8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter
Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt, Hilde Bruggeman,
Besluit van de Deputatie referte betreft verslaggever
082/44021/20/1/W/2/LDR/LVDB BUCKMAN LABORATORIES GENT de heer Jozef Dauwe
leden
Albert De Smet, provinciegriffier
Besluit van de Deputatie, houdende wijziging van de exploitatievoorwaarden opgelegd aan de nv Buckman Laboratories, Wondelgemkaai 159, 9000 Gent voor de exploitatie van een inrichting voor de productie van chemicaliën, gelegen op de percelen, kadastraal bekend onder Gent, Afd. 13, Sectie S, nr. 346/t en 351/x, aan de Wondelgemkaai 159, 9000 Gent (art. 45 VLAREM).
De Deputatie, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Gelet op artikel 57§2 van het Provinciedecreet van 9 december 2005; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering, houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I), met latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 45; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen;
2
Gelet op de volgende, lopende vergunningen in verband met het exploiteren van deze hinderlijke inrichting:
Milieuvergunningen: - Ministerieel Besluit van 11 januari 1996 (20 jaar) houdende het verlenen van de vergunning tot exploitatie van een inrichting voor de productie van diverse chemicaliën; - Ministerieel Besluit van 4 juni 1996 houdende wijziging lozingsnormen voor zware metalen en EOX-AOX en wijziging naam mono-ethylamine naar monomethylamine; - Besluit van 13 juni 1996 van de Bestendige Deputatie (tot en met 10 januari 2016) houdende het verlenen van de vergunning tot het veranderen van een chemisch bedrijf; - Ministerieel Besluit van 16 april 1997 houdende wijziging lozingsnormen AOX en EOX; - Besluit van 2 oktober 1997 van de Bestendige Deputatie (tot en met 10 januari 2016) houdende het verlenen van de vergunning tot vervanging reactor en aanpassen opslag chemische producten; - Besluit van 13 december 2006 van de Deputatie houdende wijziging lozingsnormen; - Besluit van 23 augustus 2007 van de Deputatie (tot en met 10 januari 2016) houdende het verlenen van de vergunning tot het veranderen van een chemisch bedrijf
Mededelingen kleine verandering - Besluit van 5 februari 1998 van de Bestendige Deputatie (tot en met 10 januari 2016) houdende aktename van het verplaatsen labo's naar een nieuw gebouw;
Gelet op het verzoek tot wijziging van de exploitatievoorwaarden (overeenkomstig art. 45 Vlarem I) op 13 november 2008 ingediend door de nv Buckman Laboratories, Wondelgemkaai 159, 9000 Gent voor een inrichting voor de productie van chemicaliën, gelegen aan de Wondelgemkaai 159, 9000 Gent, op de percelen, kadastraal bekend onder Gent, Afd. 13, Sectie S, nr. 346/t en 351/x, met als voorwerp: wijziging en aanvulling van de bijzondere voorwaarde i.v.m. de lozingsnormen; Gelet op het proces-verbaal van 29 januari 2009, houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen, waaruit blijkt dat er geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het advies van 22 januari 2009 van het College van Burgemeester en Schepenen van Gent; dat het College verwijst en zich aansluit bij het advies van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC);
3
Gelet op het gunstig advies van 4 februari 2009 van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieuvergunningen dienst OostVlaanderen (afgekort LNE; voorheen AMINAL-AMV); dat volgende bijzondere voorwaarden dienen opgenomen te worden in de vergunning: -
BZV ZS CZV BS Ntot Ptot Cl SO42PAK’s
-
Binnen de termijn van 2 jaar na het verlenen van de vergunning dient het bedrijf een aanvullende technisch-economische haalbaarheidsstudie uit te voeren inzake volgende streefwaarden: CZV: 125 mg/l Nt: 15 mg/l, Pt: 2 mg/l, SO42-: 2.500mg/l. PAK’s: 0,1 µg/l,
-
25mg/l 60mg/l 300mg/l 0,5mg/l 100mg/l 10mg/l 2000mg/l 3000mg/l 5µg/l
