Besluiten- en toezeggingenlijst brede commissie – gemeente Hattem Vergadering d.d. 25 februari 2013 Aanwezig: Commissie:
College: Verder aanwezig: Afwezig:
mw. K. Broekhuis-Bonte (PvdA), M. van Duinen (CDA), J.H. Havinga (ChristenUnie), F.M. Hospers (CDA), J.G. Kers (ChristenUnie), G. van Keulen (PvdA), H.J. Leskens, mw. W. van Regteren-de Boer (PvdA), mw. Y.J.A. Schepers-Mulder (CDA), R.H. van der Sleen (D66), mw. D.J. Tigchelaar-van Oene (VVD), G.G. Winkel (PvdA), mw. B.J. van der Worp-Westerik (ChristenUnie) en mw. M.D. Zuidwijk (VVD) burgemeester J.W. Wiggers en wethouders A.G. Borst en L. Teuben de heer R. Oosterhof (eenheidsmanager Publiek & Service)) --
Voorzitter: Wnd. griffier:
J.A. Hazewinkel (VVD) H. Geertsma
Tijd:
20.03 – 22.00 uur
1. Vaststelling agenda Op verzoek van de VVD wordt het onderwerp ‘Algemene voorziening huishoudelijke hulp’ aan de agenda toegevoegd, als punt 4a. Met deze aanvulling wordt de agenda vastgesteld. 2. Vaststellen besluiten- en toezeggingenlijst commissievergadering 21 januari 2013 De besluiten- en toezeggingenlijst wordt vastgesteld conform het concept. 4. Gelegenheid tot het stellen van vragen door commissieleden Zie bijlage 1. Toezeggingen Bij 4.1.: Wethouder Borst zegt toe dat het werkdocument voor de maatschappelijke visie binnenkort naar de raad toe komt . Bij 4.5: Wethouder Borst zegt toe dat hij de raad een overzicht zal verstrekken van de besteding door SV Hatto Heim van een bedrag van 30.000 euro (een deel van het bedrag dat de vereniging van de gemeente heeft gekregen). Bij 4.6: Burgemeester Wiggers zegt toe dat de beantwoording van de vraag van de VVD over bedrijvenpark H2O verwerkt zal worden in een actieve raadsinfo, zo mogelijk nog voor 1 maart. 4a. Uitstel invoering algemene voorziening voor huishoudelijke hulp Toezegging: Wethouder Borst zegt toe dat in het voorstel over de algemene voorziening, dat in de commissievergadering van 25 maart a.s. zal worden besproken, de financiële en maatschappelijke gevolgen van het uitstel van de invoering van deze voorziening zullen worden meegenomen. 5. Integrale handhaving Het voorstel wordt als hamerstuk afgehandeld in de aansluitende hamerraadsvergadering. 6. Milieujaarverslag 2011 en 2012 en Milieujaarprogramma 2013 en 2014 Het voorstel wordt als hamerstuk afgehandeld in de aansluitende hamerraadsvergadering. Toezegging: Wethouder Teuben zegt toe dat hij zijn collega uit Oldebroek zal vragen waarom op het leegstaande gedeelte van bedrijvenpark H2O verlichting brandt en of die verlichting niet uit kan. 7.
Leerplichtjaarverslag 2011-2012
1
Het voorstel wordt als hamerstuk afgehandeld in de aansluitende hamerraadsvergadering. 8. Begroting 2013 Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio Het voorstel wordt als hamerstuk afgehandeld in de aansluitende hamerraadsvergadering. Toezeggingen: Wethouder Borst zegt toe 1. dat hij zal nagaan hoe het komt dat de prognoses van het OOZ andere cijfers laten zien dan die van de heer Kogelman; 2. dat hij zal nagaan of het OOZ te maken heeft met zogenaamde ‘stille bezuinigingen’ en zo ja, hoe het daarmee omgaat; 3. dat het antwoord op de schriftelijke vraag van de PvdA over de sterk stijgende huisvestingslasten (pagina 21) nader zal worden verduidelijkt. 9. Benoeming voorzitter commissie Bezwaarschriften Het voorstel wordt als hamerstuk afgehandeld in de aansluitende hamerraadsvergadering. Vastgesteld op 25 maart 2013. De griffier,
De voorzitter,
2
Bijlage – Beantwoording van vragen 4. Gelegenheid tot het stellen van vragen door commissieleden 4.1. PvdA over motie Spreiding onderwijsvoorzieningen en vestiging brede school – in aanwezigheid van wethouder Borst Mevrouw Broekhuis heeft een vraag naar aanleiding van de actieve raadsinformatie over de maatschappelijke visie. In die visie zal ook de onderwijshuisvesting worden meegenomen. De route om tot deze visie te komen loopt tot eind 2013. Daarna volgt fase 2 om tot een uitvoeringsprogramma te komen. Voor die fase is geen tijdpad aangegeven. De PvdA-fractie vestigt de aandacht op de motie ‘Spreiding onderwijsvoorzieningen en vestiging Brede School’ van 7 november 2011, die met algemene stemmen is aangenomen. Ze vraagt of de oproep in die motie niet eerder kan worden uitgevoerd dan volgens het voorgestelde tijdpad. Wethouder Borst antwoordt dat het college vanaf het begin heeft willen kijken naar de integrale situatie op maatschappelijk gebied. Van de vier ambtenaren die zich daarmee bezig hielden, is er één op een gegeven moment met zwangerschapsverlof