Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
1
Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen
Lesdoelstellingen: Doelstelling 1: De leerlingen kunnen verwoorden wat ze met hun lichaamsdelen kunnen. Doelstelling 2: De leerlingen kunnen de opgegeven opdrachten juist uitvoeren: ‘De leerlingen ervaren hoe moeilijk het is om bepaalde opdrachten uit te voeren wanneer je een fysieke beperking hebt’. Doelstelling 3: De leerlingen tonen begrip voor mensen met een fysieke handicap.
Lesstructuur:
Tijd:
Fase 1: Kringgesprek: ‘Mijn lichaam kan van alles!’
15 min
Fase 2: Groepsopdracht: ‘Kijk wat ik kan!’
25 min
Fase 3: Leergesprek: ‘Fysieke beperkingen’
15 min = 50 min
Lesverloop
Fase 1: Kringgesprek: ‘Mijn lichaam kan van alles!’ Klasschikking: De leerlingen zitten in een kring. Media: Eventueel afbeeldingen van lichaamsdelen
De leerkracht houdt met de leerlingen een gesprek over de lichaamsdelen. De leerkracht stelt gerichte vragen over wat je met elk lichaamsdeel kan doen. Bijvoorbeeld: Wat kan je doen met je handen? Wat kan je doen met je benen? Wat kan je doen met je mond? …. De leerlingen antwoorden vrij en demonstreren de handelingen.
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
2
Lesverloop
Fase 2: Groepsopdracht: ‘Kijk wat ik kan!’ Klasschikking: De klas is ingedeeld in 4 posten, de leerlingen zijn onderverdeeld in 4 groepen. Media: Schoen met veters, potlood, tekenpapier, touw, 2 kegels, een chronometer, werkbundel (bijlage 1)
De leerkracht verdeelt de klas in 4 posten. De leerkracht legt het materiaal voor de 4 posten klaar of heeft dit reeds klaar gelegd. Post 1: schoen met veters Post 2: tekenpapier en potlood Post 3: touw dat op 15cm hoogte hangt Post 4: 2 kegels op 3 meter afstand van elkaar, een chronometer De leerkracht verdeelt de leerlingen in 4 groepen. De leerlingen voeren de opdrachten van de werkbladen uit. Bijlage 1: werkbladen
Fase 3: Leergesprek: ‘Fysieke beperkingen’ Klasschikking: De leerlingen zitten in een kring. Media: /
De leerlingen hebben ervaren dat het niet gemakkelijk is om bepaalde opdrachten uit te voeren wanneer je bepaalde lichaamsdelen niet mag gebruiken. De leerlingen vertellen vrij hun gevoelens hierover en hun ervaringen tijdens het uitvoeren van de opdrachten a.d.h.v. de opgeloste vragen. De leerkracht stelt bijkomende vragen zoals bijvoorbeeld: -
Ken je iemand die een fysieke handicap heeft?
-
Welke?
-
Wat kan die persoon allemaal?
-
Hoe doet hij/zij dat?
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
3
BIJLAGE 1: WERKBUNDEL VOORNAAM EN NAAM:……………………………………………………………. KLAS:………………………………………………………………………………….. DATUM:………………………………………………………………………………..
KIJK WAT IK KAN!
Hallo, Er staat je een grote uitdaging te wachten. Deze werkbladen helpen je hierbij. Wat moet je doen? Je begint bij de post die de juf of de meester je opgeeft. Je zoekt in je werkbundeltje dezelfde post. Vervolgens voer je die opdrachten uit: Je leest opdracht A. Je voert deze opdracht uit en je lost de daarbij horende vragen op. Deze vragen beantwoord je door telkens een bolletje in te kleuren. Als je dit gedaan hebt lees je opdracht B en voer je deze opdracht uit. Je beantwoordt op dezelfde manier de daarbij horende vragen. Opgelet, het is mogelijk dat je verschillende bolletjes voor één vraag kan inkleuren. Wanneer de juf of de meester het signaal geeft, mag je naar de volgende post vertrekken. Veel succes!
