BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Hogeschoolbrede keuzemodule: Belastingaangifte verzorgen
Instituut voor Financieel Management Moduleontwikkeling: Marijn Roelof (
[email protected]) Docenten: Bart de Jong (
[email protected]) Rejauna Rojer (
[email protected]) Modulecode: IFMBLR01k Website: www.med.hro.nl/roelm
1
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De inhoudsopgave:
1.
De Inleiding…………………………………………………………
2.
De plaats van deze keuzemodule in het ROM…………………
3.
De voorkennis……………………………………………………...
4.
Het vakgebied………………………………………………………
5.
De beroepscompetenties…………………………………………
6.
De module………………………………………………………….
7.
De cursusdoelen…………………………………………………..
8.
Het didactische concept………………………………………….
9.
Het weekoverzicht…………………………………………………
10.
De studiebelasting………………………………………………...
11.
De Toetsing………………………………………………………..
2
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De inleiding: Voor 1 april 2009 moeten bijna 9 miljoen mensen aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen doen. Voor veel van deze mensen lijkt dit een te ingewikkelde klus en dus zijn zij al snel geneigd een ander deze voor hen te laten opknappen. Omdat veel mensen toch liever zelf hun aangifte zouden verzorgen is besloten er op de HR een keuzevak aan te wijden. In deze keuzemodule wordt technische en fiscale uitleg geven over het aangifteprogramma inkomstenbelasting 2008. Dit elektronische aangifteprogramma is te downloaden op de website van de belastingdienst. Om het digitale aangifteprogramma degelijk te kunnen besturen is er uiteraard ook enige kennis van het inkomstenbelastingstelsel nodig. Deze cursus bevat dus tevens een inleiding in het belastingrecht. Studenten die wegwijs willen worden in het woud van wetten van de Inkomstenbelasting en studenten die de behoefte voelen voor zichzelf, of voor een ander, een elektronisch belastingformulier voor de Inkomstenbelasting te kunnen invullen worden aangeraden deze Hogeschoolbrede keuzemodule gedurende een blok te volgen.
3
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De plaats van deze keuzemodule in het ROM: Wat is nu eigenlijk het Rotterdamse Onderwijsmodel? Het Rotterdamse onderwijsmodel staat voor competentiegericht onderwijs waarbij de student adequaat leert handelen in concrete beroepssituaties, zoals praktijkgerichte casussen en simulaties. Hierbij krijgt het competentiegerichte onderwijs nog een extra resultaatgerichte invulling d.m.v. drie leerlijnen binnen het gehele curriculum, namelijk: 1. De kennisgestuurde leerlijn; 2. De praktijkgestuurde leerlijn; 3. De studentgestuurde leerlijn. Elke leerlijn is in het curriculum aanwezig en er is samenhang tussen de verschillende leerlijnen. Concepten en vaardigheden uit de kennisgestuurde lijn ondersteunen het aanpakken van praktijkproblemen in de praktijkgestuurde lijn. Naarmate de studie vordert, veranderen de verhoudingen waarin de lijnen voorkomen. De samenhang tussen de lijnen bevordert dat de beoogde beroepscompetenties worden bereikt. Tot slot zit er binnen het curriculum gedurende de hele studie het traject van studieloopbaanbegeleiding verweven. In onderstaand figuur is de tweede vlak van onder (van 10 procent in jaar 1 tot 35 procent in jaar 4) de studentgestuurde leerlijn. Deze cursus (hogeschoolbrede keuzemodule) is te plaatsen binnen de hierboven genoemde studentgestuurde leerlijn van het Rotterdamse Onderwijsmodel. Het betreft een keuzevak voor alle studenten van de Hogeschool Rotterdam, waarbij alleen uitsluitingen gelden voor studenten van het organiserende cluster (FINMA). Aangezien de praktijkgestuurde en de kennisgestuurde leerlijn verder geen relatie meer hebben met dit hogeschoolbrede keuzevak, zullen deze lijnen hier niet verder besproken worden.
