Bespreking Nieuw Erfrecht in de praktijk, een evaluatie Preadviezen voor de jaarvergadering van de KNB op 6 oktober 2006 Mr. Eric W.J. Ebben1
Alles dijt uit. Zelfs het heelal dijt uit naar onbeken-
lingen, het versterferfrecht, de andere wettelijke
de verten. Dan zal het niet verbazen dat ook de
rechten en besteedt ook nog aandacht aan de uiter-
jaarlijkse preadviezen voor de KNB steeds dikker
ste wilsbeschikkingen. En dat zowel civielrechtelijk
worden. Een van de oorzaken daarvan is ongetwij-
als fiscaal. Mr. B.M.E.M. Schols neemt in deel II de
Het zwaartepunt van de
feld het feit dat ze niet meer, zoals vroeger, door
legitieme portie voor zijn rekening en mw. mr. T.J.
evaluatie ligt duidelijk op de
een enkele inleider worden geschreven. Tenslotte
Mellema-Kranenburg behandelt bewind en execu-
afwikkeling van de
wil ieder zijn eigen verhaal kwijt over zijn onder-
tele in deel III. Prof. mr. A.H.N. Stollenwerck
nalatenschap
deel en dan is de som der opgetelde delen meestal
bespreekt in deel IV de vereffening en mw. mr. E.
groter dan wanneer een enkele preadviseur het
van den Brink-Baggerman beschrijft de ervaringen
werk had gedaan. Maar waar ik bij andere onder-
met de verklaring van erfrecht in deel V.
werpen soms denk dat het beter geweest zou zijn
Met het gehele versterferfrecht in deel I en de
om één preadviseur te vragen, meen ik dat dit
vreemde eend van de legitieme in deel II ligt het
onderwerp, een evaluatie van het nieuwe erfrecht
zwaartepunt van de evaluatie duidelijk op de
in de praktijk, zich bij uitstek leent voor een behan-
afwikkeling van de nalatenschap. De ongekende
deling door meerdere specialisten. En die heeft de
nieuwe mogelijkheden die het nieuwe erfrecht de
beroepsorganisatie ook gevonden. Vijf om precies
notaris in het testamentaire erfrecht biedt om de
te zijn, zonder de dagvoorzitter en inleider van de
cliënt van dienst te zijn hebben blijkbaar geen apar-
preadviezen, prof. mr. A.L.G.A. Stille te kort te willen
te behandeling verdiend. Slechts hier en daar wordt
doen. De beroepsorganisatie heeft vijf praktijk-
er wat over gezegd. Dat is mijns inziens jammer,
mensen bereid gevonden elk een deel van het ter-
omdat met name daar de winst lijkt te liggen. Ook
rein voor zijn/haar rekening te nemen.
lijkt het met deze indeling alsof de notariële prak-
De fundamentele vraag of het nieuwe erfrecht nu
tijk zich vooral op de afwikkeling richt. Terwijl toch
al, reeds na drie jaar, aan een evaluatie toe is, wordt
zeker ook het opmaken van de uiterste willen core-
echter nergens gesteld. Als na een voorberei-
bussines is.
dingstijd van meer dan vijftig jaar zou blijken dat
Ook de onderlinge verdeling van de onderwerpen
de regeling kinderziektes vertoont, kan men licht in
is bijzonder. Wie had gedacht dat Mellema-
de verleiding komen de wetgever verkeerde keuzes
Kranenburg haar proefschriftonderwerp, de legitie-
te verwijten. Als het ertoe bijdraagt dat die ver-
me, zou behandelen en dat Schols zijn specialiteit
keerde keuzes dan, als voor de praktijk hinderlijk,
bij uitstek, de executeur, onder de loep zou nemen,
samen met de onvoorziene moeilijkheden in één
kwam
pakket van reparatiewetgeving door de wetgever
gewisseld. Of dat kwam omdat men meende dat
kunnen worden herzien, des te beter!
een verklaard voorstander van de legitieme voor de
Het is een goed gekozen onderwerp, dat door de
bespreking van dat onderwerp niet in aanmerking
KNB tijdig op de agenda is gezet. Na deze gedegen
kwam of omdat men meende dat de executele door
preadviezen is het woord weer aan de wetgever.
een zittende notaris behandeld moest worden zul-
Het is te hopen dat de reparatie van het erfrecht
len we wel nooit te weten komen. De behandeling
wat vlotter kan verlopen dan de invoering ervan.
van de onderwerpen heeft er overigens niet onder
bedrogen
uit.
