Veiligheidsplan 2013 - 2017
Integraal veiligheidsbeleid gemeente Vlagtwedde
Vastgesteld op
Versie 6 november 2012
Inhoudsopgave 1.0 Inleiding ............................................................................................................................................. 2 2.0 Zorg en veiligheid .............................................................................................................................. 4 2.1 Centrum voor Jeugd, Gezin en Veiligheid ......................................................................................... 4 2.2 De Wet maatschappelijke ondersteuning......................................................................................... 5 2.3 Het veiligheidshuis ............................................................................................................................ 6 2.4 Begeleid wonen................................................................................................................................. 6 3.0 Veilige woon- en leefomgeving ......................................................................................................... 8 3.1 Schoon, heel en veilig........................................................................................................................ 8 3.2 Veilige woonomgeving ...................................................................................................................... 8 3.3 Stadswachten .................................................................................................................................... 9 3.4 Prostitutiebeleid................................................................................................................................ 9 3.5 Verkeersveiligheid ............................................................................................................................. 9 3.6 Openbare verlichting....................................................................................................................... 11 3.7 Geweld op straat ............................................................................................................................. 11 3.8 Overlast en vandalisme .................................................................................................................. 12 3.9 Nazorg ex- gedetineerden............................................................................................................... 13 3.10 Drugsbeleid.................................................................................................................................... 14 3.11 Huiselijk geweld............................................................................................................................. 14 4.0 Jeugd en veiligheid .......................................................................................................................... 16 4.1 Veilige school................................................................................................................................... 16 4.2 Jeugd en Alcohol.............................................................................................................................. 16 4.3 Sluitende aanpak jongeren.............................................................................................................. 17 4.4 Weerbaarheidsproject .................................................................................................................... 17 4.5 Bureau Halt...................................................................................................................................... 18 4.6 Jeugdgroepen .................................................................................................................................. 19 4.7 Preventieproject PI Ter Apel ........................................................................................................... 19 5.0 Fysieke veiligheid............................................................................................................................. 20 5.1 Integraal handhavingsbeleid ........................................................................................................... 20 5.2 Toerisme.......................................................................................................................................... 21 5.3 Brandweerzorg ................................................................................................................................ 21 5.4 Rampenbestrijding en crisismanagement....................................................................................... 22 5.5 Externe veiligheid ............................................................................................................................ 23 6.0 Bedrijvigheid en veiligheid ............................................................................................................. 23 6.1 Keurmerk veilig ondernemen (KVO) ............................................................................................... 23 6.2 Convenant Veilig Uitgaan ................................................................................................................ 24 6.3 Evenementen .................................................................................................................................. 25 7.0 Integriteit en veiligheid ................................................................................................................... 27 7.1 Bestuurlijke integriteit..................................................................................................................... 27 7.2 Polarisatie en Radicalisering............................................................................................................ 27 7.3 Wet BIBOB ...................................................................................................................................... 28 7.4 RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum)......................................................................... 28 7.5 Regionaal ketenaanpak mensenhandel .......................................................................................... 29 8.0 Uitvoeringsprogramma .................................................................................................................. 30 9.0 Financiële paragraaf ........................................................................................................................ 37 Bijlage 1: Lijst met afkortingen.............................................................................................................. 38 Bijlage 2: Ketenpartners ........................................................................................................................ 39
1
1.0 Inleiding Deze inleiding geeft een omschrijving van veiligheid, integrale veiligheid, de veiligheidsketen en het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente Vlagtwedde. Wat is veiligheid? Veiligheid is het aanwezig zijn van een zekere mate van orde en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute en dreigende aantastingen. Onveiligheid is te omschrijven als alles wat hier inbreuk op maakt. Die inbreuken kunnen feitelijke aantastingen betreffen, maar ook gevoelens van onveiligheid. Veiligheid is een breed begrip. Een manier om het hanteerbaar te maken en het tegelijk af te bakenen, is door te werken met veiligheidsvelden. De methode Kernbeleid Veiligheid onderscheidt vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Dit integraal veiligheidsbeleid is opgezet op basis van de veiligheidsvelden uit Kernbeleid Veiligheid. Wat is integrale veiligheid? Integrale veiligheid probeert alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waarbij alle betrokkenen gezamenlijk proberen te komen tot een veiligere samenleving. Het is zaak dat alle schakels van de veiligheidsketen goed op elkaar aansluiten en dat er een goede systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid. De veiligheidsketen De vijf schakels van de veiligheidsketen zijn: Pro-actie: het structureel voorkomen van onveiligheid, veelal in het kader van lange termijnplanning. Preventie: het in een gegeven (potentieel onveilige) situatie treffen van maatregelen die effect hebben op de directe oorzaken van onveiligheid en /of op het verminderen van de gevolgen er van. Preparatie: de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid: te denken valt aan het opstellen van rampenplannen en het organiseren van oefeningen. Deze fase is vooral voor brandweer- en rampenhulpverlening en in mindere mate voor criminaliteit en overlast van belang. Repressie: de bestrijding van onveiligheid en de hulpverlening in acute noodsituaties door daadwerkelijk inzet van politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten. Nazorg: alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar normale verhoudingen. Hierbij is zowel aandacht voor opvangen en begeleiding van slachtoffers, als voor opsporing, vervolging en/of begeleiding van daders. Wat is het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente Vlagtwedde? Het integrale veiligheidsbeleid richt zich op het systematisch en samenhangend werken aan behoud of verbeteren van alle facetten van veiligheid. Criminaliteit en veiligheid zoeken de weg van de minste weerstand. Hoe beter de gemeente haar veiligheidsbeleid inricht, hoe groter de kans is dat de gemeente veiliger wordt en er minder criminaliteit plaatsvindt. Dit vergroot het veiligheidsgevoel van de inwoners en daardoor ook de leefbaarheid. Het lokale bestuur heeft de coördinatie, de regie en de sturende rol. Op een goede manier invulling geven aan dit beleid betekent dat de gemeente steeds opnieuw de veiligheid in de gemeente meet en waar nodig verbetert. Door het uitvoeringsprogramma van dit beleid jaarlijks bij te werken ontstaat er een upto-date beleidsstuk. Dit veiligheidsplan is tot stand gekomen in samenwerking met beleidsvelden, ketenpartners en inwoners van de gemeente Vlagtwedde. De mening van de inwoners is gehaald uit de veiligheidsmonitor 2011. In totaal hebben 266 inwoners deelgenomen aan de veiligheidsmonitor. Andere informatie is gehaald uit het Lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld van de basiseenheid Stadskanaal en het Regionaal beleidsplan 2013-2014 Noord Nederland.
2
Enkele andere veel gebruikte veiligheidstermen, die onderdeel zijn van het integrale veiligheidsbeleid, zijn: Objectieve veiligheid: feitelijke, cijfermatige gegevens. Subjectieve veiligheid: de beleving van de bewoners van veiligheid in hun leefomgeving Sociale veiligheid: de veiligheid zover deze afhankelijk is van intermenselijke verhoudingen Fysieke veiligheid: fysieke veiligheid is veiligheid in verband met de fysieke omgeving van bewoners. Het gaat om de veiligheidsrisico’s van gebouwen, gevaarlijke stoffen, natuur en verkeer. Externe veiligheid: externe veiligheid is een onderdeel van fysieke veiligheid. Het gaat hierbij om de veiligheidsrisico’s voor de omgeving in verband met opslag, bewerking en transport van gevaarlijke stoffen.
3
2.0 Zorg en veiligheid Veiligheid gaat vaak gepaard met zorg. Door bepaalde vormen van zorg worden de veiligheid en de veiligheidsgevoelens van de inwoners uit de gemeente Vlagtwedde vergroot. Om dit verband duidelijk te maken wordt in dit hoofdstuk het centrum voor jeugd, gezin en veiligheid (hierna: het CJGV), de dwarsverbanden met de wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: de WMO), de woonbegeleiding voor jongeren en het veiligheidshuis besproken.
2.1 Centrum voor Jeugd, Gezin en Veiligheid Vanuit het Ministerie voor jeugd en gezin zijn gemeenten verplicht sinds eind 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin (hierna: CJG) te realiseren, dat ondersteuning biedt bij het opgroeien en de opvoeding van jongeren. Het is de bedoeling dat het gaat om een laagdrempelig centrum waar jongeren tot 23 jaar en hun ouders terecht kunnen voor informatie en advies. De gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde zijn per 1 januari 2009 gestart met de pilot CJGV, (bestaande uit het CJG en het Meldpunt Veiligheid en Zorg, hierna: het Meldpunt) en wordt gefinancierd uit de rijksbijdrage voor ontwikkeling van CJG’s. Onderleiding van een projectleider is de front office (balie en telefonische meldpunten CJG en het Meldpunt, dat 24 uur per dag, 7 dagen in de week te bereiken) per 1 maart 2009 operationeel en bemand. De lokale zorgnetwerken en zorgoverleggen staan onder leiding/ coördinatie van de projectleider van het CJGV en zijn opgenomen in de back office -structuur waar alle instellingen onder coördinatie van de projectleider samenwerken aan één persoon/gezin één plan. Daarnaast is in het kader van de “V” van CJGV, het OGGZ-netwerk aan de structuur gekoppeld. In het OGGZ – netwerk hebben de hulpverleners vanuit verschillende hulpverlenende instanties, de politie en wooncorporatie maandelijks een casusoverleg. De invoering van Verwijsindex probleemjongeren speelt een belangrijke rol als meld- en signaleringstool voor de instellingen in onze regio die met kinderen en jongeren werken. In maandelijks casusoverleg onderleiding van de projectleider van het CJGV, worden ook projecten opgepakt waarin zorg een grote rol speelt, zoals de meerplegers, woonoverlast, middelen gebruik e.d. Zie hoofdstuk 3 voor de uitwerking van deze projecten. Er bestaat een grote overlap in de aard en werkzaamheden tussen het CJG en het Meldpunt Veiligheid en Zorg. Het is dan ook een goede zaak dat beiden onder één telefoonnummer te bereiken zijn en in de gemeente Vlagtwedde zijn geïntegreerd tot CJGV. De problematiek die het CJG de afgelopen periode behandelde waren o.a. opvoedingsproblematiek, echtscheiding, verwaarlozing, vastzittende hulpverleningstrajecten of overlast en multiprobleem gezinnen. Doorverwijzingen hebben plaatsgevonden naar Bureau Jeugdzorg (hierna: BJZ), Algemeen Maatschappelijk Werk (hierna: AMW), Lichtpedagogische hulp (hierna: LPH), Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (hierna: AMK), Jongerenwerk e.d. De casus wordt na behandeling via CJG gevolgd in een netwerk of via een zorgoverleg. De Netwerken jeugd voor de gemeente Vlagtwedde zijn per 1 januari 2011 opgegaan in de Verwijsindex: Zorg voor Jeugd Groningen. Het Meldpunt Veiligheid en Zorg De problematiek die het Meldpunt in de afgelopen periode behandelde waren burenproblematiek, overlast/zorg, geluidsoverlast, huiselijk geweld, vernielingen, psychische/verslavingsproblematiek. Doorverwijzingen hebben plaatsgevonden naar VNN, AMK, Lentis, Ouderenwerk, AMW, teams werk en inkomen en Schuldhulpverlening. Na behandeling in het Meldpunt wordt de casus gevolgd in het (OGGz-)netwerk of via een zorgoverleg. Discriminatie meldpunt Op 28 juli 2009 is de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen in werking getreden. Door deze wettelijke regeling is de verplichting voor gemeenten ontstaan, om toegang te verlenen aan burgers tot een antidiscriminatievoorziening. De gemeente Vlagtwedde heeft besloten om samen te werken met het Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG). In de praktijk betekent dit dat inwoners van Vlagtwedde via de front
4
office van het CJGV rechtstreeks naar het DMG worden doorverwezen. Zij dragen zorg voor de wettelijk verplichte behandeling- en registratie van discriminatie gerelateerde klachten. Doelstelling: Het CJGV moet een laagdrempelige instelling worden waar iedereen, van jong tot oud, terecht kan met zijn of haar problemen. Daar waar nodig, wordt er ten aanzien van één gezin of persoon, één plan van aanpak opgesteld onder de regie van het CJGV met de deelnemende partijen om een duidelijk en doelgericht hulpverleningstraject te kunnen doorlopen. Activiteiten: Het CJGV wordt voortgezet en waar nodig bijgesteld aan de wensen en behoeften.
2.2 De Wet maatschappelijke ondersteuning Om duidelijk te maken dat integraliteit in veiligheid belangrijk is en dat zorg daarbij een belangrijk onderdeel vormt, is dit hoofdstuk ter informatie in het veiligheidsplan opgenomen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo) is per 1 januari 2007 inwerking getreden. De Wmo vervangt (gedeeltelijk) de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten en delen van de Algemene wet bijzondere ziektekosten. Participatie in de samenleving is het maatschappelijke doel van de Wmo. De gemeente heeft hierbij als taak om beperkingen die deze deelname in de weg staan, te compenseren. De Wmo e is opgedeeld in 10 prestatievelden, waarvan 9 zijn vastgesteld door de Wmo en een 10 door de gemeente zelf. Het gaat om de volgende prestatievelden: 1. 2. 3. 4. 5.
