Bestek WNE20071116A2 Bestek haalbaarheidsstudie stadsregionaal distributiecentrum op Petroleum Zuid.
Aanbestedende overheid WNE, stedelijke regievzw voor Werk en Economie Meir 21 2000 Antwerpen WNE is een door de gemeenteraad erkende regievzw, belast met de voorbereiding en uitvoering van het sociaaleconomisch beleid van de stad Antwerpen (GR20051115 – Jaarnummer2689)
Bestek WNE20071116A2 Opdracht van diensten Voorwerp van de opdracht: Opmaak haalbaarheidsstudie stadsregionaal distributiecentrum op Petroleum Zuid
Algemene Offerteaanvraag De kandidatuurstellingen dienen bezorgd te worden voor maandag 24 december 2007 te 10.00 uur op volgend adres: WNE, stedelijke regievzw voor Werk en Economie Dirk Diels, directeur Meir 21/8ste verdieping, 2000 Antwerpen Contactpersoon voor inlichtingen betreffende dit bestek: Dirk Diels T: 0477-340085 E:
[email protected]
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
1
DEEL I. ALGEMENE BEPALINGEN I.1. AANBESTEDENDE OVERHEID 1.
Deze opdracht wordt uitgeschreven door WNE, stedelijke regievzw voor Werk en Economie,, vertegenwoordigd door Robert Voorhamme (voorzitter) en Ludo Van Campenhout (ondervoorzitter), Meir 21, 2000 Antwerpen.
2.
De opdracht wordt door WNE uitgeschreven als partner van het studiesyndicaat Investeringszone Petroleum Zuid. De kerngroep van dat studiesyndicaat bestaat uit vertegenwoordigers van de Stad Antwerpen (WNE + Planningscel), het stedelijk vastgoedbedrijf AG Vespa, Participatiemaatschappij Vlaanderen NV en Waterwegen en Zeekanaal NV.
3.
Alle briefwisseling met betrekking tot deze opdracht moet naar deze entiteit worden gestuurd: WNE, stedelijke regievzw voor Werk en Economie Dirk Diels, directeur Meir 21/8ste verdieping, 2000 Antwerpen
I.2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE OPDRACHT De opdracht houdt een haalbaarheidsstudie voor een inplanting van een stadsregionaal distributiecentrum in Antwerpen in. De inhoud van de opdracht wordt in detail besproken in deel III – opdrachtomschrijving. De CPV-code is 74131500. Deze opdracht is een opdracht voor diensten in de zin van art. 5 van de Wet van 24 december 1993. I.3. GUNNINGSWIJZE De gunning van deze opdracht gebeurt via algemene offerteaanvraag. I.4. INDIENING EN OPENING VAN DE OFFERTES De offertes dienen voor de opening ingediend te worden op het adres zoals hieronder vermeld. De opening van de offertes vindt plaats in openbare zitting op maandag 24 december 2007 om 10 uur. De plaats van opening is WNE, stedelijke regievzw voor Werk en Economie Meir 21 (8ste verdieping) 2000 Antwerpen Elke offerte wordt in een omslag ingediend waarop dient vermeld te worden : “Bestek nr. WNE20071116A2 – Haalbaarheidsstudie stadsregionaal distributiecentrum Antwerpen – “ Intekeningen dienen aangetekend te worden onder dubbele omslag. Op de buitenste omslag moet duidelijk de vermelding “OFFERTE WNE20071116A2” staan.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
2
I.5. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN Op deze opdracht zijn onder meer van toepassing :
• De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
• Het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken
• Het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken
• De algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van aanneming van werken, leveringen en diensten en voor concessies voor openbare werken, (bijlage bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken).
• Alle latere aanvullingen op voormelde besluiten, geldig op datum van bekendmaking, alsook de bepalingen van het bestek die aanvullingen en wijzigingen kunnen inhouden van voormelde besluiten en van alle andere documenten waarnaar het bestek verwijst.
• Onderhavig bestek • Het bij dit bestek horend model van inschrijving en bijgevoegde inventaris I.6. AFWIJKING VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN Onderhavig document wijkt af van volgende bepalingen van de Algemene Aannemingsvoorwaarden : art. 5 AAV (borgtocht), art. 75,§1 AAV (boete wegens laattijdige uitvoering). I.7.VOORWAARDEN VOOR DEELNEMING Door het indienen van zijn offerte erkent de dienstverlener dat hij zich voorafgaandelijk uitvoerig en volledig heeft geïnformeerd i.v.m. de onderhavige opdracht. Derhalve zijn in de offerteprijs alle kosten van het uitvoeren van deze specifieke opdracht begrepen. Door zijn offerte verbindt de inschrijver zich ertoe om binnen de gestelde termijn de opdracht te voltooien. Hij zal alle inlichtingen inwinnen die hem nuttig lijken en noodzakelijk blijken om de opdracht met goed gevolg te kunnen uitvoeren. Hij zal deelnemen aan de vergaderingen die de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde belegt omtrent deze opdracht. Door