Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding Strategisch kader Visie Prioriteiten voor de komende jaren Organisatie en Sturing
3 4 6 10 17
2
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
1. Inleiding 1.1 Waarom een Integraal Veiligheidsplan? Veiligheid is één van de belangrijkste levensbehoeften van onze inwoners. Veel partijen hebben hier invloed op, zoals ondernemers, maatschappelijke organisaties, politie, het Openbaar Ministerie en natuurlijk de inwoners zelf. De inzet is alleen effectief als alle partijen op een goede manier samenwerken. De regie hierop is de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar wij kunnen het niet alleen. Wij vragen dan ook van onze professionele partners en van onze inwoners dat ze actief meewerken aan het realiseren van een veilig en leefbaar Oldenzaal, waarin burgers zich veilig voelen en veilig zijn. 1.2 Doel veiligheidsplan Het doel van dit integraal Veiligheidsplan is dat we met de verschillende partners op het gebied van veiligheid afspreken hoe wij een veilig en leefbaar Oldenzaal kunnen bereiken en wat de prioriteiten zijn de komende vier jaar. Wij beschrijven in dit plan wat onze missie en doelstellingen zijn. Vervolgens geven wij op hoofdlijnen aan hoe de aanpak en de organisatie daarvan eruit zien. Dit doen wij op basis van een analyse van de lokale veiligheidssituatie. 1.3 Methode De opzet van het nieuwe veiligheidsbeleid van Oldenzaal komt overeen met de VNG-methode Kernbeleid Veiligheid. Deze landelijk beproefde methode wordt door veel gemeenten gehanteerd en biedt een stappenplan om tot veiligheidsbeleid te komen. Het Kernbeleid Veiligheid gaat ervan uit dat het gemeentelijke veiligheidsbeleid vijf veiligheidsvelden bestrijkt, te weten: veilige woonen leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Binnen elk van deze veiligheidsvelden kunnen veiligheidsthema’s worden onderscheiden. Deze notitie beschrijft het proces, zoals de VNG dat ook adviseert in de methode Kernbeleid Veiligheid. Deze methode zorgt ervoor dat de juiste partners worden betrokken bij het proces. 1.4 Veiligheidsmonitor Bij de totstandkoming van het beleidsplan heeft onderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek, door onderzoeksbureau I & O research uitgevoerd in de periode september tot en met november 2011, bevraagt de inwoners over leefbaarheid en veiligheid. In het onderzoek zijn in totaal 938 bevraagd. De resultaten zijn door I & O Research verwerkt in het onderzoeksrapport “Integrale Veiligheidsmonitor Oldenzaal 2011”. 1.5 Gebiedscan Naast de Veiligheidsmonitor is tevens gebruik gemaakt van de Gebiedscan 2012 van de politie. Met de Gebiedsscan informeert de politie het lokaal bestuur en andere veiligheidspartners over de ontwikkeling van criminaliteit en (on)veiligheid in de gemeente. 1.6 Rondetafelgesprekken Op basis van de gegevens uit de diverse onderzoeken die wij gebundeld hebben in een concept veiligheidsanalyse, hebben wij vervolgens voor de veiligheidsthema’s in november 2012 zogeheten rondetafelgesprekken georganiseerd met betrokken professionals. 1.7 Opiniërend Politiek Forum In een opiniërend Politiek Forum op 19 november 2012 is vervolgens, naar aanleiding van de concept veiligheidsanalyse en de uitkomsten van de rondetafelgesprekken, gesproken over de prioriteiten voor het lokale veiligheidsplan. Prioriteiten zijn nodig om gericht beleid te kunnen voeren. De prioriteiten zijn in hoofdstuk 4 van dit plan verder uitgewerkt. 1.8 Leeswijzer In hoofdstuk 2 beschrijven wij het strategisch kader. Onder andere gaan we in op het begrip Integrale veiligheid. In hoofdstuk 3 wordt onze visie besproken. Vervolgens gaan wij in hoofdstuk 4 in op onze prioriteiten. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 informatie gegeven over de organisatie en sturing. 3
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
2. Strategisch kader Veiligheid is een kerntaak van de overheid, aldus het regeerakkoord. Het moet veiliger worden op straten, in wijken en de openbare ruimte. De regering Rutte II wil op tal van terreinen orde op zaken stellen en de balans tussen rechten en plichten herstellen. Naast kansen bieden betekent dat grenzen stellen en handhaven. Lik op stuk en vandalen laten betalen. Overlast, agressie, geweld en criminaliteit worden directer en effectiever aangepakt. De ambitie van het Kabinet Rutte II sluit aan bij de ambitie van de gemeente Oldenzaal. In het bestuursakkoord 2010 – 2014 staat hierover het volgende beschreven: ‘het vergroten van de veiligheid van de inwoners van Oldenzaal door een krachtdadig beleid inzake veiligheid en handhaving op alle onderdelen van de veiligheidsketen. Bescherming bieden aan de burgers en aan private en publieke eigendommen, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan het zich veilig voelen en veilig zijn. Het programma wordt samen met andere partners uitgevoerd en gaat uit van de medeverantwoordelijkheid van burgers en organisaties voor een veilige samenleving. De gemeente voert de regie over het lokale veiligheidsbeleid’. 2.1 Begrip veiligheid Er bestaan verschillende definities van veiligheid. Een veel gebruikte definitie is de volgende: ‘Veiligheid is het aanwezig zijn van een zekere mate van orde en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute en dreigende aantastingen’. Onveiligheid is te omschrijven als alles wat hier inbreuk op maakt. Deze inbreuken kunnen feitelijke aantastingen betreffen, maar ook gevoelens van onveiligheid. Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Met de objectieve veiligheid wordt de ‘feitelijke’ situatie bedoeld. Dit beeld komt tot stand door informatie van politie, gemeente en andere organisaties. Feitelijk staat tussen aanhalingstekens omdat er nooit volledige informatie is over de feitelijke situatie. Het beeld wordt gebaseerd op zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens. De subjectieve veiligheid betreft het gevoel dat burgers hebben van de veiligheidssituatie: de (on)veiligheidsgevoelens. Gevoelens zijn subjectief, vandaar de term subjectieve veiligheid. Opgemerkt moet worden dat er niet altijd een logisch verband is tussen de objectieve en subjectieve veiligheid. Het kan voorkomen dat een situatie veilig is, maar dat burgers zich daar toch onveilig voelen en vice versa. Voorbeeld hierbij: burgers zijn bang om overvallen te worden, maar minder bang in het verkeer. Dit terwijl de kans om een ongeluk te krijgen feitelijk groter is dan de kans om overvallen te worden. Hierin schuilt dus een paradox. 