gemeente roerdalen Gelet op de door de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 10 juli 2014 vastgestelde Verordening leerlingenvervoer gemeente Roerdalen, en gelet op artikel1:3, lid 4, van de Algemene wet bestuursrecht besluiten burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen vast te stellen onderstaande
Beleidsregels
Leerlingenvervoer
gemeente
Roerdalen 2015
I Artikell
Begripsomschrijving
Aangepast vervoer Beleidsregell
- Combinatiemogelijkheden
De volgende combinaties in het aangepast vervoer zijn toegestaan: ZMOK-Ieerlingen alleen met ZMOK-Ieerlingen. ZMLK-Ieerlingen alleen met ZMLK-Ieerlingen. Er geldt een uitzondering wanneer ZMOK- en ZMLKleerlingen op dezelfde locatie zitten. Dan is combinatie wel mogelijk. Verder zijn er geen beperkingen aan combineren, mits dat niet in strijd is met de aan het vervoer gestelde eisen en voorwaarden. Met eventuele specifieke vervoerskenmerken van een leerling wordt rekening gehouden. Een vaste combinatie en stabiele situatie is belangrijk voor de leerlingen. De meest efficiënte routeplanning van de vervoerder is de basisvoor de uitvoering van de ritten. Hier wordt, op individuele verzoeken, niet van afgeweken.
Afstand Beleidsregel 2 - Auto
De routeplanner op www.anwb.nlis bepalend voor de berekening van de afstand tussen het huisen het schooladres. De optie "kortste route" per auto is de afstand die voor vergoeding in aanmerking komt. Als de gemeten afstand 100 meter of minder onder de in de verordening gehanteerde afstandsgrens van 6 kilometer ligt, wordt een tweede meting uitgevoerd met de routeplanner van www.routenet.nl (auto, kortste route). Geeft deze tweede meting wel een afstand van 6 kilometer of meer aan dan vindt er alsnog vergoeding van leerlingenvervoer plaats. Beleidsregel 3 - Fiets
De afstand wordt gemeten over de voor fietsers toegankelijke openbare wegen en paden met routeplanner www.anwb.nl optie fiets. Als de gemeten afstand 100 meter of minder onder de in de verordening gehanteerde afstandsgrens van 6 kilometer ligt, wordt een tweede meting uitgevoerd met de routeplanner van www.routenet.nl optie fiets. Geeft deze tweede meting wel een afstand van 6 kilometer of meer aan dan vindt er alsnog vergoeding van leerlingenvervoer plaats. Als tijdens de afhandeling van een aanvraag de vraag aan de orde komt of een kind, of de ouder het vervoer naar school per fiets kan doen, gelden de volgende uitgangspunten: • tot en met 10 jaar het kind 6 km, de ouder met kind achterop 8 km • 11 jaar en ouder het kind en de ouder 10 kilometer
1
Algemeen
Wanneer de afstand tussen de woning en de school korter is dan de voor de leerling geldende afstand van 6 kilometer wordt er bij de beschikking op de aanvraag een uitdraai meegestuurd.
Leerling Beleidsregel 4 - Asielzoekerskinderen
Op basis van de Richtlijn schoolvervoer asielzoekers betaalt het asielzoekerscentrum (AZC) het vervoer voor de kinderen die in het AZCverblijven. De gemeente betaalt het vervoer voor asielzoekerskinderen die niet in een AZCverblijven. Vergoeding van het vervoer vindt plaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school met een schakelklas. Beleidsregel 5 ~Illegale kinderen
Kinderen hebben op grond van artikel 28 van het Kinderrechtenverdrag recht op onderwijs. De Nederlandse overheid ondertekende en bekrachtigde dit verdrag officieel. Voortvloeiend uit dat verdrag bestaat er ook recht op leerlingenvervoer. Scholen en gemeenten hoeven leerplichtige leerlingen niet te vragen naar de verblijfsstatus. Het feitelijke en structurele verblijfadres is hierin leidend. Beleidsregel 6 - Hoogbegaafde
kinderen
Het ministerie van OCW stelde vanaf 2008 geld beschikbaar om projecten te starten, gericht op het stimuleren van uitmuntende prestaties van toptalenten op basisscholenen het stimuleren van een omgeving waarin dat wordt gewaardeerd. Hiermee komt men tegemoet aan de wens vanuit het onderwijsveld om (hoog)begaafden meer uitdaging te bieden. Deze leerlingen kunnen met de juiste begeleiding en het juiste lesmateriaal, op een reguliere school het bij hen passende onderwijs krijgen. De onderwijsstichting van de dichtstbijzijnde school weet welke school de beschikbare verrijkingsmaterialen in haar schoolondersteuningsprofiel heeft opgenomen. Vervoer naar zogenaamde verdiepingskiassen (plus-klassen)vergoedt de gemeente niet.
