Bijlage 1 Cultuurhistorische as Boxtel
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Cultuurhistorische as Boxtel voorlopig ontwerp
1 H + N + S ' 0 3
C
2 H + N + S ' 0 3
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Cultuurhistorische as Boxtel voorlopig ontwerp
een rapport in opdracht van de gemeente Boxtel
Utrecht, november 2003
Het voorlopig ontwerp is tot stand gekomen met projectsubsidie Belvedere van het Stimuleringsfonds voor de Architectuur
Beek & Kooiman Cultuurhistorie
N
H+N+S Landschapsarchitecten Laan van Chartroise 168 Postbus 10156, 3505 AC Utrecht
H S
Telefoon (030) 244 57 57 Telefax (030) 244 66 77
3 H + N + S ' 0 3
C
4 H + N + S ' 0 3
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Inhoud Voorwoord
7
1
INLEIDING
2
KLEINE HISTORISCHE SCHETS
11
3
RUIMTELIJKE ANALYSE
17
4
HET PLAN IN HOOFDLIJNEN
33
5
HET PLAN IN ONDERDELEN
37
6
TOETSINGSKADER
65
9
Literatuur en bronnen
67
Colofon
69
5 H + N + S ' 0 3
C
6 H + N + S ' 0 3
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C H
U O
L O
T F
U D
U TR UH KI S
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
VOORWOORD
Voorwoord Het Boxtelse unanieme raadsbesluit betreffende de StructuurVisiePlus is het startsein geweest voor een nieuwe stedenbouwkundige benadering. Kwaliteit, integraliteit, én Boxtelse eigenheid werden de sleutelbegrippen om de nieuwe stedenbouwkundige uitdagingen in Boxtel aan te gaan. In de StructuurVisiePlus is met name de kwaliteit van die Boxtelse eigenheid onderkend. Nu ontbreekt die Boxtelse eigenheid dus ook niet meer in de stedenbouwkundige en architectonische ontwerpopgave. In de as "Kasteel Stapelen" - "Kerk Sint-Petrus" manifesteert zich die Boxtelse identiteit ruimtelijk het meest. Die ruimtelijke zichtbaarheid komt mede voort uit de bewogen en belangwekkende geschiedenis die Boxtel gekend heeft. De geschiedenis van het "Heilig Bloed" én het Kapittel van Sint Petrus, van de Boxtelse protestantse gemeenschap, van het Clarissenklooster en klooster Duinendaal, van het Boxtelse onderwijs en de Boxtelse markt maar vooral ook van de Heren van Boxtel in hun relatie met kasteel Stapelen en de daar aanwezige Sint-Joris kapel. Die geschiedenis, die onlosmakelijk alleen bij Boxtel hoort, vindt zijn vorm in deze cultuurhistorische as. Deze studie geeft aan hoe we deze cultuurhistorische waarden kunnen ontwikkelen en versterken. Niet alleen om maar één of enkele historische perioden zichtbaar te maken maar om juist de Boxtelse ontwikkeling beleefbaar te maken. Ger van den Oetelaar Wethouder
7 H + N + S ' 0 3
C
8 H + N + S ' 0 3
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C H
U O
L O
TF
U D
U S
T R
U H
K I S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
1 INLEIDING De cultuurhistorische as
Opbouw van de rapportage
De cultuurhistorische as in Boxtel verbindt de St. Petruskerk in het noorden met het kasteel Stapelen in het zuiden. Langs de as liggen tal van gemeentemonumenten en een aantal rijksmonumenten. In de StructuurvisiePlus van Boxtel (2002) is de ambitie geformuleerd de cultuurhistorische as een meer prominente plaats in het dorpsbeeld te geven. Een nieuwe inrichting zal het bijzondere cultuurerfgoed van Boxtel beter tot zijn recht moeten laten komen en de identiteit van het centrum versterken. Bovendien zal er een aangenaam verblijfsklimaat moeten ontstaan, zowel voor bewoners als bezoekers. In dit plan wordt een eerste concretiseringsslag van de cultuurhistorische as gemaakt. Het plan dient drie doelen: • een leidraad voor de nieuwe inrichting van de openbare ruimte van de cultuurhistorische as, • een toetsingskader voor aangrenzende plannen, • een stimulans voor aanvullende initiatieven.
De rapportage is opgebouwd uit de volgende onderdelen. Allereerst geven we een korte historische schets van de cultuurhistorische as. Daarna volgt in hoofdstuk 3 een ruimtelijke analyse waarin ingegaan wordt op de positie van de cultuurhistorische as in het beekdal van de Dommel en de betekenis in de stedenbouwkundige opbouw van Boxtel. Ook staan we in dit hoofdstuk stil bij de architectuur langs de cultuurhistorische as. Vervolgens komen de ruimtelijke middelen aan de orde (hoofdstuk 4) en worden de ontwerpvoorstellen toegelicht (hoofdstuk 5). Ter afsluiting van de rapportage laten we de belangrijkste criteria de revue passeren (hoofdstuk 6).
9 H + N + S ' 0 3
C
10 H + N + S ' 0 3
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
H C
O U
O L
T F
D U
S U TR UH KI
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
HISTORISCHE 2 KLEINE SCHETS
Boxtel-centrum, ontstaan en ontwikkeling in hoofdlijnen Ontstaan en ontwikkeling in de Middeleeuwen De bodemkundige uitgangssituatie maakte bewoning in het gebied rond Boxtel al vrij vroeg mogelijk: er was bewerkbare grond die hoog genoeg lag om te bewonen en voedsel op te verbouwen en de lagere grond langs de beken kon als wei- en hooiland benut worden. Wanneer er voor het eerst bewoning kwam ter plaatse van de huidige dorpskom is echter niet duidelijk; er zijn geen archeologische sporen van vóór de 11e/12e eeuw. Wel zijn ondermeer in de wijk Munsel, maar ook nabij het centrum van Boxtel, in de buurt van het ziekenhuis, sporen van Romeinse nederzettingen gevonden. Het Dommeldal werd in de Karolingische tijd (750 – 1000 AD) zeker bewoond. Rond 1100 komt de nederzetting voor het eerst in de bronnen voor, onder de naam Buxtel of Buchestelle. Het dorp is waarschijnlijk ontstaan bij een voorde, een doorwaadbare plaats in de Dommel op de (handels)route ‘s-Hertogenbosch - Eindhoven. De voorde werd later vervangen door een brug (Zwaanse Brug). De weg is vermoedelijk in de 13e eeuw opgehoogd om het Dommeldal droog te kunnen passeren (Leenders, 2000, p. 66 - 67). Vervolgens werd aan de weg gebouwd, waarmee geleidelijk de huidige
Rechterstraat tot stand kwam. Even ten noorden van de weg werd de St. Petruskerk gebouwd. Vermoedelijk vanwege de ligging tegen het beekdal van de Dommel aan werd de kerk op een terp gezet. Er is een theorie dat terp en omgrachting verband houden met een burcht die hier gestaan zou hebben en later (13e eeuw) werd verplaatst naar de huidige locatie, Stapelen, tussen enkele gedeeltelijk vergraven Dommelarmen (Leenders, 2000, p. 62 e.v.). De kerk zou dan in de 13e eeuw van burchtkapel dorpskerk zijn geworden. Bij bodemonderzoek in de buurt van de kerk zijn echter geen sporen van een burcht aangetroffen. Mogelijk stond de eerste burcht ter plaatse van de nieuwbouw van het huidige gemeentehuis en de Villa Crols aan de Rechterstraat (studie J. Coenen i.v.). De as tussen kerk en kasteel Als verbinding tussen de kerk en de Rechterstraat ontstonden de Oude Kerkstraat en de Kruisstraat. Ten oosten daarvan was de markt gesitueerd. Deze heette aanvankelijk, naar de vorm, Strijpt (= streep, langwerpig stuk land). Het is niet uitgesloten dat eerder bebouwing stond aan de Strijpt/Markt dan aan de Rechterstraat. Hoewel zeker geen bewijs -want zeer veel later- is het opvallend dat op het begin van het 19e eeuwse kadastraal minuutplan de percelen aan de noordkant van de Rechterstraat ter hoogte van de Markt in
11 H + N + S ' 0 3
C
Kaart Hendrik Verhees 1803
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
12 H + N + S ' 0 3
E
A
S
B
O
X
T
Historisch gezicht op de Dommel vanaf de Zwaanse brug
Minuutplan 1832
H
E
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
feite de oorspronkelijke achterkant lijken van de percelen aan de zuidkant van de Markt. De straat kan dus ontwikkeld zijn langs de achtergrens van de bebouwing aan de Markt. De burcht Stapelen werd verbonden met het dorp via de Burgakker, mogelijk een akker bij de eerdere burcht. Hiermee ontstond de as tussen de twee zwaartepunten van de nederzetting, kerk en (secundair) kasteel. Hoewel de ontstaansgeschiedenis van de oudste nederzetting en de eerste burcht nog geen scherpe contouren heeft, is het duidelijk dat de oudste kern van Boxtel op de oostelijke (rechter)oever van de Dommel ligt: de kerkheuvel en omgeving, de Markt (van het Strijp), de Rechterstraat, Burgakker en kasteel Stapelen. Boxtel ontwikkelde zich naderhand tot marktvlek. Een vlek is een nederzetting zonder stedelijke status maar wel verder uitgegroeid dan een puur agrarisch dorp en voorzien van diverse voorzieningen. Karakteristiek element voor een marktvlek is uiteraard de markt. Situatie begin 19e eeuw De ruimtelijke situatie aan het begin van de 19e eeuw is weergegeven op de kaart van Hendrik Verhees uit 1803. Er staat dan dichte bebouwing aan beide zijden van de Rechterstraat tussen de huidige Dr. van Helvoortstraat in het westen en de Dommel in het oosten, aan de Markt, Kruisstraat, Clarissenstraat en Oude Kerkstraat. De Burgakker is iets minder dicht bebouwd, maar wel aan beide kanten en ook rond de kerk laat de kaart bebouwing zien. In grote lijnen is deze situatie gelijk aan de huidige. In 1803 is de as tussen kerk en kasteel een vrij heterogeen samenstel van straten, wegen en dreven: de dichtbebouwde Clarissenstraat, de wat minder dichte Burgakker en de dreven met bomen tussen Dommel en kasteel. Ook in de huidige situatie is de as heterogeen van karakter. De kaart uit 1803 en het kadastraal minuutplan uit circa 1832 laten ook duidelijk zien dat de Dommel geen prominente plaats innam in de openbare ruimte. Het riviertje stroomde voornamelijk langs achtererven; er was niet of nauwelijks bebouwing op georiënteerd. Vanuit de openbare ruimte was er vooral zicht op de Dommel vanaf de
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Zwaanse brug en de brug aan het eind van de Burgakker naar het kasteelpark. Daarnaast was het riviertje bereikbaar/zichtbaar vanaf stegen of paden vanaf de Clarissenstraat (nu met een poort afgesloten privéterrein tussen Clarissenstraat 7 en 9), de Kruisstraat/ zuidelijke hoek van de Markt (zuidelijkste stuk van wat nu het ‘Plan aan in de Markt’ is en de Burgakker, en vanaf de Grote Beemd. In de tegenwoordige situatie is er geen zicht meer vanaf stegen en paden mogelijk. Conclusies en aanknopingspunten ontwerp Over het ontstaan van Boxtel en de oudste geschiedenis is nog veel onbekend. Nog niet zeker is waar de eerste burcht heeft gestaan die voorafgaat aan kasteel Stapelen: bij de St. Petruskerk, ter plekke van stadhuis/villa Crols aan de Rechterstraat. In het ontwerp voor de as is niet of nauwelijks te reageren op deze onzekerheden. In principe reageert het ontwerp op historisch vaststaande gegevens en probeert niet zichtbaar te maken of te interpreteren wat (vooralsnog) een speculatief karakter heeft. De cultuurhistorische as is al lange tijd een heterogeen samenstel van straten, wegen en dreven. Het ontwerp kan hier op voortbouwen. De Dommel neemt historisch gezien geen prominente plaats in het dorpsbeeld van Boxtel. De ervaarbaarheid is na begin 19e eeuw nog afgenomen. Het ontwerp kan zich richten op een grotere beleefbaarheid.