zijn offerte verplicht de inschrijver zich derhalve de opdracht uit te voeren conform de inhoud van het bestek en de offerte. De dienstverlener doet het nodige om alle eventuele toelatingen, nodig voor het uitvoeren van de opdracht, te bekomen. Hij verbindt er zich toe om bij de uitvoering van de opdracht te handelen volgens de bepalingen van de Algemene Aannemingsvoorschriften (AAV) en volgens de richtlijnen en voorwaarden van dit bestek. Indien de dienstverlener bij de uitvoering van de opdracht kennis krijgt van gegevens die vertrouwelijk worden meegedeeld, is hij verplicht deze geheim te houden krachtens de regels van de beroepsethiek. In de regel zal de dienstverlener zich onthouden van het verstrekken van informatie aan buitenstaanders of van het uitvoeren van gelijk welke handeling waardoor zijn onafhankelijkheid of objectiviteit in het gedrang kan worden gebracht.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
3
De opdracht wordt uitgevoerd in nauw overleg met de opdrachtgever en zijn diensten. Dit houdt in dat de dienstverlener zal deelnemen aan minimaal 10 besprekingen met de kerngroep Investeringszone Petroleum Zuid (hierna de “Kerngroep”). De Kerngroep bestaat uit een delegatie van : - de stad Antwerpen (Werk en Economie + Planningscel) - het stedelijk vastgoedbedrijf AG Vespa - de Participatiemaatschappij Vlaanderen NV - Waterwegen en Zeekanaal NV. De kerngroep Investeringszone Petroleum Zuid kan ten allen tijde worden uitgebreid. Het tijdstip van de vergaderingen wordt bepaald door de opdrachtgever in overleg met de dienstverlener. De dienstverlener maakt verslag op van deze vergaderingen. DEEL II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN II.1. Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten Artikel 18. Toewijzing opdracht De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om de geselecteerde kandidaten uit te nodigen om toelichting te verstrekken bij het ingediende offertevoorstel. De aanbestedende overheid behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om de opdracht niet toe te wijzen. De door de inschrijver gemaakte voorbereidende kosten kunnen niet ten laste van de aanbestedende overheid worden gelegd. II.2. Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken Artikel 69, 69bis, 70 en 71. Kwalitatieve selectie Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden zoals bedoeld in art. 69. Getuigschriften dat de inschrijver in orde is met haar bijdragen aan de sociale zekerheid en met de betaling van de belastingen dienen bijgevoegd te worden. De aandacht van de kandidaten wordt erop gevestigd dat de stedelijke regievzw voor Werk en Economie (WNE), in haar hoedanigheid van aanbestedende dienst, nog geen toegang heeft tot de informatica-infrastructuur van de federale overheid, met name het netwerk van elektronisch gegevensverkeer waarbij zij in de mogelijkheid is om op elektronische wijze te raadplegen of de kandidaat zich niet bevindt in een uitzonderingssituatie wat betreft de naleving van de regelgeving inzake sociale zekerheid of de inschrijving als BTW-belastingplichtige. Zijn technische bekwaamheid toont hij aan door het neerleggen van de nodige referenties, met name : -
een beschrijving van de 5 voornaamste referenties van de laatste 5 jaar met aantoonbare relevantie voor de uitvoering van deze opdracht. Uit deze referenties dient de kwaliteit te blijken van de ervaring inzake onderzoek naar o optimalisatie van goederenvervoer, distributie en opslag o optimalisatie van mobiliteitsstromen
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
4
optimale benutting van verschillende vervoersmodi (zowel via weg, spoor en water als multimodaal) o detailhandelsonderzoek in steden en gemeenten o binnenstedelijke problematieken o maatschappelijke kosten-baten analyses o het aanreiken van innovatieve oplossingen op logistiek gebied Van deze referenties wordt een attest van de opdrachtgever met betrekking tot de goede uitvoering voorgelegd. Deze gegevens dienen te worden verduidelijkt in het bijgevoegde inschrijvingsformulier. o
-
de uitvoerders van de opdracht worden nominatief opgelijst op het bijgevoegde inschrijvingsformulier. Eventuele vervangers worden eveneens opgelijst. Vervanging kan echter slechts gebeuren na voorafgaande goedkeuring door de opdrachtgever.Voor de personen die deel uitmaken van het team moet de ervaring aangetoond worden aan de hand van cv’s. Het betreft dus de ervaring van de personen, niet van het ganse bureau.
-
De beoordeling van de technische bekwaamheid zal gebeuren aan de hand van de informatie verstrekt door de inschrijver conform de hierboven vermelde bepalingen. Het selectiecriterium dat gehanteerd wordt is de kwaliteit van de ervaring.
