Tussenevaluatie Integraal Veiligheidsplan 2005 –2008
Februari 2008
1. Inleiding Voor u ligt de tussenevaluatie van het Integraal Veiligheidsplan 2005-2008. Door de gemeente Wijk bij Duurstede is met behulp van Adviesbureau Van Dijke in 2005 een Integraal Veiligheidsplan (IVP) 2005 - 2008 opgesteld, waarin een aantal aanbevelingen zijn gedaan om te komen tot een eigentijds lokaal veiligheidsbeleid. In het IVP is de veiligheidssituatie in beeld gebracht waarbij een indeling van 24 veiligheidsthema’s in vijf veiligheidsvelden is gemaakt. Na de vaststelling van het IVP door het college van B&W op 25 januari 2005 is op basis van deze inventarisatie een vijftal speerpunten vastgesteld. Deze zijn: 1. Jeugd en veiligheid / overlast, 2. Uitgaan en overlast, 3. Huiselijk geweld, 4. Brandveiligheid gebouwen, 5. Veiligheid bedrijfsterreinen. In 2005 is per speerpunt een workshop gestart waarbij diverse partners in het veiligheidsveld betrokken zijn geweest. In de workshops is zo accuraat mogelijk de huidige en de gewenste situatie in beeld gebracht alsmede de beoogde effecten en evaluatiepunten. Per speerpunt, uitgezonderd ‘Uitgaan en overlast’ is een matrix opgesteld waarin de uitkomsten zijn verwerkt. De reden dat van ‘Uitgaan en horeca’ geen aparte matrix is opgesteld is omdat hiervoor een horecaconvenant is opgesteld. In deze voorliggende tussenevaluatie wordt per speerpunt bekeken of de geplande activiteiten zijn uitgevoerd en zo niet wat hiervan de reden is. Ook wordt ingegaan of de activiteiten die voor 2008 gepland zijn naar verwachting zullen worden uitgevoerd dit jaar. Deze tussenevaluatie en de uitkomsten van de activiteiten in 2008 zijn mede bouwstenen voor het nieuwe Integraal Veiligheidsplan 2009 - 2012 die aan het einde van 2008 door het College en de Raad zal worden vastgesteld.
2
2. Speerpunt Jeugd en veiligheid / overlast Totstandkoming speerpunt In 2005 is voor het speerpunt Jeugd & Veiligheid een workshop gestart waarbij diverse partners in het veiligheidsveld betrokken zijn geweest. In de workshops is zo accuraat mogelijk de huidige en de gewenste situatie in beeld gebracht alsmede de beoogde effecten en evaluatiepunten. Huidige situatie en gewenste situatie De situatie in 2005 was sprake van een situatie die werd omschreven als “Overlast, vervuiling, vernielingen, te weinig faciliteiten en speelterreinen , alcohol (cafés) en drugs (rondom schoolpleinen), rondhangen, verantwoordelijkheid bij politie en gemeente, gevoelens van onveiligheid, gevaarlijke verkeerssituaties, geen eenduidig beleid/samenwerking.” De gewenste situatie werd in de workshop omschreven als: “Situatie met eenduidig beleid en goede onderlinge samenwerking. Op deze manier grip krijgen op de situatie door inzicht te krijgen in de oorzaken van de problematiek en gerichte maatregelen treffen om overlast zoveel mogelijk te beperken. Begrip voor de situatie van de jongeren: meer tolerantie bij de samenleving. Meer georganiseerde activiteiten en faciliteiten voor de doelgroep. Grenzen stellen en repressie toepassen indien nodig.” Gewenste activiteiten Om deze gewenste situatie te realiseren zijn er voor de jaren 2006, 2007 en 2008 gewenste activiteiten opgesteld. Bij realisering van deze activiteiten zullen deze een forse bijdrage leveren aan de gewenste situatie. Deze activiteiten zijn: Geplande activiteiten voor 2006 • Overleg Jeugd en Veiligheid uitbreiden van dit overleg met onderwijs, jongeren en ambtenaar integrale veiligheid. • Ontwikkelen Beleid alcohol en drugs. • Bij overlast door jongeren de ouders informeren (door politie), doorverwijzen naar Halt en inzet ambulant jongerenwerk. • Eenduidig beleid met betrekking to gebruik schoolpleinen ontwikkelen. • Extra controles hangplekken door politie. • Diverse objecten voor de jeugd plaatsen: voetbalkooi De Heul, plaatsing voetbalkooi en skate-objecten op Stijgbeugelterrein (De Horden). Geplande activiteiten voor 2007 • Cameratoezicht op basisscholen. • Realiseren van meer voorzieningen en faciliteiten, met name voetbalkooien, hangplekken en speelveldjes. • Meer sociale cohesie, buurtsamenhang, eigen verantwoordelijkheid en jongerenparticipatie nastreven door middel van andere vorm van wijkgericht werken en inzet sportbuurtwerker. • Evaluatie en bijstelling horecaconvenant.
3
Geplande activiteiten voor 2008 • Evaluatie Stijgbeugelterrein. • Voortzetting schoolpleinenbeleid. • Voortzetting inzet ambulant jongerenwerker. • Voortzetting inhuur JIP/JOP-bus. • Voortzetting Alcohol- en drugscampagne Denk Na!.
Terugblik geplande activiteiten 2006 - 2008 • Alcohol en drugscampagne Denk Na! In maart 2006 is de alcohol- en drugscampagne DENK NA! gestart. Doel van de campagne is dat jongeren en hun ouders de komende jaren doordrongen raken van de grote gevaren die kleven aan het gebruik van alcohol en drugs. Dit doel wordt bereikt door een combinatie van intensieve voorlichting, regulering en afspraken met alle partijen die met jeugd te maken hebben. Uit landelijke cijfers blijkt dat jongeren steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol gebruiken. Ook Wijkse jongeren zijn stevige gebruikers van alcohol (en drugs). Met volwassenen in onze gemeente is het niet anders gesteld. Het is dan ook de vraag of volwassenen de jeugd het goede voorbeeld geven. De gemeente wil door de campagne met name jongeren, maar daarom óók hun ouders wijzen op de risico’s van alcohol- en drugsgebruik. Huidig beleid Er gebeurt al heel wat op het gebied van alcohol- en drugspreventie. Alle kinderen krijgen in groep 7 en 8 op de basisschool al voorlichting via het integraal onderwijsprogramma ‘De gezonde school en genotmiddelen’ van de GGD, en er is strikte regelgeving. Onder ander over het verkrijgen van alcohol in supermarkten, het schenken van alcohol in horeca en sportkantines en het verbod op drinken in het openbaar. Met de Wijkse ondernemers en organisaties zijn afspraken gemaakt hoe men hiermee om moet gaan. De praktijk blijkt echter weerbarstiger te zijn en regelgeving en handhaving blijft voortdurend aandacht vragen. De campagne is dus een intensivering van het beleid, het gaat om extra activiteiten. Campagne Het blijkt uit onderzoek dat een campagne het meest effect heeft als hij herhaald wordt. De gemeente heeft daarom besloten de komende jaren dit onderwerp op de agenda te houden en gekozen voor een meerjaren campagne. Het plan dat is ontwikkeld loopt van 2006 tot en met 2009. Ook blijkt een campagne het best te werken als hij gedragen wordt door de mensen waar het om gaat. In dit geval dus jongeren, ouders en de organisaties die veel met jeugd te maken hebben. Activiteiten 2006-2008 Sinds de startbijeenkomst in het voorjaar van 2006 zijn inmiddels veel activiteiten opgestart , deels afgerond en staat ook nieuwe activiteiten gepland voor het komende jaar. In 2006 is een Wijkse website geopend waar alle informatie over het gebruik van alcohol en drugs te vinden is. Ouders, begeleiders en jongeren kunnen hier terecht met al hun vragen. Aan de website is een hulplijn gekoppeld waarmee men direct contact krijgt met een deskundige. Daarnaast is het Revius lyceum voor de schoolperiode 2006 – 2008 samen met de GGD en preventiemedewerkers van de verslavingszorg Centrum Maliebaan het project `Stuff op maat’
