Uitvoeringsregeling van 23 oktober 2007, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van economie, recreatie en toerisme (Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme). (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 juli 2012)
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 en de Subsidieverordening economie, recreatie en toerisme, besluiten de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme vast te stellen als volgt:
Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder: a. minister: de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; b. waddenfonds: het fonds als bedoeld in artikel 2 van de wet; c. waddengebied: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Planologische Kernbeslissing Derde Nota Waddenzee; d. waddenzee: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Planologische Kernbeslissing Derde Nota Waddenzee; e. wet: Wet op het Waddenfonds. f. Handleiding: Handleiding voor projectindieners voor het Regionaal Innovatie Programma Fryslân: Fryslân Fernijt II; g. Fries vaarnetwerk: Vaarwegen gelegen in de provincie Fryslân, opgenomen in het PVVP dan wel het Plan Kleine Waterrecreatie Fryslân, die voldoen aan kolom I en II van tabel 1, met uitzondering van de Waddeneilanden en vaarwegen die liggen in of in open verbinding staan met de Waddenzee. Voor vaarwegen met classificatie E1 geldt tevens dat de vaarweg onderdeel is van een doorgaande vaarroute dan wel dat via deze vaarweg een jacht- of passantenhaven, stad of dorp bereikbaar is; h. Jacht- en passantenhavens: Voor passanten toegankelijke havens met een bedrijfsmatig karakter, waar pleziervaartuigen, al dan niet tegen betaling, aan steigers of kaden kunnen aanleggen, niet zijnde privé aanleghavens en –kaden, verkoophavens of door gedeputeerde staten daarmee gelijk te stellen havens; i. bezinningstoerisme: de fysieke beleving van materiële of immateriële cultuur, erfgoed of landschap waardoor de bezoeker tot zichzelf en tot rust kan komen. j. elektrische aandrijving: een elektromotor die een vaartuig voortstuwt, inclusief de voor deze aandrijving benodigde schroef en installatie, waaronder een regelaar, een accupakket dat de motor voedt met elektrische energie, de daarvoor benodigde lader en een accu-statusindicator; k. parallelhybride aandrijving: aandrijfsysteem met zowel een elektrische aandrijving als een verbrandingsmotor; l. serie hybride aandrijving: een elektrische aandrijving, waarbij het accupakket wordt gevoed door middel van een ingebouwde generator; m. zonnestroomsysteem: een foto-voltaïsch zonne-energiesysteem;
-1-
n.
o.
p. q. r. s.
t. u. v. w. x. y.
tankstation: een bestaand openbaar commercieel uitgiftepunt van transportbrandstoffen dat voldoet aan de daarvoor geldende technische specificaties, veiligheidsvoorschriften, toepasselijke regelgeving en vergunningen en is goedgekeurd door daartoe bevoegde instanties; aardgasvulpunt: installatie bestaand uit een compressorinstallatie, een voorraadbuffertank, waarin aardgas onder een druk van minimaal 200 bar is opgeslagen en een aflevertoestel op een tankstation waarmee aardgas wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die aardgas als motorbrandstof gebruiken; bio-ethanolvulpunt: installatie op een tankstation waarmee E85 motorbrandstof wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die bio-ethanol als motorbrandstof gebruiken; biodieselvulpunt: installatie op een tankstation waarmee B100 motorbrandstof wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die biodiesel als motorbrandstof