Artikel 78. Onverenigbaarheden Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden, zoals bedoeld in dit artikel. Artikel 86 en 88. Prijsbepaling en prijsonderzoek Deze opdracht is een opdracht voor een globale prijs. Dit bedrag omvat alle kosten en prestaties, die verband houden met de opdracht omschreven onder deel III. Opdrachtomschrijving, inbegrepen het bijwonen van de besprekingen en vergaderingen alsook de verblijfs- en verplaatsingskosten. Aangaande de occasionele opdrachten voor de eventuele bijkomende studies of bijkomende vergaderingen zal de vergoeding geschieden door de forfaitair bepaalde eenheidsprijzen (uurtarieven voor de prestaties van een algemene opdrachtleider, deelopdrachtleider, onderzoekersopdrachthouders, administratief personeel en de kosten voor het gebruik van bepaalde apparatuur, die de inschrijver bij zijn inschrijving zal meedelen) toe te passen op de werkelijk verrichte prestaties. De dienstverlener wordt verzocht een lijst van de uurtarieven mee op te nemen in de inventaris. Op verzoek van de aanbestedende overheid verstrekt de inschrijver alle informatie om het prijsonderzoek van zijn offerte mogelijk te maken. Artikel 89 en 90. Inhoud van de offerte De inschrijver dient zijn offerte en inventaris in te vullen op het bij het bestek horende inschrijvingsformulier. Elke offerte moet in vier exemplaren worden ingediend, waarvan minstens 1 losbladig. De inhoudelijke uitwerking (deel III. Opdrachtomschrijving) dient tevens op cd-rom bezorgd te worden.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
5
Indien de inschrijver zijn offerte maakt op andere documenten dan op het voorziene formulier moet op ieder van de documenten volgende verklaring worden opgenomen : “Ik ondergetekende, ……, verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het door het bestuur verstrekte inschrijvingsbiljet en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij.” De documenten (inventaris en inschrijvingsbiljet) worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend. Indien de offerte wordt ingediend door een tijdelijke vereniging van natuurlijke en/of rechtspersonen dient de offerte ondertekend te zijn door al deze natuurlijke personen en/of gevolmachtigden van de rechtspersonen. Alle doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, dienen eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend te worden. De inschrijver dient minimaal volgende documenten bij de offerte te voegen :
• • • •
RSZ-attest Inschrijvingsformulier Inventaris de voorstelling van het studiebureau met vermelding van de medewerkers en hun respectievelijke specialiteiten
• visie op de inhoud van de opdracht (maximum 2 pagina’s) • gedetailleerde beschrijving en toelichting van het geplande onderzoek (plan van aanpak of methodologie) en de samenwerking en het overleg met de Kerngroep
• opsomming van de projecten waaruit de kwaliteit blijkt inzake onderzoek naar distributie en opslag; mobiliteit; transport zowel via weg, spoor, water als multimodaal; detailhandelsonderzoek in steden en gemeenten; binnenstedelijke problematieken; maatschappelijke kosten-baten analyses;
• forfaitaire prijs (zowel exclusief BTW als inclusief BTW) , alsook het prijsdetail (op te nemen in de inventaris)
• wanneer de offerte door volmachthouders wordt ingediend : documenten die het mandaat bewijzen. Artikel 100. Prijsopgave De prijsopgave gebeurt in euro, uitgedrukt tot twee cijfers na de komma. De BTW wordt in een afzonderlijke post van de inventaris vermeld om bij de prijs te worden gevoegd. Artikel 102. Taalgebruik De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de aanbestedende overheid. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn kan de aanbestedende overheid een beëdigde vertaling eisen. Artikel 115. Gunningscriteria en varianten De gunningscriteria waarmee rekening gehouden wordt bij de toewijzing van de opdracht zijn:
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
6
1.
2.
3.
Voor 40% : De visie op de inhoud van de opdracht en de inhoudelijke en organisatorische kwaliteit van de voorgestelde methodologie van onderzoek voor de fasen zoals omschreven in deel III. a. Wetenschappelijke en organisatorische aanpak van het onderzoek b. Resultaatgerichtheid in functie van de doelstellingen en de beleidscontext van het onderzoek c. Kwaliteit, frequentie en gebruiksvriendelijkheid van de voorgestelde rapporten en stukken, waaronder o.m. de geplande tussentijdse rapportering d. De voorgestelde wijze van samenwerken met de kerngroep IPZ, waaronder o.m. het aantal voorziene overlegmomenten. Voor 40% : de forfaitaire totaalprijs voor de gehele opdracht en het prijsdetail, met inachtneming van de geleverde prestaties. De totaalprijs wordt afgewogen in functie van de mediaan van de biedingen. Voor 20%: de gedetailleerde planning en uitvoeringstermijn: de inschrijving met de kortste uitvoeringstermijn, voor zover gedetailleerd, voldoende onderbouwd en realistisch zal daarbij het hoogst worden gekwoteerd. De gedetailleerde planning dient duidelijk de uitvoeringstermijn per fase weer te geven.
Het voorstellen van afzonderlijke offertes met vrije varianten is niet toegestaan. Artikel 116. Gestanddoeningstermijn De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van 120 dagen, ingaand de dag na de zitting voor de opening van de offertes. II.3. Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en concessies voor openbare werken en de algemene aannemingsvoorwaarden. Algemene uitvoeringsregels Artikel 4 en 5. Betalingsmodaliteiten en voorschotten Dit is een gefaseerde opdracht. De diensten worden als volgt gefactureerd:
• 30% na oplevering van een tussentijds rapport dat tenminste vier van de vijf vooropgestelde fasen omspant en voor zover aanvaard door de kerngroep IPZ;
• 70% na de oplevering van het volledige eindrapport en voor zover aanvaard door de kerngroep IPZ. De gedateerde, ondertekende en regelmatig opgemaakte schuldvorderingen worden in drievoud opgemaakt en gericht aan WNE, Dirk Diels, directeur, Meir 21, 2000 Antwerpen. Algemene Aannemingsvoorwaarden Artikel 1. Leiding en toezicht op de uitvoering De aanbestedende overheid volgt de uitvoering van de opdracht. De naam van de leidende ambtenaar wordt bij de betekening van de opdracht meegedeeld. Het mandaat van de leidend ambtenaar bestaat uit :
• administratieve opvolging van de diensten tot en met de oplevering
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
7
• • • • •
goedkeuring van de geleverde diensten nazicht van de facturen opstellen van de processen-verbaal opleveringen het instaan voor het bestendig toezicht op de prestatie. Dit toezicht omvat onder meer het geven van onderrichtingen telkens wanneer het bestek of de gunningsdocumenten onvoldoende duidelijk blijken te zijn. Deze onderrichtingen worden schriftelijk ter kennis gebracht.