4
gestart. In dit project is er naast voorlichting binnen de les aandacht voor regelgeving, signaleren en begeleiden en het betrekken van ouders. In 2006 is ook veel campagnemateriaal (posters, stickers etc.) verspreid waarmee jongeren en hun ouders worden geïnformeerd over de campagne. Daarnaast hebben zo’n 30 personen uit horeca en jongerenwerk de EHBD-u cursus gevolgd. In 2007 heeft de GGD Midden-Nederland een onderzoek gedaan naar het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren in 5 gemeenten in de provincie Utrecht waaronder Wijk bij Duurstede. De eindconclusie van het rapport is dat het alcoholgebruik in de gemeente Wijk bij Duurstede niet onder doet voor het landelijke signaal; het is zorgwekkend en er dient wat aan gedaan te worden. De situatie ten aanzien van drugsgebruik is over het algemeen niet alarmerend in de gemeente. Dat betekent niet dat er niets aan de hand is. Er zijn wel degelijk aanwijzingen dat er meer maatregelen genomen moeten worden om erger te voorkomen. Zo geven horecaondernemers en politie in Wijk bij Duurstede aan zich grote zorgen te maken over het drugsgebruik onder de uitgaansjeugd. De GGD heeft hiertoe ook aanbevelingen gedaan die de kerngroep van de campagne ook meegenomen heeft in het werkplan. In november 2007 is een bijeenkomst georganiseerd voor het platform van de campagne die bestaat uit vertegenwoordigers van horeca, politie, jongerenwerk, GGD, Centrum Maliebaan, gemeenteambtenaren, ouders, Revius. De deelnemers hebben aangegeven dat de prioriteiten van de campagne bij de volgende aspecten dienen te liggen: 1. ouders (o.a. bewustwording, voorlichting, opvoedingsondersteuning), 2. sport (sportkantine’s, leeftijdscontrole), 3. regelgeving en handhaving (inzichtelijk maken wat op korte en lange termijn haalbaar is voor afspraken over handhaving en handhavingstermijnen). Belangrijk hierbij is ook het inventariseren van de consequenties hiervan voor jongeren, volwassenen, horeca, middenstand en sport. Voor 2008 zullen in het werkplan van de campagne de 3 prioriteiten expliciet uitgewerkt worden. Daarbij is op districtelijk niveau (eind 2007 tijdens Rhenens beraad) aangegeven in 2008 te onderzoeken op welke wijze regionaal beleid dan wel activiteiten voor alcohol en drugspreventie ontwikkeld kan worden. In maart 2008 zullen alle leerlingen van de 1e en 2e klas deelnemen aan theatervoorstelling LAM!. Het gaat om interactief theater dat herkenbare situaties voorbij laat komen over drinken van alcohol en de gevolgen daarvan. Meningen en ervaringen staan centraal en de voorstelling is niet gericht op kennisoverdracht. Leerlingen worden geconfronteerd met hun eigen visie over alcohol en gaan hierover discussiëren. De intentie is om voor het schooljaar 2008 -2009 voor de ouders van scholieren (een) interactieve ouderavond(en) te organiseren. Activiteiten 2009 en verder De gemeente Wijk bij Duurstede heeft voor de periode 2006 tot en met 2009 een jaarlijks werkbudget beschikbaar gesteld van € 5.000. In het belang van de continuïteit van de activiteiten en programma’s voor alcohol en drugsvoorlichting en –preventie is het niet gewenst vanaf 2009 geen structureel budget meer beschikbaar te hebben. Juist activiteiten die gericht zijn op voorlichting en preventie zijn in de regel een zaak van lange adem en vragen continue aandacht en financiële middelen. De gemeente zal in 2008/2009 een besluit nemen over mogelijke voortzetting van een werkbudget voor alcohol- en drugs voorlichting en preventie.
5
• Overleg Jeugd & Veiligheid In de gemeente Wijk bij Duurstede komt om de acht weken het Jeugd & Veiligheidsoverleg bij elkaar. Aan dit overleg nemen deel: beleidsmedewerker jeugd, de zorgcoördinator (netwerk jeugdhulpverlening), woningbouwvereniging, afdeling beheer (buitendienst), beleidsmedewerker speelruimtebeleid, jongerenwerk, projectleider Wijkgericht Werken en de politie. Zoals afgesproken is dit overleg in februari 2006 uitgebreid met de beleidsmedewerker integrale veiligheid. In dit overleg worden de hangplekken, de overlastsituaties en te realiseren voorzieningen voor jongeren besproken en gerealiseerd. Dit overleg zit aan de voorkant van de problematiek en werkt, mede door het realiseren van voorzieningen, ook preventief. In de loop van 2007 bleek dat er een aantal knelpunten waren die er toe leidde dat het Jeugd & Veiligheidsoverleg niet altijd even slagvaardig op kon treden. Het ging hier dan met name om het ontbreken van een werkbudget en bevoegdheden. Daarom hebben de betrokken afdelingshoofden om tafel gezeten en een voorstel gemaakt om het Jeugd & Veiligheidsoverleg efficiënter te kunnen laten optreden. Dit voorstel luidde: - Er dient een duidelijke voorzittersrol te zijn met bevoegdheden als het gaat om budget en het aanspreken van mensen. - Het overleg dient budget te krijgen. De voorzitter is beheerder en zij heeft hiervoor tekenbevoegdheid. - Verwacht wordt dat de leden van het overleg de gemaakte afspraken nakomen. - Afdelingshoofden hebben uitgesproken dat er capaciteit beschikbaar is. - Binnen het College zal een duidelijke aanwijzing moeten komen wie verantwoordelijk is. Deze voorstellen zijn inmiddels overgenomen wat onder ander betekent dat er budget is. Dit zal er toe leiden dat het overleg in het vervolg gemakkelijker, sneller en efficiënter kan optreden. Eén maal in de twee weken komt het Veiligheidsoverleg bij elkaar, bestaande uit de burgemeester, wijkteamchef van politie, brandweercommandant en beleidsmedewerker integrale veiligheid. In dit overleg komen diverse veiligheidsonderwerpen aan bod, waaronder jeugdproblematiek. Dan met name gericht op de achterkant van de problematiek. De beleidsmedewerker integrale veiligheid is de schakel tussen dit Veiligheidsoverleg en het Jeugd & Veiligheidsoverleg. • Controles hangplekken De politie houdt extra toezicht op de hangplekken. Met enige regelmaat worden de diverse hangplekken bezocht. Deze controles zijn opgenomen in de dagelijkse structuur; het noodvoertuig van politie controleert dagelijks de hangplekken. Indien nodig wordt er door de politie ingegrepen. Als er bij een bepaalde hangplek de overlast toeneemt wordt intensiever gecontroleerd. In 2006 is dit bijvoorbeeld gebeurd bij winkelcentrum de Horden naar aanleiding van de toename van overlast. Dit kan betekenen dat deze hangplek wel vier tot vijf keer per dag door de politie wordt bezocht. Tevens maakt de politie dan eenduidige afspraken om deze toegenomen overlast te bestrijden. In de praktijk betekent dit dat er repressief wordt opgetreden. Dus niet langer waarschuwen, maar direct verbaliseren. Begin 2008 heeft de politie het bejegeningsprofiel opgesteld waarin is afgesproken hoe de jeugd wordt tegemoet