De Binnendommel Ontstaan De Binnendommel – ook wel de Binnendommeltjes genoemd- is een vanuit de eigenlijke Dommel gegraven stelsel van waterlopen in de historische kern van Boxtel. In 1394 is hiervan sprake. In 1478 wordt de Binnendommel aangeduid als het water dat ‘doer Boxtel loopt, vloyende vuter (=uit de) Dommellen’ (De Visser, 1999, p. 35). Het stelsel dateert in beginsel mogelijk al van voor 1200 (Leenders, 2000). Als eerste werd dan de gracht rond de kerkheuvel gegraven, danwel de gracht rond het mogelijke kasteel bij de Rechterstraat. Het grachtwater werd aangevoerd vanuit een gegraven waterloop
13 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
die ter hoogte van de Steenweg (nu Eindhovenseweg) van de Dommel aftakte. Ten westen van de gracht rond de kerk stroomde het water in twee takken naar de Dommel (tussen de huidige Clarissenstraat en de Dommel). Langs het eilandje dat door deze twee takken werd gevormd liep het Molenpad naar de watermolen(s) op de Dommel. Functie en gebruik Vermoedelijk zijn de waterlopen mede gegraven om wateroverlast vanuit de Dommel tegen te gaan: het stroomdal van de beek is vrij smal in het centrum van Boxtel, vooral ter hoogte van de vroegere voorde (bij de huidige Zwaanse Brug). De verhoogde Rechterstraat werd bovendien vrijwel loodrecht in het stroomdal aangelegd. De Binnendommel fungeerde wellicht ook als gracht voor het eerste kasteel van Boxtel. Naast de taak van waterafvoer diende de Binnendommel -net als de Dommel zelf- als gebruikswater (wassen, schrobben, open riool, bluswater). Bij verschillende bruggen waren trapjes naar het water om was te kunnen spoelen. Langs het water werd de was ook gedroogd/gebleekt. De naam Bleyk ten westen van de Kruisstraat aan de Dommel op de kaart van Verhees uit 1803 wijst hierop. Tenslotte konden op de Binnendommel platte schuiten varen. Bruggen Van oudsher waren de vier belangrijkste bruggen over de Dommel/Binnendommel: - de Leugenbrug over de Binnendommel in de Kruisstraat, - het Kerkbruggetje over de Binnendommel in de Clarissenstraat, - twee bruggen in de Rechterstraat: de Zwaanse brug over de Dommel en de Maastrichtse brug over de Binnendommel. Daarnaast was er nog een aantal overgangen in de vorm van bruggen of vlonders op de kruising met straten/stegen of achter de bebouwing. Vanwege de vier genoemde bruggen heette de dorpskern ook wel ‘Boxtel binnen de bruggen’. Situatie begin 19e eeuw Op de kaart van Verhees uit 1803 is het Binnendommel-stelsel in zijn meest
14 H + N + S ' 0 3
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
uitgebreide vorm te zien. De Dommel zelf liep toen met een lus langs Kasteel Stapelen richting kerk en vandaar naar het noordwesten. De Binnendommel takte af bij de kruising met de Steenweg, nu Eindhovenseweg, en liep langs die weg richting Rechterstraat (Maastrichtse brug). Vervolgens liep een tak dicht achterlangs de noordkant van de Rechterstraat en kruiste via bruggen de Rozemarijnstraat en de Kruisstraat. Ongeveer tot de hoogte van Villa Crols (nu nr. 49) lag deze tak feitelijk langs de Rechterstraat omdat er niet of nauwelijks bebouwing tussen straat en water stond. Meer westelijk was dat wel het geval, hoewel begin 20e eeuw een aantal kleine huizen tussen het water en de Rechterstraat werd afgebroken (bij huidig nr. 47). Net beneden de Zwaanse brug over de eigenlijke rivier kwam deze tak -wellicht gelijktijdig gevormd met de verhoogde aanleg van de Rechterstraat- weer in de Dommel. De tweede tak bij de Maastrichtse brug liep een stukje in noordelijke richting en splitste zich vervolgens. Het westelijke deel liep richting St. Petruskerk (nu Mgr. Bekkersstraat), stroomde rond de kerkheuvel, kruiste de Clarissenstraat (Kerkbruggetje) en ging vandaar weer naar de Dommel, met twee korte takken waarvan een langs het Molenpad lag (zie boven). Het oostelijk deel liep verder in noordelijke richting en mondde uit in de Koppelse Loop die op zijn beurt weer naar de Dommel voerde. Demping Uit een archiefstuk van 1899 blijkt dat de aanwonenden de Binnendommel moesten onderhouden. Het water werd periodiek geschouwd. Op het tijdstip van de schouw moest het water de officiële (‘bij den legger bepaalde’) breedte hebben en vrij zijn van obstakels als waterplanten, bomen, struiken en andere zaken die de waterafvoer belemmerden. Bovendien moesten de oevers intact zijn (niet ingezakt of beschadigd). Begin 20e eeuw waren schouw en onderhoud kennelijk in het slop geraakt. Er zat of te veel of te weinig beweging in de Binnendommel: het water stonk bij lage waterstanden, bij hoog water kwamen gevaarlijke situaties voor. In 1914 richtten bewoners van de Rechterstraat daarom een
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
N
De Dommel en de Binnendommeltjes ten noorden van de Rechterstraat, circa 1900 (het
Het Kerkbruggetje over het Binnendommeltje
Binnendommeltje dat via de Koppelse Loop naar de Dommel stroomde is in deze periode al niet meer zichtbaar)
verzoekschrift aan het gemeentebestuur om demping te verkrijgen. Een probleem was ook de verontreiniging veroorzaakt onder andere door bedrijven. Een van de grootste vervuilers was de wasserij van Van der Eerden aan het oostelijk einde van de Rechterstraat, die bovendien het water ter plekke met zo’n 6 meter had versmald. Ook andere aanwonenden hadden inmiddels delen aangeplempt, zo blijkt uit een brief van de gemeenteopzichter aan Burgermeester en Wethouders uit 1918. Juist hier was een versmalling nadelig omdat daardoor de watertoevoer van het hele stelsel ten westen van de Maastrichtse brug werd verminderd. Sommige huizen waren zover naar achter uitgebouwd dat ze met hun achtergevel in het water stonden (schilderij Jan Kruijsen, 1921, in: De Visser, 1993, p. 71). De wasserij van Van der Eerden sloot in 1925 en eind 1926 besloot de raad tot demping van het deel achter de noordkant van de Rechterstraat. Deze loop was inmiddels zo versmald en miniem geworden dat een van de raadsleden verklaarde: ‘water
stroomt er in het geheel niet meer door’ (De Visser, 1999, p. 39). Na de demping werd de grond ter plaatse van het Binnendommeltje aan de aanwonenden verkocht voor ‘tien gulden per strekkende meter’ op een strook van 1.25 m breed na. Deze werd benut voor de aanleg voor riolering en vervolgens in erfpacht uitgegeven. Na de demping van het water achter de Rechterstraat volgden de Binnendommeltjes rond de kerkheuvel in 1930 en in 1931 die in de Clarissenstraat en ten noorden van de Markt. Mogelijk was het Binnendommeltje rond de kerk al enkele jaren eerder gedeeltelijk gedempt, versmald of in buizen gelegd. Het Binnendommeltje dat via de Koppelse Loop naar de Dommel stroomde, lag op de rand van de bebouwde kom van Boxtel. Op de topografische kaart van rond 1900 is het Binnendommeltje niet meer herkenbaar in het slotenpatroon ter plaatse. Momenteel is niet duidelijk wat er in de grond nog aanwezig is aan restanten van de verschillende takken van de Binnendommel als funderingen en restanten van
15 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
(vleugel)muren van bruggen. Mogelijk is ook een deel van de (riolerings)buizen waarin delen van de waterlopen zijn gelegd nog terug te vinden. Bij de Zwaanse brug is de monding van een buis in de kademuur van de tuin bij ’t Hof (Rechterstraat 1) waarneembaar. Onderzoek naar restanten wordt uitgevoerd door Helicon Opleidingen. Conclusies en aanknopingspunten ontwerp Het stelsel van de 12e/13e eeuwse Binnendommeltjes is in de eerste decennia van de 20e eeuw gedempt. In het dorpsbeeld zijn subtiele aanwijzingen voor het vroegere bestaan overgebleven (onder andere de verwijding van de Rechterstraat bij de Kruisstraat). Mogelijk zijn in de grond restanten van (funderingen van) bruggen overgebleven. Gezien gedeeltelijke overbouwing van het tracé lijkt een volledig terugbrengen van de Binnendommeltjes niet meer mogelijk. Waar de mogelijkheid bestaat, zoals bij de St. Petruskerk, kan het terugbrengen van een deel van de Binnendommeltjes de ruimtelijke kwaliteit van het centrum ten goede komen. Als bijvoorbeeld van vroegere bruggen restanten in de bodem aanwezig zijn kunnen deze op een of andere manier zichtbaar gemaakt worden. Te denken valt aan afdekkingen door middel van glazen platen die al dan niet worden aangelicht.
