107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
Veiligheidsplan leerlingen 1. Inleiding Scholen moeten op grond van de Arbo-wet, net als andere bedrijven, een veiligheidsplan voor fysieke en sociale veiligheid hebben. De verantwoordelijkheid voor een veilig schoolklimaat ligt in eerste instantie bij de school, die moet zorgen voor een veilige omgeving voor leerlingen en personeel. Degenen die er leren en werken moeten elkaar vertrouwen en de school moet een ordelijk onderwijsklimaat scheppen waarin leerlingen, hun ouders en personeel weten waar ze aan toe zijn. Het veiligheidsplan van De Nieuwe Veste is een praktische uitwerking van de verantwoordelijkheid van de school voor goede leer- en werkomstandigheden. In het veiligheidsplan staan duidelijke afspraken over preventieve maatregelen, schoolregels en de sancties bij het overtreden. Het plan bevat heldere procedures over welke maatregelen er genomen worden bij incidenten en regelt de opvang van slachtoffers. Het veiligheidsplan leerlingen heeft betrekking op alle leerlingen van De Nieuwe Veste. Het veiligheidsplan personeel is nog in ontwikkeling. 2. Begripsbepalingen College van Bestuur (CvB)
het bevoegd gezag van De Nieuwe Veste, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs
Centraal Management Team
het Centraal Management Team (CMT) wordt gevormd door de sectordirecteur PrO, BB, KB, MBO en Piet Heinstraat, de sectordirecteur TL, HAVO en VWO, de directeur bedrijfsvoering en de coördinerend directeur eerste leerjaar. De voorzitter van het College van Bestuur zit de vergaderingen van het CMT voor.
Sectordirecteur
degene, die onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur, leiding geeft aan een sector binnen de onderwijsinstelling
Afdelingsdirecteur
degene, die onder verantwoordelijkheid van de sectordirecteur, leiding geeft aan een afdeling binnen de onderwijsinstelling
3. Visie en beleid ten aanzien van veiligheid 1 De Nieuwe Veste streeft naar een veilige leer- en werkomgeving met respect en waardering voor elkaar. De school is zelf verantwoordelijk voor de veiligheid op (en rondom) de school. De vier pijlers van het schoolveiligheidsbeleid zijn:
1
Sociaal systeem: een veilige omgeving ontstaat wanneer de regels duidelijk zijn, wanneer de schoolpopulatie elkaars waarden en normen kent, elkaar respecteert en zich verbonden voelt met de school en elkaar. Procedures: voor leerlingen en personeel van de school moet duidelijk zijn wat de reactie is op onaanvaardbaar gedrag. Reactie mag niet uitblijven en moet op maat gesneden zijn. Voorzieningen: de gebouwen, de inrichting, de overige voorzieningen zijn zaken die van invloed zijn op de veiligheid.
De Nieuwe Veste beschikt ook over een gedragscode seksuele intimidatie, agressie en geweld (107.01.00-BEL)
Pagina 1 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
Onderwijsproces: goed onderwijs draagt bij aan het veiligheidsbeleid. Grensoverschrijdend gedrag wordt vaak veroorzaakt door problemen in het primaire proces. Als de leerlingen het onderwijs als aantrekkelijk en uitdagend ervaren zal er minder sprake zijn van ongewenst gedrag.
