Aanbiedingsformulier Onderwerp
standaardfuncties beleidsmedewerkers
In te vullen door afdeling
Ontwerper
Parafanten
Bestuursondersteuning
Directeuren
B&W Nr: 04.0720/11062004
Dienst
: CS
Agenda
Sector : P&O
Openbaar: ja
Naam : Jeannette Jochemsen
R.V nr:
Tst.nr
: 5084
Commissie:
Datum
: 17052004
Portefeuilleh.
CS
SWMG
P&O nr
591
BESLUITEN Behoudens advies van de commissie ROWR
De functiereeks beleidsmedewerkers en de bijbehorende waardering vast te stellen.
Korte overwegingen Enige tijd geleden is gestart met het maken van functiereeksen, om deze reden is toen door uw college de procedure aangepast. De eerste reeks is nu gereed en gewaardeerd in de functiewaarderingscommissie. Dit leidde tot het unanieme advies zoals in de reeks verwoord. In het GO is reeds overeeenstemming bereikt. Formatieve consequenties geen Begrotingsconsequenties geen Communicatie Openbaar: B&W-besluitenlijst/ niet openbaar / anders, nl: …. openbaar Samenvatting De gemeente Leiden gaat met standaardfuncties werken, als eerste functies zijn de functies van beleidsmedewerkers vastgesteld. Aanpak verdere communicatie Met de p&o-medewerkers is uitgebreid overleg over de implementatie gevoerd. Ook de Sleutelkrant zal gebruikt worden om hier verder aandacht aan te besteden.
Standaardfunctiereeks beleidsmedewerkers:
1. Doelstelling van de gemeente: Binnen het kader van de wettelijke taken optimaliseren van de gemeentelijke bestuurlijke en ruimtelijke infrastructuur, het voorzieningenniveau en de dienstverlening aan de inwoners door: - een pro actieve beleidsvorming gericht op de maatschappelijke en sociale behoeften op langere termijn en het vertalen hiervan naar concrete uitvoering; - het afstemmen van de producten en diensten van de gemeente en de kwaliteit ervan op de wensen en behoeften van de afnemers enerzijds en het afwegen en expliceren van het algemeen belang en het private belang anderzijds; - een efficiënte uitvoering van de gemeentelijke taken en een verantwoord beheer van de middelen.
2. Doelstelling beleidsfuncties: De beleidsmedewerkers zijn verantwoordelijk voor de vorming en evt. de implementatie van beleid. Dit betekent voor de taken o.a. dat: ondersteunde bijdragen geleverd worden. beleid ontwikkeld wordt. beleid geinitieerd wordt. beleidsontwikkeling gecoördineerd wordt. beleid geëvalueerd wordt en daardoor evt. bijstellingen gedaan worden. beleid afgestemd wordt op andere (beleids)terreinen. deelgenomen wordt aan werk- en projectgroepen.
3. Onderscheid tussen de beleidsfuncties: Functie beleidsmedewerke rF beleidsmedewerke rE
beleidsmedewerke rD
beleidsmedewerke rC
beleidsmedewerke rB
beleidsmedewerke rA
Taak levert ondersteunende bijdragen en maakt beleid op onderdelen, voor het maken van een geheel wordt altijd met anderen samengewerkt maakt zelf beleid op een toegewezen taakveld, een vrij beperkt terrein. Het beleid blijft meestal beperkt tot het afdelings- of sectorniveau en wordt in opdracht gemaakt. Afstemmen met andere terreinen is nodig. Het beleid is operationeel van aard en wordt beperkt door al vastgestelde kaders, zodat er relatief weinig keuzen zijn. het beleidsveld is ruimer, betrokkene neemt zelf initiatief en coördineert (door het bredere terrein worden meer verbanden gelegd), het beleid blijft vaak tot het dienstniveau beperkt. Meerdere oplossingsrichtingen zijn mogelijk, politieke afweging en inspraaktrajecten komen voor. De picof-consequenties zijn automatisch onderdeel van het beleid. er wordt gelet op de raakvlakken met andere beleidsterreinen. Betrokkene denkt ook mee over visies en vertaalt deze naar beleid, beleid van anderen wordt ook getoetst op het eigen vakgebied en voorzien van de consequenties. Het beleid is vaak op gemeentelijk (of organisatie) niveau. De medewerker kent de bijdrage van het eigen beleid aan bredere doelen. Ondersteunt het bestuur bij onderhandelingen. Vanaf dit functieniveau kan ook sprake zijn van door anderen laten uitvoeren van beleidsonderdelen door intensieve samenwerking. het beleid is strategisch van aard en omvat soms meerdere terreinen, het beleid is tevens gemeente (of organisatie)breed, ook is afstemming op regionale en landelijke ontwikkelingen nodig. In deze functie wordt vaak het bestuur geadviseerd en/of de gemeente (organisatie) vertegenwoordigd, waarbij betrokkene ook zelf kan onderhandelen. het beleid behoort tot een bepaald programma, het is complexer en minder overzichtelijk. Andere beleidsmedewerkers worden geadviseerd. Onvoorziene zaken kunnen schade veroorzaken, die pas later duidelijk is. Het politieke afbreukrisico is
groter. Afstemming met het ministerie kan nodig zijn. De functionaris bepaalt in belangrijke mate mede het beleid van de dienst of gemeente.
