Gemeente Amsterdam
Bezoekadres Cruquiusweg 5 Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
Postbus 922 1000 AX Amsterdam Telefoon 020 254 36 00 Fax 020 620 10 16 www.dmb.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 922, 1000 AX Amsterdam
Dura Vermeer Vastgoed t.a.v. de heer R.K. van den Bergh Postbus 429 3990 GE Houten
Datum OLO dossiernummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer 1-loketnummer Email Adres \ Locatieaanduiding Onderwerp
381031 HZ_WABO-2012-003815 Mw. M. El Azouzi 020 2543952 020 2543600
[email protected] Beethovenstraat (Plot 3 deelgebied Beethoven Zuidas) Ontwerp omgevingsvergunning
GEMEENTE AMSTERDAM Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Ontwerp Omgevingsvergunning Gezien de aanvraag, ingekomen d.d. 30 maart 2012 om vergunning tot: •
het bouwen van een bouwwerk (als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);
•
het planologisch strijdig gebruiken (als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht).
Besluiten: Een omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een kantoorgebouw, op de locatie Beethovenstraat (Plot 3 deelgebied Beethoven Zuidas).
Gemeente Amsterdam
OLO dossiernummer 381031
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 2 van 14
De overwegingen bij dit besluit zijn hierna opgenomen. Wij hebben aan deze omgevingsvergunning voorschriften verbonden, die eveneens hierna zijn opgenomen.
Hoogachtend, namens Burgemeester en wethouders van Amsterdam, de directeur van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, voor deze,
A.A. Diamandidis Hoofd Vergunningen Bouw en Gebruik Bijlagen − Aanvraagformulier − Negenentwintig bouwkundige tekeningen, gemerkt T01 t/m T29; − Één boekje met bouwkundige details en brandcompartimenten, bevattende negen bladzijden, gemerkt T30; − Één boekje ‘Dossier trappen en balustrades’, bevattende elf bladzijden, gemerkt T31; − Één boekje ‘Dossier oppervlaktes, functies en bezettingsgraden’, bevattende vijf bladzijden, gemerkt T32; − Één boekje ‘Dossier toegankelijkheid’, bevattende vier bladzijden, gemerkt T33; − Één rapport ‘Ruimtelijke onderbouwing’, d.d. 26 september 2012, gemerkt B01; bijlagen behorende bij rapport ‘Ruimtelijke onderbouwing’: o Één bijlage ‘Zuidas-‘de Flanken’ d.d. 25 januari 2011, versie 4.1, gemerkt B02; o Één bijlage ‘Achtergrondrapport verkeer, grijs milieu en water’, d.d. 25 januari 2011, versie 4.0, gemerkt B03; o Één bijlage ‘Verkeersstudie Zuidas 2011’, d.d. 14 juli 2011, gemerkt B04; o Één bijlage ‘Actieplan weginfrastructuur – Zuidas Flanken’, d.d 14 juli 2011, gemerkt B05; o Één bijlage ‘Verkeersonderzoek Beethoven’, d.d. 4 mei 2012, versie 3.0, gemerkt B06; o Één bijlage ‘Bestemmingsplan “Beethoven fase 1”Amsterdam; geluidonderzoek’, d.d. 29 juni 2012, gemerkt B07; o Één bijlage ‘Externe veileigheid op de zuidas rapportage’, d.d. 11 januari 2010 gemerkt B08; o Één bijlage ‘Externe veiligheid A10-Zuid project Beethoven’, d.d. 15 december 2011, gemerkt B09; o Één bijlage, ‘Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loop- en verblijfsniveau’, d.d. 17 maart 2008, gemerkt B10;
Gemeente Amsterdam
OLO dossiernummer 381031
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 3 van 14
Één bijlage, ‘bevestiging voor oplossing op SNL- gebouw voor windhinder Stibbe gebouw’, d.d. 28 september 2012, gemerkt B11; Één rapport ‘Beoordeling brandveiligheid DO-fase’, d.d. 29 augustus 2012, versie 02, gemerkt B12; Één rapport ‘Bouwfysica’, d.d. 6 juli 2012, versie 002, gemerkt B13; Één ‘EPC-berekening’, d.d. 14 februari 2012, gemerkt B14; Één ‘Ventilatie berekening’, projectnummer 9764, gemerkt B15; Één ‘Rapportage nader bodemonderzoek’, d.d. 29 juni 2012, versie 1, gemerkt B16; Één rapport ‘Windklimaatonderzoek’ d.d. 13 maart 2012, versie 001, gemerkt B17; Één rapport ‘Constructieve uitgangspunten’, d.d. 5 januari 2012, gemerkt C01; Één ‘Gewichtsberekening’, d.d. 28 december 2011, gemerkt C02; Één ‘Stabiliteitsberekening’, d.d. 28 december 2011, gemerkt C03; Één boekje met constructieve details, bevattende vierendertig bladzijden, gemerkt C04. o