In het kader van de veiligheid houdt de school zich het recht voor om de kluisjes van leerlingen te controleren. 4. Strategische doelstellingen De strategische doelstellingen van De Nieuwe Veste geven in grote lijnen aan welke situatie nagestreefd wordt met betrekking tot de veiligheid. Duurzame sociale en fysieke veiligheid creëren, te bereiken door effectieve samenwerking van alle betrokkenen en externe instanties. Het terugdringen van verschijnselen als overlast, pesten, vernielen, agressie en intimidatie door zowel de negatieve aspecten te bestrijden als de oorzaken van deze verschijnselen aan te pakken. 5. Vertrouwenspersoon Het bevoegd gezag heeft een contactpersoon en een vertrouwenspersoon benoemd. De contactpersoon is een personeelslid. De contactpersoon zorgt voor de eerste opvang van de klager en begeleidt deze naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is niet werkzaam op De Nieuwe Veste. De vertrouwenspersoon fungeert als aanspreekpunt bij klachten en gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt, dan wel de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. De vertrouwenspersoon begeleidt de klager bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand. 6. Algemeen stappenplan grensoverschrijdend gedrag Het algemene stappenplan kan gevolgd worden wanneer zich een incident voordoet in of rond school. Het stappenplan helpt de situatie in te schatten aan de hand van basisvragen, geeft suggesties voor gefaseerd handelen en geeft aan welke rol een externe instantie zou kunnen vervullen. Wanneer een leerling een grens overschrijdt, is het van belang dat hier alert op wordt gereageerd. Als het om een eenmalig incident gaat, kan de school dit meestal zelf oplossen. Als sprake is van signaalgedrag en het vermoeden bestaat dat er meer aan de hand is, is het goed hier nader naar te kijken aan de hand van dit stappenplan. Op deze manier kan ook worden nagegaan of het nodig is om een beroep te doen op de zorgstructuur van de school. Stap 1: Oriënteren Wat is er gebeurd? Wat is de ernst van het grensoverschrijdend gedrag Wie gaat de inventarisatie uitvoeren? Stap 2: Inventariseren Wat is er gebeurd? Wie is erbij betrokken? Wanneer is het gebeurd? Waar is het gebeurd? Is dit gedrag of vergelijkbaar ander gedrag vaker bij deze leerling voorgekomen? Welke externe instanties dienen op de hoogte gesteld te worden c.q. om advies gevraagd te worden (politie, leerplicht, andere hulpverlenende instellingen)? Wie gaat de strategie bepalen? Stap 3: Strategie bepalen Wat is de ernst van het grensoverschrijdend gedrag? Handelt de school de situatie zelf af?
Pagina 2 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
Vaststellen van het tijdpad Bepalen van mogelijke sancties Voorbereiden van gesprekken (zowel intern als extern) Dossiervorming Organiseren van opvang en nazorg Wie gaat de strategie uitvoeren? Stap 4: Strategie uitvoeren (gefaseerd afhankelijk van de situatie) Gesprek met dader en medewerker van de school Gesprek met slachtoffer / benadeelde en medewerker van de school Gesprek met ouders/verzorgers Vervolggesprek school, dader, slachtoffer / benadeelde, ouders/verzorgers Sanctioneren Adviseren en verwijzen naar externe instanties Dossiervorming Wie gaat de evaluatie leiden en uitvoeren? Stap 5: Evaluatie en nazorg Onderhouden van contacten Evaluatie met betrokkenen Evaluatie organisatie opvang en nazorg Bijstellen van beleid, procedures, formulieren Indien het om gedragingen gaat die ook vanuit de wet om een reactie van politie/justitie vragen, wordt de politie in kennis gesteld. Afhankelijk van de situatie is de rol van de politie als volgt: informeren: (de jeugdagent neemt deel aan de vergaderingen van de zorgbreedtecommissie) adviseren onderzoeken gezinsgerichte aanpak wijkgerichte aanpak 7. Uitwerking stappenplan grensoverschrijdend gedrag Afhankelijk van de situatie maakt de school de keus welke stappen gezet worden. Een situatie kan namelijk dermate ernstig zijn dat de school direct overgaat tot sancties en/of het inschakelen van de politie. Hieronder volgt een overzicht van de te nemen stappen. Gesprek leerling en medewerker van de school In de preventieve ofwel ongesanctioneerde fase wordt geprobeerd om de leerling door middel van gesprekken ertoe over te halen om zijn of haar gedrag te verbeteren. In de meeste gevallen wordt het gesprek gevoerd door de mentor van de leerling. De mentor kan hierbij ook de hulp van de leerlingbegeleider inschakelen. Tijdens het gesprek wordt aandacht geschonken aan eventuele individuele problemen van de leerling, die mogelijk verband houden met het gedrag. Gesprek school, ouders/verzorgers en leerling De school behoudt zich het recht voor om ouders/verzorgers van leerlingen in te lichten over het gedrag van de leerling. In de meeste gevallen wordt dit gesprek gevoerd door de betrokken leerlingcoördinator. Het gesprek heeft tot doel om de ouders/verzorgers op de hoogte te stellen van de stappen die de school zet tegen het gedrag van de leerling. Bij herhaling van dit gedrag vindt er een gesprek plaats tussen school, ouders/verzorgers en leerling. Vanaf dit moment worden aantekeningen gemaakt in het dossier van de leerling. Er kunnen eventueel afspraken gemaakt worden voor een vervolggesprek.