2.2 Integrale veiligheid In het algemeen wordt onder lokaal integraal veiligheidsbeleid verstaan: ‘het op een systematische en samenhangende manier werken aan behoud of verbetering van veiligheid in al haar facetten, onder de coordinatie, regie en sturende rol van het lokale bestuur’. Bij integrale veiligheid gaat het om sociale veiligheid (menselijk handelen als oorzaak van onveiligheid) en fysieke veiligheid (fysieke oorzaken van onveiligheid, zoals objecten en ruimten). Het verhogen van de sociale veiligheid betekent het verminderen van overlast en criminaliteit en het verhogen van de veiligheidsgevoelens van mensen. Het verbeteren van de fysieke veiligheid houdt in het verhogen van de brandveiligheid en verkeersveiligheid en het voorkómen en bestrijden van (natuur) rampen, de risico’s van gevaarlijke stoffen en (griep) pandemieën. Integraal wil ook zeggen dat het belang van veiligheid (tijdig) wordt ingebracht in keuzeprocessen binnen andere beleidsterreinen. Integraal veiligheidsbeleid is bij uitstek een dynamisch en interactief proces dat nooit ‘af’ is: onder regie van de gemeente geven partijen gezamenlijk invulling aan de inhoud en de organisatie van het beleid. Het voeren van integraal veiligheidsbeleid vraagt
4
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
voortdurend actie van vele actoren. Integraal veiligheidsbeleid is veeleer een manier van kijken, denken en werken van al degenen die hierbij direct of indirect betrokken zijn. 2.3 Veiligheidsketen Een ander kenmerk voor het integraal veiligheidsbeleid is dat alle schakels van de veiligheidsketen aan bod komen. De veiligheidsketen is een instrument waarmee het mogelijk is om te komen tot een sluitende en samenhangende aanpak van veiligheidsproblemen.
1. Pro-actie is het structureel voorkomen van onveiligheid door vanuit veiligheidsoptiek in de planfase al stil te staan bij en vanuit de bewustwording aandacht te vragen voor de risico’s. 2. Preventie is het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het beperken van de gevolgen ervan door het doorvoeren van preventieve maatregelen in een bepaald gebied. 3. Preparatie is de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantastingen van veiligheid zoals het opstellen van en oefenen met rampenplannen. 4. Repressie is de bestrijding van onveiligheid en de verlening van hulp in acute noodsituaties door de daadwerkelijke inzet van politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten. 5. Nazorg is alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale verhoudingen door opvang van slachtoffers of hulp bij de afwikkeling van schadeclaims.
5
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
3. Visie 3.1 Visie Veiligheid is van wezenlijk belang voor de kwaliteit van ons bestaan. Opgroeien in een veilige omgeving helpt mensen tot hun recht te laten komen en voor zichzelf op te komen. Een respectvolle omgang van burgers met elkaar is een essentiële voorwaarde voor maatschappelijke samenhang, binding en veiligheid. 3.2 Onze missie Wij streven naar een veilig Oldenzaal, waar buren elkaar kunnen aanspreken, waar noaberschap heerst, waar pleinen en parken echt openbaar gebied zijn, waarin inwoners weerbaar zijn en zich beschermd weten en zich veilig voelen, waarin jeugd een eigen plek in neemt, waarin respect geldt als basisnorm, waarin overlast en criminaliteit voorkomen worden en indien aanwezig, stevig aangepakt worden en waarin ernstige calamiteiten achterwege blijven. Wij streven kortom naar een gemeente waarin mensen zich veilig voelen en veilig zijn. Dit betekent dat wij een afname van criminaliteit willen realiseren en dat wij goed naar onze inwoners luisteren en inspelem op waar zij last van hebben. 3.3 Strategische doelstelling De strategische doelstelling is het bevorderen van het integrale karakter van het veiligheidsbeleid en het goed borgen in de bestaande beleidsprocessen. Om zo in samenwerking met alle verantwoordelijke partners een veilig Oldenzaal te bewerkstelligen, waarin iedereen zich ook veilig voelt en graag woont, werkt en recreëert. 3.4 Uitgangspunten Voor het realiseren van de strategische doelstelling is het nodig uitgangspunten vast te stellen. Deze geven richting aan het te ontwikkelen veiligheidbeleid en de beleidsvoering. Zij bepalen waar de accenten komen te liggen en waarin moet worden geïnvesteerd. 3.4.1 Regierol van de gemeente De gemeente is de regisseur is van het integraal veiligheidsbeleid. Veiligheid is immers een kerntaak van het openbaar bestuur. Vanwege het feit dat er bij integraal veiligheidsbeleid vele interne en externe partners zijn betrokken is het van belang dat wij een centrale rol innemen bij het vaststellen, uitvoeren, evalueren en continueren van beleid. Wij fungeren in dit geval als aanjager en regisseur. Wij zorgen ervoor dat het proces doorloopt en dat partijen samenwerken en betrokken blijven. 3.4.2 Integraal Bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid wordt nadrukkelijk samengewerkt. Deze integraliteit komt tot stand door het maken van verbindingen tussen partners, bewoners en ondernemers. Daarnaast gaat het om het integreren van veiligheid in verschillende beleidsvelden. 3.4.3 Kracht Een samenleving kan alleen functioneren wanneer de mensen zich er verantwoordelijk voor voelen. Het is niet de overheid die ‘de boel bij elkaar houdt’. Zij kan daar slechts voorwaarden voor scheppen. Een leidraad in het veiligheidsbeleid moet zijn dat de eigen verantwoordelijkheid van zowel individuele inwoners als organisaties en bedrijven wordt gestimuleerd. 3.4.3 Zichtbaarheid voor inwoners De te nemen maatregelen moeten zo zichtbaar mogelijk zijn voor inwoners. Vooral zichtbare maatregelen/activiteiten en resultaten zullen bijdragen aan het vergroten van het veiligheidsgevoel van inwoners. 3.4.5 Lokaal wat lokaal kan, regionaal wat moet Oldenzaal heeft een goede schaal voor de zelfstandige lokale uitvoering van het veiligheidsbeleid.
