Raadsinformatieavond 25 september 2012
Bijeenkomst: Thuiszorg Hieronder treft u de aangeleverde bijdragen van de mensen die meepraatten. Bijdrage AnneAnne-Marieke Koot, thuishulp B van Careyn HZ Samenvatting: In de huishoudelijke zorg speelt zich het volgende af: 1) het afschuiven van verantwoordelijkheid: gemeente <-> zorgorganisatie. 2) verlies van kwaliteit van zorg door de 'bezuinigingen'. 3) verlies van plezier en motivatie in het werk. Vooral de kwetsbare cliënt (die ook vaak onzichtbaar is) is de dupe van deze ontwikkelingen. Spreektekst: Om te beginnen wil ik u danken dat ik hier vanavond mag spreken. Mijn naam is Anne-Marieke Koot en ik werk sinds 2002 als huishoudelijke hulp in de thuiszorg. 10 jaar geleden ben ik begonnen bij TSU (thuiszorg stad Utrecht), in 2006 werd dit Aveant en sinds januari dit jaar vallen we onder Careyn. De afgelopen jaren is er veel veranderd. Toen ik 10 jaar geleden begon hadden we iedere twee weken teamoverleg. Het was de plek waar we met collega's uitwisselden over de situaties waarin we werkten en elkaar daarin ondersteunden. Vaak was er iemand vanuit de thuisbegeleiding bij om ons adviezen te geven. Toen het Aveant werd hadden we iedere vier weken teamoverleg en later iedere zes weken. Sinds we Careyn zijn hebben we geen betaald werkoverleg meer. Er zijn wel inloopspreekuren waar we in eigen tijd naar toe kunnen gaan. Collega's zien we in werkverband niet meer. Hierdoor mis ik in ieder geval een plek waar ik mijn verhaal kwijt kan. Door het regelmatige teamoverleg kende je ook elkaars cliënten en dat was erg plezier wanneer je voor elkaar inviel tijdens vakantie of bij ziekte. Nu hoor je vaak niet meer dan een naam en adres en is het een verrassing wie of wat je aan zult treffen. Tot afgelopen jaar hadden we minstens één keer per jaar één of meerdere scholingsbijeenkomsten. Dit was altijd erg leerzaam. Op zich is de mogelijkheid tot scholing er nog steeds, maar ook die moet je nu in eigen tijd doen. Omdat ik 4 ½ dag in de week werk, is de scholing meestal op een dagdeel dat ik werk. Wil ik deel nemen aan de scholing dan moet ik hier een vrije middag voor op nemen. Wat ik niet doe. Sinds 1 januari mogen we ook niet meer in werktijd overleggen met andere zorgverleners over een cliënt. Dat hoort niet bij ons werk. Kregen we vroeger de reële reistijd tussen cliënten vergoed, nu krijgen we 10 minuten reistijd als we twee cliënten op een dag hebben en 15 minuten in het totaal als we drie adressen hebben op een dag. Daarbij komt dat we sinds mei weten dat wij, thuishulpen die bij HH2 cliënten werken, zeer binnenkort twee of drie schalen achter uit zullen gaan in salaris. Dat betekent dat we 10 tot 30 % salaris moeten inleveren. Tot zover de schets van de huidige situatie. Graag wil ik drie punten aan de orde stellen: 1. Wanneer we onze werkgever aanspreken op deze veranderingen verwijzen zij ons naar de gemeente. Ze zeggen: van de prijs die de gemeente betaald kunnen wij geen scholing en werkoverleg betalen. En voor die prijs kunnen wij geen medewerkers in schaal 15, 20 en 25 betalen. Wanneer wij de gemeente hierop aanspreken verwijzen zij ons naar de werkgever. Wethouder den Besten mailden ons dat ze de petitie die wij opgesteld hebben niet in ontvangst wil nemen omdat ''ik niet ga over de salarissen in de thuiszorg. Dat is iets tussen de thuiszorginstelling