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
die over de corporale (doek waarop kelk en ciborie staan) en de altaardoek vloeide. De vlekken lieten zich niet meer uit de doeken wassen. Eligius verborg hierop de doeken en vertelde pas op zijn sterfbed over het wonder en wees de plek aan waar de doeken lagen. In 1380 is het H. Bloedwonder voor het eerst vermeld in het zogenaamde Diploma van kardinaal Pileus, pauselijk gezant. Pileus gaf op verzoek van de Heer van Boxtel toestemming om de met bloed bevlekte corporale eenmaal per jaar aan de gelovigen te tonen. Vanaf dat ogenblik kwam de verering van de bloeddoeken, inclusief het houden van processies en bedevaarten, op gang. Aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog bij de Vrede van Munster (1648) werden de H. Bloeddoeken naar Hoogstraten (België) gebracht in de St. Catharinakerk, waar eveneens een verering tot bloei kwam. Enige tijd na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland in 1853 vond een opleving van de bedevaarten plaats. De eerste werden georganiseerd vanuit Tilburg in 1887. In 1924 keerde de corporale terug in Boxtel en wordt sindsdien bewaard in de H. Bloedkapel in de St. Petruskerk. Het aantal officiële bedevaarten en processies nam toe; in verband daarmee werd het Processiepark aangelegd. De processie wordt nog elk jaar gehouden op de eerste zondag na Pinksteren.
De H. Bloedprocessie Een belangrijke traditie in Boxtel is de H. Bloedprocessie waar de cultuurhistorische as voor een deel bij betrokken is. De processie begint op de Burgakker en heeft daarna de volgende route: Kruisstraat, Westzijde Markt, Clarissenstraat, Bosscheweg, Mgr. Wilmerstraat, Baroniestraat, Pastoor Erasstraat, Breukelsestraat, Stationstraat, Rechterstraat, Kruisstraat, Noordzijde Markt, Clarissenstraat, Oude Kerkstraat. De processie eindigt bij de St. Petruskerk. De H. Bloedprocessie dateert van een onbekend jaar in de 14e eeuw toen priester Eligius van de Aker of Aecker, rector van het H. Geest altaar in Esch, de mis opdroeg in de St. Petruskerk. Na de consecratie stootte de priester de kelk om met witte miswijn – inmiddels geconsacreerd tot het H. Bloed-
16 H + N + S ' 0 3
Conclusie en aanknopingspunten ontwerp De route van de H. Bloedprocessie volgt gedeeltelijk de cultuurhistorische as, maar is veel langer. Directe aanknopingspunten voor het ontwerp van de as geeft de processie vooralsnog niet.
C H
U O
L O
TF
U D
U S
T R
U H
K I S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
3 RUIMTELIJKE ANALYSE Structuurelementen Reeks van markante punten Uit de historische schets blijkt de belangrijke rol van water in de geschiedenis van Boxtel. Op een hoog schaalniveau zijn Kasteel Stapelen en de St.Petruskerk in potentie even markante knooppunten als bijvoorbeeld het Van Abbemuseum in Eindhoven bovenstrooms en de Binnendieze in ‘sHertogenbosch benedenstrooms in het beekdal van de Dommel.
Kasteel Maurik
St. Petruskerk
Kasteel Stapelen
Agneshoeve
van Abbe museum
De cultuurhistorische as (met kasteel Stapelen en de St. Petruskerk) in het beekdal van de Dommel
17 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
Structuurlijnen Van oudsher zijn de Rechterstraat en de waterstromen van de Dommel en de Binnendommeltjes belangrijke dragers van de stedenbouwkundige structuur van Boxtel. Ook de cultuurhistorische as tekent zich al in een vroeg stadium af, maar heeft een samengesteld karakter: in het zuiden de Burgakker, vervolgens de Clarissenstraat en in het noorden de ring om de St. Petruskerk. Opvallend is de parallelle ligging van de cultuurhistorische as aan de Dommel.
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Dommel
Rechterstraat
De historische situatie van Boxtel met de Rechterstraat en de vele zijtakken van de Dommel.
W
O
Belangrijke dragers van de stedenbouwkundige structuur van Boxtel zijn: de Rechterstraat in oostwestrichting, de Dommel en de cultuurhistorische as met begin- en eindpunt.
18 H + N + S ' 0 3
De parallelle structuur van de cultuurhistorische as en de Dommel.
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
Water en bijzondere bebouwing In vroeger tijden was de bijzondere bebouwing ( die nu veelal een status heeft van rijksmonument) van Boxtel gerelateerd aan het patroon van waterlopen. Kerk en kasteel lagen in de middeleeuwen op eilanden. Ook in de 19-de eeuw tekent zich rond Kasteel Stapelen en in het noorden langs het toenmalige Binnendommeltje bijzondere bebouwingsclusters af. De huidige topografische kaart (2003) laat zien hoe de historische bebouwing is losgeraakt van de waterstructuur. Rondom Kasteel Stapelen zijn zijstromen van de Dommel gefragmenteerd en in de omgeving van de St. Petruskerk is het stelsel van het Binnendommeltje verdwenen.
E
A
S
B
O
X
T
E
L
St.Petruskerk met kannunikenhuizen en de hervormde kerk
klooster
kasteel Stapelen
Het waterpatroon van Boxtel in 1836 (bron: topografische kaart)
mogelijke locatie burcht rijksmonumenten
mogelijke locaties kasteel Stapelen
Het waterpatroon van Boxtel omstreeks 1100 (bron: K.A.W. Leenders)
rijksmonument
Het huidige waterpatroon van Boxtel
19 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
De verkaveling De parallelle loop van de cultuurhistorische as en de Dommel heeft in het noordelijke deel geleid tot opvallend lange en smalle kavels. De bebouwing is met de voorkant naar de Clarissenstraat georiënteerd en met de achterkant naar de Dommel.
Karakteristiek van de verkaveling
20 H + N + S ' 0 3
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
Ook aan de westzijde van de Dommel is sprake van een opstrekkende verkaveling. Ten zuiden van de Rechterstraat verandert het beeld. De verkaveling is daar blokvormig met veelal flinke bouwvolumes van instituten en scholen.
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Bebouwingskarakteristiek cultuurhistorische as
paden gebaseerd op natuurlijke terreinkenmerken (ook veedrift?).
De cultuurhistorische as als geheel Met de St. Petruskerk in het noorden en Kasteel Stapelen in het zuiden heeft de cultuurhistorische as een monumentaal beginen eindpunt. Beiden zijn zeer karakteristiek gelegen: de St. Petruskerk (15e eeuw) samen met de Nederlands Hervormde kerk (1812) - op de kerkheuvel, het in oorsprong mogelijk 13e eeuwse kasteel in het bijbehorende park.
Behalve kerk en kasteel zijn het nu vooral enkele panden aan Duinendaal die ouder zijn dan 19e eeuws: Duinendaal 4 en 9, beide in oorsprong uit de 17e eeuw, en het voormalige gasthuis aan de Markt, dat uit dezelfde tijd dateert. Deze panden zijn dan ook rijksmonumenten en hebben duidelijke overeenkomsten in verschijningsvorm: één bouwlaag met een steile, pannen kap, bakstenen muren (gestuct of wit geschilderd), kruisvensters of vensters met kleine roedenverdeling. De later gebouwde panden zijn soms wat hoger of groter, maar vallen - tot aan de invullingen van na het midden van de vorige eeuw zoals de NIVO-garage en de bebouwing op de hoek van de Markt en de Clarissenstraat - eigenlijk niet uit de toon. Ieder pand staat op zich, is individueel vormgegeven, voegt zich in de bestaande parcellering en heeft een verschijningsvorm die past bij de bouwtijd en de functie. De bebouwing is door de eeuwen heen dus vernieuwd en aangepast, maar in hoofdlijnen op een overeenkomstige wijze: een vergelijkbaar materiaalgebruik (overwegend baksteen, pleisterwerk, pannen daken), kappen parallel aan of haaks op de straat, verticale vensters en horizontale, geprofileerde goten en banden, en een oriëntatie op de straat. De panden zijn zorgvuldig gedetailleerd en soms van decoraties voorzien. Karakteristiek voor Boxtel is het voortbouwen op een bestaand, historisch idioom, waarbinnen de panden onderling aanmerkelijk van elkaar kunnen verschillen, maar tegelijkertijd in hun eigen tijd passen. Eveneens kenmerkend is het voortzetten van de historische parcellering en rooilijn, waardoor nieuwbouw zich als vanzelfsprekend voegt binnen de gegroeide structuur. Aanknopingspunten voor het ontwerp van de as en nieuwbouw op open plekken in het dorpscentrum zijn: • ingrepen zijn relatief klein • voortbouwen op aanwezige materialisering • voor nieuwbouw is de ‘kleur van de omgeving’ aannemen belangrijker dan contrast zoeken.
