Beroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd niveau

Beroepsopdracht

Beroepstaak B

Gevorderd niveau

Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak B heeft 2 niveaus!

Helpen waar het nodig is en …… zien waar hulp nodig is! (Thuiszorg)

Als leerling zorghulp help je bij de dagelijkse bezigheden en bij de voorbereiding van activiteiten met behulp van zorgplannen, onder begeleiding van je praktijkbegeleider. Je maakt samen met je begeleider een werkplanning op basis van zorgplannen en rapportage/ overdracht. Je overlegt met betrokkenen. Je werkt volgens instructies, procedures en kan de benodigde middelen en materialen inzetten. Je houdt rekening met de wensen en behoeften van de zorgvragers en met wat de mantelzorg doet. Je kunt luisteren en je inleven in de emoties van betrokkenen. Met gevoelige zaken ga je discreet en respectvol om. Je stimuleert de zelfredzaamheid en je houdt rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvragers. In deze opdracht voer je de volgende taken uit:  Je helpt bij de uiterlijke verzorging van zorgvragers  Je helpt zorgvragers bij het eten en drinken en gebruikt zo nodig hulpmiddelen hierbij  Je helpt zorgvragers bij goede houdingen in bed en (rol)stoel  Je helpt zorgvragers bij het verplaatsen en tillen (geen tillift) met en zonder hulpmiddelen  Je helpt bij de verzorging van huisdieren  Je meldt klachten van zorgvragers over dagelijkse bezigheden en activiteiten  Je doet een onderzoek naar veiligheid over de kwaliteit van zorg

Als het nodig is raadpleeg je collega-zorgverleners en je vraagt of de leidinggevende en de zorgvragers tevreden zijn over je werk. * Als het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden en activiteiten zoals hier beschreven staat, niet goed mogelijk is, kan de student de opdracht mogelijk elders uitvoeren of in een simulatie op school

Beroepstaak B gevorderd zorghulp Thuiszorg 08-2011

1

Taaltaken Beroepstaak B gevorderd

Gesprekken: 1. Je kan tijdens het assisteren bij het eten en drinken sociale gesprekken voeren met de zorgvrager. 2. Je kan de tevredenheid bespreken met de zorgvrager over de geboden zorg. Spreken: 3. Je kan de werkplanning kort formuleren. Luisteren: 4. Je kan luisteren en je inleven in de emoties van de zorgvrager. Lezen: 5. Je begrijpt de informatie in het zorgplan die over je eigen werkzaamheden gaan. Schrijven: 6. Je maakt samen met je begeleider een werkplanning voor je werkzaamheden op basis van zorgplan en overdracht.

Rekentaken

1.Je kan de duur van een uit te voeren taak inschatten en indelen binnen een werkplanning. 2.Je kan bij herhaling van taken inschatten of het in verhouding toeneemt of niet. 3.Je kan bij het klaarleggen van materialen rekening. houden met het aantal zorgvragers (vermenigvuldigen). 4.Je kan de aantallen van de benodigde middelen en materialen terugrekenen naar verpakkingsaantallen. 5.Je kan benoemen in welke eenheid het lichaamsgewicht wordt uitgedrukt. 6.Je weet bij welke gewichtsklasse je welke hulpmiddelen moet inzetten.


2

FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Hulp bij dagelijkse bezigheden Naam student:

Datum:

Werkprocessen Beroepsopdracht B Op gevorderd niveau

Opleiding: Zorghulp

Niveau: Gevorderd

Feedback

1.1 Maakt een werkplanning voor dagelijkse bezigheden op basis van afspraken in het zorgplan. (J-Q-R-T)

1.3 Assisteert bij dagelijkse bezigheden. (K-R-T)

2.1 Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en de professionalisering van het beroep. (K)

2.2 Stemt de werkzaamheden m.b.t. de dagelijkse bezigheden af.(D-E-T)

2.3 Evalueert de werkzaamheden m.b.t. de dagelijkse bezigheden (D-Q)

Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde)

Datum: ………………………………… Naam werkbegeleider /praktijkopleider:

Naam student:

………………………………………….

………………………………………….

Paraaf: ………………………………..