en hun personeel.” Zo worden wij van het kastje naar de muur gestuurd en weer terug. Machteloos en moedeloos worden wij hiervan. En uiteindelijk is de cliënt hier de dupe van. Dat brengt mij bij mijn tweede punt. 2. Verlies aan kwaliteit. Zoals ik boven aangaf is er sinds 1 januari minimale tot geen ondersteuning en scholing in ons werk. Dit leidt op den duur tot verlies aan kwaliteit. In haar mail schrijft wethouder den Besten dat 90% van de cliënten tevreden is over de kwaliteit van de geleverde hulp. Dat is fijn om te horen. Het verbaast mij niet en wel om twee redenen: 1) medewerkers zijn erg trouw naar hun cliënten toe. En 2) cliënten klagen niet snel. Sommigen zijn bang hun hulp kwijt te
raken; anderen zien dat de medewerkers hun best doen; en er is ook een groep die liever zorg mijdt. Vooral kwetsbare cliënten zijn de dupe. Juist in moeilijke situaties is ondersteuning en begeleiding nodig. Deze groep cliënten is vaak buiten beeld omdat zij zich zelf niet melden. Daarbij komt dat ze steeds vaker een HH1 indicatie krijgen ipv HH2, omdat er alleen telefonisch geïndiceerd wordt.
Intermezzo: post. De laatste tijd moet ik iedere keer weer denken aan de post. Een aantal jaar geleden zijn alle postbodes boventallig verklaard en zijn er postbezorgers aangenomen. In de advertenties wordt dit uitdrukkelijk als een bijbaantje gezien. Ik merk zelf, en ik hoor het ook van anderen, dat de postbezorging achteruit gaat. Zelf kreeg ik vorige week een hele stapel 'gevonden' post van de afgelopen maanden bezorgd. Waarom klaag ik niet bij de TNT? Omdat ik te doen heb met de postbezorgers die voor een karig loon de post rondbrengen. Maar misschien help ik hen juist wel door een klacht in te dienen, dacht ik vorige week. Daarom heb ik een klacht ingediend. 3. Mijn derde zorgpunt is dat steeds meer medewerkers geen plezier en motivatie in het werk meer hebben: terwijl het belangrijk werk is wat wij doen. Huishoudelijke zorg behoort tot de basiszorg. Door ons kunnen mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Daarbij doen we veel meer dan alleen poetsen. We signaleren als er andere zorg ingeschakeld moet worden. We ondersteunen mensen met kleine dingetjes in het dagelijks leven die net niet meer lukken. We brengen structuur in hun leven. En dat alles bespaart de samenleving geld. De meesten van mijn collega's doen dit werk al heel veel jaar met zeer grote toewijding en betrokkenheid bij de cliënten. Maar de laatste maanden merk ik dat ze het zat zijn. Murw. Ze missen een plek om hun ervaringen te delen, een plek van raad en advies, ze missen het contact met collega's. Ze ervaren geen waardering meer voor hun werk. Ze maken zich grote zorgen om hun toekomst. Voor een aanzienlijk deel van mijn collega's is dit werk de enige bron van inkomsten. Maar door de werkgever wordt het steeds meer gezien als een bijbaan. Het is geen volwaardig werk meer waar je van kunt leven. Wij vinden dat medewerkers een fatsoenlijk loon voor hun werk moeten ontvangen en blijven ontvangen. Ik hoop van harte dat u als gemeente het belang van ons werk ziet en zult blijven zien. Dat u als het gaat om de kwaliteit, ook naar het geluid van de medewerkers zelf wilt luisteren. Dat het ook u een zorg is dat medewerkers dit werk van harte doen én dat cliënten de zorg krijgen die zij nodig hebben en verdienen! Dank u voor uw aandacht.