Openbaar vervoer Beleidsregel 7 - Bepalingen openbaar vervoer
De dienstregeling zoals vermeld via www.9292.nlis bepalend voor de berekening van de reistijd met het openbaar vervoer. Voor openbaar vervoer gelden de volgende richtlijnen: • De leerlingen moeten van huis naar een bushalte lopen, fietsen of worden gebracht. • De afstand woning H bushalte en bushalte ~ school bedraagt maximaal1.200 meter. • De aankomsttijd van het openbaar vervoer moet zodanig zijn dat de leerling maximaal 15 minuten voor aanvang van de lessen op school aankomt. Aan het einde van de schooldag mag de wachttijd tot de opstaptijd van het openbaar vervoer langer zijn. Voorwaarde is dan wel dat de leerling op school kan verblijven en de reistijd tussen het einde van de school en de aankomst thuis niet meer bedraagt dan 1,5 uur. • Reizen met maximaalloverstap wordt redelijk geacht. Bij twijfel of een leerling met openbaar vervoer kan reizen wanneer een overstap noodzakelijk is, vraagt de gemeente een onafhankelijk medische advies.
2
gemeente roerdalen Opstapplaats Beleidsregel 8 - Bepalingen opstapplaats
Alle leerlingen worden aan huis opgehaald tenzij een leerling de indicatie "opstapplaats" heeft. Aan huis ophalen betekent dat de leerling opgehaald dient te worden bij de voordeur. Bij een flat, instelling of park geldt de hal, centrale receptie of parkingang als ophaalplek. Leerlingen met de indicatie "opstapplaats" worden per definitie op een opstapplaats opgehaald en afgezet. De volgende eisen gelden voor opstapplaatsen: • De vervoerder bepaalt in overleg met de gemeente de ligging van de opstapplaatsen. De leerlingen moeten van huis naar een opstapplaats lopen, fietsen of worden gebracht. • De afstand van tussen woning f-7 opstapplaats bedraagt maximaal1.200 meter. • De opstapplaats dient, zo mogelijk, een bushalte te zijn. Instappen geschiedt altijd aan de rechterkant van de weg. • De opstapplaats dient veilig, overzichtelijk en veilig bereikbaar te zijn. Begeleiding naar en vanaf de opstapplaats is een verantwoordelijkheid van de ouders zelf.
Ouders Beleidsregel 9 - Co-ouderschap
Om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding van leerlingenvervoer moeten beide ouders afzonderlijk, voor de dagen dat het kind doordeweeks bij hen verblijft, een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woonachtig is. Het moet gaan om vaste dagen in de week.
Reistijd Beleidsregel
10 - Afwijkende
schooltijden
Bij onvoorziene gewijzigde eindtijden door bijvoorbeeld ziekte (van leerling of leerkracht) of anderszins, zijn de ouders verantwoordelijk voor het vervoer. Dit geldt niet wanneer de afwijkende schooltijden voor alle leerlingen gelden én in schoolgids/jaarkalender worden vermeld. Dan vindt het vervoer op die afwijkende tijden plaats.