6
getreden en aangesproken. Deze eenduidige consequente aanpak draagt er mede aan bij dat jongeren weten waar ze aan toe zijn. Deze aanpak met dagelijkse controles en eventuele intensievere aanpak blijkt goed te werken en houdt de overlast op hangplekken binnen de perken. In het Jaarbeleidsplan 2008 van de Politie Utrecht is jeugdoverlast een specifieke prioriteit voor de politie. Deze werkwijze zal in de toekomst dan ook worden voortgezet. In 2008 zal extra aandacht besteed worden aan overlast van hangjongeren in winkelcentrum de Heul en de Horden en het Dorrestadplantsoen. • Schoolpleinenproject Op de schoolpleinen staan groepen jongeren, zogenaamde hanggroepen. Meestal bestaan deze groepen uit een vaste bezetting van lokale jongens en meisjes in de leeftijd van 14 tot 20 jaar. De grootte van deze hanggroepen varieert van 5 tot 40 jongeren. Het zijn hechte groepen die vaak een vaste ‘eigen’ plek uitzoeken. Deze jongeren hangen op de schoolpleinen, zitten op de speeltoestellen in de speeltuinen en scheuren met bromscooters over de schoolpleinen en door de daarnaast gelegen buurten. Een aanzienlijk deel van deze jongeren gebruikt softdrugs (blowen) en nuttigen in het openbaar alcoholhoudende drank. De jongeren laten hun afval vaak slingeren. Door hen worden diverse zaken vernield. Hierbij worden met name ruiten van het schoolgebouw, groenvoorzieningen, fietsenstallingen en hekken vernield. Ook is er op de schoolpleinen sprake van bekladding en graffiti. Doordat de jongeren in deze hanggroepen luid met elkaar praten en er vaak sprake is van harde muziek, wordt er geluidsoverlast veroorzaakt voor omwonenden. De eerder genoemde bromscooters dragen ook bij aan de mate van geluidsoverlast. De overlast wordt vooral ervaren door omwonenden, kleine kinderen uit de buurt die niet meer op het schoolplein durven spelen, de schooldirecteuren en de gemeente die regelmatig met vernielingen en vervuiling wordt geconfronteerd. Integrale aanpak Gekozen is voor een integrale aanpak van het probleem. Bij deze aanpak blijven de schoolpleinen publiek domein waarbij nadrukkelijk wordt geregeld dat de schoolpleinen alleen toegankelijk zijn voor bevoegden. Bij elke schoolplein komen borden 461 Sr. (verboden voor onbevoegden) Tevens komen er bij alle schoolpleinen borden met daarop spel– cq gedragsregels. Als men zich daaraan houdt is men bevoegd. Zo niet valt men onder de categorie onbevoegden en is men strafbaar. Bij deze spelregels wordt ook aangegeven tot welk tijdstip men uiterlijk op het schoolplein aanwezig mag zijn. Op deze wijze kunnen kinderen en ‘nette’ hangjeugd op het schoolplein aanwezig zij, zij het met een tijdslimiet. Bij overtreding van de spelregels zal de politie repressief optreden. Procesevaluatie Tijdens het Jeugd en Veiligheidsoverleg is er sprake van een procesevaluatie waarbij wordt bekeken of de gekozen strategie nog steeds de goede strategie is. Tussentijds zal er, indien nodig, bilateraal door partners worden overlegd. De ambulante jeugdwerker komt wekelijks bij de politie langs om bijzonderheden door te nemen. In september 2006 is een vergadering belegd met alle partners waarbij er een productevaluatie heeft plaatsgevonden. De uitkomsten van dit overleg gaven aanleiding om het project voort te zetten. Momenteel onderzoekt de politie de mogelijkheid om bij blijvende overlast op een schoolplein dit schoolplein voor enige tijd verboden gebied te maken voor iedereen. Dus ook als zich daar jongeren ophouden die geen overlast veroorzaken is dit voor de politie toch
7
reden om verbaliserend op te treden. Een andere mogelijkheid is om enkele schoolpleinen waar blijvende overlast is via de APV aan te wijzen als verblijfsontzeggingsgebied. In maart 2008 heeft de politie een overleg met de hoofden van de scholen en zal deze mogelijkheden in dit overleg aankaarten. • Ouders informeren door politie Als een minderjarige voor overlast veroorzaakt en daardoor aanraking komt met de politie worden de ouders van het kind hierover telefonisch of schriftelijke geïnformeerd. Deze standaard werkwijze van de politie blijkt goed te werken. Ouders blijken niet altijd op de hoogte te zijn van wat hun kinderen doen. Het telefoontje of de brief van de politie is voor veel ouders aanleiding om beter toezicht op hun kind te houden. Helaas komt het ook voor dat ouders aangeven de brief of het telefoongesprek niet op prijs te stellen. • Inzet ambulant jongerenwerker en inhuur JIP/JOP-bus Jongerenwerker Vanuit het veld (ouders, scholen, politie, hulpverlening, netwerk jeugdhulpverlening) kwam in 2004 de grote vraag naar ambulant jongerenwerk. In Cothen en Langbroek was het destijds gewenst dat het jongerenwerk in en rond de jeugdhonken weer een impuls zou krijgen. Ook bij hangplekken als bij de Dr. Janssenstraat, in De Geer en bij speeltuin aan de Kerkeland in Langbroek was de aandacht en aanwezigheid van een jongerenwerker erg gewenst. Daarnaast is een ambulant jongerenwerker aanspreekpunt en spreekbuis voor de jongeren op straat en spin in het web voor de betrokkenen bij het jeugdbeleid (’t Wijkhuis, de gemeente, politie, enzovoorts). In de budgetovereenkomst met Stichting Welzijn Wijk bij Duurstede is opgenomen dat de ambulant jongerenwerker gedurende 40 weken, 3 middagen/avonden, werkt met minimaal 15 jongeren. Daarnaast werkt de ambulant jongerenwerker in Cothen en Langbroek gedurende 40 weken, gemiddeld 1 middag of avond. Deze werkwijze met een ambulant jongerenwerker blijkt goed te werken omdat hij de jongeren kent, de jongeren daardoor kan aanspreken, problemen signaleert en is voor de politie een belangrijke partner. Jip/Jop-bus Sinds de zomer van 2005 huurt de gemeente Wijk bij Duurstede de Jip/Jop-bus in voor 66 dagdelen. Deze bus is een Amerikaanse schoolbus die is omgebouwd tot een combinatie van een Jeugdinformatiepunt (Jip) en een mobiel Jongerenonmoetingspunt (Jop). In deze bus kunnen de jongeren elkaar ontmoeten, computerspelletjes spelen en dergelijke. In de bus is altijd een jongerenwerker aanwezig voor het beheer en voor het organiseren van activiteiten in en rond de bus. Met vindplaats gericht werken vergroot je het bereik van het jongerenwerk (voor sommige jongeren heeft ’t Wijkhuis hoge drempel). De bus is leuk om te zien en heeft veel te bieden om jongeren te activeren of elkaar te ontmoeten. Van een mobiele JOP zijn minder klachten te verwachten dan bij een vaste. Na 22.00 uur gaat de bus immers terug naar de stalling. Ook in Langbroek en Cothen kan het jongerenwerk op locatie werken.. In de regel heeft de jongerenwerker een grote aanloop van jongeren. Soms dertig tot veertig jongeren. Ook omwonende weten de bus te vinden voor vragen of opmerkingen. De ambulant jongerenwerker brengt deze punten weer in ondermeer in het JV overleg. Om deze redenen zal ook de komende jaren deze bus ingehuurd worden