− − − − − − − − − −
De omgevingsvergunning kan door het bestuur bij een met redenen omkleed besluit worden ingetrokken in de gevallen, genoemd in artikel 2.29 en artikel 2.33 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0024779). Beroepsclausule De belanghebbende bij dit besluit kan op grond van artikel 7:1 eerste lid onder d van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd, daartegen schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht Algemeen, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Het indienen van beroep schort de werking van dit besluit niet op. Hoofdstuk 1, afdeling 2 van de Crisis,- en Herstelwet is van toepassing. Als onverwijlde spoed dat vereist kan gelijktijdig om een voorlopige voorziening worden verzocht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Wij verwijzen u naar de publicatie Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid. Daar vindt u informatie over hoe u beroep kunt instellen als u het ook niet eens bent met het besluit. Zie:http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/publicatiespb51/bezwaar-en-beroep-tegen-een-beslissing-van-de-overheid.html.
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 4 van 14
Inwerkingtreding beschikking Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de hierboven genoemde termijn voor het indienen van een beroepschrift. Wanneer gedurende deze termijn bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. In het laatstgenoemde geval kan de vergunninghouder de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken de opschorting op te heffen.
Gemeente Amsterdam
OLO dossiernummer 381031
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 5 van 14
De voorbereidingsprocedure Wij hebben de aanvraag op 30 maart 2012 ontvangen. Op 25 mei 2012 is er om aanvullende gegevens verzocht. Deze hebben wij op 6 juli 2012 ontvangen. Wij hebben dit besluit voorbereid overeenkomstig de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in § 3.3. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is op 31 oktober 2012 gepubliceerd in de Staatscourant, de Echo, en op de website van Dienst Milieu en Bouwtoezicht en Ruimtelijkeplannen, en heeft daarna zes weken ter inzage gelegen, tot 13 december 2012. Krachtens wettelijk voorschrift is een advies uitgebracht door de Commissie Welstand en Monumenten. De adviezen zijn verwerkt in de overwegingen bij dit besluit (zie hieronder De beoordeling van de aanvraag als bedoeld in § 2.3 van de Wabo). Ingevolge Bijlage II bij de Crisis- en Herstelwet is het project Zuidas aangewezen als een project als bedoeld in artikel 1.1 eerste en tweede lid van de Crisis,- en Herstelwet. Afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis,- en Herstelwet is derhalve van toepassing op de procedures.
De beoordeling van de aanvraag als bedoeld in § 2.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Het project kent verschillende beoordelingsaspecten. Voor elk aspect is hierna aangegeven hoe uw aanvraag is beoordeeld. Aan deze omgevingsvergunning zijn voor zover nodig voorschriften verbonden.
Planologie Het project is gelegen in een gebied, waar het bestemmingsplan "Zuider Amstelkanaal deel I" geldt. Het project is gelegen op gronden die zijn bestemd voor “Bebouwing, die slechts opgericht mogen worden voor bewoning. (bebouwing C)”. Het is in strijd met artikel 1 van de bij het plan behorende voorschriften.. Omdat de bouwactiviteit in strijd is met het geldende bestemmingsplan, merken wij de een aanvraag mede als een aanvraag om af te wijken van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo. Het is mogelijk van het bestemmingsplan af te wijken, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat krachtens artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo.