Diversiteit van de bebouwing De bebouwing langs de as gaat aanmerkelijk minder ver terug in de tijd dan kerk en kasteel. Langs Clarissenstraat, Kruisstraat en Burgakker dateert veel bebouwing uit de 19e of 20e eeuw, al hebben sommige panden een oudere kern die van een nieuwe voorgevel is voorzien. Een aantal panden heeft een eerdere voorganger gehad; op het minuutplan van 1832 staat dan ter plaatse bebouwing ingetekend. Veel oudere bebouwing in het centrum van Boxtel is gesloopt, waaronder het Clarissenklooster, dat aan de huidige Clarissenstraat heeft gelegen. Het klooster was in 1468 gesticht als St. Elisabethsdal door de Derde Orde van St. Franciscus en begin 16e eeuw overgenomen door de Orde der Clarissen. De zusters weken in 1717 uit naar Hoogstraten (België), waar ook de H. Bloeddoeken zich bevonden en vestigden zich in 1719 in Megen. De tegenwoordige nummers Clarissenstraat 9-27 werden aan het eind van de 18e eeuw gezamenlijk de ‘cloosterhuyskens’ genoemd (De Visser, 1993, p. 77). Bij de bouw van de huidige NIVO-garage is men vermoedelijk op een muur van het klooster gestuit, terwijl op het achtergelegen terrein het kloosterkerkhof werd aangetroffen. Opvallend is dat waar bebouwing is verdwenen, de oorspronkelijke parcellering, schaal en rooilijn veelal bewaard zijn gebleven; alleen op de overgang Clarissenstraat – Markt is schaalvergroting opgetreden. De licht gebogen rooilijnen, vooral aan de Clarissenstraat, zijn kenmerkend voor de ‘verstening’ van wegen/
21 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
Bebouwingstypologie Het samengestelde karakter van de cultuurhistorische as komt ook tot uiting in de bebouwingstypologie. Buiten het kasteel met park en de kerkheuvel maken het noordelijk deel van de Clarissenstraat (feitelijk buiten het plangebied) en het zuidelijk deel van de Burgakker het meest een authentieke historische indruk. In het plangebied zijn qua bebouwing en openbare ruimte vijf deelgebieden te onderscheiden met een uiteenlopende bebouwingstypologie: • Noordelijk deel Clarissenstraat: dorpsvilla’s, kenmerkend is de losse structuur van riante huizen in grote tuinen, • Omgeving St. Petruskerk en Processiepark: gemengde bebouwing, kenmerkend is de oriëntatie op de kerkring en het Processiepark, • Clarissenstraat/Markt/Kruisstraat: centrumbebouwing met gesloten straatwand, • Burgakker: grote bouwvolumes, kenmerkend is de gevarieerde aaneenschakeling van de gebouwen met vele doorsteekjes, • Kasteel Stapelen: historisch gebouw in een ruime, groene context.
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
dorpsvilla
bebouwing Kerk Processiepark
gesloten wand
grote volume gesloten wand
parkbebouwing
22 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Bebouwingstypologie
23 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
• Noordelijk deel Clarissenstraat Het deelgebied wordt gekenmerkt door fraaie, laat 19e en begin 20e eeuwse herenhuizen en villa's, die grotendeels op de monumentenlijst staan (Clarissenstraat 20, 22, 37, 39). Panden en bijgebouwen zijn gaaf bewaard gebleven, evenals de bijbehorende tuinen met oude bomen en erfafscheidingen rondom. Fraai is ook hoe de erfafscheidingen zijn vormgegeven in dezelfde stijl als het huis. Twee huizen hebben bovendien een hardstenen stoep met een sierhek voor de voorgevel. Cultuurhistorisch gezien is juist dit deel van de Clarissenstraat van bijzondere waarde. Dat vraagt om bijzondere aandacht voor de overgang naar de feitelijke cultuurhistorische as. • Omgeving St. Petruskerk De beide kerken op de kerkheuvel vormen met kerkhof, plantsoenen, muren en erfafscheidingen een fraai geheel. Rond de kerkheuvel staat gemengde bebouwing die grotendeels op de omringende straten is georiënteerd. Langs Koppel en een deel van Duinendaal stroomde tot begin 20e eeuw een Binnendommeltje. Nogal wat bebouwing is hier gesloopt: aan weerskanten van Koppel 2 heeft bebouwing gestaan en aan de zuidkant van Oude Kerkstraat 16 -18 stond het limonadefabriekje van Prick aan Duinendaal, terwijl op de hoek Duinendaal – Oude Kerkstraat woningen stonden (teruggaand op het voormalige kanunnikenhuis). Door de sloop zijn gaten gevallen die nog steeds niet structureel
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
ingevuld zijn, maar op ad-hoc basis zijn ingericht. Naast Koppel 2 staat een jonge dennenaanplant, nogal misplaatst naast de kerk, terwijl het andere belendende perceel geheel verwilderd is. Het vrijgekomen gebied aan Duinendaal bestaat nu uit parkeerplaatsen, met daarachter zicht op bijgebouwen, schuttingen en hagen, niet de belendingen die de imposante kerk verdient. • Processiepark Noordelijk van de St. Petruskerk ligt het Processiepark, aangelegd in 1924-1925 naar ontwerp van de plaatselijke bloemist P. van Zogchel, om het H.Bloedfeest te kunnen vieren als een openbare manifestatie. Een grillig padenpatroon kronkelde langs de kruiswegstaties naar het altaar. Voor het altaar was ruimte voor 4000 mensen in zeven vakken, gescheiden door hagen en bomen. Dit bijzondere en (zeldzame) processiepark verloor zijn functie en raakte in verval. Het altaar en de meeste staties zijn verdwenen, het restant is beschadigd en het padenpatroon ging verloren. Parkeerplaatsen en de rommelige openbare ruimte tussen park en kerk hebben beide van elkaar vervreemd. • Clarissenstraat/Markt/Kruisstraat In dit deelgebied staat direct in de rooilijn aaneengesloten bebouwing, bestaande uit individuele panden uit verschillende bouwperioden, in verschillende bouwstijlen en uitgevoerd in verschillende materialen en kleuren. Het gebied heeft een doorgaande rooilijn, en een sterke samenhang binnen de bebouwing door kleinschaligheid, de toepassing van baksteen en/of pleisterwerk en een met pannen gedekte kap. Het fraaie marktplein wordt aan een kant beëindigd door het Stadhuis, terwijl het ‘gat in de Markt’ aan de overkant enigszins wordt afgeschermd door een rij platanen. Er zijn plannen om hier nieuw te bouwen, hetgeen de kans biedt om de Markt een goede beëindiging te geven die ook een relatie kan geven met de Dommel. • Burgakker Langs de Burgakker staan wat grotere panden dan in het vorige deelgebied. Hier staan een-
Prickfabriek
24 H + N + S ' 0 3
T
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
en tweelaagshuizen met de kap evenwijdig aan de straat; de huizen zijn vrij breed. Bovendien staan hier de gebouwen van St. Lucas en de Levensschool met tuin en park en erfafscheidingen. Veel panden zijn gemeentemonumenten. Mede door de originele keitjesbestrating (ook op de gemeentelijke monumentenlijst) heeft de straat een authentiek historisch aanzien. De overgang naar het park Stapelen verloopt via het bruggetje naast de voormalige dienstwoning van het kasteel (Burgakker 19). Helaas is naast de Levensschool een potentiële doorgang naar de Dommel door nieuwbouw dichtgezet. Problematisch is de overgang van Kruisstraat naar de Burgakker via de kruising met de Rechterstraat, veroorzaakt door het ten opzichte van elkaar verspringen van beide straten, maar meer nog door de buitengewoon onaantrekkelijke blinde muren van het Zeeman-pand aan het begin van de Burgakker. Ook (het beloop van) de bestrating doet afbreuk aan de continuïteit van de as. Het kadastraal minuutplan van circa 1832 laat een situatie zien die wat betreft de hoek Rechterstraat/Burgakker overeenkomt met de huidige situatie. Op beide hoeken staat een ‘diep huis’, met de voorgevel aan de Rechterstraat en de zijgevel aan de Burgakker. Wat verder de Burgakker in wordt de straat breder; de straat is dus nauw ter hoogte van de achtererven van de Rechterstraat, en breder verderop. De huidige hoekpanden zijn wel aanzienlijker langer/dieper dan die van 1832. Binnen het deelgebied ligt een aantal cruciale ‘knopen’ in de as. De overgang Burgakker – kasteelpark is uit oogpunt van heldere routing niet optimaal. Vanuit historisch oogpunt is de plek van de brug, naast het vroegere huis van de parkwachter, echter volstrekt logisch. • Het park bij Stapelen Op de kaart van Verhees uit 1803 wordt het kasteelterrein als geheel omgeven door twee Dommelarmen. Daarbinnen ligt het kasteel in een afzonderlijke omgrachting. Vanaf de toegangsbrug over deze gracht lopen de belangrijkste verbindingen naar de buitenwereld. Een met bomen omzoomde weg voert naar een brug over de Dommel bij de Burgakker: het zuidelijk deel van de
E
A
S
B
O
X
T
E
L