Zij
hadden
stuivertje
geleden. Een ander punt is de opzet van de verschillende 1. De preadviezen
preadviezen. Die is, met een uitzondering, vrijwel gelijk. Vier van de vijf inleiders sluiten af met een
1 Universitair docent notariële vakken aan de VU Amsterdam.
Mr. P. Blokland neemt het leeuwendeel voor zijn
lijst van aanbevelingen (veelal aan de wetgever
rekening. In deel I bespreekt hij de algemene bepa-
gericht), waarbij soms gericht naar de paragrafen
december 2006 - ESTATE PLANNER
3
van het preadvies wordt verwezen. Alleen Schols
gen, de laatste twee zijn op zichzelf niet eens straf-
maakt hierop een uitzondering. Dat zal niet zijn
bare feiten. De veroordelingen kan de notaris niet
vanwege het feit dat hij slechts één advies heeft, de
zelf controleren, meldt Blokland terecht, en van
afschaffing van de legitieme. Want hij kan speels
eventuele gedragingen rond de uiterste wil heeft
genoeg met het onderwerp omgaan om de practi-
hij ook geen weet. Wat nu wanneer dergelijke
cus wat bruikbare tips daarover te geven.
informatie door andere erfgenamen behulpzaam
Waarschijnlijk een kwestie van afstemming.
wordt aangedragen? Dan komt de notaris pas echt in een lastig parket. Gelukkig is de onwaardigheid een wat lugubere uithoek van het erfrecht, maar
Deel I: het erfrecht bij versterf
dit praktische probleem lijkt mij wat dringender dan het strikte uitlegprobleem. Daar is voor de
Blokland beschrijft op zijn eigen onnavolgbare
notaris nog wel uit te komen; interpreteren is voor
wijze de evaluatie van het versterferfrecht.2 Zijn
hem dagelijkse kost.
zeer leesbare stijl is hier en daar wat wijdlopig,
De termijn voor de ongedaanmaking van drie
maar voor mij zijn er in de voetnoten veel kleine
maanden in art. 4:18 lid 1 BW heb ik in mijn proef-
juweeltjes te vinden. Mijn grens trek ik waar de
schrift9 onwerkbaar kort genoemd. Blokland pleit
voetnoten bijna de helft van een bladzijde gaan
voor verlenging van de termijn tot één jaar. Hij
beslaan, hetgeen toch regelmatig gebeurt. Een pre-
baseert zich daarbij onder andere op een door
Wil het wat worden met de
advies behoort geen rechtshistorisch proefschrift te
hem/zijn kantoor gedaan onderzoek naar het aan-
ongedaanmaking, dan zal de
zijn. Hij sluit zijn preadvies af met zeventien aanbe-
tal keren dat de wettelijke verdeling in de afge-
termijn verlengd moeten
velingen aan de wetgever. Behandeling van al die
lopen jaren ook daadwerkelijk ongedaan is
worden
punten gaat het bestek van deze bespreking ver te
gemaakt.
buiten, dus ik neem er een paar onder de loep.
Daaruit blijkt dat dit in de jaren 2003-2005 slechts in
Blokland meent dat de vergeving van de onwaardige
205 gevallen is gebeurd, Zwolle en misschien ook
door de erflater, alleen met zoveel woorden in een
Assen niet meegerekend. Het fenomeen is bij de
uiterste wil opgenomen moet kunnen worden. De
rechtbanken (waar de boedelregisters worden
term ‘ondubbelzinnig’ waar de wet mee werkt is
gehouden) vrijwel onbekend. En daarbuiten ook,
immers voor meerdere uitleg vatbaar. Dat blijkt
mag men gerust stellen. Stille memoreert in zijn
reeds uit het feit dat van de vijf gevallen die hij op
inleiding terecht dat het erfrecht buiten de nota-
pagina 24 behandelt, er volgens hem slechts in één
riële beroepsgroep nauwelijks leeft. Dus wanneer
geval sprake is van uitdrukkelijke vergeving, terwijl
niet onmiddellijk notariële bijstand wordt ingeroe-
op grond van de Parlementaire Geschiedenis daar
pen is de kans al verkeken voordat ze zich goed en
zeker twee en misschien wel drie onder de uitdruk-
wel heeft voorgedaan. Het argument bij uitstek dat
kelijke vergeving bij zitten. Daar blijft een punt van
de wetgever indertijd bewogen heeft om een ter-
twijfel, maar of dit een dergelijk rigoureus ingrij-
mijn van drie maanden op te nemen was een
3
pen van de wetgever rechtvaardigt vraag ik mij af.
beroep op de rechtszekerheid, een langere termijn
Pagina 21-94.