Artikel 5, § 1. Bedrag van de borgtocht Voor deze opdracht wordt een borgtocht geëist van 5% van de aannemingssom (exclusief BTW). Het bewijs hiervoor dient binnen de 30 kalenderdagen na de betekening van de opdracht geleverd te worden. Deze borgtocht wordt ineens vrijgegeven op vraag van de dienstverlener na de goedkeuring van de uitvoering van de opdracht. Artikel 13, § 2. Prijsherziening Er is geen prijsherziening van toepassing op deze opdracht. Artikel 14. Intellectuele rechten Alle studies, plannen, teksten en documenten die werden gemaakt in uitvoering van deze studieopdracht, zijn volle eigendom van de opdrachtgever. De opdrachtgever kan er bij latere studies of bij de uitvoering van het plan onbeperkt gebruik van maken en het studiebureau zal zich niet verzetten tegen publicatie van de geleverde documenten. De opdrachthouder mag geen geschreven of grafische elementen uit zijn studie publiceren, openbaar maken of laten publiceren zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. In geval van tenietgaan van de overeenkomst, heeft de opdrachtgever het recht alle door de opdrachthouder ter uitvoering van de opdracht opgemaakte studies, plannen, teksten en documenten aan te wenden voor de verdere uitvoering van de opdracht met het oog waarop zij opgemaakt werden, in zover de erelonen hiervoor aan de opdrachthouder werden vereffend. Artikel 15. Betalingen De facturen worden ondertekend en in drievoud per aangetekend schrijven overgemaakt aan de aanbestedende overheid. De betalingsaanvraag wordt gericht aan WNE, directeur, Meir 21, 2000 Antwerpen. De betaling van de occasionele bijkomende prestaties zal geschieden binnen de 50 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de schuldvordering, alsook van een gedetailleerde omschrijving en een verantwoording van het aantal gepresteerde uren. Als de betaling niet is uitgevoerd binnen voormelde betalingstermijn heeft de dienstverlener recht op een verwijlintrest. De facturen voor de niet in het forfaitair bepaald bedrag begrepen prestaties moeten in 3 exemplaren aangetekend per post verzonden worden, gericht aan WNE, directeur, Meir 21, 2000 Antwerpen. Dit bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen en pas daarna op de intresten.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
8
Artikel 18. Rechtsvorderingen Het Belgisch recht is van toepassing op deze opdracht. Elke rechtsvordering van de dienstverlener wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding. Artikel 19, § 1. Opleveringen De kosten van de prestaties die in verband met de opleveringen worden geleverd door derden worden ten laste van de dienstverleners aangerekend tegen de door deze derden gefactureerde kostprijs. De kosten van de prestaties die de dienstverlener in verband met de oplevering zelf uitvoert, blijven te zijner laste. Om over te gaan tot de enige oplevering dient de dienstverlener het eindrapport, in tienvoud samen met 10 CD-rom’s, over te maken aan de leidend ambtenaar. Voor de elektronische versies dient de dienstverlener er op toe te zien dat de gebruikte software compatibel is met de door de aanbestedende overheid gebruikte software. Artikel 20. Middelen van optreden van de aanbestedende overheid De dienstverlener is ertoe gehouden de opdracht uit te voeren met het projectteam voorzien in zijn offerte. Door in te schrijven, verbindt de dienstverlener er zich expliciet toe om de opdracht tot het einde door dit door hem aangesteld team te laten uitvoeren. In geval, om redenen van heirkracht, in de vervanging van een lid van het team moet voorzien worden, is het voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de leidend ambtenaar vereist. Indien de dienstverlener niet voldoet aan deze bepaling, wordt hij geacht in gebreke te zijn. De dienstverlener wordt ook geacht in gebreke te zijn indien uit tussentijdse rapportering blijkt dat niet voldaan wordt aan de opmerkingen die geformuleerd werden tijdens voorafgaande vergaderingen. Per vastgestelde inbreuk zal een éénmalige boete worden toegepast overeenkomstig art. 20 § 4 van de AAV. Indien bij herhaalde vaststelling van een dergelijke inbreuk blijkt dat dit te wijten is aan de kwaliteiten van een lid van het projectteam heeft de aanbestedende overheid het recht om de vervanging van dit teamlid door een beter gekwalificeerd personeelslid te eisen. Artikel 69. Uitvoeringsmodaliteiten In de aangetekende brief waarmee de betekening van de goedkeuring van de opdracht zal worden overgemaakt, zal de opdracht gegeven worden tot aanvang van de opdracht met vermelding van de datum die geldt als datum van het aanvangsbevel. De leidend ambtenaar belegt een startvergadering waarop, voor de studie relevante documenten aan de dienstverlener, zoals opgelijst in deel III. Opdrachtomschrijving, worden overhandigd.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
9
De uitvoeringstermijn bedraagt maximaal 150 kalenderdagen. Een overschrijding van deze maximale uitvoeringstermijn kan niet worden aanvaard en geeft automatisch aanleiding tot ongeldigheid van de inschrijving. De opdracht voorziet minimaal 10 overlegmomenten, waarbij de dienstverlener een overzicht geeft van de voortgang van de opdracht en waarbij de tussentijdse resultaten worden besproken met de aanbestedende overheid. Een verplicht overlegmoment wordt voorzien na elke fase waarbij het studiebureau een rapport aflevert en zijn bevindingen toelicht. Dit overleg vindt plaats, uiterlijk 1 week na het verstrijken van de uitvoeringstermijn van deze fase. De opdrachtgever bepaalt hierna de aanvang van de volgende fase. Artikel 75, § 1. Boeten bij laattijdige uitvoering In afwijking van art. 75, § 1 van de AAV wordt de boete wegens laattijdige uitvoering van de opdracht bepaald op het geraamd bedrag van het bestek, gedeeld door 150- en dit per dag vertraging, met een maximum van 15% van het totaal verschuldigd honorarium. Ze is van ambtswege verschuldigd door het louter verstrijken van de uitvoeringstermijn en zonder dat een voorafgaande ingebrekestelling door de opdrachtgever noodzakelijk is.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
