VZW DAARKOM Herinrichting “La Gaité” tot een Vlaams - Marokkaans Culturenhuis
BESTEK PERCEEL 3 : WERKEN BRANDBESTRIJDING TECHNISCH BESTEK
ART. 1
OMSCHRIJVING VAN DE AANNEMING De aanneming bestaat uit het leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van de sprinklerinstallatie en de brandmeldbeveiliging voor het bovenvermeld project. In deze aanbesteding gaat het enkel over een pompenlokaal, sprinklers op de vluchtwegen (zie aanduiding op plan) + alle brandhaspels/brandleidingen. Afmetingen en hoogtes van het gebouw, zie plannen. De aanneming bevat alle leveringen en werken met betrekking op : a. Sprinklerinstallatie - alle leidingen tussen sprinklerinstallatie en stadswater aansluiting - de nodige alarmposten en leidingen in het gebouw - installatie van het net op de vluchtwegen zoals aangeduid op het plan - plaatsen van brandhaspels met leiding naar hoofdleiding sprinkler net - hydraulische berekening van de diverse netten - oppervlaktebehandeling van de bovengrondse leidingen, RAL 3000 poedercoating - alle nodige hulpstukken en ophangmateriaal voor de bevestiging van de diverse netten, apparaten en kleppen - testconnecties, spoelleidingen, enz… - spoelen van leidingen, dichtheidstesten, enz… - alle andere werken en leveringen welke nodig zijn voor een goed werkende installatie. b. Het materiaal, het ontwerp en de uitvoering moet volledig beantwoorden aan : - de bijgevoegde plannen - CEA 4001 voorschriften voor pomp - CEA 4001 voorschriften voor sprinklers
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
2
Daarkom Brandbestrijding
ART. 2 2.1
ALGEMEENHEDEN REGLEMENTERINGEN EN BASISBESTEKKEN VAN TOEPASSING
2.1.1 CEA 4001 CEA 4001
voor sprinklers standaard type voor pompen en toebehoren
2.1.2 Normen – basis voor materialen Verder zijn de normen waarnaar in de tekst wordt verwezen van kracht : - DIN of ISO voor pijpen en toebehoren - NBN voor afsluiters, haspels, hydranten - CEA 4001 voor pompgroepen - FM (goedgekeurde materialen) voor sprinklersystemen (sprinklers, alarmkleppen, afsluiters, ophangingen) - UL (goedgekeurde materialen) voor sprinklersystemen Basisgegevens volgens risico : -
Sprinklers: Type Densiteit
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
: :
K80-68°C-Brons-1/2”standard spray 5 l/min/m² over 216 m²
3
Daarkom Brandbestrijding
2.2
PRIJSBEPALING De in het inschrijvingsformulier te vermelden prijs moet de totaliteit omvatten voor leveringen, werken, studiekosten, waarborg en onderhoud gedurende de waarborgperiode. De aannemer zal voor het opmaken van zijn bieding zich vergewissen van de bestaande toestand en van de omvang en aard der werken. Zijn aandacht wordt er op gevestigd dat alle aanpassingen, grondwerken, maken van doorvoeropeningen in vloeren en wanden, afdichtingen, enz… in de biedingen moeten begrepen zijn, ook al zijn deze niet uitdrukkelijk vernoemd in het bestek of de plannen.
2.3
VOORAFGAANDELIJKE GOEDKEURING Vooraleer de werken aan te vatten moet de aannemer uitvoeringsplannen, hydraulische berekeningen, technische specificaties en detailtekeningen ter goedkeuring voorleggen in verband met alle te gebruiken materialen. Deze dienen voorgelegd te worden aan ANPI te Louvain-la-Neuve. Alle keuringskosten zijn inbegrepen. De aannemer staat garant voor het bekomen van een keuringsverslag zonder opmerkingen voor wat betreft de hydraulische brandbeveiligingsinstallatie. Het elektrisch gedeelte wordt gekeurd door AIB Vinçotte.
2.4
PLAATSBEPALINGEN EN MATEN De plaatsen van de installatie-onderdelen, zoals sprinklers, leidingen, apparatuur e.d. worden op de tekeningen bij benadering aangegeven. Diameters van de leidingen zijn door de aannemer te bepalen in functie van de hydraulische berekeningen.