4. Waardering met onderbouwing Functie beleidsmedewerker F
Opleiding Code HBO werk- en 20 denkniveau*
beleidsmedewerker E
HBO opleiding en korte aanvulling of ervaring
23
beleidsmedewerker D
HBO opleiding en korte aanvulling en ervaring
24
beleidsmedewerker C
Academisch werk- en denkniveau
26
beleidsmedewerker B
Academische opleiding en ervaring of korte aanvulling
29
beleidsmedewerker A
Academische opleiding en korte aanvulling en ervaring
30
Beslissingsvrijheid c geheel links Er wordt beslist gehandeld en geoordeeld aan de hand van een relatief groot aantal gegeven richtlijnen en van vastgesteld beleid. Ten aanzien van de feitelijke werkuitvoering bestaat, binnen de grenzen van operationele functionele richtlijnen, enige vrijheid van handelen, oordelen en beslissen over te verrichten taken, te volgen regels en te volgen beleid. c links van het midden Er wordt beslist gehandeld en geoordeeld aan de hand van een relatief klein aantal gegeven richtlijnen/hoofdlijnen inzake operationele functionele richtlijnen, waaronder het op hoofdlijnen vastgestelde beleid en aan de hand van de door de lijnorganisatie gedefinieerde gebruikersbehoefte. Binnen deze grenzen bestaat vrij ruime vrijheid van handelen, oordelen en beslissen over te verrichten taken, te volgen regels en te volgen beleid. c net rechts van het midden Er wordt beslist gehandeld en geoordeeld aan de hand van een relatief klein aantal gegeven richtlijnen resp. hoofdlijnen inzake doel van de functie en het te volgen beleid en aan de hand van (wettelijke en gemeentelijke) kaderstelling, procedures en werkafspraken. Binnen deze grenzen bestaat vrij ruime beslissingsvrijheid inzake functionele doelen ten aanzien van het ontwikkelen en uitwerken van beleidsplannen en adviezen. c bijna rechts Er wordt beslist gehandeld en geoordeeld aan de hand van een relatief klein aantal gegeven richtlijnen resp. hoofdlijnen inzake bedrijfsdoelen en het te volgen beleid. Binnen deze grenzen bestaat ruime beslissingsvrijheid inzake functionele doelen en het te volgen beleid m.b.t. de beleidsontwikkeling. c rechts Er wordt beslist gehandeld en geoordeeld aan de hand van een relatief klein aantal gegeven richtlijnen resp. hoofdlijnen inzake bedrijfsdoelen en het te volgen beleid. Binnen deze grenzen bestaat zeer ruime beslissingsvrijheid inzake functionele doelen en het te volgen beleid m.b.t. de beleidsontwikkeling en coördinatie. d links Er wordt beslist gehandeld en geoordeeld aan de hand van een klein aantal hoofdlijnen inzake bedrijfsdoelen en te volgen beleidslijnen. Binnen deze grenzen bestaat grote beslissingsvrijheid over functionele doelen en het te volgen beleid m.b.t. de beleidsontwikkeling en coördinatie betreffende het taakveld van de dienst.
* bij deze functie worden, omdat de opleiding lager is dan HBO ook punten gegeven voor bewegingsvaardigheid. In dit geval typen, er wordt vanuit gegaan dat dit minimaal 25% van de tijd beslaat. Tot 50% levert dit 1 punt op, daarboven 2 punten (code 1100 of 1100-1).