gegaan en kort daarna vertrokken, terwijl de andere drie veel tijd hebben moeten steken in het project KRACHT! Daardoor is er vertraging opgetreden. In het kader van KRACHT! moest ook worden bekeken hoe de verschillende gebouwen die de gemeente beheert zo efficiënt mogelijk gebruikt kunnen worden, zodat wellicht ook gebouwen kunnen worden afgestoten. Zo zijn er meer initiatieven die op elkaar moeten worden afgestemd. Een integrale benadering is dus absoluut noodzakelijk. Er ligt inmiddels een werkdocument dat gebruikt is voor de selectie van het bureau dat voor dit proces wordt ingeschakeld. Dat bureau gaat binnenkort samen met de gemeente het gesprek aan met het maatschappelijke middenveld. De input vanuit dat veld zal in een beleidsdocument aan de raad worden voorgelegd voor een eerste beoordeling. Met die manier van werken zal het beste resultaat en het grootste draagvlak worden bereikt. Mevrouw Broekhuis wijst erop dat de genoemde motie al dateert van november 2011. Verder is de toekomstvisie niet in 2012 vastgesteld, zoals in de actieve raadsinformatie staat, maar al in juni 2011. Daarnaast ligt er een stuk over het onderwijs met de datering ‘2009-2012’, waarin al over de mogelijkheid van een brede school wordt gesproken. De PvdA had dan ook gehoopt dat er nu iets meer te zeggen viel dan dat er gesprekken zullen worden gevoerd. In de tussentijdse evaluatie van het collegeprogramma is het starten van gesprekken met schoolbesturen al afgevinkt. Spreekster vraagt of de raad het startdocument kan krijgen dat de wethouder noemde. Volgens haar moet dat document in de maatschappelijke visie kunnen worden verwerkt. Wethouder Borst merkt op dat de start van de gesprekken is afgevinkt en niet het geheel van die gesprekken. In het overleg met besturen en directeuren van scholen wordt inderdaad al een tijd over de brede school en dergelijke gesproken. Er zijn echter meer partners nodig om dat soort onderwerpen in een breder maatschappelijk perspectief te plaatsen. Het werkdocument is de onderlegger voor de maatschappelijke visie en kan niet in die visie worden ingevlochten. De wethouder benadrukt dat het onderwerp ‘samenwerking’ niet voor niets hoog op de agenda van deze gemeente staat. Het team dat aan dit project moet werken, is kwetsbaar. Voor de medewerkster die vertrokken is, is ook nog geen opvolger gevonden. De heer Van der Sleen heeft alle begrip voor de personele problemen, maar volgens hem moet er na ruim een jaar wel iets zijn waar de raad over geïnformeerd kan worden. Hij vraagt op welke termijn de raad iets kan verwachten. De heer Leskens laat weten dat zijn fractie heeft besloten de bouwstenen die aan de visie ten grondslag kunnen liggen langs andere wegen naar voren te brengen. Later in deze vergadering komt hij op twee van die elementen terug. Hij constateert dat de gemeente een extern bureau inschakelt, maar volgens hem zijn in de organisatie zelf heel wat mogelijkheden aanwezig om alvast een aantal dingen vast te leggen. Ook hij wil weten wanneer de raad een eerste aanzet voor de te ontwikkelen visie kan verwachten. Wethouder Borst merkt op dat het werkdocument dat er ligt een goed stuk is. Het college wilde daar echter eerst met het veld over praten voordat het naar de raad toe komt. Dan zou de raad een stuk krijgen dat van alle kanten belicht is. De wethouder zegt echter toe dat het werkdocument binnenkort naar de raad toe komt. Hij zou het betreuren als het beeld ontstaat dat er een hele tijd niets gebeurd is. Dat zou geen recht doen aan het ambtelijke apparaat van deze gemeente dat het bepaald niet slecht doet. De planning die er nu ligt, is al heel ambitieus. Het kost tijd om het onderwerp met alle betrokkenen goed door te spreken. De gesprekken zullen voor de zomer plaatsvinden. Later dit jaar moeten de resultaten dan naar de raad toe kunnen komen. De heer Van der Sleen wil graag dat de raad voor de zomer al wat gedachten over de brede school onder ogen kan krijgen. Over dat onderwerp wordt inmiddels al heel lang nagedacht. Mevrouw Broekhuis noemt een aantal beleidsnota’s en startnotities die al een hele tijd in de kast
3
liggen. Volgens haar zijn dat prima documenten, waarmee binnen een redelijk korte termijn een goede maatschappelijke visie kan worden gerealiseerd. Wethouder Borst geeft aan dat die stukken als basis hebben gediend voor het eerder genoemde werkdocument. Wat nu gaat gebeuren, is dat het veld erbij wordt betrokken. De wethouder ziet geen kans om voor de zomer een stuk voor de raad klaar te hebben.
