2 Uitvoering Bijeenkomst 1: Kennismaking Bijeenkomst 2: Module Actief zijn en blijven, ontmoeting (1) Bijeenkomst 3: Module Actief zijn en blijven, ontmoeting (2) Bijeenkomst 4: Module Wonen als u ouder wordt (1) Bijeenkomst 5: Module Wonen als u ouder wordt (2) Bijeenkomst 6: Module Zorg thuis (1) Bijeenkomst 7: Module Zorg thuis (2) Bijeenkomst 8: Module Informatie, advies en begeleiding
37
Bijeenkomst 1 Kennismaking
Doelen van deze bijeenkomst Doelen voor de cursusbegeleider: b onderling kennis laten maken, een veilige en vertrouwde sfeer opbouwen b stimuleren tot nadenken over beelden over ouder worden en over de verschillen tussen vroeger in het thuisland en nu in Nederland b stimuleren om eigen wensen en verwachtingen te verhelderen en de bereidheid te vergroten om de mogelijkheden in Nederland te verkennen Leerdoelen voor de deelnemers: b met elkaar kennismaken en beschikken over informatie over elkaars leefsituatie b zich realiseren dat in Nederland van ouderen een actieve houding wordt verwacht, dat ouderen er zelf voor moeten zorgen zo fit en gezond mogelijk te blijven en zij zelf initiatieven moeten nemen b zich realiseren dat familiehulp en zorg aangevuld kan worden met professionele zorg b zich ervan bewust zijn dat het belangrijk is dat zij kennis hebben over voorzieningen voor ouderen in Nederland, zodat zij hier gebruik van kunnen maken en weten waar zij voor welke vragen terechtkunnen b de afspraken kennen over hoe de groep met elkaar omgaat en weten hoe zij moeten omgaan met de informatie uit deze cursus
39
Deze bijeenkomst is als volgt opgebouwd: Tijd
Inhoud
Werkvorm
Welkom
1 Mondeling door de cursusbe- 1 Standaard introductie tekst
120 min.
5 min.
bijeenkomst
Introductie op het
geleider.
programma 40 min.
Materiaal bij deze
Kennismaking
en programma van de bijeenkomst.
2 Deelnemers stellen zich
2 Instructie voor de cursus-
ieder voor met hun naam
begeleider met vragenlijst
en vertellen iets over een
voor groepsgesprek.
voorwerp dat ze altijd bij zich dragen. Groepsronde aan de hand van vragen. 15 min.
Pauze
15 min.
Oud in land van herkomst versus oud in Nederland
3 Groepsgesprek aan de hand van vragen die erop gericht zijn dat deelnemers zich realiseren dat het land van
3 Instructie voor de cursusbegeleider en vragenlijst voor groepsgesprek. 3.1-3.4 Beeldmateriaal: foto’s
herkomst en Nederland
van ouder persoon
wezenlijk verschillen in leefsi-
in context in land van
tuaties en mogelijkheden.
herkomst en van ouder persoon in Nederland in context.
30 min.
Beelden van ouderen in
4 Ondersteuningscirkel: hoe
relatie tot Nederlandse
krijgt hulp en zorg vorm in
mogelijkheden
Nederland.
4 Instructie ondersteuningscirkel voor cursusbegeleider. 4.1 Ondersteuningscirkel.
10 min.
Afronding en afspraken
5 Groepsregels afspreken.
5 Richtlijn groepsregels.
Thema en tijd van de
5.1 Programma volgende
volgende keer aangeven.
40
bijeenkomst op flap en uitdeelpapieren.
5 min.
Wensen horen
6 Inventarisatie van wensen voor excursies.
6 Instructie voor de cursusbegeleider.
1
Welkom en introductie
Korte mondelinge uitleg over het programma van de bijeenkomst Doel
Deelnemers: b kennen het doel van de bijeenkomst b kennen de onderdelen van het programma Tijdsduur
5 min. Materialen
Programma van de bijeenkomst op flap Voorbereiding voor de cursusbegeleider
b Kies de opstelling van tafels en stoelen zodanig dat de deelnemers de spreker(s) goed kunnen zien. b Hang het programma zichtbaar voor iedereen op. b Zorg ervoor dat er bij de deur van het gebouw iemand aanwezig is om de deelnemers te wijzen waar ze moeten zijn. b Lees de introductie vooraf door of maak een eigen tekst. Werkvorm en inhoud
b Heet alle aanwezigen welkom. b Licht het programma van deze dag toe. b Wijs tijdens de introductie en vervolgens in de loop van de bijeenkomst steeds aan bij welk onderdeel u bent.