Code c 35
c 42
c46
c52
c59
d62
Functie beleidsmedewerker F
niet-hiërarchisch contact verkrijgen van medewerking, waarbij vaak sprake is van kritisch tegenspel. beleidsmedewerker E overtuigen, waarbij soms sprake is van kritisch tegenspel beleidsmedewerker D overtuigen, waarbij sprake is van kritisch tegenspel beleidsmedewerker C overtuigen, waarbij regelmatig sprake is van kritisch tegenspel beleidsmedewerker B overtuigen, waarbij vaak sprake is van kritisch tegenspel beleidsmedewerker A overtuigen, waarbij soms sprake is van controverses Functie beleidsmedewerker F beleidsmedewerker E beleidsmedewerker D beleidsmedewerker C beleidsmedewerker B beleidsmedewerker A
Puntentotaal voor waardering 20c35 H7 44 23c42 J8 24c46 26c52 of 63 29c59 of 71 30d62 76
1100 of 1100-1
J9
schaal 43 of 9 50
10
55
10a
evt. A1 1*
J10
62
11
evt. A1 1*
J11
70
11a
evt.A1 1 of B1 21
K12
74-
12
5. Gedragsvaardigheden - competenties Communicatie: a) Luisteren: Tonen belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen. Doorvragen; ingaan op reacties. b) Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid: Ideeën en meningen in begrijpelijke taal aan anderen mondeling duidelijk maken. c) Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid: Ideeën en meningen in begrijpelijke en correcte taal op schrift stellen. d) Overtuigingskracht: Gedrag dat erop is gericht om anderen te overtuigen van een bepaald standpunt en instemming te krijgen met bepaalde plannen, ideeën of producten. Beïnvloedend gedrag: e) Flexibel gedrag: Indien zich problemen of kansen voordoen de eigen gedragsstijl veranderen, teneinde een gesteld doel te bereiken. f) Groepsgericht leiderschap: Richting en sturing geven aan een groep en samenwerkingverbanden tot stand brengen en handhaven om een beoogd doel te bereiken. g) Samenwerken: Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet van direct persoonlijk belang is. Beheren: h) Plannen en organiseren: Op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde acties, tijd en middelen aangeven om de bepaalde doelen te kunnen bereiken. Probleemoplossend gedrag: 1 *
* evt. wordt in deze twee functies aansturing gegeven aan 1 tot 4 andere medewerkers. evt. wordt in deze functie aansturing of leiding gegeven aan 1 tot 4 andere medewerkers.
Code H7 J8 J9 J10 J11 K12
i)
Oordeelsvorming: Gegevens en mogelijke handelwijzen in het licht van relevante criteria tegen elkaar afwegen en tot realistische beoordelingen komen. j) Creativiteit: Met oorspronkelijke oplossingen komen voor problemen die met de functie verband houden. Nieuwe werkwijzen bedenken ter vervanging van bestaande. k) Omgevingsbewustzijn: Laten blijken goed geïnformeerd te zijn over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen of andere omgevingsfactoren, en deze kennis effectief benutten voor de eigen functie of organisatie. l) Probleemanalyse: Signaleren problemen; herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen; zoeken van ter zake doende gegevens. m) Leervermogen: Nieuwe informatie in zich opnemen en deze effectief toepassen. n) Organisatiesensitiviteit: Onderkennen van invloed en gevolgen van eigen beslissingen of activiteiten op andere onderdelen van de organisatie. o) Visie: Afstand nemen van de dagelijkse praktijk, zich concentreren op hoofdlijnen en op langetermijnbeleid. Motivationeel gedrag: p) Initiatief: Kansen signaleren en ernaar handelen. Liever uit zichzelf beginnen dan passief afwachten. q) Onafhankelijkheid: Acties ondernemen die meer gebaseerd zijn op eigen overtuigingen dan op een verlangen om anderen een plezier te doen. Een eigen koers varen. Persoonsgebonden gedrag: r) Aanpassingsvermogen: Doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderende omgeving, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen.
Competentie Luisteren Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Overtuigingskracht Flexibel gedrag Groepsgericht leiderschap Samenwerken Plannen en organiseren Oordeelsvorming Creativiteit Omgevingsbewustzijn Probleemanalyse Leervermogen Organisatiesensitiviteit Visie
beleidsmedewerker A B C D E
F X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Initiatief Onafhankelijkheid Aanpassingsvermogen Vastgesteld door:
datum: P.I.M. van den Wijngaart gemeentesecretaris
X
X
X
X
X X
GEMEENTE LEIDEN standaardfunctieprofiel nr. 9112 Functie:
Beleidsmedewerker F