6
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Omdat veiligheid echter niet ophoudt bij de gemeentegrens, werken wij sinds 2009 samen met de veertien Twentse gemeenten op het gebied van de integrale veiligheid, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Eind 2010 is op basis van een evaluatie besloten dit structureel voort te zetten. Voor de periode 2013-2014 wordt een regionaal actieplan opgesteld, met daarin regionale prioriteiten die tot stand zal komen op basis van alle lokale prioriteiten van de veertien Twentse gemeenten. 3.5 Strategische partners Werken aan veiligheid moet je samen doen. Veel partners zijn dagelijks direct of indirect bezig met het verhogen van de veiligheid in de gemeente Oldenzaal. Elke partner heeft zijn eigen rol en verantwoordelijkheid op het gebied van de veiligheid. Zij moeten zoveel mogelijk zelf problemen oplossen en voorkomen. Dat geldt ook voor ons als gemeente. Maar daarnaast moeten wij, in onze rol als regievoerder, er voor zorgen dat, waar nodig en relevant, partijen samenwerken en dat de werkwijzen op elkaar worden afgestemd om gezamenlijk de geformuleerde ambities en doelstellingen te realiseren. Daarom is hieronder een overzicht opgenomen van de veiligheidspartners en een duiding van hun belangrijkste verantwoordelijkheid op het gebied van de veiligheid. Partners in Veiligheid Gemeente Oldenzaal
Politie
Openbaar Ministerie Brandweer
Veiligheidsregio
Woningcorporatie Algemeen Maatschappelijk Werk Inwoners, bezoekers en (horeca)ondernemers Verenigingen Scholen
Impuls (jongerenwerk)
Bureau Slachtofferhulp
Steunpunt Huiselijk Geweld Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
Verantwoordelijkheid op het gebied van de veiligheid Ontwikkelen van en regie voeren op integraal veiligheidsbeleid, ondersteunen en faciliteren van (sociale) veiligheidsprojecten, veilig ontwerpen, beheren en onderhouden van de openbare ruimte, gemeentelijk toezicht en handhaving, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Handhaven openbare orde, opsporen van strafbare feiten, hulpverlening bij nood, signaleren en adviseren bij onveiligheidsituaties. Opsporen strafbare feiten, vervolgen van strafbare feiten, toezicht op de uitvoering van strafvonnissen. Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen. Organiseren van de rampenbestrijding en geneeskundige hulpverlening bij een calamiteit en coördineren van de inzet van de diverse hulpverleningsdiensten. Aanbieden van woningen, stimuleren van leefbaarheid en veiligheid in de buurt . Hulp bieden bij het oplossen van problemen van en tussen mensen, zoals problemen met familieleden, vrienden, buren, collega’s, pesten, verslaving, eenzaamheid, financiën enz. Zorg dragen voor beveiliging van eigendommen, melden van overlast en criminaliteit, meedenken over een goede aanpak van veiligheidsproblemen. Gedrag van leden positief beïnvloeden door normen en waarden te stellen en overtreding hiervan bespreekbaar te maken. Zorg dragen voor veiligheid en welzijn van leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, leerlingen en bezoekers van de school. Begeleiden en ondersteunen van jongeren; voorlichten omtrent risico's van alcohol- en drugsgebruik; aanspreken op ongewenst gedrag. Bieden van hulp na een misdrijf, verkeersongeluk of calamiteit door middel van praktische en juridische adviezen en emotionele steun. Bieden van voorlichting, hulp en opvang aan slachtoffers van huiselijk geweld. Hulp bieden bij verslavingsproblematiek, psychiatrische begeleiding en eventueel bemoeizorg. Verslavingsproblematiek wordt met name opgepakt door de instelling voor verslavings7
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD)
Bureau Jeugdzorg (Jeugdreclassering, -bescherming en –hulpverlening) Raad voor de Kinderbescherming
Zorg en Veiligheidshuis
Bureau Halt Provincie Reclassering RIEC Thuiszorg
zorg. Jeugdgezondheidszorg, sociaal-medische advisering, technische hygiënezorg, medische opvang asielzoekers, bevolkingsonderzoeken, epidemiologie, gezondheidsvoorlichting, openbare geestelijke gezondheidszorg, infectieziektebestrijding, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Begeleiden kinderen tot 18 jaar bij opgroeien, begeleiden ouders bij opvoeden, doorverwijzen naar andere zorgverleners, beschermen (gezinsvoogdij) en toezicht houden. Opkomen voor de rechten van kinderen van wie de ontwikkeling en opvoeding wordt bedreigd, o.a. door het verrichten van onderzoeken, uitbrengen van advies en het bieden van hulp aan kinderen. Coördineren van persoonsgerichte trajecten van veelplegers, ex-gedetineerden, jeugdige daders en daders en slachtoffers van huiselijk geweld. Bijdrage leveren aan de preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit van jongeren tot 18 jaar. Ondersteunen en faciliteren van (sociale) veiligheidsprojecten, toetsende rol bij rampenplannen. Begeleiden van trajecten, toezichtstelling, gedragsinterventies en trainingen. Aanpak van de georganiseerde criminaliteit door de georganiseerde overheid. Hulp bieden aan mensen die niet zelfstandig voor hun huishouden of persoonlijke verzorging kunnen zorgen.