Een voor mij belangrijker punt, dat Blokland wel
zou onaanvaardbare onzekerheid met zich mee-
Art. 4:3 lid 3 BW.
behandelt, maar geen aanbeveling aan wijdt, is de
brengen. Hoe die argumentatie stand heeft kunnen
toegang
2
3
4
5
de
houden in het licht van de ervaringen met de prak-
onwaardigheid. Hoe weet de notaris of een erfge-
tijk van de OBV, waar een termijn van een jaar
Art. 4:3 lid 1 sub b BW.
naam onwaardig is? Daarbij speelt mee dat art. 4:3
gebruikelijk was, is een raadsel. Blokland draagt vijf
Art.4:3 lid 1 sub c BW.
lid 1 BW een aantal volstrekt verschillende situaties
overtuigende argumenten aan voor een verlenging
op één hoop gooit. Van het met voorbedachten
van de termijn van art. 4:18 lid 1 BW. Wil het wat
Art. 4:3 lid 1 sub a BW.
6
7
Art. 4:3 lid 1 sub d BW.
tot
de
informatie
betreffende
rade van het leven beroven van de erflater, via
worden met de ongedaanmaking, dan zal de ter-
Art. 4:3 lid 1 sub e BW.
‘gewone’ misdrijven5 langs de laster 6 naar het belet-
mijn verlengd moeten worden. In testamenten
Ebben: De positie van de langstlevende echtgenoot en kinderen in het nieuwe erfrecht, diss. VU 2000.
ten om een uiterste wilsbeschikking te maken7 en
waar met een quasi-wettelijke verdeling wordt
uiteindelijk het sjoemelen daarmee. De eerste drie
gewerkt, gebeurt zulks al volop, welhaast onge-
zijn gekoppeld aan onherroepelijke veroordelin-
merkt zien we daarbij het grote voordeel dat het
4
8
9
8
4
ESTATE PLANNER - december 2006
nieuwe erfrecht de praktijk brengt, de uitgebreide
respondenten van Netwerk-notarissen. De uitkom-
mogelijkheden van het testamentaire erfrecht,
sten11 geven de praktijk in elk geval een indicatie
voorbij sluipen. De aanbeveling is ook buiten het
hoe daarmee door anderen wordt omgegaan. Mijn
testamentaire erfrecht echter van belang. Niet
vraag is echter fundamenteler: moet de notaris de
iedereen maakt immers een testament en met
kinderen inroeping van de wilsrechten, behalve als
name die kwetsbare groep van langstlevenden die
fiscaal instrument, wel adviseren als die bezorgd
door de wettelijke verdeling opgezadeld worden
zijn dat hertrouwen van de langstlevende hun
met een negatieve nalatenschap, die door te goe-
papieren erfdeel in gevaar brengt? Mijns inziens
Een regeling analoog aan
der trouw te proberen de zaken te regelen en daar-
staan de langstlevende zoveel mogelijkheden ten
art. 78 lid 1 Succ.w. wordt
bij daden van zuivere aanvaarding stellen, kunnen
dienste om die wilsrechten te neutraliseren, dat de
hier baat bij hebben.
notaris dit terdege in zijn advies moet betrekken.
Een andere aanbeveling van Blokland die ik van
Niet voor niets geeft 35% van de kantoren aan dat
harte ondersteun is zijn oproep aan de wetgever
in 90-100% van de testamenten de wilsrechten
om in de Wet IB 2001 een regeling op te nemen die
geheel worden uitgesloten. Een uitzonderlijk hoog
degene die de ‘economische beschikkingsmacht’
percentage, zeker gezien de oproep van de minister
over de goederen heeft de verplichting op te leg-
indertijd aan het notariaat om de regeling niet bij
gen desverzocht de vermogensrendementsheffing
voorbaat op te geven.
die door anderen over hun verkrijging is verschul-
Ik sluit dit deel af met de opmerking dat Blokland
digd voor te schieten. Een regeling analoog aan art.
