Bibliotheek op School
Tussentijdse evaluatie van de aanpak in Brabant
K2 NEXT GENERATION
A. Hoogenbosch MSc en Drs. J. Swagers Maart 2014
K2 NEXT GENERATION
1
Colofon
Bibliotheek op school Tussentijdse evaluatie van de aanpak in Brabant Teksten en samenstelling:
A. Hoogenbosch MSc en Drs. J. Swagers
Eindredactie:
A. Hoogenbosch MSc en Drs. J. Swagers
K2 heeft, met inachtneming van de belangen van de opdrachtgever, de
vrijheid om voor de opdrachtgever gemaakte producties te gebruiken
voor haar eigen publiciteit of promotie. Een samenvatting van het
project op de website van K2 maakt hiervan onderdeel uit. Het is de
opdrachtgever niet toegestaan om op de door K2 ontwikkelde diensten
en producten een logo of ander object te plaatsen, waardoor de
indruk wordt gewekt dat de dienst of het product door een andere dan
K2 is gemaakt of ontwikkeld. K2 verleent aan de opdrachtgever het
recht de stukken te verveelvoudigen uitsluitend voor gebruik in de
eigen organisatie en voor zover passend binnen het doel van de
opdracht. Bij alle andere publicatie doeleinden is toestemming van K2
van toepassing.
Uitgave:
K2 Next Generation
Koningsweg 2
Postbus 1430
5200 BL ’s-‐Hertogenbosch
(073) 614 17 74
[email protected]
www.K2.nl
Publiciteit
© Teksten in deze uitgave mogen alleen na toestemming van K2 worden overgenomen. Overname van beeldmateriaal is niet toegestaan. K2 NEXT GENERATION
2
Inhoud
pagina
Inleiding
5
1 Conclusie en aanbevelingen 1.1 Conclusie 1.2 Aanbevelingen
7 7 7
2 2.1 2.2 2.3
Bibliotheek op School Wat houdt Bibliotheek op School in? De landelijke aanpak De aanpak in Noord-‐Brabant
11 11 11 12
3 Onze bevindingen 3.1 De verspreiding van Bibliotheek op School 3.2 De ervaringen met Bibliotheek op School
15 15 17
Bijlage
25
Topiclijsten interviews
K2 NEXT GENERATION
3
K2 NEXT GENERATION
4
Inleiding
“Door te lezen vergroten kinderen spelenderwijs hun woordenschat en verhogen zij hun taalniveau. Hierdoor worden in een vroeg stadium taalachterstanden teruggedrongen met minder kans op laaggeletterdheid.” Bron: SIOB
De Provincie Noord-‐Brabant vindt het belangrijk dat de taalvaardigheid en leerprestaties van jonge kinderen op niveau zijn, voor hun individuele toekomst en voor het op pijl houden van het kennisniveau en de toekomst van de Brabantse economie. De Provincie investeert daarom in organisaties en projecten die hieraan bijdragen. Cubiss Brabant werkt in opdracht van de provincie Noord-‐Brabant aan programma's voor mediawijsheid en content (inhoud). Cubiss stimuleert de structurele samenwerking tussen bibliotheken en netwerkpartners, zoals in het programma Bibliotheek op School. Het doel van dit programma is de verbetering van de onderwijsresultaten op het gebied van lees-‐ en taalvaardigheid en informatie-‐ en mediavaardigheden. Op 15 november 2013 namen de Provinciale Staten van Noord-‐Brabant de motie ‘Bevordering taalvaardigheid door bibliotheekvernieuwing Brabant’ aan. In de motie verzoeken zij te onderzoeken of voldoende scholen en bibliotheken participeren in het programma Bibliotheek op School. Ook verzoeken zij om voorstellen te doen voor bevordering van participatie aan het programma en verbetering van de effectiviteit. De Provincie vroeg K2 Next Generation om dit onderzoek uit te voeren. De Provincie wil weten wat het bereik en de opbrengsten zijn van Bibliotheek op School en in welke mate de verspreiding en implementatie effectief is. Ook vraagt de Provincie naar aanbevelingen voor verbetering van de participatie aan en het effect van het programma. Dit adviesrapport is het resultaat van dit onderzoek. Onze aanpak Dit onderzoek richt zich specifiek op de aanpak voor het verspreiden en implementeren van Bibliotheek op School in Brabant. In hoeverre draagt deze aanpak bij aan het bereiken van bibliotheken en scholen? Wat levert de inzet van Cubiss voor Bibliotheek op School voor de bibliotheken en scholen op? Wat ervaren bibliotheken en scholen als positief? Wat zijn verbeterpunten? We onderzoeken niet of het programma effectief is en of het bijdraagt aan versterking van de taal-‐ en leesvaardigheid en mediawijsheid. Hiervoor verwijzen wij u naar de landelijke monitoring van Bibliotheek op School. K2 verrichte eerst vooronderzoek om de huidige aanpak en het beoogd resultaat scherp in beeld te brengen. Vervolgens voerden we open interviews om de ervaringen en belevingen van belangrijke betrokkenen te verzamelen. Hiervoor zijn topiclijsten opgesteld die u vindt in de bijlage. We hebben het SIOB, Cubiss, de voorzitter van de Brabantse Netwerkbibliotheken, twee basisscholen, drie bibliotheken en twee gemeenten gesproken. Daarnaast hebben we beschikbare kwantitatieve informatie verzameld over het bereik en de opbrengst van de aanpak.
K2 NEXT GENERATION
5
K2 NEXT GENERATION
6
1 Conclusie en aanbevelingen K2 Next Generation onderzocht in een tussentijdse evaluatie wat het bereik en de opbrengsten zijn van het programma Bibliotheek op School (BoS) en in welke mate de verspreiding en implementatie effectief is in Brabant. Op basis hiervan heeft K2 onderstaande conclusie en aanbevelingen voor verbetering van de participatie aan en het effect van het programma geformuleerd.
1.1 Conclusie Uit de gesprekken met Cubiss, SIOB, bibliotheken, scholen en gemeenten blijkt dat de inzet in de Provincie Brabant om het programma Bibliotheek op School te verspreiden en implementeren positieve resultaten oplevert en goed wordt ontvangen. In de provincie Noord-‐Brabant is de verspreiding van BoS onder bibliotheken en scholen hoog in vergelijking met landelijke gegevens. Aangezien het programma BoS pas sinds 2013 echt actief is verspreidt en geïmplementeerd, mogen deze resultaten er zijn. De inzet en aanpak van Cubiss en alle betrokkenen loont. Cubiss maakt gebruik van een zorgvuldig opgebouwd netwerk en stimuleert bibliotheken en scholen door kennisdeling en ondersteuning. Deelname aan BoS is gebaseerd op autonome meerjarige afspraken en keuzes van gemeenten scholen en bibliotheken, waarbinnen maatwerk mogelijk is en het enthousiasme groot is. Natuurlijk zijn er ook nog veel verbeteringen mogelijk. De ambities zijn nog niet volledig behaald. De komende jaren zullen Cubiss, bibliotheken, scholen, gemeenten en andere betrokken zich moeten blijven inzetten om taal en lezen op de agenda te houden, waarbij het programma BoS een mooi instrument is. Taalvaardigheid en leerprestaties van kinderen betreffen namelijk geen korte termijn doelstellingen, maar vergen jarenlange aandacht en inzet. Meer onderzoek is nodig naar de opbrengsten voor kinderen, in relatie tot de aanpak. Hierdoor zijn passende verbeteringen mogelijk die bijdragen aan het behalen van de hoge ambities.