1. Doelstelling van de functie: De beleidsmedewerker is verantwoordelijk voor het leveren van ondersteunende bijdragen m.b.t. beleidsontwikkeling en –uitvoering op het toegewezen taakveld 2. Resultaatgebieden 2.1. Beleid − Signaleert en anticipeert op relevante ontwikkelingen m.b.t. het toegewezen taakveld. − Rapporteert over relevante ontwikkelingen. − Verricht beleidsvoorbereidend/-ondersteunend onderzoek m.b.t. het toegewezen taakveld. − Werkt toegewezen deelonderwerpen uit. − Doet voorstellen op afgeronde terreinen over ontwikkeling van nieuw beleid dan wel wijziging van bestaand beleid. − Bewaakt de deadlines en de financiële aspecten m.b.t. de betreffende beleidsvoorstellen. Prestatie-indicatoren . relevantie inbreng . duidelijkheid rapportages . leesbaarheid, inzichtelijkheid voorstellen . tijdigheid signalering 2.2. Advies − Geeft beleidsmatige adviezen over kwesties op deelgebieden die binnen de verantwoordelijkheid vallen van het toegewezen taakveld. Prestatie-indicatoren . acceptatie van adviezen 2.3. Realisatie van beleid − Ondersteunt bij het opstellen van procedures en regelingen naar aanleiding van bijgesteld beleid. − Bereidt besluiten voor naar aanleiding van nieuw of bijgesteld beleid. − Verricht ondersteunende werkzaamheden m.b.t. de implementatie van nieuw en aangepast beleid − Toetst aanvragen/voorstellen/gevoerd beleid aan vigerend beleid en wet- en regelgeving. − Verricht evaluatieonderzoek naar de effectiviteit van het vigerend beleid m.b.t. het taakveld. Prestatie-indicatoren . uitvoerbaarheid voorstellen . adequate vertaling in richtlijnen etc 2.4. Projecten − Neemt deel aan werk- of projectgroepen Prestatie-indicatoren . initiërende en stimulerende inbreng binnen de projecten 2.5 Secretariaat en commissies − Voert het inhoudelijk secretariaat van reguliere overleggen
−
Neemt als deskundige deel aan vergaderingen. Prestatie-indicatoren . tijdigheid informatievoorziening . communicatie met overlegdeelnemers
3. Contacten -
Informeert en overlegt met collega’s binnen en buiten de dienst over de afstemming van beleidsontwikkeling en –uitvoering op het eigen taakveld. Wisselt met betrokken maatschappelijke organisaties informatie uit. De aard van de contacten varieert van informatief tot instructief en gericht op het verkrijgen van medewerking, waarbij vaak sprake is van kritisch tegenspel.
4. Kritieke situaties -
-
De beleidsmedewerker moet alert zijn op omgevingssignalen waaruit mogelijke gevolgen voor het betreffende taakveld te concluderen zijn. Bij veranderende werksituaties dient het belang van de organisatie voorop te staan. De beleidsmedewerker zal flexibel moeten kunnen werken in het spanningsveld tussen de uit te voeren opdracht, staande organisatie, praktische uitvoerbaarheid, inzet van middelen en eigen professionaliteit.
5. Bewegingsvaardigheid In de functie wordt gebruik gemaakt van een computer voor minimaal 25% van de werktijd. 6. Gedragsvaardigheden Luisteren Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Samenwerken Probleemanalyse Leervermogen 7. Kennis en ervaring -
HBO-werk- en denkniveau
GEMEENTE LEIDEN standaardfunctieprofiel nr. 9113
Functie: Beleidsmedewerker E 1. Doelstelling van de functie: De beleidsmedewerker is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid op het toegewezen taakveld 2. Resultaatgebieden 2.1. Beleid − Signaleert en rapporteert over ontwikkelingen op het gebied van de wet- en regelgeving. − Maakt in opdracht van de leidinggevende beleidsvoorstellen binnen reeds vaststaande kaders. − Maakt de PICOF-consequenties (personeel, informatie, communicatie, organisatie, financiën) van de voorstellen inzichtelijk − Toetst plannen aan diverse wetten, besluiten en richtlijnen Prestatie-indicatoren . relevantie inbreng . praktische haalbaarheid passend binnen geldende wet- en regelgeving . duidelijkheid rapportages . leesbaarheid, inzichtelijkheid voorstellen . inzichtelijkheid afweging consequenties 2.2. Advies − Geeft beleidsmatige adviezen over kwesties die binnen de verantwoordelijkheid vallen van het toegewezen taakveld. Prestatie-indicatoren . acceptatie van adviezen . kwaliteit van adviezen 2.3. Realisatie van beleid − Realiseert samenhang tussen beleid en uitvoering betreffende het taakveld − Stemt af op samenhang met het betreffende beleidsterrein en met eventuele andere beleidsvelden. − Verwerft draagvlak in- en extern voor de gemaakte beleidsvoorstellen − Stelt richtlijnen, procedures en verordeningen bij of op naar aanleiding van bijgesteld beleid. − Begeleidt de implementatie van nieuw en aangepast beleid m.b.t. het taakveld binnen het betreffende beleidsterrein. − Verricht evaluatieonderzoeken naar de effectiviteit van het beleid m.b.t. het taakveld. Prestatie-indicatoren . uitvoerbaarheid voorstellen . acceptatie bij invoering . adequate vertaling in richtlijnen etc . effectiviteit na invoering 2.4. Projecten − Neemt deel aan projecten, vervult hierbij een “trekkersrol” danwel een rol als projectmedewerker.
