60%. Wat betreft het aantal vooraankondigingen is het ook een hoog percentage m.b.t. het aantal uitgevoerde hercontroles (11 van de 19 hercontroles), dit is 60%. Hierbij moet worden opgemerkt dat van 6 hercontroles de rapportage nog niet was afgerond waardoor het percentage nog verder kan stijgen. De percentages geven aan dat het spontane naleefgedrag op het gebied van brandveiligheid binnen de doelgroep industriële panden laag is en duidelijk verbeterd moet worden. Het project wordt de komende jaren voortgezet tot alle risicovolle industriële panden zijn gecontroleerd. Met de brandweer zijn voor 2015 nieuwe afspraken gemaakt over de uitvoering van de toezichtstaken in opdracht van gemeente Moerdijk.
Brandveiligheid van zorginstellingen In 2012 en 2013 zijn gebouwen met een verhoogde kans op slachtoffers, zoals verzorgingstehuizen, kinderdagverblijven, hotels en pensions uitgebreid gecontroleerd. Bij deze controles is specifiek aandacht geschonken aan de bouwkundige brandveiligheid in de gebouwen. Bij de verzorgingshuizen is voor een deel van de gecontroleerde gebouwen toen een herstel- en verbetertraject opgelegd. In 2014 zijn de gebouwen opnieuw bezocht, waarbij is beoordeeld of de geconstateerde tekortkomingen in voldoende mate zijn hersteld. Daarnaast is beoordeeld of de gebouwen voldoen aan de gebruiksvoorschriften. In 2014 zijn in totaal 9 verpleegtehuizen / zorgclusterwoningen bezocht. Bij 8 locaties is een hercontrole uitgevoerd. In 5 gevallen loopt de procedure nog, bij 1 locatie is een vooraankondiging
21
dwangsom verzonden. Voor 4 locaties is de vooraankondiging in voorbereiding en zal in 2015 worden verzonden. Uit de controle bezoeken over de laatste 3 jaren komt naar voren dat er bij veel verzorgingshuizen de voorzieningen m.b.t. de brandveiligheid niet geheel in orde zijn. In 2012 en 2013 zijn met de diverse verzorgingshuizen stappenplannen afgesproken om de zaken in orde te brengen. In 2014 zijn de locaties opnieuw bezocht. Daar waar nog gebreken zijn wordt nu volgens het handhavingsstappenplan handhavend opgetreden. Brandveiligheid en huisvesting van arbeidsmigranten Bij controles in het verleden is vastgesteld dat bij de huisvesting van arbeidsmigranten de brandveiligheidssituatie niet in orde was. Het toezicht op de huisvesting van arbeidsmigranten is daarom opgenomen in het reguliere programmatische toezichtsprogramma. In 2014 zijn 37 locaties voor de huisvesting van arbeidsmigranten gecontroleerd. In 17 gevallen is een hercontrole uitgevoerd. Bij hercontrole is geconstateerd dat alle gebreken zijn verholpen en zijn er geen handhavingstrajecten gestart.
22
6 Milieutaken gebruiksfase 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden vergunnings- en toezichtsactiviteiten behandeld met betrekking tot milieu. Alle milieutaken worden door de OMWB uitgevoerd. In het uitvoeringsprogramma 2014 voor de OMWB zijn twee onderdelen opgenomen, het reguliere programma 2014 en de inhaalslag 2013 (toezicht). In de volgende paragrafen wordt kort ingegaan op de uitvoering door de OMWB. Een belangrijk onderdeel van de milieutaken zijn vergunningverlening en toezicht op de BRZO- en overige risicovolle bedrijven. Voor nader informatie verwijzen wij naar bijlage 2, jaarrapportage 2014 gemeente Moerdijk van de OMWB. 6.2 vergunningen/meldingen en toezicht 6.2.1 Inhaalslag 2013 Naar aanleiding van het jaarverslag 2013 is er voor toezicht in het uitvoeringsprogramma 2014 een inhaalprogramma afgesproken. Het betreft een pakket aan werkzaamheden te waarde van € 238.000 (3.050 uren). Het betreft 150 toezichtsbezoeken, 190 hercontroles en 770 uur voor repressieve zaken. In de verantwoording van de OMWB is aangegeven dat de toezichtbezoeken en hercontroles zijn uitgevoerd. Het hiervoor benodigde budget bedraagt € 221.500. Het restant bedrag a €.16.500 wordt ingezet voor de afronding van de repressieve zaken 2013. Het budget wordt toegevoegd aan budget 2015 voor repressieve zaken (programmabegroting 1 post 17 VTH basis). Hiermee is inhaalprogramma 2013 afgerond. 6.2.2.Uitvoeringsprogramma 2014 Vergunningen In de verantwoording van de OMWB kom naar voren dat er voor 2014 een overschrijding is van € 74.000, op het totale budget van € 276.500, voor het uitvoeren van werkzaamheden voor vergunningen/meldingen. Dit is een overschrijding van 27%. Het aantal geleverde producten(170 stuks) is iets lager dan het aantal geplande producten (185 stuks). Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze tellingen zijn gebaseerd op hoofdgroepen en niet op gedifferentieerde producten m.b.t. aantallen en kentallen. De overschrijding is gedeeltelijk te wijten aan enkele grote vergunning procedures die meer tijd hebben gekost dan gepland. Het betreft dan o.a. omgevingsvergunningen voor BRZO bedrijven (AD international) of andere complexe bedrijven (Van der Vlist en Wupperman). Met de OMWB moeten voor 2015 afspraken worden gemaakt over de inhoudelijke verantwoording op budget, aantallen en kentallen. Op 31 december 2014 zijn er 16 Omgevingsvergunningen met de activiteit milieu die ouder dan 10 jaar. In het handhavingsprogramma 2012-2015 is opgenomen dat één van de doelstellingen is dat de vergunningsplichtige bedrijven een actuele vergunning hebben die niet ouder is als 10 jaar. In de planning voor 2015 moet worden opgenomen dat de 16 omgevingsvergunningen moeten worden geactualiseerd door middel van een procedure aanpassen voorschriften of door het aanvragen van een revisievergunning. De toezichthouders/vergunningverleners moeten hierover in contact treden met de betrokken bedrijven. Hiervoor zullen in 2015 afspraken worden gemaakt met de OMWB.