Sociale samenhang en leefbaarheid, Preventieve ondersteuning jeugdigen en hun ouders, Informatie en advies, Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers, Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren van mensen met beperkingen, 6. Voorzieningen voor mensen met beperkingen, 7. Maatschappelijke opvang, 8. Openbare Geestelijke Gezondheidszorg 9. Verslavingszorg, 10. Aangepast wonen en wonen met zorg. De gemeente maakt eens per 4 jaar nieuw beleid inzake de Wmo, wat per prestatieveld wordt geformuleerd. De Wmo heeft veel dwarsverbanden met andere beleidsterreinen, waarvan de belangrijksten zijn: werk en inkomen, veiligheid, gezondheid, volkshuisvesting, integratie en sport. Het huidige beleid is vastgelegd in het Beleidsplan Wmo 2008 – 2011 ‘Jong én oud: samen sterk in Vlagtwedde’. Momenteel wordt, samen met de gemeente Stadskanaal, hard gewekt aan een nieuwe beleidsnota WMO. De relatie met veiligheid komt tot uitdrukking in de prestatievelden 1, 2, 7 en 10. Bij deze prestatievelden wordt kort stilgestaan. 1 Sociale samenhang en leefbaarheid De sociale samenhang en de leefbaarheid in onze gemeente is een randvoorwaarde voor mensen om zo goed mogelijk mee te kunnen doen in de samenleving. Als mensen actief betrokken zijn bij elkaar en bij hun leefomgeving, dan zullen zij minder snel een beroep doen op ondersteuning en zorg. De gemeente wil de sociale samenhang bevorderen en de leefbaarheid van de wijken, buurten en dorpen versterken door onder andere actief in te zetten op de uitvoering van wijkaanpak. Het gevoel, de beleving, van (sociale)veiligheid is hierbij een belangrijk thema. Dit wordt gemeten aan de hand van de veiligheidsmonitor. De gemeente wil onder andere, via wijkgericht werken, de veiligheid versterken. De gemeente maakt afspraken met de wooncorporatie, de politie en andere ketenpartners over overlastproblematiek. 2. Preventieve ondersteuning jeugdigen en hun ouders Er wordt door de gemeente ingezet op het voorkomen van problemen bij het opgroeien en opvoeden van jeugdigen uit onze gemeente. De focus ligt de komende jaren op de doelgroep jongeren die problemen hebben met het zelfstandig wonen. Om dit te bereiken is er een goed netwerk van voorzieningen vereist en moeten de
5
problemen bij de jeugd vroegtijdig worden gesignaleerd. Met het jeugdbeleid wordt aangesloten bij de landelijke ontwikkelingen, zoals de vorming van de Centra voor Jeugd en Gezin. 7. Maatschappelijke opvang en 8. Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) en Verslavingszorg Bij maatschappelijke opvang gaat het om mensen die al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. Het kenmerk van mensen die hulp nodig hebben via de OGGZ, is dat zij meerdere problemen hebben. Hierdoor moet de hulp aan deze personen in afstemming met veel hulpverlenende instellingen worden georganiseerd. 10. Aangepast wonen en wonen met zorg Dit prestatieveld is niet opgenomen in de Wmo maar door de gemeente zelf toegevoegd. De reden hiervoor is dat op zowel landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau het beleid voor wonen en zorg uit verschillende sectoren komt. Het verschillende beleid is van invloed op elkaar. Voor de veiligheid is het van belang dat geplande activiteiten op elkaar worden afgestemd en opgenomen in de planvorming zodat dit “goed kan landen” in de samenleving. Het betreft hier de onderwerpen: - beschermd wonen voor mensen met verslavingsproblematiek en / of psychische stoornissen, - het realiseren van maatschappelijke opvang in de regio wordt opgepakt in relatie met het onderzoek naar begeleid wonen.
2.3 Het veiligheidshuis In de provincie Groningen is al jarenlang sprake van een constructieve samenwerking tussen justitieinstellingen, gemeentelijke- en maatschappelijke organisaties om de veiligheid in de provincie te verbeteren. Vanaf 7 november 2008 is het Veiligheidshuis Groningen opgericht om met de ketenpartners nauwer samen te werken vanuit één fysiek gebouw. Op deze manier komt alle informatie over zaken en personen en hun omstandigheden bij elkaar en worden zaken effectiever en efficiënter uitgevoerd. Er wordt onder andere samengewerkt om recidive (herhaling van strafbaar gedrag) terug te dringen door een persoonsgerichte aanpak rondom de (jeugdige) plegers en de slachtoffers van criminele activiteiten. Sommige situaties lenen zich goed voor een persoonsgerichte aanpak, andere zijn geschikter voor een gebiedsgerichte aanpak, zoals bij overlastgevende en criminele jeugdgroepen in buurten. In veiligheidshuizen vindt overdracht plaats van persoonsgebonden informatie tussen de verschillende betrokken organisaties. In het casusoverleg wisselen de partners informatie uit over verdachten en andere personen die besproken worden. Afspraken over het uitwisselen van informatie worden vastgelegd in een protocol. Voor een effectieve aanpak van problemen is het noodzakelijk dat de CJG’s en de Veiligheidshuizen verbinding hebben en informatie kunnen uitwisselen. Een CJG opereert preventief en signalerend en doet dit op het terrein van de jeugdzorg. Het veiligheidshuis opereert signalerend, preventief, bestuursrechtelijk en strafrechtelijk. Het CJGV van de gemeente Vlagtwedde heeft goede contacten met het veiligheidshuis en daardoor sluiten de werkzaamheden van het veiligheidshuis en het CJGV goed op elkaar aan en kunnen zij elkaar versterken. Een belangrijk verschil is evenwel dat het CJGV in tegenstelling tot het veiligheidshuis een ‘inloopfunctie’ vervult waar burgers terecht moeten kunnen.
2.4 Begeleid wonen Ambulante Woon Begeleiding (AWB) is individuele, ambulante begeleiding van jongeren op het gebied van zelfstandig wonen en functioneren. De begeleiding is gericht op het vergroten van de (sociale) competentie op het gebied van de psychosociale en praktische zelfredzaamheid. Technieken die worden gebruikt zijn: feedback, gedragsinstructie, model staan en gedragsoefening. Sinds 1 mei 2008 is er in de gemeente Vlagtwedde een pilot 4-uurs begeleid wonen voor jongeren. Dit project is per 1 januari 2011 overgedragen aan de Stichting Rzijn. De pilot eindigt op 31 december 2012. Rzijn huurt 4 appartementen van Acantus waar jongeren tussen de 18 en de 23 jaar uit de gemeente Vlagtwedde wonen onder begeleiding. Deze jongeren kunnen vaak niet meer thuis wonen, maar zijn nog niet in staat om zelfstandig te wonen door bepaalde problemen die spelen. Gedurende 12 maanden worden ze gemiddeld 4 uur in de week begeleid, waarbij de begeleiders methodische uitgangspunten hanteren die zijn
6
gebaseerd op de volgende principes: doelduidelijkheid (wederzijdse verwachtingen), doelacceptatie (motivatie), eigen verantwoordelijkheid en wederzijds vertrouwen. De doelen zijn gericht op het persoonlijk functioneren van de jongere, de school/werksituatie, de vrijetijdssituatie en op praktische vaardigheden (denk daarbij aan zinvolle vrijetijdsbesteding en een adequaat financieel en administratief beheer). Als na 12 maanden begeleiding blijkt dat een jongere zelfstandig kan wonen, wordt deze gehuisvest door Acantus. Doelstelling: Jongeren stromen succesvol uit en kunnen zelfstandig wonen. Activiteiten: Er wordt getracht de pilot 4 uurs begeleid wonen met ingang van 2013 structureel voort te zetten.
7
3.0 Veilige woon- en leefomgeving Een veilige woonomgeving is erg belangrijk voor de inwoners van de gemeente Vlagtwedde. Ook inzake het veiligheidsgevoel. Thuis moet men zich veilig voelen, maar ook in de wijk of onderweg naar het werk. Vele aspecten dragen eraan bij dat mensen zich onveilig voelen, denk bijvoorbeeld aan inbraken, auto’s die door de straat scheuren, lantaarnpalen die kapot zijn of overlast van andere buurtbewoners. In dit hoofdstuk is beschreven hoe de inwoner van de gemeente Vlagtwedde zich gemiddeld voelt en hoe deze de woonwijk beoordeelt. Ook wordt er in dit hoofdstuk weergegeven wat de gemeente in samenwerking met andere partijen doet om deze gevoelens en belevingen van inwoners te verbeteren/vergroten.
3.1 Schoon, heel en veilig Leefbaarheid is te beschouwen als de basisbehoefte om veilig en prettig te wonen en om vanuit huis, straat en buurt verdere activiteiten te ontplooien. Basisprincipes die bij de leefbaarheid van een wijk horen zijn onder andere schoon, heel en veilig. Alle drie de onderwerpen hebben invloed op elkaar en zijn van grote invloed op de leefbaarheid in de wijk. Burgers hebben zelf een verantwoordelijkheid om hier aan bij te dragen. Vanuit de Wmo en het lokaal sociaal beleid wordt een zorgzame samenleving (civil society) beoogd. Dit wil zeggen dat inwoners niet alleen verantwoordelijk zijn voor zichzelf maar ook voor elkaar en de omgeving. In de veiligheidsmonitor 2009 is de inwoners van Vlagtwedde gevraagd naar een cijfer voor de woonomgeving en leefbaarheid. Gemiddeld kennen de inwoners een 7,6 toe aan de woonomgeving en een 7,4 aan de leefbaarheid. Doelstelling: In 2015 is de waardering voor de woonomgeving en de leefbaarheid gelijk of gestegen. Activiteiten: Er wordt uitvoering gegeven aan de aanpak woninginbraken. Er wordt geïnvesteerd in jeugdgroepen. De aanpak van overige vermogensdelicten is een prioriteit voor 2013 Er wordt een vervolg gegeven aan de aanpak winkeldiefstallen. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. - Er is een meldpunt om gebreken te melden. - Zwerfvuil wordt tegengegaan. - De afspraken uit het masterplan worden opgevolgd. - Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA,
3.2 Veilige woonomgeving Zoals genoemd draagt de leefbaarheid van de wijk bij aan de veiligheid en de veiligheidsgevoelens van de inwoners. In de veiligheidsmonitor geven de inwoners van Vlagtwedde gemiddeld een 7,6 aan hun woonomgeving. De veiligheid in eigen buurt geeft men echter een 6,9. De buurtagenten maken regelmatig wijkscans waarin wordt weergegeven welke structurele problematiek zich afspeelt, die door overleg met partners op het meest geschikte niveau wordt opgepakt (zie ook CJGV). Als er sprake is van een urgent of hardnekkig overlast probleem, kan door de politie tijdelijk het flexteam worden ingezet. Dit team dient als extra capaciteit voor gebiedsgebonden politiewerk. Ook de bewoners van het opvangcentrum hebben recht op een veilige woonomgeving. Hiervoor zijn afspraken gemaakt in het masterplan. Ook is er een ketenbrede werkgroep die structureel bij elkaar komt om problematiek gerelateerd aan het opvangcentrum adequaat aan te pakken. Doelstelling: In 2015 geven de inwoners van Vlagtwedde minimaal een 7,6 aan hun woonomgeving en gemiddeld een 7 aan de veiligheid in de buurt. Activiteiten: Er wordt uitvoering gegeven aan de aanpak woninginbraken. Er wordt geïnvesteerd in jeugdgroepen.
8
-
De aanpak van overige vermogensdelicten is een prioriteit voor 2013 Er wordt een vervolg gegeven aan de aanpak winkeldiefstallen. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. Stadswachten worden in overleg met de politie ingezet. De activiteiten voor verkeersveiligheid worden voortgezet. De afspraken uit het masterplan worden opgevolgd. Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake COA.
3.3 Stadswachten Ter ondersteuning van de buurtagenten en om het veiligheidsgevoel van de inwoners van de gemeente Vlagtwedde te vergroten worden stadswachten ingehuurd. In 2011 voelde 25% van de ondervraagde inwoners uit de gemeente Vlagtwedde zich wel eens onveilig en 2% voelde zich vaak onveilig zo blijkt uit de veiligheidsmonitor. Door het extra toezicht van de stadswacht op straat wordt het algemene veiligheidsgevoel vergroot. Doelstelling: In 2013 is het aantal inwoners dat zich wel eens onveilig voelt gedaald naar 20 %, ten opzichte van 2011. Activiteiten: - In overleg met de politie worden de stadswachten efficiënt ingezet.
3.4 Prostitutiebeleid De gemeente Vlagtwedde heeft het prostitutiebeleid opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). Hierin staat dat zich, onder een aantal voorwaarden, één prostitutiebedrijven mag vestigen. Tot op heden zijn er nog geen aanvragen geweest voor het exploiteren van een prostitutiebedrijf. Doelstelling: In de gemeente Vlagtwedde zijn geen illegale prostitutiebedrijven. Activiteiten: Het prostitutiebeleid ongewijzigd voortzetten.
3.5 Verkeersveiligheid De wegbeheerder is aansprakelijk voor de ontstane schade als de weg, inclusief de openbare verlichting, niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert. De verkeersveiligheid is een taak van de gezamenlijke wegbeheerders en de politie. De verkeersveiligheid kan op 4 manieren worden verbeterd: 1) Voorlichting (Education) 2) Veiligere voertuigen (Engineering) 3) Veiligere omgeving (Environment) 4) Handhaving (Enforcement) 1) Voorlichting (Education) De gemeente Vlagtwedde heeft een Verkeerseducatieplan. In dit plan zijn de maatregelen op gebied van voorlichting opgenomen welke jaarlijks in de gemeente plaatsvinden. Het verkeerseducatieplan is een dynamisch plan dat steeds jaarlijks opnieuw wordt bezien en herijkt. Hierover vindt nauw overleg plaats met belangenverenigingen als de VVN afdeling Vlagtwedde en de scholen, maar bijvoorbeeld ook met de provincie.
9
2) Veiligere voertuigen (Engineering) De bewaking van de veiligheid van voertuigen is een taak van politie en de landelijke en Europese overheid. Ook vervullen (auto)fabrikanten bij dit aspect een voortrekkersrol. De rol van de gemeente is vrij beperkt. Wel heeft de gemeente een belangrijke rol bij het toelaten van bijzondere en brede/hoge voertuigen op haar wegen, waarvoor een ontheffing nodig is. 3) Veiligere omgeving (Environment) De gemeente Vlagtwedde vindt een verkeersveilige omgeving belangrijk. Daarom zijn diverse reconstructies en herinrichtingen van wegen en/of kruispunten in voorbereiding of uitvoering. Hierbij worden opmerkingen van burgers, scholen e.d. over de verkeersveiligheid als input gebruikt. In het kader van het opstellen van een Verkeers– en Vervoersplan wordt gewerkt aan een plan voor de weginrichting (maximumsnelheden) en belijning. Doel van dit plan is om te komen tot een zo eenduidig mogelijke weginrichting en zo de veiligheid op de weg te vergroten. Vertrekpunt voor dit plan zijn de landelijke richtlijnen voor het inrichten van wegen zoals samengevat in het programma Duurzaam Veilig, het landelijke en provinciale Verkeers– en Vervoersbeleid zoals samengevat in de Nota Mobiliteit en het Provinciaal Omgevingsplan (POP). 4) Handhaving (Enforcement) Op provinciaal niveau worden de speerpunten voor de politie en de verkeersveiligheid bepaald, welke leidend zijn voor de inzet van de lokale politie. Het gaat hier om de volgende speerpunten: • Verbeteren van de verkeersveiligheid op kruispunten en wegvakken (“black spots”) • De aanpak van gevaarlijke routes en wegvakken in de provincie: infrastructuur, educatie en handhaving • Het verminderen van betrokkenheid van 16,5 – 24 jarige beginnende (auto)bestuurders bij ongevallen • Het terugdringen van het aantal eenzijdige ongevallen • Het blijven inzetten op permanente verkeerseducatie • Het versterken van de verkeershandhaving • Veiligheid van vracht- en bestelverkeer • Duidelijkheid voor weggebruikers over wat er van hun wordt verwacht Naast deze speerpunten zijn er voor 2011 – 2020 nog 4 extra speerpunten benoemd voor het maatregelenpakket verkeersveiligheid: • Extra aandacht voor verkeersveiligheidsmaatregelen bij wegwerkzaamheden en omleidingsroutes • Extra aandacht voor verkeersveiligheid van de groeiende groep oudere verkeersdeelnemers • Subjectieve verkeersonveiligheid: landbouwverkeer, schoolomgevingen, woonwijken • Aanpak verkeersveiligheid (brom)fietsverkeer
Ontwikkeling ongevallen Vlagtwedde 2002 - 2010 200
Aantal Ongevallen
180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Jaar
*zwarte lijn: de trendlijn
10
Van alle buurtproblemen scoort ‘verkeersoverlast’ het hoogst aldus de Veiligheidsmonitor. Voor de gemeente Vlagtwedde ligt de score op een 3,4. Landelijk ligt de score voor verkeersoverlast op een 3,8 en provinciaal op een 3,5. Doelstellingen: (de landelijke doelstellingen uit de Nota Mobiliteit worden gevolgd) In 2020 is het aantal letselongevallen gedaald met 15% ten opzichte van 2002. In 2020 is het aantal dodelijke slachtoffers gedaald met 45% ten opzichte 2002 Activiteiten: - Uitvoering geven aan het verkeerseducatieplan 2011. - Opstellen van een verkeers- en vervoersplan. - Reconstructie op- en afritten N366 Nulweg, Jipsingboermussel/Ter Apelkanaal, Westerstraat. - Aanpak verkeersonveilige kruisingen. - Diverse reconstructies, o.a. Hoofdstraat, Parallelweg Ter Apelervenen, Centrum Ter Apel, Willem Lodewijckstraat. - Reconstructie Nederveen Cappelstraat m.b.t. inrichting veilige schoolomgevingen (3 scholen + 1 kinderdagverblijf). - De verkeersveiligheid in de omgeving van andere scholen onderzoeken. - De schoolomgeving bij OBS De Clockeslagh veilig inrichten.