Prestatie-indicatoren . tijdigheid van projecten . initiërende en stimulerende inbreng binnen projecten 2.5 Secretariaat en commissies − Voert het inhoudelijk secretariaat van overleggen en levert een inhoudelijke bijdrage − Neemt als deskundige deel aan vergaderingen Prestatie-indicatoren . tijdigheid en compleetheid van de informatievoorziening . communicatie met overlegdeelnemers . inhoudelijke bijdrage 3. Contacten -
Informeert en overlegt met collega’s binnen en buiten de dienst over de afstemming van beleidsontwikkeling en –uitvoering op het eigen taakveld en aangrenzende beleidsvelden. Overlegt met betroken maatschappelijke organisaties ten om meer informatie te verkrijgen en om regelingen beter af te stemmen. Bij ondersteuning bij de implementatie van het vastgestelde beleid moet in de contacten overtuigd worden, waarbij soms sprake is van kritisch tegenspel. Ondersteunt en adviseert m.b.t. het taakveld de leidinggevende bij politieke contacten.
4. Kritieke situaties -
-
De beleidsmedewerker moet alert zijn op omgevingssignalen waaruit mogelijke gevolgen voor het betreffende taakveld in evt. samenhang met andere beleidsvelden te concluderen zijn. Bij veranderende werksituaties dient het belang van de organisatie voorop te staan. De beleidsmedewerker zal flexibel moeten kunnen werken in het spanningsveld tussen politieke/maatschappelijke wens, staande organisatie , praktische uitvoerbaarheid, inzet van middelen en eigen professionaliteit.
5. Gedragsvaardigheden Samenwerken Oordeelsvorming Creativiteit Probleemanalyse Leervermogen Organisatiesensitiviteit Aanpassingsvermogen 6. Kennis en ervaring -
HBO-opleiding met korte aanvullende opleiding of relevante praktijkervaring (minimaal 3 jaar) in een soortgelijke functie; financieel inzicht.
GEMEENTE LEIDEN standaardfunctieprofiel nr. 9114 Functie:
Beleidsmedewerker D
1. Doelstelling van de functie: De beleidsmedewerker is verantwoordelijk voor het initiëren, coördineren en uitvoeren van beleid op het eigen beleidsveld. 2. Resultaatgebieden 2.1. Beleid − Signaleert en anticipeert over relevante ontwikkelingen − Maakt beleidsvoorstellen − Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van beleid op gemeentelijk niveau Prestatie-indicatoren . samenhang en consistentie . haalbaarheid / uitvoerbaarheid van adviezen . leesbaarheid uitgewerkte beleidsad adviezen . draagvlak verwerven 2.2. Advies − Adviseert gemeentebreed over het eigen beleidsveld. − Verklaart het beleid aan belanghebbenden. Prestatie-indicatoren . acceptatie van adviezen . kwaliteit van adviezen 2.3. Realisatie van beleid − Werkt beleid uit in procedures, projectplannen, uitvoeringsvoorstellen etc. − Toetst plannen aan diverse wetten, besluiten en richtlijnen. − Verwerft draagvlak in- en extern voor de gemaakte beleidsvoorstellen − Begeleidt de implementatie van nieuw en aangepast beleid m.b.t. het betreffende beleidsterrein Prestatie-indicatoren . kwaliteit van het uitgevoerde beleid . tijdige invoering . juiste beoordeling van situaties / problemen 2.4. Projecten − Neemt deel aan projecten, vervult hierbij een “trekkersrol” danwel een rol als projectmedewerker − Vertegenwoordigt de dienst (intern en extern). Prestatie-indicatoren . inbreng in overleg . tactvol en doelgericht optreden 2.5. Secretariaat en commissies − Voert het inhoudelijk secretariaat van overleggen en levert een inhoudelijke bijdrage − Neemt als deskundige deel aan vergaderingen
Prestatie-indicatoren . tijdigheid en compleetheid van de informatievoorziening . communicatie met overlegdeelnemers . maakt belang van de inhoudelijke bijdrage duidelijk 3. Contacten -
-
Adviseert, informeert en overlegt met collega’s binnen en buiten de dienst over de afstemming van beleidsontwikkeling en –uitvoering op het eigen taakterrein en aangrenzende beleidsvelden. Overlegt met betroken maatschappelijke organisaties ten om informatie te krijgen en de behoefte te peilen. Bij ondersteuning bij de implementatie van het vastgestelde beleid moet in de contacten overtuigd worden, waarbij sprake is van kritisch tegenspel. Ondersteunt en adviseert m.b.t. het taakveld de leidinggevende bij politieke contacten.
4. Kritieke situaties -
-
De beleidsmedewerker moet alert zijn op omgevingssignalen waaruit mogelijke gevolgen voor het betreffende beleidsterrein in evt. samenhang met andere beleidsvelden te concluderen zijn. De beleidsmedewerker moet in staat zijn flexibel te opereren en de eigen professionaliteit tot zijn recht laten komen in het spanningsveld tussen de diverse eisen, die gesteld worden.