10
DEEL III. OPDRACHTOMSCHRIJVING III.1. Situering van de opdracht Om de maatschappelijke leefbaarheid en de economische vitaliteit van de binnenstad en de agglomeratie Antwerpen in de komende jaren te vrijwaren en te bestendigen dient het bereikbaarheidsprobleem waar Antwerpen en haar omgeving, net zoals veel andere grootstedelijke gebieden in Europa, mee te kampen heeft, aangepakt te worden. Bereikbaarheid is immers één van de cruciale voorwaarden voor onze steden om te kunnen voldoen aan de eisen die bewoners, bedrijven, instellingen, bezoekers en recreanten stellen. Er dient met andere woorden actie ondernomen te worden om te voorkomen dat we afstevenen op een waar mobiliteitsinfarct. Aangezien ongeveer een kwart van alle stedelijke verkeersstromen afkomstig is van goederenvervoer bestemd voor de stad is het wenselijk na te gaan welke maatregelen kunnen genomen worden om deze stromen te verminderen/te optimaliseren.Een groot gedeelte van dit transport kan vermeden worden indien het gebundeld wordt. Vele vrachtwagens moeten per dag slechts enkele of kleine leveringen doen in de Antwerpse agglomeratie. Hierdoor worden er een groot aantal overbodige verkeersbewegingen gedaan. Bovendien zijn er meer vrachtwagens dan noodzakelijk. Dat zorgt voor meer luchtvervuiling en voor tijdverlies voor de vrachtwagens die in de kernstad moeten zijn. Bovendien kan bij een bundeling van goederenstromen tevens het transport over het water (binnenscheepvaart) interessant worden, zowel vanuit economisch als vanuit maatschappelijk oogpunt. Er wordt dan ook overwogen een stadsregionaal watergebonden distributiecentrum (SWDC) te vestigen aan de rand van de stad, in het bijzonder op de locatie van de Investeringszone Petroleum Zuid (IPZ), in combinatie met een overslagterminal. De bedoeling daarvan is het efficiënt organiseren en optimaliseren van goederenstromen zoals consumptiegoederen (‘fast moving consumer goods’), bouwmaterialen, afvalproducten, horeca-goederen, enz… van en naar de stedelijke agglomeratie via het water. In zo’n stadsregionaal distributiecentrum, een plaats van waaruit de organisatie gebeurt van transport in en om de stad, worden door verschillende transporteurs/leveranciers goederen afgeleverd om gegroepeerd te worden naar de verschillende leveringsadressen en daar afgeleverd te worden. Door de oprichting van een distributiecentrum kunnen de voorraden van de winkels tot een minimum worden herleid, waardoor de opslagruimte boven de winkel een andere invulling kan krijgen, bijvoorbeeld wonen. Dit wonen boven winkels verhoogt bovendien de leefbaarheid van de stad en kan een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de stad. Een distributiecentrum kan ook gebruikt worden voor rechtstreekse levering aan de consumenten of als afhaalpunt voor de consumenten. Dit zou een goede zaak kunnen zijn voor het comfort van de consumenten en een bijkomend pluspunt voor de verkeersafwikkeling. Iedereen is het erover eens dat één maatregel op zich niet zal volstaan, de eventuele uitbouw van een SWDC zal dan ook moeten kaderen binnen een reeks van maatregelen. Er zal gezocht moeten worden naar een set van maatregelen die politiek, maatschappelijk, economisch en technologisch aanvaardbaar zijn en die zowel bij het beleid als bij de private partijen een draagvlak hebben. Deze maatregelen kaderen binnen het beleid met betrekking tot het gebruik van het stedelijk netwerk, het ruimtelijk beleid, laad- en losstrategie, wetgeving, prijsstrategie, informatiebeleid en dergelijke meer. III.2. Bijkomende informatie
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
11
Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling een studie te maken die herhaalt wat reeds onderzocht werd. In deze context verwijzen we dan ook naar een studie die momenteel uitgevoerd wordt in opdracht van het Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken, met name het onderzoek naar ‘Knelpunten en opportuniteiten met betrekking tot de optimalisatie van de fijnmazige distributie’. Deze opdracht omvat een literatuurstudie en de evaluatie van voorbeelden in het buitenland. Ze kadert binnen het pilootproject ‘Capaciteitsbenutting van de multimodale infrastructuur’ dat deel uitmaakt van Flanders Logistics. De aanbestedende overheid zal zich inspannen om de overdracht en de uitwisseling van informatie tussen beide studieopdrachten te organiseren, teneinde complementair te kunnen werken. Bovendien is er daarnaast reeds heel wat studiewerk uitgevoerd met betrekking tot dit onderwerp, in de onderhavige opdracht dient er dan ook expliciet naar gestreefd te worden de praktische haalbaarheid (financieel, organisatorisch, juridisch, ruimtelijk,…) te onderzoeken, uiteraard aangevuld met de nodige theoretische onderbouwing. Tot slot wijzen we op tal van Europese projecten waarvan informatie en best practices