huidige cultuurhistorische as. Een tweede, eveneens met bomen omzoomde weg loopt via een brug over de oostelijk arm van de Dommel in de richting van de Eindhovenseweg. De topografische en militaire kaart van rond 1850 laat zien dat deze weg ook daadwerkelijk op de Eindhovenseweg aansloot. Van deze verbinding is het gedeelte tussen de knik in de Konijnenhoolsedreef en de Eindhovenseweg verdwenen (nog wel perceelsscheiding). Beide genoemde bruggen liggen op de plaats van de huidige. Het terrein aan de noordkant van de slotgracht heeft op de kaart een vrij formele indeling met een centrale middenas. Vandaaraf loopt een minder belangrijke verbinding in noordwestelijke richting naar de huidige Prins Hendrikstraat, via een brug in de westelijke Dommelarm. Het pad is nog aanwezig, de waterloop en de brug zijn geheel verdwenen. De kaart suggereert verder dat het kasteelterrein gedeeltelijk is aangeplant met bomen. Op de Topografische en Militaire Kaart van rond 1850 staat het kasteelterrein grotendeels als weiland (vermoedelijk vrij nat) aangegeven. Op de volgende topografische kaart uit 1915 (gedeeltelijk herzien tot 1908) is weiland, bouwland en bos aangegeven. De belangrijkste veranderingen liggen in het goeddeels verdwijnen van de westelijke Dommelarm en de aanleg van spoor en station. Aan weerszijden van de cultuurhistorische as zijn enkele percelen bos/ park ingetekend. Foto’s van begin 20e eeuw laten zien dat toen op het perceel voor de toegangsbrug tot het kasteel al flinke bomen stonden. De schaarse gegevens over het park wijzen op een datering in de 19e eeuw (volgend op de neogotisering van het kasteel rond 1860). Invloeden van de landschapsstijl zijn aanwijsbaar: solitaire bomen en clumps, gebruik van water en hoogteverschillen. De kwaliteit van de oorspronkelijke aanleg is in de huidige situatie door achterstallig onderhoud moeilijk in te schatten (bijvoorbeeld de rol van de Dommel in zichtlijnen en doorkijkjes). Bovendien is door het verdwijnen van de westelijke Dommelarm de ‘natuurlijke’ grens van het kasteelterrein verdwenen. Aan de kant van spoor en Prins Hendrikstraat heeft het park
25 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
dan ook geen bijzondere kwaliteit. In de huidige situatie is het kasteel niet meer het dominante gebouw in het park. Het kloostergebouw (nu appartementengebouw) uit de jaren ’30 van de 20e eeuw, gelegen ten zuiden van het kasteel, is qua schaal en volume overheersend. Het park houdt nu het midden tussen een bosje (natuur) en een park (cultuur). Het bestand aan beeldbepalende oude bomen is gedeeltelijk weinig vitaal. Een duidelijk hoofdmoment ontbreekt: het kasteel is overvleugeld door het kloostergebouw, dat zelf echter geen allure heeft en niet echt op het park is georiënteerd. Het zijhek aan de Prins Hendrikstraat is afgesloten. Als begin/afsluiting van de cultuurhistorische as is de situatie onduidelijk. Vanaf de Parallelweg is het kasteel onzichtbaar en ook de afslag is moeilijk te vinden. Bovendien is de routing voor auto’s rond het park buitengewoon lastig. Aanknopingspunten voor de cultuurhistorische as liggen in het explicieter maken van het pad tussen het kasteel en bruggetje naar de Burgakker –het zuidelijkste deel van de as – en versterking van de oost – west route in de richting van het dorp. Daarnaast verdient het aanbeveling om met verjonging van het bomenbestand te beginnen en in het beheer een duidelijke keus te maken tussen delen die een parkkarakter hebben en delen die een meer natuurlijker aanblik laten zien (graslanden). Binnen het park kan tenslotte de Dommel beter ervaarbaar gemaakt worden.
26 H + N + S ' 0 3
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
Monumenten De rijke bouwkundige geschiedenis van Boxtel is terug te vinden in de vele monumenten. Tot de rijksmonumenten horen het kasteel Stapelen en de St. Petruskerk met verschillende gebouwen daaromheen. De bestrating van Burgakker en de aangrenzende bebouwing zijn gemeentelijke monumenten.
A
S
B
O
X
T
E
L
rijksmonument msp monument
gemeente monument
Gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten
27 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
Erfafscheidingen en poorten Erfafscheidingen Langs de cultuurhistorische as houdt de rooilijn het geheel van diverse gebouwen bij elkaar. Waar panden echter door een tussenruimte worden gescheiden, een pand terugligt, of na sloop van voorliggende bebouwing een binnenterrein aan de straat is komen te liggen, zet een erfafscheiding de rooilijn door. In veel straten, ook wel buiten het plangebied, zijn daardoor erfafscheidingen in velerlei vorm te vinden: muren, hekken en hagen. In het plangebied liggen erfafscheidingen vooral in het noordelijk en het zuidelijk deel en nauwelijks in het centrum: daar staan de panden dicht op elkaar direct in de rooilijn. De erfafscheidingen geven de cultuurhistorische as een besloten karakter. De meest bijzondere hekken en muren staan op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst. • Gemetselde muren Gemetselde muren zijn te vinden rond de St. Petruskerk en de N.H. kerk en kerkhof, en rond sommige tuinen en erven, bijvoorbeeld langs het Molenpad en rond de terreinen van St. Lucas. Vaak zijn ze bijna twee meter hoog, maar soms ook laag en dan voorzien van een zogenaamde ezelsrug (bij de N.H. kerk). • Sierhekken Sierhekken met hardstenen stoep voor de voorgevel zijn zeldzaam geworden, er zijn er nu nog twee, in het noordelijk deel van de Clarissenstraat. De stoepen waren bedoeld om niet direct vanuit het huis de straat op te lopen. Maar omdat ze voor villa’s liggen waarvan de tuin ook van een hek is voorzien, worden ze nog geaccentueerd. • Hekken op gemetselde basis Hekken op gemetselde basis komen veel voor, al of niet in moderne of gerestaureerde vorm. Opvallend zijn het nieuw ontworpen hek rond het kerkhof bij de St. Petruskerk, een aantal 19e eeuwse hekken rond villatuinen, het Jugendstil hek uit 1903 bij de villa Clarissenstraat 20 en de latere, maar ook karakteristieke afscheidingen aan de Clarissenstraat 12-16 en de school aan de Burgakker.
28 H + N + S ' 0 3
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
• IJzeren hekken IJzeren hekken komen ook voor, maar zijn meestal de beweegbare delen in een erfafscheiding, of een recente, goedkope toevoeging. Op de hoek Oude KerkstraatClarissenstraat zet een fraai hek de rooilijn door. Twee ingangshekken sluiten in het oosten en westen de toegang tot Park Stapelen af. • Hagen Hagen zijn voornamelijk te vinden aan de uiteinden van het plangebied: rond enkele tuinen bij park Stapelen, naast de pastorie aan de Koppel (recent aangeplant) en ligusterhagen langs Duinendaal, waar het limonadefabriekje van Prick en de belendende oude panden zijn gesloopt. Ook is er een aantal rommeliger groene erfafscheidingen (struiken). Samenvattend spelen erfafscheidingen, en dan vooral in de vorm van muren of gemetselde muurtjes met een hekwerk erop, een belangrijke rol in de kern van Boxtel. Dat is met name het geval waar de bebouwing niet aaneengesloten in de rooilijn staat: de villa’s in het noorden van de Clarissenstraat, rond de beide kerken en langs de Burgakker. Met zorg, aandacht en vakmanschap is hier continuïteit aan een onderbroken straatwand gegeven. Waar verheldering van de routing binnen de as nodig is kan het ontwerp gebruik maken van de Boxtelse ‘catalogus’ aan hekwerken.
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Poorten Eveneens karakteristiek voor Boxtel zijn poorten naar het achtererf. Getuige oude foto’s zijn er ooit veel meer geweest, ook buiten het plangebied. De poorten zijn altijd bedoeld om - al of niet via een steeg toegang te geven naar het achtererf van het eigen huis, eventueel naar belendende percelen (recht van overpad) of naar de Dommel. In de historische situatie van de dorpssamenleving waren de poorten overdag meestal geopend en de achterterreinen toegankelijk. Karakteristiek is dat de poort deel uitmaakt van het bouwvolume van één huis, de poort is opgenomen in de gevel en staat er niet los naast. Een uitzondering vormt de aangebouwde poort bij Clarissenstraat 9 (wel door de witte kleur duidelijk bij nr. 9 behorend). De poorten zijn uitgevoerd met een rondgesloten boog en afsluitbaar met een deur of een hek; de toegang heeft inmiddels een geheel privé karakter. De poorten komen vooral voor langs de Clarissenstraat en de Burgakker, waar de panden soms diepe achtererven hebben, doorlopend tot de oever van de Dommel.
29 H + N + S ' 0 3
C
U
Erfscheidingen en poorten
30 H + N + S ' 0 3
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
muur
hek met gemetselde basis
sierhek met hardstenen stoep
hek
haag
overige groene erfafscheiding
poort
31 H + N + S ' 0 3
C
32 H + N + S ' 0 3
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C H
U O
L O
TF
U D
U S
T R
U H
K I S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
4 HET PLAN IN HOOFDLIJNEN Doel Richtinggevend voor de planvorming is het idee van de cultuurhistorische as als samenhangende ruimtelijke eenheid. Met relatief eenvoudige middelen -waar daar zullen we het van moeten hebben- zal de nieuwe inrichting van de openbare ruimte de identiteit van de binnenstad moeten versterken en meer recht moeten doen aan het bijzondere cultureel erfgoed van Boxtel. Ook zal de nieuwe inrichting de aantrekkingskracht moeten vergroten, zowel voor bewoners als bezoekers.
