Gemeenteraad Hattem Verslag vergadering d.d. 1 februari 2016 Aanwezig: Raadsleden: mevrouw K. Broekhuis-Bonte (PvdA), de heer L.S. van Dijk (CDA), de heer M. van Duinen (CDA), mevrouw G.J.T. Guldenaar (VVD), de heer T.B. Juk (CDA), de heer J.G. Kers (ChristenUnie), de heer E.P.J. Kort (D66), de heer E. Kwakkel (D66), de heer H.J. Leskens (ChristenUnie), mevrouw W. van Regteren-de Boer (PvdA), de heer H.L van Riel (VVD), mevrouw Y.J.A. Schepers-Mulder (CDA), de heer R.H. van der Sleen (VVD) en mevrouw B.J. van der Worp-Westerik (ChristenUnie) Wethouders: de heer J.Th. van der Heeden, de heer F.M. Hospers en mevrouw D.J. Tigchelaar-van Oene Afwezig:
de heer M. Veenstra (D66)
Voorzitter: Griffier:
de heer J.W. Wiggers mevrouw J. van Zwam
Tijd:
20.00 – 00.08 uur
1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. De heer Veenstra is in verband met ziekte afwezig. Aan de agenda wordt een motie vreemd aan de orde van de dag van de PvdA toegevoegd (agendapunt 12a). Agendapunt 11 wordt aansluitend aan agendapunt 7 behandeld. Met deze wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. 2. Vaststellen van het verslag van de raadsvergadering 14 december 2015 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van: Mevrouw Broekhuis constateert dat het amendement bij agendapunt 9 (minimabeleid) een beetje anders wordt uitgevoerd dan de fracties hadden bedoeld. Dat blijkt uit de actieve raadsinformatie die na de vergadering verscheen. De PvdA wil graag weten of de bedoelde maatregel al gecommuniceerd is en zo nee, wanneer dat gaat gebeuren. Wethouder Tigchelaar antwoordt dat de brief voor de doelgroep klaarligt. De brief bevat ook een mededeling over de vorming van een klankbordgroep waarvoor men zich kan aanmelden. Na de verzending van de brief zal publicatie plaatsvinden. Wanneer dat precies gaat gebeuren, kan de wethouder nog niet zeggen. Mevrouw Broekhuis las dat de aanvraagtermijn beperkt is. Als de publicatie nog een maand op zich laat wachten, zou ze die termijn graag verlengd willen zien worden. Mevrouw Tigchelaar neemt dat mee, maar is ervan overtuigd dat de publicatie op korte termijn zal plaatsvinden.
3. Spreekrecht voor de burgers De heer B. Vosselman (Albert Heijn) ziet af van zijn aangekondigde inspraakbijdrage over agendapunt 7, omdat hij zijn vragen al schriftelijk heeft ingediend. Hij wil nog wel kwijt dat hij een tijd geleden ook een aantal vragen heeft gesteld aan wethouder Van der Heeden. Daar heeft hij nog geen antwoord op gehad. Intussen neemt de raad deze avond wel een besluit over het onderwerp. Dat lijkt hem niet erg democratisch.
De heer M. Arlink (Boni) spreekt in over hetzelfde agendapunt. Hij is blij dat de detailhandelvisie ter besluitvorming voorligt. Het is vijf voor twaalf in de wereld van de detailhandel. Eind vorig jaar heeft de branche weer te maken gehad met een aantal faillissementen. Supermarkten maken een belangrijk deel uit van de detailhandel en dus ook van een visie op die detailhandel. De heer Arling verzoekt de raad met klem de zinsnede over de supermarkt aan de
1
Populierenlaan uit de voorliggende visie te verwijderen. In de brief van de provincie staat in feite dat de provincie geen medewerking verleent aan de vestiging van een supermarkt op die locatie. Dat betekent dat de passage daarover in de visie achterhaald is. Doorgaan met de plannen voor een supermarkt aan de Populierenlaan is trekken aan een dood paard. Er ligt een prachtig alternatief dat beter aansluit bij de detailhandel in het centrum en dat die detailhandel versterkt.
Mevrouw H. Scholtens (HAVO) spreekt eveneens in over agendapunt 7. Het standpunt van de HAVO is dat eerst de detailhandelvisie zou moeten worden vastgesteld en dat daarna een besluit over de nieuwe supermarkt zou moeten worden genomen. In het raadsvoorstel staat dat de conclusie van het DTNP-rapport over die supermarkt afbreuk doet aan het raadsbesluit van december 2014. De HAVO was juist blij met die conclusie uit het DTNP-rapport en heeft daarom dat rapport ook opgevraagd. Wat de brief van de provincie betreft: ook al heeft die geen officiële status, de inhoud ervan is heel duidelijk. Iedereen die weet wat er op het gebied van retail aan de hand is, beseft dat het vijf voor twaalf is. De HAVO blijft ervoor gaan om de positie van de binnenstad te versterken. Het zou goed zijn als de raad bereid zou zijn om het besluit van december 2014 te herzien. Veel retaildeskundigen en ook brancheorganisaties hebben aangegeven wat er mis is met dat besluit. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Veel ondernemers zijn niet tevreden over hun levensstandaard en hebben zorgen over de toekomst van hun bedrijf. Er zijn kansen om in Hattem een centrumbeleving te creëren, maar dan moeten de bestuurders de mogelijkheid bieden om die kansen te benutten. De HAVO adviseert de raad het DNTP-rapport serieus te nemen en de moed te hebben ernaar te handelen.
4. Vragenhalfuurtje 4.1. PvdA – directeur De Marke Mevrouw Van Regteren vraagt welke opdracht de nieuwe directeur van De Marke heeft gekregen en op welke momenten de raad wordt geïnformeerd over de stand van zaken. Wethouder Hospers antwoordt dat de eerste vraag gesteld moet worden aan de raad van toezicht voor De Marke en het bestuur van het zwembad. Die instanties hebben de directeur aangesteld. Het college heeft de besturen van het zwembad eind vorig jaar gevraagd om zo spoedig mogelijk met een plan van aanpak te komen en de frictiekosten in beeld te brengen. De besturen wilden daar de nieuwe directeur een rol in laten spelen. Inmiddels is het zover dat bij de eerstvolgende vergadering van de commissie SZ beide besturen kunnen worden uitgenodigd voor een toelichting op het plan van aanpak. Het college zal dat afstemmen met de griffier. In die commissievergadering zal ook de governmentstructuur van het zwembad worden besproken.
4.2. PvdA – bedrijvenpark H2O Mevrouw Van Regteren constateert dat rond het bedrijvenpark van alles gebeurt, maar dat op het terrein zelf niets te zien is. Inmiddels is bekend dat de verplaatsing van Brimos vooralsnog niet doorgaat. Een van de redenen daarvoor betreft de investering die het bedrijf zou moeten doen. De PvdA vraagt hoe het zit met het geld dat de provincie beschikbaar heeft gesteld voor bedrijfsverplaatsingen. Wethouder Van der Heeden geeft aan dat in de markt wel degelijk het een en ander gebeurt. Daar kan hij echter niets over zeggen, nu het bedrijf op afstand is gezet. De provinciale subsidie voor bedrijfsverplaatsingen vanuit de drie H2O-gemeenten is nog steeds beschikbaar. Mevrouw Van Regteren merkt op dat er alleen maar dingen gebeuren die geld kosten, maar geen dingen die geld opleveren. Verder wijst ze er nog eens op dat de website van het bedrijvenpark niet bij de tijd is. Ze vraagt de wethouder daar in zijn contacten aandacht aan te besteden. Er staat niets op over de nieuwe raad van commissarissen. Over heel 2015 staan er twee berichtjes op. Dat geeft de PvdA niet het vertrouwen dat de fractie graag wil hebben.
4.3. CDA – blijverslening De heer Juk brengt naar voren dat het Stimuleringsfonds Nederlandse Gemeenten een ‘blijverslening’ heeft ontwikkeld. Die lening is bedoeld voor het levensloopbestendig maken van woningen. Boven een bepaalde leeftijd komen mensen namelijk moeilijker in aanmerking voor een hypotheek. De rente bij een blijverslening is beduidend lager dan bij een bank. Het CDA vraagt of het college bereid is te onderzoeken of een dergelijke lening ook in Hattem kan worden verstrekt. Wethouder Van der Heeden kent de regeling niet, maar zegt toe dat hij een onderzoek zal instellen. De heer Juk kan de wethouder desgewenst nadere informatie verstrekken.
2
Toezegging: Wethouder Van der Heeden zegt toe dat hij de mogelijkheid van het verstrekken van blijversleningen zal laten onderzoeken. 4.4. CDA – ‘olifantspaadje’ bij fietsbrug De heer Juk vraagt of al is nagedacht over de vraag die hij in oktober 2015 heeft gesteld over het ‘olifantspaadje’ bij de brug. Zo nee, dan wil hij graag weten wanneer hij daar iets over te horen krijgt. Wethouder Van der Heeden antwoordt dat de vraag de nodige aandacht van het college heeft gehad, maar dat de verantwoordelijkheid voor dat onderwerp bij ProRail ligt. Hij zegt toe dat het college het punt bij ProRail onder de aandacht zal brengen.
Toezegging: Wethouder Van der Heeden zegt toe dat de vraag over het ‘olifantspaadje’ bij de rode fietsbrug (zie verslag raad 12-10-2015, 4.9) aan ProRail zal worden doorgegeven. 4.5. CDA – asbestproblematiek De heer Juk brengt naar voren dat het OM de gemeente Laren wil vervolgen voor nalatigheid op het gebied van asbestproblematiek. Hij vraagt of de gemeente Hattem dat risico ook loopt. Wethouder Hospers zegt toe dat deze vraag schriftelijk wordt beantwoord.
Toezegging: Wethouder Hospers zegt toe dat de vraag over het risico van vervolging wegens nalatigheid bij asbestproblematiek schriftelijk zal worden beantwoord. 4.6. CDA – ontslagen bij Vérian en Driezorg De heer Juk las over de ontslagen bij Vérian, maar ook over nieuwe ontslagen bij Driezorg. Ook Hattemers worden door deze maatregelen getroffen. De heer Juk wil weten of de wethouder hierover in contact is met de genoemde instellingen en wat er gedaan wordt om de ontslagen medewerkers weer aan werk te helpen. Wethouder Hospers antwoordt dat de ontslagen bij Vérian vooral op het gebied van hulp bij het huishouden vallen. De gemeente Hattem betrekt die hulp niet van Vérian. Dat betekent dat de maatregel geen gevolgen heeft voor de dienstverlening in deze gemeente. De ontslagen betreffen ook een andere bv dan de bv’s waar Hattem concreet mee te maken heeft. Het is wel mogelijk dat inwoners van Hattem die voor Vérian werken door de ontslagmaatregel zijn getroffen. Driezorg heeft afscheid genomen van een groot aantal medewerkers met een opleiding op niveau 2. De wethouder probeert al een hele tijd in gesprek te komen met de nieuwe directeur. Een recente afspraak moest van haar kant worden afgezegd. Er is een nieuwe afspraak gepland en vanwege de urgentie is voor volgende week een belafspraak gemaakt. Dan zal de problematiek in Hattem ter sprake komen.
4.7. ChristenUnie – parkeren bij de sportverenigingen De heer Kers constateert dat het bij het parkeren aan de Konijnenbergerweg nog steeds een chaos is. Er stond zaterdag een artikel over in De Stentor. Hij wil graag weten wanneer er een oplossing komt. Zijn fractie begint erg ongeduldig te worden. Wethouder Van der Heeden heeft nogal wat tijd nodig om de nodige informatie over dit onderwerp te verstrekken. Dat zal betekenen dat de termijn van zes minuten zal worden overschreden. De heer Kers stelt voor dat de vraag schriftelijk wordt beantwoord, maar dan wel graag op zeer korte termijn. Wethouder Van der Heeden zegt dat toe.
Toezegging: Wethouder Van der Heeden zegt toe dat de vraag wanneer er een oplossing komt voor de parkeerproblematiek bij de sportverenigingen op korte termijn schriftelijk zal worden beantwoord. 4.8. ChristenUnie – onderwijshuisvesting De heer Leskens refereert aan het plan van aanpak over het onderwijs dat ongeveer een jaar geleden is gepubliceerd. Daarin was sprake van een relatie tussen een strategische onderwijsvisie en een integraal huisvestingsplan. De afronding van het onderzoek zou in september 2015 plaatsvinden. Inmiddels is er in Hattem van alles te horen. Men weet zelfs al locaties aan te wijzen waar scholen gevestigd gaan worden. De raad hoort echter niets. Wethouder Hospers heeft ook gehoord dat over dit onderwerp wordt gesproken. Hij vindt dat erg
3
vervelend en heeft de bestuursleden erop aangesproken. De gemeente heeft nadrukkelijk met haar gesprekspartners afgesproken dat er niets naar buiten zou worden gebracht, omdat het om gevoelige informatie gaat. Wat er op dit moment gezegd wordt, is volstrekt prematuur. Er is nog geen enkel besluit genomen en er ligt nog niet eens een oplegnotitie bij het college. Het gaat om een complex traject. Daar zijn behoorlijke vorderingen in gemaakt, maar in de laatste fase blijken bij schooldirecteuren nog weer vragen te leven. Die vragen leiden tot een verdieping. Het is belangrijker de tijd te nemen om een goed document op te stellen dan snel een stuk te fabriceren dat niet op veel draagvlak kan rekenen. Op dit moment wordt, ook ambtelijk, nagedacht over de juiste insteek voor een goede afronding van het proces. Zodra er concrete informatie is, zal die aan de raad worden doorgegeven.
4.9. ChristenUnie – omgekeerd inzamelen afval Mevrouw Van der Worp merkt dat veel mensen nog niet tevreden zijn over de nieuwe manier van inzamelen van afval. Er zijn te weinig ophaalmomenten voor plastic en papier. Ondergrondse containers staan te ver weg. Bovendien zijn de ingangen van die containers te klein. Blijkbaar is niet gecommuniceerd dat men het restafval in kleine zakken moet aanbieden. Mevrouw Van der Worp vraagt wanneer de nieuwe manier van inzamelen geëvalueerd wordt. Ze vindt dat dat niet te lang moet duren. Voor de zomer moeten de problemen zijn opgelost. Wethouder Van der Heeden kan zich voorstellen dat nog niet iedereen tevreden is. De gemeente probeert altijd in redelijkheid aan bezwaren tegemoet te komen. Het college heeft tot nu toe nog geen klachten gehoord. De evaluatie zal in nauwe samenwerking met ROVA plaatsvinden. Wanneer dat zal gebeuren, weet de wethouder niet. Hij zal nagaan of dat nog voor de zomer zal zijn.
Toezegging: Wethouder Van der Heeden zal nagaan of de nieuwe manier van inzamelen van afval nog voor de zomer zal worden geëvalueerd. 4.10. VVD – bedrijvenpark H2O De heer Van der Sleen werd getriggerd door een opmerking van de directeur van Brimos in De Dijkpoorter. Volgens de directeur verdient de wijze waarop de gemeenten met H2O omgaan geen schoonheidsprijs. De heer Van der Sleen wil daar graag een reactie op van de wethouder. Wethouder Van der Heeden wijst erop dat het bestuur ad interim een persbericht heeft uitgegeven over het staken van de onderhandelingen met Brimos. Hij kan en wil niet meer zeggen dan wat in dat persbericht staat. De nieuwe raad van commissarissen vindt dat het verstrekken van informatie die van commerciële betekenis is, een taak is van het huidige bestuur. Daar maakt de wethouder geen deel meer van uit. De heer Van der Sleen vindt het onbevredigend dat de woorden ‘geen schoonheidsprijs’ in de lucht blijven hangen. Hij heeft zijn vraag in de openbaarheid gesteld omdat de opmerking ook in het openbaar is gemaakt. Volgens hem zou er dan ook in de openbaarheid een antwoord moeten kunnen komen.