Paraaf: ………..………………………


3

Overzicht Beroepstaak B Beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren

Beroepstaak B Hulp bij dagelijkse bezigheden

Competenties:

Beroepsproducten B.1 Helpen bij de dagelijkse bezigheden B.2 Helpen bij de voorbereiding van activiteiten D,E,J,K,Q,R,T

Werkprocessen 1.1, 1.3, 2.1, 2.2, 2.3 1.1, 1.3, 2.1, 2.2, 2.3

Competenties in de werkprocessen D Aandacht en begrip tonen.

Prestatie-indicatoren op gevorderd niveau De zorghulp……..  luistert aandachtig naar haar collega’s  toont interesse  laat collega’s uitspreken  neemt kennis van de ideeën en opvattingen van collega’s  luistert aandachtig als zorgvragers en/of mantelzorg/naasten of wettelijk vertegenwoordigers tijdens de mondelinge evaluatie zaken naar voren brengen  neemt voldoende tijd om na te denken over de feedback E  informeert haar collega’s en leidinggevende over haar eigen Samenwerken en werkzaamheden, draagt eventueel werkzaamheden over. overleggen.  Vraagt de collega’s en leidinggevende hun mening en ideeën J  formuleert de werkplanning met de juiste woorden en Formuleren en rapporteren. uitdrukkingen, zodat deze voor alle betrokkenen helder is. K  is handig, reageert snel en heeft uithoudingsvermogen en Vakdeskundigheid toepassen deelt haar expertise met de zorgvrager, zodat deze in staat is zijn dagelijkse bezigheden uit te voeren.  houdt vakkennis en vaardigheden bij Q  plant de activiteiten en materialen Plannen en organiseren  geeft aan hoeveel tijd de werkzaamheden kosten  laat de ondersteuning aansluiten bij de zorgsituatie en behoeften van de zorgvrager en de mantelzorg, op basis van de evaluatie R  kent de wensen, behoeften en gewoonten van de zorgvrager Op de behoeften en en mantelzorg / naasten / wettelijke vertegenwoordigers verwachtingen van de klant  richt haar planning op de behoeften en wensen en stemt haar richten. werkzaamheden hierop af. T  houdt zich aan de opdracht, richtlijnen,standaarden en Instructies en procedures procedures van de instelling, zodat de kwaliteit van de opvolgen. werkplanning gegarandeerd wordt.  volgt de instructies en aanwijzingen m.b.t. de werkplanning  werkt volgens de visie en veiligheidsvoorschriften van de organisatie  komt op tijd


4

Ondersteuningsmagazijn beroepstaak B: Hulp bij dagelijkse bezigheden Thuiszorg

B1 Helpen bij de dagelijkse bezigheden Beroepstaak B B2 Helpen bij de voorbereiding van activiteiten Activiteiten op school 1.Mevrouw Joossen gaat uit 2.Hulpmiddelen bij het eten, bewegen en het bed 3.Een goed ontbijt 4.Kleurrijk eten 5.Even er tussenuit! 6.Hoe houd ik mijn rug recht? 7.Meneer Snoek en zijn bed 8. Hoe veilig kan en moet ik hier werken? 9.Het verzorgen van huisdieren 10.De beestenboel Workshops 6.Iedereen is anders (Oordelen, veroordelen) 8.Communiceren is meer dan praten alleen (Feedback) 9.Praten met een zorgvrager, hoe doe je dat? (Soorten gesprekken) 11.Leren in de BPV (Uitleg Opdrachtenboek voor de praktijk) 13.Naar de praktijk (Simulaties BOL)