Gemeente Amsterdam
OLO dossiernummer 381031
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 6 van 14
De gemeenteraad van Amsterdam besluit in november 2012 over de onttrekking van de weg aan de openbaarheid op het betreffende perceel. Het project is in overeenstemming met de goede ruimtelijke onderbouwing, van 26 september 2012, die de basis vormt voor de buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan. Wij zijn van oordeel dat het project aan deze voorwaarden voldoet. De stedenbouwkundige bepalingen van de Bouwverordening Amsterdam 2003 zijn niet van toepassing.
Welstand De Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam heeft op 7 november 2012 haar advies uitgebracht. Zij heeft geen bezwaar tegen de aanvraag, mits voor aanvang van de werkzaamheden de kleur van de gevelpanelen op een mock-up getoond zullen worden. Dit advies is gebaseerd op de Welstandsnota "De Schoonheid van Amsterdam". Wij nemen dit advies over.
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 7 van 14
Bouwtechniek, bouw- en sloopveiligheid gebruiksveiligheid Toets van het bouwwerk c.a Het is aannemelijk dat het project voldoet aan het Bouwbesluit 2003. Advies Brandweer Amsterdam-Amstelland Wij hebben de afdeling preventie van de Brandweer Amsterdam-Amstelland verzocht om een advies uit te brengen. Op 30 mei 2012 hebben wij dit advies ontvangen. In dit advies is opgenomen dat de volgende voorzieningen dienen te worden aangebracht: • De bewakingsomvang van de brandmeldinstallatie moet een gedeeltelijke bewaking zijn volgens NEN 2535; • Ontruimingsalarminstallatie type A, NEN 2575; • Brandslanghaspels, conform NEN_EN 671-1; • Brandweerlift, conform NEN-EN 81-72; • Droge busleiding, conform NEN 1594; • Noodverlichting, conform NEN-EN 1838; • Vluchtrouteaanduiding, conform NEN-EN 1838 en NEN 6088. Bodem Wij hebben op basis van het ingediende bodemonderzoeksrapport en het advies daarover van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht geen vermoeden dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging als bedoeld in de Wet bodembescherming. Uitgestelde inwerkingtreding als bedoeld in artikel 6.2c, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is daarom niet aan de orde. Voorschriften en aanwijzingen vanwege het bouwen Voorschriften in verband met de uitvoering van het gemeentelijk bouw - en woningtoezicht Aanvang van bouwwerkzaamheden 1. Voor de aanvang van bouwwerkzaamheden wordt bij het bouw- en woningtoezicht gemeld: a. de aanvang van de werkzaamheden, met inbegrip van de ontgravingswerkzaamheden, b. de aanvang van het inbrengen van de funderingspalen, met inbegrip van het slaan van proefpalen, en c. de aanvang van de grondverbeteringswerkzaamheden. 2. Voor de aanvang van het storten van beton wordt, bij het bouw- en woningtoezicht een melding daarvan ingediend. Het uitzetten van de bebouwingsgrenzen Met het bouwen mag, niet worden begonnen voordat voor zover nodig door het bevoegd gezag: a. de rooilijnen en/of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en b. het straatpeil is uitgezet.