2.5
OPLEVERINGSGEPLOGENHEDEN - Het nazicht en uittesten van de installatie zal geschieden volgens de CEA en AREI. - Er grijpt geen voorlopige oplevering plaats zolang niet alle keuringen met bijhorende verslagen en niet alle documenten ingevuld en ingediend werden. - Alle mankracht en werken voor de gevraagde proeven tijdens de opleveringen zijn door de aannemer te leveren ; het nodige water en elektrische stroom voor het uitvoeren van testen en proeven wordt door de opdrachtgever ter beschikking gesteld vanuit het gemeenschappelijke of particuliere net.
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
4
Daarkom Brandbestrijding
ART. 3
TECHNISCHE BESCHRIJVING
3.1
BLUSWATER Het bluswater wordt rechtstreeks afgetakt van de stadswateraansluiting. In functie van het berekende debiet zal de aannemer een verzwaring van de bestaande teller aanvragen. Op deze aansluiting wordt er onmiddellijk na de teller afgetakt voor de aansluiting op het pompstation.
3.2
DRUKVERHOGINGSGROEP De pompunit heeft een debiet van 1200 l / min bij 10 bar druk. De pompunit bestaat uit 2 pompen die samen dit debiet kunnen geven. Ze is aangedreven door een elektromotor. De zuigleiding is uitgerust met een afsluiter, de persleiding met een terugslagklep en een afsluiter. Het automatisch in- en uitschakelen van de pomp gebeurt door middel van een drukschakelaar. Een keuzeschakelaar “hand / buiten bedrijf / automatisch “ en een bedrijfsurenteller wordt voorzien op de bedieningskast. Tevens is een schakelvat en manometer in de aansluitlijn te leveren. Bewaking hoofdafsluiters De open stand van alle hoofdafsluiters wordt overwaakt. Brandweeraansluiting Aan de inkomdeur zal een brandweeraansluiting op de perszijde van de pomp voorzien worden. Deze omvat een leiding met doormeter 4” met een siamese aansluiting en terugslagklep. De siamese aansluiting is vervaardigd uit licht metaal en voorzien van 2 x DSP 70 slangaansluiting met blinde perskoppeling.
3.3
ALARMKLEPPEN Op de toevoerleiding naar de alarmklep is er aan de buitenzijde van het gebouw een brandweeraansluiting te voorzien. Het spoel- en / of testwater van de kleppen is te verzamelen in de door derden voorziene afvoerbuizen ; na aansluiting is de invoer op de afvoerbuizen hermetisch af te sluiten.
Natte alarmklep Natte alarmafsluiter voor verticale opstelling en constante druk, van een type dat is goedgekeurd door FM of UL. De alarmafsluiter moet voorzien zijn van alle nodige toebehoren voor installatie, werking, testen en afvoer. Een plastic identificatieplaatje met duidelijk leesbaar opschrift zal op een goed zichtbare plaats worden aangebracht, met vermelding van alle ontwerpgegevens, zijnde : o risicoklasse o densiteit l/min/m² o sproeivlak m² o 1 sprinkler per … m² Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
5
Daarkom Brandbestrijding
o o o o o o o
type sprinkler datum van aanleg plan n° vereiste druk beschikbare druk vereiste debiet beschikbare debiet
Materiaal : Materiaal
:
Afdichtingen Flensverbindingen
: :
bar bar l/min l/min
gietijzer lichaam, roestvrij stalen klapper, bronzen zitting neopreen overeenstemmende met de pijpflenzen
Algemeen : De alarmklep bestaat uit : - een afsluiter (hoofdafsluiter) met open stand overwaking - een alarmklep van het natte type (merk Viking of gelijkwaardig) al dan niet met een vertragingskamer - zowel voor als na de alarmklep een manometer met een bereik van 16 bar (metrische aanduiding) - een hydraulische alarmbel, eventueel uitgerust met een vertragingskamer, met pressostaat en afsluitkraan. Deze bel wordt gemonteerd op de buitenmuur (aansluiting met gegalvaniseerde buis) - een pressostaat in de alarmbelleiding, die bediend wordt bij het openen van de alarmklep, hij geeft een signaal voor de brandalarmmelding - de nodige steunen, buizen, kranen, e.d. noodzakelijk voor een installatie conform de opgelegde buizen
Afloopleidingen voor alarmkleppen Per alarmklep worden de drains (bijv. aflaatkraan doormeter 50 mm) en testleidingen (testkraan doormeter 25 mm) gegroepeerd met aansluiting op de riolering te voorzien door derden.