4
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De studentgestuurde leerlijn De studentgestuurde leerlijn kent binnen de Hogeschool Rotterdam vijf mogelijk heden, namelijk:
Het ontwikkelen van ‘Learning skills’; Organisatorische activiteiten; Cluster activiteiten; Differentiaties (minors) – vierde leerjaar; Hogeschoolbrede keuzevakken.
Wat zijn nu eigenlijk de Hogeschoolbrede keuzevakken? Met deze keuzevakken kan de student zijn studie verbreden op terreinen die aansluiten bij zijn interesses. De student heeft geen opleidingspecifieke voorkennis nodig om een vak te kunnen volgen. De keuzemodulen zijn bij voorkeur maatschappelijk relevant en spelen in op de actualiteit.
5
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De voorkennis: Voor deze hogeschoolbrede keuzemodule is geen specifieke voorkennis vereist. Uit het ROM (Rotterdamse Onderwijsmodel, zie hierboven) blijkt dat de cursus te plaatsen is in de studentgestuurde leerlijn. Een kenmerk hiervan is dat er voor de keuzemodules geen voorkennis mag worden geëist, waardoor kennis van de student betreffende het belastingrecht niet aanwezig mag worden geacht. De gedachte hierachter is dat keuzemodules voor iedere student toegankelijk moet kunnen zijn en dat de theorie dus vanaf het nulpunt aangeboden dient te worden. Veel studenten met een economische achtergrond (HES) zullen uiteraard (beperkte) kennis hebben van het belastingrecht. Ook kunnen uiteraard niet economisch geschoolde studenten kennis hebben van het belastingrecht. Zij kunnen zich hiermee naast hun studie bezighouden of bezig gehouden hebben. Ofwel, een grote spreiding qua voorkennis kan vanzelfsprekend worden verwacht. Voor studenten zonder belastingtechnische achtergrond zullen in de literatuur diverse websites en artikelen worden aangegeven die als zelfstudie kunnen en zullen dienen naast de colleges.
6
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Het vakgebied: Een fiscalist beschikt over praktisch toepasbare kennis en vaardigheden op het gebied van de belastingregelgeving. De combinatie van de praktische toepasbare kennis en de vaardigheden op financieel gebied maken de fiscalist tot een ware vakman. De werkzaamheden van de fiscalist spelen zich vooral af rondom het doen van aangiftes van een van de vele verschillende belastingen voor zowel particulieren als voor ondernemers. De praktische, integratief toepasbare kennis en vaardigheden zijn bij uitstek van belang bij het indienen en controleren van aangiftes, het signaleren voor advisering vanuit de aangiftes en het fiscaal adviseren op basis van de betreffende aangifte. Met andere woorden kun je stellen dat de hbo-fiscalist in staat zal zijn een aangiftebiljet met betrekking tot de relevante belastingen op een correcte wijze in te vullen en te beoordelen volgens de daarvoor geldende fiscale normen en spelregels.
7
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De beroepscompetenties: Het opleidingsprofiel bevat de competenties die de opleiding de startende hbo-fiscalist (de beroepsbeoefenaar in de eerste vijf jaar van zijn beroepsuitoefening). Deze competenties zijn in het beroepsprofiel terug te vinden. Hieronder zijn die competenties voorzien van een toelichting, waarin staat aangegeven welke kennis hij daarvoor moet hebben, over welke vaardigheden hij moet beschikken en welke houding hij moet hebben. Gezien de aard van de cursus, een hogeschoolbrede keuzemodule, dient de student zelf te beslissen of kennis van het belastingrecht en kennis betreffende het doen van aangifte voor de inkomstenbelasting van belang is voor het beroep dat de student in de toekomst wil gaan uitoefenen. Vanuit de competenties kan daarom niet specifiek worden aangegeven op welke competenties deze keuzemodule aansluit voor de student. Deze keuzemodule vindt het meeste aansluiting bij de beroepsinhoudelijke competenties die opleiding Fiscale Economie van het cluster Financieel Management bij de Hbo-student wil doen ontwikkelen. Hieronder worden de van toepassing zijnde competenties per gebied omschreven. Werkzaamheden met betrekking tot aangifte: de hbo-fiscalist is in staat een aangiftebiljet met betrekking tot de relevante belastingmiddelen op een correcte wijze in te vullen en te beoordelen volgens daarvoor geldende fiscale normen en spelregels. Informeren op fiscaal terrein: de hbo-fiscalist is in staat op basis van relevante actuele fiscale nieuwsbronnen en jurisprudentie de cliënt te informeren omtrent zijn fiscale positie. Werkzaamheden met betrekking tot fiscaal –juridisch en financieel advies: de hbo-fiscalist is in staat een cliënt te informeren en adviseren volgens de heersende regelgeving omtrent zijn huidige, respectievelijk gewenste fiscale/gewenste positie, opdat de cliënt dit begrijpt en in staat is op grond daarvan adequate beslissingen te nemen.