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 8 van 14
Werken bij lage temperaturen Indien beton-, metsel- of buitenpleisterwerkzaamheden worden uitgevoerd bij temperaturen lager dan 2 °C, wordt voor de aanvang van de betreffende bouwwerkzaamheden bij het bevoegd gezag een melding ingediend over de te treffen maatregelen ten behoeve van: a. het niet verwerken van bevroren materialen, b. het verkrijgen van een goede binding en verharding, en c. de bescherming van het betreffende werk na de voltooiing tegen vorstschade, zolang het nog onvoldoende is verhard of de temperatuur lager dan 2 °C is. Gereedmelding bouwwerkzaamheden 1. Bij de volgende bouwwerkzaamheden wordt bij het bevoegd gezag een melding ingediend van het gereedkomen van: a. het aanbrengen van putten en van grond- en woningaansluitleidingen van de riolering en van leidingdoorvoeren en mantelbuizen door wanden en vloeren beneden het meetniveau, en b. het aanbrengen van de thermische isolatie in de uitwendige scheidingsconstructies. c. andere onderdelen 2. De hierboven genoemde constructieonderdelen worden tot twee werkdagen na melding niet zonder toestemming van het bevoegd gezag aan het oog onttrokken. 3. Van het gereedkomen van de bouwwerkzaamheden waarop deze omgevingsvergunning betrekking heeft, wordt ten hoogste op de dag van beëindiging van die bouwwerkzaamheden bij het bevoegd gezag een melding ingediend. Ontvangst melding email De hierboven bedoelde meldingen kunnen per email worden gedaan onder vermelding van het OLO-nummer 381031 naar
[email protected] Voorschriften in verband met het voorkomen of beperken van hinder of van een onveilige situatie tijdens het uitvoeren van bouwwerkzaamheden Op grond van de bepalingen in hoofdstuk 4 van de Bouwverordening Amsterdam 2003 moeten de bouwwerkzaamheden worden zodanig uitgevoerd dat hinder of een onveilige situatie wordt voorkomen. Algemeen Tijdens het bouwen worden maatregelen getroffen ter voorkoming van: a. letsel van personen op een aangrenzend perceel of een aan het bouwterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen, b. letsel van personen ten gevolge van het onbevoegd betreden van het bouwterrein, c. of beschadiging belemmering van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouwterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen.
Gemeente Amsterdam
OLO dossiernummer 381031
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 9 van 14
Werken in de openbare ruimte Indien bij de werkzaamheden de openbare ruimte wordt gebruikt is tevens een WIOR (werken in de openbare ruimte) vergunning nodig. De WIOR vergunning is een integrale vergunning voor het gebruik van de openbare ruimte. Verschillende vergunningen die voor het uitvoeren van werk in de openbare ruimte noodzakelijk kunnen zijn, kunt u met één formulier aanvragen. U hoeft dan bijvoorbeeld geen aparte tijdelijke verkeersmaatregel of verkeersontheffing meer aan te vragen. De WIOR vergunning kan digitaal via Loket Amsterdam worden aangevraagd. Geluidhinder 1. Bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden bedragen het langtijd gemiddeld beoordelingsniveau, vastgesteld en beoordeeld in overeenstemming met de Handleiding meten en rekenen industrielawaai tussen 7.00 en 19.00 uur, en de blootstellingsduur, ten gevolge van die werkzaamheden en de bij die werkzaamheden te gebruiken toestellen en installaties niet meer dan de in de tabel aangegeven grenswaarden. 2. In afwijking van het bepaalde onder 1, bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op zaterdagen, zondagen en feestdagen niet meer dan 40 dB(A). 3. Bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vastgesteld en beoordeeld in overeenstemming met de Handleiding meten en rekenen industrielawaai ten gevolge van die werkzaamheden en de bij die werkzaamheden te gebruiken toestellen en installaties tussen 19.00 en 7.00 uur niet meer dan 40 dB(A). 4. Het bevoegd gezag kan voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden ontheffing verlenen van het bepaalde onder 1 tot en met 3. Tabel Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Maximale blootstellingsduur in dagen
65 dB(A)
70 dB(A)
75 dB(A)
80 dB(A)
meer dan 80 dB(A)
50 dagen
30 dagen
15 dagen
5 dagen
0 dagen
Grondwaterstand Het bemalen van bouwputten, leidingsleuven en andere tijdelijke ontgravingen ten behoeve van bouwwerkzaamheden leidt niet tot zodanige een wijziging van de dat gevaar kan grondwaterstand ontstaan voor de veiligheid, gezondheid of bruikbaarheid van belendingen. Trillingen Trillingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouwwerkzaamheden alsmede de bij deze werkzaamheden te gebruiken installaties en toestellen, bedragen in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel e, van het Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B "Hinder voor personen in gebouwen" van de Stichting Bouwresearch Rotterdam, voor de gebouwfunctie wonen.