1.2 Aanbevelingen
1. Continuering Het programma BoS is pas sinds 2013 echt actief verspreidt en geïmplementeerd. De huidige resultaten zijn positief, maar de ambities zijn hoger. Er zijn nog genoeg verbeteringen in de aanpak mogelijk, waardoor de opbrengsten voor kinderen uiteindelijk hoger zijn. Taalvaardigheid en leerprestaties van kinderen betreft namelijk geen korte termijn doelstelling, maar vergt jarenlange aandacht en inzet. è Advies aan PNB: continueer de huidige inzet op taalvaardigheid en leerprestaties van kinderen via Cubiss, maar breng accenten aan in de opdrachtverlening en stem de aanpak goed af. Zie de aanbevelingen hieronder voor suggesties. è Advies aan Cubiss: continueer de huidige inzet, maar breng accentverschuivingen aan in de aanpak en stem goed af met de Provincie. Zie de aanbevelingen hieronder voor suggesties.
K2 NEXT GENERATION
7
2. Brede aanpak en evaluatie De implementatie van BoS zou niet als een doel op zich gezien moeten worden, maar als een middel om een doel te bereiken. Namelijk de taalvaardigheid en leerprestaties van kinderen verbeteren. Het programma is een goed instrument om hieraan te werken, met positieve resultaten. Het programma is goed onderbouwd en is professioneel ontwikkeld, wat bijdraagt aan de goede resultaten. Aan de Provincie adviseren we daarom om in de opdrachtverlening aan Cubiss te richten op de inhoudelijke doelstelling en brede aanpak om deze doelstelling te bereiken, waarbij BoS een van de middelen is om aan deze doelstelling te werken. è Advies aan PNB: ga in de opdrachtverlening aan Cubiss uit van het behalen van de brede doelstelling en passende aanpak voor het verbeteren van de leerprestaties van kinderen door vergroting van taal-‐ en leesvaardigheid en mediawijsheid. è Advies aan PNB: evalueer de brede aanpak (niet alleen BoS) in Brabant om de leerprestaties van kinderen te verbeteren en hen taalvaardiger te maken. Doe dit structureel. Breng daarnaast de inhoudelijke opbrengsten inzichtelijk. Benadruk het verband tussen de gekozen aanpak (bijvoorbeeld inzet van leescoaches) en de schoolresultaten; welke aanpak levert de beste inhoudelijke resultaten op? Mogelijk leveren landelijke onderzoeken (de monitor en effectonderzoek) hiervoor de benodigde input, en kan Cubiss dergelijke resultaten vertalen naar het Brabantse. è Advies aan Cubiss: breng de opbrengsten van de gekozen aanpak in Brabant structureel inzichtelijk voor de Provincie, zowel inhoudelijk (welke effecten bij kinderen) als procesmatig (de brede aanpak). Zie ook hierboven het advies aan de provincie.
3. Gemeentelijk beleid Vergroot de inzet op de samenwerking van bibliotheken met gemeenten. Lokale overheden zijn essentieel in de aanpak om de taalvaardigheid en leerprestaties van kinderen te vergroten en zijn de sleutel voor de inzet van programma’s zoals BoS. Bibliotheken zijn uiteraard een belangrijke gesprekspartner voor gemeenten, zij kunnen het thema agenderen en advies geven over de beoogde aanpak. De ondersteuning van Cubiss aan bibliotheken bij het aangaan van gesprekken met gemeenten is daarom van groot belang en heeft naar ons idee prioriteit. Cubiss kan daarnaast ook gemeenten of samenwerkingsverbanden van gemeenten (VNG, VBG) adviseren over de wijze waarop zij (integraal) invulling kunnen geven aan hun beleid op taal en leerprestaties van kinderen. è Advies aan Cubiss: neem doelstellingen en activiteiten in het werkplan op waarmee lokale overheden nadrukkelijker worden betrokken bij de doelstellingen van BoS. Blijf investeren in de ondersteuning van bibliotheken op dit vlak en benader daarnaast zelf lokale overheden via bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden. Dit advies betreft een kleine aanvulling en accentverschuiving in het werkplan en vraagt geen geheel andere nieuwe aanpak.
4. Integrale samenwerking Betrek meerdere beleidsafdelingen bij de doelen van BoS om de taalvaardigheid en leerprestaties van kinderen te vergroten. Benadruk het gemeenschappelijk belang op de meerdere beleidsterreinen zoals cultuur, onderwijs, welzijn, jeugd en zorg. Benader niet alleen een afdeling, maar vraag om een gezamenlijk gesprek en zoek naar de verbinding met andere beleidsterreinen tijdens het gesprek. Zorg voor een integrale aanpak, met draagvlak van meerdere afdelingen binnen de gemeente. Dit opent inhoudelijke maar ook financiële deuren.
K2 NEXT GENERATION
8
è Advies aan Cubiss: bied ondersteuning aan bibliotheken over de wijze waarop zij integrale samenwerking kunnen bevorderen bij gemeenten.
5. Gezamenlijke inzet van middelen Uit de gesprekken met de betrokkenen kwam meerdere malen de bekostiging van BoS ter sprake. Er wordt veelal van lokale overheden verwacht dat zij voor de financiering van BoS zorgen, omdat bibliotheken en scholen over weinig middelen beschikken en niet gewend zijn grote financiële bijdragen te leveren. Toch adviseren wij niet om gemeenten volledig op te laten draaien voor de bekostiging van het programma. Juist de gezamenlijke bekostiging van een dergelijk programma maakt dat de samenwerking versterkt en krachten worden gebundeld. Door cofinanciering voelen alle partijen zich verantwoordelijk voor de inzet en resultaten, waardoor de motivatie veel groter is. Dit komt de kwaliteit van de aanpak en het beoogde effect ten goede. Bovendien is het niet aannemelijk dat alle gemeenten altijd over voldoende middelen beschikken, omdat beleid varieert en van maatschappelijke en politieke verschuivingen afhankelijk is. Als bibliotheken en scholen voor de financiering van BoS volledig afhankelijk zijn van gemeenten, dan blijft de impact van dit gemeentelijk beleid een grote rol spelen in de aanpak van taalachterstand. Bibliotheken en scholen zullen zich dan moet blijven schikken naar gemeenten, wat de samenwerking niet altijd ten goede komt. Bovendien kan het ook nadelig zijn voor de structurele gezamenlijke aanpak, waardoor het de kwaliteit en het effect van BoS kan aantasten. Wij adviseren daarom juist cofinanciering van bibliotheken, scholen en gemeenten in hun gezamenlijke doelstellingen aanpak om kinderen taalvaardiger te maken. è Advies aan PNB: de huidige financiering aan Cubiss lijkt vooralsnog voldoende, de resultaten zijn positief. Problemen met de financiering op lokaal niveau zijn niet met eenmalige projectsubsidies van de Provincie gebaat, maar vragen om een structurele aanpak door communicatie en samenwerking. Ga na of de beoogde doelstelling en de benodigde aanpak van Cubiss past binnen de huidige subsidieverstrekking, na accentverschuivingen in de opdrachtverlening en het werkplan. è Advies aan Cubiss: blijf investeren in PR en communicatie aan bibliotheken, scholen en gemeenten over het belang en de opbrengsten van structurele inzet op taalvaardigheid. Benadruk een gezamenlijke verantwoordelijkheid en investeer in de samenwerking tussen ‘de driehoek’ (bibliotheken, scholen, gemeenten). Ondersteun bibliotheken in hun ambassadeurschap om de resultaten aantrekkelijk over te brengen.