4.11. VVD – cijfers zwembad De heer Van der Sleen neemt aan dat in de commissievergadering waarin over het zwembad zal worden gesproken ook de cijfers over 2014 en 2015 worden bekendgemaakt. Wethouder Hospers hoopt dat dat eerder gebeurt, althans wat de cijfers over 2014 betreft. Het college heeft die cijfers in november 2015 gekregen, maar had er toen nog wat vragen over. Die vragen zijn inmiddels beantwoord. Naar aanleiding daarvan zijn nog weer vervolgvragen gesteld. De antwoorden daarop zijn inmiddels ook binnen. Deze week komt er een ARI met de cijfers. Wanneer de eerste cijfers van 2015 toegestuurd kunnen worden, is nog niet duidelijk. De heer Van der Sleen vindt het betreurenswaardig dat de cijfers over 2015 zo laat verschijnen.
4.12. D66 – onzekerheden over cijfers sociaal domein De heer Kort heeft tijdens de behandeling van de Najaarsnota 2015 al aangegeven dat er problemen konden worden verwacht bij de jaarafsluiting voor het sociaal domein. Inmiddels heeft de SVB laten weten pas in juni 2016 met overzichten te kunnen komen. Ze geeft nu al aan dat daar fouten in zullen zitten. De zorgverzekeraars laten al weten dat ze geen verklaring aan de gemeente kunnen afgeven over getrouwheid en rechtmatigheid. Er komt dus een administratieve stroom binnen die afwijkt van de kwaliteit die de raad gewend is. De heer Kort heeft in verband daarmee de volgende vragen: 1. Is dit probleem bij het college bekend? 2. Hoe wil het college hiermee omgaan? 3. Verwacht het college problemen bij de P&C-cyclus in 2016, wat de tijdstippen betreft? De heer Kort wil ook graag weten
4
wat de accountant ervan vindt, met het oog op de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, maar dat lijkt hem meer een vraag voor de auditcommissie. Wethouder Hospers bevestigt dat de auditcommissie dat punt gaat bespreken. Het college is uiteraard op de hoogte van het probleem. Vrijwel geen enkele gemeente zal op dit onderdeel een goedkeurende verklaring krijgen. In Hattem zal de getrouwheid niet zo’n probleem zijn. Deze gemeente heeft de gedane uitgaven en de nog te verwachten declaraties namelijk redelijk goed in beeld. De accountant toonde zich daar zelfs verrast over. Met de rechtmatigheid ligt het moeilijker. Onderbouwd moet worden dat het geld is uitgegeven voor de zaken waarvoor het bedoeld is. Daarvoor is de gemeente afhankelijk van de exacte cijfers die de zorgaanbieders moeten verstrekken. De wethouder verwacht voor dit onderdeel geen goedkeurende verklaring. Er wordt hard aan gewerkt om het voor 2016 beter voor elkaar te krijgen. De afhankelijkheid van externe partijen blijft daarbij een probleem. Landelijk wordt veel over dit onderwerp gesproken. Hattem lift wat dat betreft vooral mee op regionale en landelijke bewegingen. Over het algemeen heeft deze gemeente redelijk goed in de gaten hoe ze ervoor staat. Voor de P&C-cyclus heeft de problematiek geen gevolgen. Er wordt gewoon uitgegaan van de reguliere planning. Als er dan onzekerheden zijn over de cijfers, wordt er een schatting gemaakt en wordt die schatting doorvertaald in de begroting.
4.13. D66 – zwembad, De Marke en SWH De heer Kort constateert dat er weer reuring is rond het zwembad, De Marke en Stichting Welzijn Hattem. Hij is blij met het aanbod van de wethouder om daar in een commissievergadering over te spreken. Tegelijk wil hij graag dat de wethouder het wat breder trekt. Hij zou alle partijen wel eens aan tafel willen hebben: de besturen van het zwembad, De Marke en SWH, eventueel het bestuur van de beheersstichting en wellicht nog meer betrokkenen. Dan kan de raad een compleet beeld krijgen van waar men mee bezig is en wat de plannen zijn. Misschien kan ook de kwartiermaakster vertellen welke ervaringen ze tot nu toe heeft opgedaan. De heer Kort wil ook graag horen hoe de stand van zaken is met betrekking tot de governance van de diverse instanties. Hij heeft begrepen dat ook dat onderwerp in de genoemde commissievergadering aan de orde komt. Wethouder Hospers wil de zaak in de commissievergadering niet breder trekken dan het zwembad en De Marke. Het gaat om een toelichting op de planvorming waar men mee bezig is. Die planvorming heeft betrekking op de partijen die in het Kulturhus zitten. Op dit moment wordt nog op ambtelijk niveau met die partijen gesproken. Dan is het niet wenselijk om nu als raad met hen in gesprek te gaan. De wethouder onderkent de reuring die er is. Hij is er door Radio Hattem ook op bevraagd. Daarom wil hij op korte termijn alles delen met de raad wat gedeeld kan worden. Of daarbij alle informatie kan worden verstrekt waar de raad behoefte aan heeft, zal moeten blijken. De wethouder roept de raad op om niet te veel te willen. In de commissievergadering zal inderdaad wel de governance aan de orde komen. De heer Kort wil vooral zicht hebben op de zaken waar reuring over is. Hij denkt dat de raad daar ook recht op heeft. Op dit moment weet hij niet wat er precies gaande is. Wethouder Hospers antwoordt dat vragen daarover aan de juiste persoon moeten worden gesteld. Daar moeten niet alle partijen van het Kulturhus bij worden betrokken. Eerst moet er een gesprek zijn met de besturen en de raad van toezicht. De wethouder neemt aan dat zij een presentatie gaan geven en dat naar aanleiding daarvan vragen kunnen worden gesteld. Hij wil de besturen met hun eigenstandige taak ook niet voor de voeten lopen. Dat maakt het voor hem moeilijk om het een en ander te zeggen over de dingen waar reuring over is.
Hamerstukken 5.
Benoeming lid werkgeverscommissie griffie(r) (besluit nr. 3)
Besluit: Het voorstel van het college wordt met algemene stemmen aangenomen. 6.
Benoeming lid Raad van Toezicht Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio (besluit nr. 6)
Besluit: Het voorstel van het college wordt met algemene stemmen aangenomen. Bespreekstukken
5
7.
Visie op detailhandel en binnenstad ‘De vesting vitaal’ (besluit nr. 59)
Mevrouw Guldenaar spreekt namens haar fractie complimenten uit voor de wethouder, de HAVO en iedereen die aan de visie heeft meegewerkt. Ze vindt dat de oplegnotitie de lijnen helder uitzet. Het raadsbesluit over de derde supermarkt staat haaks op de visie dat alles gericht moet zijn op de binnenstad. De VVD vindt het jammer dat de discussie niet zozeer over de inhoud van de detailhandelvisie gaat, maar vooral over die derde supermarkt. Tegelijk begrijpt de fractie dat wel. Mevrouw Guldenaar vraagt of het college kan aangeven hoelang de inwoners van Hattem nog op die supermarkt moeten wachten. Als het gaat om de detailhandelvisie en het daaruit voortvloeiende convenant, spreekt de VVD haar vertrouwen uit in de wethouder en in de HAVO. Mevrouw Van der Worp is het eens met de briefschrijver die constateert dat de detailhandelsvisie sterk gericht is op de binnenstad. Die gerichtheid komt voort uit het streven het winkelbestand in die binnenstad te concentreren en dan speciaal in een aantal straten of delen daarvan. Wat de ChristenUnie betreft, is dat streven een goede zaak. De raad moet zich echter wel realiseren dat de gemeente niet veel meer mogelijkheden heeft om te sturen dan via een bestemmingsplan. Verder is het de vraag of de concentratie op de binnenstad voor alle vormen van winkelnering moet gelden. De provincie heeft in haar rapport ‘Steengoed benutten’ de woningbehoefte en de woningbouwplannen per regio geïnventariseerd. Daaruit bleek dat de Noord-Veluwe de enige regio is waar behoefte en plannen naadloos op elkaar aansluiten. Hattem ligt in deze regio het meest gunstig ten opzichte van Zwolle, als het gaat om openbaar vervoer, scholen, ziekenhuis en werkgelegenheid. Plannen voor woningbouw op ‘t Veen zijn dan ook zeer kansrijk nu de wijk Assenrade zijn voltooiing bereikt. Daardoor zal ten oosten van de Apeldoornseweg behoefte ontstaan aan een buurtsupermarkt. De ChristenUnie ziet de vestiging van een discountsuper op ’t Veen dan ook als een goede aanvulling op de te ontwikkelen woonlocatie. Vooral voor jonge gezinnen zal het daardoor aantrekkelijker worden om in dit gedeelte van Hattem te gaan wonen. Bovendien wordt daarmee het supermarktaanbod in Hattem compleet: een fullservicesupermarkt, een prijsvechter en een discounter. De voorliggende visie heeft voor de ChristenUnie geen schokkende nieuwe dingen opgeleverd. Voor een groot deel is het allemaal al vastgelegd in het bestemmingsplan Binnenstad. De ChristenUnie is wel blij met de oplegnotitie bij deze visie. Die geeft de ‘couleur locale’ aan dit document. De fractie stemt in met de randvoorwaarden 1 en 2. Het instellen van een centrumcoach (randvoorwaarde 3) is vooral een taak voor de HAVO. Gezien de beperkte omvang van het centrum lijkt een extra centrumcoach de ChristenUnie nogal ‘over the top’. Randvoorwaarde 4 is de fractie uit het hart gegrepen. Hoe meer reuring in de binnenstad, hoe beter. De ChristenUnie is ook blij met randvoorwaarde 6: niet meewerken aan een openstelling op zondag. Zes dagen werken en één dag rust is als scheppingsorde heilzaam voor alle mensen. De oplegnotitie is voor de ChristenUnie reden om met de detailhandelvisie in te stemmen. De heer Van Duinen noemt de detailhandelvisie een goed en helder stuk. De historische binnenstad staat duidelijk centraal. Met het draagvlak zit het ook goed. De HAVO staat niet voor niets voorop het document vermeld. Diverse ondernemers, ook buiten de HAVO, eigenaren en andere belanghebbenden zijn bij de visievorming betrokken geweest. Ingezonden brieven vragen nog eens extra aandacht voor de kwaliteit van de binnenstad. De heer Van Duinen vraagt of een heroverweging van het raadsbesluit over de derde supermarkt een optie is als de provincie problemen blijft houden met de locatie. Het CDA is blij dat het college niet meewerkt aan openstelling op zondag. Daarbij spreekt de fractie namens haar achterban en de kerken, maar ook namens iedereen die niet blij is met een 24-uurseconomie. Mevrouw Van Regteren wijst erop dat de PvdA vanaf het begin duidelijk heeft laten blijken bedenkingen te hebben tegen de detailhandelsvisie. Er is 50.000 voor de visie uitgetrokken, er is een extern bureau bij betrokken en er ligt nu een rapport op tafel waar veel discussie over is. De inkt is nog niet droog of de wereld is al weer veranderd. Mevrouw Van Regteren wijst in dit verband op de foto op de voorpagina. De uitgangspunten zijn inmiddels voor een deel achterhaald. De gerichtheid op de binnenstad betekent een beperking. Er worden maatregelen voorgesteld die in de meeste gevallen al eerder zijn aangedragen, afgesproken of zelfs in gang gezet. Verder moet volgens de visie geïnvesteerd worden in een centrumcoach en een convenant, nota bene op de schaal van Hattem. De PvdA vindt dat eraan gewerkt moet worden om de ondernemers op één lijn te krijgen. Zij moeten er samen aan werken dat de binnenstad de toekomst aan kan. Dat is beter dan de ene overlegstructuur na de andere te bedenken en te verzanden in dikke rapporten. De toekomst van de binnenstad hangt niet af van een supermarkt, die al dan niet dicht bij de binnenstad wordt gevestigd. Ze hangt ook niet af van een nieuwe bestrating of het aanstellen van een centrumcoach. De PvdA vindt het belangrijk dat er een derde supermarkt komt, maar vooral dat er meer eenstemmigheid en samenwerking tussen de ondernemers ontstaat. Daar voegt een detailhandelvisie niets aan toe. De heer Kort constateert dat er veel discussie is geweest over nut en noodzaak van een
6
detailhandelsvisie. Er is in de afgelopen jaren een aantal ad-hoc besluiten genomen zonder een ingebedde structuur. Daarom wilden de coalitiepartijen een detailhandelsvisie maken. D66 had de onderwerpen graag in de goede volgorde behandeld, conform het standpunt van de HAVO. De aanvraag van Lidl kwam daar echter tussen. D66 is een groot voorstander van de plannen om de binnenstad nog aantrekkelijker te maken. De detailhandel is daarbij een uitermate belangrijke component. Zij bepaalt voor een groot deel het aanzicht en de aantrekkelijkheid voor de eigen inwoners, voor mensen uit de omgeving en voor toeristen. D66 is het eens met de concentratie op de binnenstad. Daar houdt het verhaal echter niet mee op. Er gebeurt ook veel buiten de binnenstad. De afweging wat wel en niet wenselijk is, is nog niet zo eenvoudig. Niet voor elke activiteit biedt de binnenstad voldoende ruimte. De detailhandelsvisie wijst terecht op trends die onomkeerbaar zijn en waar grote delen van de middenstand het nu al niet gemakkelijk mee hebben. Het is dan ook noodzakelijk om uit te kijken naar alternatieven. De detailhandelsvisie adviseert de binnenstad te versterken door ruimte te bieden aan een grotere supermarkt op de Boni-locatie. Daarmee wordt de discussie over de derde supermarkt opnieuw op de agenda geplaatst. De raad heeft vier rapportages van gerenommeerde bureaus voorbij zien komen. In die rapporten stonden adviezen over een uitbreiding die varieerden van 30 tot 1700 m 2 extra winkelvloeroppervlak. In totaal kwamen er drie voorkeurslocaties voorbij. Dat maakt besturen er niet gemakkelijker op. Voor een liberale partij als D66 is het lastig om af te wegen in hoeverre de overheid in de markt regulerend moet optreden. In deze visie gaat de sturing van de overheid nogal ver. De ene ondernemer mag wel uitbreiden en de andere niet. D66 vindt dat op dit gebied voorzichtigheid geboden is. De fractie staat nog steeds achter het besluit over een derde supermarkt aan de Populierenlaan. Ze heeft nog steeds bezwaren tegen de andere twee locaties. Het valt sterk te betwijfelen dat een supermarkt van 2000 m 2 op de Boni-locatie een gunstige uitwerking zal hebben op de binnenstad. Ook D66 vindt het jammer dat de supermarktdiscussie de aandacht bij de binnenstad weghaalt. Om die binnenstad was het juist begonnen. De fractie waardeert de aanzet die deze visie geeft. Ze lees de visie als een startpunt voor een verdere invulling van een aantal thema’s. Die nadere invulling moet samen met de betrokken ondernemers en andere belanghebbenden worden gerealiseerd. Op pagina 10 staat dat er nog ruimte is voor detailhandel op de locatie Zeeman. De Aldi heeft daar inmiddels een omgevingsvergunning voor aangevraagd. Op dit moment zijn alle stukken aangeleverd, inclusief het rapport van het verkeersonderzoek dat nog ontbrak. D66 wil graag weten of dat een nieuw licht op de zaak werpt. Voor de vestiging van een supermarkt op ’t Veen zal de gemeente nog een lang proces moeten doorlopen. De ambtelijke brief van de provincie over dit onderwerp heeft nogal wat verwarring heeft opgeleverd. D66 wil graag weten wat op dit moment de stand van zaken is met betrekking tot de procesgang. Wethouder Van der Heeden begint met de vragen over de derde supermarkt. Er is vorig jaar op diverse momenten overleg geweest met de provincie, zowel ambtelijk als bestuurlijk, over een eventuele vestiging op ’t Veen. De conclusie was dat een verzoek om ontheffing of aanpassing van de provinciale omgevingsverordening op dat moment niet opportuun was. Dat verzoek is formeel dan ook niet aan de provincie voorgelegd. In de brief van 8 december werd dus antwoord gegeven op een niet gestelde vraag. De medewerking van de provincie is afhankelijk van vorderingen in het transformatieproces van ’t Veen. Die vorderingen zijn er. Medio februari wordt het onderwerp weer besproken met de betrokken gedeputeerden. Het raadsbesluit over de derde supermarkt is destijds op goede gronden genomen. In de detailhandelsvisie wordt dat besluit gerespecteerd. Het college ziet geen enkele aanleiding om het besluit te heroverwegen. Wat de termijn betreft: dit zijn procedures waar vaak een aantal jaren overheen gaat. In Oldebroek duurde het vier jaar voor een vergunning werd afgegeven. Als bezwaarmakers naar de Raad van State gaan, betekent dat ook nog weer een paar jaar uitstel. Wethouder Tigchelaar wijst erop dat de gemeente met een nulmeting naar DTNP is gegaan en dat er toen nog geen aanvraag van de Aldi lag. Intussen is die aanvraag er wel en wordt ze ambtelijk beoordeeld. Uit het rapport blijkt echter dat de locatie waar het om gaat geen plek is voor een supermarkt zoals DTNP die ziet. In de vergadering van de commissie ARZ heeft de wethouder gezegd dat de begeleidingscommissie geschrokken is van de uitkomst van de ondernemersenquête. Die enquête liet zien dat de nood hoog is. 60% van de ondernemers beoordeelt zijn omzet als krap of onvoldoende. De cijfers van het koopstromenonderzoek van de regio laten zien dat de niet-dagelijkse sector meer afvloeiing kent dan toevloeiing. Dat is zorgelijk. Zo mist de gemeente ook veel traffic. Na 30 november is landelijk op dit gebied al weer veel gebeurd. Grote ketens vallen om en bijzondere ketens, met name uit Scandinavië, nemen de markt over. Het college is blij dat de detailhandelsstructuurvisie kan worden vastgesteld en dat de betrokken partijen aan de slag kunnen gaan. De gemeente vindt het bijzonder belangrijk om samen met de winkeliers de schouders eronder te zetten. Met het oog daarop wordt
