Bijdrage CDA Statenfractie Kadernota 2010
Voorzitter,
Volgens het CDA is de behandeling van de kadernota een moment van reflectie en vooruit kijken. Bij de vorige Kadernota zag de wereld er nog wat anders uit dan nu. De eerste signalen waren er al wel, maar tijdens de zomer van 2008 en daarna is ook Nederland en daarmee Fryslân geraakt door de wereldwijde financiële crisis. Wij zijn nu halverwege deze collegeperiode en geven uitvoering aan het beleid zoals wij dat in 2007 met elkaar hebben afgesproken. Maar we willen nu niet voorbij gaan aan de veranderde situatie. Het aantal werklozen stijgt schrikbarend. Volgens de cijfers valt het voor het Noorden nu nog wel mee. Maar wat zeggen cijfers, als een familielid met het bericht thuiskomt dat er voor hem of haar geen werk meer is, of dat er deeltijd-ww is aangevraagd. Dan staat de wereld op zijn kop. En hoop je dat de situatie snel verandert. Met deze ogen hebben wij als fractie naar de Kadernota gekeken. De huidige omstandigheden zijn anders dan in 2007. Als provincie waren we de laatste jaren misschien wel erg ambitieus, maar de veranderde omstandigheden vragen ook om andere ambities. Zaken als andere economische omstandigheden, maar ook ontvolking en krimp is hier een voorbeeld van. Wij vinden daarom dat wij die zouden moeten herbezinnen. Niet door het openbreken van het coalitieakkoord, maar meer vanuit de gedachte “niet op de automatische piloot, wel realiteit”. Wij zijn blij dat het college hier bij de Kadernota ook op in gaat, maar wij kiezen deels voor een andere invalshoek. Als je de Kadernota nader beschouwd, kom je veel zaken tegen die op de automatische piloot zijn gedaan en waar naar de mening van de CDA-fractie de samenhang met andere beleidsvoorstellen ontbreekt.
Wij zijn in dit kader ook blij met de discussie die wij met elkaar zijn gestart, over het rapport Lodders. Wij lopen hier nu niet vooruit op die takendiscussie, maar wij realiseren ons dat ook dit consequenties zal gaan hebben voor onze ambities de komende jaren. Gezien de huidige economische en financiële situatie denken we dat dit een hele gezonde en louterende discussie kan zijn. Wij wachten de uitkomst van de lijn die we met elkaar hebben ingezet eerst af. Wij gaan er vanuit dat het college er ook zo in staat. 1 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609
Het thema “niet op de automatische piloot” kwam bij ons bovendrijven bij het bestuderen van de Kadernota en het reflecteren op het ingezette beleid van de afgelopen jaren. We moeten onszelf als controlerend orgaan altijd af blijven vragen “doen we in dit tijdsgewricht de goede dingen, en doen we de dingen die we doen wel goed?”. Een mooi, of liever gezegd slecht voorbeeld hiervan, was het rapport van de Noordelijke Rekenkamer met betrekking tot het mobiliteitsbeleid. Zij toonden aan dat probleem, beleid en uitgewerkte oplossing lang niet altijd met elkaar in overeenstemming waren. Dat risico geldt niet alleen voor de infrastructuur, maar voor alle provinciale beleidsterreinen. En wat onszelf als controlerend orgaan betreft: wij nemen die taak uiterst serieus. In dat kader deed het interview met de CdK in de LC van 6 juni ons de wenkbrauwen wel wat fronzen. Daarin merkte u op voorzitter, dat de staten soms wel 20 moties en amendementen op een dag in kunnen dienen en dat ze voor ondersteuning per fractie elk wel 1,5 ambtenaar tot hun beschikking hebben. Dat kon wel met minder toe. U zegt dat u van besluiten nemen houdt, maar wekt de indruk dat die fracties met hun medewerkers maar lastig zijn en het besluitvormingsproces vertragen. Ik weet niet of u goed geciteerd ben, maar laat ik de visie van het CDA hierop geven. Als Provinciale Staten hebben wij het recht en de plicht om kaders te stellen en onze controlerende taak uit te voeren. Als fracties zitten wij er voor de Friese samenleving en het indienen van moties en amendementen is ons volste recht. Wij hebben niet de indruk dat hier in Fryslân nu voor elk wissewasje een motie of amendement voorbij komt. En dan nog wat: 1,5 ambtenaar per fractie staat natuurlijk wel in een heel schril contrast tot ongeveer 180 ambtenaren per collegelid….