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 10 van 14
Afvalscheiding Op grond van hoofdstuk 4 van de Bouwverordening Amsterdam 2003 moeten de bouwwerkzaamheden zodanig worden uitgevoerd dat tijdens de uitvoering vrijkomend bouwafval deugdelijk wordt gescheiden. Indien het scheiden van afvalstoffen niet mogelijk is, kunnen wij op aanvraag voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden daarvan ontheffing verlenen, onder voorwaarde dat deze afvalstoffen elders worden gescheiden. Het bouwafval moet op de bouwplaats ten minste worden gescheiden in de volgende fracties: 1. de als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen van hoofdstuk 17 van de Afvalstoffenlijst behorende bij de Regeling Europese afvalstoffenlijst (EURAL, zie http://wetten.overheid.nl/BWBR0013546/); 2. steenwol, mits dit meer dan 1 m³ per bouwproject bedraagt; 3. glaswol, mits dit meer dan 1 m³ per bouwproject bedraagt; 4. overig afval. Overig afval en de fracties, bedoeld onder 1, 2 en 3, moeten op de bouwplaats gescheiden worden gehouden. Indien de totale hoeveelheid bouwafval die vrijkomt bij een bouwproject minder bedraagt dan de inhoud van één container van 10 m³, mag degene die bedrijfsmatig bouwwerkzaamheden verricht dit bouwafval meenemen naar zijn bedrijf voor tijdelijke opslag. Overige voorschriften en aanwijzingen Nadere aanwijzingen in verband met straathoogten Rekening moet worden gehouden met de straathoogten, zoals deze door de Sector Stadsdeelwerken van stadsdeel Zuid worden verstrekt. Gebiedsgebonden eisen De vergunninghouder kan door de buitendienstinspecteur worden opgedragen om door middel van een apart uit te voeren (landmeetkundige) hoogtemeting aan te tonen dat het bouwwerk op de juiste hoogte wordt aangelegd. Kabels en leidingen De vergunninghouder moet zich tijdig in verbinding stellen met de betrokken diensten en bedrijven in verband met de aanwezigheid van leidingen en kabels in of nabij het bouwterrein. Het plaatsen van bouwwerken of andere objecten boven kabels en leidingen is niet toegestaan zonder toestemming van de betrokken netbeheerder. U bent verplicht een graafmelding te doen als u het voornemen heeft werkzaamheden met een graafmachine uit te voeren in de ondergrond waarin kabels en leidingen liggen. Als een uitvoerder die gaat graven, grondroerder genoemd, een ondergronds net aantreft dat niet op de kaarten staat, of dat niet op de aangegeven locatie ligt, moet hij dat melden aan het Kadaster. U doet de melding elektronisch bij het Kadaster ten hoogste twintig werkdagen voor de aanvang van de graafwerkzaamheden.
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 11 van 14
Melding graafwerkzaamheden Melding graafwerkzaamheden aan afdeling Bodemtoezicht Uiterlijk een week voordat met graafwerkzaamheden wordt begonnen, moet de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, afdeling Bodemtoezicht (Postbus 922, 1000 AX Amsterdam, telefoon 020 254 3600) daarvan in kennis worden gesteld. Tegengaan wegvloeien bestratingszand Er moeten voorzieningen worden getroffen om te voorkomen dat tijdens de uitvoering en na het gereedkomen van de bouw bestratingszand, aanwezig onder de openbare weg, onder het bouwwerk kan wegvloeien en verzakking van de openbare weg wordt veroorzaakt. Aansluitvoorwaarden Waternet De aansluitvoorschriften die aan de belanghebbende worden verstrekt door Waternet (Postbus 943701090 GJ Amsterdam, telefoon 09009394) moeten in acht worden genomen of worden uitgevoerd. Sparen van gaten toevoerleidingen en het maken van meterputten Voor het sparen van gaten voor toevoerleidingen en het maken van meterputten moet vooraf overleg worden gepleegd met het energiebedrijf, Waternet en het telecombedrijf. Nadere aanwijzingen Bouwen volgens het Bouwbesluit 2003 Op elk bouwen is het Bouwbesluit 