7
een convenant opgesteld. Een eerste aanzet daarvoor is al gemaakt. Er wordt een plan van aanpak in opgenomen, met een prioritering van alle maatregelen die in de detailhandelvisie staan. Dat vraagt het nodige overleg: hoe gaan we het doen, wie gaan het doen en wie trekt de kar? De stelling dat de HAVO de centrumcoach voor haar rekening zou moeten nemen, zal in dat verband ook besproken worden. Er zal goed worden nagegaan bij wie welke verantwoordlijkheden liggen. De gemeente heeft primair de verantwoordelijkheid voor het scheppen van de juiste voorwaarden, zoals een optimale bereikbaarheid en een prettige openbare ruimte. Ondernemers kunnen inspelen op de wensen en behoeften van de consument, maar ook de handen ineenslaan. Winkeliers moeten samenwerken om de concurrentie aan te kunnen gaan, zowel met internet als met andere winkelcentra. Het aantrekkelijk maken van de winkelpanden zal gezamenlijk worden besproken. De marketing en het opzetten van evenementen komen daarbij ook aan bod. Dat de winkeliers al verenigd zijn, maakt het gesprek gemakkelijker. De vastgoedeigenaren zijn niet verenigd, maar hebben wel aangegeven uitvoering bij de gang van zaken betrokken te willen worden. De HAVO heeft aangeboden alvast met hen in gesprek te gaan. Er liggen kansen voor verbindingen met het toerisme, de horeca en het historische erfgoed in Hattem. Ten opzichte van het webwinkelen is beleving de grootste trekker. Dat is de kracht van Hattem. Terwijl het convenant wordt opgesteld, worden bepaalde maatregelen al uitgevoerd. Daarbij valt vooral te denken aan de herinrichting van de Markt. De meeste maatregelen worden echter gelijkwaardig met de HAVO en de vastgoedeigenaren besproken. Ze zullen ervoor zorgen dat Hattem als vestingstad vitaal blijft. De wethouder is ervan overtuigd dat de gemeente ook op andere manieren kan sturen dan alleen via een bestemmingsplan. Dat sturen kan ook zitten in het gezamenlijke overleg, in het werken aan bewustwording en in het bespreken van de koers die moet worden uitgezet. Tegelijk is de wethouder het eens met de opmerking van D66 dat voorzichtigheid geboden is en dat de gemeente niet te regulerend moet optreden. De voorliggende visie is echter een startpunt van waaruit alle betrokken partijen samen verder gaan. De heer Van Duinen hoorde wethouder Van der Heeden zeggen dat er vorderingen worden gemaakt in de transformatie van ’t Veen. Dat is goed nieuws. Hij wil graag een nadere toelichting. De voorzitter wijst erop dat dit niet bij het onderwerp hoort dat nu aan de orde is. De heer Van Duinen legt een stemverklaring af. Het CDA is blij met de visie. Als dit document er in 2012 had gelegen, was het traject anders verlopen. De fractie is ook blij met het respect voor de zondagssluiting.
Besluit: Het voorstel van het college wordt aangenomen met 12 stemmen voor CDA, D66, VVD en ChristenUnie) en 2 stemmen tegen (PvdA). 11.
Bestuursopdracht Toekomst Hattem; richting en kader voor keuzes in samenwerkingsrelaties met andere gemeenten (besluit nr. 61)
Mevrouw Van Regteren constateert dat het coalitieakkoord het uitgangspunt van dit voorstel is. In dat coalitieakkoord staat dat Hattem zelfstandig moet blijven. Voor de Partij van de Arbeid is dat geen vanzelfsprekendheid. De kwetsbaarheid van de organisatie is voor deze fractie al jarenlang een argument om verder te kijken in plaats van krampachtig vast te houden aan zelfstandigheid. Ook de kosten van zelfstandigheid zijn voor de PvdA een belangrijk argument. De uitgebreide inhuur die nu nodig is, kost heel veel geld. Dat geld besteedt de fractie liever aan andere dingen. Met al die inhuur wordt ook geen eigen kennis opgebouwd. Het wiel wordt dus telkens opnieuw uitgevonden. Dat Hattem ook bij samenwerking of fusie een servicepunt voor publieke dienstverlening moet houden, is logisch. Samenwerken met de naburige gemeenten doet Hattem al jaren, tot volle tevredenheid. Voor de PvdA verandert er met het voorliggende voorstel dan ook weinig. De fractie vindt het jammer dat met dit voorstel geen langetermijnvisie wordt neergezet. Stel dat over een paar jaar blijkt dat de huidige samenwerking op het niveau van bedrijfsvoering uitgebouwd moet worden, welke kant gaat het dan op? Worden dan alle onderzoeken voor de derde keer uitgevoerd? Wat moet er gebeuren als blijkt dat het samenwerken met allerlei verschillende partners niet optimaal functioneert? Wat moet er gebeuren als alle naburige gemeente duidelijker keuzes voor partners maken dan Hattem? Deze gemeente loopt nog steeds een groot risico om een muurbloempje te worden. Het slechtste scenario zou zijn dat de provincie ingrijpt. De raad zou op dit moment een duidelijker keuze moeten maken om dat scenario voor te zijn. Nu wordt alleen maar voortgeborduurd op de bestaande situatie. Voor de PvdA is de kernvraag vraag wat het beste is voor Hattem. Daarbij gaat het niet om sentimenten, maar om inhoud. Het college moet met het voorstel dat nu op tafel ligt verder kunnen. De PvdA hoort graag of het college daar mogelijkheden voor ziet. De heer Kort merkt op dat ‘de toekomst van Hattem’ een beladen onderwerp is. Het heeft bij de verkiezingen in 2014 een belangrijke rol gespeeld. D66 had er geen vertrouwen in dat een fusie met
8
Heerde en Oldebroek de problemen van Hattem zou oplossen. De fractie had ook geen warm gevoel bij de visie van de regering dat een gemeente in de toekomst minstens 100.000 inwoners zou moeten tellen. Haar eigen partijleider in de Tweede Kamer heeft in dat verband het nodige gezegd over de gemeenschappelijke regelingen en het bestaansrecht van een gemeente. Vervolgens waarschuwde de Commissaris van de Koning deze gemeenteraad voor het risico dat Hattem een muurbloempje kan worden. Een gemeente heeft een groot aantal taken die niet in één schaalgrootte te vangen zijn. Het idee dat bij een grotere schaal de kwetsbaarheid verdwijnt, komt niet overeen met ervaringen in grotere organisaties. Veel van de samenwerkingsverbanden van Hattem zouden ook bij een grotere gemeente blijven bestaan, omdat die verbanden nog veel groter zijn of niet overeenkomen met het gebied van de gemeente. Op zich is D66 niet ongelukkig met gemeenschappelijke regelingen, als die die de schaalvoordelen maar weten te benutten en een professionalisering van de dienstverlening weten waar te maken. De heer Kort constateert dat in de afgelopen twee jaar al deze onderwerpen in een ander daglicht zijn komen te staan. Het landschap is behoorlijk gewijzigd, vooral door de verwikkelingen rond het gemeenschappelijke bedrijventerrein. Daarbij bleek weer eens wat de gevolgen kunnen zijn van tegengestelde belangen. Hattem kent geen woonkernen, zoals Heerde en Oldebroek. D66 ziet Hattem als woonkern voorlopig ook nog niet als een winstpunt. De heer Kort heeft de indruk dat de gemeente bij de vormgeving van de decentralisaties juist profijt heeft gehad van de huidige schaalgrootte. Intussen ervaren omliggende gemeenten dezelfde problemen als Hattem. Ook zij kiezen bij het zoeken van oplossingen voor bestuurlijke zelfstandigheid en verdergaande samenwerking. Volgens D66 staat deze gemeente dan ook nog maar aan het begin van een proces. Hattem is zeker nog geen muurbloempje. Begeleider Nijnens gaf aan dat een gemeente in een dergelijke situatie ook zelf het initiatief kan nemen. De heer Kort weet uit eigen ervaring dat het opzetten van een goed werkend Shared Service Center een hele opgave is. Het lijkt hem wel erg hoog gegrepen voor deze gemeente. D66 ziet de provincies in de toekomst minder belangrijk worden. Een fusie tussen Gelderland en Overijssel zou Hattem wel degelijk helpen. Gebiedsdelen zullen belangrijker worden. Daarbij is voor Hattem een focus op Zwolle niet meer dan logisch, gezien de ligging van deze gemeente. Het rapport ‘Sterk Bestuur’ wijst ook die richting op. Gesprekken met veel burgers ondersteunen het. De verwevenheid met Zwolle is al groot en zal alleen maar groeien. Daarom dient D66 samen met andere fracties een amendement in om de focus op Zwolle meer nadruk te geven. Tegelijk wil de fractie vasthouden aan bestaande samenwerkingsverbanden en vorm blijven geven aan Hattem als onderdeel van de Veluwe. De heer Kort kan zich voorstellen dat het voorliggende voorstel voor de ambtelijke organisatie minder helder is dan de eerder voorgenomen fusie. Hattem werkt al samen in 37 samenwerkingsverbanden. Het intensiveren van de samenwerking is vandaag de dag voor elke organisatie een must. Deze gemeente zal moeten nadenken over de vraag wat ze zelf wil blijven doen en wat nuttig is om samen te doen of uit te besteden. Het zal een zoektocht worden tussen uniformering en standaardisering aan de ene kant en maatwerk aan de andere kant. Aan die zoektocht wil D66 graag een steentje bijdragen. De fractie beseft heel goed dat een kleine gemeente niet alles kan doen. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt. Die spiegel mag de raad af en toe best eens worden voorgehouden. De heer Van der Sleen constateert dat een discussie over de toekomst van een gemeente zich nooit laat vertalen en vangen in kille cijfers. Het gaat niet simpel om een rekensom. Identiteit, historische banden en historisch besef, omstandigheden, gevoelens en emoties zijn niet uit te drukken in getallen of uit te tekenen in een schema. De raad heeft gekozen voor bestuurlijke zelfstandigheid en verdere samenwerking. Dat is al heel wat. Het gemeentebestuur – en in het bijzonder de gemeentelijke organisatie – zal daar de handen meer dan vol aan hebben. Toekomst en verleden hebben altijd met elkaar te maken. De ligging van een stad, dorp of gemeente bepaalt vrijwel alles. Hattem ligt weliswaar op de Veluwe, maar is al eeuwenlang de dikste buur van Zwolle. Daar kan niemand om heen. Als iemand vraagt waar Hattem ligt, is het antwoord steevast: bij Zwolle. Nu bevindt deze gemeente zich in twee buitengewoon gelukkige omstandigheden. In de eerste plaats is Hattem al sinds jaar en dag een zeer geliefde plaats om te wonen. In de tweede plaats staat de regio Zwolle in de top drie van dynamische economische gebieden in dit land. Uit deze twee buren, die haast bij elkaar op schoot zitten, moet een goed (verstands)huwelijk kunnen voorkomen. Daarbij moet het woord ‘huwelijk’ niet letterlijk worden genomen: het gaat niet om een fusie, maar om goed samenwerkende partners. Voor de VVD is het vanzelfsprekend om die richting in te slaan. Tegelijk heeft Hattem echter familie op de Veluwe. De gemeente werkt ook al geruime tijd samen met Heerde en Oldebroek. Met die gemeenten zit Hattem zelfs in een miljoenenproject: bedrijvenpark H2O. Het begrip ‘Regio Zwolle’ is echter overal in het land bekend. Het gaat om een
9
samenwerkingsverband van twintig gemeenten in Gelderland, Overijssel, Flevoland en zelfs het zuidwesten van Drenthe. De regio telt ongeveer 680.000 inwoners en is daarmee qua inwonertal groter dan Rotterdam. En iedereen weet dat de Nederlandse economie niet zonder Rotterdam kan. De VVD vindt dat Hattem en Zwolle voor elkaar van grote waarde zijn. Daar kan misschien tegenin worden gebracht dat Hattem geen probleem van Zwolle kan oplossen. Dat kan waar zijn, maar Hattem bezorgt Zwolle ook geen probleem. Hattem kan in Zwolle en in de Regio Zwolle zonder twijfel putten uit een enorm areaal aan kunde en kennis. Bovendien is er het imago van die zware economische regio. Voor Zwolle is een begeerde woongemeente als Hattem van grote waarde. Samen liggen de twee steden is het hart van de economische regio. Hattem moet zich bewust zijn van die uitzonderlijke positie en zich niet generen voor het bezit van die troefkaart. Ze moet laten zien dat ze de bruid is waarom men wil dansen. Professor Boekema, hoogleraar Regionale en Stedelijke Economie aan de universiteiten van Nijmegen en Tilburg, heeft daar twee jaar geleden al op gewezen. Hij vergeleek toen de positie van Hattem met die van Waalre (16.700 inwoners) ten opzichte van Eindhoven. De regio Eindhoven leek zo’n twintig jaar geleden ten dode opgeschreven. DAF was failliet en Philips had problemen. Maar toen Eindhoven en 24 omliggende gemeenten samen de hand aan de ploeg sloegen, werd dat gebied de High Tech Valley van Europa. Waalre vaart wel bij die ontwikkeling en heeft haar zelfstandigheid behouden, zij het in goede samenwerking met haar omgeving. Professor Boekema stelde dat de gemeente moet laten zien waar ze goed in is. Essentieel is dat ze vertrouwen heeft in zichzelf en in de partner met wie ze samenwerkt. Het argument van provinciegrenzen als barrière voor een goed verstandshuwelijk is ‘waanzin’. De VVD is dat met de hoogleraar eens. Boekema typeerde Zwolle met haar onstuimige ontwikkeling, haar 83.000 arbeidsplaatsen en haar hoogwaardige voorzieningen als de onbetwiste spelbepaler in een grote regio. Het is een regio waarin Hattem haar unieke positie moet benutten. Als ze dat doet – met inachtneming van de goede verstandhouding met haar andere buren en haar huidige partners – zal iedereen dat begrijpen en verstandig vinden. Hattem heeft goud in handen. Niemand kan haar plekje betwisten. Daar moet de raad van Hattem zijn voordeel mee doen. De heer Kers constateert dat deze gemeente steeds meer tegen problemen aanloopt op het gebied van de drie K’s: kwaliteit, kosten en kwetsbaarheid. Er komen ook steeds meer dingen op de gemeenten af, die voor een kleine organisatie als die van Hattem extra zwaar uitpakken. Om die reden heeft WagenaarHoes destijds een uitgebreid rapport opgesteld. Dat rapport is nooit in de gemeenteraad behandeld, maar heeft wel emoties losgemaakt. Die emoties hebben ertoe geleid dat er na de verkiezingen van 2014 een ander college kwam. Burgers gaan voor de zelfstandigheid van Hattem. De ChristenUnie wil echter vooral de vraag stellen wat goed is voor deze gemeente. Wat de drie K’s betreft wijst de heer Kers op de Verordening Wmo die voor deze vergadering op de agenda staat. De raad kreeg daar een mail over waarin stond dat bepaalde zaken niet door de ambtelijke organisatie konden worden uitgewerkt. Het is een van de vele voorbeelden van de kwetsbaarheid van deze organisatie. Bij het voorliggende voorstel hebben alle fracties wat ingeleverd, de oppositiepartijen het meest. De ChristenUnie zou veel liever zien dat het proces dat nu van start gaat verder zou strekken dan nu wordt voorgesteld. Alle vormen van samenwerking zouden moeten worden bekeken, tot de meest intensieve toe: een bestuurlijke fusie. De fractie wil het onderzoek van WagenaarHoes niet overdoen, maar wel alle mogelijkheden uit het rapport nog eens onder de loep laten nemen. Het voorliggende voorstel beperkt de mogelijkheden te veel en sluit opties uit die reëel kunnen zijn. De ChristenUnie zou de term ‘grip’ liever vervangen zien worden door ‘democratische controle’. In de 37 samenwerkingsverbanden waar Hattem mee te maken heeft, heeft deze gemeenteraad niet zoveel te vertellen. Het is meestal het college dat in die verbanden het woord voert voor de gemeente. De ChristenUnie zou graag willen dat de raad meer democratische controle zou kunnen uitoefenen. Hattem is niet de enige gemeente op de Veluwe die graag zelfstandig wil blijven. Als het tot samenwerking komt, zoals in de regio Harderwijk, gaat het met name om bedrijfsvoeringstaken. De nieuwe samenwerking tussen Nunspeet, Elburg en Oldebroek (NEO) blijkt nog weinig in te houden. Als de heer Kers raadsleden uit een van die gemeenten erop bevraagt, kunnen ze hem niet zeggen waar het over gaat. Met Heerde en Oldebroek werkt Hattem al op verschillende manieren samen. Dat moet niet worden weggegooid. Vanuit de provincie (‘Sterk Bestuur’) wordt ook sterk benadrukt dat op de Veluwe meer moet worden samengewerkt. Diverse gemeenten laten echter blijken dat ze het liefst hun eigen boontjes doppen. De heer Kers is dan ook benieuwd wat het gesprek met de gedeputeerde gaat opleveren dat op 8 maart gevoerd zal worden. Wellicht wordt dan vanuit de provincie nog meer druk op de samenwerking gezet. De noodzaak daarvan is voor de ChristenUnie duidelijk. De huidige coalitiepartijen moeten na twee jaar toch ook in de gaten hebben hoe kwetsbaar deze gemeente is en dat met betrekking tot kosten en kwetsbaarheid nogal wat slagen te maken zijn. De gemeente Heerde denkt aan een variant Hattem-Heerde-Epe. Voor de ChristenUnie ligt Epe te