Ander voorbeeld wat de automatische piloot betreft is het binnenhalen van grote subsidiegelden, middels het mede beschikbaar stellen van provinciale cofinanciering. Meerdere malen hebben we geconstateerd dat het binnenhalen van subsidies leidend was, in plaats van het eigen provinciale beleid. Wanneer eigen provinciale plannen gerealiseerd moeten worden, juichen wij het uitgangspunt van “eerst nadrukkelijk externe financiële middelen zoeken en dan pas naar de eigen begroting kijken”, van harte toe. Maar het binnenhalen van externe middelen door er relatief wat minder provinciaal geld tegenover te zetten, is de omgekeerde wereld. Bij SNN, maar ook op andere terreinen, kwamen wij dit tegen. Ook wat subsidies betreft zijn heel veel zaken vanzelfsprekend en doen we het zo “omdat we het altijd zo gedaan hebben”. Een voorbeeld: In 2005 is besloten om It Fryske Gea 2 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609
250.000 euro extra subsidie per jaar te geven omdat het aantal hectares was toegenomen en omdat de uitkeringen in het kader van Programma Beheer van 1999-2002 niet geïndexeerd waren. Dat besluit gold tot 2008. Dat bedrag wordt nu gecontinueerd, terwijl het motief van de indexering niet meer opgaat. Vorig jaar gaf het college tevens aan dat het eigen vermogen met meer dan 50% gestegen is. Hoe wordt dat gewogen? Ten tijde van de discussie over de efficiencykorting maakte de 2,5 ton geen onderdeel uit van de budgetsubsidie en werd op dit bedrag niet gekort, nu is het ineens wel onderdeel van de budgetsubsidie en moet het integraal in de begroting worden opgenomen. En in de Kadernota komen we voorstellen tegen die aan de ene kant proberen efficiency te bereiken door te besparen op het personeel van twee bruggen, en aan de andere kant investeren we in leerwerktrajecten om mensen weer aan het werk te krijgen. Met efficiency is niets mis, integendeel. Maar het CDA is van mening dat we ten tijde van crisis, waarbij wij als overheid de plicht hebben er zorg voor te dragen dat mensen aan het werk kunnen blijven, daar ons aandeel ook in moeten leveren. Bij zulke voorstellen moeten er dan ook belletjes gaan rinkelen op het provinciehuis. Hoe wilt u uw provinciale rol om de sociaal economische omstandigheden te creëren, voor een sterke Friese economie zo sterk mogelijk oppakken? Vorig jaar heeft de gedeputeerde het plan voor een Friese Ontwikkelings Maatschappij (een FOM) gelanceerd. Dit ter stimulering van grootschalige economische initiatieven. Bij het huidige economisch tij klinkt dit positief, maar wat is de stand van zaken en is het reëel? En wat de stimulering van de economie betreft: wanneer komt de evaluatie van de aanjager voor het MKB? Wij nemen verder aan dat wij bij de Versnellingsagenda uitgebreid over de provinciale inzet zullen debatteren.
Als we spreken over onze ambities, bedoelen wij als CDA niet alleen beleidsdoelen. Ook extra doelstellingen kunnen tot ongewenste neveneffecten leiden. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan de uitbreiding van de sluis in Stavoren. In maart 2005 is de commissie LLW al ter plekke wezen kijken en heeft haar bereidheid uitgesproken om dit knelpunt in het Fries Meren Project aan te pakken. In het kader van de recente discussies over FMPII, is hier al eerder aan gerefereerd. De aanpak hiervan is echter naar achteren geschoven en de realisatie valt volgens de huidige plannen meer dan twee keer zo duur uit. Reden: onze eigen hoge ambities. We hebben onszelf zulke hoge eisen opgelegd dat het tot grote kostenstijgingen leidt. Energieneutraal, natuurvriendelijk en educatief. Allemaal nobele doelen, maar we 3 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609
maken het onszelf financieel onmogelijk. We moeten niet vergeten waar het oorspronkelijk om begonnen is: meer toeristen naar Fryslân halen en daarmee een groei van de werkgelegenheid realiseren. Wanneer een prijsvraag alleen nog maar de methode is om de extra doelen te kunnen betalen en het project financieel rond te krijgen, dan spannen we het paard achter de wagen. Het CDA krijgt signalen dat het capaciteitsprobleem door marktpartijen veel goedkoper kan worden opgelost. Klopt dit, college?