8
• Cameratoezicht basisscholen De gemeente Wijk bij Duurstede beschikt over een budget om camerabewaking in basisscholen te realiseren. Enkele basisscholen hebben hiervan gebruik gemaakt. Binnenkort in een overleg met de scholen zullen de andere basisscholen nadrukkelijk gewezen worden op de beschikbaarheid van dit budget. • Voorzieningen jeugd Afgelopen jaren zijn diverse voorzieningen voor de jeugd gerealiseerd. In 2006 is nabij winkelcentrum De Heul een voetbalkooi en pannaveldjes (minivoetbal) gerealiseerd. In datzelfde jaar zou op het Stijgbeugelterrein ook nieuwe speelvoorzieningen geplaatst worden. Dit is echter vertraagd vanwege nog te organiseren bewonersbijeenkomsten en het ontbreken van een onderhoudsbudget. Daarbij kwam dat er een aanvullend milieuonderzoek naar eventuele mogelijke aanwezigheid van asbest op het terrein noodzakelijk was. Ondanks deze vertraging kon eind 2007 de voetbalkooi en de skate-objecten geplaatst worden. Tevens zijn spelregelborden geplaatst bij de voetbalkooi in de Heul en bij het speelterrein Stijgbeugelterrein (in volksmond bekend als de ‘Blauwe speeltuin’). Deze spelregels zijn samen met omwonden tot stand gekomen. Verder is gerealiseerd het herstel van aangerichte vernielingen in een samenwerking van gemeente, jongerenwerker en jongeren. In 2007 is niet gerealiseerd de vervanging van het JOP (jeugd ontmoetingsplek) Cothen vanwege vertraging bouwvergunningtraject en inmiddels ook bezwaren van omwonenden. Bestuurlijk wordt momenteel nagedacht over een vervolgtraject. Deze diverse initiatieven in de afgelopen jaren hebben ertoe geleid dat, in lijn met de gewenste situatie, jongeren meer faciliteiten geboden wordt, verantwoordelijkheden bij jongeren gelegd wordt en jeugdparticipatie plaatsvindt. • Meer sociale cohesie In 2007 is een begin gemaakt met wijkgericht werken voor het onderdeel jeugd en overlast. Bij de komst van skate-objecten en een voetbalkooi op het Stijgbeugelterrein is de buurt actief betrokken en zijn er goede inhoudelijke discussie gevoerd met omwonenden en jongeren. Vervanging van sport- en speeltoestellen worden altijd in samenspraak met omwonenden en gebruikers uitgevoerd. Ook worden jongeren en omwonenden gestimuleerd om zelf ook actief te zijn bij de instandhouding en het toezien op het juiste gebruik van de voorzieningen. De aanpak rond het Stijgbeugelterrein heeft wel vruchten afgeworpen. Het is nog afwachten in hoeverre de effecten duurzaam zijn.
9
3. Speerpunt Huiselijk Geweld Totstandkoming speerpunt In 2005 is voor het speerpunt Huiselijk Geweld een workshop gestart waarbij diverse partners in het veiligheidsveld betrokken zijn geweest. In de workshops is zo accuraat mogelijk de huidige en de gewenste situatie in beeld gebracht alsmede de beoogde effecten en evaluatiepunten. Huidige situatie en gewenste situatie De situatie in 2005 was sprake van een situatie die werd omschreven als “Huiselijk geweld krijgt meer aandacht, politie loopt voorop (protocol veilig thuis), protocol samenwerking thuisgeweld.” Hieruit blijkt dat er in 2005 al veel gerealiseerd was en werd om huiselijk geweld te bestrijden. Toch was een nog betere situatie gewenst. Deze werd door de workshop omschreven als: - Stijging aangiften (aangiftebereidheid en vertrouwen), - andere partners buiten politie/AMW meer aan het werk, - Regionaal netwerk lokaal inbedden. Gewenste activiteiten Om deze gewenste situatie te realiseren zijn er voor de jaren 2006, 2007 en 2008 gewenste activiteiten opgesteld. Bij realisering van deze activiteiten zullen deze een forse bijdrage leveren aan de gewenste situatie. Deze activiteiten zijn: Geplande activiteiten voor 2006 • Opzet van een advies en steunpunt huiselijk geweld (ASHG) stad en regio Utrecht. • Publiciteitscampagne: voorlichting scholen, inwoners en hulpverleners over Huiselijk Geweld en de aanpak daarvan. • Voorlichting en training huiselijk geweld aan leerkrachten en hulpverleners. • Sociale kaart van hulpverleningsaanbod opzetten. • Ontwikkeling prestatieafspraken met AMW en samenwerking reclassering opzetten. • Reguliere taken zoals: casussen oppakken, bemiddelen naar geschikte organisatie en voortgang bewaken via casuïstiekoverleg. Geplande activiteiten voor 2007 • Brede informatiebijeenkomst per gemeente voor de commissie, raad en inwoners van de gemeente en andere organisaties die werkzaam zijn op het gebied van thuisgeweld. • Informatielessen geven op middelbare scholen (bv tijdens de lessen maatschappijleer)bijv. in de vorm van theater. Hiervoor kan deels het werkbudget ingezet worden. • Het maken van een werkprotocol waarin aan bod komt wie welke rol en taken heeft en hoe de keten van hulpverlening in elkaar zit (sociale kaart). • 1 keer per jaar een overleg met onze gemeente en de regionaal coördinator waarin aan bod komt: Aantal casussen in de gemeente, voortgang van de hulpverlening m.b.t. de casussen, eventuele problemen en knelpunten (bv bij het afgeven van urgenties e.d.) • Het steviger neerzetten/ opzetten van een samenwerking/ voorlichting voor huisartsen, tandartsen, thuiszorgorganisaties, schoolartsen, e.d. in verband met de signaleringsfunctie die deze beroepsgroepen hebben. Hierbij moet m.n. aandacht
10
•
worden besteedt aan de vraag wat zij met signalen kunnen doen en hoe dit zich verhoudt tot hun beroepsgeheim. Investeren in het versterken van de interne en externe netwerken (bv voor de jeugd, voor huisvesting e.d.), dus ook meer overleg/samenwerking met collega’s (leerplichtambtenaar, medew. Jeugdbeleid, medew. Urgentieverstrekkingen e.d.). Misschien kan de coördinator hier een bemiddelende/sturende rol bij hebben.
Geplande activiteiten voor 2008 • Algemene coördinatie en afstemming. • Coördinatie en toegeleiding hulpverlening. • Informatie en advies. • Registratie en verantwoording. • Communicatie en pr algemeen publiek en professionals. • Vernieuwingen en beleidsontwikkelingen. • Deskundigheidsbevordering.