10
ver weg. Dat heeft deze fractie vanaf het begin al aangegeven. Epe is ook teveel op Apeldoorn gericht. Hattem ligt dicht tegen Zwolle aan en daarmee in een regio die heel sterk is. Daar moet deze gemeente gebruik van maken. Hattem moet er wel degelijk voor waken geen muurbloempje te worden. Er ontstaan allerlei bewegingen en dan moet deze gemeente ervoor zorgen in een goede startpositie terecht te komen. De heer Kers wil nog aandacht vragen voor het punt van de stemverhouding in de raad. Dat punt is wel besproken in het presidium, maar nog niet in de raadsvergadering. In de vorige raadsperiode lag het heel gevoelig. Er waren toen raadsleden die een stemverhouding van 8 tegen 7 niet democratisch vonden. De heer Kers wil graag weten welke verhouding de coalitiepartijen nu wel democratisch vinden. Verder sluit hij zich aan bij de vraag van de PvdA: of het college met de opdracht die nu wordt voorgesteld uit de voeten kan. Voor zijn gevoel kan het college met deze opdracht alle kanten op, behalve de goede: een onderzoek naar de voor- en nadelen van een nauwere bestuurlijke samenwerking. De heer Juk herinnert aan het standpunt van het CDA dat Hattem haar eigen karakter en identiteit moet behouden. Dat kan het best gerealiseerd worden als de gemeente zelfstandig blijft. Samenwerking met buurgemeenten is wel nodig. Alle gemeenten met minder dan 50.000 inwoners zitten in het spanningsveld van zelf doen, samenwerken of uitbesteden. Het gaat erom dat de dienstverlening aan de inwoners goed geregeld is. De aspecten kwaliteit, continuïteit en betaalbaarheid zijn bepalende factoren. Tegelijk moet de raad als volksvertegenwoordiging grip houden op wat er in deze gemeente speelt. Het gaat inderdaad om democratische controle. De kernvraag voor deze avond is met welke gemeente(n) Hattem het best kan samenwerken. Als gevolg van rijksbeleid is Hattem gedwongen steeds meer samenwerkingsverbanden op de Veluwe te zoeken, met vooral Apeldoorn als centrale plaats. Dat was niet altijd in het belang van deze gemeente. Het CDA had graag gezien dat provinciegrenzen minder leidend waren geweest. Gezien de gerichtheid op Zwolle, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, was het niet logisch om over te gaan naar Gelderland. De insteek van het CDA is dat behouden moet worden wat goed functioneert (zoals de samenwerking met Apeldoorn in het sociale domein). Daarnaast moet worden samengewerkt binnen de regio Zwolle. De leden van het CDA hebben aangegeven dat ze het belangrijk vinden om aan de oriëntatie op Zwolle vast te houden. Hattem ligt op het scharnierpunt van Overijssel en Gelderland. De situatie van deze gemeente moet dus niet alleen vanuit Gelders perspectief worden bekeken. Het CDA ziet kansen voor de Veluwe als er een goede samenwerking is binnen de Zwolse regio. Die samenwerking kan het best worden opgezet vanuit de eigen kracht van de Veluwse gemeenten. Daarom is het goed dat de samenwerking met Heerde en Oldebroek op het gebied van inkoop en ICT wordt voortgezet. Misschien zijn er in de toekomst doorontwikkelingen mogelijk in de richting van de regio Zwolle. Op dit moment is het ICT-gras in Zwolle niet groener dan op de Veluwe. Bij de buurgemeenten zijn verschillende oriëntaties te zien. Elke gemeente gaat daarbij uit van haar eigen zelfstandigheid. Het gaat om verbinden, vernieuwen en versterken. Om de bijzondere positie van Hattem te benadrukken, stelt het CDA voor om het voorliggende conceptbesluit nog wat aan te passen. De heer Juk leest het amendement voor dat zijn fractie samen met D66 en de VVD heeft voorbereid. Ook het CDA wil graag horen of het college hiermee uit de voeten kan. De heer Kers vraagt wat het amendement nu precies toevoegt en waarom een tekst die gezamenlijk besproken is toch nog weer gewijzigd moet worden. Mevrouw Van Regteren wijst erop dat de ‘bestuurlijke zelfstandigheid’ al in het conceptbesluit staat. Dat die zelfstandigheid een primair uitgangspunt is, stond ook al in het coalitieakkoord en het collegeakkoord. Op dat punt is het amendement dus overbodig. Mevrouw Van Regteren vraagt of haar conclusie juist is dat Epe in het amendement helemaal wordt losgelaten. De voorzitter merkt op dat die vraag ook geldt voor Nunspeet. Die gemeente maakt namelijk ook geen deel uit van de Zwolse regio. De heer Juk antwoordt dat het begrip ‘nabij gelegen gemeenten op de Veluwe’ heel breed is. Daar kunnen Epe, Nunspeet en Apeldoorn ook onder vallen. Alle fracties hebben ook aangegeven dat bestaande vormen van samenwerking moeten worden voortgezet. Daarom is gekozen voor die ruime formulering. Het amendement geeft echter een voorkeur aan voor gemeenten die binnen het samenwerkingsverband van de regio Zwolle vallen: Heerde, Oldebroek en Elburg. De bestuurlijke zelfstandigheid staat inderdaad al in het conceptbesluit. Ze moet echter in het amendement worden meegenomen om niet te verdwijnen uit de definitieve besluittekst. Wat punt 3b betreft: het begrip ‘servicepunt’ zou heel beperkt kunnen worden uitgelegd. Daarom is voor een ruimere formulering gekozen: ‘behoud van publieke dienstverlening’. Mevrouw Van Regteren concludeert dat de indienende fracties geen keuze maken. Als Apeldoorn
11
kan, kan Harderwijk bijvoorbeeld ook. In het oorspronkelijke raadsvoorstel wordt nog een aantal concrete gemeenten genoemd; in het amendement niet. De heer Juk wijst op de voorkeur die in het amendement nadrukkelijk wordt aangegeven. De brede formulering is gekozen om bestaande samenwerkingsverbanden niet buiten te sluiten. Dat gebeurt in het oorspronkelijke voorstel in feite wel. De heer Kers memoreert dat Hattem zich destijds met hand en tand heeft verzet tegen de opgelegde congruentie. De gemeente wilde per se in de Zwolse regio blijven. Nu wordt Apeldoorn genoemd, een gemeente die behoorlijk ver weg ligt. De heer Kers vraagt waarom de coalitiefracties het niet houden bij de gemeenten die in het voorstel genoemd worden. Op deze manier wordt het vlees noch vis. Het verhaal wordt zo voor de burgers ook veel te ingewikkeld. De heer Juk vindt dat het amendement volstrekt duidelijk is en voor Hattem een goed stuk vlees op tafel legt. Hij noemt nog eens de redenen waarom het amendement zo geformuleerd is. Mevrouw Van Regteren wijst erop dat de voorliggende notitie na een heleboel sessies gezamenlijk is vastgesteld. Alles wat de fracties aan input geleverd hebben, staat erin. Er staat ook in dat de zaken die nu in Apeldoorn zijn belegd niet ter discussie staan. De raad heeft onlangs nog ingestemd met een mobiliteitsvisie die op Apeldoorn gericht is. Dat staat dus allemaal al vast. Mevrouw Van Regteren roept de indieners van het amendement op om een duidelijke keuze te maken. De heer Kort constateert dat de burgemeester en de gemeentesecretaris de afgelopen tijd hebben verkend waar de omliggende gemeenten staan. Wat dat betreft is de spoeling dun. Hattem kan een ontwikkeling als NEO niet negeren. De indieners van het amendement vonden dat in de besluittekst onvoldoende tot uitdrukking komt dat de raad vooral naar Zwolle wil kijken. Zwolle en de Veluwse gemeenten staan in die besluittekst te gelijkwaardig naast elkaar. Verder verbaast het de heer Kort dat de heer Kers het proces dat de raad heeft doorlopen over wil doen. In dat proces zijn de opties van ambtelijke en bestuurlijke fusies nadrukkelijk aan de orde geweest. De heer Kers merkt op dat tien van de vijftien raadsleden geen behoefte hadden aan een fusie. Daarom werd die optie al gauw afgeserveerd. Ze stond ook niet in het coalitieakkoord. De heer Kort herinnert zich dat de fracties er met open vizier zijn ingegaan en alle opties hebben willen verkennen. Volgens hem is dat laatste ook gebeurd. De verhouding coalitie-oppositie in de raad is nu inderdaad 10-5. Dat neemt echter niet weg dat de coalitie de inbreng van de oppositie bij elke besluitvorming serieus wil nemen. Belangrijke beslissingen die gevolgen hebben voor de lange termijn moeten niet eens met een stemverhouding van 10-5 worden genomen. Als het even kan, moeten dat raadsbreed gedragen besluiten zijn. Ze hebben immers ook effect voor een of meer volgende raadsperioden. De heer Kers wil graag concreet weten bij welke stemverhouding een besluit volgens D66 nog breed gedragen is. In het presidium is gesproken over een 2/3 meerderheid, maar ook over een meerderheid van 75%. Er is geen duidelijke uitspraak over gedaan. De heer Van der Sleen denkt dat er langs elkaar heen wordt gepraat. De strekking van het amendement is helder. Hattem moet samenwerken. Daarbij moeten de belangen van de eigen organisatie hoog in het vaandel staan. Het aantal gemeenten dat samenwerkt in de regio Zwolle zou zich de komende jaren wel eens kunnen uitbreiden van twintig naar dertig, gezien de sterke positie van die regio. Misschien zitten Epe en Nunspeet er over vijf jaar ook wel bij. Het college moet dan ook de ruimte krijgen om zoveel mogelijk opties te verkennen. Tegelijk ligt het zonder meer voor de hand om de focus op de grote en sterke regio Zwolle te leggen. Verder hoopt de heer Van der Sleen van harte dat bij de besluitvorming over dit onderwerp de stemverhouding 15-0 zal zijn. Dat is voor de toekomst van Hattem het beste. De heer Kers is het met de heer Van der Sleen eens dat het college zoveel mogelijk opties moet verkennen. Dat is nu juist de reden waarom zijn fractie pleit voor een verkenning van het hele palet, tot en met een bestuurlijke fusie. Nu voelt het alsof het college in een raceauto is gezet waarbij meteen de handrem is aangetrokken. De heer Van der Sleen benadrukt dat een besluit in deze materie nooit onherroepelijk is. Over een paar jaar kan de situatie weer anders zijn. Als Hattem bijvoorbeeld in gigantische financiële problemen komt, zal de gemeente naar bevind van zaken moeten handelen. Het belang van Hattem en haar inwoners staat altijd centraal. Zo zal elke gemeente ertegenaan kijken. Als dan blijkt dat een verdergaande vorm van samenwerking absoluut noodzakelijk is, zal dat altijd bespreekbaar zijn tussen die gemeenten. Daarom begrijpt de heer Van der Sleen de huiver van de ChristenUnie niet. De heer Kers begrijpt de huiver van de heer Van der Sleen niet. Ook bij een fusie blijft Hattem gewoon Hattem. De identiteit van de gemeente verandert op geen enkele manier. De heer Van der Sleen merkt op dat dat laatste zelfs bij een opheffing van Hattem nog het geval zou zijn. Burgemeester Wiggers constateert dat de scope van de discussie verder gaat dan het voorstel dat
12
de fracties samen geformuleerd hebben. Dat voorstel richt zich vooral op de korte termijn. De burgemeester wil een paar mythes doorprikken. Een fusie tussen Overijssel en Gelderland ligt vooralsnog niet in het verschiet. Hetzelfde geldt voor een uitbreiding van de regio Zwolle in de richting van dertig gemeenten. De toevoeging van Elburg is geaccepteerd omdat die duidelijk een toegevoegde waarde had, maar daarna is de deur voorlopig op slot gegaan. Op de heel lange termijn kan het weer anders komen te liggen, maar voor de afzienbare toekomst behoudt de regio Zwolle de huidige omvang. De heer Van der Sleen stelt dat het verhaal zomaar weer anders kan zijn als er in de regio Zwolle vijf nieuwe burgemeesters komen. De burgemeester blijft erbij dat hij de stand van zaken weergeeft zoals die is. Hij gaat vervolgens in op de vraag of het college uit de voeten kan met wat nu voorligt. Het traject dat de raad en het college met elkaar hebben gelopen, heeft winst opgeleverd. De standpunten zijn goed uitgewisseld. Alle partijen waren het eens over de noodzaak tot samenwerken. Hattem kan het niet alleen. Het ambtelijke apparaat is kwetsbaar. Er wordt in veel opzichten roofbouw op gepleegd. Daarnaast zijn kosten en kwaliteit, maar ook democratische controle en identiteit wezenlijke aandachtspunten. Dat zijn allemaal gezamenlijke constateringen geweest en die constateringen zijn allemaal belangrijk. Het heeft de burgemeester positief getroffen dat de fracties in staat bleken te zijn om samen met een voorstel te komen. Dat voorstel biedt niet een eindperspectief voor de lange termijn, maar geeft het college wel ruimte om stappen te zetten. Het is wel de vraag of de uitgangspunten van dit voorstel voldoende zijn om alle uitdagingen het hoofd te bieden. Of een zelfstandig Hattem de opgaven waar ze voor staat aan kan, hangt niet alleen af van de vraag met wie en in welke mate wordt samengewerkt. Het hangt ook af van vragen als: welke voorzieningen moet Hattem zelf hebben, hoe hoog moet de lat van de kwaliteit liggen, hoe gaan we prioriteren. En dat hangt allemaal weer samen met de vraag hoeveel capaciteiten en financiële middelen de gemeente beschikbaar heeft. Het voorliggende voorstel biedt wel ruimte voor samenwerkingsverbanden waarin gewerkt kan worden aan de drie K’s, en dan vooral aan de K van kwetsbaarheid. Daarbij denkt de burgemeester onder andere aan de ICT-samenwerking met Heerde, Oldebroek, Elburg en Nunspeet. De heer Juk heeft duidelijk aangegeven dat het amendement die vorm van samenwerking niet uitsluit. Om Hattem het beste te bieden, is echter meer nodig. Daarom is met een besluit over dit voorstel de discussie ook niet gesloten. De gemeenten rondom