BIJBLAD BIJ
DE UITGAVE
INDUSTRIËLE VAN
HET
BUREAU
VOOR
DE
EIGENDOM INDUSTRIËLE
EIGENDOM
REDACTIE: MEJ. MR S. BOEKMAN, MR W. L HAARDT, IR L W. KOOY, A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, MR W. M. J. C. PHAF, MR R. PRINS, MR D. W. F. VERKADE EN MRJ. W. VAN DER ZANDEN
PROF. MR E.
47STE J A A R G A N G J 9 7 9
Bijblad Industr. Eigendom
47ste Jaargang
Blz. 1-332
Rijswijk 1979
<,
BIJBLAD BIJ DE INDUSTRIËLE EIGENDOM
>
<,
269 REGISTERS 1979 Index van registers Artikelen, mededelingen en noten Necrologieën Artikelen van Nederlanders in andere tijdschriften Officiële mededelingen Berichten Zakenregister Register van beslissingen van de rechter en van de Octrooiraad, gerangschikt naar het college Register van beslissingen van de rechter, gerangschikt naar de partijen Register van beslissingen van de Octrooiraad en van de rechter, gerangschikt naar het wetsartikel A. Beslissingen van de Octrooiraad I. Rijksoctrooiwet II. Octrooireglement III. Unieverdrag B. Beslissingen van de rechter I. Rijksoctrooiwet II. Benelux-Merkenwet
269 269 269 271 272 272 321 322
323 323 325 325 326 326 326
ARTIKELEN, MEDEDELINGEN EN NOTEN Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) EEG 91-100 Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag) 23-30 Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978 187/9 Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen 56/9 Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie 155-161 Ir L. W. Kooy, Gevolgen van de erkenning van een voorrang, noot onder Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 okt. 1978, nrl2 83 Mr Ir H. Mulder, Gebruiksmodel voor Nederland? 255/8 Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, Werk en uitvinding, noot onder Pres. Rb. Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51 262 —, Begrip werkwijze, noot onder Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 aug. 1978, nr 52 263 Ir A. P. Pieroen, Verslag van de vergadering van de 'Commission on Industrial Property' van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs 180 Mr R. Prins, 'Onderscheiding' die als merk geen onderscheidende kracht heeft, noot onder Rb. Arnhem, 9 maart 1978, nrll 81 Ir J. D. Tak, Het Verdrag van Boedapest 223/5 Mr D. W. F. Verkade, Kunnen wetsconforme aanduidingen misleidend zijn? Zelfregulering naast wetgeving, noot onder College van Beroep van de Commissie tot handhaving van de Nederlandse Code
III. IV. V. VI.
Handelsnaam wet Auteurswet Burgerlijk Wetboek Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering VII. Faillissementswet VIII. Bierverordening 1976 IX. Reclame Code X. E.E.G.-Verdrag XI. Verordening nr 803/68 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen XII. Belgische Wet van 14 juli 1971 op de handelspraktijken Wetgeving Boekbesprekingen Boekaankondigingen Boekbesprekingen in andere Nederlandse tijdschriften Tij dschriftbesprekingen Litteratuur Verbeteringen
voor het Reclamewezen, 18 jan. 1979, nr 28 —, Bescherming van de naam van een kweekprodukt, noot onder Pres. Rb. R'dam, 16julil979,nr50 Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr 19/65 EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3 van het E.E.G.-VerUrag op groepen van octrooilicentieovereenkomsten Display is een soort uitstalkast, noot onder Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20
328 328 329 329 330 330 330 330 330 330 330 331 331 331 332 332 332
190 259
100/5 143
NECROLOGIEËN Ir W. H. G. P. Hajenius, In memoriam —, door Ir A. D. Douma Dr J. P. van der Hammen, In memoriam —, door Drs A. Keuzenkamp Drs P. N. Kok, In memoriam —, door Drs P. Mars Ir C. B. Los, Cornelis Bastiaan Los 1903-1979, door Ir H. Mathol Mej. Ir N. E. Nelemans, In memoriam —, door Dr C. A. Goethals Drs R. Serlui, Ter nagedachtenis aan —, door Drs G. van der Kuip Dr H. P. Teunissen, Ter nagedachtenis aan —, door Ir R. Tuinzing Ir A. de Vos, In memoriam —, door Mr W. Neervoort
200 124 255 223 43 223 199 222
ARTIKELEN VAN NEDERLANDERS IN ANDERE TIJDSCHRIFTEN Beek, W. J. van, c.s., Innovatie. (W. J. van Beek, Innovatie, rollen voor overheid en bedrijfsleven; W. Zegveld, Overheidsmaatregelen tot bevordering van innovatie; B. W. M. Twaalfhoven, Innovatie en ondernemerschap, en J. G. Wissema, Het management van innovatie. (Voordrachten, gehouden voor de Vereniging voor strategische beleidsvorming en de orde van organisatiedeskundigen en adviseurs.)) Tijdschrift voor Effectief Directiebeleid (48) april 1978 (4) blz. 92-133
16
270
Benthem, Mr J. B. van, en N. W. P. Wallace, The problem of assessing inventive step in the European patent procedure. IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law (Weinheim) (9) 1978 (4) blz. 297-308 17 Benthem, Mr J. B. van, Der Start des Europaischen Patentamts, seine Planung und Entwicklung. Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil (Weinheim) november/december 1978(11/12) blz. 427-430 36 —, The start of the European Patent Office, its planning and development. IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law (Weinheim) (9) dec. 1978 (6) blz. 516523 150 Berendsen, Mr K., De copyrightvermelding. Met naschrift van Mr R. Veldman Fruin. Auteursrecht (3) aprü 1979 (2) blz. 39 182 Bodenhausen, Prof. Mr G. H. C , Some afterthoughts on the international protection of industrial property. Blz. 37-42 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co, Patentanwalte, Zürich (Bern, Verlag Stampfli & Cie, 1978) 52 Bois, Mr R. L. du, Beperkingen van het auteursrecht. Auteursrecht (2) januari 1978 (1) blz. 1-3 16 en 149 —, Reactie op reactie kabelomroep en auteursrecht. Auteursrecht (2) januari 1978 (1) blz. 16A 16 en 149 —, De maker, zijn werk en zijn auteursrechtorganisatie. Auteursrecht (2) oktober 1978 (4) blz. 61/6 16 —, Het droit de suite - moet Nederland volgen? Auteursrecht (3) april 1979 (2) blz. 36-38 182 Bronckers, M. C. E. J., Merken en medicijnen (Europese rechtspraak en Nederlandse praktijk). Ars Aequi (28) febr. 1979 (2) bl?. 59-73 132 Cohen Jehoram, Prof. Mr H., Licenses according to Dutch law. Blz. 183-193 in: Netherlands Reports to the Tenth International Congress of Comparative Law, Budapest 1978 (Deventer, Kluwer, 1978) 16 —, Fotocopie en Europese harmonisatie van het auteursrecht. Auteursrecht (2) januari 1978(1) blz. 4-5 16 —, Kort verslag Symposium Munster -15 september 1977: Europese harmonisatie van het auteursrecht. Auteursrecht (2) januari 1978(1) blz. 13 16 —, Het filmrecht in Nederland, de bestaande situatie. Auteursrecht (2) april 1978 (2) blz. 17-18 16 —, De maatschappelijke positie van auteurs en hun relatie tot de exploitanten van hun werken. Auteursrecht (2) oktober 1978 (4) blz. 53/9 16 —, Kabeltelevisie, 'organisme' en Suriname. Auteursrecht (2) oktober 1978 (4) blz. 72 16 —, Het omroepbladenmonopolie. Noot bij Europese Commissie voor de rechten van de mens, 6 juli 1976, Nederlandse Jurisprudentie 1978, nr 237, Geïllustreerde Pers N.V./Staat der Nederlanden. Ars Aequi (28) maart 1979 (3) blz. 147-153 182 —, La place de 1'auteur dans la société et les rapports juridiques entre les auteurs et les entreprises de divulgation - The author's place in society and legal relations between authors and those responsible for distributing their works. Droit d'auteur (Genève) (91) 1978 (11) blz. 404-413. Copyright (Genève) (14)
1978 (11) blz. 385-393 —, Industriële eigendom en innovatie. Nederlands Juristenblad 11 augustus 1979 (28) blz. 609-613 Dijk, P. R. van, en Ir S. Rozendaal, Innovatie: een portie durf en boerenverstand. NRCHandelsblad (10) 2 oktober 1979 (2) blz. 11 —, Onbekendheid belemmert innovatie. NRCHandelsblad (10) 3 oktober 1979 (3) blz. 13 —, Vitatron vernieuwt voor de Innovatienota uit. NRC-Handelsblad (10) 4 oktober 1979 (4) blz. 13 —, Overheid frustreert vaak innovatie. NRCHandelsblad (10) 5 oktober 1979 (5) blz. 14 —, Technologische vernieuwing, risico-kapitaal niet bij banken. NRC-Handelsblad (10) 13 oktober 1979 (11) blz. 13 —, Onderzoeker moet de markt op. NRCHandelsblad (10) 18 oktober 1979 (15) blz. 13 Empel, M. van, The EEC Trademark Memorandum. Common Market Law Review (GrootBrittannië) (15) 1978, blz. 55-68 Geest, Drs L. van der, Innovatiebeleid. Economisch Statistische Berichten (64) 31 oktober 1979 (3228) blz. 1121 Kabel, Mr J. J. C, Richtlijn inzake misleidende en oneerlijke reclame (1, 2 en 3). [Voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de Raad van Ministers. ] Ariadne (33) 13 april 1978 (15) blz. 4-5; 21 sept. 1978 (38) blz. 5, 6 en 8 en 28 sept. 1978 (39) blz. 10-12 Knapen, B., Technologische vernieuwing WestDuitsland, bedrijven verplicht tot initiatief. NRC-Handelsblad (10) 12 oktober 1979 (10) blz. 13 Koopmans, J., Satelliet, kabel-t.v. en video bedreigen kunstenaars. (Moderne media veroorzaken chaos op het gebied van auteursrechten.) Haagsche Courant donderdag 1 februari 1979 (28945) blz. 2 = Rotterdamsch Nieuwsblad 1 februari 1979 (30464) blz. 2 = Goudsche Courant (117) 1 februari 1979 (30372) blz. 2 Limperg, Mr Th., Een procedure over een lettertype. (Rechtbank 's-Hertogenbosch, 2 september 1977, Unger c.s./Ter Beek.) Auteursrecht (2) april 1978 (2) blz. 29 —, Duur van het auteursrecht. Auteursrecht (3) aprü 1979 (2) blz. 23-28 —, De praktijk van de toepassing van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen en modellen in Nederland (sedert 1-1-1975). BMM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden (5) febr. 1979(1) blz. 69-78 Lingen, Mr N. van, Reprorecht: voer voor schrijvers, uitgevers en lezers. Blz. 246/9 in: Spectrum Jaarboek - 1979 (Utrecht, Uitgeverij Het Spectrum, 1979) Mak, W., Die Amtsrecherche bei der EWG-Marke. Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil (Weinheim) maart 1978 (3) blz. 121/5 —, Markenschutz im Gemeinsamen Markt [Europese Economische Gemeenschap]. Markenartikel (Wiesbaden) (40) oktober 1978 (10) blz. 540/3 —, Das Problem der Amtsrecherche beim künftigen Markenamt der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft. Mitteïlungen der deutschen Patentanwalte (69) dec. 1978 (12) blz. 221/4 Meltzer, J. J., Licentie en concurrentie. (Com-
235 235
251 251 251 251 251 251 220 267
16
252
36
16 182
235
182
17
17
236
271 merciële betekenis van kennis en kennisoverdracht. Bruikbaarheid van aangevoerde kennis. Wereldstromen van kennis. Concurrentieverhoudingen tussen licentiegever en licentienemer.) Economisch Statistische Berichten (63) 5 juli 1978 (3161) blz. 677-680 16 Perron, Mr A. E. du, Het gevecht tegen de piraterij. Auteursrecht (3) januari 1979 (1) blz. 3-5 149 Quaedvlieg, A., Het recht betreffende de concurrentiepraktijken in de zes oorspronkelijke EEG-Staten. Bulletin de l'Institut international de concurrence commerciale 1976 (6) blz. 19-37 150 Rietema, Prof. Dr K., Speurwerk en uitvinden. De Ingenieur (89) 5 januari 1978 (10) blz. 209-215 52 en 132 Spoor, Mr J. H., De Vereniging voor Auteursrecht en de filmkwestie. Auteursrecht (2) april 1978 (2) blz. 19-26 17 —, Harmonisatie van de rechten der vertolkers in de EEG. Auteursrecht (3) aprü 1979 (2) blz. 29-31 184 - , Noot bij Hoge Raad, 19 januari 1979, Hovener/Poortvliet (eiser tot cassatie koopt kalenders waarop schilderwerken zijn afgebeeld, plakt de afzonderlijke reprodukties op spaanplaat en verkoopt deze in die vorm; dit levert een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet op.) Auteursrecht (3) juli 1979 (3) blz. 51/2 235 - , Noot bij Hoge Raad, 19 januari 1979 [Bijblad I.E. 1979, nr 23, blz. 163] ('t Schaep met de vijf Pooten). Auteursrecht (3) juli 1979 (3) blz. 56/7 235 Steenbergen, J., Het beleid van het Hof [van Justitie van de Europese Gemeenschappen] bij de ontwikkeling van het gemeenschapsrecht. Sociaal-Economische Wetgeving 1977, blz. 415-432 150 Stuyt, Mr R. A. E., 'Over pseudo-uitgevers en . echte uitgevers; over pseudo-auteurs en echte auteurs' van J.-L. Tournier. Auteursrecht (2) april 1978 (2) blz. 36/7 17 —, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van geluidsdragers en omroeporganisaties). Auteursrecht (3) januari 1979 (1) blz. 6-9 149 Sunt, Ch., Dienstmerken. Rechtskundig Weekblad (Antwerpen) (42) 12 mei 1979 (37) kolommen 2401-2420 182 Tournier, J.-L., Over pseudo-uitgevers en echte uitgevers; over pseudo-acteurs en echte acteurs. Auteursrecht (2) jan. 1978 (1) blz. 6-10 17 en 149 Veen, Mr R. van der, Pourqoui introduire une législation en matière de marques de service dans Ie Benelux. BMM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden (4) 1978 (3) blz. 412439 235 Veltman Fruin, Mr R., De © klotst voort in eindeloze deining. Auteursrecht (3) januari 1979(1) blz. 19 149 Verkade, Mr D. W. F., De wet misleidende reclame: begin- of eindpunt van een ontwikkeling? (Algemeen. Bewijslastomkering ter zake van onjuistheden en onvolledigheden. Het ius agendi: geen numerus fixus of toch een beetje? Verhouding van het wetsontwerp tot de ontwerp-EEG-richtlijn inzake misleidende en oneerlijke reclame. De wet misleidende re-
clame: begin- of eindpunt van een ontwikkeling? Naschrift.) Nederlands Juristenblad 9 juni 1979 (23) blz. 458-467 —, Huwelijkstoespraak en auteursrecht. Het Personeel Statuut (30) 1979 (2) blz. 18-22 VerLoren van Themaat, P., Zum Verhaltnis zwischen Artikel 30 und Artikel 85 EWGVertrag. Blz. 373-388 in: Festschrift für E. Günther zum 65. Geburtstag: Wettbewerb im Wandel onder redactie van H. Gutzler, W. Herion en J. H. Kaiser (BadenBaden, Nomos Verlag Gesellschaft, 1976) Adviescommissie voor het Auteursrecht, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties (Rome, 26 oktober 1961). Met het antwoord van de Minister van Justitie. Auteursrecht (2) april 1978 (2) blz. 27 Benelux Studiegroep Industriële Eigendom, Nogmaals het wetsontwerp misleidende reclame (nr 13.611). Nederlands Juristenblad 11 augustus 1979 (28) blz. 620 Benelux Vereniging van Merken- en Modellengemachtigden (B.M.M.), Rapport van het Bestuur inzake het 'Ontwerp voor een Verordening van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk' - Werkdocument Nr 11. BMM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden (5) febr. 1979(1) blz. 80-120 De herfst van de Octrooiraad. Sociaal Economisch Management (7) 13 oktober 1979 (15) blz. VIII Economie en innovatie. Wereldmarkt (10) 1 november 1979 (42) blz. 6-7 Het leen- en bibliotheekrecht. Uit de notulen van de ledenvergadering van de Vereniging voor Auteursrecht d.d. 28 oktober 1977. Auteursrecht (2) jan. 1978 (1) blz. 11-13 Het leenrecht - bibliotheekrecht. Auteursrecht (2)januari 1978(1) blz. 11-13 Innovatie gevraagd en aangeboden. Wereldmarkt (10) 15 maart 1979 (11) blz. 6-7 Internationale handel in technische kennis. Wereldmarkt (9) 9 maart 1978 (10) blz. 1-2 Rol bij innovatie. Sociaal Economisch Management (7) 13 oktober 1979 (15) blz. VIII
182 235
150
16
235
235 251 267
149 17 149 150 251
OFFICIËLE MEDEDELINGEN België bekrachtigt de Modellenovereenkomst — sluit zich aan bij het Modellenprotocol van Genève Bewijzen van overgang van prioriteitsrechten met betrekking tot omgezette Europese octrooiaanvragen Bureau voor de Industriële Eigendom, Sluiting van het — Europese octrooiaanvragen, Terinzagelegging en bekendmaking van Nederlandse vertalingen van conclusies, behorende bij — —, Bewijzen van overgang van prioriteitsrechten met betrekking tot omgezette — Europese Octrooibureaü, Het, examen Groot-Brittannië bekrachtigt de tekst van Genève van de Overeenkomst classificatie van de waren en diensten voor merken Haardt, Mr W. L., benoemd tot rechter in het Benelux-Gerechtshof Italië bekrachtigt de Overeenkomst van Straatsburg internationale classificatie van octrooien Koninklijke onderscheiding, Ir G. F. van der Beek benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau
54 54 155 38 2 155 186 154 124 154 90
272
—, Drs J. Gremmée-Schaafsma benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau 90 —, Mej. H. Harteveld ontvangt de eremedaille in brons, verbonden aan de orde van OranjeNassau 90 —, F. A. J. van der Hoeven ontvangt de eremedaille in goud, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau 90 —, Mevr. W. J. de Reus-Verweij ontvangt de eremedaille in zilver, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau 90 —, Drs H. W. Thierens benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw 90 Liechtenstein bekrachtigt het Modellenprotocol van Genève 91 Luxemburg bekrachtigt de Modellenovereenkomst 54 — sluit zich aan bij het Modellenprotocol van Genève 54 Merkenschikking van Madrid, Spanje bekrachtigt de —, Stockholmse tekst 90 Modellenovereenkomst, België, Nederland en Luxemburg bekrachtigen de — 54 Modellenprotocol van Genève, België, Luxemburg en Nederland sluiten zich aan bij het — 54 —, Zwitserland en Liechtenstein bekrachtigen het 91 Monaco bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 154 Nederland bekrachtigt de Modellenovereenkomst 54 — sluit zich aan bij het Modellenprotocol van Genève 54 — bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 122,198 —, Mededeling in aansluiting aan de kennisgeving van de ratificatie en de inwerkingtreding van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT) voor — 122 —, Mededeling in aansluiting aan de kennisgeving van de bekrachtiging en de inwerkingtreding van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT) voor —, aanvulling 154 — bekrachtigt de tekst van Genève van de Overeenkomst classificatie van de waren en diensten voor merken 154 Noorwegen bekrachtigt het Verdrag tot samen254 werking inzake octrooien Octrooigemachtigde, Examen voor — 22, 186 —, Uitslag van het examen voor — 254 - , Register van - n 22, 90, 124, 155, 199 222 238, 254 Octrooiraad, Benoeming en herbenoeming van leden, plaatsvervangende en buitengewone leden 22, 38, 90, 55, 238 —, Bevordering, overplaatsing, tewerkstelling, vaste aanstelling en ontslag van personeel 2, 22, 38, 55, 90, 124, 155, 186, 199, 222,238 : 254 Octrooireglement, Wijziging van de Rijksoctrooiwet en het —, 22 Oostenrijk bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien
Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten voor merken, Spanje bekrachtigt de —, teksten van Stockholm en Genève 90 —, Groot-Brittannië en Nederland bekrachtigen de tekst van Genève van de — 154 Overeenkomst van Straatsburg internationale classificatie van octrooien, Italië bekrachtigt de154 Rijksoctrooiwet, Wijziging van de — en goedkeuring van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 2 —, Wijziging van de — en het Octrooireglement 22 Roemenië bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 154 Spanje bekrachtigt de Merkenschikking, Stockholmse tekst 90 — bekrachtigt de Classificatie-Overeenkomst van Nice, teksten van Stockholm en Genève 90 Statistiek van verzoeken om onderzoek naar de stand van de techniek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, stand op 31 december 1978 39 Terinzagelegging en bekendmaking van Nederlandse vertalingen van conclusies, behorende bij Europese octrooiaanvragen 2 Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, Wijziging van de Rijksoctrooiwet en goedkeuring van het — 2 —, Oostenrijk bekrachtigt het — 55 - , Nederland bekrachtigt het 122,198 —, Mededeling in aansluiting van de ratificatie en de inwerkingtreding van het — (PCT) voor Nederland 122 —, Mededeling in aansluiting aan de kennisgeving van de bekrachtiging en de inwerkingtreding van het — (PCT) voor Nederland, aanvulling 154 —, Monaco en Roemenië bekrachtigen het — 154 —, Noorwegen bekrachtigt het — 254 Verkade, Mr D. W. F., treedt tot de redactie toe 22 Zwitserland bekrachtigt het Modellenprotocol van Genève 91 BERICHTEN Bouvy, Afscheid van H. J. — 255 Europees Octrooibureau - 3.600 octrooiaanvragen in de eerste zeven maanden 84 Het Verdrag van Boedapest 265 Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag 227-231 Industriële eigendom en Europees kartelrecht 119 IPC-Informatiedag 265 Malepaard, Afscheid van Ir C. P. — 2 Octrooipublikaties, aanwezig in de bibliotheek van de Octrooiraad op 31 december 1978 32/3 Overeenstemming tussen de Stichting Reprorecht en de Rijksoverheid 34 PAO-cursus Amerikaans auteursrecht 34 Studiecommissie Industriële Eigendom 265 Thierens, Afscheid van Drs H. W. 254
55
ZAKENREGISTER Aanduidingenrecht, Praktijkboek Reclame- en — onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Aanduiding van herkomst, o.a. overeenkomsten Oostenrijk— Spanje, Tsjecho-Slowakije—Zwitserland, Spanje—Zwitserland inzake — etc, zie La Propriété
Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 86 en 87. , zie W. Tümann, Die geographische Herkunftsangabe. Tatsachen, Rechtsschutz und rechtspolitische Entwicklung im Inland, im Ausland und im internationalen Béreich, München, 1976 (besproken door
273
G. Schricker in Der Betriebs-Berater 1977, blz. 1429-1431); F. Kretschmer, Zum Schutz geographischer Herkunftsangaben, Der Markenartikel 1977, blz. 336/8; G. La Villa, Der Schutz geographischer Herkunftsangaben in Italien, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 398-406; K. Pfanner, The international protection of appellations of origin, Nordiskt Immateriellt Ratsskydd 1978, blz. 1; R. Plaisant, Protection des appellations d'origine selon 1'arrangement de Lisbonne et réserve des droits acquis, Gazette du Balais 1977, Doctr. blz. 233/4; G. Yravedra, Le problème des appellations d'origine dans les divers pays viticoles, Bulletin de l'O.I. V. 1978 (571) blz. 715-729. Aangrenzend recht (droit voisins), zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van behoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 155-161. —, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. —, zie R. E. Duffy, Art law. Representing artists, dealers, and collectors, New York, 1977 [aangekondigd door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society, januari 1979, blz. 63/4]; Gesellschaft für Musikalische Auffuhrüngs- und Mechanische Vervielfaltigungsrechte, 75 Jahre Deutsche Urheberrechtsgesellschaft, München, 1978; F. Gotzen, Le droit des interprètes et exécutants dans la Communauté économique européenne, Brussel, 1977. (Er is ook een Duitse en Engelse uitgave.); S. Rojahn, Der Arbeitnehmerurheber in Presse, Funk und Fernsehen, München, 1978; Mr R. L. du Bois, Het droit de suite — moet Nederland volgenl, Auteursrecht april 1979, blz. 36/8;Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Het omroepbladenmonopolie. Noot bij Europese Commissie voor de rechten van de mens, 6 juli 1976, [Nederlandse Jurisprudentie 1978, nr 237] Geïllustreerde Pers N.V./Staat der Nederlanden, ArsAequi maart 1979, blz. 147-153; J. Koopmans, Satelliet, kabel-t.v. en video bedreigen kunstenaars. (Moderne media veroorzaken chaos op het gebied van auteursrechten.), Haagsche Courant 1 februari 1979, blz. 2 = Rotterdamsch Nieuwsblad 1 februari 1979, blz. 2 = Goudsche Courant I februari 1979, blz. 2; Mr J. H. Spoor, Harmonisatie van de rechten der vertolkers in de EEG, Auteursrecht april 1979, blz. 29-31; M. Bullinger, Télécommunication et liberté d'information, Revue internationale de droit comparé 1979 (1) blz. 5—20; M. Cazé, Les aspects juridiques de PEurovision, Revue de l'UER 1979 (3) blz. 50/4; S. CongratButlar, Translators at Montreal congress press for their professional rights, Publishers Weekly 11 juli 1977, blz. 36/9; Prof. J. Corbet, Les relations internationales dans le domaine des droits voisins, Revue de droit intellectuel L 'Ingénieur-Conseil 1978 (7-9) blz. 193-206; B. Dufour, Le développement des techniques électroniques et les rapports du producteur de phonogrammes avec le compositeur et 1'artiste interprète ou executant, II diritto di autore 1976, blz. 269-351; N. Flechsig, Schutz der Rundfunkanstalt gegen Einfuhr und Verbreitung unautorisierter Sendekopien, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 97-131; K. Götz, Ein internationales Instrument zum Schutze der Übersetzer, Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel, Leipziger' Ausgabe 1978, blz. 231/2; M. Sissons, British agent finds indigenous publishing, not American competition, the factor to watch in the world book market, Publishers Weekly februari 1977, blz. 41/2 en G. Straschnov, The broadcasting-satellite service in
private law, European Broadcasting Union Review = Revue de l'Union Européenne de Radiodiffusion 1977, blz. 97-100. —, zie ook Verdrag van Rome inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties. Aangrenzend recht en kabeltelevisie, zie Groupe de travail sur les problèmes que pose sur le plan du droit d'auteur et des droits dits voisins du droit d'auteur la distribution par cable des programmes de télévision. (Parijs, 13—17 juni 1977.) = Working group on the Problems in the field of copyright and so-called neighbouring rights raised by the distribution of television programmes by cable, Le Droit d'Auteur sept. 1977, blz. 234-240 = Copyright sept. 1977, blz. 246-251. Aanleuning, zie Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Aanprijzing, De voor het Nederlandse publiek (althans een groot gedeelte daarvan) duidelijke aanduiding "Gold Seal", door het publiek dus verstaan als "gouden zegel" of "goud-zegel", zal bij dit publiek de indruk wekken van niet meer dan een — van de waar en/of een kwaliteitsaanduiding; Rechtbank Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (met noot R.P.). Aanspraak op octrooi, Het komt niet alleen aan op de werkzaamheden die aan de werknemer schriftelijk zijn opgedragen, doch op de werkelijke vervulling van de dienstbetrekking waartoe de werknemer zich verplicht acht in de middelgrote onderneming van zijn werkgeefster; daarom komt de — toe aan de werkgeefster; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979, nr 48, blz. 245 (met noot). Aanvraagformulier voor internationale octrooiaanvrage, zie officiële mededeling, blz. 122/4. Aanvullende niet-^enheidsbeslissing, Nu de verleningsprocedure van de aanvrage [ A] reeds onherroepelijk is afgesloten, kan de Afdeling van Beroep ten aanzien van die aanvrage thans niet alsnog een — nemen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 15 mei 1973, nr 9, blz. 49 (met noot). Aardrijkskundige aanduiding van herkomst, zie aanduiding van herkomst. Adviescommissie Dekker, De functie van het octrooiwezen met betrekking tot de beschikbaarheid en de overdracht van kennis. Rapport van de —, 's-Gravenhage, 1979. Afbakening, Aanvraagster behoort haar aanvrage af te bakenen van een aanvrage met oudere rang; de Afdeling van Beroep kan niet beoordelen of ten behoeve van die andere aanvrage de voorrang terecht is erkend; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 oktober 1978, nr 12, blz. 81 (met noot L.K.). —, Voor de — ten opzichte van het bekende is niet voldoende dat de bestemming alleen haar uitdrukking vindt in bij het voortbrengsel of de werkwijze gevoegde informatie; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 februari 1978, nr 8, blz. 48. Afgesplitste aanvrage, Niet eenheidsbeslissing voor het gebruiken van twee stoffen in een verhouding van 0,09—0,17; besluit tot niet-openbaarmaking van een — voor het gebruik van die stoffen in een verhouding van meer dan 0,17; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 15 december 1977, nr 53, blz. 264. —, Aanvraagster mag niet materie van de ene naar de andere — overhevelen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 5 juli 1979, nr 47, blz. 245. —, De Octrooiraad heeft een niet-eenheidsbeslissing gegeven en aanvraagster heeft op grond daarvan een — ingediend; een Afdeling van de Octrooiraad mag dan in beginsel niet weigeren die — openbaar te maken op grond van de overweging dat deze zou strekken tot dubbele octrooiering; Octrooiraad,
Afdeling van Beroep, 10 april 1979, nr 26, blz. 178. Afnemers, Bijkomende vordering, strekkende tot een bevel tot terugname en het verstrekken van een lijst van — afgewezen; President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Afrika, Akkoord over een intellectuele eigendomsorganisatie voor engelssprekend —, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, zie Industrial Property Organization for EnglishSpeaking Africa, Council, ESAPIPO/C, Genève, 1978. Afscherming van de markten der E.E.G.-Staten, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. AIPPI, zie —, Groupe hongrois, Proceedings of the Hungarian Group, Boedapest, 1971 e.v. en Dr A. Bogsch, Common concerns of WIPO and —, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1978, blz. 421/3. A.L.A.I., zie D. Reimer, Jubilaumskongresz der — vom 29. Mai bis 3. Juni 1978 in Paris, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil aug./sept. 1978, blz. 352/5. Alcoholvrij bier, zie College van Beroep van de Commissie tot handhaving van de Nederlandse Code voor het Reclamewezen, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189/190 (met noot D.W.F. V.). Aleatorische kunst, zie Dr. jur. G. Rau, Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119-120. Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., hoofdartikel van Mr W. Alexander, blz. 91-100. Alleenverkoop, Mondelinge overeenkomsten, waarbij Watts aan Theal de — van haar produkten in Nederland toekende en het uitsluitende recht verleende in Nederland haar merken te gebruiken; dit stelsel van overeenkomsten is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt; zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208-211. Alternatieve stukken, De inzender van een memorie van grieven tegen een beschikking tot niet-openbaarmaking van een octrooiaanvrage is verplicht een volledige beschrijving met conclusie(s) aan de Afdeling van Beroep over leggen; indien aanvrager over de juiste vorm van de beschrijving met conclusie(s) twijfelde, had hij — kunnen indienen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 25 oktober 1978, nr 4, blz. 14. Amsterdam Symposium 1974, zie Copyright Contracts, Reports of the Amsterdam Symposium, April 1974, and of the Berlin Symposium, October 1975, supplemented by two American contributions, onder redactie van Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Alphen aan de Rijn, 1977. Antenne, gemeenschappelijke —, zie R. Gillard, L'antenne collective et la communication par fil au public en droit de propriété intellectuelle, Bern en Frankfort a/d Main, 1976. Antikunst en auteursrecht, zie Dr. jur. G. Rau, Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119-120. Applications des Gaz/Leeferink, zie Y. Saint-Gal, Noot bij Benelux-Gerechtshof, 9 maart 1977, —, kleur als merk {Bijblad IE. 1977, nr 60, blz. 203], RIPIA, Revue internationale de la propriété industrielle et artistique maart 1978, blz. 43/4. Arabische Staten, zie Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle (O.M.P.I.), Situation de la propriété industrielle dans les Etats arabes, Genève,
1978; Technology transfer and change in the Arab World: the Proceedings of a Seminar of the United Nations Economie Commission for Western Asia, organized by the Natural Resources, Science and Technology Division, Beirut, 9-14 October 1977, onder redactie van A. B. Zahlan, Oxford, 1978. Argentinië, Wet op overdracht van techniek, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, zie M. en M. Bomchil, Concessions de licences et transferts de technologie en Argentine, Droit et affaires-CEEInternational okt. 1978, blz. 65-73 en nov. 1978, blz. 71-75 en H. P. Kunz-Hallstein, Noot bij National Court of Appeals for Federal and Administrative Issues (Argentinië), 18 maart 1977, Junkers/Fanal. (Art. 5A Verdrag industriële eigendom.), IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1979, blz. 79-84. Australië, zie Patent Office 75th Anniversary, Canberra, 1979; G. T. W. Miller en J. J. Garnsey, Circumstances under which a foreign applicant may obtain registration of a trade mark under the Australian Trade Marks Acts 1955, Annual of Industrial Property Law 1976, blz. 108-119 en J. H. Seidler, Licensing into/out of Australia, LES Nouvelles 1978, blz. 145/8. Auteur in dienstbetrekking, zie S. Rojahn, Der Arbeitnehmerurheber in Presse, Funk und Fernsehen, München, 1978 [besproken door K. Vinck in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979 (6) blz. 435 ] en R. Plaisant, L'auteur salarié et la propriété littéraire et artistique = The employeeauthor and literary and artistic property, Droit d'auteur 1977, blz. 262/7 = Copyright 1977, blz. 274-280. Auteursrecht, Geen — op de keramische siertegels omdat deze niet een nieuw en oorspronkelijk werk vormen; President Rechtbank Amsterdam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. —, Geen — op de windsurfer, omdat deze geen eigen en oorspronkelijk karakter heeft; Hof Amsterdam, 2 februari 1978, nr 44, blz. 240. —, zie Dr. jur. G. Rau, Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119—120. —, zie Copyright Contracts, Reports of the Amsterdam Symposium, April 1974, and of the Berlin Symposium, October 1975, supplemented by two American contributions, onder redactie van Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Alphen aan de Rijn, 1977; J. M. J. M. Peters, — en reprografie, een bibliografie over de verhouding — — reprografie in Nederland, Duitsland en Engeland — 1960 tot heden, Instituut voor Rechtsgeleerdheid, Nijmegen; D. D. Smit, Communication via satellite. A vision in retrospect, Alphen a/d Rijn, 1976; J.-L. Tournier, Promotion des oeuvres de variétés musicales a travers les voies économiques et media actuels = Förderung von Werken der Unterhaltungsmusik mittels der heutigen wirtschaftlichen Möglichkeiten und Medien = Promotion of works of variety music through present-day economie and communication media, Wenen, 1978; G. G. Auletta, Del marchio del diritto d'autore sulle opere dell'ingegno letterarie e artistiche, Bologna, 1977, tweede druk; M. M. Boguslawski, Urheberrecht in den internationalen Beziehungen, Berlijn (Oost), 1977 [besproken door A. Dietz in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 224/4]; Copyright and educational media: a guide to fair use and permissions procedures. Association for Educational Communications and Technology and the Association of Media Producers, 1977; The Copyright dilemma, Proceedings of a conference held at Indiana University April 14-15, 1977, onder redactie van H. S. White,
275
Chicago, 1978; G. Crabb, Copyright and contract, Londen, 1976; G. Crabb, Copyright clearance: a practical guide, Londen, 1976; M. Disdier-Merienne, La protection du logiciel, Parijs, 1978 [samenvatting in Propriété industrielle-bulletin documentaire juli 1979, blz. IV-194/5]; R. Dittrich, Arbeitnehmer und Urheberrecht, Wenen, Manz, 1978; R. E. Duffy, Art law. Representing artists, dealers, and collectors, New York, 1977 [aangekondigd door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society, januari 1979, blz. 63/4]; B. M. Fry, Scholarly and research journals: Survey of publisher practices and present attitudes on authorized journal article copying and licensing,Washington, 1977; H. Graeve, Gesellschaft und Kreativitat: Entstehung, Aufbau und Gestalt von Kulturblüten, München, 1977; H. G. Henn, Copyright primer, New York, 1979 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567 en 569-570]; H. Hubmann, Urheber- und Verlagsrecht. Ein Studienbuch. Juristische Kurz-Lehrbücher, München, 1978, vierde druk [besproken door W. Nordemann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 125/6]; M. Huet, Le miroir figé: éclat du droit d'auteur en matière d'architecture, Parijs, 1978; D. F. Johnston, Copyright Handbook, New York en Londen, 1978 [besproken door P. Ford in European Intellectual Property Review okt. 1978, blz. 31en door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567 en 570/1 ]; B. Kaplan en R. S. Brown, Jr., Cases on copyright, unfair competition and other topics bearing on the protection of literary, musical and artistic works, Mineola, New York, 1978; C. Masouyé, Guide de la Convention de Berne pour la protection des ceuvres littéraires et artistiques (Acte de Paris, 1971), Genève, 1978; M. B. Nimmer, Nimmer on Copyright, New York, 1978 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567/8]; J. Reinbothe, Schlichtung im Urheberrecht. Heft 16 der Urheberrechtlichen Abhandlungen des Max-Planck-Instituts usw, München, 1978 [besproken door W. Nordemann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 126]; F. Riklin, Das Urheberrecht als individuelies Herrschaftsrecht und seine Stellung im Rahmen der Zentralen Wahrnehmung urheberrechtlicher Befugnisse sowie der Kunstfordening, Freiburg, 1978; P. Ruzicka, Die Problematik eines "ewigen Urheberpersönlichkeitsrechts" unter besonderer Berücksichtigung des Schutzes musikalischer Werke, Berlijn, 1978; Vertragsfreiheit im Urheberrecht. Eine Sammlung von Beitragen, herausgegeben von Dietrich Reimer, GRUR-Abhandlungen 9, Weinheim, 1977 [besproken door Prof. Dr A. Trolier in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978 (2) blz. 100]; M. Wagner, L'ceuvre créée en exécution d'un contrat, Rechtsgeleerd proefschrift Lausanne, Lausanne, 1978; Adviescommissie voor het —, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties, Rome, 26 oktober 1961. Met het antwoord van de Minister van Justitie, Auteursrecht april 1978, blz. 27; Mr K. Berendsen, De copyrightvermelding. Met naschrift van Mr R. Veldman Fruin, Auteursrecht april 1979, blz. 39; Mr R. L. du Bois, Beperkingen van het —, Auteursrecht, januari 1978, blz. 1—3; Mr R. L. du Bois, De maker, zijn werk en zijn auteursrechtorganisatie, Auteursrecht, oktober 1978, blz. 61/6; Mr R. L. du Bois, Reactie op reactie kabelomroep en —, Auteursrecht, januari 1978, blz. 16A; Prof. Mr H. Cohen Jehoram, De maatschappelijke positie van auteurs en hun relatie tot de exploitanten van hun werken, Auteursrecht
oktober 1978, blz. 53/9; Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Fotocopie en Europese harmonisatie van het —, Auteursrecht januari 1978, blz. 4 - 5 ; Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Het omroepbladenmonopolie. Noot bij Europese Commissie voor de rechten van de mens, 6 juli 1976, [Nederlandse Jurisprudentie 1978, nr 237], Geïllustreerde Pers N.V./Staat der Nederlanden, Ars Aequi maart 1979, blz. 147-153; Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Kort verslag Symposium Munster — 15 september 1977: Europese harmonisatie van het —, Auteursrecht januari 1978, blz. 13; Prof. Mr H. Cohen Jehoram, La place de 1'auteur dans la société et les rapports juridiques entre les auteurs et les entreprises de divulgation = The author's place in society and legal relations between authors and those responsible for distributing their works, Droit d'auteur 1978, blz. 404-413 = Copyright 1978, blz. 385-393; J. Koopmans, Satelliet, kabel-t.v. en video bedreigen kunstenaars. (Moderne media veroorzaken chaos op het gebied van auteursrechten.), Haagsche Courant 1 februari 1979, blz. 2 = Rotterdamsch Nieuwsblad 1 februari 1979, blz. 2 = Goudsche Courant 1 februari 1979, blz. 2; Mr Th. Limperg, Duur van het —, Auteursrecht april 1979, blz. 23-28; Mr N. van Lingen, Reprorecht: voer voor schrijvers, uitgevers en lezers, blz. 246/9 in: Spectrum Jaarboek - 1979, Utrecht, 1979; Mr A. E. du Perron, Het gevecht tegen de piraterij, Auteursrecht januari 1979, blz. 3—5; Mr J. H. Spoor, Noot bij Hoge Raad, 19 januari 1979, Hovener/Poortvliet (eiser tot cassatie koopt kalenders waarop schilderwerken zijn afgebeeld, plakt de afzonderlijke reprodukties op spaanplaat en verkoopt deze in die vorm; dit levert een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet op), Auteursrecht juli 1979 (3) blz. 51/2; Mr J. H. Spoor, Noot bij Hoge Raad, 19 januari 1979 [Bijblad LE. 1979, nr 23, blz. 163] ('t Schaep met de vijf Pooten), AuteursrecfH juli 1979 (3), blz. 56/7; Mr R. A. E. Stuyt, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van geluidsdragers en omroeporganisaties), Auteursrecht januari 1979, blz. 6-9; Mr R. A. E. Stuyt, "Over pseudo-uitgevers en echte uitgevers; over pseudo-auteurs en echte auteurs" van J.-L. Tournier, Auteursrecht april 1978, blz. 36/7; J.-L. Tournier, Over pseudo-uitgevers en echte uitgevers; over pseudo-auteurs en echte auteurs, Auteursrecht januari 1978, blz. 6-10; Mr R. Veltman Fruin, De © klotst voort in eindeloze deining, Auteursrecht januari 1979, blz. 19; Mr D. W. F. Verkade, Huwelijkstoespraak en —, Het Personeel Statuut 1979 (2) blz. 18-22; L. N. Albert, The impact of international copyright on world publishing in the eighties, UNESCO Regional Centre for Book Development in Asia Newsletter 1976 (4), blz. 11/4; M. Bullinger, Télécommunication et liberté d'information, Revue internationale de droit comparé 1979 (1) blz. 5-20; M. Cazé, Les aspects juridiques de 1'Eurovision, Revue de l'UER 1979 (3) blz. 50/4; P. Crugnola, Il diritto d'autore nei paesi in via di sviluppo, Il diritto di autore 1976, blz. 219-241; S. A. Diamond, Legal protection for the "moral rights" of authors and other creators, Trademark Reporter 1978, blz. 244-281; B. Dufour, Le développement des techniques électroniques et les rapports du producteur de phonogrammes avec le compositeur et 1'artiste interprète ou executant, Il diritto di autore 1976, blz. 269—351; European Intellectual Property Review, A journal concerning the management of technology, copyrights and trade names. (Nieuw tijdschrift), ESC Publishing Limited, Oxford, Great Britain; N. Flechsig, Schutz der Rundfunkanstalt gegen Einfuhr und Verbreitung unautorisier-
ter Sendekopien, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 97-131; F. Georgi, Der internationale Schutz des Urheberrechts, Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel, Frankfurter Ausgabe 1979, blz. 271/3; P. W. Hertin, Zum Künstlerbegriff des Urheberrechtsgesetzes und des Rom-Abkommens, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 39—56; P. Holeschofsky, Die Regeln des "fair use" im Urheberrecht, Film und Recht 1978, blz. 520/7; H. Kaltenecker, Direct broadcasting by satellite. An overview of the work of the United Nations, European Broadcasting Union Review = Revue de l'Union Européenne de Radiodiffusion 1911, blz. 90/6; R. Knöpfle, Das Recht des Urhebers zur Abwebi von Importen und das europaische Recht, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1977, blz. 123-151; A. Kubizek, CIAM [Conseil International des Auteurs et Compositeurs de Musique-Tagung] in Rom, Osterreichische Autorenzeitung 1977, blz. 15/6; Legal implications of direct satellite broadcasting — the U.N. Working Group, Georgia Journal of International and Comparative law 1976, blz. 564-579; F. Majoros, Urheberrechtsabkommen zwischen der UdSSR und ihren Nachbarn seit 1967, Osteuropa Recht jan. 1979, blz. 38-47; F. Melichar, VII. Kongresz der Inter GU (Internationalen Gesellschaft für Urheberrecht) in Athen, GEMA-Nachrichten 1978 (109) blz. 18-21; G. Michaélidès-Nouaros, La protection des interets moraux de l'auteur [post mortem] comme postulat de la culture = Protection of the author's moral interests after his death as a cultural postulate, Le Droit d 'auteur 1979, blz. 37-42 = Copyright 1979, blz. 35—40; W. Nordemann, Le droit de suite dans Partiele 14ter de la Convention de Berne et dans la loi sur le droit d'auteur de la République federale d'Allemagne = The "droit de suite" in Article 14ter of the Berne Convention and in the copyright law of the Federal Republic of Germany, Droit d'auteur 1977, blz. 324-330 = Copyright 1911, blz. 337-342; W. Nordemann, Legal relationships between authors and users and the position of the author in society (met Franse en Spaanse vertaling), Revue internationale du droit d'auteur 1978 (98) blz. 50-77; J. A. Ordover en E. D. Willig, On the optimal provision of journals qua sometimes shared goods, American Economie Review 1978, blz. 324—338; R. Plaisant, L'auteur salarié et la propriété littéraire et artistique = The employee-author and literary and artistic property, Droit d'auteur 1977, blz. 262/7 = Copyright 1977, blz. 274-280; H. Püschel, Interessen der Gesellschaft stehen im Vordergrund, Internationales Symposium über Urheberrecht an der Jagiellonischen Universitat Kraków, Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel, Leipziger Ausgabe 1977, blz. 586; E. Reichardt, Anhangige Probleme des Urheberrechts, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk-und Theaterrecht 1978, blz. 81-104; M. Sissons, British agent finds indigenous publishing, not American competition, the factor to watch in the world book market, Publishers Weekly februari 1977, blz. 41/2; E. Steup, The rule of national treatment for foreigners and its application to new benefits for authors, Bulletin of the Copyright Society 1978, blz. 279-292; Study of comparative copyright law: persons protected, Copyright Bulletin (UNESCO) 1977, Nr 25-32; A. Troller, Die Bildung des Urhebervertragsrechts, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 173-207; E. Ulmer, Gewerbliche Schutzrechte und Urheberrechte im Internationalen Privatrecht, Rabels Zeitschrift für auslandisches und internationales Privatrecht 1977, blz. 479-514; D. Vaver, The protection of character merchandising — a
survey of some common law jurisdictions, LI. C, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 541-561 en R. F. Whale, Copyright and authors' rights, European intellectual property review 1979, blz. 39—40. —, exclusiviteitsovereenkomst, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. —, filmrecht, zie Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Het filmrecht in Nederland, de bestaande situatie, Auteursrecht april 1978, blz. 17-18 en Mr J. H. Spoor, De Vereniging voor Auteursrecht en de filmkwestie, Auteursrecht april 1978, blz. 19—26. —, fotografie, zie J.-P. Oberthür, Guide du droit d'auteur en photographie, Parijs, 1977. —, internationaal, zïe H. Püschel, Der Rechtsschutzanspruch im internationalen Urheberrecht, Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel, Leipziger Ausgabe 1976, blz. 134/6; H. Püschel, Urheberrecht und Rechtsschutz; Das Prinzip der formellen Gegenseitigkeit des Rechtsschutzes im internationalen Urheberrecht, Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel, Leipziger Ausgabe 1976, blz. 328—330 en E. Ulmer, Gedanken zur Weiterentwicklung des Urhebervertragsrechts, blz. 30—43 in: Neuordnung des Urhebervertragsrecht, München, 1977. —, leenrecht, Het leenrecht — bibliotheekrecht, Auteursrecht januari 1978, blz. 11-13. —, programmatuur, zie R. G. Saltman, Copyright in computer-readable works: policy impacts of technological change, Washington, 1977. —, reprorecht, zie mededeling, blz. 34. —, wetten en verdragen, Quellen des Urheberrechts. Gesetzestexte aller Lander mit deutschen Übersetzungen, systematischen Einführungen und Tabellarischen Übersichten. Texter der multilateralen Abkommen. Herausgegeben von Philipp Möhring (f), Erich Schulze, Eugen Ulmer und Konrad Zweigert. Losbladige uitgave 1961 e.v.. Tiende aflevering, Frankfort a/d Main, 1978 [besproken door Prof. Dr F.-K. Beier in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 379]. Auteursrechtconventite van Bern, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156. —, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. —, zie Dr. jur. G. Rau, Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119—120. —, zie C. Masouyé, Guide de la Convention de Berne pour la protection des ceuvres littéraires et artistiques (Acte de Paris, 1971), Genève, 1978; M. Gabay, The United States copyright system and the Berne Convention, Bulletin of the Copyright Society 1979, blz. 202—220; F. Gotzen, La reprographie et la Convention de Berne (version de Stockholm-Paris): étude de droit unioniste avec une ébauche de solution en droit interne = Reprography and the Berne Convention (Stockholm-Paris version): study of the Union system with an outline solution in èomzsticXaw, Droit d'auteur 1978, blz. 331-348 = Copyright 1978, blz. 315-332 en W. Nordemann, Le droit de suite dans Partiele 14ter de la Convention de Berne et dans la loi sur le droit d'auteur de la République federale d'Allemagne = The "droit de suite" in Article 14ter of the Berne Convention and in the copyright law of the Federal Republic of Germany, Droit d'auteur 1977, blz. 324-330 = Copyright 1977, blz. 337-342. Auteursrechtconventie van Bern en modelbescherming, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et
277
modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Auteursrechtconventie van Genève, zie Universele — Auteursrecht en bescherming van tekeningen en modellen, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 155—161. Auteursrecht en kabeltelevisie, zie Groupe de travail sur les problèmes que pose sur Ie plan du droit d'auteur et des droits dits voisins du droit d'auteur la distribution par cable des programmes de télévision (Parijs, 13-17 juni 1977) = Working group on the Problems in the field of copyright and so-called neighbouring rights raised by the distribution of television programmes by cable, Le Droit d'Auteur sept. 1977, blz. 234-240 = Copyright sept. 1977, blz. 246-251. Auteursrecht en E.E.G.-Verdrag, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. —, zie M. Fabiani, Importazione di prodotti fonografici e regole di concorrenza e di liberta degli scambi dell Trattato CEE, Il diritto di autore 1977, blz. 498-521; A. Francon, Le droit d'auteur et le Traite de Rome instituant la Communauté Economique Européenne, Revue internationale du droit d'auteur 1979, blz. 128-197 en B. H,arris, Copyright in the EEG - The Dietz report, European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 2 - 7 . Auteursrecht op een model, Het door Skibsrud ontworpen model van een motorboot vertoont een oorspronkelijk karakter door de bijzondere vorm van de bodem en het verloop van de ribben, waardoor de boot bijzondere vaareigenschappen en stabiliteit heeft; daarom heeft Skibsrud auteursrecht op dat model evenals op de ontwerp-tekeningen; plagiaat aangenomen; President Rechtbank Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260 (met noot v. N.H.). Auteurswet, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. Azië, zie Meeting among ASEAN countries on the role of industrial property in technological and economie development, Industrial Property (OMPI/BIRPI) 1978, blz. 66/7 = La Propriété industrielle 1978, blz. 70/1 en N. Okabayashi, Y. Koyasu en Z. Nakamura, Developments in industrial property laws of South East Asian countries, Pacific Industrial Property Association Meeting, 1978. Bayer-Kruis, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 229-230. Bedrijfsgeheim, zie Journal of the Patent Office Society, augustus 1977 t/m mei 1978, tijdschriftbespreking door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. Beeldbestanddeel, Het — is bepalend voor het herinneringsbeeld van beide merken; overeenstemming aangenomen, ook al komt in de beide woord-beeldmerken een geheel verschillende tekst voor; zie President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Begrip werkwijze, noot van Prof. Mr E. A. van Nieuwenboven Helbach onder Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 augustus 1978, nr 52, blz. 263. Bekende personen, Belang van populaire geportretteerden bij publikatie van hun portretten tegen beloning; zie Hoge Raad, 19 jan. 1979, nr 23, blz. 163. —, zie D. Vaver, The protection of character merchandising — a survey of some common law jurisdictions, LIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 541-561. Bekende stof, De synthese van de — vormt geen eenheid van uitvinding met de bereiding van de reukstofcompositie; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 20 okt. 1977,nr33,blz. 212.
Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 100/5. Bekendmaking van Nederlandse vertalingen van conclusies behorende bij Europese octrooiaanvragen, officiële mededeling, blz. 2. België, Nederland en Luxemburg bekrachtigen de modellenovereenkomst van 's-Gravenhage, officiële mededeling, blz. 54. België, Nederland en Luxemburg sluiten zich aan bij het Modellenprotocol van Genève, officiële mededeling, blz. 54/5. België, auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156. —, auteursrecht, zie Dr F. Gotzen (ed.), Reprographie, Studiedag van 31 januari 1978 over auteursrecht, Antwerpen, 1979, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 232/3. —, dienstmerk, zie Ch. Sunt, Dienstmerken, Rechtskundig Weekblad (Antwerpen) mei 1979, kolommen 2401-2420. —, intellectuele eigendom, zie R. Van den Bergh, Samenloop, reflexwerking en aanvullende werking van intellectuele eigendomsrechten en de algemene norm inzake eerhjke handelsgebruiken, Rechtskundig Weekblad (Antwerpen) mrt. 1979, kolommen 1745-1767. —, kwekersrecht, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, mededinging, zie F. Bodewig, Die wettbewerbsrechtliche Beurteilung der organisierten kostenlosen Kundenbeförderung nach deutschem, belgischem und französischem Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 29-38. —, merkenrecht, Benelux-depot ter handhaving van een in — verkregen recht, zie Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. —, merkenrecht, zie E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör- und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661; ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad LE. 1978, blz. 115]. —, modellenrecht, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. —, octrooiinbreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 526. Bemestingsmaterialen, Zaden voor een tomatenvariëteit zijn gelijksoortig aan bemestings- en grondverbeteringsmaterialen; Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Benaming van oorsprong, zie aanduiding van herkomst. Benelux tekeningen- en modellenwet, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 157 e.v. —, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. —, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et
278 modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. —, zie Dr Th. Limperg, De praktijk van de toepassing van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen en modellen in Nederland (sedert 1-1-1975), BMM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden febr. 1979, blz. 69-78. Benelux-Bureau voor Tekeningen of Modellen, zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz.189. Benelux-depot ter handhaving van een in België verkregen recht, zie Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Benelux-dienstmerk, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. —, zie Mr R. van der Veen, Pourquoi introduire une législation en matière de marques de service dans Ie Benelux, BBM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden 1978, blz. 412-439. Benelux-Gerechtshof, Mr W. L. Haardt benoemd tot rechter in het —, officiële mededeling, blz. 124. Benelux-Merkenbureau, zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 189. Benelux-merkenrecht, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, zie D. P. Raeymaekers, Assignments, Licenses and Abandonment of Trademarks in the Benelux, Trademark Reporter 1978 (68) blz. 15-27; B. van Reepinghen, Noot bij Benelux-Gerechtshof te Brussel, 9 februari 1978, Dejaiffe/Préval, la Vache Bleue [Bijbladl.E. 1978, nr 33, blz. 167] Journal des Tribunaux 1978, blz. 379; B. van Reepinghen, Quelques réflexions après PArrêt de la Cour Benelux sur la marque "La Vache Bleue", Bulletin de l'Association Benelux des Conseils en Marques et Modèles 1978, blz. 243 en Y. Saint-Gal, Noot bij Benelux-Gerechtshof, 9 maart 1977, Applications des Gaz/Leeferink, kleur als merk [Bijblad I.E. 1977, nr 60, blz. 203], RIPIA, Revue internationale de la propriété industrielle et artistique maart 1978, blz. 43/4. Benelux-Merkenwet, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. Benelux Studiegroep Industriële Eigendom, zie artikel van Mr Ir H. Mulder, Gebruiksmodel voor Nederland?, blz. 255/8. Benson, Prof. R. W., Commentaar op het O.M.P.I.ontwerpverdrag inzake geografische aanduidingen, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 134, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 86. Beperkende bepalingen bij toeleveringsovereenkomsten, zie Bekendmaking van de Europese Commissie van 18 december 1978 betreffende de beoordeling van toeleveringsovereenkomsten in het licht van artikel 85, lid 1 van het E.E.G.-Verdrag, blz. 191/3. Beperking van een octrooiaanvrage, Een aanvrager mag in beroep niet terugkomen van een beperking die hij in eerste aanleg uitdrukkelijk zonder enig voorbehoud en niet bij vergissing heeft aangebracht; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 4 juli 1978, nr 46, blz. 244. Berlin Symposium 1975, zie Copyright Contracts, Reports of the Amsterdam Symposium, April 1974, and of the Berlin Symposium, October 1975, supplemented by two American contributions, onder redactie van Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Alphen aan de Rijn, 1977. Bern, zie Auteursrechtconventie van — Beschermingsomvang in auteursrecht, zie H. Püschel, Urheberrecht und Rechtsschutz. Das Prinzip der formellen Gegenseitigkeit des Rechtsschutzes im internationalen Urheberrecht, Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel, Leipziger Ausgabe 1976,
blz. 328-330 en H. Püschel, Der Rechtsschutzanspruch im internationalen Urheberrecht, Börsenblatt für den Deutschen Buchhandel, Leipziger Ausgabe 1976, blz. 134/6. Beschermingsomvang van een octrooi, zie Rechtbank Arnhem, 11 januari 1978, nr 17, blz. 131. —, zie Franco Benussi, La tutela del brevetto per invenzione. Ambito e limiti, Miliaan, 1978 [besproken door Ludwig Vohland in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 380]. Bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties, Adviescommissie voor het Auteursrecht, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de —, Rome, 26 oktober 1961. Met het antwoord van de Minister van Justitie, Auteursrecht april 1978, blz. 27. Beschikking, De Aanvraagafdeling en Afdeling van Beroep is niet verplicht, naast de overwegingen die haar tot het genomen besluit hebben gebracht, een oordeel te geven over de argumenten van de aanvrager, die de door de Aanvraagafdeling als doorslaggevend beschouwde gronden niet kunnen aantasten; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 15 mei 1973, nr 9, blz. 49 (met noot). —, Een Aanvraagafdeling mag in haar — niet volstaan met een eenvoudige verwijzing naar de gronden die de voorbereider in zijn brief heeft vermeld, maar moet volledig en duidelijk de gronden uiteenzetten waarop haar beslissing berust; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 8 december 1977, nr 38, blz. 215 (met noot). Beschrijving, De inzender van een memorie van grieven tegen een beschikking tot niet-openbaarmaking van een octrooiaanvrage is verplicht een volledige — met conclusie(s) aan de Afdeling van Beroep over te leggen; indien aanvrager over de juiste vorm van de — met conclusie(s) twijfelde, had hij alternatieve stukken kunnen indienen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 25 oktober 1978, nr 4, blz. 14. —, Omschrijvingen van niet-gewenste uitsluitende rechten behoren niet in de — van een aanvrage thuis zonder overeenkomstige omschrijvingen in de conclusies; conclusies mogen niet meer dan de verlangde uitsluitende rechten vermelden; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 8 februari 1979, nr 36, blz. 214. —, zie J. Beier, The content of patent specifications: ideas about improvements of the technical expressiveness of patent documents, Revue et bulletin de la Fédération internationale des conseils en propriété industrielle 1978 (29) blz. 95/8. Beslissing omtrent octrooiverlening, zie statistiek van verzoeken om onderzoek naar de stand van de techniek en verzoeken om een —, officiële mededeling, blz. 39-42. Beslissing van een andere Afdeling van de Octrooiraad met betrekking tot de te erkennen voorrang voor een andere aanvrage dan de onderhavige, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 oktober 1978, nr 12, blz. 81 (met noot L.K.). Bewijs van het recht van voorrang, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 febr. 1979, nr 27, blz. 178. Bewijzen van overgang van prioriteitsrechten met betrekking tot omgezette Europese octrooiaanvragen, officiële mededeling, blz. 155. Bezwaren, Een voorbereider die van oordeel is dat een aanvrage geen octrooieerbare materie bevat, kan niet aangeven op welke wijze de aanvrager dit bezwaar kan opheffen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 4 juli 1978, nr 46, blz. 244. —, De memorie van grieven is niet met redenen omkleed, omdat zij geen enkele poging tot weerlegging of opheffing van de — van de Aanvraagafdeling tegen openbaarmaking van de aanvrage bevat;
279 Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 juli 1979, nr 39, blz. 216 (met noot). Biaisband, zie Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot). Bibliotheek, Octrooipublikaties, aanwezig in de — van de Octrooiraad op 31 december 1978, zie mededeling, blz. 32. —, zie Association of American Publishers, Photocopying by academie, public and nonprofit research libraries, Washington, 1978 en Het leenrecht-bibliotheekrecht, Auteursrecht januari 1978, blz. 11—13. Bier, Chocolademelk is gelijksoortig aan —; Rechtbank Zutphen, 8 juni 1978, nr 2, blz. 11. Bierverordening, zie College van Beroep van de Commissie tot handhaving van de Nederlandse Code voor het Reclamewezen, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189/190 (met noot D.W.F. V.). Bilaterale verdragen, Teksten van nationale wetten, multilaterale verdragen en —, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. "Birell", zie College van Beroep van de Commissie tot handhaving van de Nederlandse Code voor het Reclamewezen, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189/190 (met noot D.W.F. V.). Boedapest, Het Verdrag van —, hoofdartikel door Ir J.D. Tak, blz. 223/5. —, Verdrag van — inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, zie micro-organismen. Braun, A., en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Brazilië, gebruiksmodel, zie artikel Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. Brochon, M., Echanges Techniques, stratégies de Pinnovation et du savoir-faire technologique, Neuilly-sur-Seine, 1977, besproken door Ir A. P. Pieroen, blz. 85. Bruikbaarheid van een stof, Werkwijze voor de bereiding van een reukstofcompositie, met het kenmerk, dat men daarin als actief bestanddeel een bepaalde stof opneemt; het was weliswaar uit een tijdschriftartikel bekend, dat de auteurs onder meer deze stof hebben bereid teneinde de betrekkingen tussen de structuur en de reukstofeigenschappen van deze stof te bestuderen; toch uitvinding aangenomen; onder meer omdat over de bruikbaarheid als reukstof niets is vermeld; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 20okt. 1977, nr 33, blz. 212. Bruikleen, Door het door geihtimeerde beschikbaar stellen aan de detaillist via de groothandel van een display met een algemeen gestelde, in slechts tot de niet met name genoemde lezers gerichte circulaire komt noch tussen geihtimeerde en de groothandel of detaillist, noch tussen de groothandel en de detaillist een overeenkomst van — tot stand, zodat geen sprake kan zijn van wanprestatie en dus ook niet van het uitlokken ervan; Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot). Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn — New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. Campa/Compo, zie Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Canada, auteursrecht, zie A. A. Keyes en C. Brunet, Copyright in Canada. Proposals for a revision of the law. Consumer and Corporate Affairs Canada, Huil, Quebec, Canada [besproken door Mr R. L. du Bois in Auteursrecht (2) oktober 1978 (4) blz. 70] G. F. Henderson, Canadian copyright law in the context of American-Canadian relations, Bulletin of the
Copyright Societv o f the USA 1977, blz. 369-390. —, innovatie, zie S. Gee, Factors affecting the innovation time-period. (How multiple sources of technology, internal versus external sources, and firm size, influence the time span of the innovation process; examination of date collected on 500 innovations from six countries (USA, —, United Kingdom, France, Germany FR, and Japan)) Research Management januari 1978, blz. 37-42. —, octrooiwet, zie 1978 Patent Law Annual, aangekondigd door Dr H. P. Teunissen, blz. 181. Cartoonfiguren, zie D. Vaver, The protection of character merchandising — a survey of some common law jurisdictions, I.I.C., International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 541-561. C.E.I.P.I., zie J.-J. Burst, Le Centre d'Etudes Internationales de la Propriété Industrielle (—), Propriété industrielle-bulletin documentaire 1978 (223) blz. 17-20. Centrafarm, zie P. Demaret, Patents, Territorial Restrictions, and EEC Law. A Legal and Economie Analysis, Weinheim, 1978, besproken door Mr M. van Empel, blz. 193. Centrafarm/Hoffmann-La Roche, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, zie D. Crut, Marques et reconditionnement des produits [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, Hoffmann-La Roche/Centrafarm, merk Valium], La vie judiciaire 12 november 1978, blz. 10. [Samenvatting in Propriété industrielle-bulletin documentaire 1979, blz. 11-19.] Centrafarm/Sterling Drug, zie Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voorMe gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 25. Certificats d'Utüité en d'addition, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 105. Chemie, zie A. von Füner, Problems of patenting in Eastern European countries, especially in the field of chemistry, Londen, 1977; J. T. Maynard, Understanding chemical patents: a guide for the inventor, Washington, D.C., 1978 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society 1979, blz. 110/1 ]; Dr G. M. L. M. Leherte, L'invention de sélection chimique est-elle brevetable dans les pays contractants de la Convention sur le brevet europeen, tant par la voie nationale que par la voie européenne?, Revue de droit intellectuel L'Ingénieur-Conseil 1978, blz. 389-406; V. SchmiedKowarzik, European patent law and chemical inventions, Journal of the Japanese Group, AIPPI, International edition 1978, blz. 183-191 en V. Schmied-Kowarzik, Das europaische Patentrecht und Chemieerfindungen, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil aug./sept. 1978, blz. 305-310. China, merkbeschermihg, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, merkbescherming, zie Anmeldungen von Warenzeichen in der Volksrepublik China, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler 7^71979, blz. 43. Chocolademelk is gelijksoortig aan bier; Rechtbank Zutphen, 8 juni 1978, nr 2, blz. 11. CIAM, zie A. Kubizek, - [Conseil International des Auteurs et Compositeurs de Musique]-Tagung in
280 Rom, Österreichische Autorenzeitung 1977, blz. 15/6. Classificatie van de waren en diensten voor merken, zie Warenclassificatie-Overeenkomst van Nice. Classificatie van octrooien, zie Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale —. Colly in ovaal, De afgebeelde merken stemmen niet overeen, daar van beide merken het woordbestanddeel een zeer voornaam element vormt en het ovaalvormig verlopend beeldelement in Colly's teken niet licht associaties zal oproepen met een paar dierenhoornen; President Rechtbank 's-Gravenhage, 5 april 1978, nr 42, blz. 227. —, Geen overeenstemming tussen de merken van eiseres en een merk, bestaande uit het woord Colly in een enkele ovaal, omdat van laatstbedoeld merk het hoofdbestanddeel een ander is dan van het beeld, dat eiseres in haar merken gebruikt, President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Comecon, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, H. Abels, Zu einigen Fragen der Bildung und Arbeitsweise zeitweiüger internationaler Forschungskollektive, Wirtschaftsrecht 1977, blz. 74/6; A. Kohier, Die Bedeutung internationaler Rechtsakte für die Vorbereitung von Kooperations- und Spezialisierungsvereinbarungen zwischen RGW-Landern, Wirtschaftsrecht 1977, blz. 65/8 en S. Supranovitz, Zur weiteren Entwicklung der Rechtsgrundlagen für die wirtschaftliche und wissenschaftlich-technische Zusammenarbeit der Mitgliedlander des RGW [Rat für Gegenseitige Wirtschaftshilfe, —\ Wirtschaftsrecht 1977, blz. 61/5. —, licentie, zie P. Lemke, Hürden im Lizenz- und Kooperationsverkehr zwischen EG (Europaische Gemeinschaft)- und RGW (Rat für Gegenseitige Wirtschaftshilfe)-Landern, Kunststoffe 1977, blz. 791/2. Commissie van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 227-231. Compo/Campa, zie Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Computer, zie programmatuur. Computerkunst, zie Dr. jur. G. Rau, Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119-120. Conclusie, zie Terinzagelegging en bekendmaking van Nederlandse vertalingen van —s, behorende bij Europese octrooiaanvragen, officiële mededeling, blz. 2. —, De aanvrage bevat voor een deskundige onvoldoende gegevens voor het vervaardigen van het materiaal volgens de — van de aanvrage en het is niet duidelijk waarin het zich onderscheidt van het bekende materiaal van deze aard; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 oktober 1977, nr 37, blz. 214. —, Weigering van een nieuwe — die niet op de oorspronkelijke beschrijving met —s van de aanvrage kan steunen en ook niet uit de tekening kan blijken die, althans wat de verhouding van de onderdelen van de inrichting betreft, slechts schetsmatig is; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 4 juli 1978, nr 46, blz. 244. —, Indien een aanvrager in enig stadium van de procedure nieuwe —s voor een octrooiaanvrage indient, behoort hij toe te lichten, in welk opzicht en op welke gronden de —s zijn herzien; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 6 november 1978, nr 54, blz. 264 (met noot). —, Omschrijvingen van niet-gewenste uitsluitende rechten behoren niet in de beschrijving van een aan-
vrage thuis zonder overeenkomstige omschrijvingen in de —s; —s mogen niet meer dan de verlangde uitsluitende rechten vermelden; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 8 februari 1979, nr 36, blz. 214. Congres van de Internationale Vereniging voor industriële eigendom in München, zie Der XXX. Kongresz der Internationalen Vereinigung für gewerblichen Rechtsschutz in München. A. Bericht über die Arbeiten des Kongresses en C. Bericht über die internationalen Kolloquien, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil nov./dec. 1978, blz. 430/5 en 446-452. Consumentenbescherming, zie E. von Hippel, Verbraucherschutz durch Information? Möglichkeiten und Grenzen, Zeitschrift für Rechtsvergleichung 1978, blz. 110/5 en N. Trocker", La tutela giurisdizionale degli interessi diffusi con particolare riguardo alla protezione dei consumatori contro atti di concorrenza sleale: analisi comparativa dell' esperienza tedesca, blz. 449—488 in: La tutela degli interessi diffusi nel diritto comparato (Milaan, Giuffrè, 1976). Cow brand, zie Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200/8. Culturele eigendom, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 155-161. —, zie The international protection of cultural property, American Society of International Law, Proceedings of the 71 st annual meeting, San Francisco, 21—23 aprü 1977, blz. 196-207. D.D.R., zie Duitsland, Democratische Republiek. Deelneming aan een geding, Schagen is door Mölnlycke in vrijwaring in het geding geroepen en tot "deelneming" toegelaten en kon daarom ook zijnerzijds nietigverklaring van de omstreden depots vorderen; Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. Defco-band, zie Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot). Dekker, Adviescommissie —, De functie van het octrooiwezen met betrekking tot de beschikbaarheid en de overdracht van kennis. Rapport van de Adviescommissie-Dekker, 's-Gravenhage, 1979. Demaret, P., Patents, Territorial Restrictions and EEC Law. A Legal and Economie Analysis, Weinheim, 1978, besproken door Mr M. van Empel, blz. 193. Denemarken, auteursrecht en modelrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156 en 157 e.v. —, octrooiihbreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978 (9) blz. 526. —, octrooiwet, zie L. 0 sterborg, Die Reform des danischen Patentgesetzes - Anpassung an das internationale Patentsystem, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil jan. 1979, blz. 7-13. Deutsche Grammophon-arrest, zie artikel van Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 25. Dienstbetrekking, Het komt niet alleen aan op de werkzaamheden die aan de werknemer schriftelijk zijn opgedragen, doch op de werkelijke vervulling van de — waartoe de werknemer zich verplicht acht in de middelgrote onderneming van zijn werkgeefster; daarom komt de aanspraak op octrooi toe aan de
281 werkgeefster; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979, nr 48, blz. 245 (met noot). Dienstenaanduiding, zie Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Dienstmerk, Benelux, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. —, Benelux, zie Ch. Sunt, Dienstmerken, Rechtskundig Weekblad (Antwerpen) mei 1979, kolommen 24012420 en Mr R. van der Veen, pourquoi introduire une législation en matière de marques de service dans Ie Benelux, BBM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden 1978, blz. 412-439. - , internationaal, zie H. Mitscherlich, Zum Schutz international registrierter Dienstleistungsmarken in der Bundesrepublik Deutschland, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil jan. 1979, blz. 26/9. Dienstverband en auteursrecht, zie S. Rojahn, Der Arbeitnehmerurheber in Presse, Funk und Fernsehen, München, 1978 en R. Plaisant, L'auteur salarié et la propriété littéraire et artistique = The employeeauthor and literary and artistic property, Droit d'auteur 1977, blz. 262/7 = Copyright 1977, blz. 274-280. Dienstverband en uitvinding, zie uitvinder in dienstverband. Diepzeemijnbouw, zie D. Silverstein, Proprietary protection for deepsea mining technology in return for technology transfer: new approach to the seabeds controversy, Journal of the Patent Office Society 1978, blz. 135-170, besproken door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. Dieselmotoren, Voor een deskundige die met een probleem bij het toevoeren van brandstof aan een dieselheiblok werd geconfronteerd, lag het voor de hand zich te oriënteren op het gebied van —; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 13 februari 1978, nr 6, blz. 3 1 . Dietz-rapport, zie B. Harris, Copyright in the EEC - The Dietz report, European Inteïlectual Property Review nov. 1978, blz. 2-7. Diplomatieke Conferentie van München 10 sept. - 5 okt. 1973, zie Procès-verbaux de la Conférence diplomatique de Munich pour 1'institution d'un système europeen de délivrance de brevets (Munich, 10 septembre - 5 oktobre 1973), publiés par Ie Gouvernement de la République federale d'Allemagne (tevens verschenen met de Engelse en Duitse tekst). Display voor biaisband, zie Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot). Documentatie, zie octrooidocumentatie. Douanewaarde van octrooien; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 14 juli 1977,nr5,blz.30. Dox-band, zie Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot). Droit de suite, zie Mr R. L. du Bois, Het — - moet Nederland volgen?, Auteursrecht april 1979, blz. 36-38. Droits voisins, zie aangrenzend recht. Drukletters, zie Mr Th. Limperg, Een procedure over een lettertype. (Rechtbank 's-Hertogenbosch, 2 september 1977, Unger cs./Ter Beek) Auteursrecht april 1978, blz. 29 en Prof. A. Frangon, L'Arrangement de Vienne concernant la protection des caractères typographiques et leur dépót international, Le Droit d'auteur 1976, blz. 134/8 = Copyright 1976, blz. 129-133. Dubbele octrooiering, De Octrooiraad heeft een nieteenheidsbeslissing gegeven en aanvraagster heeft op grond daarvan een afgesplitste aanvrage ingediend;
een Afdeling van de Octrooiraad mag dan in beginsel niet weigeren die afgesplitste aanvrage openbaar te maken op grond van de overweging dat deze zou strekken tot —; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 april 1979, nr 26, blz. 178. Duitsland, Bondsrepubliek, aanduiding van herkomst, zie W. Tilmann, Die geographische Herkunftsangabe. Tatsachen, Rechtsschutz und rechtspolitische Entwicklung im Inland, im Ausland und im internationalen Bereich, München, 1976 (besproken door G. Schricker in Der Betriebs-Berater 1977, blz. 14291431) en G. Schricker, Neue Wege zum Schutz geographischer Herkunftsangaben, Der BetriebsBerater 1977, blz. 1429-1431. —, auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156 en 159. —, auteursrecht, zie J. M. J. M. Peters, Auteursrecht en reprografie, een bibliografie over de verhouding auteursrecht — reprografie in Nederland, Duitsland en Engeland - 1960 tot heden, Instituut voor Rechtsgeleerdheid, Nijmegen; Gesellschaft für Musikalische Aufführungs- und Mechanische Vervielfaltigungsrechte, 75 Jahre Deutsche Urheberrechtsgesellschaft, München, 1978; H. Hubmann, Urheber- und Verlagsrecht. Ein Studienbuch. Juristische Kurz-Lehrbücher, München 1978, vierde druk [besproken door W. Nordemann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 125/6]; J. Reinbote, Schlichtung im Urheberrecht. Die Schiedstelle nach dem Wahrnehmungsgesetz, Funktion, Rechtsnature und kartellrechtliche Problematik ( § 102a GWB), München, 1978 [besproken door W. Nordemann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 126]; F.^Riklin, Das Urheberrecht als individuelles Herrschaftsrecht und seine Stellung im Rahmen der Zentralen Wahrnemung urheberrechtlicher Befugnisse sowie der Kunstförderung, Freiburg, 1978; S. Rojahn, Der Arbeitnehmerurheber in Presse, Funk und Fernsehen, München, 1978 [besproken door K. Vinck in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979 (6) blz. 4 3 5 ] ; R. M. Kunstadt, Das Copyright Law von 1976 und die RBÜ; Annaherung ohne Einklang, UFITA, Archiv für Urheber-, Funkund Theaterrecht 1978, blz. 161/8; W. Nordemann, Das neue Copyright Law der USA und die Presse in der Bundesrepublik, Archiv für Presserecht 1978, blz. 116/9; W. Nordemann, Le droit de suite dans Partiele 14ter de la Convention de Berne et dans la loi sur le droit d'auteur de la République federale d'Allemagne = The "droit de suite" in Article 14ter of the Berne Convention and in the copyright law of the Federal Republic of Germany, Droit d'auteur 1977, blz. 324-330 = Copyright 1977, blz. 337-342; E.-K. Pakuscher, Rechtsschutz der Computerprogramme, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 35-46; E. Reichardt, Anhangige Probleme des Urheberrechts, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 81-104; A. Troller, Die Bildung des Urhebervertragsrechts, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 173-207 en E. Ulmer, Der Vergleich der Schutzfristen in seiner Bedeutung für den Urheberrechtsschutz amerikanischer Werke in der Bundesrepublik Deutschland, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 39-43. —, beschermingsomvang, zie G. Klöpsch, Zur Schutzfahigkeit und zum Schutzumfang der sogenannten zweiten Indikation im deutschen und europaischen Patentrecht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht mei 1979, blz. 283/7.
—, consumentenbescherming, zie N. Trocker, La tutela giurisdizionale degli interessi diffusi con particolare riguardo alla protezione dei consumatori contro atti di concorrenza sleale: analisi comparativa dell' esperienza tedesca, blz. 449-448 in: La tutela degli interessi diffusi nel diritto comparato (Milaan, Giuffrè, 1976). —, desbewustheid, zie G. R. John, Die unberechtigte Schutzrechtsverwarnung im deutschen und österreichischen Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil mei 1979, blz. 236244. —, dienstmerk, zie A. Krieger, Dienstleistungsmarken jetzt eintragungsfahig, Der Betrieb 1979, blz. 389-393; H. Mitscherlich, Zum Schutz international registrierter Dienstleistungsmarken in der Bundesrepublik Deutschland, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil jan. 1979, blz. 26/9 en W. Richter, Des marques de service en République Federale d'Aüemagne, BMM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden, febr. 1979, blz. 29-43. —, gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. —.gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir H. Mulder, Gebruiksmodel voor Nederland? , blz. 255/8. —, gebruiksmodel, zie U. Ostertag en R. Ostertag, Die Wahl des richtigen Schutzrechts. Gegenüberstellung von Patent, Gebrauchs- und Geschmackmuster - Geheimhaltung als Alternative?, Grafenau/Württ., 1978; Dr J.-D. Uexküll, German Laws relating to patents, utility models and trade marks and to inventions of employees, Keulen, 1978 en R. Zahn, Erlebt das Gebrauchsmusterrecht einen Bedeutungszuwachs? , Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1979, blz. 5/7. —, handelsnaam, zie H. P. Kunz-Hallstein, La protezione del nome commerciale straniero in Germania, Rivista di diritto industriale 1976 (1) blz. 412^423. —, industriële vormgeving, zie Brigitte Englert, Grundzüge des Rechtsschutzes der industriellen Formgebung, Keulen, 1978 [besproken door Dr Henssier in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 4 8 3 / 4 ] . —, innovatie, zie S. Gee, Factors affecting the innovation time-period. (USA, Canada, United Kingdom, France, Germany FR, and Japan). Research Management januari 1978, blz. 37-42. —, inventiviteit, zie H. Bardehle, Inventive level in the light of the European Patent Convention and German practice, European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 11-13. —, jurisprudentieonderzoek, zie Dipl.-Ing. Dr D. Liedel, Das deutsche Patentnichtigkeitsverfahren. Eine Bestandsaufnahme, Keulen, 1979. —, kwekersrecht, zie La PropriétéIndustrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, kwekersrecht, zie F. Wuesthoff, Etendue de la protection des obtentions végétales en Allemagne et a 1'étranger, C.B.I. Informations (17) blz. 16-25. - , licentie, zie M. B. Finnegan en B. C. Zotter, U.S. German licensing comparison, LES Nouvelles 1978, blz. 219-235 en Kretschmer, Lizenzrecht: [Entwurf-] Gruppenfreistellungsverordnung für Patentlizenzvertrage, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht april 1979, blz. 218/9. —, mededinging, zie U. Huber en B. Börner, Gemeinschaftsunternehmen im deutschen und europaischen Wettbewerbsrecht, Keulen, 1978; R. Nirk, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Stuttgart, 1975; F. Bodewig, Die wettbewerbsrechtliche Beurteilung der organisierten kostenlosen Kundenbeförderung nach deutschem, belgischem und französischem Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil jan. 1979,
blz. 29-38; W. Scheel, Aufgaben und Bedeutung des gewerblichen Rechtsschutzes, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil nov./ dec. 1978, blz. 419-420; P. van Siemens, Technologie-Transfer und gewerblicher Rechtsschutz, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil nov./dec. 1978, blz. 420/1; F. Simon, Der Technologietransfer unter dem wettbewerbsrechtlichen Aspekt betrachtet, Wettbewerb in Recht und Praxis sept. 1978, blz. 635/8 en N. Trocker, La tutela giurisdizionale degli interessi diffusi con particolare riguardo alla protezione dei consumatori contro atti di concorrenza sleale: analisi comparativa dell' esperienza tedesca, blz. 449-488 in: La tutela degli diffusi nel diritto comparato (Milaan, Giuffrè, 1976). —, mededingingsrecht, zie Baumbach-Hefermehl, Wettbewerbsrecht, Allgemeine Grundlagen des Wettbewerbsrecht, Gesetz gegen den unlauteren Wettbewerb, Zugabeverordnung, Rabattgesetz und Nebengesetze, München, 1978, 12e druk [besproken door Droste in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, 1979, blz. 77/8]; T. Marx, Wettbewerbsrecht. (FaËe und Materialien zum Kartellrecht, zum Gesetz gegen unlauteren Wettbewerb und zu den Nebengesetzen.), Berlijn, 1978 en E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör-, und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661] [ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad IE. 1978, blz. 1 1 5 ] . —, merkenrecht, zie D. von Baumann, L'obligation d'exploiter les marques en droit francais et allemand: étude comparative, Parijs, 1978; Markenrecht und Musterschutz, Markenschutzgesetz 1970, Fassung 1. August 1977 und Musterschutzgesetz 1970 samt den zugehörigen Gesetzen, onder redactie van V. A. Straberger en L. Gantner, Eisenstadt, 1977; E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör-, und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 6 6 1 ; ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad I.E. 1978, blz. 115 ]; W. Mak, Die Amtsrecherche bei der EWG-Marke, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978 blz. 121/5; D. von Baumann, Der Benutzungszwang im deutschen und französischen Warenzeichenrecht. Eine rechtsvergleichende studie, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil april 1979, blz. 183-194; Dr E. Hauszer, Das Patentamt als Sachverwalter des Markenrechts, Markenartikel 1978 (10) blz. 434, 436, 438 en 441/2; A. Krieger, Markenschutz als legislative Aufgabe, Markenartikel 1978 (10) blz. 42.3/6, 431/2 en 434; K. Möck, Wettbewerbspolitische Überlegungen zu einem allgemeinen Diskriminierungsverbot aus der Sicht der Markenartikelindustrie, blz. 477491 in: Festschrift für E. Günther zum 65. Geburtstag: Wettbewerb im Wandel onder redactie van H. Gutzler, W. Herion en J. H. Kaiser, Baden-Baden, 1976; Dr O. Schlecht, Der Markenartikel in der Wettbewerbspolitik,Mzrifcewa?tz/ce/1978 (10) blz. 416, 419, 420 en 421; G. Siewers, Übertragung des Prioritatsrechts bei Warenzeichen, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1977, blz. 9 0 / 1 ; R. Storkebaum, In Sorge um die Marke-"Markenerosion" als internationales Problem, Markenartikel 1978 (10) blz. 536 en 538/9; R. Storkebaum, "Markenalltag" im Unternehmen - Kooperation und Koordination
283 bei Auswahl und Verwendung von Warenzeichen, Markenartikel 1978 (9) blz. 341/3 en Dr E. Windisch, "Merkmalsanalyse" im Patentanspruch?, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 385-393. —, merken wet, zie Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn - New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. —, merkenwet, zie Dr J.-D. Uexküll, Germans Laws relating tot patents, utility models and trade marks and to inventions of employees, Keulen, 1978. - , modellenrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 157 e.v. —, modellenrecht, zie Markenrecht und Musterschutz, Markenschutzgesetz 1970, Fassung 1. August 1977 und Musterschutzgesetz 1970 samt den zugehörigen Gesetzen, onder redactie van V. A. Straberger en L. Gantner, Eisenstadt, 1977; Deutsche Vereinigung für gewerblichen Rechtsschutz und Urheberrecht, SteÜungnahme zu den Mustervorschriften für den Schutz von Computersoftware, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 300/7 en Mustervorschriften für den Schutz von Computersoftware, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 286-291. —, octrooiinbreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 526 en Stauder, Die Ermittlung des Verletzungsgegenstandes in Patentstreitigkeiten (saisie-contrefacon, inspection order, Beweissicherung), Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 108/9. —, octrooirecht, zie Dipl.-Ing. Dr D. Liedel, Das deutsche Patentnichtigkeitsverfahren. Eine Bestandsaufnahme, Keulen, 1979; U. Ostertag en R. Ostertag, Die Wahl des richtigen Schutzrechts. Gegenüberstellung von Patent, Gebrauchs- und Geschmackmuster - Geheimhaltung als Alternative?, Grafenau/Württ., 1978; A. Krieger, Europaisch.es und deutsches Patentrecht, Der Betrieb 1977, blz. 2423/8 en Dr E. Windisch, "Merkmalsanalyse" im Patentanspruch?, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 385-393. —, octrooiwet, zie Dr J.-D. Uexküll, Germans Laws relating to patents, utility models and trade marks and to inventions of employees, Keulen, 1978. —, ongeoorloofde mededinging, zie Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn - New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. —, prioriteitsoverdracht, zie G. Siewers, Übertragung des Prioritatsrechts bei Warenzeichen, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1977, blz. 90/1. —, programmatuur, zie Deutsche Vereinigung für gewerblichen Rechtsschutz und Urheberrecht, Stellungnahme zu den Mustervorschriften für den Schutz von Computersoftware, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 300/7; Mustervorschriften für den Schutz von Computersoftware, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 286-291 en E.-K. Pakuscher, Rechtsschutz der Computerprogramme, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk-und Theaterrecht 1978, blz. 35-46. - , siermodel, zie Dr Brigitte Englert, Grundzüge des Rechtsschutzes der industrieÏÏen Formgebung, Keulen, 1978, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 231/2. —, siermodel, zie U. Ostertag en R. Ostertag, Die Wahl
des richtigen Schutzrechts. Gegenüberstellung von Patent, Gebrauchs- und Geschmackmuster - Geheimhaltung als Alternative?, Grafenau/Württ., 1978. —, technologie, zie B. Knaben, Technologische vernieuwing West-Duitsland, bedrijven verplicht tot initiatief, NRC-Handelsblad 12 oktober 1979, blz. 13. —, technologieoverdracht, zie P. von Siemens, Technologie-Transfer und gewerblicher Rechtsschutz, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 420/1 en F. Simon, Der Technologietransfer unter dem wettbewerbsrechtlichen Aspekt betrachtet, Wettbewerb in Recht und Praxis 1978, blz. 635/8. —, vertaling, zie F. Sieger, Die Übersetzungs-Lizenzvertrage im deutsch-amerikanischen Rechtsverkehr, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk-und Theaterrecht 1978, blz. 287-316. —, werknemersuitvinding, zie Arbeitnehmererfindungsgesetz mit Durchführungsverordnungen, Vergütungsrichtlinien und Verordnungen über die steuerliche behandlung von Arbeitnehmererfindungen, München, 1977; G. Haas, Der Vergütungsanspruch einer unbeschrankt in Anspruch genommenen Diensterfindung vor Patenterteilung, Würzburg, 1975 en Dr J.-D. Uexküll, Germans Laws relating to patents, utility models and trade marks and to inventions of employees, Keulen, 1978. —, wijn, zie H.-J. Koen, Die Angaben "Weingut" sowie "Weingut und Wein-keËerei" nach neuem Bezeichnungsrecht, Die Weinwirtschaft 1977, blz. 1044/7. Duitsland, Democratische Republiek, zie Neuererrecht, Textausgabe der wichtigsten gesetzlichen Bestimmungen mit Anmerkungen und Sachregister. Hrsg. von Amt für Erfindungs- und Patentwesen der Deutschen Demokratischen Republik, Berlijn, 1977. —, licentie, zie F. Zschernig, Licensing policy & practice of the GDR, Unit 1978 (4) blz. 9-11 en 14. Dust Bug, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208-211. Dwanglicentie, zie licentie. Economische clausules van het gemeenschapsoctrooiverdrag, zie Mr G. Borst, Wording en werking van enige — van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 23/30. Economische ontwikkeling, zie O.C.D.E., Organisation de coopération et de développement économiques, Rapports annuels sur la politique de la concurrence dans les pays membres de 1'O.C.D.E., Parijs, 1977. E.E.G., zie Europese Economische Gemeenschap. Eenheid van uitvinding, De aanvrage betreft de bereiding van een reukstofcompositie onder gebruikmaking van een bepaalde stof; daarmee vormt de synthese van die stof geen —; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 20 oktober 1977, nr 33, blz. 212. —, De uitvinding betreft uitsluitend een speciale werkwijze ter bereiding van in beginsel bekende verbindingen; de — vindt haar uitdrukking in deze nieuwe werkwijze; hieraan doet niet af, dat men met deze werkwijze ook nieuwe verbindingen kan bereiden, aangezien deze qua eigenschappen equivalent zijn aan de bekende; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14nov. 1977, nr 24, blz. 177. Eenvormige Beneluxwet inzake Tekeningen of Modellen, zie Benelux tekeningen-en modellen wet. Eerder gebruik van een merk, Onderzoek of het eerdere gebruik van het merk van Apharmo hier te lande en de bekendheid van Janssen daarmede de uitbreiding van het recht tot Nederland in de weg staan; Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Eerstingediende aanvrage, De aanvrage is gericht op verbeteren van waterscheidingseigenschappen van bepaalde polyaminen met goede reinigende eigen-
284
schappen, die bekend zijn als toevoegsels aan motorbrandstof; een Amerikaans octrooischrift dat gericht is op de bereiding van een veel ruimere groep van polyaminen voor het verbeteren van reinigende eigenschappen van smeeroliën, is daarom niet de — om octrooi voor de materie van de onderhavige aanvrage; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979,nr25,blz. 177. Effect, De werkwijze volgens de aanvrage lag voor een deskundige voor de hand en kan daarom niet geacht worden te zijn uitgevonden; dit is niet anders, indien aldus vervaardigd plakband beter zou kleven dan een bekend plakband; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 april 1979, nr 49, blz. 248 (met noot). —, Een onvoorzienbaar therapeutisch — kan de voor de hand liggende werkwijze niet tot een octrooieerbare uitvinding maken; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 februari 1978, nr 8, blz. 48. Eigenschap van een produkt, De aanvrage betreft een werkwijze voor het vervaardigen van plakband; dat dit plakband zelfklevend is, geeft niet een deel van de werkwijze aan, maar een eigenschap van het aldus verkregen plakband; dat de gebruikte kleefmassa drukgevoelig is, geeft niet een maatregel van de werkwijze aan, maar een eigenschap van de kleefmassa; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 april 1979, nr 49, blz. 248 (met noot). Engeland, auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156 en 159. —, auteursrecht, zie J. M. J. M. Peters, auteursrecht en reprografie, een bibliografie over de verhouding auteursrecht — reprografie in Nederland, Duitsland en Engeland - 1960 tot heden, Instituut voor Rechtsgeleerdheid, Nijmegen; V. Bonham-Carter, Authórs by profession. Deel 1: From the introduction of printing until the Copyright Act 1911, Londom 1978; G. Crabb, Copyright and contract, Londen, 1976 en D. F. Johnston, Copyright Handbook, New York en Londen, 1978 [besproken door P. Ford in European Intellectual Property Review okt. 1978, blz. 31 ] . —, industriële eigendom, zie V. Triebel, Englisches Handels- und Wirtschaftsrecht, Heidelberg, 1978, blz. 196-221, Grundlagen des gewerblichen Rechtsschutzes. Das Unternehmen im Wettbewerb. —, innovatie, zie S. Gee, Factors affecting the innovation time-period. (How multiple sources of technology, internal versus external sources, and firm size, influence the time span of the innovation process; examination of date collected on 500 innovations from six countries (USA, Canada, United Kingdom, France, Germany FR, and Japan)) Research Management januari 1978, blz. 37-42. —, merkenrecht, Het Verenigd Koninkrijk bekrachtigt de tekst van Genève van de Overeenkomst classificatie van de waren en diensten voor merken, officiële mededeling, blz. 154. —, modellenrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 157 e.v. —, modellenrecht, zie G. Myrants, Industrial design protection in the United Kingdom, BMM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden, febr. 1979, blz. 59-68. —, octrooibescherming, zie M. Burnside en R. M. Kern, Der Einfluss des EWG-Vertrages auf die Durchsetzung von Patentschutzrechten in Grossbritannien, Mitteüungen der deutschen Patentanwalte 1978, blz. 66-71 en J. D. Cottingham, Ch. Oppenheim en R.