6. Communicatie en PR Blijf investeren in heldere communicatie en PR over de aanpak van BoS en de veelbelovende resultaten. Hier wordt op landelijk en provinciaal niveau (onder andere door het SIOB en Cubiss) goed in geïnvesteerd, maar kan ook op kleine schaal extra onder de aandacht gebracht worden. Bibliotheken ontwikkelen ook op lokaal niveau namelijk communicatiemiddelen, zoals nieuwsbrieven, die gedeeld kunnen worden met andere bibliotheken en scholen. Hier zijn bibliotheken bij gebaat, maar ook gemeenten en scholen spreekt dit extra aan. è Advies aan Cubiss: zie aanbeveling onder advies 5.
7. Breed netwerk Het is belangrijk dat de doelstelling en aanpak voor betere leerprestaties en taalvaardigheid van kinderen in Brabant, waaronder de bijdrage van het programma BoS, breed gedeeld wordt. Investeer dus in een groot netwerk. Benader wethouders of raadsleden van gemeenten en benader actieve schoolraden of bestuursleden en zelfs betrokken vrijwilligers op school zodat zij het belang van inzet op taal en lezen kunnen onderstrepen. K2 NEXT GENERATION
9
è Advies aan Cubiss: begeleid bibliotheken in het vergroten en versterken van hun netwerk.
8. Doorgaande leeslijn Investeer in een doorgaande leeslijn, van 0 tot 18+. Deze evaluatie richtte zich op de aanpak op basisscholen. Uit de gesprekken kwam naar voren dat de aansluiting met de voorschoolse voorzieningen, net als de inzet op het speciaal en voortgezet onderwijs, aandachtspunten zijn. Zie BoS daarom meer als een integraal programma dat bijdraagt aan de taal-‐ en leesvaardigheid van kinderen van 0 tot 18 jaar en zelfs ouder. è Advies aan Cubiss: investeer in de bevordering van een doorgaande leeslijn, door de voorschoolse voorzieningen, het speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs meer te betrekken in de aanpak. Ga waar mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden aan binnen de voorschoolse voorzieningen, het speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs.
9. Digitale wereld Mediawijsheid is een belangrijk onderwerp en kan nog steviger op de kaart worden gezet. Immers, hoe zet de digitalisering van boeken zich voort? Digitale competenties zijn onmisbaar in de toekomst en zijn ook nodig om de online lees-‐ en taalcapaciteiten van kinderen te vergroten. Investeer daarom in digitale middelen rondom BoS en investeer in mediacoaches. è Advies aan Cubiss: zoek naar innovatieve en actuele digitale instrumenten om mediawijsheid te bevorderen. Blijf investeren in het trainen van mediacoaches en consulenten met kennis over digitale media.
Tot slot Uit een telefonisch gesprek met de Provincie Limburg blijkt dat de gekozen brede doelstelling (tegengaan laaggeletterdheid) hier hoge prioriteit heeft en de aanpak en resultaten positief worden ontvangen. Het verdient aanbeveling om de aanpak in Limburg nader te bespreken en de succesfactoren waar mogelijk te integreren in de Brabantse aanpak en het werkprogramma van Cubiss.
K2 NEXT GENERATION
10
2 Bibliotheek op School
2.1 Wat houdt Bibliotheek op School in? Kinderen die veel lezen, gaan beter en met meer plezier lezen en scoren hoger op taaltoetsen. Met dit in het achterhoofd is Bibliotheek op School (hierna: BoS) ontwikkeld. Dit programma beoogt het terugdringen van taalachterstanden en laaggeletterdheid, het vergroten van de mediawijsheid van burgers en het structureel verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Het programma bestaat uit diverse modulen die een goede taalontwikkeling en mediawijsheid bevorderen. Bibliotheken en basisscholen maken afspraken over meerjarige samenwerking. Afspraken gaan over de inzet van expertise, collectie en lees bevorderende activiteiten (de modulen), die worden opgenomen in een jaarlijks schoolleesplan. Ieder programma is maatwerk, er zijn verschillende varianten waar bibliotheken en scholen op inzetten. Door de structurele en opbrengstgerichte samenwerking geven bibliotheken en scholen samen vorm aan hun educatieve rol in het onderwijs en leveren zij een concrete bijdrage aan de (taal)ontwikkeling van schoolgaande kinderen.
2.2 De landelijke aanpak Het programma BoS wordt in heel Nederland toegepast. Het SIOB (Sectoreninstituut Openbare Bibliotheken) voert samen met Stichting Lezen de landelijke regie over de strategische aanpak van leesbevordering op school. Zij ontvangen hiervoor een impulssubsidie van het ministerie OCW. Het SIOB voert regie op het bibliotheekstelsel, bevordert de samenhang, verbinding en efficiëntie binnen het openbare bibliotheekstelsel als geheel en ontwikkelt en initieert beleid en innovatie binnen de sector. De aanpak van het SIOB is uitgewerkt in het leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen (2008-‐2015). Hierin staan grofweg drie speerpunten: 1.
Boekstart 0-‐4
2.
Bibliotheek op School in primair en voortgezet onderwijs
3.
Leesbevorderingsnetwerk
Het SIOB werkt daarnaast samen met de Provinciale Serviceorganisaties (PSO’s). In Brabant vervult Cubiss de PSO-‐functie. De PSO’s ondersteunen openbare bibliotheken in hun provinciale werkgebied. In 2010 hebben de PSO’s gezamenlijk de Stichting Samenwerkende PSO’s Nederland opgericht. Doelstellingen van de Stichting en daarmee de PSO’s zijn: §
Vormgeven van bibliotheekinnovatie
§
Ontwikkelen van diensten en producten
Een van de producten is het programma BoS. Iedere PSO stimuleert participatie aan dit programma.
