Integraal veiligheidsplan 2011-2014
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING ................................................................................................................................. 3 Inleiding................................................................................................................................................... 4 Problemen ..................................................................................................................................... 4 Oplossingen................................................................................................................................... 4 Wat is veiligheidsbeleid? .............................................................................................................. 5 Integrale veiligheid........................................................................................................................ 5 Leeswijzer ..................................................................................................................................... 5 1. Visie op veiligheid ........................................................................................................................ 6 1.1 Aanleiding kadernota......................................................................................................... 6 1.2 Doelstellingen .................................................................................................................... 7 1.3 Uitgangspunten .................................................................................................................. 7 1.4 Partners in veiligheid ......................................................................................................... 8 1.5 Flankerende beleid............................................................................................................. 9 1.6 Relevante ontwikkelingen.................................................................................................. 9 2. Veiligheidsanalyse Hilversum..................................................................................................... 11 2.1 Geregistreerde onveiligheid............................................................................................. 11 2.2 Gerapporteerde onveiligheid............................................................................................ 13 2.3 Onveiligheidsgevoelens ................................................................................................... 16 2.4 Bestaande aanpak en omissies ......................................................................................... 17 3. Prioriteiten................................................................................................................................... 19 3.1 Criteria voor bepalen van prioriteiten.............................................................................. 19 3.2 Veiligheidsvelden en veiligheidsthema's ......................................................................... 19 3.3 Prioriteiten 2011 - 2014 ................................................................................................... 20 4. Uitwerking prioriteiten................................................................................................................ 22 4.1 Aanpak van vernielingen ................................................................................................. 22 4.2 Aanpak van woninginbraken ........................................................................................... 25 4.3 Aanpak van onveiligheid tijdens uitgaan......................................................................... 27 4.4 Aanpak overlastgevende jeugd ........................................................................................ 30 5. Overzicht andere thema's ............................................................................................................ 33 6. Organisatie, coördinatie en begroting ......................................................................................... 39 6.1 Bestuurlijke coördinatie................................................................................................... 39 6.2 Ambtelijke coördinatie van het veiligheidsbeleid............................................................ 39 6.3 Begroting ......................................................................................................................... 39 6.4 Planning en control .......................................................................................................... 40 BIJLAGE: Begrippen en definities........................................................................................................ 41 Veiligheidsvelden en veiligheidsthema's .................................................................................... 42 EINDNOTEN ........................................................................................................................................ 43
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 2
SAMENVATTING Veiligheid is veelomvattend. Als beleidsveld gaat het onder andere om het verminderen van overlast, de aanpak van drugsproblematiek, coffeeshops, huiselijk geweld, veilig uitgaan, onveiligheidsgevoelens, aanpak veelplegers, overlastgevende jongeren, crisisbeheersing, rampenbestrijding, brandveiligheid etc. In totaal zijn er in Hilversum zo'n 40 bestaande projecten / activiteiten die onder het veiligheidsbeleid vallen, daarnaast zijn er plannen voor zo'n 14 nieuwe projecten. De gemeente staat daarbij voor de opgave een coördinerende rol te vervullen voor de activiteiten van verschillende partijen die bijdragen aan de veiligheid van de Hilversummers. Dat vereist samenwerking met en tussen bewoners en uiteenlopende partijen als gemeentelijke diensten, politie, Openbaar Ministerie, Bureau Halt, reclassering, welzijnswerk, jongerenwerk, bureau jeugdzorg, Jellinek, horeca, KvK, NS en Prorail, GGD, onderwijsinstellingen, woningcorporaties, bedrijfsleven, belangengroepen, enz. Om de onveiligheid in Hilversum gezamenlijk aan te pakken heeft de gemeente een integraal veiligheidsplan gemaakt. Een integraal veiligheidsplan (IVP) heeft de status van een kadernota en bevat de visie, de veiligheidsanalyse, de beleidsprioriteiten, de hoofdlijnen van de aanpak en de samenwerkingsafspraken met de partners. De aanleiding voor deze nieuwe kadernota is het collegeprogramma, het voortbouwen op de bestaande werkwijze, de wijziging van de gemeentewet waardoor een IVP een wettelijke verplichting wordt, de behoefte om de samenhang tussen allerlei projecten duidelijk te maken en het standpunt van het kabinet en de VNG die de noodzaak van gemeentelijk veiligheidsbeleid benadrukken. Uit het collegeprogramma en andere bronnen volgt de strategische doelstelling van het veiligheidsbeleid: We willen een veiliger Hilversum met een daadkrachtige aanpak van overlast en criminaliteit, waarbij bewoners goed worden betrokken bij plannen en er snel door de overheid, burgers en bedrijven wordt ingegrepen bij veiligheidsinbreuken. Het IVP benoemt ook de uitgangspunten bij de ontwikkeling en uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid en geeft een overzicht van de veiligheidspartners, andere relevante beleidsprocessen en maatschappelijke ontwikkelingen. De veiligheidsanalyse gaat in op vragen als: Hoe is de veiligheidssituatie momenteel in de gemeente? Op welke manier wordt er momenteel aan veiligheid gewerkt? Hieruit komen een aantal thema's naar voren die extra aandacht vragen. Die zijn gecombineerd met onder meer de politieke keuzes van veiligheidsinbreuken die met voorrang moeten worden aangepakt. Daarnaast is gekeken naar de wensen van de bevolking, bestaande prioriteitstellingen en anticipatie op maatschappelijke ontwikkelingen. Gelet al op deze aspecten hebben de volgende vier veiligheidsthema's prioriteit in de gemeente Hilversum: Vernielingen, Woninginbraak, Veilig uitgaan, Overlastgevende jeugd Deze prioriteiten hebben de komende periode (2011-2014) een bijzondere status en vormen de blikvangers van het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Ook worden er drie aandachtswijken benoemd, namelijk Centrum (postcode 1211), Noordoost (postcode 1222), Oost (postcode 1223). De uitwerking van deze prioriteiten komt ook aan de orde. Per prioriteit wordt antwoord gegeven op vragen zoals wat is de betekenis, wat is de doelstelling, wat zijn de hoofdlijnen, hoe kunnen we het effect meten, wie zijn de partners? Daarbij is gebruik gemaakt van de eerder genoemde uitgangspunten. Naast de prioriteiten zijn er veel andere samenwerkingsverbanden, projecten en bestaande activiteiten. Op die thema's wordt in principe het bestaande niveau gehandhaafd, hoewel er twee nieuwe initiatieven ingepland staan (convenanten Schoolveiligheid en deelname aan het Regionaal Expertise- en Informatiecentrum, afgekort RIEC). Het gaat in totaal om zeventien thema's die wel belangrijk en noemenswaardig zijn, maar geen prioritaire aandacht hebben. Daaronder vallen projecten zoals Aanpak hennepteelt, Keurmerk veilig ondernemen, Lokaal VeiligheidsArrangement NS-stations, de Veiligheidsregio, Veiligheid Media Park. Om ruimte te geven aan nieuwe initiatieven worden enkele bestaande projecten afgebouwd of beëindigd, zoals de wijkveiligheid en voorlichting op scholen door bureau Halt. Ook worden er geen extra activiteiten georganiseerd bij het thema 'senioren en veiligheid'. Dan tenslotte de begroting. De meeste bestaande activiteiten hebben een financiële dekking. Al met al worden er gekoppeld aan het vaststellen van deze kadernota geen extra middelen gevraagd.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 3
INLEIDING Hilversum is de mediastad van Nederland, een gemeente in de provincie Noord-Holland, grootste gemeente in de regio Gooi en Vechtstreek en de belangrijkste plaats in de streek het Gooi. Hilversum heeft circa 85.000 inwoners en een oppervlakte van 46 km². Hilversum is trots op haar vele monumenten en aansprekende moderne architectuur, haar stedenbouwkundige structuur en het prachtige omringende groen, en vooral op de talrijke multimediabedrijven die hier hun geschiedenis en hun toekomst hebben. Een stad ook met een veelzijdig samengestelde bevolking, vol leven, stijl en kwaliteit, met goede voorzieningen en een aantrekkelijk woonklimaat. Hilversum is centraal gelegen en aangesloten op knooppunten van snelwegen en spoorlijnen. Het zijn niet alleen deze kwaliteiten afzonderlijk, maar vooral de onderlinge samenhang van deze kwaliteiten die unieke kansen en mogelijkheden bieden.
Problemen Naast kansen en kwaliteiten zijn er ook problemen die bij een stad horen op de 34e plaats qua gemeentegrootte in Nederland. Zoals veelplegers, jongerenoverlast, geweld, inbraken, evenementen met grote bezoekersaantallen, vervoer van gevaarlijke stoffen en vandalisme. Dat een aanpak van onveiligheid nodig is, blijkt ook uit benchmarking en vergelijkende onderzoeken. Zo staat Hilversum op de 13e plek van de ranglijst van onveiligheid, gewogen samengestelde index op basis van geweldsmisdrijven en vernielingen (bron: Atlas 2010 voor gemeenten, de 50 grootste gemeenten van Nederland op 40 punten vergeleken). Een ander onderzoek plaatste Hilversum in mei 2010 op de 47e plek van onveiligheid van de 424 gemeenten, waarbij de score wordt bepaald met behulp van politiecijfers op tien delicten. Het aantal delicten is afgezet tegen het inwoneraantal (bron: AD Misdaadmeter). Uit de laatste Gemeentelijke Veiligheidsindex, een meetinstrument ontwikkeld door Politie en Wetenschap stond Hilversum op de 40e plaats. In deze kadernota wordt uitvoerig ingegaan op de veiligheidsanalyse in Hilversum.
Oplossingen Om onveiligheid aan te pakken kan de gemeente integraal veiligheidsbeleid maken. De Gemeentewet wordt gewijzigd om dit te formaliseren en de regierol van de gemeente ten aanzien van het lokaal veiligheidsbeleid te verstevigen. Concreet betekent dit dat de gemeenteraad een integraal veiligheidsplan (IVP) moet vaststellen, overigens sinds de vorige eeuw een goed gebruik in Hilversum. De gemeente staat daarbij voor de opgave een coördinerende rol te vervullen voor de activiteiten van verschillende partijen die bijdragen aan de veiligheid van de Hilversummers. Dat vereist samenwerking met en tussen bewoners en uiteenlopende partijen als gemeentelijke diensten, politie, Openbaar Ministerie, Bureau Halt, reclassering, welzijnswerk, jongerenwerk, bureau jeugdzorg, Jellinek, horeca, Kamer van Koophandel, NS, GG&GD, diverse andere (geestelijke)gezondheidsinstellingen, lokaal en regionaal onderwijs, woningcorporaties, bedrijfsleven, belangengroepen, enz. Welke vorm en intensiteit die samenwerking aanneemt hangt af van de aard en omvang van de problematiek en van de wil tot samenwerking en de cultuur binnen de brede veiligheidsketen. Soms kan deze samenwerking binnen bestaande structuren gestalte krijgen, soms moet een op het probleem toegesneden samenwerkingsverband worden georganiseerd. De gemeente is gelet op de strategische positie, legitimatie, bevoegdheden en organisatorische kracht de aangewezen partij om richting te geven aan samenwerkingsverbanden binnen de veiligheidsketen en samenwerking te organiseren. In dit verband wordt gesproken over de gemeente als regisseur die bevordert en bewaakt dat partijen samenwerken en afstemmen. Die regie is niet alleen gericht op het vormen van concrete samenwerkingsverbanden, maar vooral op het bewerkstelligen van coherentie in het geheel aan maatregelen, middelen en activiteiten, zodat de partijen daadwerkelijk de belangrijkste veiligheidsproblemen in Hilversum aanpakken.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 4
Wat is veiligheidsbeleid? Veiligheid is een veelomvattend beleidsveld. Het gaat om onder andere het verminderen van overlast, de aanpak van alcohol, en drugsproblematiek, coffeeshops, de bestuurlijke aanpak van criminaliteit, radicalisering, huiselijk geweld, horecabeleid, verbeteren van veiligheidsgevoelens, de aanpak van veelplegers, overlastgevende jongeren en beleid inzake de handhaving van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Het gaat daarbij ook om het veiligheidsgevoel van burgers zoals dit mede wordt beïnvloed door de inrichting van de openbare ruimte en beleid inzake jeugd, (geestelijke) gezondheidszorg, wonen, wijken, werk en scholing. Dit alles valt onder de sociale veiligheid: de handhaving van de openbare orde, de voorkoming, beheersing en bestrijding van criminaliteit en daarmee feitelijk ook de bevordering en instandhouding van de maatschappelijke samenhang. In dit IVP worden ook doelen opgenomen ten aanzien van de fysieke veiligheid. Met fysieke veiligheid wordt onder meer bedoeld de veilige infrastructuur, externe veiligheid, crisisbeheersing, rampenbestrijding, brandveiligheid en brandweerzorg en geneeskundige hulpverlening in de regio.
Integrale veiligheid Het integraal werken aan veiligheid heeft al een lange traditie in Hilversum. Formeel gedefinieerd houdt dit beleid in dat er "onder regie van het lokale bestuur, op een systematische en samenhangende manier wordt gewerkt aan het behoud of de verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten". Regie kan worden omschreven als een bijzondere vorm van sturen die is gericht op de afstemming van actoren, hun doelen en handelingen tot een samenhangend geheel, met het oog op een bepaald resultaat. De term regierol beschrijft geen wettelijke bevoegdheid, maar verwijst naar een bestuurlijke opdracht om richting te geven aan samenwerking. Regie voeren is onlosmakelijk verbonden met de leiding nemen. Die rol komt op het terrein van de lokale veiligheid de gemeente toe (eindnoten staan achterin dit plan, zie 43 en verder).1
Leeswijzer Hilversum maakt bij het opstellen van integraal veiligheidsbeleid gebruik van de handreiking Kernbeleid Veiligheid, opgesteld door de VNG. Die handreiking leidt tot een integraal veiligheidsplan (IVP). Zo'n IVP bevat de visie, de veiligheidsanalyse, de beleidsprioriteiten, de hoofdlijnen van de aanpak en de samenwerkingsafspraken met de partners. Dit IVP heeft daarbij de status van een kadernota, in tegenstelling tot uitvoeringsprogramma's. In deze nota staan de volgende onderdelen. • Visie. Vragen bij de visie zijn: Wat is de aanleiding binnen Hilversum om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen? Wat is de strategische doelstelling? Welke uitgangspunten hanteert Hilversum bij de ontwikkeling en uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid? Wie zijn de strategische veiligheidspartners? Welke flankerende beleidsprocessen spelen een rol in het veiligheidsbeleid? Dit komt in het volgende hoofdstuk aan de orde. • Veiligheidsanalyse gaat in op vragen als: Hoe is de veiligheidssituatie momenteel in de gemeente? Op welke manier wordt er momenteel aan veiligheid gewerkt? Zie hoofdstuk 2 op blz. 11. • Prioriteiten stellen betekent keuzes maken. Er zijn vijf veiligheidsvelden met daaronder twintig verschillende thema's. Welke veiligheidsthema's moeten worden benoemd en op basis van welke criteria? Zie hoofdstuk 3 op blz. 19. • De uitwerking van de prioriteiten gebeurt daarna. Per prioriteit wordt antwoord gegeven op vragen zoals wat is de betekenis, wat is de doelstelling, wat zijn de hoofdlijnen, wie zijn de partners. Zie hoofdstuk 4 op blz. 22. • Overzicht overige thema's. Naast de prioriteiten zijn er zeer veel andere samenwerkingsverbanden, projecten en bestaande activiteiten. Op die thema's wordt het bestaande niveau gehandhaafd. Ze zijn wel belangrijk en noemenswaardig, maar hebben geen prioritaire aandacht. Zie hoofdstuk 5 op blz. 33. • Als laatste is er aandacht voor de organisatie, coördinatie en begroting. Zie hoofdstuk 6 blz. 39.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 5
1.
VISIE OP VEILIGHEID
Aan lokaal veiligheidsbeleid richting geven begint met het formuleren van een visie op de te bereiken doelen en langs welke weg die doelen zullen worden bereikt. Deze visie wint aan kracht indien deze berust op een gedegen probleemanalyse en wanneer de belangrijkste partijen zijn betrokken bij de beleidsontwikkeling. Zij wint aan kracht als de visie democratisch wordt gelegitimeerd. De totstandkoming van een integraal veiligheidsplan is daarom een essentiële voorwaarde voor het kunnen realiseren van lokale veiligheid. Er wordt dus expliciet gekozen om dit plan door de gemeenteraad vast te laten stellen, mede gelet op het maatschappelijke belang dat met veiligheidsbeleid is gediend.
1.1
Aanleiding kadernota
Sinds lange tijd wordt er al gewerkt aan integrale veiligheid in de gemeente Hilversum. De aanleiding voor de nieuwe nota is dus het voortbouwen op de bestaande werkwijze en wordt nog eens versterkt doordat het integraal veiligheidsplan een wettelijke verplichting vanuit de Gemeentewet wordt. Het college heeft in het collegeprogramma 2010-2014 (De bakens verzetten) daarbij al aangegeven dat er: "in 2010 een nieuw integraal veiligheidsplan wordt opgesteld." Ook kiest het college voor: "een veiliger Hilversum. Hilversum prettig houden vergt dat overlast en criminaliteit zo veel mogelijk worden beperkt. Dat kan door enerzijds te zorgen dat adequate preventie plaatsvindt en anderzijds door een stevig sluitstuk middels handhaving. Dit betreft een kerntaak van de overheid en vergt een politie die zichtbaar en met gezag optreedt naar daders en die slachtoffers en tipgevers met aandacht tegemoet treedt." Verder kan worden gesteld dat er in de gemeente Hilversum projectmatig op uiteenlopende thema's aan veiligheid wordt gewerkt. Maar niet altijd is bij iedereen de samenhang even duidelijk. Hetzelfde geldt voor de prioritering en eventuele lacunes in het beleid. Daar wil deze nota in voorzien. De laatste aanleiding komt voort uit de ontwikkelingen op met name landelijk niveau. De minister verantwoordelijk voor politie en veiligheid jaagt al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw het integraal veiligheidsbeleid aan, met name op lokaal niveau. Ook heeft het kabinet de afgelopen jaren gewerkt aan het project Veiligheid begint bij Voorkomen met als doel een reductie van criminaliteit, overlast en verloedering. Net als op lokaal niveau is daarbij geïnvesteerd in de samenwerking met andere overheidsinstanties, Openbaar Ministerie, politie en andere partners, gericht op het effectief aanpakken van doelgroepen en doelgebieden.