stelt dat de Werkgroep deontologie nieuw erfrecht
78 lid 1 Succ.w. wordt node gemist in die gevallen
van de KNB van mening is dat de notaris de kinde-
waarin een testament tot uitvoering komt waar
ren over hun wilsrecht dient te informeren.12 Dat is
geen defiscalisering is verbonden. Ik wijs er overi-
echter niet zo; uit de tekst in de voetnoot blijkt
gens op dat ik nog altijd modellen tegenkom waar-
duidelijk dat alleen de langstlevende geïnformeerd
in slechts naar de inkomstenbelasting wordt
moet worden wanneer die in verband met hertrou-
gekeken, terwijl de onroerende-zaakbelastingen en
wen langs komt. De notaris die eigener beweging
de uitwaterende sluizen (lasten te betalen aan
de wilsgerechtigde op de hoogte zou willen stellen,
waterschappen) vaak over het hoofd worden
schendt volgens de werkgroep zijn beroepsgeheim.
gezien. In testamenten dient dan ook te worden
Alle anderen worden alleen geïnformeerd wanneer
bepaald dat ‘alle aan de verkrijging verbonden
zij ‘erfgenaam’ zijn. De houding van de werkgroep
lasten en kosten’ dienen te worden voorgeschoten.
doet mij denken aan een lezing die ik lang geleden
Ook kan niet genoeg worden benadrukt om dit zo
hield voor de notariële stichting. Mijn idee was om
abstract mogelijk te formuleren. De grijns van ver-
een interactieve middag te houden rond het thema
rukking op het gezicht van de vruchtgebruiker staat
‘Aantastingsgronden van de OBV’. Mijn vraag aan
mij nog altijd bij toen hij mij omstandig uitlegde
de zaal was om mee te willen denken over moge-
dat de vermogensrendementsheffing in de inkom-
lijkheden voor de legitimaris om een OBV aan te
stenbelasting toch echt iets anders was dan de in
tasten. Achteraf is het tekenend voor mijn jeugdige
het testament opgenomen verplichting om de ver-
overmoed dat ik eerlijk verbaasd was over de
mogensbelasting van de zestienjarige erfgenaam
opmerking uit de zaal die hierop neerkwam: “Nee,
voor zijn rekening te nemen. Niet aanknopen aan
want het is onze OBV.” Men was zeer geïnteres-
specifieke wetten dus, met name fiscale wetgeving
seerd in mijn lezing, want die zou het gebruikte
blijkt een steeds kortere houdbaarheidsduur te
model juist sterker maken. “De erflater is onze
hebben.
cliënt, wie naar hem wil, moet eerst langs ons.” Dat
De wilsrechten krijgen een grondige behandeling
de kinderen ook rechten hebben, zoals het recht op
van de preadviseur, zodanig zelfs dat we mogen
informatie en dat die informatie eigenlijk alleen in
concluderen dat de vraag die hij zichzelf (en ande-
het notariaat aanwezig is (zie de hartenkreet van
ren) stelt10 - “Willen we wel wilsrechten?” - vol-
Stille in de inleiding), moffelt de werkgroep weg.
Pagina 68-69.
mondig positief lijkt te beantwoorden. Ook hier
Voor het notariaat een dilemma minder.
Pagina 64.
heeft Blokland veldonderzoek gedaan, nu onder 31
node gemist in de Wet IB 2001
10
11
12
Pagina 65.
december 2006 - ESTATE PLANNER
5
Deel II: de legitieme portie
riaat een reputatie hoog te houden. Steunend op het arrest De Visser/Harms uit 1945 werd onder het
Het onderdeel dat Schols voor zijn rekening neemt13
oude recht in de OBV van de langstlevende die
wijkt in zijn behandeling behoorlijk af van de ande-
gelijkgestelde erfgenaam was, een schuldeiser
re preadviezen. Hier geen of slechts beperkte
gemaakt wier vordering de gehele nalatenschap
inhoudelijke behandeling van de materie, hier geen
omvatte. De uitzonderingen op die regel waren op
aanbevelingen aan het einde anders dan die ene:
de vingers van één hand te tellen. Wat dat betreft
schaf de legitieme af.
stelt Schols niet teleur. De testateur die zijn kind
Schols heeft gelijk als hij stelt dat zelfs voorstan-
volledig wil onterven, is bij hem aan het goede
ders niet lang wakker liggen als de regeling wordt
adres. Op pagina 134 e.v. wordt een complete rou-
afgeschaft. Wat hij er niet bij zegt is dat de wetge-
tebeschrijving gegeven, die de notaris zo aan zijn
14
ver dat heeft ingebouwd. Hij heeft gelijk als hij de
cliënt kan voorleggen.