voorhanden zijn. Het gaat onder meer om projecten als Civitas, Niches, en andere. Ook andere Europese steden worden immers met dezelfde problematiek geconfronteerd en zoeken naar oplossingen. Utrecht (NL) stelde een bevoorradingsplan op en heeft enkele maatregelen opgestart (o.m. het inrichten van laad- en loszones; een stadsdistributiecentrum; watergebonden stadsdistributie van dranken aan horecagelegenheden,…). Ook Barcelona verrichtte heel wat onderzoek en experimenteert met een aantal maatregelen, o.a. nachtleveringen, evenals Amsterdam waar een goederentram een deel van het binnenstedelijk goederentransport voor zijn rekening neemt. In punt III.5. wordt aangegeven welke onderzoeksrapporten en literatuur reeds voorhanden zijn. III.3. Doel en omschrijving van de opdracht Doelstelling van de haalbaarheidsstudie is een diepgaand onderzoek uit te voeren dat bruikbare gegevens oplevert om het concept van een stadsregionaal watergebonden distributiecentrum concreet gestalte te geven. Zo dient te worden onderzocht in welke mate en onder welke voorwaarden een dergelijk concept van SWDC haalbaar is voor de stad (en agglomeratie) Antwerpen en indien positief, hoe dit concreet kan vertaald worden naar de invulling daarvan op de Investeringszone Petroleum Zuid (zowel ruimtelijk, stedenbouwkundig, financieel als juridisch). Het voornaamste objectief van de studie omvat het bepalen en berekenen van de haalbaarheid en rendabiliteit van een watergebonden distributiecentrum op de Investeringszone Petroleum Zuid, zowel vanuit bedrijfseconomisch als maatschappelijk oogpunt, alsook het definiëren van de kritische succesfactoren en de noodzakelijke randvoorwaarden voor het behalen en garanderen van de beoogde rendabiliteit in dat gebied. De dienstverlener houdt dus eveneens rekening met fysische en ruimtelijke randvoorwaarden die de inplanting van een rendabel SWDC op IPZ kunnen beïnvloeden (zoals de locatie, vervuiling, eigendomsstructuur, ruimtebeslag, ontsluiting, ...). Wat bovendien zeker dient getoetst te worden is de bereidwilligheid en aanvaardingsdrempel van de verschillende partners en stakeholders uit de private (vervoerders, verladers, distributeurs, klanten) en de publieke sector (gemeentelijke overheid, gewestelijke overheid,….) om tot een oprichting van een SWDC te kunnen komen. Aangezien Antwerpen een havenstad is en grote delen van de agglomeratie via het water bereikbaar zijn, dient het watergebonden aspect van een mogelijk distributiecentrum op IPZ nadrukkelijk onderzocht te worden.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
12
Hiertoe dienen volgende deelfasen uitgevoerd te worden: Fase 1: Marktanalyse -
-
Analyse van vraag een aanbod : kwantitatieve studie van de goederenstromen van en naar de stedelijke agglomeratie. Volgende aspecten worden daarbij minimaal opgenomen : o Soorten goederen en volume (zowel voor reguliere bevoorradingsactiviteiten als voor retourstromen en incidentele stromen zoals bv. afbraak- of verbouwingswerken) o Leveranciers o Herkomst o Aan- en afvoer frequentie en tijdstip o Soorten voertuigen o Beladingsgraad o Laad- en lospatroon o Behoeften van stakeholders (handelaars, horeca, vervoerders, distributeurs, leveranciers,…) inzake toelevering, opslag en voorraadbeheer : zowel huidige werkwijze als eventueel gewenste werkwijze Aan de hand van deze informatie dient bepaald te worden welke goederen in aanmerking kunnen komen voor transport via een SWDC. Verwoorden van een mogelijke alternatieve vorm van stadsdistributie, waarbij optimaal wordt ingezet op het gebruik van een stadsregionaal distributiecentrum o Afhaling van goederen (vermijden van veelvuldige zware transporten in de binnenstad) o Met inbegrip van “reverse logistics” (uit de stad afvoeren van o.a. afbraakmateriaal, afval via “IPZ”)
Fase 2: Benchmark-analyse -
evaluatie van de bestaande (Europese) stedelijke distributiecentra o waar o kritische succesfactoren o organisatie o randvoorwaarden en/of begeleidingsmaatregelen o inbreng partners (publiek en privaat) o financiële haalbaarheid o SWOT-analyse o Vergelijking tussen de verscheidene SDC’s
Fase 3: Stakeholdersanalyse -
Op basis van de hiervoor bekomen informatie dient een aftoetsing te gebeuren van de bereidwilligheid en aanvaardbaarheid bij de stakeholders en decision makers uit de publieke en private sector, aan de hand van een marktconsultatie bij klanten/handelaars, vervoerders/transportbedrijven, logistieke dienstverleners, administraties, distributieketens, federaties, groothandelaars, horeca,…
Fase 4: Bepalen van de randvoorwaarden
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
13
-
-
-
Op basis van de resultaten bekomen uit de voorgaande fasen kan in kaart gebracht worden wat de voorwaarden zijn waaronder een beroep gedaan zal worden op een SWDC, alsook welke goederen ervoor in aanmerking komen. Omschrijving van de noodzakelijke en wenselijke beleidsvoorwaarden ter ondersteuning van het succes van een stedelijk watergebonden distributiecentrum, zoals bv. beleid m.b.t. het gebruik van het stedelijk netwerk, de parkeer- en laad- en losstrategieën, regelgeving, informatiesystemen m.b.t. verkeer en transport, aanbevelingen voor implementatie (stimuleringsbeleid, dwingende reglementering),… Omschrijving van de ruimtelijke randvoorwaarden en vereisten waaronder een haalbaar SWDC op de locatie IPZ kan gesitueerd en uitgebaat worden, zoals bv. benodigde infrastructuur, ontsluiting, specifiek vereiste inrichting, ruimtebeslag, e.a.