4.2. ChristenUnie over wetsvoorstel overheveling buitenonderhoud primair onderwijs – in aanwezigheid van wethouder Borst De heer Leskens heeft begrepen dat de wet op het primair onderwijs vermoedelijk per 1 januari 2015 wordt aangepast. De verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en voor aanpassingen aan gebouwen komt dan volledig bij het bevoegd gezag van de school te liggen. Dat wordt dan verrekend in de lumpsum. Vergeleken met het aanvankelijke plan is de invoering van de wet een jaar uitgesteld. Dat neemt voor dit moment de druk van de ketel, maar als het zover is, moet de gemeente de zaken op dit gebied wel goed voor elkaar hebben. Spreker stelt in verband daarmee de volgende vragen: 1. Hoe wordt tot 31 december 2014 omgegaan met de huidige staat van onderhoud van de gebouwen? (Deze vraag staat niet los van de notitie over het spreidingsplan voor de scholen die de raad nog verwacht). 2. Uit de memorie van toelichting op het wetsvoorstel blijkt dat er geen inventarisatie zal plaatsvinden van de staat van het buitenonderhoud. Dat is te duur, te complex en te tijdrovend. Hoe gaat dit dan in de toekomst werken? 3. Hoe zal worden omgegaan met het verschil in staat van onderhoud van schoolgebouwen en welke criteria zullen daarbij gehanteerd worden? 4. Kent de gemeente Hattem (verwijtbaar) achterstallig onderhoud aan schoolgebouwen? Wethouder Borst merkt op dat de VNG een goede rol speelt in dit verhaal. De VNG heeft ook op het genoemde wetsvoorstel gereageerd. In de huidige situatie is het zo dat de scholen voor 1 februari moeten aangeven wat voor het volgende jaar hun wensen zijn ten aanzien van de gebouwen. Dat is steeds goed gegaan. Waar het echt nodig was, is het ook allemaal uitgevoerd. Er is geen sprake van verwijtbaar achterstallig onderhoud. Een aantal jaren geleden is er nog een inhaalactie geweest, in het kader van onderwijskundige vernieuwingen. Het geld dat voor dat doel beschikbaar was, is toen gericht ingezet waar het nodig was. Wat de overgang naar de nieuwe situatie betreft: een inventarisatie wordt als feitelijk onuitvoerbaar beschouwd, maar er wordt wel gekeken naar een goede overgangsregeling waarbij niemand tussen wal en schip valt. Die regeling houdt in dat gedurende een beperkt aantal jaren een deel van het over te hevelen bedrag wordt achtergehouden om gericht te worden toegekend aan bevoegde gezagorganen met het oog op bepaalde gebouwen. Mevrouw Schepers vraagt of per jaar naar achterstallig onderhoud wordt gekeken of dat dit alleen gebeurt op aangeven van de scholen. Wethouder Borst antwoordt dat de scholen zelf aangeven wat er moet gebeuren. Dat lijkt hem ook de beste werkwijze. De gemeente heeft wel een bouwkundige in dienst die van tijd tot tijd een kijkje neemt. Hij beoordeelt ook in hoeverre de maatregelen waar de scholen om vragen nodig zijn.
4.3. VVD over Kulturhus – in aanwezigheid van wethouder Borst Mevrouw Tigchelaar vraagt - naar aanleiding van de notulen van een B&W-vergadering – of het gezien de grote bezuinigingstaak waar de gemeente voor staat nog wel verantwoord is om in de huidige tijd de aanbesteding voor het Kulturhus te laten uitvoeren. Wethouder Borst beantwoordt deze vraag bevestigend.
4.4. VVD over De Marke – in aanwezigheid van wethouder Borst Mevrouw Tigchelaar vraagt namens haar fractie om de Jaarrekening 2012 van de Stichting Exploitatie MFC de Marke en om de financiële verantwoording m.b.t. de subsidieaanvraag voor 2013. Wethouder Borst antwoordt dat de stichting de jaarrekening voor 1 juni moet aanleveren. De subsidieaanvraag voor 2013 is ingediend conform de presentatie die de penningmeester in mei 2012 heeft gegeven.