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
6
Daarkom Brandbestrijding
Markering Bij de alarmklep wordt een ingekaderd grondplan opgehangen, het geeft het grondplan weer met aanduiding van de beveiligde zone, een principeschema van de klep en een duidelijke handleiding voor gebruik en testen. Op of nabij de bedieningsorganen van de alarmkleppen en de inspector’s test connection zijn aanduidplaatjes met witte letters en zwarte achtergrond. Indien de Aannemer na berekening vaststelt dat er meer alarmkleppen nodig zijn dan vermeld op de tekeningen, zal hij dat vermelden in zijn offerte en de bijkomende alarmkleppen voorzien in zijn prijs.
3.4
BOVENGRONDSE LEIDINGEN Deze leidingen worden uitgevoerd in staal. Hoofdleidingen en verdeelleidingen zijn aan spanten, wanden, kolommen of het daartoe voorziene secundaire staal in het gebouw te bevestigen ; verdeelleidingen mogen in bepaalde gevallen tussenin bevestigd worden aan het dak/plafond (mits goedkeuring van de leiding der werken) ; in de overige gevallen is het secundair ijzerwerk te voorzien in huidig lot. Sprinklerleidingen worden bevestigd aan de primaire structuur. Alle leidingen zijn in kleur RAL 3002 te schilderen, type poedercoating, met als voorbehandeling beitsen, passiveren en fosfateren. Naadloze stalen buizen, behandeld en geschilderd zoals hierboven beschreven. a)
tot en met 2” : - draadbuizen volgens DIN 2240 - fittingen : stalen draadfittingen St. 37.2 volgens DIN 2240/2241 of smeedbare fittingen
b)
groter dan 2” - gelast, geflenst of voorzien van mechanische koppelingen Mechanische koppelingen zijn FM goedgekeurd.
In het kader van deze aanneming wordt de aandacht erop gevestigd dat : - het verboden is enige last aan het dak of aan de dakstructuur te bevestigen zonder het voorafgaandelijk akkoord van het studiebureau stabiliteit. Met volgende ophangmontages kan rekening gehouden worden bij de prijsberekening: - ophanging van de sprinklerantennes : rechtstreeks aan de primaire structuur mits het gebruik van aangepaste bevestigingsmiddelen. Deze bevestigingsmiddelen zijn ter goedkeuring voor te leggen. Indien de leiding ter hoogte van een koepel komt te liggen, wordt de sprinklerleiding bevestigd aan een door de Aannemer te voorziene constructie uit profielijzers. Deze constructie steunt af op de stalen constructie. - ophanging van de voedings- en verdeelleidingen : enkel op te hangen aan de structurele elementen van het gebouw. Indien deze bevestigingswijze niet gevolgd kan worden, dient de bevestigingswijze voorgelegd aan het Studiebureau. Deze bevestigingsmiddelen zijn eveneens voor te leggen. Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
7
Daarkom Brandbestrijding
-
het pistoolschieten is verboden het verboden is te boren in de liggers / spanten (voorgespannen beton) elke montage die de neiging heeft een thermische brug te vormen verboden is.