Heaword, Does British industry need the European and Community patents? , Planned innovation 1978, blz. 257/9. —, octrooiinbreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978 (9) blz. 526. —, octrooien, zie Patents, a source of technical information, Patent Office, Londen, 1975. —, octrooiwet, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87/8. —, octrooiwet, zie H. Brett, The Patents Act 1977, an introductory guide, Oxford, 1979; Patent Act 1977, Queen Mary College Patent Conference Papers. Edited by Mary Vitoria, Londen, 1978 [besproken door G. Dworkin in European Intellectual Property Review 17 jan. 1979, blz. 32]; f. C. H. Ellis, The Paris Convention for the protection of industrial property as interpreted by the European Patent Convention and the U.K. Patents Act 1977: a case study, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978, blz. 67-72 en T. C. Stancliffe, EPC, The New Patents Act and the Courts, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1977, blz. 254/6. —, programmatuur, zie C. Tapper, Computer law, Londen, 1978 [besproken door P. Ford in European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 40]. Engelse taal, Doordat de teksten in beide woord-beeldmerken aan de — zijn ontleend, wordt de omstandigheid dat bij beide merken het beeldbestanddeel bepalend is voor het herinneringsbeeld nog versterkt; President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Englert, Dr Brigitte, Grundzüge des Rechtsschutzes der industriellen Formgebung, Keulen, 1978, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 231/2. Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, artikel van Mr Ir D. Hijmans, blz. 56/9. Erkennen van een recht van voorrang, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 oktober 1978, nr 12, blz. 81 (met noot L.K.). Erosie van octrooi- en merkbescherming, zie E. Jucker, Staatsinterventionismus und Erosion des Patentund Markenschutzes, SANDOZ Bulletin april 1978, blz. 45 e.v. Esso, zie President Rechtbank Middelburg, 21 december 1977, nr 15, blz. 117. Europa, auteursrecht, zie PAO-cursus Amerikaans auteursrecht, mededeling, blz. 34. —, merkenrecht, zie D. C. Maday, Trademark rights of holding companies in Western Europe, Trademark Reporter 1978, blz. 28-46. —, octrooibescherming, zie W. Schönrath en M. Muller, Neue Abkommen über den Erfindungsschutz in Westeuropa, Der Neuerer 1978 (11/B) blz. 167-170. —, octrooirecht, zie H.-H. Schmieder, Patentrecht zwischen nationaler Tradition und europaischer Harmonisierung, Neue Juristische Wochenschrift 1977, blz. 1217-1225. Europees kartelrecht, zie mededeling, blz. 119. Europees merk, zie gemeenschapsmerk. Europees merkenrecht, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. —, zie Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn - New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. —, zie Europaisch.es Markenrecht - noch offene Fragen, Markenartikel 1978 (1) blz. 4 en D. C. Maday, Trademark rights of holding companies in Western Europe, The Trademark Reporter 1978 (1) blz. 28-46. Europees octrooi, zie H. B. Cohausz, The European
287
—, micro-organismen, zie U.D. Blum, Ausgewahlte Fragen über den Patentschutz für Mikroorganismen nach dem Europaischen Patentübereinkommen und dem schweizerischen Patentrecht, (Duits en Engels) blz. 89-124 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich(Bern 1978). Europees Octrooiverdrag voor de Gemeenschappelijke Markt, zie Gemeenschapsoctrooiverdrag. Europese Commissie, Bekendmaking betreffende octrooilicentieovereenkomsten, zie Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 91-100. —, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 100/5. —, zie Bekendmaking van de — van 18 december 1978 betreffende de beoordeling van toeleveringsovereenkomsten in het licht van artikel 85, lid 1 van het E.E.G.-Verdrag, blz. 191/3. —, zie Le droit de la concurrence dans la C.E.E. Recueil de textes et de Jurisprudence, onder redactie van J. A. van Damme, 1. Textes positifs, 1975, 2. La jurisprudence de la Cour de justice, 1975 (XVI), 3. Décisions de la Commission, 1975 (XVI). Europese Economische Gemeenschap, zie A. N. Wise en A. P. Seyler, Important developments in the EEC, LES Nouvelles 1977 (1) blz. 1-11. —, aangrenzend recht, zie F. Gotzen, Le droit des interprètes et exécutants dans la Communauté économique européenne, Brussel, 1977 (er is ook een Duitse en Engelse uitgave) en Mr J. H. Spoor, Harmonisatie van de rechten der vertolkers in de EEG, Auteursrecht april 1979, blz. 29-31. —, auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156. —, auteursrecht, zie A. Francon, Le droit d'auteur et le Traite de Rome instituant la Communauté Economique Européenne, Revue internationale du droit d'auteur 1979, blz. 128-197; B. Harris, Copyright in the EEG - The Dietz report. European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 2-7 en R. Knöpfle, Das Recht des Urhebers zur Abwehr von Importen und das europaische Recht, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1977, blz. 123-151. —, fabrieksgeheim, zie Der strafrechtliche Schutz des Geschafts- und Betriebsgeheimnisses in den Landern der Europaischen Gemeinschaft sowie in Ósterreich und der Schweiz, Keulen, 1978. —, geneesmiddelen, zie H. Kleist, Parallelimporte von Arzneimitteln in der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1977, blz. 551. —, inbreuk, zie B. G. Brunsvold, Section 337 United Tariff Act: a revived weapon against foreign patent infringers, IIC, International review of industrial property and copyright law 1979, blz. 52-66. —, industriële eigendom, zie Industrial Property Law in the Common Market, Londen, 1978, Volume 2 en Volume 3 (contains all industrial property cases published in Common Market Law Reports 19731977) en P. B. Morowsky, EEC and industrial property law, blz. 143-221 in: Private investors abroad, New York, 1976. —, kartelrecht, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicen-
tieovereenkomsten van het verbod van Art. 85(1) E.E.G., blz. 91-100. —, kartelrecht, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 100/5. - , kartelrecht, zie A. F. Crotti, Trading under EEC and US antitrust Laws, Londen, 1977; A. Gleiss, Kommentar zum EWG-Kartellrecht, Heidelberg 1978, derde druk; C. Canenbley, Antitrust problems with regard to distribution under the laws of the European Economie Community, International Business Lawyer 1977, blz. 177-184; K. P. Mailander, Die kartellrechtliche Beurteilung von Lizenzvertragen nach EGKartellrecht und US-Antitrustrecht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 378-393; P.-M. Schmitt, Schwerpunkte des EG-Kartellrechts 1974/75, blz. 93-112 in: Verwaltungs- und Rechtsprechungspraxis. Referate des Dritten FlW-Seminars 1975, Keulen, 1976 en W. Seeger, Beschrankungen bei Ost-West-Kooperationsvertragen - Jüngste Entwicklung des Kartellrechts der EG, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte jan. 1978, blz. 8-11. —, licentie, zie F. Dessemontet, Transfer of technologies under UNCTAD and EEC draft codifications: a European view on choice of law in licensing, Journal of International law and Economics 1977, blz. 1-55 en P. Lemke, Hürden im Lizenz- und Kooperationsverkehr zwischen EG (Europaische Gemeinschaft)- und RGW (Rat für Gegenseitige WktschaftshüfeRa^dern^wnsttfo/jfe 1977, blz. 791/2. - , mededinging, zie A. Braun, A. Gleiss en M. Hirsch, Droit des ententes de la Communauté économique européene, Brilssel, 1977; U. Huber en B. Börner, Gemeinschaftsunternehmen im deutschen und europaischen Wettbewerbsrecht, Keulen, 1978; V. Korah, An introductory guide to EEC competition law and practice, Oxford, 1978; Le droit de la concurrence dans la C.E.E. Recueil de textes et de jurisprudence, onder redactie van J. A. van Damme, 1. Textes positifs, 1975, 2. La jurisprudence de la Cour de justice, 1975 (XVI), 3. Décisions de la Commission, 1975 (XVI); Nations Unies, Le controle des pratiques commerciales restrictives dans la Communauté économique européenne, New York, 1977; Wettbewerbspolitik der Europaischen Gemeinschaften. Entschliessung zum Siebenten Bericht der Kommission der Europaischen Gemeinschaften über die Wettbewerbspolitik. Unterrichtung durch das Europaische Parlament. U.a. Forderung nach Verabschiedung der Gruppenfreistellungsverordnung für Patentlizenzvertrage. Deutscher Bundestag, 8. Wahlperiode, Drucksache 8/2239 vom 24.10.1978; B. van der Esch, L'application des régies de concurrence du Traite C.E.E. a 1'exercice du droit de marque - réflexions et exemples, Cahiers de droit europeen 1977, blz. 499-505; A. Quaedvlieg, Het recht betreffende de concurrentiepraktijken in de zes oorspronkelijke EEG-Staten, Bulletin de l'Institut international de concurrence commerciale 1976, blz. 19-37; U. Albrecht, Vorschlag einer Richtlinie zur Harmonisierung des Wettbewerbs in der Europaischen Gemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1978, blz. 687-692; N. J. Byrne, "appreciable effects" principle of EEC-competition law as applied to industrial property licences, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978 (2) blz. 54/9; M. Fabiani, Importazione di prodotti fonografici e regole di concorrenza e di libertè degli scambi dell Trattato CEE, Il diritto di autore 1977, blz. 498-521; M. B. Finnegan en B. C.
288 Zotter, Das amerikanische Kartellrecht der Patentlizenzvertrage - Vergleichende Betrachtung zu den Wettbewerbsregeln der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1979, blz. 321-332; A. Levi, Clausole dei contratti di licenza di brevetto, di Know-how e di marchio e diritto comunitario della concorrenza, Rivista di diritto industriale 1977 (1) blz. 31-64; A. L. Morris, EEC competition law and the licensing of industrial property rights, Planned innovation 1978, blz. 381/4 en J. Struyck, Der Vorschlag einer EG-Richtlinie zur Harmonisierung des Werberechts, Zeitschrift für Verbraucherpolitik 1978, blz. 326-337. —, merkenrecht, Wie in twee E.E.G.-Staten recht op een bepaald merk heeft, mag er zich tegen verzetten, dat een derde een produkt waarop in de ene E.E.G.Staat het merk rechtmatig is aangebracht, ompakt, op de nieuwe verpakking het merk aanbrengt en het produkt daarna in de andere E.E.G.-Staat op de markt brengt; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, merkenrecht, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 10 oktober 1978, Centrafarm/American Home, nr 14, blz. 105. —, merkenrecht, zie Prof. Dr W. Hefermehl, Prof. Dr H. P. Ipsen, Prof. Dr W. R. Schluep en Prof. Dr G. Sieben, Nationaler Markenschutz und freier Warenverkehr in der Europaischen Gemeinschaft, München, 1979; Patents and trade marks in the European Community, Londen, 1976; M. C. E. J. Bronckers, Merken en medicijnen (Europese rechtspraak en Nederlandse praktijk), Ars Aequi febr. 1979, blz. 59-73; B. van der Esch, L'application des régies de concurrence du Traite C.E.E. a 1'exercice du droit de marque - réflexions et exemples, Cahiers de droit europeen 1977, blz. 499-505; W. Mak, Die Amtsrecherche bei der EWG-Marke, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1978 blz. 121/5; W. Mak, Markenschutz im gemeinsamen Markt, Der Markenartikel 1978, blz. 540/3; Prof. Dr F.-K. Beier, Unterscheidene Zusatze als Mittel zur Lösung marken- und firmenrechtlicher Konflikte im Gemeinsamen Markt?, blz. 149—160 in: Beitrage zur Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978) en Recht der internationale Wirtschaft 1978, blz. 213-220; J.-J. Burst en R. Kovar, Le reconditionnement de produits marqués et le droit communautaire (naar aanleiding van Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, Hoffman-La Roche/Centrafarm, Bijblad LE. 1979, nr 10, blz. 60), La semaine juridique C.I. nr 42, 19 okt. 1978, 12830; W. Fricke, Parallelimporte von Markenwaren und freier Warenverkehr innerhalb der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1977, blz. 217; G. Guglielmetti, La c d . "origine comune" del marchio el la giurisprudenza della Corte di Giustizia della C.E.E.: una postilla, Rivista Soc. 1978, blz. 439443; H. Johannes, L-'application des principes de Parrêt HAG aux marques n'ayant pas la même origine et aux marques non appropriables, Revue Internationale de la Concurrence 1978, blz. 47; U. Loewenheim, Trademarks and European Community Law, IIC, International review of industrial property and copyright law 1978, blz. 442-435; V. Mangini, Funzioni del marchio e interessi dei consumatori: ancora sulla giurisprudenza comunitara in tema di diritto di marchio, Rivista di diritto industriale 1979 (1) blz. 82-107; R. D. O'Brien en R. N. Brown, Trademarks and the EEC, Trademark Reporter 1978, blz. 1-14; E. A. Raffaelli, "Esistenza"
del diritto di marchio e norme comunitairie sulla Hbera circolazione delle merci, Rivista di diritto industriale 1977 (II) blz. 3-27 en W. Tilmann, Grundfragen des EWG-Markenrechts, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1979, blz. 20/5. —, misleidende reclame, zie Mr D. W. F. Verkade, De wet misleidende reclame: begin- of eindpunt van een ontwikkeling?, JVederZands Juristenblad 1979, blz. 458-467. —, modelrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 157. —, modelrecht, zie Les Perspectives d'un droit communautaire en matière de dessins et modèles industriels: Table ronde internationale organisée par le Centre universitaire d'enseignement et de recherche de propriété industrielle, CUERPI, Grenoble, 1977; W. Duchemin, La protection des arts appliqués dans la perspective d'un dépöt communautaire en matière de dessins et modèles industriels, Cahiers du travailleur intellectuel 1978 (130) blz. 3/6 en M. Serio, Suil' armonizzazione nella Comunita europea delle leggi in materia di disegni e modelli, Rivista di diritto civile 1977, blz. 273-306. —, octrooiihbreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978 (9) blz. 526. —, octrooilicentie, zie R. H. Burnett-Hall, Patent licences: the Commission Block Exemption Regulation - Draft No 3, Londen, 1978. (Preprint of paper to be delivered at the 597th Ord. General Meeting of the CIPA to be held on 17th January 1979.); N. Fox Basset, EEC Group Exemption for Patent Licences, International Business Lawyer 1978, blz. 226-238; A. Frignani, Il progetto di regolamento sulle licenze di brevetto nella C.E.E., Foro padano 1978 (1-4) kolommen 11-20 en J. Woltz, Der Einfluss des Wettbewerbsrechtes der EWG auf Patentlizenzvertrage, DerNeuerer 1978 (7/8) blz. 106/9. —, octrooirecht, zie P. Demaret, Patents, territorial restrictions, and EEC law, Weinheim, 1978, besproken door Mr M. van Empel, blz. 193 [tevens besproken door P. Blok in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1979, blz. 363/5], —, octrooirecht, E. D. Offner, Comparative U.S.-European-Common Market patent service, New York, 1978; Patents and trade marks in the European Community, Londen, 1976 en M. Burnside en R. M. Kern, Der Einfluss des EWG-Vertrages auf die Durchsetzung von Patentschutzrechten in Grossbritannien, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1978, blz. 66-71. - , parallelimport, zie W. Fricke, Parallelimporte von Markenware und freier Warenverkehr innerhalb der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1977, blz. 217; H. Kleist, Parallelimporte von Arzneimitteln in der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1977, blz. 551 en H. Kleist, Warenzeichenfragen im Zusammenhang mit Parallelimporten von Arzneimitteln, Wettbewerb in Recht und Praxis 1979 blz. 23/7. —, rechtspraak, zie J. Steenbergen, Het beleid van het Hof [van Justitie van de Europese Gemeenschappen] bij de ontwikkeling van het gemeenschapsrecht, Sociaal-Economische Wetgeving 1977, blz. 415-432. —, territorialiteit, zie P. Demaret, Patents, Territorial Restrictions, and EEC Law. A Legal and Economie Analysis, Weinheim, 1978, besproken door Mr M. van Empel, blz. 193 [tevens besproken door P. Blok in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht,
289 Internationaler Teil 1979, blz. 3 6 3 / 5 . ] . - , territorialiteit, L. C. Ubertazzi, Ancora in tema di attuazione deU'invenzione ed importazione di prodotti comunitari, Rivista di diritto industriale 1977 I blz. 65-74. ' ' —, vrij warenverkeer, verkapte beperking van de handel tussen —Staten, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, vrij warenverkeer, De rechthebbende op een merk dat in een EEG-Staat is beschermd, mag er zich tegen verzetten, dat een derde een waar onder dat merk op de markt brengt, ook al is die waar tevoren in een andere EEG-Staat rechtmatig in het verkeer gebracht onder een ander merk waarop dezelfde rechthebbende aldaar recht heeft; een zodanig verzet kan niettemin een verkapte beperking van handel tussen de E.E.G.-Staten vormen, indien de rechthebbende verschillende merken voor eenzelfde produkt gebruikt ten einde de markten kunstmatig te splitsen; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 10 oktober 1978, nr. 14, blz. 105. —, vrij warenverkeer, zie W. Fricke, Parallelimporte von Markenware und freier Warenverkehr innerhalb der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1977, blz. 217 en J. Usher, The consequences of the notion of a single market: recent decisions of the Court on the free movement of goods, European Law Review 1978, blz. 39-52. —, werknemersuitvinding, zie Comparative study of employees' inventions law in the Member States of the European Communities. Labour Law Series No 2, Luxemburg, 1978 [besproken door Hugh Brett in European Intellectual Property Review 1979, blz. 201 ] en F. Neumeyer, Das Recht der Arbeitnehmererfindung in den Landern des Gemeinsamen Marktes f - ] , DerBetrieb 1978, blz. 538-543. - en Oostenrijk, zie R. Dittrich, Die Vertrage Österreichs mit den Europaischen Gemeinschaften und das österreichische Urheberrecht, Ósterreichische Blatter für gewerblichen Rechtsschutz und Urheberrecht 1977, blz. 81/8. — en Zwitserland, zie H.-J. Meyer-Marsilius, Die Bewahrung des Freihandelsabkommens Schweiz-EG aus der Sicht der Wirtschaft, Auszenwirtschaft 1977, blz. 30-54. Europese Economische Gemeenschap-Verdrag, zie P. VerLoren van Themaat, Zum Verhaltnis zwischen Artikel 30 und Artikel 85 EWG-Vertrag, blz. 373-388 in: Festschrift für E. Günther zum 65.Geburtstag: Wettbewerb im Wandel onder redactie van H. Gutzler, W. Herion en J. H. Kaiser, Baden-Baden, 1976; A. Francon, Le droit d'auteur et le Traite de Rome instituant la Communauté Economique Européenne, Revue internationale du droit d'auteur 1979, blz. 128-197; B. Harris, Application of Article 36 of the Treaty of Rome to intellectual property: A review of the case law, IDEA, Journal of Law and Technology 1978, blz. 307-330 en W. Nordemann, Die rechtliche Stellung der Verwertungsgesellschaften. (Veffasser wendet sich gegen eine gemeinsame Regelung des Rechts der Verwertungsgesellschaften auf der Ebene der Europaischen Verstarkung der staatlichen Aufsicht über die Verwertungsgesellschaften), GEMA -Nachrich ten 1978 (109) blz. U / 3 . —, art. 85, Mondelinge overeenkomsten, waarbij Watts aan Theal de alleenverkoop van haar produktejn in Nederland toekende en het uitsluitende recht verleende in Nederland haar merken te gebruiken; dit stelsel van overeenkomsten is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt; zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208-211.
—, art. 85, zie Industriële eigendom en —, mededeling, blz. 227-231. —, art. 85, zie N. J. Byrne, Trademark licensing under article 85 EEC: some recent developments, The Journal Incorporation Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978, blz. 496-504. —, art. 8 5 , leden 1 en 3, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 8 5 ( 1 ) E.E.G., blz. 91-100. —, art. 85, leden 1 en 3, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 100/5. —, art. 85, lid 1, Bekendmaking van de Europese Commissie van 18 december 1978 betreffende de beoordeling van toeleveringsovereenkomsten in het licht van artikel 85, lid 1, van het E.E.G.-Verdrag, blz. 191/3. — en industriële eigendom, zie mededeling, blz. 227-231. Europese harmonisatie van het auteursrecht, zie Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Fotocopie en —, Auteursrecht januari 1978, blz. 4-5 en Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Kort verslag Symposium Munster - 1 5 september 1977: —, Auteursrecht januari 1978, blz. 13. Europese octrooiaanvrage, zie Terinzagelegging en bekendmaking van Nederlandse vertalingen van conclusies, behorende bij —n, officiële mededeling, blz. 2. —, zie Bewijs van overgang van prioriteitsrechten met betrekking tot —n, officiële mededeling, blz. 155. —, zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/9. —, zie mededeling, blz. 84. —, zie Dipl.-Ing. G. Werner, Die Patentanmeldung nach EPÜ und PCT. Vergleichende Studie der Patentanmeldung nach.dem Europaischen Patentübereinkommen (EPÜ) und dem Vertrag über die internationale Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Patentwesens (PCT). (Duits en Engels), blz. 69-77 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). Europese octrooiaanvrage voor de Gemeenschappelijke Markt, zie gemeenschapsoctrooiaanvrage. Evrard, J.-J. en A. Braun, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Examen voor Europees octrooigemachtigde, zie officiële mededeling, blz. 55. Exclusieve licenties, zie Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 91-100. —, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 229. —, uitvoerende kunstenaars, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. Exploitatie van populariteit, zie Hoge Raad, 19 jan. 1979, nr 23, blz. 163. exportverbod, Mondelinge overeenkomsten, waarbij Watts aan Theal de alleenverkoop van haar produkten in Nederland toekende en het uitsluitende recht verleende in Nederland haar merken te gebruiken; dit stelsel van overeenkomsten is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt; zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208-211. —, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 229.
290 Fabrieksgeheim, zie Practising Law Institute, Protecting and profiting from trade secrets, New York, 1979; Th. M. Noone, Trade secrets vs. patent protection, Patent and trademark review 1978, blz. 415-423 en Trade Marks, Patents and Designs Federation, Monthly report, juni 1979 (1) blz. 1-7. Family-ship 19', zie President Rechtbank Alkmaar, 21 juni 1978, nr 5 1 , blz. 260 (met noot v. N.H.). Farmaceutische produkten, zie geneesmiddelen. Filmrecht, zie Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Het — in Nederland, de bestaande situatie, Auteursrecht april 1978, blz. 17-18 en Mr J. H. Spoor, De Vereniging voor Auteursrecht en de filmkwestie, Auteursrecht april 1978, blz. 19-26. Flessen, De rechthebbende op het Esso-merk kan zich met recht verzetten tegen het gebruik van dat merk door gedaagde, bestaande uit het voor de verkoop vullen van lege Esso—, het ten verkoop in voorraad hebben van door gedaagde gevulde Esso—, en het afleveren van zodanige —; President Rechtbank Middelburg, 21 december 1977, nr 15, blz. 117. Fonogrammen, zie grammofoonplaten. Formosa, zie Taiwan. Fotocopie, zie Association of American Publishers, Photocopying by academie, public and nonprofit research libraries, Washington, 1978 en Prof. Mr H. Cohen Jehoram, — en Europese harmonisatie van het auteursrecht, Auteursrecht januari 1978, blz. 4-5. Fotografie, zie J.-P. Oberthür, Guide du droit d'auteur en photographie, Parijs, 1977. Fout in memorie van grieven. Aanvraagster is bij haar memorie van grieven in beroep gekomen van de beschikking van de Aanvraagafdeling "waarbij het hem gevraagde octrooi niet werd openbaargemaakt"; zij mag dit verbeteren in: "waarbij is besloten het gevraagde octrooi niet te verlenen"; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 16 mei 1978, nr 40, blz. 216. Frankrijk, auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken vari beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156 en 159. —, auteursrecht, zie M. Huet, Le miroir figé: éclat du droit d'auteur en matière d'architecture, Parijs, 1978 en Syndicat des Ecrivains de Langue Francaise, La fiscalité des droits d'auteur: dossiers (presentés par Gérard Periot) Parijs, 1978-1979. —, innovatie, zie S. Gee, Factors affecting the innovation time-period. (How multiple sources of technology, internal versus external sources, and firm size, influence the time span of the innovation process; examination of date collected on 500 innovations from six countries (USA, Canada, United Kingdom, France, Germany FR, and Japan)) Research Management januari 1978, blz. 37-42. —, jaarverslag Octrooiraad, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 184, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, mededinging, zie X. De Roux, D. Voillemot en T. Vassogue, Le droit francais de la concurrence, Ententes, positions dominantes, ventes reglementées, Parijs, 1975 en F. Bodewig, Die wettbewerbsrechtliche Beurteiling der organisierten kostenlosen Kundenbeförderung nach deutschem, belgischem und französischem Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil jan. 1979, blz. 29-38. —, mede-uitvinders, zie J. Cedras, Les ceuvres coËectives en droit francais, Parijs, 1978. —, merkenrecht, zie D. von Baumann, L'obligation d'exploiter les marques en droit francais et allemand: étude comparative, Parijs, 1978; A. Christias, La marque étrangère en France et en Grèce, Parijs, 1978; C. Vigier, Le dépöt et 1'enregistrement des marques
de fabrique, de commerce et de service selon la loi du 31 décembre 1964. Rechtsgeleerd proefschrift Parijs 2, Parijs, 1977 en D. von Baumann, Der Benutzungszwang im deutschen und französischen Warenzeichenrecht. Eine rechtsvergleichende Studie, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 183-194. - , modelrecht, zie artikel vari Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 157 e.v. —, octrooiinbreuk, zie Ch. Le Stanc, L'acte de contrefacon de brevet d'invention, Parijs, 1977 en K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischeh Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 526. —, octrooirecht, zie A. Casalonga, Rencontre avec les contradictions ou une métaphysique de Pinvention, Parijs, 1977; J.-M. Mousseren en A. Sonnier, Le droit francais nouveau des brevets d'invention (loi du 13 juület 1978), Parijs, 1978 en J. Schmidt, Brevetabilité en droit francais et europeen, Cahiers de droit de l'entreprise 1979, nr 3, blz. 7-10. —, onderzoek, zie Y. Reboul, Les contrats de recherche, Parijs, 1979. —, technologie-overdracht, zie J.-M. Deleuze, Le contrat de transfert de processus technologique (knowhow), Parijs, 1979. —, uitvinder, zie Brevet europeen contre inventeur francais? ,Le Monde 1 december 1978 [samenvatting in Propriété industrielle-bulletin documentaire 1979, blz. IV-7]. —, uitvinding, zie Inventions et Droits Antérieurs, Travaux de la 7e Rencontre de proriété industrielle (Lyon, Centre Paul-Roubier, 1978), Parijs, 1979 en B. Remiche, Le régime juridique des inventions faites dans les universités, Annales de droit 1974, blz. 351. —, vooronderzoek, zie J. Thomas, Le brevet d'invention communautaire et ses incidences sur la recherche en France, Revue générale de l'électricitê 1978 (5) blz. 407-410 [samenvatting in Propriété industriellebulletin documentaire 1978 (220) blz. 11-279-280]. — en de Europese octrooiverdragen, zie Dr Ir F. Panel, La protection des inventions en droit europeen des brevets, Parijs, 1977, besproken door Mr M. van Empel (blz. 15) [ook besproken door J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 378-380]. Funktie van het Octrooiwezen met betrekking tot de Beschikbaarheid en de Overdracht van Kennis, rapport nr 8 van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/8. Galgje, zie President Rechtbank Assen, 25 juli 1978, n r 2 2 , b l z . 161. Galiameloenen, zie President Rechtbank Rotterdam, 16 juli 1979, nr 50, blz. 258. Gaschromatografische scheidingsmethode, Het behoort tot de normale taak van een deskundige de bestanddelen van een natuurprodukt te scheiden en te onderzoeken welke bestanddelen de bekende, gewenste werking hebben; de gekozen — is kort vóór de indieningsdatum van de aanvrage zeer gebruikelijk geworden, in het bijzonder voor complexe mengsels. Geen uitvinding aanwezig geacht; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 1 december 1977, nr 13, blz. 83 en nr 34, blz. 212 (met noot). Gebiedsbescherming in de E.E.G., Mondelinge overeenkomsten, waarbij Watts aan Theal de alleenverkoop van haar produkten in Nederland toekende en het uitsluitende recht verleende in Nederland haar mer-
291 ken te gebruiken; dit stelsel van overeenkomsten is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt; zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208. Gebruik in de zin van het Unie-Verdrag, zie A. Zelnick, Shaking the lemon tree: use and the Paris Union Treaty, The Trademark Reporter 1977, blz. 329-350. Gebruik van een handelsnaam, Een niet uitdrukkelijk gegeven, maar stilzwijgend uit de omstandigheden afgeleide toestemming tot het - wettigt slechts een gebruiksrecht dat de minst verstrekkende inbreuk maakt op de rechten van hem die de toestemming gaf; Hof 's-Hertogenbosch, 9 juli 1974, nr 7, blz. 43. Gebruik van een merk, Het maken van reclame in advertenties hier te lande voor uit Duitsland geïmporteerde spellen onder gebruikmaking van de Nederlandse merknamen voor die spellen, vormt gebruik van de betrokken merken voor de waren waarvoor zij zijn ingeschreven; President Rechtbank Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. —, zie D. von Baumann, Der Benutzungszwang im deutschen und französischen Warenzeichenrecht. Eine rechtsvergleichende studie, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 183-194. Gebruiksdoel, Een voortbrengsel dat zich van het bekende slechts onderscheidt door een nieuw — is niet octrooieerbaar; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 1 december 1977, nr 13, blz. 83 en nr 34, blz. 212 (met noot). —, Het aangeven van een ander dan het bekende — van een bekend voortbrengsel maakt dit voortbrengsel niet nieuw; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 december 1978, nr 30, blz. 191. Gebruiksfunctie in het Beneluxmodellenrecht, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Gebruiksmodel, Enige opmerkingen over —len, artikel van Mr Ir D. Hijmans, blz. 56/9. —, — voor Nederland? , hoofdartikel van Mr Ir H. Mulder, blz. 255/8. —, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 105. —, zie G. Sena, I diritti sulle invenzioni e sui modelli industriali, Milaan, 1976 en C. Sepulveda, La protección international a los disefios industriales, Revista Mexicana de la Propiedad Industrial y Artistiea 1976, blz. 45-58. Geluidscopieën, zie Dr F. Gotzen (ed.), Reprographie, Studiedag van 31 januari 1978 over auteursrecht, Antwerpen, 1979, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 232/3. Geluidsdragers, zie grammofoonplaten. Gemeenschappelijke Markt, zie Europese Economische Gemeenschap. Gemeenschappelijke uitvinding, zie E. Ramoni-Fitting, L'invention commune. These de doctorat de la Faculté de droit de Lausanne, Lausanne, 1974. Gemeenschapsmerk, zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 188/9. —, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 10 oktober 1978, nr 14, blz. 114. —, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, blz. 180. —, zie Benelux Vereniging van Merken- en Modellengemachtigden (B.M.M.), Rapport van het Bestuur inzake het "Ontwerp voor een Verordening van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk" - Werkdocu-
ment Nr 11, BMM Bulletin, van de Beneluxvereniging van Merken- en Modellengemachtigden febr. 1979 (1) blz. 80-120; M. van Empel, The EEC Trademark Memorandum, Common Market Law Review 1978, blz. 55-68; W. Mak, Das Problem der Amtsrecherche beim künftigen Markenamt der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte dec. 1978, blz. 221/4; E. Armitage, Comments on the Community trade mark, Revue et Bulletin de la Fédération Internationale des Conseïls en Propriêté Industrielle 1978, blz. 28-34; E. Armitage, The Community Trade Mark, Revue et bulletin de la Fédération internationale des conseils en propriêté industrielle 1979, blz. 119-138 en Trade Marks, patents and designs Fédération, Monthly Report, december 1978 (I) blz. 1-9; J. Braun, Has the consumer a place in the Community Trade Mark proposal?, European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 1; K. E. Danish, Toward an EEC trademark, Patent and trademark review 1978, blz. 319-336; Europaisches Markenrecht - noch offene Fragen, Markenartikel 1978 (1) blz. 4; G. Guglielmetti, Il marchio comunitario, Foro padano 1978 (1-4) kolommen 19-28; Kretschmer, EG-Marke: Anhörung in Brussel, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht april 1979, blz. 217/8; Dr A. Krieger, Europaisches Markenrecht im Werden, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 279-286 en Markenartikel 1979, blz. 276288; D. Levinsky, Amtsrecherche für die Gemeinschaftsmarke an stelle laufender Warenzeichen-Kollisionsüberwachung, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1978, blz. 224/6; R. N. G. Lingwood, Community trade mark: a practitioner's comment on the proposed EC trade mark, Revue et Bulletin de la Fédération Internationale des Conseils en propriêté industrielle 1978, blz. 22/8; A. von Mühlendahl, Der Angriff auf die Gültigkeit der Gemeinschaftsmarke im Verletzungsprozess. Zur Verteilung der Zustandigkeit im Gemeinschaftmarkenrecht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 317-327 en M. Röttger, The Draft Regulation on the Community Trade Mark: provisions for opposition, cancellation and search for earlier trade marks, European Intellectual Property Review 1979, blz. 183/6. - , uitputting, zie F.-K. Beier, The doctrine of exhaustion in EEC trademark law - scope and limits, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1979, blz. 20-51. Gemeenschapsmodel, zie Les Perspectives d'un droit communautaire en matière de dessins et modèles industriels: Table ronde internationale organisée par Ie Centre universitaire d'enseignement et de recherche de propriêté industrielle, CUERPI, Grenoble, 1977 en W. Duchemin, La protection des arts appliqués dans la perspective d'un dépöt communautaire en matière de dessins et modèles industriels, Cahiers du travailleur intellectuel 1978 (130) blz. 3/6. Gemeenschapsoctrooi, zie J. D. Cottingham, Ch. Oppenheim en R. Heaword, Does British industry need the European and Community patents? , Planned innovation 1978, blz. 257/9; Fischer c.s. Entschlieszung über Streitfalle bei Gemeinschaftspatenten, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 108/9; A. Francon, Brevet europeen et brevet communautaire, Annuaire francais de droit international 1977, blz. 918-926 (samenvatting in Propriêté industrielle-bulletin documentaire 1979, blz. II-27/8); Rêflexion sur Ie thème du brevet europeen, Les petites affiches 24 november 1979; J. Thomas, Le brevet d'invention communautaire et ses incidences sur la recherche en France, Revue générale de Vélectricité 1978, blz.
407-410 en R. V. Thurmann, Protecting inventions in a changing Europe, Patent Law Annual 1977, blz. 141-204. —, beschermingsomvang, zie Franco Benussi, La tutela del brevetto per invenzione. Ambito e limiti, Milaan 1978 [besproken door Ludwig Vohland in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, InternationalerTeil 1978, blz. 380]. —, inbreuk, zie R. Boros, La publication de la sentence comme sanction de la contrefacon d'un brevet communautaire, Rivista didiritto industriale 1977, blz. 197-209. —, licentie, zie Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 93 en 99. Gemeenschapsoctrooiverdrag, zie Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (—), blz. 23/30. - , zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 188/9. —, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. - , zie P. Demaret, Patents, Territorial Restrictions and EEC Law. A Legal and Economie Analysis, Weinheim, . 1978, besproken door Mr M. van Empel, blz. 193. —, zie Dr Ir F. Panel, La protection des inventions en droit europeen des brevets (Parijs, 1977), besproken door Mr M. van Empel, blz. 15 [ook besproken door Dr J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1978, blz. 378380] —, zie W. Fraulob, Neuregelung des internationalen Patentrechts. Schutz - Verfahren - Kosten. EPÜ GPÜ - PCT, Weinheim, 1978; Ir L. Gruszow en Mr B. Remiche, La protection des inventions. (Le Traite de coóperation en matière des brevets, la Convention sur le brevet europeen et la Convention sur le brevet Communautaire.) Deel 2 van "Le droit de la concurrence" sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, 1978 [besproken door J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1979, blz. 3 1 7 ] ; Dr R. Pietzeker, EPÜ, GPÜ , PCT (Europaisches Patentübereinkommen, Gemeinschaftspatentübereinkommen, Patent Coóperation Treaty.) Leitfaden der internationalen Patentvertrage, Keulen, 1977 [besproken door Fischer in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 6 6 1 ] ; J. P. Sortais, Les tentatives d'harmonisation et d'unificatitMi du droit des brevets d'invention: de la Convention de Paris (1883) a la Convention de Luxembourg (1975), J. P. Sortais, 1976; Prof. Mr G. H. C. Bodenhausen, Some afterthoughts on the international protection of industrial property, blz. 37-42 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); Cross-Border Patenting: PCT offers real benefits: other pacts seem stalled (The patent coóperation treaty PCT; Japanïs ratification. European Patent Convention (EPC). Community Patent Convention (CPC). Revison of the Paris Convention), Business International 14 juli 1978, blz. 217/9 en A. McClellan, La convention sur le brevet communautaire, Cahiers de Droit Europeen 1978, blz. 202-218. Gemeenschapsrecht, zie Europese Economische Gemeenschap. Geneesmiddelen, zie E. Kaufer, Die Ókonomie der pharmazeutischen Industrie, Baden-Baden, 1976 [besproken door S. Greif in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Intemationaler Teil 1979, blz. 3 6 1 / 3 ] ; M. C. E. J. Bronckers, Merken en medicijnen (Europese rechtspraak en Nederlandse praktijk), Ars Aequi febr. 1979, blz. 59-73; H. Kleist, Parallelimporte von Arzneimitteln in der Europai-
schen Wirtschaftsgemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1977, blz. 551 en H. Kleist, Warenzeichenfragen im Zusammenhang mit Parallelimporten von Arzneimitteln, Wettbewerb in Recht und Praxis 1979, blz. 23/7. —, beperking van de handel in — tussen de E.E.G.Staten, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 10 oktober 1978, nr 14, blz. 105. Genève, Geneefse Conferentie over kabeltelevisie, zie J. Handl, Die Genfer Kabelfernsehkonferenz: Vorerst nicht mehr als ein Abtasten der Probleme und der Schwierigkeiten ihrer Lösung, Film und Recht 1978, blz. 587-590. —, Protocol van — bij de Schikking van 's-Gravenhage betreffende het internationale depot van tekeningen of modellen van nijverheid, zie Wetgeving, industriële eigendom; blz. 248/9. —, Tekst van — van de Overeenkomst classificatie van waren en diensten voor merken, zie Overeenkomst classificatie van waren en diensten voor merken. —, Verdrag van — betreffende de internationale inschrijving van wetenschappelijke ontdekkingen, zie La PropriétéIndustrielle 1978, besproken door Mr D. W . F . Verkade, blz. 85/8. Geografische aanduidingen, zie Aanduiding van herkomst. Geschiedenis van het octrooistelsel, zie Prof. M. W. Thring en Prof. E. R. Laithwaite, How to invent (Londen 1977), besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 5 1 . Gevolgen van de erkenning van een voorrang, noot van Ir L. W. Kooy onder Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 oktober 1978, nr 12, blz. 83. Gewaarmerkte vertaling, Een vertaling is gewaarmerkt, wanneer zij is voorzien van de handtekening van de vertaler; de handtekening behoeft in beginsel niet te zijn gelegaliseerd en de vertaler behoeft niet beëdigd te zijn; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 febr. 1979, nr 27, blz. 178. Gezamenlijke uitvinding, zie E. Ramoni-Fitting, L'invention commune. These de doctorat de la Faculté de droit de Lausanne, Lausanne, 1974. Gibbs-Smith, Prof. Charles, De uitvindingen van Leonardo da Vinci, met een voorwoord van Rudy Kousbroek, besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 146/7. Goederenaanduidmg, zie Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Gold Seal, zie Rechtbank Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (met noot). Gotzen, Dr F . (ed.), Reprographie, Studiedag van 31 januari 1978 over auteursrecht, Antwerpen, 1979, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 232/3. Goud-zegel, zie Rechtbank Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (met noot). Grammofoonplaat, Reeds de afbeeldingen en de opschriften op de hoes van de — maken het zelfs voor de oppervlakkige toeschouwer duidelijk, dat de plaat burleske en pikante of dubbelzinnige liedjes bevat, die niets te maken hebben met het serieuze voorlichtingsprogramma van de VARA over vraagstukken betreffende de sexualiteit; geen vrees voor materiële of immateriële schade voor de VARA; President Rechtbank Haarlem, 16 okt. 1974, nr 2 1 , blz. 145. Grammofoonplaten, zie Adviescommissie voor het Auteursrecht, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties, Rome, 26 oktober 1961. Met het antwoord van de Minister van Justitie, Auteursrecht april 1978, blz. 27; Mr R. A. E. Stuyt, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van
293 Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van geluidsdragers en omroeporganisaties), Auteursrecht januari 1979, blz. 6-9; B. Dufour, Le développement des techniques électroniques et les rapports du producteur de phonogrammes avec le compositeur et Partiste interprète ou executant, Il diritto di autore 1976, blz. 269-351 en M. Fabiani, Importazione di prodotti fonografici e regole di concorrenza e di liberta degli scambi dell Trattato CEE, E diritto di autore 1977, blz. 498-521. —, zie ook aangrenzend recht. Grief, Een aanvrager mag in beroep in beginsel niet als — aanvoeren dat een Aanvraagafdeling zijn schriftelijk verzoek om een nieteenheidsbeslissing heeft ingewilligd; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 mei 1979, nr 35, blz. 213. Griekenland, auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 157. —, merkenrecht, zie A. Christias, La marque étrangère en France et en Grèce, Parijs, 1978 [aankondiging mPropriété industrielle-bulletin documentaire 1979, blz. IV-23]. Grondverbeteringsmaterialen, Zaden voor een tomatenvariëteit zijn gelijksoortig aan bemestings- en —; Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Haardt, Mr W. L., benoemd tot rechter in het BeneluxGerechtshof, officiële mededeling, blz. 124. HAG, zie H. Johannes, L'application des principes de 1'arrêt — aux marques n'ayant pas la même origine et aux marques non appropriables, Revue Internationale de la Concurrence 1978, blz. 47. Handelsgebruiken, Verweerster handelt in strijd met de eerlijke — door een produkt op de markt te brengen dat ingevolge slaafse nabootsing met het produkt van aanleggers wordt verward; Voorzitter Rechtbank van Koophandel Turnhout, 20 januari 1978, nr 3, blz. 13. Handelsnaam, zie Mr S. Boekman, De —, Deventer, 1977, tweede druk (aangekondigd door Prof. Mr J. M. M. Maeijer in Nederlands Juristenblad (53) 11 november 1978 (38) blz. 863/4 [besproken door Mr D. W. F. Verkade Bijblad I.E. 1978, blz. 254/8]); M. Cartella, La protezione del nome commerciale straniero in ItaUa (e cenni sulla sua protezione all'estero). In: Studi di diritto industriale, raccolti da Remo Franceschelli, deel 22, Milaan, 1978 [besproken door R. Knaak in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 3 6 5 / 6 ] ; M. Deschamps, Protecting the "ownership" of a corporate name used by a licensee, The Trademark Reporter 1977, blz. 308-314 en European Intellectual Property Review, A journal concerning the management of technology, copyrights and trade names (nieuw tijdschrift), ESC Publishing Limited, Oxford, Great Britain. Handelsnaamoverdracht, Door inbreng van een onderneming werd tevens de handelsnaam overgedragen; Hof 's-Hertogenbosch, 9 juli 1974, nr 7, blz. 4 3 . Handelsrecht, internationaal, zie D. A. Walsh en K. W. Ryan, Harmonisation and standardisation of legal aspects of international trade, American Business Law Journal 1977, blz. 608-620. Handhavingsdepot, Onderzoek of het eerdere gebruik van het merk van Apharmo hier te lande en de bekendheid van Janssen daarmede de uitbreiding van het recht tot Nederland in de weg staan; Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Harmonisatie van octrooiwetgeving, zie Dr J. L. Breton,
Future prospects-harmonisation of national patent laws, European Intellectual Property Review jan. 1979, blz. 13-19. Heiblok, Voor een deskundige die met een probleem bij het toevoeren van brandstof aan een dieselheiblok werd geconfronteerd, lag het voor de hand zich te oriënteren op het gebied van dieselmotoren; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 13 februari 1978, nr 6, blz. 3 1 . Hepp, D., Handbuch des Lizenzgeschafts, Band I: Lizenzvertrage; Band II: Checkliste für Lizenzvertrage, Wil, 1978, aangekondigd door Ir P. L. Hazelzet, blz. 196. Heropnemingsdepot, Degene wiens merkrecht door het verstrijken van de geldigheidstermijn van de inschrijving van het merk was vervallen, heeft binnen drie jaren daarna een — verricht; dit depot heeft geen terugwerkende kracht in die zin dat het merkrecht geacht moet worden nimmer te zijn vervallen; wie binnen de genoemde termijn van driejaren een — verricht, kan in beginsel de nietigheid inroepen van het depot dat een ander binnen die termijn heeft verricht; zie Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200/8. Herziene conclusie, zie conclusie. Hoffmann-La Roche/Centrafarm, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, zie D. Crut, Marques et reconditionnement des produits [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, —, merk Valium], La vie fudiciaire 12 november 1978, blz. 10. Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, zie J. Steenbergen, Het beleid van het Hof bij de ontwikkeling van het gemeenschapsrecht, Sociaal-Economische Wetgeving 1977, blz. 415-432. —, zie Le droit de la concurrence dans la C.E.E. Recueil de textes et"tie jurisprudence, onder redactie van J. A. van Damme, 1. Textes positifs, 1975, 2. La jurisprudence de la Cour de justice, 1975 (XVI), 3. Décisions de la Commission, 1975 (XVI) en J. Usher, The consequences of the notion of a single market: recent décisions of the Court on the free movement of goods, European Law Review 1978, blz. 39-52. "Holding" maatschappijen en merkenrecht, zie D. C. Maday, Trademark rights of holding companies in Western Europe, Trademark Reporter 1978, blz. 28-46. Honduras, octrooi- en modellenwet en merkenwet, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Hongarije, zie A.I.P.P.I., Groupe hongrois, Proceedings of the Hungarian Group, Boedapest, 1971 e.v. Hoofdbestanddeel van een merk, Geen overeenstemming tussen de merken van eiseres en een merk, bestaande uit het woord Colly in een enkele ovaal, omdat van laatstbedoeld merk het hoofdbestanddeel een ander is dan van het beeld, dat eiseres in haar merken gebruikt, zelfs indien het bedoelde merk van gedaagde niet los zou mogen worden gezien van. het eerder door haar gebruikte merk; President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 4 1 , blz. 225. Hovener/Poortvliet, zie Mr J. H. Spoor, Noot bij Hoge Raad, 19 januari 1979, — (eiser tot cassatie koopt kalenders waarop schilderwerken zijn afgebeeld, plakt de afzonderlijke reprodukties op spaanplaat en verkoopt deze in die vorm; dit levert een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet op), Auteursrecht juli 1979 (3) blz. 51/2. Ierland, auteursrecht en modelrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescher-
294 ming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156 e.v. Ierland, octrooiiiibreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978,blz. 526. Immateriële schade, Reeds de afbeeldingen en de opschriften op de hoes van de grammofoonplaat maken het zelfs voor de oppervlakkige toeschouwer duidelijk, dat de plaat burleske en pikante of dubbelzinnige liedjes bevat, die niets te maken hebben met het serieuze voorlichtingsprogramma van de VARA over vraagstukken betreffende de sexualiteit; geen vrees voor materiële of — voor de VARA; President Rechtbank Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Inbreuk, Bij een — procedure is het irrelevant, dat een gedachte die volgens het octrooischrift nieuw was, in feite voor een vakman voor de hand lag; de inbreukmakende inrichting voldoet volledig aan het wezen van de geoctrooieerde uitvinding; Hof Arnhem, 15 maart 1977, nr 16, blz. 125. —, De lasdoosdeksels van gedaagde bevatten geen kenmerkende elementen van de geoctrooieerde uitvinding van eiseres; geen - ; Rechtbank Arnhem, 11 januari 1978, nr 17, blz. 131. —, zie Ch. Le Stanc, L'acte de contrefacon de brevet d'invention, Parijs, 1977; K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 526; B. G. Brunsvold, Section 337 United Tariff Act: a revived weapon against foreign patent infringers, IIC, International review of industrial property and copyright law 1979, blz. 52-66; F. Schönherr, Zur Unterlassungsklage gegen Vertretungsorgane juristischer Personen bei Wettbewerbsverstössen oder Immaterialgüterrechtsverletzungen, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 406/9; C. A. Villalba en M. A. E. Emery, Développements nouveaux en matière législative en Amérisque Latine: action du Comité anti-piraterie du Conseil panaméricain de la CISAC et de la FLAPF = Législative developments in Latin America: action of the Antipiracy Committee of the Pan-American Council of CISAC-FLAPF, Droit d'auteur 1979, blz. 175/7 = Copyright 1979, blz. 167/9 en Droit international et action en contrefacon de brevet, Recueil Dalloz Sirey 1978, blz. 417/9. . Inbreuk op een gemeenschapsoctrooi, zie Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 28 e.v. —, zie R. Boros, La publication de la sentence comme sanction de la contrefacon d'un brevet communautaire, Rivista di diritto industriale 1977, blz. 197-209. Inburgering, Gedaagde heeft geen feiten gesteld, waaruit zou volgen dat de aanduiding "Gold Seal" door zogenaamde — onderscheidende kracht voor haar producten zou hebben verworven. Daarom is de Rechtbank van oordeel dat de aanduiding "Gold Seal" voor de waren waarvoor gedaagde dit merk heeft gedeponeerd, de door de B.M.W. vereiste onderscheidende kracht ontbeert; Rechtbank Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (met noot R.P.). Industriële eigendom, zie Wetgeving, blz. 248/9. —, Studiecommissie —, zie mededeling, blz. 265. —, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, blz. 180. —, zie Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes (Contemporary industrial property). Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich, Bern, 1978 [aange-