8
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De module: In de module FINBLR011k staat de wet Inkomstenbelasting 2001 centraal. De student wordt aan de hand van enkele casussen geïntroduceerd in deze wet en zal met de in de colleges opgedane vaardigheden en met behulp van een digitaal aangifte programma in staat worden gebracht een eenvoudige particuliere aangifte te doen en/of adviezen te verstrekken betreffende een dergelijke aangifte. Literatuur Wetteksten, verzameling Belastingwetten (wetteksten zullen de student tijdens de bijeenkomsten ter hand worden gesteld door de docent) www.belastingdienst.nl De student dient op de bovengenoemde site van de belastingdienst het Tbiljet en het P-biljet te downloaden. Tevens kan de student op deze site terecht voor fiscale uitleg over alle tijdens de colleges behandelde onderwerpen.
9
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De cursusdoelen: Na het volgen van deze module is de student op de hoogte van de belangrijkste begrippen en structuren van de inkomstenbelasting en kan de studenten enkele behandelde wetteksten interpreteren. Tevens is de student in staat aan de hand van een korte (complexe) casus, digitaal een aangiftebiljet Inkomstenbelasting in te vullen. Ook is de student in staat fiscale adviezen te geven aan particulieren met betrekking tot het doen van eenvoudige aangiftes voor de inkomstenbelasting. Rekening houdend met het bovenstaande kunnen de volgende cursusdoelen voor de student worden geformuleerd, deze cursusdoelen vinden aansluiting bij de op bladzijde 8 genoemde beroepscompetenties. De onderstaande cursusdoelen worden in het weekschema op bladzijde 13 en 14 verder uitgewerkt tot lesdoelen.
Aan het einde van deze cursus kan de student omgaan met digitale aangifteprogramma’s en zelfstandig een (eenvoudige) elektronische aangifte voor de Inkomstenbelasting verzorgen. Aan het einde van deze cursus kan de student de verschillen tussen de wet Inkomstenbelasting 1964 en de wet Inkomstenbelasting 2001 herkennen en benoemen. Aan het einde van deze cursus kan de student juridische relevante feiten uit praktijkcasussen destilleren. Aan het einde van deze cursus kan de student omgaan met wetteksten. Dit betekent dat de student relevante artikelen kan vinden binnen de wet Inkomstenbelasting 2001 en deze op een bekwame wijze kan lezen/interpreteren/toepassen.
Werkwijze Op grond van de bovengenoemde cursusdoelen is de volgende werkwijze gekozen. Binnen de cursus wordt theorie aangeboden omtrent onderwerpen uit het belastingrecht, waarbij het doen van een elektronische aangifte voor de inkomstenbelasting uiteraard centraal staat. Alle onderwerpen uit het belastingrecht die met deze aangifte samenhangen zullen in de college’s theoretisch en aan de hand van vragen bij casussen behandeld worden. Hierna dient de student zelf in staat te zijn om en de vaardigheid te bezitten om een elektronisch aangiftebiljet in te vullen. Deze beide aangiftes zijn dus gericht op casussen die voor de professional en dus ook voor de student herkenbaar zijn. Deze praktijkgerichte casussen leveren een betekenisvolle context waarbinnen de student leert beroepsbeslissingen te nemen, adviezen te geven of ontwerpen te maken.