Programmatisch regulier toezicht Alle toezichtsbezoeken worden integraal uitgevoerd door de medewerkers van de OMWB. Het toezicht heeft betrekking op naleving van de regels met betrekking tot milieu, bouw en brandveiligheid. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het dan gaat om uitgebreid integraal toezicht voor de milieutaken (lucht, water, bodem, voorzieningen, externe veiligheid). Voor de onderdelen bouw, ruimtelijke ordening en brandveiligheid gaat het om een ruime vorm van signaaltoezicht. De OMWB is ook gemandateerd om voor overtredingen op deze wetgevingen aan te schrijven. Bij complexe situaties wordt het toezicht overgedragen aan of uitgevoerd in samenwerking met een specialist. In het derde kwartaal is vastgesteld dat het uitvoeringsprogramma met betrekking tot toezicht en hercontroles niet volgens planning werd uitgevoerd. Eind september 2014 was slechts 23% van het programma uitgevoerd. De OMWB heeft aangegeven dat er niet voldoende toezichtscapaciteit
23
aanwezig was om nog het volledige programma uit te kunnen voeren. In overleg is besloten dat gemeente Moerdijk 90% van het volledige toezichtsprogramma aanlevert, met de garantie dat de OMWB dat aantal voor 100% uitvoert. In de jaarrapportage van de OMWB is opgenomen dat het toezichtsprogramma, wat betreft het aangeleverde aantal, 100% is uitgevoerd. Het toezichtspercentage voor milieutoezicht in de gebruiksfase in 2014 is daar mee uitgekomen op 90%. In de door de OMWB overgelegde verantwoording komt naar voren dat voor programmatisch toezicht ca. € 40.000 meer is besteed dan begroot. Dit is een overschrijding van het budget met 8%. Op een aantal taken zoals de onderdelen integraliteit, onaangekondigd toezicht, overige controles, repressieve handhaving en ondersteuning juridische procedures is ca. € 155.000 (50%) minder budget besteed dan gepland. De OMWB heeft in het jaarverslag aangeven dat na een uitgebreide analyse van gegevens voor het jaarverslag OMWB blijkt dat diverse opdrachten niet met een juiste speerpuntcode zijn aangemaakt. Dit heeft uiteindelijk gevolgen voor de werkelijke uitputting van deze speerpuntcodes. Hierdoor ontstaat onterecht het beeld dat bepaalde budgets niet toereikend of gebruikt zouden zijn. Een aantal taken zoals hercontroles en repressieve taken konden niet meer in 2014 worden uitgevoerd omdat het grootste gedeelte van het programma eind 2014 is uitgevoerd. Omdat deze taken alsnog in 2015 moeten worden uitgevoerd geeft dit een extra druk op het budget voor 2015 Normaal is er altijd een overload van werkzaamheden van het oude naar het nieuwe werkprogramma wat betreft doorlopende werkzaamheden. Omdat 75% van het toezichtsprogramma pas in de laatste drie maanden van 2014 is uitgevoerd, konden de uit het programma 2014 voortkomende werkzaamheden als hercontroles en repressieve taken niet meer in 2014 worden uitgevoerd. Een overload van 50 hercontroles en de daaraan verbonden repressieve taken is normaal gesproken acceptabel. In dit geval gaat het om 150 hercontroles en de daaraan verbonden repressieve taken. Met de OMWB is afgesproken dat er 100 hercontroles en de daaraan verbonden repressieve taken nog worden uitgevoerd ten laste van budget 2014. De hiervoor benodigde € 75.000 zal daarom worden toegevoegd aan budget 2015 voor toezicht en repressieve zaken (programmabegroting 1 post 12 VTH basis). Hiermee wordt programma 2014 afgerond. In de totale financiële verantwoording worden de posten m.b.t. toezicht en handhaving onderling met elkaar verrekend. Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO) De BRZO inspecties worden uitgevoerd volgens het Bestuurlijk toezichtsprogramma majeure risicobedrijven 2012 - 2016 en het BRZO inspectieprogramma 2014, opgesteld door OMWB. De Veiligheidsregio nam deel in de inspectie teams en is verantwoordelijk voor het toezicht op het gebied van het veiligheidsbeheersysteem bij de BRZO-plichtige bedrijven, waarbij ook naast het systeemtoezicht gekeken wordt naar de overige brandveiligheidsaspecten. (zie paragraaf 5.3) Ook de bedrijven met opslag volgens PGS-15, PGS-29 en overige risicovolle bedrijven worden in het uitvoeringsprogramma opgenomen. De BRZO-bedrijven zijn de bedrijven met de hoogste risico’s qua veiligheid en milieu. Daarom is er extra capaciteit beschikbaar om vaker toezicht te kunnen houden. BRZO bedrijven worden gemiddeld 3x per jaar gecontroleerd. Het betreft dan een integrale milieucontrole, een systeemcontrole gericht op het veiligheidsbeheerssysteem (BRZO) en minimaal één onaangekondigde controle op de actuele bedrijfsaspecten. In dit jaarverslag wordt alleen verslag gedaan over de BRZO bedrijven die vallen onder het bevoegd gezag van gemeente Moerdijk. In het jaarverslag 2013 was de volgende aanbeveling opgenomen: de BRZO-bedrijven jaarlijks blijven bezoeken volgens risico gestuurd toezicht. Het streven is het naleefgedrag in de komende jaren te verhogen tot minimaal 90%. In 2014 zijn 8 BRZO bedrijven gecontroleerd. In de planning waren 10 bedrijven opgenomen. In 2014 zijn 2 bedrijven niet meer BRZO-plichtig door aanpassing van de vergunning of het beëindigen van activiteiten. Dit zijn Chugoku Paints en Beko Werktuigen Combinatie B.V. Bij 6 van de 8 BRZObedrijven (75%) zijn overtredingen geconstateerd, in 2013 was dat bij 5 van de 9 BRZO-bedrijven (55%) Hiermee is de doelstelling van een naleefgedrag van 90% nog niet behaald. De aanbeveling is om dit als taakstelling op te nemen voor de OMWB. In het kader van de nieuwe werkwijze met BRZO+ zou deze doelstelling voor alle bedrijven binnen de BRZO+ moeten gelden.