gebruiken; aanjaaggroep: een groep van onafhankelijke deskundigen uit de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe die ideeën en projecten aandragen en hierover advies uitbrengen aan het projectteam; Noordelijk Ambitiestatement: bestuurlijk bekrachtigde afspraak over te bereiken doelen in de periode 2008 – 2011 in Fryslân, Groningen en Drenthe op het gebied van leren voor duurzame ontwikkeling tussen de landelijke stuurgroep Leren voor Duurzame Ontwikkeling en de afzonderlijke colleges van Gedeputeerde Staten; projectteam: team dat verantwoordelijk is voor de algemene organisatie van het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (pijler 3) dat bestaat uit een externe programmacoördinator en 3 provinciale regisseurs; uitvoeringsprogramma leren voor duurzame ontwikkeling: een tweemaal per jaar door Gedeputeerde Staten van Fryslân vastgestelde lijst met projecten die in enig jaar voor subsidie op grond van deze subsidieregeling in aanmerking komen. energieprestatiecoëfficiënt: energieprestatiecoëfficiënt zoals bedoeld in artikel 5.12 van het Bouwbesluit 2003; project: te realiseren nieuwbouw van woningen of andere gebouwen dan woningen op een aaneengesloten bouwlocatie binnen het grondgebied van de aanvrager; projectontwikkelende partijen: degenen die het project zullen realiseren; oplaadpunt: een voorziening voor het opladen van elektrisch en hybride aangedreven schepen, bestaande uit een combinatie van minimaal 3 aansluitpunten (contactdozen) met een capaciteit van 230 V/16 A en minimaal één aansluitpunt (contactdoos) met een capaciteit van 400 V/≥25 A, inclusief de daarbij behorende veiligheidsvoorzieningen en voorzien van de in de watersport gebruikelijke standaard stekkerverbindingen, direct toegankelijk vanaf het vaarwater in de provincie Fryslân, met daarbij ten minste drie aanliggende ligplaatsen, bestemd voor zulke schepen.
-2-
Kolom I Classificatie
Azm Grote zeewaardige boten Bzm Niet-zeewaardige boten Czm Niet-zeewaardige boten Cm Grote motorboten Dm Motorboten E1 Kleine zeil- en motorboten
Kolom II Minimum doorvaarthoogte bruggen [m] 30,00 1 of BB > 3,00 12,5 m of BB > 3,00 12,5 m of BB > 3,00 3,00
1,70
2,50
1,50
2,00
1,25
Kolom III Genormeerde baggerdiepte [m] 2,50 2,20 2,00
Artikel 2 Algemene subsidieverordening van toepassing 1. Op subsidieverstrekking op grond van deze uitvoeringsregeling is de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 van toepassing. 2. Op grond van deze uitvoeringsregeling wordt geen subsidie verstrekt: a. voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, als bedoeld in art. 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht. b. voor een activiteit waarvoor een periodieke subsidie is verstrekt als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006. c. voor een activiteit die naar het oordeel van gedeputeerde staten overwegend een politiek karakter heeft. Artikel 3 Projectkosten Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 worden als projectkosten uitsluitend in aanmerking genomen de noodzakelijke en rechtstreeks aan de uitvoering van de activiteit toe te rekenen, na het indienen van de aanvraag door de subsidieontvanger gemaakte en betaalde kosten. Niet bestede middelen kunnen worden teruggevorderd. Artikel 4 Niet doelgerichte verplichting Gedeputeerde staten kunnen bij de subsidieverlening de verplichting opleggen dat de subsidieontvanger, op een door gedeputeerde staten te bepalen wijze te kennen geeft dat de activiteit mede tot stand is gekomen met subsidie van de provincie Fryslân.