2003 van toepassing. Bodem Indien bij de uitvoering van de bouwwerkzaamheden een bodemverontreiniging wordt waargenomen – anders dan beschreven in het bodemonderzoeksrapport – moet de vergunninghouder dit direct melden bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht op telefoonnummer 020 254 3600. Indien grond van de locatie wordt afgevoerd en elders wordt hergebruikt moet hierbij worden voldaan aan de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Huisnummering Naar aar aanleiding van dit besluit kennen wij huisnummers toe. Indien u meer dan één huisnummer wenst kunt u zich zes maanden voor de oplevering van het project schriftelijk wenden tot de heer C. Rademaker. U geeft daarbij op hoeveel huisnummers u voor het project toegekend wilt krijgen en voor welke delen van het project. Overige vergunningaanvragen Voor uitvoering van de werkzaamheden dan wel gebruik van het bouwwerk zijn (mogelijk) de volgende aanvullende vergunningen nodig, die u kunt aanvragen bij Dienst Milieu en Bouwtoezicht. (De aanvraagformulieren om vergunning en nadere informatie hieromtrent kunt u vinden op www.dmb.amsterdam.nl en www.omgevingsloket.nl): Melding brandveilig gebruik Gebruiksmelding: voor ingebruikname van het gebouw is een melding krachtens artikel 1.18 van het Bouwbesluit 2012 verplicht
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 12 van 14
Meer… Wij maken u er op attent dat voor de totale uitvoering en ingebruikneming van uw project, naast deze omgevingsvergunning voor het bouwen, er mogelijk nog meer vergunningen en/of ontheffingen van andere overheden (Rijk, Provincie of Waterschap) nodig zijn. Zoals bijvoorbeeld een Waterwetvergunning voor het omschreven Wko-systeem. Rechten van derden Het verlenen van deze omgevingsvergunning laat rechten van derden onverlet. Erfpacht De omgevingsvergunning voor het bouwen houdt niet in dat u toestemming heeft van de Gemeente Amsterdam als grondeigenaresse om het bouwplan uit te voeren. Indien het bouwplan een bestemmings- of bebouwingswijziging omvat én de grond in erfpacht is uitgegeven, dient u bij Bureau Erfpacht van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam om privaatrechtelijke toestemming te vragen. U kunt daarvoor contact opnemen met het secretariaat van Bureau Erfpacht (Postbus 1104, 1000 BC Amsterdam, telefoon 0205526234, website www.erfpacht.amsterdam.nl), of een email sturen naar:
[email protected]. Indien u voor de start van de bouw contact met ons opneemt, kunnen wij u informeren over de eventuele canonconsequenties van uw erfpachtrecht. Op een later tijdstip aan te leveren gegevens en bescheiden Wij bepalen dat de hieronder genoemde gegevens en bescheiden uiterlijk binnen een termijn van drie weken voor start van de uitvoering van de desbetreffende onderdelen moeten worden overgelegd. Met de uitvoering van deze onderdelen mag niet worden begonnen alvorens de gegevens en bescheiden door het bouwen woningtoezicht zijn goedgekeurd. Constructies gegevens en bescheiden met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) en de uiterste grenstoestand van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk als geheel. Toegepaste installaties • Een nadere uitwerking van de wijze waarop de zelfsluitende raamconstructies e e in de brandwerende scheiding tussen de vide en de 2 t/m 7 verdieping worden gerealiseerd; • Het programma van Eisen van de brandmeldinstallatie; • Het rapport van oplevering van de brandmeldinstallatie; • Het certificaat van de brandmeldinstallatie; • Het programma van Eisen van de ontruimingsalarminstallatie; • Het installatieattest van de ontruimingsalarminstallatie; • Het verzoek tot oplevering van de installatie(s); • Het inspectierapport (van een keuringinstelling) van de brandweerlift; • Het afpersrapport droge blusleidingen.