4.5. VVD over SV Hatto-Heim – in aanwezigheid van wethouder Borst Mevrouw Tigchelaar las in de actieve raadsinformatie van 18 december 2012 dat SV Hatto-Heim voor 1 februari 2013 met een plan van aanpak zou komen voor de deprivatisering van de kantine. Ze vraagt of de wethouder dat plan van aanpak inmiddels heeft gekregen. Wethouder Borst bevestigt dat. Hatto-Heim stelt voor, gezien de financiële verplichtingen ten aanzien van de accommodatie en het kunstgrasveld, gedurende de laatste vijf jaar elk jaar een vijfde deel van het bedrag te betalen. Dat past bij de wens die destijds is geuit om de periode voor de deprivatisering uit te breiden van twintig tot dertig jaar. In de laatste tien jaar vallen de bedragen vrij, zeker in het
4
kader van het kunstgrasveld. De heer Van Keulen vraagt of bij het bedrag dat in de actieve raadsinformatie is genoemd, rekening is gehouden met rente. Ook wil hij weten of met de beide voetbalverenigingen over dit bedrag is gesproken en of hiermee het verschil tussen de verenigingen rechtgetrokken is. Ten slotte vraagt hij of er al iets te zeggen valt over het plan van aanpak voor de samenwerking tussen de beide verenigingen. Wethouder Borst laat weten dat de gemeente Hatto-Heim heeft gevraagd hoe die vereniging het geld heeft uitgegeven dat naar haar toe is gegaan. De rente van het bedrag voor de kantine wordt gebruikt om die kantine te onderhouden. Van het bedrag van 50.000 euro staat nog 20.000 euro op de plank. Dat is gereserveerd voor groot onderhoud aan het dak van de kantine. Voor de rest is het bedrag opgegaan aan een heel scala aan posten. De wethouder zegt toe dat hij de raad daarvan een overzicht zal verstrekken. Volgens hem is de verantwoording van de besteding van het geld plausibel. Wat met Hatto-Heim besproken is, zal ook worden gecommuniceerd met VV Hattem. De wethouder denkt dat alle plooien dan glad gestreken zijn. Hij merkt dat er initiatieven zijn om de beide verenigingen weer meer tot elkaar te laten komen. Het college heeft gevraagd om een stuk waarin de samenwerking voor de lange termijn wordt vastgelegd. Dat stuk is er nog niet.
4.6. VVD over bedrijventerrein H2O – in aanwezigheid van burgemeester Wiggers Mevrouw Tigchelaar refereert aan de actieve raadsinformatie van december over het bedrijventerrein H2O. Daarin is sprake van een notitie die in februari naar de raad toe zou komen. Spreekster vraagt wanneer ze die notitie kan verwachten. Burgemeester Wiggers beantwoordt de vraag vanuit zijn positie als aandeelhouder. In december werd nog melding gemaakt van de noodzaak om, in afwachting van de uitwerking van de nieuwe koers, de garantstelling te verruimen. Volgens de laatste inzichten is die noodzaak echter niet aanwezig. Door een tussentijdse kostenreductie kan de BV voorlopig aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. De uitwerking van de nieuwe koers ligt behoorlijk op schema. Volgens plan zullen de aandeelhouders daar op 15 maart over spreken. In april en mei zal dan een bespreking in de commissie en de raad volgen. Als dat laatste niet haalbaar blijkt te zijn en als de liquiditeit dan alsnog onder druk komt te staan, kan er altijd nog een tussentijds voorstel komen voor een uitbreiding van de garantstelling. De burgemeester wil dit verhaal zo mogelijk nog voor 1 maart in een actieve raadsinformatie laten zetten, waarbij dan ook nog wat aanvullende informatie zal worden verstrekt.
