VERENIGING VAN MIDDELBARE EN HOGERE AMBTENAREN IN DIENST VAN DE GEMEENTE AMSTERDAM MHA 20141222 Verslag van de algemene vergadering der MHA, gehouden op woensdag 10 december 2014 te 15 uur in de vergaderzaal van het souterrain van ‘De Burcht’, Henri Polaklaan 9, Amsterdam. -.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-. Aanwezig: de bestuursleden: mevrouw Bloem (secretaris) en de heren Kremer (voorzitter), Kessler (penningmeester), De Horde en IJsseling, alsmede zeven leden, te weten mevrouw Van der Linden en de heren Van der Bijl, Harmsen, Koeslag, Mewe, Roebert en Van Zalinge. Bericht van verhindering ontvangen van: het bestuurslid de heer Kors en vijf leden, te weten de dames Damave en Kappers en de heren Miedema, Schuurmans en Vrijhof. 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda De voorzitter heet de aanwezigen welkom. Hij deelt mee dat het late tijdstip van deze normaliter omstreeks Pinksteren plaatshebbende vergadering te maken heeft met het feit dat het proces van de voorbereiding van de fusie met het FDO langer duurde dan het bestuur had verwacht. Hij vraagt vervolgens of er behoefte bestaat aan het wijzigen of aanvullen van de agenda. Aangezien dat niet het geval blijkt te zijn, wordt deze in de bestaande vorm vastgesteld. 2. Vaststelling verslag algemene vergadering van 21 mei 2013 Er worden geen opmerkingen gemaakt en geen vragen gesteld. Daarom wordt dit verslag vastgesteld. 3. Verslag van de secretaris over het jaar 2013 Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. 4. Verslaglegging van de penningmeester a. Financieel verslag over het jaar 2013 en bespreking van de bevindingen van de Commissie ex artikel 20 van de Statuten (Kascommissie) De penningmeester wijst op het ledenverlies van de vereniging; dat leidt tot een afnemend eigen vermogen. Een enkele keer valt er ook iets positiefs te melden. De spreker wijst in dit verband op het succes dat de afscheid nemende juridisch adviseur Onno Borgeld in een proces voor een lid boekte. Dat ging gepaard met het storten van een niet onbelangrijk bedrag op de rekening van de vereniging. De spreker meldt dat van de leden die zich voor deze vergadering hebben afgemeld mevrouw
2 4a) Kappers en de heer Schuurmans hem hebben laten weten dat ze met de gang van zaken akkoord gaan. Verder deelt hij mee dat in april 2014 twee leden van de Kascommissie, te weten de heren Mewe en Roebert, het financiële beheer na het doornemen van de stukken in orde hebben bevonden. Hierna wordt het verslag goedgekeurd. Het bestuur wordt door de vergadering gedechargeerd voor zijn financiële beheer over het jaar 2013. b. Aanwijzing van de leden van de Kascommissie 2015 De voorzitter dankt de genoemde heren van de Kascommissie voor het door hen verrichte werk. De heren Jonkman en Mewe zijn aan de beurt om af te treden. De heer Roebert, voor wie dit aftreden niet geldt, heeft zich voor herbenoeming beschikbaar gesteld. Van de aanwezige leden, op wie de voorzitter een beroep doet om in de commissie zitting te nemen, melden zich mevrouw Van der Linden en de heer Van Zalinge. Bij acclamatie wordt de heer Roebert herbenoemd en worden mevrouw Van der Linden en de heer Van Zalinge benoemd. c. Vaststelling van de herziene begroting over 2014 Het gaat om een voorlopige opzet. De vergadering gaat met deze begroting akkoord. d. Kennisneming van de voorlopige begroting over 2015 De voorlopige begroting over 2015 wordt voor kennisgeving aangenomen. De heer Harmsen zegt in de stukken van de penningmeester niets over de bijdrage van de gemeente Amsterdam in de kosten van de bonden te hebben gezien. Dat bedrag is al jaren bij de Abvakabo ‘in bewaring´, zodat de MHA haar deel (nog) niet krijgt. De voorzitter zal dit met de heer Fred Bos van de Abvakabo wederom opnemen. e. Nieuw contract rechtsbijstand De voorzitter geeft een toelichting op het nieuwe contract voor juridische bijstand voor de leden. Hij deelt onder verwijzing naar de aankondiging in de ledenbrief van 27 november jl. mee dat de vertrekkende jurist, Onno Borgeld, op basis van zijn werkuren werd betaald. Zijn opvolger, het Bureau Dijkgraaf, volgt de regeling die men bij de CMHF gebruikt, namelijk een vaste vergoeding die op het aantal leden is gebaseerd. Het is een bureau met veel ervaring en het heeft een goede naam. Jacques Dijkgraaf heeft bij de CMHF gewerkt en ‘is voor zichzelf begonnen’. Hij heeft inmiddels tien medewerkers. Hij zal ook ondersteunend advies aan het bestuur geven. Het FDO heeft met DAS gebroken en gaat ook naar Dijkgraaf. Op de vraag aan de vergadering of die ermee akkoord gaat en of er nog vragen zijn antwoordt de heer Harmsen dat deze stap alleen maar goed is nu ook FDO meedoet. De vergadering is tevreden met het nieuwe contract.