TERUGBLIK GEPLANDE ACTIVITEITEN 2006 - 2008 In het politiedistrict Heuvelrug is er voor gekozen door de gemeenten Veenendaal, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Renswoude en Wijk bij Duurstede om de regierol voor het thema huiselijk geweld gezamenlijk op te pakken. Eind 2004 is er een gemeentelijke coördinator aangesteld die de regierol voor de gemeenten in het district Heuvelrug ten uitvoer brengt. Momenteel wordt ambtelijk en bestuurlijk onderzocht hoe de rol van de gemeentelijke coördinator beter geborgd kan worden. Omdat deze functie door één persoon wordt uitgevoerd is deze functie kwetsbaar voor uitval, bijvoorbeeld in het geval van ziekte. Afgelopen twee jaar is nader bekeken hoe de regierol van de gemeenten voor thuisgeweld ingevuld kan worden. Inmiddels is door de gezamenlijke gemeenten besloten om deze structureel in te vullen door middel van een gemeentelijk coördinator thuisgeweld. Deze coördinator werkt voor het gehele politiedistrict Heuvelrug. De afgelopen jaren heeft de gemeentelijk coördinator gewerkt aan de hand van een algemeen werkplan voor het gehele district Heuvelrug. Het afgelopen jaar ontstond bij een aantal gemeenten de vraag wat er specifiek voor hun gemeente gedaan wordt op het gebied van huiselijk geweld. Nu de structuur voor de aanpak van huiselijk geweld stevig staat, kan gekeken worden wat de individuele wensen van de verschillende gemeenten zijn en hoe hieraan tegemoet gekomen kan worden. Naast de taken die voor de gehele regio worden uitgevoerd zoals het casuïstiek overleg en het samenwerkingsverband (basistaken) staan in dit werkplan ook de individuele wensen per gemeente beschreven. Elke gemeente heeft aangegeven wat zij op het gebied van huiselijk geweld willen. Er is een algemeen deel (basistaken) voor de gehele Heuvelrug en een maatwerk deel per gemeente. Wensen van gemeenten die door alle gemeenten genoemd werden, zijn verwerkt in de basistaken. De aanpak van huiselijk geweld is een taak van de gemeente die met de komst van de Wmo alleen maar belangrijker is geworden. Er is een continue aanpak nodig wat betekent dat ook in 2009 en verder nog activiteiten gedaan moeten worden ter voorkoming en vermindering van huiselijk geweld in onze gemeente. Met name op het gebied van voorlichting, en aanpak van de dader (preventief huisverbod) zal nog het nodige uitgevoerd moeten worden vanaf 2009.
11
• Politiecijfers In 2006 waren er in de gemeente Wijk bij Duurstede 21 zaken huiselijk geweld. In 2007 is dit gestegen naar 28 zaken. Voor deze stijging kan geen vaststaande oorzaak gegeven worden. De stijging kan mede veroorzaakt zijn door de publiciteitscampagne van huiselijk geweld waardoor sneller aangifte gedaan wordt. De politie Utrecht volgt, net als in voorgaande jaren, het protocol huiselijk geweld. Het jaar 2008 staat in het teken van de implementatie van de Wet preventief huisverbod. Deze wet geeft de burgemeester de bevoegdheid een pleger van huiselijk geweld uit huis te zetten. Binnen 24 uur moet hulp voor alle betrokkenen op gang worden gebracht. In 2008 worden alle politiemedewerkers getraind conform deze nieuwe regeling. Een eerste beschouwing van deze bevoegdheid van de burgemeester leert dat hiermee mogelijkheden gecreëerd zijn om snel(ler) in te grijpen bij huiselijk geweld. Deze verschuiving van bevoegdheden van de burgemeester betekent echter een forse ambtelijke belasting. De consequenties hiervan zijn nog niet in beeld gebracht.
12
4. Bedrijvigheid en Veiligheid Totstandkoming speerpunt In 2005 is voor het speerpunt Bedrijvigheid en veiligheid een workshop gestart waarbij diverse partners in het veiligheidsveld betrokken zijn geweest. In de workshops is zo accuraat mogelijk de huidige en de gewenste situatie in beeld gebracht alsmede de beoogde effecten en evaluatiepunten. Huidige situatie en gewenste situatie De situatie in 2005 werd in de workshop als sprake van de volgende situatie: - Te kort aan waterwinplaatsen op het bedrijventerrein, - Dumpplaats (bijv. gestolen vrachtwagens), - Inbraakgevoeligheid Broekweg, toename professionele inbraken, - Parkeerproblematiek (w.o. grote voertuigen) - Slechte beveiliging, - Geen toegangscontrole - Onoverzichtelijke kruispunten - Geen goede uitstraling - Slechte kwaliteit watergangen en geringe buffercapaciteiten regenwaterriool. De gewenste situatie werd in de workshop omschreven als: - Bij revitalisering Broekweg en bedrijventerreinen direct voldoende opstelplaatsen en waterwinplaatsen creëren, - Risico’s bedrijventerreinen inventariseren, relevante gegevens toegankelijk voor hulpverleningsdiensten bij calamiteiten, - Aanpassen bewegwijzering, - Toegangscontrole en cameratoezicht. Gewenste activiteiten Om deze gewenste situatie te realiseren zijn er voor de jaren 2006, 2007 en 2008 gewenste activiteiten opgesteld. Bij realisering van deze activiteiten zal de gewenste situatie gehaald zijn. Deze gewenste activiteiten zijn: Geplande activiteiten voor 2006 • Opstellen van een bluswaterwinplan. • Opstellen groenplan voor een overzichtelijker en veiliger bedrijventerrein. • Ondernemers voorlichten over beveiliging eigen panden. • Hernieuwen samenwerkingsovereenkomst toezicht politie en beveiligingsbedrijven. Geplande activiteiten voor 2007 • Subsidiebeleid voor initiatieven tot beveiliging van bedrijfspanden in beeld brengen • Realisatie Bluswatervoorzieningen • Opstellen plan voor toegang bedrijventerrein en camera toezicht • Het houden van een brandweeroefening (mono- en multidisciplinair) Geplande activiteiten voor 2008 • Realisatie toegangscontrole en cameratoezicht • Verkrijgen Keurmerk Veilig Ondernemen • Overleg veiligheid-revitalisering
13
TERUGBLIK GEPLANDE ACTIVITEITEN 2006 - 2008 • Gebruiksvergunningen en bluswaterwinplan De situatie op de bedrijventerreinen op brandpreventief gebied was onvoldoende. Het ging hier met name over het ontbreken van gebruiksvergunningen en een tekort aan toegankelijkheid, beschikbaarheid en capaciteit van bluswater. Vanaf 2005 is de brandweer na inventarisatie van de bedrijven gestart met het verlenen van gebruiksvergunningen. In 2007 is deze inhaalslag gerealiseerd. De bedrijven, die daarvoor in aanmerking komen, beschikken nu over een gebruiksvergunning waarin het minimale brandveiligheidniveau is vastgelegd en periodiek wordt gecontroleerd. Het effect hiervan is dat het niveau van brandveiligheidniveau voldoet aan de wettelijke normen en dat dit blijvend wordt gecontroleerd. Tevens is hiermee het bewustzijn van ondernemers en werknemers over brandveiligheid vergroot. In 2005-2006 is het Bluswaterwinplan tot stand gekomen, hierbij zijn de tekortkomingen op de bedrijventerreinen in beeld gebracht en zijn er oplossingsrichtingen uitgewerkt. De uitvoering van het Bluswaterwinplan wordt in 2008 gerealiseerd. Dit hangt nauw samen met de brandveiligheid van alle gebouwen binnen de Gemeente Wijk bij Duurstede waarbij ook aan de binnenstad bijzondere aandacht wordt geschonken. • Groenplan en beveiliging Door werkgroep Beveiliging Bewegwijzering Broekweg (3B) is een start gemaakt voor het collectief, waarbij bedrijven zijn bezocht door een beveiligingsbedrijf. Door Industriekring Wijk bij Duurstede en werkgroep 3B is het ontwerpplan verder gedetailleerd. Het gereed komen van het definitief ontwerp voor revitalisering is in september 2006 aan de bedrijven gepresenteerd, goed ontvangen en vastgesteld. Dit ontwerp bevat de plannen met betrekking tot beveiliging van het bedrijventerrein zoals toegangscontrole, camerabewaking, de plaatsing van het openbaar groen, parkeervoorzieningen, verkeerscirculatie, en bewegwijzering. De maatregelen zoals deze in het revitaliseringplan staan zullen in 2008 gerealiseerd worden. • Hernieuwen samenwerkingsovereenkomst Het hernieuwen van een samenwerkingsovereenkomst toezicht politie en beveiligingsbedrijven is in 2006 niet gebeurd. In 2007 zijn activiteiten ondernemen en besprekingen geweest met bedrijfsleven, beveiligingsbedrijven en politie. Dit zal leiden tot een KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) in 2008. • Politiecijfers Het aantal bedrijfsinbraken in 2005 was 30, in 2006 steeg dit tot 56, in 2007 is dit gedaald tot 46. Deze stijging en daling hebben geen relevantie met de revitalisering Broekweg. Pas als de revitalisering in 2008 gereed is zal er naar verwachting een (sterke) daling zijn van het aantal bedrijfsinbraken. Een belangrijk onderdeel van de revitalisering van het industrieterrein Broekweg is namelijk de beveiliging, door middel van camera’s en slagbomen zal het industrieterrein beter worden beveiligd.