24
Grafiek 6.1
Voor een totaal overzicht met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden verwijzen wij u naar bijlage 3, het jaarverslag 2014 BRZO+ incl. het onderdeel inspecties en overtredingen 2014 en Representatieve casuïstiek 2014. 6.3 Klachten en ongewone voorvallen In dit onderdeel worden alleen de milieuklachten besproken. Het afhandelen van milieuklachten is een onderdeel dat volledig wordt uitgevoerd door de OMWB. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de klachten. Het overzicht bestaat uit twee onderdelen, een overzicht van alle milieuklachten binnen gemeente Moerdijk en een overzicht van de milieuklachten toegespitst om Industrieterrein Moerdijk. De belangrijkste conclusies worden hier weergegeven. • Het totaal aantal klachten in de gehele gemeente Moerdijk is gestegen van 714 naar 804. In 2014 ligt dit oplossingspercentage op 39% (312 van de 804), vergelijkbaar met het gangbare percentage. • Het aandeel klachten dat veroorzaakt wordt door bedrijven op het Industrieterrein Moerdijk is gestegen van 58% (416) naar 69% (554). De klachten waarbij na onderzoek een daadwerkelijke oorzaak of veroorzaker wordt vastgesteld, ligt op 46% (255 stuks). • Het aandeel van luchtklachten (voornamelijk geur) van het totaal aantal klachten is gestegen van 79% (565) naar 82% (659). Ook deze klachten worden voornamelijk veroorzaakt door het Industrieterrein Moerdijk. • Het aantal geluidklachten is toegenomen van 11% (76) naar 12% (96). • Het aantal geluidklachten veroorzaakt door horeca/evenementen is gedaald van 54% (41) naar 28% (27). • Vanaf 2010 (244 stuks) is een stijgende trend in het aantal klachten van het industrieterrein zichtbaar tot in 2014 (554 stuks). • Uit de klachtenregistratie is gebleken dat in 2014 gedurende 180 dagen één of meerdere klachten zijn veroorzaakt door het Industrieterrein Moerdijk. Dat wil zeggen dat het Industrieterrein dus ongeveer 1x per 2 dagen zijn omgeving zodanig belast dat tenminste 1 persoon daar hinder van ondervindt en die hinder ook daadwerkelijk meldt door het indienen van een klacht. Dit impliceert echter niet, dat gedurende de overige dagen het industrieterrein zijn omgeving niet belast. • Personen of bedrijven die zich op het Industrieterrein Moerdijk bevinden of daar gevestigd zijn, ondervinden ook hinder van bedrijven op het Industrieterrein zelf. Bij 68 (12%) van de 554 klachten die in 2014 zijn gemeld, ligt de klachtlocatie (= daar waar hinder ondervonden wordt) op het Industrieterrein. De overige klachten komen vanuit (woon)locaties buiten het Industrieterrein, zowel in Noord-Brabant als in Zuid-Holland. Totaal zijn 130 klachten (24%) geuit van buiten de provincie Noord-Brabant (allen vanuit Zuid-Holland). In de verantwoording van de OMWB kom naar voren dat er in 2014 een overschrijding is van
25
€ 11.000, op het totale budget van € 74.000, voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot klachtenbehandeling. Dit is een overschrijding van 15% van het geplande budget. Deze overschrijding is onder andere te wijten aan het toegenomen aantal klachten. Naast het behandelen van de milieuklachten zijn er nog twee projecten die ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van de leefomgeving in Moerdijk verbeterd. Het gaat dan om het project eNoses en het verbod op het ontgassen van tankschepen. Project eNoses Het pilot project Enoses had een looptijd tot 1 januari 2015. Eind 2014 is door de projectgroep eNoses een evaluatie met betrekking tot het pilot-project eNose-netwerk Moerdijk en de notitie “toekomstige structuur eNose-netwerk Moerdijk” op gesteld waarin voorstellen worden gedaan hoe het netwerk meer structureel kan worden voortgezet. Enkele conclusies zijn dat er bemoedigende indicaties en exemplarische voorbeelden van bronopsporing van benzeen- en geuremissies zijn en dat het systeem kan dienen als earlywarning systeem om klachten mogelijk te voorkomen. Beide zaken moeten nog wel verder worden doorontwikkeld. Het college heeft besloten om deel te blijven nemen aan het project eNoses en er zorg voor te dragen dat het een structurele vorm krijgt. Daarnaast moet de meldkamerfunctie snel worden geregeld om een goede werking van early warning te kunnen borgen.
Ontgassen tankschepen Uit onderzoeken en controles is gebleken dat tankschepen die hun ruimen ontgassen veel overlast kunnen veroorzaken en een behoorlijke bijdrage hebben aan de uitstoot van schadelijke stoffen voor milieu en leefomgeving zoals o.a. benzeen. Ook in de omgeving van het havenschap is vastgesteld dat ontgassende tankschepen overlast veroorzaken. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu onderzoekt of het CDNI verdrag (Europese wetgeving) mogelijkheden biedt om op landelijk niveau een ontgassingsverbod in te stellen. Dit ontgassingsverbod zou in 2016 in Nederland gereed kunnen zijn en dan gefaseerd in werking moeten treden waarbij benzeen en benzeenhoudende mengsels prioritair zijn. Een medewerker van de afdeling Vergunningen en Handhaving heeft deelgenomen in de overleggen met het ministerie van Infrastructuur & Milieu, Rijkswaterstaat, Omgevingsdienst Midden- en WestBrabant, milieudienst Zuid-Holland-Zuid en de DCMR om de wijziging van de regeling voor te bereiden. Omdat het aanpassen van de Europese wetgeving lang duurt is besloten ook te kijken naar lokale wetgeving. Vooruitlopend op het aanpassen van het Europese CDNI verdrag hebben provincie Noord-Brabant en Zuid-Holland hun PMV aangepast met een ontgassingsverbod. Het ontgassingverbod voor benzeen is per 1 januari 2015 inwerking getreden. Voor benzeenhoudende mengsels treden de regels per 1 januari 2016 in werking. Het gaat hier om een provinciale verordening waarvoor gedeputeerde staten van Noord-Brabant het bevoegde gezag is. De provincie heeft de handhavingstaken overgedragen aan de OMWB. Over mogelijkheden en de wijze waarop handhaving van het PMV verbod kan worden uitgevoerd voert de OMWB overleg met politie en Rijkswaterstaat.
6.4 Financiële verantwoording OMWB VTH taken Door aanloopproblemen bij de OMWB was het niet mogelijk om vanaf begin 2014 goed het verloop van doorlooptijden en budgets te kunnen monitoren. Hier door was het moeilijk periodiek een goede verantwoording te kunnen geven, waardoor niet kon worden bijgestuurd op de budgets. Dit heeft in de eindverantwoording voor vergunningen en handhaving niet geleid tot een overschrijding van het totaal budget voor VTH taken. Het totale budget voor de VTH taken (incl. de VVGB gelden) was € 1.868.177 en er is voor € 1.512.716 aan taken uitgevoerd. Omdat voor de verantwoording en afrekening van de VVGB-gelden (zie onderdeel VVGB gelden) een apart regiem geldt, is voor vergunningen en handhaving ook gekeken naar de besteding van de budgetten exclusief de VVGB-gelden. Uit het overzicht komt naar voren dat er een overschrijding is van € 11.000 (1%) van het budget voor vergunningen en handhaving. Hierbij zijn de budgets van vergunningen, handhaving meldingen etc. onderling zijn verrekend. Deze overschrijding komt voort uit programma begroting 2 en is een foutieve boeking over ingehuurd personeel (DVO). Deze boeking wordt nog gecrediteerd. Er zijn wel onder en - overschrijdingen op bepaalde onderdelen, deze worden verderop in dit hoofdstuk besproken.