De buisleidingen zullen steeds in helling geplaatst worden, zodanig dat ze steeds leeggelaten kunnen worden, de min. hellingen zijn : - uitwendige diameter tot 65 mm : 4 mm / m - uitwendige diameter boven de 65 mm : 2 mm / m De laswerken aan collectoren worden uitgevoerd door lassers in het bezit van erkende certificaten betreffende hun kwalificatie. Deze certificaten zijn voor te leggen voor de aanvang van de laswerken. Indien onder een sprinkler een belemmering aanwezig is, waardoor het in werking treden van die sprinkler kan worden vertraagd of het sproeipatroon van die sprinkler zal worden verstoord, moeten onder die belemmering extra sprinklers worden aangebracht. Aan het einde van elke verdeelleiding moet een doorspoelafsluiter op hoogte worden aangebracht met een diameter gelijk aan de diameter van de verdeelleiding waarop wordt aangesloten. De diameter van de afsluiter behoeft echter min. 50 mm te bedragen. Op de afsluiter wordt een koppeling DSP 45 gemonteerd. Doorspoelinrichtingen worden aangebracht op goed toegankelijke plaatsen, terwijl voorzieningen moeten worden getroffen om het spoelwater gemakkelijk te kunnen afvoeren. Ten einde het brandalarm te kunnen beproeven, moet per sectie op het hydraulisch meest ongunstig gelegen gedeelte een “Inspector’s Test Connection” op het leidingnet worden aangebracht ; deze diameter 25 mm leiding met koppeling voorzien van een orifice van dezelfde opening als de gebruikte sprinklerkop of een open sprinklerkop als restrictie moet uitmonden op een zodanige plaats dat het testwater zonder schade aan te richten kan wegvloeien.
Tracé van de leidingen Het tracé van de leidingen wordt zodanig gekozen dat : - de verdeelleidingen zoveel mogelijk in gezamenlijk overleg met leidingen, kabelbanen van andere technieken ingepland worden - de leidingen volledig kunnen leeglopen langs de hoofdtapkraan van de alarmklep of de lage aflooppunten - het in overeenstemming is met dit getekend op de goedgekeurde plannen. Niet voorafgaandelijk goedgekeurde afwijkingen kunnen afgekeurd worden en dienen dan op kosten van de Aannemer verplaatst te worden - alle zichtbare geplaatste leidingen lopen evenwijdig met de muren, daken of vloeren.
Testen van het leidingwerk
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
8
Daarkom Brandbestrijding
Na het afwerken van het sprinklerleidingnet, of een gedeelte ervan, dient het desbetreffende leidingnetgedeelte te worden doorgespoeld en dit na de Opdrachtgever tijdig verwittigd te hebben. Na de montage wordt het leidingnet getest op 150 % van de nominale druk gedurende 2 uur. Het afpersen en het doorspoelen wordt uitgevoerd in aanwezigheid van het Studiebureau en geschiedt conform de voorschriften van de CEA. De resultaten van bovengenoemde testen moeten in de CEA genoemde rapportagevorm worden vastgelegd. 3.5
BEPROEVINGSAFSLUITER (afgekort ITC) Op elk individueel sprinklernet is op het hydraulisch meest ongunstig gelegen gedeelte een ITC te plaatsen. Elke afsluiter moet duidelijke markering dragen van het net waarop hij is aangesloten.
3.6
AFSLUITERS Handbediende afsluiter (met handwiel) met UL of FM listing. Materiaal : gietijzer voor minimum werkdruk van 12 bar Afdichtingen : Neopreen Flensverbinding : overeenstemmende met de pijpflenzen of koppelingen Type afsluiters Afsluiters aan pompen Afsluiters aan sprinklersystemen Afsluiters op ondergrondse leid.
: vlinderafsluiters : vlinderafsluiters : vlinderafsluiters
Alle afsluiters zijn uitgerust met een bewakingsschakelaar.
3.7
SPOELAFSLUITER Deze is te voorzien op elk sprinklernet en hiervoor gelden dezelfde principes als deze aangehaald voor de ITC. Waar toepasselijk kan de spoelleiding aan een haspel worden aangesloten.
3.8
AXIALE MUURHASPEL Axiale muurhaspels inclusief leidingwerk. Leveren en plaatsen van brandhaspels met axiale voeding, volgens NBN S21-023. De haspels worden aangesloten op de hoofdleidingen van de sprinkler installatie, de 6/4” leiding tussen haspel en hoofdleiding moet inbegrepen zijn in deze post. Elke haspel wordt eveneens voorzien van een DSP 45 koppeling. De haspelflenzen zijn op de binnen- en buitenzijde kras- en stootvast geëpoxeerd in signaalrode kleur en gemoffeld. De flenzen zijn van staalplaat 15/10 mm. De draaghuls waarop de rubberslang wordt gewikkeld, heeft een minimum Ø 200 mm.