Gevorderd

dd

dd

Ff lss dd Uiterlijke verzorging: Thema 1 hygiëne en 2 Persoonlijke hygiëne. Stimuleren van de zelfredzaamheid: Thema 4 Thuiszorg, 5 Ouderenzorg, 6 Zorg voor mensen met een beperking. Helpen bij eten en drinken: Thema 61 Voeding van baby’s en peuters, 62 Voeding bij ouderen, 63 Diëten, 19 Verdraagzaam zijn, 21 Aandacht voor de ander. Dagelijkse bezigheden en activiteiten zijn belangrijk: Thema 15 Leefomstandigheden van cliënten. Overdragen van dagelijkse bezigheden: Thema 24 Werkzaamheden afstemmen Eigen houding en beweging: dc 3 Anatomie van het menselijk lichaam, dc 8 Ergonomie Verplaatsen en tillen: dc 5 Ondersteunen bij het verplaatsen zonder hulpmiddelen, dc 6 Helpen bij het gebruik van hulpmiddelen bij verplaatsen. Signaleren en rapporteren: Thema 66 Veranderingen bij de cliënt signaleren, thema 13 Hoe zet je het op papier? Kwaliteit van zorg/ Klachtenbehandeling: Thema 11 Communicatie, 12, 16, 17,18,19,20,21 en dc 2 Functies van de zorg. Het verzorgen van huisdieren Thema 49 Huisdieren 50, 51, 52, 53, 54, 55 Beroepstaak B gevorderd zorghulp Thuiszorg 08-2011

Prf

Prf

Prf

5

Vaardigheden 1.Haren kammen 2.Schoonmaken van de bril 3.Opmaken gezicht 4.Aan- en uittrekken vest of jas 5.Helpen bij eten en drinken 6.Van zit tot staan 7.Ondersteunen bij lopen 8.Helpen bij het gebruik van een rollator 9.Helpen bij rolstoel voortbewegen 10.Helpen in en uit bed 11.Helpen bij goede houding in stoel Toetsmagazijn Beroepstaak B: Hulp bij dagelijkse bezigheden

Testen

dd

Prf

Gevorderd

dd

Prf

Toetsen Casustoets B beginner / gevorderd Beroepsopdracht B beginner / gevorderd

dd

Prf

Activiteiten in de praktijk Beginner 1.Een zorgvrager helpen bij de uiterlijke verzorging 2.Zorgvragers helpen met eten en drinken 3.Feedback krijgen van de werkbegeleider en feedback geven aan de werkbegeleider 4.Overdragen van dagelijkse bezigheden 5.Een zorgvrager helpen bij bewegen en verplaatsen 6.Een zorgvrager tillen en helpen bij een goede houding 7.Het verzorgen van huisdieren 8.Bijzonderheden en knelpunten signaleren en mondeling rapporteren 9.Klachten over dagelijkse bezigheden en activiteiten bespreken

dd

Prf

Zelftest helpen bij de uiterlijke verzorging Zelftest helpen bij eten en drinken Zelftest verplaatsen en tillen, eigen houding en beweging, verzorgen van huisdieren Zelftest signaleren en rapporteren, overdragen kwaliteit van zorg/ klachtenbehandeling Zelftest vaardigheden


6

Activiteit 1: Een zorgvrager helpen bij de uiterlijke verzorging

In deze activiteit help je een zorgvrager bij de uiterlijke verzorging. Je kiest in overleg met je begeleider een zorgvrager uit of meerdere zorgvragers. Je gaat de volgende hulp geven: het gezicht en de handen van de zorgvrager wassen en het haar verzorgen (borstelen, kammen en eventueel opsteken). Ook help je bij het aan- en uittrekken van vest, jas en schoenen. Vooraf lees je goed het zorgplan om te weten wat de zorgvrager(s) wel of niet kan. Ook houdt je rekening met wensen en gewoonten. Tijdens het helpen let je op bijzonderheden en na afloop draag je over of meld je de bijzonderheden of knelpunten. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in.


7

DE PLANNER (PRAKTIJK): Naam student:……………………………………………………… Naam activiteit: :………………………………………………………. Beroepstaak:………………………………………………………….. Onderzoek

Is de praktijkactiviteit duidelijk?

Wat weet ik al? Wat is mijn ervaring ermee?

Wat wil ik leren en welke vragen heb ik?

Aan welke competentie(s) ga ik werken en wat wil ik leren?

Aan welke taal- en rekentaken ga ik werken? Hoe ga ik dat doen?

Bronnen

Waar haal ik de informatie vandaan?

Het Actieplan

Bespreek met je begeleider het plan Wat ga je doen ? Waar?