14
5. Brandveiligheid gebouwen Totstandkoming speerpunt In 2005 is voor het speerpunt Brandveiligheid gebouwen een workshop gestart waarbij diverse partners in het veiligheidsveld betrokken zijn geweest. In de workshops is zo accuraat mogelijk de huidige en de gewenste situatie in beeld gebracht alsmede de beoogde effecten en evaluatiepunten. Huidige situatie De binnenstad van Wijk bij Duurstede is opgebouwd uit voornamelijk oude gebouwen met een winkel- of woonfunctie en is aangemerkt als beschermd stadsgezicht. Hierin zijn de brandveiligheidseisen die vanaf 1995 in het bouwbesluit zijn vastgelegd niet of nauwelijks aanwezig. Hierdoor voldoen de verschillende gebouwen niet aan de huidige norm van bestaande bouw van het huidige bouwbesluit. Op grond van deze regelgeving zou men de gebouweigenaren kunnen aanschrijven om aan deze regelgeving te voldoen. Echter gezien de cultuurhistorische waarde van de gebouwen zal het realiseren van bouwkundige aanpassingen, binnen de huidige regelgeving (monumentenwet 1988), niet leiden tot een verbetering van de situatie. Op basis van een inventarisatie van gebouwen en bedrijven die gebruiksvergunningsplichtig, milieuvergunningsplichtig zijn of op de lijst van het cultureel erfgoed staan, zijn de knelpunten in beeld gebracht: - De vluchtmogelijkheden voldoen niet aan de huidige regelgeving. Dit heeft tot gevolg dat er bij brand onvoldoende mogelijkheden zijn voor personen aanwezig in deze gebouwen om het gebouw op een veilige wijze te ontvluchten. - De brandwerendheid van brandscheidingen tussen gebouwen voldoet niet of in beperkte mate aan de huidige normen voor bestaande gebouwen. Gezien de dichte bebouwingsgraad heeft dit gevolgen voor de beheersbaarheid van een eventuele brand. - Bluswater is van belang bij de beheersing en bestrijding van brand en is een basiselement voor goede brandweerzorg. In een onderzoek naar de beschikbaarheid van bluswater in Wijk bij Duurstede is bekeken hoe de stand van zaken op het gebied van bluswaterwinning is. Uit dit onderzoek blijkt dat er in de binnenstad de beschikking is over primaire bluswaterwinning. De capaciteit van deze bluswaterwinning is gezien de dichte bebouwing en het ontbreken aan voldoende brandwerende scheidingen ontoereikend. - Om in geval van een brand in de binnenstad slagvaardig op te kunnen treden is de bereikbaarheid van de binnenstad cruciaal.Deze is gezien de dichte bebouwing en smalle straten niet optimaal. Uit een beoordeling van de huidige situatie blijkt dat het niveau van brandveiligheid van de binnenstad van Wijk bij Duurstede onvoldoende is. Met name het vluchten bij brand en de beheersbaarheid van brand blijken de grootste knelpunten te zijn. Dit geeft aanleiding om in 2008 actief te starten met een verbeteringsplan, met als doelstelling een brandveilige werk- en woonomgeving in de binnenstad te realiseren. Hierbij zal rekening moeten worden gehouden met het beschermd stadsgezicht. Gewenste situatie De gewenste situatie werd in 2005 door de workshop omschreven als: - Goede bereikbaarheid binnenstad ter voorkoming van branduitbreiding. 15
-
Verbetering brandwerendheid gebouwen. Risicobewustzijn vergroten. Parkeerbeleid en handhaving. Opstelplaatsen brandweer voorbereiden.
TERUGBLIK GEPLANDE ACTIVITEITEN 2006 – 2008 Vanaf 2005 is de brandweer gestart met het inhalen van de achterstanden met betrekking tot het verlenen van gebruiksvergunningen, deze achterstanden zijn in 2007 ingehaald. Tevens zijn alle knelpunten met betrekking tot brandveiligheid in de binnenstad in kaart gebracht en is er budget aangevraagd om de nodige maatregelen te kunnen uitvoeren. De bedrijven, die daarvoor in aanmerking komen, beschikken over een gebruiksvergunning waarin het minimale brandveiligheidniveau is vastgelegd en periodiek wordt gecontroleerd. Het effect hiervan is dat het niveau van brandveiligheidniveau voldoet aan de wettelijke normen en dat dit blijvend wordt gecontroleerd. Tevens is hiermee het bewustzijn van ondernemers en werknemers over brandveiligheid vergroot. De knelpunten die zijn geïnventariseerd worden vertaald naar een plan van aanpak waarin integrale maatregelen worden vastgesteld. Hierbij worden zowel de bewoners als bedrijven actief geïnformeerd en betrokken. Dit plan van aanpak wordt in 2008 gerealiseerd waarmee het minimum niveau wordt gerealiseerd.