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
9
Daarkom Brandbestrijding
De straalpijpvan messing en hoogglans verchroomd: boring 6 mm voor een slangdiameter ¾” boring 8 mm voor een slangdiameter 1”. De straalpijp is voorzien van 3 standen: gebonden straal, verspreide straal en afsluitstand. De rubberslang, onder volle leidingdruk, kan door de bijhorende slanggeleider zonder inspanning in de gewenste richting worden afgerold. De slang is volledig vervaardigd uit synthetisch materiaal. De toevoerafsluiter is een bolkraan, bediening kwartdraai en uitgevoerd in verchroomd messing (kraan inbegrepen in deze post). Een speciaal dispositief op de toevoerafsluiter vergrendelt de straalpijp. Eerst na het openen van de afsluiter kan de straalpijp worden vrijgemaakt. Lengte van de haspel is 30 meter. geleverd en geplaatst (inclusief leidingwerk en afsluiter) 3.9
KAST VOOR MUURHASPEL De haspels worden voorzien van een stalen kast, vervaardigd uit staalplaat 15/10 mm. De kast dient zowel voor inbouw als opbouw. De kast is signaalrood gelakt en gemoffeld op ± 150°C. De deur draait op 2 inwendige scharnieren met messinglift en messing slijtring. De deur is van het omkeerbare type, links en rechts opendraaiend. Sluiting met ingewerkte verzinkte handgreep. De kasten worden opgebouwd op de muur. De benaderende buitenafmetingen voor een kast met een slang diameter 1", lengte 30 m bedragen: hoogte: 100 cm, breedte: 80 cm, diepte: 30 cm Inbegrepen zijn alle bijhorende leveringen, werken en aanpassingen voor het plaatsen en aansluiten van de muurhaspels.
3.10 HYDRANTKRAAN Bij de muurhaspels met axiale voeding wordt een muurhydrant diameter 6/4" volgens NBN 571 opgesteld. De hydrant is voorzien van een halve schroefkoppeling 45 mm uit een aluminiumlegering overeenkomst de bepalingen van KB 30.01.1975.
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
10
Daarkom Brandbestrijding
De blindkoppeling uit aluminium met grendel wordt ter beveiliging op de schroefkoppeling geplaatst. Deze is voorzien van een ketting met S-haak. De hydranten zijn voorzien van afsluitkraan en aansluiting DSP 45. 3.11 MANOMETER OP het hoogste punt wordt een manometer geplaatst met schaal 0-6 bar, voorafgegaan van een afsluiter. 3.12
ELEKTRISCHE INSTALLATIE Algemeen Voor de voeding van het elektrisch gedeelte van de sprinklerinstallatie wordt door de Opdrachtgever een voedingskabel voorzien tot in het pomplokaal voor de voeding van de pompunit. De Aannemer van de sprinklerinstallatie voorziet het bord en alle vertrekken naar zijn toestellen. Het bord omvat o.a. volgende uitrusting : - bediening pompunit : schakelaar automatisch / uit / handbediening en urenteller - alarmmelding bij werkingsstoring - vorstbescherming van buitengelegen leidingen - verwarming van het lokaal - verlichting van het lokaal
Bord Het bord van de sprinklerinstallatie is van het type voor muurbevestiging, beschermingsgraad IP65 volgens NBN. De kast is als volgt samengesteld : - inwendig : de nodige automaten, contactoren, regelapparatuur, etc. - uitwendig : bedieningsmogelijkheid van alle functies voor het opstarten en het buitendienst stellen van de installatie, alsmede signalisatielampen voor het melden van belangrijkste functies.