5. Gedragsvaardigheden Overtuigingskracht. Flexibel gedrag Samenwerken Oordeelsvorming Creativiteit Probleemanalyse Organisatiesensitiviteit Initiatief 6. Kennis en ervaring -
HBO-opleiding met korte aanvullende opleiding ; relevante praktijkervaring (minimaal 3 jaar) in een soortgelijke functie; ervaring in politiek/ bestuurlijke omgeving; financieel inzicht.
GEMEENTE LEIDEN standaardfunctieprofiel nr. 9115
Functie: Beleidsmedewerker C 1. Doelstelling van de functie: De beleidsmedewerker is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid vanuit de eigen vakdiscipline met een breed zicht op de raakvlakken met andere beleidsterreinen. 2. Resultaatgebieden 2.1. Beleid − Neemt initiatief tot het verzamelen, interpreteren en analyseren van beleidsinformatie; − Is verantwoordelijk voor het initiëren en het (doen) uitvoeren van onderzoek en beleidsontwikkeling − Adviseert over en toetst ontwikkelingen m.b.t. het eigen beleidsterrein; − Denkt mee over visies en vertaalt deze naar tactisch beleid; − Draagt zorg voor de afstemming van het beleid met andere vakdisciplines. Prestatie-indicatoren . initiatief nemen . uitvoerbaarheid . draagvlak verwerven . acceptatie van adviezen 2.2. Advies − Adviseert over eigen beleidsterrein in samenhang met relevante vakdisciplines. − Is alert op ontwikkelingen op aanverwante beleidsterreinen en geeft een bijdrage hieraan op het eigen terrein. Prestatie-indicatoren . acceptatie van adviezen . kwaliteit adviezen / advisering 2.3. Realisatie van beleid − Draagt mede zorg voor een effectieve uitvoering van het geformuleerde beleid; − Stelt programma’s van eisen op; − Draagt bij aan de opzet van het bestuursprogramma, vertaalt doelstellingen in nadere dienst- of sector/afdelingsdoelstellingen; − Levert een bijdrage aan contractbesprekingen. Prestatie-indicatoren . kwaliteit van het uitgevoerde beleid . tijdige uitvoering . juiste beoordeling van situaties / problemen 2.4. Projecten − Treedt op als projectleider of projectvoorzitter, neemt deel aan projecten. − Vertegenwoordigt de dienst (intern en extern). Prestatie-indicatoren . inbreng in overleg . tactvol en doelgericht optreden
2.5 Secretariaat en commissies − Voert het inhoudelijk secretariaat van overleggen en levert een inhoudelijke bijdrage − Neemt als deskundige deel aan vergaderingen Prestatie-indicatoren . tijdigheid en compleetheid van de informatievoorziening . communicatie met overlegdeelnemers . maakt belang van de inhoudelijke bijdrage duidelijk 2.6 Eventueel aansturen - Eén tot vier andere medewerkers worden aangestuurd. - Bij aansturen is sprake van: - het geven van aanwijzingen hoe het werk verricht moet worden - het verdelen van werk - het zorgen voor de dagelijkse begeleiding - coachen van ontwikkeling, houding en gedrag Prestatie-indicatoren . bij aansturing weet de medewerker wat van hem verwacht wordt en krijgt de gelegenheid om in zijn functie te ontwikkelen 3. Contacten -
Adviseert en begeleidt collega’s binnen en buiten de dienst over de afstemming van beleidsontwikkeling en –uitvoering op meerdere beleidsvelden. Bij de implementatie van het vastgestelde beleid moet in de contacten overtuigd worden, waarbij regelmatig sprake is van kritisch tegenspel. Ondersteunt en adviseert m.b.t. het taakveld de leidinggevende bij politieke contacten.
4. Kritieke situaties -
De beleidsmedewerker vervult bij het ontwikkelen en realiseren van voorgenomen vernieuwingen een belangrijke rol. De beleidsmedewerker moet in staat zijn flexibel te opereren, waarbij ook regietaken uitgevoerd worden. De beleidsmedewerker werkt mee aan het omzetten van visies in beleid.
5. Gedragsvaardigheden Overtuigingskracht Flexibel gedrag Samenwerken Omgevingsbewustzijn Probleemanalyse Organisatiesensitiviteit Initiatief 6. Kennis en ervaring -
Academisch werk- en denkniveau, relevante praktijkervaring (minimaal 3 jaar) in een soortgelijke functie; ervaring in politiek/ bestuurlijke omgeving; financieel inzicht.