Deze studie dient de volgende elementen te bevatten: • Een overzicht van de reeds uitgevoerde verbeteringsmaatregelen en de daaraan gekoppelde rendementsverbetering • Een technische en economische analyse van de diverse mogelijkheden tot verdere vermindering van de concentraties en vuilvracht in het effluent (o.a. door het voorzien van bijkomende zuivering) en daaraan gekoppeld een voorstel voor mogelijks haalbare concentraties voor de bovenstaande parameters. • een actieplan met opgave van de verschillende stappen, een tijdsbestek en een financieel bestek. Deze studie wordt overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen, LNE-Milieuvergunningen, de VMM en de vergunningverlenende overheid. Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed, Ruimtelijke Ordening OostVlaanderen (afgekort IVA-RO; voorheen AROHM); Gelet op het gunstig advies van 7 januari 2009 van het Intern Verzelfstandigd Agentschap, Vlaamse Milieumaatschappij (afgekort VMM) voor de voorgestelde wijziging voorwaarden nl. : -
BZV : 25 mg/l ZS : 60 mg/l CZV : 300 mg/l BS : 0.5 ml/l Ntot : 100 mg/l Ptot : 10 mg/l Cl -: 2000 mg/l SO42- : 3000 mg/l
4
-
PAK’s : 5 µg/l
-
Binnen de termijn van 2 jaar na het verlenen van de vergunning dient het bedrijf een aanvullende technisch-economische haalbaarheidsstudie uit te voeren inzake volgende streefwaarden: CZV: 125 mg/l, Nt: 15 mg/l, Ptot: 2 mg/l, PAK: 0,1 µg/l, SO42-: 2.500mg/l.
Deze studie dient de volgende elementen te bevatten: • een technische analyse van de mogelijkheden tot de beperking van de initiële verontreiniging van het influent (bronmaatregelen). • de verdere vermindering van de concentraties en vuilvracht in het effluent (o.a. door het voorzien van bijkomende zuivering) – technische analyse diverse mogelijkheden. • een economische analyse van de bovengenoemde mogelijkheden. • een technisch-economische toetsing ten opzichte van de BATNEECprincipes. • een opgave van de technische/economische haalbare concentratie gebaseerd op de analyse • een actieplan met opgave van de verschillende stappen, een tijdsbestek en een financieel bestek. Deze studie wordt overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen, LNE-Milieuvergunningen, de VMM en de vergunningverlenende overheid.’ Gelet op het gunstig advies van 16 februari 2009 van de provinciale milieudeskundige, overwegende de ligging in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, bestemming waarmee de inrichting planologisch verenigbaar is; dat er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden; dat de aanvraag betrekking heeft op een wijziging van een aantal lozingsvoorwaarden; dat deze vraag het resultaat is van diverse studies en overlegrondes; dat mits het naleven van de opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden de kans op hinder voor mens en milieu tot een minimum beperkt is; onder de gecoördineerde milieuvergunningsvoorwaarden; Gelet op de vaststellingen door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; dat de voorzitter de adviezen en het openbaar onderzoek toelicht; dat LNE de vraag stelt of er in plaats van een toetsing aan de BATNEECprincipes niet beter kan nagegaan worden welke verbeteringsmaatregelen het meest rendabel zijn; dat IVA-VMM hierop antwoordt dat het nu moeilijk in te schatten is welke aanpassingen er nog kunnen gebeuren; dat er tot op heden al veel verbeteringsmaatregelen voorgesteld zijn door het bedrijf welke eerst dienen uitgevoerd te worden; dat LNE van mening blijft dat de technisch-economische toetsing aan de BATNEEC-principes niet opportuun is; dat de provinciale milieudeskundige stelt dat er een goede verstandhouding bestaat met het bedrijf en dit laatste zeer goed meewerkt; dat er voldoende overlegmomenten zijn waarop eventuele problemen kunnen worden besproken;
5
Gelet op het gunstig advies van 3 maart 2009 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (afgekort PMVC): Ter vervanging van de in vorige vergunningen opgelegde lozingsnormen voor onderstaande parameters gelden volgende lozingsnormen: -
BZV : 25 mg/l ZS : 60 mg/l CZV : 300 mg/l BS : 0.5 ml/l Ntot : 100 mg/l Ptot : 10 mg/l Cl - : 2000 mg/l SO42- : 3000 mg/l PAK’s : 5 µg/l
-
Binnen een termijn van 2 jaar na het verlenen van de vergunning dient het bedrijf een aanvullende technisch-economische haalbaarheidsstudie uit te voeren inzake volgende streefwaarden: CZV: 125 mg/l, Nt: 15 mg/l, Ptot: 2 mg/l, PAK: 0,1 µg/l, SO42-: 2.500mg/l.