16
6. Uitgaan en horeca • Evaluatie horecaconvenant In gezamenlijk overleg tussen de gemeente Wijk bij Duurstede, Koninklijke Horeca Nederland afdeling Kromme Rijn, de politie en bewonerscomité Stop Overlast Binnenstad is in juni 2003 een horecaconvenant opgesteld. Om de effectiviteit van de samenwerking en die in het kader hiervan genomen maatregelen vast te kunnen stellen wordt het horecaconvenant geëvalueerd. Daarvoor was voor het jaar 2006 een bedrag gereserveerd van 10.000,- euro. Dit bedrag is overgeheveld naar 2007 omdat in het jaar 2006 niet toegekomen is aan het evalueren van het bestaande horecaconvenant. In 2007 is dit budget aangewend voor inhuur in verband met de achterstand bij Dienstverlening met betrekking tot het verlenen van horecavergunningen. Daarom hebben twee studenten van de politieacademie najaar 2007 onder begeleiding de evaluatie van het horecaconvenant ter hand genomen. Deze is in zijn definitieve vorm nog niet gereed. Op dit moment kunnen er echter wel een aantal globale conclusies getrokken worden: - Gezamenlijke aanpak van drugsgebruik. - Eenduidig deurbeleid ontwikkelen. - Aanpassen van de APV. - Uitbreiding taxiaanbod op uitgaansavonden. - Eenduidig aanspreekpunt binnen de gemeente voor de horecaondernemer. Op het moment dat de evaluatie gereeds is zal deze besproken worden met de horecaondernemers en zal gesproken worden over een vervolgtraject . • Politie De politie zet sterk in op de overlast van horeca. In samenwerking met de de Voedsel- en warenautoriteit heeft de politie in 2007 controles uitgevoerd bij winkels en cafés op verkoop van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar. Dit heeft geleid tot enkele boetes. Verder zijn er in 2007 zes zogenaamde ‘blauwe nachten’ gehouden. Dit houdt in dat politie in burger surveilleert in de stad en let op vernielingen en geweld. Tevens wordt er gecontroleerd en gefouilleerd op het gebruik/bezit van (hard)drug. Hierbij zijn diverse aanhoudingen verricht. Deze blauwe nachten leiden tot positieve reacties van publiek en horecaondernemers. • Plannen voor 2009 en verder Mede uit de evaluatie van het horecaconvenant is duidelijk dat uitgaan en horeca in Wijk bij Duurstede een blijvend punt van aandacht is waarop politie, gemeente, horeca en andere partners in de toekomst gezamenlijk nog meer op zullen moeten inzetten. Vooralsnog is het de bedoeling om in het nog op te stellen Integraal Veiligheidsplan 20092012 opnieuw stevig in te zetten op horeca en uitgaan. Hierbij valt te denken aan het opzetten van horecabeleid, uitgaansregels en diverse andere maatregelen die veilig uitgaan bevorderen en de overlast terugdringen.
17
7. Uitkomsten Hartman-methode Bij de evaluatie van het Integraal Veiligheidsplan 2005-2008 zijn de inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede betrokken. Zo hebben de inwoners kunnen aangeven welke maatregelen van de gemeente helpen, welke problematiek men in het dorp of de wijk ervaart en hoe dit aangepakt zou kunnen worden. Om de inwoners hierover te spreken heeft de burgemeester met de coördinator veiligheid, politie en brandweer de diverse wijken in Wijk bij Duurstede en de dorpen Langbroek en Cothen bezocht. Dit is gebeurd volgens de Hartman-methode, wat betekent dat op een plek in de wijk of het dorp een tent met daaronder een tafel met stoelen neergezet werd. Inwoners van de wijk of het dorp konden aanschuiven om te praten over veiligheid. In totaal is met circa 120 inwoners uit Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek gesproken. Deze bezoeken zijn vooral goed om te horen wat er per wijk of kern speelt. Opvallend is dat iedereen aangegeven heeft het prettig wonen vind in de gemeente en zich veilig voelt. Een basis voor het opstellen van het Integraal Veiligheidsplan 2005 – 2008 was destijds een enquête onder de bevolking van Wijk bij Duurstede. Een bijzondere uitkomst van deze enquête was dat het subjectieve veiligheidsgevoel sterker bepaald werd door een schone en nette omgeving dan door de aan- of afwezigheid van politie op straat. Daarom is tijdens de Hartman-methode ook ingegaan op het onderhoud van het openbaar groen en de openbare ruimte. Algemeen beeld Naar aanleidingen van de bezoeken aan de wijken en de kernen kunnen een aantal zaken geconcludeerd worden: - Het is opvallend dat iedereen aangeeft prettig en veilig te wonen in de gemeente Wijk bij Duurstede, - Bij doorvragen over jeugd en verkeer bleek dat in vrijwel alle wijken en kernen naar voren kwamen dat de overlast en rommel door de jeugd en overlast door te hard rijden een punt van aandacht is, - Verder was men niet altijd even positief over het onderhoud van het openbaar groen door de gemeente.
UITKOMSTEN PER WIJK/KERN: Binnenstad - Inwoners van de binnenstad vinden het er erg prettig wonen in hun wijk. Een enkele keer wordt opgemerkt dat er, voornamelijk in de weekenden, sprak is van jeugdoverlast. Als mogelijke verbeteringen in de binnenstad wordt genoemd meer controle jeugdoverlast en meer aandacht aan verkeersproblemen. Zo wordt in sommige straten in de binnenstad hard gereden, wegversmallingen worden hiervoor genoemd als oplossing. Ook zou de verlichting op de parkeerplaats beter moeten. Daar worden namelijk de nodige vernielingen aan auto’s aangebracht. - Een meerderheid van de inwoners vindt dat de politie op straat voldoende zichtbaar is. Het overgrote deel weet niet wie de wijkagent is maar geeft aan wel te weten hoe deze bereikt kan worden.
18
-
Vrijwel iedereen is tevreden over het schoonhouden van de binnenstad en het bijhouden van het openbaar groen. Ook na evenementen wordt de binnenstad door de gemeente goed schoongemaakt. Aan sommige brandgangen zou meer aandacht besteed kunnen worden omdat daar nog wel eens veel vuil ligt en onkruid staat. Verder ligt er nog wel eens de nodige rommel op plekken waar jeugd hangt. Bewoners geven aan vaak het gedeelte voor hun huis schoon te houden. Van een structurele gezamenlijke aanpak van bewoners is echter geen sprake.
Verder opmerkingen die gemaakt worden zijn: - De kruising bij de Veldpoort wordt als onoverzichtelijk ervaren. Fietsers en voetgangers lopen er vaak grote risico’s. - Er zou meer aandacht besteed moet worden aan foutparkeerders in de binnenstad. Dit komt mede omdat de parkeermogelijkheden voor de binnenstad langzamerhand aan een grens zit. Door de plannen voor de haven zou dit nog wel eens verder in het gedrang kunnen komen. - Het Kostverlorenpad is een voetgangers- en fietspad. Hier wordt echter vaak en hard gereden door scooters en brommers. De Geer - Alle inwoners van de Geer met wie gesproken is geven aan dat zij prettig en veilig wonen in hun wijk. Een enkeling geeft ervaart van tijd tot tijd overlast van jeugd. Als mogelijke verbetering wordt dan ook meerdere malen genoemd dat er meer aandacht zou moeten zijn voor bestrijding van overlast en vernielingen door jeugd. - De ene helft van de bewoners is van mening dat er voldoende politie te zien is, de andere helft vindt dat de politie te weinig zichtbaar is in de wijk. Vrijwel niemand kent de wijkagent maar ook hier geven bewoners aan wel te weten hoe ze de wijkagent kunnen spreken. - Diverse keren wordt aangegeven dat de wijk de Geer schoon is maar dat het onderhoud van het openbaar groen stukken beter kan. Op diverse plaatsen staat het onkruid op de stoep hoog. Er is regelmatig rommel te vinden op de speelplaatsen omdat jongeren daar rondhangen. Ook hondenpoep zorgt voor de nodige overlast. Een enkele keer wordt genoemd dat de waterpartijen zomers de nodige last van algvorming hebben en daar laat wat aan wordt gedaan. Inwoners van De Geer geven aan het gedeelte voor hun huis schoon te houden. Van een structurele gezamenlijke aanpak van bewoners is echter geen sprake. - Een enkele plek zou met een bordje tot speelplek aangewezen moeten worden ter voorkoming van hondenvuil. Verder opmerkingen die gemaakt worden zijn: - In wijk De Geer is voor kinderen moeilijk het verschil te zien tussen de weg en de stoep. Dit leidt tot gevaarlijke situaties omdat kinderen soms zomaar de weg oplopen. Ook het feit dat kinderen de brandgangen uitstuiven leidt tot gevaarlijke situaties. Sommige brandgangen zijn hiertegen beveiligd, dat zou bij allemaal zo moeten zijn. - Bij de bushaltes worden wel eens vernielingen aangebracht aan fietsen. Het zou goed zijn om beschermde fietsstallingen te hebben. De Heul - Bewoners van de Heul vinden het er prettig wonen. Als minpunt wordt enkele malen genoemd de overlast van jeugd en de vernielingen die er aangebracht worden. Ook wordt verkeersoverlast enkele malen genoemd.Als maatregelen die genomen zouden
19
-
moeten worden om de veiligheid te verbeteren wordt genoemd extra parkeercontroles en betere verlichting in de wijk. Dit geldt ook voor het Dorrestadplantsoen. Aangegeven wordt dat de politie niet vaak wordt gezien maar dat dit door de inwoners als voldoende wordt ervaren. Slechts een enkeling kent de wijkagent. De helft van de geïnterviewden vind dat de wijk de Heul schoner zou moeten. Met name het park, de sporthal en de omgeving van het winkelcentrum zou beter schoongehouden moeten worden omdat het er armoedig uit ziet. Het gaat dan met name om het openbaar groen en in een enkel geval om scheefliggende stoeptegels. Ook het onderhoud aan de voetpaden achter de huizen verdient meer aandacht. Inwoners van De Geer geven aan het gedeelte voor hun huis schoon te houden. Van een structurele gezamenlijke aanpak van bewoners is echter geen sprake.