Zelfs voorstanders liggen niet
vergelijking maakt met een schaap in wolfskleren
In het derde deel is de cirkel rond en (ver)wordt de
lang wakker als de regeling
of zelfs een paarse krokodil. Ik heb de legitieme
legitieme tot een fiscaal speeltje. Zonder daar ove-
van de legitieme wordt
een fopspeen genoemd en geen tandeloze tijger,
rigens denigrerend over te willen doen; er staan
afgeschaft
maar een haardkleedje. Kritiek op de huidige rege-
voor de practicus die enigszins in dit vakgebied
ling vindt men bij voor- en tegenstanders. Maar
thuis is, allerlei handige tips in.
waar de voorstanders zich in de aanloop naar de
De oproep van Schols aan het notariaat zo veel
invoering van het nieuwe erfrecht geroerd heb-
mogelijk te zorgen dat onder het oude recht
ben, hoor ik de kritiek van sommige tegenstanders
gemaakte uiterste willen aan de eisen van de nieu-
pas na de invoering. Juist zij die nu zeggen zo tegen
we tijd en het nieuwe recht worden aangepast kan
de legitieme te zijn, hebben kansen laten liggen bij
ik alleen maar onderschrijven.
15
de parlementaire behandeling. Inhoudelijk behandelt Schols de legitieme in een drieluik: abstract, concreet en fiscaal. Die behande-
Deel III: executele en bewind
ling overtuigt niet helemaal. In het abstracte gedeelte geeft de auteur in een overtuigend betoog
Mellema-Kranenburg verzucht in haar eigen indruk
de relatie weer met het algemene vermogensrecht,
van het nieuwe erfrecht16 dat het optimisme dat
maar allengs wordt de verhaallijn overgenomen
overheerste dat de nieuwe regeling van de execu-
door de vergelijking met het Duitse recht. De
tele, eventueel aangevuld met een afwikkelingsbe-
rechtsvergelijking is een levendige en boeiende tak
wind, tot een vlotte en slagvaardige afwikkeling
van het recht, maar ik moet daarbij altijd denken
van alle nalatenschappen zou leiden een illusie is
aan de uitspraak van Justice Scalia van het US
geweest. Zij wijt dit aan het feit dat de executele-
Supreme Court, die rechtsvergelijking vergeleek
regeling vooral vanuit de persoon van de erflater
met het uitkijken over een menigte en daar je
bekeken is. Dat is ongetwijfeld juist. En dat terwijl
vrienden uit kiezen. Ik weet niet of de practicus op
het erfrecht toch voor de levenden is. De persoon
deze rechtsvergelijking zit te wachten.
op wie de regeling is afgestemd, degene die hem in
Het tweede en derde gedeelte zijn echter zeker de
zijn testament heeft opgenomen, is er niet meer.
moeite van het lezen waard. Het tweede deel gaat
Maar wacht, de notaris, zijn vertrouwde adviseur is
over legitieme ontgaansstrategieën. De wetgever
er toch nog? Jawel, maar die kan bij een vertrou-
kan de legitieme nog zo uitkleden als hij wil, er zul-
wensbreuk tussen executeur en erfgenamen ook
len altijd cliënten zijn die daar geen genoegen mee
geen ijzer met handen breken. Voor dit probleem is
Pagina 99-100.
nemen en die willen dat er helemaal niets naar het
in de wet geen oplossing voorzien of zelfs maar
Ik verwijs hier graag naar Luijten’s lezenswaardige bijdrage in de Moltmaker bundel.
zwarte schaap gaat. En aangezien ook cliënten
mogelijk. Dus problematische boedels zullen er blij-
koning zijn probeert de notaris eerst om de wer-
ven, daar helpt geen nieuwe wetgeving tegen.
king van het bewind uit te leggen om vervolgens te
In haar bondige behandeling17 van eerst executele
Pagina 174.
kijken of het mogelijk is om die legitieme geheel
en vervolgens bewind behandelt de auteur verschil-
Pagina 173-212.
om zeep te helpen. Wat dat betreft heeft het nota-
lende in de praktijk voorkomende knelpunten op
13
14
Pagina 95-171.