Het kabinet stelt daarbij ook dat "de verbeteringen op lokaal niveau, in de eigen buurt en woonomgeving nodig zijn" en benadrukt daarmee de noodzaak van gemeentelijk veiligheidsbeleid. Dit sluit ook goed aan bij de wetgeving, aangezien gemeenten wettelijk verantwoordelijk zijn voor onder meer de openbare orde (Gemeentewet), gezagvoering over de politie (Politiewet), regelmatige afstemming over politiezaken met het Openbaar Ministerie, betrokkenheid hebben bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing (Wet op de Veiligheidsregio's), het verstrekken van bouw- en milieuvergunningen, toezicht en handhaving van de naleving van vergunningsvoorwaarden en regelgeving. Een goede invulling van deze verantwoordelijkheden is het best gewaarborgd met een gestructureerde aanpak verankerd in een IVP.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 6
1.2
Doelstellingen
Gelet op het voorgaande en andere passages uit het collegeprogramma kan de strategische doelstelling (langere termijn, algemeen, niet perse meetbaar) worden geformuleerd. We kiezen voor een veiliger Hilversum met een daadkrachtige aanpak van overlast en criminaliteit, waarbij bewoners goed worden betrokken bij plannen en er snel door de overheid, burgers en bedrijven wordt ingegrepen bij veiligheidsinbreuken. Naast de strategische doelstelling zijn er enkele andere doelen van deze kadernota. Zo geeft deze nota een integraal overzicht van wat er al op het brede terrein van de veiligheid aan beleid en uitvoering wordt gedaan, zowel door de gemeente als door de verschillende externe partners. Hieruit blijkt dat er al veel goed gaat, ook waar het de onderlinge afstemming en samenwerking betreft tussen verschillende actoren, zowel intern als extern. Uiteraard is het zaak op de terreinen waarvoor dit geldt die goede samenwerking voort te zetten. Een andere belangrijke doelstelling van de nota is dan ook om waar nodig aanzetten te geven tot een betere samenwerking, zowel intern als met externe partners in veiligheid. Daarbij gaat het niet om samenwerking als doel op zich, maar als middel om onveiligheid op een zo doelmatige wijze te voorkomen of te beperken.
1.3
Uitgangspunten
De uitgangspunten van het beleid zijn vuistregels en principes die gehanteerd worden in de beleidsvoering. Met elkaar vormen de uitgangspunten een soort recept voor actie. De gemeente Hilversum hanteert de volgende uitgangspunten: 1) De overlast en criminaliteit wordt aangepakt door een combinatie van adequate preventie met stevige handhaving als sluitstuk. Voor een optimaal resultaat is het dus noodzakelijk maatregelen te nemen in de verschillende schakels van de veiligheidsketen: van pro-actie tot nazorg. Deze maatregelen dienen met elkaar in evenwicht te zijn. Daarbij is de veiligheid gebaat met een beleid dat start met programma's ter voorkoming van onveiligheid en eindigt met een repressieve aanpak van de onveiligheid (zoals maatregelen voor wie niet kan worden afgehouden van het plegen van delicten). De politie richt zich met name op repressie, de gemeente op preventief beleid. 2) Bewoners worden betrokken bij het maken van plannen, zowel op wijkniveau als op stedelijk niveau. De sociale kwaliteit in een gebied veranderen zonder de burgers is onmogelijk. Door burgers (en maatschappelijke organisaties) te betrekken bij de aanpak van onveiligheid wordt ten eerste bevorderd en gestimuleerd dat juist de door hen ervaren problemen worden aangepakt en ten tweede dat zij zich betrokken (gaan) voelen bij de veiligheidsproblemen in de directe woonomgeving. Op die manier zijn zij eerder bereid te participeren in het meedenken en meewerken aan oplossingen. 3) Veiligheid is een kerntaak van de overheid en de aanpak van overlast en criminaliteit vergt een politie die zichtbaar en met gezag optreedt naar daders en die slachtoffers en tipgevers met aandacht tegemoet treedt. Daarentegen kan de last van veiligheidsproblemen niet uitsluitend op de schouders van de overheid worden gelegd. De zorg voor vermindering van onveiligheid is een taak die in samenwerkingsverbanden met allerlei partners moet worden ontwikkeld. De gemeente levert daarin niet alleen een inhoudelijke bijdrage, maar is ook regisseur. 4) Bij schade wordt er herstelgerechtigheid toegepast: degene die bewust of onder invloed van drugs dan wel alcohol iets vernield of schade veroorzaakt, moet dat vergoeden. Daders moeten worden geraakt waar het pijn doet: in hun portemonnee en tijd. In geval van jeugdige daders worden de ouders betrokken.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 7
5)
6) 7)
1.4
Snel ingrijpen bij veiligheidsinbreuken (vandalisme, overlast, ergernissen) door overheid, burgers en bedrijven helpt om te voorkomen dat zaken verergeren en straten en buurten afglijden. Veiligheidsbeleid heeft daarbij betrekking op het hele scala van het tegengaan van criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoelens, op het verbeteren van verkeersveiligheid en op het minimaliseren van risico's op branden, zware ongevallen en rampen. Toch is het vaak de subjectieve veiligheid, dat wil zeggen de beleving van (on)veiligheid, die het welbevinden van burgers het meest beïnvloedt. Onveiligheidsgevoelens nemen dus een belangrijke plaats in. De gemeente ziet toe op strikte naleving van veiligheidsconvenanten en blijft ondernemers en andere partners aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Cameratoezicht wordt alleen daar toegepast waar het een wezenlijke bijdrage aan de veiligheid kan leveren. Dit betekent dat het pas wordt ingezet als dit noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde. Dit begrip omvat ook de algemene bestuurlijke voorkoming van strafbare feiten die invloed hebben op de orde en rust in de gemeentelijke samenleving. Daarbij is de doelstelling van cameratoezicht in Hilversum het gevoel van veiligheid van burgers te vergroten, de overlast te verminderen, het aantal geweldsmisdrijven te verminderen, daling van de criminaliteit en het verbeteren van de opsporing en vervolging van daders.
Partners in veiligheid
Hiervoor is al kort ingegaan op de partners in veiligheid. Door de partners te bepalen, worden de mogelijkheden en beperkingen van de gezamenlijke actie afgebakend en daarmee het speelveld. Binnen het veiligheidsbeleid van de gemeente Hilversum wordt onderscheid gemaakt tussen interne en externe partners. De primaire verantwoordelijkheid voor het integraal veiligheidsbeleid ligt bij het college. De burgemeester neemt namens het college de regierol op zich om ten behoeve van het succes van een integrale veiligheidsaanpak, naast de strategische partners ook andere externe organisaties en burgers te mobiliseren om samen met hen, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, te werken aan veiligheid. Interne partners. De gemeente heeft een bijzondere verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Veiligheidsbeleid is voor een belangrijk deel facetbeleid; dit is beleid dat inhoudelijk raakvlakken heeft met andere beleidsterreinen. De diverse gemeentelijke diensten en afdelingen zijn dus partners bij uitstek. Met name gaat het om de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling (beleidsterreinen Welzijn, Onderwijs, Dienstverlening), afdeling Vergunning en Handhaving (Bouw en woningtoezicht, Milieu, Handhaving), afdeling Openbare werken (wijkbeheer, verkeer ), afdeling Stedelijke Ontwikkeling (Economische zaken, Verkeerskunde, Statistiek), afdeling Sociale Zaken (Inkomen en Zorg), afdeling Communicatie en natuurlijk Bureau Wijkzaken (jongerenoverlast, leefbaarheid). Verder is de bestuurlijke verantwoordelijkheid verdeeld over de gemeenteraad en het college. Binnen het college heeft de burgemeester een belangrijke rol, net als alle wethouders. De wethouders zijn als portefeuillehouder bestuurlijk verantwoordelijk op verschillende relevante veiligheidsterreinen zoals jeugd en jongeren, milieu en volksgezondheid. Binnen de ambtelijke top is de gemeentesecretaris noemenswaardig. Ook het centraal managementteam (CMT) en andere leidinggevenden zijn van belang. Als laatste hebben de ambtenaren Openbare orde en veiligheid binnen de afdeling Algemene Bestuurszaken een belangrijke coördinerende, aanjagende en inhoudende rol bij het uitvoeren van de diverse acties. Externe partners. Bij het veiligheidsbeleid van de gemeente Hilversum worden burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven zoveel mogelijk betrokken. Het gaat om private partijen zoals de bevolking, ondernemers en maatschappelijke instellingen. Uiteraard zijn er ook externe partners zoals (semi-)overheidsdiensten die (mede)verantwoordelijk zijn voor een bijdrage aan de veiligheid in de gemeente Hilversum: de politie, de Veiligheidsregio, het Openbaar Ministerie, woningcorporaties, waterschappen, de provincie en als laatste het Kabinet.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 8
1.5
Flankerende beleid
Een belangrijk aspect van de visie van de gemeente Hilversum op integrale veiligheid is de explicitering van beleidsprocessen die hetzij op één of andere manier doorwerken in het veiligheidsbeleid, hetzij beïnvloed worden door dit beleid. Dit kunnen processen zijn binnen de eigen gemeentelijke organisatie maar ook binnen de regio en op rijksniveau. De belangrijkste flankerende beleidsprocessen staan in: de beleidsplannen van de politie op regionaal en districtelijk niveau; het brandweerbeleidsplan Gooi en Vechtstreek 2009-2012; de (meerjaren) beleidsplannen van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek; het bedrijfsplan van de Gemeentelijke Kolom voor de intergemeentelijke rampenbestrijding; het Prostitutiebeleid (2000), het Coffeeshopbeleid (1997) en het Integraal horecabeleid (1998); de beleidsplannen van het OM; de Algemene Plaatselijke Verordening (2001 en verder); het Handhavingsbeleid omgevingsrecht en Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2010-2011; het jeugdbeleid van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling; de documenten vanuit Bureau Wijkzaken over samenlevingsgericht werken het gemeentelijke rampenplan en de opvolger het regionaal crisisplan; het Lokaal Preventief gezondheidsbeleid 2008-2011. Ook in de programmabegroting worden jaarlijks relaties gelegd met andere beleidsterreinen. Veiligheid heeft als programma het meeste raakvlakken met de programma's "Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid", "Jeugdzaken", "Beheer Openbare Ruimte" en "Bouw- en Woningtoezicht".
1.6
Relevante ontwikkelingen
• Bezuinigingen: De belangrijkste ontwikkeling is de 'bezuinigingen'. Op 9 april 2010 hebben D66, de VVD en de PvdA een akkoord bereikt over het te voeren beleid in de jaren 2010 - 2014 en de portefeuilles van de wethouders. In het collegeprogramma wordt op hoofdlijnen het beleid voor de komende jaren aangegeven. De gemeente staat voor grote opgaven en we moeten ingrijpende keuzes maken, met name door de enorme bezuinigingen die op ons afkomen. Er zal fors bezuinigd moeten worden op de gemeentelijke uitgaven. Dit zal de meeste beleidsprogramma's treffen, inclusief 'Openbare orde en veiligheid, brandweer'. Ook start het college geen grote, nieuwe initiatieven of projecten. En al blijven onze ambities voor Hilversum groot, het zal een tandje minder moeten, op een andere manier of op de langere termijn. Het collegeprogramma stelt een aantal uitgangspunten en spelregels vast met betrekking tot de noodzakelijke ombuigingen. De bezuinigingen kunnen ook invloed hebben op concrete samenwerkingsverbanden zoals de aanpak van jongerenoverlast. Bij het terugdringen van overlastgevende groepen of de aanpak van overlastgevende locaties is vaak inzet nodig van diverse betrokken partijen. Uit een evaluatie (zie § 4.4) blijkt al een schaarste van mensen en middelen. Bezuinigingen bij partijen of op bepaalde budgetten kunnen een negatieve invloed hebben op het snel en flexibel oplossen van problemen. • Kerntakendiscussie politie. Een andere ontwikkeling is de kerntakendiscussie bij de politie. Bij de politie zijn de kerntaken handhaving en opsporing in het gedrang gekomen door de hoeveelheid taken die de politie de afgelopen decennia op diverse terreinen erbij heeft gekregen. Doordat de politie zich meer en meer concentreert op haar kerntaken kan de gemeente te maken krijgen met extra taken die voorheen door de politie werden uitgevoerd. • Samenwerking met bewoners. Verder krijgen bewoners een steeds belangrijkere positie in de veiligheidspraktijk. Diverse bewoners zijn coproducent van de veiligheidszorg: als extra ogen en oren voor de politie, bij buurtacties tegen overlast of verloedering, als bemiddelaar bij buurtconflicten en uiteraard bij het nemen van preventieve maatregelen ter beveiliging van huis en eigen bezittingen. Daarnaast krijgen steeds meer bewoners een taak als informatieverstrekker, bijvoorbeeld via deelname aan projecten met SMSAlert, Burgernet en buurtpreventie. Ook dragen bewoners bij aan de veiligheidszorg door deel te nemen aan bevolkingsonderzoeken, veiligheidsmonitors, Omnibusenquête, samenwerkingsverbanden bij de wijkveiligheid, buurtpanels en burgerpanels.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 9
Landelijke trends. Naast deze ontwikkelingen zijn nog andere trends van belang. Sociale cohesie. De samenleving wordt meer gefragmenteerd. Traditionele sociale verbanden als het gezin bieden minder vanzelfsprekend opvang als men zich anders gedraagt dan verwacht. In Hilversum vindt slechts 40% dat 'in de buurt veel saamhorigheid is' en 38% vindt dat 'zij veel contact met de buurtbewoners hebben' (bron: Integrale veiligheidsmonitor 2009). ICT. Technologische ontwikkelingen maken onze samenleving tot een informatiemaatschappij. De hoeveelheid informatie, de snelheid van informatieoverdracht, de keuzevrijheid van te gebruiken informatiebronnen zullen blijven toenemen. De samenleving wordt in toenemende mate kwetsbaar voor verstoring in de informatie- en communicatietechnologie. Ook zijn we kwetsbaar door de volstrekte afhankelijkheid van energie, communicatiemiddelen, transport en (elektronisch) geld. Demografie. De bevolking blijft licht groeien en de samenstelling verandert. Verder stijgt het aantal etnische minderheden, en daarbinnen het aantal jongeren. In Hilversum is met name de vergrijzing demografisch gezien noemenswaardig. Hilversum staat op de 7e plek van vergrijzing op de ranglijst van 50 grootste gemeenten (percentage 65-plussers). Het aantal eenpersoonshuishoudens zal blijven toenemen. In Hilversum zijn relatief veel jonge eenoudergezinnen (7e plek in de ranglijst van 50 grootste gemeenten). Individualisering. De burger is minder afhankelijk van en gebonden aan andere individuen. Individuen aanvaarden minder de normen en waarden van anderen in hun sociale omgeving als vanzelfsprekende leidraad voor het eigen handelen. Waarden als traditie, duurzaamheid, solidariteit en volgzaamheid worden in toenemende mate vervangen door waarden als zelfstandigheid, flexibiliteit, zelfontplooiing en emancipatie. Cultuur. De multiculturele samenleving verhevigt de fragmentatie en het normen- en waardenpatroon van de verschillende etnische groepen botsen soms (sterk). Economie. Er is een relatie tussen de economie en de veiligheidssituatie. Jongeren die werkloos zijn of weinig toekomstperspectief hebben, zullen onvoldoende binding ontwikkelen met de samenleving. Economische ontwikkelingen kunnen verder leiden tot nieuwe vormen van criminaliteit. Zie ook het 'IJsbergmodel' in de Bijlagen.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 10
2.
VEILIGHEIDSANALYSE HILVERSUM
In dit hoofdstuk worden gegevens verzameld met betrekking tot de aard en omvang van feitelijke inbreuken op de openbare orde en veiligheid, gevoelens van onveiligheid en veiligheidsrisico's. Deze feitelijke gegevens worden verzameld over onder meer vermogensdelicten, geweldsdelicten, brandonveiligheid. Doel is om inzicht te krijgen in de veiligheidssituatie in Hilversum.
2.1
Geregistreerde onveiligheid
Met behulp van geregistreerde onveiligheidscijfers van de politie kan worden bepaald wat de aard, omvang, spreiding en trendmatige ontwikkeling van criminaliteit is in Hilversum. Indien nodig kan dat worden vergekeken met de regio Gooi en Vechtstreek. Bron is de Criminaliteitsbeeldanalyse 2009 (CBA), opgesteld in maart 2010. In onderstaande grafiek is te zien dat het aantal aangiften vanaf 2005 stijgt. 2009 is het eerste volledige jaar dat gewerkt is met het nieuwe registratiesysteem Basis Voorziening Handhaving (BVH). Daarvoor werd gebruik gemaakt van een ander systeem, namelijk BPS. In de BVH wordt vermissing van goederen als een aangifte geregistreerd dit in tegenstelling tot BPS, waarin dit niet als aangifte werd geregistreerd. In 2009 werden 1.329 vermissingen aangegeven en als aangifte geregistreerd. Het aantal misdrijven in Hilversum is het afgelopen jaar gedaald van 7.514 in 2008 tot 6.927 in 2009. Dit betekent dat er een einde is gekomen aan de stijging van het aantal misdrijven sinds 2005. De daling heeft zich in alle resultaatgebieden voorgedaan. Het gaat hier met name om onder meer daling van het aantal woninginbraken, diefstal uit / af motorvoertuigen, zakkenrollerij, vernielingen en diefstal uit bedrijven / instellingen. Een stijging vond plaats bij diefstal van brom-, snor- en fiets en winkeldiefstal. De stijging van het aantal winkeldiefstallen heeft een positief aspect. In veel gevallen wordt de winkeldiefstal pas aan de politieorganisatie bekend gemaakt door de ondernemer in geval van een aanhouding op heterdaad. Het totaal aantal aangehouden verdachten van winkeldiefstal steeg van 168 in 2008 naar 265 in 2009. 2009 2008 2007 2006
Incidenten
2009 2008 2007 2006
Meldingen
2009 2008 2007 2006
Misdrijven
2009 2008 2007 2006
Aangiften
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
Het verschil tussen misdrijven en aangiften wordt toegelicht in de eindnoot.2
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 11
In de volgende grafiek staat de top 10 van meest voorkomende misdrijven in Hilversum. Nummer 1 is dus de diefstal van brom-, snor-, fietsen, waarbij het voor bijna 90% gaat om fietsdiefstal. De 2e plaats wordt ingenomen door vandalisme en op de 3e plek staat autokraak. Over de piek in verkeersongevallen zie:3 2006
Alcohol 2009
2006
Diefstal/inbraak bedrijven en instellingen 2009
2006
Winkeldiefstal 2009
2006
Verkeersongevallen 2009
2006
Mishandeling 2009
2006
Diefstal/inbraak woning 2009
2006
Overige vermogensdelicten 2009
2006
Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen 2009
2006
Vernieling cq. zaakbeschadiging 2009
2006
Diefstal van brom-, snor-, fietsen 2009
0
200
400
600
800
1000
1200
Verder biedt de bovenstaande grafiek ook inzicht in de stijging of daling van de afgelopen jaren. Duidelijk is te zien dat het aantal diefstallen van brom-, snor-, fietsen flink is gestegen, namelijk met +20% vanaf 2006. Woninginbraak - nummer 5 op de ranglijst - is echter flink gedaald (-23%). Verkeersongevallen zijn weer explosief gestegen (+182%), net als winkeldiefstal (+62%).