De Engk - Wijk de Engk wordt door de bewoners ervaren als een rustige en nette wijk. Een enkeling noemt jeugdoverlast en hard door de wijk rijden. - Een meerderheid is van mening dat er geen extra maatregelen genomen hoeven te worden om de veiligheid te verbeteren. Een enkeling noemt het meer zichtbaar zijn van de politie, snelheidsbeperkende maatregelen en meer verlichting. - De ene helft van de bewoners is van mening dat er voldoende politie te zien is, de andere helft vindt dat de politie te weinig zichtbaar is in de wijk. Enkele mensen kennen de wijkagent. - Het overgrote deel van de bewoners is van mening dat de wijk goed schoongehouden en het openbaar groen goed onderhouden wordt. Diverse bewoners geven aan zelf het gedeelte voor hun huis ook schoon en netjes te houden. Van een structurele gezamenlijke aanpak van bewoners is echter geen sprake. Verder opmerkingen die gemaakt worden zijn: - In het weekend is er wel eens geluidsoverlast vanuit het park. - Een enkele keer agressief gedrag van hangjongeren bij E&E-gasthuis - In de weekenden overlast van uitgaanspubliek wat na sluitingstijd door de Gantfortstraat trekt. Dit geef geluidsoverlast en er worden vernielingen aan auto’s gedaan. De Noorderwaard - De inwoners van de Noordewaard ervaren hun wijk als prettig en rustig. Wel wordt diverse malen aangegeven dat parkeren in de Noordewaard een groot probleem is. Als maatregelen die de veiligheid kunnen verbeteren wordt meerdere malen genoemd de aanpak van dubbel parkeren en, indien mogelijk, de uitbreiding van de parkeermogelijkheden. Een enkeling noemt meer toezicht van de politie en betere straatverlichting. - Een meerderheid van de inwoners vindt dat de politie op straat voldoende zichtbaar is. Het overgrote deel weet niet wie de wijkagent is maar geeft aan wel te weten hoe deze eventueel bereikt kan worden. - Het overgrote deel van de inwoners is van mening dat het openbaar groen in de wijk goed wordt bijgehouden. Wel wordt door enkelen aangegeven dat de gemeente een tijd terug bepaalde gedeelten gerooid en opnieuw ingezaaid heeft. Dit heeft echter een forse verslechtering opgeleverd. Die gedeelte zien er nu armoedig uit. Een item wat meerder malen naar voren is gekomen, is dat diverse bomen pikkend vuil afgeven op geparkeerde auto’s.
20
De Horden - De bewoners van De Horden ervaren hun wijk als prettig en wonen er graag. Zaken die verbeterd kunnen worden zijn het hard rijden in de wijk. Ook wordt er overlast ervaren door hangjongeren. - De meeste bewoners geven aan de politie regelmatig in de wijk te zien. Dit betreft met name politieauto’s die door de doorgaande weg rijden. Politie in de wijk te voet wordt zelden gezien. Meerder bewoners geven wel aan de wijkagent te kennen van gezicht omdat hij weleens door de wijk fietst. - De meeste bewoners vinden de Horden relatief schoon. Hoewel de gemeente vaak bezig is met het schoonmaken van de Horden ligt er toch troep in het winkelcentrum. Ook gooien de leerlingen van het Revius nog wel eens de rommel van zich af. De buurt geeft aan dat men zelf ook een rol hierin heeft. Een lerares van de Jozefschool gaf aan elke maandagochtend met haar klas en een ouder rommel op te ruimen rondom de school. Langbroek - De inwoners van Langbroek ervaren hun dorp als uitermate prettig en rustig.Als maatregelen om de veiligheid te verbeteren wordt meerdere malen genoemd een betere verlichting bij de speelplekken, het verbeteren van de oversteekplaats bij de brandweerkazerne en aanpak van te te hard rijden op de doorgaande weg. - Bewoners geven aan de politie alleen op de provinciale weg te zien maar niet in het dorp zelf. Dit wordt echter niet als een gemis ervaren. Meerdere inwoners geven aan dat de mate waarin de politie te zien is past bij het dorpse karakter van Langbroek. Een enkeling kent de wijkagent van naam of van gezicht. De meesten kennen de wijkagent niet. Meerdere malen wordt echter aangegeven dat men hem wel weet te vinden indien ze hem nodig hebben. - Een enkeling vindt de groenvoorziening in Langbroek niet op orde. De meeste bewoners geven aan dat het onderhoud aan het groen normaal is. Wel wordt een aantal keer genoemd dat rommel bij de speelplaatsen beter opgeruimd zou kunnen worden. Meerdere personen blijken zelf een gedeelte in hun straat, kinderspeelplaatsen e.d. bij te houden en geven ook aan dat de buurt zelf een rol heeft in het netjes houden van speelplaatsen en omgeving. Verder opmerkingen die gemaakt worden zijn: - Meer kindertoestellen in de speeltuin, er staat niets voor de kleintjes. - Er lopen veel honden los. - Onvoldoende parkeergelegenheid. - Het hangjongerenprobleem speelt niet meer. Cothen - Inwoners van Cothen ervaren hun dorp als rustig en heel prettig. Als maatregel die genomen zou kunnen worden om de veiligheid te verbeteren wordt genoemd het aanpakken van de snelheid van landbouwvoertuigen in Cothen. - Aangegeven wordt dat de politie regelmatig wordt gezien in Cothen en dat dit als voldoende wordt ervaren. De helft van de bewoners waarmee gesproken is kent de wijkagent. - Het grootste deel ervaart de groenvoorziening in Cothen als rommelig. Aangegeven wordt dat inwoners zich, samen met de gemeente, verantwoordelijk moeten voelen voor het openbaar groen. Enkele inwoners geven dan ook aan hun straat samen met de buren schoon te houden. Bij klachten over het openbaar groen zou men dit meer
21
gezamenlijk aangeven bij de gemeente, de ervaring is dat het door de gemeente dan snel wordt opgelost. Verder opmerkingen die gemaakt worden zijn: - Het dorpshuis zorgt voor enige regelmaat voor geluidsoverlast. - Het kruispunt bij ’t Molentje is onoverzichtelijk
22