Observatoire de la Santé et du Social Bruxelles
Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel
Beknopt verslag van de rondetafelconferentie “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg”
13 juni 2002 - Brussels Parlement
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
Aanleiding Aan deze rondetafelconferentie, waarvan u in dit rapport een samenvatting vindt, is reeds een lang proces vooraf gegaan. Het was het “Overleg Toegankelijkheid” van de Brusselse Welzijns- en GezondheidsRaad (BWR), dat het versnipperd beleid van de Brusselse OCMW’s inzake gezondheidszorg t.a.v. hun cliënteel als één van de belangrijkste knelpunten duidde. Daarop besloten de BWR en het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn via een schriftelijke enquête de rol van de Brusselse OCMW’s in de gezondheidszorg in kaart te brengen. Uit de enquête bleek dat er grote verschillen bestaan in de dienstverlening tussen de OCMW’s onder meer inzake verleende tussenkomsten bij medische en farmaceutische onkosten van patiënten. De patiënten begrijpen niet waarom er op dit vlak een verschillend beleid gehanteerd wordt door de Brusselse OCMW’s. Daarentegen is het toch wel belangrijk om een totaalbeeld te kunnen geven van het gezondheidszorgaanbod met de verschillende disciplines. Een tweede luik van de enquête handelde over de samenwerkingsmodaliteiten van de Brusselse OCMW’s met de verschillende disciplines in de gezondheidssector. Ook de hulpverleners/zorgenverstrekkers zijn immers vragende partij naar dergelijk totaalbeeld. Voor een uitgebreid overzicht van de resultaten van deze enquête verwijzen we naar ons schrijven van november 2001, waar het rapport werd overgemaakt aan alle Brusselse Parlementsleden. De resultaten van de enquête werden teruggekoppeld naar de Brusselse OCMW’s. De vraag werd gesteld om een overleg te organiseren met alle betrokken actoren van de eerstelijns(gezondheids)zorg. Om dit overleg met de OCMW’s effectief van start te laten gaan namen het Observatorium en de BWR contact op met de Vereniging van Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, afdeling OCMW’s.1 Daar het hier een complexe materie betreft, werden voorbereidende workshops georganiseerd met vertegenwoordigers van de OCMW’s en de eerstelijnszorg, en werd er voorgesteld om de rondetafelconferentie te laten verlopen aan de hand van de vooraf bepaalde agendapunten. De OCMW’s wijzen hierbij op het principe van hun bestuurlijke autonomie om alzo hun dienstverlening optimaal te laten aansluiten bij de lokale behoeften van diensten en personen in hun gemeente. Het aanbod van deze dienstverlening is onder meer afhankelijk van de financiële middelen en het budget dat hiervoor in elke gemeente beschikbaar is. Het beginsel van bestuurlijke autonomie van de OCMW’s wordt binnen dit overleg nergens in vraag Tijdens de conferentie werd vermeld dat er een verschil is tussen de Conferentie van Voorzitters en Secretarissen van de OCMW’s (de 19 OCMW’s zijn vertegenwoordigd in de Conferentie) en de Vereniging van Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, afdeling OCMW’s. De Vereniging van Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, afdeling OCMW’s, is een studiedienst en een instantie die de belangen van de OCMW’s als instelling en structuur nastreeft (een soort vakbond) en die de OCMW’s vertegenwoordigt naar andere instanties (bv. gesprekspartner op federaal niveau). Niet alle OCMW’s zijn vertegenwoordigd in de Vereniging. De Vereniging beschikt over te weinig middelen en personeel om haar werkzaamheden ten volle te kunnen uitoefenen (bron: de heer Colson, voorzitter van de Vereniging van Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het Rondetafelgesprek van 13/06/2002). Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
2
gesteld. Dit principe sluit echter niet uit dat er een coherentie en convergentie kan groeien in de rol en de dienstverlening van de OCMW’s, dat er een uitwisseling van informatie is tussen OCMW’s onderling, evenals tussen de OCMW’s en alle welzijns- en gezondheidsactoren. Hiertoe werden de voorzitters van de OCMW’s, de maatschappelijk werkers van de OCMW’s en de eerstelijns(gezondheidszorg)organisaties uitgenodigd om deel te nemen aan deze rondetafelconferentie. Het doel van deze rondetafel is om de “good practices” (efficiënte werkwijzen of goede praktijkvoorbeelden) naar waarde te schatten om alzo het werk van alle betrokken actoren te vergemakkelijken en te vermijden dat er middelen of energie verspild worden. De rondetafel vond plaats in het Brusselse Parlement. In naam van de Brusselse Welzijns- en GezondheidsRaad en het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn dankt Dr. Peter Van Breusegem, wnd. Voorzitter van de BWR en voorzitter van het Brussels Overleg Thuiszorg het Brussels Parlement en in het bijzonder de voorzitster, Mevrouw De Galan, voor het ter beschikking stellen van de lokalen en infrastructuur (vertaaldienst, onthaal,....).