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 12
Misdaadmeter Jaarlijks worden gemeenten door het Algemeen Dagblad met elkaar vergeleken op gebied van veiligheid. De meest recente benchmark is verschenen in mei 2010. De cijfers komen uit de politiesystemen, gaan over het jaar 2009 en zijn betrouwbaar. Hilversum stond in 2010 op de 47e plek van onveiligheid (van de 424 gemeenten) en was flink gedaald (gunstig dus) ten opzichte van 2009. Het komt er op neer dat er in Hilversum veel vernielingen plaatsvinden, net als autokraak (diefstal uit motorvoertuigen), mishandelingen en woninginbraak. Verder is gekeken bij welke delicten Hilversum sterk afwijkt van het landelijk gemiddelde (aantal delicten per 10.000 inwoners). Ten opzichte van Nederland is het aantal winkeldiefstallen in Hilversum hoog, net als het aantal vernielingen, woninginbraak, mishandeling en diefstal uit motorvoertuigen. Zie onderstaande tabel. Hilversum score per 10.000 inwoners
Delict Vernielingen Diefstal uit motorvoertuigen Woninginbraak Mishandeling Diefstal van motorvoertuigen Diefstal uit box/garage/schuur/tuinhuis Inbraak bedrijven Alcohol in verkeer Huisvredebreuk Brand/ontploffing Winkeldiefstal Openlijk geweld (persoon) Zakkenrollen Straatroof Aantasting openbare orde Moord/doodslag Zedenmisdrijf Bedreigingen Overval Fraude Drugshandel Wapenhandel
2.2
(983 delicten) (590 delicten) (375 delicten) (379 delicten) (51 delicten) (46 delicten) (240 delicten) (268 delicten) (10 delicten) (52 delicten) (348 delicten) (48 delicten) (164 delicten) (16 delicten) (68 delicten) (1 delicten) (41 delicten) (191 delicten) (15 delicten) (164 delicten) (27 delicten) (28 delicten)
116,44 69,89 44,42 44,89 6,04 5,45 28,43 31,75 1,18 6,16 41,22 5,69 19,43 1,9 8,06 0,12 4,86 22,63 1,78 19,43 3,2 3,32
Nederland score per 10.000 inwoners 104,51 60,88 34,9 35,94 9,04 10,06 26,88 29,0 1,5 4,66 22,13 3,86 17,06 4,42 6,89 0,09 5,01 22,24 1,6 18,45 9,47 3,36
Gerapporteerde onveiligheid
Officiële politiestatistiek, vermeld in de vorige paragraaf, wordt beïnvloed door aangiftebereidheid, politiesterkte, beleidsvrijheid onder politieambtenaren, beleidsbeslissingen ten aanzien van prioriteiten in opsporing van delicten, door verwerking van gegevens (automatisering) en registratiebereidheid onder de politie. Er zijn dus diverse beperkingen waardoor er verstoringen in de registratie optreden. Verder is het bekend dat particuliere huishoudens, bedrijven en instellingen slechts een deel van de delicten waarvan zij slachtoffer zijn geworden melden bij de politie. Dit is inherent aan de werking van het strafrechtelijk systeem. Van alle door slachtoffers of getuigen opgemerkte criminaliteit wordt niet altijd melding gedaan bij de politie, de politie maakt niet van alle meldingen een proces-verbaal op en niet alle opgemaakte processen-verbaal komen in de officiële registratie terecht. Er zijn dus nogal wat verstorende invloeden waardoor het aantal aangiften niet de werkelijke omvang van de onveiligheid weergeeft. Om de verborgen criminaliteit zichtbaar te krijgen, worden er onder meer slachtofferenquêtes uitgevoerd. Hierna worden de uitkomsten voor Hilversum gepresenteerd.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 13
Omnibusenquête In de Omnibusenquête van de gemeente Hilversum staan ook diverse vragen aan bewoners over de aard en omvang van criminaliteit en onveiligheid. Zo wordt er gevraagd naar slachtofferschap van diverse delicten in de afgelopen 12 maanden en naar problemen in de eigen buurt. Dit zijn de uitkomsten. Slachtofferschap vernieling aan auto blijft relatief hoog (16% is slachtoffer geweest). Onveiligheidsgevoelens tijdens uitgaan blijft stijgen, ook gaan mensen eerder naar huis (niet meer in centrum na middennacht). Top drie van veiligheidsproblemen in de buurt: op de eerste plaats 'jongerenoverlast', zo'n 19% van de bevolking heeft last van lawaai, vervelend gedrag of rondhangen door jongeren. Op de tweede plaats staat 'vandalisme', zo'n 14% ziet dit als belangrijk buurtprobleem. Als derde staat te weinig surveillance door de politie (11%). De aanpak vandalisme is nog steeds de eerste prioriteit onder bevolking (21%), daarna de aanpak van woninginbraak (13%). Daarentegen ziet 38% geen enkel veiligheidsproblemen in de buurt dat met voorrang moet worden aangepakt. Ook krijgt veiligheid in 2010 het rapportcijfer 7,2 van de bewoners. Integrale Veiligheidsmonitor De Omnibusenquête is niet de enige bron die gebruikt kan worden voor het rapporteren over en vergelijken van onveiligheidsgevoelens. Een ander belangrijk instrument is de integrale Veiligheidsmonitor (iVM): een onderzoek naar criminaliteit, onveiligheid, buurtproblemen en het optreden van gemeente en politie. Dit onderzoek wordt op gemeentelijk en op landelijk niveau uitgevoerd (zie www.veiligheidsmonitor.nl). Hieronder staan de belangrijkste uitkomsten voor deze nota. Het rapport is medio 2010 verschenen en het onderzoek is in het najaar van 2009 uitgevoerd: • De veiligheid in Hilversum krijgt van de bewoners het cijfer 6,9. Dit is hetzelfde cijfer voor de veiligheid in Nederland. • Buurtproblemen: Overlast van groepen jongeren komt het meest voor (13%), gevolgd door dronken mensen op straat (8%). De score voor 'dreiging en sociale overlast' in Hilversum komt overeen met het landelijk gemiddelde. • Vermogensdelicten als buurtprobleem: Slechts een klein gedeelte van de bewoners geeft aan dat inbraken (7%), beschadiging van auto's (11%) of diefstal uit auto's (6%) in hun buurt voorkomen. De inwoners ondervinden wel iets meer hinder van 'vermogensdelicten' dan gemiddeld in Nederland. • Persoonlijk Slachtofferschap: In hoeverre zijn inwoners van Hilversum in de afgelopen 12 maanden daadwerkelijk slachtoffer van verschillende misdrijven. 1 op de 4 inwoners is eenmaal of vaker slachtoffer van criminaliteit geweest. Het gaat dan vooral om vandalisme (14%) en vermogensdelicten (14%). Een klein percentage meldt slachtofferschap van geweld (4%). • Slachtofferschap vermogensdelicten: Wat diefstal betreft scoort fietsendiefstal het hoogst: 7% (Nederland: 5%). Verder heeft 2% van de inwoners daadwerkelijk te maken gehad met een (poging tot) inbraak. Ook diefstal uit de auto (autokraak) komt niet vaak voor met een score van 2%. • Slachtofferschap vandalisme: 13% van de inwoners kreeg te maken met vernielingen aan de auto of diefstal van iets van de buitenkant ervan (in Nederland 9%). • Slachtofferschap geweld: 2% van de Hilversummers kreeg te maken met bedreiging (Ned. 4%). • De meerderheid van de delicten vinden plaats in de eigen buurt (69%). Het aantal delicten per 100 inwoners is in Hilversum (49/100 inwoners) hoger dan in Nederland (47/100 inwoners). • Prioriteiten: De inwoners vinden dat de volgende veiligheidsproblemen met urgentie aangepakt moeten worden: te hard rijden (26%), overlast door jongeren (10%), beschadiging auto (8%) en inbraak woningen (7%). Brandweerstatistiek Niet alleen een woninginbraak of een diefstal is een inbreuk op de veiligheid, ook incidenten uit de categorie 'fysieke veiligheid' kunnen een grote impact hebben. Daarom is gekeken naar het aantal branden en uitrukken van de brandweer in de afgelopen jaren. Zie volgende tabel.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 14
Tabel brandweerstatistiek. 2006
2007
2008
2009
Binnenbrand
109
125
113
107
Buitenbrand OMS Brand overig Brand Technische hulpverlening
242 328 45 724
241 339 71 776
193 332 53 691
206 333 68 714
31
27
25
42
Gevaarlijke stoffen
66
50
73
64
Waterongeval
13
14
18
24
Algemeen
151
229
240
253
Hulpverlening Totaal aantal meldingen
261 985
320 1096
356 1047
383 1097
Toelichting Woningbrand, keukenbrand, rieten kap, schoorsteenbrand enz. Bos/heide, container, voertuigbrand, enz. Alle automatische meldingen Brandgerucht, nacontrole brand Verkeersongeval, spoorweg ongeval, enz. Brandstoflekkage, verdachte vaten gevonden, gaslucht Personen, dieren, auto te water Assistentie ambulance, stormschade, liftopsluiting, enz. Alle alarmeringen
Op basis van deze cijfers (met name brand en incidenten gevaarlijke stoffen) is er geen grote stijging of daling te constateren van het aantal veiligheidsinbreuken in Hilversum. Het aantal buitenbranden is wel afgenomen (2009 t.o.v. 2006), net als het aantal incidenten in de totaal categorie Brand.
Grote incidenten In de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) wordt aangegeven hoe de coördinatie ten tijde van incidenten, zware ongevallen en rampen is vormgegeven.1 Indien bij de bestrijding van incidenten de normale inzet onvoldoende blijkt te zijn, wordt opgeschaald naar een grotere inzet van de bestrijdingsorganisatie. Het verloop van het aantal GRIP incidenten staat in de onderstaande tabel. In 2007 was dus een piek met een brandstichting met dodelijke afloop op het Langgewenst, de zware storm, brand in de voormalige Tagrijn, grote brand op de Schoolstraat (opvang en verzorging van vele senioren) en andere incidenten. GRIP incidenten Hilversum GRIP 1 GRIP 2 GRIP 3 GRIP 4 TOTAAL
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
1 1
1 2 3
5 1 6
1 0 1
10 2 12
3 0 3
2 2 4
1 GRIP 0: Regulier optreden operationele diensten. GRIP 1: Bronbestrijding met behoefte aan eenhoofdige operationele leiding. GRIP 2: Bron- en effectbestrijding met eenhoofdige operationele leiding. GRIP 3: Bedreiging van het welzijn van (grote groepen van) de bevolking met behoefte aan bestuurlijke leiding. GRIP 4: Gemeentegrens overschrijdend, eventueel schaarste met behoefte aan gecoördineerde bestuurlijke leiding.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 15
2.3
Onveiligheidsgevoelens
De bewoners van de gemeente Hilversum worden al jaren gevraagd naar hun veiligheidsgevoelens.4 Dit gaat jaarlijks in de vorm van een schriftelijke vragenlijst (Omnibusenquête) die breed wordt verspreid. Hieronder staat een grafiek met het percentage van de bevolking dat zich doorgaans niet veilig voelt in de eigen buurt. De onveiligheidsgevoelens zijn dus de afgelopen jaren toegenomen. Tegelijkertijd zijn de scores nog wel lager dan in de periode 2000 tot en met 2005. 14 Onveiligheidsgevoelens bevolking Hilversum
13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2000
2001
2002
2003
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Veiligheidsmonitor Onveiligheidsbeleving gaat over het gevoel van veiligheid dat inwoners hebben. Dit zijn de belangrijkste constateringen vanuit de Integrale Veiligheidsmonitor. • Onveiligheidsgevoelens: Verreweg de meeste Hilversummers voelen zich zelden of nooit onveilig in hun gemeente (77%). Volgens de iVM voelde zich in Hilversum 26% van de bevolking wel eens onveilig.5 16% voelde zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Gemiddeld in Nederland voelde zich 26% van de inwoners wel eens onveilig en 17% voelde zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Van de mensen in Hilversum die in de enquête aangaven zich wel eens onveilig te voelen zei 7% zich vaak onveilig te voelen. In verhouding voelde zich in Nederland 9% vaak onveilig. Op basis van de onveiligheidsgevoelens en het vermijdingsgedrag van mensen is een schaalscore van 0 tot en met 10 berekend. Hoe hoger deze schaalscore, hoe hoger het onveiligheidsgevoel. De schaalscore voor Hilversum bedraagt 3,2. Deze is gelijk aan de schaalscore voor Nederland (3,2).6 • Onveilige plekken: Inwoners voelen zich het vaakst onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen (52%), gevolgd door gebieden rondom uitgaansgelegenheden (38%). Ook het centrum wordt genoemd (38%). 35% gaf aan zich wel eens onveilig te voelen 'op het treinstation' en 19% 'in het openbaar vervoer'. Het minst voelen mensen zich in Hilversum 'in het winkelgebied' en 'in het eigen huis' onveilig. Ook voor de beleving van onveilige plekken is een schaalscore van 0 tot en met 10 berekend. Hoe hoger deze schaalscore, hoe meer mensen zich op bepaalde plekken onveilig voelen. De schaalscore voor Hilversum bedraagt 2,3. Deze ligt hoger dan de schaalscore voor Nederland (1,8). • Wanneer Hilversummers respectloos worden behandeld is dit in de meeste gevallen door onbekenden op straat (30%) • Kans op slachtoffer: Slechts weinig Hilversummers achten de kans (heel) groot dat zij slachtoffer worden van een inbraak (5%), diefstal van de portemonnee (4%) of mishandeling (1%).
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 16
•
2.4
Vermijdingsgedrag: In de iVM is ook gevraagd of men bepaalde situaties vermijdt vanwege een gevoel van onveiligheid, zoals het vermijden van bepaalde plekken in de woonplaats. 11% van de mensen zegt in 2009 dat zij 'niet open doen 's avonds'. 4% geeft aan dat zij 'plekken omlopen of omrijden', terwijl 3% 'hun kinderen toegang tot bepaalde plekken verbieden'. Vermijdingsgedrag dat het minst wordt genoemd is dat mensen 'zich niet op hun gemak voelen alleen thuis' en 'zich onveilig voelen 's avonds op straat'. De schaalscore in Hilversum bedraagt 1,2. Deze ligt lager dan de score voor Nederland (1,4).
Bestaande aanpak en omissies
Bij een analyse van de veiligheid hoort ook een beschrijving van de diverse beleidsinzetten, maatregelen en projecten op de diverse veiligheidsvelden en thema's. In de evaluatie van het Integraal veiligheidsplan 2007-2010 van de gemeente Hilversum staat de opsomming van bijna alle bestaande activiteiten. Die vallen onder de volgende thema's. • Jeugd en veiligheid (zie ook blz, 30 en verder). • Veilig uitgaan (zie ook blz. 27 en verder). • Wijkveiligheid (alle acht wijken hebben een eigen wijkveiligheidsplan gekregen met daarin een top 10 aan activiteiten). • Aanpak Radicalisering / terrorisme (met projecten en activiteiten zoals het veiligheidsconvenant Media Park, het veiligheidsoverleg met alle omroepen over beveiliging, dreigingsniveau's, afspraken hoe om te gaan met VIP's, dreigbrieven, verdachte pakketten, demonstraties, omgang met hulpdiensten, het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding. Zie verder hoofdstuk 5 op blz. 33). • Voertuigcriminaliteit (met projecten en activiteiten zoals het huis-aan-huis fietsregistratiekaarten verspreiden om de opsporing van gestolen fietsen makkelijker te maken en Niets erin niets eruit). • Senioren en veiligheid (met projecten en activiteiten zoals de speciale brochure over inbraak- en brandpreventie, voorkomen van ongevallen in en om het huis, oplichters aan de deur, veilig op straat, aanpak van ouderenmishandeling, doen van aangifte. • Aanpak veelplegers (Digitaal Platform Aansluiting Nazorg, het casusoverleg met alle relevante instanties zoals politie, Jellinek, GGD, RIBW onder het dak van het Veiligheidshuis). • Overige thema's en projecten zoals: - Rampenbestrijding en crisisbeheersing - Huiselijk geweld - Actieplan Jaarwisseling - Aanpak hennepteelt - Keurmerk veilig ondernemen - Lokaal VeiligheidsArrangement NS-stations. In hoofdstuk 5 op blz. 33 en verder worden deze activiteiten nader toegelicht.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 17
Integraal versus volledigheid Voorgaande opsomming laat zien dat er een grote waaier aan activiteiten hangt onder het integraal veiligheidsbeleid in de gemeente Hilversum. Het is echter geen sinecure om het beeld volledig te maken, mede omdat er tal van beleidsterreinen in alleen al de gemeentelijke organisatie een rol spelen in de aanpak van onveiligheid. Zo wordt in deze nota niet nader ingegaan op de activiteiten op gebied van: verkeer (verkeersremmende maatregelen, verkeersacties, infrastructurele ontwikkelingen); bouw- en woningtoezicht (toezicht, controle, handhaving, vergunningen) ; milieu (handhaving, controle, vergunningverlening, onderzoek, meting) ; juridische zaken (vergunningverlening, beleidsadvisering, Algemeen Plaatselijke Verordening); economische zaken (bedrijventerreinen, evenementen, markten); horeca (horecabeleid, vergunningen, grote evenementen); ruimtelijk beheer (openbare verlichting, groenvoorziening, parkeerbeheer, ongediertebestrijding); welzijn (jeugdgezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugd en jongerenwerk, ambulance); onderwijs (leerplicht, advisering, onderzoek, voorlichting); sport (subsidiëring, sportaccommodaties, organisatie evenementen); sociale zaken (werkgelegenheidsprojecten). Omissies Op basis van de evaluatie van het vorige IVP kunnen de verbeterpunten en aandachtspunten worden geformuleerd voor het nieuwe beleid. Wat kan er extra of anders worden gedaan? Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? In juni 2010 zijn daarbij de volgende punten geconstateerd. In positieve zin worden vooral de op de terreinen 'Jeugd en veiligheid', 'Veelplegers' en 'Radicalisering en terrorisme' belangrijke successen geboekt. Zo nam het aantal vernielingen door jongeren met 14% af en nam het veiligheidsgevoel onder jongeren t/m 19 jaar juist toe, met maar liefst 9%. Ook rapporteerden meer jongeren dat ze minder vaak het slachtoffer zijn geweest van delicten zoals fietsdiefstal, zakkenrollerij en overige diefstal. Vergeleken met 2006 nam niet alleen het aantal veelplegers af (6%), maar ook het aantal incidenten waarbij zij betrokken waren (daling van 47%). In verband met het thema 'Radicalisering en Terrorisme' zijn de radicalisering en andere mogelijke bedreigingen in beeld gebracht en vitale objecten/sectoren geïnventariseerd. De verbeterpunten liggen bij de thema's 'Wijkveiligheid', 'Veilig uitgaan', 'Voertuigcriminaliteit' en 'Senioren en veiligheid'. Zo namen de onveiligheidsgevoelens in 2 van de 8 wijken (Oost en Noordoost) toe met 2%. Van de activiteiten die in het kader van wijkveiligheid werden uitgevoerd, bleken er 59 succesvol en 21 niet. Deze activiteiten werden opgesteld in overleg met de buurtbewoners. De veiligheid tijdens het uitgaan is al jaren een prioriteit. Ondanks intensivering van toezicht, controles, voorlichting en handhaving, strengere regels en intensieve samenwerking, namen de onveiligheidsgevoelens onder het uitgaanspubliek toe met 2%. En ondanks een intensievere aanpak van fietsdiefstal, één van de meest voorkomende vormen van criminaliteit, steeg het aantal fietsdiefstallen fors van 812 misdrijven naar 988. Wel daalde het aantal autokraken: van 862 naar 750. Tenslotte is er met diverse activiteiten en projecten geprobeerd het veiligheidsgevoel onder senioren te verbeteren. De doelstelling - een verhoging van de veiligheidsgevoelens en een daling van het aantal slachtoffers - werd echter niet gehaald: de situatie in 2010 bleef ongewijzigd vergeleken met 2006. De veiligheid van senioren is verder vergelijkbaar met de van de gehele Hilversumse bevolking.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 18
3.