Fase 5: Financiële haalbaarheid en kosten-baten analyse -
-
Financiële implicatie en haalbaarheid o bepaling van de grootte en omvang van een SWDC; de randvoorwaarden voor beheer en exploitatie; ruimtelijke en stedenbouwkundige randvoorwaarden en financiële vertaling daarvan in een financieel plan over een termijn van 20 jaar o financierings- en subsidiemogelijkheden o kostprijs voor de stad/overheid o kostprijs voor de stakeholders (distributeurs, handelaars, horeca,…) o vereiste kritische massa van goederentrafiek, vereiste capaciteit van het SWDC o … Maatschappelijke en socio-economische analyse o Gevolgen voor stakeholders (distributeurs, handelaars, horeca,…). Dit omvat onder meer de inspanningen m.b.t. de voertuigen (extra investeringen, kleinere of andere vrachtwagens,…) alsook m.b.t. het personeel (nachtvervoer en link naar verloning, nood aan extra chauffeurs, meer overslag dus ander type werknemer,…) o Leefbaarheid en economische vitaliteit van de stad o Berekenen van de maatschappelijke en socio-economische return op niveau van de stedelijke agglomeratie
Opmerkingen m.b.t. de uitvoering van de opdracht 1. Ter uitvoering van de analyse van vraag en aanbod (deelaspect fase 1) en de stakeholdersanalyse zoals voorzien in fase 3 dient een representatieve groep van de stakeholders en decision makers bevraagd te worden. Het gaat minimaal over volgende partijen : - handelszaken - horecazaken - KMO’s in agglomeratie Antwerpen - Distributeurs - Leveranciers - Transportfederaties Om de representativiteit te garanderen, dienen voor de aanwezige detailhandel, horeca en KMO’s in de Antwerpse agglomeratie minimaal 50-60 zaken (met een evenwichtige branchering, af te spreken tussen de dienstverlener en de aanbestedende overheid) schriftelijk of telefonisch ondervraagd te worden op basis van een vragenlijst die wordt opgesteld in gemeenschappelijk overleg tussen de dienstverlener en de aanbestedende overheid. Daarbij dient een respons van 60% gegarandeerd te worden. Indien deze respons niet bereikt wordt dient een grotere groep aangesproken te worden.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
14
Voor de andere stakeholders (distributeurs, leveranciers, federaties,…) dienen minimaal 20-30 diepteinterviews gehouden te worden, eveneens op basis van een vragenlijst opgesteld in gemeenschappelijk overleg tussen de dienstverlener en de aanbestedende overheid. 2. Ter uitvoering van de benchmark-analyse dienen naast een literatuuronderzoek ook minimaal 5 gesprekken georganiseerd te worden met verantwoordelijken voor de realisatie van een 5-tal relevante projecten. Dit om de bekomen informatie te toetsen aan de praktische werking en haalbaarheid van de projecten. Deze 5 projecten worden geselecteerd door de dienstverlener in overleg met de aanbestedende overheid op basis van de reeds bekomen informatie uit rapporten e.d. Nevenaspecten Een aantal aspecten dienen niet kwantitatief uitgewerkt te worden in het kader van deze studie maar worden bij voorkeur wel kwalitatief mee in rekening genomen: - Kwalitatieve omschrijving van de beoogde mobiliteit en gewenste verkeersdensiteit in de Antwerpse binnenstad en agglomeratie - Impact op de mobiliteit: nagaan in welke mate een SWDC kan bijdragen tot een betere (groot)stedelijke mobiliteit en welke randvoorwaarden daartoe dienen te worden gerealiseerd, toetsing aan het mobiliteitsplan Antwerpen - Ruimtelijke randvoorwaarden en situering op de locatie IPZ Eindrapport Per fase dient een deelrapport opgemaakt te worden dat in de begeleidingsgroep wordt toegelicht en besproken. Ter beëindiging van de studie dient een eindrapport opgesteld te worden dat alle deelfasen bundelt en dat, zoals vermeld in punt III.3 ‘Doel en omschrijving van de opdracht’, de aanbestedende overheid alle bruikbare gegevens dient aan te leveren om het concept van een stedelijk watergebonden distributiecentrum concreet gestalte te geven. III.4. Begeleidingsgroep De studie wordt opgemaakt in nauw overleg met de aanbestedende overheid en zijn diensten. Dit houdt in dat de dienstverlener zal deelnemen aan minimaal 10 besprekingen met een begeleidingsgroep. Deze begeleidingsgroep bestaat uit de leden van de kerngroep Investeringszone Petroleum Zuid, t.w. • • • •
Stad Antwerpen (Werk en Economie + Gewoon gemeentebedrijf Planningscel) Stedelijk vastgoedbedrijf AG Vespa Participatiemaatschappij Vlaanderen NV Waterwegen & Zeekanaal NV
Deze begeleidingsgroep kan ten allen tijde worden uitgebreid. Het tijdstip van de vergaderingen wordt bepaald door de aanbestedende overheid in overleg met de dienstverlener. De dienstverlener maakt verslag op van deze vergaderingen. III.5. Gegevens die door de aanbestedende overheid ter beschikking gesteld worden
• Intentieovereenkomst Stad Antwerpen, AG Vespa, Participatiemaatschappij Vlaanderen NV en Waterwegen en Zeekanaal NV, ondertekend op 22 april 2006
• Nota Stad Antwerpen, AG Vespa, Participatiemaatschappij Vlaanderen NV en Waterwegen en Zeekanaal NV, “Een gemengd regionaal bedrijventerrein met watergebonden potentie op Petroleum Zuid”, 1 juni 2007
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
15
• Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen, goedgekeurd door de gemeenteraad Antwerpen op 18 september 2006
• Beleidsnota detailhandel, goedgekeurd door de gemeenteraad Antwerpen op 27 maart 2006 • ‘Stadsdistributie, dé oplossing voor de tanende (groot)stedelijke mobiliteit ?’, Frank Witlox, 2006. • Meting Antwerpse handelskernen, wordt begin december 2007 opgeleverd door WNE, stedelijke regievzw voor Werk en Economie;