Bijeenkomst 1, werkvorm 1, werkblad 1 programma7
41
7
Alle werkbladen zijn terug te vinden op de bijvoegde dvd.
Bijeenkomst 1 Werkvorm 1 • Werkblad 1
Het programma van vandaag • Welkom en uitleg over het programma • Kennismaken met elkaar • Pauze • Oud in land van herkomst - oud in Nederland • Twijfels: teruggaan of blijven? • Afronding en afspraken voor de volgende keer • Korte terugblik 42
2
Kennismaking
Deelnemers stellen zich voor en vertellen iets over zichzelf Doel
Deelnemers: b maken kennis met elkaar b horen van elkaar een belangrijk onderdeel van hun leven Tijdsduur
40 min. Materialen
b Lege flap b Flap met schema Voorbereiding voor de cursusbegeleider
b Hang een lege flap op. b Hang een flap met schema op. b Leg iets wat u altijd bij u hebt klaar. Werkvorm en inhoud
b Begin zelf, om het voorbeeld te geven. Als de ouderen u nog niet kennen, vertel dan wat uitgebreider over uzelf. Pak iets wat u altijd bij u draagt: een sleutelbos, telefoon, bril, lippenstift of iets anders. Vertel daarover: waarom hebt u dat in uw zak of tas, wat betekent het voor u? b Vraag de deelnemers om hun naam te noemen en ook een voorwerp uit te kiezen uit wat zij altijd bij zich hebben en daarover te vertellen waarom ze het bij zich hebben en wat het voor hen betekent. b Schrijf de namen onder elkaar op een flap. Vraag de deelnemers ook om de volgende vragen te beantwoorden: f Uit welk land, welke streek, welke plaats komt u? f Wat is uw leeftijd nu, hoe oud was u toen u in Nederland kwam? f Hebt u kinderen? Zo ja, hoeveel? f Woont u samen met uw man/vrouw? f Woont u samen met uw kinderen? b Laat schrijfruimte achter de naam over voor het antwoord op de allerlaatst te stellen vraag: Wat verwacht u van deze bijeenkomsten?
Bijeenkomst 1, werkvorm 2, werkblad 1 kennismaking
43
Bijeenkomst 1 Werkvorm 2 Werkblad 1
Kennismaking Deelnemers stellen zich voor en vertellen iets over zichzelf
Naam
Afkomstig uit
Leeftijd
Leeftijd
Hebt u
Woont
Woont
Verwach-
deelnemer
streek / dorp?
nu
bij aan-
kinderen?
u met
u samen
ting t.a.v.
komst in
Hoeveel?
partner
met kin-
bijeen-
Nederland
Wonen
(man of
deren?
komsten
kinderen
vrouw)?
in Nederland?