Wanneer ? Uitvoering

Bereid je voor op de activiteit en voer de activiteit uit

Gezien door coach: Beroepstaak B gevorderd zorghulp Thuiszorg 08-2011

Datum:

8

Activiteit 2: Zorgvragers helpen met eten en drinken In deze activiteit ga je zorgvragers helpen met eten en drinken, die dit niet meer zelfstandig kunnen. Misschien hoef je alleen te begeleiden, soms help je echt. De zorgvrager kan bijvoorbeeld zijn armen niet goed gebruiken of weet niet meer hoe het moet. Het belangrijkste is dat je rekening houdt met de mogelijkheden en de wensen van de zorgvragers. Verder werk je natuurlijk met de richtlijnen; zoals de hygiëne en de ergonomie. Bij deze taken heb je direct contact met de zorgvragers en let je op bijzonderheden die je misschien moet melden. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in.


9







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

10

Activiteit 3: Feedback krijgen van je begeleider en feedback geven aan je begeleider Tijdens de workshop feedback geven en ontvangen heb je met elkaar kunnen oefenen hoe je dat doet. In beroepstaak A heb je in activiteit 2 bij twee verschillende zorgvragers feedback geven en ontvangen in de praktijk gedaan. Nu vraag je aan je praktijkbegeleider of die jou feedback wil geven over je werk/ stage. Daarna ga jij je praktijkbegeleider feedback geven over hoe jij je werk/ stage vindt. Na afloop vraag je aan je praktijkbegeleider hoe ze vindt dat je feedback ontvangen hebt en hoe ze vindt dat je feedback gegeven hebt. Gebruik de feedbacklijst uit je workshopboek en laat je praktijkbegeleider de criteria invullen; hoe je feedback hebt ontvangen en hoe je feedback hebt gegeven. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in.


11







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

12

Activiteit 4: Overdragen van dagelijkse bezigheden In de zorg werk je met collega’s samen en los je elkaar in de werkzaamheden soms af. Dan is het belangrijk dat je kunt overdragen, bijvoorbeeld: hoe ver je bent gekomen of wat je hebt gedaan. Het kan ook gebeuren dat er bijzonderheden zijn die je moet doorgegeven. Je geeft bijvoorbeeld een vraag van een zorgvrager of collega door. In deze activiteit oefen je met het mondeling en schriftelijk overdragen. Als resultaat van de activiteit maak je een verslag waarin je beschrijft wanneer en wat je heb overgedragen, en hoe dat ging. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in.


13







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

14

Activiteit 5: Een zorgvrager helpen bij beweging en verplaatsen In deze activiteit help je zorgvragers bij het verplaatsen; dat kan zijn ondersteunen bij het lopen, helpen bij het gebruik van een rollator en bij het duwen van een rolstoel. Je kiest in overleg met je begeleider meerdere zorgvragers. Het is belangrijk dat je weet op welke manier je de zorgvrager moet helpen en waar je op moet letten bij het lopen en het gebruiken van hulpmiddelen zoals een rollator en rolstoel. Denk aan de schoenen en kleding van de zorgvragers en welke eisen daar voor gelden. En is er voldoende loopruimte en rijruimte? Verder werk je natuurlijk met de richtlijnen, zoals de ergonomie en veiligheid en je werkt volgens protocol. Vooraf lees je goed het zorgplan om te weten wat de zorgvragers wel of niet kunnen. Ook houdt je rekening met wensen en gewoonten. Tijdens het helpen let je op bijzonderheden en na afloop draag je over of meld je de bijzonderheden of knelpunten. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in.


15







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

16

Activiteit 6: Een zorgvrager tillen en helpen bij een goede houding In deze activiteit help je zorgvragers in en uit bed, in en uit een (rol)stoel, bij een goede houding in bed en stoel. Tegelijkertijd let je op je eigen houding en de aandachtspunten daarbij. Je kiest in overleg met je begeleider meerdere zorgvragers. Het is belangrijk dat je weet op welke manier je de zorgvrager moet helpen en waar je op moet letten bij het tillen en bij zorgvragers in een goede houding in bed of stoel zetten en het gebruiken van hulpmiddelen zoals kussens en een ruggensteun. Verder werk je natuurlijk met de richtlijnen, zoals de ergonomie en veiligheid en je werkt volgens protocol. Vooraf lees je goed het zorgplan om te weten wat de zorgvragers wel of niet kunnen. Ook houdt je rekening met wensen en gewoonten. Tijdens het helpen let je op bijzonderheden en na afloop draag je over of meld je de bijzonderheden of knelpunten. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in