kondigd door Moser von Filseck in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 481/2]; C.U.E.R.P.I., Centre universitaire d'enseignement et de recherche de propriété industrielle, Evolution interne et internationale des droits de propriété industrielle, journées d'études, 21-23 mars 1979, Grehoble, Université des sciences sociales, Parijs, 1979; Industrial Property Law in the Common Market, Londen, 1978, Volume 2 en Volume 3. (Contains all industrial property cases published in Common Market Law Reports 1973-1977.); Industrial Property Organization for English-Speaking Africa, Council, ESAPIPO/C, Genève, 1978; P. Kriependorf, Wettbewerbsbeschrankungen und Handelsbeeintrachtigungen durch Verwertung gewerblicher Schutzrechte, Göttingen, proefschrift, 1977; E. Lontai, Die Formen des rechtlichen Schutzes von technischen Schöpfungen in den sozialistischen Landern, Boedapest, 1977 [overdruk van: Acta juridica Academiae Scientiarum Hungaricae (19) 1977 (1-2) blz. 55-88, résumé en francais]; O.M.P.I., Situation de la propriété industrielle dans les Etats arabes, Genève, 1978; Organisation du Traite de L'Atlantique Nord, Groupe de travail sur la propriété industrielle, Equipements militaires et législation de propriété industrielle, en North Atlantic Treaty Organization, Working Group on Industrial Property, Military equipment and industrial property législation, Brussel, 1976-1979 (2); H. Cohen Jehoram, Industriële eigendom en innovatie, Nederlands Juristenblad 1979, blz. 609-613; Prof. Mr G. H. C. Bodenhausen, Some afterthoughts on the international protection of industrial property, blz. 37-42 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); Prof. Dr M. M. Boguslavsky, Protection of industrial property: an impact on relations between countries of different social systems, blz. 125/8 in: idem; Der XXX. Kongresz der Internationalen Vereinigung für gewerblichen Rechtsschutz in München. A. Bericht über die Arbeiten des Kongresses en C. Bericht über die internationalen Kolloquien, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 430/5 en 446-452; Dr J. E. O'Farrell, Importance of industrial property for developing countries, blz. 47/9 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); B. Harris, Application of Article 36 of the Treaty of Rome to intellectual property: A review of the case law, IDEA, Journal of Law and Technology 1978, blz. 307-330; Prof. P. Mathély, La propriété industrielle, blz. 43/6 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum 1 OOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); Prof. P. Mathély, La propriété industrielle et les pays en voie de développement, Propriété industriellebulletin documentaire 1978 (223) blz. 9-16; Meeting among ASEAN countries on the role of industrial property in technological and economie development, Industrial Property (OMPI/BIRPI) 1978, blz. 66/7 = La Propriété industrielle 1978, blz. 70/1; P. B. Morofsky, EEC and industrial property law, blz. 143221 in: Private investors abroad, New York, 1976; N. Okabayashi, Y. Koyasu en Z. Nakamura, Developments in industrial property laws of South East Asian countries, Pacific Industrial Property Association Meeting 1978; Pariser Verbandsübereinkunft zum Schutz des gewerblichen Eigentums (PVÜ), Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 107 en E. Ulmer, Gewerbliche Schutzrechte und Urheberrechte im Internationalen
295 Privatrecht, Rabels Zeitschrift für auslandisch.es und internationales Privatrecht 1977, blz. 479-514. —, woordenlijst, zie O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, Industrial property glossary = Glossaire de propriété industrielle = Glosario de propiedad industrial, prepared by the International Bureau of the World Intellectual Property Organization (Engels, Frans, Spaans en Arabisch) Genève, 1979. Industriële eigendom en E.È.G.-Verdrag, zie mededeling, blz. 227-231. Industriële eigendom en Europees kartelrecht, zie mededeling, blz. 119. Industriële ontwikkeling, zie Dr Phil. E. M. Jucker, The role of the patent system in industrial development. Blz. 31/6 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). Industriële vormgeving, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. —, zie Dr B. Englert, Grundzüge des Rechtsschutzes der industriellen Formgebung, Keulen, 1978, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 231/2 [ook besproken door Dr E. Henssier in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, 1978, blz. 613/4 en in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 483/4]. Ingeschreven merk, Het Hof heeft ten onrechte geen verschil gemaakt tussen het merk zoals het is ingeschreven en de door het Hof aangenomen presentatie ervan; Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. Innovatie, zie W. M. de Jong, Techniek en Wetenschap als basis voor industriële — ('s-Gravenhage 1978), besproken door Dr H. P. Teunissenf, blz. 217/8. —, zie M. Brochon, Echanges Techniques, Neuilly-surSeine, 1977, besproken door Ir A. P. Pieroen, blz. 85. —, zie J. A. M. Molkenboer, — aktiviteiten. Inleiding door de Directeur-Generaal van Industrie van het Ministerie van Economische Zaken ter gelegenheid van de installatie van de Stuurgroep Innovatieprojecten van het L.I.O.F. [Limburgs Instituut voor Ontwikkelingen Financiering] op 19 januari 1979 te Maastricht, Ministerie van Economische Zaken, Directie Externe Betrekkingen, 's-Gravenhage; Neuererrecht, Textausgabe der wichtigsten gesetzlichen Bestimmungen mit Anmerkungen und Sachregister, Hrsg. von Amt für Erfindungs- und Patentwesen der Deutschen Demokratischen Republik, Berlijn, 1977; W. J. van Beek, es., - , Tijdschrift voor Effectief Directiebeleid, april 1978, blz. 92-133; H. Cohen Jehoram, zie Industriële eigendom en —, Nederlands Juristenblad aug. 1979, blz. 609-613; P. R. van Dijk en Ir S. Rozendaal, - : een portie durf en boerenverstand, NRC-Handelsblad 2 okt. 1979, blz. 11; P. R. van Dijk en Ir S. Rozendaal, Onbekendheid belemmert —, NRC-Handelsblad 3 okt. 1979, blz. 13; P. R. van Dijk en Ir S. Rozendaal, Onderzoeker moet de markt op, NRC-Handelsblad 18 okt. 1979, blz. 13; P. R. van Dijk en Ir S. Rozendaal, Overheid frustreert vaak —, NRC-Handelsblad 5 okt. 1979, blz. 14; P. R. van Dijk en Ir S. Rozendaal, Technologische vernieuwing, risicokapitaal niet bij banken, NRC-Handelsblad 13 okt. 1979, blz. 13; P. R. van Dijk en Ir S. Rozendaal, Vitatron vernieuwt voor de — nota uit, NRC-Handelsblad 4 okt. 1979, blz. 13; Economie en —, Wereldmarkt, 1 nov. 1979, blz. 6-7; Drs L. van der Geest, Innovatiebeleid, Economisch Statistische Berichten 31 okt. 1979, blz. 1121; Innovatie zie gevraagd en aangeboden, Wereldmarkt 15 maart gement (7) 1979 (15) blz. VIII; S. Gee, Factors affecting the innovation time-period, Research
1979, blz. 6-7; Rol bij - , Sociaal Economisch ManaManagementja.nua.ri 1973, blz. 37-42; Ph. Genet, Innovation: les occasions manquées, Z'Economie 7 mei 1979, blz. 24-30; L. Nathan, Innovation: secrecy and competition, Patent and Trademark Institute of Canada bulletin 1978, blz. 99-108 en J. Wenzel, Innovationsförderung, wie sie noch fehlt, Mitteïlungen der deutschen Patentanwalte aug./sept. 1978, blz. 148-150. Intellectuele eigendom, zie R. Gillard, L'antenne collective et la communication par fil au public en droit de propriété intellectuelle, Bern en Frankfort a/d Main, 1976; R. Nirk, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Stuttgart, 1975; F. H. Thomann, Immaterialgüter- und Wettbewerbsrecht (Nationales Recht und internationale Abkommen). Textausgabe mit Einleitung, Anmerkungen und Sachregister, Zürich, 1976 [besproken door G. Kolle in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 317/8]; R. van den Bergh, Samenloop, reflexwerking en aanvullende werking van — srechten en de algemene norm inzake eerlijke handelsgebruiken, Rechtskundig Weekblad (Antwerpen) mrt. 1979, kolommen 1745-1767; K. Pfanner, Die Weltorganisation für geistiges Eigentum, Vereinte Nationen 1977, blz. 143-151; The international protection of cultural property, American Society of International Law, Proceedings of the 71st annual meeting, San Francisco, 21-23 aprü 1977, blz. 196-207 en E. Ulmer. Walter Derenberg's contributions to the comparative and international law of intellecutal property, The Trademark Reporter 1978 (3) blz. 239-243. Intellectuele eigendomsorganisatie voor Engelssprekend Afrika, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Internationaal nieuwheidsonderzoek, een internationale octrooiaanvrage (P.C.T.) kan bij de Nederlandse Octrooiraad m de Nederlandse taal worden ingediend, mits het Europees Octrooibureau de aangewezen instantie voor — is, officiële mededeling, blz. 122/4. Internationaal octrooirecht, zie W. Fraulob, Neuregelung des internationalen Patentrechts. Schutz - Verfahren - Kosten. EPÜ-GPÜ-PCT, Weinheim, 1978; Ir L. Gruszow en Mr B. Remiche, La protection des inventions. (Le Traite de coopération en matière des brevets, la Convention sur le brevet europeen et la Convention sur le brevet communautaire.) Deel 2 van "Le droit de la concurrence" sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, 1978 en Dr R. Pietzeker, EPÜ, GPU, PCT Leitfaden der internationalen Patentvertrage, Keulen, 1977[besproken door Fischer in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661]. Internationaal privaatrecht, zie E. Ulmer, Gewerbüche Schutzrechte und Urheberrechte im Internationalen Privatrecht, Rabels Zeitschrift für auslandisches und internationales Privatrecht 1977, blz. 479-514. Internationale handel, zie D. A. Walsh en K. W. Ryan, Harmonisation and standardisation of legal aspects of international trade, American Business Law Journal 1977, blz. 608-620. Internationale Octrooiclassificatie, zie mededeling, blz. 265. —, zie T. S. Eisenschitz en Ch. Oppenheim, Reasons for inconsistencies in the use of the International Patent Classification, International classification 1979 (1) blz. 26-28. Internationale ondernemingen, zie L. R. Primoff, International Regulation of Multinational Corporations and Business - The United Nations Takes Aim, Journal of International Law and Economics 1977', blz. 287-324. Internationale Unie voor de bescherming van kweekprodukten, zie L'Union internationale pour la pro-
296 tection des obtensions végétales (UPOV) en 1978, La Propriété industrielle (Genève) (95) maart 1979 (3) blz. 84/5. Intramycol/Tramisol, stemmen niet overeen, zie Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Inventiviteit, zie uitvindingshoogte. Invoer en auteursrecht, zie R. Knöpfle, Das Recht des Urhebers zur Abwehr von Importen und das europaische Recht, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk-und Theaterrecht 1977, blz. 123-151. Israël, octrooirecht, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 297-307, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87/8. Italië bekrachtigt de Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien, officiële mededeling, blz. 154. Italië, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156. —, zie A. M. Assanti, Le licenze obbligatorie, Milaan, 1978; G. G. Auletta, Del marchio del diritto d'autore sulle opere dell'ingegno letterarie e artistiche, Bologna, 1977, tweede druk; F. Benussi, La tutela del brevetto per invenzione. Ambito e limiti, Milaan, 1978 [besproken door Ludwig Vohland in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 380]; M. Cartella, La protezione del nome commerciale straniero in Italia (e cenni sulla sua protezione all'estero). In: Studi di diritto industriale, raccolti da Remo Franceschelli, deel 22, Milaan, 1978 [besproken door R. Knaak in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 365/6]; G. Sena, I diritti sulle invenzioni e sui modelli industriali, Milaan, 1976; Volume celebrativo del XXV anno della Rivista di diritto Industriale. Problemi attuali del diritto industriale, Milaan, 1977; E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteil^-, Zubehörund Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661 ] [ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad I.E. 1978, blz. 115 ]; H. P. Kunz-Hallstein, La protezione del nome commerciale straniero in Germania, Rivista di diritto industriale 1976 (1) blz. 412-423 en G. La Villa, Der Schutz geographischer Herkunftsangaben in Italien, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 398-406. —, gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. —, kwekersrecht, zie F. Moscone, Sulla brevettabilita delle nuove varieta vegetali, Rivista di diritto industriale 1976, blz. 351/9 en P. Piccinini Tosato, La recente legge sulla protezione delle novita vegetali, Rivista di diritto civile 1977 (II) blz. 44-64. —, mededinging, zie M. Pinnarö, Profili soggettivi della concorrenza sleale, Milaan, 1976 en G. Ronga, M. Cicala, A. Cicala Testori en L. Panzani, Frodi in commercio, Turijn, 1976 [besproken door L. Vohland in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 54]. —, merkenrecht, zie V. Mangini, Il marchio fra concorrenza e monopolio, Rivista del diritto commerciale 1977 (I) blz. 227 e.v. —, octrooiinbreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 526. Jaarverslag Octrooiraad 1978, zie Ir J. Dekker, De
Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/9. Jan Luyken-tegels, zie President Rechtbank Amsterdam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. Japan, zie S. Gee, Factors affecting the innovation time-period, Research Management januari 1978, blz. 37-42; M. Sakai en L. F. Pickard, Service of process on a Japanese defendant to commence a foreign lawsuit, Yuasa and Hara Patent News zomer 1978, blz. 5-13 en M. Takeda, Licensing in Japan, blz. 139-148 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). —, gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. —, octrooirecht, zie T. Tanabe, Japanese patent application, Tokio, 1977 en A. Tsuda, PCT application designating Japan, Yuasa und Hara Patent News 1978 (4) blz. 3/7. Johnson, Paul C , Farm Inventions in the Making of America, 1976, aangekondigd door Dr H. P. Teunissen,blz. 181/2. Jong, W. M. de, Techniek en Wetenschap als basis voor industriële innovatie ('s-Gravenhage 1978), besproken door Dr H. P. Teunissenf, blz. 217/8. Journal of the Patent Office Society, augustus 1977 t/m mei 1978, tijdschriftbespreking door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. Jurisprudentie Europese Commissie, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 227-231. Jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, zie Le droit de la concurrence dans la C.E.E. Recueil de textes et de jurisprudence, onder redactie van J. A. van Damme, 1. Textes positifs, 1975, 2. La jurisprudence de la Cour de justice, 1975 (XVI), 3. Décisions de la Commission, 1975 (XVI) en J. Steenbergen, Het beleid van het Hof [van Justitie van de Europese Gemeenschappen] bij de ontwikkeling van het gemeenschapsrecht, SociaalEconomische Wetgeving 1977, blz. 415-432. Kabelomroep en auteursrecht, zie Mr R. L. du Bois, Reactie op reactie —, Auteursrecht januari 1978, blz. 16A. Kabeltelevisie, zie Prof. Mr H. Cohen Jehoram, —, "organisme" en Suriname, Auteursrecht oktober 1978, blz. 72; J. Koopmans, Satelliet, — en video bedreigen kunstenaars. (Moderne media veroorzaken chaos op het gebied van auteursrechten.) Haagsche Courant 1 februari 1979, blz. 2 = Rotterdamsch Nieuwsblad 1 februari 1979, blz. 2 = Goudsche Courant 1 februari 1979, blz. 2; Groupe de travail sur les problèmes que pose sur le plan du droit d'auteur et des droits dits voisins du droit d'auteur la distribution par cable des programmes de télévison. (Parijs, 13-17 juni 1977.) = Working group on the problems in the field of copyright and so-called neighbouring rights raised by the distribution of television programmes by cable, Le Droit d'Auteur sept. 1977, blz. 234-240 = Copyright sept. 1977, blz. 246-251 en J. Handl, Die Genfer Kabelfernsehkonferenz: Vorerst nicht mehr als ein Abtasten der Probleme und der Schwierigkeiten ihrer Lösung, Film und Recht 1978, blz. 587-590. Kartelrecht, Europees —, zie mededeling, blz. 119. —, zie D. Hepp, Handbuch des Lizenzgeschafts, Band I: Lizenzvertrage; Band II: Checkliste für Lizenzvertrage, Wil, 1978, aangekondigd door Ir P. L. Hazelzet,blz. 196. - , zie A. F. Crotti, Trading under EEC und US antitrust Laws, Londen, 1977; A. Gleiss, Kommentar zum EWG-Kartellrecht, Heidelberg, 1978; Chr. Lejet, Les lois fédérales antitrust américaines et les brevets d'invention, Parijs, 1978 [aangekondigd in Propriété industrielle — bulletin documentaire 1978, blz. IV —
297 3 0 6 ] ; F. Lemor, Das Südafrikanische Kartellrecht, München, proefschrift, 1978; T. Marx, Wettbewerbsrecht. (Falie und Materialien zum Kartellrecht, zum Gesetz gegen unlauteren Wettbewerb und zu den Nebengesetzen.), Berlijn, 1978; P. VerLoren van Themaat, Zum Verhaltnis zwischen Artikel 30 und Artikel 85 EWG-Vertrag, blz. 373-388 in: Festschrift für E. Günther zum 65.Geburtstag: Wettbewerb im Wandel onder redactie van H. Gutzler, W. Herion en J. H. Kaiser, Baden-Baden, 1976; D. Brault, Current developments in competition policies, Antitrust Bulletin 1977, blz. 157-168; C. Canenbley, Antitrust problems with regard to distribution under the laws of the European Economie Community, International Business Lawyer 1977, blz. 177-184; L. Lindner, Grundsatze zur Anwendung des amerikanischen Kartellrechts auf internationale Sachverhalte, Recht der internationalen Wirtschaft 1977, blz. 744/9; OECD, Participation in antitrust proceedings in member countries as amicus curiae, Antitrust Bulletin 1977, blz. 861-887; OECD, Report on the operation of the 1967 council recommendation concerning cooperation between member countries on restrictive business practices affecting international trade during the period 1967-1975, Antitrust Bulletin 1977, blz. 459-485; G. L. Priest, Cartels and patent license arrangements, Journal of Law and Economics 1977, blz. 309-377; L. R. Primoff, International Regulation of Multinational Corporations and Business — The United Nations Takes Aim, Journal of International Law and Economics 1977, blz. 287-324; S. Timberg, The Justice Department Guide for international operations: international antitrust enforcement in the year 1978, Journal of the Patent Office Society 1978, blz. 636-660 en S. Timberg, Recent patent antitrust developments: Patent interference and litigation settlements, exclusive licenses and bulk sale restrictions, International Business Lawyer 1977, blz. 317-323. Kenmerkende elementen, De lasdoosdeksels van gedaagde bevatten geen — van de geoctrooieerde uitvinding van eiseres; geen inbreuk; Rechtbank Arnhem, 11 januari 1978, nr 17, blz. 131. Kleefmassa, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 april 1979, nr 49, blz. 248 (met noot). Klein octrooi, zie gebruiksmodel. Kleur als merk, zie Y. Saint-Gal, Noot bij BeneluxGerechtshof, 9 maart 1977, Applications des Gaz/ Leeferink, - [Bifblad I.E. 1977, nr 60, blz. 203], RIPIA, Revue internationale de la propriété industrielle et artistique maart 1978, blz. 43/4. Know-how, zie Practising Law Institute, Protecting and profiting from trade secrets, New York, 1979; J. J. Meltzer, Licentie en concurrentie. (Commerciële betekenis van kennis en kennisoverdracht. Bruikbaarheid van aangevoerde kennis. Wereldstromen van kennis. Concurrentieverhoudingen tussen licentiegever en licentienemer.) Economisch Statistische Berichten 5 juli 1978, blz. 677-680 en A. Levi, Clausole dei contratti di licenza di brevetto, di — e di marchio e diritto comunitario della concorrenza, Rivista di diritto industriale 1977 (1) blz. 31-64. —, zie ook technologie-overdracht. —, bij toeleveringsovereenkomsten, zie Bekendmaking van de Europese Commissie van 18 december 1978 betreffende de beoordeling van toeleveringsovereenkomsten in het licht van artikel 85, lid 1, van het E.E.G.-Verdrag, blz. 191/3. Know-how-licentie, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85(1)E.E.G., blz. 94. —, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 270 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 86.
—, zie D. Hepp, Handbuch des Lizenzgeschafts, Band I: Lizenzvertrage; Band II: Checkliste für Lizenzvertrage, Wil, 1978, aangekondigd door Ir P. L. Hazelzet, blz. 196. —, zie The Law and Business of Patent and Know-how Licensing onder redactie van M. B. Finnegan en B. G. Brunsvold, Washington, D.C., 1975. Koe, Cow brand met afb. —, zie Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 3 1 , blz. 200/8. Kopiëren van spelregels levert schending van het auteursrecht op die spelregels op; President Rechtbank Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. Korea (Zuid-), zie artikel van Mr Ir D Hij mans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. —, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 231, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, zie B. H. Lee, Patent, trademark & licensing in Korea, Seoul, 1978. Kort-geding-vonnis, Het feit dat een President een — heeft gewezen, laat op zichzelf onverlet dat men, in geval er meer bevoegde rechters zijn, de mogelijkheid heeft een andere rechter te adiëren; deze dient zich van een beslissing inzake het hem voorgelegde geschil te onthouden, indien dit zowel wat de persoon van partijen en de grondslag van de ingestelde vordering betreft als ten aanzien van het materiële geschilpunt, waarover in het eerdere vonnis is beslist, aan het eerdere geding geheel of vrijwel geheel gelijk is; President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 4 1 , blz. 225. Kunst, toegepaste —, zie W. Duchemin, La protection des arts appliqués dans la perspective d'un dépöt communautaire en matière de dessins et modèles industriels, Cahiers du travailleur intellectuel 1978 (130) blz. 3/6. Kunstambacht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken vap beoefenaars van het — en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 155-161. Kunstenaar, —s vaËen onder het begrip onderneming in de zin van art. 85, lid 1, E.E.G.-Verdrag, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. —, zie R. E. Duffy, Art law. Representing artists, dealers, and collectors, New York, 1977 [aangekondigd door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society, januari 1979, blz. 6 3 / 4 ] ; Adviescommissie voor het Auteursrecht, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende —s, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties, Rome, 26 oktober 1961. Met het antwoord van de Minister van Justitie, Auteursrecht april 1978, blz. 27; Mr R. A. E. Stuyt, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van uitvoerende —s, producenten van geluidsdragers en omroeporganisaties), Auteursrecht januari 1979, blz. 6-9; B. Dufour, Le développement des techniques électroniques et les rapports du producteur de phonogrammes avec le compositeur et Partiste interprète ou executant, Il diritto di autore 1976, blz. 269-351 en P. W. Hertin, Zum Künstlerbegriff des Urheberrechtsgesetzes und des Rom-Abkommens, UFITA, Archiv für Urheber-,' Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 39-56. Kunstuitingen, antikunst en auteursrecht, zie Dr. jur. G. Rau, Antikunst und Urheberrecht, Uberlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119-120. Kwade trouw bij handhavingsdepot, Beroep op — kan slechts worden opgevat als beroep op art. 32, lid 2 sub b BMW; Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Kwade trouw bij een merkendepot, resp. heropnemings-
298 depot; Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200/8. Kwaliteitsaanduiding, De voor het Nederlandse publiek (althans een groot gedeelte daarvan) duidelijke aanduiding "Gold Seal", door het publiek dus verstaan als "gouden zegel" of "goud-zegel", zal bij dit publiek de indruk wekken van niet meer dan een aanprijzing van de waar en/of een —; Rechtbank Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (met noot R.P.). Kwekersrecht, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 96. —, zie hoofdartikel van Mr Ir H. Mulder, Gebruiksmodel voor Nederland? , blz. 257. —, zie Bescherming van de naam van een kweekprodukt, noot van Mr D. W. F. Verkade onder President Rechtbank Rotterdam, 16 juli 1979, nr 50, blz. 258. —, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 229. —, zie 3. Internationales Kolloquium über Pflanzenschutz, 28-29 april 1977, Boedapest, Hongarije. Genève, 1977. (ook in Engelse en Franse uitgave); Union Internationale pour la Protection des Obtentions Végétales. Conférence diplomatique de révision de la Convention internationale pour la protection des obtentions végétales, Genève, 9-23 octobre 1978 = DC/Diplomatic Conference on the Révision of the International Convention for the Protection of New Varieties of Plants, October 9 to 23,1978, Genève, 1978 (Duitse, Engelse en Franse teksten); Union internationale pour la Protection des Obtentions Végétales, Convention internationale pour la protection des obtentions végétales du 2 décembre 1961 avec Acte additionnel du 10 novembre 1972 et Texte révisé du 23 octobre 1978, Genève, 1979. (Er is ook een Engelse en een Duitse uitgave.); D. Böringer, Technical and legal aspects of the protection of new plant varieties and the use of plant breeders' rights in the marketing of seeds, UPOV Newsletfer 1979 (17) blz. 3-10; H. Mast, Der Schutz von Pflanzenzüchtungen - internationale Aspekte, blz. 195-209 in: Entwicklungstendenzen im gewerblichen Rechtsschutz, Festschrift für den VVPP zum 20jahrigen Bestehen, Keulen, 1975; F. Moscone, Sulla brevettabilita delle nuove variété vegetali, Rivista di diritto industriale 1976, blz. 351/9; P. Piccinini Tosato, La recente legge sulla protezione delle novita vegetali, Rivista di diritto civile 1977 (II) blz. 44-64; L'Union internationale pour la protection des obtentions végétales (UPOV) en 1978, La Propriété industnelle (Genève) (95) maart 1979 (3) blz. 84/5 en F. Wuesthoff, Etendue de la protection des obtentions végétales en Allemagne et a Pétranger, C.B.I. Informations (17) blz. 16-25. Lady/Mimosept Lady, zie Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr 1, blz. 3 en Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. Laithwaite, Prof. E. R. en Prof. M. W. Thring, How to invent (Londen 1977), besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 51. Landbouwmachines, zie Paul C. Johnson, Farm Inventions in the Making of America, 1976, aangekondigd door Dr H. P. Teunissen, blz. 181/2. 'Lasdoosdeksel, zie Rechtbank Arnhem, 11 jan. 1978, nr 17, blz. 131. Latijns-Amerika, zie C. A. Villalba en M. A. E. Emery, Développements nouveaux en matière législative en Amérique Latine: action du Comité anti-piraterie du Conseil panaméricain de la CISAC et de la FLAPF = Législative developments in Latin America: action of the Anti-piracy Committee of the Pan-American Council of CISAC-FLAPF, Droit d'auteur 1979, blz. 175/7 = Copyright 1979, blz. 167/9.
—, octrooirecht, zie Departamento de Derecho Mercantil de la Universidad de Salamanca, La obligación de explotar las patentes en Espana y en Iberoamerica. Seminario organizado por el Departamento de Derecho Mercantü de la Universidad de Salamanca, bajo la dirección del Prof. Dr D. Alberto Bercovitz, en colaboración con el Registro de la Propiedad Industrial y con el Centri Iberoamericano de Cooperatión, Madrid, 1978 en Seminar über den Ausübungszwang im Patentrecht in Spanien und Lateinamerika, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 89-90. , —, technologie-overdracht, zie N. D, Kantor, Restrictions on technology transfer in Latin America, Trademark Reporter 1978, blz. 552-580; R. J. Radway, Negotiating with Latin American governments: technology transfer and service agreements, Lawyer of the Americas 1977, blz. 282-300 en Patent and trademark review 1978, blz. 271-293. Leeferink/ Applications des Gaz, zie Y. Saint-Gal, Noot bij Benelux-Gerechtshof, 9 maart 1977, Applications des Gaz/Leeferink, kleur als merk [Bijblad I.E. 1977, nr 60, blz. 203] RIPIA, Revue internationale de la propriété industrielle et artistique maart 1978, blz.43/4. Leenrecht, Het - - bibliotheekrecht, Auteursrecht januari 1978, blz. 11-13. Leonardo da Vinci, Prof. Charles Gibbs-Smith, De uitvindingen van - , besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 146/7. Lettertype, zie drukletters. Licentie, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 91-100. - , zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 100/5. —, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, mededelingen, blz. 180. —, zie D. Hepp, Handbuch des Lizenzgeschafts, Band I: Lizenzvertrage; Band II: Checkliste für Lizenzvertrage, Wil, 1978, aangekondigd door Ir P. L. Hazelzet, blz. 196. —, zie A. M. Assanti, Le licenze obbligatorie, Milaan, 1978; R. H. Burnett-Hall, Patent licenses: the Commission Block Exemption Regulation - Draft No 3, Londen, 1978 (pre-print of paper to be delivered at the 597th Ord. General Meeting of the CIPA to be held on 17th January 1979); C. Frey, Die Rechtsnatur der Patentlizenz, Zürich, 1976 [besproken door H. D. Schmid in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 276]; B. M. Fry, Scholarly and research journals: Survey of publisher practices and present attitudes on authorized journal article copying and licensing, Washington, 1977; Lizenzen: ökonomische und juristische Probleme des Ideenhandels onder redactie van Wüli Linden, Halle, 1978; Martin, Grützmacher en Lemke, Der Internationale Lizenzverkehr-Genehmigungsvorschriften, Steuern, Devisenbestimmungen und Hinweise zur internationale Lizenzpraxis, Heidelberg, 1977; O.M.P.I., Licensing guide for developing countries, Genève, 1978; The Law and Business of Licensing, onder redactie van M. B. Finnegan en R. Goldschneider, New York, delen I en II, 1975 en deel III, 1977; The Law and Business of Patent and Know-howLicensing onder redactie van M. B. Finnegan en B. G. Brunsvold, Washington, D.C., 1975; A. Vida, Les contrats de licence en droit socialiste, Parijs, 1979;
285
Patent and the international application, Dusseldorp 1978; J. Fort, Brevet europeen ou brevets natio* naux? : un choix a faire, Parijs, 1977; Practising Law Institute, Foreign patent practice under EPC and PCT, New York, 1979; R. B. Benson, The impact of the PCT and the EPC on U.S. practitioners, Patent and trademark review 1979 (2) blz. 57-64; Brevet europeen contre inventeur francais? , Le Monde 7 december 1978; Compagnie nationale des conseils en brevets d'invention, Le brevet europeen n'est qu'un "facteur multiplicateur", Agefi 23 november 1978 = Le Soir (Marseille) 23 november 1978; J. D. Cottingham, Ch. Oppenheim en R. Heaword, Does British industry need the European and Community patents? , Planned innovation 1978, blz. 257/9; A. Francon, Brevet europeen et brevet communautaire, Annuaire frangais de droit international 1977, blz. 918-926; A. von Füner, Europaisches patent ante portas, Pharmazeutische Industrie 1978, blz. 615/9; K. Haertel, Das neue europaische Patentsystem, sein gegenwartiger Stand und seine Bedeutung, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 423/7; K. Haertel, The new European patent system, its present situation and significance, I.I.C., International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 505-515; B. Hansen, Das EuropaPatent: Osteuropaische Version, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1979, blz. 1-5; W. Haszler, Erfordernisse und Besonderheiten in den einzelnen Vertragsstaaten, für die ein europaisches Patent erteilt ist, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1978, blz. 129-131; G. P. Katona, Beating the high cost of European patents, Patent and trademark review 1979 (1) blz. 3 - 7 ; H. Klose, Vorteile und Nachteile einer europaischen Patentanmeldung gegenüber einzelnen nationalen Patentanmeldungen, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte febr. 1978, blz. 21/3; A. Krieger, Europaisches und deutsches Patentrecht, Der Betrieb 1977, blz. 2423/8; G. M. L. M. Leherte, L'invention de sélection chimique est-elle brevetable dans les pays contractants de la Convention sur le brevet europeen, tant par la voie nationale que par la voie européenne? , Revue de droit intellectuelL'Ingénieur-Conseil 1978, blz. 389-406; Réflexion sur le thème du brevet europeen, Les petites affiches 24 november 1979; C. Reinlander, Zur "Drei-Lander-Theorie" des Europapatents, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1978, blz. 101/5; J.Teply, [Europaisches] Patentamt, Patentmarkt und Patent- und Lizenzbilanz, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1979, blz. 7/9; R. V. Thurman, Protecting inventions in a changing Europe, Patent Law Annual 1977, blz. 141-204 en Warten auf die Erfinder [door het Europese Octrooibureau] , Süddeutsche Zeitung 2 december 1978. —, beschermingsomvang, zie Franco Benussi, La tutela del brevetto per invenzione. Ambito e limiti, Milaan 1978 [besproken door Ludwig Vohland in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 380] en G. Klöpsch, Zur Schutzfahigkeit und zum Schutzumfang der sogenannten zweiten Indikation im deutschen und europaischen Patentrecht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 283/7. —, chemie, zie V. Schmied-Kowarzik, Das europaische Patentrecht und Chemieerfindungen, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 305-310 en V. Schmied-Kowarzik^ European patent law and chemical inventions, Journal of the Japanese Group, A.I.P.P.I. International edition 1978, blz. 183-191. —, inbreuk, zie EG-Patentverletzung, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 107/8 en D. Stauder, Auf dem Weg zu einem europaischen
Patentgericht — Trennung oder Einheit von Verletzungs-und Nichtigkeitsverfahren, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 391/2. —, inventiviteit, zie Mr J. B. van Benthem en N. W. P. Wallace, The problem of assessing inventive step in the European patent procedure, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 297-308; H. Bardehle, Inventive level in the light of the European Patent Convention and German practice, European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 11-13; J. Pagenberg, Die Beurteilung der erfinderischen Tatigkeit im System der europaischen Prüfungsinstanzen, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 143-150 en blz. 190-202; J. Pagenberg, The evaluation of the "inventive step" in the European patent system — more objective standards needed, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 1-20 en 121-152 en J. Pagenberg, The inventive step under European patent law. Discussion of non-obviousness between officials of the European Patent Office and international organizations, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 351/5. —, nietigheidsprocedure, zie D. Stauder, Auf dem Weg zu einem europaischen Patentgericht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 173-182 en D. Stauder, Auf dem Weg zu einem europaischen Patentgericht — Trennung oder Einheit von Verletzungs- und Nichtigkeitsverfahren, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 391/2. —, octrooieerbaarheid, zie Dr R. E. Blum, Zum Begriff der patentfahigen Erfindung nach dem EPÜ [Europaisches Patentübereinkommen], (Duits en Engels) blz. 61/8 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum 100jahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978) en J. Schmidt, Brevetabilité en droit frangais et europeen, Cahiers de droit de l'entreprise 1979, nr 3, blz. 7-10. —, oppositie, zie M. N. Meller, Opposition of patents under EPC, Journal of the Patent Office Society 1979, blz. 550-564; Dipl.-Ing. R. Monsch, Der Einspruch nach dem Europaischen Patentübereinkommen, (Duits en Engels) blz. 79-88 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978) en F. Völp, Rechtsmittel gegen Beschwerdeentscheidungen des Europaischen Patentamts? , Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 396/8. —, verleningsprocedure, zie H. Bardehle, Der Bewegungsspielraum des Anmelders im Prüfungsverfahren vor dem Europaischen Patentamt, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 393/6; J. Schmidt, Système europeen de délivrance des brevets d'invention, Semaine juridique 1979 (9 en 10) art. 2930 (Doctrine) en Schweinzer en Führing, Europaisches Patenterteilungsverfahren. Tafelwerk mit tabellarischen und graphischen Übersichten für die einzelnen Verfahrensabschnitte, München, 1977 [aangekondigd door P. Urech in Revue Suisse de la Propriété industrielle et du Droit d'auteur 1977, blz. 239-240]. Europees octrooi voor de Gemeenschappelijke Markt, zie gemeenschapsoctrooi. Europees Octrooi Bureau, Internationale octrooiaanvrage (P.C.T.) kan bij de Nederlandse Octrooiraad in de Nederlandse taal worden ingediend, mits het — de aangewezen instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek is, officiële mededeling, blz. 122/4. —, Werkovereenkomst tussen de Europese Octrooiorga-
286
nisatie en de Nederlandse Octrooiraad tot uitvoering van Regel 48.3 (b) van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (P.C.T.), zie officiële mededeling, blz. 123. - , zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/9. - , zie hoofdartikel van Ir J. D. Tak, Het Verdrag van Boedapest, blz. 223/5. —, 3600 octrooiaanvragen in de eerste zeven maanden, mededeling, blz. 84. —, zie Mr J. B. van Benthem, Der Start des europaischen Patentamts, seine Planung und Entwicklung. Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 427-430; Mr J. B. van Benthem, The start of the European Patent Office, its planning and development, I.I.C., International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 516-523; J. C. A. Staehelin, European Patent Office after a year, LES Nouvelles 1979 (1) blz. 11-14; J. Teply, [Europaisches] Patentamt, Patentmarkt und Patent- und Lizenzbilanz, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1979, blz. 7/9 en Warten auf die Erfinder [door het Europese Octrooibureau], Süddeutsche Zeitung 2 december 1978. Europees octrooigemachtigde, examen voor —, zie officiële mededeling, blz. 55. Europees octrooirecht, zie Chartered Institute of Patent Agents, European Patents Handbook, Londen, 1978 [besproken door M. Vitoria in European Intellectual Property Review, nov. 1978, blz. 4 0 ] ; Terminologie du droit europeen des brevets. Terminologia del diritto europeo dei brevetti. Terminology of the European Patent Law. Terminologie des europaischen Patentrechts. Terminologie van het —, Straatsburg, 1976 en R. Singer, The structure of the future patent system in Europe and its present situation, Journal of the Japanese Group, A.I.P.P.I., International edition 1918, blz. 17-26. Europees Octrooiverdrag van München, zie Wijziging van de Rijksoctrooiwet, officiële mededeling, blz. 2. —, Oostenrijk bekrachtigt het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, officiële mededeling, blz. 55. —, zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 189. —, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. —, Stand aangesloten landen op 1 januari 1979, blz. 19/20, kolom 3. —, zie Octrooipublikaties, aanwezig in de bibüotheek van de Octrooiraad op 31 december 1978, mededeling, blz. 3 3 . —, zie F. Panel, La protection des inventions en droit europeen des brevets (Parijs, 1977), besproken door Mr M. van Empel, blz. 15. [Ook besproken door Dr J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 378380.] —, zie Beetz c.s., Europaisches Patentrecht (EPU). Praxis des Europaischen Übereinkommens, Keulen, 1978 [besproken door J. Pagenberg in IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 607/8 en door U. C. Hallmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 275 J; Chartered Institute of Patent Agents, European Patents Handbook, Londen, 1978 [besproken door M. Vitoria in European Intellectual Property Review, nov. 1978, blz. 4 0 ] ; W. Fraulob, Neuregelung des internationalen Patentrechts. Schutz - Verfahren - Kosten. EPUGPÜ-PCT, Weinheim, 1978; Ir L. Gruszow en Mr B. Remiche, La protection des inventions. (Le Traite de coóperation en matière des brevets, la Convention sur le brevet europeen et la Convention sur le brevet Communautaire.) Deel 2 van "Le droit de la concurrence" sous la direction de A. de Caluwé, Brussel,
1978 [besproken door J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 3 1 7 ] ; Dr Rolf Pietzeker, EPÜ, GPÜ, PCT (Europaisches Patentübereinkommen, Gemeinschaftspatentübereinkommen, Patent Coóperation Treaty.) Leitfaden der internationalen Patentvertrage, Keulen, 1977 [besproken door Fischer in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661 ] ; Procès-verbaux de la Conférence diplomatique de Munich pour Pinstitution d'un système europeen de délivrance de brevets (Munich, 10 septembre - 5 octobre 1973), publiés par le Gouvernement de la République federale d'Allemagne (tevens verschenen met de Engelse en Duitse tekst); J. P. Sortais, Les tentatives d'harmonisation et d'unification du droit des brevets d'invention: de la Convention de Paris (1883) a la Convëntion de Luxembourg (1975), J. P. Sortais, 1976; F. H. Thomann, Patentrecht (Nationales Recht und internationale Abkommen). Textausgabe mit Verweisungen, Anmerkungen und Sachregister, Zürich, 1978 [besproken door G. Kolle in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 317/8];Übereinkommen.über die Erteilung europaischer Patente, Text des Übereinkommens, der Ausführungsordnung, des Zentralisierungsprotokolls und der Gebührenordnung. Convention on the Grant of European Patents, Text of the Convention, the Implementing Regulations, the Protocol on Centralisation and the Rules Relating to Fees. Convention sur la délivrance de brevets européens, texte de la Convention du Reglement d'exécution, du Protocol sur la centralisation et du Reglement relatif aux taxes, München, 1979; Zur Ratifizierung.des Europaischen Patentübereinkommens durch Österreich, Wenen, 1978; Prof. Mr G. H. C. Bodenhausen, Some afterthoughts on the international protection of industrial property, blz. 37-42 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); G. Coldewey, Besonderheiten des Europaischen Patentübereinkommens, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1977, blz. 148-163;, Cross-Border Patenting: PCT offers real benefits: other pacts seem stalled. (The patent coóperation treaty PCT; Japan's ratification. European Patent Convention (EPC). Community Patent Convention (CPC). Revision of the Paris Convention), Business International 14 juü 1978, blz. 217/9; J. C. H. Ellis, The Paris Convention for the protection of industrial property as interpreted by the European Patent Convention and the U.K. Patents Act 1977: a case study, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978, blz. 67-72; S. P. Ladas, Patent Coóperation Treaty and the European patent convention, Idea 1975 (4) blz. 35-46; J, Schmidt, Le système europeen de délivrance des brevets d'invention, La semaine juridique CI 1978 nr 12856, blz. 541-553 en R. Singer, Stand und Entwicklungstendenzen des Europaischen Patentübereinkommens, blz. 165-179 in: Entwicklungstendenzen im gewerblichen Rechtsschutz, Festschrift für dan VVPP zum 20jahrigen Bestehen, Keulen, 1975: J. Staehelin, Europaische oder nationale Patentanmeldung?,AfeMe Züricher Zeitung 11 januari 1978 en T. C. Stancliffe, EPC, The New Patents Act and the Courts, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1977, blz. 254/6. —, aanpassing van de Engelse octrooiwetgeving aan het - , zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 74 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88. —, aanpassing van de Zwitserse octrooiwetgeving aan - , zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 177 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88.
299 J. J. Meltzer, — en concurrentie, Economisch Statistische Berichten 1978, blz. 677-680; N. J. Byroe, "Appreciable effects" principle of EEC-competition law as applied to industrial property licences, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978 (2) blz. 54/9; S. Cohen, Compulsory licensing of patents: the Paris Convention model, Idea 1979, blz. 153-189; M. Deschamps, Protecting the "ownership" of a corporate name used by a licensee, The Trademark Reporter 1977, blz. 308314; F. Dessemontet, Transfer of technologies under UNCTAD and EEC draft codifications: a European view on choice of law in licensing, Journal of International law and Economics 1977, blz. 1-55; F. F. Farabow jun. en B. G. Brunsvold, United States antitrust law, international licenses and the protection of the United States market - are they compatible? , Licensing Law and Business Report 1978, blz. 1-11; M. B. Finnegan, Restriction on technology transfer, LESNouvelles 1976, blz. 75/9 en 108/112; M. B. Finnegan en B. C. Zotter, Das amerikanische Kartellrecht der Patentlizenzvertrage - Vergleichende Betrachtung zu den Wettbewerbsregeln der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 321-332; M. B. Finnegan en B. C. Zotter, U.S.-German licensing comparison, LES Nouvelles 1978, blz. 219235; S. L. Goldstein, A study of compulsory licensing, LESNouvelles 1977,blz. 122/5; D. J. Henry, Multi-national practice in determining provisions in compulsory patent licences, Journal of International Law and Economics 1977, blz. 325-351; D. J. Henry, Protection against non-commercial risks in patent licensing, Journal of World Trade Law 1976, blz. 421-433; G. Hoffmann, Aktive Schutzrechtsarbeit sichert wirkungsvolle Lizenzpolitik, Der Neuerer (Ausgabe B) 1977, blz. 152/4; P. Hug, The key to successful technology transfer: the licensing package, Planned innovation 1978, blz. 366/8; B. E. Kourakine, La révolution scientifique et technique et Ie róle des échanges de licences dans 1'accélération du progrès scientifique et technique, Commerce et coóperation sept. 1978, blz. 75/5 (samenvatting in Propriété industrielle-bulletin documentaire dec. 1978, blz. II-393/4); Kretschmer, Lizenzrecht: [Entwurf-] Gruppenfreistellungsverordnung für Patenlizenzvertrage, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht april 1979, blz. 218/9; S. Lammich, Auslandische Lizenzen in Polen, Osteuropa-Recht 1978, blz. 253/5; P. Lemke, Hürden im Lizenz- und Kooperationsverkehr zwischen EG (Europaische Gemeinschaft)- und RGW (Rat für Gegenseitige Wirtschaftshilfe)-Landern, Kunststoffe 1977, blz. 791/2; A. Levi.Clausole dei contratti di licenca di brevetto, di Know-how e di marchio e diritto comunitario della concorrenza, Rivista di diritto industriale 1977 (1) blz. 31-64; K. P. Mailander, Die kartellrechtliche Beurteüung von Lizenzvertragen nach EG-Kartellrecht und US-Antitrustrecht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 19.79, blz. 378-393; H.-J. Moecke, Neuere Entwicklungen im Ost-Lizensgeschaft, Recht der internationale Wirtschaft, Auszen Wirtschafts Dienst 1978, blz. 561/6; S. Saotome, Benefits from licensing, AIPPI Quarterly Journal of the Japanese Group 1977 (3) blz. 3-8; J. H. Seidler, Licensing into/out of Australia, LES Nouvelles 1978, blz. 145/8; S. Timberg, Recent patent antitrust development: Patent interference and litigation settlements, exclusive licenses and bulk sale restrictions, International Business Lawyer 1977, blz. 317-323 en J. Wilcynski, Licenses in the WestEast-West transfer of technology, Journal of World Trade Law 1977, blz. 121-136.
—, arbitrage in — en verwante verhoudingen, zie La PropriétéIndustrielle 1978, blz. 270 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 86. —, merken, zie N. J. Byrne, Trademark licensing under article 85 EEC: some recent developments, The Journal Incorporation Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978, blz. 496-504. —, octrooi, zie B. I. Cawthra, Patent licensing in Europe, London, 1978 en G. L. Priest, Cartels and patent license arrangements, Journal of Law and Economics 1977, blz. 309-377. Licentie van gemeenschapsoctrooi, zie Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 27 e.v. Licentie-overeenkomst, zie Journal of the Patent Office Society, augustus 1977 t/m mei 1978, tijdschriftbespreking door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. —, zie W. Lindstaedt, Muster für Patentlizenzvertrage, Heidelberg, 1977 en E. Lontai, Les contrats de licence, Boedapest, 1978 [overdruk van: 10e Congres international de droit comparé 1978, blz. 251-273]. licentie-overeenkomst en E.E.G.-Verdrag, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 227-231. Liechtenstein bekrachtigt het Protocol van Genève van 29 augustus 1975, bij de overeenkomst betreffende het internationale depot van tekeningen of modellen van nijverheid; officiële mededeling, blz. 9 1 . Lijst van afnemers, Bijkomende vordering, strekkende tot een bevel tot terugname en het verstrekken van een — afgewezen; President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 4 1 , blz. 225. Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering, zie J. A. M. Molkenboer, Innovatie aktiviteiten. Inleiding door de Directeur-Generaal van Industrie van het Ministerie van Economische Zaken ter gelegenheid van de installatie van de Stuurgroep Innovatieprojecten van het L.I.O.F. [ —] op 19 januari 1979 te Maastricht, Ministerie van Economische Zaken, Directie Externe Betrekkingen, 's-Gravenhage. Limperg, Dr Th., Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. Luxemburg, België, Nederland en — bekrachtigen de modellenovereenkomst van 's-Gravenhage, officiële mededeling, blz. 54. —, België, Nederland en — sluiten zich aan bij het ModeUenprotocol van Genève, officiële mededeling, blz. 54/5. - , auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156. —, octrooiinbreuk, zie K. Bruchhausen, Das Recht der Patentverletzung in den Landern der europaischen Gemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978 (9) blz. 526. Madrid, zie Overeenkomst van — betreffende de bestrijding van valse aanduidingen van herkomst. —, Conferentie van —, zie A. Olofsson, The importance of patents for technology progress in developing countries. Work paper for Madrid Conference on the law of the world, september 16-20, Washington, D.C., 1979. —, Merkenschikking van —, zie Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken. Marokko, gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D. Hij mans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59.