1. De farmaceutische onkosten 1.1. Een gemeenschappelijke lijst van farmaceutische middelen waarvoor de Brusselse OCMW’s een tussenkomt verlenen. Deze lijst wordt samengesteld en geactualiseerd in samenspraak met alle betrokken actoren op het terrein. Voordeel: Technische faciliteiten en duidelijkheid van informatie. Stand van zaken: Een minimale lijst van geneesmiddelen voor de eerstelijnsgezondheidszorg (ambulante zorg) werd opgemaakt door IRIS in samenwerking met de huisartsen. Dit systeem laat aanpassingen aan de lokale behoeften toe en is flexibel. In navolging van een goedkeuring door de Conferentie van Voorzitters en Secretarissen van de OCMW’s circuleert deze lijst ter goedkeuring in ieder OCMW. Sommige OCMW’s vragen een financiële bijdrage aan de patiënt (0,5€) om “bewuster te consumeren” en om mensen beter te betrekken bij het beheer van hun gezondheid. Deze werkwijze zou ter discussie staan. Knelpunten gesignaleerd door het werkveld: Deze minimale lijst zou gemakkelijk consulteerbaar en actualiseerbaar moeten zijn door de diverse betrokken actoren (onder meer de huisartsenverenigingen, .....) bijvoorbeeld via internet. Voor de OCMW’s is het immers belangrijk dat geneesheren de generische geneesmiddelen voorschrijven. Enkele organisaties (VRGT en FARES, Kind en Gezin en ONE, de Federatie van Apothekers van Brussel, de Brusselse huisartsen,...) wensen dat deze lijst aangevuld wordt met de noodzakelijke preventieve en curatieve middelen voor specifieke zorgen, zoals bijvoorbeeld voor moeders en kinderen, voor tuberculoselijders,..... Zo is een goede opvolging van tuberculoselijders belangrijk gezien het gaat om levensnoodzakelijke zorgen. En bijkomend is het voorkomen dat bepaalde ziekten een uitbreiding kennen in de bevolking (geval van multiresistente kiemen). Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
3
Het zou tevens een verrijking zijn indien de mutualiteiten aan deze werkpiste zouden participeren. Voorstellen : − De Federatie van Apothekers van Brussel willen een intermediaire rol spelen tussen de apothekers en de OCMW’s. − De gemeenschappelijke lijst zou gemakkelijk consulteerbaar en actualiseerbaar moeten zijn. − Met betrekking tot specifieke gezondheidsproblemen (bv. tuberculose,....) of doelgroepen (bv. moeder en kind,....) wensen de betrokken deskundigen (bv. Fares/VRGT, Kind en Gezin/ONE,...) betrokken te worden bij de samenstelling en actualisatie van de gemeenschappelijke lijst. 