3.6 Flankerend beleid Veiligheidsbeleid is voor een belangrijk deel facetbeleid. Veel beleidsprocessen staan niet primair in het teken van veiligheid, maar het vormt een facet dat moet worden meegenomen in de voorbereiding, vaststelling, en uitvoering van beleid. Andersom beïnvloeden andere beleidsprocessen veiligheidsproblemen of –aspecten. Het is van groot belang dat het beleid van de interne en externe partners op elkaar is afgestemd. Deze flankerende beleidsprocessen betreffen zowel beleid op andere gemeentelijke terreinen alsook beleid van externe partners. De onderstaande opsomming geeft een beeld, maar is niet uitputtend: Intern Lokaal Handhavingsbeleid (HUP) Algemene Plaatselijke verordening Gemeentelijk jeugdbeleid Lokale Educatieve Agenda Beleid Publieke gezondheid Mobiliteitsplan Wmo- beleidsagenda Extern veiligheidsbeleid Extern Landelijke wetgeving, zoals de Wmo en de Wet op de Veiligheidsregio’s Beleid van het ministerie van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Beleid provincie Overijssel Regionaal risicoprofiel, crisisplan en beleidsplan van de Veiligheidsregio Twente Handreiking Veiligheid en gezondheid bij grootschalige publiekevenementen in Twente Samenwerkingovereenkomst Platform IVZ en Actieplan IVZ 2013-2014 Regionaal Convenant Hennep Gebiedsscan Politie Veiligheidsstrategie 2013-2014, meerjarenbeleidsplan Politie Eenheid Oost-Nederland 8
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
3.7 Ontwikkelingen Bij het opstellen van dit Veiligheidsplan wordt rekening gehouden met ontwikkelingen op Rijksniveau. Nationale politie Met ingang van 1 januari 2013 zijn de 25 regiokorpsen en de KLPD opgegaan in een landelijks korps. Het landelijk korps staat onder directe verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie. De korpschef heeft de leiding over het landelijke korps. De korpschef is ondergeschikt aan de minister van Veiligheid en Justitie. In het nieuwe bestel krijgt de minister zodanige bevoegdheden dat hij direct kan sturen op het beheer en de taakuitvoering van de politie. Het lokale gezag over de politie is ongewijzigd. De burgemeester stuurt de politie aan bij het handhaven van de openbare orde en hulpverlening in zijn gemeente. De officier van justitie doet dat bij de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. De gemeente Oldenzaal behoort tot de regionale eenheid Oost Nederland.Deze eenheid is verdeeld in 5 districten en 28 basisteams. De gemeente Oldenzaal valt onder het district Twente en behoort samen met de gemeenten Dinkelland, Losser en Tubbergen tot het basisteam Oost. Veiligheidsregio’s De veiligheidsregio’s blijven bestaan in de huidige omvang. De brandweer is per 1-1-2013 formeel opgegaan in één geregionaliseerde brandweer.
9
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
4. Prioriteiten voor de komende jaren 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk komen de thema’s aan bod, die in de periode tot en met 2016 prioriteit hebben. Op basis van de conceptveiligheidsanalyse , de rondetafelgesprekken, het opiniërende politieke forum, de visie, missie en uitgangspunten zijn er 6 thema’s geprioriteerd. Deze 6 thema’s zijn woninginbraken, geweld (inclusief huiselijk geweld), brom- en fietsendiefstal, bedrijfscriminaliteit, alcohol en drugs, uitgaansoverlast en -geweld. Ook verkeersveiligheid en pesten zijn als belangrijke thema’s tijdens de rondetafelgesprekken genoemd maar deze thema’s worden respectievelijk in het Mobiliteitsplan en in de Lokale Educatieve Agenda behandeld. Per prioriteit worden de aanleiding, doelstelling, lopende interventies, aanvullende interventies en monitoring belicht. 4.2 Woninginbraken Aanleiding Het aantal woninginbraken laat in Oldenzaal de laatste jaren een stijgende lijn zien (2009: 77, 2010: 90 en in 2011: 104). Woninginbraken tasten het veiligheidsgevoel van burgers in ernstige mate aan en hebben inbreuk op een veilige leefomgeving. Het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt is in Oldenzaal 22%. Dit is lager dan het landelijke gemiddelde maar 1 procent hoger dan het Twentse gemiddelde. Gezien de toename van het aantal woninginbraken en het feit dat inbraak een grote impact heeft op de slachtoffers vinden wij het belangrijk het aantal woninginbraken terug te dringen. Doelstelling Het aantal woninginbraken in de planperiode neemt af met 10%. Het percentage personen dat zich wel eens onveilig voelt moet worden teruggebracht naar 20%. Lopende interventies In de gezamenlijke aanpak van woninginbraken heeft elke partner zijn eigen rol. Wij richten ons vooral op preventie . Door preventie willen wij inwoners bewust maken van hun eigen rol om de kans op een woninginbraak te verkleinen. Door middel van voorlichting hebben wij gepoogd hen hiervan meer bewust te maken. Er heeft een voorlichtingsavond plaatsgevonden