10
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Het didactische concept: Het Rotterdams onderwijsmodel (ROM) is het didactische concept dat de Hogeschool Rotterdam hanteert en is samengevat in de uitgave ‘Waarom ROM’. Hieronder is de plaats van deze hogeschoolbrede keuzemodule binnen het ROM besproken. Hieronder is de Rotterdamse werkwijze op didactisch gebied aangegeven. Deze is geïntegreerd in de cursus. Het didactische concept van de Hogeschool Rotterdam en dus ook het didactische concept van deze keuzemodule wordt als volgt gekenmerkt: Innovatief en dynamisch Het onderwijs is gericht op het ontwikkelen van nieuwe producten, werkwijzen en kennis. Dit keuzevak speelt in op de meest recente wetgeving en er wordt gebruikt gemaakt van de meest recente elektronische aangifte programma’s. Resultaatgericht en pragmatisch Het onderwijs is gericht op het bereiken van beroepscompetenties; concrete vraagstukken uit de beroepspraktijk staan centraal. Studenten leren praktijkproblemen resultaatgericht en pragmatisch aan te pakken. Dit keuzevak vraagt de student aan de hand van twee praktijkcasussen aangiftes voor de Inkomstenbelasting te verzorgen. Dit behoort tot de beroepspraktijk van een HBO-fiscalist. Gericht op samenwerking In studiegroepen werken studenten samen aan praktijkvraagstukken. Net als in de beroepspraktijk speelt samenwerken een grote rol. Bij dit keuzevak worden de studenten gestimuleerd in groepsverband wetteksten te interpreteren en vragen bij casussen te beantwoorden. Sociaal, oog voor de maatschappelijke context De Hogeschool Rotterdam streeft ernaar een bijdrage te leveren aan maatschappelijke en economische vraagstukken in de omgeving van de hogeschool. Dit maatschappelijk bewust zijn willen we ook onze studenten meegeven voor hun latere beroepsuitoefening. Dit keuzevak springt in op de meest recente ontwikkelingen in het belastingrecht en er wordt gebruik gemaakt van de meest recente elektronische aangifteprogramma’s.
11
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Opdrachtgestuurd model Na het theoretische gedeelte binnen het hoorcollege wordt aangenomen dat is de benodigde kennis betreffende het belastingrecht en het doen van een aangifte voor de Inkomstenbelasting en kan de student zelf aan de slag. Dit doet hij, volgens het opdrachtgestuurde model, in de volgende stappen: • • • • • • • •
Oriëntatie op de opdracht; Maken van een werkplan samen met de groep; Opdracht uitvoeren volgens het werkplan; Reflecteren op het maken van de opdracht; Opstellen van leervragen naar aanleiding van de reflecties; Beantwoording van de leervragen; Toetsing; Verslaglegging van het geleerde in termen van mate van bijdragen aan de ontwikkeling van de student.
Didactische werkvormen Er worden een combinatie aangehouden van hoorcolleges en werkcolleges. Dit betekent dat het eerste deel van elke bijeenkomst tijd is gereserveerd voor de theorie betreffende de Inkomstenbelasting en het verzorgen van aangiftes voor de Inkomstenbelasting. Het tweede deel van de bijeenkomst dient de student zelfstandig of in een groepje casussen door te nemen, de wettekst te hanteren en vragen te aan de hand van de betreffende casussen te beantwoorden. Aan het einde van de bijeenkomsten zullen de vragen plenair worden nagekeken/behandeld, zodat de antwoorden op de verschillende vragen als voorbereiding kunnen dienen bij het elektronisch aangifte doen.
12
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Het weekoverzicht: Week 1 Inhoud college: Inleiding belastingrecht, Werkvorm: Hoorcollege. Lesdoelen: Aan het einde van deze bijeenkomst kent de student de beginselen van de inkomstenbelasting. Week 2 Inhoud college: Box 1, 2, 3 Werkvorm: Hoorcollege. Lesdoelen: Aan het einde van deze les dient de student de structuur van de Inkomstenbelasting te herkennen en te kunnen benoemen. Tevens weet de student weet de student welk inkomen in welke box belast wordt. Week 3 Inhoud college: Aftrekposten, heffingskortingen, verdeling Voorbereiding opdracht 1 Werkvorm: Hoorcollege Lesdoelen: Aan het einde van deze les weet de student welke aftrekposten kunnen worden opgevoerd, op welke heffingskortingen men recht kan hebben en hoe de verschillende inkomens en aftrekposten het best verdeeld kunnen worden. Week 4 Inhoud college: Aanvullende vragen, voorbereiding opdracht 1 Werkvorm: Werkcollege Lesdoelen: Aan het eind van deze les dient de student de aanvullende vragen en de voorbereidende vragen voor opdracht 1 te hebben beantwoord. Te bestuderen: Collegeaantekeningen / slides van week 1, 2 en 3 Te maken: Aanvullende vragen en de voorbereidende vragen bij casus 1 (tijdens de les).