K2 NEXT GENERATION
11
2.3 De aanpak in Noord-‐Brabant In de provincie Noord-‐Brabant werkt Cubiss samen met de Brabantse bibliotheken aan bibliotheekondersteuning en programma's voor mediawijsheid en content. Cubiss stelt ieder jaar een werkplan op waarin zij aangeven op welke wijze zij bijdragen aan bibliotheekondersteuning, mediawijsheid en content binnen de provinciale kaders. Dit doet zij in nauwe samenspraak met de VBB (Vereniging van Brabantse Bibliotheekdirecteuren). Binnen het werkprogramma worden innovatieve producten en diensten op het gebied van mediawijsheid, leesbevordering en literatuureducatie ontwikkeld. Eén van de producten die daartoe behoort, is Bibliotheek op School. Cubiss en de aangesloten bibliotheken spannen zich gezamenlijk in om BoS te verspreiden in de provincie Noord-‐Brabant. Activiteiten die Cubiss onder andere uitvoert zijn: §
Ondersteuning bibliotheken bij de implementatie en uitrol van het programma
§
Kennisoverdracht
§
Coördinatie van landelijke activiteiten (onder andere de monitor, opleidingen)
§
Verhoging expertise van leesconsulenten en onderwijsspecialisten
§
Organisatie van conferenties voor het onderwijs rondom taal-‐, lees-‐ en mediawijsheid
§
Productontwikkeling
Binnen het programma Mediawijsheid valt het domein Taal en Media. Beoogde doelstelling is dat Brabantse burgers vaardiger zijn met taal en media. De inspanningen richten zich op alle Brabanders en specifiek op de Brabantse jeugd. Met name de leeftijdscategorie 0 tot 12 jaar is een belangrijke doelgroep. Hiervoor is het deelproject ‘Taal en Media voor jeugd en jongeren’ ingericht. Voor de doelgroep basisschoolleerlingen is het beoogde resultaat dat in 2015 de Brabantse basisbibliotheken op structurele basis met 90% van de scholen in het primair onderwijs samenwerkt. In het Werkplan 2014 van Cubiss staan de volgende doelstellingen voor deze doelgroep beschreven: §
In 2015 werkt 65% van de Brabantse scholen in het primair onderwijs op structurele basis aan de doorgaande leerlijnen op het gebied van lezen en mediawijsheid. Bij de scholen die op basis van BoS samenwerken met de bibliotheek wordt: -‐ bij 40% van de leerlingen in het primair onderwijs een gelijkblijvende leesattitude gemeten door middel van de Leesmonitor; -‐ bij 35% van de leerlingen in groep 8 in het primair onderwijs het vereiste overgangsniveau voor het voortgezet onderwijs geconstateerd door middel van de Mediamonitor.
De activiteiten die zijn opgenomen in het Werkplan 2014 van Cubiss om bovenstaande doelstellingen te behalen zijn: §
Uitvoeren meting samenwerkingsrelaties voorjaar 2014.
§
Product-‐ en dienstontwikkeling voor verschillende netwerkpartners, gebruik makend van de expertise van deze netwerkpartners. Productontwikkeling op gebied van mediawijsheid, leesbevordering en cultuureducatie.
§
Kennisdeling rondom landelijke aanpakken en trends en ontwikkelingen bij de netwerkpartners. Kennisdeling en professionalisering van medewerkers door middel van het aanbieden van achtergrondinformatie in de vorm van artikelen, de kenniskaravaan ('karavaan' van bijeenkomsten rondom actuele onderwerpen die door het Brabantse land trekt, om zodoende leesconsulenten in hun
K2 NEXT GENERATION
12
werkgebied te faciliteren in het uitoefenen van hun functie) en congressen. §
Begeleiden, ondersteunen, stimuleren en faciliteren van bibliotheken rondom implementatie van landelijke aanpakken.
§
Inrichten, monitoren en begeleiden van vier pilots rondom de inzet van de media bar in de landelijke aanpak de Bibliotheek op school.
§
Schrijven van handleidingen en overdrachtsdocumenten rondom de inzet van de media bar.
§
Ontwikkelen van passende programmering voor de media bar.
§
Begeleiden, ondersteunen van bibliotheken en experts bij uitvoering van het multidisciplinaire
expertteam. §
Organiseren van drie provinciale finales van voorleeswedstrijden: voor primair onderwijs, voor
voortgezet onderwijs en voor PABO-‐studenten. §
Ontwikkelen nieuw concept rondom de nationale voorleeswedstrijden.
§
Conferentie en communicatietrajecten voor gemeentelijke en onderwijs gerelateerde stakeholders van de bibliotheek rondom het belang van mediawijsheid, de rol die de bibliotheek daarin vervult en de inzet van de landelijke aanpakken.
§
Ontwikkeling van content voor MOOC's rondom mediawijsheid, in samenwerking met ROC's en
andere organisaties. Voor de uitvoering van het deelproject ‘Taal en Media voor jeugd en jongeren’ heeft de Provincie Noord-‐ Brabant aan Cubiss voor 2014 € 715.000,00 subsidie beschikbaar gesteld. In het volgende hoofdstuk beschrijven we onze bevindingen van de inspanningen in Brabant, zowel kwantitatief (bereik in 2013) als kwalitatief (aanpak in 2013).
K2 NEXT GENERATION
13
K2 NEXT GENERATION
14
3 Onze bevindingen 3.1 De verspreiding van Bibliotheek op School De Provincie Noord-‐Brabant bevat twintig basisbibliotheken die allen vertegenwoordigd zijn in de Vereniging voor Brabantse Bibliotheken. Het aantal basisscholen in Brabant is 889. Volgens Cubiss werken alle twintig basisbibliotheken samen met het primair onderwijs. Die samenwerking kan echter structureel en incidenteel zijn ingericht. In 2014 werkt 80% van de basisbibliotheken (15) actief met 26% (229) van de scholen om het programma BoS te implementeren. De acties variëren echter van een eerste verkennende fase tot de uitvoerende fase: §
Met 61 scholen voert de bibliotheek een verkennend gesprek.
§
Met 90 scholen werkt de bibliotheek samen met aan de implementatie van (onderdelen van) Bibliotheek op School.
§
Met 78 scholen voert de bibliotheek de afspraken rondom BoS uit.