1.2. Een standaardconventie tussen de OCMW’s en elke apotheker die wenst samen te werken met een OCMW. Knelpunten gesignaleerd door het werkveld: De deelnemers aan de rondetafel waren het eens dat alle apothekers die dat wensen een conventie met het OCMW moeten kunnen aangaan. Een conventie geeft zekerheid van terugbetaling aan de apotheker. Het geeft enige rechtszekerheid aan personen (zowel voor de apotheker als de patiënt) en laat een zekere eenvormigheid toe in het belang van de hulpvrager. Ook al wordt de prijs van een geneesmiddel vastgelegd, een conventie dient desalniettemin de niet-terugbetaalbare geneesmiddelen door het OCMW te bepalen. Het risico bestaat dat een eenvormige conventie naar een neerwaartse nivellering zou kunnen leiden, indien deze gelijkschakeling zou gebeuren volgens de mogelijkheden van de OCMW’s met de minste middelen. Dit hoeft echter niet het geval te zijn indien men deze gelijkschakeling beschouwt als een basispakket of als een minimale lijst. Hierbij dient er genoteerd te worden dat het OCMW van Watermaal-Bosvoorde geen conventies hanteert, en dat deze werkwijze geen problemen geeft. Het aantal hulpvragers ligt er, in vergelijking met andere gemeenten, uiteraard lager. Voorstellen : − De deelnemers aan de rondetafel vragen om een eenvormige of standaardconventie te hanteren voor alle apothekers die dit wensen. − Deze conventie wordt aldus beschouwd worden als een minimale lijst, die geen belemmering vormt voor sommige OCMW’s om deze lijst uit te breiden naargelang hun mogelijkheden. − Deze conventie dient uitgebreid te worden tot de apothekers van het aangrenzend territorium. − De Federatie van Apothekers van Brussel willen een intermediaire rol spelen tussen de apothekers en de OCMW’s. - De apothekers van wacht, ook diegene die in een andere gemeente wonen, moeten erkend worden door het OCMW.
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
4
1.3. Een duidelijke en snelle communicatie tussen apothekers en OCMW aangaande alle wijzigingen inzake het reglement van tussenkomst voor genees- en hulpmiddelen. Knelpunten gesignaleerd door het werkveld: Wanneer een OCMW haar reglement m.b.t. de tussenkomsten voor genees- en hulpmiddelen wijzigt, is het belangrijk de geconventioneerde apothekers hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen teneinde eventuele financiële gevolgen voor én de patiënt én de apotheker te vermijden. Voorstellen : − Een snelle communicatie over wijzigingen in het reglement bijvoorbeeld via de Federatie van Brusselse Apothekers met een contact-apotheker in elke gemeente. − Voor een snelle en efficiënte verspreiding van de noodzakelijke informatie, zou een beroep kunnen gedaan worden op de tariferingsdienst van de Federatie van Apothekers van Brussel.