Bijdrage Sengul Sözen, Abvakabo FNV - Wij zijn de Thuiszorg! Utrecht Samenvatting: Door het indicatiebeleid van de gemeente krijgen veel mensen niet de zorg die ze nodig hebben. Mantelzorg wordt te gemakkelijk als oplossing gezien. Met goede huishoudelijke zorg kunnen oudere, kwetsbare mensen langer thuis blijven wonen. Huishoudelijke zorg is volwaardig en waardevol werk waar de gemeente een kostendekkend tarief voor moet betalen.
Bijdrage Marlieze Marlieze Warnaar, Abvakabo FNV Samenvatting: Met de wetten Kant/Leijten is er geen verplichting meer om de huishoudelijke zorg aan te besteden en moet er een basistarief gehanteerd worden gebaseerd op kwaliteit van zorg. Hoe kan een gemeente hier mee omgaan.
Bijdrage mevrouw J.G. (Anneke) van Heertum, COSBO Stad Utrecht Dames en Heren, Dank voor de mogelijkheid om namens ouderen hierover iets met u te delen. Ik geef u hierbij door de tendensen die wij naar voren hebben gehaald door willekeurig vijf mensen van diverse achtergrond te bevragen. De opmerkingen zullen niet geheel representatief zijn voor alle thuiszorg ontvangende cliënten, maar ze zijn verontrustend genoeg om aan u door te geven. Het heeft mij geraakt dat er door die vijf verschillende mensen zoveel overeenkomstige problemen worden aangekaart.
In de afgelopen 30 jaar zijn er minimaal vijf fusies van zorgverlenende instellingen geweest en na al deze fusies en na al die jaren is de thuiszorg immens verzakelijkt. Men maakt mee dat zowel een eerste intake als de herindiceringen telefonisch afgedaan worden. Dat betekent dat deze indicatie besluiten niet zijn gebaseerd op een waarneming van wat nodig is, maar op een interpretatie vanuit een telefoongesprek. Vaak ontstaat dan geen goede match. Motivatie van het aantal uren toegekende hulp of de reden van een teruggang in hulpuren werd niet aan hen doorgegeven. De gevoelde afstandelijke reactie op een aanvraag wordt door cliënten als uiterst onpersoonlijk ervaren; het begrip voor mensen in stress wordt niet gevoeld. Zeker wanneer een mantelzorger door ziekte of operatie (snel) hulp nodig heeft, vindt men dat er niet adequaat gereageerd wordt. Leidinggevenden en planners, die vroeger regelmatig langskwamen om te evalueren of alles goed ging, zijn niet meer rechtstreeks te bereiken, maar zitten overdrachtelijk gezien achter een muur van telefonistes, die een mail sturen naar die leidinggevenden en planners met het verzoek om de cliënt terug te bellen. Veelal gebeurt dat niet bij onze respondenten. Men denkt dat er te weinig medewerkers voor te veel cliënten zijn; dat betekent veel haastwerk. Voeg daarbij het gegeven dat er steeds wisselende medewerkers de hulp verlenen; dat betekent dat de cliënt steeds weer moet uitleggen “waar alles staat”. Dat kost tijd en daardoor wordt vaak alleen het hoogst noodzakelijke werk gedaan en blijft het ingrijpend schoonmaken uit. De betrokkenheid van medewerkers naar de cliënten lijkt voelbaar verminderd omdat zij geen relatie kunnen opbouwen met cliënten waar zij slechts incidenteel komen. De signaalfunctie van de thuiszorgmedewerker verdwijnt hiermee. Het lijkt wel of thuiszorgmedewerkers geen warme contacten meer mogen hebben met diegenen waaraan zij de zorg moeten verlenen. Regelmatig horen deze ouderen: “u heeft er zeker geen bezwaar tegen dat ik iets eerder wegga/iets later kom, want ik moet nog…… of: …….ik ben toch al klaar. Ouderen protesteren