Het beeld moet er niet zijn, mocht dat er na vorige week nog zijn, dat wij als provincie teveel geld hebben. Dat betekent niet dat er volgens het CDA geen nieuw beleid ingezet zou kunnen worden. Elkaar de put in praten, daar is niemand mee geholpen. Maar we moeten ook niet zomaar plannen wereldkundig maken, en daarmee verwachtingen wekken die we vervolgens niet waar kunnen maken. Dat levert alleen maar verliezers op. Eerst moet volgens ons de reikwijdte van de financiële polsstok goed bepaald worden en herijking is daar voor het CDA een belangrijk onderdeel van. En zoals eerder gezegd: een belangrijk adagium is daarbij voor het CDA “niet op de automatische piloot, wel realiteit”. Wij zijn erg benieuwd hoe het college daarin staat en hoe zij die ljepafstand wil en kan gaan bepalen.
4 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609
Voorzitter, Ik zal nu op hoofdlijnen door de Kadernota heen, en die punten benoemen die bij ons in elk geval nog vragen oproepen of juist accenten verdienen.
Onze kritische opmerkingen over de brug bij Dronryp heb ik reeds gemaakt. Wat betreft de kwaliteitsverbetering haltevoorzieningen. Goed openbaar vervoer is inderdaad ons streven, maar ons staat niet zozeer voor ogen dat deze opwaardeerslag van de 200 abri’s in Fryslân, een belangrijke positie in het coalitieakkoord inneemt. Zeker niet als het doel ook nog is om “eenheid in de kwaliteit” te verkrijgen en het bedrag (€ 2,4 mln) niet past in de begrotingsruimte. Het CDA legt de nadruk op de verplaatsing, niet op het stilstaan bij de haltes. Kan dit geld niet beter gebruikt worden voor het rijdende gedeelte van het OV?
Wij zijn blij dat GS onlangs kenbaar maakte dat zij wil dat er grotere schepen naar Drachten kunnen varen. Tijdens onze werkbezoeken zijn wij ook al tegen dit probleem aangelopen en het risico bestaat dat als wij onze natte infrastructuur niet op orde houden of aanpassen aan de groei in die vervoerssector, wij onze overslagfuncties gaan verliezen. De concurrentie van bijvoorbeeld Groningen ligt echt op de loer. Wij zouden daarom graag een inventarisatie willen van de Friese vaarwegen. Wil GS zo’n onderzoek toezeggen?
Het pMJP. De ontwikkelingen omtrent dit onderwerp hebben ons de laatste weken nogal verbaasd en verwonderd. Ik heb het dan met name over de gelden voor verbetering van de leefbaarheid plattelandsgebieden. Wij halen zelf de onrust die er is niet uit de stukken. De gedeputeerde heeft in de commissie ook klip en klaar aangegeven dat er voor de komende vier jaar veel geld beschikbaar blijft, dat het beleid de komende jaren gewoon door kan gaan. Hoe kan deze onrust dan toch ontstaan zijn college? Graag uw antwoord hierop. Over het pMJP nog het volgende: wij hebben bij de komst van het ILG aangedrongen op duidelijkheid en betrokkenheid bij de afspraken met het Rijk, die kwam met veel pijn en moeite. Bij de uitvoering hebben wij de afgelopen jaren meerdere malen om uitvoeringsprogramma’s gevraagd vanwege de financiële ondoorzichtigheid. En nu wordt ons in verschillende voorlichtingsbijeenkomsten verteld dat we simpelweg vergeten zijn “het budget ook echt beschikbaar te stellen”. Er is 80 mln tekort. Dit wil er bij ons niet in. Zeker als we lezen dat bijvoorbeeld de tekorten bij de elfstedenfeesten ineens uit dit potje gedekt worden. 5 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609
De regeling voor jonge landbouwers. Het college beschrijft in haar notitie hierover dat het niet past en waarom zij ervoor kiest het niet doen. Wij zijn echter van mening dat Fryslân net zoals de meeste provincies in Nederland het gat dat de landelijke investeringssubsidieregeling “Jonge Landbouwers” laat vallen, op kan vullen met een eigen regeling. Het CDA wil deze regeling graag naar voren halen en het financieren uit de bestaande middelen. De notitie gaf het financiële kader hiervoor aan. Wij komen daarom met een motie.
De EHS. Het kabinet heeft in het kader van de crisisonderhandelingen aangegeven dit te zullen temporiseren en een pas op de plaats te maken. Dat zou betekenen dat zij minder uitgeeft aan aankoop en inrichting, maar onderhandelen met de provincies is hiervoor noodzaak. Wat is hierbij de stand van zaken? Wat het CDA betreft is het samen de trap op, samen de trap af, dus niet eenzijdig de afspraken niet nakomen. De EHS staat voor 7,5 mln in het pMJP en het pMJP zit in financieel zwaar weer. Het eventueel temporiseren zou ons financieel gezien lucht geven, maar buiten dat zijn er ook signalen dat er meer geld vanuit het rijk nodig is om de EHS überhaupt te kunnen realiseren. Is het college hierover met de minister in gesprek, wordt er weer gestort in het groenfonds? Wij zijn benieuwd naar uw visie.