PRIORITEITEN
In dit hoofdstuk wordt de keuze gemaakt tussen de diverse veiligheidsthema's. Keuzes maken betekent dat niet alle problemen aangepakt kunnen worden. Als eerste worden de criteria genoemd, daarna de indeling in veiligheidsthema's en veiligheidsvelden en tenslotte worden de prioriteiten voor de komende periode genoemd.
3.1
Criteria voor bepalen van prioriteiten
De keuze voor de aan te pakken problemen wordt beïnvloed door: de ernst van de situatie (zie Veiligheidsanalyse, geregistreerde en gerapporteerde veiligheid); de gevoelens van burgers (zie vorig hoofdstuk, prioriteiten bevolking en onveiligheidsgevoelens); de mate van beïnvloedbaarheid; de prioriteitstelling vanuit andere beleidskaders (zie §1.5 en volgende paragraaf). De beperkte beschikbaarheid van menskracht en middelen maken het eveneens noodzakelijk dat er prioriteiten worden gesteld, waarbij er sowieso rekening moet worden gehouden met wettelijke of regionale verplichtingen. Verder moeten de keuzes worden gebaseerd op een analyse van de feitelijke situatie (zie vorig hoofdstuk), op een inschatting van toekomstige en huidige ontwikkelingen die de veiligheid beïnvloeden (zie §1.6 op blz. 9) en op een politieke keuze van veiligheidsinbreuken die met voorrang moeten worden aangepakt (zie collegeprogramma en uitgangspunten op §1.3 op blz. 7). Tenslotte wordt er rekening gehouden met problemen die de veiligheidsbeleving van de burgers sterk beïnvloeden. In het collegeprogramma staat onder meer dat de volgende onderwerpen prioriteit krijgen op het vlak van handhaving: winkelcriminaliteit, overlast van hangjongeren, diefstal en vernieling door veelplegers, rijden onder invloed en te hard rijden binnen de bebouwde kom. Prioriteitstelling andere beleidskaders In het eerste hoofdstuk op bladzijde 9 wordt al een opsomming gegeven van flankerend beleid. De beleidskaders van de politie en het OM, beide belangrijke ketenpartners, worden hierna kort eruit gelicht. De politie kent een eigen beleids- en beheercyclus, vastgelegd in de Politiewet. Op rijksniveau wordt ten minste eenmaal in de vier jaar de landelijke prioriteiten voor de politie vastgesteld. Met inachtneming van deze door de minister vastgestelde korpsdoelstellingen stelt de korpsbeheerder, in overeenstemming met de hoofdofficier van justitie, het ontwerpbeleidsplan van het regionale politiekorps op. Het beleidsplan wordt vastgesteld door het regionale college, bestaande uit de burgemeesters van de gemeenten in de regio en de hoofdofficier van justitie. Voorafgaand aan het opstellen van het ontwerpbeleidsplan worden de gemeenteraden gehoord over de lokale prioriteiten in hun gemeenten. Het integraal veiligheidsplan is het meest logische instrument om hiervoor als basis te dienen. De strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (opsporing en vervolging) en het beleid ter zake valt onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie. Dit neemt niet weg dat de gemeente wel afspraken kan maken met het openbaar ministerie over de strafrechtelijke handhaving op lokaal niveau, met behoud van de exclusieve verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie daarvoor. In Hilversum worden met het OM ook veel afspraken vastgelegd in speciale convenanten (zie opsomming in §2.4, zoals aanpak Hennepteelt, Lokaal VeiligheidsArrangement, convenant Veilig in school, etc.)
3.2
Veiligheidsvelden en veiligheidsthema's
Voordat de prioriteiten worden bepaald is het nodig om eenduidige begrippen te hanteren. Het beste kan gebruik worden gemaakt van de indeling in veiligheidsvelden en veiligheidsthema's uit de landelijke handreiking Kernbeleid Veiligheid. Zie de Bijlage op blz. 42
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 19
3.3
Prioriteiten 2011 - 2014
Door de veiligheidspartners zijn al diverse aandachtsvelden en prioriteiten benoemd. De onderstaande tabel probeert al deze afwegingen samen te vatten in één overzicht, waarbij ook de veiligheidsanalyse uit het vorige hoofdstuk wordt betrokken. Veiligheidsveld Veiligheidsthema
Prioriteit 2007-2010
Veilige woon- en leefomgeving - Sociale kwaliteit: woonoverlast; burengerucht; drank- en drugsoverlast; overlast van prostitutie; overlast van zwervers. - Fysieke kwaliteit: vernielingen; graffiti; zwerfvuil; verloedering. - Subjectieve veiligheid - Veelvoorkomende criminaliteit: woninginbraak; voertuigcriminaliteit; geweldscriminaliteit; huiselijk geweld. Bedrijvigheid en veiligheid - Veilig winkelgebied - Veilige bedrijventerreinen - Veilig uitgaan - Veilige evenementen - Veilig toerisme Jeugd en veiligheid - Overlastgevende jeugd - Criminele jeugd / individuele probleemjongeren - Jeugd, alcohol en drugs - Veilig in en om de school Fysieke veiligheid - Verkeersveiligheid - Brandveiligheid - Externe veiligheid - Voorbereiding op rampenbestrijding Integriteit en veiligheid - Polarisatie en radicalisering - Georganiseerde criminaliteit - Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Concept Kadernota IVP Hilversum
Veiligheidsanalyse
College program
Prio bevolking
Prio politie
Prio OM
2011-2014
Blz. 20
Prioriteiten Hilversum Voorgesteld wordt onderstaande veiligheidsthema's vast te stellen op grond van de feitelijke (on)veiligheidssituatie, gevoelens van onveiligheid, effectiviteit van beleid, bestaande prioriteitstellingen, de geformuleerde uitgangspunten, politieke keuzes en anticipatie op maatschappelijke ontwikkelingen. Als vuistregel (advies vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten) geldt een maximum van drie a vier prioriteiten. Bij meer prioriteiten komt het prioritaire karakter in gevaar. Gelet al op deze aspecten hebben de volgende veiligheidsthema's prioriteit in de gemeente Hilversum: • Vernielingen (veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving, thema Fysieke kwaliteit); • Woninginbraak (veld Veilige woon-en leefomgeving, thema Veelvoorkomende criminaliteit); • Veilig uitgaan (veiligheidsveld Bedrijvigheid en veiligheid); • Overlastgevende jeugd (veiligheidsveld Jeugd en veiligheid). Deze prioriteiten hebben de komende periode (2011-2014) een bijzondere status en vormen de blikvangers van het gemeentelijk veiligheidsbeleid. In het volgende hoofdstuk worden deze prioriteiten uitgewerkt. Gebiedsgerichte veiligheid Veel problemen op het terrein van veiligheid kunnen het beste worden aangepakt op wijk- of buurtniveau. Veiligheid is namelijk niet gelijkmatig verspreid over alle gebieden in de gemeente. Per wijk kunnen de probleemvelden anders liggen en per wijk kan een andere set van maatregelen wenselijk zijn. Op basis van de onveiligheidsgevoelens springen er drie wijken uit, aangezien ze over de afgelopen jaren (20002010) gemiddeld genomen (fors) boven het Hilversums gemiddelde uitkomen. Het gaat om: 1) Centrum (postcode 1211); 2) Noordoost (postcode 1222); 3) Oost (postcode 1223). De keuze voor deze wijken heeft tot gevolgen dat bepaalde activiteiten bijvoorbeeld eerst of vooral in die gebieden worden uitgevoerd, zoals aanpak van woninginbraak, vernielingen, overlastgevende jeugd, veilig uitgaan of fietsdiefstal.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 21
4.
UITWERKING PRIORITEITEN
In dit hoofdstuk staat de uitwerking van de prioritaire veiligheidsthema's. Oftewel welke extra maatregelen zijn er nodig? Daarbij moet wel gesteld worden dat het niet moeilijk is om veel nieuwe projecten te bedenken. Van groot belang is het om ook door te gaan met - en afmaken van - het bestaand beleid. Dit lijkt minder spectaculair, maar getuigt wel van consistentie en ook van de wil om de (al eerder) vastgelegde resultaten te bereiken. Daarbij wordt ook gelet op bestaande en geplande projecten en mogelijke lacunes. Per prioriteit worden de de beoogde effecten (outputdoelstellingen) benoemd, met behulp van de uitgangspunten (zie §1.3 op blz. 7). Verder wordt er bekeken of er per prioriteit nog onbenutte mogelijkheden zijn. Bij de aanpak wordt er verder gekozen voor de interventiestrategieën excessen bestrijden, beheersen, terugdringen of uitbannen.7
4.1
Aanpak van vernielingen
Deze prioriteit valt in het veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving, thema Fysieke kwaliteit. De fysieke kwaliteit van een buurt of een wijk heeft logischerwijze betrekking op fysieke kenmerken van de woonomgeving, in het bijzonder de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Meest algemeen gaat het bij dit thema om de vraag: hoe staat de openbare ruimte erbij? Hoe prettig is het wonen in de buurt gegeven die fysieke kwaliteit? Dit thema en zeker het onderdeel Vernielingen kent dwarsverbanden met de andere drie thema's binnen dit veiligheidsveld en daarnaast met het veld Jeugd en Veiligheid en het veld Bedrijvigheid en veiligheid thema Veilig uitgaan. Prioriteit VERNIELINGEN Vrijwel elke gemeente heeft te maken met vernielingen van publieke en private eigendommen en bekladding van muren en gebouwen. Deze vormen van vandalisme hebben een negatieve uitwerking op de dagelijkse omgeving én het leefgenot van mensen. Verder voelen slachtoffers van vernieling zich onveiliger. Ook kan vandalisme een negatief effect op de buurt als geheel hebben waardoor verloedering kan optreden en het imago geschaad wordt, terwijl bewoners behoefte hebben aan een omgeving die 'schoon, heel en veilig' is. Vandalisme leidt dus tot immateriële schade (ergernis, overlast, kwaadheid en angst) en materiële schade (kosten van herstelwerkzaamheden). Vandalisme wordt verder omschreven als zinloze, grove vernielzucht, het baldadig vernielen van publiek eigendom, auto's, etc. In meer juridische termen kan vandalisme worden omschreven als het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken van objecten zonder dat dit de vernieler materieel voordeel oplevert. Vandalisme wordt vaak gepleegd door jongeren tussen de 10 en 20 jaar, meestal in groepsverband. Het is niet zo dat deze jongeren uit een bepaald sociaal milieu komen, er wordt vernield door jongelui uit alle lagen van de bevolking. In het algemeen worden vernielingen vooral veroorzaakt door een combinatie van de volgende factoren. - Daders: jonge leeftijd; weinig corrigerende factoren; motieven zijn verveling (vrije tijd), spel, status, frustratie en wraak. - Slachtoffers: beperkte mogelijkheden voor permanent toezicht op objecten; berusting in het vandalisme-probleem; verminderd verantwoordelijkheidsgevoel voor objecten en omgeving. - Omgeving: aanwezigheid van onbeheerde objecten en terreinen; aanwezigheid van veel (potentiële) daders; ontbreken van mogelijkheden voor alternatieve vrijetijdsbesteding voor jongeren; gebrek aan sociale cohesie, angst of onmacht bij omwonenden om in actie te komen. - Vermindering van het aantal vernielingen aan auto's. Doel / - Vermindering van het aantal vernielingen aan publieke eigendommen. beoogde effecten - Verlaging van het slachtofferschap onder bewoners van vandalisme.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 22
Samenwerkingsverbanden, communicatie en netwerken. In Hilversum wordt veel aandacht besteed aan samenwerking, zoals via het draaiboek Spanningen, het Veiligheidshuis, wijkgerichte projecten, jongerenvindplaatsoverleggen, inzet bureau Wijkzaken, samenwerking met Versa en jeugdagenten / wijkagenten.
Actieplan Jaarwisseling. Een groot deel van de jaarlijkse schade aan gemeentelijke eigendommen is toewijsbaar aan de jaarwisseling. In die periode worden verkeersborden, straatmeubilair, parkeerautomaten, bomen, panden, kunstwerken en riolering vernield. Daarom zet de gemeente al jaren actief in om de jaarwisseling zo prettig en veilig mogelijk te laten verlopen. Toezicht: Het versterken van het toezicht naast de inzet van de politie door bijvoorbeeld toezichthouders, particuliere beveiligingsorganisaties e.d. Naast de reguliere inzet van politie zet de gemeente Hilversum op tal van terreinen en in diverse projecten toezichthouders in. Zo is er het project Toezicht door Jongeren. Ook worden particuliere toezichthouders ingezet (Olivier van Noortstraat, Ooievaarplein, tijdens evenementen). Ook wordt thans cameratoezicht overwogen in de stationstunnel. Verder zijn er projecten zoals Succes op Straat (samen optrekken wijkagent en jongerenwerker).
Voorlichting: Voorlichting aan (mogelijke) daders en slachtoffers soms in de vorm van persoonlijke voorlichting, soms door programma's op scholen, soms via Wat doen we al? massamedia. In het verleden ging dit onder meer via een schooladoptieproject in samenwerking met de politie. Bureau Halt geeft tot 2012 ook nog voorlichting aan scholieren. Snel herstel. De gemeente Hilversum houdt zich bezig met omgevinggerichte acties, zoals het snel herstellen van vernielingen of verwijderen van graffiti om verloedering te voorkomen. Ook worden er jongerenontmoetingsplaatsen gerealiseerd door de gemeente.
Inzet bestuurlijk-juridisch instrumentarium, sturen met gemeentelijke regelgeving en handhaving. Zo zijn er in Hilversum alcohol en drugsverboden ingesteld (APV) en is er via de Gemeentewet een uitbreiding van de bevoegdheden van de burgemeester op gebied van overlast in 2010 gerealiseerd.
Sancties: Voorbeelden zijn Bureau Halt, lik-op-stuk beleid, sneller reageren door AU (aanhouden en uitreiken) en werk- en leerstraffen. Binnen het Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente is er speciaal aandacht voor jeugd- en jongerenproblematiek, met aandacht voor preventieve en curatieve jeugdzorg. Jongeren die zich in de gemeente Hilversum schuldig hebben gemaakt aan het plegen van kleine criminaliteit kunnen worden doorverwezen naar bureau Halt. Verder is er sinds een tijdje de Boete of kanskaart, speciaal voor jonge daders die onder invloed vernielingen en andere delicten plegen.8 De bezuinigingen leiden ertoe dat er niet veel extra mogelijk is naast de bestaande inzet. Het behouden van bestaande activiteiten is daarbij al een uitdaging, aangezien het voorbestaan van bepaalde toezichtsprojecten en de inzet van bureau Halt bij voorlichting al onzeker is geworden. Desondanks zijn de geplande acties voor de komende periode: Wat gaan we extra doen?
Schadeverhaal en herstelgerechtigheid. Het vergemakkelijken van het schadeverhaal bij graffiti en vandalisme. De door jongeren bij vandalisme, diefstal en geweldpleging veroorzaakte schade blijft veelal onvergoed en komt nauwelijks of niet ten laste van de daders. Hierin is verandering mogelijk en nodig. Het verhalen van schade op de dader is een maatregel waarmee daders of hun ouders financieel aansprakelijk worden gesteld voor de veroorzaakte schade. Schaderegeling is het proces waarbij getracht wordt een schaderegeling tot stand proberen te brengen tussen de benadeelde partij en de dader(s).
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 23
Dit kan op vijf verschillende wijzen: 1. Politie (kleine, zogenaamde ' boter bij de vis' zaken). 2. Openbaar Ministerie (schadebemiddeling voorafgaand aan het strafproces). 3. Openbaar Ministerie (schadeverhaal tijdens het strafproces). 4. Halt (bemiddeling bij minderjarige verdachten). 5. Civiele partijstelling. Daarbij is er een onderscheid tussen bewoners, ondernemers en de gemeente. Deze maatregel richt zich specifiek op schade in de publieke ruimte waarbij de gemeente zich als benadeelde partij kan voegen in het strafproces. Het is hiervoor van belang dat de gemeente goed op de hoogte is van de geleden schade. Voeging in het strafproces gebeurt door tijdens de aangifte bij de politie aan te geven dat de schade verhaald moet worden op de dader. Het is hierbij belangrijk om, bijvoorbeeld door middel van een nota, een kostenindicatie en een zo concreet mogelijke omschrijving van de schade te geven. Bewustwording binnen de gemeente als organisatie is het belangrijkste ontwikkelpunt. De onderzoeksopdracht naar de mogelijkheden van herstelgerechtigheid en het treffen van daders in de portemonnee is al uitgezet en vanaf 2011 kan er worden gewerkt met de extra mogelijkheden. Daarbij is het de bedoeling om een regisseur schadeverhaal aan te stellen uit de bestaande formatie.
Inzet Burgernet. Dit project is aangemeld bij de zomernota en voorlopig geparkeerd in verband met de bezuinigingen. Uit het bestaande veiligheidsbudget zijn er desondanks mogelijkheden om het in afgeslankte vorm uit te voeren. Burgernet is een samenwerkingsvorm tussen bewoners, politie en gemeente om op urgente momenten effectiever te kunnen opsporen. Het doel van Burgernet is veiligheid praktisch meer handen en voeten te geven door het vergroten van de pakkans. Door de burgers via telefoon (vast en mobiel), sms en e-mail te informeren en te alarmeren kunnen ze gericht letten op verdachten. Dit versterkt de heterdaadkracht, het aantal meldingen neemt immers toe. Burgernet kan hierdoor helpen om onder andere verdachten die vernielingen plegen op te sporen en aan te houden.9
Aanpak door politie. Tenslotte heeft de politie een aantal extra maatregelen geformuleerd in het Meerjarenbeleidsplan, waaronder het verhogen pakkans door snelle reactie op meldingen; het onmiddellijk opnemen van een aangifte en getuigeverklaringen en het op heterdaad aanhouden van een verdachte; het uitvoeren van sporenonderzoek indien mogelijk en de gerichte sturingsinformatie van hotspots en mogelijke daders.