Deze studie dient de volgende elementen te bevatten: • een technische analyse van de mogelijkheden tot de beperking van de initiële verontreiniging van het influent (bronmaatregelen). • de verdere vermindering van de concentraties en vuilvracht in het effluent (o.a. door het voorzien van bijkomende zuivering) – technische analyse diverse mogelijkheden. • een economische analyse van de bovengenoemde mogelijkheden. • een technisch-economische toetsing ten opzichte van de BATNEECprincipes. • een opgave van de technische/economische haalbare concentratie gebaseerd op de analyse • een actieplan met opgave van de verschillende stappen, een tijdsbestek en een financieel bestek. Deze studie wordt overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen, LNE-Milieuvergunningen, de VMM en de vergunningverlenende overheid. Gelet op de beslissing van 5 februari 2009 van de Deputatie om de behandelingstermijn van de milieuvergunning te verlengen; Overwegende dat wat de aanvraag betreft, het volgende kan gesteld worden: Het bedrijf maakt diverse chemische producten en formulaties die worden gebruikt bij de controle van microbiële groei in industriële waterige systemen. Het gamma is zeer ruim (ca. 400 producten) en omvat naast microbiociden ook anticorrosiemiddelen, ketelsteeninhibitoren, antischuimstoffen,…. Al deze producten worden aangemaakt in batchprocessen via hetzij gewone mengprocessen, hetzij via chemische reactieprocessen. Iedere batch wordt afgevuld en verpakt in diverse soorten verpakkingen (vaten, bussen, IBCcontainers) en opgeslagen in afwachting van afvoer naar de klanten. Voorliggende aanvraag betreft een wijziging van een aantal lozingsnormen. In het besluit van de Deputatie van 13 december 2006 met betrekking tot een
6
wijziging van de lozingsnormen werd volgende bijzondere voorwaarde opgenomen: ‘Binnen een termijn van 1 jaar dient het bedrijf een technisch economische haalbaarheidsstudie uit te voeren inzake volgende streefwaarden: debiet, ZS: 60 mg/l, BS: 0,5 mg/l, BZV: 25 mg/l, CZV: 125 mg/l, TOC: CZV/2, Nt: 15 mg/l, Pt: 2 mg/l, PAK: 0,1 µg/l, Cl-: 2.000 mg/l, SO42-: 2.500 mg/l. Deze studie dient de volgende elementen te bevatten: • een technische analyse van de mogelijkheden tot de beperking van de initiële verontreiniging van het influent (bronmaatregelen). • de verdere vermindering van de concentraties en vuilvracht in het effluent (o.a. door het voorzien van bijkomende zuivering) – technische analyse diverse mogelijkheden. • een economische analyse van de bovengenoemde mogelijkheden. • een technisch-economische toetsing ten opzichte van de BATNEECprincipes. • een opgave van de technische/economische haalbare concentratie gebaseerd op de analyse • een actieplan met opgave van de verschillende stappen, een tijdsbestek en een financieel bestek. Deze studie wordt overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen, LNE-Milieuvergunningen, de VMM en de vergunningverlenende overheid.’ Deze haalbaarheidsstudie werd uitgevoerd door SGS (november 2007) en overgemaakt aan de bovenvermelde instanties. Als conclusie stelt de studie dat het behalen van de vooropgestelde streefwaarden voor de parameters CZV, TOC, totaal N en totaal P een probleem vormt. Dit zou voor een groot deel te wijten zijn aan het niet optimaal functioneren van de biologische zuivering en aan de grote schommelingen van de influentconcentraties. Een grondiger doorlichting van de biologische zuivering was aangewezen. Tevens werd geprobeerd om de membraaninstallatie en de actiefkoolfilter terug op te starten, maar deze bleken technisch onbruikbaar geworden. In de studie wordt dan ook aangeraden om te onderzoeken hoe deze installaties terug operationeel gemaakt kunnen worden aangezien ze zeker