13
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Week 5 Inhoud college: Bespreking opdracht 1, voorbereidende vragen opdracht 2 Werkvorm: Werkcollege Lesdoelen: De student levert aan het begin van deze les het overzicht van de aangifte bij opdracht 1 in. Tijdens de les wordt de uitwerking van opdracht 1 besproken. De student maakt aantekeningen op zijn eigen print van de hele aangifte. Verder worden de voorbereidende vragen voor opdracht 2 behandeld. Te bestuderen: Collegeaantekeningen / slides van week 1, 2 en 3 Te maken: -Aangifte van casus 1, printje maken van zowel overzicht als hele aangifte (thuis van tevoren, inleveren tijdens de les). Week 6 Inhoud college: Bespreking opdracht 2, voorbereidende vragen opdracht 3 Werkvorm: Werkcollege Lesdoelen: De student levert aan het begin van deze les de verbeterde (volledige) aangifte van opdracht 1 in. Tevens levert hij het overzicht van de aangifte bij opdracht 2 in. Tijdens de les wordt de uitwerking van opdracht 2 besproken. De student maakt aantekeningen op zijn eigen print van de hele aangifte. Verder worden de voorbereidende vragen voor opdracht 3 behandeld. Te bestuderen: Collegeaantekeningen / slides van week 1, 2 en 3 Te maken: -Aangifte van casus 2, printje maken van zowel overzicht als hele aangifte (thuis van tevoren, inleveren tijdens de les). -Verbeterde aangifte opdracht 1, printje maken van hele aangifte (thuis van tevoren, inleveren tijdens de les) Week 7 Inhoud college: Bespreking opdracht 3 Werkvorm: Werkcollege Lesdoelen: De student levert aan het begin van deze les de verbeterde (volledige) aangifte van opdracht 2 in. Tevens levert hij het overzicht van de aangifte bij opdracht 3 in. Tijdens de les wordt de uitwerking van opdracht 3 besproken. De student maakt aantekeningen op zijn eigen print van de hele aangifte. Te bestuderen: Collegeaantekeningen / slides van week 1, 2 en 3 Te maken: -Aangifte van casus 3, printje maken van zowel overzicht als hele aangifte (thuis van tevoren, inleveren tijdens de les). -Verbeterde aangifte opdracht 2, printje maken van hele aangifte (thuis van tevoren, inleveren tijdens de les)
14
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Week 8 Uitloop college. Te maken: -Verbeterde aangifte opdracht 3, printje maken van hele aangifte (thuis van tevoren, inleveren op door de docent voorgeschreven wijze)
Schematisch overzicht van het blok Week Werkvorm
1
2
3
4
5
6
7
8
HC
HC
HC
P1
B1 / P2 O1
B2 / P3 VO1 / O2
B3
-
VO2 / O3
VO3
Inleveren
9
10
-
HC= hoorcollege WC= werkcollege 01= opdracht 1 O2 = opdracht 2 O3 = opdracht 3 P1/2/3 = voorbereidende vragen opdracht 1/2/3 B1/2/3 = bespreking opdracht 1/2/3 VO1/2/3 = verbetering opdracht 1/2/3 INB = individuele nabespreking
15
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De studiebelasting: De twee EC’s van deze module zijn goed voor 56 uren studiebelasting. Dit is de studietijd die een gemiddelde student zal moeten investeren om de module met een voldoende resultaat te kunnen afsluiten. De studiebelastingsuren kunnen grofweg als volgt worden gespecificeerd: Volgen van colleges en practica Maken van opdrachten of huiswerk Zelfstudie Voorbereiding op toets Toetstijd Inzage en feedback op de opdrachten