3 5. Bestuursmededelingen over het GO, VO en lokaal arbeidsvoorwaardenoverleg a)De voorzitter deelt mee dat de bonden gedurende enige tijd van dit jaar het overleg met de gemeente Amsterdam wegens het ontbreken van een nieuwe landelijke gemeentecao hebben opgeschort. Wel is het sociaal plan Amsterdam aangescherpt. Er is verder deelgenomen aan de Taskforce Begeleiding van werk naar werk. Daarbij is ook de COR (Centrale Ondernemings raad) betrokken. Hierbij is onder andere aandacht gevraagd voor de positie van de gedetacheerden mede in het licht van de lopende grote Reorganisatie, want plaatsing van deze groep zou idealiter vanuit de huidige werkkring dienen te geschieden. Daarnaast is per 2015 een nieuwe vergoedingsregeling voor het woon-werkverkeer overeengekomen. Aangezien het OV-contract met de NS, wegens grote administratieve sores is opgezegd, is nu gekozen voor een vaste vergoeding van 5 cent (per 2016 6 cent) per km tussen woon- en werkadres zowel voor de heen- als terugreis. Dat geldt nu voor iedereen ongeacht de vervoerswijze. Voor enkele groepen personen van wie de vergoeding hierdoor lager uitvalt is een compensatieregeling getroffen. Tenslotte loopt er nog steeds een conflict met de Dienst Juridische Zaken (DJZ) op het Stadhuis over de bezetting door medewerkers van DJZ in de bezwaarcommissies. Met name de eis van de bonden over een benoeming van een onafhankelijke voorzitter is nog niet afdoende geregeld. Juist met de te verwachten overvloed aan bezwaarschriften rond de lopende reorganisatie is duidelijkheid op korte termijn gewenst. 6. Toekomst van de MHA en de CMHF a. Toelichting en de stand van zaken fusie van de MHA met FDO De voorzitter brengt de fusie ter sprake; daaraan is sinds medio 2013 hard gewerkt, maar de streefdatum, 1 januari 2015, wordt niet gehaald. Belangrijker is dat de zaken goed geregeld worden. De secretaris doet verslag van de vele voorwaarden die voor het fusieproces dienen te worden doorlopen. Volgende week is er weer overleg met het FDO, met name over de conceptstatuten. Daarbij zal de heer Dijkgraaf ook aanwezig zijn . Hij heeft inmiddels de nodige opmerkingen geplaatst. Men wil in januari 2015 het voorstel ter visie leggen. De bedoeling is dat beide verenigingen worden opgeheven en dat er één nieuwe vereniging wordt opgericht. Er kunnen twee algemene vergaderingen nodig zijn om de MHA op te heffen, namelijk als in de eerste vergadering het in de statuten genoemde minimale aantal leden niet is opgekomen of het daarin genoemde nodige percentage niet is gehaald. De heer Roebert vraagt wat er over de achtergrond van het FDO te zeggen valt. De voorzitter antwoordt dat de FDO, vereniging van Functionarissen bij Decentrale Overheden ontstaan is uit een fusie van de Broederschap van Brandweerofficieren, een beroepsvereniging en de VMHF, Vereniging van Middelbare en Hogere Functionarissen, zeg maar de landelijke zustervereniging van de MHA. De Broederschap was indertijd opgericht met als doel: kennisontwikkeling en – deling van brandbestrijding, de vakbondsactiviteiten waren toen bijzaak. In de loop van de jaren veranderde het karakter en ontstond de behoefte