Hattem beraden zich intussen ook. Ook bij hen blijkt zelfstandigheid een groot goed te zijn. Er worden geen onomkeerbare beslissingen genomen, maar er gaan wel bewegingen ontstaan. Daarin komen ook vragen op Hattem af. De raad van Heerde heeft een vergelijkbaar proces doorlopen als de raad van Hattem en komt met een vraag naar deze gemeente toe. Verder dienen zich vragen aan op het gebied van RNV 3.0. Het voorstel dat voorligt biedt het college de ruimte om met alle gemeenten de dialoog aan te gaan. De heer Van der Sleen wil weten of het college ook kan leven met het amendement dat is ingediend. De coalitiepartijen willen aan alle bestaande samenwerkingsverbanden vasthouden, maar geven tegelijk aan dat ze zich meer willen richten op de regio Zwolle. Dat is het hele verhaal en het is geen ingewikkeld verhaal. De heer Van der Sleen denkt dat heel Hattem het belangrijk vindt om een gebied te omarmen dat als een groot cadeau op de stoep van deze gemeente ligt. Burgemeester Wiggers merkt op dat elementen die het amendement scherp wil stellen ook al in het voorstel zitten. De regio Zwolle is in dat voorstel al nadrukkelijk in beeld. Het voorstel geeft ook aan dat bestaande samenwerkingsverbanden en ontwikkelingen gehonoreerd moeten worden. Dat blijft in het amendement overeind. De vraag is dus of het amendement iets wezenlijks toevoegt. Het is ook juist een winstpunt dat de fracties samen tot een voorstel zijn gekomen. Ze waren het er allemaal over eens dat Hattem zowel een belang heeft in Zwolle als op de Veluwe. Zo kwamen ze tot een unaniem gedragen stuk dat de ruimte biedt om in die beide richtingen verder te werken. Dat mag dan een kleine stap zijn, maar het is beter om samen een wat kleinere stap te maken dan dat een grote stap wordt gezet die in een volgende periode misschien weer wordt teruggedraaid. De heer Van der Sleen vraagt of de burgemeester het aannemen van het amendement als een belemmering ziet voor de toekomst van Hattem. Burgemeester Wiggers ontkent dat. Datzelfde geldt echter voor het aannemen van de oorspronkelijke besluittekst. Mevrouw Van Regteren wijst erop dat in de vorige raadsperiode 95% van de raadsvoorstellen unaniem is aangenomen. De indruk moet niet ontstaan dat bij vrijwel elk voorstel sprake was van een stemverhouding van 8-7. Mevrouw Van Regteren vindt het bijna gênant om, na het constructieve traject dat de fracties samen hebben doorlopen en dat tot dit voorstel heeft geleid, nog met dit amendement te komen. Het amendement is ook niet afgestemd met de twee andere fracties. Verder staat alles wat als argumentatie voor het amendement wordt aangevoerd ook al in de notitie. Het was verstandiger geweest om het college op basis van het raadsvoorstel de samenwerkingsrelaties aan
13
te laten gaan die nodig zijn. De gemeentesecretaris heeft de vorige keer al aangegeven dat er geen afspraken worden gemaakt zonder dat de raad daarover geïnformeerd wordt. Mevrouw Van Regteren vraagt zich dan ook af waar de coalitiefracties een probleem van maken. De heer Kers sluit zich daarbij aan. De ChristenUnie is tegen het amendement. Als het toch wordt aangenomen, is het niet moeilijk te raden hoe de fractie over het geamendeerde voorstel zal stemmen. Het was op eieren lopen om tot dit voorstel te komen. Als nu een paar deukjes in die eieren worden getrapt, wil de heer Kers dat ook wel bij een paar andere eieren doen. Hij krijgt op dit moment geen warme gevoelens bij wat het college en de raad van de gemeente Heerde zeggen en doen. Wat dat betreft zou hij daar ook een amendement over kunnen indienen. Hij vindt echter dat de samenwerking die in de loop van de jaren met Heerde en Oldebroek is opgebouwd zeker niet moet worden verbroken. Daarvoor zit er teveel waardevols in die samenwerking. Naast de ICT valt daarbij ook te denken aan het sociale domein. De heer Van der Sleen benadrukt dat de coalitiepartijen nooit hebben gesproken over een opheffing of beperking van de bestaande samenwerking. De heer Kers wijst erop dat tijdens de besloten bijeenkomsten die er geweest zijn die mogelijkheid wel is genoemd. Er waren toen echter ambtenaren die de grote financiële consequenties daarvan duidelijk konden maken. De voorzitter stelt voor om de vergadering te schorsen voor presidiumoverleg. De heer Van der Sleen wil dan graag eerst een overleg tussen de coalitiepartijen. Schorsing van 22.03 – 22.28 uur De heer Juk geeft aan dat de coalitiefracties graag een handreiking willen doen. Ze hebben een wijziging in het amendement aangebracht met betrekking tot punt 1 van het besluit. Op die manier hebben ze de discussie van voor de schorsing willen honoreren. Mevrouw Van Regteren blijft bij haar standpunt dat het amendement er niet zou moeten liggen. De notitie die voorligt geeft het college voldoende handvaten om de juiste samenwerkingsvormen te zoeken. De vraag of dat richting regio Zwolle is of richting Veluwe moet op dit moment openblijven. De heer Kers sluit zich daarbij aan. Hij constateert ook dat in de nieuwe formulering de gemeente Nunspeet meer op afstand komt te staan. De heer Juk vindt het jammer dat de handreiking voor de PvdA en de ChristenUnie niet voldoende is. De coalitiefracties zullen desondanks het aangepaste amendement in stemming brengen. Stemverklaringen (na het aannemen van het amendement) Mevrouw Van Regteren laat weten dat haar fractie tegen het amendement heeft gestemd a. omdat ze vindt dat de notitie voldoende is en b. omdat ze het betreurt dat na het samen indienen van een voorstel een aantal fracties toch nog weer met wijzigingen komt. De PvdA heeft er vertrouwen in dat het college de zaak goed zal oppakken en de raad tijdig zal informeren als er samenwerkingsvormen worden aangegaan. De fractie stemt dan ook wel in met het geamendeerde voorstel. De heer Kers sluit zich daarbij aan.
Amendement CDA, D66 en VVD De raad van de gemeente Hattem, in vergadering bijeen d.d. 01-02-2016, overwegende dat - Hattem als Gelderse/Veluwse gemeente deel uit maakt van de Regio Zwolle; - de inwoners van Hattem sociaal-maatschappelijk en economisch vooral zijn georiënteerd op Zwolle; - Hattem en de Noordoost-Veluwe een prachtig woon- en leefgebied vormen; - provinciegrenzen niet remmend mogen zijn voor gemeentelijke samenwerking; - op het gebied van inkoop en ICT al samengewerkt wordt met Heerde en Oldebroek; - er op deze en andere terreinen diverse mogelijkheden tot samenwerking zijn, besluit - Punt 1 te wijzigen als volgt: * De richting in samenwerking te bepalen op de Regio Zwolle, waarbij de voorkeur uitgaat naar gemeenten die al samenwerken binnen de Regio Zwolle;* - Punt 3 te wijzigen als volgt: Naast de vijf criteria nog twee uitgangspunten te hanteren als kader: a. Bestuurlijke zelfstandigheid b. Behoud van publieke dienstverlening in Hattem. *…….* In eerste instantie stond hier: “De richting voor de keuzes in samenwerking te bepalen op de Regio Zwolle, met inbegrip van nabijgelegen gemeenten op de Veluwe, waarbij de voorkeur uitgaat naar gemeenten die samenwerken binnen het verband van de Regio Zwolle.”
14
Besluit: Het amendement van CDA, D66 en VVD wordt aangenomen met 9 stemmen voor (de indienende fracties) en 5 stemmen tegen (ChristenUnie en PvdA). Het geamendeerde voorstel wordt vervolgens met algemene stemmen aangenomen. 8.
Integraal veiligheidsplan 2016-2019 (besluit nr. 1).
Mevrouw Van Regteren stelt de volgende vragen: 1. De burgemeesters van de grote steden hebben meer geld gevraagd omdat ze door de grote taken die op hen afkomen niet rondkomen met het huidige budget. Bij die grote taken gaat het om de vluchtelingenproblematiek, terreurdreiging en dergelijke zaken. Hattem is maar klein, maar herkent onze burgemeester dit signaal? 2. In de begeleidende notitie wordt aangegeven dat een beperkt bedrag beschikbaar is voor initiatieven die de veiligheid bevorderen. De buurt-whatsapp is in veel wijken en buurten in Nederland een succes. Daarom wil de PvdA dat in Hattem actief informatie over dat onderwerp wordt verstrekt. Het initiatief ligt bij de inwoners, maar de gemeente (de politie) faciliteert. De buurt-whatsapp verhoogt de betrokkenheid in de wijk en bevordert de veiligheid. Dat past goed in het kader van Samen Hattem. In veel gemeenten zit de wijkagent ook in de groep. Op die manier kan hij snel reageren op meldingen die binnenkomen. De politie heeft voor dergelijke whatsappgroepen ook handreikingen waarin de spelregels worden uitgelegd. Bewoners van de Grote Gracht hebben inmiddels zo’n whatsappgroep ingesteld. Daar werd juist deze dag een mail over rondgestuurd. De bewoners hebben over dat initiatief contact opgenomen met de gemeente, maar helaas geen reactie gekregen. Volgens de PvdA gaat het om een mooi voorbeeld dat naar meer wijken kan worden uitgerold. 3. De jaarwisseling heeft vooral bij de Hof van Blom en in de binnenstad voor onrust en angst gezorgd. Bekeken zou moeten worden of de binnenstad en de zones rond verzorgingshuizen aangewezen kunnen worden als vuurwerkvrije zones. De fractie wil graag dat de burgemeester daar tijdig met de politie over gaat spreken. Ze vraagt hoe hij daarover denkt. 4. De hulpdiensten waren in 2015 in 78% van de gevallen binnen 15 minuten op de juiste locatie. In 2014 lukte dat nog in 91% van de gevallen. Is de portefeuillehouder in gesprek met de verantwoordelijke instanties om de oorzaak van de achteruitgang te achterhalen? De PvdA hoorde dat de hulpdiensten in Hattem vanwege de drempels in de Hogenkamp een andere route naar de snelweg kiezen. Daardoor zijn ze later op de plaats van bestemming. Bovendien rijden ze dan langs twee scholen aan de Dorpsweg. In hun opleiding werd het rijden langs scholen juist sterk afgeraden. Kan de portefeuillehouder checken of het verhaal klopt? Zo ja, kan hij de vraag aan de orde stellen wat eraan gedaan kan worden? Burgemeester Wiggers herkent de capaciteitsproblemen, zij het niet zozeer in Hattem. In het algemeen wordt inderdaad een (te) fors beroep op de politie gedaan. De burgemeesters in deze regio hebben zich dan ook achter de oproep van hun collega’s van de grote steden geschaard. Intussen heeft Hattem een tweede wijkagent gekregen. De politie streeft er nadrukkelijk naar om de norm van 1 wijkagent op 5000 inwoners te realiseren. Men probeert de capaciteitsproblemen dus zo weinig mogelijk ten koste te laten gaan van de kwaliteit van de dienstverlening. Het college en de politie zien de buurtwhatsappgroepen graag komen. Ze bevorderen de veiligheid, maar ook het omzien naar elkaar. Vanuit de politie is er wel contact geweest met de whatsappgroep van de Grote Gracht. Er zullen op heel korte termijn bordjes worden geplaatst. Die worden betaald uit het budget dat de raad beschikbaar heeft gesteld voor kleine maatregelen op het gebied van veiligheid. Er zijn ook mogelijkheden om dit soort netwerken aan elkaar te verbinden. De deelname van de wijkagent is inderdaad belangrijk. Het punt van de aanrijdtijden is besproken in de commissievergadering. De oorzaak van de achteruitgang moet nog geanalyseerd worden. Daar komt de burgemeester op terug. Het kan niet alleen aan de drempels in de Hogenkamp liggen, al neemt de burgemeester dat punt wel mee. De jaarwisseling heeft inderdaad onrust veroorzaakt op de plekken die de PvdA noemde, maar niet alleen daar. Bij de evaluatie zal worden bekeken hoe daarmee bij de volgende jaarwisseling moet worden omgegaan. Tot 18.00 uur zou heel Nederland vuurwerkvrij moeten zijn. Voor een deel doet het probleem zich echter al eerder voor en ook na het tijdstip waarop het afsteken van vuurwerk afgelopen zou moeten zijn. Daar is eerder al beleid voor vastgesteld. Naar de periode van 18.00 – 2.00 uur zal nog eens specifiek worden gekeken. De heer Juk stemt in met de vijf prioriteiten die worden genoemd. Het is het CDA opgevallen dat de overlast door jongeren het afgelopen jaar wat groter is geworden. Daar zou in het kader van preventief jeugdbeleid aandacht aan gegeven moeten worden. Het is goed om na te gaan wat de oorzaak is en hoe de overlast teruggedrongen kan worden. De heer Juk is blij dat het aantal woninginbraken teruggelopen is. Zowel de politie als de burgers verdienen daarvoor een compliment. Goede voorlichting maakt het voor inbrekers steeds minder aantrekkelijk om in Hattem op pad te gaan. Het is belangrijk om op dat punt waakzaam te blijven. Wat hennepteelt en dergelijke betreft is het zaak om door te gaan op de ingeslagen weg. De aanrijdtijden van de politie moeten goed in de
15
gaten worden gehouden. Door de gesignaleerde achteruitgang komt het veiligheidsgevoel van de inwoners in het gedrang. Die achteruitgang is overigens een landelijk verschijnsel, met name in kleine gemeenten. Dat heeft sterk te maken met de dingen die door het Rijk worden opgelegd. Het is belangrijk om dit punt in het driehoeksoverleg te bespreken en het komende jaar de aanrijdtijden te monitoren. De leefbaarheid in de wijk is een mooi thema om mee aan de slag te gaan in het kader van Samen Hattem. Mevrouw Van der Worp is blij dat ook een actueel thema als de vluchtelingencrisis bij de politie in beeld is en dat wordt nagedacht over de vraag hoe polarisatie kan worden voorkomen. Verder trof haar de opmerking in de brief van de bewoners van de Grote Gracht dat ze weinig aandacht van de gemeente krijgen. Ze hoort vaker dat de gemeente niet goed reageert op wat burgers inbrengen. In dat verband wijst ze ook op het bezwaarschrift van een mevrouw uit Assenrade. Ze vraagt het college daar meer aandacht aan te geven. De heer Van Riel ziet het plan als een goed uitgangspunt om de veiligheid en het veiligheidsgevoel van de burgers te verbeteren. Hij laat een bord zien waarop de aanwezigheid van een buurtwhatsappgroep vermeld wordt. De heer Van Riel is het met mevrouw Van Regteren eens dat de gemeente wat proactiever zou kunnen zijn als het om dergelijke whatsappgroeps gaat. Misschien moeten ouderen er even bij geholpen worden. Het bevorderen van het onderlinge toezicht is niet de opzet van de whatsappgroep, maar wel mooi meegenomen. De heer Kwakkel sluit zich volledig aan bij alles wat over de whatsappgroep en het bord gezegd is. Zijn fractie is blij met dergelijke initiatieven vanuit de bevolking. D66 gaat er ook vanuit dat initiatiefnemers voortaan sneller beantwoord zullen worden. Mevrouw Van Regteren wijst erop dat ze bij het probleem met de aanrijdtijden niet alleen doelde op de politie, maar ook op de brandweer en de ambulancedienst. Burgemeester Wiggers bevestigt dat de aanrijdtijden bij alle drie hulpdiensten even belangrijk zijn. In dit document gaat het echter over de politie. Bij de brandweer zijn de cijfers anders. Op dat gebied heeft Hattem de kortste aanrijdtijden van Noordoost-Gelderland. Mevrouw Van Regteren hoort van brandweermannen zelf toch wel verontrustende geluiden. Wellicht sluit het gevoel niet aan bij de reële cijfers. In ieder geval is het goed om hier met de brandweercommandant over te spreken. Burgemeester Wiggers bevestigt dat. Hij geeft aan dat de overlast door jongeren een belangrijk punt van aandacht blijft. De macht van de kleine getallen speelt op dit gebied ook mee. Overigens kent Hattem op dit moment geen ‘hinderlijke’ en ‘overlastgevende’ groepen (volgens de typeringen van de BEKE-shortlist), terwijl die er gedurende een aantal jaren wel zijn geweest. Op het punt van woninginbraken blijft de politie alert. Ten aanzien de whatsappgroepen moet de gemeente misschien inderdaad wat actiever zijn. De burgemeester neemt dat punt mee.