waarin een exinbreker tips heeft gegeven om inbraak te voorkomen. Ook is er via de wekelijkse advertentie in de plaatselijke krant (KOM) een bericht uitgegaan met tips om woninginbraken te voorkomen. In de zomermaanden, als de kans op insluiping groter is door openstaande ramen en deuren, is door de politie de “voetjesactie” uitgevoerd. Een voetje is een papieren voetafdruk, met daarop een waarschuwingstekst en aan de andere kant tips om insluiping of een inbraak te voorkomen. Door middel van het binnen leggen c.q naar binnen werpen van een voetje, worden de bewoners op de risico’s gewezen die zij lopen door op deze wijze met ramen en deuren om te gaan. Aanvullende interventies Bewoners moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen in het verkleinen van de kans op woninginbraak. Wij gaan hen hiervan meer bewust maken door voorlichting. Bij gerichte acties ter vermindering van het aantal woninginbraken worden ook nieuwe middelen Ingezet. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan Selecta DNA: een middel waarbij bewoners hun waardevolle spullen markeren waardoor deze minder aantrekkelijk worden als buit. Alle nieuwbouwprojecten bouwen wij volgens het Keurmerk Veilig Wonen (KVW). Hierin zoeken we de samenwerking met de woningcorporatie. Het Veiligheidshuis krijgt een nog prominentere rol bij de aanpak. Hier worden operationele PGA’s (persoonsgerichte aanpak) gemaakt om herhaling te voorkomen. Wij hanteren tevens een gebiedsgerichte aanpak: hotspots en hottimes gerichte controle en toezicht door de politie. 10
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Ook willen wij de pakkans vergroten door Oldenzalers aan te moedigen alert te zijn. Wij gaan inwoners stimuleren om bij verdachte situatie 112 te bellen. De gemeente voert de regie op de gezamenlijke aanpak, ondersteund door de partners (politie, openbaar ministerie, Veiligheidshuis, beveiligingsbedrijven, inwoners). Monitoring - Het aantal woninginbraken wordt gemonitord via de jaarlijkse politiecijfers (gebiedscan). - De veiligheidsgevoelens worden gemonitord via de Veiligheidsmonitor die in 2015 wederom wordt afgenomen. 4.3 Geweld (incl. huiselijk geweld) Aanleiding Tot geweldsmisdrijven worden zedenmisdrijven, openlijke geweldpleging tegen personen, straatroof of overval, bedreiging en mishandeling (waaronder huiselijk geweld) gerekend. In 2011 zijn 288 zaken van mishandeling geregistreerd bij de politie. In 2008 bedroeg dit aantal nog 147. Dit betreft dus een flinke toename. Afgezien van bedreigingen en mishandelingen die voorkomen in huiselijke sfeer, komen deze geweldsdelicten het meest voor tijdens uitgaansavonden en evenementen. In 2011 zijn er 41 zaken van huiselijk geweld geregistreerd in de gemeente Oldenzaal, er is sprake van een stijgende lijn. De meeste meldingen komen uit de wijken de Thij en het centrum. In 2009 zijn er 5 huisverboden opgelegd, in 2010 zijn er 7 huisverboden opgelegd en in 2012 zijn er 9 huisverboden opgelegd. Uit de cijfers blijkt dat de geweldsdelicten mishandeling (waaronder dus huiselijk geweld) belangrijke aandachtspunten zijn. Omdat mishandelingen, afgezien van huiselijk geweld, het meest voorkomen tijdens uitgaansavonden en evenementen wordt dit thema inhoudelijk besproken onder het thema uitgaansoverlast/-geweld. Doelstelling Wij willen komen tot een sluitend vangnet voor slachtoffers, plegers en getuigen d.m.v. een multidisciplinaire aanpak. Intensief overleg, samenwerking en het tot stand brengen van een hulpverleningsaanbod voor slachtoffers en daders van huiselijk geweld vormen hierbij de belangrijkste instrumenten. Het aantal aangiftes huiselijk geweld daalt met 10%. Het aantal huisverboden neemt af met 10%. Lopende interventies Er is een aparte unit huiselijk geweld bij de politie. Binnen de gemeentelijke zorgstructuur wordt er samengewerkt met verschillende (zorg) instellingen, de politie, de gemeente en het veiligheidshuis. Hier wordt multi- problematiek gesignaleerd, Multi-disciplinaire overleggen gehouden en een plan van aanpak opgesteld. Dit geldt zowel voor 23- als 23+ (0-100 structuur). De hulpverlenende aspecten van huiselijk geweldzaken worden overigens zoveel mogelijk bij de wijkteams gelaten. De wijkagenten zijn als het ware de spil van de teams en de contactpersonen voor de gemeente en de andere ketenpartners. De gemeentelijke procesmanager stuurt op het proces en zet het proces in gang zodra er een huisverbod wordt uitgevaardigd. Dit gebeurt zoals opgenomen in prestatieveld 7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Op bovenlokaal niveau bestaat het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Centrumgemeente Enschede onderhoudt hiermee de relatie. In heel Twente kan men terecht voor vragen of advies over huiselijk geweld bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk.