Stage Beleidsregelll
- Voorwaarden
stage
Voor leerlingen van het voortgezet speciaalonderwijs (vso), uitstroomprofiel arbeidsmarkt is met ingang van 1 augustus 2013 een stage verplicht. Deze stage geldt vanaf 14 jaar en voor maximaal4 dagen per week. Leerlingen lopen stage om zich voor te bereiden op deelname in het maatschappelijk verkeer. De gemeente verwacht van de leerling, zijn/haar ouders, maar ook van de school het maximaal mogelijk zelfstandig reizen naar het stageadres. Evenals de "dichtstbijzijnde toegankelijke school" wordt het begrip "dichtstbijzijnde toegankelijke stage" gehanteerd. Een verzoek om stagevervoer moet vergezeld gaan van een stageovereenkomst. De school moet zoeken naar een stageplaats binnen de gemeente en vervolgens binnen de regio. Aangepast vervoer vindt zo veel mogelijk plaats op vaste uren in de ochtend en middag of aansluitend aan de schooltijden zoalsvermeld in de schoolgids. Vervoer tijdens weekenden of schoolvakanties wordt niet bekostigd.
3
Woning Beleidsregel12
- Tweede verblijfadres
Maximaal 2 adressen binnen de gemeente worden geaccepteerd als structurele verblijfadres. Structureel betekent in dit verband dat er sprake moet zijn van een vast en wekelijks terugkerend patroon (denk bijvoorbeeld aan een naschoolse opvang of orthopedagogisch behandelinstituut). Het kind kan dus aansluitend aan de schooltijden vervoerd worden naar een tweede adres. De voorwaarden daarvoor zijn: • Er wordt voldaan aan het afstandscriterium in de verordening. • Het vervoer van dit tweede adres naar het eerste adres wordt niet vergoed. Beleidsregel13
- Tijdelijk verblijfadres
Soms verblijft een leerling gedurende een periode korter dan 6 weken in een andere gemeente, maar blijft wel de eigen school bezoeken. De gemeente Roerdalen bekostigt dan het leerlingenvervoer voor de duur van maximaal 6 weken op basisvan de eigen verordening. Indien het verblijf een langere periode in beslag neemt wordt geen vergoeding meer verstrekt. Bij de gemeente waar het kind dan verblijft kan een nieuwe aanvraag voor leerlingenvervoer worden ingediend. In dat geval is de gemeente waar de leerling feitelijk (kortdurend) verblijft de gemeente die de vergoeding van leerlingenvervoer beoordeelt.
Artikel3 Toegankelijke
Vervoervoorziening
naar de dichtstbijzijnde
toegankelijke
school
school
Beleidsregel 14 - Anderstalige
kinderen
In ons land komen steeds meer buitenlandse werknemers met hun gezin wonen. De kinderen zijn vaak aangewezen op een internationale schakelklas, omdat ze de Nederlandse taal nog niet beheersen. Leerlingen in het basisonderwijs ontvangen een vergoeding voor leerlingenvervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school van de onderwijssoort die de leerling nodig heeft. Rekening houdend met de richting die de ouders wensen en met de geldende afstandsgrens. Wanneer vanwege de taalproblematiek de dichtstbijzijnde basisschool voor deze kinderen niet toegankelijk is, kan dit er toe leiden dat een vergoeding leerlingenvervoer wordt verstrekt naar de (internationale) schakelklas. Leerlingen in het voortgezet onderwijs, waarbij de dichtstbijzijnde middelbare school aangeeft dat het taalniveau van de leerling onvoldoende is en dat de toegang tot een internationale schakelklas noodzakelijk is, komen niet in aanmerking voor vergoeding van het leerlingenvervoer. Beleidsregel 15 - Wachtlijst
Indien de dichtstbijzijnde school niet toegankelijk is vanwege een wachtlijst, vindt vergoeding plaats naar de eerstvolgende dichtstbijzijnde, toegankelijke school. De toekenning vindt plaats tot het moment dat de wachtlijst is opgelost. Ouder(s)jverzorger(s) zijn vervolgens vrij om het kind naar de school van keuze te laten gaan, maar de vervoersvergoeding wordt beperkt tot de dichtstbijzijnde toegankelijke school.
4
gemeente roerdalen Artikel4
Toekenning vervoervoorziening
Uitbetaling Beleidsregel16 - Tijdstip uitbetaling De auto-, openbaar vervoer- of fietsvergoeding wordt in maximaallO maandelijkse termijnen, in de eerste week van elke maand, uitbetaald.