15
16
17
6
ESTATE PLANNER - december 2006
deze gebieden. Een belangrijk punt daarbij is naar
van de minister in de parlementaire geschiedenis.
mijn mening de bevoegdheid van de executeur om
Mellema-Kranenburg probeert het verschil terug te
goederen van de nalatenschap te gelde te maken
brengen tot de vraag naar de bevoegdheden van
voorzover dit voor de voldoening van de schulden
de executeur. Gaat het over beheer en aanverwan-
van de nalatenschap nodig is. Die laatste toevoe-
te zaken, dan mag uitbreiding wel, gaat het daar-
ging zorgt echter voor hoofdbrekens. Wat als er
buiten, dan gaat het over beschikkingshandelingen
een executeur op kantoor komt die het woonhuis
en zelfstandig beschikken en verdelen zijn (dus)
uit de boedel wil vervreemden? Moet hij omstandig
geen bewindhandelingen. Daarmee schaart zij zich
aantonen dat dit voor de betaling van de schulden,
in het kamp van de tegenstanders. En dat is jammer.
bijvoorbeeld het successierecht, noodzakelijk is.
Het notariaat is een beroep waarin men niet voor-
Moet de notaris die gevraagd wordt deze transactie
zichtig genoeg kan zijn, de tuchtrechtelijke uitspra-
te begeleiden toetsen of dit inderdaad noodzake-
ken bewijzen dit keer op keer. Maar door in beide
In een vereffeningsprocedure
lijk is, zijn er misschien andere middelen om de
bovengenoemde gevallen de voorzichtigst denkba-
dient uitsluitend de
schulden te voldoen? Vaak wordt er voor de zeker-
re weg te kiezen, slaat zij de rechtsontwikkeling
kantonrechter bevoegd
heid voor gekozen om de erfgenamen ‘mee te laten
dood. Wanneer wij moeten wachten tot de Hoge
te zijn
tekenen’ om gedekt te zijn. Maar wat als die wei-
Raad er te zijner tijd zijn licht over laat schijnen, is
geren?
het al te laat, dan heeft de praktijk zich al gevormd
Mellema-Kranenburg helpt de practicus hier niet
en zijn de paden alweer gebaand.
verder. Zij stelt wel dat de notaris civielrechtelijk
Het stuk wordt afgesloten met tien aanbevelingen,
snor zit als hij toch passeert, immers extern is er
vijf aan de wetgever en vijf aan de praktijk. Ik kan
geen probleem, de akte is correct, zelfs als de exe-
met alle tien instemmen. Volgt de wetgever de
cuteur onbevoegd zou handelen, heeft dit alleen
adviezen op, dan heeft de praktijk in elk geval ant-
interne werking. De executeur staat immers in voor
woorden op prangende vragen.
zijn bevoegdheid. Maar vervolgens slaat de twijfel toe. Ligt dit wel zo simpel? Is er wel externe bevoegdheid wanneer de noodzaak voor vervreem-
Deel IV: vereffening van de nalatenschap
ding (de betaling van de schulden) ontbreekt? En
18
Zie met name F.W.J.M. Schols in zijn preadvies voor de KNB van 2004, en de bespreking ervan door Speetjens in FTV 2004/9. 19
Met name Kleijn, JBN 2003/24, Huijgen, WPNR 2004/6587en Stollenwerck: Alleen de Guide Michelin geeft drie sterren, FTV 2004/9.
vervolgens stelt zij de vraag of de notaris die dan
Op de pagina’s 213 tot en met 256 geeft Stollen-
nog passeert zich niet jegens de erfgenamen schul-
werck een overzicht van de vereffeningsprocedure,
dig maakt aan een onrechtmatige daad. Na publi-
geeft hij knelpunten aan en biedt daarvoor moge-
catie van de preadviezen ziet de praktijk er ineens
lijke oplossingen aan. Hij sluit af met veertien aan-
anders uit! Zij stelt voor om de erfgenamen mee te
bevelingen aan de wetgever.
laten werken en bij weigerachtigheid vervangende
De eerste en belangrijkste aanbeveling is om in een
machtiging te halen bij de kantonrechter. Dat
vereffeningsprocedure uitsluitend de kantonrech-
voorkomt inderdaad de hierboven genoemde pro-
ter bevoegd te laten zijn. Inderdaad is de verwar-
blemen, maar trekt de problemen van de boedel-
ring groot en wordt de vereffenaar door de
praktijk wel op deze manier de onroerend-
rechtbank benoemd,20 maar wordt zijn loon vastge-
goedsector in. Bovendien lijkt mij dit advies haaks
steld door de kantonrechter21 om maar een voor de
te staan op wat de wetgever bedoeld heeft.
hand liggende anomalie te noemen.
Maar juist wat de wetgever bedoeld heeft (of juist
De verwarring is enkel historisch te verklaren.
niet) geeft weer problemen bij de bewindvoerder.