een positief effect zullen hebben op de CZV. De resultaten van deze studie werden besproken op een overlegvergadering met de adviserende instanties op 30 januari 2008 waarbij gesteld werd dat er, gelet op de bevindingen van de studie, verder onderzoek dient uitgevoerd te worden. Door EPAS werd een volledige audit van de waterzuivering (rapport van 7 mei 2008) en een BBT evaluatie van de afvalwaterbehandeling (rapport van 24 juni 2008) uitgevoerd. Op basis hiervan werden haalbare lozingsnormen voorgesteld zoals die weergegeven zijn in het voorwerp van deze vraag tot wijziging van de lozingsnormen. Voor de parameters waarvoor de vooropgestelde streefwaarde (nog) niet gehaald kunnen worden bijkomende maatregelen voorgesteld en een nieuwe evaluatie na 2 jaar (CZV, totaal N, totaal P, PAK en SO42-(mg/l). Beide studies werden opnieuw besproken op een overlegvergadering op 3 september 2008 waarbij voorgesteld werd om op korte termijn een aantal concrete acties uit te voeren, na uitvoering ervan opnieuw een evaluatie te doen van de probleemparameters en via een art. 45-aanvraag te vragen om
7
tijdens een overgangsfase de in de studies voorgestelde normen op te nemen in de milieuvergunning. Door het bedrijf werd op 12 december 2008 een actieplan met bijhorende streefdata overgemaakt voor de verdere optimalisatie van de waterzuivering: - On line bewaking kwaliteit afvalwater 01/09/2009 - Bijkomende buffer voor fysico chemie 01/09/2009 - Nagaan noodzakelijkheid pH sturing tot 2 01/06/2009 - Installeren nieuwe slibpomp voor het verpompen van slib 01/06/2009 - O2 sturing biologie 01/06/2010 - Slibgehalte aanpassen biologie 01/06/2010 - Beluchtingssysteem biologie aanpassen 01/06/2010 - Menging en beluchting afzonderlijk voorzien 01/06/2010 - Gebruik zandfilter (reeds in dienst) 01/09/2010 Voorliggende aanvraag is dan ook het resultaat van de diverse studies en overlegrondes zoals hierboven weergegeven. Overwegende dat wat de planologische aspecten betreft, het volgende kan gesteld worden: De inrichting is volgens het gewestplan ‘Gentse en Kanaalzone‘ gelegen in een gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven aan de samenvloeiing van de Ringvaart en het kanaal Gent – Terneuzen in een uitgesproken industriële omgeving. In de onmiddellijke omgeving bevinden zich uitsluitend andere bedrijven (Belgian Shell, Stora Enso, CRI,…). Binnen een afstand van 3 km liggen er geen vogel-, , habitatrichtlijn- en Ramsargebieden. De dichtste woningen situeren zich op ca. 750 m. De ligging van de inrichting is in overeenstemming met de bepalingen van het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen. Overwegende dat wat de watertoets betreft, het volgende kan gesteld worden: De inrichting is gelegen in het 'Bekken Gentse Kanalen'. Volgens de overstromingsinformatie op www.geo-vlaanderen.gisvlaanderen.be is de inrichting niet gelegen in een risicozone voor overstromingen. Er worden geen wijzigingen aangebracht aan gebouwen of verhardingen, waardoor de effecten van de inrichting op het overstromingsrisico voor de omgeving niet zullen wijzigen. Overwegende dat de exploitant, overeenkomstig artikel 43 §2. van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning steeds alle maatregelen dient te nemen om schade en hinder te voorkomen; Overwegende dat de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig artikel 20 van het milieuvergunningsdekreet, onverminderd de bepalingen van dezelfde wetten, decreten en uitvoeringsbesluiten bij het verlenen van een vergunning bijzondere voorwaarden kan opleggen, met het oog op de bescherming van de mens en het leefmilieu; Overwegende dat gelet op het bovenstaande, de gevraagde wijziging kan worden verleend;
8