De bouwstenen Een belangrijk punt dat uit de analyse naar voren komt is het samengestelde karakter van de cultuurhistorische as. De as is opgebouwd uit delen die dateren uit verschillende perioden. Dit heeft geleid tot verschillende trajecten met ieder hun eigen architectuur en profielen van de openbare ruimte. Dat is een verschil met de Rechterstraat (de commerciële as) die in de ontstaansgeschiedenis van Boxtel steeds een doorgaande lijn vormt. Het samengestelde karakter van de cultuurhistorische as nemen we als uitgangspunt voor de planvorming. We streven niet geforceerd naar hetzelfde profiel over de volle lengte, maar bouwen voort op de verschillen. Bij de uitwerking van de profielen (hoofdstuk 5) krijgen de verschillende trajecten dan ook een andere behandeling. De samenhang komt voort uit de nieuwe bestrating (hoofdstuk 5) en de wijze waarop de cultuurhistorische as aan de Dommel wordt geknoopt. Bijzondere mogelijkheden liggen er op de locaties waarvoor nieuwbouwplannen in ontwikkeling zijn of komen. Op deze plekken kunnen contactpunten met de Dommel ontstaan die vanaf de cultuurhistorische as het water beleefbaar maken. We denken dan niet aan
grote terrassen of bouwvolumes met hun front naar het water maar aan bescheiden doorsteekjes en achterommetjes, passend in de labyrint-achtige structuur van het centrum en de informele, intieme sfeer. Een aantal specifieke lokaties langs de historische as, waaronder de kruising met de Rechterstraat, vragen om verbetering van de architectonisch kwaliteit van de gevels. Een ander middel ter versterking van de eenheid van de cultuurhistorische as is een duidelijk begin- en eindpunt: rondom de St.Petruskerk en rondom kasteel Stapelen. Tot slot zien we beeldende kunst als instrument om de visuele rijkdom van de cultuurhistorische as te vergroten en de betekenis van de openbare ruimte als ontmoetingsplek te benadrukken. Samenvattend komen we tot een vijftal middelen ter versterking van de samenhang cultuurhistorische as: • een nieuwe bestrating, • versterking van de ruimtelijke opbouw bij de St.Petruskerk en het kasteel Stapelen, • toevoeging van contactpunten tussen de cultuurhistorische as en de Dommel, • verbetering van de architectonisch uitstraling van de gevels, • inzet van beeldende kunst. Deze vijf instrumenten worden in het volgende hoofdstuk nader uitgewerkt.
33 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
Versterking van de ruimtelijke structuur rond de St.Petruskerk en rond kasteel Stapelen zorgen voor een helder begin- en eindpunt van de cultuurhistorische as.
34 H + N + S ' 0 3
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Processiepark
Duinendaal
Kruising Rechterstraat
Drie locaties die vragen om architectonische ingrepen
35 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
Clarissen
Plan aan de Markt
Levensschool
Grote Beemd
Vier ontwikkelingslocaties met kansen voor nieuwe contactpunten tussen de cultuurhistorische as en de Dommel: Clarissen, Plan aan de Markt, Levensschool en St. Lukas (Grote Beemd).
36 H + N + S ' 0 3
L
C H
U O
L O
TF
U D
U S
R T
H U
I S K
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
5 HET PLAN IN ONDERDELEN Structuurelementen Het waterpatroon Het water van de Dommel biedt unieke kansen voor de stedenbouwkundige structuur en het beeld van Boxtel. Voorgesteld wordt de omgeving van de St.Petruskerk (opnieuw) te verbinden met het water van de Dommel. We kiezen voor een pragmatische aanpak: waar is er ruimte, waar zorgt herstel van de waterstructuur voor verrijking van de openbare ruimte en waar draagt het water bij aan verbetering van de stedenbouwkundige structuur. Steeds gaat het daarbij om kleinschalige ingrepen die zich voegen in de maatverhoudingen van Boxtel. Een mooi voorbeeld in dit verband is het herstel van de Binnendieze in ‘s-Hertogenbosch. Juist de geringe afmetingen en de beperkte zichtbaarheid van het water zorgen voor een verrassingselement. In het zuiden van de cultuurhistorische as wordt voorgesteld de terreinen van Kasteel Stapelen duidelijke waterranden te geven, waardoor een eilandenstructuur ontstaat. Uitgangspunt daarbij zijn de vigerende inrichtingsvisie en het inrichtingsplan voor de Dommel. De waterranden vormen als het ware ‘een kop’ op deze plannen. Zij brengen ruimtelijke structuur in de voorgestelde natuurterreinen en zorgen voor heldere (landschaps)architectonische grenzen.
De nieuwe waterstructuur, met de Dommeleilanden rondom kasteel Stapelen en de waterverbinding bij de St. Petruskerk.
37 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Voorbeeld van herstel oude waterlopen de Binnendieze in
De Binnendommel geschilderd door Jan Kruijsen in
‘s-Hertogenbosch (foto Saartje de Bruijn)
1921. Het water stroomt richting de Kruisstraat. De gebouwen links op de afbeelding liggen aan de Rechterstraat en die aan de rechterkant staan op de markt. De Binnendommel werd in 1930 gedempt
38 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
De verkeersstructuur Een belangrijke voorwaarde voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van de cultuurhistorische as is een goede verkeersafwikkeling. We stellen een structuur voor waarin vanaf de Eindhovenseweg en de N628 auto-ontsluitingen naar het centrum leiden. Op deze manier kan je bereiken, dat er nergens verbindingswegen binnen het centrum over de cultuurhistorische as gaan. Er wordt slechts éénrichtingsverkeer en bestemmingsverkeer toegelaten op de as.
E
A
S
B
O
X
T
E
L
Het verkeer is gemengd. Zo krijgen fietsers geen aparte voorzieningen maar fietsen, zoals gebruikelijke in centra, op de rijweg. De ring rond de St. Petruskerk en het zuidelijke deel van de cultuurhistorische as (waaronder Burgakker) worden autoluw (alleen bereikbaar voor bestemmingsverkeer). Het winkelgedeelte van de Rechterstraat blijft autovrij. Van belang voor de cultuurhistorische as is het eenrichtingsverkeer in het noordelijke deel. Het zuidelijk deel en het gebied rondom de kerk zijn autoluw.
N618
28
N6
P P
P P
g ensewe Eindhov
P
ontsluiting Boxtel
centrum Boxtel, autoverkeer twee-richtingen centrum Boxtel, autoverkeer één-richting bestemmingsverkeer wandelzone (laden en lossen toegestaan in de Rechterstraat)
Voorgestelde verkeersstructuur
39 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
Ruimtelijk zwaartepunten Ruimtelijk zwaartepunt St. Petruskerk Vroeger had de omgeving van de St.Petruskerk via het Binnendommeltje een relatie met de Dommel. Het water was deels overbouwd. Dit zorgde voor een gevarieerde structuur, vol verrassingen. Met het verdwijnen van het water is in stedenbouwkundige zin een amorfe situatie ontstaan. Ruimtelijke grenzen zijn vervaagd, profielen te ruim voor de situatie en geparkeerde auto’s bepalen het beeld. Voorgesteld wordt de relatie met de Dommel op een eigentijdse wijze terug te brengen. Bij de ontwikkelingslocatie Clarissen wordt een waterverbinding gemaakt die vervolgens in de vorm van een halve cirkel, om de kerk leidt. Ook wordt voorgesteld het Processiepark hierbij te betrekken, door een nieuwe waterloop rondom. In verband met een goede doorstroming zal onderzocht moeten worden of het water via de bestaande waterlopen (bijvoorbeeld aan de noordzijde) afgevoerd kan worden. Een ander punt van onderzoek is of de overkluizingen van het voormalige Binnendommeltje gebruikt kunnen worden om de watercirkel aan de zuidkant van de Kerk te sluiten. De geschetste ligging van de waterlopen valt niet letterlijk samen met de historische situatie. Praktische overwegingen, zoals de beperkte fysieke ruimte, spelen daarbij een rol. De essentie van het voorstel is een nieuwe relatie met de Dommel en verbetering van de stedenbouwkundige structuur en verblijfskwaliteit. De groenstructuur rondom de St.Petruskerk bestaat uit een groene schil van kerktuin en particuliere tuinen en een vernieuwde inrichting van het Processiepark. Aan de zuidkant wordt (op het voormalige terrein van de limonadefabriek) een nieuw bouwvolume voorgesteld ter versterking van de ringstructuur. Verdere bebouwing aan de Koppel is vanuit cultuurhistorisch oogpunt niet wenselijk. Bij de herinrichting van het Processiepark is terugbrengen van de oorspronkelijke opzet weinig zinvol, als het park niet wordt gebruikt waarvoor het ontworpen werd. Wel kan worden voortgeborduurd op het thema van ‘de verlengde route’, verwijzend naar de
40 H + N + S ' 0 3
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
route die zich in de tijd van de H. Bloedprocessie voltrok door het park. Dit zou bijvoorbeeld in de vorm van een doolhof uitgewerkt kunnen worden. Uitgangspunt voor de verkeersstructuur is dat de ring om de kerk autoluw wordt gemaakt en dat het gebied van een parkeervoorziening getransformeerd wordt naar een verblijfsgebied. De ring blijft via insteken voor bestemmingsverkeer bereikbaar.