3.6 Openbare verlichting De vereisten voor de openbare verlichting zijn niet wettelijk vastgelegd en dus niet verplicht. De gemeente Vlagtwedde heeft er voor gekozen de wegen wel te verlichten, dus moet er in principe worden voldaan aan de aanbevelingen voor openbare verlichting door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Als de gemeente het beleidsmatig heeft vastgelegd, dan mag de wegbeheerder van deze aanbevelingen afwijken. De gemeente Vlagtwedde heeft de openbare verlichting vastgelegd in het beleidsplan voor de openbare verlichting. De openbare verlichting is er als aspect van verkeersveiligheid om de fysieke veiligheid te verbeteren, maar zeker ook om de sociale veiligheid te vergroten. Uit de Veiligheidsmonitor 2011 blijkt dat 59% tevreden is over de straatverlichting. Doelstelling: Donker waar het kan, verlichten waar nodig voor de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid Activiteiten: Defecte verlichting verhelpen. In stand houden en verbeteren van meldpunten, zowel telefonisch als elektronisch. Investeren in duurzame verlichting, met als doel betere verlichting en besparing op energie en onderhoud.
3.7 Geweld op straat Geweldsdelicten en aantastingen van de lichamelijke integriteit zijn onaanvaardbaar. De delicten die door de politie hieronder worden gerekend zijn: bedreiging, mishandeling, openlijke geweldpleging, huiselijk geweld (zie hoofdstuk huiselijk geweld), eer gerelateerde geweld, straatroven en overvallen. Uit de veiligheidsmonitor 2011 blijkt dat 4 % van de ondervraagde inwoners uit de gemeente Vlagtwedde aangeeft slachtoffer te zijn geworden van één of meer geweldsdelicten. Tevens werd in de veiligheidsmonitor aangegeven dat bijna de helft (48%) van de slachtoffers van geweldsdelicten de dader bleek te kennen. De politie is bezig met het verbeteren van de aangifte en het meldingsproces, wat bijdraagt aan het vergroten van de pakkans. Door de basiseenheid Stadskanaal wordt voorrang gegeven aan de aanpak van geweldsdelicten. Ook is, zoals te lezen in hoofdstuk 6.2, er een convenant veilig uitgaan afgesloten om de veiligheid in en rond de uitgaansgelegenheden te vergroten. Geweldpleging gaat soms tot regelmatig samen met alcohol ge/misbruik, dus ook het convenant draagt bij aan de strijd tegen geweld op straat.
11
Doelstelling: In 2013 is het aantal slachtoffers van een delict waarbij geweld is gepleegd gelijk gebleven of gedaald. Activiteiten: De activiteiten uit het convenant veilig uitgaan worden voortgezet. Nieuwe horecabedrijven worden benaderd om deel te nemen aan het convenant. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013.
3.8 Overlast en vandalisme Overlast en vandalisme staan vaak in relatie tot elkaar en hebben een grote invloed op de leefbaarheid en veiligheid in een wijk of dorp. Beiden worden veroorzaakt door diverse leeftijdscategorieën en beïnvloeden zowel de fysieke kwaliteit (als deze negatief is, ook wel verloedering genoemd) als de sociale kwaliteit en hebben daardoor invloed op de subjectieve en objectieve veiligheid van de inwoners in de gemeente Vlagtwedde. Uit de Veiligheidsmonitor blijkt dat van de dreigende voorvallen in de buurt overlast van dronken mensen op straat het meeste voorkomt; 4% van de ondervraagde inwoners vindt dat dit vaak voorkomt. Ook overlast van groepen jongeren komt volgens 3% van de ondervraagde inwoners vaak voor Om overlast en vandalisme tegen te gaan heeft de gemeente samen met de ketenpartners een aantal projecten/aanpakken opgezet om de veiligheid, het gevoel van veiligheid en de leefbaarheid in de gemeente te vergroten. Hieronder zullen de projecten worden benoemd. Veel-/meerplegers Een kleine groep personen komt zeer regelmatig in beeld bij de politie met betrekking tot strafbare feiten. We noemen deze personen: veelplegers. Een veelpleger is een persoon van 18 jaar of ouder die in zijn gehele criminele verleden meer dan tien processenverbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan minstens één in het afgelopen kalenderjaar, criteria OM. Iemand die nog niet voldoet aan de OM criteria voor veelpleger, kan wel hard op weg zijn dit te worden. Dit noemen we een meerpleger. Uit lokaal onderzoek is gebleken dat de gemeenten Stadskanaal en Vlagwedde samen ongeveer 30 meerplegers tellen. Van dit aantal zijn 2 a 3 afkomstig uit de gemeente Vlagtwedde, afhankelijk . Deze personen zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de overlast en de criminaliteitscijfers (inbraken en diefstallen e.d.). Er wordt stevig ingezet om te voorkomen dat een meerpleger veelpleger wordt. Zo is er gezamenlijk met de gemeente Stadskanaal, het CJGV en de politie het project lokale aanpak meerplegers opgezet. Naast deze partners is het ook mogelijk dat het Veiligheidshuis, reclassering, of het OM aanschuiven. Door deze aanpak wordt in plaats van een zaakgerichte aanpak een persoonsgerichte aanpak gehanteerd, waarbij ingezoomd wordt op de persoonlijke omstandigheden van de meerpleger. Doelstelling: In 2015 is het aantal meerplegers gelijk of gedaald. Activiteiten: - Om de 6 weken vindt overleg plaats(Team Tactisch overleg), tenzij er ad hoc moet worden gehandeld - Nieuwe meerplegers worden opgenomen in de meerplegerslijst. Woonoverlast Geregeld wordt er melding gemaakt van woonoverlast. De problematiek die het Meldpunt Veiligheid en Zorg heeft behandeld waren o.a. burenproblematiek, geluidsoverlast, vernielingen, psychische/verslavingsproblematiek. Doorverwijzingen hebben plaatsgevonden naar VNN, AMK, Lentis, ouderenwerk. Na behandeling door het Meldpunt wordt de casus gevolgd in het (OGGZ-)netwerk. Vanuit het Meldpunt Veiligheid en Zorg hebben ook verscheidende bemiddelingsgesprekken plaatsgevonden. Formeel gezien heeft de gemeente hierin geen rol omdat de gemeente geen partij is. Op een geschil tussen buren is namelijk het civiel recht van toepassing. Maar bij burenconflicten die dreigen te escaleren of een uitstraling hebben naar de buurt wordt bemiddeling aangeboden om escalatie of uitstraling naar de buurt te voorkomen. Het aanbieden is wel op vrijwillige basis. Bij weigeren van één van de betrokkene om deel te nemen of bij geen resultaat van het bemiddelingsgesprek wordt geadviseerd om zelf een advocaat in te schakelen.
12
Uit de Veiligheidsmonitor 2011 blijkt dat 4% overlast door omwonenden ziet als een buurtprobleem die vaak voorkomt. Doelstelling: In 2013 is het aantal inwoners dat overlast ondervindt van omwonenden gelijk gebleven of gedaald. Activiteiten: - Bij burenproblematiek wordt casusoverleg onder leiding van de projectleider van het CJGV opgestart. - Bij burenruzies die dreigen te escaleren of met een uitstraling naar de buurt wordt bemiddeling aangeboden. Vandalisme Vandalisme heeft invloed op de fysieke verloedering en dus de leefbaarheid in de wijk. Uit de veiligheidsmonitor van 2011 is gebleken dat er op schaal van 1 tot en met 10, de mensen gemiddeld een 2,8 toekennen aan ‘de fysieke verloedering’. In de Veiligheidsmonitor is onderscheid gemaakt tussen vier soorten fysieke verloedering: bekladding van muren en gebouwen, rommel op straat, hondenpoep en vernieling van telefooncellen of bushokjes. Vernieling van telefooncellen of bushokjes(8%) en bekladding van muren en gebouwen(3%) komen minder vaak voor dan rommel op straat(14%) of hondenpoep(22%). Doelstelling: In 2013 is de fysieke verloedering gelijk gebleven in vergelijking met 2009, respectievelijk gemiddeld een 2.8. Activiteiten: - Er wordt aangifte gedaan van vernielingen aan gemeentelijke eigendommen. - Rommel op straat wordt tegengegaan. - Bekladdingen worden zo snel mogelijk verwijderd. De activiteiten uit het convenant veilig uitgaan worden voortgezet. - Nieuwe horecabedrijven worden benaderd om deel te nemen aan het convenant. - Ter voorbereiding op de jaarwisseling wordt er met partners een overleg gepland om afspraken te maken.
3.9 Nazorg ex- gedetineerden De gemeente heeft de wettelijke plicht zorg te dragen voor een sluitende aanpak nazorg ex-gedetineerden. Men dient te zorgen voor een soepele terugkeer naar de maatschappij door te zorgen voor huisvesting, inkomen en werk (eventueel schuldhulp), zorg en het identiteitsbewijs. Verwacht wordt dat daarmee het aantal recidive gevallen wordt teruggedrongen. Het Ministerie van justitie helpt gemeenten om hun taak als coördinator nazorg zo goed mogelijk te kunnen vervullen. Het Ministerie werkt aan een betere overdracht van gedetineerden. Daarmee wordt een overdracht tussen personen bedoeld, in dit geval tussen medewerkers maatschappelijke dienstverlening in de Penitentiaire Inrichting(PI) en de gemeentelijke contactpersoon in de gemeente van herkomst. De door de gemeente aangewezen contactpersoon fungeert als een spin in een web en kan diverse instanties waarschuwen, dan wel benaderen op het moment dat een ex-gedetineerde weer terugkomt in de maatschappij of op het moment dat iemand in hechtenis wordt genomen. Denk hierbij aan de woningbouwcorporatie, de politie, het OM, VNN e.d. Daarmee wordt beoogd recidive en nieuwe overlast te voorkomen. De gemeente Groningen heeft als centrumgemeenten de opdracht gekregen om per 1 januari 2013 een regionale infrastructuur te ontwikkelen. Wat eens het Coördinatiepunt Ex-gedetineerden voor de gemeente Groningen was, heeft zich ontwikkeld tot een Coördinatiepunt Ex-gedetineerden voor Stad en Ommeland. De aansturing van het coördinatiepunt is ondergebracht bij de ketenmanager van het Veiligheidshuis.
13
Bestuurlijke Informatie Justitiabelen (BIJ) In 2009 is n.a.v. een aantal incidenten een pilot gehouden waarbij burgemeesters tijdig zijn geïnformeerd over de terugkeer van zware gewelds- en zedendelinquenten in hun gemeente. Betrokken burgemeesters spreken uit dat zij mede hierdoor beter hun verantwoordelijkheid kunnen nemen voor handhaving van openbare orde en veiligheid. Dit met inachtneming van de rechtspositie van degenen over wie de informatie wordt uitgewisseld. Op grond van de uitkomst is besloten de pilot uit te breiden en voort te zetten. Het gaat bij de informatiestroom naar burgemeesters om het voorkomen van verstoringen op het terrein van openbare orde en veiligheid. De verstrekte informatie heeft betrekking op een aantal artikelen uit het wetboek van strafrecht en is van toepassing op verlofbewegingen, datum invrijheidsstelling en delict(en). Het gaat hierbij om uitstroom en verlof uit de PI, Tbs- en PIJ-maatregel. De gemeente Vlagtwedde neemt deel aan het project BIJ. Doelstelling: In 2013 moet de sluitende aanpak zijn verbeterd. Activiteiten: Aan verzoeken vanuit de PI om formulieren in te vullen wordt voldaan. Contacten met de medewerkers maatschappelijke dienstverlening worden verbeterd. Er wordt een besluit genomen om de re-integratie van ex-gedetineerden wel of niet onder te brengen bij het Veiligheidshuis.
3.10 Drugsbeleid Drugsoverlast heeft veel invloed op de leefbaarheid van in de wijk en tast het veiligheidsgevoel van de inwoners, ondernemers en bezoekers aan. Signalen dat er mogelijk ergens in de gemeente een kwekerij of verkooppunt is gevestigd worden actief opgepakt. Om de twee weken is er op maandag overleg met de politie en daarin is afgesproken dat drugsgerelateerde zaken apart worden gemonitord. Ook zijn ziekenhuizen in de omgeving benaderd om wanneer gewenst cijfers aan te leveren over inwoners die op de spoed eisende hulp terecht zijn gekomen met drugsgerelateerde signalen. Het nadeel van drugs is dat het vaak gaat om en trend. Dit maakt het lastig om een project op te starten want voordat een project is gestart is er een andere drugs populair. Op scholen wordt actief voorlichting gegeven over middelengebruik, waaronder ook drugs. Daarnaast is VNN aanwezig in het OGGZ overleg om hulp te bieden aan inwoners met een verslaving. In de veiligheidsmonitor heeft 12% van de ondervraagde inwoners aangegeven dat van de dreigende voorvallen drugsoverlast soms voorkomt in de buurt. Doelstelling: Het aantal dreigende voorvallen van drugsoverlast in de buurt is gedaald naar 10%. Activiteiten: Drugsgerelateerde zaken worden gemonitord en waar nodig wordt er actie ondernomen. Inzake middelengebruik wordt er voorlichting gegeven. Met deelnemende horecabedrijven aan het convenant veilig uitgaan zijn afspraken gemaakt bij constatering van handel of gebruik van drugs en/of andere stoffen.