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
4
POST 1
OPDRACHT A Maak een knoop in de veter van de schoen. VRAGEN 1. Heb je een knoop kunnen maken? O ja O nee 2. Welke lichaamsdelen heb je daarvoor gebruikt? O benen O handen O voeten O mond 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
OPDRACHT B Maak een knoop in de veter van de schoen door één hand te gebruiken. VRAGEN 1. Heb je een knoop kunnen maken? O ja O nee
2. Welke lichaamsdelen heb je daarvoor gebruikt? O benen O handen O voeten O mond 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
5
POST 2
OPDRACHT A Teken met een potlood een huis op het papier. VRAGEN 1. Heb je een huis kunnen tekenen? O ja O nee 2. Welke lichaamsdelen heb je daarvoor gebruikt? O benen O handen O voeten O mond 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
OPDRACHT B Teken met een potlood een huis op het papier zonder je handen te gebruiken. VRAGEN 1. Heb je een huis kunnen tekenen? O ja O nee 2. Welke lichaamsdelen heb je daarvoor gebruikt? O benen O handen O voeten O mond 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
6
POST 3
OPDRACHT A Spring over het touw. VRAGEN 1. Heb je over het touw kunnen springen? O ja O nee 2. Welke lichaamsdelen heb je daarvoor gebruikt? O benen O handen O voeten O knieën 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
OPDRACHT B Spring over het touw zonder je knieën te plooien. VRAGEN 1. Heb je over het touw kunnen springen? O ja O nee 2. Welke lichaamsdelen heb je daarvoor gebruikt? O benen O handen O voeten O knieën 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
7
POST 4
OPDRACHT A Ga zo snel mogelijk van kegel naar kegel en tel op hoeveel keer je heen en weer kunt gaan op 30 seconden. VRAGEN 1. Hoe ben je van kegel naar kegel gegaan? O hinkelend O stappend O lopend 2. Hoeveel keer ben je heen en weer geraakt op 30 seconden? ....... keer 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
OPDRACHT B Ga zo snel mogelijk van kegel naar kegel en tel op hoeveel keer je heen en weer kunt gaan op 30 seconden. Opgepast, je mag maar één been gebruiken! VRAGEN 1. Hoe ben je van kegel naar kegel gegaan? O hinkelend O stappend O lopend 2. Hoeveel keer ben je heen en weer geraakt op 30 seconden? ....... keer 3. Hoe was de opdracht? O O
gemakkelijk moeilijk
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
8
Les 2: De klas en de school aanpassen aan de komst van kinderen met een fysieke handicap
Lesdoelstellingen: Doelstelling 1: De leerlingen kunnen verwoorden in welke concrete situaties en omgevingen personen met een fysieke handicap zich moeilijk kunnen bewegen en verplaatsen. Doelstelling 2: De leerlingen kunnen aan de hand van concrete voorbeelden verwoorden welke aanpassingen men kan doen of reeds doet om bewegings- en verplaatsingsmoeilijkheden voor mensen met een fysieke handicap te vergemakkelijken. Doelstelling 3: De leerlingen kunnen de school en de eigen klas aanpassen aan de komst van leerlingen met een fysieke handicap. Doelstelling 4: De leerlingen kunnen uittesten of de school en de klas goed aangepast zijn aan de komst van kinderen met een fysieke handicap.
Lesstructuur:
Tijd:
Fase 1: Onderwijsgesprek: ‘Kunnen kinderen met een fysieke handicap zich overal vlot verplaatsen?’
15 min
Fase 2: Groepsopdracht: ‘De school en de klas aanpassen.’
40 min
Fase 3: Evaluatieactiviteit: ‘Is de school en de klas goed aangepast?’
20 min = 75 min
Lesverloop
Fase 1: Onderwijsgesprek: Kunnen kinderen met een fysieke handicap zich overal vlot verplaatsen? Klasschikking: Gewone klasschikking Media: Rolstoel, krukken
De leerkracht plaatst de rolstoel en de krukken vooraan in de klas. De leerkracht laat verschillende leerlingen ‘ervaren’ hoe het is om in een rolstoel of met krukken zich te verplaatsen. De leerkracht laat de leerlingen vrij spreken over hoe het zou zijn om zich op deze manier in het dagelijkse leven te moeten verplaatsen en of dit altijd even gemakkelijk zou zijn. De leerlingen geven concrete voorbeelden. Ze vertellen ook hun gevoelens hierover.