11
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Aanvullende interventies Uitgangspunten van ons beleid is het acuut stoppen van huiselijk geweld, het voorkomen van recidive, het herstellen van de geschonden norm, het vergroten van de aangiftebereidheid van slachtoffers en het uitvoering geven aan de Wet Tijdelijk Huisverbod. Dit proberen wij te realiseren door enerzijds de monitoring/registratie van huiselijk geweld te verbeteren en de zorgstructuur verder door te ontwikkelen. Hierbij dient specifiek afstemming gezocht te worden met het Veiligheidshuis en de ontwikkelingen op het gebied van de Transformatie Jeugdzorg. Tevens dient men huiselijk geweld en de kindermishandelingketen nauwer met elkaar te verbinden (samen en in samenwerking met het SHG/AMK). Overigens dient te worden opgemerkt dat de werkstructuur binnen de politie momenteel grote veranderingen ondergaat. Wat huiselijk geweldzaken in het basisteam Oost betreft, is het nog niet concreet en duidelijk op welke wijze de huiselijk geweldzaken worden afgewikkeld. Monitoring - Monitoring geschiedt door middel van de jaarlijkse politiecijfers (Gebiedscan) 4.4 (Brom-) fietsendiefstal Aanleiding In Oldenzaal vinden veel fietsendiefstallen plaats. Vanaf 2007 kent het aantal fietsendiefstallen een stijgende trend, die doorbroken is in 2010. In 2007 Verwacht gaat worden dat het aantal in 2012 het laagste zal zijn de afgelopen periode. Toch is het aantal nog erg hoog waardoor wij het belangrijk vinden het aantal (brom-) en fietsendiefstallen terug te dringen. De meeste fietsen worden gestolen bij het station en in het centrum (Bisschopstraat en Nagelstraat). Opvallend is dat voornamelijk nieuwe fietsen gestolen worden. Doelstelling Het aantal fietsendiefstallen neemt af met 15%. Lopende interventies Bij de politie bestaat de mogelijkheid om digitaal aangifte te doen, hierdoor wordt de aangiftebereidheid gestimuleerd. De politie is in het bezit van een tagreader. De tagreader leest middels een chip die geplaatst wordt op de modernere en nieuwe fietsen op wiens naam de fiets geregistreerd staat en of deze gestolen is. Daarnaast wordt regelmatig gebruik gemaakt van een lokfiets om daders van fietsendiefstallen op te sporen. Deze wordt ingezet op plaatsen waar de meeste fietsen gestolen worden. Ook vindt regelmatige surveillances op hotspots en hot times plaats. Aanvullende interventies Wij passen de locaties (hotspots) aan met maatregelen om deze minder aantrekkelijk te maken voor potentiële daders (denk aan verlichting, verwijderen groen, eventueel camera’s, etc.) en plaatsen borden om stallers van fietsen erop attent te maken de fiets goed op slot te zetten. Wij onderzoeken de mogelijkheid tot een bewaakte fietsenstalling in het centrum Wij organiseren eens per jaar een voorlichtingscampage om burgers erop attent te maken welke bijdrage ze kunnen leveren (op slot, registreren, graveren, aangifte doen, etc.) Wij voeren regie over de communicatie richting burgers. Minimaal twee keer per jaar organiseren wij media-aandacht voor fietsendiefstal. Monitoring - Monitoring door middel van de jaarlijkse politiecijfers (Gebiedscan).
12
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
4.5 Bedrijfscriminaliteit Aanleiding Ten aanzien van diefstal/inbraak bij bedrijven en instellingen is in 2012 een toename zichtbaar. Het aantal winkeldiefstallen laat sedert 2008 ook een stijgende lijn zien. Zakkenrollerij is de afgelopen jaren relatief gelijk gebleven. Het hoge aantal diefstal/inbraak bij bedrijven en instellingen en het hoge aantal winkeldiefstallen hebben een negatieve invloed op het ondernemersklimaat en kan leiden tot omzetderving, extra kosten en onveiligheidsgevoelens bij ondernemers en hun werknemers. Doelstelling Wij willen een duurzame samenwerking tussen ondernemers, brandweer, politie op bedrijventerreinen en winkelcentra. Het algemene doel is veilige bedrijventerreinen en winkelcentra. Wij streven naar een daling van het aantal diefstallen/inbraken bij bedrijven en instellingen van 15% en een daling van het aantal winkeldiefstallen met 10%. Lopende interventies In het centrum is geïnvesteerd in het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Door middel van het keurmerk worden er in gezamenlijke verantwoordelijkheid activiteiten en maatregelen genomen om de veiligheid te vergroten. Bedrijventerreinen en winkelgebieden komen voor certificatie in aanmerking als zij een aantal structurele maatregelen op het gebied van veiligheid treffen. Samenwerking tussen verschillende organisaties staat hierbij centraal. Bij de ontwikkeling, aanleg en inrichting van nieuwe bedrijventerreinen zal er rekening worden gehouden met fysieke en sociale veiligheidsaspecten. Aanvullende interventies Wij bieden, samen met de Kamer van Koophandel, aan de winkeliers een avond aan in het kader van secret scanning. De secret scanner legt de veiligheidsrisico’s in de onderneming bloot door in de huid van de crimineel te kruipen. Tevens wordt onderzocht of met de bedrijven die gevestigd zijn op het industrieterrein geïnvesteerd kan worden in het Keurmerk Veilig Ondernemen. Veiligheid is immers een verantwoordelijkheid van de gezamenlijke partners. Monitoring - Monitoring vindt plaats via de jaarlijkse politiecijfers (Gebiedscan). 4.6 Alcohol en drugs Aanleiding Uit E-MOVO onderzoek blijkt dat in de gemeente Oldenzaal 41 procent van de leerlingen in klas 2 en 4 alcohol heeft gedronken. Dit is een daling ten opzichte van de cijfers uit eerdere onderzoeken in 2007 en 2003. Het aantal jeugdigen dat 5 of meer drankjes met alcohol drinkt bij één gelegenheid) is 18 procent. Ook dit is een daling ten opzichte van 2007 en 2003. Oldenzaal steekt hierbij gunstig af bij de landelijke situatie. Het ‘indrinken’ onder jongeren, voordat ze uitgaan, blijft echter bestaan. Vooral tijdens carnaval en overigen evenementen zoals Hemelvaart op het Hulsbeek en de Boeskool wordt er flink ingedronken voor het uitgaan. Ook wordt een wijziging waargenomen: de soorten drank die wordt ingenomen, worden sterker (geen bier en wijn). Het zijn vooral meisjes die behoorlijk onder invloed worden aangetroffen en waar de uitwassen worden waargenomen. Het gaat telkens om gepland dronken worden. Dat doen zij om erbij te horen, het is een soort cult. Het drugsgebruik is ten opzichte van eerdere onderzoeken eveneens gedaald. Veelal wordt wiet of hasj gebruikt. In vmbo-klassen is het gebruik hoger dan in havo- en vwo klassen. Jongens gebruiken vaker als meisjes. Een kleine groep jongeren komt in aanraking met harddrugs.