Pagina 3 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
Hulpverlening De zorgstructuur van de school is vastgelegd in het zorgplan en biedt mogelijkheden voor hulpverlening. Sancties De orde- en gedragsregels zijn neergelegd in de ‘Huisregels’ van De Nieuwe Veste. Leidraad voor het opstellen van de orde- en gedragsregels zijn redelijkheid, gelijkheid en rechtszekerheid. De leerlingen zijn verplicht de orde- en gedragsregels na te leven. Indien zij dit niet doen kan, door alle daartoe door het management gemachtigde personeelsleden, een passende straf worden opgelegd. De school heeft met politie en justitie de afspraak gemaakt dat wetsovertredingen die in en rond de school hebben plaatsgevonden, zullen worden gemeld of aangegeven. In geval van aangifte zal door de school ten allen tijde eerst contact worden opgenomen met de ouders/verzorgers. Tegenover de ongewenste of verboden gedragingen van leerlingen zet de school een sanctie. Bij het opleggen van een straf dient er een redelijke verhouding te bestaan tussen de soort straf, de strafmaat en de ernst en aard van de overtreding. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf wordt gegeven. Er mag niet voor een zelfde overtreding dubbel gestraft worden. De volgende straffen, opklimmend in zwaarte, kunnen aan leerlingen worden opgelegd: een waarschuwing; het verrichten van strafwerk of andere werkzaamheden op school; een berisping (een berisping wordt schriftelijk vastgelegd); het ontzeggen van de toegang tot bepaalde lessen voor een korte tijd; het ontzeggen van de toegang tot de school voor 24 uur; schorsing; definitieve verwijdering. Bij de praktische uitvoering van de straf wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de mogelijkheden van de leerling bijvoorbeeld in verband met bindende afspraken van de leerling elders. Strafwerk moet naar behoren worden uitgevoerd, maar mag niet worden beoordeeld met een cijfer. Tegen een opgelegde straf kan de leerling als volgt in beroep gaan: tegen een straf van een personeelslid bij de afdelingsdirecteur; tegen een straf van de afdeling/locatiedirecteur bij de sectordirecteur; tegen een straf van de sectordirecteur bij het bevoegd gezag. Hierbij zal echter ook aandacht nodig zijn voor eventuele individuele problemen van de leerling die mogelijk verband houden met zijn of haar ongewenst gedrag. Zo nodig wordt de leerling via de zorgbreedtecommissie, verwezen naar een hulpverleningsinstantie. Bedenktijd In deze fase kan de leerling gedurende een bepaalde tijd de toegang tot de lessen worden ontzegd. De leerling blijft echter wel op school, werkt individueel aan schoolwerk en mag wel deelnemen aan toetsen, schoolonderzoeken en examens. De school kan deze tijd benutten om zich te bezinnen op of te beraden over eventuele volgende stappen. De ouders/verzorgers worden door de afdelingsdirecteur terstond telefonisch en schriftelijk op de hoogte gesteld van deze maatregel. Er wordt melding gemaakt in het leerlingendossier. Schorsing Schorsing vindt plaats op basis van het Inrichtingsbesluit WVO 2. Geschorste, leerplichtige jongeren zijn ontheven van de verplichting tot geregeld schoolbezoek (artikel 11, onderdeel c van de Leerplichtwet 1969). Bij schorsing zijn de volgende stappen van belang: 2
Artikel 13 Inrichtingsbesluit WVO
Pagina 4 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
1. Schorsing kan met opgaaf van redenen voor een periode van maximaal één week. Een leerling kan door de afdelingsdirecteur, de toegang tot bepaalde of tot alles lessen worden ontzegd. De leerling dient daarna in beginsel weer toegelaten te worden. De woorden ‘in beginsel’ betekenen dat er een apart, goed onderbouwd besluit noodzakelijk is, om het besluit te nemen tot een nieuwe of verlengde schorsing. Een uitzondering op de maximale duur van een schorsing vormt de schorsing die ingaat, terwijl er overleg gaande is over de definitieve verwijdering van een leerling. De schorsing duurt dan net zo lang als de tijd die nodig is, om te komen tot een beslissing over de eventuele verwijdering. Bij een voornemen tot verwijdering volgt altijd overleg met de Inspectie van het Onderwijs. Het overleg met de Inspectie is bedoeld om te bezien op welke andere wijze de leerling onderwijs kan volgen 3. 2. De afdeling/locatiedirecteur maakt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de leerling en zijn ouders bekend. De afdelingsdirecteur onderbouwt het besluit tot schorsing en informeert de leerling en zijn ouders over de duur en de verdere procedure, zoals de mogelijkheid tot bezwaar en de manier waarop dit bezwaar kenbaar moet worden gemaakt. De leerling en zijn ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. 