4.7. D66 over project Eeuwlandseweg in Heerde – in aanwezigheid van wethouder Teuben De heer Van der Sleen constateert dat de gemeente Heerde bezig is aan de noordkant van het dorp een nieuw bedrijventerrein te realiseren: Eeuwlandseweg. Hij erkent dat Heerde het recht heeft om te doen wat het denkt te moeten doen, maar hij kan dit moeilijk rijmen met de H2O-samenwerking en met de gezamenlijke inspanning van de drie gemeenten om het – helaas zieltogende – bedrijvenpark H2O tot leven te wekken. Dat brengt hem tot de volgende vragen: 1. Hoe kijkt de wethouder aan tegen deze ontwikkeling? 2. Heeft Heerde hierover met Hattem overlegd? 3. Acht de wethouder deze ontwikkeling in overeenstemming met de gezamenlijke belangen van de drie gemeenten op het gebied van samenwerking, met name ten aanzien van het bedrijventerrein bij Hattemerbroek? Wethouder Teuben stelt voorop dat dit een onderwerp is waar Heerde over gaat. Die gemeente is naar haar beide partnergemeenten toe altijd open geweest over deze ontwikkeling. Ze heeft voor dit project ook toestemming gekregen van de provincie. Het traject loopt al een aantal jaren. Als de heer Van der Sleen bedoelt dat een meer intensieve samenwerking tussen de drie gemeenten tot een andere conclusie zou leiden, kan de wethouder dat volgen. Hij is benieuwd of de heer Van der Sleen daarin een aansporing ziet om de bestaande samenwerking te versterken. Verder waardeert hij het dat D66 de ontwikkeling van bedrijvenpark H2O van groot belang vindt. Hij betreurt wel dat de fractie de term ‘zieltogend’ gebruikt. Volgens hem is het bedrijvenpark op de lange termijn nog altijd kansrijk. Dat leidt hij af uit een analyse die gemaakt is door STEK, een landelijk bureau dat op dit gebied heel deskundig is. De heer Van der Sleen wijst erop dat hij sprak over een helaas zieltogend bedrijvenpark. Ondanks de optimistische geluiden van de wethouder blijft hij het treurig vinden dat er op dit moment niet meer activiteiten zijn.
4.8. D66 over Assenrade fase 1 – in aanwezigheid van wethouder Teuben De heer Van der Sleen vindt het een goede zaak dat fase 1 van Assenrade vervroegd woonrijp wordt gemaakt en dat verlichting en bestrating rond de zomer op orde zijn. In het persbericht waarin dat werd bekendgemaakt, stond echter ook dat de bewoners op dit moment wateroverlast ondervinden.
5
Spreker vraagt wat daarvan de oorzaak is, of die overlast te voorzien was geweest en of het probleem met het woonrijp maken van de buurt definitief zal zijn opgelost. Verder wil hij weten of bij het inrichten van de wijk een 30-kilometerbewind wordt ingevoerd en zo ja, of daarmee de veiligheid voor voetgangers en fietsers goed geregeld is. Wethouder Teuben antwoordt dat bij overvloedige regenval sprake kan zijn van wateroverlast zolang de bouwstraten in een nieuwe woonwijk nog niet zijn ingericht als woonstraten. In het geval van Assenrade gaat het om de straten waar de vrije kavels aan liggen. Die straten worden nu vervroegd woonrijp gemaakt. Daarmee moet het probleem zijn opgelost. Een bijkomend voordeel is dat de wijk daardoor een betere uitstraling krijgt. Dat zou de verkoop kunnen bevorderen. Inmiddels is ongeveer de helft van de vrije kavels verkocht en er is nog steeds belangstelling. Het nadeel van het vervroegd woonrijp maken is dat bij de bouw op de resterende kavels schade aan de straten kan ontstaan. De wethouder vindt dat de gemeente ten behoeve van de huidige bewoners dat risico moet nemen. Verder constateert hij dat Assenrade een veilige wijk is. Er is geen sprake van doorgaand verkeer en er wordt geparkeerd in een veilige omgeving. De maximumsnelheid is inderdaad 30 km per uur.