Artikelll/17
Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider
Begeleiding
Beleidsregel 17 - Verantwoordelijkheid Begeleiding is primair een taak van de ouders. Blijken zij zelf niet in staat om te begeleiden, dan moeten zij zelf voor een oplossing zorgen (bijv. oppas, buren, familie). In het uiterste geval kan de hardheidsclausule worden toegepast. Ouder(s)jverzorger(s) moeten dan via een werkgevers- of medische verklaring aantonen dat zij niet zelfvoor de begeleiding kunnen zorgen. Als een leerling samen met andere leerlingen in een bus(je) wordt vervoerd en daarbij moet worden begeleid, moet de gemeente de begeleiding in het gecombineerde vervoer verzorgen. Het gaat hier dus om begeleiding die niet nodig is wanneer de leerling individueel wordt vervoerd.
Artikel13/19
Vergoeding op basis van kosten van eigen vervoer
Vervoer per eigen auto
Beleidsregel18 - Vervoer meerdere leerlingen Ouder(s)jverzorger(s) die hun eigen kind zelf vervoeren kunnen ook kinderen uit andere gezinnen vervoeren. De ouder(s)jverzorger(s) van de kinderen uit die andere gezinnen ontvangen dan geen vergoeding voor leerlingenvervoer. Veel mensen denken dat passagiers in een auto pas verzekerd zijn als er voor die auto ook een inzittendenverzekering is afgesloten. Dat is echter een misverstand. Andere verzekeringen (WAverzekering bestuurder of tegenpartij en zorgverzekering) dekken de belangrijkste schade. Voor passagiersis een inzittendenverzekering alleen relevant als er geen aansprakelijke partij valt aan te wijzen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als het ongeval is veroorzaakt door onvoorziene, plotselinge en extreme weersomstandigheden. Zonder inzittendenverzekering zullen passagiersin dat soort gevallen met hun schade blijven zitten. In de praktijk komt zoiets echter zelden voor. Of het afsluiten van een inzittendenverzekering nodig is, hangt af van persoonlijke voorkeuren. Een inzittendendekking is vooral nuttig: • Voor de bestuurder als hij zélf het ongeluk veroorzaakt. Hij kan dan een groot deel van zijn schade niet verhalen. • Voor een snellere schadeafhandeling en uitkering. De verzekeraar kijkt namelijk niet naar wie de schuldige is.
5
Als extra tegemoetkoming ontvangt de bestuurder die andere dan zijn/haar eigen kind(eren) vervoert per schooljaar een extra vergoeding van € 50,00. Dit bedrag kan men besteden aan een
aanvullende verzekering.
Artikel14
Drempelbedrag
Drempelbedrag Beleidsregel 19 - Gegevensverstrekking
Verstrekking van de inkomensgegevensis alleen noodzakelijk wanneer de aanvrager bij het indienen van de aanvraag aangeeft dat het inkomen over het betreffende jaar lager is dan de gestelde norm. De aanvrager moet dan de volgende gegevenste verstrekken: • Een kopie van de eigen inkomensverklaring. • Indien van toepassing, een kopie van de inkomensverklaring van de partner. In plaats van een kopie van de inkomensverklaring volstaat ook een kopie van de definitieve belastingaanslag. De inkomensverklaring kunt u telefonisch aanvragen bij de Belastingtelefoon. Houdt u uw Burger Service Nummer (BSN, het oude sofinummer) bij de hand. Na maximaaiS werkdagen ontvangt u de verklaring thuis. Wanneer er gegevens ontbreken of niet volledig zijn kan de aanvrager de ontbrekende gegevens binnen een vooraf bepaalde termijn alsnog aanleveren. Zijn de gegevens na afloop van deze termijn niet ontvangen of niet te beoordelen, dan gaat het college ervan uit dat het inkomen van de aanvrager hoger is dan de vastgestelde norm. Er wordt dan een drempelbedrag opgelegd. Als de aanvrager aangeeft dat het inkomen hoger is dan de gestelde norm hoeft hij/zij geen inkomensgegevens te verstrekken. Er wordt dan een drempelbedrag in rekening gebracht. Beleidsregel 20 - Hoogte drempelbijdrage
De hoogte van de drempelbijdrage is afhankelijk van een Sterabonnement van het busvervoer in Limburg. Er gelden een laag en een hoog tarief voor de drempelbijdrage: • 1 Ster abonnement (laag tarief) geldt voor leerlingen in het speciaal basisonderwijs. • 2 Ster abonnement (hoog tarief) geldt voor leerlingen in het regulier basisonderwijs (zoals openbare basisscholenen vrijescholen voor basisonderwijs). Uitgangspunt is het tarief van het Sterabonnement dat geldt op het moment van de start van een nieuw schooljaar. Per schooljaar kan het tarief wijzigen. Beleidsregel 21 - Fietsvergoeding