3. De afdelingsdirecteur dient de Inspectie en de leerplichtambtenaar van een schorsing voor een periode van langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis te stellen 4. 4. Er vindt een gesprek plaats tussen de afdelingsdirecteur en de leerling en zijn ouders. Het gesprek heeft tot doel om de zeer ernstige waarschuwing te onderstrepen en afspraken te maken over het vervolgtraject. 5. Wanneer de leerling of zijn ouders ondanks eerdere gedragsafspraken en ondanks een laatste waarschuwing zijn gedrag niet verbetert, kan het bevoegd gezag afhankelijk van de overige omstandigheden, tot verwijdering overgaan. Een licht vergrijp kan door herhaling uitgroeien tot ernstig wangedrag. Daarnaast is wangedrag denkbaar waarbij onmiddellijke verwijdering geboden is, zonder de genoemde eerdere maatregelen, schorsing of voorafgaande waarschuwing. Dit geldt alleen in zeer ernstige gevallen. Voor meer informatie over schorsing wordt verwezen naar de procedure schorsing en verwijdering leerlingen. Terugkeer Na de periode van schorsing van de leerling wordt de terugkeer begeleid door de contactpersonen van de school en betrokkenen (ouders, jeugdagent, etc.). Binnen de school en in de klas zal hiervoor tijd moeten worden genomen. Verwijdering Dit is de laatste stap in het sanctiemodel. De leerling wordt niet meer toegelaten tot de school. Van wangedrag kan in uiteenlopende situaties sprake zijn: (herhaaldelijk) schoolverzuim, overtreding van de schoolregels, agressief gedrag, bedreiging, vandalisme dan wel seksuele intimidatie. Verwijdering is in dit geval een sanctie. Ook het wangedrag van ouders, zoals (herhaalde) intimidatie van personeelsleden, kan een reden zijn de leerling te verwijderen. Of het bevoegd gezag tot verwijdering kan overgaan, hangt van de omstandigheden af. Er is geen algemene lijn. Het wangedrag moet in elk geval ernstig genoeg zijn om een verwijderingsbesluit te kunnen rechtvaardigen. Voor de gronden voor verwijdering en de procedure wordt verwezen naar de procedure schorsing en verwijdering leerling. 8. Fysieke agressie De school heeft een preventieve aanpak ten aanzien van discriminatie, agressie en geweld en treft maatregelen om discriminatie, agressie en geweld binnen de school te voorkomen en er zo nodig passend op te reageren. Een ieder die kennis neemt van discriminatie, agressie en geweld kan 3 4
Artikel 14, Inrichtingsbesluit WVO Artikel 13, lid 3 Inrichtingsbesluit WVO
Pagina 5 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
daarover een klacht indienen bij de aangewezen vertrouwenspersoon, het Centraal Management Team en/of het bevoegd gezag. Behandeling van de klacht vindt plaats volgens de in regeling discriminatie, agressie en geweld beschreven procedure (107.03.00-PRO). Binnen de school wordt bekendheid gegeven aan deze procedure. Anonieme klachten worden, behoudens bijzondere omstandigheden, niet in behandeling genomen. Wanneer sprake lijkt te zijn van strafbare feiten zal de school de situatie inschatten om daarna een besluit te nemen over het al dan niet inschakelen van de politie. Wanneer er sprake is van een eenvoudige mishandeling met geweld waarbij slechts geringe lichamelijke kracht wordt uitgeoefend sanctioneert de school de gedragingen zelf. Wanneer sprake is van letsel, structureel agressief gedrag door één dader, meer dan geringe lichamelijke kracht of geweld gepleegd door een groep stelt de school de politie in kennis. In geval van twijfel kan de jeugdagent worden ingeschakeld voor advies. Het indienen van een klacht bij de vertrouwenspersoon, het Centraal Management Team en/of het College van Bestuur laat onverlet de mogelijkheid tot en de verantwoordelijkheid voor het ter zake doen van aangifte bij justitie of politie. Wanneer het slachtoffer officieel een klacht indient bij de politie kan deze de procedure in gang zetten. Deze procedure gaat via de politie, het openbaar ministerie en de rechtbank. Sancties De Nieuwe Veste eenvoudige mishandeling (geweld): 1. Indien het een eerste constatering betreft krijgt de leerling een waarschuwing. 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling voor één week geschorst. 3. Indien het een derde constatering betreft wordt de leerling definitief verwijderd. Sancties De Nieuwe Veste (letsel, structureel agressief gedrag door één dader, meer dan geringe lichamelijke kracht): Om het management en/of de politie de gelegenheid te geven om de zaak verder uit te zoeken wordt de leerling (dader) voor één week geschorst. De mogelijke uitkomsten zijn: voorwaardelijke handhaving, in geval van niet volledig toerekenbare schuld; directe definitieve verwijdering, bij volledig toerekenbare schuld. 