• Stadsdistributiecentrum Concept Maastricht (is op te vragen bij Maastricht); • Startnota van de studie “Knelpunten en opportuniteiten m.b.t. de optimalisatie van de fijnmazige distributie” die in opdracht van Flanders Logistics wordt uitgevoerd;
• Projectfiches Europese onderzoeksprojecten
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
16
DEEL IV. INSCHRIJVINGSFORMULIER Besteknr. WNE20071116A2 OPMAAK HAALBAARHEIDSSTUDIE STADSREGIONAAL DISTRIBUTIECENTRUM OP PETROLEUM ZUID (dit aanbod bestaat uit …. Bladzijden) IV.1. Algemene verbintenis OFWEL1 De ondergetekende (naam en voornaam): Hoedanigheid of beroep: Nationaliteit: Adres (straat, nr, gemeente, land):
OFWEL De vennootschap(pen): (handelsnaam of benamen, rechtsvorm, nationaliteit en zetel):
vertegenwoordigd door de ondergetekende(n):
OFWEL De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) die optreden als vereniging zonder rechtspersoonlijkheid (voor elk van hen dezelfde gegevens als hierboven):
vereniging die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name:
verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich op hun, roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek omschreven opdracht, tegen de som van:
(in cijfers, inclusief BTW, in euro):
(in letters, inclusief BTW, in euro):
1
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
17
IV.2. Algemene inlichtingen -
inschrijving bij de RSZ (nr. of nrs.):
-
BTW (alleen in België) (nr. of nrs.):
IV.3. Onderaannemers OFWEL2 Er zullen geen onderaannemers worden aangewend. OFWEL De onderaannemers die zullen worden aangewend, hebben als nationaliteit:
IV.4. Personeel Het personeel dat zal worden aangewend, heeft als nationaliteit:
IV.5. Betalingen De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnummer. ……………………. van de financiële instelling ………………………… geopend op naam van ………………………………..
Gedaan te …………………………… op ……………………..
De inschrijver(s),
2
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
18
DEEL V. INVENTARIS Deze inventaris is van belang om inzicht te krijgen in de verdeling van de kosten en inzet van personeel voor de verschillende delen van de opdracht. Personeelskosten: Alle kosten verbonden aan de inzet van personeel en bijhorende werking voor de uitvoering van de opdracht zoals omschreven in deel III. Taken
Rang
Barema per Uur (€)
Aantal uren F.H. (forfaitaire Hoeveelheid)
Totaal (€)
Aantal (zie ook II – art. 74, §2 oplevering).
Totaal (€)
Fase 1. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 2. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 3. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 4. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 5. (zie III. Opdrachtomschrijving)
Totaal (exclusief BTW): Totaal (inclusief BTW):
Andere kosten: (rapporten, data,…) Taken
Eenheidsprijs
Fase 1. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 2. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 3. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 4. (zie III. Opdrachtomschrijving) Fase 5. (zie III. Opdrachtomschrijving)
Totaal (exclusief BTW): Totaal (inclusief BTW):
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
19
DEEL VI. INFORMATIE M.B.T. DE REFERENTIES VAN DE DIENSTVERLENER Inzake de referenties worden er vijf relevante opdrachten gevraagd van de laatste vijf jaar. De relevantie van de opdracht voor de uitvoering van deze opdracht wordt gemotiveerd. Van deze opdrachten wordt een attest van de opdrachtgever m.b.t. de goede uitvoering voorgelegd. 1.
Titel opdracht: ………………………………………………………….. Periode uitvoering: …………………………… Bedrag (€): ………………………………. Opdrachtgever: ……………………………………….. Relevantie voor de uitvoering van deze opdracht:
2.
Titel opdracht: ………………………………………………………….. Periode uitvoering: …………………………… Bedrag (€): ………………………………. Opdrachtgever: ……………………………………….. Relevantie voor de uitvoering van deze opdracht:
3.
Titel opdracht: ………………………………………………………….. Periode uitvoering: …………………………… Bedrag (€): ………………………………. Opdrachtgever: ……………………………………….. Relevantie voor de uitvoering van deze opdracht:
4.
Titel opdracht: ………………………………………………………….. Periode uitvoering: …………………………… Bedrag (€): ………………………………. Opdrachtgever: ……………………………………….. Relevantie voor de uitvoering van deze opdracht:
5.
Titel opdracht: ………………………………………………………….. Periode uitvoering: …………………………… Bedrag (€): ………………………………. Opdrachtgever: ……………………………………….. Relevantie voor de uitvoering van deze opdracht:
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
20
DEEL VII. INFORMATIE M.B.T. DE SAMENSTELLING VAN HET TEAM De uitvoerders van de opdracht worden hieronder nominatief opgelijst. Er wordt tevens aangegeven of deze personen inzetbaar en beschikbaar zijn voor deze opdracht tijdens de periode van de uitvoering. Er wordt aangegeven of deze personen vervangbaar zijn door anderen met tenminste dezelfde capaciteiten. Vervanging kan slechts gebeuren na voorafgaande goedkeuring door de aanbestedende overheid.
Coördinator: Naam: ……………………………………… Bij vervanging: ……………………………… Inhoudelijke medewerkers: Naam:
• • • • •
…………………………………….. …………………………………….. …………………………………….. …………………………………….. ……………………………………..
Bij vervanging:
• • • • •
…………………………………….. …………………………………….. …………………………………….. …………………………………….. ……………………………………..
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
21
Werk en Economie – Raad van Bestuur – 16 november 2007 - Besluiten
22