Indicatoren
Specifieke actoren
- Slachtofferschap van vandalisme-delicten (bron: Integrale veiligheidsmonitor). Referentiewaarde en - jaar: 14% (2009). Doel: in 2014 is dit percentage teruggedrongen naar 13% (reductie van 10%). - Slachtofferschap vernieling aan uw auto/diefstal onderdelen van uw auto (bron: Omnibusenquête.) Referentiewaarde en - jaar: 16% (2010). Doel: in 2014 is dit percentage teruggedrongen naar 14%. - Aantal delicten vernieling cq. zaakbeschadiging (bron: politiejaarverslag). Referentiewaarde en - jaar: 982 (2009). Doel is stabilisering in 2014 onder de 1.000 delicten, aangezien het gemiddelde van de periode 2005-2008 rond de 1.142 lag. Naast eerder genoemde partijen (zie ook §1.4 op blz. 8) zijn er geen noemenswaardige andere betrokkenen.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 24
4.2
Aanpak van woninginbraken
Deze prioriteit valt in het veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving en onder het veiligheidsthema Objectieve veiligheid / veel voorkomende criminaliteit. Bij dit thema gaat het om de diverse, veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de buurt, wijk, gemeente. Dit thema kent natuurlijk weer dwarsverbanden met de andere drie thema's binnen dit veiligheidsveld en daarnaast met het veld Jeugd en Veiligheid (criminele jeugdgroepen). Prioriteit WONINGINBRAKEN Woninginbraak is een complex maatschappelijk probleem. In Hilversum schommelt het aantal woninginbraken in de officiële politieregistratie jaarlijks tussen de 500 en 750 misdrijven. Uit de Integrale veiligheidsmonitor 2009 komt zelfs het aantal van 1.300 delicten. Hilversum kent een hoge bevolkingsdichtheid, een hoge mate van verstedelijking, een sterk gegroeid welvaartspeil, veel luxeconsumptie en (door de arbeidsparticipatie) relatief veel uithuizige bewoners. Dit alles maakt Hilversum aantrekkelijk voor woninginbrekers. De invloed van de politie op woninginbraak is gering. Dit komt doordat de omvang van woninginbraak het resultaat is van het geheel van gelegenheidsfactoren én de particuliere en publieke bestrijding van deze criminaliteit. Gelukkig worden woningen steeds beter beveiligd. Dit komt door de toepassing van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) en een zichtbaar toenemend preventiebewustzijn bij woningcorporaties, huurders en woningeigenaren. Uit de iVM blijkt dat de Hilversummers veel preventieve maatregelen nemen (79% gebruikt veiligheidssloten, 78% heeft buitenverlichting). Op een aantal onderdelen is nog winst te behalen. Verder blijkt uit studie dat inbraakrisico ongelijk verdeeld is over wijken. Het laagste inbraakrisico zit in wijken met relatief weinig uitkeringsontvangers en een hoge gemiddelde gezinsgrootte. Het hoogste inbraakrisico is in wijken waar relatief veel uitkeringsontvangers wonen en weinig mensen in de leeftijd van 45 tot en met 65 jaar. Ook dit biedt aangrijpingspunten voor nieuwe acties. - Verlaging van het aantal woninginbraken en pogingen tot inbraak. Doel / - Verhoging van het aantal preventiemaatregelen onder de bevolking. beoogde effecten - Vergroten van het aantal woningen met het keurmerk Veilig Wonen.
De afgelopen jaren heeft de gemeente wijkgerichte activiteiten uitgevoerd, zoals de promotie van het Politie Keurmerk Veilig Wonen, voorlichtingsavonden over inbraakpreventie, verspreiding van speciale brochures en flyers waarin tips staan om een inbraak te voorkomen, huis-aan-huis bezorgen van registratiekaarten voor belangrijke bezittingen om de opsporing te vergemakkelijken.
Veelplegers of draaideurcriminelen zijn verantwoordelijk voor een bepaald gedeelte van de totale vermogensdelicten (waaronder inbraak) in Hilversum. Voor de aanpak van deze veelplegers vormt het Veiligheidshuis het coördinatieWat doen we al? instrument voor de uitvoering. In en met het Veiligheidshuis voert de gemeente de regie over de aanpak. De politie heeft zich daarbij onder meer gefocust op de aanpak van de zeer actieve veelplegers. Zo is er een lijst met zeer actieve veelplegers waar de beschikbare juridische instrumenten op ingezet worden. De gemeente Hilversum blijft doorgaan met de nazorg aan ex-gedetineerden.
De gemeente stelt bij nieuwbouwprojecten en bij renovatieprojecten eisen via het Bouwbesluit over de inbraakwerendheid van woningen. Ook wordt de openbare verlichting (van erfgrens tot erfgrens) steeds aangepast aan landelijke eisen en nieuwe technologische ontwikkelingen en inzichten.10
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 25
Inzet van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW). Dit keurmerk staat voor het voorkomen van criminaliteit en onveiligheid in de woonomgeving en het bevorderen dat bewoners in een veilig huis wonen. Het toepassen van dit bekende en uitgekristalliseerde instrument bij bestaande bouw is bewezen effectief. Uit onderzoek blijkt dat het veiligheidsgevoel door het PKVW toeneemt en het inbraakrisico afneemt. Bij bestaande bouw is sprake van 60 procent minder pogingen tot inbraak en 78 procent minder kans op geslaagde inbraken. In de nieuwbouw is het effect nog groter. De kans op een geslaagde inbraak in een gecertificeerde nieuwbouwwoning is verwaarloosbaar klein. Het keurmerk bevat eisen waaraan een woning moet voldoen om in aanmerking te komen voor het PKVW. De laatste jaren is dit in Hilversum in enkele wijken onder de aandacht gebracht. De komende jaren willen we dit systematischer aansturen, zodat er weer een periodiek inzicht komt in het aantal aanvragen, aantal afgegeven certificaten en het aantal certificaten dat dreigt te verlopen. Hoeveel het gebruik van PKVW kost is niet in zijn algemeenheid te zeggen. Dat hangt af van de vraag of het nieuwbouw of bestaande bouw is, hoeveel aanpassingen aan de woningen nodig zijn, hoeveel expertise bij bewoner is, enzovoort. De certificering brengt kosten met zich mee voor de woningeigenaar. De gemeente draagt zorg voor een gratis advies en voor het aanjagen van de bekendheid van dit goede instrument. Wat gaan we extra doen?
Ketenaanpak en integrale samenwerking. Uit evaluatiestudies blijkt dat hoe meer de maatregelen tegen woninginbraak worden toegespitst in plaats en tijd, des te hoger het effect is. Zo blijkt ongerichte surveillance door de politie geen enkel preventief effect te hebben, maar hot spot surveillance wel. Ook aandacht voor stelselmatige daders en groepen met een verhoogde kans op (herhaald) slachtofferschap blijkt effectief te zijn. De gemeente wil samen met de politie de hot spots in beeld houden en bewoners met een verhoogde kans op een inbraak gericht voorlichting geven over de eigen mogelijkheden om een inbraak te voorkomen.
Inzet SelectaDNA. We gaan onderzoeken of SelectaDNA te gebruiken is in Hilversum. Dit is een nieuw preventief en repressief middel ter bestrijding van woninginbraken. Eigendommen (laptop, sieraden e.d.) kunnen gemarkeerd worden met een unieke DNA code, hierdoor wordt het zeer onaangenaam om een inbraak te plegen. Ook zijn goederen snel naar de eigenaar terug te leiden.
Aanpak door politie. De politie gaat een Regionaal Woninginbraken Team formeren; versterkt de regionale coördinatie, wil pakkans verhogen door snelle reactie op meldingen; doet indien mogelijk een sporenonderzoek en buurtonderzoek, maakt gebruik van gerichte sturingsinformatie van hotspots en mogelijke daders; pakt helers aan en zal zoveel mogelijk aangehouden veelplegers in verzekering stellen. Ook wordt onmiddellijk een aangifte opgenomen en getuigenverklaringen na het op heterdaad aanhouden van een verdachte.
Indicatoren
- Aantal diefstal/inbraak woning (bron: Politiejaarverslag). Referentiewaarde en jaar: 503 misdrijven (2009). Doel: in 2014 is dit historisch lage aantal vast te houden op 500. - Aantal certificaten PKVW in Hilversum (bron: CCV, eigen registratie) Referentiewaarde en - jaar: 6.052 (2005). Doel: in 2014 is dit aantal vergroot naar 7.500 (zo'n 20% van alle woningen). - Slachtofferschap van (poging tot) inbraak (bron: Integrale veiligheidsmonitor). Referentiewaarde en - jaar: 2% (2009). Doel: in 2014 is dit percentage teruggedrongen naar 1%.
Specifieke actoren
Naast eerder genoemde partijen (zie blz. 8) gaat het om het CCV (beheerder), certificatie-instellingen, PKVW-erkende bedrijven, stedenbouwkundigen, corporaties, individuele woningeigenaren, huurders, verzekeringsmaatschappijen.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 26
4.3
Aanpak van onveiligheid tijdens uitgaan
Deze prioriteit valt in het veiligheidsveld Bedrijvigheid en veiligheid. Dwarsverbanden zijn er met name met thema Veilig winkelgebied, thema Overlastgevende jeugd, thema Jeugd, alcohol en drugs en thema Brandveiligheid. Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid: de sfeer in de gemeente verbetert er immers door. Maar er kunnen zich ook specifieke veiligheidsproblemen juist rond uitgaansvoorzieningen voordoen, zoals geweldpleging, overlast en vernielingen. De gemeente heeft hier enerzijds de verantwoordelijkheid voor de aanpak van en/of regievoering rond criminaliteit en overlast in de openbare ruime (openbare orde) en anderzijds een stimulerende rol jegens horecaondernemers om gezamenlijk de veiligheid van hun bedrijven te optimaliseren. Prioriteit VEILIG UITGAAN Zo'n 56% van de inwoners van Hilversum gaat wel eens uit in het centrumgebied, waarvan 22% naar een café of discotheek. Naast theaters, bioscopen en restaurants zijn er ook diverse andere horecagelegenheden om uit te gaan. Zo zijn er rond de 300 horecazaken in Hilversum, waaronder 7 nachtzaken. Ook zijn er 9 coffeeshops. Het veilig uitgaan is en blijft dan ook een belangrijk speerpunt binnen de integrale veiligheid. De gemeente Hilversum heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om het uitgaansleven aantrekkelijk en veilig te houden voor (jonge en oudere) bewoners, bedrijven en bezoekers. Dit vraagt een gezamenlijke inspanning van velen, waarbij zowel publieke als private organisaties en personen een belangrijke verantwoordelijkheid hebben. - Verlaging van de onveiligheidsgevoelens tijdens het uitgaan in het centrum. Doel / beoogde effecten - Verlaging van het aantal mishandelingen en bedreigingen tijdens het uitgaan.
Convenanten: Er wordt al jaren geïnvesteerd in de samenwerking tussen alle betrokken partijen (horecaondernemers, Koninklijk Horeca Nederland, politie, brandweer) zoals schriftelijk vastgelegd in het Convenant Veilig Uitgaan. Het overleg heeft geleid tot extra verlichting op de Groest, aanscherping van de handhaving, het in standhouden van een taakaccenthouder horeca bij de politie en het naleven van de afspraken op gebied van toelatingsbeleid minderjarigen, drugs uit de horeca, toezicht in de bedrijven, toezicht op portiers, bestrijden van glas- en geluidsoverlast, particulier cameratoezicht, een voorlichtingscampagne, en huisregels voor horeca. Daarnaast treden we in contact met jongeren om zo te achterhalen wat ze zelf vinden en doen aan het verbeteren van de veiligheid. Zo was er begin 2010 een debat met jongeren over veilig uitgaan op de Groest.
Aanpak van alcoholmisbruik, met name onder jongeren. De gemeente Hilversum werkt samen met de GGD, de verslavingszorg Jellinek/Mentrum, GGZWat doen we al? Symfora, Voedsel en Warenautoriteit (VWA), de politie, het Trimbos instituut en andere regiogemeenten. In Hilversum worden mystery guest acties uitgevoerd bij horeca, supermarkten en slijterijen. De politie ondersteunt de VWA bij deze controles. In regionaal verband loopt het project Samen aan de slag.11 Het doel is om het riskante alcoholgebruik van jongeren aan te pakken. Het project richt zich op diverse settings, waar jongeren in contact met alcohol komen, zoals thuis, openbare ruimte, school, horeca, paracommerciële horeca en sportkantines. Met die sportkantines zijn ook convenanten afgesloten. Behalve voorlichting worden regelgeving en handhaving ingezet. Bekend is dat alleen een mix van interventies effect sorteert en voorlichting alleen niet. Er worden ook regelmatig integrale veiligheidscontroles uitgevoerd in de horeca (door politie, brandweer, milieuinspecteurs en toezichthouders van Bouwen en wonen). Het toezicht door de VWA is vanaf 2009 in Hilversum verscherpt.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 27
Stappenplan handhaving bij verstrekken van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar is in 2009 vastgesteld. Na drie keer waarschuwen volgt tijdelijke sluiting. Deze controles vinden zo'n 8 tot 10 keer per jaar plaats en leiden tot actie conform het stappenplan voor handhaving. Daar waar nodig wordt er (schriftelijk) gewaarschuwd met begunstigtermijn, na constatering van (herhaaldelijke) overtreding volgt er bestuursdwang. Voor overtredingen van de Drank en Horecawet (afwezigheid leidinggevende, happy hours e.d.) worden er jaarlijks diverse schriftelijke waarschuwingen gegeven, bij enkele bedrijven leidt dit tot tijdelijke sluiting. Dit leidt ook tot grote bewustwording van de eigen verantwoordelijkheid onder horecaondernemers.
Inzet politie. In het kader van de Integrale aanpak speelt de politie ook een belangrijke rol. In Hilversum is een aantal agenten belast met de veiligheid in het horeca-gebied. In het weekend zijn er horeca-koppels in het centrumgebied om de veiligheid te waarborgen en waar nodig op te treden. Ook wordt er geïnvesteerd in andere vormen van toezicht, zoals de SUS-ploeg (zie verder §4.4). Handhaving van alcoholverbod op indrinklocaties. In het centrum is het verboden om alcohol op straat te drinken. In 2009 is het beleid aangescherpt door het zogenaamde 'lik op stuk bij alcohol op straat'. De politie let daar streng op. Regelmatig worden er verschillende bekeuringen uitgeschreven. Op de paneelborden op de Groest is daar ook aandacht voor gevraagd, zoals 'Is alcohol op straat je € 60,- waard?' Verder voelt de jeugd zich onveiliger door de aanwezigheid van bepaalde groepen, die soms niet bij de horecazaken naar binnen mogen vanwege de leeftijd (16-minners). Die groepen drinken veel op straat hun meegebrachte alcohol op. Met het alcoholverbod wordt hierop gehandhaafd. Uit de prioriteitenmatrix in §3.3 op blz. 20 blijkt al dat er objectief geen directe aanleiding is om zwaarder in te zetten op veilig uitgaan. Politiecijfers laten geen stijging zien van uitgaansgerelateerde delicten. Wel stijgen de onveiligheidsgevoelens en voelen relatief veel mensen zich onveilig rondom uitgaansgelegenheden en in het centrum. Ook staat dit thema hoog op de politieke agenda. Daarnaast lijken mediaberichten over incidenten de gevoelens van onveiligheid aan te wakkeren. Daarom zijn staan er extra acties op touw:
Wat gaan we extra doen?
Het convenant 'Veilig en gezond uitgaan in Hilversum' (voorheen convenant Veilig uitgaan) wordt aangescherpt, waarbij de individuele en collectieve horecaontzeggingen voor toegang tot horecazaken nieuw zijn. Deze ontzeggingen worden opgelegd aan bezoekers die overlast en erger veroorzaken in het uitgaansleven. Bij overtreding van een toegangsverbod of herhaalde aanmaning tot het verlaten van het horecapand, doet de betreffende horecaondernemer die de huisvredebreuk heeft geconstateerd, aangifte bij de politie. Bij het opleggen van een collectieve horecaontzegging wordt aan de overtreder de toegang tot alle aangesloten horeca geweigerd voor een veelal langere periode. Verder wordt er in het convenant het bestaande horecaconcentratiegebied uitgebreid met het station en het Oosterspoorplein. Tenslotte zijn er nieuwe passages opgenomen over glasoverlast en geluidsoverlast in de openbare ruimte.
Cameratoezicht als laatste redmiddel. Bij de uitgangspunten in deze kadernota op blz. 7 wordt al gesteld dat cameratoezicht in Hilversum alleen daar wordt toegepast waar het een wezenlijke bijdrage aan de veiligheid kan leveren. Wat betreft het geweld bij het uitgaan kiezen veel gemeenten voor cameratoezicht. Bekend uit evaluaties is dat camera's niet zozeer tot een reductie van de hoeveelheid geweld leiden (het betreft immers ook geweld waarbij vaak alcohol in het spel is) maar wel de signalering en daaropvolgende repressie belangrijk versnellen. Publiek cameratoezicht is wettelijk geregeld in artikel 151c Gemeentewet en wordt in bijna een kwart van de Nederlandse gemeenten ingezet.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 28
Via de APV heeft de gemeenteraad in 2010 ingestemd met de mogelijkheid tot het plaatsen van camera's in Hilversum. De besluitvorming over het al dan niet inzetten van publiek cameratoezicht ligt bij de burgemeester, uiteraard na consultering van de raad. De operationele regie bij cameratoezicht is bij wet in handen gelegd van de politie. Verder is cameratoezicht een dure maatregel. De kosten zijn onder meer afhankelijk van het doel dat met het toezicht wordt beoogd, de plaatselijke omstandigheden in het toezichtgebied en de beschikbaarheid van mensen. Deze kosten kunnen oplopen tot 250.000 euro per jaar. De kosten van cameratoezicht komen in driekwart van de gemeenten voor rekening van de overheid (gemeenten en/of politie). Mocht de veiligheidssituatie in Hilversum het noodzakelijk maken, dan komt er een concreet voorstel over de inzet van camera's.
Nieuwe Drank- en Horecawet. Op grond van de Drank- en Horecawet heeft de gemeente in een lokale verordening voorwaarden opgenomen over verstrekken van alcohol en gebiedsbeperkingen aan de verkoop. De regering heeft al enige tijd geleden een wijziging van de Drank- en Horecawet naar de Tweede Kamer gestuurd. Doel is o.m. het vergunningenstelsel vereenvoudigen, extra maatregelen nemen om het toezicht te verscherpen en het overmatig alcoholgebruik bij jongeren te beperken. Ook wil de regering een landelijk verbod op het in bezit hebben van alcoholhoudende drank door jongeren onder de 16 jaar in de openbare ruimte. De Voedsel en Warenautoriteit (VWA) houdt op dit moment toezicht op de handhaving. De VWA controleert of bedrijven zich aan deze wet houden, spoort strafbare feiten op en treft waar nodig maatregelen. Als de VWA een boete oplegt bij een overtreding kan een gemeente een bestuurlijk handhavingstraject starten. Dat kan gaan om een schriftelijke waarschuwing en uiteindelijk intrekking van de vergunning. De kans bestaat dat gemeenten straks zelf toezicht gaan houden op de naleving van de regels uit de Drank- en Horecawet. Er is nog geen zicht op de inwerkingtreding van de nieuwe wet, maar als dat gebeurt komt er een concreet voorstel hoe er in Hilversum het beste met de nieuwe situatie en bevoegdheden kan worden omgegaan.