3
Oud in land van herkomst – oud in Nederland
Groepsgesprek aan de hand van vragen Doel
Deelnemers: b denken na over hun toekomst nu ze ouder worden b herkennen dat er verschillen zijn in wonen in het land van herkomst en in Nederland b zijn zich ervan bewust dat het belangrijk is dat zij kennis hebben over voorzieningen voor ouderen in Nederland, zodat zij hier gebruik van kunnen maken en weten waar zij voor welke vragen terechtkunnen Tijdsduur
15 min. Materialen
Foto’s Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Foto’s ophangen Werkvorm en inhoud
b Vraag de deelnemers om ieder voor zichzelf te kiezen welke twee foto’s hen raken: één die hen aanstaat en één die ze niet mooi of prettig vinden. b Vraag daarna aan een paar deelnemers om te vertellen: f waarom ze de mooie/goede/prettige foto hebben gekozen; sluit die afbeelding aan bij wat zij zelf kennen, bij wat zij wensen; sluit die aan bij hun ideeën over hoe ze zelf oud willen zijn? f waarom ze de foto die hen niet aanstaat hebben gekozen; zegt dat iets over hoe het vroeger was, waar ze bang voor zijn nu of in de toekomst of waarvan ze niet willen dat het zal gebeuren? b Stel vervolgens aan de hele groep de volgende vragen: f Hoe leefden ouderen in uw land, uw vader en moeder bijvoorbeeld? Woonden ze alleen of bij familie? Waar brachten ze de dag mee door? Hadden ze een eigen inkomen of niet? Was er een dokter dichtbij als ze ziek waren en kon die worden betaald? Als ze hulp nodig hadden met lopen of aankleden, wie zorgde(n) daar dan voor? f Hoe wilt u zelf dat het gaat als u (nog) ouder wordt? Met geld, met wonen, met hulp en met zorg? f Is dat ongeveer hetzelfde als voor uw ouders, of heel anders? Als het anders is, heeft dat dan met het leven in Nederland te maken of is het nu, zo veel jaar later, ook anders in uw thuisland? b Sluit het groepsgesprek af met een korte samenvatting waarin u de veranderingen tussen generaties en verschil van thuisland en Nederland benoemt.
Bijeenkomst 1, werkvorm 3, werkblad 1 t/m 4 foto’s land van herkomst / Nederland
45
Bijeenkomst 1 Werkvorm 3 Werkblad 1
Land van herkomst
Bijeenkomst 1 Werkvorm 3 Werkblad 2
Land van herkomst
Bijeenkomst 1 Werkvorm 3 Werkblad 3
Nederland
Bijeenkomst 1 Werkvorm 3 Werkblad 4
Nederland
4
Ondersteuningscirkel
Cirkels van welzijn en zorg Doel
Deelnemers: b realiseren zich dat in Nederland van ouderen een actieve houding wordt verwacht, dat ouderen er zelf voor moeten zorgen zo fit en gezond mogelijk te blijven en dat zij zelf initiatieven moeten nemen b realiseren zich dat familiehulp en zorg aangevuld kan worden met professionele zorg Tijdsduur
30 min. Materialen
Poster met cirkels van welzijn en zorg Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Hang de poster met cirkels op Werkvorm en inhoud
50
De ondersteuningscirkel komt in deze cursus nog een keer aan de orde, in bijeenkomst 6. Besteed nu de meeste aandacht aan de binnenste eerste en tweede cirkelring. Leg uit dat later in de cursus de derde en laatste cirkel uitgebreid worden behandeld. b Licht toe bij de eerste cirkel: ‘De binnencirkel staat voor de oudere zelf. In Nederland is de verwachting dat ouderen voor zichzelf zorgen zolang ze dat zelf kunnen. De regering en de zorginstellingen gaan ervan uit dat het niet goed is als er hulp wordt gegeven aan mensen die zelf nog van alles kunnen. Nederlandse ouderen doen ook zo lang mogelijk alles zelf en blijven ook in hun eigen huis wonen. Daarom staan ze in het midden van deze tekening. De eerste cirkel, die om de binnencirkel heen loopt, staat voor de zorg die in alle samenlevingen aan ouderen wordt gegeven, overal ter wereld – in Japan, in Turkije, in Frankrijk en in Nederland. Als ouderen wat hulp nodig hebben of griep krijgen, zijn het de kinderen, familieleden, de buren, de vrienden die helpen. Dat heet in Nederland “mantelzorg”, de zorg die als een warme jas om iemand heen zit. De kinderen zorgen voor