17







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

18

Activiteit 7: Het verzorgen van huisdieren Sommige zorgvragers hebben huisdieren. Deze huisdieren hebben verzorging nodig. Wanneer je bij een gezin werkt of stage loopt, zul je wel eens moeten helpen bij deze verzorging. Ook het schoonmaken van de kattenbak of een vogelkooi kan tot je taken behoren. Mensen zijn vaak erg gehecht aan hun huisdieren, daar moet je dus rekening mee houden. Je vertelt aan de zorgvrager wat je gaat doen. In deze activiteit laat je zien hoe de dagelijkse verzorging van een hond, een kat en of een vogel is. Ook laat je zien wat de gevaren en aandachtspunten bij de dagelijkse verzorging van hond, kat en of een vogel zijn. Verder laat je zien welke materialen, hulpmiddelen en voeding voor de dagelijkse verzorging bij huisdieren nodig zijn. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in * Als het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden en activiteiten zoals hier beschreven staat, niet goed mogelijk is, kan de student de opdracht mogelijk elders uitvoeren of in een simulatie op school


19







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

20

Activiteit 8: Bijzonderheden en knelpunten signaleren en mondeling rapporteren: ‘Wat valt je op en wat doe je ermee?’ Bij het dagelijks afruimen van de tafel zie je (signaleer je) dat een zorgvrager zijn drinken laat staan of dat een zorgvrager de laatste tijd steeds moeilijker loopt of dat twee zorgvragers die altijd naast elkaar zitten vaak ruzie hebben. Deze bijzonderheden geef je door aan je werkbegeleider of leidinggevende. We noemen dat melden of rapporteren. Soms kun je je werk niet goed uitvoeren omdat je bijvoorbeeld niet goed weet wat je moet doen of misschien krijg je je werk niet af omdat je zoveel taken hebt. Ook deze knelpunten geef je door (rapporteer je) aan je werkbegeleider of leidinggevende en je zult zelf moeten meehelpen om deze knelpunten op te lossen. Je kiest in overleg met je begeleider meerdere zorgvragers. Tijdens het helpen van deze zorgvragers let je op (signaleer je) bijzonderheden en/ of knelpunten en na afloop rapporteer je dit aan je begeleider. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in


21







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

22

Activiteit 9: Klachten over dagelijkse bezigheden en activiteiten bespreken Een zorgvrager kan wel eens ontevreden zijn over de zorg en daarover klagen. Zorgvragers kunnen op verschillende manieren omgaan met hun ontevredenheid. Soms zul je aan het gedrag van een zorgvrager merken dat er iets is en dan vraag je of er iets aan de hand is. Andere zorgvragers zeggen gelijk wat ze er van vinden. Om de kwaliteit van de zorg te verbeteren is het nodig om iets te doen met de klachten van de zorgvrager. In deze activiteit leer je hoe je om kunt gaan met klachten van zorgvragers. Als zorghulp kun je een zorgvrager de kans geven om zijn klachten te uiten door goed te luisteren. Met deze activiteit oefen je een gesprekje, waarin je een zorgvrager de kans geeft om een klacht te uiten en je meldt de klacht aan je werkbegeleider of aan je leidinggevende. Beschrijf: 1.Hoe de zorgvrager(s) hun klachten hebben geuit (laten zien). 2.Wat je hebt gedaan als zorghulp om een zorgvrager te helpen om een klacht te uiten (laten zien). 3.Hoe maak je het voor een zorgvrager moeilijk om een klacht te uiten? 4.Geef een voorbeeld van een klacht die je als zorghulp zelf kunt oplossen. Kijk in de feedbacklijst aan welke competenties je wilt werken. Op deze punten krijg je feedback bij de uitvoering van deze activiteit. Zet de feedback op deze lijst. Vul de planner in


23







Bronnen


Het Actieplan





Datum:

24

Beroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd niveau

Recommend Documents