Gebiedsverboden en groepsverboden. Sinds eind 2010 hebben zowel de burgemeester als de officier van justitie extra bevoegdheden gekregen om in te grijpen bij ernstige overlast en voetbalvandalisme. Op basis van artikel 172a van de gemeentewet kan de burgemeester nu een gebiedsverbod, een groepsverbod en een meldingsplicht opleggen. Dit kan indien een persoon herhaaldelijk de openbare orde heeft verstoord én er ernstige vrees bestaat voor verdere verstoring van de openbare orde. Met de extra bevoegdheden kunnen nu personen die stelselmatig de orde in Hilversum verstoren strenger worden aangepakt. Ook kan sneller worden ingegrepen als raddraaiers regelmatig bewoners treiteren, zich hinderlijk gedragen of de boel vernielen, maar ook als slachtoffers of getuigen van strafbare feiten worden geïntimideerd. Een meldingsplicht kan ook afzonderlijk opgelegd worden, ook aan een persoon die woonachtig is in een andere gemeente. Daarvoor moet echter overeenstemming gezocht worden. Het gebiedsverbod kan voor maximaal drie maanden opgelegd worden en maximaal drie keer verlengd worden.
Indicatoren
- Onveiligheidsgevoelens tijdens het uitgaan. Percentage van de bevolking dat zich doorgaans onveilig op straat voelt in het centrum (bron: Omnibusenquête). Referentiewaarde en - jaar: 19% (2009). Doel: in 2014 is dit percentage te verlagen naar 17%. - Percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt rondom uitgaansgelegenheden en in het centrum (bron: iVM). Referentiewaarde en jaar: 38% voor uitgaansgelegenheden en 38% voor centrum (2009). Doel: in 2014 is dit percentage te verlagen naar 29%.
Specifieke actoren
Horecaondernemers, Koninklijke Horeca Nederland, de betrokken afdelingen van de gemeente (economie, toerisme, OOV), de politie, brandweer en het OM.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 29
4.4
Aanpak overlastgevende jeugd
Dit thema heeft betrekking op de overlast van groepen jongeren en valt onder het veiligheidsveld Jeugd en veiligheid. De groepen jongeren veroorzaken geluidsoverlast, kunnen intimiderend aanwezig zijn, laten zwerfvuil achter en plegen eventueel vernielingen en andere vormen van kleine criminaliteit. De gemeente is vanuit haar algemene taakstelling ten aanzien van de kwaliteit van de lokale gemeenschap én haar verantwoordelijkheid voor de openbare orde, ook verantwoordelijk voor de aanpak en beheersing van jeugdoverlast. De gemeente Hilversum benadert de problematiek vanuit het jeugdbeleid én het veiligheidsbeleid. Dwarsverbanden zijn er met de thema's binnen het veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving, met het thema Veilig winkelgebied en thema Veilig Uitgaan, en met de andere thema's binnen dit veiligheidsveld. Prioriteit OVERLASTGEVENDE JEUGD Tussen het 13e en het 18e levensjaar gebeurt er veel in het lichaam en leven van een jongere. Letterlijk en figuurlijk krijgt een kind de groeistuipen of verandert een vrolijk kind van de ene op de andere dag in een chagrijnig wezen. Binnen een paar maanden lijken meisjes vrouwen te worden en jongens mannen. De straat en de buurt zijn plekken om zonder ouders, leraren en andere toezichthouders te zijn. Hier vormen zich nieuwe groepen en komen jeugdculturen tot bloei. Volwassenen weten ondertussen niet wat ze met die 'hangjeugd' aan moeten. Het gezin is niet meer allesbepalend en soms is het thuis juist moeilijk. Sommige jongeren hebben meer steun dan anderen nodig bij het vinden van hun weg in de maatschappij. Anderen maken misschien de verkeerde keuzes, waardoor ze in de problemen komen. Zij kunnen daarbij op het criminele pad raken. Bij gemeente, politie en OM krijgt de jeugd veel aandacht. Zij werken op verschillende manieren samen, naast de zelfstandige uitvoering van taken. - Terugdringen van jeugdoverlast in Hilversum. - Verlagen van de onveiligheidsgevoelens onder bewoners op plekken waar jongeren samenkomen. Doel / - Verhogen van het gevoel van veiligheid onder jongeren zelf. Uit onderzoek en beoogde effecten evaluaties in Hilversum blijkt dat met name jongeren zelf hebben last van jongerenoverlast. De onveiligheidsgevoelens onder jongeren lagen in 2010 5% hoger dan het Hilversums gemiddelde. Dit thema scoort hoog op de prioriteitenlijsten van de bevolking, bestuur en politie. In 2009 gaf 13% van de Hilversummers aan vaak overlast te ervaren van groepen jongeren (het landelijk gemiddelde is 12%). Jongerenontmoetingsplaatsen staan bovenaan de lijst met onveilige plekken; 52% van de Hilversumse bevolking gaf in 2009 aan zich vaak of soms onveilig te voelen op plekken waar jongeren rondhangen (landelijk was dat 46%). En 10% van de bewoners van Hilversum gaf in 2009 aan dat jongerenoverlast het belangrijkste buurtprobleem is dat direct aangepakt moet worden. Daarmee staat het op de vierde plaats van grootste Wat doen we al? buurtproblemen. Daarom wordt er in Hilversum al jaren gewerkt aan de aanpak van overlastgevende jeugd. De bestaande activiteiten zijn:
Aanpak jeugdgroepen en jongerenvindplaatsen. Al jaren worden overlastgevende groepen in beeld gebracht en samen met politie en jongerenwerk integraal aangepakt. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van het project 'Succes op straat' waarbij de jongerenwerker en de jeugd- of wijkagent samen optrekken om de jeugd aan te spreken en contact te leggen. Ook worden de ouders rechtstreeks benaderd en betrokken. Dit gaan we uitbreiden met speciale brieven.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 30
In 2007 is de samenwerkingsovereenkomst ondertekend door gemeente, Versa en politie en het draaiboek 'Voorkomen en bestrijden van spanningen jeugd en volwassenen' geformaliseerd. Daarna zijn alle jongerenvindplaatsen geregistreerd en gecodeerd in drie kleuren (groen - geen overlast alleen ontmoeting, oranje overlast, rood - criminaliteit). Medio 2010 is het draaiboek geëvalueerd om de samenwerking te optimaliseren. De komende jaren blijft dit draaiboek de basis voor de uitvoering. Per overlastlocatie wordt maatwerk geleverd, altijd in overleg met alle betrokkenen. Op sommige jongerenvindplaatsen worden bijvoorbeeld straatcoaches ingezet, bij anderen is er een aanpassing van de inrichting van de openbare ruimte, of zijn er alcohol of drugsverboden van kracht, of er is extra toezicht, of worden bepaalde jongeren aangepakt via bureau Jeugdzorg en andere instanties of wordt er geïnvesteerd in voorlichting en het verduidelijken van gedragsregels. Uiteraard worden dit soort maatregelen ook gecombineerd.
Shortlistmethodiek. In 2009 vanuit de politie het initiatief genomen om de problematische jeugdgroepen in de regio Gooi en Vechtstreek te inventariseren. Er waren toen 14 groepen 'hinderlijk', 3 groepen 'overlastgevend' en geen enkele groep ' crimineel'. Eind 2009 zijn daarna 3 groepen geprioriteerd in de aanpak zoals landelijk beschreven in de zogenaamde Shortlistmethodiek, waarvan één in Hilversum.12 Ook deze methodiek wordt de komende jaren verder toegepast. De regiorol van de gemeente is daarbij van groot belang. De aanpak wordt afgestemd en waar mogelijk in elkaar gevlochten met het draaiboek Spanningen. Aanpak vernielingen. Zie ook §4.1 op blz. 22. Aanpak van overlastgevende jeugd betekent ook aanpak van vernielingen door een combinatie van voorlichting, extra toezicht, straffen, snel herstel, aandacht in jeugd- en jongerenbeleid, aanpak alcoholmisbruik en gerichte acties rond de jaarwisseling. Op diverse plekken in Hilversum gelden alcoholverboden en drugsverboden. Met het ROC is een speciaal convenant afgesloten 'Veilig in school' (zie verder hoofdstuk 5 onder thema ´Veilig in en om de school´). In diverse wijken draait het project 'Toezicht door jongeren'. Dit project heeft ook een spin-off naar de SUS-ploeg waarbij jongeren zorgen voor extra toezicht tijdens uitgaansavonden. In samenwerking met Bureau Halt wordt voorlichting gegeven op scholen aan jongeren over criminaliteit, vandalisme en alcoholmisbruik. Veiligheidshuis. In december 2009 is het Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek opgericht, gevestigd in Hilversum. In dat Veiligheidshuis werken gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie samen aan een persoonsgerichte en gebiedsgerichte aanpak van criminaliteit, overlast en jeugdcriminaliteit. Het Veiligheidshuis moet vorm geven aan een sluitende ketenaanpak rond zorg- en risicojongeren. Dit om te voorkomen dat verdachten uitvallen in geboden trajecten, shopgedrag gaan vertonen of afglijden in de criminaliteit.
Burgemeestersbevel twaalfminners. De burgemeester kan ouders/verzorgers
Wat gaan we extra doen?
van (in groepsverband) overlast veroorzakende twaalfminner een bevel geven erop toe te zien dat hun kinderen niet onbegeleid 's avonds laat op straat zijn. Het bevel op grond van artikel 172b Gemeentewet wordt gegeven aan diegene die het gezag uitoefent over een kind beneden de leeftijd van twaalf jaar. Het kind moet dan herhaaldelijk groepsgewijs de openbare orde hebben verstoord, of er is ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde. Het bevel draagt ervoor zorg dat het kind zich niet zonder begeleiding van een ouder of verzorger dan wel een andere door de burgemeester aan te wijzen meerderjarige bevindt bij bepaalde objecten of in bepaalde delen van de gemeente. Het bevel kan ook inhouden dat het kind zich niet onbegeleid mag bevinden op voor het publiek toegankelijke plaatsen tussen 20.00 en 06.00 uur. Deze nieuwe bevoegdheid wordt in Hilversum toegepast als andere minder ingrijpende middelen niet blijken te werken.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 31
Maatregelen tegen jongerenoverlast kunnen worden onderverdeeld in een drietal categorieën namelijk organisatorisch, bouwkundig en elektronisch. Vaak leveren de organisatorische acties met meeste effect op (80%), zoals jongeren aanspreken, investeren in voorlichting en communicatie, aangifte of melding doen of het opleggen van een gebiedsverbod. Bouwkundige maatregelen kunnen betrekking hebben op het inrichten van een ontmoetingsplaats of het plaatsen van hekwerken op plekken waar jongeren ongewenst zijn. Als laatste zijn elektronische maatregelen mogelijk, zoals cameratoezicht of de inzet van de mosquito. De mosquito is een apparaatje dat een voor jongeren tot ongeveer 25 jaar hinderlijke hoge pieptoon produceert en dat wordt gebruikt om overlast door jongeren tegen te gaan. Mosquito's worden in meer dan honderd Nederlandse gemeenten ingezet. De rijksoverheid laat het aan gemeenten over om te beslissen over het al dan niet inzetten van de mosquito. De mosquito wordt ingezet als middel bij de feitelijke handhaving van de openbare orde. Dat wil zeggen dat het apparaatje wordt opgehangen op plaatsen waar door hangjongeren overlast wordt veroorzaakt. Door het hinderlijke geluid zullen jongeren zich doorgaans binnen enkele minuten verwijderen. In de komende periode komt er vooralsnog geen positief advies richting college en raad over de inzet mosquito in Hilversum. Het instrument is namelijk niet onomstreden, vooral omdat het gebruik mogelijk raakt aan diverse mensenrechten. Bij gebruik van de mosquito is daarom grote terughoudendheid en zorgvuldigheid van belang. Mocht het echt nodig zijn, en alle andere middelen hebben niet het gewenste effect gehad, dan komt er alsnog een voorstel voor eventuele aanpassen van de APV op dit punt. Dat betekent dat de gemeenteraad als het hoogste en democratisch gekozen orgaan in de gemeente beslist over het eventueel inzetten van de mosquito in Hilversum. In de APV kunnen tevens een aantal waarborgen voor evenredig en verantwoord gebruik worden opgenomen.
Indicatoren
- Overlastmeldingen jeugd (bron: Politiejaarverslag). Referentiewaarde en - jaar: 921 (2009). Doel: in 2014 is dit aantal te verlagen naar 825. - Percentage bewoners in Hilversum dat vaak overlast ervaart van groepen jongeren (bron: iVM). Referentiewaarde en - jaar: 13% (2009). Doel: in 2014 is dit percentage te verlagen naar 11%. - Percentage bewoners in Hilversum dat zich wel eens onveilig voelt op plekken waar jongeren rondhangen (bron: iVM). Referentiewaarde en - jaar: 52% (2009). Doel: in 2014 is dit percentage te verlagen naar 46%.
Specifieke actoren
Bij dit thema gaat het vooral om bewoners / ouders / jongeren, de politie, het jongerenwerk en de gemeente. Het gezin en de school hebben daarbij de primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding en scholing van de jongeren. Naast de gemeente, de politie en het openbaar ministerie zijn de Raad voor de Kinderbescherming, jeugdreclassering, Bureau Jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk en andere organisaties die zich actief bezighouden met Jeugd en Veiligheid. De gemeente steunt initiatieven om onveiligheid veroorzaakt door jongeren tegen te gaan en heeft ook in samenwerking met andere organisaties initiatieven in gang gezet. Met het jongerenwerk maakt de gemeente prestatieafspraken. De gemeente bewerkstelligt daarnaast dat benodigde faciliteiten en voorzieningen gerealiseerd worden, zoals jongerencentra en ontmoetingsplekken. Via het Veiligheidshuis kan worden ingezet op de stelselmatige overlastplegers, waarmee dus ook andere partners binnen het Veiligheidshuis betrokken worden. Ook is er een relatie met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) dat een inlooppunt voor gezinnen is. Ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals kunnen hier terecht met alle vragen over opvoeden en opgroeien.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 32
5.
OVERZICHT ANDERE THEMA'S
Naast de prioriteiten zijn er diverse andere samenwerkingsverbanden, projecten en bestaande activiteiten. Op die thema's wordt het bestaande niveau gehandhaafd. Ze zijn belangrijk en noemenswaardig en vormen de basis van het veiligheidsbeleid, maar hebben geen prioritaire aandacht. Veiligheidsthema
Bestaande aanpak in Hilversum en ontwikkelingen
Veiligheidszorg. Bij het thema Sociale kwaliteit zijn diverse wijkprofessionals vaak actief, zoals de wijkagent, opbouwwerk, corporaties, Bureau Wijkzaken. Bij zwaardere gevallen komt de burgemeester in beeld en maakt gebruik van de specifieke bevoegdheden, waaronder bijvoorbeeld het sluiten van een woning (Victoria), sluiting drugspanden (Damocles) de inbewaringstellingen via de wet BOPZ. Hij wordt daarin ondersteund door de ambt. Openbare orde en veiligheid.
Sociale kwaliteit
Aanpak hennepteelt. De gemeente Hilversum blijft optreden tegen hennepkwekerijen samen met politie, Openbaar ministerie, woningcorporaties, Belastingdienst, uitkeringsinstanties en de beheerder van het elektriciteitsnet. Sinds 2006 werken bovengenoemde partijen samen op gebied van de aanpak van hennepteelt. Het convenant Aanpak hennepteelt vormt de basis voor de samenwerking. De coördinatie ligt in handen van Openbare orde en veiligheid.
Buurtbemiddeling. Dit project loopt al enige jaren en is bij de start in 2005 mede mogelijk gemaakt met een financiële bijdrage vanuit het veiligheidsbudget. Inmiddels maakt het onderdeel uit van Versa welzijn en het biedt onpartijdige hulp bij ergernissen en burenruzies. Buurtbemiddeling helpt buren of buurtgenoten die een conflict met elkaar hebben. De buurtbemiddelaars luisteren naar het verhaal van beide partijen om samen een oplossing te bedenken die voor iedereen aanvaardbaar is. Buurtbemiddeling is gratis voor alle Hilversummers. Onveiligheidsgevoelens staan bij diverse thema's centraal, maar hebben ook te maken met het vertrouwen in de overheid, investeren in sociale cohesie, bewoners met elkaar in contact brengen, aanpak van onveiligheidsgevoelens onder senioren, integratie van allochtonen en berichtgeving in de media.13 Specifieke bestaande projecten in Hilversum zijn:
Wijkveiligheid. Via de wijkveiligheid wordt er gebiedsgericht gewerkt aan veiligheid. Elke wijk heeft een veiligheidsplan met een looptijd van twee jaar. Vanaf 2011 wordt de werkwijze afgebouwd en beëindigd, mede vanwege de bezuinigingen. Alternatieven voor de wijkveiligheid komen uit een nieuw op te stellen visie op het wijkgericht werken. Veiligheidsgevoelens
Senioren en veiligheid. In 2007 heeft de gemeente Hilversum ervoor gekozen om Senioren en veiligheid als aparte prioriteit te benoemen binnen het veiligheidsbeleid. Daarom worden er projecten en activiteiten uitgevoerd zoals de speciale brochure over inbraak- en brandpreventie, voorkomen van ongevallen in en om het huis, oplichters aan de deur, veilig op straat, aanpak van ouderenmishandeling en het doen van aangifte. Verder besteedt het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld extra aandacht aan ouderenmishandeling. Er worden voorlichtingen en trainingen gegeven over het vóórkomen van ouderenmishandeling. Uit de evaluatie in 2010 blijkt dat de onveiligheidsgevoelens van alle senioren (55 jaar en ouder) en het slachtofferschap niet afwijkt van de totale bevolking. We gaan de komende periode geen extra activiteiten organiseren of initiëren. Wel sluiten we aan bij initiatieven zoals de prestaties uit programma 4 'Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid', waaronder de WMO.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 33
Buurtpanels. In 2010 zijn de eerste twee buurtpanels in Hilversum Zuid van start gegaan, een initiatief van de politie in samenwerking met de gemeente en enkele andere partners. Een buurtpanel bestaat uit ongeveer twintig deelnemers en heeft tot doel de communicatie tussen de veiligheidspartners en de burger te verbeteren en de grootste ergernissen van de deelnemers doeltreffend aan te pakken. De ambitie is een aanpak van onveiligheidsgevoelens en gezamenlijk de criminaliteit aanpakken. Van de deelnemers aan het buurtpanel wordt verwacht dat ze actief betrokken zijn en hun bevindingen met hun eigen netwerk delen. De werkwijze moet nog geëvalueerd worden, daarna is er duidelijkheid of en waar er verder wordt gegaan met dit instrument.
Voertuigcriminaliteit. De gezamenlijke aanpak van autokraak en fietsdiefstal
Veelvoorkomende criminaliteit
blijft doorgaan. Inzet in de komende periode van voorlichting en preventie zoals het verspreiden van fietsregistratiekaarten. De hotspot aanpak in samenwerking met de politie, het organiseren van graveeracties. Ook worden er in diverse wijken acties uitgevoerd waar auto's door toezichthouders worden voorzien van een flyer met daarop per geval de aandachtspunten: Niets erin niets eruit. In de komende periode wordt het handboek Aanpak fietsdiefstal en het handboek Aanpak autokraak toegepast om het aantal delicten te verminderen.