vervoer, bijvoorbeeld naar de dokter of het ziekenhuis. De dochter of schoondochter zorgt voor eten als de ouder ziek is. Ze doet de was als dat nodig is. Maar ook de buren helpen, die doen bijvoorbeeld de boodschappen. Of ze komen eten brengen als iemand erg ziek is. En ook vrienden geven deze hulp. De meeste hulp aan ouderen wordt gegeven door de kinderen en andere familieleden, buren en vrienden. Daarom staan die in de eerste cirkel. Maar met het ouder worden kan er meer nodig zijn.’ b Leg dan verder uit, wijzend op de tweede cirkel: ‘We komen nu in de tweede cirkel. Als je oud wordt en moeilijker kunt bewegen, veel hulp en zorg nodig hebt, dan kunnen kinderen en familie misschien niet alles meer doen.Voor het deel
dat zij niet aankunnen, kan hulp door anderen worden geleverd. In de tweede cirkel staan daar de voorbeelden van.’ Wijs op de foto’s terwijl u vertelt. ‘Bijvoorbeeld bij speciaal vervoer een bus, bij klussendienst een hamer. Het gaat dan om contact met anderen, gezelligheid en activiteiten bijvoorbeeld, maar ook over andere hulp: De eigen vereniging, zelforganisatie of het godsdienstig centrum (moskee, kerk, tempel enzovoort) waar behalve godsdienstige activiteiten ook ontmoeting en contact, gezelligheid en bezoekdiensten voor zieken worden geregeld. Dienstencentrum. In heel veel steden is een dienstencentrum (of heet het steunpunt of buurthuizen?). Dat is een gebouw speciaal voor ouderen. Daar komen de ouderen om koffie te drinken, spelletjes te doen, andere mensen te ontmoeten. Ze kunnen er ook met allerlei vragen terecht, dus ze kunnen informatie krijgen, bijvoorbeeld over huursubsidie. Ze kunnen er soms ook komen eten. Er wordt van alles georganiseerd om ouderen door beweging gezond te houden: gymnastiek, zwemmen, balspelen. Hulpmiddelen die in huis kunnen worden aangebracht: een aangepast toilet, steunen in de douche, een hulpmiddel om te lopen of een traplift. Klussenhulp, want niet iedereen heeft een handige zoon of een handige buurman, dus zijn er mensen die voor een heel klein bedrag kleine karweitjes in huis doen. Warme maaltijden die kunnen worden thuisbezorgd, voor mensen die niet meer kunnen koken. Speciaal vervoer: ouderen kunnen thuis worden opgehaald en worden gebracht waar ze heen willen in de gemeente. Zo kunnen ze bijvoorbeeld altijd naar het ziekenhuis of op bezoek, ook al lopen ze moeilijk.’
Bijeenkomst 1, werkvorm 4, werkblad 1 ondersteuningscirkel
51
Bijeenkomst 1 Werkvorm 4 Werkblad 1
Ondersteuningscirkel Cirkels van welzijn en zorg
huishoudelijke hulp
kerkelijke organisaties zelforganisatie
vervoer
ziekenboeg
familie
maaltijddienst aan huis
hulpmiddelen
vrienden
buren
contacten ontspanning
ouderen
woningaanpassing
thuisverzorging
klussendienst
kinderen activiteiten zwemmen balspelen
maaltijden
informatie
alarmering
verblijf in verzorgings- of verpleeghuis
thuisverpleging
5
Groepsregels en programma volgende bijeenkomst
Mondelinge uitleg Doel
Deelnemers: b weten wat er van hen wordt verwacht bij verdere deelname aan de bijeenkomsten b kennen het programma van de volgende bijeenkomst Tijdsduur
5 min. Materiaal
Programma volgende bijeenkomst Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Geen Werkvorm en inhoud
b Vertel de deelnemers wat de spelregels zijn: f Het is de bedoeling dat u alle keren komt; u mist informatie als u bijeenkomsten overslaat en de groep wordt niet veilig en vertrouwd voor u als u niet steeds aanwezig bent. f De bijeenkomsten zullen hier in dit gebouw zijn, behalve als we op excursie gaan. f (Variant: iedere bijeenkomst komen we hier bij elkaar en dan gaan we samen naar een andere plaats waar u informatie krijgt en ook kunt zien hoe de mensen daar leven.) f Ieder belooft om niet aan anderen buiten deze groep te vertellen wat hij of zij hier in de groep heeft gehoord over persoonlijke zaken. Ieder kan zich dan vrij voelen om te praten. b Deel het programma van de volgende bijeenkomst uit.