13
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Uit de volwassenenmonitor blijkt dat 88 procent van de volwassenen (19-65 jaar) alcohol drinkt. Het percentage ligt hiermee hoger dan het landelijke gemiddelde (81%). Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter het aantal respondenten, dat het afgelopen jaar (wel eens) alcohol heeft gedronken. Hiermee voldoen wij niet aan landelijke cijfers, waaruit blijkt dat in de lagere sociaaleconomische klassen juist vaker alcohol wordt gedronken. Het percentage drinkers is het hoogst onder volwassenen tussen de 50 en 65 jaar. Jongvolwassenen (19-35 jaar) drinken gemiddeld minder dagen per week alcohol dan oudere volwassenen (35-65 jaar), maar zij drinken per keer meer glazen. Overmatig en zwaar alcoholgebruik komt in deze categorie het meest voor. De percentages voor overmatig drinken en per keer teveel drinken liggen bij ouderen aanzienlijk lager dan bij volwassenen. Doelstelling Het alcohol- en drugsincidenten niet laten stijgen en een verdere daling te realiseren met 5%. Voor wat betreft het alcohol- en drugsgebruik onder de 12 jaar wordt er naar gestreefd om het gebruik met 50% en tussen de 12 en 16 jaar met 25% terug te dringen. Lopende interventies Wij zetten sterk in op preventie van alcoholgebruik. Wij voeren het project Happy Fris uit met interventies op de leefgebieden thuis, onderwijs en vrije tijd. Het project heeft een mix in zich van voorlichting, voorziening (lees beschikbaarheid) en voorschriften (lees regelgeving en handhaving). Er is een projectcoördinator aangesteld om de benoemde trekkers van activiteiten aan te sporen. Tactus verzorgt voorlichtingsactiviteiten op alle basisscholen onder de noemer ‘Op tijd voorbereid’. De politie betrekt ouders uitdrukkelijk bij jongeren die door de politie aangetroffen worden en die veel hebben gedronken of drugs hebben gebruikt. De politie heeft in 2011 in totaal 9 maal verwe1 zen naar Alcohalt . Aanvullende interventies Aanvullende acties zullen zich richten op het naleven van de regels over het schenken van alcohol, waarbij wordt benadruk dat schenken aan jongeren onder de 16 (en straks 18) niet alleen verboden, maar ook maatschappelijk onacceptabel is. In de komende jaren zal een IVA-training (instructie verantwoord alcoholgebruik) worden georganiseerd waarbij barvrijwilligers worden geschoold. Er zal een nota alcholomatigingsbeleid worden opgesteld. De doelstellingen van het beleid zullen worden verwoord in meetbare activiteiten. Monitoring - Monitoring geschiedt door het 4 jaarlijkse E-Movo onderzoek, de volwassenenmonitor en het ouderenonderzoek van de GGD. Het eerstvolgende E-MOVO onderzoek staat gepland voor 2015.
1
Alcohalt is een leerstraf en wordt aangeboden aan de jongere, maar ook de ouders/verzorgers. Zij krijgen beide een training
aangeboden die hen bewust moet maken van de schadelijke gevolgen van alcohol. Het betreft hier een samenwerking van het OM, de politie Twente, Halt Twente en TACTUS verslavingszorg.
14
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
4.7 Uitgaansoverlast/-geweld Geweld is een groot maatschappelijk probleem. Ook het uitgaansleven heeft hiermee te maken. Horecabezoekers kunnen, vaak onder invloed van alcohol, agressief reageren. Uitgaansoverlasten geweld komt voor in de horeca, in het uitgaansgebied en op routes van en naar de horecagelegenheden. Over uitgaansgeweld kan in het algemeen volgende beeld worden geschetst: • De nadruk ligt op vernieling en vandalisme, en dreigen met fysiek geweld; • Het meeste uitgaansgeweld speelt zich af op straat; bij een horecagelegenheid of op weg van en naar een horecagelegenheid. • Uitgangsgeweld speelt vooral op vrijdag en zaterdag, na middernacht; • Dronkenschap is verreweg de meest voorkomende aanleiding voor uitgaansgeweld. In navolging hiervan scoort alcohol bij risicofactoren verreweg het hoogst; drugs en combinatiegebruik volgen op enige afstand; • Uitgaansgeweld speelt zich af tussen het uitgaanspubliek; het is zowel dader als slachtoffer van uitgaansgeweld. Uit cijfers blijkt dat het aantal mishandelingen de afgelopen jaren is gestegen ( 2008: 147, 2009: 213, 2010: 223, 2011: 288). Afgezien van bedreigingen en mishandelingen die voorkomen in huiselijke sfeer, komen deze geweldsdelicten het meest voor tijdens uitgaansavonden en evenementen. Openlijk geweld laat een lichte stijging zien. In 2009 bedroeg het aantal openlijke geweldplegingen 4, in 2010 is het aantal 11 en in 2011 is dat aantal 12. Bedreiging laat een daling zien. In 2009 bedroeg het aantal bedreigingen 69, in 2011 is dit aantal gedaald naar 52. Doelstelling Daling van het aantal mishandelingen met 15%. Daling van openlijk geweld met 10%. Lopende interventies Het realiseren van een veilige uitgaansomgeving is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, politie, horeca en Openbaar ministerie. Het afgelopen jaar is er een horecaconvenant Veilig uitgaan ondertekend. Naast het convenant vindt er tevens structureel horecaoverleg plaats tussen gemeente, politie en horeca waarin knelpunten worden besproken. Portiers spelen een belangrijke rol met betrekking tot de-escalatie van geweldsincidenten in en buiten horecagelegenheden. Hoe ze hier op een goede en verantwoorde wijze mee om moeten gaan, wordt hen geleerd in de trainingen door de politie. Daarnaast is de flexibele inzet van Sus-ploegen van belang om dreigende geweldsincidenten op verschillende plekken in de stad te voorkomen. Ook gaat van portiers en Sus-ploegen een preventieve werking uit. De Sus-ploeg houdt toezicht in het uitgaansgebied en helpt de aangesloten ondernemers om de veiligheid in en rondom de horecazaken te garanderen. Momenteel wordt ook met het Keurmerk Veilig Uitgaan gewerkt. Hierbij worden gele en rode kaarten aan horecabezoekers uitgereikt die zich ongewenst gedragen. Aan deze kaarten zitten verschillende sancties vast, waaronder een uitgaansverbod, voor de aangesloten horecagelegenheden. Aanvullende interventies Er zal gezocht worden naar nieuwe invalshoeken en mogelijkheden om uitgaansgeweld om overlast te bestrijden, bijvoorbeeld door het inzetten van nieuwe (technologische) ontwikkelingen (cameratoezicht) maar ook door het optimaliseren van de processen en werkafstemming. Tevens zal een nota alcoholmatigingsbeleid worden opgesteld waarin ook ingegaan wordt op de nieuwe Drank- en horecawet. Het Keurmerk Veilig Uitgaan zal verder gestimuleerd worden.