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
water, bestaand
water, nieuw Waterstructuur omgeving St. Petruskerk
Processiepark (nieuw ontwerp) groene schil rondom kerk bebouwing nieuw Groenstructuur en bebouwing omgeving St. Petruskerk
auto verkeer langzaam verkeer (bereikbaar voor bestemmingsverkeer) openbare wandelroute Routing omgeving St. Petruskerk
41 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
Ruimtelijk zwaartepunt kasteel Stapelen In de omgeving van kasteel Stapelen wordt voorgesteld de bestaande waterlopen uit te breiden of te verbreden. Hierdoor krijgt het gebied een waterrijk karakter met een duidelijke relatie met de Dommel. In ruimtelijke zin ontstaan eilanden die ruimte bieden aan het oude kasteelpark en de aangrenzende natuurterreinen (voortkomend uit de inrichtingsvisie Dommel). In de groenstructuur wordt voorgesteld de bestaande dwarslaan te verlengen. Hierdoor ontstaat een bindend element tussen de nieuwe natuurterreinen in het oosten en het oude kasteelpark. De verlengde laan vormt een hoofdelement in de recreatieve ontsluiting van het gebied. Een tweede hoofdelement is de oude laan tussen het bruggetje in het noorden en het kasteel. Samen met de padenstructuur in het kasteelpark en het stelsel van informele paden zoals het schouwpad langs de Dommel, bieden zij vele mogelijkheden voor (dagelijkse) ommetjes.
Brug bij Stapelen
42 H + N + S ' 0 3
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
water, bestaand
water, nieuw
“eilanden”
Waterstructuur omgeving kasteel Stapelen
laanbeplanting nat grasland elzen-wilgenbos
bloemrijke graslanden
Groenstructuur omgeving kasteel Stapelen
creëren route vanaf het centrum allee
wandelpad brug entree Routing omgeving kasteel Stapelen
43 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
Contactpunten met de Dommel Op een viertal locaties doen zich kansen voor om de relatie tussen de Dommel en de cultuurhistorische as te verbeteren. Dat zijn de ontwikkelingslocatie Clarissen, Plan aan de Markt, omgeving Levensschool en de Grote Beemd (tegenover St.Lucas). In alle gevallen gaat het er om de bouwactiviteiten op deze locaties aan te grijpen voor de realisering van verrassende zichtlijnen op de Dommel. De kunst is de nieuwe openbare routes zo vorm te geven dat zij zich voegen in het subtiele stelsel van poorten, steegjes en achterommetjes. Ontwikkelingslocatie Clarissen Tegenover de N.H. kerk staat aan de Clarissenstraat het grootschalige, teruggelegen, lage en platte gebouw van de Nivo-garage. Hier voorlangs liep ooit een Binnendommeltje met een monumentale bomenrij erlangs. Er zijn plannen om de garage te slopen en op die plek woningen te bouwen. De situatie ter plekke kan daardoor aanmerkelijk verbeteren. De situatie rond de kerkheuvel mist op een aantal plaatsen allure of een passende invulling. Nieuwbouw ter plekke van de garage moet ofwel in de rooilijn staan, of de rooilijn wordt door een gemetselde erfafscheiding doorgezet en de bebouwing ligt iets naar achter. Precies op dit punt is historisch gezien de overgang van aaneengesloten bebouwing naar vrijstaande panden. In een nieuwbouwplan kan dat verwerkt worden, bijvoorbeeld door het meest noordelijke pand vrijstaand te maken, en de rest aaneengesloten. De bebouwing moet qua maat, schaal en materiaalgebruik aansluiting vinden bij de belendende panden. Het verdient zeker aanbeveling de Dommel openbaar toegankelijk te maken. Tussen de nieuwe panden door kan een verrassende route ontstaan. De toegang zou -passend in de Boxtelse typologie- met een hek of poort gemarkeerd kunnen worden. Ook biedt ontwikkeling van de NIVO-lokatie de kans voor een nieuwe waterverbinding en herstel van de Binnendommel. De nieuwe waterverbinding krijgt -conform de oude situatie- uiterst bescheiden afmetingen en wordt in samenhang met de nieuwe
44 H + N + S ' 0 3
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
bebouwing vorm gegeven. Pragmatische overwegingen, zoals de aanwezigheid van particuliere tuinen en bebouwing op het oude tracé, waren daarbij doorslaggevend. Ontwikkelingslocatie Gat aan de Markt Het ‘gat in de Markt’ is een storende plek in een verder gaaf deelgebied. Bij nieuwbouw in het gat is het zeer aan te bevelen de gevelwand door te trekken. Als het teruggelegde bankgebouw op Markt 18 vervangen kan worden, is het mogelijk weer een vloeiende voorgevellijn te leggen tussen Clarissenstraat en Kruisstraat. Hoe dan ook is het zaak de gevelwand weer geheel of bijna geheel te dichten en daarbij tegelijkertijd de Dommel bereikbaar te maken. De bereikbaarheid kan inpandig verlopen via een poort; de toegang tot de Dommel is dan als het ware ‘te gast’ bij de functie in de nieuwbouw. De (zij)gevels langs de toegang mogen in geen geval geheel of voor het overgrote deel gesloten zijn. Wat betreft bebouwing is te denken aan één volume of twee als het bankgebouw ook verdwijnt. De nieuwbouw bestaat uit maximaal twee lagen met kap. Het is mogelijk via een gedeeltelijke transparantie van de voorgevel zicht op het groene achterterrein, cq. de Dommeloever te geven en zo de rivier als het ware naar de Markt te halen. Een mooie referentie is het Universiteitsmuseum Utrecht waarin een poort zicht geeft op de achterliggende Hortus. De architectuur kan heel goed modern zijn, maar mag de belendende bebouwing visueel niet sterk overvleugelen. Ontwikkelingslocatie St. Lucas (Grote Beemd) Aan de zuidpunt van de cultuurhistorisch as staat het gebouwencomplex van Sint Lucas (creatieven in opleiding). Het plan is om deze gebouwen de komende jaren ingrijpend te verbouwen. Zo wordt de Levensschool aan de overzijde van de Burgakker bij Sint Lucas betrokken en vinden er verschillende gevelaanpassingen plaats. Een belangrijk doel is een expressiever beeld dat de opleiding meer bekendheid moet geven. Gezien vanuit de cultuurhistorische as is het echter belangrijk dat geen nieuw hoofdmoment ontstaat. Dat betekent dat de uitstraling van Sint Lucas naar de openbare ruimte niet te dominant mag worden. Intern op het terrein
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
is wel ruimte voor nieuwe expressieve beelden. Hierdoor kan een verrassende binnenwereld ontstaan die contrasteert met de historische as. Concrete kansen die zich bij de voorgenomen verbouwing voordoen zijn: • de realisering van aantrekkelijke looproutes tussen de bestaande onderwijsgebouwen van St.Lucas en de Levensschool. Een aandachtspunt bij eventuele nieuwe toegangen is de cultuurhistorische waarde van de muren, hekken en de monumentale oude bomen. • het maken van een verrassende route naar de Dommel met verblijfsplek op het terrein van de Levensschool, • de vorming van een nieuw semi-openbaar binnenplein dat in verbinding staat met de Burgakker, • de ontwikkeling van een mooie overgang tussen het St. Lucasgebouw en het beekdal van de Dommel, aan de zuidzijde. Bij dit laatste punt wordt voorgesteld de parkeerplaatsen langs de Grote Beemd te verwijderen. Ter vervanging komen aan de overzijde (bij het St. Lucasgebouw) nieuwe parkeerplaatsen met een groene inrichting. De nieuwe inrichting van het parkeerterrein zal in samenhang met de gevelaanpassingen vorm moeten krijgen. De gevelaanpassingen moeten zorgen voor een betere herkenbaarheid van het St. Lucascomplex. Tegelijkertijd moet het gebouw zich niet ‘loszingen’ van de belendende woonbebouwing en de groene context. Een mooie referentie voor een aansprekende gevel in een groene setting is het Minnaertgebouw in de Uithof in Utrecht.