26
In de berekeningen zijn de opdrachten van de afdeling RMO en de staf veiligheid (externe veiligheid) niet meegenomen. Deze onderdelen worden in dit jaarverslag verder niet besproken. Tabel 6.1 Totaal V&H
programma euro's
realisatie uren
euro's
percentage uren
euro's
uren
Programma 1 V&H
€ 1.224.896
15221
€ 1.198.684
15200
98%
100%
Programma 2 V&H
€ 52.981
639
€ 90.806
1083
171%
169%
Programma 3 V&H
€ 43.336
Totaal
V&H programma 1, 2 en 3
VVGB
verplichte bijdrage V&H
Totaal programma 1, 2, 3 en VVGB
€ 43.336
100%
€ 1.321.213
15860
€ 1.332.826
16283
101%
103%
€ 546.964
6837
€ 179.890
2121
33%
31%
€ 1.868.177
22697
€ 1.512.716
18404
81%
Inhaalslag 2013 Naar aanleiding van het jaarverslag 2013 is er voor toezicht in het uitvoeringsprogramma 2014 een inhaalprogramma afgesproken. Het betreft een pakket aan werkzaamheden te waarde van € 238.000 (3.050 uren,150 toezichtsbezoeken, 190 hercontroles en repressieve zaken (770 uur)). In de verantwoording van de OMWB is aangegeven dat de toezichtbezoeken en hercontroles zijn uitgevoerd. Er zijn ook repressieve zaken afgewerkt. Het hiervoor benodigde budget bedraagt € 221.500. Het restant bedrag a € 16.500 wordt ingezet voor de afronding van de nog lopende repressieve zaken 2013. Het budget wordt toegevoegd aan budget 2015 voor repressieve zaken (programmabegroting 1 post 17 VTH basis). Hiermee is inhaalprogramma 2013 afgerond. Milieuvergunningen en meldingen In de verantwoording van de OMWB komt naar voren dat er in programma 1 voor 2014 een overschrijding is van € 74.000, op het totale budget van € 276.500, voor het uitvoeren van werkzaamheden voor vergunningen/meldingen. Dit is een overschrijding van 27%. Het aantal geleverde producten(170 stuks) is iets lager dan het aantal geplande producten (185 stuks). Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze tellingen niet zijn gedifferentieerd naar aantallen producten in relatie tot kentallen. De overschrijding is volgens opgave van de OMWB gedeeltelijk te wijten aan enkele grote vergunning procedures die meer tijd hebben gekost dan gepland. In programma 2 is een overschrijding van € 38.400. Tabel 6.2 vergunningen
programma
progr. nr omschrijving
euro's
1
vergunningen totaal
2 2
realisatie uren
euro's
percentage uren
euro's
uren
€ 276.512
3561
€ 350.646
4393
1 provinciale beschikking
€0
0
€ 951
11
3 onttrekken grondwater
€0
0
€ 466
6
€ 8.002
100
€ 16.702
184
€ 14.915
155
€ 1.567
19
11%
12%
€ 4.102
50
€ 46.036
599
1122%
1198%
€ 11.775
150
€ 1.090
14
9%
9%
€ 6.083
84
€ 16.463
155
128%
92%
€ 321.389
4100
€ 433.921
5381
135%
131%
2 14 besluit BBK, asbest etc 2 21 juridisch 2 23 ambtelijke ondersteuning 2 24 informatieverstrekking 2 25 bodeminfosysteem
TOTAAL
127%
123%
209%
184%
27
Toezichtsprogramma OMWB 2014 In de door de OMWB overgelegde verantwoording komt naar voren dat voor programmatisch toezicht ca. € 40.000 meer is besteed dan begroot. Dit is een overschrijding van het budget met 8%. Op een aantal taken zoals de onderdelen integraliteit, onaangekondigd toezicht, overige controles, repressieve handhaving en ondersteuning juridische procedures is ca. € 155.000 (50%) minder budget besteed dan gepland. De OMWB heeft in het jaarverslag aangeven dat na een uitgebreide analyse van gegevens voor het jaarverslag OMWB blijkt dat diverse opdrachten niet met een juiste speerpuntcode zijn aangemaakt. Dit heeft uiteindelijk gevolgen voor de werkelijke uitputting van deze speerpuntcodes. Hierdoor ontstaat onterecht het beeld dat bepaalde budgets niet toereikend of gebruikt zouden zijn. Een aantal taken zoals hercontroles en repressieve taken konden niet meer in 2014 worden uitgevoerd omdat het grootste gedeelte van het programma eind 2014 is uitgevoerd. Omdat deze taken alsnog in 2015 moeten worden uitgevoerd geeft dit een extra druk op het budget voor 2015. Met de OMWB is afgesproken dat er 100 hercontroles en de daaraan verbonden repressieve taken nog worden uitgevoerd ten laste van budget 2014. De hiervoor benodigde € 75.000 zal daarom worden toegevoegd aan budget 2015 voor toezicht en repressieve zaken (programmabegroting 1 post 12 VTH basis). Hiermee wordt het toezichtsprogramma 2014 afgerond. In de financiële verantwoording voor het onderdeel handhaving worden de posten m.b.t. toezicht en handhaving onderling met elkaar verrekend (zie tabel 6.3). Tabel 6.3 Handhaving
programma
progr. nr omschrijving regulier toezicht/ inclusief 1 BRZO
euro's
1
bodem/keten
1
integraliteit/onaangekondigd
1
repressief
1
realisatie uren
euro's
percentage uren
euro's
uren
€ 561.339
6860
€ 604.128
7788
108%
114%
€ 8.104
100
€ 6.614
82
82%
82%
€ 94.215
1170
€ 19.415
228
21%
20%
€ 170.167
2100
€ 116.508
1503
68%
72%
repressief/ jur
€ 40.263
500
€ 15.780
196
39%
39%
klachten
€ 74.296
930
€ 85.593
1010
115%
109%
€ 4.052
50
€ 851
11
21%
21%
2
5 bodem
2
6 rood/briks
€ 324
4
7 blauw
€ 324
4
8 groen
€ 324
4
2 10 overige kleursporen
TOTAAL
€ 4.052
50
€ 5.708
72
141%
144%
€ 956.488
11760
€ 855.569
10902
89%
93%
Klachten In de verantwoording van de OMWB kom naar voren dat er in 2014 een overschrijding is van € 11.000, op het totale budget van € 74.000, voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot klachtenbehandeling. Dit is een overschrijding van 15% van het geplande budget. Deze overschrijding is onder andere te wijten aan het toegenomen aantal klachten. VVGB-bedrijven en gelden Op 1 januari 2014 is gemeente Moerdijk het bevoegd gezag geworden voor de zgn. VVGB-bedrijven. Voorheen vielen deze bedrijven onder het bevoegd gezag van gedeputeerde staten. De benodigde gelden voor het uitvoeren van de VTH-taken worden via het gemeente fonds nu aan de gemeente beschikbaar gesteld. In het overleg van 15 december 2014 heeft het algemeen bestuur van de OMWB besloten dat Moerdijk in 2014 een bedrag van € 547.000 betaald aan de OMWB met betrekking tot de VVGB bedrijven voor het uitvoeren van de VTH taken. Dit is in begroting 2014 opgenomen. Voor nadere informatie over dit besluit verwijzen wij u naar de raadsinformatie brief 20 januari 2015 In de jaarrapportage 2014 gemeente Moerdijk van de OMWB is voor € 180.000 aan werkzaamheden een verantwoording gegeven. Naar aanleiding van de jaarrapportage is de OMWB gevraagd om nadere informatie over het bedrag van € 367.000. De gevraagde nadere informatie met betrekking tot
28
besteding van het budget hebben wij niet ontvangen. Voor een bedrag van € 365.000 is dus geen verantwoording afgelegd. Met de OMWB moeten afspraken gemaakt worden over het periodiek aanleveren van een goede verantwoording. Per kwartaal moet een budgetoverzicht beschikbaar komen waarbij tevens een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden wordt gegeven. Er moet gekeken worden naar de bestede uren per product t.o.v. de kentallen. Wanneer er grote overschrijdingen zijn moet er een verantwoording worden bijgegeven.