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
5
2. De medische zorgen Een volwaardige toegang tot de eerstelijnsgezondheidszorg is absoluut noodzakelijk. Dit laat ook toe om – op middellange termijn – de kosten te reduceren zowel voor het OCMW, voor de gemeenten als de gezondheidszorginstanties (efficiënter gebruik van de tweede lijn, reductie van de uitgestelde en daardoor ook meer kostelijke zorg,....). Het is noodzakelijk dat het aanbod van zorg voor de patiënten die OCMW-steun genieten, uitgebreid wordt, zodanig dat deze eenzelfde behandeling kunnen genieten als de patiënten die geen beroep doen op het OCMW. Dit is een kwestie van menselijke waardigheid. 2.1.Een maximaal gebruik van de sociale zekerheid: WIGW, Regeling Derde Betaler, globaal medisch dossier en andere maatregelen. Welke intermediaire rol kan het OCMW vervullen bij de toepassing van deze maatregelen ? Knelpunten gesignaleerd door het werkveld: Er is een divergentie vast te stellen tussen de mensen die OCMW-hulp ontvangen en werklozen die zich soms in een meer precaire financiële en materiële situatie bevinden. Een huisarts, werkzaam in de Marollen stelt dat er een groot aantal minbegoede patiënten zijn met een ernstige pathologie die toch geen OCMW-steun ontvangen. Het (uitgebreid) WIGW-statuut wordt niet gemakkelijk toegekend (gecumuleerde achterstand). De toepassing van de regeling derde betaler vereist een zware administratieve procedure, die op heel wat bezwaren stuit bij de geneesheren. De huisartsen die de regeling derde betaler toepassen zijn dan ook eerder zeldzaam. De patiënten dienen daarom soms lange afstanden af te leggen om een beroep te kunnen doen op dit systeem. Het OCMW zou hierbij een essentiële rol op vlak van sociale begeleiding kunnen vervullen. De vereenvoudiging van de administratieve procedures m.b.t. gebruik van sociale zekerheidsmechanismen zou een steentje kunnen bijdragen in een efficiënter dossieropvolging en vermindering van de werkhoeveelheid voor de maatschappelijk werkers. Voorstellen: - Het gebruik van de sociale zekerheidsmechanismen vergemakkelijken door vereenvoudigde administratieve procedures, om alzo te vermijden dat de gemeentelijke financiën onnodig belast worden, en de werklast voor de maatschappelijk werkers kan verminderen. De zorgverstrekkers dienen bij dit overleg betrokken te worden teneinde de toegankelijkheid te verhogen. - Creëren van permanente ontmoetingsplaatsen tussen zorgverstrekkers en OCMW’s om de samenwerking te verbeteren (zie ook in dit verband de voorstellen met betrekking tot “ 4. Samenwerking en communicatie”).
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
6
2.2. Conventies met de geneesheren. Kunnen basisprincipes zoals de vrije keuze van arts, het aanzetten van een vertrouwensrelatie met de behandelend geneesheer en de garantie op continuïteit van zorg, gegarandeerd worden voor de patiënten die OCMWhulp ontvangen. Knelpunten gesignaleerd door het werkveld: Het voordeel van een conventie is dat deze de terugbetaling van de prestaties garandeert. Het is ook een middel om tegen misbruiken te vechten, zowel voor patiënten als voor artsen. Het kan ook worden aangewend om de onmiddellijke toevlucht tot het ziekenhuis te vermijden, zonder de huisarts eerst te consulteren. De vraag hierbij is of er voorafgaandelijk conventies kunnen afgesloten worden, of dat er conventies kunnen afgesloten worden nadat de patiënt zijn huisarts heeft gekozen. Voorstellen: - Een standaard-conventie zou kunnen gebruikt worden door alle OCMW’s, eventueel aangevuld met sectorale conventies. - Uitbreiding van de ervaring van het OCMW van Brussel-stad naar de andere gemeenten. In dit geval hebben huisartsen de verantwoordelijkheid een requisitorium uit te schrijven om patiënten door te verwijzen naar de gespecialiseerde zorg (2e en 3e lijn). Dit systeem vermijdt dat aan maatschappelijk werkers van het OCMW een medische verantwoordelijkheid gegeven wordt en het bevordert de vertrouwensrelatie tussen de patiënt en arts, evenals de therapietrouw en preventie in termen van volksgezondheid. - Erkennen van de wachtdiensten ongeacht de gemeente waar de wachtdienst gelokaliseerd is. - Toelaten aan patiënten om hun behandelend geneesheer te behouden, zelfs indien deze in een andere gemeente werkzaam is.