4 zich meer op het vakbondswerk te richten waarna tot de fusie met de VMHF werd besloten. De FDO heeft praktisch dezelfde doelstelling als de MHA. De heer Harmsen vertelt over de beroepsvereniging van technici, de Bond van Technisch Ambtenaren waarvan hij indertijd lid was en die ook is overgegaan in een groter verband en daardoor later overgegaan naar de ABVA. De voorzitter deelt verder mee dat in het overleg van FDO en MHA ook gesproken is over een federale opzet van verenigingen van ambtenaren van het Rijk en Lagere Overheden. Bijvoorbeeld de verenigingen van de sector Onderwijs van de CMHF kennen een federatie en bij de sector Defensie van de CMHF zijn sinds enkele jaren de verenigingen van officieren een federatie aangegaan. In beide sectoren hebben die federaties landelijk daardoor een sterke positie aan de cao-tafel. De besturen van FDO en de MHA willen eerst de fusie bewerkstelligd hebben. En daarna de mogelijkheden van een federatie onderzoeken. Twee bestuursleden van de MHA stappen over naar het bestuur van de nieuwe vereniging. Op de vraag van de heer Harmsen of er een huishoudelijk reglement komt antwoordt de voorzitter dat dit na de fusie op het programma staat. De secretaris deelt mee dat er een klein verschil bestaat tussen de contributie bij de MHA en dat bij de fusiepartner. Daarom wordt een contributieverhoging voorgesteld. De vergadering gaat met deze contributieverhoging akkoord. De actieve MHA-leden betalen vanaf 1-1-2015 €160 per jaar, maar €156 als het gehele bedrag in de maand januari wordt betaald. Voor de post-actieve leden wordt de contributie € 64 per jaar. Op de vraag of er nog ideeën voor het bestuur zijn wordt gereageerd. De heer Harmsen zou de komst van een nieuwe folder en een betere naam op prijs stellen. De heer Roebert vraagt zich of de FDO-leden het niet raar vinden dat bij hun vertrouwde naam die van de kleine MHA komt. Mevrouw Van der Linden vindt een nieuwe naam heel belangrijk. De heer Harmsen verwacht dat dit alles veel geld zal kosten. Men moet hoe het zij vooral niet doormodderen. De voorzitter bepleit vooral bepaalde zaken goed te regelen. De heer Roebert vraagt of niet aan alle leden kan worden gevraagd of ze ideeën hebben. De voorzitter zegt te vrezen dat zeg vijftien mensen voor de anderen besluiten. Hij ziet meer in wat de heer Dijkgraaf ‘consultatie’ noemt. De secretaris zegt er rekening mee te houden dat een en ander veel tijd gaat kosten. Men moet niet te veel willen veranderen. De heer Harmsen wijst erop dat sommige ideeën door de statuten geblokkeerd worden. De voorzitter zegt dat het ideeën vragen vruchtbaar kan zijn, maar dat aan het fusiebesluit niet gesleuteld kan worden: het is ja of nee. De secretaris brengt in herinnering dat er waarschijnlijk twee ledenvergaderingen moeten worden gehouden. (PS Die zijn inmiddels gepland op 15 en 29 april). b. Hoe verder met de CMHF en de MHA De voorzitter meldt de vele perikelen bij de CMHF. Het aantal leden loopt terug, zodat het bestaansrecht als onafhankelijke vakbond onder druk komt te staan. Er is geprobeerd iets met het CNV en het Ambtenarencentrum te ondernemen maar dat is vooralsnog niets geworden. De spreker meldt verder dat de voormalige MHP, thans de VCP (Vakcentrale voor Professionals geheten, waarbij de CMHF is aangesloten, nu minder dan 100.000 georganiseerde werk-
5 nemers vertegenwoordigt. Dat aantal ligt onder de minimale grens voor een zetel in de Stichting van de Arbeid. Dus zorgen alom. 7. Rondvraag De heer Harmsen wil weten hoe het met zijn pensioen staat. De voorzitter antwoordt dat hij, hoewel dit geen direct MHA-onderwerp is, zijn zorgen deelt en dat door aanscherping van de pensioenregels en de voortdurende lage rente, de dekkingsgraad van het ABP onder de gestelde limiet is gekomen. Indexering blijft dus helaas voorlopig uit Sluiting De voorzitter sluit de vergadering. Hij dankt de aanwezigen voor hun belangstelling en hun inbreng bij alle gememoreerde problemen. Tenslotte nodigt hij hen uit om in informele sfeer nog wat na te praten onder het genot van een drankje.