29
7. BIJZONDERWETTEN EN OPENBARE RUIMTE 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vergunning en toezichtstaken die betrekking hebben op de activiteiten die plaatsvinden in de openbare ruimte en/of vallen onder de werkingssfeer van de APV of bijzonder wetten zoals Drank en horecawet. Ook het onderdeel International Ship and Port facility Security (ISPS) wordt hier besproken. 7.2 Vergunningen Evenementen In 2014 is het aantal aanvragen mat 20% toegenomen t.o.v. 2013. De toename komt door een toename in het aantal activiteiten en door het uitvoeren van toezicht. Met name door meer toezicht op activiteiten in sportkantines door de boa’s worden door de verenigingen nu meer vergunningen aangevraagd voor activiteiten waarvoor een evenementenvergunning nodig is. Grafiek 7.1
Drank en horeca (D&H) In tabel 7.2 worden alle D&H gerelateerde aanvragen aangegeven, het gaan dan om vergunningen en ontheffingen Drank & Horeca, exploitatievergunningen, incidentele festiviteiten, kansspelvergunningen en ontheffingen sluitingstijden. Hoewel er de laatste jaren een teruggang is in het aantal aanvragen is de oorzaak hiervan niet precies te duiden. Grafiek 7.2
Overige aanvragen bijzondere wetten In tabel 6.3 worden de aantallen aanvragen aangegeven die zijn ingediend op basis van de A.P.V. of andere bijzondere wetten zoals, aanvragen voor explosievergunningen, stookvergunningen, geluidsontheffingen, verkoop vuurwerk, handelen in beschermde natuurgebieden etc. Het aantal aanvragen in 2013 en 2014 blijft gelijk, maar is beduidend lager dan in 2011 en 2012. Dit wordt veroorzaakt door een afname van het aantal geluidsontheffingen. Met de invoeringen van het evenementenbeleid in 2013 is besloten dat geluidsvoorschriften voor evenementen niet meer via een aparte geluidsontheffing worden geregeld, maar worden opgenomen in de evenementenvergunning.
30
Grafiek 7.3
Bijzondere wetten 250 200 150 100 50 0
7.3 Toezicht Het toezicht in de openbare bestaat uit meerdere onderdelen en wordt uitgevoerd door de 4 buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). Het gaat om de volgende taakvelden - Toezicht openbare ruimte en bijzondere wetten. - Toezicht op verleende vergunningen - Toezicht Drank en horecawet - Toezicht op markten Openbare ruimte en Bijzondere wetten In 2014 was er in totaal 4.500 uur beschikbaar voor diverse taken in de openbare ruimte. Onder deze toezichtstaken vallen o.a. toezicht hondenoverlast, afval (dumpingen, afvalscheiding, zwerfvuil etc), klachten openbare ruimte, verkeer (o.a. parkeeroverlast). In totaal is 3150 uur aan deze taak besteed. Enkele opmerkelijke zaken zijn: - Tijdens surveillance werkzaamheden is een illegale opslag van mogelijk gestolen pallets gelokaliseerd. Het was niet vast te stellen of de pallets van diefstal afkomstig waren. Er is wel proces-verbaal opgemaakt i.v.m. opslag van goederen op de openbare weg - N.a.v. een aantal meldingen m.b.t. overlast van geparkeerde aanhangwagens is er een actie gehouden. Er zijn 60 locaties aangetroffen waar aanhangwagens permanent werden gestald op openbare weg. De eigenaren zijn achterhaald en gevraagd de aanhanger van de openbare weg te verwijderen en verwijderd te houden. Het merendeel heeft hier gevolg aan gegeven. Slechts 3 aanhangwagens zijn onder bestuursdwang verwijderd, waarvan er één na betaling van de kosten aan de eigenaar is teruggegeven. - Het voorkomen van het illegaal houden van een houseparty aan de Sluispad-Zuid in Heijningen. De party zou gehouden worden op een aan het terrein van de Damwand Centrale Fijnaart afgemeerd schip. - Door de inbreng en oplettendheid van de boa’s zijn een aantal hennepkwekerijen opgerold. - Het vaststellen van overtreders van illegale stort van afvalstoffen in het buitengebied. - Het achterhalen van vervuilers van het wegdek. Dit vanwege mogelijke gevaarlijke (verkeers)situaties. Toezicht verleende vergunningen In 2014 was er in totaal 500 uur beschikbaar voor toezicht op vergunningen, waaronder de evenementen vergunningen en meldingen. Er zijn 60 evenementen gecontroleerd, 2 sexinrichtingen, 2 vergunningen voor verkoopvuurwerk. In totaal is hieraan 250 uur besteed. Er zijn geen handhavingszaken opgestart n.a.v. deze controles. Kleine gebreken bij toezicht op evenementen werden ter plaatse direct opgelost. Drank- en Horecawet In het kader van de Drank- en Horecawet en het alcoholpreventiebeleid 2014 was er in totaal 400 uur beschikbaar voor toezicht. Er zijn 86 controles uitgevoerd. In totaal is hieraan 300 uur besteed. Er is 13 keer een horecacontrole ronde uitgevoerd in het weekend, hierbij zijn diverse horecagelegenheden gecontroleerd waaronder ook sportkantines. Tijdens een speciale controle ronde gehouden m.b.t. activiteiten bij sportkantines zijn 10 sportverenigingen bezocht. In 6 gevallen is geconstateerd dat een lijst met bar-vrijwilligers ontbrak, 6 gevallen waar geen sticker (NIX-18) is aangebracht op de deur en in 4 gevallen het terras niet op de
31