9. Verbale agressie De school heeft een preventieve aanpak ten aanzien van discriminatie, agressie en geweld. Een ieder die kennis neemt van discriminatie, agressie en geweld kan daarover een klacht indienen bij de aangewezen vertrouwenspersoon, het Centraal Management Team en/of het bevoegd gezag. Behandeling van de klacht vindt plaats volgens de in regeling discriminatie, agressie en geweld beschreven procedure (107.03.00-PRO). Binnen de school wordt bekendheid gegeven aan deze procedure. Anonieme klachten worden, behoudens bijzondere omstandigheden, niet in behandeling genomen. Wanneer er sprake is van verbaal geweld dat niet structureel is en niet gemakkelijk is aan te tonen of te bewijzen sanctioneert de school de gedragingen zelf. Wanneer sprake is van geweld gepaard met feiten die de bedreiging of intimidatie kracht bij zetten of als er sprake is van herhaling of een structureel karakter van de problemen, stelt de school de politie in kennis. In geval van twijfel kan de jeugdagent worden ingeschakeld voor advies. Het indienen van een klacht bij de vertrouwenspersoon, het Centraal Management Team en/of het College van Bestuur laat onverlet de mogelijkheid tot en de verantwoordelijkheid voor het ter zake doen van aangifte bij justitie of politie. Wanneer het slachtoffer officieel een klacht indient bij de
Pagina 6 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
politie kan deze de procedure in gang zetten. Deze procedure gaat via de politie, het openbaar ministerie en de rechtbank. Indien het een eerste constatering betreft dan wordt de situatie ingeschat en daarmee de keuze bepaald om al dan niet de politie in te schakelen. Indien de school de situatie zelf afhandelt: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt een passende straf opgelegd aan de dader; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. Indien de situatie niet door de school wordt afgehandeld: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt het slachtoffer door de leerlingcoördinator ondersteund en gestimuleerd om zelf aangifte te doen of wordt de politie door de leerlingcoördinator in kennis gesteld; wordt alle relevante informatie rond feiten en personen door de school aan de politie doorgegeven; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. maakt de politie zonodig proces-verbaal op tegen de verdachte. Sancties De Nieuwe Veste: 1. Indien het een eerste constatering betreft krijgt de leerling een waarschuwing. 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling voor één week geschorst. 3. Indien het een derde constatering betreft wordt de leerling definitief verwijderd. 10. Vuurwerkbezit en handel Definitie: Het in bezit hebben van en / of handelen in vuurwerk. Maatregelen De Nieuwe Veste: Wanneer ontdekt wordt dat een leerling in het schoolgebouw, op het schoolterrein of in de directe omgeving van de school vuurwerk in bezit heeft doet de verantwoordelijke leerlingcoördinator een melding bij de politie. Bij een eerste constatering van vuurwerk bezit kan besloten worden om geen melding te doen, maar een alternatieve straf op te leggen. Wanneer er sprake is van handelen in vuurwerk schakelt de leerlingcoördinator de politie in. De leerlingcoördinator stelt de ouders/verzorgers van de betrokken leerling op de hoogte van de melding bij de politie. De leerlingcoördinator vermeldt het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. De politie neemt contact op met de ouders/verzorgers en voert een gesprek met de leerling. De politie bepaalt of de leerling doorgestuurd moet worden naar bureau HALT. In overleg met de politie wordt door de school een passende straf opgelegd aan de dader. Sancties De Nieuwe Veste bij het in bezit hebben van vuurwerk: 1. Indien het een eerste constatering van vuurwerkbezit betreft krijgt de leerling een waarschuwing en wordt er een alternatieve straf opgelegd (zie onder). 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling voor één dag geschorst (interne schorsing). De ouders van de leerling worden uitgenodigd voor een gesprek waarin bepaald wordt welke stappen ondernomen worden. 3. Indien het een derde constatering betreft volgt, afhankelijk van de ernst, een schorsing van één week (externe schorsing). De leerplichtambtenaar, de inspectie en de ouders worden ingelicht.