45 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
maximale bouw-envelop bouwenvelop (incl. tuin) gesloten bouwwand water ecologische zone, zicht op de Dommel openbare ruimte Ontwikkelingslocatie Clarissen
poort
Spelregels voor de architectuur • uitwerken van de overgang van aaneengesloten bebouwing naar vrijstaande bebouwing • inpassen van nieuwe bouwvolumes in de karakteristieke, opstrekkende verkaveling • plaatsen van nieuwbouw in de rooilijn of doorzetten van de rooilijn in een gemetselde erfafscheiding • aansluiten bij de belendende panden qua maat, schaal en materiaalgebruik • verschillend vormgeven van de nieuwbouwvolumes ten behoeve van de diversiteit • ontsluiting van de nieuwbouwvolumes door middel van poorten bij de Clarissenstraat Spelregels voor de openbare ruimte: • realiseren van een nieuwe waterverbinding met de Dommel • vormen van brede plas-draszone langs de Dommel (conform Inrichtingsplan Dommel) • realiseren van intieme en gevarieerde wandelroutes naar en langs de Dommel
Terras aan de Dommel
46 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
7 3
maximale bouwenvelop (inclusief tuinen) gesloten bouwwand
9 “villa in het groen” ecologische zone, zicht op de Dommel openbare ruimte Ontwikkelingslocatie Plan aan de Markt
poort
Spelregels voor de architectuur: • vormen van een gesloten bouwwand langs de Clarissenstraat • plaatsen van nieuwe bouwvolumes in de vloeiende rooilijn • inpassen van nieuwe bouwvolumes aan de Clarissenstraat in de karakteristieke opstrekkende verkaveling • inpassen van nieuwe bouwvolumes bij ’het Hof’ in de karakteristiek van ‘villa in het groen’ • ontsluiting van de nieuwbouwvolumes door middel van poorten bij de Clarissenstraat • qua maat en schaal aansluiten bij panden aan de Markt • streven naar eigentijdse architectuur die belendende bebouwing echter niet mag overvleugelen • qua materiaalgebruik streven naar combinatie van (Boxtelse) baksteen en transparante moderne materialen Spelregels voor de openbare ruimte: • vormen van brede plas-draszone langs de Dommel (conform Inrichtingsplan Dommel) • realiseren van intieme en gevarieerde wandelroutes naar en langs de Dommel
Eigentijdse architectuur (entree Zoo, Kopenhagen)
47 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
groene kamers ecologische zone, zicht op de Dommel kastanjes handhaven semi-openbare ruimte
toegangshek (bestaand) muur bestaand hek op lage muur (nieuw)
Ontwikkelingslocatie Levensschool
Spelregels voor de architectuur: • handhaven van bestaande Levensschool, bomen en tuinmuur langs de Burgakker • in de cultuurhistorische as mag geen nieuw hoofdmoment ontstaan • grenzend aan de openbare ruimte nemen materiaalgebruik en vormentaal de kleur van de omgeving aan • bij de binnenterreinen van St. Lucas kan sprake zijn van een expressieve inrichting, contrasterend met het historische beeld aan de buitenzijde • de ontsluiting vormgeven door middel van poorten aan de Burgakker Spelregels voor de openbare ruimte: • vormen van brede plas-draszone langs de Dommel (conform Inrichtingsplan Dommel) • realiseren van intieme en gevarieerde wandelroutes naar en langs de Domme, • realiseren van wandelverbinding tussen de Burgakker en het nieuwe semi-openbare plein op het St.Lucasterrein
Wandelroute naar de
Plas- draszone (Van Abbe Museum, Eindhoven)
Dommel
48 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
ecologische zone parkeren in grastegels, haag verplaatsen balkon aan het Dommeldal
brug koppelen aan balkon As en balkon entree Sint Lucas zicht op het Dommeldal én de tuin van Sint Lucas
Ontwikkelingslocatie St. Lucas (Grote Beemd)
Spelregels voor de architectuur: • in de cultuurhistorische as mag geen nieuw hoofdmoment ontstaan • vergroten herkenbaarheid St.Lucas • afstemmen van gevelaanpassingen op groene setting • qua materiaalgebruik zorgen voor samenhang met het nieuwe balkon langs het Dommeldal Spelregels voor de openbare ruimte: • vormen van ‘balkon’ met uitzicht op het Dommeldal • handhaving historische brug als entree van het kasteelpark • parkeerplaatsen verplaatsen naar de zijde van St.Lucasgebouw en zorgen voor groene inrichting
Groene inrichting parkeerplaatsen
Expressieve gevel in een groene setting (minnaertgebouw, Uithof Utrecht)
49 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
Architectonische ingrepen Naast de genoemde ontwikkelingsgebieden bij de contactpunten met de Dommel vragen een drietal lokaties om architectonische ingrepen. Die locaties zijn: • De kruising van de cultuurhistorische as met de Rechterstraat. Voor de problematische entree tot de Burgakker ligt een oplossing mogelijk in aanpassing van de zijgevels van de hoekpanden. Een grotere openheid van de zijgevels door het ‘de hoek omtrekken’ van de voorgevel kan de onaantrekkelijkheid van de blinde muren sterk verminderen. Twee aandachtspunten daarbij: de voorkant van de gebouwen moet duidelijk aan de Rechterstraat blijven; etalagekasten tegen de zijgevels, met dichte achterkant, heffen het probleem te weinig op. Verder stellen we voor de kruising geheel te bestraten met Boxtelse mix, waardoor de verspringende rooilijn (ter plekke van de voormalige Binnendommel) wordt geaccentueerd. Op het pleintje wordt een stadsboom geplant die past in de reeks van plekken met monumentale bomen langs de cultuurhistorische as. In ons voorstel nemen we de suggestie om bij de entree van Burgakker een poort te maken niet over, omdat poorten in de straat niet passen in de typologie van Boxtel. Kenmerkend is juist dat de poorten in Boxtel deel uitmaken van de gevels en toegang bieden naar achtererven of semi-openbare ruimtes. • Het braakliggende terrein bij Duinendaal. Door nieuwe bebouwing ter plekke van de gesloopte panden (limonadefabriek Prick/ hoekwoningen) kan Duinendaal een stevige nieuwe rand krijgen die de ringstructuur versterkt. De nieuwe bebouwing kan eigentijds zijn met een kleurstelling en materiaalgebruik die overeenstemmen met de archtitectuur langs de kerkring (baksteen) • De noordelijke rand van het Processiepark. Een nieuwe bebouwingsrand aan de noordrand van het Processiepark kan bijdragen aan de allure en recht doen aan de bijzondere betekenis van deze plek.
50 H + N + S ' 0 3
Voorgesteld wordt het Processiepark opnieuw in te richten met 'de verlengde route' (van de voormalige processie) als thema. Ook moet het park gebruiksmogelijkheden bieden voor de aangrenzende wijken.
L
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
plein in Boxtelse mix met boom (nieuw) loop Binnendommel evt. accentueren winkel de hoek om zetten openen van de gevels te handhaven boom
Ontwikkelingslocatie kruising Rechterstraat
Spelregels voor de architectuur. • voortzetten van winkelgevel van het pand van Zeeman om hoek met Burgakker • zorgen voor een grotere openheid van de overige zijgevels aan de Burgakker • voorgevels aan Rechterstraat houden Spelregels voor de openbare ruimte: • accentueren in de bestrating van kruising en terugspringende rooilijn • aanplanten van stadsboom • zo mogelijk zichtbaar maken van de ondergrondse constructie van de Binnendommel door middel van glazen plaat in de bestrating
Huidige situatie kruising
Nieuwe situatie kruising
Huidige situatie Burgakker
Nieuwe situatie Burgakker
51 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
nieuwe bebouwing variërend van 1 tot 3 lagen gesloten bouwwand plein met boom doorzicht naar de kerk water nieuw
Ontwikkelingslocatie Duinendaal
Spelregels voor de architectuur: • herstel van ringstructuur door nieuw bouwvolume met gesloten wand • zorgen voor een gevarieerde gevelopbouw met het oog op de diversiteit • zorgen voor een bescheiden bouwhoogte, variërend van 1-3 lagen • qua materiaalgebruik aansluiten op architectuur van de kerkring • oriënteren van bouwvolume op Duinendaal Spelregels voor de openbare ruimte: • accentueren in de bestrating van kerkring en pleintjes bij de koppen van de bebouwing • handhaven doorzichten naar de kerk langs nieuwe bouwvolume • aanplant monumentale stadsbomen
Nieuwe architectuur die aansluit op de omgeving (Singel, Utrecht)
52 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
L
nieuwe bebouwing ontsluiting bebouwing
16 voorkant aan het Processiepark
18
water nieuw suggestie ontwerp Processiepark: doolhof van hagen
Ontwikkelingslocatie Processiepark
De Processie
Spelregels voor de architectuur: • toevoeging nieuw woonblok in samenhang met herinrichting van het Processiepark • het blok als één geheel ontwerpen • zorgen voor stevige architectuur en robuust materiaalgebruik • hoogte laten variëren van 2 tot 3 bouwlagen • voorzijde van de woningen op het park oriënteren Spelregels voor de openbare ruimte: • zorgen voor parkeerruimte onder het nieuwe woonblok • realiseren van wandelpad aan voorzijde van woonbebouwing (grenzend aan het park) • situeren van auto-ontsluiting aan achterzijde • herinrichten van het Processiepark met ‘de verlengde route' als ontwerpthema
Nieuwe rand aan het Processiepark (woningen Vondelpark, Utrecht)
Bomen in gras en een hagendoolhof vormen de ontwerpingrediënten voor het Processiepark
53 H + N + S ' 0 3
C
U
L
T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
A
S
B
O
X
T
E
Profielen
A2
A1
A1
B B
C C
De Boxtelse mix Als indicatie voor de Boxtelse mix geven we een verhouding van 5 delen bestaand, gebakken materiaal en 3 delen nieuw (getrommeld) gebakken materiaal. De verschillende formaten (waalformaat, dikformaat en keiformaat) worden afwisselend in halfsteens verband bestraat, wat zorgt voor een bijzondere textuur. De mix wordt gebruikt als stoep of als rand (op één niveau met de rijbaan). Het materiaal van de rijbanen is variabel. In de Clarissenstraat-Kruisstraat-Oude Kerkstraat: nieuw, gebakken materiaal, in Burgakker de huidige greskeien en in de Grote Beemd de huidige asfaltrijweg. Uit een eerste inschatting van het benodigde materiaal blijkt dat er, wanneer je de volgende deelgebieden hanteert: Clarissenstraat, Kruisstraat, Koppel, Duinendaal, Kerkstraat, Markt en Burgakker, voldoende gebakken materiaal vrijkomt voor stoepen en randen binnen het gebied. Alleen voor de Grote Beemd moet het bestaand gebakken materiaal elders uit het centrum gehaald worden, bijvoorbeeld uit de Markt.
A2 D
E
D
E
In de huidige situatie ligt in de cultuurhistorische as een veelheid aan bestratingsmaterialen. Voorgesteld wordt het aanwezige gebakken materiaal opnieuw te gebruiken. De Boxtelse mix van het hergebruikte materiaal (zo nodig aangevuld met nieuw gebakken materiaal) is een terugkerend thema in de gehele cultuurhistorische as. In de Clarissenstraat in de vorm van stoepen langs de bebouwing en in Burgakker als randen (op één niveau) met de oude greskeien. Ook in de herinrichting van de Markt en de kerkring keert de karakteristieke mix terug. Bij de kerk als ‘kade’ langs de nieuwe waterloop en als ‘lijst’ rondom de vernieuwde Markt.
Profieltypes van de cultuurhistorische as
De Boxtelse bestratingsmix zorgt voor eenheid in de cultuurhistorische as, inclusief de kerkring en de Markt.
54 H + N + S ' 0 3
L