Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Belangenverstrengeling bij re-integratie Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Re-integratiebedrijf Amsterdam
23 april 2014 RA140735
Samenvatting Een medewerker (jobhunter) van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) gebruikt de website van zijn eigen bedrijf bij zijn werkzaamheden om cliënten van het Re-integratiebedrijf Amsterdam (RBA) aan het werk te kunnen helpen. Gedurende de zogenaamde ‘jobhuntperiode’ spoort hij zijn klanten aan om op deze website een profiel aan te maken en de daarvoor benodigde (privé)gegevens in te voeren. Een man doet zijn beklag hierover bij de ombudsman. Hij stelt dat de betreffende website door de medewerker van DWI als zijnde een website van DWI dan wel RBA wordt geïntroduceerd. De ombudsman constateert dat er sprake is van belangenverstrengeling en daarmee het kernbegrip onafhankelijkheid, zoals neergelegd in de Gedragscode Gemeente Amsterdam, niet door DWI is nageleefd. Volgens dit begrip dient een (gemeente)ambtenaar situaties te vermijden waarin persoonlijke belangen enerzijds en de belangen van de gemeente anderzijds door elkaar kunnen gaan lopen. Daarom adviseert de ombudsman DWI om er actief op toe te zien dat de gedragscode daadwerkelijk nageleefd wordt. Daarbij dienen signalen van burgers, waaruit blijkt dat van een mogelijke schending van de code sprake is, onmiddellijk en serieus te worden opgepakt. Doordat DWI het voorgaande heeft nagelaten, heeft de dienst in strijd met het vereiste van integriteit gehandeld. Amsterdam, 23 april 2014
Arre Zuurmond Gemeentelijke Ombudsman
Datum : 23 april 2014 Rapportnummer: RA140735 Pagina : 2/5
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 25 juli 2013 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, Dienst Werk en Inkomen, Re-integratiebedrijf Amsterdam.
Bevindingen Informatie vooraf ‘Onafhankelijkheid’ Ambtenaren van de gemeente vermijden situaties waarin hun persoonlijke belangen of de belangen van relaties waarmee zij in contact staan enerzijds en de belangen van de gemeente anderzijds door elkaar lopen of kunnen gaan lopen. Voor zover het in hun vermogen ligt, vermijden zij zelfs de schijn van een dergelijke belangenverstrengeling. Ontleend aan: Gedragscode gemeente Amsterdam, januari 2007, p. 17
aanleiding Verzoeker zit in een re-integratietraject bij het Re-integratiebedrijf Amsterdam (RBA)1. Tijdens één van de eerste bijeenkomsten in het kader van het traject introduceert de begeleidende jobhunter een internetsite als zijnde een website van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) dan wel RBA. De jobhunter spoort de deelnemers aan een profiel aan te maken op deze website en de daarvoor benodigde (privé)gegevens, zoals adres, foto en complete cv’s, in te voeren. De jobhunter deelt mee dat de deelnemers via deze website sneller aan een baan zullen komen en beter zichtbaar zullen zijn voor potentiële werkgevers. Verzoeker wil meer weten over de internetsite en informeert bij de Kamer van Koophandel. Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat de internetsite geen eigendom is van DWI dan wel RBA, maar een onderdeel vormt van het bedrijf van de (begeleidende) jobhunter zelf. Verzoeker acht de wijze van handelen van de jobhunter niet integer en beklaagt zich per brief van 18 mei 2013 hierover bij DWI. de behandeling van de klacht Verzoeker hoort na het indienen van het klacht niets meer van DWI. Hij wendt hij zich op 25 juli 2013 tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman informeert bij DWI over de behandeling van verzoekers klacht. Dan blijkt dat zijn klacht niet bekend is bij de dienst. De ombudsman verstuurt een kopie van verzoekers klacht door aan DWI en verzoekt de klacht alsnog in behandeling te nemen. Uiteindelijk wordt de klacht per brief van 5 september 2013 afgehandeld. In de brief deelt DWI verzoeker mee dat de jobhunter maar één doel heeft: de deelnemers zo snel mogelijk aan een reguliere arbeidsplaats helpen. DWI erkent dat de jobhunter gedurende het re-integratietraject zijn zelfgebouwde website aanbiedt, echter gebruik van de site is vrijwillig. De jobhunter kan zich niet herkennen in het relaas van verzoeker waarin gesteld wordt dat bewust de indruk zou zijn gewekt dat het een website van DWI betreft. DWI stelt verder dat het Werkgeverservicepunt (WSP) en RBA de jobhunter mondeling toestemming hebben gegeven om zijn website in te zetten bij zijn werkzaamheden. Verzoeker kan zich niet vinden in de reactie van DWI op zijn klacht en wendt zich daarom opnieuw tot de Gemeentelijke Ombudsman.