3.11 Huiselijk geweld Op 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden en wordt sinds 01 oktober 2009 toegepast in de gemeente Vlagtwedde. De Wet tijdelijk huisverbod dient als bestuurlijke maatregel, als er sprake is van een noodsituatie waarin (gewelddadige) escalatie moet worden voorkomen door een afkoelingsperiode, maar er nog geen strafrechtelijke handhaving mogelijk is. De politie signaleert het mogelijke huiselijke geweld, waarna door de hulpofficier van Justitie een huisverbod kan worden opgelegd. Deze is hiertoe gemandateerd door de burgemeester. De gemeente is de regisseur maar in de provincie Groningen is er voor gekozen de coördinatie bij het Algemeen Steunpunt Huiselijk Geweld (hierna: ASHG). Door de Wet tijdelijk huisverbod kan de pleger van het huiselijke geweld in eerste instantie voor tien dagen de woning niet meer in en mag de pleger geen contact meer hebben met de partner en/of kinderen. De duur van het huisverbod kan verlengd
14
worden tot maximaal 28 dagen. Ten tijde dat de pleger uit huis is geplaatst, wordt er voor zowel de pleger als de slachtoffers een hulptraject opgezet wat gebeurd in twee fasen, een crisisinterventie direct na het opleggen van het huisverbod door de (hulp)officier van justitie waarna een doorgeleiding plaatsvindt naar reguliere hulpverlening. Overtreedt de pleger het verbod dan kan de pleger maximaal twee jaar gevangenisstraf of een taakstraf opgelegd krijgen. In 2012 zijn tot week 40: 3 huisverboden opgelegd. Na afloop van een huisverbod is de zorg gewaarborgd in het OGGZ overleg. Doelstelling: Geweld, waaronder huiselijk geweld, wordt met voorrang opgepakt. Activiteiten: De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. Huisverboden worden besproken in het overleg om de twee week met de politie.
15
4.0 Jeugd en veiligheid De veiligheid in de toekomst ligt bij de jeugd van nu. Zowel het Rijk als de gemeenten zetten fors in op het jeugdbeleid. Door jeugdigen makkelijker en met minder problemen op te laten groeien, zullen ze later minder snel overlast veroorzaken, het criminele circuit in gaan of op een andere manier voor onveiligheid zorgen. In dit hoofdstuk zullen de onderwerpen met betrekking tot de jeugd worden besproken. Er zal blijken hoe de gemeente haar regierol oppakt en hoe ze haar jeugdigen wil helpen.
4.1 Veilige school De aandacht op (on)veiligheid in het onderwijs neemt de laatste jaren toe. Incidenten worden steeds vaker ervaren als een structureel probleem. De focus op onveiligheid heeft inmiddels geleid tot tal van maatregelen binnen de verschillende scholen. Scholen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de veiligheid op school. Sinds 2008 zijn scholen verplicht een schoolveiligheidsplan te maken. Andere partners kunnen de school bij de uitvoering van het plan helpen. Incidenteel is er sprake van ongeoorloofd schoolverzuim. Jongeren uit de gemeente Vlagtwedde die zich aan dit soort verzuim schuldig maken worden besproken in het Zorg Advies Team. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op het schoolverzuim. Wanneer en er sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim, dan wordt indien nodig een leerplichtverbaal opgemaakt. Doelstelling: Er wordt uitvoering gegeven aan het sociaal veiligheidsplan van de scholen. Activiteiten: Inzake de veiligheidsplannen wordt overleg gevoerd. De JONG – monitor wordt toepast op jongeren tot 24 jaar.
4.2 Jeugd en Alcohol Alcoholgebruik leidt vaak tot de bekende problemen, ongelukken in het verkeer, huiselijk geweld, overlast, agressie tijdens het uitgaan, gezondheidsschade en verslaving. Uit onderzoek van de GGD blijkt dat de maatregelen die vanuit de politie, de gemeente, de horeca en de supermarkten al worden genomen effect hebben. Door alle activiteiten die tot nu toe zijn gerealiseerd, stijgt de lijn van het aantal drinkende jongeren niet meer. Echter de alcoholproblematiek is nog steeds groot en nog lang niet opgelost. De gemeente en haar partners zetten daarom blijvend en vooral in op twee doelstellingen, namelijk: onder de 16 geen alcohol en boven de 16 verantwoord alcohol gebruik. Dit moet gerealiseerd worden door zowel preventief op te treden met advies en voorlichting, maar waar nodig ook repressief door regels te (laten) handhaven. De controle en inspecties op de verkoop in bijvoorbeeld supermarkten en sportkantines wordt op dit moment nog uitgevoerd door de Voedsel en Waren Autoriteit. Door een wijziging in de Drank- en Horecawet, wordt de verantwoordelijkheid over de controle en inspecties per 1 januari 2013 overgedragen aan gemeenten. Een aandachtspunt is het gebruiken van alcohol in de niet – controleerbare omgeving. Juist hier kunnen overheid en samenwerkingspartners maar beperkte of indirecte sturing uitoefenen op het gedrag van de jongeren en/of hun ouders. Aanvullende en vooral goed op elkaar afgestemde interventies door gemeente, onderwijs, politie, horeca en winkeliers moeten hier worden gerealiseerd. Er moet een combinatie komen van interventie op het gebied van preventie en publiekdraagvlak, regelgeving, handhaving en signalering. Deze interventies moeten in meerdere domeinen worden toegepast, namelijk op school, in de vrije tijd, thuis en in openbare ruimten. Doelstelling: Inzetten op het matigen van alcoholgebruik onder jongeren. Activiteiten: Handhavingsbeleid ontwikkelen inzake de drank- en horecawet. Per 1 januari 2014 een paracommerciële verordening hebben opgesteld. Bij carnaval inzetten op het matigen van alcohol.
16
-
Voorlichting geven over middelengebruik. Deelnemen aan het convenant alcohol en jongeren 2012-2016. In het convenant Veilig Uitgaan zijn met deelnemende horecaondernemers afspraken gemaakt over het verantwoord alcohol schenken.
4.3 Sluitende aanpak jongeren Vanuit de RMC-regelgeving (Wet houdende regels inzake de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten 1994) is de gemeente verantwoordelijk voor de voortijdige schoolverlaters tot 23 jaar en daarmee verantwoordelijk voor het realiseren van een sluitende aanpak voor jongeren. Binnen de sluitende aanpak jongeren zijn groepen te onderscheiden, de melders (de jongeren die via het UWV werkbedrijf en de sociale dienst werk of een uitkering proberen te krijgen) en de niet – melders (de jongeren die niet via het UWV werkbedrijf en de sociale dienst werk of een uitkering proberen te krijgen). Om de niet – melders toch te bereiken gaat de preventiemedewerker jongeren bij deze jongeren op bezoek of regelt een afspraak, zodat deze jongeren alsnog in de sluitende aanpak jongeren wordt opgenomen. De melders worden dankzij de 1-2-3-methode van Vlagtwedde direct opgepakt indien deze in aanmerking wensen te komen voor een uitkering op grond van de wet werk en bijstand (Wwb). De 1-2-3-methode legt het primaat bij het halen van een startkwalificatie als het gaat om een duurzame aanpak om jeugdwerkloosheid te voorkomen. De ketenaanpak die hiervoor nodig is, is integraal ingevuld door overleggen tussen de leerplichtambtenaar, sociale dienst, het onderwijs, het UWV – werkbedrijf en het bedrijfsleven. De landelijke ontwikkelingen, hierboven beschreven, onderbouwen en bevestigen onze aanpak van de sluitende aanpak jongeren. In de JONG – monitor (Jeugd en Onderwijsmonitor Groningen) worden alle jongeren tot 23 jaar gemonitord op de terreinen van leerplicht en schoolloopbaan. Ook is de monitor het registratiesysteem voor de sluitende aanpak jongeren. De gemeente heeft de taak om iedere jongere tot 23 jaar (100%) die afhaakt, te helpen en te stimuleren om alsnog een startkwalificatie te behalen of terug te gaan naar het reguliere onderwijs. Voor iedere jongere wordt het traject dat hiertoe moet leiden, aangepast naar zijn/haar wensen en mogelijkheden. Doelstelling: In het schooljaar 2014-2015 heeft tenminste 50 % van de voortijdige schoolverlaters alsnog een startkwalificatie of is terug gegaan naar het reguliere onderwijs. Activiteiten: - De JONG – monitor wordt toepast op jongeren tot 24 jaar.
4.4 Weerbaarheidsproject Als kinderen en jongeren opgroeien, ontwikkelen zij zich tot zelfstandige burgers die zich ook in lastige situaties weten te redden. De ouders en het onderwijs vervullen in deze ontwikkeling een belangrijke ondersteunde functie. De gemeente heeft hierin ook een rol vanuit het lokale onderwijs- en gezondheidsbeleid. De gemeente Vlagtwedde heeft voor de weerbaarheidstrainingen in haar gemeente het Huis voor de Sport ingeschakeld, die de WIBO – cursus (weerbaarheid in het basisonderwijs) op alle 13 scholen in de gemeente op verzoek kan uitvoeren. De scholen hebben zelf de keus hiermee in zee te gaan, of voor hetzelfde bedrag een andere aanbieder of een andere inhoud te kiezen van de cursus, zodat het aangepast kan worden aan de eigen uitgangspunten. Weerbare jongeren voelen zich sterker/veiliger en kunnen makkelijker nee zeggen in situaties waar sociale druk een rol speelt. Denk hierbij aan vandalisme, alcohol en drugsgebruik, diefstal, vernielingen, schoolverzuim etc. Doelstelling: Trainen van kinderen zodat zij machtmisbruik leren herkennen en hun handelingsmogelijkheden in onveilige en ongewenste situaties leren vergroten. Activiteiten: In 2013 organiseert de gemeente samen met scholen weerbaarheidstrainingen. In 2013 wordt binnen de preventielessen op scholen aandacht besteed aan alcohol en drugs.
17
4.5 Bureau Halt Als een jongere tussen de 12 en 18 jaar voor een licht vergrijp wordt aangehouden door de politie heeft de jongere een keuze, naar de officier van justitie of naar bureau Halt. De ouders (als de jongere onder de 16 jaar is) en de jongere zelf moeten het eens zijn over de beslissing voor de Halt afdoening, anders wordt de jongere alsnog doorverwezen naar de officier van justitie. Een jongere mag maximaal éénmaal naar Halt worden doorverwezen als het gaat om een misdrijf. Gaat het om een overtreding of een vuurwerkdelict, mag de jeugdige maximaal tweemaal bij Halt zijn geweest. Voor schoolverzuim kan de jongere ook één keer naar bureau Halt. Een jongere mag in totaal driemaal ‘gebruik maken’ van een Halt - afdoening. Per 1 januari 2010 draait de Halt - afdoening om de betrokkenheid van de ouders, het aanbieden van excuus door de jongere en het vergoeden van de schade. De ouders worden ondersteund in het verbeteren van de vaardigheden om het strafbare gedrag van hun kind in de toekomst te voorkomen. De jongere moet zowel zijn excuus aanbieden als de gemaakte schade vergoeden. Halt helpt en bemiddeld in dit proces. Door het maatwerk dat Halt toepast, is er sprake van een optimale en persoonsgerichte aanpak. Ook zijn het aantal en de soort overtredingen waar de Halt - afdoening voor mogelijk is gewijzigd. Halt-afdoeningen Jaar 2009 2010 2011 Woonplaats 6 14 23 Delictplaats 9 15 22 Bron: Jaarverslag 2011, Halt Noord-Nederland Woonplaats: het aantal jongeren dat naar Halt Noord-Nederland is verwezen en woont in de gemeente Vlagtwedde. Delictplaats: het aantal jongeren dat naar Halt is verwezen en dat een delict heeft gepleegd in de andere gemeente. Preventieactiviteiten Halt Noord-Nederland in de gemeente Vlagtwedde 2011 Halt1 2 3 4 5 6 7 Ouder- Vuurwerk Lessen Avond Vlagtwedde 6 3 3 12 Bron: Jaarverslag 2011, Halt Noord-Nederland
Vw Stud. 5
Politie 1
Halt-lessen: het totaal aantal lessen dat Halt Noord-Nederland in de gemeente Vlagtwedde heeft gegeven, exclusief vuurwerk. 1: Module 1 van de lesmethodiek: Halt; over jeugdcriminaliteit. 2: Module 2 van de lesmethodiek: Zo zijn onze manieren; over waarden en normen. 3: Module 3 van de lesmethodiek: Goed met de groep; over groepsdruk. 4: Module 4 van de lesmethodiek: Kijk nou wat je doet; over de gevolgen van gedrag. 5: Module 5 van de lesmethodiek: Digipesten; over digipesten en veilig internetten. 6: Module 6 van de lesmethodiek: Trek jij je er wat van aan?; over overlast en respect. 7: Module 7 overige voorlichtingslessen Ouderavond: het aantal ouderavonden Vuurwerkles Vw Stud. Vuurwerk gegeven door HBO-studenten Politie: vuurwerk in samenwerking met politie Doelstelling: In 2013 is het aantal Halt - afdoeningen gelijk gebleven of gedaald. Activiteiten: In samenwerking met de politie wordt de aanpak van jongerengroepen verbeterd. Over het veilig afsteken van vuurwerk wordt voorlichting gegeven. Met de PI Ter Apel wordt een preventieproject opgezet.
18
4.6 Jeugdgroepen Als er binnen de gemeente sprake is van een problematische jeugdgroep, dan wordt deze groep in kaart gebracht met de landelijk gehanteerde methode van Beke/Ferwerde. Met behulp van een vragenlijst worden gegevens met betrekking tot type groep, locatie, kenmerken, en karakter van bestaande jeugdgroepen in beeld gebracht. Op basis van deze gegevens komt de jeugdgroep onder een categorie te vallen en vervolgens wordt er een aanpak ontwikkeld: Hinderlijke jeugdgroepen Deze groep hangt wat rond in de buurt, is af en toe luidruchtig aanwezig en trekt zich niet zoveel aan van de omgeving. Soms loopt het wel eens uit de hand en zijn er kleine schermutselingen, maar dat is doorgaans snel in de kiem gesmoord en vaak ook meer toeval dan gepland. Ook maakt de groep zich incidenteel schuldig aan kleine vernielingen. Een beperkt aantal jongeren maakt zich soms schuldig aan (veelal lichte) gewelds- en (in mindere mate) vermogensdelicten. Over het algemeen is het een groep die nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ is en aangesproken kan worden op zijn gedrag. Overlastgevende jeugdgroepen Deze groep is wat nadrukkelijker aanwezig, kan af en toe provocerend optreden, valt omstander wel eens lastig (uitschelden of zelfs intimideren), vernielt regelmatig allerlei zaken en laat zich veel minder gelegen liggen aan andere mensen. Geweldsgebruik wordt niet geschuwd en de groepsleden zijn ook minder goed te corrigeren. Ook de lichtere vormen van criminaliteit waar de groep zich schuldig aan maakt, worden doelbewuster gepleegd en de groep is ook meer bezig om te zorgen dat ze niet gepakt wordt. Criminele jeugdgroepen Deze groep bestaat (in ieder geval voor een deel) uit jongeren die behoorlijk op het criminele pad zijn geraakt. Ze zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. Kenmerkend voor dergelijke groepen is dat ze meer en meer criminaliteit plegen voor het financiële gewin in plaats van voor de kick of het aanzien. Deze jongeren scoren ook hoog op de delicten waar de andere twee typen groepen ook hoog mee scoren. De feiten zijn echter ook ernstiger en ze schrikken ook niet terug voor het gebruik van geweld. Doelstelling: Voorkomen en beperken dat jeugdigen ontsporen en afglijden naar criminele activiteiten. Activiteiten: Nieuwe groepen worden in beeld gebracht. Voor een nieuwe groep wordt een aanpak ontwikkeld in samenwerking met politie, jongerenwerk, leerplicht, CJGV, en wanneer gewenst het Veiligheidshuis of Sociale Zaken. Met de PI Ter Apel wordt een preventieproject opgezet.