1
BB = Beweegbare brug
-3-
Hoofdstuk 2 Titel 14
Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen Stimuleren oplaadpunten elektrisch varen
Artikel 133 Doel De subsidieregeling heeft als doel het stimuleren van de aanleg van oplaadpunten ten behoeve van volledig elektrisch en hybride aangedreven schepen, aan het Fries vaarnetwerk en in jacht- en passantenhavens in de provincie Fryslân. Artikel 134 Subsidiabele activiteiten Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor: a. het realiseren van een oplaadpunt aan het Fries vaarnetwerk; b. het realiseren van een oplaadpunt in een jacht- of passantenhaven in de provincie Fryslân. Artikel 135 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing 1. Een aanvraag kan gedurende een door gedeputeerde staten te bepalen aanvraagperiode worden ingediend met gebruikmaking van een door hen vastgesteld aanvraagformulier. Dit formulier vermeldt welke bijlagen bij de aanvraag dienen te worden overgelegd. 2. Een college van burgemeester en wethouders kan een aanvraag indienen voor de in artikel 134, onderdeel a en b, bedoelde activiteiten. 3. Een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon, die bedrijfsmatig een jachtof passantenhaven in stand houdt, kan een aanvraag indienen voor de in artikel 134, onderdeel b, bedoelde activiteit. 4. Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt. 5. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting. Artikel 136 Toetsingscriteria Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende criteria: a. het realiseren van een oplaadpunt wordt uitgevoerd door een onderneming, die lid is van een brancheorganisatie van installatiebedrijven, en die de kwaliteit van het eindresultaat controleert en hieraan haar goedkeuring verbindt; b. het realiseren van een oplaadpunt voldoet aan de gestelde normen, zoals bepaald in de Elektriciteitswet 1998; c. een oplaadpunt voldoet aan gestandaardiseerde stekkersystemen. Artikel 137 Hoogte van de subsidie De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten voor het realiseren van een oplaadpunt voor elektrisch varen, met een maximaal subsidiebedrag van € 5.000,- per aanvraag. Artikel 138 Verplichtingen van de subsidieontvanger Aan de subsidieverlening worden in ieder geval de volgende verplichtingen verbonden: 1. De activiteit wordt uitgevoerd binnen zes maanden na bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening. Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van deze termijn. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.
-4-
2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan gedeputeerde staten van omstandigheden die de voortgang van de activiteit belemmeren of die anderszins gevolgen kunnen hebben voor de aanspraak op subsidie. De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan gedeputeerde staten van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surseance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem. De subsidieontvanger of diens rechtsopvolger is verplicht om het op grond van deze subsidieregeling gesubsidieerde oplaadpunt tenminste drie jaar, te rekenen vanaf de datum van subsidievaststelling, in stand te houden voor de levering van stroom aan elektrisch en hybride aangedreven schepen, zulks tegen een kWh-prijs die niet meer bedraagt dan 1,5 maal de actuele kWh-kleinverbruikersprijs. De subsidieontvanger koopt de voor het oplaadpunt benodigde energie als contingent groene stroom in. De subsidieontvanger stelt bij het oplaadpunt ligplaatsen primair voor elektrische en hybride schepen beschikbaar. Het gesubsidieerde oplaadpunt wordt herkenbaar gemaakt op een wijze zoals voorgeschreven door gedeputeerde staten. Vóór, gedurende en na de uitvoering van de activiteit wordt door de subsidieontvanger bij elke vorm van publiciteit kenbaar gemaakt dat de activiteit mede wordt uitgevoerd met subsidie van de provincie Fryslân/Friese Merenproject.
Artikel 139 Beschikking tot subsidievaststelling 1. De subsidieontvanger dient binnen acht weken na afloop van de activiteit een aanvraag tot subsidievaststelling in, met gebruikmaking van een door gedeputeerde staten vastgesteld aanvraagformulier. 2. Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde termijn.
Hoofdstuk 3
Slotbepalingen
Artikel 178 Inwerkingtreding en overgangsrecht 1. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme en treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst. 2. Titel 2 werkt terug tot 1 januari 2008. 3. Subsidies die zijn verleend op grond van de Subsidieverordening Versnelling onderhoudsbaggeren Friese Meren Project worden geacht te zijn verleend op basis van titel 3 van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme. 4. Op aanvragen voor Titel 3, Onderhoudsbaggeren Friese Meren Project die zijn ingediend voor 19 april 2011 is het recht van toepassing zoals dat luidde voor deze datum. 5. Op aanvragen op grond van Titel 5, Stimuleren elektrisch varen in Fryslân, die zijn ingediend voor 1 mei 2012 is het recht van toepassing zoals dat luidde voor deze datum. 6. Op aanvragen op grond van Titel 11, Subsidieregeling Innovatieve Energieprojecten Bestaande Bouw woningcorporaties 2010-2013, die zijn ingediend voor 1 juni 2012 is het recht van toepassing zoals dat luidde voor deze datum. 7. Het bepaalde in artikel 138, vijfde lid, is alleen van toepassing op aanvragen op grond van Titel 14, Stimuleren oplaadpunten elektrisch varen, die zijn ingediend na 1 juli 2012.
-5-