In samenwerking met:
Bijeenkomst Weidevogeleducatie Conclusie en evaluatie: reacties van de aanwezigen Ik sta open voor samenwerking met VAN/KNNV/ IOVN/weidevogelgroepen.
Prima structuur en open houding naar deelnemers. Sommige ‘”freaks” vallen best mee! Ontspannen avond.
Mooi begin, zorg dat dit wordt vervolgd. Ben compleet nieuw bij de weidevogel werkgroep, dus veel nieuws gehoord.
Interessant.
Stimulerend.
Benieuwd naar verder nieuws over lesmateriaal rond weidevogels.
Nuttig, verhelderend, leerzaam, goed verzorgd!
De ervaringsverhalen zeer inspirerend. Duidelijk! Deskundige, enthousiaste mensen. Leuke bijeenkomst, kreeg er energie van!
Veel informatie en enthousiaste mensen. Veel gehoord. Een duidelijk voorbeeld van “natuurmensen” bij elkaar. Makkelijk contact maken, dezelfde interesses en goede uitwisseling van gegevens mogelijk onder leiding van leuke vrouwen. Bedankt!
Ervaring delen.
Interessant en leerzaam. Verrijkend.
Verhelderend!
In samenwerking met:
Hoe zet je een buitenles op en voer je hem uit? Instrueer ook de begeleiders (ouders & leerkrachten).
Concrete Materialen.
Zorg voor een kleine pauze waarbij kinderen ook buiten kunnen eten en drinken. Eerst op school lesgeven en vervolgens in praktijk met kleine groepjes het veld in.
Bij een buitenles met behulp van kunsteieren nesten maken (nesten zoeken). Kan ook met uitgeblazen eieren.
Ga met kleine groepjes om de aandacht te houden.
Denk om de verkeersveiligheid. Blijf allemaal aan dezelfde kant van de weg.
Overleg met de boeren (gebiedsbeheerders).
Geef kinderen nog meer beleving mee door te kijken naar grassen en insecten.
Laat de kinderen onderzoeken.
Een goede voorbereiding is het halve werk! Zoekkaarten en concrete (kijk)opdrachten. Hou het zo eenvoudig mogelijk. Geef duidelijk aan wat wel en niet mag/kan. Bijvoorbeeld niet zonder toestemming het land op. Geef de kinderen natuuropdrachten mee.
Afwisseling! Kijk naar de weidevogels vanaf de weg of dijk (veilige plek), met verrekijker.
In samenwerking met:
Welke middelen zijn nodig/beschikbaar om mijn aanbod te concretiseren? Start met “50 things to do before you’re 12” om leraren te triggeren, je haalt natuurherinneringen op. Maak een koppeling met boerderijeducatie.
Prikkelende praktijkopdrachten aansluitend bij de gegeven les op school.
Kees Benckhuijsen: wij hebben een eigen PowerPoint.
Zorg dat je activiteit binnen het onderwijs past door het te toetsen aan de Tule doelen (zie www.tule.slo.nl). Telescoop met statief. DVD Weidevogels.
Zorg voor een PowerPoint met beeld en geluid van weidevogels.
Kijkers!
Gebruik een app met vogelgeluiden.
Deskundige, enthousiaste mensen. Leuke bijeenkomst, kreeg er energie van!
Kistje met eieren! Veel informatie en enthousiaste mensen. Ruiken, voelen en beleven!
Snavels of skeletjes meenemen van vogels.
Werk met afbeeldingen door fotoboekje of zoekkaart te gebruiken. Van vogels en van eieren! Veren.
Neem opgezette vogels mee de klas in.
In samenwerking met:
Welke kennis heb je nodig? Veel algemene kennis over het onderwerp.
Beleving van de natuur. Vertellen wat er leeft en wat er gebeurd als de natuur wordt verwaarloosd (niet meer leeft). Dan kunnen wij mensen ook niet meer leven.
Leuke weetjes. Je moet weten waar je het over hebt. Hoe je in het veld te gedragen. Leraren weten dit ook niet.
Basiscursus Weidevogels. Maak het spannend. ENTHOUSIASME! Kennis van het gebied.
Enthousiasme en gedrevenheid heb je nodig! Leuk kunnen vertellen over vogels en de natuur. Je moet de kennis kunnen overbrengen op jongeren. Van makkelijke “huis en tuin” vogels naar de Eigen beleving vertellen. Basiskennis van de weidevogelbescherming.
Zelf interesse hebben in het onderwerp.
Je hoeft geen leraar te zijn. Je hebt dus niet veel kennis nodig van didactiek. Kennis hoeft alleen maar basaal te zijn.
Globale kennis van de belangrijkste vogels en met name enthousiasme!
In samenwerking met:
Hoe onderhoud je goede communicatie met eigenaren van gebieden? Vooraf toestemming vragen (handtekening).
Regelmatig contact houden.
Als je in een onbekend gebied bent, zorg dan dat je een gebiedscoördinator hebt.
Goed contact onderhouden met de boeren.
Doorgeven met hoeveel deelnemers je het land op gaat. Je bent te gast bij de boeren, dan is het niet meer als normaal dat ze weten wat er in hun beurt gebeurd.
Geef eventueel een terugkoppeling van je activiteit op het land aan de eigenaren.
Voor en na het broedseizoen een avondje organiseren met biertje en een hapje.
Flexibel opstellen! Beleefd en respectvol met elkaar omgaan. Jaarlijks evalueren van nesten, ook de nesten laten zien aan de boeren. Vooral de jongen die
In samenwerking met:
Hoe krijg je de jeugd in de polder? Familieuitjes.
Verjaardagspartijtjes.
Op jonge leeftijd betrekken.
Ouders bereik je weer via de kinderen.
Benader actief de school.
Mik op kleinere groepjes, probeer niet de hele groep mee te krijgen.
Via de contactpersoon natuureducatie van de scholen. Of via de biologiedocent.
Door je uitstraling.
Oproep in een lokaal krantje onder vermelding van bijvoorbeeld een fietstocht. Grootste aantal kinderen bereik je door de leerkracht een uitnodigende (educatieve) activiteit aan te bieden. Koppelen aan een boerderijbezoek.
Combineer het met fotograferen, daar is de (oudere) jeugd erg in geïnteresseerd. Meenemen op poldersafari of weidevogelsafari. Kan ook met een trekker met platte wagen. Samenwerking zoeken met scholen, scouting. Of verzorg publiciteit met een leuke stunt.
Spanning opvoeren om nesten te vinden.
Tegenvraag: hoe krijg je de ouders het veld in?
Schrijf eerst een school of docent aan, bel daarna voor extra toelichting en breng een bezoekje aan de school.
Na een introductie op school praktijkopdrachten doen bij de boer of observeren vanaf de weg. Probeer ook een docent mee te krijgen na schooltijd of op zaterdagochtend.