Oorspronkelijk had Meijers bedoeld om de afwik-
De vraag is of de bevoegdheden van de afwik-
keling van nalatenschappen via de rechter te laten
kelingsbewindvoerder zodanig uitgebreid mogen
lopen, zoals het Duitse Nachlassgericht. Dat werd
worden, dat deze de bevoegdheid krijgt om de
de boedelrechter. Later in het wetgevingsproces is
nalatenschap te verdelen. Daarover zijn de menin-
die gedachte verlaten en heeft men de boedelrech-
gen verdeeld. Sommigen18 menen van wel en
ter vervangen door de kantonrechter. Toen het
20
Art. 4:206 lid 2 BW.
anderen
menen van niet. Het draait daarbij uit-
voorstel voor de reorganisatie van de rechterlijke
21
Art. 4:206 lid 3 BW.
eindelijk om de uitleg van één enkele opmerking
macht gelanceerd werd, waarin de kantonrechter
19
december 2006 - ESTATE PLANNER
7
werd geïntegreerd in de rechtbank, is men de recht-
Ik signaleer een paar punten. De eerste twee knel-
bank weer een plaats gaan geven in het geheel.
punten verdienen die titel nauwelijks. Het zou een
Achteraf is het geheel dus minder gelukkig en voor-
probleem zijn dat iemand die zuiver wenst te aan-
al minder systematisch geworden dan gehoopt.
vaarden op kosten wordt gejaagd doordat een
Misschien dat dit verholpen kan worden. Geheel
andere erfgenaam zuiver aanvaardt, zodat nog
Het verdient aanbeveling dat
zeker ben ik daar echter niet van, faillissementen
slechts uitdrukkelijke zuivere aanvaarding mogelijk
(kandidaat-)notarisen zich
zijn immers de specialiteit van de rechtbank. Om nu
is. Maar het voorbeeld dat zij noemt op pagina 259-
ontwikkelen tot
ook kantonrechters die expertise bij te brengen kan
260, waar iemand uitdrukkelijk zuiver wenst te
vereffeningsspecialisten
als een al te grote investering c.q. belasting van de
aanvaarden en niet kan leven met beneficiaire aan-
rechterlijke macht opgevat worden.
vaarding is de allereerste keer dat ik van zoiets
Dat ook Stollenwerck twijfels heeft blijkt uit het feit
hoor. Die erfgenaam, zo begrijp ik het voorbeeld,
dat zijn tweede aanbeveling een subsidiaire is, voor
verwijt de notaris dat nu kosten gemaakt moeten
het geval de eerste niet wordt overgenomen.
worden in verband met die zuivere aanvaarding
Van zijn verdere aanbevelingen hebben er vier een
(door de verklaring ter griffie). Maar wat voor een
financiële achtergrond, het is te zien dat de notaris
verwijt is dat eigenlijk aan de notaris? Stel dat die
ondernemer is geworden en ook dat de boedel-
ene erfgenaam zuiver wenst te aanvaarden en hij
praktijk daarbij niet de meest winstgevende is.
wenst dat ook te doen zonder de kosten te maken
Dat wil niet zeggen dat die aanbevelingen niet
die de verklaring ter griffie met zich meebrengt.
gevolgd zouden moeten worden. Juist wel. Het feit
Dan kan dat dus alleen door een daad van zuivere
dat het voorwerk van de boedelnotaris, dus vooraf
aanvaarding te stellen. Dat kan slechts door zich
aan de eigenlijke vereffeningsprocedure geen
uitdrukkelijk als erfgenaam te gedragen. De (lage-
kosten van die vereffening uitmaken is bijzonder
re) jurisprudentie hierover is niet geheel duidelijk,
ongelukkig. De notaris die zijn werkzaamheden
maar alle rechtspraak betreft dan ook gevallen
aanvangt, ongeacht of hij direct weet of er veref-
waaraan men zich aan de gevolgen van dat hande-
fend zal moeten worden of niet, moet ervan uit
len wenste te onttrekken. Hoe kan de notaris nu
kunnen gaan dat die kosten betaald zullen worden
(door te informeren) die erfgenaam helpen, zonder
uit de nalatenschap. En ook die kosten moeten
de anderen daarmee te benadelen? Gaat u alvast
inderdaad preferent worden. Inmiddels heeft het
maar rekeningen innen? Of gaat u alvast maar aan
Landelijk Overleg van Kantonrechters reeds met
de verdeling beginnen? Dat zijn handelingen die
deze aanbeveling ingestemd en haar leden geadvi-
onomstreden zuivere aanvaarding tot gevolg heb-
seerd die kosten als zodanig te laten gelden.
ben. Maar abonnementen opzeggen, of zelfs de
Verder ondersteun ik van harte de laatste aanbeve-
inboedel bij het grof vuil zetten kan evengoed als
ling dat (kandidaat-)notarisen zich ontwikkelen tot
een daad van zuivere aanvaarding worden uitge-
vereffeningsspecialisten, zoals dat onder advocaten
legd. Kortom, ik zie het probleem niet en als er al
voor curatoren gebruikelijk is.