Bijeenkomst 1, werkvorm 5, werkblad 1 programma van de bijeenkomst Module Actief zijn en blijven, ontmoeting (1)
53
Bijeenkomst 1 Werkvorm 5 Werkblad 1
Programma van de bijeenkomst Actief zijn en blijven, ontmoeting (1) • Welkom en uitleg over het programma • Wat is kwaliteit van leven? • Informatie over vrijetijdsactiviteiten alleen en samen met anderen • Pauze • Informatie over gezond leven en bewegen • Afronding en afspraken voor de volgende keer 54
• Korte terugblik
6
Inventariseren wensen voor excursie
Groepsgesprek Doel
Deelnemers: b kiezen uit enkele voorstellen en spreken hun voorkeur uit voor een bepaalde excursie Tijdsduur
5 min. Materialen
Lijst met mogelijke excursiedoelen, door coördinator of cursusbegeleider zelf te maken Voorbereiding voor de cursusbegeleider
Bespreek met de coördinator van de cursus welke excursiedoelen kunnen worden voorgesteld aan de groep.Verzamel wat informatie, liefst met foto’s erbij, ter toelichting op de excursiedoelen. Spreek af wie vooraf aan deze bijeenkomst inventariseert of de betreffende excursies mogelijk zijn in de looptijd van deze cursus. Maak een flap om op te hangen of een A4 om uit te delen aan de deelnemers met daarop de informatie over de mogelijke excursies. Werkvorm en inhoud
Vertel achtereenvolgens kort iets over ieder excursiedoel en vraag deelnemers per keer om hun hand op te steken als ze met deze excursie mee zouden willen. Schrijf het aantal voorstemmers per keer op. Sluit af met aan te geven welke excursie de meeste voorkeursstemmen kreeg.Vertel wanneer die excursie gehouden zal worden.
Bijeenkomst 1, werkvorm 6, werkblad 1 tips voorbereiding excursie
55
Bijeenkomst 1 Werkvorm 6 Werkblad 1
Voorbereiding excursie Voorbereiding voorlichting over vervoersmogelijkheden volgende bijeenkomst: • stuur een schriftelijk verzoek om een inleider • maak afspraken over doel en vorm van de inleiding Voorbereiding excursie voor volgende bijeenkomst: • stuur een schriftelijk verzoek om een excursie • maak afspraken over doel en vorm van de excursie
Tips voor de voorbereiding van de excursie
56
• Het geniet de voorkeur deze excursie niet tijdens de ramadan te organiseren. Regel alles een paar weken voor de beoogde excursiedatum. Noem dag en tijd bij het maken van de afspraken. Geef aan hoe groot de groep is. Spreek af of de ouderen een maaltijd kunnen gebruiken. Inventariseer eerst of er ouderen zijn die suikervrij, zoutloos, vetarm moeten eten of die een ander dieet volgen en regel dat die maaltijd volgens de dieetvoorschriften en de maaltijdregels van de doelgroep wordt gemaakt. • Houd rekening met de gebedstijd. Regel dat er gelegenheid is om tussentijds te bidden. • De deelnemers moeten een goede indruk krijgen van de organisaties voor dienstverlening en zorg. Dit is voor velen de eerste kennismaking met Nederlandse organisaties voor ouderen. Daarom is het belangrijk dat de ouderen zich welkom voelen. Dat betekent: een goede organisatie van de hele excursie, een gastvrouw of gastheer die goed op de hoogte is en de groep niet laat wachten (en niet tussentijds wordt weggeroepen), en dat er koffie en thee wordt geserveerd met iets erbij. • Spreek af wie de groep zal ontvangen: een beroepskracht of ouderen die gebruikmaken van de voorziening. Bereid de rondleiders en eventueel gastouderen goed voor. Het gaat er deze dag om dat deelnemers met eigen ogen zien en ervaren en praktische informatie krijgen. Spreek daarom met de rondleider of gastouderen af dat de tijd vooral zal worden besteed aan een rondleiding of demonstratie. Als er sprake is van gastouderen, spreek dan met hen af dat zij niet alleen zakelijke informatie geven maar dat zij ook iets vertellen over hoe ze de beslissing hebben genomen om hier deel te nemen.Verder is het belangrijk dat ze iets melden over hoe ze een en ander ervaren, dat ze emotie herkenbaar kunnen overbrengen. Spreek ook met de ouderen af hoe kort of lang ze aan het woord kunnen zijn. • Geef de gastheren of gastouderen de ‘tips voor de gastvrouw/gastheer’ verderop op dit werkblad 1 of stuur hun een uitgebreide brief. • Gebruik deze dag – indien mogelijk – het speciaal vervoer voor ouderen. Maak precieze afspraken. Spreek nauwkeurig de instaptijden af. Geef de firma én de chauffeurs een overzicht van de vertrektijden en adressen. • Zorg voor een attentie voor de gastheren of -vrouwen.