300
Materiële schade, Reeds de afbeeldingen en de opschriften op de hoes van de grammofoonplaat maken het zelfs voor de oppervlakkige toeschouwer duidelijk, dat de plaat burleske en pikante of dubbelzinnige liedjes bevat, die niets te maken hebben met het serieuze voorlichtingsprogramma van de VARA over vraagstukken betreffende de sexualiteit; geen vrees voor materiële of immateriële schade voor de VARA; President Rechtbank Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Mededinging, zie L. Brandmair, Die freiwillige Selbstkontrolle der Werbung: Rechtstatsachen, Rechtsvergleichung, internationale Bestrebungen, Keulen, 1979; M. Kappuhne, Wettbewerbsbeschrankung durch Vertrag. Gegenstands- oder Folgetheorie. Göttingen, proefschrift, 1977; P. Kriependorf, Wettbewerbsbeschrankungen und Handelsbeeintrachtigungen durch Verwertung gewerblicher Schutzrechte, Göttingen, proefschrift, 1977; O.C.D.E., Organisation de coopération et de développement économiques, Rapport annuels sur la politique de la concurrence dans les pays membres de 1'O.C.D.E., Parijs, 1977; G. Ronga, M. Cicala, A. Cicala Testori en L. Panzani, Frodi in commercio, Turijn, 1976 [besproken door L. Vohland in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 54]; J. J. Meltzer, Licentie en concurrentie, Economisch Statistische Berichten 5 juli 1978, blz. 677-680; U. Albrecht, Vorschlag einer Richtlinie zur Harmonisierung des Wettbewerbs in der Europaischen Gemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1978, blz. 687-692; D. Brault, Current developments in competition policies Antitrust Bulletin 1977, blz. 157-168; J. Davidow, Some reflections on the OECD Competition guidelines, Antitrust Bulletin 1977, blz. 441458; L. Nathan, Innovation: secrecy and competition, Patent and Trademark Institute of Canada bulletin 1978, blz. 99-108 en Revue suisse du droit international de la concurrence (nieuw tijdschrift). Mededinging, zie ook ongeoorloofde mededinging. Mededinging in de E.E.G., zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 91-100. —, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 100/5. —, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 227-231. —, zie B. van der Esch, L'application des régies de concurrence du Traite C.E.E. a Pexercice du droit de marque - reflexions et exemples, Cahiers de droit europeen 1977, blz. 499-505. Mededingingsrecht, zie M. Brochon, Echanges Techniques, Neuilly-sur-Seine, 1977, besproken door Ir A. P. Pieroen, blz. 85. —, zie Baumbach-Hefermehl, Wettbewerbsrecht, München, 1978, 12e druk [besproken door Droste in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, januari 1979 blz. 77/8]; Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes (Contemporary industrial property). Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich, Bern, 1978 [aangekondigd door Moser von Filseck in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 481/2]; A. Braun, A. Gleiss en M. Hirsch, Droit des ententes de la Communauté économique européenne, Brussel, 1977; U. Huber en B. Börner, Gemeinschaftsunternehmen im deutschen und europaischen Wettbewerbsrecht, Keulen, 1978; V. Korah, An introductory
guide to EEC competition law and practice, Oxford, 1978; F. H. Thomann, Immaterialgüter-und Wettbewerbsrecht (Nationales Recht und internationale Abkommen), Zürich, 1976 [besproken door G. Kolle in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 317/8]; E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör- und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661 ] [ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad I.E. 1978, blz. 115 ]; A. Quaedvlieg, Het recht betreffende de concurrentiepraktijken in de zes oorspronkelijke EEG-Staten, Bulletin de l'Institut international de concurrence commerciale 1976, blz. 19-37; F. Bodewig, Die wettbewerbsrechtliche Beurteilung der organisierten kostenlosen Kundenbeförderung nach deutschem, belgischem und französischem Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 29-38; W. Scheel, Aufgaben und Bedeutung des gewerblichen Rechtsschutzes, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 419-420 en F. Simon, Der Technologietransfer unter dem wettbewerbsrechtlichen Aspekt betrachtet, Wettbewerb in Recht und Praxis 1978, blz. 635/8. Memorie van grieven, Aanvraagster is bij haar — in beroep gekomen van de beschikking van de Aanvraagafdeling "waarbij het hem gevraagde octrooi niet werd openbaargemaakt"; zij mag dit verbeteren in: "waarbij is besloten het gevraagde octrooi niet te verlenen"; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 16 mei 1978, nr 40, blz. 216. —, De inzender van een — tegen een beschikking tot niet-openbaarmaking van een octrooiaanvrage is verplicht een volledige beschrijving met conclusie(s) aan de Afdeling van Beroep over te leggen; indien aanvrager over de juiste vorm van de beschrijving met conclusie(s) twijfelde, had hij alternatieve stukken kunnen indienen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 25 oktober 1978, nr 4, blz. 14. —, De — is niet met redenen omkleed, omdat zij geen enkele poging tot weerlegging of opheffing van de bezwaren van de Aanvraagafdeling tegen openbaarmaking van de aanvrage bevat; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 juli 1979, nr 39, blz. 216 (met noot). —, Een aanvrager behoort zijn — af te stemmen op de geldende conclusies van de aanvrage; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 6 november 1978, nr 54, blz. 264 (met noot). Merkbescherming en vrij verkeer van waren in de E.E.G., zie Prof. Dr W. Hefermehl, Prof. Dr H. P. Ipsen, Prof. Dr W. R. Schluep en Prof. Dr G. Sieben, Nationaler Markenschutz und freier Warenverkehr in der Europaischen Gemeinschaft, München, 1979. Merkenrecht, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. —, zie G. G. Auletta, Del marchio del diritto d'autore sulle opere dell'ingegno letterarie e artistiche, Bologna, 1977, tweede druk; A. Christias, La marque étrangère en France et en Grèce, Parijs, 1978; A. Sonn, Warenzeichenrecht (Markenrecht), Wenen, 1978; Trademarks throughout the world, onder redactie van A. M. Greene, New York, 1979; E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und Wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör- und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661 ] [ook besproken door
301 Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad I.E., 1978, blz. 115 J; Prof. Dr F.-K. Beier, Unterscheidene Zusatze als Mittel zur Lösung marken- und firmenrechtlicher Konflikte im Gemeinsamen Markt?, blz. 149-160 in: Beitrage zur Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum 1 OOjanrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); J. J. Burst en R. Kovar, Le reconditionnement de produits marqués et le droit communautaire (naar aanleiding van Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, HoffmannLa Roche/Centrafarm, Bijblad LE. 1979, nr 10, blz. 60) La semaine juridique Cl. nr 42,19 okt. 1978, 12830; D. Crut, Marques et reconditionnement des produits [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, Hoffmann-La Roche/Centrafarm, merk Valium], La vie judiciaire 12 november 1978, blz. 10; K.-J. Eckner, Tendenzen der internationalen Entwicklung des Markenrechts, insbesondere im westeuropaischen Raum, aus schweizerischer Sicht, DerNeuerer (Ausgabe B) 1977, blz. 60/2 = Staat und Recht (DDR) 1977, blz. 535/9; C. Fernandez-Novoa, The trade mark system and its functions, Revue et bulletin de la Fédération internationale des conseils en propriété industrielle 1979, blz. 27-39; G. Freytag, Markenrechtliche Probleme der multinationalen Konzerne, DerNeuerer 1978 (12/B) blz. 185/8; K. R. Havelock, Trade marks and international brands: nêw concepts and their influence on modern marketing, Planned innovation 1978, blz. 330/2; J. Joseph, Certification marks, collective marks or guarantee marks, European intellectual property review 1979, blz. 160/6; E. Jucker, Staatsinterventionismus und Erosion des Patent- und Markenschutzes, SANDOZ Bulletin april 1978, blz. 4-9; A. Krieger, Markenschutz als legislative Aufgabe. Markenartikel 1978, blz. 423/6, 431/2 en 434; La protection des marques et des brevets d'invention risque d'être démantelée lors de la révision de [la Convention de] 1'Union de Paris, Correspondance économique 14 dec. 1978, blz. 16-17; R. N. G. Lingwood, The trade mark system and the profession, Revue et bulletin de la Fédération internationale des conseils en propriété industrielle 1979, blz. 191-205; D. C. Maday, Trade mark rights of holding companies in Western Europe, The Trademark Reporter 1978, blz. 28-46; V. Mangini, Il marchio fra concorrenza e monopolio, Rivista del diritto commerciale 1977 (I) blz. 227 e.v.; H. D. Martino, Ufnited] N[ations] Angriff auf die Marke, Markenartikel 1977 blz. 501/3; K. Möck, Wettbewerbspolitische Uberlegungen zu einem allgemeinen Diskriminierungsverbot aus der Sicht der Markenartikelindustrie, blz. 477-491 in: Festschrift für E. Günther zum 65. Geburtstag: Wettbewerb im Wandel onder redactie van H. Gutzler, W. Herion en J. H. Kaiser, Baden-Baden, 1976; P. O'Brien, The international trademark system and the developing countries, Ldea april 1978, blz. 89 e.v.; D. P. Raeymaekers, Assignments, licences and abandonment of trademarks in the Benelux, The Trademark Reporter 1978, blz. 15-27; Dr O. Schlecht, Der Markenartikel in der We'ttbewerbspolftik, Markenartikel 1978, blz. 416, 419,420 en 421; R. Storkebaum, In Sorge um die Marke — "Markenerosion" als internationales Problem, Markenartikel 1978, blz. 536 en 538/9; Ch. Sunt, Dienstmerken,.Rec/i£skundig Weekblad (Antwerpen) mei 1979, kolommen 2401-2420; E. Ulmer, Walter Derenberg's contributions to the comparative and international law of intellectual property, The Trademark Reporter 1978, blz. 239-243 en D. Vaver, The protection of character merchandising — a survey of some common law jurisdictions, L.I.C., International Review of
Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 541-561. —, prioriteitsoverdracht, zie G. Siewers, Übertragung des Prioritatsrechts bei Warenzeichen, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1977, blz. 90/1. —, voorgebruik, zie R. Storkebaum, The evolution of the concept of "preright declarations" into coexistence agreements, The Trademark Reporter 1978, blz. 47-55. Merkenrecht en E.E.G., zie Patents and trade marks in the European Community, Londen, 1976 en U. Loewenheim, Trademarks and European Community Law, I.I.C., International review of industrial property and copyright law 1978, blz. 442-435. Merkenschikking van Madrid, zie Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken. Merklicentie, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85(1) E.E.G., blz. 94. —, zie N. J. Byrne, Trademark licensing under article 85 EEC: some recent developments, The Journal Incorporation Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978, blz. 496-504 en A. Levi, Clausole dei contratti di licenza di brevetto, di Know-how e di marchio e diritto comunitario della concorrenza, Rivista di diritto industriale 1977 (1) blz. 31-64. Mexico, zie Colloquium on certain legal aspects of foreign investment in —: regulation of capital investment, patents and trademarks, and transfer of technology [held in Atlanta on April 8, 1976, Athens, Ga.], Georgia Journal of International and Comparative law 1977', blz. 1-46; J. Delgado, Technology transfer and trademark problems in —, Trade marks, patents and designs Fédération, Monthly report oktober 1978, deel 1, blz. 1-8 en D. W. James Jr„ Linking foreign with Mexican trademarks: boon or bane? , California Western International Law Journal, winter 1978, blz. 43. —, octrooi- en merkenwet, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Micro-organismen, zie hoofdartikel van Ir J. D. Tak, Het Verdrag van Boedapest, blz. 223/5. —, Verdrag van Boedapest, zie mededeling, blz. 265. —, internationaal depot van —, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. —, zie U. D. Blum, Ausgewahlte Fragen über den Patentschutz für Mikro-organismen nach dem Europaischen Patentübereinkommen und dem schweizerischen Patentrecht. (Duits en Engels.) Blz. 89-124 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978) en G. Horvath, Protection of microbiological inventions in socialist countries, blz. 129-138 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum 1 OOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). Mimosept Lady/Lady, zie Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr 1, blz. 3 en Hoge Raad, 3 nov. 1978,nr 18, blz. 131. Misbruik, Voor zover de uitoefening van het merkrecht, getoetst aan artikel 36 van het Verdrag, rechtmatig is, komt zodanige uitoefening niet met artikel 86 van het Verdrag in strijd alleen omdat zij geschiedt door een onderneming die een machtspositie op de markt inneemt, zolang het recht op het merk niet als een middel tot - van zulk een positie wordt gehanteerd; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. Misleidende reclame, zie Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F.
302
Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. —, zie C. Schmid, Irreführende Werbung, Diessenhofen, 1976; Benelux Studiegroep Industriële Eigendom, Nogmaals het wetsontwerp — (nr 13.611), Nederlands Juristenblad aug. 1979, blz. 620; Mr J. J. C. Kabel, Richtlijn inzake misleidende en oneerlijke reclame (1, 2 en 3), [voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de Raad van Ministers] Ariadne 13 april 1978, blz. 4 - 5 , 2 1 september 1978, blz. 5, 6 en 8 en 28 september 1978, blz. 10-12 en Mr D. W. F. Verkade, De wet - : beginof eindpunt van een ontwikkeling?, Nederlands Juristenblad juni 1979, blz. 458-467. Misleidende reclame, zie ook reclame. Mistral/Windsurfer, zie Hof Amsterdam, 2 februari 1978, nr 44, blz. 240. Modelbescherming, Commissie van Advies inzake modellenbescherming (siermodellen), zie artikel van Mr Ir D. Hij mans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 58. —, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, mededeling, blz. 180. —, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. —, zie Dr.jur. G. Rau, Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119-120. —, zie Dessins et modèles, Parijs, 1977; D. Johnston, Design protection. (A guide to the law of plagiarism for manufacturers and designers), Londen, 1978 [besproken door P. Ford in European Intellectual Property Review okt. 1978, blz. 31-32] en F. Perret, L'autonomie du régime de protection des dessins et modèles, Genève, 1974 [besproken door F. Benussi in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 57/8]. . Modelbescherming en auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 155-161. Modelbescherming in de Benelux, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Modellenovereenkomst van 's-Gravenhage, België, Nederland en Luxemburg bekrachtigen de —, officiële mededeling, blz. 54. Modellenprotocol van Genève, België, Nederland en Luxemburg sluiten zich aan bij het —, officiële mededeling, blz. 54/5. —, Zwitserland en Liechtenstein bekrachtigen het Protocol van Genève van 29 augustus 1975, bij de Overeenkomst betreffende het internationale depot van tekeningen of modellen van nijverheid, officiële mededeling, blz. 91. Modellenrecht, zie G. Sena, I diritti sulle invenzioni e sui modelli industriali, Milaan, 1976; C. Sepulveda, La protección international a los disefïos industriales, Revista Mexicana de la Propiedad Industrial y Artistica 1976, blz. 45-58 en M. Serio, Suil' armonizzazione nella Comunita europea delle leggi in materia di disegni e modelli, Rivista di diritto civile 1977, blz. 273-306. Monaco bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 154. Motivering in een beschikking, De Aanvraagafdeling is niet verplicht, naast de overwegingen die haar tot het genomen besluit hebben gebracht, een oordeel te geven over de argumenten van de aanvrager,
die de door de Aanvraagafdeling als doorslaggevend beschouwde gronden niet kunnen aantasten; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 15 mei 1973, nr 9, blz. 49 (met noot). —, Een Aanvraagafdeling mag in haar beschikking niet volstaan met een eenvoudige verwijzing naar de gronden die de voorbereider in zijn brief heeft vermeld, maar moet volledig en duidelijk de gronden uiteenzetten waarop haar beslissing berust; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 8 december 1977, nr 38, blz. 215 (met noot). Motivering in memorie van grieven, De memorie van grieven is niet met redenen omkleed, omdat zij geen enkele poging tot weerlegging of opheffing van de bezwaren van de Aanvraagafdeling tegen openbaarmaking van de aanvrage.bevat; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 juli 1979, nr 39, blz. 216 (met noot). Motorboot, Het model van een — vertoont een oorspronkelijk karakter door de bijzondere vorm van de bodem en het verloop van de ribben, waardoor de boot bijzondere vaareigenschappen en stabiliteit heeft; daarom heeft Skibsrud auteursrecht op dat model; President Rechtbank Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260 (met noot v. N.H.). Multilaterale verdragen, Teksten van nationale wetten, — en bilaterale verdragen, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Multinationals, zie L. R. Primoff, International Regulation of Multinational Corporations and Business - The United Nations Takes Aim, Journal of International Law and Economics 1977, blz. 287-324. München, Diplomatieke Conferentie van — 10 sept. - 5 okt. 1973, zie Procès-verbaux de la Conférence diplomatique de Munich pour 1'institution d'un système europeen de délivrance de brevets (Munich, 10 septembre - 5 octobre 1973), publiés par Ie Gouvernement de la République federale d'Allemagne, (tevens verschenen met de Engelse en Duitse tekst). —, Verdrag van — inzake verlening van Europese octrooien, zie Europees Octrooiverdrag van München. Muziek en auteursrecht, zie P. Ruzicka, Die Problematik eines "ewigen Urheberpersönlichkeitsrechts" unter besonderer Berücksichtigung des Schutzes musikalischer Werke, Berlijn, 1978. Muziek en media, zie J.-L. Tournier, Promotion des oeuvres de variétés musicales a travers les voies économiques et media actuels = Förderung von Werken der Unterhaltungsmusik mittels der heutigen wirtschaftlichen Möglichkeiten und Medien = Promotion of works of variety music through present-day economie and communication media, Wenen, 1978. Nabootsing, zie Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. —, Droit international et action en contrefacon de brevet, Recueil Dalloz Sirey 1978, blz. 417/9. Naburig recht, zie aangrenzend recht. Nationaal octrooi, zie J. Fort, Brevet europeen ou brevets nationaux? : un choix a faire, Parijs, 1977. Nationale octrooirechten en gemeenschapsoctrooi, zie Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 25. Nationale wetten, Teksten van —, multilaterale verdragen en bilaterale verdragen, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. NATO en industriële eigendom, zie Organisation du Traite de L'Atlantique Nord, Groupe de travail sur la propriété industrielle, Equipements militaires et
303
législation de propriété industrielle; en North Atlantic Treaty Organization, Working Group on Industrial Property, Military equipment and industrial property législation, Brussel, 1976-1979 (2). Natuurprodukt, Het behoort tot de normale taak van een deskundige de bestanddelen van een — te scheiden en te onderzoeken welke bestanddelen de bekende, gewenste werking hebben; de gekozen scheidingsmethode is kort vóór de indieningsdatum van de aanvrage zeer gebruikelijk geworden; geen uitvinding aanwezig geacht; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 1 december 1977, nr 13, blz. 83 en nr 34, blz. 212 (met noot). —, zie J. Utermann, Reflections on patent protection of products of nature, LI. C. International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 409 e.v. en blz. 523-541. Nederland bekrachtigt de tekst van Genève van de Overeenkomst classificatie van de waren en diensten voor merken, officiële mededeling, blz. 154. Nederland bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 122, 154 en 198/9. Nederland, België, — en Luxemburg bekrachtigen de modellenovereenkomst van 's-Gravenhage, officiële mededeling, blz. 54. —, België, — en Luxemburg sluiten zich aan bij het Modellenprotocol van Genève, officiële mededeling, blz. 54/5. —, auteursrecht, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 156 en 159. - , gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 57/9. —, jaarverslag Octrooiraad, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 277, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, licentie, zie Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Licenses according to Dutch law, blz. 183-193 in: Netherlands Reports to the Tenth International Congress of Comparative Law, Budapest 1978 (Deventer, 1978). —, merkenrecht, zie M. C. E. J. Bronckers, Merken en medicijnen (Europese rechtspraak en Nederlandse praktijk), Ars Aequi febr. 1979, blz. 59-73. Nice, zie Warenclassificatie-Overeenkomst van — betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken. Niet-betwistingsclausule, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 228. Niet-eenheidsbeslissing, Nu de verleningsprocedure van de aanvrage [A] reeds onherroepelijk is afgesloten, kan de Afdeling van Beroep ten aanzien van die aanvrage thans niet alsnog een aanvullende — nemen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 15 mei 1973, nr 9, blz. 49 (met noot). —, De eenheid van uitvinding vindt haar uitdrukking in de nieuwe werkwijze, Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 nov. 1977, nr 24kblz. 177. —, De Octrooiraad heeft een — gegeven en aanvraagster heeft op grond daarvan een afgesplitste aanvrage ingediend; een Afdeling van de Octrooiraad mag dan in beginsel niet weigeren die afgesplitste aanvrage openbaar te maken op grond van de overweging dat deze zou strekken tot dubbele octrooiering; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 april 1979, nr 26, blz. 178. —, Een aanvrager mag in beroep in beginsel niet als grief aanvoeren dat een Aanvraagafdeling zijn schriftelijke verzoek om een — heeft ingewilligd; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 mei 1979, nr 35, blz. 213.
Niet-eenheidsbeslissing voor het gebruiken van twee stoffen in een verhouding van 0,09-0,17; besluit tot niet-openbaarmaking van een afgesplitste aanvrage voor het gebruik van die stoffen in een verhouding van meer dan 0,17; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 15 december 1977, nr 53, blz. 264. Nietigheidsprocedure in het Verdrag van Luxemburg, zie Dr Ir F. Panel, La protection des inventions en droit europeen des brevets, Parijs, 1977, besproken door Mr M. van Empel, blz. 15 [tevens besproken door Dr J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 378-380]. Nietigheid van een merkendepot, Degene wiens merkrecht door het verstrijken van de geldigheidstermijn van de inschrijving van het merk was vervallen, heeft binnen drie jaren daarna een heropnemingsdepot verricht; dit depot heeft geen terugwerkende kracht in die zin dat het merkrecht geacht moet worden nimmer te zijn vervallen; wie binnen de genoemde termijn van drie jaren een heropnemingsdepot verricht, kan in beginsel de nietigheid inroepen van het depot dat een ander binnen die termijn heeft verricht; zie Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200/8. Nietigverklaring van een merkendepot, Wanneer de houder van de eerdere inschrijving aan het geding deelneemt, kan deze in dat geding de nietigverklaring van het omstreden depot vorderen; Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978,nr l,blz.3. —, Schagen is door Mölnlycke in vrijwaring in het geding geroepen en tot "deelneming" toegelaten en kon daarom ook zijnerzijds nietigverklaring van de omstreden depots vorderen; Hoge. Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. Nietigverklaring van een merkendepot kan niet met beroep op art. 4 sub 6 BMW nu het depot ter instandhouding van een door depot in België verkregen recht is verdicht; Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Niet-ontvankelijkheid in kort geding, Het feit, dat een President een kort-geding-vonnis heeft gewezen, laat op zichzelf onverlet dat men, in geval er meer bevoegde rechters zijn, de mogelijkheid heeft een andere rechter te adiëren; deze dient zich van een beslissing inzake het hem voorgelegde geschil te onthouden, indien dit zowel wat de persoon van partijen en de grondslag van de ingestelde vordering betreft als ten aanzien van het materiële geschilpunt, waarover in het eerdere vonnis is beslist, aan het eerdere geding geheel of vrijwel geheel gelijk is; President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Niet-openbaarmaking, Een Aanvraagafdeling mag in haar beschikking niet volstaan met een eenvoudige verwijzing naar de gronden die de voorbereider in zijn brief heeft vermeld, maar moet volledig en duidelijk de gronden uiteenzetten waarop haar beslissing berust; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 8 december 1977, nr 38, blz. 215 (met noot). Nieuwe conclusie(s), zie conclusie. Nieuwe verbindingen, De uitvinding betreft uitsluitend een speciale werkwijze ter bereiding van in beginsel bekende verbindingen; de eenheid van uitvinding vindt haar uitdrukking in deze nieuwe werkwijze; hieraan doet niet af, dat men met deze werkwijze ook — kan bereiden, aangezien deze qua eigenschappen equivalent zijn aan de bekende; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 nov. 1977, nr 24, blz. 177. —, Een aanvrager die in de oorspronkelijke stukken slechts octrooi heeft gevraagd voor een specifieke werkwijze ter bereiding van —, mag de aanvrage niet verruimen tot de bereiding van de — volgens een op zich bekende werkwijze; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 2 april 1979, nr 29, blz. 190. Nieuwe werkwijze, De uitvinding betreft uitsluitend een speciale werkwijze ter bereiding van in beginsel be-
304
kende verbindingen; de eenheid van uitvinding vindt haar uitdrukking in deze —; hieraan doet niet af, dat men met deze werkwijze ook nieuwe verbindingen kan bereiden, aangezien deze qua eigenschappen equivalent zijn aan de bekende; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 nov. 1977, nr 24, blz. 177. Nieuwheid, Het aangeven van een ander dan het bekende gebruiksdoel van een bekend voortbrengsel maakt dit voortbrengsel niet nieuw; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 december 1978, nr 30, blz. 191. —, Ook het produkt in een verpakking waarop een, tot nu toe niet bekende, eigenschap van het produkt is vermeld, is niet octrooieerbaar, want deze vermelding draagt niet bij tot de — in technische zin van het produkt; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 februari 1978, nr 8, blz. 48. Nieuw-Zeeland, zie M. J. Taylor, Spatial dimensions of inventiveness in New Zealand: The role of individuals and institutions, Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie 1977, blz. 330-340. —, Jaarverslag Patent Office, zie La Propriété Industrieïle 1978, blz. 145, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Noordatlantische Verdragsorganisatie, zie NATO. Noorwegen bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 254. Noorwegen, merkbescherming en China, zie La Propriété Industrieïle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Octrooi, nr 126.625: Rb. Amsterdam, 11 jan. 1978, nr 17, blz. 131. - , n r 130.427; Hof Arnhem, 15 maart 1977, nr.16, blz." 125. —, nr 140.556; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 16 mei 1978, nr 40, blz. 216. —, nr 145.277; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979, nr 25, blz. 177. - , nr 155.590; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 20 okt. 1977, nr 33, blz. 212. <• —, nr 157.591; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 nov. 1977, nr 24, blz. 177. Octrooiaanvrage, nr 64.10827; Octrooiraad, Afdeling Beroep, 16 mei 1978, nr 40, blz. 216. - , nr 65.03605; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 okt. 1978, nr 12, blz. 81. - , nr 66.17047; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 2 april 1979, nr 29, blz. 190. —, nr 66.17286; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 1 dec. 1977, nr 13, blz. 83. - , nr 67.07232; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 8 febr. 1979,nr36,blz. 214. —, nr 68.16789; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 febr. 1979, nr 27, blz. 178. - , nr 68.17749; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 aug. 1978,nr52,blz. 263. —, nr 70.09543; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979, nr 25, blz. 177. —, nr 71.11173; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 nov. 1977, nr 24, blz. 177. - , nr 72.11709; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 20 okt. 1977, nr 33, blz. 212. - , nr 73.12880; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 april 1979, nr 26, blz. 178. —, nr 73.15217; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 5 juli 1979, nr 47, blz. 245. - , nr 74.02368; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 meil979,nr35,blz.213. —, nr 75.03412; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 15 dec. 1977, nr 53, blz. 264. - , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 25 okt. 1978, nr 4, blz. 14. —, nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 13 febr. 1978, nr 6, blz. 31.
- , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 febr. 1978, nr 8, blz. 48. - , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 15 mei 1973, nr 9, blz. 49. - , nr 0.000.000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 dec. 1978, nr 30, blz. 191. - , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 1 dec. 1977, nr 34, blz. 212. —, nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 okt. 1977, nr 37, blz. 214. —, nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 8 dec. 1977, nr 38, blz. 215. - , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 juli 1979, nr 39, blz. 216. - , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 4 juli 1978, nr 46, blz. 244. - , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 mrt. 1979, nr 48, blz. 245. - , nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 april 1979, nr 49, blz. 248. —, nr 00.00000; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 6 nov. 1978, nr 54, blz. 264. Octrooi, douanewaarde van —en, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, Eerste Kamer, 14 juli 1977, nr 5, blz. 30. Octrooiaanvrage, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 105. Octrooiaanvragen ingediend in 1978, zie Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/9. Octrooibeleid in de huidige tijd, symposium gehouden te Leiden op 25 april 1968, zie hoofdartikel van Mr Ir H. Mulder, Gebruiksmodel voor Nederland? , blz.258 Octrooibescherming, zie E. Jucker, Staatsinterventionismus und Erosion des Patent- und Markenschutzes, SANDOZ Bulletin april 1978, blz. 45 e.v.; L. Lodi, note sulla brevettazione della vite, Conegliano. Overdruk van Rivista di viticoltura e di enologia di Conegliano 1977 (4); W. Schönrath en M. Muller, Neue Abkommen über den Erfindungsschutz in Westeuropa, DerNeuerer 1978 (1 l/B) blz. 167-170; J. Utermann, Reflections on patent protection of products of nature, I.I.C., International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 409 e.v. en blz. 523-541 en F. de Visscher, Les récents développements de la protection internationale des inventions, Journal de Tribunaux 1978, blz. 517-520 en 534-543. Octrooibescherming in Europa, zie R. V. Thurman, Protecting inventions in a changing Europe, Patent LawAnnual 1977 blz. 141-204. Octrooibeschrijving, zie J. Beier, The content of patent specifications: ideas about improvements of the technical expressiveness of patent documents, Revue et bulletin de la Fédération internationale des conseils en propriété industrieïle 1978 (29) blz. 95/8. Octrooidocumentatie, zie Seminar on technology Information in patent literature. Texts of addresses made avaüable by the speakers at the Seminar held 19th & 23rd February 1979, Melbourne & Sydney; B. Starkloff c.s., Investigation of the present and future use of patent literature, Brussel, 1978; Das Patentwesen als Informationsquelle. Bericht über das Internationale Symposium über Patent-information und -dokumentation vom 16.-18.Mai 1977 in München, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 87/9; T. S. Eisenschitz en Ch. Oppenheim, Reasons for inconsistenties in the use of the International Patent Classification, International classification 1979 (1) blz. 26-28; Dipl.-Phys. E. Th. B. Schachenmann en A. G. Kra-
305
dolfer, Entwicklungen auf dem Gebiet der Patentinformation, blz. 51-60 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); F. A. Sviridov, Programme de 1'Organisation mondiale de la propriété intellectuele dans Ie domaine de la documentation conernant les brevets, Bulletin de l'Unesco d l'intention des bibliothèques 1978, blz. 340/7 en J. Teply, Probleme der Patentrecherche, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte (69) maart 1978 (3) blz. 47/9 [samenvatting in Propriété industrielle-bulletin documentaire (Parijs) 1 juni 1978 (215)blz.H-206/7]. Octrooieerbaarheid, zie Dr R. E. Blum, Zum Begriff der patentfahigen Erfindung nach dem EPÜ [Europaisches Patentübereinkommen], blz. 61/8 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978) en J. Schmidt, Brevetabilité en droit francais et europeen, Cahiers de droit de l'entreprise 1979, nr 3, blz. 7-10. Octrooi en gebruiksmodel, verschillen, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 56/7. Octrooi en technologie-overdracht, De functie van het octrooiwezen met betrekking tot de beschikbaarheid en de overdracht van kennis. Rapport van de Adviescommissie-Dekker, 's-Gravenhage, 1979; Y. Eminescu, Le róle des brevets dans la stimulation de la création nationale et le transfert des techniques, Revue internationale de droit comparé april-juni 1978, blz. 531-541 en H. Stumpf, Interests and conflicts of interest in technology transfer — the role of patents, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law, 1978, blz. 309-319. Octrooigemachtigde, zie H. Bardehle, Das sich wandelnde Patentsystem, seine Auswirkungen auf den Patent anwalt, Revue et bulletin de la Fédération internationale des conseils en propriété industrielle 1979, blz. 172-190 en V. V. Kurysev, Die Handels- und Industriekammer der UdSSR als Patentanwalt sowjetischer und auslandischer Anmelder, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte febr. 1978, blz. 26-30. Octrooiinformatie, zie octrooidocumentatie. Octrooilicentie, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 270 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 86. —, E.E.G.-Verdrag en —s, zie mededeling, blz. 227-231, —, zie R. H. Bumett-Hall, Patent licences: the Commission Block Exemption Regulation - Draft No 3, Londen, 1978. (Pre-print of paper to be delivered at the 597th Ord. General Meeting of the CIPA to be held on 17th January 1979.); B. I. Cawthra, Patent licensing in Europe, London, 1978; C. Frey, Die Rechtsnatur der Patentlizenz, Zürich, 1976 [besproken door H. D. Schmid in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 276]; W. Lindstaedt, Muster für Patentlizenzvertrage, Heidelberg, 1977; The Law and Business of Patent and Know-how Licensing onder redactie van M. B. Finnegan en B. G. Brunsvold, Washington, D.C., 1975; D. J. Henry, Protection against non-commercial risks in patent licensing, Journal of World Trade Law (Groot-Brittannië) 1976 (10) blz. 421-433; A. Levi, Clausole dei contratti di licenza di brevetto, di Knowhow e di marchio e diritto comunitario della coneorrenza, Rivista di diritto industriale 1977 (1) blz. 31-64; G. L. Priest, Cartels and patent license arrangements, Journal of Law and Economics 1977, blz. 309-377 en J. Woltz, Der Einfluss des Wettbewerbsrechtes der EWG auf Patentlizenzvertrage, Der Neuerer 1978, blz. 106/9.
Octrooilicentieovereenkomsten, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van — van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 91-100. —, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, blz. 100/5. Octrooi-overdracht, zie D. Francois, L'obligation de garantie dans le contrat de transfert de techniques brevetées = The guarentee obligation in contracts for the transfer of patented techniques, Bulletin périodique d'information - Cabinet Z. Weinstein september 1977, blz. 5-22 = Periodical information bulletin - Law Offices Z. Weinstein december 1977, blz. 3-22 en L. C. Ubertazzi, Ancora in tema di attuazione dell' invenzione ed importazione di prodotti comunitari, Rivista di diritto industriale 1977 (1) blz. 65-74. Octrooipublikaties, aanwezig in de bibliotheek van de Octrooiraad op 31 december 1978, mededeling, blz. 32. Octrooiraad in het jaar 1978, De, hoofdartikel van Ir J. Dekker, blz. 187/9. Octrooiraad, de — zorgt voor het gereedkomen van een Engelse vertaling van een in het Nederlands gestelde internationale aanvrage (P.C.T.), zie officiële mededeling, blz. 123. —, internationale octrooiaanvrage kan bij de — in de Nederlandse taal worden ingediend, zie officiële mededeling, blz. 122/4. —, Werkovereenkomst tussen de Europese Octrooiorganisatie en de Nederlandse — tot uitvoering van Regel 48.3 (b) van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (P.C.T.), zie officiële mededeling, blz. 123. —, zie De herfst van de —, Sociaal Economisch Management 1979 (15) blz. VIII. Octrooirecht, zie A. Casalonga, Rencontre avec les contradictions ou une méthaphysique de Pinvention. Pariis, 1977, blz. 5-22 = Periodical information bulletin -Law Ein Leitfaden für Techniker und Naturwissenschaftler, Graz, 1977 [besproken door Dr jur. Günther R. John in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 380]; A. von Füner, Problems of patenting in Eastern European countries, especially in the field of chemistry, Londen, 1977; Ir L. Gruszow en Mr B. Remiche, La protection des inventions. (Le Traite de coopération en matière des brevets, la Convention sur le brevet europeen et la Convention sur le brevet communautaire.) Deel 2 van "Le droit de la concurrence" sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, 1978; Ch. Le Stanc, L'acte de contrefacon de brevet d'invention, Parijs, 1977; A. Olofsson, The importance of patents for technology progress in developing countries. Work paper for Madrid Conference on the law of the world, september 16-20, Washington, D.C. 1979; Patents, a source of technical information. Patent Office, Londen, 1975; Patents throughout the world. Practice and procedure for securing patent protection internationally, New York, 1978, tweede druk; J. P. Sortais, Les tentatives d'harmonisation et d'unification du droit des breivets d'invention: de la Convention de Paris (1883) a la Convention de Luxembourg (1975), J. P. Sortais, 1976; Symposium International Innovation en matière de brevets, Vienne 1979, Vorabdrucke der Vortragsmanuskripte, Wenen, 1979; H. Bardehle, Das sich wandelnde Patentsystem, seine Auswirkungen auf den Patentanwalt, Revue et bulletin de la Fédération internationale des conseils en propriété industrielle 1979, blz. 172-190; F.-K. Beier, Die Bedeutung des Patentsystems für den technischen, wirtschaftlichen und sozialen Fortschrift,
306 Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 227-235; Dr J. L. Breton, Future prospects-harmonisation of national patent laws, European Intellectual Property Review jan. 1979, blz. 13-19; W. R. Cornish en M. Vitoria, Patents, triple alliance? , The Journal of Business Law 1978, blz. 377/8; E. M. Jucker, The role of the patent system in industrial development, blz. 31/6 in: Beitrage zu Fragen des gewerbHchen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); E. Jucker, Staatsinterventionismus und Erosion des Patent- und Markenschutzes, SANDOZ Bulletin 1978, blz. 4-9; E. W. Kitch, The nature and function of the patent system, Journal of Law and Economics 1977, blz. 265-290; V. B. Kuznetsova, Protection of scientific discoveries, AIPPI Journal of the Soviet National Group 1977, blz. 58-63; La protection des marques et des brevets d'invention risque d'être démantelée lors de la révison de [la Convention de] 1'Union de Paris, Correspondance économique 14 dec. 1978, blz. 16-17; O. Leberl, Patentpolitik im Kraftfeld der Wirtschaftssysteme, West-Ost-Journal 1976, blz. 21/3; Th. M. Noone, Trade secret vs. patent protection, Trade marks, Patents and Designs Federation, Monthly report, juni 1979 (1) blz. 1-7; M. M. Pedrazzini, Neuere Entwicklungen auf dem Gebiet des internationalen Patentrechts, Auszenwirtschaft 1977, blz. 86-99; D. Schiffel en C. Kitti, Rates of Invention: International Patent Comparisons, Research Policy 1978, blz. 324-340; F. Steenstrup, Patent suicide by translation, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1977 (1) blz. 41/2 en J. Widlocher, Inventer quoi et comment? , Arts et Métiers 1977 (10) blz. 45. —, Europa, zie Terminologie du droit europeen des brevets. Terminologia del diritto europeo dei brevetti. Terminology of the European Patent Law. Terminologie des europaischen Patentrechts. Terminologie van het Europees octrooirecht, Straatsburg, 1976; H. Klose, Vorteile und Nachteile einer europaischen Patentanmeldung gegenüber einzelnen nationalen Patentanmeldungen, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte febr. 1978, blz. 21/3 en H.-H. Schmieder, Patentrecht zwischen nationaler Tradition und europaischer Harmonisierung, Neue Juristische Wochenschrift 1977, blz. 1217-1225. —, territorialiteit, zie P. Demaret, Patents, territorial restrictions, and EEC law, Weinheim, 1978 [besproken door P. Blok in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 363/5]. Octrooirecht en fabrieksgeheim, zie Th. M. Noone, Trade secret vs. patent protection, Patent and trademark review 1978, blz, 415-423. Octrooirecht en kweekprodukten, zie F. Moscone, Sulla brevettabilita delle nuove varieta vegetali, Rivista di diritto industriale 1976, blz. 351/9. Octrooirecht en micro-organismen, zie hoofdartikel van Ir J. D. Tak, Het Verdrag van Boedapest, blz. 223/5. Octrooireglement, Wijziging van het —, officiële mededeling, blz. 22. Óctrooisteisel, geschiedenis van het —, zie Prof. M. W. Thring en Prof. E. R. Laithwaite, How to invent (Londen 1977), besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 51. —, zie P. Demaret, Patents, Territorial Restrictions, and EEC Law. A Legal and Economie Analysis, Weinheim, 1978, besproken door Mr M. van Empel, blz. 193. Octrooitaksen, zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/9. Omgezette Europese octrooiaanvrage, zie officiële mededeling, blz. 155. Ompakken van een produkt, Wie in twee E.E.G.-Staten recht op een bepaald merk heeft, mag er zich tegen
verzetten, dat een derde een produkt waarop in de ene E.E.G.-Staat het merk rechtmatig is aangebracht, ompakt, op de nieuwe verpakking het merk aanbrengt en het produkt daarna in de andere E.E.G.-Staat op de markt brengt; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, zie J.-J. Burst en R. Kovar, Le reconditionnement de produits marqués et le droit communautaire. IHof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, Hoffmann-La Roche/Centrafarm], La semaine juridique Cl. nr 42, 19 okt. 1978, 12830 en D. Crut, Marques et reconditionnement des produits [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, Hoffmann-La Roche/Centrafarm, merk Valium], Lavie judiciaire 12 november 1978, blz. 10. O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, blz. 180. —, ontwerp-verdrag inzake geografische aanduidingen, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 134, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 86. —, zie A. Bogsch, The World Intellectual Property Organization: its recent past and its future plans, Bulletin of the Copyright Society 1979, blz. 194-201; Dr A. Bogsch, Common concerns of WIPO and AIPPI, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht Internationaler Teil 1978, blz. 421/3; C. Masouyé, L'Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle (—): 14e institution spécialisée des Nations Unies, Journal du droit international 1977, blz. 806—826; L'Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle (-) en 1978, La Propriété industrielle 1979, blz. 55-83; L. Perry, The legal protection of computer software: the WIPO model provisions, European intellectual property review 1979, blz. 34/7; K. Pfanner, Die Weltorganisation für geistiges Eigentum, Vereinte Nationen 1977, blz. 143-151; K. Pfanner, The World Intellectual Property Organization, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1979, blz. 1-19; F. A. Sviridov, International patent information: the role of the World Intellectual Property Organization, Unesco bulletin for libraries 1978, blz. 321/9 en F. A. Sviridov, Programme de FOrganisation mondiale de la propriété intellectuelle dans le domaine de la documentation concernant les brevets, Bulletin de l'Unesco d l'intention des bibliothèques 1978, blz. 340/7. Omroepbladen, zie Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Het monopolie. Noot bij Europese Commissie voor de rechten van de mens, 6 juli 1976, Nederlandse Jurisprudentie 1978, nr 237, Geiliustreerde Pers N.V./Staat der Nederlanden, Ars Aequi 1979, blz. 147-153. Omroeporganisaties, Adviescommissie voor het Auteursrecht, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van —, Rome, 26 oktober 1961. Met het antwoord van de Minister van Justitie, Auteursrecht april 1978, blz. 27; Mr R. A. E. Stuyt, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van geluidsdragers en —), Auteursrecht januari 1979, blz. 6-9 en N. Flechsig, Schutz der Rundfunkanstalt gegen Einfuhr und Verbreitung unautorisierter Sendekopien, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 97-131. Onderdelenvervaardiging, zie E. Waibel, Warenzeichen-
rechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör-, und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661 ] [ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad I.E. 1978, blz. 115]. Onderscheidende kracht, Gedaagde heeft geen feiten gesteld, waaruit zou volgen dat de aanduiding "Gold Seal" door zogenaamde inburgering — voor haar produkten zou hebben verworven; geen — voor de waren waarvoor het merk is gedeponeerd; Rechtbank Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (met noot R.P.). —, Het woord COMPO heeft — voor bemestings- en grondverbeteringsmaterialen, ook al pleegt men die (deels) ook wel aan te duiden als compost; Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. - , zie Prof. Dr F.-K. Beier, Unterscheidene Zusatze als Mittel zur Lösung marken- und firmenrechtlicher Konflikte im Gemeinsamen Markt?, blz. 149-160 in: Beitrage zur Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum 1 OOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). Onderzoek naar de stand van de techniek, zie Statistiek van verzoeken om — en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, officiële mededeling, blz. 39-42. Onderzoek, zie speurwerk. Oneerlijke reclame, zie misleidende reclame. Ongeoorloofde mededinging, zie B. Kaplan en R. S. Brown, Jr., Cases on copyright, unfair competition and other topics bearing on the protection of literary, musical and artistic works, Mineola, New York, 1978; T. Marx, Wettbewerbsrecht (falie und Materialien zum Kartellrecht, zum Gesetz gegen unlauteren Wettbewerb und zu den Nebengesetzen), Berlijn 1978; M. Pinnarö, Profili soggettivi della concorrenza sleale, Milaan, 1976; H. L. Pinner, Pinner's World unfair competition law: an encyclopedia, Alphen a/d Rijn, 1978; H. Kaye en P. Plaia, Jr, Developments in unfair trade practices in international trade: a review of the third and fourth years under section 337 [of the Tariff Act of 1930] as amended by the Trade Act of 1974, Journal of the Patent Office Society, maart 1979, blz. 115-182 en N. Trocker, La tutela giurisdizionale degli interessi diffusi con particolare riguardo alla protezione dei consumatori contro atti di concorrenza sleale: analisi comparativa dell' esperienza tedesca. Blz. 449-488 in: La tutela degli interessi diffusi nel diritto comparato (Milaan, Giuffrè, 1976). Ongeoorloofde mededinging en Beneluxmodellenrecht, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Ongeoorloofde mededinging, zie ook mededinging. Onherroepelijke beslissing van een Afdeling van de Octrooiraad inzake erkenning van een recht van voorrang, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 oktober 1978, nr 12, blz. 81 (met noot L.K.). Onrechtmatige daad, Appellante handelt onrechtmatig, omdat zij wist, dat haar biaisband in deze opmaak verkocht zou worden in de display van geihtimeerde; dit onrechtmatig handelen kan en behoort niet te leiden tot een verbod, dat erop neer zou komen dat appellante geen biaisband in éénslagsopmaak meer in de handel kan brengen; Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot). —, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. Ontdekkingen, Verdrag van Genève betreffende de
internationale inschrijving van wetenschappelijke —, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 85/8. —, zie V. B. Kuznetsova, Protection of scientific discoveries, AIPPI Journal of the Soviet National Group 1977, blz. 58-63. Ontoelaatbare reclame, zie reclame. Ontvankelijkheid van oppositie, Opposant is ontvankelijk in zijn bezwaarschrift en in zijn memorie van grieven, ook al zijn de verschuldigde bedragen door een ander, namelijk zijn werkgever, betaald; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 augustus 1978, nr 52, blz. 263 (met noot v. N.H.). Ontwikkelingslanden, zie Journal of the Patent Office Society, augustus 1977 t/m mei 1978, tijdschriftbespreking door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. —, zie J. de Cubas, Technology transfer and the developing nations, New York, 1974; A. Olofsson, The importance of patents for technology progress in developing countries. Work paper for Madrid Conference on the law of the world, september 16-20, Washington, D.C., 1979; Considerations for the drafting of a model law or laws on restrictive business practices to assist developing countries in devising appropriate legislation, Antitrust Bulletin 1977, blz. 831-855; P. Crugnola, Il diritto d'autore nei paesi in via di sviluppo, 77 diritto di autore 1976, blz. 219-241; E. J. Horn, Aussenwirtschaftliche Beziehungen und wirtschafthche Entwicklung - Probleme des Freihandels zwischen Industrie- und Entwicklungslandern, Ordo-Jahrbuch 1978, blz. 245-279; H. P. Kunz-Hallstein, Die Reform des internationalen Patentschutzes im Interesse der Entwicklungslander, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 369-378; N. Mangalo, Patent protection and technology transfer in the North-South conflict, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 100-120; P. Mathély, La propriété industrielle et les pays en voie de développement, Propriété industriellebulletin documentaire 1978 (223) blz. 9-16; S. Matsui The transfer of technology to developing countries, Association Internationale pour la Protection de la Propriété Industrielle Quarterly Journal of the Japanese Group 1977 (2) blz. 3-11, en Journal of The Patent Office Society 1977, blz. 612-628; P. O'Brien, The international trademark system and the developing countries, Idea 1978, blz. 89 e.v.; Dr J. E. O'Farrell, Importance of industrial property for developing countries, blz. 47/9 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum 1 OOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); O.M.P.I., Licensing guide for developing countries, Genève, 1978; J. Röpke, Probleme des Neuerungstransfers zwischen Landern unterschiedlicher Entwicklungsfahigkeit, Ordo-Jahrbuch 1978, blz. 245-279; A. Rossi, I progetti di legge-tipo sulle invenzioni e il know-hpw per i paesi in via di svilippo, Rivista Soc. 1978, blz. 453-502 en L. Scipioni, Verso una nuova disciplina sul trasferimento delle tecnologie ai paesi in via di sviluppo, Foro Padano 1978 (1-4) kolommen 27-32. Oorspronkelijk karakter, Het model van een motorboot vertoont een — door de bijzondere vorm van de bodem en het verloop van de ribben, waardoor de boot bijzondere vaareigenschappen en stabiliteit heeft; daarom heeft Skibsrud auteursrecht op dat model evenals op de ontwerptekeningen; President Rechtbank Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260 (met noot v. N.H.). Oorspronkelijke stukken, Aanvraagster heeft in de — van de aanvrage slechts octrooi gevraagd voor een specifieke werkwijze ter bereiding van nieuwe ver-
308
bindingen; aanvraagster mag de aanvrage na de indiening niet verruimen tot de bereiding van die nieuwe verbindingen volgens een op zich zelf bekende wijze; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 2 april 1979, nr29, blz. 190. Oostbloklanden, zie Oost-Europa. Oostenrijk bekrachtigt het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, officiële mededeling, blz. 55. Oostenrijk bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 55. Oostenrijk, aanduiding van herkomst, overeenkomst met Spanje, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, auteursrecht, zie R. Dittrich, Arbeitnehmer und Urheberrecht, Wenen, 1978 en R. Dittrich, Die Vertrage Osterreichs mit den Europaischen Qemeinschaften und das österreichische Urheberrecht, Osterreichische Blatter für gewerblichen Rechtsschutz und Urheberrecht 1977, blz. 81/8. —, desbewustheid, zie G. R. John, Die unberechtigte Schutzrechtsverwarnung im deutschen und österreichischen Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 236-244. —, Europees Octrooiverdrag, zie Zur Ratifizierung des Europaischen Patentübereinkommens durch Ósterreich, Wenen, 1978. —, fabrieksgeheim, zie Der strafrechtliche Schutz des Geschafts- und Betriebsgeheimnisses in den Landern der Europaischen Gemeinschaft sowie in Österreich und der Schweiz, Keulen, 1978. —, industriële eigendom, zie Schiedsgerichtsbarkeit und gewerblicher Rechtsschutz, Wenen, 1976. —, merkenwet, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, merkenwet, zie A. Sonn, Warenzeichenrecht (Markenrecht), Wenen, 1978. - , octrooiwet, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. - , octrooiwet, zie Dr phil. F. Epstein, Patentrecht und Erfindungsschutz. Ein Leitfaden für Techniker und Naturwissenschaftler. Verlag für die Technische Universitat Graz, Graz, 1977 en W. Hermann, Osterreichisches Patentgesetz, Eisenstadt, 1978. - , werknemersuitvinding, zie H. Collin, Die Diensterfindungen, Wenen, 1976. Oost-Europa, auteursrecht, zie F. Majoros, Urheberrechtsabkommen zwischen der UdSSR und ihren Nachbarn seit 1967, Osteuropa Recht jan. 1979, blz. 38-47. - , industriële eigendom, zie E. Lontai, Die Formen des rechtlichen Schutzes von technischen Schöpfungen in den sozialistischen Landern, Boedapest, 1977, overdruk van: Acta juridica Academiae Scientiarum Hungaricae (19) 1977 (1-2) blz. 55-88 en Prof. Dr M. M. Boguslavsky, Protection of industrial property: an impact on relations between countries of different social systems, blz. 125/8 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum 100jahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). - , kartelrecht, zie W. Seeger, Beschrankungen bei OstWest-Kooperationsvertragen - Jüngste Entwicklung des Kartellrechts der EG, Mitteïlungen der deutschen Patentanwalte 1978, blz. 8-11. - , licentie, zie A. Vida, Les contrats de licence en droit socialiste, Parijs, 1979; H.-J. Moecke, Neuere Entwicklungen im Ost-Lizensgeschaft, Recht der internationalen Wirtschaft, Auszen Wirtschafts Dienst 1978, blz. 561/6 en J. Wilcynski, Licences in the West-EastWest transfer of technology, Journal of World Trade Law 1977, blz. 121-136. - , micro-biologie, zie G. Horvath, Protection of microbiplogical inventions in socialist countries, blz. 129-
138 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). —, octrooirecht, zie A. von Füner, Problems of patenting in Eastern European countries, especially in the field of chemistry, Londen, 1977 en J. Straus, Stand der Vereinheitlichungsbemühungen der sozialistischen Lander auf dem Gebiet des Erfindungsschutzes, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 13-20. Opeising, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979, nr 48, blz. 245 (met noot). Openbaarmaking van een octrooiaanvrage zonder uitvoeringsvoorbeeld; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 2 aprü 1979, nr-29, blz. 190. Open en bloot, zie President Rechtbank Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Oppervlakkige toeschouwer, Reeds de afbeeldingen en de opschriften op de hoes van de grammofoonplaat maken het zelfs voor de — duidelijk, dat de plaat burleske en pikante of dubbelzinnige liedjes bevat, die niets te maken hebben met het serieuze voorlichtingsprogramma van de VARA over vraagstukken betreffende de sexualiteit; geen vrees voor materiële of immateriële schade voor de VARA; President Rechtbank Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Original Rockport, zie President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225 en President Rechtbank 's-Gravenhage, 5 april 1978, nr 42, blz. 227. Overdracht, zie G. F. Henderson, Arbitration and Transfer of Patents, Know-how, Trademarks and other Rights with the View of Promoting Industrial Co-operation: The View-point from Anglo-American Countries, Canadian Patent Reporter 1977, blz. 216226. Overdracht van een merkendepot (heropnemingsdepot) en kwade trouw bij de overnemer; Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979 nr 31, blz. 200/8. Overdracht van technische kennis, zie technologie-overdracht. Overeenkomst betreffende het internationale depot van tekeningen of modellen van nijverheid, zie Modellenovereenkomst van 's-Gravenhage en Modellenprotocol van Genève. Overeenkomst van Madrid betreffende de bestrijding van valse aanduidingen van herkomst, zie Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn - New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken,-zie Warenclassificatie Overeenkomst van Nice. Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien, bekrachtiging door Italië, officiële mededeling, blz. 154. - , stand van bekrachtigingen op 1 januari 1979, blz. 19/20, kolom 3. Overeenkomst van Wenen inzake de bescherming van drukletters, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. Overeenkomsten betreffende octrooilicenties, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijsteËing voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (1) E.E.G., blz. 91-100. —, zie Bekendmaking conform artikel 5 van Verordening nr 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het E.E.G.-Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feiteüjke gedragingen, blz. 100/5. Overeenstemmende merken, De merken stemmen niet overeen, daar van beide merken het woordbestand-
deel een zeer voornaam element vormt en het ovaalvormig verlopend beeldelement in Colly's teken niet licht associaties zal oproepen met een paar dierenhoornen; President Rechtbank 's-Gravenhage, 5 april 1978, nr 42, blz. 227. —, Indien een teken, zoals het als merk is ingeschreven, niet op zich zelf maar wel door de presentatie ervan tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kan geven, dan kan het alleen een met een merk "overeenstemmend teken" zijn, voor zover het wordt gebruikt in de presentatie die tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kan geven; Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr 1, blz. 3. —, De over en weer gebruikte beelden vertonen een grote gelijkenis; daaraan doet niet af dat in beide woordbeeldmerken een geheel verschillende tekst voorkomt; President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Overeenstemmende tekens, De woorden CAMPA en COMPO zijn - ; Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Overgang van prioriteitsrechten met betrekking tot omgezette Europese octrooiaanvragen, zie officiële mededeling, blz. 155. Panel, Dr Ir F., La protection des inventions en droit europeen des brevets, Parijs, 1977, besproken door Mr M. van Empel, blz. 15 [tevens besproken door Dr J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 378380]. Parallelimport, Mondelinge overeenkomsten, waarbij Watts aan Theal de alleenverkoop van haar produkten in Nederland toekende en het uitsluitende recht verleende in Nederland haar merken te gebruiken zijn onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208-211. —, zie H. Kleist, Parallelimporte von Arzneimitteln in der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Wettbewerb in Recht und Praxis 1977, blz. 551; H. Kleist, Warenzeichenfragen in Zusammenhang mit Parallelimporten von Arzneimitteln, Wettbewerb in Recht und Praxis 1979 (1) blz. 23/7 en B. Koritz, The problem of parallel importation: a comparative study of trademark law in the United States and Sweden, Journal of international law and politics 1977, blz. 389-414. Parameters, De aanvrage is gericht op een materiaal met bepaalde eigenschappen, dat voldoet aan een aantal — en enige betrekkingen tussen deze —; de aanvrage bevat voor een deskundige onvoldoende gegevens voor het vervaardigen van het materiaal volgens de conclusie van de aanvrage en het is niet duidelijk waarin het zich onderscheidt van het bekende materiaal van deze aard; het zal dikwijls onmogelijk zijn na te gaan, of een materiaal aan de eisen van de conclusie van de aanvrage voldoet; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 oktober 1977, nr 37, blz. 214. Parij se conventie, zie Verdrag-tot bescherming van de Industriële Eigendom. Patent Cooperation Treaty, zie P.C.T. Patent Law Annual, 1978, aangekondigd door Dr H. P. Teunissen, blz. 181. P.C.T., Patent Cooperation Treaty, Internationale octrooiaanvragen kunnen bij de Octrooiraad in de Nederlandse taal worden ingediend, zie officiële mededeling, blz. 122/4. —, Monaco bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 154. —, Nederland bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 122, 154 en 198/9.