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
7
3. Dringende medische hulpverlening (DMH) aan mensen zonder papieren Overleg tussen de OCMW’s aangaande de toepassing van het Koninklijk Besluit. Als de regelgeving inzake de dringende medische hulpverlening van toepassing is, zou de tussenkomst van het OCMW dienen te gebeuren vanaf de datum van de aanvraag, eerder dan van de datum van de beslissing. Kind en Gezin/ONE en de VRGT/FARES wensen voor deze materie een conventie met alle OCMW’s tezamen. Knelpunten gesignaleerd door het werkveld. - Het gaat hier om levensomstandigheden die vernietigend werken voor de gezondheid (de voortdurende angst, het leven in krotten,....), de angst om opgespoord en geïdentificeerd te worden als illegaal,.... Dit geeft problemen op het vlak van continuïteit van zorg. De gratis behandelingen zijn juist belangrijk om de obstakels weg te werken die te maken hebben met angst van patiënten in een irregulier statuut en een toegankelijkheid in de gezondheidszorg te vrijwaren. - De wettelijke termijn van antwoord van een OCMW stelt problemen, zeker in geval van gevaar van besmetting of bij dringende medische situaties (bv. zwangerschap), met een overlijden tot gevolg bij het ontbreken van zorg. - Bij elke nieuwe interventie moeten er telkens heel wat administratieve stappen vervuld worden en dit voor elk van de 19 OCMW’s (bijvoorbeeld: er moeten heel wat stappen ondernomen worden voor een eenvoudig onderzoek (uitstrijkje) van de baarmoeder). - De terugbetaalde geneesmiddelen in het kader van de DMH zijn deze die ook terugbetaald worden door het RIZIV. De overige geneesmiddelen worden beschouwd als geneesmiddelen in het kader van “sociale hulp”, waarop mensen zonder papieren geen recht meer hebben sinds 1996, en waarvoor er ook geen terugbetaling voorzien is door het RIZIV. Dit is onder meer het geval voor de geneesmiddelen ter behandeling van multiresitente vormen van TBC. Indien het OCMW voor deze laatste categorie van geneesmiddelen zou tussenkomen, kan dit voor het OCMW wettelijke restricties tot gevolg hebben. Om dit te vermijden is een initiatief op vlak van de federale wetgeving noodzakelijk. Voorstellen: - De behandelingen moet gratis zijn om juist de obstakels weg te werken die te maken hebben met angst van de patiënt met een irregulier statuut tegenover de structuren en een toegankelijkheid te vrijwaren. - De geneesheren van ONE/Kind en Gezin vragen dat er een conventie met het OCMW kan afgesloten worden, niet alleen voor de consultaties maar ook voor de aanvullende onderzoeken. Zij vragen tevens een vereenvoudiging van de administratieve procedures voor elke medische interventie - . Het opzetten van een systeem om de continuïteit van zorg te verzekeren.
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
8
4. Samenwerking en communicatie Meer overleg en samenwerking tussen het OCMW en de eerstelijnsorganisaties. Meer overleg en samenwerking tussen de Brusselse OCMW’s onderling. Een communicatiepolitiek gericht op het publiek (efficiënte informatie(doorstroming) en transparantie). Knelpunten gesignaleerd door het werkveld: - Bij een efficiënte samenwerking tussen OCMW’s, hulpvragers en eerstelijnsorganisaties staat een goede communicatie centraal. Te veel hangt af van persoonlijke contacten. - De sociale werkers van de OCMW’s en de zorgenverstrekkers kampen met gemeenschappelijke obstakels inzake tijd en financiële middelen. - Het is noodzakelijk om de transparantie van de werkzaamheden van de OCMW’s te verhogen. - De nood aan een permanente vorming van de sociale werkers van de OCMW’s. Voorstellen : - De deelnemers aan de rondetafel vragen om een efficiënte herverdeling van het werk tussen de OCMW’s : wie doet wat en met welke middelen. Dit vergt onder meer een ontmoetingsplaats tussen de OCMW’s en eerstelijnsdiensten om de problematiek van de gezondheidszorg te bespreken. - Ook de diensten van de tweede lijn als de eerstelijnsdiensten dienen betrokken te worden bij de samenwerking met OCMW’s. - Bij deze samenwerking moeten ook de sociale werkers betrokken worden en niet alleen de voorzitters en secretarissen. - Er zou gebruik kunnen gemaakt worden van de sociale coördinatie en de financiële middelen van de GGC. - Er wordt voorgesteld gebruik te maken van de verschillende communicatie- en contactmogelijkheden : het persoonlijk contact, de technische brochures van de sociale werkers, de brochures voor de gebruikers (met een eenvoudige en toegankelijk taalgebruik, opgemaakt en nagelezen door gebruikers om de verstaanbaarheid na te gaan), het: organiseren van een informatie-uitwisseling tussen diverse actoren/sectoren en OCMW’s. De betrokken welzijns- en gezondheidszorgvoorzieningen en de koepels of verenigingen zouden kunnen samenwerken met de OCMW’s om dergelijke informatie-uitwisselingen op te zetten. - Het oprichten van een gewestelijke ondersteuningscel.