Tips voor de uitvoering van de excursie Regel waar koffie en thee wordt geserveerd: op het adres waar men vertrekt of op het bezoekadres. Geef de deelnemers het programma.Vertel hun het volgende: ‘Vandaag zullen we een bezoek brengen aan ... In alle gemeenten zijn er zulke organisaties voor ouderen. U kunt vandaag allerlei vragen stellen, daar is deze dag voor. We zijn om ... uur hier weer terug. We gaan met het speciaal vervoer voor ouderen: een busje of ...’ Als er een voorzitter of beroepskracht van een organisatie meegaat, stel bij aankomst bij een organisatie dan steeds degene die de groep ontvangt voor aan deze voorzitter of beroepskracht. Zorg er tijdens de excursie voor dat de deelnemers steeds weten waar ze zijn. Als iedereen zit of aanwezig is, zeg dan: ‘We zijn nu ... Dit is ... Hij/zij zal ons eerst iets vertellen over ... Daarna krijgen we een rondleiding. Ik nodig u van harte uit vragen te stellen, want die kans hebt u nu.’ Draag er zorg voor dat de attentie voor de gastheren of -vrouwen wordt overhandigd bij het vertrek.
Tips om te bespreken met diegenen die de ouderen ontvangen tijdens de excursie Het bezoek van deze ouderen is onderdeel van een serie van acht voorlichtingsbijeenkomsten. Tijdens deze voorlichting praten de ouderen met elkaar over ouder worden in Nederland. Voor vrijwel alle ouderen geldt dat zij niet op de hoogte zijn van de manier waarop ouderen in Nederland de zorg krijgen die ze nodig hebben. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten krijgen zij daar informatie over. De excursie is bedoeld als praktische kennismaking.Voor de deelnemers aan de excursie geldt dat bijna alles nieuw is voor hen. Geeft u alstublieft de meeste tijd aan de rondleiding, want het ‘in het echt zien’ vinden de ouderen bijzonder leuk. Het is voor hen een kans die ze niet vaak krijgen. U kunt bijvoorbeeld aan de ouderen vertellen: • Voor wie is de voorziening bedoeld? • Wanneer komt een oudere ervoor in aanmerking? • Is het belangrijk of er kinderen zijn die hulp kunnen geven? • Welke kosten zijn eraan verbonden het? • Hoe vragen mensen het aan? • Zijn er wachttijden? • Heeft de organisatie ervaring met mensen die geen Nederlands spreken? Hoe gaat men om met mensen die een andere taal spreken en andere gewoonten hebben? Een brede of historische uitleg is dus niet nodig; het kan zich beperken tot wat de organisatie biedt.
Tips voor de gastvrouw/gastheer Soms is een tolk nodig als er alleen een Nederlandssprekende inleider beschikbaar is. Zorg ervoor dat de tolk naast de inleider zit en alleen vertaalt wat er wordt gezegd. Geef de Nederlandse spreker de volgende adviezen: • Richt u tot de groep, kijk niet naar de tolk. • Alles moet steeds worden vertaald, dus u kunt maar een beperkte hoeveelheid informatie overbrengen in de tijd die u ter beschikking staat. • Denk vanuit de doelgroep. De deelnemers weten weinig tot niets van Nederlandse voorzie-
57
ningen voor ouderen of vrijwilligerswerk.Vertel geen standaardverhaal waarin u uw organisatie van a tot z presenteert maar spreek alleen over wat voor de deelnemers van belang kan zijn. • Spreek als het ware in kleine tekstblokjes, waarna de tolk kan vertalen. • Een klein aantal mensen zal u (deels) kunnen verstaan. Praat dus bij voorkeur rustig, eenvoudig en duidelijk om hun de kans te geven u te volgen. • Vermijd moeilijke woorden. Geef praktische voorbeelden.
58