1 Re-integratiebedrijf Amsterdam (RBA) - onderdeel van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) - verzorgt een route voor mensen met op termijn perspectief op werk.
Datum : 23 april 2014 Rapportnummer: RA140735 Pagina : 3/5
nadere ontwikkelingen De ombudsman bezoekt de website en constateert dat een aantal medewerkers van DWI, gebruikmakend van hun zakelijk e-mailadres en telefoonnummer (van DWI), op de website als contactpersoon vermeld staan. Voor het matchen van kandidaten en vacatures wordt ‘tijdelijk’ geen geld gevraagd. Wel is het zo dat bedrijven die gebruik willen maken van de website en hun vacatures prominenter op de website willen hebben een bedrag van enkele honderden euro’s per maand moeten betalen. In december 2013 stelt de ombudsman vast dat de website van de medewerker nog steeds in bedrijf is en een medewerker van DWI als contactpersoon vermeldt. In januari 2014 is de website uiteindelijk aangepast. klachtomschrijving Het onderzoek van de ombudsman richt zich op: • het gebruik van persoonsgegevens van cliënten op de website van een (externe) medewerker. reactie van DWI De betrokken jobhunter heeft indertijd mondeling toestemming gekregen van zijn teammanager. Zoals ook in de klachtafdoening is aangegeven, leek het inzetten van zijn website een goed instrument om de deelnemers zo snel mogelijk te begeleiden naar werk. In mei 2013 heeft de jobhunter een andere teammanager gekregen. Eind juni 2013 kreeg deze teammanager te horen over het gebruik van deze website. Samen met een teammanager van de afdeling Integriteit is er een gesprek gevoerd met de jobhunter. Voor de betrokken teammanagers was toen duidelijk geworden dat deze situatie ongewenst was en dat de jobhunter de website niet langer kon inzetten. Na deze constatering is er iets misgegaan in de interne communicatie waardoor de website in gebruik bleef. Ook is de kwestie niet besproken met het RBA, waar men er daarom van uitging dat DWI nog steeds akkoord was met het aanbieden van de website aan de deelnemers. Duidelijk is geworden dat de RVE-manager RBA2 geen toestemming heeft gegeven voor het gebruik van de site. Hij was hier echter wel van op de hoogte, zoals ook blijkt uit de door hem ondertekende klachtafdoeningsbrief aan verzoeker. In september 2013 is bovengenoemde gang van zaken besproken met alle overige jobhunters en is ook hen verzocht geen gebruik meer te maken van deze of soortgelijke websites. Desalniettemin heeft de Gemeentelijke Ombudsman in december 2013 geconstateerd dat er nog één jobhunter van DWI als contactpersoon op de website vermeld stond. Nadat DWI hiervan op de hoogte was gebracht, is de jobhunter hierop aangesproken en is het contactprofiel van de website verwijderd. De directie van DWI is van mening dat het niet gewenst is dat medewerkers nevenwerkzaamheden verrichten die direct aan de bij DWI te verrichten werkzaamheden gerelateerd zijn. Het is duidelijk dat deze zaak een aantal onvolkomenheden binnen de dienst heeft blootgelegd. Het management zal geïnformeerd worden over het feit dat ze alle nieuwe medewerkers, onder wie externe medewerkers zoals de betrokken jobhunter, moet informeren over de gemeentelijke spelregels rond nevenwerkzaamheden en integriteit.