Toezeggingen: 1. Burgemeester Wiggers komt terug op de achteruitgang met betrekking tot het halen van de aanrijdtijden, zodra de oorzaak daarvan bekend is; 2. De burgemeester zal het signaal over hulpdiensten die omrijden vanwege de drempels in de Hogenkamp meenemen in zijn gesprek met de verantwoordelijke instanties. 3. Bekeken zal worden of de gemeente een actiever beleid moet voeren ten aanzien van buurtwhatsappgroepen. Besluit: Het voorstel van het college wordt met algemene stemmen aangenomen. 9.
Vrijgeven uitvoeringsbudget t.b.v. uitvoeringsregel zonnepanelen particuliere woningen 2016 (besluit nr. 2)
Mevrouw Van Regteren vraagt hoeveel er in de reserve volkshuisvestingsdoeleinden zit na de uitname van 20.000 euro voor 2016. In de uitvoeringsregel staat bij punt 8 (verplichtingen van de subsidieontvanger) dat op verzoek medewerking moet worden verleend aan publicitaire acties. De PvdA wil graag weten waarom dat een verplichting is. Verder dient de fractie een motie in over zonnepanelen op gemeentelijk vastgoed. De fractie wijst erop dat de gemeente een voorbeeldfunctie heeft, ook als het gaat om het gebruik van duurzame energie. De gemeente heeft zelf ook aangegeven dat zij zich wil inzetten voor het halen van de klimaatdoelstellingen. Dat wil ze onder andere doen door naar andere vormen van duurzaamheid te kijken dan bijvoorbeeld het plaatsen van windmolens. Verder telt Hattem veel inwoners die graag hun steentje bijdragen aan een betere wereld, maar voor wie de investering in zonnepanelen te duur is of die daar geen geschikt dakoppervlak voor hebben. Ook dat punt wordt in de motie meegenomen. De heer Kort is blij dat de overgebleven middelen van 2015 zijn overgeheveld naar 2016. D66 wil de burgers van Hattem aansporen om van deze regeling gebruik te maken nu dat nog kan. De ervaring
16
leert dat bij de aanschaf van zonnepanelen al gauw sprake is van een energiebesparing van 60%. D66 kan dan ook met het voorstel instemmen. In de commissievergadering heeft de fractie gevraagd waarom op gebouwen van de gemeente geen zonnepanelen liggen. De wethouder antwoordde toen dat de gemeente werkt aan een visie over energieverlagende maatregelen voor gemeentelijke gebouwen. D66 wil graag weten hoever het daarmee is. De heer Van der Sleen sluit zich aan bij de vraag van de heer Kort. Hij wil ook graag weten wat de wethouder van de motie van de Partij van de Arbeid vindt. Mevrouw Van der Worp geeft aan dat de ChristenUnie met de motie instemt. Ook zij wil graag weten hoeveel geld er nog in de reserve zit die mevrouw Van Regteren noemde. Ze wijst erop dat 20.000 euro een bedrag is waar maar 40 woningen van kunnen profiteren. De heer Juk is blij dat er in Hattem nog iets mogelijk is. Het CDA vindt wel dat de provincie het een beetje laat afweten. Zij heeft miljoenen euro’s op de bank staan. Daarvan zou een deel naar de gemeenten moeten gaan voor duurzaamheidsmaatregelen. De inwoners van die gemeenten hebben tenslotte al dat geld opgebracht. Het CDA vindt dat er meer gedaan moet worden dan wat nu voorligt. Op de daken is te zien dat er in Hattem wat gebeurt, maar het college zou moeten nadenken over verdere maatregelen, uiteraard binnen de (beperkte) financiële mogelijkheden die er zijn. Wat de motie betreft wil de heer Juk graag eerst de reactie van de wethouder horen. Wethouder Van der Heeden laat weten dat een deel van de reserve volkshuisvestingsdoeleinden gelabeld is. Bij het gedeelte dat niet gelabeld is, gaat het om een bedrag van ongeveer 120.000 euro. Daar wordt nu 20.000 euro van afgehaald. Over de rest zal een voorstel worden gedaan als de nota reserves en voorzieningen behandeld wordt. Wat de publiciteit betreft: er komt een mededeling dat mensen benaderd kunnen worden met de vraag of ze daaraan willen meewerken. Het is dus geen verplichting. De bredere visie op het gebied van duurzaamheid zal nog dit jaar aan de raad worden voorgelegd. Het budget dat daarvoor beschikbaar is, is beperkt: ongeveer 5000 euro. De mogelijkheden voor gemeentelijke gebouwen vormen een onderdeel van de visie. Het college vindt dat breed moet worden bekeken hoe de middelen het meest efficiënt kunnen worden ingezet. Dat ze zullen worden ingezet voor zonnepanelen is dan ook nog niet zeker. Misschien kan in individuele gevallen beter worden geïnvesteerd in isolatie. Ook het college vindt dat de gemeente op dit gebied een voorbeeldfunctie heeft. Een grote energieproducent onderzoekt de mogelijkheid om een zonnepark te realiseren op bedrijvenpark H2O. Het is de bedoeling om omwonenden (ook inwoners van de gemeente Hattem) daarin te laten participeren. De wethouder vindt de motie van de PvdA sympathiek, maar stelt voor om haar aan te houden tot de eerdergenoemde visie op de agenda staat. De provincie heeft nadrukkelijk bijgedragen aan maatregelen op het gebied van isolatie, maar gaat daar niet mee door. Ook het college vindt dat teleurstellend. In voorkomende gevallen zal het college contact opnemen met Gedeputeerde Staten om te bezien wat nog mogelijk is. Tweede termijn Mevrouw Van Regteren beantwoordt de reacties op de motie. Het doel van de motie is om de inwoners de gelegenheid te geven om te participeren. Een mooi voorbeeld is het stadion van FC Groningen, waar zonnepanelen op liggen die mensen kunnen kopen voor eigen gebruik. De PvdA kent genoeg inwoners van Hattem die graag met dit soort initiatieven mee willen doen. Dat er daarnaast andere initiatieven zijn, zoals op het gebied van isolatie, is prima. De gemeente moet zich ook zeker druk maken als het gaat om verdere duurzaamheidsmaatregelen voor haar eigen gebouwen. Deze motie gaat echter over een specifiek onderwerp. De PvdA wil graag dat de motie wordt meegenomen bij de ontwikkeling van de visie waar de wethouder over sprak. Overigens is de fractie wel bang dat zo’n breed opgezette visie een ellenlang traject wordt. Het zou mooi zijn als met deze motie korte klappen kunnen worden gemaakt. De motie past helemaal in het collegeprogramma, waarin het college aangeeft dat het de klimaatdoelstellingen wil halen. Ze past ook goed in de routekaart voor de omgevingsvisie die wordt opgesteld. De heer Kort is blij met de toezegging van de wethouder. Het lijkt hem goed om een brede afweging te maken als het gaat om de vraag hoe de gemeente haar middelen moet inzetten. Vorig jaar is een tegenvallend beroep op het beschikbare budget gedaan. Wat dat betreft moet naar verbetering worden gestreefd. De heer Kort wacht graag de visie af en wil dan bekijken in hoeverre de motie van de PvdA daarin past. De heer Van der Sleen vraagt of de wethouder mee kan gaan met het verzoek van de PvdA om haar motie mee te nemen in de ontwikkeling van de visie. Verder valt het bedrag van 5000 euro dat beschikbaar is hem tegen. Hij vraagt of de wethouder heeft nagedacht over mogelijkheden om ergens anders subsidie vandaan te halen. Mevrouw Van der Worp denkt dat de motie van de PvdA de visie die wordt opgesteld niet zal bijten. Duurzaamheidsmaatregelen als isolatie zijn niet zichtbaar en hebben dus geen aantrekkende werking. Bij zonnepanelen ligt dat anders. Het zou goed zijn om de motie niet aan te houden, maar
17
nu meteen aan te nemen. De heer Juk steunt de opmerking van mevrouw Van Regteren dat de motie meegenomen kan worden bij de ontwikkeling van de visie. Er staan zinvolle dingen in de motie. De heer Juk is het met de wethouder eens dat de motie in een integraal kader moet worden geplaatst. Andere mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid mogen niet vergeten worden. De motie is echter wel een aanmoediging. Ze geeft een goede richting aan voor een bepaald onderdeel van de visie die er gaat komen. De nadruk op wat burgers zelf kunnen, spreekt de heer Juk sterk aan. Als het over de rol van de overheid gaat, kan een beetje smeerolie soms voldoende zijn. Misschien kunnen er zonnepanelen op het dak van De Marke worden gelegd, zonder dat de overheid daar geld voor beschikbaar hoeft te stellen. Bewoners van de binnenstad willen misschien ook wel zonnepanelen op hun daken, maar dat stuit waarschijnlijk af op de wens om het stadsgezicht te beschermen. Op de gemeentewerf zou het wel kunnen. Dat past dan in de voorbeeldfunctie van de gemeente, die inderdaad belangrijk is. Het moet ook een terugverdieneffect geven, als het gaat om de energielasten van de werf. Wat dat betreft liggen er dus kansen voor de gemeente om te bezuinigen. De samenleving zal echter wel mee moeten doen. In dat verband denkt de heer Juk ook aan Triada. Het bedrijfsleven zou volgens hem ook het een ander kunnen doen. Hij ziet al dat soort ideeën graag terugkomen in de visie die wordt opgesteld. Verder wil hij graag weten wanneer die visie gaat verschijnen. Mevrouw Van Regteren wijst er nog op dat veel burgers bereid zijn om te investeren. Het moet niet zo zijn dat de gemeente alleen zonnepanelen op haar gebouwen gaat leggen om haar eigen energiekosten te drukken. Wethouder Van der Heeden laat weten dat het college de intentie van de motie onderschrijft. Als de motie mag worden gelezen als een onderdeel van een heel pakket aan maatregelen, kan ze zonder meer worden meegenomen in de visie die wordt ontwikkeld. Het is zeker niet de bedoeling dat het opstellen van die visie een langdurig proces wordt. De visie moet een korte notitie worden, waarin wordt aangegeven welke mogelijkheden er zijn en hoe de bewoners daarbij moeten worden betrokken. De gemeente hoeft inderdaad niet alles zelf te doen. Ze heeft een voorbeeldfunctie, maar ze zal ook de burgers moeten stimuleren om zich voor dit soort projecten in te zetten. Verder gaat de gemeente zeker op zoek naar andere bronnen voor subsidie. Mevrouw Van Regteren benadrukt dat de motie alleen over zonnepanelen gaat en niet over een onderzoek naar wat er verder allemaal mogelijk is. De heer Juk is graag bereid de motie te steunen, maar dan wel met de kanttekening dat ze wordt meegenomen in de visie. Er moet dus niet afzonderlijk op de motie worden teruggekomen. Het moet een integraal verhaal zijn. Wethouder Van der Heeden beveelt de motie graag aan.
Motie PvdA – zonnepanelen De raad van de gemeente Hattem, in vergadering bijeen d.d. 01 februari 2016, constaterende dat • het SER-energieakkoord een ambitie uitspreekt om te komen tot jaarlijkse energiebesparing, toename van het aantal duurzame-energieprojecten en vermindering van de CO2-uitstoot om uiteindelijk te komen tot een klimaatneutrale energievoorziening in 2050; • de provincie deze doelstellingen heeft overgenomen en de uitwerking heeft opgepakt door de ontwikkeling van een routekaart in de Omgevingsvisie; • veel gemeentelijk vastgoed niet beschikt over zonnepanelen; • veel inwoners van Hattem graag gebruik willen maken van duurzame energie, maar zelf geen geschikt dakoppervlak of voldoende financiële middelen hebben om zonnepanelen te plaatsen; • in het collegeprogramma staat dat het college aandacht wil schenken aan duurzaamheid, dat het college vindt dat het daar vooral ook zelf een voorbeeldfunctie in heeft en dat het zich wil inzetten voor het behalen van de klimaatdoelstellingen door o.a. te kijken naar andere vormen van duurzaamheid dan het plaatsen van windmolens; overwegende dat • er in Hattem veel kennis is over het gebruik van duurzame energie; • er elders in het land veel voorbeelden zijn te vinden van gezamenlijke initiatieven om te komen tot aanschaf in stichtingsverband, zodat iedere inwoner kan participeren; • het plaatsen van zonnepanelen en het gebruik van zonne-energie bijdragen aan de vermindering van CO2-uitstoot; • het plaatsen van zonnepanelen en het gebruik van zonne-energie een substantiële bijdrage leveren aan de leefomgeving, het milieu en dus ook aan de gezondheid; • de gemeente een voorbeeldfunctie heeft en op deze manier zowel inwoners als ondernemers kan
18
stimuleren om bij te dragen aan het gebruik van duurzame energie en zo een stap te zetten richting de klimaatdoelstellingen van 2050, verzoekt het college 1. te onderzoeken • wat de mogelijkheden zijn voor het plaatsen van zonnepanelen op gebouwen die eigendom zijn van de gemeente; • welke combinatie met de inwoners van Hattem mogelijk is, zodat participatie mogelijk wordt gemaakt; • wat de kosten zijn in relatie tot de te behalen energiebesparingen; • welke subsidies hiervoor mogelijk zijn; 2. met een voorstel bij de raad terug te komen en gaat over tot de orde van de dag.