vergunning is vermeld. N.a.v. deze bevindingen is naar alle sportverenigingen een brief gezonden met deze aandachtspunten. Er worden nu geen specifieke hercontroles uitgevoerd. In een algemene brief is aan alle verenigingen medegedeeld dat er in 2015 opnieuw zal worden gecontroleerd op die aspecten en dat bij overtredingen direct zal worden opgetreden. Er zijn 11 controles verricht bij supermarkten en slijterijen op de verkoop van alcoholhoudende dranken aan personen jonger dan 18 jaar. Deze controles werden uitgevoerd door een boa in samenwerking met een mysterie shopper. Er zijn 7 supermarkten en 4 slijterijen bezocht. Er is één overtreding geconstateerd. De ondernemer is aangeschreven op deze overtreding in de vorm van een (eerste) waarschuwing. Markten In 2014 was in totaal 350 uur beschikbaar voor het toezicht op de markten. In totaal is 400 uur aan deze taak besteed. I.S.P.S. De burgemeester van Moerdijk is aangewezen als Designated Authority in het kader van International Ship and Port facility Security (I.S.P.S.). Dit is wetgeving met betrekking tot anti-terrorisme. Op Basis van deze regelgeving is gemeente Moerdijk verplicht om toezicht te houden op het naleven van individuele beveiligingsplannen van de ISPS-plichtige bedrijven op het haven- en industrieterrein Moerdijk. Het toezicht in het kader van I.S.P.S. is een onderdeel van het integraal risico- en veiligheidsbeleid. De planning was om in 2014 ca. 22 bedrijven te bezoeken. In 2014 zijn 26 bedrijven bezocht. De bevindingen van de toezichthouder worden overgedragen aan de port security officer (havenmeester) van het Havenschap. Hij draagt zorg voor het aanschrijven van de bedrijven n.a.v. het uitgevoerde toezicht. Indien nodig kan er een hercontrole worden uitgevoerd door de toezichthouders. De aanschrijvingen verlopen tot op heden via het havenschap. Onderzocht wordt of de aanschrijvingen in het vervolg via de gemeente kunnen lopen. Dit vanuit het kader van uniformiteit. In 2014 is niet verzocht om het uitvoeren van hercontroles. De burgemeester is eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van I.S.P.S. Uitvoering van de regelgeving is gemandateerd aan de port security officer (havenmeester) van het Havenschap Moerdijk. Het beoordelen van de veiligheidsplannen gebeurd door een team waarin politiehaventeam en havenschap zijn vertegenwoordigd. Het toezicht wordt uitgevoerd door toezichthouder van de afdeling Vergunningen en Handhaving in samenwerking met de politie. De huidige structuur roept enkele problemen over zich af, met name met betrekking tot verantwoording van de uitgevoerde taken en de afwerking van de toezichtstaken. Op het afwerken van de taken met betrekking tot de veiligheidsplannen is geen controle binnen de gemeentelijke organisatie. De gemeente heeft als eindverantwoordelijke geen direct zicht op het totaal aan uitgevoerde werkzaamheden er is geen jaarverslag van de uitgevoerde werkzaamheden 2014 overgelegd. In overleg met het havenschap, zal de afdeling Vergunningen en Handhaving samen met de gemeentelijk veiligheidsstaf , een procesoptimalisatie doorvoeren, waarbij de structuren en werkprocessen aan worden gepast om een goede werking te waarborgen en met ingang van 2015 een betere verantwoording af te kunnen leggen.
32
8. OVERIGE TAKEN GEBRUIKSFASE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de activiteiten die zijn uitgevoerd met betrekking tot controles op naleving van het bestemmingsplan en het controleren op illegale bouwactiviteiten. Het gaat dan om zaken die geconstateerd worden tijdens surveillance werkzaamheden, speciale projecten of tijdens regulier toezicht. Er stonden voor 2014 in totaal 300 controles gepland en er zijn 250 uitgevoerd. 200 controles zijn bedoeld voor controles inzake het bestemmingsplan buitengebied (gedeeltelijk projectmatig uitgevoerd). De overige 100 stonden gepland voor illegaal bouwen en bestemmingsplancontroles in bebouwde kom en op industrieterreinen. 8.1 project Buitengebied Volgens het uitvoeringsprogramma 2014 was voor het project Handhaving buitengebied het gebied Zuiddijk aan de beurt. Hiervoor zijn 213 adressen geselecteerd op basis van de lijst van de vorige controleronde van dit gebied. Van deze adressen zijn er 29 uit de lijst verwijderd. Dit zijn locaties waar recent integraal is gecontroleerd of op korte termijn een integrale controle staat gepland. De planning 2014 op basis van het project is dus het controleren van 200 adressen. In totaal zijn in 2014 - Op 118 adressen zijn geen overtredingen geconstateerd. Er is een akkoordbrief verzonden en de zaak is afgesloten. - op 18 adressen zijn waarschuwingsbrieven verzonden en staan hercontroles gepland - 64 zaken zijn nog niet afgerond, omdat: o nog een controle moet worden uitgevoerd (begin 2015) o nog dossieronderzoek moet plaatsvinden o een planologisch standpunt moet worden ingenomen o wordt gewacht op bestemmingsplan of beleid 8.2 Arbeidsmigranten In 2014 is bestuurlijk besloten om deel te nemen aan het integrale project Handhaving huisvesting arbeidsmigranten Regio West-Brabant. De Landelijke Stuurgroep Interventieteams heeft als strategisch thema ‘huisvesting van arbeidsmigranten’ vastgesteld. Op basis daarvan hebben tien gemeenten uit West-Brabant samen met de Inspectie SZW (arbeidsinspectie), Belastingdienst, UWV, SVB en de politie projectafspraken gemaakt om in 2015 in interventieteamverband met elkaar controles uit te voeren. De bij ons bekende adressen van huisvesting arbeidsmigranten worden jaarlijks regulier gecontroleerd. 8.3 Project Woonwagencentrum Klundert Er wordt al enkele jaren gesproken over de situatie rond het woonwagencentrum gelegen aan de Blauwe Hoefsweg te Klundert. Er is hier sprake van diverse overtredingen op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening en milieu. In 2014 is door het college een startnotitie “Renovatie Woonwagencentrum“ vastgesteld. Dit is het laatste woonwagencentrum dat voor renovatie en herinrichting op de rol staat, zodat het kan worden overgedragen aan de Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West-Nederland. Er is een ambtelijke werkgroep gevormd onder leiding van Nijbod beheer om dit proces te begeleiden. Vanuit de afdeling Vergunningen en Handhaving neemt een handhavingsjurist deel aan de werkgroep en levert hieraan een actieve bijdrage en stelt (gedoog)beschikkingen op.