4.9. ChristenUnie en CDA over oplaadpunt elektrische auto’s – in aanwezigheid van wethouder Teuben De heer Havinga heeft een inwoner van Hattem gesproken die tevergeefs de medewerking van de gemeente heeft gevraagd om een oplaadpunt voor zijn elektrische auto te realiseren. Hij vraagt hoe het college op een dergelijk verzoek reageert. De heer Hospers denkt dat zijn fractie met dezelfde bewoner heeft gesproken. Het CDA heeft begrepen dat er geen beleid is ten aanzien van oplaadpunten op – bijvoorbeeld – grote openbare parkeerplaatsen. Spreker vraagt of op zulke locaties (de Bleek, de jachthaven en de parkeergarage) zo’n oplaadpunt zou kunnen komen. Wethouder Teuben antwoordt dat de gemeente alle bezitters van een elektrische auto graag van dienst zou zijn op dit gebied. Het college heeft zich er in het verleden al eens over gebogen, maar is tot de conclusie gekomen dat dit niet primair een taak is van de gemeente. De wethouder wil echter graag dat de raad daar ook eens over nadenkt. Het is voor het college ook de vraag voor wie zo’n oplaadpunt zou moeten worden aangelegd: voor de eigen bewoners of voor bezoekers. In het laatste geval zou de gemeente een of twee van die voorzieningen kunnen creëren, maar het zijn wel dure installaties. Als de raad dit wil, moet hij dus wel een idee hebben over de financiering. Verder blijft het lastig dat er maar één auto tegelijk van de voorziening gebruik kan maken. Inwoners van Hattem moeten hun auto in principe thuis kunnen opladen. Als dat in bepaalde gevallen niet mogelijk is, is het nog de vraag of de gemeente daarin moet voorzien. Het college ziet hierin eerder een taak voor garagebedrijven. Er is een stichting E-laad die zich bezighoudt met de aanleg van oplaadpunten, samen met overheden, particulieren en bedrijven. Die stichting heeft enige tijd geleden geconstateerd dat ze geen nieuwe aanvragen in behandeling kon nemen, omdat ze eerst moest zoeken naar een goede financieringsstructuur. De heer Havinga vraagt of de wethouder zou willen meewerken aan het honoreren van een aanvraag die al bij de stichting is ingediend. De heer Hospers heeft begrepen dat een individuele burger vaak met zijn garagehouder tot een oplossing komt. De gemeente moet dan hoogstens toestemming geven om zo’n oplaadpaal te plaatsen of ze moet er zelf ruimte voor beschikbaar stellen. Dat schijnt nogal eens problemen op te leveren. Verder denkt spreker dat E-laad op een later moment wel weer geld zal hebben. Het lijkt hem daarom verstandig, als de raad wil dat de gemeente deze voorziening realiseert, nu alvast een aanvraag in te dienen, om te voorkomen dat Hattem straks achterin de rij staat. Wethouder Teuben laat weten dat vanuit Hattem geen aanvraag bij E-laad is ingediend. Hij is graag bereid om met initiatiefnemers te spreken over het beschikbaar stellen van een plek voor een oplaadpaal. Voor de financiering van zo’n voorziening heeft hij echter de toestemming van de raad nodig. Overigens zou hij het beter vinden als het bedrijfsleven de handschoen zou oppakken.
5. Integrale handhaving Bespreking in één termijn – in aanwezigheid van burgemeester Wiggers Mevrouw Van Regteren vindt dat er weer een goed stuk voorligt. Ze constateert dat de planning voor 2013 (pagina 8) er hier en daar anders uitziet dan wat in 2012 aan acties is uitgevoerd. Soms zijn de verschillen erg groot. De PvdA wil daar graag een toelichting op. Verder wil de fractie weten of de gemeente na de toetreding tot de Omgevingsdienst Noord-Veluwe zelfstandig dit soort notities blijft maken of dat dit voortaan gemeenschappelijk wordt gedaan. Burgemeester Wiggers interpreteert de eerste opmerking van mevrouw Van Regteren als een
6
compliment aan de betrokken medewerker, mevrouw Rouffaer. Hij wijst erop dat in 2012 de regionale samenwerking op het gebied van de brandweerzorg van start is gegaan. Dat heeft de nodige aandacht en tijd gevraagd. Inmiddels is er wat meer inzicht in wat de brandweer voor de gemeente kan betekenen. Dat is vastgelegd in dienstverleningsafspraken. De cijfers voor 2013 geven aan dat meer proactief gewerkt zal worden: er zal meer sprake zijn van een actief meedraaien in het proces dan van controle achteraf. De toetreding tot de ODNV zal waarschijnlijk per 1 juli plaatsvinden, omdat er eerst nog weer in de raad over gesproken moet worden. Die gebeurtenis zal vooral gevolgen hebben voor de backoffice en ook wel wat voor de planning: de lokale opgaven moeten in een groter geheel worden geplaatst. Hoe dat er precies uit zal zien, is nog niet te zeggen. De rol van de raad verandert niet: de raad blijft als bevoegd gezag zijn wettelijke verplichtingen uitvoeren.