—, Noorwegen bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 254. —, de Octrooiraad zorgt voor het gereedkomen van een Engelse vertaling van een in het Nederlands gestelde internationale aanvrage (—), zie officiële mededeling, blz. 123. —, Oostenrijk bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 55. —, Roemenië bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 154. —, Werkovereenkomst tussen de Europese Octrooiorganisatie en de Nederlandse Octrooiraad tot uitvoering van Regel 48.3 (b) van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (—), zie officiële mededeling, blz. 123. —, zie Wijziging van de Rijksoctrooiwet en goedkeuring van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 2. —, zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 189. —, zie Octrooipublikaties, aanwezig in de bibliotheek van de Octrooiraad op 31 december 1978, mededeling, blz. 33. —, zie Wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. —, zie W. Fraulob, Neuregelung des internationalen Patentrechts. Schutz - Verfahren - Kosten. EPÜ-GPÜPCT, Weinheim, 1978; Ir L. Gruszow en Mr B. Remiche, La protection des inventions. (Le Traite de cooperation en matière des brevets, la Convention sur le brevet europeen et la Convention sur le brevet Communautaire.) Deel 2 van "Le droit de la concurrence" sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, 1978 [besproken door J. Pagenberg in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 317]; Guide a 1'usage des Offices récepteurs pour le traitement des demandes internationales selon le Traite de cooperation en matière de brevets (PCT), Genève, 1978; Le P.C.T.: compte rendu des journées organisées par la F.N.D.E. (Fondation nationale pour le droit de Fentreprise) Parijs, 23-24 mei 1978, Montpellier, 1978; O.M.P.I., PCT Applicant's Guide (Patent Cooperation Treaty), Genève, 1978; Dr R. Pietzeker, EPÜ, GPÜ, - (Europaisches Patentübereinkommen, Gemeinschaftspatentübereinkommen, Patent Cooperation Treaty). Leitfaden der internationalen Patentvertrage, Keulen, 1977 [besproken door Fischer in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661 ]; Practising Law Institute, Foreign patent practice under EPC and - , New York, 1979; J. P. Sortais, Les tentatives d'harmonisation et d'unification du droit des brevets d'invention: de la Convention de Paris (1883)ala Convention de Luxembourg (1975), J. P. Sortais, 1976; F. H. Thomann, Patentrecht (Nationales Recht und internationale Abkommen). Textausgabe mit Verweisungen, Anmerkungen und Sachregister, Zürich, 1978 [besproken door G. Kolle in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 317/8]; Vertrag über die internationale Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Patentwesens Genève, 1978; R. B. Benson, The impact of the - and the EPC on U.S. practitioners, Patent and trademark review 1979, blz. 57-64; Prof. Mr G. H. C. Bodenhausen, Some afterthoughts on the international protection of industrial property, blz. 37-42 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); Cross-Border Patenting: PCT offers real benefits: other pacts seem stalled, Business International 14 juli 1978, blz. 217/9; S. P. Ladas, Patent Cooperation Treaty and the European patent convention, Idea 1975 (4) blz. 35-46; K. Pfanner, The Patent Cooperation Treaty: an introduction, European intellectual
310 property review 1979, blz. 98-102 en A. Tsuda, PCT application designating Japan, Yuasa and Hara patent news 1978 (4) blz. 3/7. —, aanpassing van de Engelse octrooiwetgeving aan —, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 74, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88. —, aanpassing van de Zwitserse octrooiwetgeving aan —, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 177 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88. - , octrooiaanvrage, zie Dipl.-Ing. G. Werner, Die Patentanmeldung nach EPÜ und PCT. Vergleichende Studie der Patentanmeldung nach dem Europaischen Patentübereinkommen (EPÜ) und dem Vertrag über die internationale Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Patentwesens (PCT), blz. 69-77 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978). —, Taksen voor internationale aanvragen (—), zie officiële mededeling, blz. 123, onder 3. Pers voor het verwarmen van schoeisel, zie Hof Arnhem, 15 maart, 1977, nr 16, blz. 125. Pentacon, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 228. Philippijnen, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. —, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Plagiaat, zie D. Johnston, Design protection. (A guide to the law of plagiarism for manufacturers and designers), Londen, 1978 [besproken door P. Ford 'mEuropean IntellectualProperty Review okt. 1978, blz. 31-32]. Plakband, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 april 1979, nr 49, blz. 248 (met noot). Plantenbescherming, zie Kwekersrecht. Polen, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. —, zie S. Lammich, Auslandische Lizenzen in Polen, Osteuropa-Recht 1978, blz. 253/5. <> Poortvliet/Hovener, zie Mr J. H. Spoor, Noot bij Hoge Raad, 19 januari 1979, Hovener/Poortvliet Auteursrecht juU 1979 (3) blz. 51/2. Portugal, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Presentatie van een merk, Het Hof heeft ten onrechte geen verschil gemaakt tussen het merk zoals het is ingeschreven en de door het Hof aangenomen presentatie ervan; Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. —, Indien een teken, zoals het als merk is ingeschreven, niet op zich zelf maar wel door de presentatie ervan tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kan geven, dan kan het alleen een met een merk "overeenstemmend teken" zijn, voor zover het wordt gebruikt in de presentatie die tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kan geven; Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr l,blz. 3. Prioriteit, zie recht van voorrang. Prioriteitsbewijs, zie bewijs van het recht van voorrang. Prioriteitsoverdracht bij merken, zie G. Siewers, Übertragung des Prioritatsrechts bei Warenzeichen, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1977', blz. 90/1. Prioriteitsoverdracht met betrekking tot omgezette Europese octrooiaanvragen, bewijs, zie officiële mededeling, blz. 155. Procesorde, Indien een aanvrager in enig stadium van de procedure nieuwe conclusies voor een octrooiaanvrage indient, behoort hij toe te lichten, in welk opzicht en op welke gronden de conclusies zijn herzien; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 6 november 1978, nr 54, blz. 264 (met noot).
Producenten van fonogrammen, Adviescommissie voor het Auteursrecht, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van — en van omroeporganisaties, Rome, 26 oktober 1961. Met het antwoord van de Minister van Justitie, Auteursrecht april 1978, blz. 27 en Mr R. A. E. Stuijt, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van geluidsdragers en omroeporganisaties), Auteursrecht januari 1979, blz. 6-9. Produktbescherming, zie Ch. Lorenz, How to protect your new product from piracy, Financial Times 12 juli 1978. Produktenaanduidingen, zie-Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wicher Hoeth, blz. 147. Produkten van de natuur, zie J. Utermann, Reflections on patent protection of products of nature, LI. C., International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 409 e.v. en blz. 523-541. Programmatuur, zie R. G. Saltman, Copyright in computer-readable works: policy impacts of technological change, Washington, 1977; C. Tapper, Computer law, Londen, 1978 [besproken door P. Ford in European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 40]; Deutsche Vereinigung für gewerblichen Rechtsschutz und Urheberrecht, Stellungnahme zu den Mustervorschriften für den Schutz voh Computersoftware, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1979, blz. 300/7; Mustervorschriften für den Schutz von Computersoftware, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 286-291; R. Osterland en R. Zeimer Zur Entwicklung eines Rechtsschutzes für Systemunterlagen der Informationsverarbeitung, Wirtschaftliche Zeitschrift der Technischen Universiteit Dresden 1975, blz. 525-531; E.-K. Pakuscher, Rechtsschutz der Computerprogramme, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 35-46 en L. Perry, The Legal protection of computer software: the WIPO model provisions, European intellectual property review 1979, blz. 34/7. Pseudo-auteurs en pseudo-uitgevers, zie Mr R. A. E. Stuyt, "Over pseudo-uitgevers en echte uitgevers; over pseudo-auteurs en echte auteurs" van J.-L. Tournier, Auteursrecht april 1978, blz. 36/7 en J. L. Tournier, Over pseudo-uitgevers en echte uitgevers; over pseudo-auteurs en echte auteurs, Auteursrecht januari 1978, blz. 6-10. Publiciteit, zie Centre du droit de 1'entreprise, Montpellier, L'avenir de la publicité et Ie droit. Journées d'actualités de droit de 1'entreprise, Montpellier, 1976, Parijs, 1977 en P. en F. Greffe, La publicité et la loi, Parijs, 1977. Publiek, Het in aanmerking komend — zal van een merk dat wordt gebruikt voor schoeisel o.d., veelal slechts een globale indruk overhouden; zie President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Publikatie, zie E. Steup en F. P. Goebel, Stand der Technik und eigene Vorverlautbarung im internationalen, europaischen und nationalen Patentrecht Eine Erwiderung, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 336/8. Publikatie Van een vonnis als sanctie op inbreuk op een gemeenschapsoctrooi, zie R. Boros, La publication de la sentence comme sanction de la contrefacon d'un brevet communautaire, Rivista di diritto industriale 1977, blz. 197-209. Publikatie van het vonnis als schadevergoeding, zie President Rechtbank Amsterdam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242.
311 Publikatie van portretten van populaire mensen; zie Hoge Raad, 19 jan. 1979, nr 23, blz. 163. RAI (Radiotelevizione italiana)/Unitel, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. Rapport nr 8 van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: De Funktie van het Octrooiwezen met betrekking tot de Beschikbaarheid en de Overdracht van Kennis, zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/8. Rasnaam, Het gebruik van CAMPA als — is, ofschoon geen gebruik als merk, een gebruik voor waren in de zin van de bepaling van art. 13 onder A, lid 1, aanhef en onder 1 BMW; Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Rau, Dr jur. G., Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff, besproken door Mr S. Boekman, blz. 119-120. Rechtmatig in het verkeer gebrachte waar, De rechthebbende op een merk dat in een EEG-Staat is beschermd, mag er zich tegen verzetten, dat een derde een waar onder dat merk op de markt brengt, ook al is die waar tevoren in een andere EEG-Staat rechtmatig in het verkeer gebracht onder een ander merk waarop dezelfde rechthebbende aldaar recht heeft; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 10 oktober 1978, nr 14, blz. 105. Recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modeËen van de industrie, Het, hoofdartikel door Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, blz. 155-161. Recht van voorrang, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 febr. 1979, nr 27, blz. 178. —, De aanvrage is gericht op verbeteren van waterscheidingseigenschappen van bepaalde polyaminen met goede reinigende eigenschappen, die bekend zijn als toevoegsels aan motorbrandstof; een Amerikaans octrooischrift dat gericht is op de bereiding van een veel ruimere groep van polyaminen voor het verbeteren van reinigende eigenschappen van smeeroliën, is daarom niet de eerstingediende aanvrage om octrooi voor de materie van de onderhavige aanvrage; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979, nr 25, blz. 177. Reclame, zie Mr R. Overeem, Ontoelaatbare —. Studiepockets privaatrecht nr 16, ZwoËe, 1977 [besproken door Mr H. M. Voetelink in Rechtsgeleerd Magazijn Themis 1978, blz. 484/5]; L. Brandmair, Die freiwillige Selbstkontrolle der Werbung: Rechtstatsachen, Rechtsvergleichung, internationale Bestrebungen, Keulen, 1979; Centre du droit de 1'entreprise, Montpellier, L'avenir de la publicité et Ie droit. Journées d'actualités de droit de 1'entreprise, Montpellier, 1976, Parijs, 1977; P. en F. Greffe, La publicité et la loi, Parijs, 1977, derde druk; H. G. Graf Lambsdorff en B. Skora, Die Werbung mit Schutzrechtshinweisen, Frankfort a/d Main, 1977 [besproken door Dr G. Gentz in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Weinheim, september 1978, blz. 559-560]; F. Bodewig, Die wettbewerbsrechtliche Beurteilung der organisierten kostenlosen Kundenbeförderung nach deutschem, belgischem und französischem Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 29-38; J. Struyck, Der Vorschlag einer EG-Richtlinie zur Harmonisierung des Werberechts, Zeitschrift für Verbraucherpolitik 1978, blz. 326-337 en D. Vaver, The protection of character merchandising - a survey of some common law jurisdictions, I.I.C., International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 541-561. Reclame, zie ook misleidende reclame. Reclame Code Commissie, zie Praktijkboek Reclame- en
Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Reclameraad (radio en t.v.), zie Praktijkboek Reclameen Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Reclame-uitingen in overeenstemming met desbetreffende wettelijke bepalingen zijn daarom niet misleidend; College van Beroep van de Commissie tot handhaving van de Nederlandse Code voor het Reclamewezen, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189 (met noot D.W.F. V.). Reparatie-inrichting, zie E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör-, und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661] [ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad I.E. 1978, blz. 115]. Reprografie, zie Dr F. Gotzen (ed.), Reprographie, Studiedag van 31 januari 1978 over auteursrecht, Antwerpen, 1979, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 232/3. —, zie J. M. J. M. Peters, auteursrecht en reprografie, een bibliografie over de verhouding auteursrecht reprografie in Nederland, Duitsland en Engeland 1960 tot heden, Instituut voor Rechtsgeleerdheid, Nijmegen; Prof. Mr H. Cohen Jehoram, Fotocopie en Europese harmonisatie van het auteursrecht, Auteursrecht januari 1978, blz. 4-5 en F. Gotzen, La reprographie et la Convention de Berne (version de Stockholm-Paris): étude de droit unioniste avec une ébauche de solution en droit interne = Reprography and the Berne Convention (Stockholm-Paris version): study of the Union system with an outline solution in domestic law,Droit d'auteur 1978, blz. 331-348 = Copyright 1978, blz. 315-332. Reprorecht, Overeenstemming tussen de Stichting — en de Rijksoverheid, mededeling, blz. 34. —, zie Mr N. van Lingen, —: voer voor schrijvers, uitgevers en lezers, blz. 246/9 in: Spectrum Jaarboek 1979, Utrecht, 1979. Research, zie speurwerk. Rijksoctrooiwet, Wijziging van de —, officiële mededeling, blz. 2 en 22. —, art. 22B, lid 1 en micro-organismen, zie hoofdartikel van Ir J. D. Tak, Het Verdrag van Boedapest, blz. 223/5. Ringen-Kruis/Bayer-Kruis, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 229-230. Rockport, zie President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225 en President Rechtbank 's-Gravenhage, 5 april 1978, nr 42, blz. 227. Roemenië bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 154. Rusland, zie Sovjet-Unie. Satelliet-uitzending, zie H. Kaltenecker, Direct broadcasting by satelMte. An overview of the work of the United Nations, European Broadcasting Union Review = Revue de l'Union Européenne de Radiodiffusion 1977, blz. 90/6; Legal implications of direct satellite broadcasting - the U.N. Working Group, Georgia Journal of International and Comparative law 1976, blz. 564-579 en G. Straschnov, The broadcastingsatellite service in private law, European Broadcasting Union Review = Revue de l'Union Européenne de Radiodiffusion 1977, blz. 97-100. Schade, Geen vrees voor materiële of immateriële — voor de VARA; President Rechtbank Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Schaep met de vijf Pooten, 't, zie Hoge Raad, 19 jan. 1979, nr 23, blz. 163.
312 —, zie Mr J. H. Spoor, Noot bij Hoge Raad, 19 januari 1979 Auteursrecht juli 1979 (3) blz. 56/7. Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, Spanje bekrachtigt de —, herzien te Stockholm op 14 juli 1967, officiële mededeling, blz. 90. —, zie Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. —, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, mededeling, blz. 180. —, zie Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, stand van bekrachtigingen en toetredingen op 1 januari 1979, blz. 19/20, kolom 2. —, zie W. J. Derenberg, The myth of the proposed International Trademark Registration Treaty, The Trademark Reporter 1978, blz. 433-452. Schikking van Wenen betreffende de bescherming van drukletters, zie Prof. A. Francon, L'Arrangement de Vienne concernant la protection des caractères typographiques et leur dépöt international, Le Droit d'auteur 1976, blz. 134/8 = Copyright 1976, blz. 129133. Schoeisel, Het in aanmerking komend publiek zal van een merk dat wordt gebruikt voor — o.d., veelal slechts een globale indruk overhouden; zie President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 4 1 , blz. 225. —, verwarmbare pers voor het verwarmen van —, zie Hof Arnhem, 15 maart 1977, nr 16, blz. 125. Serenid/Seresta, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 10 oktober 1978, nr 14, blz. 105. Siertegels, keramische —, zie President Rechtbank Amsterdam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. Sjolk/Skol, Het merk Sjolk stemt overeen met de merken Skol en Skoll; Rechtbank Zutphen,.8 juni 1978, n r 2 , blz. 11. ^ Slaafse nabootsing, Geen slaafse navolging van de Windsurfer; Hof Amsterdam, 2 februari 1978, nr 44, blz. 240. —, — van de keramische siertegels aangenomen; President Rechtbank Amsterdam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. —, Verweerster handelt in strijd met de eerlijke handelsgebruiken door een produkt op de markt te brengen dat ingevolge — met het produkt van aanleggers wordt verward; Voorzitter Rechtbank van Koophandel Turnhout, 20 januari 1978, nr 3, blz. 13. —, zie N. Trocker, La tutela giurisdizionale degli interessi diffusi con particolare riguardo alla protezione dei consumatori contro atti di concorrenza sleale: analisi comparativa dell' esperienza tedesca, blz. 449-488 in: La tutela degli interessi difussi nel diritto comparato (Milaan, Giuffrè, 1976). Slaafse nabootsing en Beneluxmodellenrecht, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Slaafse nabootsing, zie ook nabootsing. Software, zie programmatuur. Soortnaam, Voorshands is aannemelijk dat het woord galia niet een merk is, doch uitsluitend een aanduiding van een soort meloenen; President Rechtbank Rotterdam, 16 juli 1979, nr 50, blz. 258. Sowjet-Unie, zie D. A. Loeber, Samizdat under Soviet Law, blz. 84-123 in: Contemporary Soviet Law, essays in honor of John N. Hazard, onder redactie van D. D. Barry c.s., 's-Gravenhage, 1974. —, auteursrecht, zie D. A. Loeber, Urheberrecht in der Sowjetunion, Einführung und Quellen, Frankfurt,
1966; M. A. Newcity, Copyright law in the Soviet Union, New York, 1978 [besproken door E. Pechtl jun. in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 224 en door W. B. Simons in American Journal of International Law 1979 (3) blz. 5 3 3 / 4 ] ; Adherence of the U.S.S.R. to the Universal Copyright Convention: Defenses Under U.S. Law to Possible Soviet Attempts at Achieving International Censorship, Cornell International Law Journal 1974, blz. 71-91; Dr S. L. Levitsky, The significance of "publication" in Soviet copyright law, Auteursrecht juli 1979, blz. 43/9 en 59; F. Majoros, Urheberrechtsabkommen zwischen der UdSSR und ihren Nachbarn seit 1967, Osteuropa Recht jan. 1979, blz. 38-17 en L. A. Radlauer, The USSR joins the Universal.Copyright Convention, Copyright Law Symposium 1977 (23) blz. 1-30. —, octrooirecht, zie V. V. Kurysev, Die Handels- und Industriekammer der UdSSR als Patentanwalt sowjetischer und auslandischer Anmelder, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1978, blz. 26-30. —, uitvinders, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 154. e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88. —, uitvinderscertificaat, zie Le Certificat d'auteur d'invention comme une forme de la protection juridique des inventions, Comité d'Etat de FURSS pour les inventions et les découvertes, Institut central de recherches scientifiques en matière d'information sur les brevets et de recherches techniques et économiques, Moskou, 1978. (Er is ook een Engelse uitgave.) Spanje bekrachtigt de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, herzien te Stockholm op 14 juli 1967, officiële mededeling, blz. 90. _ Spanje bekrachtigt de Schikking van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en te Genève op 13 mei 1977, officiële mededeling, blz. 90. Spanje, zie H. Baylos Corroza, Tratado de derecho industrial - propiedad industrial, propiedad intelectual, derecho de la competencia económica, disciplina de la competencia desleal, Madrid, 1978 [besproken door W. Janssen Jr in The Trademark Reporter 1978, blz. 603/5]. —, aanduiding van herkomst, overeenkomst met Oostenrijk, resp. Zwitserland, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. - , gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. —, kwekersrecht, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. —, octrooirecht, zie A. Bercovitz Rodriguez-Cano, Problematica actual y reforma del derecho de patentes espafïol, Madrid, 1978; Departamento de Derecho Mercantil de la Universidad de Salamanca, La obligación de explotar las patentes en Espafia y Iberoamerica. Seminario organizado por el Departamento de Derecho Mercantil de la Universidad de Salamanca, bajo la dirección del Prof. Dr D. Alberto Bercovitz, en colaboración con el Registro de la Propiedad Industrial y con el Centro Iberoamericano de Cooperación, Madrid, 1978 en Seminar über den Ausübungszwang im Patentrecht in Spanien und Lateinamerika, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 89-90. Spellen, Het maken van reclame in advertenties hier te lande voor uit Duitsland geïmporteerde — onder gebruikmaking van de Nederlandse merknamen voor die —, vormt gebruik van de betrokken merken voor de waren waarvoor zij zijn ingeschreven; President Rechtbank Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. Spelregels, Kopiëren van — levert schending van het
313 auteursrecht op die — op; President Rechtbank Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. Speurwerk, zie Th. J. Allen, Managing the flow of technology: technology transfer and dissemination of technological information within the R[esearch] and D[evelopment] organization, Cambridge, Massachusetts, 1977; Y. Reboul, Les contrats de recherche, Parijs, 1979; Prof. Dr K. Rietema, — en uitvinden, De Ingenieur jan. 1978, blz. 209-215; Liberty is the mother of invention, The Times 29 november 1978 en J. Teply, Probleme der Patentrecherche, Mitteïlungen der deutschen Patentanwdlte 1978, blz. 47/9. Splitsing van de markten in de E.E.G., De rechthebbende op een merk dat in een EEG-Staat is beschermd, mag er zich tegen verzetten, dat een derde een waar onder dat merk op de markt brengt, ook al is die waar tevoren in een andere EEG-Staat rechtmatig in het verkeer gebracht onder een ander merk waarop dezelfde rechthebbende aldaar recht heeft; een zodanig verzet kan niettemin een verkapte beperking van de handel tussen E.E.G.-Staten vormen, indien de rechthebbende verschillende merken voor eenzelfde produkt gebruikt ten einde de markten kunstmatig te splitsen; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 10 oktober 1978, nr 14, blz. 105. Stand van de techniek, zie statistiek van verzoeken om onderzoek naar de — en verzoeken om een beslissing omtrent óctrooiverlening, officiële mededeling, blz. 39-42. —, zie E. Steup en F. P. Goebel, Stand der Technik und eigene Vorverlautbarung im internationalen, europaischen und nationalen Patentrecht - Eine Erwiderung, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 336/8. Statistiek van verzoeken om onderzoek naar de stand van de techniek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, officiële mededeling, blz. 39-42. Stichting Reprorecht, Overeenstemming tussen de — en de Rijksoverheid, mededeling, blz. 34. Stilzwijgende toestemming tot gebruik van een handelsnaam wettigt slechts een gebruiksrecht dat de minst verstrekkende inbreuk maakt op de rechten van hem die toestemming gaf; Hof 's-Hertogenbosch, 9 juli 1974, nr 7, blz. 43. Stoof Verhuizingen, zie Hof 's-Hertogenbosch, 9 juli 1974, nr 7, blz. 43. Studiecommissie Industriële Eigendom, zie mededeling, blz. 265. Suriname, zie Prof Mr H. Cohen Jehoram, Kabeltelevisie, "organisme" en Suriname, Auteursrecht oktober 1978, blz. 72. Synthese, De — van de stof vormt geen eenheid van uitvinding met de bereiding van de reukstof compositie; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 20 okt. 1977, nr33, blz. 212. Taiwan, gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebfuiksmodellen, blz. 59. Taksen voor internationale aanvragen (P.C.T.), zie officiële mededeling, blz. 123, onder 3. Technisch effect en Benelux-modellenrecht, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Technische ontwikkeling, zie Découvrons l'histoire des techniques, L'Usine nouvelle okt. 1978, blz. 259-274 en B. E. Kourakine, La révolution scientifique et technique et Ie röle des échanges de licences dans 1'accélération du progrès scientifique et technique, Commerce et coopération sept. 1978, blz. 75/5.
Technologie, zie Seminar on technology information in patent literature. Texts of addresses made available by the speakers at the Seminar held 19th & 23rd February 1979, Melbourne & Sydney. —, European Intellectual Property Review, A journal concerning the management of technology, copyrights and trade names, (Nieuw tijdschrift), ESC Publishing Limited, Oxford, Great Britain. Technologie-overdracht, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, mededeling, blz. 180. —, zie M. Brochon, Échanges Techniques, Neuilly-surSeine, 1977, besproken door Ir A. P. Pieroen, blz. 85. —, zie De functie van het octrooiwezen met betrekking tot de beschikbaarheid en de overdracht van kennis. Rapport van de Adviescommissie-Dekker, 's-Gravenhage, 1979; H. A. C. van Riemsdijk, Overdracht van technische kennis; rede gehouden in de algemene vergadering van aandeelhouders 29 april 1976, Eindhoven, 1976; Th. J. Allen, Managing the flow of technology: technology transfer and the dissemination of technological information within the R[esearch] and Dfevelopment] organization, Cambridge, 1977; J. de Cubas, Technology transfer and the developing nations, New York, 1974; J.-M. Deleuze, Le contrat de transfert de processus technologique (know how), Parijs, 1979; R. E. Driscoll, Technology transfer and development: an historical and geographic perspective, New York, 1975; Technology transfer and change in the Arab World: the Proceedings of a Seminar of the United Nations Economie Commission for Western Asia, organized by the Natural Resources, Science and Technology Division, Beirut, 9-14 October 1977, Oxford, 1978; J. Touscoz, Transferts de technologie, sociétés transnationales et nouvel ordre international, Colloque organisé par leyCentre d'études et de recherches sur la coopération internationale (CERCI), Parijs, 1978; Internationale handel in technische kennis, Wereldmarkt 9 maart 1978, blz. 1-2; F.-K. Beier, Die Bedeutung des Patentsystems für den technischen, wirtschaftlichen und sozialen Fortschrift, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 227-235; J. Delorme, Les accords de coopération technique; tendances actuelles d'évolution des doctrines et des pratiques, Le progrès technique december 1977, blz. 30/2; F. Dessemontet, Transfer of technologies under UNCTAD and EEC draft codifications: a European view on choice of law in licensing, Journal of International law and Economics 1911, blz. 1-55; Y. Eminescu, Le röle des brevets dans la stimulation de la création nationale et le transfer des techniques, Revue internationale de droit comparé 1978, blz. 531-541; A. Fénéon, Aspects fiscaux du transfert de technologie, La semaine furidique C130 nov. 1978 nr 12864; M. B. Finnegan, Restriction on technology transfer, LES Nouvelles 1976, blz. 75/9 en 108/112; P. Greathouse, A labor view of technology transfer, LES Nouvelles 1979, blz. 17/9; H. E. Hoelscher en N. P. Hummon, Policies affecting technology transfer, LES Nouvelles 1976, blz. 76-84 en 152; P. Hug, The key of successful technology transfer: the licensing package, Planned innovation 1978, blz. 366/8; H. A. Janiszewski, National offices for transfer of technology, LES Nouvelles 1977, blz. 111/5; N. D. Kantor, Restrictions on technology transfer in Latin America, Trademark Reporter 1978, blz. 552-580; H. S. Kleiman en W. M. Jamieson, International technology transfer: a twoway approach, Planned innovation 1979, blz. 43/5; N. Mangalo, Patent protection and technology transfer in the North-South conflict, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 100-120; S. Matsui, The transfer of tech-
314 nology to developing countries: some proposals to solve current problems, Journal of the Japanese Group, A.I.P.P.I., International edition 1977 (2) blz. 3-11 en Journal of the Patent Office Society 1977, blz. 612-628; R. J. Radway, Negotiating with La tin American governments: technology transfer and service agreements, Patent and trademark review 1978, blz. 271-293; P. Roffe, International code of conduct on transfer of technology, Journal of World Trade Law 1977, blz. 186-191; R. Roffe, UNCTAD: Code of conduct on transfer of technology: A progress review, Journal of World Trade Law 1978, blz. 351-361; J. Röpke, Probleme des Neuerungstransfers zwischen Landern unterschiedlicher Entwicklungsfahigkeit, Ordo-Jahrbuch 1978, blz. 245-279; L. Scipioni, Verso una nuova disciplina sul trasferimento delle tecnologie ai paesi in via di sviluppo, Foro Padano 1978 (1-4) kolommen 27-32; P. von Siemens, Technologie-Transfer und gewerblicher Rechtsschutz, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 420/1; D. Silverstein, Proprietary protection for deepsea mining technology in return for technology transfer; new approach to the seabeds controversy, Journal of the Patent Office Society 1978, blz. 135170; F. Simon, Der Technologietransfer unter dem wettbewerbsrechtlichen Aspekt betrachtet, Wettbewerb in Recht und Praxis 1978, blz. 635/8; V. Strauch, Internationaler Technologietransfer, blz. 423-437 in: Festschrift für E. Günther zum 65. Geburtstag: Wettbewerb im Wandel, Baden-Baden, 1976, H. Stumpf, Interests and conflicts of interest in technology transfer - the role of patents, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 309-319; L. C. Ubertazzi, Ancora in tema di attuazione deË'invenzione ed importazione di prodotti comunitari, Rivista di diritto industriale 1977,1, blz. 65-74; J. Wilcynski, Licences in the West-East-West transfer of technology, Journal of World Trade Law 1977, blz. 121-136 en G. A. Zaphiriou, An international code of conduct on transfer of technology, International and Comparative Law Quarterly 1977, blz. 210/8. Tech-Transfair 1978 te Utrecht, zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 188. Tekening bij een octrooiaanvrage, Weigering van een nieuwe conclusie die niet op de oorspronkelijke beschrijving met conclusies van de aanvrage kan steunen en ook niet uit de tekening kan blijken die, althans wat de verhouding van de onderdelen van de inrichting betreft, slechts schetsmatig is; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 4 juli 1978, nr 46, blz. 244. Tekeningen en modellen, zie modelbescherming. Ter inzagelegging en bekendmaking van Nederlandse vertalingen van conclusies, behorende bij Europese octrooiaanvragen, officiële mededeling, blz. 2. Terminologie van het Europees octrooirecht, zie Terminologie du droit europeen des brevets. Terminologia del diritto europeo dei brevetti. Terminology of the European Patent Law. Terminologie des europaischen Patentrechts. —, Straatsburg, 1976. Territoriale beperkingen in licenties, zie artikel van Mr W. Alexander, Algemene vrijstelling voor groepen van octrooilicentieovereenkomsten van het verbod van Art. 85 (l)E.E.G.,blz. 97. Territorialiteit, zie artikel van Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappeüjke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 24. —, zie P. Demaret, Patents, Territorial Restrictions, and EEC Law. A Legal and Economie Analysis, Weinheim, 1978, besproken door Mr M. van Empel, blz. 193 [ook besproken door P. Blok in Gewerblicher
Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 363/5]. Terugwerkende kracht van een heropnemingsdepot, zie Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200/8. Thring, Prof. M. W. en Prof. E. R. Laithwaite, How to invent (Londen 1977), besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 51. Tijdsverloop tussen de publikatie van een artikel over de bereiding van een stof, en het vaststellen van bepaalde reukstofeigenschappen daarvan; zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 20 oktober 1977, nr 33, blz. 212. Toeleveringsovereenkomsten, zie Bekendmaking van de Europese Commissie van 18 december 1978 betreffende de beoordeling van — in het licht van artikel 85, lid 1 van het E.E.G.-Verdrag, blz. 191/3. Toetsing van ingeroepen voorrang voor een andere aanvrage dan de onderhavige, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 oktober 1978, nr 12, blz. 81 (met noot L.K.). Tomatenvariëteit, Zaden voor een — zijn gelijksoortig aan bemestings- en grondverbeteringsmaterialen; Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Trademark Registration Treaty (TRT) zie Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken. Tramisol/Intramycol stemmen niet overeen, zie Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Tsjecho-Slowakije, aanduiding van herkomst, overeenkomst met Zwitserland, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 87. Tussengebruik en Unieverdrag, zie H. P. Kunz-HaËstein, Zur Einführung eines "Zwischenbenutzungsrechts" in die Pariser Verbandsübereinkunft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978 (5) blz. 183/8. Typografische tekens, zie Prof. A. Francon, L'Arrangement de Vienne concernant la protection des caractères typographiques et leur depot international, Le Droit d'auteur 1976, blz. 134/8 = Copyright 1976, blz. 129-133. Uitbreiding van een (merk)recht, Onderzoek of het eerdere gebruik van het merk van Apharmo hier te lande en de bekendheid van Janssen daarmede de uitbreiding van het recht tot Nederland in de weg staan; Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Uitbreiding van octrooimonopolie, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 228/9. —, reprorecht, zie mededeling, blz. 34. Uitoefening van een merkrecht, Voor zover de uitoefening van het merkrecht, getoetst aan artikel 36 van het Verdrag, rechtmatig is, komt zodanig uitoefening niet met artikel 86 van het Verdrag in strijd alleen omdat zij geschiedt door een onderneming die een machtspositie op de markt inneemt, zolang het recht op het merk niet als een middel tot misbruik van zulk een positie wordt gehanteerd; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, zie B. van der Esch, L'application des régies de concurrence du Traite C.E.E. è Fexercice du droit de marque - réflexions et exemples, Cahiers de droit europeen 1977, blz. 499-505. Uitputting, zie artikel van Mr G. Borst, Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), blz. 24/7. Uitsluitende rechten, Omschrijvingen van niet-gewenste — behoren niet in de beschrijving van een aanvrage thuis zonder overeenkomstige omschrijvingen in de
315 conclusies; conclusies mogen niet meer dan de verlangde — vermelden; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 8 februari 1979, nr 36, blz. 214. Uitvinden, zie Prof. M. W. Thring en Prof. E. R. Laithwaite, How to invent (Londen 1977), besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 51. —, zie Prof. Dr K. Rietema, Speurwerk en —, De Ingenieur 1978, blz. 209-215 en W. Bowman, The incentive to invent in competitive as contrasted to monopolistic industries, Journal ofLaw and Economie* 1977, blz. 227/8. Uitvinder, zie E. V. Heyn, The fire of genius: inventors of the past century, New York, 1976 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society 1979 (6) blz. 373 en 375/6] en Professional help for inventors. (Rol of US invention brokers and of University Busint^b Schools in managing inventions. Some examples.) Business Week 3 juli 1978, blz. 78/9. Uitvinder in dienstverband, Het komt niet alleen aan op de werkzaamheden die aan de werknemer schriftelijk zijn opgedragen, doch op de werkelijke vervulling van de dienstbetrekking waartoe de werknemer zich verplicht acht in de middelgrote onderneming van zijn werkgeefster; daarom komt de aanspraak op octrooi toe aan de werkgeefster; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 7 maart 1979, nr 48, blz. 245 (met noot). —, zie Arbeitnehmererfindungsgesetz mit Durchführungsverordnungen, Vergütungsrichtlinien und Verordnungen über die steuerliche Behandlung von Arbeitnehmererfindungen, München, 1977; H. Collin, Die Diensterfindungen, Wenen, 1976; Comparative study of employees' inventions law in the Member States of the European Communities. Labour Law Series No 2, Luxemburg, 1978 [besproken door Hugh Brett in European Intellectual Property Review 1979, blz. 201 ] ; G. Haas, Der Vergütungsanspruch einer unbeschrankt in Anspruch genommenen Diensterfindung vor Patenterteilung, Würzburg, 1975; Johannesson, Arbeitnehmererfindungen, Weinheim, 1979 en F. Neumeyer, Das Recht der Arbeitnehmererfindung in den Landern des Gemeinsamen Marktes [E.E.G.], Der Betrieb 1978, blz. 538-543. Uitvinding, Prof. C. Gibbs-Smith, De —en van Leonardo da Vinci, besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 146/7. —, zie A. Casalonga, Rencontre avec les contradictions ou une métaphysique de Pinvention, Parijs, 1977; Dr phil. F. Epstein, Patentrecht und Erfindungsschutz. Ein Leitfaden für Techniker und Naturwissenschaftler. Verlag für die Technische Universitat Graz, Graz, 1977; How it works, encyclopedia of great inventors & discoveries, onder redactie van Donald Clarke, Londen, 1978 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society 1979, blz. 373/4]; G. Sena, I diritti sulle invenzioni e sui modelli industriali, Milaan, 1976; R. Stein, The great inventions, Chicago, 1976 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society 1979, blz. 373/5 ]; Liberty is the mother of invention, The Times 29 november 1978; F. de Visscher, Les récents développements de la protection internationale des inventions, Journal de Tribunaux 1978, blz. 517-520 en 534-543 en J. Widlocher, Inventer quoi et comment?, Arts et Métiers 1977 (10) blz. 45. —, gemeenschappelijke —, zie E. Ramoni-Fitting, L'invention commune. These de doctorat de la Faculté de droit de Lausanne, Lausanne, 1974. Uitvindingshoogte, zie H. Bardehle, Inventive level in the light of the European Patent Convention and German practice, European Intellectual Property Review nov. 1978, blz. 11-13; J. Pagenberg, Die Beurteilung der erfinderischen Tatigkeit im System der europaischen Prüfungsinstanzen, Gewerblicher Rechtsschutz und
Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 143-150 en blz. 190-202; J. Pagenberg, The evaluation of the "inventive step" in the European patent system - more objective standards needed, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 1-20 en 121-152; J. Pagenberg, The inventive step under European patent law. Discussion of non-obviousness between officials of the European Patent Office and international organizations, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1978, blz. 351/5 en D. Schiffel en C. Kitti, Rates of Invention: International Patent Comparisons, Research Policy 1978, blz. 324-340. Uitvoerende kunstenaar, zie F. Gotzen, Le droit des interprètes et exécutants dans la Communauté Economique Européenne, Brussel, 1977; Adviescommissie voor het Auteursrecht, Interimadvies betreffende het Verdrag inzake de bescherming van —s, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties, Rome, 26 oktober 1961. Met het antwoord van de Minister van Justitie, Auteursrecht april 1978, blz. 27; Mr R. A. E. Stuyt, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van - s , producenten van geluidsdragers en omroeporganisaties), Auteursrecht januari 1979, blz. 6-9 en B. Dufour, Le développement des techniques électroniques et les rapports du producteur de phonogrammes avec le compositeur et Partiste interprète ou executant, 77 diritto di autore 1976, blz. 269-351. —, exclusiviteitsovereenkomst, zie Industriële eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. Uitvoeringsvoorbeeld, De aanvrage kan in dit speciale geval zonder — worden openbaargemaakt; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 2 april 1979, nr 29, blz. 190. Uitzending via salelliet, zie Legal implications of direct satellite broadcasting - the U.N. Working Group, Georgia Journal of International and Comparative law 1976, blz. 564-579. UNCTAD, zie F. Dessemontet, Transfer of technologies under UNCTAD and EEC draft codifications: a European view on choice of law in licensing, Journal of International law and Economics 1977, blz. 1-55. Unieverdrag van Parijs, zie Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom. Unie voor de bescherming van kweekprodukten, zie L'Union internationale pour la protection des obtensions végétales (UPOV) en 1978, La Propriété industrielle 1979, blz. 84/5. Unitel/RAI, zie Industriële,eigendom en E.E.G.-Verdrag, mededeling, blz. 230/1. Universele Auteursrecht Conventie van Genève, zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komarnicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 158. —, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer, 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. —, zie Adherence of the U.S.S.R. to the Universal Copyright Convention: Defenses Under U.S. Law to Possible Soviet Atterhpts at Achieving International Censorship, Cornell International Law Journal 1974, blz. 71-91 en L. A. Radlauer, The USSR joins the Universal Copyright Convention, Copyright Law Symposium 1977 (23) blz. 1-30. Universiteit en uitvinding, zie B. Remiche, Le régime juridique des inventions faites dans les universités, Annales de droit 1974, blz. 351 en D. Smith, Money for new rope; the industrial exploitation of university inventions, European intellectual property review dec. 1978, blz. 11/5, jan. 1979, blz. 2-7.