GEMEENTE LEIDEN standaardfunctieprofiel nr. 9116
Functie: Beleidsmedewerker B 1. Doelstelling van de functie: De beleidsmedewerker is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid op strategisch en tactisch niveau, waarbij vaak sprake is van samenhang tussen meerdere beleidsterreinen. Het beleid is gemeente- of organisatiebreed. 2. Resultaatgebieden 2.1. Beleid − Neemt initiatief tot het verzamelen, interpreteren en analyseren van beleidsinformatie; − Is verantwoordelijk voor het initiëren en het (doen) uitvoeren van onderzoek en beleidsontwikkeling op meerdere beleidsterreinen danwel sterk specialistisch beleid, dat meer kennis vraagt; − Adviseert en toetst Leidse ontwikkelingen aan ontwikkelingen op regionaal en landelijk niveau; − Geeft vorm aan visies en vertaalt deze naar strategisch en tactisch beleid; − Draagt zorg voor de afstemming van het beleid met andere vakdisciplines. Prestatie-indicatoren . initiatief nemen . uitvoerbaarheid . draagvlak verwerven . kwaliteit/helderheid van geschreven nota's . acceptatie van adviezen 2.2. Advies − Adviseert gevraagd en ongevraagd rechtstreeks aan de ambtelijke top en het bestuur vanuit een breed perspectief. Prestatie-indicatoren . acceptatie van adviezen . kwaliteit adviezen / advisering 2.3. Realisatie van beleid − Is verantwoordelijk voor de totale beleidscyclus, inclusief implementatie, uitvoering, monitoring/evaluatie en eventuele bijsturing − Stelt programma’s van eisen op, bereidt contractbesprekingen en contractvorming voor en voert zo nodig onderhandelingsgesprekken binnen de afgesproken kaders; − Draagt bij aan de opzet van het implementatieprogramma, vertaalt doelstellingen in nadere dienst- of sector/afdelingsdoelstellingen. Prestatie-indicatoren . kwaliteit van het uitgevoerde beleid . tijdige uitvoering . juiste beoordeling van situaties / problemen 2.4. Projecten − Participeert in gemeentebrede of regionale projecten meestal in de rol van projectleider of projectvoorzitter.
−
Vertegenwoordigt de gemeente in regionale of landelijke gremia. Prestatie-indicatoren . inbreng in overleg . tactvol en doelgericht optreden . uitvoering van projecten binnen gestelde opdracht
2.5 Secretariaat en commissies − Voert het inhoudelijk secretariaat van projecten en/of regionale overleggen en levert een inhoudelijke bijdrage − Neemt als deskundige deel aan vergaderingen Prestatie-indicatoren . tijdigheid en compleetheid van de informatievoorziening . communicatie met overlegdeelnemers . brengt de inhoudelijke bijdrage overtuigend. 2.6 Eventueel aansturen - Eén tot vier andere medewerkers worden aangestuurd. - Bij aansturen is sprake van: - het geven van aanwijzingen hoe het werk verricht moet worden - het verdelen van werk - het zorgen voor de dagelijkse begeleiding - coachen van ontwikkeling, houding en gedrag Prestatie-indicatoren . bij aansturing weet de medewerker wat van hem verwacht wordt en krijgt de gelegenheid om in zijn functie te ontwikkelen 3. Contacten -
Adviseert en begeleidt collega’s binnen en buiten de dienst over de afstemming van beleidsontwikkeling en –uitvoering op meerdere beleidsvelden. Onderhoudt contacten met betrokken externe partners Onderhoudt contacten met ambtelijke top, het bestuur, politiek binnen de afgesproken kaders. Adviseert over contacten met de media en/of burgerij. De aard van de contacten is grotendeels gericht op overtuigen waarbij vaak sprake is van kritisch tegenspel.
4. Kritieke situaties -
De beleidsmedewerker vervult bij het ontwikkelen en realiseren van voorgenomen vernieuwingen een initiërende en anticiperende rol. De beleidsmedewerker moet in staat zijn flexibel te opereren op verschillende inhoudelijk en bestuurlijke niveaus en in verschillende rollen.
5. Gedragsvaardigheden Overtuigingskracht Flexibel gedrag Plannen en organiseren Omgevingsbewustzijn Probleemanalyse Organisatiesensitiviteit Visie Initiatief
6. Kennis en ervaring -
-
Academische opleiding en korte aanvullende opleiding of relevante praktijkervaring (minimaal 3 jaar) op beleidsmatig terrein en met het aansturen van complexe processen met een hoog politiek afbreukrisico; financieel inzicht.