6. Milieujaarverslag 2011 en 2012 en Milieujaarprogramma 2013 en 2014 Bespreking in één termijn – in aanwezigheid van wethouder Teuben De heer Van Duinen heeft vooral vragen met betrekking tot hoofdstuk 3 (klimaatbeleid). Hij constateert dat het college graag meer wil doen dan waartoe ze wettelijk verplicht is. Dat brengt hem tot de vraag of de gemeente bij Assenrade II extra milieueisen gaat stellen en of ze gaat streven naar een CO2-neutrale wijk. Onderaan pagina 11 leest hij dat rijden op aardgas niet haalbaar blijkt te zijn. Hij vraagt of het college denkt dat rijden op ROVA-gas in de toekomst wel mogelijk wordt. In onderdeel 3.4 staat dat Assenrade II LED-verlichting krijgt. Dat roept bij hem de vraag op wat er in Assenrade I nog komt. Verder wil hij weten of het mogelijk is om de verlichting op het leegstaande deel van bedrijventerrein H2O minder te laten branden. Een laatste vraag betreft hoofdstuk 4 (milieuthema’s). Spreker wil weten of al bekend is waar en wanneer het lokale brengstation komt. Wethouder Teuben beantwoordt de eerste vraag ontkennend. Tot zijn spijt is er geen geld om alle wensen op dit gebied te realiseren. Het kader dat de raad heeft gesteld, biedt er ook geen ruimte voor. Waar mogelijk wordt in Assenrade II wel gezorgd voor energiezuinige en duurzame oplossingen. Verder raken particulieren en bedrijven er steeds meer van doordrongen dat ze toekomstgericht moeten bouwen. Heel Assenrade is of wordt voorzien van LED-verlichting. ROVA wekt gas op in een eigen vergistingscentrale in Zwolle. De opbrengst daarvan blijft nog beneden de verwachting. Het gas wordt allereerst gebruikt voor de eigen voertuigen. De rest kan aan het gasnet worden toegevoegd. ROVA ziet nog geen mogelijkheid om decentrale gasstations rendabel te exploiteren. De wethouder zegt toe dat hij zijn collega uit Oldebroek zal vragen waarom op het leegstaande gedeelte van bedrijvenpark H2O licht brandt en of die verlichting niet uit kan. Verder hoopt hij dat het lokale brengstation nog dit jaar zijn beslag krijgt. Het is de bedoeling dat het op Netelhorst komt. Op dit moment wordt gewerkt aan een herziening van het bestemmingsplan. Parallel daaraan loopt een vergunningsprocedure bij de provincie. Als er geen bezwaren worden ingediend, kunnen beide voor 1 juli geregeld zijn.
7. Leerplichtjaarverslag 2011-2012 Bespreking in één termijn – in aanwezigheid van wethouder Borst De heer Leskens heeft veel waardering voor dit verslag. Hij is blij dat er maar één melding bij het AMK is geweest, al beseft hij dat elke melding er één teveel is. Verder constateert hij dat voor de uitvoering van leerplichttaken 0,5/0,2 fte beschikbaar is, terwijl dit in 2009/2010 nog 0,8/0,2 was. Hij vraagt of zijn conclusie juist is dat de automatisering op dit gebied resultaat heeft gehad. Wethouder Borst antwoordt dat de korting op de fte vooral een gevolg is van ontwikkelingen op het technische vlak. Ze is in overeenstemming met de Ingrado-norm. (1 fte op ongeveer 3800 leerlingen; Hattem heeft ruim 1900 leerlingen). In het begin moest de administratie nog via het oude leerplichtsysteem in Excel worden bijgehouden. Nu wordt gewerkt met het JVS (Jeugdvolgsysteem) en worden verzuimende leerlingen via de link met DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) automatisch gesignaleerd. De leerplichtambtenaar kan aan de hand daarvan de administratie verder verwerken en de brieven die moeten uitgaan standaard via het JVS genereren. Hij kan nu na een aantal jaren ervaring ook sneller met dit systeem werken. Daarom is de korting op de fte terecht.
8. Begroting 2013 Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en regio Bespreking in één termijn – in aanwezigheid van wethouder Borst De heer Leskens volgt de ontwikkelingen met betrekking tot het openbaar onderwijs met veel belangstelling, vanuit de verantwoordelijkheid van de gemeente op dit gebied. Hij heeft de volgende vragen: 1. Per 1 januari 2013 kent het OOZR een stichtingsvorm. Klopt het dat deze stichting vanaf die datum begrotingen en jaarrekeningen alleen ter informatie hoeft aan te bieden en dat de vier gemeenten geen enkele financiële verantwoordelijkheid meer dragen? 2. Na het vertrek van mevrouw
7