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 13 van 14
Andere gegevens en bescheiden genoemd in de artikelen 2.4, 2.6 en 2.7 Mor zie rubriek indieningsvereisten • EPC berekening: De uitwerking van details (qua plaats en Rc-waarde) is beperkt. In rapport B.2011.0967.00.R004 / blz. 21 t/m 25 wordt wel aangegeven welke bouwdelen binnen de thermische schil vallen. Op blz. 21 wordt aangegeven dat met minerale wol / Lambda=0,035 en met XPS / lambda=0,030 geïsoleerd wordt, wat betekent dat voor schildelen met: -- Rc=3,5 de isolatiedikte 125 resp. 105 mm. moet zijn, -- Rc=4,0 de isolatiedikte 140 resp. 120 mm. moet zijn, en -- Rc=5,0 de isolatiedikte 175 resp. 150 mm. moet zijn. Ale thermische schildelen als in het schilprincipe in bovengenoemd rapport worden uitgevoerd met de Rc-waarden als ingevuld in de NPR-berekening. Daar horen bovengenoemde isolatiedikten bij. Wet bevorderingen integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) • Toelichting op de wijze van financieren van zowel de bouw als het verkrijgen van de grond. Indien er een financieringsovereenkomst wordt gesloten, ontvangen wij graag een kopie van de financieringsovereenkomst. Wij wijzen u er op dat het niet of niet inleveren van de gevraagde gegevens en bescheiden op grond van artikel 4 van de Wet Bibob als een ernstig gevaar kan worden aangemerkt en een grond op kan leveren om de bij dit besluit verleende omgevingsvergunning weer in te trekken. Er kan advies worden gevraagd aan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur als bedoeld in artikel 8 Wet Bibob. Van een mogelijke adviesaanvraag aan dit bureau zult u op de hoogte worden gesteld. In verband met voorgaande komen eventuele bouwwerkzaamheden die plaatsvinden voordat de toetsing in het kader van de Wet Bibob is voltooid, geheel voor uw rekening en risico.
OLO dossiernummer 381031
Gemeente Amsterdam
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
pagina 14 van 14
Veiligheidsplan De in verband met de veiligheid te treffen maatregelen worden vastgelegd in een veiligheidsplan. De maatregelen hebben ten minste betrekking op: a. de afscheiding en afsluiting van het bouwterrein, b. bereikbaarheid en bruikbaarheid van bluswater- en andere brandveiligheidsvoorzieningen, c. het stallen, afsluiten of opbergen van machines, werktuigen, materialen en installaties op zodanige wijze dat onbevoegden deze niet kunnen betreden, in werking stellen of gebruiken, d. het waarborgen van de verkeersveiligheid, e. het voorkomen van vallende objecten, en f. door of namens het bevoegd gezag aangegeven aanvullende maatregelen met het oog op de lokale veiligheidssituatie. Informatie over mogelijk aanvullende maatregelen is te verkrijgen bij contact. Het veiligheidsplan dient volgens de Regeling Omgevingsrecht specifiek de volgende onderdelen te bevatten: 1. één of meerdere tekeningen waaruit de bouwplaatsinrichting blijkt: a. de ligging van het te bebouwen perceel en de omliggende wegen, bouwwerken e.d.; o de situering van het bouwwerk; b. de aan- en afvoerwegen; c. de laad-, los- en hijszones; d. de plaats van de bouwketen; e. de grenzen van het terrein waarbinnen alle bouw- en of sloopactiviteiten, inclusief het laden en lossen, plaatsvinden; f. de in of op de bodem van het perceel aanwezige leidingen; g. de plaats van ander hulpmaterieel en opslag van materialen. 2. gegevens en bescheiden over de toe te passen bouwmethodiek en de toe te passen materialen, materieel, hulp- en beveiligingsmiddelen bij de bouwwerkzaamheden; 3. indien een bouwput moet worden gemaakt voor een ondergronds gelegen bouwdeel: - de hoofdopzet van de verticale bouwputafscheiding en de bouwputbodem - de uitgangspunten voor een bemalingsplan; 4. de uitgangspunten voor een monitoringsplan ter voorkoming van schade aan naburige bouwwerken; 5. een tekening van de inrichting van het bij het bouwwerk behorende terrein met daarop aangegeven de voorzieningen voor de bereikbaarheid en de plaats van bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen van brandweervoertuigen.