33
9. SLOOPACTIVITEITEN In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het aantal aanvragen en controles in het kader van sloopactiviteiten of tijdelijke ontheffingen in het kader het bestemmingsplan. In totaal zijn 260 aanvragen ontvangen m.b.t. sloopactiviteiten. Het gaat dan om 134 sloopmeldingen van particulieren, 147 meldingen voor sloopactiviteiten met of zonder asbestverwijdering en 15 aanvragen voor een vergunning voor het slopen. Aanvragen voor een sloopvergunning komen nog beperkt voor. Deze zijn alleen nog van toepassing als het gaat om het slopen van of bij een monument en als het gaat om beschermd dorps en stadsgezicht. Het aantal procedures is, na een dip in 2012 en 2013, gelijk aan het niveau van 2011. Het totaal aantal procedures is wel toegenomen. Naast de aanvragen voor de gemeente zijn er ook nog 39 adviesaanvragen voor slopen ontvangen in het kader van de DVO met de OMWB. grafiek 9.1
Het toezicht op sloopactiviteiten is onder te verdelen in drie onderdelen. Het toezicht op de particuliere sloopmeldingen, het toezicht op bedrijfsmatige sloopactiviteiten en illegale sloopactiviteiten. Er zijn twee soorten sloopmeldingen, de sloopmelding voor het verwijderen van asbest door particulieren en de melding voor het slopen en /of bedrijfsmatig verwijderen van asbest. De meldingen van particulieren worden administratief gecontroleerd. Dit houdt in dat middels de meldingsformulieren wordt gecontroleerd of het asbest ook daadwerkelijk op de juiste wijze en op de milieustraat is afgegeven. Steekproefsgewijs worden een aantal locaties ook fysiek bezocht om te controleren of voldaan wordt aan de eisen van de meldingsplicht. De overige vergunningen en meldingen worden gecontroleerd conform de prioritering van het uitvoeringsprogramma. In 2014 zijn 133 sloopmeldingen van particulieren administratief gecontroleerd. Daarnaast zijn er 37 sloopmeldingen en 1 sloopvergunning gecontroleerd. Grafiek 9.2
34
In 2 gevallen is opgetreden tegen illegale sloopactiviteiten. In één geval is de activiteit middels bestuursdwang stilgelegd. Na het overleggen van de juiste gegevens is de activiteit alsnog toegestaan en afgewerkt.
35
10. STRAFRECHTELIJKE ZAKEN In het Handhavingsprogramma 2012-2015 is in hoofdstuk 11 opgenomen dat een aantal toezichthouders van de afdeling Vergunningen en Handhaving is aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar. Dit houdt in dat ze een brede taak kunnen vervullen op het gebied van Milieu, Bouw/RO en APV. Voor het onderdeel milieu is deze strafrechtelijke taak nu weggelegd bij de OMWB. Vier toezichthouders zijn nadrukkelijk belast met het toezicht in de openbare ruimte. Zij treden vooral op tegen overtredingen op grond van de APV (hondenpoep, afval, overlast van caravans, blauwe zones, aanhangers, parkeren grote voertuigen etc.) In 2014 zijn in totaal 700 processen verbaal (PV) opgemaakt. Dit betreft geschreven (aanvullende) verbalen, Wet Mulderfeiten en strafbeschikkingen. Het grootste aantal van de verbalen betreft de zgn. Mulderfeiten. Dit zijn overtredingen inzake de APV en afvalstoffenverordening zoals hondenoverlast, stallen caravans, dumpen afval, etc. . Dit zijn overtredingen met vaste boetes zoals is vastgelegd in de feitenboekjes. Hiervoor wordt door de ’boa’s gebruik gemaakt van een geautomatiseerd systeem. De bestuurlijke strafbeschikking heeft nog maar een klein aandeel van het aantal PV’s, ongeveer 5%. Gemeente Moerdijk is aangemeld voor de vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving overlastfeiten in de openbare ruimte. Hierdoor krijgt de gemeente afhankelijk van het aantal processen verbaal een vergoeding per proces verbaal. Voor 2014 bedraagt de ontvangen vergoeding €13.265 (2013/ €23.620, 2012/ €19.385, 2011 / € 33.705 en 2010 / € 7.415). grafiek 10.1
11. VERZOEKEN OM HANDHAVING In 2014 zijn 10 handhavingsverzoeken ontvangen. Dit is ongeveer gelijk aan het aantal in 2013 (9). Het betreft vooral verzoeken om handhaving m.b.t. bouw en bestemmingsplan activiteiten. Op 31 december zijn 5 van de 10 verzoeken afgehandeld. In 2 gevallen is handhavend opgetreden en in 3 gevallen is het verzoek om handhaving afgewezen. In totaal zijn nog 10 verzoeken in behandeling, deze procedures lopen door in 2015. grafiek 11.1
36
12. REPRESSIEVE TAKEN In het handhavingsprogramma is opgenomen dat handhaving wordt uitgevoerd volgens de handhavingsstrategie “zo handhaven we in Brabant”. Dit houdt in dat wanneer er na een hercontrole geen opvolging is gegeven aan het verzoek de overtreding op te heffen er een vooraankondiging wordt verzonden eventueel gevolgd door een dwangsom/bestuursdwangbeschikking. In 2014 zijn 54 vooraankondigingen, 10 dwangsombeschikkingen en 2 bestuursdwangbeschikkingen verzonden. In tabel 12.1 is per taakveld aangegeven hoeveel vooraankondigingen zijn verzonden. Hierbij komt duidelijk naar voren dat in de taakvelden milieu (milieu en BRZO)en brandveiligheid de meeste repressieve procedures worden gestart. Opvallend hierbij is het aantal van 5 vooraankondigingen bij de BRO bedrijven. Dit omdat het in totaal maar om 9 BRZO bedrijven gaat. Tabel 12.1
In totaal zijn 10 dwangsommen en 2 bestuursdwangbeschikkingen opgelegd. In tabel 12.2 is per taakveld het aantal opgelegde dwangsommen of bestuursdwangbeschikkingen aangegeven. Opvallend hierbij is dat in het taakveld brandveiligheid (25%) in verhouding de meeste handhavingsprocedures na een vooraankondiging doorlopen tot een dwangsombeschikking dan bij BRZO (20 %) en milieu (10%). Tabel 12.2
Op 31 december zijn 31 van de 54 gestarte procedures vooraankondiging afgerond. Van de dwangsom/ bestuursdwang procedures zijn er 6 van de 12 afgerond. De overige procedures lopen door in 2015. 13. BEZWAAR EN BEROEP In 2014 zijn 64 zienswijze, bezwaar, beroep, hoger beroep en voorlopige voorziening ingediend. Deze zaken hebben betrekking op 32 handhavings-/verguningsprocedures. Het aantal bezwaar en beroepszaken met betrekking tot handhavingsprocedures blijft de laatste vijf jaar ongeveer gelijk. In 2014 zijn er 10 zaken m.b.t. handhaving.