4.7 Preventieproject PI Ter Apel Met de PI Ter Apel zijn overleggen gaande om een preventieproject op te zetten. Het doel van dit project is om jongeren die dreigen te ontsporen te laten zien welke risico’s hun leefstijl met zich meebrengt. Het project moet gezien worden als een laatste waarschuwing voor de jongeren en dat ze nog de mogelijkheid hebben iets te maken van hun toekomst te maken. Deze waarschuwing wordt gegeven door een gedetineerde die vastzit voor een zelfde delict als waarmee de jongeren zich bezighouden. Dit project is een samenwerking tussen: jongerenwerk, politie, PI Ter Apel en de gemeente. Doelstelling: Voorkomen en beperken dat jeugdigen ontsporen en afglijden naar criminele activiteiten. Activiteiten: Opzetten preventieproject.
19
5.0 Fysieke veiligheid Bewoners, ondernemers, werknemers en toeristen lopen fysieke risico’s bij het betreden van het publieke domein en gebouwen. Thema’s als brandveiligheid en milieurisico’s zijn sterk onder de aandacht gebracht, mede naar aanleiding van tragische gebeurtenissen in Enschede en Volendam. Door goede en nauwkeurige handhaving wordt de kans op bijvoorbeeld een milieuramp of brand kleiner. In dit hoofdstuk wordt weergegeven hoe de gemeente haar beleid inzake fysieke veiligheid heeft geregeld.
5.1 Integraal handhavingsbeleid De afdeling Ruimte richt zich via vergunningverlening, toezicht en handhaving op het realiseren, verbeteren en handhaven van een veilige, vitale en leefbare werk- en woonomgeving voor burgers en bedrijven in de gemeente. De afdeling Ruimte voert deze taken uit op het gebied van milieu, bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening en de algemene plaatselijke verordening. De afdeling voorkomt en beperkt zo de overlast in de openbare ruimte en realiseert en verbetert integraliteit in de vergunningverlening en handhaving. Op het taakgebied milieu wordt al enige jaren structureel en programmatisch toezicht gehouden en gehandhaafd. Op de taakgebieden bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening en apv wordt voornamelijk toezicht gehouden en gehandhaafd naar aanleiding van meldingen of verzoeken van burgers of bedrijven dan wel op grond van constateringen tijdens controles. Met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 is de nadruk nog meer op integraal werken komen te liggen en dient een gemeentelijk integraal handhavingsbeleid opgesteld te worden. Begin 2012 dient, overeenkomstig de eisen van de Wabo, een nieuw -integraal- handhavingsbeleid voor de gemeente Vlagtwedde vastgesteld te worden betreffende de genoemde taakgebieden. Ook het taakgebied brandweer gaat hier onderdeel van uitmaken. Het handhavingsbeleid komt tot stand middels een model risicoanalyse, waarbij fysieke veiligheid en leefomgeving (incl. veiligheidsgevoel) zijn meegenomen. Bij toezicht en handhaving werkt de gemeente vaak samen met verschillende andere instanties zoals politie, justitie, andere gemeenten en provincie. De praktijk leert dat een goede samenwerking leidt tot betere handhavingresultaten. Overigens dient nog opgemerkt te worden dat, naar verwachting, de vergunningverlening, handhavings- en toezichtstaken (de zgn. Wabo-taken) van de afdeling Ruimte met ingang van 2013 overgebracht zullen worden naar een regionale uitvoeringsdienst (RUD). De vorming hiervan is afhankelijk van regionale en nationale ontwikkelingen. De provincie is aangewezen als coördinator. Een ontwikkeling die in 2013 plaats gaat vinden, is de overdracht van toezicht en handhaving op het gebied van de Drank- en Horecawet naar de gemeenten. Op dit moment is de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA) nog officieel de toezichthouder op de naleving van de Drank- en Horecawet. De VWA heeft echter maar beperkt capaciteit beschikbaar. Als gevolg hiervan is op plaatsen waar alcohol wordt verstrekt gemiddeld maar eens in de twee tot drie jaar een controle. Daarom is besloten het toezicht en de handhaving van de Drank- en Horecawet over te brengen naar de gemeenten. Het uitgangspunt van de decentralisatie is dat gemeenten het toezicht efficiënter kunnen inzetten en vaker kunnen uitoefenen. De burgemeester wijst gemeentelijke toezichthouders aan voor het lokale toezicht. Het betreft, bijvoorbeeld, de controle op het in het bezit hebben van alcohol onder de zestien jaar. Doelstelling: Het toezicht en handhaving verloopt structureel, programmatisch en integraal, overeenkomstig de eisen van de Wabo.
Activiteiten: Er wordt jaarlijks een integraal handhavingbeleidsplan vastgesteld. Er wordt jaarlijks een integraal uitvoeringsprogramma opgesteld en geëvalueerd. In 2013 zijn de controles en inspecties inzake de wijziging van de Drank- en Horecawet gerealiseerd. Voor 1 januari 2014 is de verordening paracommercie vastgesteld.
20
5.2 Toerisme Recreatie en toerisme zijn speerpunten van het gemeentelijke beleid. Met meer dan 180.000 overnachtingen en 325.000 bezoekers aan de vesting Bourtange en het Klooster Ter Apel is de gemeente op de stad Groningen na de grootste toeristische trekpleister in de provincie. De drie "Westerwoldse" gemeenten Bellingwedde, Stadskanaal en Vlagtwedde werken volop samen aan beleid en uitvoering. Gezamenlijk is de visie ‘Compleet Westerwolde’ tot stand gekomen. Ingezet wordt op vijf ontwikkelingsrichtingen, namelijk: natuur en cultuurhistorie, vaartoerisme, verblijftoerisme, welbevinden, en de toeristische recreatieve infrastructuur. In 2011 is hiervoor een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Met de Tourist Info Westerwolde en de ondernemers is een plan gemaakt om het relatief onbekende Westerwolde als Nationaal Cultuurhistorisch landschap op de kaart te zetten. Bij het realiseren van toeristische activiteiten moet voldaan worden aan de hiervoor wettelijk gestelde eisen. Denk hierbij aan bouwvergunningen, milieuvergunningen, afstandseisen in bijvoorbeeld bestemmingsplannen e.d. Doelstelling: Voor toeristen en recreanten is de gemeente Vlagtwedde en veilige gemeente. Activiteiten: - Het voortzetten van de huidige werkwijze ten aanzien van toerisme en veiligheid.
5.3 Brandweerzorg Veel van de lokale korpsen geven een eigen invulling aan hun wettelijke verplichtingen. Om dit te uniformeren, wordt er verwacht dat de lokale korpsen samenwerken als een regionaal korps. Hierbij geldt een aantal minimum vereisten waaraan het lokale korps moet voldoen. De brandweer van de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde behoren tot de (gemeenschappelijke) regeling brandweer Zuid-Groningen (hierna: RBZG). Er zijn in de regio Groningen meerdere korpsen die samenwerken in clusterverband of in een samenwerkingsverband, waardoor de brandweer in de veiligheidsregio Groningen niet veel verandering hoeft door te voeren. Het doel van deze nauwe samenwerking is om de ambities van de korpsen in gelijke tred te houden met de regionale en landelijke ontwikkelingen. De brandweer moet bij spoedeisende meldingen binnen 4 minuten na alarmering uitrukken, met minimaal een bevelvoerder, een chauffeur en 4 brandwachten. De opkomsttijd moet van de alarmering tot de inzet binnen de 10 minuten blijven. Gezien het landelijke gebied, komt het voor dat er niet aan deze voorschriften kan worden voldaan. Om deze reden wordt als er sprake is van een gebouwbrand, daar waar bekend is dat de opkomsttijd meer dan 12 minuten bedraagt en/of de waterwinning onvoldoende is, met twee tankautospuiten uitgerukt. Dit betreft met name de buitengebieden, Musselkanaal en Stadskanaal-Noord. De RBZG heeft een opleidingsplan en een oefenbeleidsplan, waarmee aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. De brandweer moet om aan bovenstaande vereisten van uitrukken en opkomsttijd te voldoen, door de gemeente betrokken worden bij het (tijdelijk) wijzigen van de infrastructuur en bestemmingsplannen. Op deze wijze is de lokale brandweer op de hoogte van de obstakels en worden rijroutes (tijdelijk) aangepast. Ook om te weten of er voldoende watervoorzieningen aanwezig zijn, is de betrokkenheid erg belangrijk. De lokale brandweer heeft ook de taak middels preventie brand en andere gevaarlijke situaties tegen te gaan. Verder dient de brandweer te worden betrokken bij de aanvraag van een milieuvergunning en geeft de brandweer voorlichting over brandveiligheid. Doelstelling: De brandweer Zuid-Groningen biedt in 2015 een kwalitatief goede basis brandweerzorg aan de burgers en is als onderdeel van de geregionaliseerde brandweer een goede partner voor de andere korpsen uit de veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe.
21
Activiteiten: Voldoen aan de wettelijke voorschriften van de Wet veiligheidsregio’s, zoals de opkomsttijd. De brandweerkazernes dienen te voldoen aan de eisen van de Inspectie en de ARBO. Geven van voorlichting over brandveiligheid
5.4 Rampenbestrijding en crisismanagement Iedere medewerker die een functie heeft in de gemeentelijke rampenbestrijding wordt geoefend. Deelname aan de oefeningen is verplicht gesteld door de organisatie. Het oefenen vindt plaats op grond van het beleidsplan gemeentelijk oefenen en op grond van het gemeentelijk oefenjaarprogramma. Het idee ligt er om iedereen een oefenpaspoort te verstrekken, waarin wordt bijgehouden wie welke oefening heeft gedaan zodat we een kwalitatief goed beoefende rampenbestrijdingsorganisatie krijgen. Met de komst van de Wet veiligheidsregio’s gaat er ten aanzien van de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie nogal wat veranderen. Er wordt gewerkt aan een Plan Bevolkingszorg bestaande uit een aantal taakorganisaties: Publiek Zorg Omgevingszorg Communicatie Back office De gemeentelijke actieteams zullen worden omgezet naar regionale expertteams, een aantal functies (Algemeen commandant Bevolkingszorg en officier van dienst Bevolkingszorg) zullen op hard piket worden gezet. De activiteiten die op grond van de bevindingen van de IOOV (inspectie openbare orde en veiligheid), de toetsing van de provincie en de Wet veiligheidsregio’s nog binnen de gemeentelijke kolom moeten plaatsvinden, zijn door de directie van de gemeentelijke kolom in projecten uitgezet en verdeeld over alle gemeenten in de veiligheidsregio Groningen. Er is een projecten- en activiteitenboek samengesteld en een organisatieplan Gemeentelijke Kolom Groningen.
Regionaal Crisisplan
Algemeen Commandant
Regionaal Risicoprofiel
Taakorganisaties
RAMPENBESTRIJDING IN BEWEGING Positionering Gemeentelijke Kolom Groningen Expertteams
Netcentrisch werken
Doelstelling: Zorgdragen voor hulpverlening en een zo optimaal mogelijke veiligheid voor en bescherming van mensen, dieren, (culturele erf-) goederen en het milieu in situaties van brand, rampen en andere buitengewone omstandigheden.
22
Activiteiten: Bijhouden van draaiboeken Bijhouden van het Risico Register Gevaarlijke Stoffen en het Informatie Systeem Overige Ramptypen Oefenen Planvorming Omzetten van gemeentelijk naar regionale expertteams Centralisatie uitvoeringscapaciteit Nieuwsbrieven
5.5 Externe veiligheid Het bewerken of opslaan van gevaarlijke stoffen, gassen, ontplofbare stoffen en dergelijke en het transport daarvan zijn risicovolle activiteiten. De kans op calamiteiten dient zo klein mogelijk te zijn. Naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede en de nieuwjaarsbrand te Volendam heeft het kabinet een aantal actiepunten geformuleerd, waarvan de uitvoering een bijdrage moet leveren aan de veiligheid. Voor de jaren 2006 tot en met 2010 is in provinciaal verband het uitvoeringsprogramma externe veiligheid (“Samen sterk, samen veilig”) opgesteld. Op basis daarvan is het Steunpunt externe veiligheid Groningen opgericht, bestaande uit specialisten op het gebied van externe veiligheid. Een aantal medewerkers van het steunpunt is regionaal gedetacheerd om op verzoek van gemeenten specialistische informatie te verstrekken. Voor de beoordeling van veiligheidsaspecten in het kader van de Wet milieubeheer en planologische procedures wordt regelmatig van de deskundigheid van het steunpunt gebruik gemaakt. Als vervolg hierop is het Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011 – 2014 vastgesteld. De gemeente Vlagtwedde heeft eind 2010 aan de provincie bericht dat met het plan wordt ingestemd. Ook wordt door de provincie de risicokaart bijgehouden. Dit op basis van gegevens die wij in het Risico Register Gevaarlijke Stoffen en het Informatie Systeem Overige Ramptypen opnemen. Doelstelling: Het is belangrijk dat externe veiligheid de komende jaren een vaste plaats behoudt in gemeentelijke plannen op gebied van milieu en ruimtelijke ordening. Om dit te bereiken dient de externe veiligheid geborgd te worden in de werkprocessen waarbij in het oog wordt gehouden dat de wettelijke richtlijnen uitgangspunt zijn en dat risico's dienen worden te voorkomen en beheerst. Activiteiten: Bijhouden van het Risico Register Gevaarlijke Stoffen en het Informatie Systeem Overige Ramptypen. Continueren van structureel toezicht met betrekking tot externe veiligheid. Voortzetting van het Steunpunt.
6.0 Bedrijvigheid en veiligheid Ondernemers kunnen slachtoffer zijn, bijvoorbeeld van bedrijfsinbraken of overvallen, maar kunnen ook door hun bedrijvigheid een aanleiding of katalysator vormen van onveiligheid, bijvoorbeeld horeca. In dit hoofdstuk leest u daar meer over.