Om het vervoer per fiets te stimuleren wordt bij toekenning van een fietsvergoeding een bedrag per kilometer vergoed (op basis van de Reisregeling binnenland). Het drempelbedrag wordt aan deze groep leerlingen niet in rekening gebracht. Beleidsregel 22 - Pleegouders
Gezien het maatschappelijk belang van de inzet van pleegouders hoeven deze ouder(s)/ verzorger(s) geen drempelbedrag te betalen. Ouders moeten aantonen dat zij pleegouders zijn van het kind waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
6
gemeente roerdalen §3
Bepalingen omtrent
het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Openbaar vervoer en fiets Beleidsregel 23 - Handicap
Per 1 augustus 2015 vervalt de vergoeding van leerlingenvervoer voor leerlingen in het voortgezet (speciaal) onderwijs. Alleen wanneer een leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychischehandicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken bestaat er nog recht op een vergoeding. De psychische handicap is nu nog niet opgenomen in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Roerdalen. Het kabinet diende echter een wetsvoorstel in waarin de bepalingen in de drie onderwijswetten met betrekking tot het leerlingenvervoer worden aangepast. Het is nooit de bedoeling van de wetgever geweest om leerlingen, die vanwege een psychische handicap niet zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen, uit te sluiten van de mogelijkheid om een beroep te doen op vervoersvoorzieningen. Het is daarom ook geen uitbreiding van de doelgroep, maar het betreft een verduidelijking om misverstanden te voorkomen.
Artikel23
Terugvorderi ng
Vergoeding Beleidsregel 24 - Ten onrechte genoten vergoeding
Aanvragers moeten wijzigingen die van invloed zijn op de vergoeding direct doorgeven aan het college. Aanvragers worden nadrukkelijk gewezen op het feit dat ten onrechte genoten vergoeding wordt teruggevorderd of wordt verrekend.
Artikel24
Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
Gedrag leerling Beleidsregel25
- Ontzegging toegang tot vervoer
Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen als bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van de bus en inzittenden in gevaar brengt. Voorafgaand aan een dergelijke ingrijpende maatregel vindt er eerst een gesprek met de leerling en zijn ouder(s)jverzorger(s) plaats. Ook kunnen er eventueel andere betrokken partijen worden gevraagd om aan het gesprek deel te nemen.
7
Artikel25
Afwijking
van bepalingen
Afwijkingen Beleidsregel 26 - Hardheidsclausule Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties. Het overgrote deel van de voorkomende situaties is geregeld in de verordening of in eerdergenoemde beleidsregels. Het betreft situaties waarmee bij het opstellen van de beleidsregels geen rekening kon worden gehouden. Het college kan op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht afwijken van de beleidsregels. Genoemd artikel vermeldt het volgende: "Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen".
Artikel28
Overgangsrecht
Afwijkingen Beleidsregel 27 - Eenmalig uitzondering Alle leerlingen in het regulier en speciaal basisonderwijs en voortgezet speciaalonderwijs, die in het schooljaar 2014-2015 een vergoeding voor leerlingenvervoer ontvingen, houden vanaf 1 augustus 2015 die vergoeding totdat zij de school die zij in het schooljaar 2014-2015 bezoeken verlaten. Alle nieuwe aanvragen, dus ook bij wijziging van school, worden beoordeeld op basis van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Roerdalen vastgesteld op 10 juli 2014 en deze nieuwe beleidsregels.
Datum inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking op 1 augustus 2015.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 28 april 2015,
Burgemeester en wethouders van Roerdalen,
deb~
. M.D. de Boer-Beerta
8