besluit: Artikel 1. Het verzoek tot wijziging van de geldende exploitatievoorwaarden opgelegd aan de nv Buckman Laboratories, Wondelgemkaai 159, 9000 Gent voor de exploitatie van een inrichting voor de productie van chemicaliën aan de Wondelgemkaai 159, 9000 Gent, op de percelen, kadastraal bekend onder Gent, Afd. 13, Sectie S, nr. 346/t en 351/x, wordt toegestaan. Art. 2. Ter vervanging van de in vorige vergunningen opgelegde lozingsnormen voor onderstaande parameters gelden volgende lozingsnormen: -
BZV : 25 mg/l ZS : 60 mg/l CZV : 300 mg/l BS : 0.5 ml/l Ntot : 100 mg/l Ptot : 10 mg/l Cl - : 2000 mg/l SO42- : 3000 mg/l PAK’s : 5 µg/l
-
Binnen een termijn van 2 jaar na het verlenen van de vergunning dient het bedrijf een aanvullende technisch-economische haalbaarheidsstudie uit te voeren inzake volgende streefwaarden: CZV: 125 mg/l, Nt: 15 mg/l, Ptot: 2 mg/l, PAK: 0,1 µg/l, SO42-: 2.500mg/l.
Deze studie dient de volgende elementen te bevatten: • een technische analyse van de mogelijkheden tot de beperking van de initiële verontreiniging van het influent (bronmaatregelen). • de verdere vermindering van de concentraties en vuilvracht in het effluent (o.a. door het voorzien van bijkomende zuivering) – technische analyse diverse mogelijkheden. • een economische analyse van de bovengenoemde mogelijkheden. • een technisch-economische toetsing ten opzichte van de BATNEECprincipes. • een opgave van de technische/economische haalbare concentratie gebaseerd op de analyse • een actieplan met opgave van de verschillende stappen, een tijdsbestek en een financieel bestek. Deze studie wordt overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen, LNE-Milieuvergunningen, de VMM en de vergunningverlenende overheid. Art. 3. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Art. 4. §1. Een bijkomende vergunning moet worden aangevraagd voor elke verandering van de vergunde inrichting. §2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant, dient uiterlijk tien kalenderdagen voor de datum van overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning.
9
§3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, tussen de achttiende en de twaalfde maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Art. 5. Een eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing zal, samen met het attest inzake de datum van de verzending, verzonden worden aan: - de exploitant; - het College van Burgemeester en Schepenen van Gent; - de Provinciale Milieuvergunningscommissie; - het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieuvergunningen dienst Oost-Vlaanderen; - het Agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed, Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen; - het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieu-inspectie dienst Oost-Vlaanderen; - de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij; - het Intern Verzelfstandigd Agentschap, Vlaamse Milieumaatschappij; - de Federale Overheidsdienst, Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; - de nv Aquafin; Een soortgelijk afschrift wordt verzonden aan de bevoegde Burgemeester met de opdracht de beslissing bekend te maken, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IX van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Art. 6. Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (aangetekende brief binnen de 10 kalenderdagen na de betekening van deze beslissing), beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, p/a Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 Brussel. Gent, 26 maart 2009 namens de Deputatie: de Provinciegriffier
de Gouverneur-Voorzitter
get. Albert De Smet
get. André Denys Voor eensluidend afschrift, Namens de Provinciegriffier, De gemachtigde Ambtenaar,
Raf Barzeele dienstchef