6.1 Keurmerk veilig ondernemen (KVO) Het keurmerk veilig ondernemen kan gerealiseerd worden door een samenwerkingsverband tussen de gemeente, de ondernemers en/of winkeliers, de politie en de brandweer. Door samen te werken kunnen de partijen de veiligheid op bedrijventerreinen en winkelcentra te verbeteren. Het RPC (Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing) en het MKB (midden – kleinbedrijf) of HBD (Hoofdbedrijfschap Detailhandel) begeleiden de voorgenoemde partijen met de KVO procedure. Ondernemers en winkeliers zijn voornamelijk slachttoffer van diefstal, inbraak, vernieling en brandstichting. Het keurmerk leidt voor de ondernemers en winkeliers tot een prettigere werkplek, de bedrijfsschade neemt af waardoor verzekeringspremies omlaag kunnen en het bedrijventerrein/winkelcentrum krijgt een beter imago wat leidt tot bevordering van de concurrentiepositie. Voor de gemeente geldt dat er een nieuw instrument wordt gecreëerd voor het lokale veiligheidsbeleid en doordat het imago van het bedrijventerrein/ winkelcentrum wordt verbeterd leidt dit ook tot bevordering van de economische positie van de gemeente. De politie en brandweer halen de winst uit het efficiënter uitvoeren van hun inspanningen.
23
Door middel van een vier – stappenplan kan het KVO – certificaat Basis Samenwerken worden ontvangen: 1. samenwerking vormgeven, 2. veiligheidsanalyse, 3. plan van aanpak, 4. KVO aanvragen. Twee jaar na ontvangst van het certificaat vindt er een her - certificering plaats, die kan leiden tot het KVO – certificaat Continu Samenwerken. Het samenwerken is op vrijwillige basis, echter omdat er doelstellingen worden gesteld kunnen de partijen elkaar wel aanspreken als één van de partijen niet deelneemt zoals het hoort. Winkelcentra In het centrum van Ter Apel werken de winkeliers verenigd in de handelsvereniging Mercurius samen met de politie, brandweer en RPC Groningen. Dit heeft in 2008 geresulteerd tot in de invoering van het KVO-W in het centrum van Ter Apel. KVO-W dient structureel bij te dragen aan een wezenlijke verbetering van veiligheid en leefbaarheid in het centrum van Ter Apel. In 2010 heeft er een evaluatie en hercertificering plaatsgevonden. In het evaluatierapportage zijn conclusies weergegeven en aanbevelingen gedaan. Bedrijventerreinen De Gemeente heeft samen met politie, brandweer en RPC Groningen het KVO-B in 2008 behaald voor het bedrijvenpark ’t Heem te Ter Apel. In 2010 heeft er een evaluatie en hercertificering plaatsgevonden. Doelstelling: Een veiligere omgeving voor ondernemers, klanten en personeel. Onderzoeken of andere winkelcentra en bedrijventerreinen in aanmerking komen voor het Keurmerk Veilig Ondernemen. Activiteiten: Blijf investeren in een structurele Publiek, Private Samenwerking met alle partijen Een zo hoog mogelijk deelnemerschap winkeliers aan KVO-W te bewerkstellingen De winkeliers blijven stimuleren om in alle gevallen aangifte te blijven doen bij de politie Vast contactpersoon bij de politie voor de winkeliers en een effectief toezichtbeheer in centrum Preventieve maatregelen te nemen zoals training, opstellen huisregels, website, sms alertsysteem Uitkomsten schouwrapport van gemeente meenemen in uitvoeringsprogramma. Continueren lage inbraakgetallen. Het percentage ondernemers dat zijn/haar bedrijf op brandveiligheid controleert verhogen De tevredenheid over het beheer en onderhoud moet licht worden verbeterd De ondernemers blijven stimuleren om aangifte te doen De aanpak van overige vermogensdelicten is een prioriteit voor 2013 In 2013 een vervolgbijeenkomst plannen inzake winkeldiefstallen voor ondernemers uit Ter Apel. De aanpak van winkeldiefstal is een prioriteit voor 2013.
6.2 Convenant Veilig Uitgaan In het convenant Veilig Uitgaan staan inspanningen vermeld die tussen Koninklijk Horeca Nederland afdeling Zuid-Oost Groningen, de gemeente Vlagtwedde, de Regiopolitie Groningen basiseenheid Stadskanaal, het Openbaar Ministerie in Groningen, het Refaja ziekenhuis in Stadskanaal, de Ommelander Ziekenhuis Groep locatie Lucas in Winschoten, het Scheper Ziekenhuis in Emmen en vertegenwoordigende horecabedrijven zijn gemaakt. De vertegenwoordigende horecabedrijven zijn: discotheek Bermuda te Ter Apel, partycentrum Rendering te Vlagtwedde en café The Lord Nelson te Vlagtwedde. De deelnemende partijen werken middels korte lijnen en komen een aantal keren per jaar samen. Het doel van het convenant is ervoor te zorgen dat het in de gemeente Vlagtwedde prettig en veilig uitgaan is en om overlast als gevolg van uitgaan, zoals geluidsoverlast, overlast van verkeer en vandalisme, tot een minimum te beperken.
24
Uit de veiligheidsmonitor blijkt dat 9% van de ondervraagde inwoners soms overlast ondervindt van de horeca. Ook is in de veiligheidsmonitor gevraagd of men zich in bepaalde situaties of op specifieke plaatsen, binnen de eigen gemeente, onveilig voelt; 11% van de ondervraagde inwoners zegt zich wel eens onveilig te voelen rondom uitgaansgelegenheden Doelstelling: In 2013 voelt 11% of minder van de ondervraagde inwoners zich wel eens onveilig rondom uitgaansgelegenheden. Activiteiten: Het convenant Veilig Uitgaan wordt voortgezet. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. Nieuwe horecagelegenheden worden benaderd om deel te nemen. Nachtbus Sinds augustus 2010 rijdt de nachtbus tussen Ter Apel en Stadskanaal. De jeugd die uitgaat in Stadskanaal is aangewezen op eigen vervoer omdat op zaterdagnacht geen openbaar vervoer beschikbaar is. Uit het oogpunt van veiligheid is het initiatief gelanceerd om een nachtbus te laten rijden. De bezoekers van het nachtleven worden onder begeleiding naar hun woonplaats gebracht waardoor er minder mensen met alcohol op achter het stuur gaan en er ’s nachts in de gemeente minder slooproutes zijn. Ook vanuit het convenant veilig uitgaan is gesproken over de inzet van de nachtbus voor partycentrum Rendering en discotheek Bermuda. De gemeente was bereid om voor een deel van de mogelijke kosten garant te staan. Tot 15 oktober 2012 hadden de ondernemers de mogelijkheid om een beroep te doen op de garantstelling. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Doelstelling: Het verminderen van slooproutes en een alternatief bieden zodat minder mensen met alcohol op achter het stuur gaan. Activiteiten: De ontwikkelingen inzake de nachtbus blijven monitoren en waar nodig bijstellen. Speelautomatenbeleid Op grond van de Wet op de kansspelen heeft de gemeente Vlagtwedde de wettelijke maxima in haar APV opgenomen. Het maximale aantal van 2 speelautomaten zijn in Vlagtwedde toegestaan in hoge- en laagdrempelige inrichtingen waarbij alleen in de hoogdrempelige inrichtingen de speelautomaten kansspeelautomaten mogen zijn. Op grond van de verordening speelautomatenhallen Vlagtwedde 1995 is in Ter Apel een speelautomatenhal gevestigd. Verispect bv. is de bevoegde toezichthouder inzake speelautomaten. Deze bv. controleert onder andere of de vereiste vergunningen aanwezig zijn. Als de wet op de kansspelen wordt overtreden, is het Openbaar Ministerie de aangewezen instantie om te handhaven. Doelstelling: In de gemeente Vlagtwedde zijn geen illegale speelautomatenhallen of casino’s. Activiteiten: het speelautomatenbeleid ongewijzigd voortzetten.
6.3 Evenementen Voor alle evenementen (denk aan buurtbarbecues en kermissen) volstaat de regeling in de APV. Bij de grotere (jaarlijkse) evenementen wordt er ongeveer 2 maanden van te voren overleg gepleegd tussen de betrokken partijen, zoals de aanvrager, de politie en de brandweer. Daarnaast wordt er een advies gevraagd aan de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen). Bij ieder middelgroot en groot evenement wordt gewerkt met een uitgebreid draaiboek, waarin duidelijk is terug te vinden hoe alle zaken met betrekking tot het evenement zijn geregeld.
25
Als er tijdens een evenement verkeer moet worden geregeld wordt er gebruik gemaakt van opgeleide verkeersregelaars. Deze verkeersregelaars worden opgeleid door de politie. Doelstelling: Evenementen veilig en geordend laten verlopen. Activiteiten: Draaiboeken waar nodig aanpassen. Partners betrekken bij het verlenen van vergunningen. Het traject van aanvraag tot verlenen van een vergunning verbeteren. Overleggen inzake evenementen voortzetten en waar nodig uitbreiden. Het regionaal evenementenbeleid als regionaal aandachtspunt benoemen. Carnaval Jaarlijks wordt er in Ter Apel een carnavalsoptocht georganiseerd. Wat in het klein is begonnen, is uitgegroeid tot één van de grootste carnavalsoptochten boven de rivieren. Circa 100 startnummers met ca. 1500 tot 2000 deelnemers doen mee aan de optocht, bestaande uit muziekkorpsen, dweilorkesten, loopgroepen, carnavalswagen en kleinere voertuigen van allerlei aard. Het credo is in veel gevallen: “hoe gekker, hoe mooier”. Al vele jaren doen ook enkele Duitse carnavalsverenigingen van vlak over de grens mee. De publieke belangstelling groeide door de jaren. In het draaiboek wordt zelfs uitgegaan van 25.000 toeschouwers. De gemeente heeft begin 2010 aandacht gevraagd voor het gebruik van alcohol in de optocht. In de komende jaren zal er worden ingezet op het alcohol matigen. Doelstelling: Carnaval veilig en geordend laten verlopen en inzetten op het matigen van alcohol. Activiteiten: Draaiboek jaarlijks waar nodig aanpassen. Met partners in overleg gaan over hoe alcohol te matigen. Jaarwisseling Een jaarlijks terugkerend evenement is de jaarwisseling. Een evenement in de gehele gemeente met veel risico’s. Om dit evenement geordend en veilig te laten verlopen en om de schade zo veel mogelijk te beperken vindt er een aantal maanden voor de jaarwisseling een overleg plaats waar de jaarwisseling van het afgelopen jaar wordt geëvalueerd en waar afspraken worden gemaakt over de aankomende jaarwisseling. Bij dit overleg zijn aanwezig: politie, brandweer en gemeente. Doelstelling: De jaarwisseling veilig en geordend laten verlopen en de schade zo veel mogelijk beperken. Activiteiten: Jaarlijks overleg. Scholen aanschrijven om rekening te houden met de jaarwisseling en met tips om schade te beperken. Bouwbedrijven aanschrijven die nog werkzaam zijn in de gemeente met het verzoek om bouwmateriaal op te ruimen. Voor de jaarwisseling een ronde maken door de gemeente langs locaties die bekend staan als overlastlocaties van vreugdevuren om materialen voor vreugdevuren af te voeren. Wanneer gewenst contact opnemen met andere partners of de betreffende partners uitnodigen voor het overleg, bijvoorbeeld jongerenwerk of woningcorporatie Acantus.
26
7.0 Integriteit en veiligheid Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze maatschappelijke integriteit c.q. op belangrijke regels en andere afspraken in het kader van de veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect, ze kunnen in meest extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken. Thema’s binnen dit veiligheidsveld zijn radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit en ambtelijke en integriteit.
7.1 Integriteit Om de integriteit binnen de gemeente te waarborgen heeft de gemeente Vlagtwedde de gedragscode integriteit opgesteld. Hierin wordt onder andere weergegeven hoe om te gaan met belangenverstrengeling, nevenfuncties, het aannemen van geschenken en declaraties. Doestelling: De bestuurders en ambtenaren zijn beëdigd en gedragen zich zoals de gedragscode voorschrijft om de integriteit te waarborgen. Activiteiten: Het beleid inzake integriteit wordt ongewijzigd voortgezet.
7.2 Polarisatie en Radicalisering In de afgelopen jaren is er een trend van polarisatie en radicalisering onder bepaalde bevolkingsgroepen zichtbaar. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving, die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en in toename van afscheidingen langs ethische en religieuze lijnen. Radicalisering is de bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middelen), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). In 2007 is er een onderzoek uitgevoerd naar polarisatie onder jongeren in de provincie Groningen. Hieruit blijkt dat in het geografisch gebied Vlagtwedde 16 a 20 harde kernleden en enkele meelopers zich bevinden. Onder harde kernleden wordt verstaan de jongeren die in een groep, voor wat betreft het zich extreemrechts uitlaten, een leidende rol in de groep hebben of extreem zijn in hun uitingen. De meelopers zijn niet alleen de jongeren die zich onder de invloedssfeer van de harde-kernleden bevinden en daardoor zich ook extreemrechts uitlaten, maar ook jongeren die zich in een groep bevinden (zonder harde-kernleden) en zich op een minder extreme manier uitlaten. De geïnterviewden omschreven deze jongeren als jongeren die zich op de een of andere manier extreemrechts uitlaten, maar dit meer doen om stoer te doen en/of onder druk van de groep. Dit soort jongeren is echter wel gevoelig voor eventuele invloed van radicalere personen. De geografische gebieden houden niet in dat alle personen die tot een groep behoren ook allemaal woonachtig zijn in de desbetreffende gemeente of het geografisch gebied. Doelstelling: Signalen inzake polarisatie en radicalisering worden gemonitord en waar nodig wordt er intensieve begeleiding ingezet. Activiteiten: Bij het Meldpunt (zie CJGV) kunnen meldingen gedaan worden over signalen aangaande polarisatie en radicalisering. Waar nodig acties ondernemen met jongerenwerker en politie. Jongeren die extra zorg of aandacht nodig hebben kunnen worden gemeld in de verwijsindex. Signalen inzake radicalisering en polarisatie worden besproken in het overleg met de politie. De werkers in het veld weten de signalen te herkennen. Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA
27
7.3 Wet BIBOB De wet BIBOB staat voor Bevordering Integriteits Beoordeling door het Openbaar Bestuur. De bedoeling van de wet BIBOB is overheden ertoe aan te zetten en toe te rusten een bijdrage te leveren aan de strijd tegen de georganiseerde misdaad, in het bijzonder tegen de infiltratie van de onderwereld in de bovenwereld. Vergunningen en subsidies mogen worden geweigerd of ingetrokken als ter verkrijging daarvan een strafbaar feit is gepleegd, bijv. omkoping of valsheid in geschrifte. Vergunningen en subsidies mogen daarnaast worden geweigerd of ingetrokken als ernstig gevaar bestaat dat zij zullen worden gebruikt om a) strafbare feiten te plegen of b) uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten. Als sprake is van mindere mate van dergelijk gevaar mogen er extra voorschriften, gericht op beperking van dat gevaar, aan de vergunning/subsidie worden verbonden. De wet BIBOB is van toepassing op de volgende vergunningen: • De horecavergunning, voor wat betreft de commerciële horeca • De exploitatievergunning uit artikel 3.2.1. APV voor het hebben van een prostitutiebedrijf • De vergunning van de burgemeester voor het exploiteren van een speelautomatenhal • De milieuvergunning, uitsluitend op indicatie • De bouwvergunning voor zover het betreft verbouwingen die samenhangen met ongebruikelijke onroerendgoedtransacties in en vanuit de horeca. Doelstelling: De gemeente past daar waar het nodig is, de wet BIBOB toe om een bijdrage te leveren in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, dan wel criminele activiteiten (en de infiltratie daarvan van de onderwereld in de bovenwereld) op de beleidsterreinen waarvoor zij mede verantwoordelijk is. Activiteiten: Waar nodig wordt de wet BIBOB toegepast. Bij de beoordeling van de mate van gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten zal Bureau BIBOB om advies worden gevraagd.