één is, zie ik geen oplossing. Het tweede knelpunt stelt dat een notaris die gevraagd wordt om een verklaring van wettelijke
Deel V: verklaring van erfrecht; (beneficiair) aanvaarden en verwerpen
verdeling op te stellen, daarvoor geen verklaring van zuivere aanvaarding van de kinderen nodig heeft. De argumenten die de preadviseur daarvoor
In het laatste deel behandelt Van den Brink-
aandraagt zijn valabel, toch heb ik twijfel. Niet van-
Baggerman de rol van de verklaring van erfrecht
wege de argumenten, die zijn goed, de langstle-
tegen de achtergrond van zuivere aanvaarding,
vende moet ongestoord verder kunnen, zonder
beneficiaire aanvaarding en verwerping.
Zij sluit
inmenging van de kinderen. Maar wat als die alle-
af met een samenvatting van de praktische knel-
maal verwerpen? Dan is er geen wettelijke verde-
punten (dertien) en hun oplossingen terwijl zij zelfs
ling. Geen probleem, want zij is enig erfgenaam,
twee tekstvoorstellen tot wetswijziging aandraagt.
maar de verklaring als zodanig klopt niet. Vaak
Daar heeft de practicus (en de wetgever) wat aan.
wordt dan ook de zuivere (of beneficiaire, dat
22
22
Pagina 257-294.
8
ESTATE PLANNER - december 2006
maakt niet uit) aanvaarding door een kind vermeld.
via het Boedelregister. Dat ‘gewone’ mensen geen
Een vermelding (sec) dat de langstlevende dan
idee hebben wat het is, zou toch tot andere conclu-
beschikkingsbevoegd is 23 is slechts een lapmiddel.
sies moeten leiden. Waar is de maatschappelijke
Van harte ondersteun ik de aanbeveling om toch
zorgplicht van de notaris gebleven?
vooral executeurs te benoemen (aanbeveling vier),
Met het tweede deel van het knelpunt, dat de
ongeacht het feit dat we hierboven hebben gezien
vervaltermijn van vijf jaren voor minderjarige erfge-
dat hun benoeming niet alle problemen oplost.
namen pas zou moeten aanvangen bij meerder-
Maar aangezien dit advies alleen gegeven kan wor-
jarigheid kan ik volledig instemmen.
den aan mensen die zich binnen gehoorsafstand van het notariaat bevinden, zou dit beter in een televisiecampagne passen. Mogelijk iets voor
2. Conclusie
Postbus 51? Het erfrecht is en blijft een
Ik sluit af met aanbeveling tien. Die vangt aan met
Het erfrecht is en blijft toch een boeiend vakgebied.
boeiend vakgebied
de stelling dat legitimarissen niet behoeven te wor-
Hoe uitgebreid het is en hoeveel problemen er, zelfs
den opgespoord noch behoeven te worden geïnfor-
kort na invoering van nieuwe wetgeving, spelen
meerd. Ik heb daar grote moeite mee. Als
leren ons de preadviezen voor de KNB van 2006.
beroepsgroep heeft het notariaat blijkbaar geen
Stuk voor stuk gedegen werkstukken, die de vingers
moeite met het volgen van de wens van de cliënt
leggen op de problemen die op de verschillende
om zijn kind volledig te onterven (ik verwijs naar
terreinen spelen. Van harte aanbevolen aan de
hierboven onder deel II), maar voor de gevolgen
practicus. Heeft die misschien wat weinig tijd, de
daarvan moet de legitimaris niet bij de notaris zijn.
toegang tot de teksten wordt vergemakkelijkt
Bij wie dan wel? Volgens de reeds genoemde werk-
doordat de conclusies aan het slot van de stukken
groep kan die, net als ‘andere’ crediteuren (die hun
naar de inhoud verwijzen. Begin gewoon achterin
positie overigens niet aan het ingrijpen van de nota-
te lezen.
23
Pagina 263.
ris te danken hebben), zijn eigen boontjes doppen
december 2006 - ESTATE PLANNER
9