Wel zijn de verschillen tussen bibliotheken groot. Sommige bibliotheken werken met 100% van de basisscholen in hun werkgebieden samen aan Bibliotheek op School, terwijl andere bibliotheken 10% halen. Uit het overzicht van participerende basisbibliotheken en scholen en de gesprekken blijkt bovendien dat de wijze waarop het programma wordt ingezet erg van elkaar verschilt. Zo zijn er minimale en maximale varianten. Op sommige scholen bestaat participatie aan BoS alleen uit afspraken over een boekencollectie op school. Op andere scholen wordt veelvuldig gewerkt met leesconsulenten. In de komende paragrafen zullen we meer ingaan op de verschillen en verklaringen. Als we de resultaten vergelijken met de resultaten in andere provincies dan loopt Brabant wat voor. Volgens het SIOB participeert 20% van alle 1830 basisscholen in Nederland in Bibliotheek op School. Van de basisbibliotheken werkt 70% samen met tenminste één basisschool aan BoS. Omdat Cubiss ook de Provincie Limburg ondersteunt hebben we in een telefonisch gesprek met de Provincie gevraagd naar de aanpak en resultaten in Limburg, ter globale vergelijking. In Limburg waren in 2013 op zeventig scholen bibliotheken ingericht, van de ongeveer tweehondervijftig basisscholen (28%). In Limburg wordt echter niet specifiek het programma Bibliotheek op School geïmplementeerd, maar wordt de inrichting van een fysieke bibliotheek op school gestimuleerd door een eenmalige investering aan scholen tegenover meerjarige (resultaat)afspraken tussen provincie, scholen, bibliotheken en gemeente. Hiermee wordt beoogd om laaggeletterdheid tegen te gaan. Wanneer nodig kan Cubiss hierbij ondersteuning bieden, hierover worden eveneens afspraken gemaakt in het werkplan. Het bereik in de Provincie Limburg is dus eveneens groot, en de aanpak wordt als positief ontvangen. Het is de moeite waard om de aanpak in Limburg nader te bespreken. De resultaten in Brabant zijn goed, maar de beoogde doelstellingen zoals opgenomen in het werkplan van Cubiss zijn logischerwijs nog niet behaald. Deze evaluatie betreft namelijk een tussenevaluatie, het werkplan is nog in uitvoering en de beoogde doelstellingen/resultaten gelden voor 2015.
K2 NEXT GENERATION
15
K2 NEXT GENERATION
16
3.2 De ervaringen met Bibliotheek op School Tijdens de gesprekken met scholen, bibliotheken, gemeenten en betrokken organisaties hebben we gevraagd naar de ervaringen met de aanpak in Brabant om het programma Bibliotheek op School te verspreiden en implementeren. De gesprekken hebben geleid tot inzichten in wat goed en minder goed bijdraagt aan een groot bereik van participerende bibliotheken en scholen in Brabant. We zullen kort ingaan op de inhoudelijke meerwaarde van BoS volgens de geïnterviewde. Vervolgens gaan we in op rand voorwaardelijke en procesmatige bevindingen die de Brabantse aanpak positief beïnvloeden. In de laatste paragraaf noemen we ook verbeterpunten die volgens de geïnterviewde bijdragen aan een betere verspreiding en implementatie van het programma.
3.2.1 Wat gaat goed? v Inhoudelijk Scholen ervaren de Bibliotheek op School als een groot succes. Het leesplezier is substantieel verbeterd, wat ten goede komt aan het technisch lezen. Dit blijkt ook uit de landelijke monitor De Bibliotheek op school, waaruit blijkt dat veel kinderen veel plezier beleven aan lezen. De geïnterviewde scholen danken dit succes onder kinderen vooral door de up-‐to-‐date boekencollectie en de uitnodigende bibliotheekhoek of -‐lokaal waar ze op eigen houtje boeken kunnen lenen. Daarnaast motiveert de leesconsulent of de leescoördinator (een leerkracht) de kinderen door bijvoorbeeld in gesprek te gaan met kinderen, certificaten uit te reiken en bepaalde thema’s te bespreken. Kinderen motiveren ook elkaar om bepaalde boeken te lezen. Een van de geïnterviewde scholen is ook erg tevreden over de ouderbetrokkenheid. De leesconsulent heeft samen met de leescoördinator een plan bedacht om ook onder ouders leesbevordering te stimuleren. Zo heeft de school een bijeenkomst georganiseerd over mediagebruik en is de bibliotheek na schooltijd ook open. De ondersteuning van de leesconsulent wordt als positief ervaren doordat hij/zij leerlingen motiveert om te lezen en de leerkrachten stimuleert om het lezen onder de aandacht te houden en bepaalde thema’s op te pakken. Scholen kunnen bijvoorbeeld een leeskwartier per dag inzetten, bepaalde thema’s aan de orde stellen of specifieke aandacht besteden aan een moeilijk te bereiken groep. Zo koppelt de bibliotheek haar expertise in leesplezier aan het technisch lezen van school. Samen leidt dit tot ‘kilometers maken’ en een sterke toename van het plezier in lezen.
v Proces Professionaliteit Voordat Kunst van Lezen de landelijke aanpak BoS ontwikkelde, werkten sommige bibliotheken en scholen al samen in een dergelijke constructie. Bibliotheken experimenteerden met boekencollecties op school of organiseerden themabijeenkomsten voor kinderen onder schooltijd. Ook was er de Bibliobus: een bus die eens per week op het schoolplein stond waar kinderen boeken konden lenen. Echter de Bibliobus heeft geen duurzame samenwerking tussen bibliotheken en scholen kunnen bewerkstelligen. De Bibliobus bestond vaak uit een afspraak tussen de bibliothecaris en een leerkracht, maar op hoger en breder niveau waren er geen afspraken. Het programma BoS brengt hier verandering in. Het belangrijkste kenmerk van het programma BoS is dat structurele samenwerking tussen scholen en bibliotheken op verschillende niveaus wordt aangegaan: operationeel (leesconsulent en de leerkracht); tactisch (manager jeugd
K2 NEXT GENERATION
17
bibliotheek en de schooldirectie) en strategisch (bibliotheekdirectie, schoolkoepel en de gemeente). Deze partijen maken langdurige afspraken, zodat BoS geen eenmalig project blijft maar gedurende de (basis)schoolcarrière van een kind bijdraagt aan leesplezier. Afspraken gaan zowel over de inhoud (in de vorm van een leesplan en jaarlijkse leesdoelen) als om structurele financiering van de boekencollectie, de leesconsulent, de monitor en andere producten. Deze structurele samenwerking en afspraken worden door de geïnterviewde als zeer positief ervaren. Naast de structurele afspraken, heeft BoS een zeer professionele uitstraling door: §
Promotiemateriaal: er is eenduidig promotiemateriaal van de Bibliotheek op School. Flyers en informatiebrochures zien er ‘gelikt’ uit. Bibliotheken nemen deze materialen mee in gesprek met de scholen en gemeenten, wat helpt bij het achterlaten van een professionele indruk van het programma.
§
Producten: onder de naam BoS vallen diverse producten die door Kunst van Lezen of door Cubiss zijn ontwikkeld. Net als het promotiemateriaal zijn deze producten eenduidig, onderbouwd en professioneel opgezet.
§
Cursussen en kennisontwikkeling: leesconsulenten volgen cursussen en opleidingen, leren bij en blijven continu gevoed met nieuwe ontwikkelingen. De opleiding tot leesconsulent is beschikbaar op MBO en HBO niveau en is tot stand gekomen door een samenwerking tussen Cubiss en Avans Hogeschool.
§
Visie en beleid bibliotheek: bibliotheken verankeren hun nieuwe manier van werken in hun visie en nemen dit op in beleid. Cubiss ondersteunt hierbij wanneer nodig.