10 30 15 1
Totaal
56
Verantwoording Het volgen van de colleges en de practica zal gedurende vijf weken verplicht zijn voor de student. (5 maal 10 uur) Als voorbereiding op het college dient de student per bijeenkomst de college aantekeningen/slides van de vorige bijeenkomsten en de fiscale uitleg op de site van de belastingdienst omtrent de behandelde onderwerpen te bestuderen. (10 uur) De collegeaantekeningen en de fiscale uitleg zullen ondersteuning bieden aan de casussen die in de bijeenkomsten worden behandeld. Ook deze casussen dienen voorgaande aan de betreffende bijeenkomsten te zijn voorbereid door de student.(10 uur) Na het maken in groepsvorm en behandelen van de casussen tijdens de bijeenkomsten dient de student thuis of op school drie practicumopdrachten te maken, te weten het invullen van drie IB-aangiftes. (10 uur) Het aantal uren zelfstudie is vanzelfsprekend erg afhankelijk van de betreffende student. Uitgaande van het niveau van de wetteksten en de overzichtelijkheid van de website van de belastingdienst kan een zelfstudie van ongeveer 15 uur voor een student zonder voorkennis als redelijk worden beschouwd. (15 uur) De inzage van en de feedback behandeling op de opdrachten zullen samen ongeveer een uur bedragen. (1 uur)
16
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
De toetsing:
Verantwoording Bij deze keuzemodule is gekozen voor een toetsingsmethode aan de hand van drie casussen. Voor deze wijze van toetsen is gekozen zodat de leerdoelen die betrekking hebben op (kennis en) toepassing het beste gewaarborgd kunnen worden. Het toetsen door middel van casusoplossing is immers een formele en summatieve toetsvorm die voornamelijk het probleemoplossende vermogen van de student toetst. Gekozen is voor drie zo kort mogelijke casussen omdat dit een hogere betrouwbaarheid en een meer valide toetsing oplevert dan het gebruik van lange casussen. Lange casussen lijken weliswaar de werkelijkheid beter te benaderen maar het is van belang een zo hoog mogelijke betrouwbaarheid en een zo hoog mogelijke validiteit te bereiken. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van de toetsuitslag geeft aan in welke mate de score van de student overeenkomt met de score die zij op basis van hun competentie zouden moeten hebben. Kennis en probleemoplossend vermogen zijn zeer domeinspecifiek. Dit betekent dat de prestatie van een student op een casus weinig zegt hoe deze zal presteren op een andere casus. Daarom is gekozen te toetsen aan de hand van drie verschillende casussen waarbij de tweede casus op zichzelf nog is opgebouwd uit twee verschillende casusposities. Hiermee is getracht de betrouwbaarheid van de scores te verhogen. Tevens is het zo dat alle individueel ingeleverde aangiftes door dezelfde docent worden gecorrigeerd, ook dit komt de betrouwbaarheid van de toetsing ten goede. Validiteit De validiteit van de toets geeft aan in hoeverre de toets meet wat bedoeld is te meten. Omdat fiscale probleem oplossing een belangrijke doelstelling is van deze module is het natuurlijk van belang dat het probleemoplossende vermogen van de student ook daadwerkelijk wordt gemeten. Daarom is gekozen voor een toetsvorm op grond van casusoplossing.