Besluit: De motie van de PvdA en het voorstel van het college worden beide met algemene stemmen aangenomen. 10. a.
Wijzigingen Participatiewet met bijbehorende gewijzigde verordeningen: Verordening Wmo gemeente Hattem 2016 (besluit nr. 4)
De heer Leskens wijst op het begrip ‘inclusieve samenleving’, vlak voor de besluittekst. Hij vermoedt dat ouderen het begrip ‘inclusief denken’ nog wel kennen. Dat begrip werd midden jaren 60 gepromoot door Feike Boerwinkel. De term ‘inclusief onderwijs’ is ook een tijdje populair geweest. Nu blijkt dat de samenleving ook inclusief kan zijn. Het begrip ‘inclusieve samenleving’ is echter een containerbegrip. De invulling ervan hangt af van de visie die men heeft. Zo zal de ChristenUnie, die over een ‘dienstbare’ samenleving spreekt, er een andere invulling aan geven dan het CDA, dat het over een ‘zorgzame samenleving’ heeft. Naast die diverse invullingen door de politieke partijen is er ook nog het heikele punt van de rol van de overheid. Het zou goed zijn om daar eens een discussie over te voeren. Dat de gemeente het begrip ‘inclusieve samenleving’ gebruikt, is prima, maar het is niet duidelijk of zij daar een bepaalde vulling aan geeft. Met betrekking tot de verordening die nu voorligt, heeft de ChristenUnie wat wijzigingen voorgesteld. Het college heeft daarop gereageerd, voor een deel met instemming. Vervolgens heeft de ChristenUnie in overleg met de andere fracties een amendement opgesteld. De heer Leskens is blij met de manier waarop alle fracties hebben meegedacht en ook met de reactie van het college. Hij leest het dictum van het amendement voor. De argumenten voor de voorgestelde wijzigingen zijn voor een groot deel te vinden in de antwoorden van het college. Het wijzigingsvoorstel voor artikel 13, lid 5 is door het college ontraden. In de nadere regels waar de laatste zin van de verordening over spreekt, kan het college desgewenst de begrippen ‘formeel’ en ‘niet formeel’ gebruiken. De hardheidsclausule (artikel 25) is opgenomen op aangeven van de PvdA. Mevrouw Schepers constateert dat in de gesprekken over deze verordening de lat nogal hoog gelegd is. Niet alleen de raadsleden, maar ook de ambtenaren hebben er heel wat tijd in gestoken. Het CDA wil hen daar graag voor bedanken. Er ligt nu een soort opmaat naar 2017. Als het amendement daarin verwerkt wordt, komt hij er goed uit te zien. Mevrouw Schepers kan zich voorstellen dat er in de loop van 2017 weer een verandering moet plaatsvinden, als gevolg van een bepaalde beleving of van veranderingen in de maatschappij. Daar moet dan ook ruimte voor zijn. Het gaat er vooral om dat er een stuk ligt waar de inwoners van Hattem goed mee geholpen worden. Mevrouw Broekhuis memoreert dat de PvdA in 2014 een amendement heeft ingediend op de verordening die toen voorlag. Dat amendement behelsde een wijziging van vijf artikelen. Andere fracties brachten toen als bezwaar in dat het om een containeramendement ging. Ze steunden het daarom niet. Nu ligt er weer een containeramendement en nu gaat het een stuk gemakkelijker. Het doet de PvdA ook genoegen dat bijna alle wijzigingen die ze in haar amendement van 2014 voorstelde in deze nieuwe verordening zijn overgenomen. Daar was blijkbaar geen nieuw amendement voor nodig. Vooral de fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden waren voor de PvdA een belangrijk onderwerp. In 2014 werd echter gezegd dat die geen plek hoorden te hebben in de verordening. Volgens de wet is dat echter wel het geval en nu staan ze er ook in, mee dankzij opmerkingen van de Wmo-raad. De PvdA wilde dat de mantelzorgondersteuning niet als mogelijkheid werd genoemd, maar als een vaststaand gegeven. Dat werd toen niet gehonoreerd, maar nu wel. Wat het amendement betreft dat nu voorligt: de wijziging met betrekking tot de begrippen ‘formeel’ en ‘niet formeel’ is een lastig punt. Het college heeft het Besluit Wmo 2016 namelijk al vastgesteld en daar staan deze begrippen wel in. De PvdA pleit ervoor om beide stukken voortaan gelijk op te laten gaan. Het probleem is dat deze raad te veel zaken delegeert aan het college. Dat komt echter een andere keer aan de orde, als de gedachtewisseling over de inclusieve samenleving op de agenda
19
staat. Naast het gezamenlijke amendement dient de PvdA zelf ook een amendement in, over de eigen bijdrage voor de voorziening huishoudelijke hulp. Daarmee herhaalt de fractie een poging uit 2014. Mevrouw Broekhuis heeft niet gehoord of dit amendement op steun van een of meer andere fracties kan rekenen. Ze leest het voor. De heer Kort memoreert de uitvoerige discussie in de commissie Sociale Zaken. Er is ook even gediscussieerd over de vraag of al die wijzigingen op dit moment wel nodig waren. Zou het niet beter zijn om te wachten tot het moment waarop de verordeningen geïntegreerd gaan worden)? Dan moeten er grotere wijzigingen worden aangebracht. D66 heeft er bij de wethouder voor gepleit om de wijzigingen toch zoveel mogelijk nu al door te voeren. De heer Kort bedankt hem en zijn ambtenaren voor het feit dat ze daaraan hebben willen meewerken. Over het amendement van de PvdA wil hij graag de mening van de wethouder horen. D66 begrijpt dat de PvdA hiermee komt, maar vraagt zich af of het zo kan. De uitvoering ligt immers bij Driezorg en Hanzeheerd. Die instanties moeten niet worden opgezadeld met een check op het inkomen van hun cliënten. Een kwijtschelding van de eigen bijdrage is altijd alleen mogelijk geweest door een beroep op de bijzondere bijstand. De heer Kort vraagt zich dan ook af hoe het proces volgens de PvdA zou moeten verlopen. Verder valt het hem op dat algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen naast elkaar worden genoemd. Volgens hem is de procesgang bij die twee soorten voorzieningen verschillend. Mevrouw Guldenaar constateert dat in deze verordening het proces vanaf de melding tot aan de (eventuele) beschikking helder wordt vastgelegd. De heer Leskens heeft met name ten aanzien van de juridische aspecten veel wijzigingsvoorstellen aangereikt. Daarvoor is de VVD hem dankbaar. Er is met alle fracties veelvuldig over gemaild. Vanwege het juridische karakter van veel termen heeft de VVD gevraagd de genoemde punten kort te sluiten met de betreffende ambtenaar en de portefeuillehouder. Het is bijzonder dat er nu een amendement ligt dat in samenspraak tussen het college, de organisatie en de fracties is opgesteld. Er is dus weer eendrachtig samengewerkt in deze belangrijke dossiers, net als in de beginfase. De VVD ervaart dat als zeer efficiënt en ook als heel plezierig. Wethouder Hospers bedankt zijn collega Tigchelaar die hem in de commissievergadering heeft vervangen. Het amendement dat nu voorligt betekent een verbetering van de verordening die het college aan de raad heeft voorgelegd. Het is echter wel een heel beperkte verbetering. De wethouder betwijfelt of er in de praktijk iets van te merken zal zijn. De vorige verordening zag er minder goed uit dan deze en daar kon de gemeente het afgelopen jaar goed mee uit de voeten. Er zijn wel problemen geweest, maar die lagen niet op het vlak van de verordening. Vergeleken met andere stukken die worden vastgesteld, is de lat deze keer wel erg hoog gelegd. De fracties hebben daarin hun eigen afweging gemaakt, maar de wethouder kan niet zeggen dat het een goede investering van ambtelijke tijd is geweest. Voor een groot deel sloten de aangereikte verbeteringen aan bij de manier waarop de gemeente al werkt. Het was in de verordening alleen wat onhandig verwoord. Dat is overigens gebeurd op basis van een modelverordening van de VNG. College en organisatie hebben zelf – zonder al te veel juridische kennis – al heel wat fouten in die modelverordening ontdekt. De wethouder is het met de VVD eens dat de raad, het college en de organisatie constructief hebben samengewerkt. Ook hij is dankbaar dat daarmee de eerder ingezette lijn is voortgezet. De enige aanpassing die het college niet heeft overgenomen (artikel 13.5), staat datgene wat het college met dit artikel beoogt niet in de weg. Het is dus geen probleem om die wijziging door te voeren. De hardheidsclausule ziet de wethouder nu voor het eerst, maar ook daar kan hij mee uit de voeten. Ze kan zeker helpen om in bijzondere situaties goed en rechtmatig te kunnen werken. De conclusie is dat het hele amendement voor het college acceptabel is. Wat de opmerkingen van mevrouw Broekhuis over het amendement van 2014 betreft: de ontwikkelingen hebben sinds dat jaar niet stilgestaan. Blijkbaar heeft de PvdA een vooruitziende blik gehad. Dat de beleidsregels eerder zijn vastgesteld dan de verordening, is op zich inderdaad een vreemde volgorde. Die beleidsregels zullen echter sowieso moeten worden aangepast. Dat zal gebeuren met een terugwerkende kracht tot 1 januari jl. Mochten er in de eerste maand van dit jaar dingen zijn gebeurd die in strijd zijn met de verordening, dan zal daar aandacht aan gegeven worden. Mevrouw Broekhuis wijst erop dat het besluit al gepubliceerd is, met de vermelding dat het al in werking is getreden. Het college is dus voor de troepen uitgelopen. Wethouder Hospers legt uit dat die publicatie noodzakelijk was met het oog op de tarieven die per jaar worden vastgesteld. Wat het gebruik van de termen ‘formeel’ en ‘informeel’ betreft: die zijn in de beleidsregels duidelijk toegelicht. In de verordening worden nu betere termen gebruikt, maar voor de uitoefening van het beleid maakt het weinig uit. Het college heeft inderdaad een integratie van de verordeningen van Jeugd en Wmo aangekondigd. Gezien de huidige wetgeving vraagt de wethouder zich af of het wenselijk is om dat voornemen door te zetten. Het voortraject van de verordening die nu voorligt, heeft veel tijd gekost. Die ervaring roept de vraag op of er dan ook nog veel tijd in een
20
integratie moet worden gestoken. De wethouder stelt die vraag op persoonlijke titel. Op een later moment zal daar een discussie over gevoerd moeten worden. De wethouder gaat ten slotte in op het amendement van de PvdA. Het college heeft een tariefsbijdrage van 5 euro vastgesteld die voor iedereen geldig is. In het kader van het minimabeleid is vastgesteld dat de bijzondere bijstand de mogelijkheid biedt om die bijdrage te compenseren. De PvdA heeft al eerder aangegeven dat veel burgers een drempel ervaren als het om die bijzondere bijstand gaat. Daarom wil deze fractie een automatische schakeling maken tussen het aanvragen van huishoudelijke hulp, het inkomen en de kwijtschelding. De wethouder vindt dat op zich een sympathieke geste. Het voordeel is ook dat op deze manier een stapeling van eigen bijdragen voor een deel wordt voorkomen. Er is echter een probleem met de uitvoerbaarheid van het amendement. De wethouder heeft zich op dit punt juridisch laten adviseren en verwijst ook naar de opmerkingen van de heer Kort. De toegang tot de algemene voorziening is belegd bij de aanbieder van de zorg. Die aanbieder mag volgens de wet alle informatie verzamelen die hij nodig heeft. Dat geldt ook voor de informatie die nodig is om de tariefsbijdrage te kunnen innen. Uit de toelichting op de wet blijkt echter dat bij de toegang niet naar persoonskenmerken mag worden gekeken. Zo is de wet ook altijd gehanteerd. De inkomenssituatie van de aanvrager valt onder die persoonskenmerken. Bovendien is er het punt van de privacy. Dit soort privacygevoelige informatie mag niet verzameld worden door een zorgaanbieder. De wet biedt wel de mogelijkheid om groepen van de tariefsbijdrage uit te zonderen. Uit de voorbeelden die daarbij genoemd worden, blijkt echter dat het niet de zorgaanbieders zijn die de daarvoor benodigde informatie aanvragen. Wat wel kan, is dat de gemeente een pasje beschikbaar stelt dat burgers met een minimuminkomen recht geeft op een aantal kortingen. Dat pasje zou dan in de toegangstoets kunnen worden meegenomen. Als burgers een drempel ervaren met betrekking tot de bijzondere bijstand, zal dat probleem moeten worden aangepakt. Het moet echter niet een reden zijn om aanvullende regelingen te willen treffen bij de zorgaanbieders. In het minimabeleid krijgt de vraag hoe de bijzondere bijstand laagdrempeliger kan worden gemaakt veel aandacht. Tweede termijn De heer Leskens legt de vinger bij de route die met deze verordening is gevolgd. De raad heeft een panklare verordening voorgelegd gekregen die alleen nog via amendementen kan worden aangepast. Het zou beter zijn om de raad in een eerder stadium de ruimte te geven om mee te denken. Dan kan het college daar dan zijn winst mee doen en is amendering waarschijnlijk niet meer nodig. Wat de termen ‘formeel’ en ‘informeel’ betreft: het vaststellen de beleidsregels is een verantwoordelijkheid van het college. Dan heeft het college ook het recht om in die beleidsregels deze termen te gebruiken. De raad is echter verantwoordelijk voor de formulering van de verordening. Hij moet ervoor zorgen dat die formulering wettelijk gezien correct is. Daar hebben de fracties met dit amendement naar gestreefd. Wat het amendement van de PvdA betreft: de heer Leskens is het met de wethouder eens dat Driezorg en Hanzeheerd geen informatie mogen opvragen over de inkomenssituatie. Bij een maatwerkvoorziening ligt het anders: die loopt via de gemeente. Mevrouw Broekhuis wijst erop dat in het Besluit Wmo 2016 (de beleidsregels) algemeen verbindende voorschriften vastliggen. Dan is het niet goed dat er termen gebruikt worden die niet aansluiten op de verordening. Deze verordening wordt dus te laat vastgesteld. Het had uiterlijk in december 2015 moeten gebeuren. De PvdA heeft er begrip voor dat dat niet gelukt is, maar dan had het college met de vaststelling van de beleidsregels moeten wachten. Het amenderen van de verordening kan gevolgen moeten hebben voor de formulering van de beleidsregels. Wat het amendement van de PvdA betreft: de fractie had al niet verwacht dat het veel steun zou vinden. Er staat echter niet in dat de PvdA het opvragen van informatie over het inkomen bij de zorgaanbieder wil neerleggen. Mevrouw Broekhuis heeft zelf gemerkt hoeveel het aanvragen van bijzondere bijstand met zich meebrengt. Daar moet heel veel informatie voor worden overgelegd. De PvdA acht het mogelijk dat Driezorg en Hanzeheerd de aanvragers van een algemene voorziening wijzen op de mogelijkheid van kwijtschelding bij een bepaald inkomensniveau. Dan kunnen de aanvragers zich op het stadhuis melden voor een eenmalige inkomenstoets. Wat in het amendement staat, kan dus wel, maar het vraagt om een andere manier van denken. Gezien het gebrek aan steun trekt de PvdA het amendement voor dit moment in. Als de geesten er rijp voor zijn, probeert de fractie het wel weer. Mevrouw Schepers had wel een goed gevoel bij het amendement van de PvdA, maar begrijpt dat het niet uitvoerbaar is. Ze kan zich voorstellen dat voor de verordening van 2017 bekeken wordt welke mogelijkheden er wel zijn. De heer Kort vindt dat er niets op tegen is wanneer Driezorg en Hanzeheerd de aanvragers van een algemene voorziening wijzen op de mogelijkheid van kwijtschelding. Hij heeft er echter absoluut geen behoefte aan dat zorgaanbieders de hoogte van iemands inkomen gaan checken. Wethouder Hospers vindt het niet meer dan logisch dat Driezorg en Hanzeheerd melding maken van de mogelijkheid van kwijtschelding. Het zou hem verbazen als het niet gebeurt, maar hij zal het
21
navragen. Hij neemt het verzoek mee om op een eerder moment bij het maken van de verordening te worden betrokken. Hoe met de verordening 2017 moet worden omgegaan zal waarschijnlijk in de loop van dit jaar nog met de raad worden besproken.