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
9
Lesverloop Denk hierbij aan: -
zich verplaatsen met het openbaar vervoer
-
zich verplaatsen naar de school
-
zich verplaatsen in de winkel
-
…
Fase 2: Groepsopdracht: ‘De school en de klas aanpassen.’ Klasschikking: De lln werken in groepjes. Media: 3 rolstoelen, krukken
De leerkracht vertelt dat er kinderen met een fysieke handicap naar de school zullen komen. Aangezien sommige leerlingen in een rolstoel zitten of krukken of andere hulpmiddelen gebruiken, moet er hiermee rekening gehouden worden. De leerkracht vraagt de leerlingen wat zij kunnen doen om het voor kinderen met een fysieke handicap gemakkelijk te maken om zich in de school en de klas te bewegen en te verplaatsen. De leerlingen geven concrete voorbeelden. De leerlingen passen de school en het klaslokaal aan voor het bezoek van kinderen met een fysieke handicap. De leerlingen werken in groepjes. Elke groep krijgt een rolstoel en krukken ter beschikking. - groep 1: aanpassen van de klasinfrastructuur (banken en kasten e.d. verplaatsen) - groep 2: controle van de gangen (staat er niets in de weg?) - groep 3: nagaan waar de kinderen moeilijkheden kunnen ondervinden bij het binnen gaan van de school en dit aanpassen (drempels, kleine opstapjes enz.)
Fase 3: Evaluatieactiviteit: ‘Is de school en de klas goed aangepast?’ Media: Rolstoel, krukken
De leerkracht test met alle leerlingen alles uit. Drie leerlingen gebruiken de rolstoel en drie leerlingen gebruiken de krukken. Tijdens deze rondwandeling door de klas en de school vertelt telkens één leerling van elk groepje welke aanpassingen zij hebben gedaan en waarom.
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
10
Les 3: Kennismaking met kinderen met een fysieke handicap
Lesdoelstellingen: Doelstelling 1: De leerlingen kunnen antwoorden geven op de gestelde vragen over hun klasgenoten. Doelstelling 2: De leerlingen kunnen informatieve vragen stellen aan een klasgenoot of aan een leerling uit het buitengewoon onderwijs. Doelstelling 3: De leerlingen kunnen in samenwerking met een kind uit het buitengewoon onderwijs een leuke manier vinden om elkaar voor te stellen aan de andere kinderen. Doelstelling 4: De leerlingen tonen respect voor elkaars anders zijn.
Lesstructuur:
Tijd:
Fase 1: Kennismakingsspel
20 min
Fase 2: Kennismaking
20 min
Fase 3: Groepswerk
35 min = 75 min
Lesverloop
Fase 1: Kennismakingsspel Klasschikking: De leerlingen zitten in een kring. Media: Naamkaarten, doos
De namen van alle leerlingen staan genoteerd op kaarten en zitten in één doos (zowel de namen van de leerlingen uit het gewoon onderwijs als die van het buitengewoon onderwijs). De leerlingen trekken om beurten één naam uit de doos. Op de achterkant staan een aantal vragen die de leerlingen kunnen stellen: - Hoe oud ben jij? - Wat doe je graag? - Heb je broers en of zussen? - Waar ben jij goed in? - … De leerling die de vragen heeft beantwoord hangt vervolgens het naamkaartje rond zijn/haar nek. Zo zien de anderen de hele tijd hoe hij/zij heet.
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
11
Lesverloop
Fase 2: Kennismaking Klasschikking: De leerlingen zitten in een kring. Media: Knuffel
De leerlingen uit het gewoon en het buitengewoon onderwijs stellen aan elkaar vragen en beantwoorden elkaars vragen. Wie het woord wil, vraagt de knuffel. Voorbeelden van vragen: -
Welke handicap heb jij? Ben je met je handicap geboren? Wat leer jij op school? Wat is jouw lievelingsvak? …
Fase 3: Groepswerk Klasschikking: De leerlingen zijn verdeeld in heterogene groepen. Media: schrijf- en knutselgerief
De leerlingen worden in heterogene groepen verdeeld. De grootte van de groepen hangt af van het aantal leerlingen. Bijvoorbeeld drie leerlingen uit het gewoon onderwijs met één leerling uit het buitengewoon onderwijs. Elke groep bereidt iets voor dat ze later aan de hele groep moeten voorstellen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een gedicht, een rap of een tekening zijn, waarin je meer over de leden van de groep vertelt. Elke groep brengt zijn presentatie voor. Tot slot verwoorden de leerlingen hun gevoelens en ervaringen die ze hadden bij het uitvoeren van de opdracht.