7.4 RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) Naast de werking van de wet BIBOB om de georganiseerde criminaliteit tegen te gaan, is het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) in het leven geroepen. Er is door 11 RIEC’s een landelijk netwerk gecreëerd waar informatie wordt verzameld en maatregelen worden genomen door het Openbaar Bestuur. Het RIEC is een informatieknooppunt dat de gemeenten ondersteunt bij het faciliteren van een betere bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit en werkt samen met de politie, het Openbaar Ministerie, de provincie, de belastingdienst, het FIOD (fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst), het SIOD (sociale inlichtingen- en opsporingsdienst) en eventuele andere overheden. Het RIEC beoogt een geïntegreerde aanpak van georganiseerde misdaad, door naast strafrechtelijke vervolging van individuele daders en het ontmantelen van samenwerkingsverbanden, ook bestuursrechtelijke interventies en fiscale handhaving te gebruiken om factoren of gelegenheidsstructuren van georganiseerde misdaad op te sporen en aan te pakken. Daarnaast moet er voorkomen worden dat georganiseerde misdaad, bewust of onbewust, worden gefaciliteerd door de overheid en dat het zwartverdiende geld niet in de lokale economie wordt witgewassen. Door het verzamelen van alle mogelijke informatie kunnen er onder andere reguliere weigeringsgronden voor een vergunning voordoen, waardoor er eventueel geen BIBOB onderzoek hoeft worden ingesteld. Op 5 november 2009 is het RIEC Noord van start gegaan. Het onderliggende convenant Geïntegreerde Decentrale Aanpak van de Georganiseerde Misdaad is door alle 68 burgemeesters van de drie noordelijke provincies ondertekend. Het is nu voor de gemeente Vlagtwedde mogelijk, als convenantpartner, om informatie uit te wisselen met andere convenantpartners wanneer er sprake is van een verschijningsvorm van georganiseerde criminaliteit.
28
Doelstelling: De gemeente zet samen met haar convenant partners in op een geïntegreerde aanpak van georganiseerde misdaad door handhaving op bestuurlijk, strafrechtelijk en fiscaal niveau. Daarbij wordt getracht om criminelen of criminele organisaties bewust of onbewust niet worden gefaciliteerd door de overheid en kunnen investeren in de reguliere economie. Activiteiten: Bij verdenking van deelname aan georganiseerde criminaliteit door een inwoner van de gemeente Vlagtwedde wordt een RIEC onderzoek ingesteld. Als er medewerking wordt gevraagd van een andere convenantpartner geeft de gemeente gehoor aan dit verzoek.
7.5 Regionaal ketenaanpak mensenhandel Mensenhandel doet zich in verschillende vormen voor. Ook in de provincie Groningen. Het gaat daarbij niet alleen om uitbuiting van personen in de seksindustrie, maar ook in o.a. de land- en tuinbouwsector en de horecabranche. Bestrijding van mensenhandel vergt meer dan strafrechtelijke opsporing en vervolging. Integrale samenwerking tussen betrokken overheidspartijen en private partners is onontbeerlijk. Er is een gecombineerde inzet nodig van preventieve, bestuurlijke, fiscale, arbeidsrechtelijke en strafrechtelijke maatregelen. De informatievoorziening vanuit gemeenten en de bestuurlijke aanpak (indien bijvoorbeeld misbruik gemaakt wordt van reguliere structuren zoals exploitatievergunningen en uitkeringsvoorzieningen) zijn daarbij belangrijke onderdelen. Omdat criminele organisaties zich niet aan gemeentegrenzen houden, moeten gemeenten daarbij gezamenlijk optrekken. Om de informatie-uitwisseling tussen alle bij de ketenaanpak betrokken partijen mogelijk te maken is het convenant mensenhandel ondertekend. Doelstelling: De verbetering van de bestrijding van mensenhandel door invoering van het Regionaal Convenant mensenhandel. Activiteiten: Signalen betreffende mensenhandel worden gemeld bij de ketenregisseur mensenhandel. Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA.
29
8.0 Uitvoeringsprogramma Naast de landelijke prioriteiten van de politie worden er jaarlijks lokale prioriteiten vastgesteld waarbij inzet gewenst is in een integrale aanpak. Voor 2013 zijn de volgende lokale prioriteiten vastgesteld: • Woninginbraken: In 2012 is gestart om woninginbraken integraal aan te pakken. Naast de politie en gemeente zijn o.a. woningcorporaties, het veiligheidshuis en krantendepothouders betrokken bij de aanpak. Er ligt nu een plan van aanpak waarin ook een rol is weggelegd voor de buurt- en wijkverenigingen. Daarnaast is er door de politie een warmtebeeldcamera aangeschaft om inbrekers sneller op te kunnen sporen. Om het verschil te kunnen maken is het van belang om in 2013 uitvoering te geven aan het plan van aanpak. • Aanpak problematische jeugdgroepen: De jongeren zijn de bouwstenen van de toekomst. Daarom is het van belang om aan de voorkant te investeren in de jongeren die dreigen te ontsporen. In 2012 is in de gemeente Vlagtwedde één jeugdgroep door extra te investeren aangepakt. Een belangrijke rol was hierbij weggelegd voor het jongerenwerk. Demissionair minister van Veiligheid en Justitie: de heer Opstelten, is zo enthousiast over de aanpak in de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde dat hij deze aanpak noemt als voorbeeld voor andere gemeenten. Ook is deze aanpak voor de heer Opstelten een reden geweest om een bezoek te brengen aan de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde. • Overige vermogensdelicten: Dit betreft diefstallen van goederen die eenvoudig mee te nemen zijn. In het oog springen diefstallen van koper en lood die vooral voor veel schade zorgen maar ook gelegenheidsdiefstallen zoals diefstallen van tuinmeubilair. Bewustwording bij inwoners om alert te zijn en spullen goed op te bergen is hierbij van groot belang. Ook is een voorwaarde voor succes dat de branche (metaalopkopers) zich verantwoordelijk gaat opstellen. De branche moet verdachte zaken gaan melden en registratie van verkopers van metalen zorgvuldig uitvoeren. Alleen dan is gestolen goed te achterhalen. • Winkeldiefstal: In 2011 was er een stijging zichtbaar voor Ter Apel. Vervolgens is er voor ondernemers uit Ter Apel een bijeenkomst georganiseerd. Deze bijeenkomst heeft geleid tot een integrale aanpak met de politie, het Centraal Opvang Asielzoekers, Veiligheidszorg Noord, vreemdelingenpolitie en de ondernemers. In september 2012 is er een vervolgbijeenkomst georganiseerd. In de loop van 2012 was er een daling te zien. Voor 2013 is het van belang om uitvoering te geven aan de aanpak en waar nodig bij te sturen. • Evenementenbeleid: Er komen steeds meer en grotere evenementen. Soms worden er zelfs meerdere evenementen op 1 dag georganiseerd. Aan de voorkant wordt er met de organisatie, brandweer, politie en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen(GHOR) samengewerkt om risico’s te beperken. Toch vergt het voor de politie vaak extra inzet. Met het evenementenbeleid als regionaal aandachtspunt wordt beoogd dat er gewerkt gaat worden aan meer sturing en aan het veiliger maken en het voorkomen van overlast van evenementen. Daarnaast is het door de politieregio Noord-Nederland en het hierdoor ontstaan van een regionaal beleidsplan mogelijk om voor de gehele regio een evenementenkalender op te stellen. Wanneer evenementen plaatsvinden is zodoende vroegtijdig inzichtelijk en vervolgens kan hierop worden ingespeeld. • Geweldszaken: Geweld is niet accepteerbaar. Niet in de openbare ruimte, bijvoorbeeld bij horecagelegenheden, maar ook zeker niet achter de voordeur, bijvoorbeeld huiselijk geweld. Extra aandacht aan het voorkomen van geweldszaken is dan ook zeker gewenst. Hoofdstuk 2: Zorg en veiligheid 2.1 CJGV Doelstelling: Het CJGV moet een laagdrempelige instelling worden waar iedereen, van jong tot oud, terecht kan met zijn of haar problemen. Daar waar nodig, wordt er ten aanzien van één gezin of persoon, één plan van aanpak opgesteld onder de regie van het CJGV met de deelnemende partijen om een duidelijk en doelgericht hulpverleningstraject te kunnen doorlopen. Het CJGV wordt voortgezet en waar nodig bijgesteld aan de wensen en behoeften. 2.4 Begeleid wonen Doelstelling: Jongeren stromen succesvol uit en kunnen zelfstandig wonen. Er wordt getracht de pilot 4 uurs begeleid wonen met ingang van 2013 structureel voort te zetten.
30
Hoofdstuk 3: Veilige woonomgeving 3.1 Schoon, heel en veilig Doelstelling: In 2015 is de waardering voor de woonomgeving en de leefbaarheid gelijk(7.6) of gestegen. Er wordt uitvoering gegeven aan de aanpak woninginbraken. Er wordt geïnvesteerd in jeugdgroepen. De aanpak van overige vermogensdelicten is een prioriteit voor 2013. Er wordt een vervolg gegeven aan de aanpak winkeldiefstallen. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. - Er is een meldpunt om gebreken te melden. - Zwerfvuil wordt tegengegaan. - De afspraken uit het masterplan worden opgevolgd. - Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA. 3.2 Veilige woonomgeving Doelstelling: In 2015 geven de inwoners van Vlagtwedde minimaal een 7,6 aan hun woonomgeving en gemiddeld een 7 aan de veiligheid in de buurt. Er wordt uitvoering gegeven aan de aanpak woninginbraken. Er wordt geïnvesteerd in jeugdgroepen. De aanpak van overige vermogensdelicten is een prioriteit voor 2013. Er wordt een vervolg gegeven aan de aanpak winkeldiefstallen. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. Stadswachten worden in overleg met de politie ingezet. - De activiteiten voor verkeersveiligheid worden voortgezet. - De afspraken uit het masterplan worden opgevolgd. - Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA. 3.3 Stadswachten Doelstelling: In 2013 is het aantal inwoners dat zich wel eens onveilig voelt gedaald naar 20 %, ten opzichte van 2011. - In overleg met de politie worden de stadswachten efficiënt ingezet. 3.4 Prostitutiebeleid Doelstelling: In de gemeente Vlagtwedde zijn geen illegale prostitutiebedrijven. Het prostitutiebeleid ongewijzigd voortzetten. 3.5 Verkeersveiligheid Doelstellingen: In 2020 is het aantal letselongevallen gedaald met 15% ten opzichte van 2002. In 2020 is het aantal dodelijke slachtoffers gedaald met 45% ten opzichte 2002. - Uitvoering geven aan het verkeerseducatieplan 2011. - Opstellen van een verkeers- en vervoersplan. - Reconstructie op- en afritten N366 Nulweg, Jipsingboermussel/Ter Apelkanaal, Westerstraat. - Aanpak verkeersonveilige kruisingen. - Diverse reconstructies, o.a. Parallelweg Ter Apelervenen, Centrum Ter Apel, Willem Lodewijckstraat. - Reconstructie Nederveen Cappelstraat m.b.t. inrichting veilige schoolomgevingen (3 scholen + 1 kinderdagverblijf). - De verkeersveiligheid in de omgeving van andere scholen onderzoeken. - De schoolomgeving bij OBS De Clockeslagh veilig inrichten. 3.6 Openbare verlichting Doelstelling: Donker waar het kan, verlichten waar nodig voor de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid Defecte verlichting verhelpen. In stand houden en verbeteren van meldpunten, zowel telefonisch als elektronisch. Investeren in duurzame verlichting, met als doel betere verlichting en besparing op energie en onderhoud.
31
3.7 Geweld op straat Doelstelling: In 2013 is het aantal slachtoffers van een delict waarbij geweld is gepleegd gelijk gebleven of gedaald. De activiteiten uit het convenant veilig uitgaan worden voortgezet. Nieuwe horecabedrijven worden benaderd om deel te nemen aan het convenant. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. Doelstelling: In 2013 is het aantal inwoners dat overlast ondervindt van omwonenden gelijk gebleven of gedaald. - Bij burenproblematiek wordt casusoverleg onder leiding van de projectleider van het CJGV opgestart. - Bij burenruzies die dreigen te escaleren of met een uitstraling naar de buurt wordt bemiddeling aangeboden. Doelstelling: In 2013 is het aantal inwoners dat overlast ondervindt van omwonenden gelijk gebleven of gedaald. - Bij burenproblematiek wordt casusoverleg onder leiding van de projectleider van het CJGV opgestart. - Bij burenruzies die dreigen te escaleren of met een uitstraling naar de buurt wordt bemiddeling aangeboden. Doelstelling: In 2013 is de fysieke verloedering gelijk gebleven in vergelijking met 2009, respectievelijk gemiddeld een 2.8. - Er wordt aangifte gedaan van vernielingen aan gemeentelijke eigendommen. - Rommel op straat wordt tegengegaan. - Bekladdingen worden zo snel mogelijk verwijderd. De activiteiten uit het convenant veilig uitgaan worden voortgezet. - Nieuwe horecabedrijven worden benaderd om deel te nemen aan het convenant. - Ter voorbereiding op de jaarwisseling wordt er met partners een overleg gepland om afspraken te maken. 3.9 Nazorg ex-gedetineerden Doelstelling: In 2013 moet de sluitende aanpak zijn verbeterd. Aan verzoeken vanuit de PI om formulieren in te vullen wordt voldaan. Contacten met de medewerkers maatschappelijke dienstverlening worden verbeterd. Er wordt een besluit genomen om de re-integratie van ex-gedetineerden wel of niet onder te brengen bij het Veiligheidshuis. 3.10 Drugsbeleid Doelstelling: Het aantal dreigende voorvallen van drugsoverlast in de buurt is gedaald naar 10%. Drugsgerelateerde zaken worden gemonitord en waar nodig wordt er actie ondernomen. Inzake middelengebruik wordt er voorlichting gegeven. Met deelnemende horecabedrijven aan het convenant veilig uitgaan zijn afspraken gemaakt bij constatering van handel of gebruik van drugs en/of andere stoffen. 3.11 Huiselijk geweld Doelstelling: Geweld, waaronder huiselijk geweld, wordt met voorrang opgepakt. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. Huisverboden worden besproken in het overleg om de twee week met de politie. 4.1 Veilige scholen Doelstelling: er wordt uitvoering gegeven aan het sociaal veiligheidsplan van de scholen. Inzake de veiligheidsplannen wordt overleg gevoerd. De JONG – monitor wordt toepast op jongeren tot 24 jaar.