Amendement van alle fracties – diverse wijzigingen De raad van de gemeente Hattem, in vergadering bijeen d.d. 1 februari 2016, constaterende dat - het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hattem (B&W) de raad van de gemeente Hattem (raad) adviseert de ‘Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hattem 2016’ vast te stellen; - de voorliggende verordening een doorontwikkeling is van de ‘Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hattem 2015’; - er in de doorontwikkeling al een grote kwaliteitsslag is gemaakt, maar er nog altijd ruimte voor verbetering is; - er vanuit de commissie sociaal domein diverse suggesties zijn aangereikt aan B&W om de verordening nader aan te passen en te verbeteren; - B&W zich over een deel van deze suggesties positief heeft uitgelaten en van mening is dat het overnemen van de betreffende suggesties (zij het soms in aangepaste vorm) leidt tot een betere verordening; van mening dat - in afwijking van het oordeel van B&W ook een wijziging moet worden aangebracht in artikel 13 lid 5 (Deze bepaling beoogt een nadere regeling te treffen ter uitvoering van artikel 2.3.6, lid 4, van de wet. De conceptverordening geeft aan deze wetsbepaling een slordig geformuleerde uitwerking door te spreken van een onderscheid tussen ‘een formele partij’ en een ‘niet-formele partij’. Dit onderscheid is zakelijk niet juist, omdat het door de houder van een pgb ter uitvoering daarvan betrekken van diensten, zaken of werken bij een persoon uit zijn sociaal netwerk, ook die persoon maakt tot een formele juridische contractspartij van de pgb-houder); besluit de Verordening Wmo 2016 te wijzigen met betrekking tot de volgende artikelen: - Artikel 1 lid 1: het woordje ‘en’ vervangen door ‘of’; - Artikel 1: lid 2, h (over het begrip ‘voorliggende voorziening’) schrappen (i wordt dan h); - In de hele verordening het woord ‘inwoner’ vervangen door ‘ingezetene’; - Artikel 2, lid 1: het woord ‘cliënt’ vervangen door ‘ingezetene’; - Onder artikel 6, lid 1 de tweede volzin vervangen door de zin: “Het gesprek wordt gevoerd met de cliënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger. De cliënt kan worden bijgestaan door zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn mantelzorger of een andere persoon uit zijn sociale netwerk. In geval het gesprek gevoerd wordt met een wettelijke vertegenwoordiger van de cliënt, kan deze worden bijgestaan door de mantelzorger van de cliënt of een andere persoon uit het sociale netwerk van de cliënt.”; - Artikel 6, lid 2: De woorden ‘in ieder geval’ schrappen; - Onder artikel 6, lid 4 de woorden ‘na overleg’ vervangen door: ‘met uitdrukkelijke instemming’; - Artikel 12, lid 2: De woorden ‘en wat het beoogde resultaat daarvan is’ vervangen door ‘en wat het daarmee beoogde resultaat is’; - Artikel 13, lid 5: De voorgestelde tekst vervangen door “Voor diensten die een cliënt op grond van een pgb inkoopt, geldt voor een persoon die beroepsmatig of bedrijfsmatig werkzaam is voor het verlenen van die diensten een ander tarief dan voor de inkoop bij een persoon die niet beroepsmatig of bedrijfsmatig werkzaam is voor het verlenen van die diensten. Het college stelt nadere regels ten aanzien van dit tarief”; - Een hardheidsclausule als vangnet in de Verordening Wmo 2016 opnemen als artikel 25. Deze luidt: “Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt”; - Artikel 25 wordt artikel 26.
Amendement PvdA over eigen bijdrage algemene voorziening hulp bij het huishouden De raad van de gemeente Hattem, in vergadering bijeen d.d. 01-02-2016, is van mening dat de hieronder voorgestelde toevoeging bij artikel 14 recht doet aan het uitgangspunt van zowel coalitie als college dat niemand tussen wal en schip moet vallen. Ook voorkomen we hiermee voor een deel een stapeling van eigen bijdragen. En - niet onbelangrijk - een aanvraag voor individuele bijzondere bijstand is niet nodig. In de Wmo 2015 is in artikel 2.1.4 lid 2 onder a bepaald dat in de verordening
22
kan worden vastgelegd dat voor personen, behorend tot daarbij omschreven groepen, een daarbij aangegeven korting op de bijdrage voor een algemene voorziening van toepassing is. De raad besluit: de voorliggende verordening te wijzigen op het volgende punt: Onder artikel 14, Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen, onder lid 1 toevoegen: “Voor inwoners met een inkomen tot 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm geldt op de bijdrage voor de algemene voorziening Hulp bij het Huishouden, een korting van 100%.”
Toezeggingen wethouder Hospers: 1. Nagegaan zal worden of Driezorg en Hanzeheerd burgers die een algemene voorziening hulp bij het huishouden aanvragen, wijzen op de mogelijkheid van kwijtschelding van de eigen bijdrage. 2. De wens vanuit de raad om bij het concipiëren van de verordening te worden betrokken, wordt meegenomen bij het nadenken over het proces voor de vaststelling van de verordening voor 2017. Besluit: Het amendement van de gezamenlijke fracties wordt met algemene stemmen aangenomen. Het geamendeerde voorstel van het college wordt vervolgens eveneens met algemene stemmen aangenomen. b.
Herziening Verordening jeugdhulp (besluit nr. 5)
Mevrouw Broekhuis houdt een kort betoog over de beide verordeningen. De PvdA gaat ervanuit dat de tweejaarlijkse beleidsherzieningen in een vroeg stadium met alle betrokkenen worden voorbereid en gedeeld. Beleidswijzigingen voor een nieuw jaar moeten voor de aanvang van dat nieuwe jaar bekend zijn. De PvdA rekent erop dat dan ook nieuwe opties en nieuwe vragen worden onderzocht. Daarbij denkt de fractie aan de mogelijkheid van een collectief pgb en van nieuwe zorgvormen. Ze denkt ook aan vragen als: moeten we elk jaar opnieuw aanbesteden of kiezen we voor een langere termijn? Hoe gaan we samenwerken met zorgaanbieders, huisartsen, wijkverpleegkundigen en andere professionals? Hoe geven we invulling aan het welzijnswerk en aan een ontmoeting van mensen ter voorkoming van eenzaamheid? Hoe regelen we dat mantelzorgers voldoende ondersteuning krijgen? Bij al die dingen gaat het gewoon om het gebruiken van het gezonde verstand. Als de gemeente wil dat mensen langer thuis wonen, moet ze zich ervoor inzetten dat er altijd zorg voorhanden is. Ook moet ze zoveel mogelijk samen met de zorgvragers tot oplossingen komen. Daarvoor is nodig dat de wet niet altijd klakkeloos wordt uitgevoerd. De wet gaat ook over verandering. Dat betekent dat de gemeente buiten gebaande paden moet durven denken, lef moet hebben en een eigen koers moet uitzetten. Daar moet ze vooral ervaringsdeskundigen, inwoners en aanbieders bij betrekken. De PvdA ziet uit naar het sociaal-domeinbrede beleid voor 2017. Dat moet geen pak papier worden waarbij men door de bomen het bos meer ziet. In de aanloop naar dat beleid blijft de fractie haar oren en ogen gebruiken. Ze zal aan de bel trekken als mensen buiten de boot dreigen te raken. De heer Leskens leest dat alleen technische aanpassingen zijn doorgevoerd. Er zijn hem echter twee dingen opgevallen. In artikel 1 van de verordening staat dat een ondersteuningsplan hetzelfde is als een familiegroepsplan. In de wet is het begrip ‘familiegroepsplan’ echter gedefinieerd, maar het begrip ‘ondersteuningsplan’ niet. De heer Leskens vraagt of de gelijkstelling van beide plannen dan wel terecht is. Verder wil hij weten of beide begrippen wel gebruikt worden in de verordening en of ze in de praktijk worden gehanteerd. Hij kan ze niet letterlijk terugvinden en ook geen beschrijving die erop lijkt. Op basis van de artikelen 2.1.g. en 4.1.2 van de wet is de gemeente verplicht invulling aan deze begrippen te geven. Dat moet dus in de verordening worden verwoord. Wethouder Hospers wijst op een amendement dat de raad in het verleden heeft aangenomen. Daarin is een aanzet gedaan om te komen tot een meer gelijk gebruik van termen binnen de verschillende verordeningen. Dat is hier misgegaan. De term ‘ondersteuningsplan’ was bedoeld als poging om aan dat amendement te voldoen. Er blijkt echter een kruisverwijzing gehanteerd te zijn in de definiëring van begrippen. Het was de bedoeling om de termen ‘hulpverleningsplan’ en ‘ondersteuningsplan’ gelijk te stellen. In een tweede definitie werd ‘ondersteuningsplan’ echter gelijkgesteld aan ‘familiegroepsplan’. Nu is een familiegroepsplan wel een ondersteuningsplan, maar het omgekeerde is niet het geval. Het belangrijkste is hoe hier in de praktijk mee wordt omgegaan. Een familiegroepsplan beoogt dat de gemeente met de cliënt en zijn ouders tot een plan komt. De cliënt wordt uitgedaagd om daar samen met zijn ouders over na te denken. Vervolgens vindt een gesprek plaats. De hulpverlener krijgt een verslag van dat gesprek en stelt aan de hand daarvan een hulpverleningsplan op. Op die manier wordt geborgd dat de wettelijke verplichting om het gezin de
23
regie over de problematiek te laten houden, wordt nageleefd. De termen die in de verordening worden gebruikt, zijn voor verbetering vatbaar, maar in de praktijk worden ze niet gebezigd. Tegelijk wordt in de praktijk wel gehandeld in de geest van de verordening en in de geest van de wet. De heer Leskens kijkt alvast uit naar de verordening voor 2017.
Besluit: Het voorstel van het college wordt met algemene stemmen aangenomen. 12. Lijst ingekomen stukken (01-2016) (besluit nr. 7) 12.1. D66 over 4.01 (decembercirculaire) De heer Kort constateert dat voor Zwolle een bedrag van 973.458 euro wordt gereserveerd, in verband met de herstructurering van de Wsw-sector ten gevolge van de motie-Kerstens. Bij de overdracht van de WEZO hebben de deelnemende gemeenten ruimhartig met Zwolle afgerekend. Nu krijgt Zwolle dit bedrag extra. De heer Kort vraagt of Hattem geen recht heeft op een deel van dit bedrag. De voorzitter zegt toe dat deze vraag schriftelijk zal worden beantwoord.
Toezegging: De vraag over de reservering van een bedrag voor Zwolle in verband met de herstructurering van de Wsw-sector (ingekomen stuk 4.01, decembercirculaire) zal schriftelijk worden beantwoord. 12.2 PvdA over 3.01 (aanbod pilotperiode VisitVeluwe) Mevrouw Van Regteren vraagt welke kosten aan de pilot verbonden zijn. Wethouder Tigchelaar antwoordt dat de pilot kosteloos is. Het is de bedoeling dat Hattem tijdens de pilotperiode in alle activiteiten wordt meegenomen en dat in augustus een evaluatie wordt gehouden. Bij de bespreking van de najaarsnota kan de raad dan een standpunt bepalen. De heer Kort begrijpt niet waarom er bij de najaarsnota over gesproken zou moeten worden, als er voor dit jaar geen kosten aan verbonden zijn. Mevrouw Tigchelaar antwoordt dat alleen de pilot gratis is. Die is aangeboden voor de eerste helft van 2016. De heer Juk pleit ervoor de bespreking van dit punt vanwege het late uur een maand uit te stellen. Volgens hem hoeft dat geen probleem te zijn. De voorzitter stelt voor de brief voor een verdere bespreking door te verwijzen naar de eerstvolgende vergadering van de commissie ARZ.
Besluit: De raad besluit ingekomen stuk 3.01 te bespreken in de vergadering van de commissie Algemene en Ruimtelijke Zaken van 15 februari a.s. en voor het overige de ingekomen stukken af te handelen volgens de voorstellen in de rechterkolom. 12A.
Motie vreemd aan de orde van de dag
Mevrouw Van Regteren refereert aan het feit dat de Tweede Kamer het VN-verdrag over mensen met een beperking heeft aangenomen. Op initiatief van een kamerlid van de PvdA is dat verdrag uitgebreid met een voorstel om wettelijk vast te leggen dat mensen met een beperking overal net zo gemakkelijk binnen moeten kunnen komen als mensen zonder een beperking. De PvdA vindt het eigenlijk schandalig dat over die algemene toegankelijkheid nog gediscussieerd wordt. Als de Eerste Kamer ook met het voorstel instemt, treedt het per 1 januari 2017 in werking. De PvdA vindt dat elk openbaar gebouw in Hattem voor iedereen toegankelijk moet zijn en roept het college op daar bij de herinrichting van de binnenstad voor te zorgen. Dat moet ook gebeuren als de Eerste Kamer niet met het voorstel akkoord staat. Verder vraagt de fractie het college om bij dit onderwerp de Participatieraad te raadplegen. Mevrouw Van Regteren leest het dictum van de motie voor. De voorzitter stelt voor de motie vanwege het late uur te bespreken in de vergadering van de commissie ARZ van 15 februari a.s.
Motie PvdA – algemene toegankelijkheid De raad van de gemeente Hattem, in vergadering bijeen d.d. 01 februari 2016, constaterende dat • het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is aangenomen; • de Tweede Kamer in meerderheid heeft ingestemd met het aanvullende voorstel om ‘algemene toegankelijkheid’ wettelijk vast te leggen, per 1 januari 2017;
24
• in 2016 werkzaamheden gepland staan in de binnenstad van Hattem; overwegende dat • er in Nederland ruim 2 miljoen mensen wonen met een beperking die in meer of mindere mate minder valide zijn; • daarnaast veel ouderen gebruikmaken van een rollator en daarbij hinderlijke obstakels tegenkomen; • het niet meer dan normaal is dat mensen die minder valide zijn even eenvoudig een locatie kunnen betreden als ieder ander; • het achteraf oplossen van een toegangsprobleem meer kosten met zich mee brengt; • alle voorzieningen in de gemeente voor iedereen Bereikbaar, Toegankelijk, Bruikbaar en Uitgankelijk dienen te zijn (BTBU); • de gemeente Hattem hier een voorbeeldfunctie in heeft; roept het college op ervoor te zorgen dat: • bij de herinrichting van de binnenstad wordt gezorgd voor een goede toegang tot alle winkels, horecagelegenheden etc. voor iedereen; • bij alle overige projecten waarbij de gemeente als opdrachtgever en/of subsidieverstrekker fungeert toegankelijkheid als eis wordt gesteld; • de participatieraad betrokken wordt bij de uitvoering van deze ‘algemene toegankelijkheid’ en gaat over tot de orde van de dag.
Besluit: De motie zal worden besproken in de vergadering van de commissie Algemene en Ruimtelijke Zaken van 15 februari a.s. 13. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 14. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering op dinsdag 2 februari om 00.08 uur. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hattem, gehouden op 7 maart 2016. De griffier,
De voorzitter,
25