17
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Ook wordt na het oplossen van de casusproblemen de toepassingsgerichtheid van de student getoetst door middel van het verwerken van de antwoorden op de casussen in digitale aangiften. Dit is noodzakelijk omdat ook de toepassing van de opgedane kennis een van de belangrijkste cursusdoelstellingen is. Toepassing Omdat bij deze keuzemodule (gelinkt aan het cluster Financieel Management) gewerkt wordt met competentiegerichtheid en vraagsturing door de student is de toetsing een zeer geïntegreerd onderdeel van het leerproces. De toetsing en het onderwijs wisselen elkaar namelijk af. Zo wordt na het maken van de (voorbereidende) vragen, die bij de casussen horen, in week 2 en week 3 tijdens de bijeenkomsten de kennis van de studenten getoetst bij de plenaire behandeling/uitwerking van deze vragen. Zonder de juiste antwoorden op de betreffende vragen kan de student niet aan de digitale aangiftes beginnen. Aan de hand van de antwoorden op de (voorbereidende) vragen dient de student in week 3 (T-biljet) en week 5 (P-biljet) individueel een uitgeprinte versie van een IB-aangifte in te leveren. Deze beide aangiften dienen beide als voldoende te worden beoordeeld door de docent. Dit betekend dat beide aangiftes, eventueel na een verbeteringsmogelijkheid (in week 7, na evaluatie met de docent), naar waarheid, foutloos en fiscaal zo voordeling mogelijk te zijn ingevuld. Alleen foutloze en fiscaal zo voordelig mogelijke aangiftes worden door de docent als voldoende beschouwd. Indien de student voor beide aangiftes een voldoende heeft behaald heeft hij/zij recht op toekenning van de EC’s.
18
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Afwezigheid Studenten mogen maximaal 1x afwezig zijn. Gezien de snelheid waarmee de stof wordt behandeld, wordt sterk aanbevolen om alle lessen aanwezig te zijn! Indien de student bij een van de colleges afwezig is waarbij de uitwerkingen van de aangiftes besproken worden, wordt het erg lastig een foutloze aangifte in te leveren! Opdrachten Voor dit vak dienen, aan de hand van situatieschetsen, drie aangiftes ingevuld te worden, in 3 opeenvolgende weken. Eerst worden de voorbereidende vragen voor elke aangifte klassikaal behandeld. Vervolgens maakt de student thuis de aangifte. De volgende les wordt de aangifte klassikaal besproken. Daarna kan de student zijn aangifte verbeteren. Deze verbeterde aangiftes moeten alle drie voldoende zijn (dat is in principe: foutloos). Het gemiddelde van de drie aangiftes vormt het eindcijfer. Hierbij heeft opdracht 1 een weging van 30%, opdracht 2 weegt ook voor 30% mee en opdracht 2 heeft een weging van 40%. Praktische informatie Het aangifte-programma kan worden gedownload via de website van de Belastingdienst: http://www.belastingdienst.nl/particulier/aangifte2008/download/ Kies hier het aangifteprogramma voor jouw besturingssysteem. Bij de opdrachten kunnen de volgende sofi-nummers worden gebruikt: 111111110 (opdracht 1) 222222220 (opdracht 2) 333333330 (opdracht 3) 444444440 (opdracht 4) De aangiftes graag uitprinten in een Kladblokbestand! Dit doe je als volgt: in het aangifteprogramma zit onderaan een donkerblauwe balk met daarin onder andere de knop ‘Printen’. Klik hierop. Er komen twee vragen. De eerste luidt: Wat printen? Klik hierbij op “Hele aangifte” (en doe dit, indien van toepassing, voor beide partners!). De tweede vraag luidt: Printen naar? Klik hierbij op “bestand”. De aangifte wordt dan in een Kladblokbestand gezet, dit is waarschijnlijk te vinden in Mijn Documenten/Belastingdienst. Dit Kladblokbestand hoef je NIET om te zetten naar Word of PDF! Je kunt het gewoon zo inleveren (uitgeprint of per email, afhankelijk van wat de docent wil).
19
BELASTINGAANGFTE VERZORGEN
HOGESCHOOL ROTTERDAM CLUSTER FINANCIEEL MANAGEMANT
Beoordeling: aangifte 1e x foutloos: 10 aangifte 2e x foutloos: 8 aangifte 3e x foutloos: 6 aangifte na 3x nog niet foutloos: 4 Als een paar details, die niet erg belangrijk zijn, niet kloppen, heeft de docent de mogelijkheid om een cijfer toe te kennen dat 1 punt lager ligt dan de aangifte normaal zou krijgen (of 0,5 punt lager, als een foutloze aangifte nog maar een 6 zou opleveren). De docent laat de student dan ter kennisgeving weten wat er nog niet klopt, maar de aangifte hoeft dan niet verbeterd te worden.
20