316 Uruguay, gebruiksmodel, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 59. Vache Bleue, zie B. van Reepinghen, Noot bij BeneluxGerechtshof te Brussel, 9 februari 1978, Dejaiffe/ Préval, la Vache Bleue [Bijblad I.E. 1978, nr 33, blz. 167] Journal des Tribunaux 1978, blz. 379 en Quelques réflexions après PArrêt de la Cour Benelux sur la marque "La Vache Bleue", Bulletin de l'Association Benelux des Conseils en Marques et Modèles 1978, blz. 243. Valium, zie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, zie D. Crut, Marques et reconditionnement des produits [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23 mei 1978, Hoffmann-La Roche/Centrafarm, merk —], La vie judiciaire 12 november 1978, blz. 10. V.B.O., zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/9. —, zie statistiek van verzoeken om onderzoek naar de stand van de techniek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, officiële mededeling, blz. 39-42. Verbod, Het onrechtmatige handelen van appellante kan en behoort niet te leiden tot een — dat erop zou neerkomen dat appellante geen biaisband in éénslagsopmaak meer in de handel kan brengen; — tot het verkopen en leveren van biaisband in éénslagsopmaak, tenzij de groothandelaar/afnemer zich jegens appellante schriftelijk heeft verplicht dit biaisband uitsluitend te verkopen aan kleinhandelaren en/of af te leveren vergezeld van een duidelijke, schriftelijke mededeling dat het ontvangen biaisband in de éénslagsopmaak niet mag worden geplaatst in of verkocht uit displays van geihtimeerde die van het merk Defco zijn voorzien; Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot). Verbodsactie, zie F. Schönherr, Zur Unterlassungsklage gegen Vertretungsorgane juristischer Personen bei Wettbewerbsverstössen oder Immaterialgüterrechtsverletzungen, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 406/9. Verdrag inzake de inschrijving van merken, zie Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken. Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom, zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 188. —, zie wetgeving, industriële eigendom, blz. 248/9. —, stand van bekrachtigingen en toetredingen op 1 januari 1979, blz. 19/20, kolommen 1 en 2. —, zie Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, mededeling, blz. 180. —, zie Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. —, zie J. P. Sortais, Les tentatives d'harmonisation et d'unification du droit des brevets d'invention: de la Convention de Paris (1883) a la Convention de Luxembourg (1975), J. P. Sortais, 1976; H. Ballreich, Ist der die Streitbeilegung zwischen Verbandslandern regelnde Artikel 28 der Pariser Verbandsübereinkunft anderungsbedürftig?, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 294303; S. Cohen, Compulsory licensing of patents; the Paris Convention model, Idea 1979, blz. 153-189; Cross-Border Patenting: PCT offers real bene fits: other pacts seem stalled (The patent cooperation treaty (PCT); Japan's ratification. European Patent Convention (EPC). Community Patent Convention (CPC). Revison of the Paris Convention), Business
International 14 juli 1978, blz. 217/9; J. C. H. Ellis, The Paris Convention for the protection of industrial property as interpreted by the European Patent Convention and the U.K. Patents Act 1977: a case study, The Journal Incorporating Transactions of the Chartered Institute of Patent Agents 1978, blz. 67-72; H. P. Kunz-Hallstein, Noot bij National Court of Appeals for Federal and Administrative Issues (Argentinië), 18 maart 1977, Junkers/Fanal (Art. 5A Verdrag industriële eigendom), IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1979, blz. 79-84; H. P. Kunz-Hallstein, Zur Einführung eines "Zwischenbenutzungsrechts" in die Pariser Verbandsübereinkunft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 183/8; La protection des marques et des brevets d'invention risque d'être démantelée lors de la révison de [la Convention de] 1'Union de Paris, Correspondance économique 14 dec. 1978, blz. 16-17; R. Messerotti-Benvenuti, La revisione della Convenzione di Parigi sulle proprieta industriale: sviluppi e prospettive, Foro padano 1978 (1-4) kolommen 1-12; G. Morfin Garcia, Necesidad de reformar el Convenio de Paris para la protección de la propiedad industrial, Revista Mexicana de la Propiedad Industrial y Artistica 1977, blz. 185 e.v.; Pariser Verbandsübereinkunft zum Schutz des gewerblichen Eigentums (PVÜ), Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht febr. 1979, blz. 107; K. Pfanner, Recent developments with respect to the revision of the Paris convention, Nordisk Immateriellt Rattsskydd 1976, blz. 165-181 en A. Zelnick, Shaking the lemon, tree: use and the Paris Union Treaty, The Trademark Reporter 1917, blz. 329-350. Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom en modelbescherming, zie artikel van Mr Ir D. Hijmans, Enige opmerkingen over gebruiksmodellen, blz. 56. —, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, zie O.M.P.I. Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, zie P.C.T. Verdrag van Boedapest, Het, hoofdartikel door Ir J. D. Tak, blz. 223/5. Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van depot van micro-organismen, zie micro-organismen. Verdrag van Genève betreffende de internationale inschrijving van wetenschappelijke ontdekkingen, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 85/8. Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt, zie Gemeenschapsoctrooiverdrag. Verdrag van München inzake verlening van Europese octrooien, zie Europees Octrooiverdrag van München. Verdrag van Rome inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties, zie Mr R. A. E. Stuyt, Loopt er over Den Haag geen weg naar Rome? (Conventie van Rome van 26 oktober 1961 ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van geluidsdragers en omroeporganisaties), Auteursrecht januari 1979, blz. 6-9; G. Davies, The Rome Convention 1961; a brief summary of its development and prospects, European intellectual property review 1979, blz. 154/9; R. Dittrich, The practical application of the Rome Convention, Bulletin of the Copyright Society 1919, blz. 287-307 en P. W. Hertin, Zum Künstlerbegriff des Urheberrechtsgesetzes und des Rom-Abkommens, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 39-56. —, Rome, 26 oktober 1961, zie ook aangrenzend recht. Verdrag van Straatsburg, aanpassing van de Engelse
317 octrooiwetgeving aan het —, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 74 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88. —, aanpassing van de Zwitserse octrooiwetgeving aan het —, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 177 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88. Verenigde Naties, zie H. Kaltenecker, Direct broadcasting by satellite. An overview of the work of the United Nations, European Broadcasting Union Review = Revue de l'Union Européenne de Radiodiffusion 1977, blz. 90/6 en H. D. Martino, U[nited] N[ations] Angriff auf die Marke, Markenartikel 1977 (11) blz. 501/3; L. R. Primoff, International Regulation of Multinational Corporations and Business — The United Nations Takes Aim, Journal of International Law and Economics 1977', blz. 287-324. Verenigde Staten van Amerika, zie 1978 Patent Law Annual, aangekondigd door Dr H. P. Teunissen, blz. 181. —, zie Journal of the Patent Office Society, augustus 1977 t/m mei 1978, tijdschriftbespreking door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. —, zie C. S. Brosnahan, Attorney's guide to trade secrets. Met supplement febr. 1979, Berkeley, Californië, 1971; J. T. Maynard, Understanding chemical patents: a guide for the inventor, Washington, D.C. 1978 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society 1979, blz. 110/1 ]; Practising Law Institute, Counseling clients in the entertainment industry, New York, 1979; Turning points in American electrical history. Onder redactie van James E. Brittain, New York, 1976 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society 1979 (6) blz. 373 en 377]; 200 years of English andiAmerican patent, trademark and copyright law, onder redactie van de American Bar Association, Chicago, 1977; R. B. Benson, The impact of the PCT and the EPC on U.S. practitioners, Patent and trademark review 1979 (2) blz. 57-64; B. G. Brunsvold, Analysis of the United States International Trade Commission as a forum for intellectual property disputes, Journal of the Patent Office Society 1978 (8) blz. 505-526 en S. Gee, Factors affecting the innovation time-period (how multiple sources of technology, internal versus external sources, and firm size, influence the time span of the innovation process; examination of date collected on 500 innovations from six countries (USA, Canada, United Kingdom, France, Germany FR, and Japan)), Research Management januari 1978, blz. 37-42. - , auteursrecht, PAO-cursus Amerikaans auteursrecht, mededeling, blz. 34. —, auteursrecht, zie American Library Association, Librarian's guide to the new copyright law, Chicago, 1978; Current developments in copyright law 1979. Onder redactie van M. D. Goldberg, New York, 1979 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567 en 570]; H. G. Henn, Copyright primer, New York, 1979 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1'979, blz. 567 en 569570]; D. F. Johnston, Copyright Handbook, New York en Londen, 1978 [besproken door P. Ford in European Intellectual Property Review okt. 1978, blz. 31 en door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567 en 570/1]; B. Kaplan en R. S. Brown, Jr., Cases o,n copyright, unfair competition and other topics bearing on the protection of literary, musical and artistic works, Mineola, New York, 1978; A. Latman, The copyright law. Howell's copyright law revised and the 1976 Act, Rockvüle (Md) 1979 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567/9]; The New Copyright Law,
Questions teachers and librarians ask: a joint project of American Library Association, National Council of Teachers of English, National Education Association, Washington, 1977; New Vork Law School Law Review, The complete guide to the new copyright law, Dayton, Ohio, 1977 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567 en 571 ] ; M. B. Nimmer, Nimmer on Copyright, New York, 1978 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society sept. 1979, blz. 567/8]; R. G. Saltman, Copyright in computer-readable works: policy impacts of technological change, Washington, 1977; L. E. Seltzer, Exemptions and fair use in copyright: the exclusive rights tensions in the 1976 Copyright Act, Cambridge, Mass. en Londen, 1978; Adherence of the U.S.S.R. to the Universal Copyright Convention: Defenses Under U.S. Law to Possible Soviet Attempts at Achieving International Censorship, Cornell International Law Journal 197'4, blz. 71-91; M. Gabay, The United States copyright system and the Berne Convention, Bulletin of the Copyright Society 1979, blz. 202-220; M. Jeanneret, Some international implications of the new U.S. Copyright Act, Scholarly Publishing 1979, blz. 113/9; W. Nordemann, Das neue Copyright Law der USA und die Presse in der Bundesrepublik, Archiv für Presserecht 1978, blz. 116/9 en E. Steup, The rule of national treatment for foreigners and its application to new benefits for authors, Bulletin of the Copyright Society 1978, blz. 279-292. —, handelsnaam, zie M. Deschamps, Protecting the "ownership" of a corporate name used by a licensee, The Trademark Reporter 1977, blz. 308-314. —, jaarverslag Patent en Trademark Office, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 255, besproken door Mr D. W. F. Ve/kade, blz. 87. - , kartelrecht, zie A. F. Crotti, Trading under EEC and US antitrust Laws, Londen, 1977; Chr. Lejet, Les lois fédérales antitrust américaines et les brevets d'invention, Parijs, 1978 [aangekondigd in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1978, blz. IV-306]; Patent antitrust, 1978, Workshop organized by Practising Law Institute: Tom Arnold, chairman, New York, 1978 (patents, copyrights, trademarks and literary property: Course handbook series 100); F. F. Farabow jun., en B. G. Brunsvold, United States antitrust law, international licenses and the protection of the United States market - are they compatible? , Licensing Law and Business Report 1978, blz. 1-11; M. B. Finnegan en B. C. Zotter, Das amerikanische Kartellrecht der Patentlizenzvertrage Vergleichende Betrachtung zu den Wettbewerbsregeln der Europaischen Wirtschaftsgemeinschaft, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 321-332; L. Lindner, Grundsatze zur Anwendung des amerikanischen Kartellrechts auf internationale Sachverhalte, Recht der internationalen Wirtschaft 1977, blz. 744/9; K. P. Mailander, Die kartellrechtliche Beurteilung von Lizenzvertragen nach EG-Kartellrecht und US-Antitrustrecht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 378-393; Prof. Dr E. D. Shapiro en Dr M. Botein, The patent/antitrust interface in United States law, blz. 161/5 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978) en S. Timberg, Recent patent antitrust developments: Patent interference and litigation settlements, exclusive licenses and bulk sale restrictions, International Business Lawyer 1977, blz. 317-323. —, licentie, zie The Law and Business of Licensing onder redactie van M. B. Finnegan en R. Goldschneider, New York, delen I en II, 1975 en deel III, 1977
318 (losbladig); The Law and Business of Patent and Know-how Licensing onder redactie van M. B. Finnegan en B. G. Brunsvold, Washington, D.C., 1975 M. B. Finnegan en B. C. Zotter, U.S.-German licensing comparison, LES Nouvelles 1978, blz. 219-235; F. Sieger, Die Ubersetzungs-Lizenzvertrage im deutsch-amerikanischen Rechtsverkehr, UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1978, blz. 287-316 en S. Timberg, Recent patent antitrust developments: Patent interference and litigation settlements, exclusive licenses and bulk sale restrictions, International Business Lawyer 1977, • blz. 317-323. —, mededinging, zie H. Kaye en P. Plaia Jr, Developments in unfair trade practices in international trade: a review of the third and fourth years under section 337 [of the Tariff Act of 1930] as amended by the Trade Act of 1974, Journal of the Patent Office Society maart 1979, blz. 115-182. —, merkenrecht, zie E. Waibel, Warenzeichenrechtliche und wettbewerbsrechtliche Fragen des Ersatzteile-, Zubehör- und Reparaturgewerbes. Eine Untersuchung zur Rechtslage in Belgien, Italien, den USA und in Deutschland, Keulen, 1977 [besproken door Dr H. Eichmann in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 661] [ook besproken door Mr L. Wichers Hoeth in Bijblad LE. 1978, blz. 115]; J. A. Cutler, Recent developments: trademarks - Lanham Act - foreign registrants need not allege use in the United States and may waive filing requirements re.quired for domestic applications, Georgia Journal of International & Comparative Law 1977, blz. 700710; B. Koritz, The problem of parallel importation: a comparative study of trademark law in the United States and Sweden, Journal of international law and politics 1977, blz. 389-414; A. Schwartz, Minimum use requirements for foreign trademark owners, Trademark Reporter 1978, blz. 148-164; R. Storkebaum, The evolution of the concept of "preright declarations" into coexistence agreeménts, The Trademark Reporter 1978 (1) blz. 47-55 en L. S. Wiek, U.S. companies' trademark rights are jeopardized under EAA [Export Administration Act 1969] Rules, Anti-Boycott Bulletin maart 1978, blz. 65 e.v. —, merkenwet, zie La Propriété Industrielle 1978, blz. 208 e.v., besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 88. —, octrooiinbreuk, zie B. G. Brunsvold, Section 337 United States Tariff Act: a revided weapon against foreign patent infringers, IIC, International Review of Industrial Property and Copyright Law 1979, blz. 52-66 en S. Timberg, Recent patent antitrust developments: Patent interference and litigation settlements, exclusive licenses and bulk sale restrictions, International Business Lawyer 1977, blz. 317-323. —, octrooirecht, zie P. C. Johnson, Farm Inventions in the Making of America, 1976, aangekondigd door Dr H. P. Teunissen, blz. 181/2. —, octrooirecht, zie Chr. Lejet, Les lois fédérales antitrust américaines et les brevets d'invention, Parijs, 1978 [aangekondigd in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1978, blz. IV-306]; B. Norman, The in venting in America, New York 1976 [besproken door P. D. Rosenberg in Journal of the Patent Office Society 1979 (6) blz. 373 en 376/7]; E. D. Offner, Comparative U.S.-European-Common Market patent service, New York, 1978; Patent antitrust, 1978, Workshop organized by Practising Law Institute: Tom Arnold, chairman, New York, 1978 (patents, copyrights, trademarks and literary property: Course handbook series 100); G. Rosé, Patent law handbook, New York, 1978; L. R. Hefter en Th. L. Irving, The questionable status of those U.S. patents bearing issue dates between March 7, 1978 and September 5, 1978 - national and international ramifications of
United States patent printing delays, Journal of the Patent Office Society 1978, blz. 685-714; K. F. Jorda, That discriminatory U.S. patent law! [to foreign applicants? ] Journal of the Patent Office Society nov. 1979, blz. 95-109; Ch. Oppenheim, Recent changes in patent law and their implications for information services and information scientists, Journal of documentation 1978, blz. 217-229; Prof. Dr E. D. Shapiro en Dr M. Botein, The patent/antitrust interface in United States law, blz. 161/5 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich (Bern 1978); M. B. Stiefel, Winning an interference for a foreign inventor, Journal of the Patent Office Society sept. 1978, blz. 558-578, en M. J. Striker, Einreichung von US-Patentanmeldungen ohne Unterschrift des Erfinders, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1977, blz. 189-191. —, uitvinder, zie Professional help for inventors (role of US invention brokers and of University Business Schools in managing inventions. Some examples), Business Week 3 juli 1978, blz. 78/9 en M. J. Striker, Einreichung von US-Patentanmeldungen ohne Unterschrift des Erfinders, Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1977, blz. 189-191. —, voorrang, zie K. Becher, Aktuelle Probleme der Inanspruchnahme von Prioritatsrechten in den USA, DerNeuerer (Ausgabe B) 1977, blz. 91/2 en 107/8. (Vgl. C. Bruce Hamburg in: DerNeuerer (Ausgabe B) 1978, blz. 93/4.) en M. A. Litman, Problems with the best mode requirement of 35 U.S.C. 112 in applications claiming priority under 35 U.S.C. 119 and 35 U.S.C. 120, Journal of the Patent Office Society 1979, blz. 431-441. Vergissing, Aanvraagster is bij haar memorie van grieven in beroep gekomen van de beschikking van de Aanvraagafdeling "waarbij het hem gevraagde octrooi niet werd openbaargemaakt"; zij mag dit verbeteren in: "waarbij is besloten het gevraagde octrooi niet te verlenen"; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 16 mei 1978, nr 40, blz. 216. —, Het is aannemelijk dat aanvraagster bij het vragen van een niet-eenheidsbeslissing t.a.v. de moederaanvrage een — heeft gemaakt, maar de Afdeling is bij de beoordeling van de onderhavige aanvrage gebonden aan de niet-eenheidsbeslissing zoals de Afdeling van Beroep die heeft geformuleerd; Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 15 december 1977, nr 53, blz. 264. Verkade, Mr D. W. F., treedt toe tot de redactie van het Bijblad, blz. 22. —, Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder .redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Verkoopbeperkingen in licentieovereenkomsten, zie Journal of the Patent Office Society, augustus 1977 t/m mei 1978, tijdschriftbespreking door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. Verpakking, Ook het produkt in een — waarop een, tot nu toe niet bekende, eigenschap van het produkt is vermeld, is niet octrooieerbaar, want deze vermelding draagt niet bij tot de nieuwheid in technische zin van het produkt; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 februari 1978, nr 8, blz. 48. —, Wie in twee E.E.G.-Staten recht op een bepaald merk heeft, mag er zich tegen verzetten, dat een derde een produkt waarop in de ene E.E.G.-Staat het merk rechtmatig is aangebracht, ompakt, op de nieuwe — het merk aanbrengt en het produkt daarna in de andere E.E.G.-Staat op de markt brengt; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. —, zie J.-J. Burst en R. Kovar, Le reconditionnement de produits marqués et le droit communautaire. (Naar aanleiding van Hof van Justitie van de Europese
319 Gemeenschappen, 23 mei 1978, Hoffmann-La Roche/ Centrafarm, Bijblad I.E. 1979, nr 10, blz. 60.) La semaine juridique CL nr. 42, 19 okt. 1978, 12830. Verruiming van een aanvrage na indiening, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 2 april 1979, nr 29, blz. 190. Verslag van de vergadering van de "Commission on Industrial Property" van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden op 31 oktober 1978 te Parijs, mededeling, blz. 180. Verslag van de Diplomatieke Conferentie van München tot instelling van een Europees stelsel van octrooiverlening (10 sept. - 5 okt. 1973), zie Procès-verbaux de la Conférence diplomatique de Munich pour 1'institution d'un système europeen de délivrance de brevets (Munich, 10 septembre - 5 oktobre 1973), publiés par Ie Gouvernement de la République federale d'Allemagne (tevens verschenen in de Engelse en Duitse tekst). Vertaler, zie aangrenzend recht. Vertaling, Een — is gewaarmerkt, wanneer zij is voorzien van de handtekening van de vertaler; de handtekening behoeft in beginsel niet te zijn gelegaliseerd en de vertaler behoeft niet beëdigd te zijn; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 febr. 1979, nr 27, blz. 178. Vertaling van conclusies, behorende bij Europese octrooiaanvragen, Terinzagelegging en bekendmaking van Nederlandse —, officiële mededeling, blz. 2. Vertaling van Duitse merknamen, gedaagde importeert rechtmatig vanuit de Bondsrepubliek Duitsland aldaar onder Duitse merken in de handel gebrachte spellen in Nederland, maar mag die spellen hier te lande niet in de handel brengen onder de Nederlandse vertalingen van die Duitse merken, daar eiseres in de Benelux recht heeft op die merken welke gelijk zijn aan die Nederlandse vertalingen; President Rechtbank Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. Vertaling van een in het Nederlands gestelde internationale aanvrage (P.C.T.), zie officiële mededeling, blz. 123, onder 2. Vertolker, zie aangrenzend recht. Verwarring, Geen gevaar voor — van Mistral en Windsurfer; Hof Amsterdam, 2 februari 1978, nr 44, blz. 240. Verwarring in het Beneluxmodellenrecht, zie A. Braun en J.-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux, Brussel, 1975, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Verzoek om een niet-eenheidsbeslissing, Een aanvrager mag in beroep in beginsel niet als grief aanvoeren dat een Aanvraagafdeling zijn schriftelijke — heeft ingewilligd; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 17 mei 1979, nr 35, blz. 213. Video, zie J. Koopmans, Satelliet, Kabel-t.v. en Video, zie Jaap Koopmans, Satelliet, Kabel-t.v. en — bedreigen kunstenaars. (Moderne media veroorzaken chaos op het gebied van auteursrechten.) Haagsche Courant 1 februari 1979, blz. 2 = Rotterdamsch Nieuwsblad 1 februari 1979, blz. 2 = Goudsche Courant 1 februari 1979, blz. 2. Video-banden bij getuigenverhoor, zie 1978 Patent Law Annual, aangekondigd door Dr H. P. Teunissen, blz. 181. Vinci, Leonardo da, zie Prof. Charles Gibbs-Smith, De uitvindingen van Leonardo da Vinci, besproken door Dr H. P. Teunissen, blz. 146/7. Voorbereider, Een — die van oordeel is dat een aanvrage geen octrooieerbare materie bevat, kan niet aangeven, op welke wijze de aanvrager dit bezwaar kan opheffen; Octrooiraad, Afdeling van Beroep,4 juli 1978, nr 46, blz. 244. Voor de hand liggend, Bij een inbreuk-procedure is het irrelevant, dat een gedachte die volgens het octrooischrift nieuw was, in feite voor een vakman voor de hand lag; de inbreukmakende inrichting voldoet
volledig aan het wezen van de geoctrooieerde uitvinding; Hof Arnhem, 15 maart 1977, nr 16, blz. 125. —, Een onvoorzienbaar therapeutisch effect kan de voor de hand liggende werkwijze niet tot een octrooieerbare uitvinding maken; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 februari 1978, nr 8, blz. 48. —, Voor een deskundige die met een probleem bij het toevoeren van brandstof aan een dieselheiblok wordt geconfronteerd, lag het voor de hand zich te oriënteren op het gebied van dieselmotoren; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 13 februari 1978, nr 6, blz. 31. Voorrang, Aanvraagster behoort haar aanvrage af te bakenen van een aanvrage met oudere rang; de Afdeling van Beroep kan niet beoordelen of ten behoeve van die andere aanvrage de — terecht is erkend; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 oktober 1978, nr 12, blz. 81 (met noot L.K.). Voortbrengsel, Het aangeven van een ander dan het bekende gebruiksdoel van een bekend — maakt dit — niet nieuw; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 14 december 1978, nr 30, blz. 191. Vormgeving, zie Dr Th. Limperg, Praktijkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat, Deventer 1978, besproken door Mr S. Boekman, blz. 231. —, zie Dr B. Englert, Grundzüge des Rechtsschutzes der industriellen Formgebung, Keulen, 1978, aangekondigd door Mr D. W. F. Verkade, blz. 231/2 [ook besproken door Dr E. Henssier in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, oktober 1978, blz. 613/4 en in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1978, blz. 483/4]. Vrij verkeer van culturele goederen in de E.E.G., zie artikel van Dr E. R. J. Z. Komamicki en Dr Th. Limperg, Het recht op bescherming van werken van beoefenaars van het kunstambacht en de gevolgen ervan voor de bescherming van tekeningen en modellen van de industrie, blz. 155-161. Vrijwaring, Schagen is door Mölnlycke in — in het geding geroepen en tot "deelneming" toegelaten en kon daarom ook zijnerzijds nietigverklaring van de omstreden depots vorderen; Hoge Raad, 3 nov. 1978, nrl8,blz. 131. V.V.O., zie statistiek van verzoeken om onderzoek naar de stand van de techniek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, officiële mededeling, blz. 39-42. —, zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/9. Waarde van een octrooi, In de normale prijs van een goed is de — op een werkwijze begrepen, wanneer de beschermde werkwijze onafscheidelijk in dat goed is belichaamd en het enige economisch nuttige gebruik ervan oplevert; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 14 juli 1977, nr 5, blz. 30. Wanprestatie, Door het door geihtimeerde beschikbaar stellen aan de detaillist via de groothandel van een display met een algemeen gestelde, in slechts tot de niet met name genoemde lezers gerichte circulaire komt noch tussen geihtimeerde en de groothandel of detaillist, noch tussen de groothandel en de detaillist een overeenkomst van bruikleen tot stand, zodat geen sprake kan zijn van — en dus ook niet van het uitlokken ervan; Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (met noot), Warenclassificatie-overeenkomst van Nice, Nederland en Groot-Brittannië bekrachtigen de tekst van Genève van de Overeenkomst classificatie van de waren en diensten voor merken, officiële mededeling, blz. 154. —, Spanje bekrachtigt de Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken,
320
herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en te Genève op 13 mei 1977, officiële mededeling, blz. 90. —, zie Busse, Warenzeichengesetz nebst Pariser Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen (Berlijn - New York 1976) besproken door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218. Warenwetbesluiten, zie Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade, aangekondigd door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. Werk in de zin van de Auteurswet en uitvinding, zie noot Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach onder President Rechtbank Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 262. Werknemerauteur, zie dienstverband en auteursrecht. Werknemersuitvinding, zie uitvinder in dienstverband. Werkovereenkomst tussen de Europese Octrooiorganisatie en de Nederlandse Octrooiraad tot uitvoering van Regel 48.3 (b) van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (P.C.T.), zie officiële mededeling, blz. 123. Werkwijze, Een geoctrooieerde — is in het goed belichaamd, wanneer het goed alleen met toepassing van die — economisch zinvol kan worden gebruikt en de — slechts toepasbaar is met gebruikmaking van het goed; in de normale prijs van een goed is de waarde van een octrooi op een — begrepen, wanneer de beschermde — onafscheidelijk in dat goed is belichaamd en het enige economisch nuttige gebruik ervan oplevert; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 14 juli 1977, nr 5, blz. 30. —, De — volgens de aanvrage lag voor een deskundige voor de hand en kan daarom niet geacht worden te zijn uitgevonden; dit is niet anders, indien aldus vervaardigd plakband beter zou kleven dan een bekend plakband; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 18 april 1979, nr 49, blz. 248 (met noot). —, Het kenmerkende deel van de eerste conclusie van de aanvrage geeft niet aan het samenvoegen van een aantal gemechaniseerde handelingen tot een automatisch werkende inrichting, doch in hoofdzaak: een aantal elementen die voor het uitvoeren van die handelingen zelf dienen; daarom is er geen sprake van een —; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 10 augustus 1978, nr 52, blz. 263 (met noot v. N.H.). Wetenschappelijke ontdekkingen, Verdrag van Genève betreffende de internationale inschrijving van —, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 85/8. —, zie V. B. Kuznetsova, Protection of scientific discoveries, AIPPI Journal of the Soviet National Group 1977, blz. 58-63. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid WRR, zie W. M. de Jong, Techniek en Wetenschap als basis voor industriële innovatie, 's-Gravenhage, 1978, besproken door Dr H. P. Teunissenf, blz. 217/8. —, rapport nr 8: De Funktie van het Octrooiwezen met betrekking tot de Beschikbaarheid en de Overdracht van Kennis, zie artikel van Ir J. Dekker, De Octrooiraad in het jaar 1978, blz. 187/8. Wijn, zie H.-J. Koch, Die Angaben "Weingut" sowie "Weingut und Wein-kellerei" nach neuem Bezeichungsrecht,Z?/e Weinwirtschaft 1977, blz. 1044/7. Windsurfer/Mistral, zie Hof Amsterdam, 2 februari 1978, nr 44, blz. 240. WIPO, World Intellectual Property Organization, zie O.M.P.I. Woord-beeldmerk, Bovenstaande merken stemmen niet overeen, daar van beide merken het woordbestanddeel een zeer voornaam element vormt en het ovaalvormig verlopend beeldelement in Colly's teken niet licht associaties zal oproepen met een paar dierenhoornen; President Rechtbank 's-Gravenhage, 5 april 1978, nr 42, blz. 227. —, Overeenstemmende merken daar de over en weer
gebruikte beelden een grote gelijkenis vertonen; daaraan doet niet af dat in beide — en een geheel verschillende tekst voorkomt; zie President Rechtbank Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Wording en werking van enige economische clausules van het Verdrag van Luxemburg betreffende het Europees Octrooi voor de gemeenschappelijke markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), hoofdartikel van Mr G. Borst, blz. 23/30. Zaden voor een tomatenvariëteit zijn gelijksoortig aan bemestings- en grondverbeteringsmaterialen; Rechtbank Alkmaar, 21 september 1979, nr 43, blz. 238. Zoetmiddel, Het is bekend in voedings- en genotmiddelen ter vervanging van suiker het - X te gebruiken, daarom lag de toepassing van het — X in plaats van suiker bij de bereiding van het genotmiddel P voor de hand; Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 februari 1978, nr 8, blz. 48. Zuid-Afrika, zie F. Lemor, Das Südafrikanische Kartellrecht, München, proefschrift, 1978. Zuid-Amerika, zie Latijns-Amerika. Zuid-Korea, zie Korea (Zuid). Zuid-Oost Azië, zie N. Okabayashi, Y. Koyasu en Z. Nakamura, Developments in industrial property laws of South East Asian countries, Pacific Industrial Property Association Meeting 1978. Zweden, zie B. Koritz, The problem of parallel importation: a comparative study of trademark law in the United States and Sweden, Journal of international law and politics 1977, blz. 389-414. Zwitserland bekrachtigt het Protocol van Genève van 29 augustus 1975, bij de overeenkomst betreffende het internationale depot van tekeningen of modellen van nijverheid, officiële mededeling, blz. 91. Zwitserland, zie La Propriété Industrielle 1978, besproken door Mr D. W. F. Verkade, blz. 85/8. - , zie Der strafrechtliche Schutz des Geschafts- und Betriebsgeheimnisses in den Landern der Europaischen Gemeinschaft sowie in österreich und der Schweiz, Keulen, 1978; F. H. Thomann, Patentrecht (Nationales Recht und internationale Abkommen). Textausgabe mit Verweisungen, Anmerkungen und Sachregister, Zürich, 1978 [besproken door G. Kolle in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 317/8] en H.-J. MeyerMarsilius, Die Bewahrung des Freihandelsabkommens Schweiz-EG aus der Sicht der Wirtschaft, Auszenwirtschaft 1977, blz. 30-54. —, aanduiding van herkomst, zie F. Dessemontet, Der Schutz geographischer Herkunftsangaben nach schweizerischem Recht, Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 245-258. —, licentie, zie C. Frey, Die Rechtsnatur der Patentlizenz, Zürich, 1976 [besproken door H. D. Schmid in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 276]. —, mededinging, zie Revue suisse'du droit international de la concurrence. Swiss Review of International Antitrust Law. Schweizerische Zeitschrift für internationales Wettbewerbsrecht. Rivista svizzera del diritto internazionale della concorrenze, Genève 1977 [besproken door G. Kolle in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1979, blz. 316]. —, merkenrecht, zie K.-J. Eckner, Tendenzen der internationalen Entwicklung des Markenrechts, insbesondere im westeuropaischen Raum, aus schweizerischer Sicht, Der Neuerer (Ausgabe B) 1977, blz. 60/2 = Staat und Recht (DDR) 1977, blz. 535/9. —, micro-organismen, zie U. D. Blum, Ausgewahlte Fragen über den Patentschutz für Mikroorganismen nach dem Europaischen Patenübereinkommen und dem schweizerischen Patentrecht, (Duits en Engels),
321 blz. 89-124 in: Beitrage zu Fragen des gewerblichen Rechtsschutzes, Festschrift zum lOOjahrigen Bestehen der Firma E. Blum & Co., Patentanwalte, Zürich(Bern 1978). —, octrooirecht, zie F. A. Bovard, Neue schweizerische Gesetzgebung auf dem Gebiet des Immaterialgüterrechts (Überblick über die Anderung vom 17.12.1976
des schweizerischen Patentgesetzes anlaszlich der Ratifikation des Europaischen Patentübereinkommens (MPÜ) und des Zusammenarbeitsvertrages (PCT)), Mitteilungen der deutschen Patentanwalte april 1978, blz. 61/6 en P. Braendli, The new Swiss patent law, Industrial Property juni 1978, blz. 171/6 = La Propriété industrielle juni 1978, blz. 177-183.
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE RECHTER EN VAN DE OCTROOIRAAD, GERANGSCHIKT NAAR HET COLLEGE A. RECHTERLIJKE MACHT
IV. PRIVAATRECHT
I. OCTROOIRECHT
Onrechtmatige daad
Hof Arnhem 15 maart 1977, nr 16, blz. 125 (Phoenix/Hevea) (Verwarmbare pers voor het verwarmen van schoeisel).
Hof Arnhem 5 juni 1978, nr 20, blz. 143 (Hardick Rubi/ Fortuin) (display voor biaisband).
Rechtbank Amsterdam 11 jan. 1978, nr 17, blz. 131 (Attema/Hofte) (lasdoosdeksel).
President Rechtbank Haarlem 16 okt. 1974, nr 2 1 , blz. 145 (VARA/Negram) (Open en bloot).
II. MERKENRECHT
V. HANDELSNAAMRECHT
Benelux-Gerechtshof 1 juni 1978, nr 1, blz. 3 (Mölnlycke/Schagen) (Mimosept Lady/Lady). 25 mei 1979, nr 3 1 , blz. 200 (Verwerkings Industrie Vreeland/National Foods) (COW BRAND met afb. koe).
Hof 's-Hertogenbosch 9 juli 1974, nr 7, blz. 43 (Stoof Breda/Stoof Verhuizingen).
Hoge Raad 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131 (Mölnlycke/Satoma) (Mimosept Lady/Lady). Hof Arnhem 30 mei 1978, nr 19, blz. 141 (Apharmo/Janssen) (Intramycol/Tramisol). Rechtbank Alkmaar 21 september 1978, nr 4 3 , blz. 238 (Compo/Sluis) (COMPO). Rechtbank Arnhem 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (Deb Chemical/Dreumex) (Gold Seal). Rechtbank Zutphen 8 juni 1978, nr 2, blz. 11 (Skol/Coberco) (Sjolk/Skol). President Rechtbank Assen 25 juli 1978, nr 22, blz. 161 (MB International/De Boer) (Valkuil, enz.). President Rechtbank 's-Gravenhage 5 april 1978, nr 42, blz. 227 (Roakport/Colly) (Colly). President Rechtbank Middelburg 21 dec. 1977, nr 15, blz. 117 (Esso Nederland/Crub) (Esso). President Rechtbank Rotterdam 16 juli 1979, nr 50, blz. 258 (Agricultural Export/Citronas) (Galia). President Rechtbank Utrecht - 27 april 1978, nr 4 1 , blz. 225 (Roakport/Colly) (Colly). III. MODELLENRECHT Voorzitter Rechtbank van Koophandel Turnhout 20 jan. 1978, nr 3, blz. 13 (Creusen/Bergin) (slijpmolen).
VI. A U T E U R S R E C H T Hoge Raad 19 jan. 1979, nr 2 3 , blz. 163 (VNU/Adèle Hameetman c.s.) ('t Schaep met de vijf Pooten). Hof Amsterdam 2 februari 1978, nf 44, blz. 240 (Van der Spek/Windsurfing) (Mistral/Windsurfer). President Rechtbank Alkmaar 21 juni 1978, nr 5 1 , blz. 260 (Skibsrud/Overmars) (family-ship 19'). President Rechtbank Amsterdam 19 april 1979, nr 45, blz. 242 (Deen/Blokker) (keramische siertegels). VII. BIERVERORDENING College van Beroep Reclamecode 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189 (Aktivator/Aust) (alcoholvrij bier). VIII. E.E.G. VERDRAG Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 14 juü 1977, nr 5, blz. 30 (Bosch/Hauptzollamt Hildesheim) (douanewaarde van octrooien). 23 mei 1978, nr 10, blz. 60 (Hoffmann-La Roche/Centrafarm) (Valium). 20 juni 1978, nr 32, blz. 208 (Tepea/Europese Commissie) (Dust Bug, enz). 10 okt. 1978, nr 14, blz. 105 (Centrafarm/American Home Products) (Serèsta). B. OCTROOIRAAD AFDELING VAN BEROEP 15 mei 1973, nr 9, blz. 49 18 okt. 1977, nr 37, blz. 214 20 okt. 1977, nr 33, blz. 212 14 nov. 1977, nr 24, blz. 177 1 dec. 1977, nr 13, blz. 83
322
1 dec. 1977, nr 34, blz. 212 8dec. 1977, nr 38, blz. 215 13febr. 1978, nr 6, blz. 31 23febr. 1978, nr 8, blz. 48 16 mei 1978, nr 40, blz. 216 4julil978,nr46, blz. 244 lOaug. 1978, nr 52, blz. 263 24okt. 1978, nr 12, blz. 81 25okt. 1978, nr 4, blz. 14 6nov. 1978, nr 54, blz. 264 14 dec. 1978, nr 30, blz. 191 14febr. 1979, nr 27, blz. 178 7 maart 1979, nr 25, blz. 177 REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE Agricultural Export/Citronas, Pres. Rb. Rotterdam, 16 juli 1979, nr 50, blz. 258. Aktivator/Aust, College van Beroep Reclamecode, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189. American Home Products/Centrafarm, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, lOokt. 1978, nr 14, blz. 105. Apharmo/Janssen, Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Attema/Hofte, Rb. Amsterdam, 11 jan. 1978, nr. 17, blz. 131. Aust/Aktivator, College van Beroep Reclamecode, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189. Bergin/Creusen, Voorzitter Rb. van Koophandel Turnhout, 20 jan. 1978, nr 3, blz. 13. Blokker/Deen, Pres. Rb. Amsterdam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. De Boer/MB International, Pres. Rb. Assen, 25 juli 1978, nr22,blz. 161. Bosch/Hauptzollamt Hildesheim, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 14 juli 1977, nr 5, blz. 30. Centrafarm/American Home Products, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, lOokt. 1978, nr 14, blz. 105. — /Hoffmann-La Roche, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. Citronas/Agricultural Export, Pres. Rb. Rotterdam, 16 juli 1979, nr 50, blz. 258. Coberco/Skol, Rb. Zutphen, 8 juni 1978, nr 2, blz. 11. Colly/Roakport, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 5 april 1978, nr 42, blz. 227. - /Roakport, Pres. Rb. Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Compo/Sluis, Rb. Alkmaar, 21 sept. 1978, nr 43, blz. 238. Creusen/Bergin, Voorzitter Rb. van Koophandel Turnhout, 20 jan. 1978, nr 3, blz. 13. Crub/Esso Nederland, Pres. Rb. Middelburg, 21 dec. 1977, nr 15, blz. 117. Deb Chemical/Dreumex, Rb. Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79. Deen/Blokker, Pres. Rb. Amsterdam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. Dreumex/Deb Chemical, Rb. Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79. Esso Nederland/Crub, Pres. Rb. Middelburg, 21 dec. 1977, nr 15, blz. 117. Europese Commissie/Tepea, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208. Fortuin/Hardick Rubi, Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143. Hameetman, Adèle, c.s./VNU, Hoge Raad, 19 jan. 1979, nr23, blz. 163. Hardick Rubi/Fortuin, Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143.
7 maart 1979, nr 48, blz. 245 2 april 1979, nr 29, blz. 190 10 april 1979, nr 26, blz. 178 18 april 1979, nr 49, blz. 248 17 mei 1979, nr 35, blz. 213 5 juli 1979, nr 47, blz. 245 17 juli 1979, nr 39, blz. 216 AANVRAAGAFDELING 15 dec. 1977, nr 53, blz. 264 8febr. 1979, nr 36, blz. 214 ., GERANGSCHIKT NAAR DE PARTIJEN Hauptzollamt Hildesheim/Bosch, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 14 juli 1977, nr 5, blz. 30. Hevea/Phoenix, Hof Arnhem, 15 maart 1977, nr 16, blz. 125. Hoffmann-La Roche/Centrafarm, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. Hofte/Attema, Rb. Amsterdam, 11 jan. 1978, nr 17, blz. 131. Janssen/Apharmo, Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. MB International/De Boer, Pres. Rb. Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. Mölnlycke/Satoma, Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. —/Schagen, Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr 1, blz. 3. National Foods/Verwerkings Industrie Vreeland, Benelux-Gerechtshof te Brussel, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200. Negram/VARA, Pres. Rb. Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Overmars/Skibsrud, Pres. Rb. Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260. Phoenix/Hevea, Hof Arnhem, 15 maart 1977, nr 16, blz. 125. Roakport/Colly, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 5 april 1978, nr 42, blz. 227. - /Colly, Pres. Rb. Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Satoma/Mölnlycke, Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. Schagen/Mölnlycke, Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr 1, blz. 3. Skibsrud/Overmars, Pres. Rb. Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260. Skol/Coberco, Rb. Zutphen, 8 juni 1978, nr 2, blz. 11. Sluis/Compo, Rb. Alkmaar, 21 sept. 1978, nr 43, blz. 238. Van der Spek/Windsurfing, Hof Amsterdam, 2 febr. 1978, nr 44, blz. 240. Stoof Breda/Stoof Verhuizingen, Hof 's-Hertogenbosch, 9julil974,nr7,blz. 43. Stoof Verhuizingen/Stoof Breda, Hof 's-Hertogenbosch, 9julil974,nr7,blz. 43. Tepea/Europese Commissie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208. VARA/Negram, Pres. Rb. Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Verwerkings Industrie Vreeland/National Foods, BeneluxGerechtshof te Brussel, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200. VNU/Adèle Hameetman c.s., Hoge Raad, 19 jan. 1979, nr 23, blz. 163. Windsurfing/Van der Spek, Hof Amsterdam, 2 febr. 1978, nr 44, blz. 240.
323
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE OCTROOIRAAD EN VAN DE RECHTER, GERANGSCHIKT NAAR HET WETSARTIKEL A. BESLISSINGEN VAN DE OCTROOIRAAD (A.v.B. = Afdeling van Beroep; A.A. = Aanvraagafdeling) I. Rijksóctrooiwet. Art. 1. Ook het produkt in een verpakking waarop een — tot nu toe niet bekende — eigenschap van het produkt is vermeld, is niet octrooieerbaar: de vermelding van die eigenschap draagt niet bij tot de nieuwheid in technische zin van het produkt. Bij het produkt gevoegde informatie in onvoldoende voor de afbakening ten opzichte van het bekende. A.v.B., 23 febr. 1978, nr 8, blz. 48. Artt. 1 en 22B, lid 1, zin 1. Het kenmerkende deel van de eerste conclusie van de aanvrage geeft niet aan het samenvoegen van een aantal gemechaniseerde handelingen tot een automatisch werkende inrichting, doch in hoofdzaak een aantal elementen die voor het uitvoeren van die handelingen zelf dienen. Daarom is er geen sprake van een werkwijze. A.v.B., 10 aug. 1978, nr 52, blz. 263 (met noot v. N. H.). Art. 1 (oud) (vergelijk art. IA (nieuw)). Het behoort tot de normale taak van een deskundige de bestanddelen van een natuurprodukt te scheiden en te onderzoeken welke bestanddelen de bekende, gewenste werking hebben. De gekozen scheidingsmethode, namelijk de gaschromatografische, is kort vóór de indieningsdatum van de aanvrage zeer gebruikelijk geworden, in het bijzonder voor complexe mengsels. Geen uitvinding aanwezig geacht. A.v.B., 1 dec. 1977, nr 13, blz. 83 [=nr 34, blz. 212]. Een aanvrager mag in beroep niet terugkomen van een beperking die hij in eerste aanleg uitdrukkelijk, zonder enig voorbehoud en niet bij vergissing heeft aangebracht. Weigering van een nieuwe conclusie die niet op de oorspronkelijke beschrijving met conclusies van de aanvrage kan steunen en ook niet uit de tekening kan blijken die, althans wat de verhouding van de onderdelen van de inrichting betreft, slechts schetsmatig is. A.v.B., 4 juli 1978, nr 46, blz. 244. Art. 1 (oud) (vergelijk art. 2A, lid 1 (nieuw)). Werkwijze voor de bereiding van een reukstofcompositie, met het kenmerk, dat men daarin als actief bestanddeel ten hoogste 20 gew.% van een bepaalde stof opneemt. Het was uit een tijdschriftartikel bekend, dat de auteurs onder meer deze stof hebben bereid met het doel de betrekkingen tussen de structuur en de reukstofeigenschappen van deze stof te bestuderen. Over de bruikbaarheid als reukstof van dïe stof vermeldt het artikel echter niets. Bovendien zijn er ongeveer acht jaren verlopen tussen het verschijnen van het artikel en het tijdstip van voorrang van de aanvrage. Uitvinding aangenomen. A.V.B., 20 okt. 1977, nr 33, blz. 212. Artt. 1 en 2 (oud) (vergelijk art. 2A, lid 1 (nieuw) en art. 2 leden 1 en 2 (nieuw)). Ben aanvrager kan een voortbrengsel niet van de bekende stand van de techniek afbakenen door de uitsluitende vermelding dat het bestemd of geschikt is voor een nieuw gebruiksdoel. Een voortbrengsel is slechts octrooieerbaar, indien er een concreet verschil in ver-
schijningsvorm met de bekende voortbrengselen aanwezig is. A.V.B., 1 dec. 1977, nr 34, blz. 212 [=nr 13, blz. 83]. Art. IA. Aanvraagster heeft in de oorspronkelijke stukken van de aanvrage slechts octrooi gevraagd voor een specifieke werkwijze ter bereiding van nieuwe verbindingen. Aanvraagster mag de aanvrage na de indiening niet verruimen tot de bereiding van die nieuwe verbindingen volgens een op zichzelf bekende wijze. A.v.B., 2 april 1979, nr 29, blz. 190. Aanvraagster mag niet materie van de ene naar de andere afgesplitste aanvrage overhevelen. A.V.B., 5 juli 1979, nr 47, blz. 245. Art. 2, leden 1 en 2. Het voortbrengsel volgens de aanvrage was bekend uit een bepaald Frans octrooischrift. Het aangeven van een ander dan het bekende gebruiksdoel maakt dit voortbrengsel niet nieuw. A.v.B., 14 dec. 1978, nr 30, blz. 191. Art. 2, lid 1. Voor een deskundige die met een probleem bij het toevoeren van brandstof aan een dieselheiblok werd geconfronteerd, lag het voor de hand zich te oriënteren op het gebied van dieselmotoren. A.v.B., 13 febr. 1978, nr 6, blz. 31. Artt. 2 en 1 (oud) (vergelijk art. 2A, lid 1 (nieuw) en art. 2, leden 1 èü 2 (nieuw)). Een aanvrager kan een voortbrengsel niet van de bekende stand van de techniek afbakenen door de uitsluitende vermelding dat het bestemd of geschikt is voor een nieuw gebruiksdoel. Een voortbrengsel is slechts octrooieerbaar, indien er een concreet verschil in verschijningsvorm met de bekende voortbrengselen aanwezig is. A.V.B., 1 dec. 1977, nr 34, blz. 212 [=nr 13, blz. 83]. Art. 2A, lid 1. Het is bekend in voedings- en genotmiddelen als zoetmiddel xxxx ter vervanging van suiker te gebruiken. Daarom lag het voor een deskundige zonder meer voor de hand ook bij de bereiding van het genotmiddel P xxxx in plaats van suiker toe te passen. Een mogelijk onvoorzienbaar therapeutisch effect kan deze voor de hand liggende werkwijze niet tot een octrooieerbare uitvinding maken. A.v.B., 23 febr. 1978, nr 8, blz. 48. De werkwijze volgens de aanvrage lag voor een deskundige voor de hand en kan daarom niet geacht worden te zijn uitgevonden. Dit is niet anders, indien aldus vervaardigd plakband beter zou kleven dan een bekend plakband. A.v.B., 18 april 1979, nr 49, blz. 248 (met noot). Art. 5A. De uitvinding betreft uitsluitend een speciale werkwijze ter bereiding van in beginsel bekende verbindingen. De eenheid van uitvinding vindt haar uitdrukking in deze nieuwe werkwijze. Hieraan doet niet af, dat men met deze werkwijze ook nieuwe verbindingen kan bereiden, aangezien deze qua eigenschappen equivalent zijn aan de bekende. Geen reden om voor de bereiding van deze nieuwe verbindingen ruimere rechten te verlenen: andere berei-
324 dingsmethoden zijn eerder slechter en in geen van de voorbeelden van de aanvrage toegelicht. A.v.B., 14 nov. 1977, nr 24, blz. 177. Art. 5A (oud). De aanvrage betreft de bereiding van een reukstofcompositie onder gebruikmaking van een bepaalde stof. Daarmee vormt de synthese van die stof geen eenheid van uitvinding. A.v.B., 20 okt. 1977, nr 33, blz. 212. Artt. 5A en 8A (oud) (vergelijk art. 8A, lid 2 (nieuw)). Werkwijze voor het vervaardigen van een luminescerend scherm van een elektronenstraalbuis met behulp van onder meer twee stoffen. Niet-eenheidsbeslissing voor onder meer het gebruik van die stoffen in een verhouding van 0,09-0,17. De Afdeling besluit tot niet-openbaarmaking van een afgesplitste aanvrage voor onder meer het gebruik van die stoffen in een verhouding van > 0,17. Het is aannemelijk, dat aanvraagster bij het vragen van een niet-eenheidsbeslissing t.a.v. de moederaanvrage een vergissing heeft gemaakt, maar de Afdeling is bij de beoordeling van de onderhavige aanvrage gebonden aan de niet-eenheidsbeslissing zoals de Afdeling van Beroep die heeft geformuleerd. A.A., 15 dec. 1977, nr 53, blz. 264. Artt. 6 en 7, lid 1. De onderhavige aanvrage bevat gedeeltelijk dezelfde materie als een andere aanvrage waarvoor een recht van . voorrang is erkend en die daarom een oudere rang heeft dan de onderhavige aanvrage. Aanvraagster behoort haar onderhavige aanvrage af te bakenen van die andere aanvrage met oudere rang. De Afdeling van Beroep kan niet beoordelen, of ten behoeve van die andere aanvrage de voorrang terecht is erkend. . A.v.B., 24 okt. 1978, nr 12, blz. 81 (rnet noot L.K.). Art. 7, lid 1. Bepaalde polyaminen zijn bekend als toevoegsels aan motorbrandstof met goede reinigende eigenschappen. De aanvrage is gericht op het verbeteren van de waterscheidingseigenschappen van die polyaminen. Een bepaald Amerikaans octrooischrift is gericht op de bereiding van een veel ruimere groep van polyaminen voor het verbeteren van de reinigende eigenschappen van smeeroliën en is daarom niet de eerstingediende aanvrage om octrooi voor de materie van de onderhavige aanvrage. A.v.B., 7 maart 1979, nr 25, blz. 177. Art. 7, lid 1, en art. 6. De onderhavige aanvrage bevat gedeeltelijk dezelfde materie als een andere aanvrage waarvoor een recht van voorrang is erkend en die daarom een oudere rang heeft dan de onderhavige aanvrage. Aanvraagster behoort haar onderhavige aanvrage af te bakenen van die andere aanvrage met oudere rang. De Afdeling van Beroep kan niet beoordelen, of ten behoeve van die andere aanvrage de voorrang terecht is erkend. A.v.B., 24 okt. 1978, nr 12, blz. 81 (met noot L.K.). Art. 8A. De Octrooiraad heeft een niet-eenheidsbeslissing gegeven en aanvraagster heeft op grond daarvan een afgesplitste aanvrage ingediend. Een Afdeling van de Octrooiraad mag dan in beginsel niet weigeren die afgeplitste aanvrage openbaar te maken op grond van de overweging dat deze zou strekken tot dubbele octrooiering. A.v.B., 10 april 1979, nr 26, blz. 178.
De Aanvraagafdeling heeft op schriftelijk verzoek van aanvraagster een niet-eenheidsbeslissing gegeven. Een aanvrager mag in beroep in beginsel niet als grief aanvoeren, dat de Aanvraagafdeling zijn verzoek heeft ingewilligd. A.v.B., 17 mei 1979, nr 35, blz. 213. Art. 8A (oud). De Aanvraagafdeling heeft een niet-eenheidsbeslissing ten aanzien van de conclusies xx van de aanvrage [ A] genomen. Als afsplitsing van deze aanvrage heeft aanvraagster daarna de aanvrage [B] ingediend. Vervolgens heeft de Aanvraagafdeling ook ten aanzien van die aanvrage [B] een niet-eenheidsbeslissing genomen. Als afsplitsing van die aanvrage.[B] heeft aanvraagster daarna de onderhavige aanvrage [C] ingediend, waarin rechten worden gevraagd voor materie die geen deel uitmaakt van de niet-eenheidsbeslissing welke in de aanvrage [A] is gegeven. De Afdeling van Beroep moet beoordelen, of deze aanvrage [C] als een (middellijke) afsplitsing van de moederaanvrage [ A] kan gelden (en derhalve geacht kan worden op het tijdstip van indiening van die moederaanvrage te zijn ingediend). De verleningsprocedure van de aanvrage f A] is reeds onherroepelijk afgesloten. Daarom kan de Afdeling van Beroep ten aanzien van die aanvrage thans niet alsnog een aanvuËende niet-eenheidsbeslissing nemen. A.v.B., 15 mei 1973, nr 9, blz. 49. Artt. 8A (oud) en 5A (vergelijk art. 8A, lid 2 (nieuw)). Werkwijze voor het vervaardigen van een luminescerend scherm van een elektronenstraalbuis met behulp van onder meer twee stoffen. Niet-eenheidsbeslissing voor onder meer het gebruik van die stoffen in een verhouding van 0,09-0,17. De Afdeling besluit tot niet-openbaarmaking van een afgesplitste aanvrage voor onder meer het gebruik van die stoffen in een verhouding van > 0,17. Het is aannemelijk, dat aanvraagster bij het vragen van een niet-eenheidsbeslissing t.a.v. de moederaanvrage een vergissing heeft gemaakt, maar de Afdeling is bij de beoordeling van de onderhavige aanvrage gebonden aan de niet-eenheidsbeslissing zoals de Afdeling van Beroep die heeft geformuleerd. A.A., 15 dec. 1977, nr 5 3 , blz. 264. Art. 10, lid 1. Het komt niet alleen aan op de werkzaamheden die aan de werknemer schriftelijk zijn opgedragen, doch op de werkelijke vervulling van de dienstbetrekking waartoe de werknemer zich verplicht acht in de middelgrote onderneming van zijn werkgeefster. De werknemer heeft niet aannemelijk gemaakt, dat — anders dan voorheen — zijn taak na 1 september 1974 zou zijn beperkt tot de verkoop, in de letterlijke zin, van het spoorwegpakket van zijn werkgeefster. A.V.B., 7 maart 1979, nr 48, blz. 245. Artt. 22A, lid 1, aanhef en onder d en 22B, lid 1, zin 1. Omschrijvingen van niet-gewenste uitsluitende rechten behoren niet in de beschrijving van een aanvrage thuis zonder overeenkomstige omschrijvingen in de conclusies. Conclusies mogen niet meer dan de verlangde uitsluitende rechten vermelden. A.A., 8 febr. 1979, nr 36, blz. 214. Art. 22B, lid 1, zin 1. In dit speciale geval kan de aanvrage zonder uitvoeringsvoorbeeld worden openbaargemaakt (zie beschikking). A.v.B., 2 april 1979, nr 29, blz. 190.