Huiselijk geweld. We blijven doorgaan met de aanpak van huiselijk geweld onder regie van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) en het Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek. Verder wordt sinds april 2009 de Wet Tijdelijk Huisverbod toegepast in de gemeente Hilversum. Op grond van deze wet kan de burgemeester bij dreigend of na huiselijk geweld een huisverbod opleggen. De uitvoering kost veel capaciteit bij de politie, het ASHG en bij de gemeente (Openbare orde en veiligheid, met name bij verlengingen en beroepsprocedures). Ook komt er een Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die we de komende jaren willen toepassen toegepast. De wet treedt begin 2011in werking. Keurmerk veilig ondernemen. Zoals al vermeld in §2.4 op blz. 17 komen
Veilig winkelgebied
winkelgebieden voor een KVO certificaat in aanmerking als zij een aantal structurele maatregelen op het gebied van veiligheid treffen. Samenwerking tussen verschillende organisaties staat hierbij centraal. Met maatregelen zoals inbraak-, overval- en brandbeveiliging zorgt het KVO voor een veiliger en prettiger werkomgeving. Daar heeft niet alleen de ondernemer, maar ook de gemeente baat bij. Bovendien maakt het KVO de aanpak van criminaliteit en brandveiligheid voor de politie en brandweer een stuk effectiever. De gemeente ondersteunt en participeert in drie KVO trajecten in Hilversum. Deze trajecten worden ook expliciet genoemd in het collegeprogramma. Als extra activiteit gaan we de komende periode de winkeldiefstallen aanpakken door de regeling 'Afrekenen met winkeldieven' in samenwerking met het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) te promoten en waar mogelijk te ondersteunen. De essentie van deze regeling is dat een ondernemer een betrapte winkeldief een schadevergoeding van € 151,- laat betalen, waarbij het HBD zorgt voor de inning.
Keurmerk veilig ondernemen. Zie hierboven. De twee bestaande trajecten op de bedrijventerreinen in Hilversum (Havenkwartier en Kerkelanden) worden in stand gehouden. Veilige bedrijventerreinen
Lokaal veiligheidsArrangement NS-stations. We blijven investeren in een gezamenlijke aanpak van het veiligheidsvraagstuk op en rondom drie stations in Hilversum. De basis vormt het Lokaal veiligheidsArrangement. Doel is het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in het openbare vervoersgebied (de perrons, in de voertuigen en in de stationsomgeving).
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 34
Actieplan Jaarwisseling. We zien de jaarwisseling als een grootschalig evenement met ernstige risico's voor de openbare orde. De gemeente blijft de aanpak regisseren vanuit een speciaal actieplan dat elk jaar toegepast wordt.
Veilige evenementen
Vergunningverlening grote evenementen. De grote evenementen in Hilversum (zoals Hilversum On Air , Koninginnedag, Hilversum Alive) worden al jaren multidisciplinair voorbereid. Deze samenwerking en coördinatie tussen alle betrokken partijen willen we in standhouden. Bij grootschalige evenementen geldt ook een dwarsverband met de rampenbestrijding. Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico's opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren, en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De komende periode komt er een nieuw evenementenbeleid. In regionaal verband wordt er gewerkt aan een evenementenkalender, hiermee kan de beschikbaarheid van de hulpdiensten (met name politie) gepland worden. Het evenementenvergunningenbeleid blijft lokaal. De burgemeester is namelijk formeel verantwoordelijk voor de openbare orde, en maakt op basis van die verantwoordelijkheid keuzes ten aanzien van de wenselijkheid en toelaatbaarheid van evenementen, de veiligheidsvoorwaarden daarvoor, de rollen van partijen dienaangaande en de controle en handhaving.
Veilig toerisme
Dit thema heeft betrekking op de onveiligheid die zich kan voordoen in en rond recreatiegebieden zoals strand- en duingebied, natuurgebieden, recreatieplassen en rond kampeerterreinen. De risico's betreffen onder meer beroving, diefstal uit of van vaartuigen, geweldpleging, overlast en vernielingen. Daar waar nodig treedt de gemeente in overleg met partijen als de stichting Goois Natuurreservaat.
Criminele jeugd / individuele probleemjongeren
Veiligheidshuis. Bij dit thema staan de individuele probleemjongeren centraal. Het gaat daarbij vooral om de jongeren met meerdere antecedenten die in diverse opzichten de maatschappelijke aansluiting hebben verloren. Ze vormen de harde kern van jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van criminaliteit. In Hilversum waren er in 2009 zo'n 27 minderjarige veelplegers. Een belangrijk hulpmiddel bij de uitvoeringsregie en -coördinatie vormt het Veiligheidshuis. In het Veiligheidshuis vindt de koppeling plaats tussen de justitiële en de zorgketen. Voor elke jongere moet een sluitend traject worden vastgesteld met zowel justitiële als zorgelementen. Aspecten van de aanpak (naast strafoplegging) zijn scholing, toeleiding naar werk of stage en zinvolle dagbesteding.
Jeugd, alcohol en drugs
Aanpak alcohol en drugsmisbruik. Verschijnselen die binnen dit thema vallen zijn onder meer de zogenaamde zuipketen, hinderlijk gebruik van alcohol in de openbare ruimte en dito gebruik van drugs. In Hilversum gelden diverse alcoholverboden en op twee plaatsen een drugsverbod. Via het (jeugd) gezondheidsbeleid en het coffeeshopbeleid, via het jeugdbeleid en het integraal veiligheidsbeleid, voert de gemeente regie op dit thema. Zie verder ook de uitwerking van de prioriteiten van Veilig uitgaan. De beoogde wijziging van de DHW heeft onder meer betrekking op aanscherping van het toezicht op de verkoop van alcohol aan minderjarigen.
Convenant schoolveiligheid. Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid: thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, Veilig in en om de overlast en vernielingen. De gemeente heeft al vanaf 2004 goede ervaringen met school het convenant Veilig in school, waarmee een samenwerking is met het ROC, politie en het OM. We willen de komende periode onderzoeken of met andere instellingen in het voortgezet onderwijs veiligheidsprojecten kunnen worden uitgevoerd. Het convenant 'Veiligheid in en om de school' dient daarbij als basis. Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 35
Dit thema valt in Hilversum niet onder het integraal veiligheidsbeleid. In de programmabegroting wordt in hoofdstuk 14 'Bereikbaarheid' uitvoerig ingegaan op de verkeersveiligheid. In het algemeen heeft dit thema betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden. Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) Verkeersveiligheid en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast. De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid op en rond het gemeentelijk wegennet. Dit betreft doorgaande wegen, ontsluitingswegen en wegen in verblijfsgebied.
Activiteiten van de regionale brandweer. Het thema Brandveiligheid heeft
Brandveiligheid
enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, instellingen, andere bedrijven) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen ziet de brandweer toe op preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen, bijvoorbeeld in aanloop naar de jaarwisseling en via het project Rood op straat. Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden. Via de programmabegroting van de gemeente Hilversum wordt inzicht gegeven in de jaarlijkse speerpunten, prestaties en kosten. De gemeente ziet toe op een adequate vormgeving van de brandweertaken en bewaakt en bevordert daarbij de wisselwerking van de brandweertaken met onder meer integrale handhaving en de tenuitvoerlegging van de Wabo (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) c.q. de omgevingsvergunning. Bijzondere aandacht behoudt de gemeente ook voor de implementatie van het Gebruiksbesluit, waardoor belangrijke verschuivingen optreden in de preventiewerkzaamheden (vergunningplicht versus meldplicht).
Externe veiligheid
Werkgroepen gevaarlijke stoffen. Bij dit thema staan de risico's van gevaarlijke stoffen centraal. Gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt in inrichtingen en vervoerd via weg, water, spoor, lucht en buisleidingen. Te onderscheiden zijn het zogenaamde 'groepsrisico' (GR) en het 'plaatsgebonden risico' (PR). In beide gevallen gaat het om de externe veiligheidsrisico's van de gevaarlijke stoffen. Veel expertise zit bij de brandweer Gooi en Vechtstreek, waaronder ook een aantal (intergemeentelijke) en multidisciplinaire werkgroepen vallen. Binnen de gemeente Hilversum wordt er samengewerkt met de Dienst Stad, afdeling Stedelijke Ontwikkeling en met de Dienst Inwoners afdeling Vergunningen en handhaving. De gemeente is verantwoordelijk voor de risicobeheersing rond gevaarlijke stoffen op gemeentelijk grondgebied, in het bijzonder in zoverre het soorten inrichtingen en vervoer betreft ten aanzien waarvan de gemeente het bevoegd gezag is. Voor inrichtingen en vervoer waarvoor andere bestuursorganen het bevoegd gezag vormen (zoals de meeste BRZO-inrichtingen), heeft de gemeente een beperkte verantwoordelijkheid. De risicobeheersing geschiedt via beleidsvorming, risico-inventarisatie en -analyse, vergunningverlening en controle, bestuurlijke verantwoording bij veranderend groepsrisico, doorvertaling externe veiligheidsfactoren in RO-procedures, risicocommunicatie en preparatie rampenbestrijding.
Verder vult de gemeente de Risicokaart (www.risicokaart.nl) met de gemeentelijke risicogegevens in verband met opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen maar ook als gevolg van natuurrampen zoals overstromingen en ernstige verstoringen van de openbare orde. Tenslotte worden er waar nodig ook rampbestrijdingsplannen opgesteld voor specifieke risico-inrichtingen en andere risico's, zoals al gedaan is voor de LPG-stations. Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 36
Veiligheidsregio. Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises centraal. Die vinden gelukkig zelden plaats, maar gemeente en veiligheidspartners moeten zich toch voorbereiden op de eventuele ramp. De gemeente is daarbij verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke processen en is belast met brandweerzorg, de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De gemeenten werken samen in een verplichte gemeenschappelijke regeling: de veiligheidsregio. De burgemeesters van de regiogemeenten zijn het bestuur van de veiligheidsregio. De gemeente betaalt ook een inwonersbijdrage aan de veiligheidsregio om de taken op het gebeid van rampenbestrijding en crisisbeheersing te vervullen.
Voorbereiding op rampenbestrijding
Gemeentelijke Kolom. Intergemeentelijk werkt Hilversum samen met acht andere regiogemeenten in de vorm van de Gemeentelijke Kolom, een onderdeel van de Veiligheidsregio. De gemeente heeft namelijk nog een eigenstandige rol in de rampenbestrijding en crisisbeheersing als verantwoordelijke voor de gemeentelijke processen. Benodigde maatregelen hebben betrekking op planvorming (crisisplan en deelplannen), OTO (Opleiden, Trainen en Oefenen) en op het op peil houden van faciliteiten (ICT, actieruimten e.d.). Daarnaast wordt er gewerkt om de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie op het juiste peil houden. Daarvoor is nodig: bestuurlijke en managementaandacht, de aansluiting op het regionaal crisisplan per 2011, de aansluiting van diverse functies (zoals hoofden Actiecentra) op de diverse piketten en de inbedding van de rampenbestrijdingsorganisatie in de gewone 'staande' organisatie. De belangrijkste ontwikkeling voor de komende periode is de implementatie van de Wet Veiligheidsregio's: die heeft belangrijke gevolgen voor de coördinatie en aansturing in de acute fase van crises alsook voor de preparatiefase.
Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen in de samenleving die zodanig zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme, links-extremisme. In Hilversum is de afgelopen jaren gewerkt aan het voorkomen en tegengaan van radicaliseringen, door middel van de volgende activiteiten.
Polarisatie en radicalisering
Aanpak Radicalisering. Er is samenwerking met de politie (met RID, de Regionale Inlichtingendienst) en in diverse gremia is door o.a. het Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding en de Algemene Inlichtingen- en veiligheidsdienst voorlichting gegeven over radicalisering. Ook is er regulier overleg tussen RID, Antidiscriminatiebureau - Versa Welzijn en de gemeente, afdeling ABZ, OOV). Met vertegenwoordigers van alle moskeeën wordt regelmatig overleg gehouden over veiligheid, eventuele incidenten en uitingen van discriminatie. Bij dreigende onrust zoals het verschijnen van Fitna (film van Geert Wilders) is gebleken dat deze korte lijnen erg functioneel zijn. We willen deze overlegvormen in stand houden.
Veiligheid Media Park. Het Media Park is een bijzondere en belangrijke locatie voor de gemeente Hilversum. Om de veiligheid te waarborgen willen we de bestaande samenwerkingsverbanden continueren. Het gaat om het veiligheidsconvenant Media Park, het veiligheidsoverleg met alle omroepen. Ook maakt het Media Park onderdeel uit van het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (Atb), dit is een waarschuwingssysteem voor sectoren uit met name de vitale infrastructuur om bij bepaalde niveaus van (uitsluitend) terroristische dreiging, maatregelen te treffen. Verder is het Media Park aangewezen als Veiligheidsrisico gebied in het kader van de Wet terroristische misdrijven. Verruimde bevoegdheden gelden daar voor opsporingsambtenaren. Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 37
Bij het thema ´Georganiseerde criminaliteit´ gaat het om vormen van criminaliteit die zich manifesteren in binnensteden, op gemeentelijk grondgebied en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake is van verweving van onder- en bovenwereld en vaak ook van 'witwassen'. Misdaadbranches die het betreft zijn vooral drugshandel, vastgoedfraude en mensenhandel. Het is niet de taak van de gemeente om deze vormen van criminaliteit te bestrijden – het is de taak van de gemeente haar dienstverlening, specifiek beschikkingen, 'misdaadproof' te maken.
Georganiseerde criminaliteit
Inzet BIBOB. De gemeente Hilversum wil de bewegingsruimte van bovengenoemde vormen van criminaliteit inperken door bij procedures kritisch te werk te gaan door middel van eigen procedures en waar nodig de inzet van de wet BIBOB. Deze wet stelt de gemeente in staat om bij vergunningverlening, subsidies en aanbestedingen binnen branches waarin deze beschikkingen mogelijk faciliterend werken voor criminaliteit (met name bouw, horeca, speelautomaten, coffeeshops, seksinrichtingen) een extra kritisch traject te volgen en de beschikking eventueel te weigeren. De aanvrager/begunstigde kan, aan de hand van een vaste vragenlijst, om extra informatie over de bedrijfsvoering (organisatie en financiering) worden verzocht. Indien deze informatie wijst op een gerede kans op misbruik van de beschikking, kan die worden geweigerd.
Deelname RIEC. Deelname aan het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) Midden Nederland is vanwege de bezuinigingen aangehouden.14 De komende periode worden de ervaringen en resultaten van het RIEC kritisch gevolgd en als het nut en de noodzaak ertoe leidt, komt er een nieuw voorstel voor deelname, inclusief een kostenparagraaf. Dit centrum houdt zich bezig met de aanpak hennepteelt, vastgoedcriminaliteit, mensenhandel, georganiseerde criminaliteit, inzet BIBOB en goede vergunningverlening.
Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Integriteitsbeleid. Dit thema gaat over schendingen van de ambtelijke en bestuurlijke integriteit. Integriteit is voor het gemeentebestuur een belangrijk thema. Integriteit heeft de aandacht en wordt de komende periode onder de aandacht gehouden. Binnen de gemeente Hilversum krijgt dit thema aandacht in de vorm van de ambtseed, gedragscodes, ondertekenen van integriteitverklaringen e.d. Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar brengen doordat daardoor bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilige gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsruimte kunnen krijgen en er een moreel verloederend effect op groepen of personen binnen de lokale gemeenschap van uit kan gaan.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 38
6.
ORGANISATIE, COÖRDINATIE EN BEGROTING
Dit laatste hoofdstuk gaat over de borging van de coördinatiefunctie in de organisatie, over de bestuurlijke taakverdeling, over planning en control en over de begroting en kosten van uitvoering.
6.1
Bestuurlijke coördinatie
De raad stelt de kaders voor het veiligheidsbeleid, zie ook §1.4 op blz. 8 en de speciale eindnoten waarin de verschillende rollen worden toegelicht. De centrale coördinatie van het veiligheidsbeleid is belegd bij de burgemeester. Dit betekent dat de burgemeester met de wethouders afstemt over hun portefeuille voor zover het onderdeel is van het veiligheidsbeleid. De burgemeester heeft een speciale rol ten opzichte van de politie. De politie heeft namelijk twee opdrachtgevers: de burgemeester (openbare orde) en het Openbaar Ministerie (strafrechtelijke handhaving). Daarnaast is de politie ook nog gebonden aan landelijke targets van de minister van Binnenlandse Zaken. In de driehoek wordt afgestemd waar de beperkte capaciteit van de politie kan worden ingezet, rekening houdend met alle verplichte doelstellingen. Concreet betekent dit dat bepaalde onderdelen van het IVP, maar ook de feitelijke uitvoering hiervan via de driehoek nader moet worden afgestemd. Uit voorgaande hoofdstukken blijkt overigens ook dat veel afspraken al zijn geformaliseerd in convenanten, actieplannen en draaiboeken.
6.2
Ambtelijke coördinatie van het veiligheidsbeleid
Alleen als de verantwoordelijkheden binnen de gemeente duidelijk zijn belegd, kan het college goed sturing geven. Zoals al vermeld is de gemeentesecretaris als hoofd van de ambtelijke organisatie eindverantwoordelijk voor de (coördinatie van de) uitvoering van de verschillende acties. De gemeentesecretaris is bovendien bij uitstek in staat om als spil te fungeren tussen het bestuur en de betrokken gemeentelijke diensten. De directeuren en afdelingshoofden binnen de gemeentelijke organisatie hebben belangrijke taken op het terrein van integrale veiligheid. Ook bij de uitvoering van acties op hun terrein zijn zij in eerste instantie verantwoordelijk. De gemeentesecretaris kan hen op deze verantwoordelijkheid aanspreken. Naast de directeur dienst Bestuur en het afdelingshoofd Algemene Bestuurszaken (ABZ) is de ambtenaar Openbare orde en veiligheid het aanspreekpunt voor de portefeuillehouder en voor andere betrokkenen waar het gaat om ondersteuning bij hun taken op het terrein van veiligheid. Verder onderhoudt deze ambtenaar de interne en externe contacten, bewaakt de voortgang en vastlegging van veiligheidsbeleid, volgt landelijke en regionale ontwikkelingen en vertaalt deze door naar het netwerk van betrokkenen. Binnen de afdeling Algemene Bestuurszaken zit dus een belangrijk coördinatie- en uitvoeringcentrum.
6.3
Begroting
Een totaal financieel plaatje maken op basis van voorgaande hoofdstukken is geen sinecure. Er is inzicht in de kosten van tal van bestaande activiteiten, maar vaak vallen die buiten het budget voor Integrale veiligheid of zelfs buiten het de programmabegroting 'Openbare orde en veiligheid, Brandweer'. Zelfs in die begroting is veiligheid facetbeleid (beleid dat inhoudelijk raakvlakken heeft met andere beleidsterreinen) dat in nog veel meer programma's zit. Om recht te doen aan de integrale werkwijze moet rekening worden gehouden met mensen en middelen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Denk aan de kosten van politie-inzet, budgetten voor het opbouwwerk en jongerenwerk, preventieve maatregelen in de ruimtelijke ordening, acties door corporaties, kosten die gemaakt zijn in het kader van de volksgezondheid. Voor de financiële verantwoording wordt dan ook verwezen naar de begrotingen en jaarrekeningen van alle betrokken instanties en partijen (denk aan burgers, ondernemers, maatschappelijk werk, het RIAGG, Bureau Jeugdzorg, Ouderenbonden, Verslavingszorg, Centrum voor Alcohol en Drugs, religieuze instanties, betrokken instanties bij het jongerenwerk, Bureau HALT, het Nederlandse Rode kruis, sportverenigingen, scholen, provincie, NS, buurt en wijkverenigingen, ouderenorganisaties en jongerenorganisaties, politie, de Veiligheidsregio, het Gewest, het Openbaar Ministerie, Woningstichtingen en corporaties, Waterschappen, de Provincie en uiteraard de rijksoverheid.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 39
Programmabegroting 2011 Vanuit de programmabegroting is er jaarlijks bijna tien miljoen euro beschikbaar voor het verbeteren van de veiligheid in Hilversum (programma 10: Openbare orde en veiligheid, Brandweer).