Bus als lid van het College van Bestuur bestaat dit college nog uit één persoon. Heeft de Raad van Toezicht al een besluit genomen over een eventuele invulling van de vacature? Waar ligt op dit moment de verantwoordelijkheid voor de portefeuille financiën? 3. De gemeente heeft volgens de grondwet de plicht toezicht te houden op de aanbieding van voldoende openbaar onderwijs. Kan de wethouder aangeven hoe deze verantwoordelijkheid te rijmen is met de gekozen stichtingsvorm? 4. Volgens de wet heeft de gemeente het recht om plaats te nemen in slecht presterende stichtingen en kan ze die zelfs ontbinden. Is daarvoor een regeling getroffen? 5. Op pagina 5 staan wat tegenstrijdige aannames. In de periode 2007-2012 is het aantal leerlingen op de beide Hattemse scholen met een kleine 50 leerlingen (ongeveer 10%) teruggelopen. De prognose tot 2015 spreekt ook van een daling van ongeveer 50 leerlingen. In totaal is dat een afname van ongeveer 100 leerlingen (20%) in een periode van 9 jaar. Die teruggang is groter dan op basis van demografische ontwikkelingen te verwachten was. Waarop is dan de positieve stelling gebaseerd dat het aantal leerlingen in de komende jaren licht zal stijgen? Welke marketingactiviteiten worden ingezet om het tij te keren? 6. De prognoses zijn goed in kaart gebracht en de cijfers vanaf 1994 zijn heel overzichtelijk geordend. Er is echter een opvallend verschil tussen de prognoses van deze gemeente en die van het OOZ. Het Palet zal volgens de gemeente in 2015 40 leerlingen meer tellen dan volgens het OOZ en De Vlonder 10 leerlingen minder. Heeft de wethouder daarvoor een verklaring? 7. De ChristenUnie vindt het een gemis dat in deze begroting geen inzicht is gegeven in de financiële positie van de beide Hattemse scholen. Kan de wethouder de commissie nader inlichten of moet ze wachten op de rekening over 2012? 8. De financiële positie van het onderwijs heeft veel te lijden onder stille bezuinigingen. Dit kunnen forse bedragen zijn. Is aan te geven hoe het OOZ dit denkt op te lossen, naast het meer efficiënt inzetten van medewerkers? Wethouder Borst beantwoordt de vragen. 1. Door de stichtingsvorm waartoe de raad in december 2012 heeft besloten, komt de gemeente verder op afstand te staan. De raad hoeft de begroting en de jaarrekening straks niet meer goed te keuren. Wel blijven de individuele gemeenten verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs op hun grondgebied. Als het in financieel opzicht niet goed gaat, kan het zijn dat zij moeten bijpassen. Het college denkt dat de risico’s bij de stichtingsvorm beperkt zijn. De Raad van Toezicht zit dichter bij het vuur dan de gemeenteraad en kan de cijfers waarschijnlijk beter beoordelen. Het OOZ was een van de laatste instellingen voor openbaar onderwijs die op de stichtingsvorm zijn overgegaan. De vier gemeenten zijn dus niet over één nacht ijs gegaan. 2. De ontstane vacature zou begin 2013 worden ingevuld. Tot zolang berust de verantwoordelijkheid volledig bij de overgebleven bestuurder. Zij wordt echter op alle fronten ondersteund en er is sprake van een goede controle door de registeraccountant. 3. Deze vraag had aan de orde moeten komen in december, toen het besluit genomen werd. De situatie is anders dan die in de regio Noord-Veluwe: daar fungeert geen Raad van Toezicht; het toezicht ligt daar bij het dagelijks bestuur van de RNV. 4. Het is niet zo dat de gemeenten wettelijk het recht hebben om plaats te nemen in stichtingen die slecht presteren. Dat is gecheckt bij de collega’s in Zwolle. De raden hebben invloed via de Raad van Toezicht die door hen wordt benoemd. Als zij vinden dat de Raad van Toezicht, c.q. de stichting zijn werk niet goed doet, kunnen zij gezamenlijk ingrijpen. 5 en 6. De prognose waar deze gemeente mee werkt, wordt gemaakt door de heer Kogelman van de gemeente Zwolle. Hij werkt met een systematiek waarin geen rekening wordt gehouden met zijinstroom. In de prognose voor 2012 werd uitgegaan van 1146 leerlingen, terwijl het werkelijke aantal op 1 oktober 2012 1179 was. Het college durft de geraamde terugloop naar 900 leerlingen in 2025 dan ook te betwijfelen. Voor jonge mensen die in Zwolle werken, is Hattem nog steeds interessant als woonplaats. De cijfers van bureau Louter laten ook zien dat Hattem na Harderwijk de grootste bevolkingstoename in deze regio kent, al moet daarbij wel worden beseft dat niet elke leeftijdsgroep in gelijke mate groter wordt. Het college zal nog contact opnemen met het OOZ om erachter te komen waarom men daar andere cijfers hanteert. De wethouder heeft geen verklaring voor het feit dat bij sommige scholen het leerlingenaantal wel (enigszins) terugloopt. Hij weet niet of dat aan een verschil in marketing ligt. 7. De financiële positie van de scholen zal inderdaad duidelijk worden uit de jaarrekening. 8. Het college gaat ervan uit dat de Raad van Toezicht de vinger aan de pols houdt als het om stille bezuinigingen gaat. De wethouder zal nagaan of dat fenomeen een rol speelt in het OOZ en zo ja, hoe men daarmee omgaat. Voor het antwoord op een schriftelijke vraag van de PvdA over de sterk stijgende huisvestingslasten (pagina 21) verwijst hij naar de laatste alinea van pagina 16. Hij zegt toe dat er nog een schriftelijke verduidelijking komt.
8