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
12
Les 4: Samen op wereldreis
Lesdoelstellingen: Doelstelling 1: De leerlingen kunnen samen de gegeven opdrachten goed uitvoeren. Doelstelling 2: De leerlingen tonen respect voor elkaar en kunnen elkaar helpen. Doelstelling 3: De leerlingen kunnen hun gevoelens en ervaringen bij de opdrachten verwoorden.
Lesstructuur:
Tijd:
Fase 1: Instructie over de wereldreis
15 min
Fase 2: Groepswerk: ‘Samen op wereldreis’
50 min
Fase 3: Presentatie en leergesprek
20 min = 85 min
Lesverloop
Fase 1: Instructie over de wereldreis Klasschikking: De leerlingen zitten allemaal dicht bij elkaar op de grond in de turnzaal. Media: /
De turnzaal is verdeeld in vijf ‘continenten’. In elk continent moeten de leerlingen een opdracht uitvoeren. Er wordt gewerkt met een doorschuifsysteem. Aan elke post ligt een opdrachtenkaart. De leerlingen worden verdeeld in vijf heterogene groepen.
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
13
Lesverloop
Fase 2: Groepswerk: ‘Samen op wereldreis’ Klasschikking: De zaal is verdeeld in 5 posten. De leerlingen zijn verdeeld in 5 groepen en staan elk aan een post. Media: djembe’s, schudbusjes, regenbuis, papier, potloden, gommen, mousse basketbal, fluitje, kegels, verknipte kaart Oceanië, geel papier, lijm, schaar, matten, voorwerpen uit Oceanië Post 1: Afrika De leerlingen maken met Afrikaanse instrumenten een muziekstuk. Materiaal: djembe’s, schudbusjes, regenbuis, … De leerlingen spreken eerst af wie welk instrument neemt. Ze testen de instrumenten uit en komen samen tot een samenspel.
Post 2: Europa De leerlingen schrijven samen een gedicht over hun reiservaringen in Europa. Materiaal: papier, potlood, gom
Post 3: Amerika De leerlingen brengen per 2 een mousse basketbal naar de overkant zonder de handen te gebruiken. Bijvoorbeeld: - bal tussen hoofden - bal tussen ruggen - bal tussen knieën - … Materiaal: 2 kegels, bal
Post 4: Azië De leerlingen knutselen een Chinese hoed. Materiaal: geel papier, scharen, lijm
Post 5: Oceanië Er liggen 2 matten op 8 m van elkaar. De leerlingen moeten per 2 telkens één voorwerp uit Oceanië naar de overkant brengen. Als 2 leerlingen een voorwerp overbrengen mogen ze één stuk van de verknipte kaart van Oceanië meenemen naar de overkant. Als alle puzzelstukken er liggen, maken ze samen de kaart van Oceanië weer compleet. Materiaal: 2 matten, voorwerpen uit Oceanië, verknipte kaart Oceanië
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh
Lessenreeks ‘Kinderen met een fysieke handicap’
14
Lesverloop
Fase 3: Presentatie en leergesprek Klasschikking: De leerlingen zitten in hun groep. Media: kaarten met naam continent (5)
De leerkracht heeft 5 kaarten, op elke kaart staat de naam van één continent. Elke groep krijgt één continent. Vervolgens demonstreert de groep wat ze hebben gemaakt of hoe ze de opdracht hebben uitgevoerd bij dat continent. Zo komt elk continent één keer aan bod. Na elke demonstratie mogen alle leerlingen vrij vertellen over hun ervaringen en gevoelens bij die specifieke opdracht.
Auteurs: Loan De Backer, Dhana Maerten, Veerle Platteau en Magali Vandenbergh