Pagina 7 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
Sancties De Nieuwe Veste bij het handelen in vuurwerk: 1. Indien het een eerste constatering betreft volgt, afhankelijk van de ernst, een schorsing van één week (externe schorsing). De leerplichtambtenaar, de inspectie en de ouders worden ingelicht. 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling definitief verwijderd. Alternatieve straf: De leerling moet verplicht een video bekijken over de gevaren van vuurwerk. Deze band is te verkrijgen bij de docenten van het vak verzorging onderbouw. De leerling maakt een verslag van de video. Naar aanleiding van de video en het verslag houdt de leerling een spreekbeurt voor een 1e klas over de gevaren van vuurwerk. 11. Alcoholbezit en handel De Nieuwe Veste wil bijdragen aan het welzijn van de leerlingen. Dat kan alleen wanneer de regels die we hebben opgesteld voor iedereen gelden en wanneer iedereen zich eraan houdt. Definitie: Op school is het tijdens lesdagen en op tijden waarop werk ten behoeve van het onderwijs wordt verricht, niet toegestaan onder invloed van alcohol te zijn. Het in bezit hebben, gebruiken of verhandelen van alcohol is op school niet toegestaan. Maatregelen De Nieuwe Veste: Wanneer de regels worden overschreden: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers op de hoogte; wordt een passende straf opgelegd aan de dader; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. Sancties De Nieuwe Veste: 1. Indien het een eerste constatering betreft wordt de leerling voor één week geschorst. De leerling moet verplicht een bewustwordingscursus via het CAD volgen. De ouders van de leerling worden uitgenodigd voor een gesprek waarin bepaald wordt welke stappen ondernomen worden. 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling definitief verwijderd. 12. Drugsbezit en handel De Nieuwe Veste wil bijdragen aan het welzijn van de leerlingen. Dat kan alleen wanneer de regels die we hebben opgesteld voor iedereen gelden en wanneer iedereen zich eraan houdt. Definitie: Op school is het tijdens lesdagen en op tijden waarop werk ten behoeve van het onderwijs wordt verricht, niet toegestaan onder invloed van drugs te zijn. Het in bezit hebben, gebruiken of verhandelen van drugs is op school niet toegestaan. Maatregelen De Nieuwe Veste: Wanneer er sprake is van drugsbezit en handel wordt hiervan melding gemaakt bij de politie. De leerlingcoördinator stelt de ouders/verzorgers op de hoogte en maakt melding van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling.
Pagina 8 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
Sancties De Nieuwe Veste: 1. Indien het een eerste constatering betreft wordt de leerling voor één week geschorst. De leerling moet verplicht een bewustwordingscursus via het CAD volgen. De ouders van de leerling worden uitgenodigd voor een gesprek waarin bepaald wordt welke stappen ondernomen worden. 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling definitief verwijderd. 13. Vernieling Definitie: Het opzettelijk, zonder toestemming vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of wegmaken van een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort. De dader moet dus de opzet hebben om genoemde vernieling te plegen en daarbij moet hij dat zonder toestemming / instemming van de eigenaar doen. Ook graffiti valt onder de werking van deze definitie. Maatregelen De Nieuwe Veste: Wanneer er sprake is van eenvoudige vernieling en niet meer dan geringe schade, waarbij schadevergoeding of schadeherstel kan worden bereikt sanctioneert de school de gedragingen zelf. Als het gaat om vernieling van meer dan geringe omvang of schade of als er sprake is van herhaling, een groepsdelict of als schadevergoeding/herstel niet kan worden bereikt, stelt de school de politie in kennis. In geval van twijfel kan de jeugdagent worden ingeschakeld voor advies. Indien het een eerste constatering betreft dan wordt de situatie ingeschat en daarmee de keuze bepaald om al dan niet de politie in te schakelen. Indien de school de situatie zelf afhandelt: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt bemiddeld in schadevergoeding of schadeherstel door de dader (ouders/verzorgers van de dader); wordt een passende straf opgelegd aan de dader; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. Indien de situatie niet door de school wordt afgehandeld: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt het slachtoffer door de leerlingcoördinator ondersteund en gestimuleerd om zelf aangifte te doen of wordt de politie door de leerlingcoördinator in kennis gesteld; wordt alle relevante informatie rond feiten en personen door de school aan de politie doorgegeven; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. maakt de politie zonodig proces-verbaal op tegen de verdachte; vindt verwijzing van de verdachte naar bureau HALT plaats indien aan de criteria wordt voldaan; wordt door de politie bemiddeld in schadevergoeding tussen (ouders/verzorgers) dader en slachtoffer Sancties De Nieuwe Veste: 1. Indien het een eerste constatering betreft krijgt de leerling een waarschuwing. 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling voor één dag geschorst (interne schorsing). De ouders van de leerling worden uitgenodigd voor een gesprek waarin bepaald wordt welke stappen ondernomen worden.