325
De aanvrage betreft een werkwijze voor het vervaardigen van plakband. Dat dit plakband zelfklevend is, geeft niet een deel van de werkwijze aan, maar een eigenschap van het aldus verkregen plakband. Dat de gebruikte kleefmassa drukgevoelig is, geeft niet een maatregel van de werkwijze aan, maar een eigenschap van de kleefmassa. A.v.B., 18 april 1979, nr 49, blz. 248. Art. 22B, lid 1, zin 1 en art. 1. Het kenmerkende deel van de eerste conclusie van de aanvrage geeft niet aan het samenvoegen van een aantal gemechaniseerde handelingen tot een automatisch werkende inrichting, doch in hoofdzaak een aantal elementen die voor het uitvoeren van die handelingen zelf dienen. Daarom is er geen sprake van een werkwijze. A.v.B., 10 aug. 1978, nr 52, blz. 263 (met noot v. N.H.). d.
Artt. 22B, lid 1, zin 1 en 22A, lid 1, aanhef en onder
Omschrijvingen van niet-gewenste uitsluitende rechten behoren niet in de beschrijving van een aanvrage thuis zonder overeenkomstige omschrijvingen in de conclusies. Conclusies mogen niet meer dan de verlangde uitsluitende rechten vermelden. A.A., 8 febr. 1979, nr 36, blz. 214. Art. 22B,lid l,zin2. De aanvrage is gericht op een materiaal met bepaalde eigenschappen, dat voldoet aan een aantal parameters en enige betrekkingen tussen deze parameters. De aanvrage bevat voor een deskundige onvoldoende gegevens van het materiaal volgens de conclusie van de aanvrage en het is niet duidelijk waarin het zich onderscheidt van het bekende materiaal van deze aard. Het zal dikwijls onmogelijk zijn na te gaan, of een materiaal aan de eisen van de conclusie van de aanvrage voldoet. A.v.B., 18 okt. 1977, nr 37, blz. 214. Art. 22J. Een voorbereider die van oordeel is dat een aanvrage geen octrooieerbare materie bevat, kan niet aangeven, op welke wijze de aanvrager dit bezwaar kan opheffen. A.V.B., 4 juli 1978, nr 46, blz. 244. Art. 24, lid 2. De Rijksoctrooiwet schrijft in dit artikel voor, dat van de besluiten van de Aanvraagafdeling tot niet geheel openbaarmaking van de aanvrage aan de aanvrager kennis wordt gegeven onder opgave van de gronden waarop het besluit steunt. Daarom moet deze kennisgeving melding maken van de overwegingen die tezamen de Aanvraagafdeling, in de lijn van de door haar gevolgde gedachtengang, tot het genomen besluit hebben gebracht. De Aanvraagafdeling is echter niet verplicht daarnaast een oordeel te geven over argumenten van de aanvrager die de door de Aanvraagafdeling als doorslaggevend beschouwde gronden niet kunnen aantasten. A.v.B., 15 mei 1973, nr 9, blz. 49. Volgens deze bepaling wordt-van een besluit tot niet-openbaarmaking van een aanvrage aan de aanvrager kennis gegeven onder opgave van de gronden waarop het besluit steunt. Een Aanvraagafdeling mag bij het opgeven van die gronden niet volstaan met een eenvoudige verwijzing naar de gronden die de voorbereider in zijn brief heeft vermeld, maar moet volledig en duidelijk de gronden uiteenzetten waarop haar beslissing berust. A.v.B.,8dec. 1977, nr 38, blz. 215. Art. 24A, lid 1. Volgens deze bepaling moet een memorie van grieven met redenen zijn omkleed.
De ingediende memorie van grieven voldoet niet aan dit vereiste, omdat zij geen enkele poging tot weerlegging of opheffing van de door de Aanvraagafdeling gemaakte bezwaren tegen openbaarmaking van de aanvrage bevat. A.V.B., 17 juli 1979, nr 39, blz. 216. Indien een aanvrager in enig stadium van de procedure nieuwe conclusies voor een octrooiaanvrage indient, behoort hij toe te lichten, in welk opzicht en op welke gronden de conclusies zijn herzien. Verder behoort een aanvrager zijn memorie van grieven af te stemmen op de geldende conclusies van de aanvrage. A.V.B., 6 nov. 1978, nr 54, blz. 264. Art. 25, lid 3. De Rijksoctrooiwet opent voor een ieder de mogelijkheid oppositie te voeren tegen de verlening van het aangevraagde octrooi. Opposant is ontvankelijk in zijn bezwaarschrift en in zijn memorie van grieven, ook al zijn de verschuldigde bedragen door een ander namelijk zijn werkgever, betaald. A.v.B., 10 aug. 1978, nr 52, blz. 263. Art. 27, lid 1. De Aanvraagafdeling heeft bij haar beschikking van 20 juli 1976 besloten het gevraagde octrooi niet te verlenen. Aanvraagster is bij haar memorie van grieven in beroep gekomen van de genoemde beschikking van de Aanvraagafdeling, doch heeft daaraan toegevoegd: 'waarbij het door hem aangevraagde octrooi niet werd openbaar gemaakt' en heeft verzocht die beschikking te vernietigen 'en alsnog tot openbaarmaking van de aanvrage te beslissen'. De tussen aanhalingstekens geplaatste passages berusten kennelijk op een vergissing, die aanvraagster mag herstellen. A.v.B., 16 meM978, nr40, blz. 216. n. Octrooireglement. Art. 27, lid 2. De bewijzen van het recht van voorrang moeten in de Nederlandse, Franse, Duitse of Engelse taal zijn gesteld of van een desverlangd gewaarmerkte vertaling in een van die talen zijn voorzien. Een vertaling is gewaarmerkt, wanneer zij is voorzien van de handtekening van de vertaler. De handtekening behoeft in beginsel niet te zijn gelegaliseerd en de vertaler behoeft niet beëdigd te zijn. Indien de Octrooiraad aan de juistheid van de geplaatste handtekening zou twijfelen, zou hij bv. het legaliseren van de handtekening kunnen verlangen. A.v.B., 14 febr. 1979, nr 27, blz. 178. Art. 29, lid 3. De inzender van een memorie van grieven tegen een beschikking tot niet-openbaarmaking van een octrooiaanvrage is verplicht een volledige beschrijving met coriclusie(s) aan de Afdeling van Beroep over te leggen. Aanvrager heeft niet aan die verplichting voldaan. Indien hij twijfelde over de juiste vorm van de beschrijving met conclusie(s), had hij alternatieve stukken kunnen indienen. A.V.B., 25 okt. 1978,, nr 4, blz. 14. Hl. Unieverdrag. Art. 4 onder A, lid 1. De Octrooiraad kan niet bepalen, dat aan de werkgeefster alle voorrangsrechten toekomen, maar kan alleen verstaan, dat de werkgeefster bevoegd is zich in een vreemd Unieland op het recht van voorrang te beroepen dat berust op de indiening van de onderhavige octrooiaanvrage, als de rechtsopvolgster van aanvrager. A.v.B., 7 maart 1979, nr 48, blz. 245.
326 B. BESLISSINGEN VAN DE RECHTER. I. Rijksoctrooiwet. Art. 30, lid 1. Geen inbreuk, omdat de deksels van gedaagden geen kenmerkende elementen van eiseresses geoctrooieerde uitvinding bevatten. Rb. A'dam, 11 jan. 1978, nr 17, blz. 131. Art. 30, lid 1, aanhef en onder a. Een Bijzondere Afdeling van de Octrooiraad is van oordeel, dat de pers van gedaagden een toepassing belichaamt van de ten name van Phoenix geoctrooieerde uitvinding na te hebben nagegaan waarin het wezen van de uitvinding moet worden gezien en haar oordeel daaromtrent te hebben getoetst aan de stukken uit het verleningsdossier. De Rechtbank oordeelt dat van inbreuk geen sprake is op grond van de overweging dat het wezen van de uitvinding gelegen is in de technische realisatie van een op zichzelf voordehandliggende idee en deze idee door gedaagden op een andere wijze gerealiseerd wordt. Het Hof acht echter een later gegeven oordeel, dat een gedachte, die volgens het octrooi nieuw was, in feite voor een vakman voor de hand lag, in een inbreukprocedure irrelevant en komt in navolging van het advies van de Bijzondere Afdeling van de Octrooiraad tot de conclusie, dat de pers van gedaagden volledig voldoet aan het wezen van de uitvinding. Hof Arnhem, 15 maart 1977, nr 16, blz. 125. II. Benelux-Merkenwet. Art. 1, lid 1. Aan het woord COMPO kan niet ieder vermogen om de door eiseres verhandelde bemestings- en grondverbeteringsmaterialen te onderscheiden worden ontzegd, ook al pleegt men die materialen (deels) ook w>el aan te duiden als compost. Rb. Alkmaar, 21 sept. 1978, nr 4 3 , blz. 238. Voorshand is aannemelijk — gelet op een aantal produkties — dat het woord galia niet een merk is, doch uitsluitend een aanduiding van een soort meloenen. Pres. Rb. R'dam, 16 juli 1979, nr 50, blz. 258 (met noot D.W.F. V.). Artt. 1, lid 1 en 14 onder A, lid 1, aanhef en onder la. De voor het Nederlandse publiek duidelijke aanduiding 'Gold Seal', zal bij dit publiek de indruk wekken van niet ïneer dan een aanprijzing van de waar en/of een kwaliteitsaanduiding. Gedaagde heeft geen feiten gesteld, waaruit zou volgen dat de aanduiding 'Gold Seal' door zogenaamde inburgering onderscheidende kracht voor haar produkten zou hebben verworven. Daarom is de Rechtbank van oordeel dat de aanduiding 'Gold Seal' voor de waren waarvoor gedaagde dit merk heeft gedeponeerd, de door de B.M.W. vereiste onderscheidende kracht ontbeert. Het depot van dit merk wordt nietig verklaard. Rb. Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79. Art. 4, aanhef en onder 4. Degene wiens merkrecht door het verstrijken van de geldigheidstermijn van de mschrijving van het merk was vervallen, heeft binnen drie jaren daarna een heropnemingsdepot verricht. Dit depot heeft geen terugwerkende kracht in die zin dat het merkrecht geacht moet worden nimmer te zijn vervallen. Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 3 1 , blz. 200 (met noot).
Art. 4, aanhef en onder 6. Deze bepaling berust op de gedachte dat een stelsel waarin het recht op een merk wordt verkregen door eerste depot, correctie behoeft ten gunste van degenen die eerder te goeder trouw en op normale wijze het merk voor soortgelijke waren gebruikten en ten nadele van degenen die een merk te kwader trouw hebben gedeponeerd. Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 3 1 , blz. 200. Indien degene aan wie wordt overgedragen een (rechts-)persoon is als bedoeld in art. 4 aanhef en onder 6, letter a, dan is deze niettemin de rechtsopvolger van de houder van het sterkere recht en kan hij als zodanig de door de overdracht verkregen rechten jegens de houder van een zwakker recht inroepen — óók tegen degene t.o.v. wie hij overigens te kwader trouw mocht zijn. Geen enkele bepaling noch het 'systeem' van de Benelux-Merkenwet, noch enig ander aanvaard rechtsbeginsel van het Benelux-merkenrecht verbiedt de in de voorgaande alinea geschetste handelwijze, mits het overgedragen heropnemingsdepot zelf niet te kwader trouw werd verricht. Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 3 1 , blz. 200. Artt. 4, aanhef en onder 6 en 30, lid 1 jo 32, lid 2, aanhef en sub b. Apharmo kan niet met beroep op art. 4 sub 6 BMW de nietigverklaring van het depot van Janssen inroepen, nu dat depot door Janssen ter instandhouding van een in 1966 door depot in België verkregen recht is verricht en die verrichting door Apharmo niet is betwist. Derhalve kan het beroep van Apharmo op kwade trouw bij de verrichting van het depot van Janssen slechts worden opgevat als een beroep op art. 32, lid 2 sub b BMW. Rb. Arnhem, 4 dec. 1975, zie Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Art. 13 onder A, lid 1. De rechthebbende op het Esso-merk kan zich met recht verzetten tegen het gebruik van dat merk door gedaagde, bestaande uit het voor de verkoop vullen van lege Esso-flessen, het ten verkoop in voorraad hebben van door gedaagde gevulde Esso-flessen, en het afleveren van zodanige flessen. Het is daarbij niet van belang of de ter vulling aangeboden flessen aan de rechthebbende op het Esso-merk in eigendom toebehoren of niet. De rechthebbende op het Esso-merk kan zich niet verzetten tegen het door gedaagde in ontvangst nemen van Esso-flessen daar dit geen gebruik van het Esso-merk in het economisch verkeer oplevert. Pres. Rb. Middelburg, 21 dec. 1977, nr 15, blz. 117. Art. 13 onder A, lid 1, aanhef en onder 1. 1. Indien een teken, zoals het als merk is ingeschreven, niet op zich zelf maar wel door de presentatie ervan tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kan geven, dan kan het alleen een met een merk 'overeenstemmend teken' zijn, voor zover het wordt gebruikt in de presentatie die tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kan geven. 2. In zodanig geval kan de merkhouder zich niet verzetten tegen het gebruik van het teken op zich zelf — dus zonder dat de presentatie wordt gebezigd die tot verwarring aanleiding geeft. Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr 1, blz. 3 . Geen overeenstemming tussen de woordmerken Tramisol en Intramycol voor farmaceutische produkten. Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. Het gebruik van de benaming CAMPA als rasnaam is, ofschoon geen gebruik als merk, een 'gebruik voor waren' in de zin van deze bepaling.
327
De woorden COMPO en CAMPA zijn door hun structuur en hun klankwaarde zo verwant aan elkaar, dat zij overeenstemmende tekens zijn. Bemestings- en grondverbeteringsmaterialen enerzijds en zaden voor een tomatenvariëteit anderzijds zijn gelijksoortige waren. Rb. Alkmaar, 21 sept. 1978, nr 43, blz. 238. Het merk Sjolk enerzijds en de merken Skol en Skoll anderzijds zijn overeenstemmende tekens in de zin van art. 13 BMW. Chocolademelk is in de zin van art. 13 BMW gelijksoortig aan bier; het is een frisdrank en pleegt op dezelfde verkooppunten als bier te worden verkocht. Rb. Zutphen, 8 juni 1978, nr 2, blz. 11. Het maken van reclame in advertenties hier te lande voor uit Duitsland geïmporteerde spellen onder gebruikmaking van de Nederlandse merknamen voor die spellen, vormt gebruik van de betrokken merken voor de waren waarvoor zij zijn ingeschreven. Pres. Rb. Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. De merken stemmen niet overeen, daar van beide merken het woordbestanddeel een zeer voornaam element vormt en het ovaalvormig verlopend beeldelement in Colly's teken niet licht associaties zal oproepen met een paar dierenhoornen. Pres. Rb. 's-Grav., 5 april 1978, nr 42, blz. 227. De beide merken stemmen overeen, daar de over en weer gebruikte beelden een grote gelijkenis vertonen. Daaraan doet niet af, dat in het woord-beeldmerk van eiseres een geheel andere tekst voorkomt dan in het woord-beeldmerk van gedaagde, nu bij beide merken het beeldbestanddeel bepalend is voor het herinneringsbeeld; een omstandigheid die nog wordt versterkt doordat de gebruikte woorden alle aan de Engelse taal zijn ontleend, althans die indruk maken. Geen overeenstemming tussen de merken van eiseres en een merk, bestaande uit het woord Colly in een enkele ovaal, omdat van laatstbedoeld merk het hoofdbestanddeel een ander is dan van het beeld, dat eiseres in haar merken gebruikt, zelfs indien het bedoelde merk van gedaagde niet los zou mogen worden gezien van het eerder door haar gebruikte merk. Pres. Rb. Utrecht, 27 aprü 1978, nr 41, blz. 225. Art. 13 onder A, lid 1, aanhef en onder 1, en art. 14, onder B. Uit de verklaring voor recht onder 1, 2 en 3 van het Beneluxgerechtshof volgt de gegrondheid van het middel voor zover daarin geklaagd wordt, dat het Gerechtshof te Leeuwarden in het dictum van het bestreden arrest geen verschil heeft gemaakt tussen het teken Mimosept Lady, zoals het als merk is ingeschreven, en de door Satoma gestelde en door het Hof aangenomen presentatie ervan, die volgens het Hof tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kon geven. Uit de verklaring voor recht onder 4 van het Beneluxgerechtshof, inhoudende dat-de woorden van art. 14, onder B, aanhef en onder 1, der Benelux Merkenwet aldus moeten worden uitgelegd dat, wanneer de houder van de eerdere inschrijving aan het geding deelneemt, deze daarin de nietigverklaring van het omstreden depot kan vorderen, volgt de gegrondheid van het eerste onderdeel van middel II. Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. Art. 13 onder A, lid 1, aanhef en onder 2. Ook elk ander gebruik van het teken Sjolk in de zin van art. 13 A, lid 2 BMW moet worden uitgesloten, bij welke beslissing een rol speelt de zodanige bekendheid van het merk Skol, dat daaraan een zekere exclusiviteit
moet worden toegekend. Met verbod van het gebruik van het merk Sjolk in de Benelux. Rb. Zutphen, 8 juni 1978, nr 2, blz. 11. Art. 13 onder C. Aan deze bepaling kan gedaagde die rechtmatig vanuit Duitsland aldaar onder Duitse merken in de handel gebrachte spellen in Nederland importeert, niet het recht ontlenen die spellen hier te lande in de handel te brengen onder merken, die de Nederlandse vertalingen van die Duitse merken zijn, nu eiseres in het Beneluxgebied recht heeft op merken die gelijk zijn aan de bedoelde Nederlandse vertalingen. Pres. Rb. Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 161. Artt. 14 onder A, lid 1, aanhef en onder la en 1, lidl. De voor het Nederlandse publiek duidelijke aanduiding 'Gold Seal', zal bij dit publiek de indruk wekken van niet meer dan een aanprijzing van de waar en/of een kwaliteitsaanduiding. Gedaagde heeft geen feiten gesteld, waaruit zou volgen dat de aanduiding 'Gold Seal' door zogenaamde inburgering onderscheidende kracht voor haar produkten zou hebben verworven. Daarom is de Rechtbank van oordeel dat de aanduiding 'Gold Seal' voor de waren waarvoor gedaagde dit merk heeft gedeponeerd, de door de B.M.W. vereiste onderscheidende kracht ontbeert. Het depot van dit merk wordt nietig verklaard. Rb. Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79. Artt. 14 onder B en 13 onder A, lid 1, aanhef en onder 1. Uit de verklaring voor recht onder 1,2 en 3 van het Beneluxgerechtshof volgt de gegrondheid van het middel voor zover daarin geklaagd wordt, dat het Gerechtshof te Leeuwarden in het dictum van het bestreden arrest geen verschil heeft gemaakt tussen het teken Mimosept Lady, zoals het als merk is ingeschreven, en de door Satoma gestelde en door het Hof aangenomen presentatie ervan, die volgens het Hof tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kon geven. Uit de verklaring voor recht onder 4 van het Beneluxgerechtshof, inhoudende dat de woorden van art. 14, onder B, aanhef en onder 1, der Benelux-Merkenwet aldus moeten worden uitgelegd dat, wanneer de houder van de eerdere inschrijving aan het geding deelneemt, deze daarin de nietigverklaring van het omstreden depot kan vorderen, volgt de gegrondheid van het eerste onderdeel van middel II. Hoge Raad, 3 nov. 1978, nr 18, blz. 131. Art. 14 onder B, aanhef en onder 1. Van een 'overeenstemmend individueel merk' is geen sprake, indien het als merk gedeponeerde teken op zich zelf niet, maar door de presentatie ervan wel tot verwarring omtrent de herkomst der waren aanleiding kan geven. Wanneer de houder van de eerdere inschrijving aan het geding deelneemt, kan deze in dat geding de nietigverklaring van het omstreden depot vorderen. Benelux-Gerechtshof, 1 juni 1978, nr 1, blz. 3. Het depot van Sjolk wordt nietigverklaard. Rb. Zutphen, 8 juni 1978, nr 2, blz. 11. Art. 14 onder B, aanhef en onder 2. De omstandigheid dat de overnemer zelf jegens een derde te kwader trouw is kunnen zijn bij het verrichten van een eerder, eigen depot, brengt het bestaan en de omvang van aan het overgedragen depot verbonden rechten niet in het gedrang en belet niet, dat de overnemer, als belanghebbende, de nietigheid kan inroepen van het depot waardoor krachtens art. 4, aanhef en onder 4 geen merkrecht wordt verkregen.
328
De bedoelde overdracht staat vrij aan degene die het merk opnieuw heeft gedeponeerd om het op normale wijze te gebruiken, doch ook aan degene die bij hernieuwing van de inschrijving zijn vermogensrecht te gelde wil maken. Geen enkele bepaling noch het 'systeem' van de Benelux-Merkenwet, noch enig ander aanvaard rechtsbeginsel van het Benelux-merkenrecht verbiedt de in de voorgaande alinea geschetste handelwijze, mits het overgedragen heropnemingsdepot zelf niet te kwader trouw werd verricht. Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200. Wie binnen de termijn van drie jaren een heropnemingsdepot verricht, kan in beginsel de nietigheid inroepen van het depot dat een ander binnen die termijn heeft verricht. De deposant van het heropnemingsdepot mag de nietigheid van het depot dat in art. 4, aanhef en onder 4 is bedoeld, inroepen, al heeft hij niet de bedoeling zelf het normale gebruik van het verloren merk te hervatten. Het heropnemingsdepot is niet reeds te kwader trouw verricht, indien de deposant niet de bedoeling heeft zelf het normale gebruik van het verloren merk te hervatten en/of uit het openbare Benelux Merkenregister kon weten, dat een derde inmiddels het merk voor dezelfde soort van waren had gedeponeerd en/of wist of redelijkerwijze kon weten, dat de bedoelde derde dat merk reeds enige jaren in feite gebruikte. Die omstandigheden volstaan evenmin om te kunnen besluiten, dat het heropnemingsdepot geen recht geeft dat de deposant tegenover de eerdere gebruiker kan handhaven of dat dit recht niet kan worden overgedragen. Geen enkele bepaling noch het 'systeem' van de Benelux-Merkenwet, noch enig ander aanvaard rechtsbeginsel van het Benelux-merkenrecht verbiedt de in de voorgaande alinea geschetste handelwijze, mits het overgedragen heropnemingsdepot zelf niet te kwader trouw werd verricht. Benelux-Gerechtshof, 25 mei 1979, nr 31, blz. 200. <. Art. 30, lid 1 jo art. 32, lid 2, aanhef en sub b en art. 4, aanhef en onder 6. Apharmo kan niet met beroep op art. 4 sub 6 BMW de nietigverklaring van het depot van Janssen inroepen, nu dat depot door Janssen ter instandhouding van een in 1966 door depot in België verkregen recht is verricht en die verrichting door Apharmo niet is betwist. Derhalve kan het beroep van Apharmo op kwade trouw bij de verrichting van het depot van Janssen slechts worden opgevat als een beroep op art. 32, lid 2 sub b BMW. Rb. Arnhem, 4 dec. 1975, zie Hof Arnhem, 30 mei 1978, nr 19, blz. 141. III. Handelsnaamwet.
breng de handelsnaam, althans het onderscheidende gedeelte daarvan, niet rechtsgeldig aan de opgerichte N.V. werd overgedragen, nu voor deze inbreng, welke als een bijzondere wijze van overdracht kan worden aangemerkt, de door art. 668 B.W. voorgeschreven schriftelijke vorm werd in acht genomen. Hof 's-Hertogenbosch, 9 juli 1974, nr 7, blz. 43. Artt. 5, 1 en 2. Een niet uitdrukkelijk gegeven maar stilzwijgend uit de omstandigheden afgeleide toestemming tot het gebruik van een handelsnaam wettigt slechts een gebruiksrecht op die naam, dat binnen het kader van de aan die omstandigheden ontleende mogelijkheden de minst verstrekkende inbreuk maakt op de rechten van hem, die de toestemming gaf. Hof 's-Hertogenbosch, 9 juli 1974, nr 7, blz. 43. IV. Auteurswet (1912). Art. 1 jo. art. 10, lid 1. De door eisers toegepaste vormgeving van de tegels wijkt niet zo zeer af van eerdere voorbeelden in dit genre tegel, dat hun tegels zouden moeten worden aangemerkt als een nieuw en oorspronkelijk werk hetwelk de persoonlijkheid van de ontwerper tot uitdrukking brengt. De spreuken — algemeen bekende zegswijzen en volkswijsheden — komen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking, evenmin als de selectie ervan. Hetzelfde geldt voor de afbeeldingen van het werk van Jan Luyken. Pres. Rb. A'dam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. Art. 1 jo art. 10, lid 1, aanhef en onder 1°. Het kopiëren van spelregels levert schending van het auteursrecht op die spelregels op, ook indien dit kopiëren van tijdelijke aard is. Pres. Rb. Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 162. Artt. 1 en 10, lid 1, aanhef en onder 8° en 10°. Het door Skibsrud ontworpen model van een in polyester uitgevoerde motorboot, vertoont een oorspronkelijk karakter, zodat aan Skibsrud op dat model auteursrecht toekomt, evenals op de ontwerptekeningen van de betrokken schepen welke ontwerptekeningen zijn ontwerpen en schetsen betrekkelijk tot de wetenschap in de zin van art. 10, lid 1, sub 8° van de Auteurswet van 1912. Het door gedaagde Overmars gebouwde schip vormt van het door Skibsrud ontworpen schip een plagiaat. Pres. Rb. Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51. blz. 260 (met noot v. N. H.).
Artt. 1, 2 en 5. Een niet uitdrukkelijk gegeven maar stilzwijgend uit de omstandigheden afgeleide toestemming tot het gebruik van een handelsnaam wettigt slechts een gebruiksrecht op die naam, dat binnen het kader van de aan die omstandigheden ontleende mogelijkheden de minst verstrekkende inbreuk maakt op de rechten van hem, die de toestemming gaf. Hof's-Hertogenbosch, 9 juli 1974, nr 7, blz. 43.
Art. 10. De Windsurfer heeft niet een eigen en oorspronkelijk karakter zodat aan geihtimeerden geen auteursrecht daarop toekomt. Ook geen inbreuk op het auteursrecht van de ontwerp-tekening, nu het aannemelijk is dat de Mistral is ontworpen aan de hand van studie van de tot dan toe verkregen gegevens, waarbij wel is voortgebouwd op het bestaande maar niettemin een op eigen ervaring en berekening berustend resultaat is bereikt. Hof A'dam, 2 febr. 1978, nr 44, blz. 240.
Art. 2. Inbreng van de onderneming van de v.o.f. Jac. Stoof en Zonen, met al haar rechten en verplichtingen, in de nieuw opgerichte naamloze vennootschap Stoof Breda N.V., ter volstorting van de aandelen. Het recht op de handelsnaam van de oude vennootschap, althans van het onderscheidend gedeelte daarvan behoorde tot de activa van genoemde onderneming en dit recht moet geacht worden mede onder de inbreng te zijn begrepen. Niet valt in te zien waarom door deze in-
Art. 10, lid 1 jo. art. 1. De door eisers toegepaste vormgeving van de tegels wijkt niet zo zeer af van eerdere voorbeelden in dit genre tegel, dat hun tegels zouden moeten worden aangemerkt als een nieuw en oorspronkelijk werk hetwelk de persoonlijkheid van de ontwerper tot uitdrukking brengt. De spreuken — algemeen bekende zegswijzen en volkswijsheden — komen niet voor auteursrechtelijke
bescherming in aanmerking, evenmin als de selectie ervan. Hetzelfde geldt voor de afbeeldingen van het werk van Jan Luyken. Pres. Rb. A'dam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. Art. 10, lid 1, aanhef en onder 1° jo. art. 1. Het kopiëren van spelregels levert schending van het auteursrecht op die spelregels op, ook indien dit kopieren van tijdelijke aard is. Pres. Rb. Assen, 25 juli 1978, nr 22, blz. 162. Art. 10, lid 1, aanhef en onder 8° en 10° en art. 1. Het door Skibsrud ontworpen model van een in polyester uitgevoerde motorboot vertoont een oorspronkelijk karakter, zodat aan Skibsrud op dat model auteursrecht toekomt, evenals op de ontwerptekeningen van de betrokken schepen welke ontwerptekeningen zijn ontwerpen en schetsen betrekkeüjk tot de wetenschap in de zin van art. 10, lid 1, sub 8° van de Auteurswet van 1912. Het door gedaagde Overmars gebouwde schip vormt van het door Skibsrud ontworpen schip een plagiaat. Pres. Rb. Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260 (met noot v. N. H.). Art. 21. Het belang van de geportretteerden om in de voordelen van exploitatie te kunnen meedelen door de openbaarmaking van hun portretten voor commerciële doeleinden niet te hoeven toelaten zonder daarvoor vergoeding te ontvangen, is een redelijk belang in de zin vanartikel 21. Hoge Raad, 19 jan. 1979, nr 23, blz. 163. V. Burgerlijk Wetboek. Art. 1401. Geen slaafse navolging en geen gevaar voor verwarring Hof A'dam, 2 febr. 1978, nr 44, blz. 240. Waar biaisband in éénslagsopmaak onderscheidend vermogen mist en ook geihtimeerde erkent, dat zij geen exclusief recht op de éénslagsopmaak heeft, is het in de handel brengen van biaisband in die opmaak door appellante op zichzelf niet onrechtmatig. Dit kan echter onrechtmatig worden door de bijkomende omstandigheden, waarbij van belang is dat appellante biaisband in de bewuste opmaak is gaan vervaardigen en verhandelen juist in verband met de door geihtimeerde bij diverse detaillisten geplaatste displays, voorzien van geihtimeerde's merk Defco. Appellante wist, heeft althans redelijkerwijs moeten weten, dat haar biaisband in deze opmaak verkocht zou worden vanuit de displays van geihtimeerde, doch heeft niets gedaan om dit te voorkomen. Als resultaat daarvan wordt dat biaisband van appellante verkocht onder het merk Defco van geihtimeerde. Onder deze omstandigheden handelt appellante onrechtmatig. Hof Arnhem, 5 juni 1978, nr 20, blz. 143. Eiseres heeft onvoldoende gesteld om het oordeel te rechtvaardigen dat gedaagde met het gebruik van de aanduiding 'Gold Seal' jegens haar onbetamelijk en onrechtmatig zou handelen. Zomin als gedaagde kan eiseres het gebruik van de aanduiding 'Gold Seal' monopoliseren. Van verwatering of vermindering van wervende kracht als gedaagde dit teken voor haar waren gebruikt is niets gesteld of gebleken. Bovendien heeft eiseres niet gesteld door het handelen van gedaagde schade te lijden. Derhalve geen verbod van gebruik door gedaagde van deze aanduiding. Rb. Arnhem, 9 maart 1978, nr 11, blz. 79 (met noot R.P.). In hun totaalbeeld onderscheiden de diverse tegels
van Intersell zich voldoende van bestaande tegels met Jan Luyken-afbeeldingen en spreuken. Nu Blokker c.s. zonder bezwaar had kunnen afwijken van de ontwerpen van Intersell zonder af te doen aan de opzet van de desbetreffende tegels, is er sprake van onrechtmatige slaafse nabootsing. Publikatie van het vonnis is een vorm van schadevergoeding. De daartoe strekkende vordering is in casu niet toewijsbaar, nu de door eisers in het verleden eventueel geleden schade niet op deze wijze is te vergoeden, terwijl na het uitspreken van de veroordeling geen vrees voor toekomstige schade behoeft te bestaan. Pres. Rb. A'dam, 19 april 1979, nr 45, blz. 242. Reeds de afbeeldingen en de opschriften op de hoes van de grammofoonplaat maken het zelfs voor de oppervlakkige toeschouwer duidelijk, dat de plaat burleske en pikante of dubbelzinnige liedjes bevat, die niets te maken hebben met het serieuze voorlichtingsprogramma van de VARA over vraagstukken betreffende de sexualiteit. Geen vrees voor materiële of immateriële schade voor de VARA. Pres. Rb. Haarlem, 16 okt. 1974, nr 21, blz. 145. Gedaagde handelt jegens Esso onrechtmatig door ondanks Esso's aan haar bekende uitgiftevoorwaarden, Esso-flessen in te nemen en in voorraad te houden, behoudens indien zij te goeder trouw mocht oordelen dat die flessen niet in eigendom aan Esso toebehoren. Daarvoor is de door gedaagde gevraagde 'eigendomsverklaring' niet voldoende. Pres. Rb. Middelburg, 21 dec. 1977, nr 15, blz. 117. Bijkomende vorderingen, strekkende tot een bevel tot terugname en het verstrekken van een lijst van afnemers afgewezen. Pres. Rb. Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. > VI. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Artt. 289 e.v. Het feit, dat een President een kort-geding-vonnis heeft gewezen, laat op zichzelf onverlet dat men, ingeval er meer bevoegde rechters zijn, de mogelijkheid heeft een andere rechter te adiëren. Deze dient zich van een beslissing inzake het hem voorgelegde geschil te onthouden, indien dit zowel wat de persoon van partijen en de grondslag van de ingestelde vordering betreft als ten aanzien van het materiële geschilpunt, waarover in het eerdere vonnis is beslist, aan het eerdere geding geheel of vrijwel geheel gelijk is. Pres. Rb. Utrecht, 27 april 1978, nr 41, blz. 225. Artt. 289 e.v. jo artt. 25 e.v. Faillissementswet. De gevorderde verboden met dwangsom betreffen uit de wet voortvloeiende verbintenissen om niet te doen waarvan de nakoming uitsluitend van de wil van de gefailleerde afhangt, zodat bij deze vorderingen de failliete boedel niet rechtstreeks betrokken is en zij ondanks het bestaan van het faülssement tegen de gefailleerde persoonlijk kunnen worden ingesteld. De aan deze voorzieningen te verbinden sancties in de vorm van de dwangsommen zullen niet op de boedel verhaald kunnen worden. De gevorderde veroordeling tot het verstrekken van een gespecificeerde opgave van de aantallen plagiaatboten betreft een rechtstreeks de failliete boedel aangaande verplichting en is dan ook met recht tegen de curator gericht. Voorzover die vordering mede tegen de gefailleerde is gericht, is zij ontvankelijk doch de veroordeling waartoe die vordering strekt, heeft geen rechtskracht tegenover de failliete boedel. Machtiging tot publikatie van het vonnis bevolen, nu deze publikatie mede kan strekken tot afwering van eventueel door de gefailleerde te herhalen inbreuken op
330
het auteursrecht van Skibsrud. De kosten van de publikatie zullen alleen op eventuele bestaande of toekomstige, niet tot de boedel behorende vermogensbestanddelen van de gefailleerde verhaald kunnen worden. Pres. Rb. Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260. VII. Faillissementswet. Artt. 25 e.v. jo artt. 289 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. (Zie hiervoor onder VI. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Pres. Rb. Alkmaar, 21 juni 1978, nr 51, blz. 260. VIII. Bierverordening 1976. Art. 9, lid 3. Het is wettelijk toegestaan, dat men bier dat ten hoogste 1 volume % alcohol bevat, 'alcoholvrij' noemt. Daarom is het niet misleidend dit te doen. De Code Commissie is niet bevoegd reclame-uitingen die in overeenstemming met de desbetreffende wettehjke bepalingen zijn, te veroordelen. College van Beroep van de Commissie tot handhaving van de Nederlandse Code voor het Reclamewezen, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189 (met noot D.W.F. V.). IX. Reclame Code. Artt. 1 en 7. (Zie hiervoor onder VIII Bierverordening 1976). College van Beroep van de Commissie tot handhaving van de Nederlandse Code voor het Reclamewezen, 18 jan. 1979, nr 28, blz. 189 (met noot D.W.F. V.). X. E.E.G.-Verdrag. Art. 36. De merkgerechtigde die in twee E.E.G.-Staten gelijktijdig bescherming geniet, mag er tegen opkomen, dat een produkt waarop in één van die Staten het merk rechtmatig werd aangebracht, op de markt van de andere E.E.G.-Staat wordt gebracht, nadat het produkt is omgepakt en een derde het merk op de nieuwe verpakking heeft aangebracht. Zulks is niettemin een verkapte beperking van de handel tussen de E.E.G.-Staten, wanneer — komt vast te staan dat de wijze waarop de gerechtigde zijn merkrecht gebruikt, zijn afzetsysteem in aanmerking genomen, tot kunstmatige afscherming van de markten der E.E.G.-Staten zal bijdragen; — wordt aangetoond, dat de oorspronkelijke toestand van het produkt bij ompakking ongemoeid blijft; — de merkgerechtigde tevoren van de verhandeling van het omgepakte produkt in kennis wordt gesteld en — op de nieuwe verpakking wordt vermeld, wie het produkt heeft omgepakt; Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. De rechthebbende op een merk dat in een E.E.G.Staat is beschermd, mag er zich tegen verzetten, dat een derde een waar onder dat merk op de markt brengt, ook al is die waar tevoren in een andere E.E.G.-Staat rechtmatig in het verkeer gebracht onder een ander merk waarop dezelfde rechthebbende aldaar recht heeft. Een zodanig verzet kan niettemin een verkapte beperking van de handel tussen de E.E.G.-Staten vormen, indien de rechthebbende verschillende merken voor eenzelfde produkt gebruikt ten einde de markten kunstmatig te splitsen. Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Luxemburg, 10 okt. 1978, nr 14, blz. 105.
Art. 85. Daar de overeenkomsten het intracommunautaire handelsverkeer merkbaar belemmerden en zij hoofdzakelijk als doel en als gevolg hadden de mededinging in de beschermde zone binnen de gemeenschappelijke markt te verhinderen, zijn zij vanaf 1 januari 1973 onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en vallen zij onder het verbod van artikel 85, üd 1. Bedoelde overeenkomsten, die Theal een absolute gebiedsbescherming boden en parallel import verhinderden, welke bescherming werd versterkt door het door Watts opgelegde export-verbod, komen niet in aanmerking voor de vrijstelling bedoeld in art. 85, lid 3. Hof van Justitie Van de Europese Gemeenschappen Luxemburg, 20 juni 1978, nr 32, blz. 208. Art. 86. Voor zover de uitoefening van het merkrecht, getoetst aan artikel 36 van het Verdrag, rechtmatig is, komt zodanig uitoefening niet met artikel 86 van het Verdrag in strijd alleen omdat zij geschiedt door een onderneming die een machtspositie op de markt inneemt, zolang het recht op het merk niet als een middel tot misbruik van zulk een positie wordt gehanteerd. Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Luxemburg, 23 mei 1978, nr 10, blz. 60. XI. Verordening nr 803/68 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen. Art. 3. 1. Het gemeenschappelijke douanetarief heeft slechts betrekking op de invoer van goederen, dat wil zeggen stoffelijke voorwerpen, en is niet van toepassing op de invoer van onstoffelijke goederen zoals werkwijzen, diensten of 'know-how'. Men dient dus bij de bepaling van de douanewaarde in beginsel alleen af te gaan op de eigenlijke waarde van het voorwerp en moet de waarde van al dan niet geoctrooieerde werkwijzen waarbij het kan worden gebruikt, buiten beschouwing laten. 2. Een geoctrooieerde werkwijze is in het goed belichaamd wanneer het goed alleen met toepassing van die werkwijze economisch zinvol kan worden gebruikt en de werkwijze slechts toepasbaar is met gebruikmaking van het goed. In de normale prijs van een goed is de waarde van een octrooi op een werkwijze bsgrepen, wanneer de beschermde werkwijze onafscheidelijk in dat goed is belichaamd en het enige economisch nuttige gebruik ervan oplevert. Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Luxemburg, 14 juli 1977, nr 5, blz. 30. XII. Belgische Wet van 14 juli 1971 betreffende de handelspraktijken. Art. 54. Door een gecopieerd produkt op de markt te brengen dat, ingevolge de slaafse nabootsing van aanleggers produkt in werkelijkheid verward wordt met dit laatstvermelde produkt en door zich van elke handeling te onthouden, die deze verwarring — waarvan het risico haar bijzonder bekend was — had kunnen tegengaan, heeft verweerster een handeling gesteld die als een daad van parasitaire mededinging strijdig is met de eerlijke handelsgebruiken in de zin van art. 54 van de Wet van 14julil971. Voorzitter Rb. van Koophandel Turnhout, 20 jan. 1978, nr 3, blz. 13. WETGEVING E.E.G.-Verdrag, Bekendmaking van de Europese Commissie van 18 december 1978 betreffende de beoordeling van toeleveringsovereenkomsten in het
331 licht van artikel 85, lid 1 van het Industriële eigendom
191/3 248/9
BOEKBESPREKINGEN Antoine Braun en Jean-J. Evrard, Droit des dessins et modèles au Benelux. Brussel, Ferdinand Larcier S.A., 1975, 463 blz. Prijs BFrs 2255,-. (Bibliotheek Octrooiraad nr AA 3001), door Mr D. W. F. Verkade, blz. 193/6. Michel Brochon, Echanges Techniques, strategies de Pinnovation et du savoir-faire technologique. Neuilly-sur-Seine, S.C.M. Publications, 1977, 301 blz. Prijs FF 120,-. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3198), door Ir A. P. Pieroen, blz. 85. Paul Demaret, Patents, Territoria! Restrictions, and EEC Law. A Legal and Economie Analysis. IIC Studies - Studies in Industrial Property and Copyright' Law. Deel 2. Weinheim, Verlag Chemie, 1978, 153 blz. Prijs DM 4 5 , - . (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3241), door Mr M. van Empel, blz. 193. Prof. Charles Gibbs-Smith, De uitvindingen van Leonardo da Vind, met een voorwoord van Rudy Kousbroek. Haarlem, Unieboek B.V., 1978,110 blz. Prijs f 27,50. (Bibliotheek Octrooiraad XII), door Dr H. P. Teunissen, blz. 146/7. W. M. de Jong, Techniek en wetenschap als basis voor industriële innovatie, Verslag van een reeks van interviews. 's-Gravenhage, Staatsdrukkerij, november 1978, 55 blz. Prijs f 6,40. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid WRR. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3238), door Dr H. P. Teunissenf, blz. 217/8. Dr Th. Limperg, Praktifkgids voor de bescherming van vormgeving tegen plagiaat. Deventer, Kluwer, 1978, 105 blz. Prijs f 16,50. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3234), door Mr S. Boekman, blz. 231. Dr.jur. Gerhard Rau, Antikunst und Urheberrecht, Überlegungen zum urheberrechtlichen Werkbegriff. Schriftenreihe der UFITA, Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht, Heft 58. Berlijn, J. Schweitzer Verlag, 1978, 96 blz. Prijs DM 58,-. (Bibliotheek Octrooiraad nr 3239), door Mr S. Boekman, blz. 119-120. Prof. M. W. Thring en Prof. E. R. Laithwaite, Row to In vent. Londen, The Macmillan Press Ltd., 1977, 180 blz. Prijs £3,95. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3200), door Dr H. P. Teunissen, blz. 51. BOEKAANKONDIGINGEN Busse, Warenzeichengesetz nebst Parisêr Verbandsübereinkunft und Madrider Abkommen. Kommentar. Uitgegeven door Dr R. Busse en E. Woesler. Opnieuw bewerkt door Dr R. Busse, E. Woesler, H. Raab en G. Wüller. Berlijn - New York, Walter de Gruyter, 1976, 5e druk, 911 blz. Prijs DM 224,-. [Besproken door U. Krieger in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1978, blz. 383/4.] (Bibliotheek Octrooiraad nr AA 435), door Prof. Mr E. A. van Nieuwenhoven Helbach, blz. 218.
Dr Brigitte Englert, Grundzüge des Rechtsschutzes der industriellen Formgebung. Ein Beitrag zur Reform des deutschen Geschmacksmusterrechts (= Schriftenreihe zum gewerblichen Rechtsschutz des MaxPlanck-Instituts für auslandisches und internationales Patent-, Urheber- und Wettbewerbsrecht, Band 45). Keulen, Carl Heymanns Verlag KG, 1978, 260 blz. Prijs DM 72,-. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3195), door Mr D. W. F. Verkade, blz. 231/2. Dr Frank Gotzen (ed.), Reprographie, Studiedag van 31 januari 1978 over auteursrecht. Antwerpen, Kluwer, 1978 (lees: 1979), XVIII + 193 blz. Prijs BFr 590,-. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3261), door Mr D. W. F. Verkade, blz. 232/3. Dieter Hepp, Handbuch des Lizenzgeschafts, Band 1: Lizenzvertrage, Kapitel 1-10, losbladig. Band 2: Checkliste für Lizenzvertrage. Kapitel 1-10, 64 blz. Wil, Schweiz, VIR Verlag Industrie und Recht AG, 1978. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3257), door Ir P. L. Hazelzet, blz. 196. Paul C. Johnson, Farm Inventions in the Making of America. A pictorial history of farm machinery featuring engravings from old farm magazines and books. Verenigde Staten van iAmerika, Des Moines, Iowa, Wallace-Homestead Book Company, 1976, 128 blz. Prijs $4,95. (Bibliotheek Octrooiraad XII), door Dr H. P. Teunissen, blz. 181/2. Dr Ir Francois Panel, La protection des inventions en droit europeen brevets. Parijs, Librairies Techniques, 1977, 328 blz. (Bibliotheek Octrooiraad nr AA 3171), door Mr M. van Empel, blz. 15. 1978 Patent Layi Annual, onder redactie van Martha L. Landwehr. New York, Matthew Bender, 1978, 434 blz. Prijs $ 28,50. (Bibliotheek Octrooiraad nr A 3233), door Dr H. P. Teunissen, blz. 181. Praktijkboek Reclame- en Aanduidingenrecht onder redactie van Mr D. W. F. Verkade. Medewerkers: Mrs P. A. Huidekoper, J. J. C. Kabel, A. Komen, M. van Otterloo-Wigleven, E. Stork en D. W. F. Verkade. Deventer, Kluwer, aangevangen in 1978, losbladig. Prijs f 67,50, door Mr L. Wichers Hoeth, blz. 147. BOEKBESPREKINGEN IN ANDERE NEDERLANDSE TIJDSCHRIFTEN Mr S. Boekman, De handelsnaam. Deventer, Kluwer, 1977, tweede druk, 216 blz. Prijs f 4 5 , - . (Bibliotheek Octrooiraad nr AA 2210.) Aangekondigd door Prof. Mr J. M. M. Maeijer in Nederlands Juristenblad (53) 11 november 1978 (38) blz. 863/4. (Besproken door Mr D. W. F. Verkade in Bijblad I.E. 1978, blz. 254/8.) Mr R. Overeem, Ontoelaatbare reclame. Studiepockets privaatrecht nr 16. Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink, 1977. Besproken door Mr H. M. Voetelink in Rechtsgeleerd Magazijn Themis 1978 (4) blz. 484/5. A. A. Keyes en C. Brunet, Copyright in Canada. Proposals for a revision of the law. Consumer and Corporate Affairs Canada, Huil, Quebec, Canada, 1978, 284 blz. (Franse tekst 260 blz.)
332
Besproken door Mr R. L. du Bois in Auteursrecht (2) oktober 1978 (4) blz. 70. TIJDSCHRIFTBESPREKINGEN Journal of the Patent Office Society, augustus 1977 t/m mei 1978, door Dr J. K. Kramer, blz. 34/5. La Propriété industrielle 1978, door Mr D. W. F. Verkade, blz. 85.
<,
LITTERATUUR Blz. 16/8, 35/6, 52, 148-152, 182/4, 218-220, 233/6, 249-252 en 265/8. VERBETERINGEN Blz. 120.
>
<.
-5.
V
i