Beleidsdoel
Sociale veiligheid
Saldo
€ 741.000
Rampenbestrijding € 373.000 Brandweer Handhaving openbare ruimte
€ 7.829.000 € 1.012.000
Toelichting - waarvan 53% voor vergunningverlening voor horeca, grote evenementen, coffeeshops en sex-inrichtingen, - waarvan 29% aan indirecte kosten voor uitvoering en coördinatie van het IVP en 31.000 euro als jaarlijks werkbudget voor uitvoering van het IVP en daarnaast 4.000 euro voor de werkgroep 'Veilig uitgaan'. Alle andere bedragen liggen dus vast of zijn geoormerkt. waarvan 53% indirecte kosten zoals personeelskosten en overhead en 101.000 euro voor de Gemeentelijke kolom. waarvan 5,8 miljoen voor repressie en 1,9 miljoen voor preventie vergunningverlening en handhaving van de openbare ruimte. Relatie met Wabo, APVB, zwerfafval en integraal toezicht.
De meeste bestaande activiteiten hebben een financiële dekking. Verder zijn sommige geplande projecten zonder substantiële kosten te realiseren. Als de financiële consequenties nog niet bekend zijn worden ze in principe gedekt vanuit bestaande budgetten. Al met al worden er gekoppeld aan het vaststellen van de kadernota geen extra middelen gevraagd.
6.4
Planning en control
Deze kadernota schept de voorwaarden voor de komende periode en bevat de hoofdlijnen van het beleid. Het IVP valt dus samen met de zittingsduur van het college en de raad. Nadere uitwerking over de uitvoering wordt opgenomen in de Programmabegroting en afgeleide acties staan in het afdelingsplannen. De raad wordt verder actief in kennis gesteld van bepaalde programma's zoals het ook de afgelopen jaren gedaan is met de wijkveiligheidsplannen, het actieprogramma Jaarwisseling, het lokaal veiligheidsArrangement, et cetera. Een 'goed' lokaal veiligheidsbeleid wordt gekenmerkt door systematiek, samenhang en samenwerking. Dit houdt in: het doorlopen van een zekere beleidscyclus, het onderling afstemmen van maatregelen en het samen met gemeentelijke diensten, brandweer, politie, maatschappelijke organisaties en individuele burgers invullen van veiligheidsbeleid. Anders gezegd is veiligheidsbeleid niets meer dan het regelmatig bekijken welke veiligheidsproblemen zich voordoen of zouden kunnen gaan voordoen, om deze vervolgens op een doeltreffende en doelmatige manier aan te pakken. Onderstaand schema laat zien dat dit nieuwe plan de start is van een nieuwe cyclus, waarbij de aandachtspunten uit het vorige plan (2007-2010) zijn meegenomen als input. In 2014 krijgt de raad dus de evaluatie.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 40
BIJLAGE: BEGRIPPEN EN DEFINITIES •
•
• •
•
• • • • •
•
Veiligheid: Veiligheid is te omschrijven als het aanwezig zijn van een zekere mate van ordening en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute of dreigende aantastingen. Onveiligheid is te beschrijven als alles wat hierop inbreuk maakt. Deze inbreuken op veiligheid kunnen feitelijke aantastingen van de veiligheidssituatie betreffen, maar kunnen ook veiligheidsrisico's en gevoelens van onveiligheid betreffen. Externe veiligheid: gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, LPG en munitie over weg, water, spoor en door buisleidingen. Ook de risico's die zijn verbonden aan het gebruik van luchthavens vallen onder externe veiligheid. Integrale veiligheid: Sociale en fysieke veiligheid samen worden integrale veiligheid genoemd. Integraal: Het begrip 'integraal' kan vanuit meerdere invalshoeken worden ingevuld: a) de te betrekken beleidsterreinen (criminaliteit, overlast en hinder, openbare orde, verkeersveiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid, rampenbestrijding, milieu, etc.) b) de verschillende fasen in de veiligheidsketen; c) de te betrekken externe partners. Objectieve veiligheid: Wordt vastgesteld door feitelijke, cijfermatige gegevens met betrekking tot bijvoorbeeld criminaliteit en overlast met elkaar te vergelijken. Bij objectieve veiligheid gaat het om de daadwerkelijke verstoringen van de orde en veiligheid zoals die zich in de beschreven periode hebben voorgedaan. Harde cijfers uit statistieken. Geregistreerde onveiligheid: data zoals die blijken uit registraties en bestanden van instellingen, diensten of bedrijven (informatie verkregen via politie statistieken e.d.) Gerapporteerde onveiligheid: data (ervaringen en opinies) afkomstig uit specifieke inventarisaties, enquêtes of ander onderzoek, zoals die door de inwoners worden gemeld (informatie beschikbaar zoals die door de burgers, middels enquêtes is verkregen) Openbare orde: Dit kan worden omschreven als de (handhaving van) gedragingen op openbare plaatsen conform de geldende rechts- en fatsoensnormen. Crisis: een ernstige verstoring van de basisstructuren dan wel aantasting van fundamentele waarden en normen van het maatschappelijke systeem. Ramp: een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en gezondheid van vele personen of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Subjectieve veiligheid: Staat voor de beleving van de bewoners met betrekking tot veiligheid in hun leefomgeving. Oftewel de beleving van de veiligheid of onveiligheid zoals de burger die ervaart. Gevoelens van de burgers. Subjectieve veiligheid wordt ook gedefinieerd als een angstige emotionele reactie die kan ontstaan in concrete situaties waarin iemand merkt dat er iets vervelends kan gebeuren, terwijl er nog wel wat aan gedaan kan worden maar niet door hem of haarzelf. Er zijn drie factoren die bijdragen aan onveiligheidsgevoelens van inwoners: 1. Inschatting slachtofferkans: dat wil zeggen inschatting van de kans om zelf slachtoffer te worden. Hierbij spelen eigen of andermans slachtofferervaringen, blootstelling aan bedreigende situaties, tekenen van verval, media-informatie en eigen aantrekkelijkheid als doelwit een rol; 2. Inschatten eigen activiteit: dat wil zeggen inschatting van de mogelijkheid om hier zelf wat aan te doen. Hierbij zijn de mogelijkheden om te voorkomen dat men slachtoffer wordt en de mogelijkheden om te vluchten of zich te verdedigen van belang; 3. Inschatting van de ondersteuning: hierbij spelen directe hulp, zoals feitelijke mogelijkheid om hulp in te roepen en betrouwbaarheid en adequaatheid van de hulp een rol. Daarnaast is indirecte hulp, zoals opvang na incidenten en informatie over wat er aan de onveiligheid wordt gedaan, belangrijk.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 41
Veiligheidsvelden en veiligheidsthema's In het IVP hanteren we de indeling in veiligheidsvelden en veiligheidsthema's uit de landelijke handreiking Kernbeleid Veiligheid. In totaal zijn er vijf veiligheidsvelden. Binnen elk veiligheidsveld zijn meerdere veiligheidsthema's te onderscheiden. De vijf veiligheidsvelden vormen met elkaar het gemeentelijke integrale veiligheidsterrein. De vijf veiligheidsvelden zijn: 1)
2)
3)
4)
5)
Veilige woon- en leefomgeving. Dit veiligheidsveld heeft betrekking op de alledaagse woon en leefomgeving van bewoners ofwel de veiligheid en leefbaarheid in de wijk, buurt, straat, tussen buren. Het gaat exclusief om de sociale veiligheid, dat wil zeggen criminaliteit, overlast en verloedering. Voor zover er fysieke aspecten aan de orde zijn, hebben die een oorzakelijke relatie met de sociale veiligheid. Binnen dit veld zijn er vier veiligheidsthema's te onderscheiden: Sociale kwaliteit (woonoverlast, overlast verslaafden en zwervers e.d.); Fysieke kwaliteit (vernieling, graffiti, zwerfvuil, e.d.); Objectieve veiligheid ofwel veelvoorkomende criminaliteit (onder meer vernielingen, woninginbraak, fietsendiefstal en geweldsdelicten); Subjectieve veiligheid ofwel het veiligheidsgevoel. Bedrijvigheid en veiligheid. Binnen dit veiligheidsveld vallen aantastingen van de veiligheid rond recreatieve en economische voorzieningen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en uitgaansmogelijkheden. Het gaat hierbij weer nadrukkelijk om de sociale veiligheid rond genoemde vormen van bedrijvigheid, ofwel om delicten als winkeldiefstal, bedrijfsinbraak en uitgaansgeweld. En dus niet bijvoorbeeld om de fysieke (externe) veiligheid rond inrichtingen met gevaarlijke stoffen op bedrijventerreinen. Enkele opvallende ontwikkelingen in de aanpak binnen dit veiligheidsveld in de afgelopen jaren zijn de verhoogde aandacht voor de veiligheidsrisico's van grootschalige evenementen, de aanpak van uitgaansgeweld, de introductie van cameratoezicht en de verdere doorvoering van de KVO's bedrijventerreinen en winkelgebied. Allemaal ontwikkelingen die herkenbaar zijn voor Hilversum. Veiligheidsthema's binnen dit veld zijn: Veilig winkelgebied; - Veilige bedrijventerreinen; - Veilig uitgaan; Veilige evenementen; - Veilig toerisme. Jeugd en veiligheid.15 Binnen dit veiligheidsveld vallen de gebruikelijke veiligheidsthema's in relatie tot jeugd. Namelijk jeugd thuis, in de buurt, op school en bij het stappen. Belangrijke nieuwe accenten in de aanpak binnen dit veld zijn het Veiligheidshuis (voor de aanpak van jeugdige veelplegers en stelselmatige overlastplegers), de shortlistmethodiek (een instrument voor de inventarisatie van problematische jeugdgroepen), de implementatie van schoolveiligheidsplannen. De afgelopen jaren is hier veel op geïnvesteerd in Hilversum. Het gaat over de volgende thema's: Overlastgevende jeugd;- Criminele jeugd/individuele probleemjongeren; Jeugd, alcohol en drugs;- Veilig in en om de school. Fysieke veiligheid. Binnen dit veiligheidsveld vallen de 'echte' fysieke veiligheidsthema's. Belangrijke ontwikkelingen in de aanpak binnen dit veiligheidsveld in de afgelopen tijd zijn onder meer de invoering van de Wet op de Veiligheidsregio's en het Gebruiksbesluit en de implementatie van integraal toezicht en handhaving. De thema's zijn: Verkeersveiligheid; Brandveiligheid; - Externe veiligheid; Voorbereiding op rampenbestrijding. Integriteit en veiligheid. Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze maatschappelijke integriteit c.q. op belangrijke regels en andere afspraken in het kader van de veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect – ze kunnen in meest extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken. Belangrijke nieuwe accenten in de aanpak op dit veiligheidsveld zijn de invoering van de RIEC's (Regionale Expertise- en Informatiecentra), de wijziging/ uitbreiding van de Wet BIBOB en de zowel landelijke als regionale/lokale aanpak van radicalisering en polarisatie. Thema's binnen dit veiligheidsveld zijn: Radicalisering en polarisatie Georganiseerde criminaliteit; Ambtelijke en bestuurlijke integriteit.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 42
EINDNOTEN 1
De regierol van de gemeente komt in het kort hierop neer: - het mobiliseren van veiligheidspartners, rekening houdend met verschillende verantwoordelijkheden; - het faciliteren van het proces bij het totstandkomen van het lokale veiligheidsbeleid; - het bepalen van de richting en het aangeven en scheppen van de randvoorwaarden waaronder de andere partners een bijdrage aan de oplossingen kunnen leveren; - het stimuleren van de partners en het bevorderen van netwerken; - het scheppen van draagvlak onder de partners. 2 Incidenten zijn het totale volume van meldingen, aangiften en misdrijven. Meldingen zijn incidenten die ter kennis van de politie worden gebracht. Een aangifte betreft een incident waarbij in persoon schriftelijk aangifte wordt gedaan van een strafbaar feit (misdrijf of overtreding) door of namens een benadeelde. Misdrijven zijn de zwaardere strafbare feiten en kunnen aangiften zijn maar ook door de politie zelf opgespoorde strafbare feiten (rijden onder invloed) dan wel strafbare feiten waarvan geen aangifte nodig is, maar die ambtshalve (moord-geweldszaken) of op klacht (belediging etc.) vervolgd kunnen worden. 3 De stijging van het volume verkeersongevallen in 2009 ten opzichte van eerdere jaren wordt veroorzaakt door het verkeersmisdrijf wat in de volksmond ´doorrijden na aanrijding´ wordt genoemd. Dit misdrijf noemt de politie nu "Verlaten Plaats Ongeval". Hiervan kan de benadeelde tegenwoordig aangifte doen via internet. Deze mogelijkheid heeft gezorgd voor een enorme toename van het aantal aangiften. 4 Dit percentage bedroeg in de jaren 1996-1998 zo´n 15%; na een daling in 1999 stabiliseerde dit percentage zich in de periode 2000-2005 op 10 á 11%. De afgelopen jaren (2006 t/m 2008) schommelde dit cijfer rond de 6%. In 2009 was het percentage 8%. 5 In Hilversum voelt 26% van de bevolking zich wel eens onveilig, score politieregio Gooi en Vechtstreek (26%), score voor Provincie Noord-Holland (29%), score Landsdeel West (29%). 6 Schaalscore voor Politieregio Gooi en Vechtstreek (3,1), schaalscore voor Provincie Noord-Holland (3,2). Landsdeel West (3,2). 7 Vier interventiestrategieën worden onderscheiden: 1. symptoombestrijding waarbij de problematiek wordt geaccepteerd en alleen bij excessen wordt opgetreden; 2. de problematiek wordt niet geaccepteerd en in omvang beperkt om het beheersbaar te houden; 3. de problematiek wordt door gezamenlijk optreden van meer partijen teruggedrongen om het beheersbaar te maken; 4. de problematiek is volstrekt onaanvaardbaar en moet worden uitbannen of voorkomen. 8 Medio 2009 werd de officiële aftrap gegeven van het project Boete of Kanskaart, waarin de gemeente samenwerkt met politie, bureau Halt en JellinekMentrum. Boete of Kanskaart is een Halt-afdoening die bestaat uit een cursus verzorgd voor zowel de jongere die onder invloed van alcohol een delict heeft gepleegd, als ook voor de ouders van deze jongeren. 9 Tevens is het belangrijk burgers ervan doordacht te maken dat het melden van misdaad ook anoniem kan. Het komt voor dat burgers geen melding durven te doen uit angst voor represailles van de dadergroep. Wanneer burgers niet meer bang zijn de politie in te schakelen, wanneer zij een misdrijf zien, leidt dit tot een grotere opsporingskans en tot een daling van het aantal vernielingen. 10 Door goede verlichting voelen bewoners zich veiliger in hun woonomgeving. Verlichting maakt zicht op de omgeving mogelijk en vermindert criminaliteit. De normen voor verlichting zijn gebaseerd op adviezen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Uitgangspunt zijn de minimale waarden voor sociale veiligheid. Normaal gesproken wordt de sterkte van openbare verlichting bepaald door de verkeerskundige functie. Goede openbare verlichting vermindert niet alleen de kans op verkeersongevallen, maar vermindert ook vandalisme, inbraken en diefstallen (van (brom)fietsen, van/uit auto’s, enzovoorts). 11 Naast voorlichting omvat het project ook regelgeving en handhaving. Activiteiten zijn niet alleen gericht op jongeren, maar ook op verstrekkers, ouders, horeca, supermarkt, sportkantines en scholen. In het project werken gemeenten, politie, Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), Jellinek, GGD, Symfora en Trimbos samen. Een uitvloeisel van dit project is de samenwerking tussen politie en VWA bij controles in de horeca en tijdens evenementen.
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 43
12
Met de Shortlistmethodiek is het mogelijk een inschatting te maken van de jeugdgroepen die overlast veroorzaken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen hinderlijke jeugdgroepen, overlastgevende jeugdgroepen en criminele jeugdgroepen. De maatregelen zijn: groepsgericht (gericht op de groep als geheel), domeingericht (maatregelen in het gebied waar de groepen rondhangen) en/of persoonsgericht (gericht op de individuele leden van een groep). 13 Er zijn verschillende achterliggende factoren die ertoe bijdragen dat toch nog een belangrijk deel van de bevolking zich onveilig voelt. De volgende factoren zorgen ervoor dat mensen zich onbehaaglijk en in sommige gevallen onveilig voelen: lage vertrouwen in instituties, het gebrek aan sociale cohesie in de woonbuurt, overlast en verloedering, vergrijzing, concentratie van sociaal-economische problemen, multiculturele karakter van bepaalde wijken, ‘ontbedding’ van het sociale leven en invloed van de media. Veel van de zaken die het veiligheidsgevoel van burgers verminderen hebben te maken met het omgaan met verandering en verschil in de leefomgeving. In sommige gevallen waarderen burgers de veranderingen die zich om hen heen hebben gedaan. Maar vaak worden veranderingen als verslechteringen getypeerd (zoals bij verloedering), vooral wanneer burgers het gevoel hebben dat de overheid hen in de steek laat bij het oplossen van bepaalde problemen. De veranderde samenleving waarin zij leven, werkt in veel gevallen dus kennelijk een gevoel van onthechting en een verlies van herkenbaarheid in de hand. Zie verder: http://www.adviesorgaan-rmo.nl/files/file.php5?id=71 14 Een effectieve bestrijding van georganiseerde criminaliteit vraagt om een geïntegreerde aanpak op regionaal niveau, waarbij de strafrechtelijke opsporing en vervolging aansluiten op preventieve en bestuurlijke handhavende maatregelen. De regionale samenwerking krijgt vorm in het RIEC. Het doel van het RIEC is voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd; voorkomen dat vermenging ontstaat tussen onder- en bovenwereld; doorbreken van economische machtsposities, die zijn opgebouwd met behulp van op criminele wijze vergaard kapitaal. 15 Het item jeugd is bewust afgezonderd van het eerste veiligheidsveld en in een apart veiligheidsveld opgenomen, hoewel het natuurlijk een sterke wisselwerking met het eerste veiligheidsveld kent. Bij integratie in het eerste veiligheidsveld zou de analyse namelijk te complex worden en daarnaast kent het item jeugd een specifiek netwerk van actoren en specifieke regimes waarbinnen deze actoren opereren.
www.hilversum.nl
[email protected] Gemeente Hilversum, afd. ABZ, Openbare orde en veiligheid: 035 – 629 2349
Concept Kadernota IVP Hilversum
2011-2014
Blz. 44