37
Bij vergunningen was een afname zichtbaar in de jaren 2012 en 2013. In 2014 is weer een toename in het aantal waarneembaar. Het aantal ingediende zienswijze en bezwaren etc. is verdubbeld van 27 naar 54 stuks. Het aantal zaken waartegen bezwaar wordt ingediend neemt echter nog steeds af. De 54 ingekomen zienswijze etc. hebben betrekking op 22 vergunningprocedures. Op dit moment zijn er van verschillende werkprogramma’s nog 51 zaken in behandeling. In grafiek XXX is per type besluit het aantal besluiten aangegeven. Hieruit blijkt dat in 2014 er een stijging is van het aantal besluiten (deels)gegrond. grafiek 13.1
grafiek 13.2
bezwaar en beroep 80 2010
60 40
2011
20
2012
0
2013
ingetrokken
niet ontvankelijk
deels gegrond
gegrond
ongegrond
2014
In grafiek 13.3 is aangegeven het aantal besluiten als losse zaak en het aantal besluiten waarbij een correctie is toegepast als meerder besluiten zijn genomen in één zaak. Hier is waar te nemen dat het aantal losse zaken in 2014 hoger was dan in 2012 en 2013, maar dat het aantal zaken nog steeds afneemt. Dit wordt o.a. veroorzaakt door 1 zaak waar 18 zienswijze zijn ingediend die deels gegrond zijn verklaard. grafiek 13.3
38
14. LOKET VERGUNNINGEN EN HANDHAVING De afdeling Vergunningen en Handhaving beschikt over een loketfunctie waar burgers en bedrijven alle informatie kunnen krijgen over zaken betreffende vergunningverlening, toezicht en handhaving. Ook kunnen zij daar aanvragen bespreken en indienen. Het loket heeft alleen in de ochtend vrije inloop, na 12.00 uur en op donderdagavond wordt er alleen gewerkt op afspraak. De meeste vragen in het loket gaan over activiteiten die met bouwen en het bestemmingsplan te maken hebben. In grafiek 14.1 is het totaal aantal klantbezoeken aangegeven per jaar. In 2014 waren er in totaal 850 loket bezoeken. De laatste jaren nam het aantal klanten aan het loket af, in 2014 lijkt het te stabiliseren. Gemiddeld melden zich 71 klanten per maand bij het loket, zowel vrije inloop als afspraken. Dit is ongeveer gelijk aan het aantal in 2013. Sinds 2013 wordt gewerkt met afspraken voor het loket. Op zich heeft het werken met afspraken geen (grote) invloed gehad op het totale aantal klanten. Er is een kleine teruggang bij vrije inloop maar dit wordt opgevangen door meer afspraken. Het aantal afspraken is in 2014 met 125 stuks verdubbeld t.o.v. 2013. In grafiek 14.2 en grafiek 14.3 is te zien dat zowel de wacht- als behandeltijd vrij constant blijft. Alleen voor de handelingen aan het loket is dus op jaarbasis 280 uur aan personele capaciteit noodzakelijk. Daarnaast is er capaciteit nodig om zaken voor te bereiden en af te handelen/uit te zoeken. Wanneer we uit gaan van totaal 1 uur per klant aan voorbereiding, lokethandelingen en uitwerking is de totaal benodigde capaciteit op jaarbasis 850 uur. Deze uren worden opgenomen in de capaciteitsplanning. grafiek 14.1
grafiek 14.2
grafiek 14.3
39
15. TOEZICHTSBELEVING Een van de speerpunten van de gemeente Moerdijk is het verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening. De gemeente neemt daarom sinds 2010 deel in het project “Bewijs van Goede Dienst” (BvGD). Het BvGD is een landelijk instrument om de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers in kaart te brengen en gericht te verbeteren. Het project “Monitoring beleving van toezicht Moerdijk” is erop gericht om de gemeente een middel te geven waarmee de beleving van toezicht periodiek inzichtelijk kan worden gemaakt. Bedrijven krijgen naar aanleiding van een toezichtsbezoek en enquête toegezonden. Dit gebeurd sinds 2012. De scores worden gegeven op een schaal van 1 (zeer ontevreden) tot 5 (zeer tevreden) . De resultaten over de afgelopen 3 jaren geven aan dat de ondernemers tevreden zijn over het uitgevoerde toezicht. Met betrekking tot het uitgevoerde toezicht dient te worden opgemerkt dat het met name het milieutoezicht bij bedrijven betreft. In 2012 en 2013 werden deze taken uitgevoerd door toezichthouders van de gemeente en van de OMWB. In 2014 zijn deze taken allemaal uitgevoerd door de OMWB. Om een totaalbeeld over andere taakvelden en alle toezichtstaken te hebben is het aan te bevelen om in het vervolg ook voor toezicht brandveiligheid en bouwen aparte enquêtes uit te zetten. In tabel 15.1 is de score van 2012 t/m 2014 opgenomen.
Nr.
Onderwerp
Prioriteit Gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde gemeente score 2014 score 2013 score 2012
Score per onderwerp A B C D E F
Deskundigheid van de inspecteur Communicatie door de inspecteur Houding van de inspecteur Voorbereiding van de inspectie Uitvoering van de inspectie Rapportage van de inspectieresultaten
6 1 4 2 3
3,8 4,0 3,9 3,7 3,6
3,7 4,0 3,8 3,7 3,5
3,9 4,0 4,0 3,7 3,6
5
3,8
3,9
3,9
Score per inspectieonderdeel G H I
Voorbereiding van de inspectie Uitvoering van de inspectie Inspectierapportage
3,7 3,8 3,8
3,8 3,7 3,9
3,8 3,8 3,9
J
Gemiddelde voor alle onderwerpen
3,8
3,9
3,9
227
55
72
Score per inspectieonderdeel respons
40