GEMEENTE LEIDEN standaardfunctieprofiel nr. 9117
Functie: Beleidsmedewerker A 1. Doelstelling van de functie: De beleidsmedewerker is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid op strategisch en tactisch niveau vanuit een bepaald programma, waarbij meerdere beleidsterreinen betrokken zijn. Het beleid is gemeente- of organisatiebreed. 2. Resultaatgebieden 2.1. Beleid − Neemt initiatief tot het verzamelen, interpreteren en analyseren van beleidsinformatie; − Is verantwoordelijk voor het initiëren en het (doen) uitvoeren van een programma met meerdere beleidsterreinen danwel organisatiebreed en sterk specialistisch. − Adviseert en toetst Leidse ontwikkelingen aan ontwikkelingen op regionaal en landelijk niveau; − Geeft vorm aan visies en vertaalt deze naar strategisch en tactisch beleid; − Draagt zorg voor de afstemming van het beleid met andere vakdisciplines. Prestatie-indicatoren . initiatief nemen . uitvoerbaarheid . draagvlak verwerven . kwaliteit/helderheid van geschreven nota's . acceptatie van adviezen 2.2. Advies − Adviseert gevraagd en ongevraagd rechtstreeks aan de ambtelijke top en het bestuur vanuit een breed perspectief. Prestatie-indicatoren . acceptatie van adviezen . kwaliteit adviezen / advisering 2.3. Realisatie van beleid − Is verantwoordelijk voor de totale beleidscyclus van het programma, inclusief implementatie, uitvoering, monitoring/evaluatie en eventuele bijsturing − Is verantwoordelijk voor het realiseren van de genoemde programmadoelstellingen − Stelt programma’s van eisen op, bereidt contractbesprekingen en contractvorming voor en voert zo nodig onderhandelingsgesprekken binnen de afgesproken kaders; − Draagt bij aan de opzet van het implementatieprogramma, vertaalt doelstellingen in nadere dienst- of sector/afdelingsdoelstellingen. Prestatie-indicatoren . kwaliteit van het uitgevoerde beleid . tijdige uitvoering . juiste beoordeling van situaties / problemen 2.4. Projecten − Participeert in gemeentebrede of regionale projecten meestal in de rol van projectleider of projectvoorzitter.
−
Vertegenwoordigt de gemeente in regionale of landelijke gremia. Prestatie-indicatoren . inbreng in overleg . tactvol en doelgericht optreden . uitvoering van projecten binnen gestelde opdracht
2.5 Secretariaat en commissies − Voert het inhoudelijk secretariaat van projecten en/of regionale overleggen − Neemt als deskundige deel aan vergaderingen Prestatie-indicatoren . procesbevorderend 2.6 Eventueel aansturen of leidinggeven - Eén tot vier andere medewerkers worden aangestuurd of wordt leiding gegeven. - Bij aansturen is sprake van: - het geven van aanwijzingen hoe het werk verricht moet worden - het verdelen van werk - het zorgen voor de dagelijkse begeleiding - coachen van ontwikkeling, houding en gedrag - Bij leidinggeven is sprake van: - dezelfde taken als bij aansturen - zorgen voor werving en selectie - zorgen voor functionerings-, beoordelings-, verzuim- en ontwikkelingesprekken - stelt P&O-plan voor eigen mensen op - zorgt voor gegevens voor planning en control over het eigen onderdeel - bewaakt het eigen budget. Prestatie-indicatoren . bij aansturing weet de medewerker wat van hem verwacht wordt en krijgt de gelegenheid om in zijn functie te ontwikkelen . bij leidinggeven is er overzicht over het eigen gedeelte m.b.t. de personele capaciteit en het budget. . bij leidinggeven wordt ook tijdig de benodigde informatie aangeleverd. 3. Contacten -
Adviseert en begeleidt collega’s binnen en buiten de dienst over de afstemming van beleidsontwikkeling en –uitvoering op meerdere beleidsvelden. Onderhoudt contacten met betrokken externe partners Onderhoudt contacten met ambtelijke top, het bestuur, politiek binnen de afgesproken kaders. Adviseert over contacten met de media en/of burgerij. Bij de contacten gericht op overtuigen kan sprake zijn van controverse.
4. Kritieke situaties -
De beleidsmedewerker vervult bij het ontwikkelen en realiseren van voorgenomen vernieuwingen een initiërende en anticiperende rol. De beleidsmedewerker moet in staat zijn flexibel te opereren op verschillende inhoudelijk en bestuurlijke niveaus en in verschillende rollen. Hij moet in staat zijn de programmadoelstellingen te realiseren zonder hiërarchisch bevoegd te zijn over de uitvoering
5. Gedragsvaardigheden Overtuigingskracht Flexibel gedrag Groepsgericht leiderschap Plannen en organiseren Omgevingsbewustzijn Probleemanalyse Organisatiesensitiviteit Visie Initiatief Onafhankelijkheid 6. Kennis en ervaring -
Academische opleiding en korte aanvullende opleiding; relevante praktijkervaring (minimaal 3 jaar) in een soortgelijke functie; ervaring in politiek/ bestuurlijke omgeving; financieel inzicht.