de
De Aannemer voorziet in elk bord een vrije ruimte van minstens 30 % Een voedingskabel (TNC-net 400 / 230 V) wordt door derden getrokken aan het bord in het pomplokaal. Het in huidig lot te voorziene bord is uit te rusten voor het voeden en beveiligen van alle apparatuur i.v.m. de sprinkler- en alarm meldinstallatie. Deze centrale dient uitgevoerd conform CEA eisen en is minstens voorzien van : Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
11
Daarkom Brandbestrijding
-
-
-
alarmen pomplokaal : • technisch alarm pompen pulsie en extractie, in werking / afgeschakeld • temperatuur te laag, pomplokaal, watervoorraad • spanning afwezig • fout meldpaneel • afsluiter positie : aanzuig (2 x), test (1 x), pers (2 x) • afsluiter positie : fuel (2 x) alarmen posten : • afsluiter positie (1x) • brandalarm (1x) een back-up batterij voor 24 uur werking standby een PLC, met communicatieterminal overwakingsmodules voor kortsluiting of kabelbreuken voor de hiervoor vermelde contacten (23 stuks + 5 m reserve) een waterniveau aflezing te garanderen op 1 cm nauwkeurig een temperatuur aflezing van de watertank, pompzaal en omgeving een teleoproeper voor rechtstreekse programmatie van 8 telefoonnummers en inspraakmogelijkheid van verschillende boodschappen
In het bord zijn supplementair volgende beveiligde kringen, bedraad tot op de aansluitklemmen in het bord te voorzien. - 1 kring 230 V / 10 A voor verlichting van het pomplokaal - 1 kring 230 V / 16 A voor wandcontactdozen voor onderhoud - 1 kring 400 / 230 V / 32 A voor wandcontactdozen voor onderhoud Op afstand wordt een herhaalbord geplaatst voorzien van alle in het pomphuis aanwezige informatie.
Leidingen in het pomplokaal De leidingen worden geplaatst in opbouw, d.w.z. VVB kabel onder slagvaste PVC buis (enkel beschermbuis in de rechte delen) De elektrische leidingen t.b.v. standmeldingen van PIV’s, sectieafsluiters, flowswitches, alarmkleppen, e.d. … zijn begrepen in onderhavig lot tot aan de klemmenkast (1 klemmenkast t.p.v. en in de nabijheid van iedere alarmpost) Er wordt eveneens een klemmenkast ter beschikking gesteld in het pomphuis voor het overbrengen van de werking pompen (evacuatie) enerzijds en van 1 algemeen technisch alarm anderzijds)
Schema & keuring De Aannemer levert bij de installatie de nodige schema’s, verder laat hij de installatie keuren door een erkend keuringsorganisme.
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
12
Daarkom Brandbestrijding
3.9
UITKAPPINGEN, DOORBORINGEN EN HERSTELLINGEN De aanneming voorziet ook in het maken van gaten, sleuven, enz… in muren, plafonds, vloerplaten, vloeren, enz… nodig voor het plaatsen van leidingen, kokers, steunen, enz… De weerstand tegen brand van de muren dient behouden door gebruik van afdichtingen met een gelijke brandwerendheid als deze van de wanden. De te gebruiken materialen zijn zo veel mogelijk van dezelfde kwaliteit als die van de ongeschonden delen, de afdichting van deze is in dit lot inbegrepen.
3.10
TEKENINGEN, BESCHRIJVINGEN, E.A. Onmiddellijk na het begin van het werk moet door de Aannemer worden begonnen aan het opzetten en bijhouden van een compleet stel nauwkeurige revisietekeningen. Het genoemde stel revisietekeningen moet de gegevens bevatten voor de door de Aannemer te maken definitieve revisietekeningen. De genoemde tekeningen dienen, alvorens tot vervaardiging van de betreffende installaties wordt overgegaan ter goedkeuring aan het Studiebureau te worden verstrekt. Met de uitvoering van de installatiewerkzaamheden mag niet worden gestart vooraleer de installatietekeningen door de directie goedgekeurd zijn. De Aannemer levert voor installaties en installatie-onderdelen de nodige bedieningsen onderhoudsinstructies, alsmede de beschrijvingen die een goed inzicht geven in de werking van de installaties en installatie-onderdelen. De revisietekeningen moeten door de Aannemer ter goedkeuring worden voorgelegd aan ANPI, Parc Scientifique Fleming te 1348 Louvain-la-Neuve (tel : 010/47.52.11 ; fax : 010/47.52.67) Ten behoeve van de installatietechnieken, werktekeningen, o.d. verstrekt de directie aan de Aannemer de nodige bouwkundige tekeningen c.q. calques, alsmede reeds gemaakte voorlopige tekeningen of andere gegevens.
Architect : A2D Studieburo : Erbeko NV
13
Daarkom Brandbestrijding