dan meestal niet. Maar dat betekent dat er minder uren gemaakt worden die wel volledig worden berekend, ook voor de eigen bijdrage van de cliënten. Vaak wordt de inzet van medewerkers zo’n 14 dagen van te voren ingepland door de zorgverlener. Eén van onze gesprekspartners wil graag weten wie zij kan verwachten en zij vraagt daarom de namen. Vaak blijkt dat er dan toch iemand anders komt dan is doorgegeven. Terwijl er in het verleden een actie van Aveant is geweest naar ouderen toe: niet de deur open doen voor iemand die je niet kent. Dan zou je dus de deur gesloten houden voor je zorgverlener omdat de juiste naam niet is doorgegeven! De communicatie van de zorginstelling naar de cliënten wordt door de geïnterviewden als zeer matig ervaren. Meestal wordt alleen gebeld als een hulp niet komt. Informatie van een cliënt naar de instelling over b.v. vakantie wordt slecht geadministreerd. De respondenten uiten hun gevoel dat sinds de marktwerking in de zorg zijn intrede heeft gedaan er steeds minder geld beschikbaar is voor thuiszorg. Vanaf dat moment voelt het alsof het respect voor de cliënt weggeëbd en dat er alleen nog maar naar het geld gekeken wordt en dan naar zo min mogelijk geld. Daar zijn ook de medewerkers de dupe van. Soms uiten medewerkers hun frustratie over behandeling door hun werkgever naar de cliënt; dat is zowel voor de zorggever als voor de zorgontvanger deprimerend en genereert gevoelens van onzekerheid. Er zijn klanttevredenheidsonderzoeken, maar vaak kan op vragen alleen ja of nee geantwoord worden en natuurlijk zijn cliënten niet alleen maar ontevreden. Een klanttevredenheidsonderzoek met een brede en meer genuanceerde vraagstelling zou veel meer goede informatie opleveren dan het huidige ja/nee. Zo’n onderzoek zou dan aan alle cliënten moeten worden aangeboden. Afrondend zou ik de Raad met klem willen oproepen iets te doen met de zaken die in deze zaal nu met u worden gedeeld en het gesprek met cliënten, thuiszorgmedewerkers en – instellingen aan te gaan. Zodat uiteindelijk de nodige zorg mens-nabij wordt geïndiceerd en wordt geregeld met respect en begrip voor de beperking van de vragende persoon en met de inzet van betrokken medewerkers.
Bijdrage Robbert Brown, cliënt van de thuiszorg Samenvatting: De gejaagdheid van het onderbetaalde personeel, de administratieve rompslomp, slechte voorlichting (overal moet je zelf achteraan wat mij niet lukt), moeilijk leesbare voorlichtingsfolders. Mijn naam is Robbert Brown en ik ben hier als cliënt van Aveant Thuiszorg. Van 2002 tot 2006 heb ik mijn steeds zwakker en verwarder wordende vrouw mantelzorg verleend. Doordat mijn stiefzoon in 2005 overleed ging mijn vrouw sneller achteruit. In 2006 werd bij toeval longkanker geconstateerd en verzorgde ik haar 24/7. De aanpassingen in het huis en een scootmobiel die aangevraagd waren werden pas eind 2006 afgerond. Op 16 februari 2007 vermoedde ik een hersenbloeding en is zij in het Diaconessenhuis opgenomen. Daar werden hersentumoren geconstateerd en werd ze opgegeven. Ze kreeg thuis verpleegkundige hulp van Aveant maar ik heb haar de meeste keren zelf moeten verschonen. Huishoudelijke hulp had ik niet omdat ik de weg niet wist. Op 25 mei 2007 overleed zij. In 2009 moest ik naar Canada omdat mijn vader op sterven lag. Tijdens mijn verblijf in Canada kreeg ik een ontsteking aan mijn linker voet. Dit had tot gevolg dat ik