15
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
Tot slot zal de persoongerichte aanpak van plegers van geweldsmisdrijven zal binnen het OM vormgegeven worden binnen het team thema’s, waarbij afstemming gezocht zal worden met het Veiligheidshuis Twente. Monitoring - Monitoring geschiedt door de jaarlijkse politiecijfers (Gebiedscan).
16
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
5. Organisatie en sturing 5.1 Bestuurlijke inbedding 5.1.1 De burgemeester De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is daarvoor als eerste aanspreekbaar en politiek verantwoordelijk. De burgemeester heeft het opperbevel bij rampen, branden of grootschalige calamiteiten en is de gezagsdrager op het terrein van de openbare orde en veiligheid en hulpverlening. Op basis van de Politiewet kan de burgemeester voor de uitoefening van het gezag de nodige aanwijzigingen geven aan de politie. De burgemeester vervult in verband met deze wettelijke taken een coördinerende rol binnen het integraal veiligheidsbeleid. Als voorzitter van het Basisteam driehoeksoverleg (gemeente Losser, Dinkelland, Tubbergen, Oldenzaal, politie en OM) heeft de burgemeester zicht op de uitvoering en de voortgang van het integraal veiligheidsbeleid. Deze positie maakt het mogelijk om in te grijpen wanneer het draagvlak vermindert, afspraken niet worden nagekomen of een koerswijziging nodig is. 5.1.2 De gemeenteraad De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor een integrale aanpak bij de totstandkoming van het veiligheidsbeleid ligt bij de raad. De taak van de gemeenteraad is het stellen van kaders en prioriteiten en het scheppen van randvoorwaarden op het gebied van openbare orde en veiligheid. Ook voert de raad controle uit op de uitvoering van het veiligheidsbeleid. De gemeenteraad geeft aan het college van B&W de opdracht om een Integraal Veiligheidsbeleid te ontwikkelen. 5.1.3 Het college van B&W Werkzaamheden van wethouders raken bijna zonder uitzondering het integraal veiligheidsbeleid, dit mede vanwege het feit dat alle wethouders loco zijn. Veiligheid kan daarom worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid van het college. Veiligheid werkt door op vele terreinen en heeft daardoor raakvlakken met bijna alle gemeentelijke afdelingen. Om deze reden is het noodzakelijk dat het college alert is op veiligheidsaspecten van het gemeentelijk beleid en een actieve rol vervult ten aanzien van het integraal veiligheidsbeleid. Het college draagt zorg voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid. 5.1.4 Overlegvormen Er vinden zowel regionaal als lokaal verschillende beleidsmatige en operationeel gerichte overleggen plaats. Hieronder de belangrijkste overleggen op een rijtje: • Het Districtelijk veiligheidsoverleg. In het districtelijk veiligheidsoverleg hebben alle burgemeesters uit de regio Twente zitting, evenals de hoofdofficier van Justitie en de korpschef. Het district fungeert in de nieuwe constellatie van de nationale politie als informeel overleggremium. De essentie is dat hier afstemming plaatsvindt over bovenlokale veiligheidsvraagstukken en de benodigde inzet van de politie, OM en gemeenten; • Veiligheidsregio Twente. Op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding vindt overleg plaats op het niveau van de Veiligheidsregio Twente; • Het Basisteam driehoeksoverleg is een overleg tussen de burgemeesters van Losser, Dinkelland, Tubbergen, Oldenzaal, het Openbaar Ministerie en de clusterchef politie, waar op strategisch niveau het integrale veiligheidsbeleid van de gemeenten en het beleid van de beide andere partners op elkaar wordt afgestemd; • Het lokale portefeuillehouderoverleg burgemeester-politie wordt tweewekelijks gehouden. De burgemeester, de clusterchef en teamchef van de politie, de beleidsmedewerker en de teamleider handhaving nemen deel aan dit overleg. Het is een praktisch overleg, waar de actualiteit van veiligheidsproblemen en de aanpak daarvan wordt besproken; 5.2 Evaluatie en monitoring Na twee jaar en aan het einde van de planperiode van het Integraal Veiligheidsplan zal worden geëvalueerd of het beleid daadwerkelijk heeft geleid tot de gewenste afname van de criminaliteit en een verbetering van het veiligheidsgevoel. De tussentijdse evaluatie zal wellicht leiden tot een aanpassing, herijking van de prioriteiten, de evaluatie aan het eind van de planperiode zal mede de basis vormen voor een volgend Integraal Veiligheidsplan.
17
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
5.3 Inzet middelen De uitvoering van het beleid in dit Integrale Veiligheidsplan vergt de inzet van personeel en financiële middelen. In principe is daarvoor het huidige financiële en personele budget beschikbaar. In de programmabegroting wordt de inzet van de financiële middelen vastgelegd. Wanneer de beschikbare middelen ontoereikend blijken te zijn zullen burgemeester en wethouders gemotiveerd aan de raad voorleggen welke aanvullende middelen noodzakelijk zijn (dit is met name het geval bij de nieuwe Drank- en horecawet).
18
Integraal Veiligheidsplan Oldenzaal 2013-2016
19