32
4.2 Jeugd en alcohol Doelstelling: Inzetten op het matigen van alcoholgebruik onder jongeren. Handhavingsbeleid ontwikkelen inzake de drank- en horecawet. Per 1 januari 2014 een paracommerciële verordening hebben opgesteld. Bij carnaval inzetten op het matigen van alcohol. Voorlichting geven over middelengebruik. Deelnemen aan het convenant alcohol en jongeren 2012-2016. In het convenant Veilig Uitgaan zijn met deelnemende horecaondernemers afspraken gemaakt over het verantwoord alcohol schenken. 4.3 Sluiten aanpak jongeren Doelstelling: In het schooljaar 2014-2015 heeft tenminste 50 % van de voortijdige schoolverlaters alsnog een startkwalificatie of is terug gegaan naar het reguliere onderwijs. - De JONG – monitor wordt toepast op jongeren tot 24 jaar. 4.4 Weerbaarheidsproject Doelstelling: Trainen van kinderen zodat zij machtmisbruik leren herkennen en hun handelingsmogelijkheden in onveilige en ongewenste situaties leren vergroten. In 2013 organiseert de gemeente samen met scholen weerbaarheidstrainingen. In 2013 wordt binnen de preventielessen op scholen aandacht besteed aan alcohol en drugs. 4.5 Bureau Halt Doelstelling: In 2013 is het aantal Halt - afdoeningen gelijk gebleven of gedaald. In samenwerking met de politie wordt de aanpak van jongerengroepen verbeterd. Over het veilig afsteken van vuurwerk wordt voorlichting gegeven. Met de PI Ter Apel wordt een preventieproject opgezet. 4.6 Jeugdgroepen Doelstelling: Voorkomen en beperken dat jeugdigen ontsporen en afglijden naar criminele activiteiten. Nieuwe groepen worden in beeld gebracht. Voor een nieuwe groep wordt een aanpak ontwikkeld in samenwerking met politie, jongerenwerk, leerplicht, CJGV, en wanneer gewenst het Veiligheidshuis of Sociale Zaken. Met de PI Ter Apel wordt een preventieproject opgezet. 5.1 Integraal handhavingsbeleid Doelstelling: Het toezicht en handhaving verloopt structureel, programmatisch en integraal, overeenkomstig de eisen van de Wabo. Er wordt jaarlijks een integraal handhavingbeleidsplan vastgesteld. Er wordt jaarlijks een integraal uitvoeringsprogramma opgesteld en geëvalueerd. In 2013 zijn de controles en inspecties inzake de wijziging van de Drank- en Horecawet gerealiseerd. Voor 1 januari 2014 is de verordening paracommercie vastgesteld. 5.2 Toerisme Doelstelling: Voor toeristen en recreanten is de gemeente Vlagtwedde en veilige gemeente. - Het voortzetten van de huidige werkwijze ten aanzien van toerisme en veiligheid. 5.3 Brandweerzorg Doelstelling: De brandweer Zuid-Groningen biedt in 2015 een kwalitatief goede basis brandweerzorg aan de burgers en is als onderdeel van de geregionaliseerde brandweer een goede partner voor de andere korpsen uit de veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe. Voldoen aan de wettelijke voorschriften van de Wet veiligheidsregio’s, zoals de opkomsttijd. De brandweerkazernes dienen te voldoen aan de eisen van de Inspectie en de ARBO. Geven van voorlichting over brandveiligheid.
33
5.4 Rampenbestrijding en crisismanagement Doelstelling: Zorgdragen voor hulpverlening en een zo optimaal mogelijke veiligheid voor en bescherming van mensen, dieren, (culturele erf-) goederen en het milieu in situaties van brand, rampen en andere buitengewone omstandigheden. Bijhouden van draaiboeken. Bijhouden van het Risico Register Gevaarlijke Stoffen en het Informatie Systeem Overige Ramptypen Oefenen. Planvorming. Omzetten van gemeentelijk naar regionale expertteams. Centralisatie uitvoeringscapaciteit. Nieuwsbrieven. 5.5. Externe veiligheid Doelstelling: Het is belangrijk dat externe veiligheid de komende jaren een vaste plaats behoudt in gemeentelijke plannen op gebied van milieu en ruimtelijke ordening. Om dit te bereiken dient de externe veiligheid geborgd te worden in de werkprocessen waarbij in het oog wordt gehouden dat de wettelijke richtlijnen uitgangspunt zijn en dat risico's dienen worden te voorkomen en beheerst. Bijhouden van het Risico Register Gevaarlijke Stoffen en het Informatie Systeem Overige Ramptypen. Continueren van structureel toezicht met betrekking tot externe veiligheid. Voortzetting van het Steunpunt. 6.1 Keurmerk veilig ondernemen (KVO) Doelstelling: Een veiligere omgeving voor ondernemers, klanten en personeel. Onderzoeken of andere winkelcentra en bedrijventerreinen in aanmerking komen voor het Keurmerk Veilig Ondernemen. Blijf investeren in een structurele Publiek, Private Samenwerking met alle partijen. Een zo hoog mogelijk deelnemerschap winkeliers aan KVO-W te bewerkstellingen. De winkeliers blijven stimuleren om in alle gevallen aangifte te blijven doen bij de politie. Vast contactpersoon bij de politie voor de winkeliers en een effectief toezichtbeheer in centrum. Preventieve maatregelen te nemen zoals training, opstellen huisregels, website, sms alertsysteem. Uitkomsten schouwrapport van gemeente meenemen in uitvoeringsprogramma. Continueren lage inbraakgetallen. Het percentage ondernemers dat zijn/haar bedrijf op brandveiligheid controleert verhogen. De tevredenheid over het beheer en onderhoud moet licht worden verbeterd. De ondernemers blijven stimuleren om aangifte te doen. De aanpak van overige vermogensdelicten is een prioriteit voor 2013. In 2013 een vervolgbijeenkomst plannen inzake winkeldiefstallen voor ondernemers uit Ter Apel. De aanpak van winkeldiefstal is een prioriteit voor 2013. 6.2 Convenant veilig uitgaan Doelstelling: In 2013 voelt 11% of minder van de ondervraagde inwoners zich wel eens onveilig rondom uitgaansgelegenheden. Het convenant Veilig Uitgaan wordt voortgezet. De aanpak van geweldszaken is een prioriteit voor 2013. Nieuwe horecagelegenheden worden benaderd om deel te nemen. Nachtbus Doelstelling: Het verminderen van slooproutes en een alternatief bieden zodat minder mensen met alcohol op achter het stuur gaan. De ontwikkelingen inzake de nachtbus blijven monitoren en waar nodig bijstellen. Speelautomatenbeleid Doelstelling: In de gemeente Vlagtwedde zijn geen illegale speelautomatenhallen of casino’s. het speelautomatenbeleid ongewijzigd voortzetten.
34
6.3 Evenementen Doelstelling: Evenementen veilig en geordend laten verlopen. Draaiboeken waar nodig aanpassen. Partners betrekken bij het verlenen van vergunningen. Het traject van aanvraag tot verlenen van een vergunning verbeteren. Overleggen inzake evenementen voortzetten en waar nodig uitbreiden. Het regionaal evenementenbeleid als regionaal aandachtspunt benoemen. Carnaval Doelstelling: Carnaval veilig en geordend laten verlopen en inzetten op het matigen van alcohol. Draaiboek jaarlijks waar nodig aanpassen. Met partners in overleg gaan over hoe alcohol te matigen. Jaarwisseling Doelstelling: De jaarwisseling veilig en geordend laten verlopen en de schade zo veel mogelijk beperken. Jaarlijks overleg. Scholen aanschrijven om rekening te houden met de jaarwisseling en met tips om schade te beperken. Bouwbedrijven aanschrijven die nog werkzaam zijn in de gemeente met het verzoek om bouwmateriaal op te ruimen. Voor de jaarwisseling een ronde maken door de gemeente langs locaties die bekend staan als overlastlocaties van vreugdevuren om materialen voor vreugdevuren af te voeren. Wanneer gewenst contact opnemen met andere partners of de betreffende partners uitnodigen voor het overleg, bijvoorbeeld jongerenwerk of woningcorporatie Acantus. Doelstelling: Inzake openbare orde en veiligheid carnaval op de huidige werkwijze laten verlopen. Inzetten op het alcohol matigen van de omgeving van de optocht. Draaiboek jaarlijks waar nodig aanpassen. Met partners in overleg gaan over hoe alcohol te matigen. 7.1 Bestuurlijke integriteit Doelstelling: De bestuurders en ambtenaren zijn beëdigd en gedragen zich zoals de gedragscode voorschrijft om de integriteit van het Openbaar Bestuur te waarborgen. Het beleid inzake bestuurlijke en ambtelijke integriteit wordt ongewijzigd voortgezet. 7.2 Polarisatie en radicalisering Doelstelling: Signalen inzake polarisatie en radicalisering worden gemonitord en waar nodig wordt er intensieve begeleiding ingezet. Bij het Meldpunt (zie CJGV) kunnen meldingen gedaan worden over signalen aangaande polarisatie en radicalisering. Waar nodig acties ondernemen met jongerenwerker en politie. Jongeren die extra zorg of aandacht nodig hebben kunnen worden gemeld in de verwijsindex. Signalen inzake radicalisering en polarisatie worden besproken in het overleg met de politie. De werkers in het veld weten de signalen te herkennen. Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA. 7.3 Wet BIBOB Doelstelling: De gemeente past daar waar het nodig is, de wet BIBOB toe om een bijdrage te leveren in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, dan wel criminele activiteiten (en de infiltratie daarvan van de onderwereld in de bovenwereld) op de beleidsterreinen waarvoor zij mede verantwoordelijk is. Waar nodig wordt de wet BIBOB toegepast. Bij de beoordeling van de mate van gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten zal Bureau BIBOB om advies worden gevraagd.
35
7.4 RIEC Doelstelling: De gemeente zet samen met haar convenant partners in op een geïntegreerde aanpak van georganiseerde misdaad door handhaving op bestuurlijk, strafrechtelijk en fiscaal niveau. Daarbij wordt getracht om criminelen of criminele organisaties bewust of onbewust niet worden gefaciliteerd door de overheid en kunnen investeren in de reguliere economie. Bij verdenking van deelname aan georganiseerde criminaliteit door een inwoner van de gemeente Vlagtwedde wordt een RIEC onderzoek ingesteld. Als er medewerking wordt gevraagd van een andere convenantpartner geeft de gemeente gehoor aan dit verzoek. 7.5 Regionaal ketenaanpak mensenhandel Doelstelling: De verbetering van de bestrijding van mensenhandel door invoering van het Regionaal Convenant mensenhandel. Signalen betreffende mensenhandel worden gemeld bij de ketenregisseur mensenhandel. Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA.
36
9.0 Financiële paragraaf De kosten die worden gemaakt voor de onderwerpen uit het integraal veiligheidsbeleid zijn structureel opgenomen in de begroting via het bestaande beleid. Deze kosten zijn verspreid over verschillende posten. Wordt er specifiek gekeken naar het product Veiligheidsbeleid, categorie Integraal Veiligheidsbeleid, dan worden de volgende kosten weergegeven: Cat. 34409
Omschrijving Integraal veiligheidsbeleid Kosten Notitie integraal veiligheidsbeleid Kosten Nota integraal veiligheidsbeleid Functionaris Veiligheidshuis Groningen Totale lasten
€3.782, €1.681, €5.664, €11.127, -
Categorie: 34409 Integraal Veiligheidsbeleid Het betreft de kosten die voortvloeien uit de notitie integraal veiligheidsbeleid. De jaarlijkse lasten worden in Mip nr. 2 geraamd op €4.500, -. Dit bedrag is inclusief de jaarlijkse bijdrage voor het regionale platform criminaliteitsbeheersing Groningen en de kosten voor de inzet van de Officier van Dienst GHOR tijdens het carnaval. Kosten nota Integraal Veiligheidsbeleid In Mip nr. 501 is structureel €2.000,- beschikbaar gesteld inzake de kader nota Integraal veiligheidsbeleid. Functionaris Veiligheidshuis Groningen De gemeentelijke bijdrage voor de bestuurlijke functionaris Veiligheidshuis bedraagt per jaar: €5.664, -.
37
Bijlage 1: Lijst met afkortingen AMK AMW APV ASHG BIBOB BJZ CJG CJGV COA DMG FIOD GGD GHOR HBD Het Meldpunt JONG KHN KVO LPH MKB OGGz OM OOV PI PIJ RBZG RIEC RPC RRGS SIOD TBS VNN Wabo
- Advies- en Meldpunt Kindermishandeling - Algemeen Maatschappelijk Werk - Algemeen Plaatselijke Verordening - Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld - Bevordering Integriteits Beoordeling door het Openbaar Bestuur - Bureau Jeugdzorg - Centrum voor Jeugd en Gezin - Centrum voor Jeugd, Gezin en Veiligheid - Centraal Orgaan opvang asielzoekers - Discriminatie Meldpunt Groningen - Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst - Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen - Hoofdbedrijfschap Detailhandel - Het meldpunt Veiligheid en Zorg - Jeugd en Onderwijsmonitor Groningen - Koninklijke Horeca Nederland - Keurmerk Veilig Ondernemen - Lichtpedagogische hulp - midden – kleinbedrijf - Openbare Geestelijke Gezondheidszorg - Openbaar Ministerie - Openbare Orde en Veiligheid - Penitentiaire Inrichting - Plaatsing In Jeugdinrichting - Regio Brandweer Zuid – Groningen - Regionaal Informatie en Expertise Centrum - Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing - Risico Register Gevaarlijke Stoffen - Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst - Terbeschikkingstelling - Verslavingszorg Noord – Nederland - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
38
Bijlage 2: Ketenpartners Acantus AMW Belastingdienst BJZ Brandweer Bureau BIBOB Bureau Halt CMO COA FIOD GGD GHOR HBD Horecaondernemers Huisartsen KHN Lentis MKB Ommelander Ziekenhuis Groep Openbaar Ministerie Openbaar vervoersbureau Groningen/ Drenthe Ouderenwerk PI Ter Apel Politie Provincie Groningen Reclassering Refaja ziekenhuis RIEC RPC Rzijn Scheper Ziekenhuis Scholen SIOD Veiligheidshuis VNN Winkeliers
39