Pagina 9 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
3. Indien het een derde constatering betreft volgt, afhankelijk van de ernst van de vernieling, een schorsing van één week (externe schorsing). De leerplichtambtenaar, de inspectie en de ouders worden ingelicht. 14. Wapenbezit Definitie: Het voorhanden hebben van een wapen, een voorwerp dat het karakter heeft van een wapen of als wapen kan worden gebruikt, zonder dat dit in verband met het volgen van het onderwijs op school nodig is. Maatregelen De Nieuwe Veste: De Nieuwe Veste verbiedt het om voorwerpen die het karakter van een wapen dragen (stiletto’s, vlindermessen, valmessen e.d.) in bezit te hebben of als wapen te gebruiken. Dit geldt ook voor voorwerpen die als wapen kunnen worden gehanteerd. Wanneer de school weet of sterke aanwijzigen heeft dat een persoon een dergelijk wapen bezit of ziet dat een voorwerp als wapen gebruikt wordt in school of het schoolterrein zal de bezitter door een medewerker van de school danwel de politie worden bewogen tot afgifte. Het wapen wordt dan ter vernietiging aan de politie overgedragen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel. Wanneer het om wapens en gedragingen gaan die vallen onder de werking van de Wet Wapens en Munitie is politioneel optreden vereist en wordt de politie in kennis gesteld. In geval van twijfel kan de jeugdagent worden ingeschakeld voor advies. Indien de school de situatie zelf afhandelt: wordt de bezitter van het wapen bewogen tot afgifte; stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt het ingeleverde wapen of voorwerp afgegeven aan de politie; wordt een passende straf opgelegd aan de dader; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. Indien de situatie niet door de school wordt afgehandeld: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt alle relevante informatie rond feiten en personen door de school aan de politie doorgegeven; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. maakt de politie zonodig proces-verbaal op tegen de verdachte. Sancties De Nieuwe Veste: Afhankelijk van de ernst van de situatie en het soort wapen wordt de leerling voor één week geschorst dan wel direct definitief verwijderd. 15. Wapengebruik Wanneer er sprake is van wapengebruik wordt hiervan melding gemaakt bij de politie. Om het management en de politie de gelegenheid te geven om de zaak verder uit te zoeken wordt de leerling (dader) voor één week geschorst. De mogelijke uitkomsten zijn: voorwaardelijke handhaving, in geval van niet volledig toerekenbare schuld;
Pagina 10 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
directe definitieve verwijdering, bij volledig toerekenbare schuld.
16. Diefstal Definitie: Enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegnemen met het oogmerk het wederrechtelijk toe te eigenen. Maatregelen De Nieuwe Veste: Indien het een eerste constatering betreft dan wordt de situatie ingeschat en daarmee de keuze bepaald om al dan niet de politie in te schakelen. Indien er sprake is van diefstal met geweld, afpersing, bedreiging of handel- en heling of als het een tweede constatering betreft wordt de politie in kennis gesteld. Indien de school de situatie zelf afhandelt: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt bemiddeld in teruggave of schadevergoeding voor het gestolen goed; wordt een passende straf opgelegd aan de dader; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. Indien de situatie niet door de school wordt afgehandeld: stelt de leerlingcoördinator de ouders/verzorgers van zowel dader als slachtoffer op de hoogte; wordt het slachtoffer door de leerlingcoördinator ondersteund en gestimuleerd om zelf aangifte te doen of wordt de politie door de leerlingcoördinator in kennis gesteld; wordt alle relevante informatie rond feiten en personen door de school aan de politie doorgegeven; wordt door de leerlingcoördinator melding gemaakt van het grensoverschrijdende gedrag in het dossier van de leerling. maakt de politie zonodig proces-verbaal op tegen de verdachte; vindt verwijzing van de verdachte naar bureau HALT plaats indien aan de criteria wordt voldaan; wordt door de politie bemiddeld in teruggave of schadevergoeding voor het gestolen goed. Sancties De Nieuwe Veste: 1. Indien het een eerste constatering betreft krijgt de leerling een waarschuwing. 2. Indien het een tweede constatering betreft wordt de leerling voor één week geschorst. 3. Indien het een derde constatering betreft wordt de leerling definitief verwijderd. 17. Seksuele intimidatie De Nieuwe Veste heeft een gedragscode (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld opgesteld en beschikt over een procedure (seksuele) intimidatie. De school treft maatregelen om ongewenst intimiteiten binnen de school te voorkomen en er zo nodig passend op te reageren. Een ieder die kennis neemt van seksuele intimidatie kan daarover een klacht indienen bij de aangewezen vertrouwenspersoon, het Centraal Management Team en/of het bevoegd gezag. Behandeling van de klacht vindt plaats volgens de in regeling seksuele intimidatie beschreven procedure (107.02.00-PRO). Binnen de school wordt bekendheid gegeven aan deze procedure. Anonieme klachten worden, behoudens bijzondere omstandigheden, niet in behandeling genomen. Wanneer er sprake is van seksuele intimidatie vindt in eerste instantie overleg plaats met de vertrouwenspersoon. In alle gevallen worden de ouders van het slachtoffer en, indien er sprake is van een leerling, de ouders van de dader op de hoogte gesteld.