§
Ondersteuning bij gesprekken: Cubiss ondersteunt bibliotheek bij het voeren van gesprekken met gemeenten en scholen. Voor sommige bibliotheken is dit een nieuwe manier van werken, met de juiste ondersteuning kunnen zij ook structurele afspraken maken met scholen en gemeenten over BoS. Daarnaast zetten bibliotheken het lezen binnen de gemeente op de kaart.
§
Landelijke monitor De Bibliotheek op school: de landelijke monitor van Kunst van Lezen meet jaarlijks het leesgedrag van leerlingen, het lees bevorderend gedrag van leerkrachten en het leesbevorderingsbeleid van scholen. Bibliotheken gebruiken deze resultaten om hun samenwerking met scholen steeds effectiever te maken en ter verantwoording aan de gemeenten. De resultaten kunnen ook ingezet worden om scholen en gemeente te blijven enthousiasmeren over BoS. Uit de Monitor 2012-‐2013 (‘Lezen Meten, een basis voor beleid’) blijkt dat veel kinderen veel plezier beleven aan lezen. Maar er is ook werk aan de winkel, zo wordt in de hogere groepen steeds minder gelezen, vooral door jongens. Zowel leerkrachten als ouders laten kansen liggen om hier iets aan te doen. Deze resultaten bieden een basis om de samenwerking tussen school en bibliotheek te verbeteren.
Gestandaardiseerd maatwerk In de gesprekken met scholen kijken bibliotheken wat er op school aan leesbevordering gebeurt en wat de wensen zijn van de school om lezen meer onder de aandacht te krijgen. Het gaat om een optimale en structurele samenwerking tussen bibliotheek en school, binnen de mogelijkheden die de school en gemeente bieden. Die structurele meerjarige samenwerking vormt de kern van BoS, dat maatwerk is. Elke school of schoolkoepel geeft samen met de bibliotheek een andere invulling aan de formule BoS, die bestaat uit diverse bouwstenen. Vaste bouwstenen zijn de leesconsulent, het leesplan en een leescollectie op school. Hoe invulling aan deze bouwstenen wordt gegeven blijft echter maatwerk. Zo zijn er ook scholen die in de buurt van een bibliotheek gevestigd zijn, waardoor er geen collectie op school hoeft te komen. Naast de vaste componenten zijn er extra modules die scholen kunnen inkopen, zoals de monitor en media coaching. Dit is afhankelijk van de extra middelen die een school of gemeente vrijmaken. Bibliotheken en
K2 NEXT GENERATION
18
scholen kunnen hierdoor zoeken naar de juiste lokale invulling van het programma BoS, maar maken wel gebruik van de professionele en onderbouwde onderdelen van BoS. Dit wordt als positief ervaren.
K2 NEXT GENERATION
19
Samenwerking Samenwerking tussen bibliotheek en school Een succesvolle BoS draait om een gelijkwaardige en evenwichtige samenwerking tussen bibliotheek en school. §
Gelijkwaardig: school en bibliotheek opereren op eenzelfde niveau met eenzelfde doel, maar op een verschillende manier. Er zijn afspraken dat de school gaat over het technisch lezen en de bibliotheek zorgt voor het leesplezier. Een gelijkwaardige samenwerking geldt ook voor de implementatiefase, wanneer de school mee wordt genomen in de planvorming voor BoS.
§
Evenwichtig: bibliotheek en school investeren beide in BoS. De school verzorgt bijvoorbeeld de ‘hardware’: de computers, het interieur, de aanschaf van de boekencollectie en de vrijwilligers. De bibliotheek investeert in de leesconsulent en de software. Een startsubsidie kan een goede motivatie zijn om dingen op gang te brengen, maar het blijft belangrijk dat de school een investering doet en er in samenwerking een model wordt opgezet wat langdurig standhoud.
Naast een gelijkwaardige en evenwichtige relatie bleek uit de gesprekken dat bibliotheken bij de implementatie geholpen zijn wanneer scholen in een koepel georganiseerd zijn binnen hetzelfde werkgebied als de bibliotheek. Binnen een koepel zijn er vaak extra financiële mogelijkheden om BoS te implementeren. Bovendien is het bereik automatisch groter. Belangrijk hierbij is wel dat alle directeuren hierin worden meegenomen. Anderzijds spelen bibliotheken ook handig in op de concurrentiepositie van scholen: scholen kunnen niet achterblijven wanneer andere scholen meedoen aan BoS. Sommige scholen nemen extra producten af van de bibliotheek om zich sterker op lezen te profileren. Samenwerking tussen bibliotheek en gemeente Zoals hierboven beschreven draait BoS om structurele afspraken op verschillende niveaus tussen scholen, bibliotheken en gemeenten. Een succesvolle samenwerking tussen de bibliotheek en de gemeente draait om de volgende aspecten: §
Ruimte in de gemeentelijke opdracht. De gemeentelijke opdrachten aan bibliotheken zijn heel divers en kunnen variëren van ‘alle vestigingen openhouden en BoS implementeren’ tot ‘wij willen als gemeente werken aan taalbeleid’. Voor bibliotheken is het dus zaak om te zoeken naar mogelijkheden binnen deze opdracht en de gemeente mee te nemen in die invulling van de opdracht.
§
De prestatieafspraken die gemeente aan bibliotheken stellen zijn erg verschillend. Bij de ene gemeente zijn er gedetailleerde prestatieafspraken, bijvoorbeeld als het gaat om openingstijden bibliotheek, aanwezigheid personeel, omvang directie en aantal werkplekken. Andere gemeenten geven een meer generieke opdracht als het gaat om het bereiken van kinderen. Een generieke opdracht biedt meer ruimte voor bibliotheken om het budget anders in te richten. Sommige bibliotheekdirecteuren zijn handiger in het creëren van ruimte bij de gemeente voor BoS dan anderen. Cubiss ondersteunt hierbij.
§
De vertrouwensrelatie tussen beleidsmedewerker van de gemeente en bibliotheek. Wanneer er een generieke opdracht is van de gemeente aan de bibliotheek, helpt het wanneer de bibliotheek de gemeente goed op de hoogte houdt van de ontwikkelingen rondom BoS. Zo weten gemeente waar hun investering naar toe gaat en wat het oplevert. Bibliotheken houden gemeente bijvoorbeeld op de hoogte door een maandelijkse nieuwsbrief of door het uitnodigen van de beleidsmedewerker of wethouder bij bijeenkomsten en gesprekken. Ook helpt het wanneer de bibliotheek de Raad en het College informeert over de ontwikkelingen en de waarde van BoS. Een genoemd voorbeeld is de bus
K2 NEXT GENERATION
20
tour die Cubiss organiseert na de gemeenteraadsverkiezingen in maart om de meerwaarde van bibliotheken (en ook BoS) onder de aandacht te brengen. §
De interne organisatie bij de gemeente. Het bibliotheekwerk valt bij veel gemeente onder één afdeling, vaak is dat de afdeling cultuur of onderwijs. Maar het bibliotheekwerk en specifiek het programma BoS beoogt bredere doelstellingen die bijdragen aan bijvoorbeeld het technisch lezen en de ontwikkeling van jeugdigen. Hiermee zijn dus ook andere afdelingen van gemeente gebaat, bijvoorbeeld educatie en jeugd/welzijn. Wanneer afdelingen meer samenwerken, dan bundelen zij hun krachten om aan dergelijke brede doelstellingen te werken. Bovendien kan dit tot extra financiële middelen voor de inzet van BoS leiden, bijvoorbeeld door ook een deel van de middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid te gebruiken. Deze brede integrale aanpak zien we bij een aantal gemeenten in Noord-‐Brabant, maar wordt nog lang niet overal zo ingezet.