in het Diakonessenhuis moest worden opgenomen voor amputatie van mijn tenen tot aan de wreef. Bij thuiskomst kreeg ik verpleegkundige hulp via Aveant en geringe mantelzorg van buren. De hulp van buren liep fout. Tussen 2010 en 2011 is mijn rechter grote teen geamputeerd en heb ik een operatie aan de aders in het rechterbeen gehad. Toen dat gebeurd was en er weer ontstekingen waren wilde men mij naar huis sturen en dat weigerde ik. Ik ben toen voor revalidatie opgenomen in Albert van Koningsbrugge en heb daar 5 maanden verbleven. Toen ik naar huis werd gestuurd kreeg ik, HOERA, 1 keer per 14 dagen huishoudelijke hulp en weer verzorging van de fantastische verpleegsters van Aveant. Begin 2012 heb ik weer een operatie ondergaan aan mijn voet. Nu heb ik dus die 14 daagse huishoudelijke hulp en ben daar blij mee. Het is een vaste kracht en toch wel een steun. Geweldig maar niet genoeg. Niemand die je in de gaten houdt als je er helemaal alleen voor staat en eigenlijk geïsoleerd bent. Dat gaat dus helemaal niet goed fracties van de stadregerings partijen; D66, Groen Links, Pvda en VVD !!!! Ik nodig u van harte uit om eens bij mij thuis te komen kijken.
Bijdrage Henk van Ravenhorst, De Rode Loper Thuishulp in Wijk bij Duurstede Samenvatting: Hoe kon De Rode Loper Thuishulp ontstaan, kansen die de gemeente bood om als kleinschalige organisatie aan het werk te gaan. De werkwijze van De Rode Loper wordt uitgelegd.
Bijdrage Ellen Schambach, Careyn HZ, Regio Utrecht Oost, Teammanager Samenvatting: Wat betekent het indicatiebeleid van de gemeente voor ons als zorgaanbieder? Spreektekst: Een indicatie, ofwel “Een vastgestelde mate en aard van iemands zorgbehoefte”, wordt steeds meer vertaald naar de mate en aard van beschikbare budgetten. Natuurlijk; de zorg moet betaalbaar blijven. Maar wat de mensen vandaag onder de aandacht willen brengen, is dat de huishoudelijke zorg niet alleen budgettair -, maar ook menselijkerwijs beheersbaar moet blijven. Ik erken als leidinggevende, dat dit steeds lastiger wordt. Huishoudelijke zorg bestaat al lang niet meer uit het bieden van een luisterend oor aan lieve oude dametjes, terwijl je de boel eens lekker fris aan kant maakt. Ik merk dat de huishoudelijk medewerkers die ik leiding geef, opgewassen moeten zijn tegen gedrag wat vaak ongepast, onaangenaam en onverwacht is. Hiermee wordt bij de indicatiestelling geen, of te weinig rekening gehouden. Onwenselijk!
Vanuit de wetgeving zijn er verschillende regels m.b.t. de veiligheid van onze medewerkers, die op een kantoor gemakkelijker in te vullen zijn, dan oog in oog met de klant zelf. Hoe leg je een kettingrokende alcoholverslaafde uit, dat men rekening dient te houden met jouw arbeidsomstandigheden? Ook al weet je dat de vraag alleen al, agressie kan uitlokken? Middels de CAO gelden afspraken over een eerlijke beloning voor werkzaamheden die worden verricht. Hoe eerlijk is het, als er geen rekening gehouden wordt met het feit dat je niet letterlijk om de mensen heen kunt poetsen? En dat, bij een klant die vindt dat zijn sterk vervuilde huis helemaal niet hoeft te worden schoongemaakt? Er is inmiddels veel meer nodig dan kennis en ervaring alleen, maar doorzettingsvermogen, geduld en een hoop lef, vertalen zich nu eenmaal moeilijker naar een verantwoord, eerlijk en noodzakelijk tarief. Doen alsof het niet bestaat maakt de zorg echter niet meer beheersbaar!