2
RVE staat voor Resultaat Verantwoordelijke Eenheid.
Datum : 23 april 2014 Rapportnummer: RA140735 Pagina : 4/5
reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker en naar DWI verzonden teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid behoorlijk heeft gedragen3.
Behoorlijkheidsvereisten Indien naar het oordeel van de ombudsman de gedraging niet behoorlijk is, vermeldt hij in het rapport welk vereiste van behoorlijkheid is geschonden4. In dit onderzoek toetst hij de gedragingen aan het vereiste van integriteit. Het vereiste van integriteit houdt in dat van de gemeente en haar medewerkers mag worden verwacht dat zij hun positie, hun bevoegdheden, hun tijd en middelen niet misbruiken. Dat brengt onder meer met zich mee, dat ambtenaren situaties vermijden waarin hun persoonlijke belangen of de belangen van relaties waarmee zij in contact staan enerzijds en de belangen van de gemeente anderzijds door elkaar lopen of kunnen gaan lopen. Voor zover het in hun vermogen ligt, vermijden zij zelfs de schijn van een dergelijke belangenverstrengeling. Vast staat dat een medewerker van DWI persoonsgegevens van niet alleen verzoeker, maar ook van andere cliënten van deze dienst heeft gebruikt voor zakelijke privédoeleinden. Toen verzoeker hierover een klacht indiende volstond de dienst met de mededeling dat de medewerker met instemming van de dienst handelde. De dienst heeft hierdoor in strijd met het vereiste van integriteit gehandeld.
Overwegingen De ombudsman overweegt dat DWI naar aanleiding van verzoekers klacht over het gebruik van de website direct had moeten ingrijpen en de medewerker met onmiddellijke ingang had moeten verbieden om de gegevens van zijn cliënten te gebruiken voor zijn bedrijf. Vervolgens had DWI zich moeten inzetten om het vertrouwen van verzoeker weer terug te winnen en hem te verzekeren dat zijn persoonsgegevens (in de toekomst) weer veilig zijn bij de dienst. Door in de klachtafdoening te stellen dat gebruik van de website ‘vrijwillig’ is gaat de dienst tevens voorbij aan de door verzoeker ervaren belangenverstrengeling. De ombudsman overweegt verder dat de betrokken jobhunter (een persoonlijk financieel) belang had om (persoons)gegevens te verzamelen en het bestand van werkzoekenden op zijn website te vergroten. Dit maakte het voor bedrijven met beschikbare vacatures aantrekkelijker om op zijn website te adverteren, waardoor mogelijk inkomsten gegenereerd konden worden. Dit bracht het risico met zich mee dat de jobhunter vanwege deze financiële prikkels de re-integratiecliënten vooral naar zijn website zou verwijzen, terwijl er mogelijk andere alternatieve middelen of websites waren waarbij sneller een (positief) resultaat behaald konden worden in het re-integratietraject. Bovendien blijkt dat voor bepaalde cliënten in onvoldoende mate duidelijk is geworden dat de website geen onderdeel vormt van een gemeentelijke instantie.
3 4
artikel 9:27 lid 1 Algemene wet bestuursrecht artikel 9:36 lid 2 Algemene wet bestuursrecht
Datum : 23 april 2014 Rapportnummer: RA140735 Pagina : 5/5
Het begrip onafhankelijkheid betreft één van de kernbegrippen van ambtelijke integriteit. De ombudsman adviseert DWI om actief toe te zien dat de gemeentelijke gedragscode nageleefd wordt. Daarbij dienen signalen van burgers, waaruit blijkt dat van een mogelijke schending van de gedragscode sprake is, onmiddellijk en serieus te worden opgepakt. Om niet integer handelen te voorkomen dient de dienst zich te vergewissen van de nevenwerkzaamheden van medewerkers en na te gaan in hoeverre hierbij sprake is van een belangenverstrengeling. Tot slot verneemt de ombudsman met instemming dat de dienst heeft besloten de website niet meer te gebruiken en alle jobhunters van deze beslissing op de hoogte te stellen. Dit maakt dat de ombudsman geen aanleiding ziet om een aanbeveling aan het rapport te verbinden.