Pagina 11 van 12
107.02.00-BEL
Beleid
Algemeen
Veiligheidsplan leerlingen
Versie: 1.0 Datum MR: 28-03-07
Het indienen van een klacht bij de vertrouwenspersoon, het Centraal Management Team en/of het College van Bestuur laat onverlet de mogelijkheid tot en de verantwoordelijkheid voor het ter zake doen van aangifte bij justitie of politie. Wanneer het slachtoffer officieel een klacht indient bij de politie kan deze de procedure in gang zetten. Deze procedure gaat via de politie, het openbaar ministerie en de rechtbank. Sancties De Nieuwe Veste: Om het management en/of de politie de gelegenheid te geven om de zaak verder uit te zoeken wordt de leerling (dader) voor één week geschorst. De mogelijke uitkomsten zijn: voorwaardelijke handhaving, in geval van niet volledig toerekenbare schuld; directe definitieve verwijdering, bij volledig toerekenbare schuld. Opvang en nazorg slachtoffer (zeden)misdrijf: Het is een traumatische gebeurtenis als een leerling het slachtoffer wordt van een (zeden)misdrijf. Dit geldt niet alleen voor het slachtoffer maar ook voor vrienden en vriendinnen en de klas waarin het slachtoffer zit. Adviezen voor opvang en nazorg: wijs binnen de school een beperkt aantal personen aan die de klas kunnen opvangen (schoolmaatschappelijk werk ondersteund door twee of drie docenten) en neem tijd voor de opvang; pleeg eerst overleg met de familie over wat er verteld kan worden in de klas, ook met het oog op de terugkeer van het slachtoffer in de klas; mocht er een politie onderzoek gaande zijn, pleeg dan ook overleg met de politie (ook in het kader van het eventueel horen van klasgenoten). Het slachtoffer moet uitgangspunt zijn bij alle acties en maatregelen. 18. Ongewenst bezoek in en rond de school Definitie: De school kan te maken krijgen met ongewenst bezoek in en rond de school. Het kan gaan om jongeren uit de buurt of leerlingen van andere scholen die problemen veroorzaken, of ouders die verhaal komen halen bij een personeelslid. Ongewenst bezoek wordt vaak als onprettig en bedreigend ervaren en heeft een negatief effect op het veiligheidsgevoel in en rond de school. Maatregelen De Nieuwe Veste: Ongewenst bezoek in en rond de school, kan door conciërge, docenten en directieleden weggestuurd en gewaarschuwd worden. Bij herhaling zal de school de politie bellen en riskeert men een bekeuring. Wanneer de problemen aanhouden kan de school een schriftelijk toegangsverbod uitreiken. Indien de persoon of personen in kwestie ondanks deze waarschuwing toch terugkomen dan heeft elke burger in Nederland het recht om een verdachte op heterdaad aan te houden. Schoolmedewerkers kunnen dit recht dus gebruiken om jongeren, ouders of andere personen aan te pakken als zij ondanks waarschuwingen toch zonder toestemming de school of het schoolterrein betreden. De school kan dan de persoon in kwestie vasthouden en de politie bellen.
Pagina 12 van 12