Samenwerking tussen bibliotheken Er is een stevig netwerk van samenwerkende bibliotheken onder de koepelnaam Vereniging Brabantse Bibliotheken (VBB). Door samen met Cubiss te werken (in de koepel Brabantse Netwerk Bibliotheek) bundelen zij hun krachten. Cubiss brengt onder andere bibliotheken op de hoogte van de vorderingen en praat met ze over benodigde stimulerende activiteiten. Ze versterken elkaar. Deze samenwerking maakt dat bibliotheken in Noord-‐Brabant meer op één lijn zitten en dezelfde doelstellingen en belang hebben.
Provinciale ondersteuning Tijdens een van de gesprekken met de bibliotheken werd Cubiss omschreven als ‘een motor voor sterke samenwerking tussen bibliotheken’. Cubiss wordt als een kennisuitwisselingsplatform aangemerkt die uitwisseling tussen bibliotheken mogelijk maakt en verzorgt. Deze uitwisseling draagt bij aan de professionaliteit van BoS: goede ervaringen en tips worden uitgewisseld. Verder faciliteert, ondersteunt, motiveert en enthousiasmeert Cubiss de bibliotheken om BoS op de kaart te zetten. Dit doen zij bijvoorbeeld door bibliotheken te ondersteunen bij het schrijven van beleidsplannen en het uitzoeken wat de (financiële) mogelijkheden zijn om BoS op scholen aan te bieden. Op die manier hebben bibliotheken hun woordje klaar wanneer zij acquisitiegesprekken voeren op scholen. BoS daagt zo bibliotheken uit om op een andere manier te werken: in plaats van achter de balie te staan en te wachten op klanten, gaan de bibliotheken naar de scholen toe. Daarnaast zorgen zij voor (betaalbare) professionalisering van de bibliotheken, zowel in de competentieontwikkeling van leesconsulenten als productontwikkeling.
K2 NEXT GENERATION
21
3.2.2 Wat kan beter?
v Op school Op veel scholen is er sinds kort een Bibliotheek op School. De bevraagde leerkrachten geven de volgende verbeterpunten: §
De BoS staat soms los van ander aanbod van de bibliotheek, doordat er een andere coördinatie op zit.
§
Kinderen willen vaak series lezen, maar series zijn niet altijd in de BoS verkrijgbaar.
§
Voor een doorgaande leeslijn willen scholen ook graag aanbod hebben voor peuters en kinderen uit speciaal onderwijs, de broertjes en zusjes van schoolgaande kinderen of de nabijgelegen kinderopvang. Dit is nog niet overal mogelijk.
§
Het technische uitleensysteem laat lang op zich wachten. Het wordt ontwikkeld, maar in de tussentijd moeten de scholen improviseren.
§
Op sommige scholen is de BoS alleen onder schooltijd open, dit heeft te maken met de beschikbaarheid van de leesconsulent en de vrijwilligers. Voor de evaluatie is gesproken met een school die ook na schooltijd een uurtje open is, dit draagt bij aan ouderbetrokkenheid voor lezen.
§
De BoS is vooral gericht op leesbevordering, de uitrol van het onderwerp mediawijsheid is nog aan de magere kant. Bibliotheken zijn bezig met deze competentieontwikkeling, maar dat heeft nog even tijd nodig om zich verder te ontwikkelen en op de kaart te zetten.
§
De geïnterviewde betrokkenen geven allemaal aan dat het aanbieden van boeken op school bijdraagt aan het bibliotheekbezoek. De leeshonger neemt toe. Voordat een vestiging gesloten wordt, moet het gebruik dus goed onderzocht worden.
§
In veel werkgebieden van de bibliotheken geeft het voortgezet onderwijs aan ook een BoS te willen. Bibliotheken zijn hier nog niet altijd voor uitgerust. In enkele gemeenten is een start gemaakt, maar moet nog verder uitgebouwd worden. Bibliotheken zien dit als een belangrijk aspect voor de doorlopende leeslijn van kinderen te stimuleren.
vProces Gemeentelijk beleid De overheid speelt een belangrijke rol in de bevordering van taal-‐ en leesvaardigheid. In de visie en het beleid van de gemeente moet het belang hiervan ‘erkend’ worden. Zoals onder 2.2 beschreven staat, is de ruimte binnen de gemeentelijke opdracht belangrijk om een BoS op scholen te implementeren. Wanneer deze ruimte er niet is, wordt er een uitgeklede variant aangeboden. Dit gaat echter ten koste van de kwaliteit en dit hekelt aan de vraag wanneer er wel of geen sprake is van een Bibliotheek op School. Alleen een collectie op school aanbieden zien de verschillende geïnterviewde betrokkenen niet als een BoS. Juist de leesconsulent is de toegevoegde waarde, echter omdat deze als kostbaar wordt gezien zijn scholen niet altijd in de mogelijkheid hiervoor te betalen. De ruimte en mogelijkheden die bibliotheken van gemeenten krijgen hangt grotendeels af van het actuele beleid en de agenda van de gemeente. Deze verschilt per jaar, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen hebben invloed op de invulling van het beleid van gemeenten en de prioriteiten die zij stellen. Dit kan gunstig of ongunstig uitpakken voor de mate waarin en wijze waarop taal en lezen op de agenda staat. Ook kunnen individuele drijfveren en vaardigheden van beleidsmedewerkers bepalend zijn voor de implementatie van BoS. Van bibliotheken vraagt dit een flexibele houding, zij moeten telkens weer K2 NEXT GENERATION
22
in gesprek blijven en aansluiten bij de wensen van gemeenten. Dit kan een integrale en lange termijn aanpak in de weg staan, met gevolgen voor de kwaliteit en het boogde effect. Vooral in gemeenten met veel diverse en verspreid liggende kernen kunnen politieke belangen de gewenste aanpak nog wel eens dwarsbomen. Zo kan de sluiting van een bibliotheek erg gevoelig liggen in dat ene dorp, met gevolgen voor de brede inzet van BoS. Het gemeentelijk beleid is daarom een bepalende factor voor zowel de verspreiding als de implementatie van BoS in Noord-‐Brabant en verdient volgens de geïnterviewde meer aandacht.