Met betrekking tot het ganzenbeheer willen wij als CDA wederom de noodklok luiden. De groei van de ganzenpopulatie gaat onverminderd door en heeft grote negatieve gevolgen voor bijvoorbeeld weidevogelbeheer en agrarische bedrijfsvoering. We zijn overgegaan van het ganzenbeheer naar een ganzenplaag. Daar waar het evenwichtig beheer van de populatie voorheen uitgangspunt was, schieten wij nu door vanwege het ruimte bieden aan een haast ongebreidelde groei van de ganzenpopulatie. In samenwerking met de verschillende partijen uit het veld, willen wij dat er maatregelen worden genomen die rigoureus populatiebeheer in en nabij natuurgebieden inhouden. Wij dienen daartoe een motie in.
Voorzitter, over het idee om de budgetsubsidie voor It Fryske Gea te continueren het volgende. Zoals eerder gezegd waren er in 2003 moverende redenen om de hoogte van het bedrag te bepalen op 2,5 ton. Vanwege die redenen hebben we toen met elkaar besloten om dat bedrag beschikbaar te stellen. Nu stelt u voor om dit wederom voor 4 jaar beschikbaar te 6 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609
stellen. De CDA fractie ziet de noodzaak daar niet van in nu zij ongeveer datzelfde bedrag besparen, door de wijziging in de waterschapsbelasting. Uit de stukken van IFG zelf, blijkt dat men ruim 2 ton minder kwijt is aan waterschapsuitgaven. Wij vinden het niet billijk dat de provincie uit belastinggelden een subsidie moet continueren, die de ontvangende organisatie op het zelfde moment door een belastingvoordeel bespaart. Wij dienen daartoe een motie in.
Wij zijn blij met de inzet van ons college met betrekking tot de promotie van Fryslân en Recreatie en Toerisme. Wij zien wel graag dat de inzet voor Culturele Haadstêd 2018 niet op zichzelf staat. Mocht die ambitie niet gerealiseerd kunnen worden, dan moet die inspanning wel structurele en blijvende resultaten voor Fryslân hebben opgeleverd, die passen in het door de staten ingezette beleid. Wij zullen met die ogen ook naar uw plannen hieromtrent kijken. Wat uw voorstel betreft om de Wadden en de Elfsteden voor te dragen voor de Unescowerelderfgoedstatus, kent u onze kritische houding. Wij denken dat onze Wadden prima beschermd zijn door de Natura 2000 wetgeving, vaak zelfs té goed. De Unesco status wordt deze week bekend, wat een hele mooi promotie van Fryslân in kan houden bij positieve benoeming. Met de consequenties van de recente uitspraken over Natura 2000 in ons achterhoofd, blijven we de aandacht vragen van GS voor deze problematiek in samenhang met een eventuele Unesco status.
Uw voorstel 40 over het depot Fryslân komt bij ons wat vreemd over. U zegt dat u aangaande het Fries Museum uitgaat van de amendementen van maart en november 2006. Die stellen echter dat de provincie geen extra financiële bijdrage zal leveren aan de realisatie van een depot. In uw huidige voorstel neemt echter ook het Fries Museum deel. Naar onze overtuiging zijn deze twee niet met elkaar in overeenstemming. Graag uw uitleg, zoals wij het nu lezen hebben wij hier nog grote vraagtekens bij.
Wij zijn als fractie overtuigd van de meerwaarde van een Taalcentrum Frysk, zoals dit bijvoorbeeld in Wales gerealiseerd is. Wij willen graag dat het college de mogelijkheden hiervoor in beeld brengt en komen hiervoor met een motie.
Voorzitter, 7 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609
Ik rond af. Onze gehanteerde financiële uitgangspunten zoals beschreven in de Kadernota zijn sinds vorige week anders. Wij gaan er vanuit dat de Begroting 2010 in dat licht geschreven zal gaan worden. Daarbij willen wij voor nog één punt nadrukkelijk uw aandacht vragen. Dat is het Integraal Werken. Bij de behandeling van ons initiatiefvoorstel aandachtswijken hebben wij onze ervaringen en opmerkingen al met u gedeeld. Wij zouden heel graag zien dat integraal werken hier een lijfspreuk wordt van het college en de interne organisatie. Wij hopen dat u ons over de invulling daarvan, wat kunt toezeggen.
Ad van der Ham Fractievoorzitter CDA Statenfractie Fryslân
8 CDA Bijdrage kadernota 2010 240609