Financiering De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van BoS kunnen een drempel zijn voor basisscholen om te participeren. Basisscholen hebben beperkte ruimte voor autonome keuzes en zijn niet gewend om mee te betalen aan extra programma’s aanvullend op het educatieve programma. Ook bibliotheken hebben te maken met bezuinigingen en een terugval in betalende leden. Ongeveer 85% van de inkomsten hangt af van de gemeentelijke subsidie. Wanneer gemeenten de geldkraan dichtdraaien, moeten er keuzes gemaakt worden, bijvoorbeeld het uitkleden van BoS. Dit gaat ten koste van de kwaliteit en het effect van het programma. Alle geïnterviewde maken zich hier zorgen over en vinden dit een belangrijk aandachtspunt.
Samenwerking BoS is een structurele samenwerking tussen bibliotheken en scholen. Zoals onder 2.2 beschreven, is de samenwerking succesvol wanneer de bibliotheek alle partijen op de verschillende niveaus (operationeel, tactisch en strategisch) goed meeneemt in het proces van implementatie en de verdere uitrol. Wanneer scholen bijvoorbeeld niet worden meegenomen en zij BoS over de schutting gegooid krijgen, leidt dit tot ergernis. Er is dan minder draagvlak en voor scholen is het niet geheel duidelijk wat een leesconsulent te bieden heeft. Dit leidt tot reacties zoals ‘Dat kunnen wij zelf ook, daar gaan wij zeker niet voor betalen in de toekomst’. De bibliotheek is dan niet goed in staat geweest om de school te overtuigen en speelt niet goed in op wat een school al zelf doet en waar er behoefte aan is. Communicatie en het managen van verwachtingen tussen bibliotheken en scholen kan volgens de geïnterviewde daarom altijd beter. Ook bestaan er verschillende meningen over het inzetten van MBO of HBO opgeleide leesconsulenten. Een leesconsulent op MBO kan niet altijd als een gelijkwaardige partner ingezet worden op een school. Als partner in het proces is bij voorkeur een HBO opgeleide consulent nodig (of een zeer ervaren MBO’er), eventueel kan op onderdelen een MBO opgeleide consulent ingeschakeld worden.
K2 NEXT GENERATION
23
K2 NEXT GENERATION
24
Bijlage Topiclijsten interviews
v Cubiss
§
Hoe zet Cubiss zich in voor bevordering van mediawijsheid/taalvaardigheid?
§
Wat is de rol van Cubiss in Bibliotheek op school?
§
Hoe is het verloop van het project Bibliotheek op school?
§
Wat levert Bibliotheek op school volgens jullie op?
§
Wat zijn jullie ambities voor bibliotheek op school?
§
Wat zijn de dingen die jullie nog meer kunnen doen, die anders moeten om meer resultaat op te leveren?
§
Hoe werkt Cubiss samen met de Provincie?
§
Hoe werkt Cubiss samen met bibliotheken? Wat doen zij samen?
§
Hoe wordt Bibliotheek op school door bibliotheken ontvangen en ingezet?
§
Hoe werkt Cubiss samen met basisscholen? Wat doen zij samen?
§
Hoe wordt Bibliotheek op school door scholen ontvangen?
§
Hoe werkt Cubiss samen met VBB?
§
Hoe werkt Cubiss samen met gemeenten?
§
Met welke partijen hebben jullie nog meer te maken in het kader van Bibliotheek op school (zoals ABC en dergelijke)?
v Vereniging Brabantse Bibliotheken §
Hoe zet VBB zich in voor bevordering van mediawijsheid/taalvaardigheid?
§
Wat is de rol van VBB in Bibliotheek op school?
§
Hoe is het verloop van het project Bibliotheek op school?
§
Wat levert Bibliotheek op school volgens jullie op?
§
Wat zijn jullie ambities voor bibliotheek op school?
§
Wat zijn de dingen die jullie nog meer kunnen doen, die anders moeten om meer resultaat op te leveren?
§
Wat is jullie relatie met bibliotheken in Bibliotheek op school?
§
Hoe werken jullie samen met Cubiss?
§
Hoe werken jullie samen met basisscholen?
§
Hoe werken jullie samen met gemeenten?
§
Met welke partijen hebben jullie nog meer te maken in het kader van Bibliotheek op school (zoals ABC en dergelijke)?
v SIOB
§
Wat is de rol van SIOB in Bibliotheek op school?
§
Hoe gaat het landelijk met Bibliotheek op school?
§
Wat zijn de resultaten?
K2 NEXT GENERATION
25
§
Hoe verhouden deze resultaten zich tot Brabant?
K2 NEXT GENERATION
26
§
Wordt er in Brabant meer inzet gepleegd? Hoe en wat?
§
Zijn jullie blij met de vorderingen in Brabant?
§
Wat kan er beter in Brabant? Wat moet behouden blijven?
v Basisschool
§
Hoe zijn jullie in aanraking gekomen met Bibliotheek op school?
§
Hoe is het verloop van het project Bibliotheek op school bij jullie?
§
Hoe werken jullie samen met bibliotheken in Bibliotheek op school?
§
(Hoe) werken jullie samen met Cubiss?
§
(Hoe) werken jullie samen met de gemeente in Bibliotheek op school?
§
Met welke partijen hebben jullie nog meer te maken in het kader van Bibliotheek op school (zoals ABC en dergelijke)?
§
Wat doen jullie buiten bibliotheek op school met bibliotheken? Werken jullie ook op andere manieren
samen?
v Bibliotheek §
Wat is jullie rol in Bibliotheek op school?
§
Met welke scholen werken jullie samen?
§
Wat voor diensten en producten bieden jullie deze scholen aan?
§
Hoe is het verloop van het project Bibliotheek op school?
§
Wat levert Bibliotheek op school volgens jullie op?
§
Wat zijn jullie ambities voor bibliotheek op school?
§
Hoe werken jullie samen met Cubiss?
§
Hoe werken jullie samen met de koepelorganisatie VBB?
§
(Hoe) werken jullie samen met gemeente(n)?
§
Met welke partijen hebben jullie nog meer te maken in het kader van Bibliotheek op school (zoals ABC en dergelijke)?
§
Hebben jullie nog meer projecten rondom geletterdheid op scholen?
v Gemeente §
Wat is jullie rol in Bibliotheek op school?
§
Hebben jullie beleidsdoelstellingen of visie op de aanpak van leesbevordering, geletterdheid of taalvaardigheid en mediawijsheid?
§
Hoe geven jullie dit vorm?
§
Weten jullie hoe het met de geletterdheid in de gemeente gesteld is?
§
Hoe is het verloop van het project Bibliotheek op school?
§
Weten jullie wat Bibliotheek op school oplevert?
§
Met welke scholen en bibliotheken werken jullie samen?
§
(Hoe) werken jullie samen met Cubiss?
§
(Hoe) werken jullie samen met de provincie?
K2 NEXT GENERATION
27
§
Met welke partijen hebben jullie nog meer te maken in het kader van Bibliotheek op school (zoals ABC, VBB en dergelijke)?
K2 NEXT GENERATION
28