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
9
Aanwezigheidslijst/liste de présence organisatie/organisation
naam/nom
Artsen zonder Grenzen Artsenkrant Association des Maisons d' Accueil AVCB - VSGB Brussels Overleg Thuiszorg Brussels Overleg Thuiszorg / BWR Brusselse Huisartsenkring Brusselse Welzijns- en gezondheidsRaad CBI CCC Administration CECLR Service Pauvreté Centre de Service Social de BXL-sud-est Centre de Service Social de BXL-sud-est CGKR Steunpunt armoede Conseil bxl de coordination sociopolitique CPAS Anderlecht, Observatoire de la pauvreté CPAS Anderlecht, Observatoire de la pauvreté CPAS Bruxelles CPAS Bruxelles CPAS Etterbeek CPAS Etterbeek CPAS Ixelles CPAS Schaerbeek CPAS Uccle CPAS Uccle CPAS Watermaal-Bosvoorde CPAS Watermael-Boisfort CPAS Woluwe-St. Lambert CPAS Woluwe-St. Pierre Diogenes, Regio-overleg thuislozenzorg FARES FARES Federatie Apothekers van Brussel GGC Kabinet minister Chabert Kind en Gezin Kind en Gezin Kind en Gezin Maison Médicale Maison Médicale des Marolles Maison Médicale des Marolles Médecins sans frontières
Diane Meersschaert Maurice Einhorn Remy Christelle Marie Wastchenko Peter Van Breusegem Marleen Rombaut Eric Loosen Annemie Balcaen Christian Dejaer Philippe Henry Degeneret Françoise De Boe Agnes Marlier Caroline Vandermeersch Henk Termote Alain Willaert Serge Verstraeten Valérie Pouplard Catherine Dijon Nadine Coenen N. Poncin Rita Verstraete Anne Herscovici Marc Struyf Cathérine Van Offel Cécile Berteau Christine Molhant Michel Colson Jacqueline Destrée-Laurent Michel Jourez Antoin Galle Cathérine Piquet Maryse Wanlin Nadine Deheuy Marlies Vos Chantal Van Vaerenberg Daniëlle De Ridder Vekeman Rijckmans Marie Lawrence Cuvelier Véronique Duparc Anne Vincent
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
10
Medisch Steunpunt Mensen zonder Papieren Observatoire de la Santé et du Social Observatoire de la Santé et du Social Observatorium Gezondheid en Welzijn Observatorium Gezondheid en Welzijn Observatorium Gezondheid en Welzijn OCMW Anderlecht OCMW Sint-Lambrechts-Woluwe OCMW St. Agatha-Berchem OCMW Watermaal-Bosvoorde ONE ONE ONE ONE ONE Preventief Zorgcentrum Dansaert Spagalev TMS-ONE TMS-ONE Union Nat. Des Mutualités Libres VGC Kabinet Chabert VRGT Wolu-Services Zorgwonen
Veerle Evenepoel Annette Perdaens Myriam Despiegelaere Ibrahim Benlamchich Ilse Wauters Truus Roesems André Devlieger Jo Daems Georges Gilis Danielle De Grave Béatrice De Jaer Depatoul Cathérine Marie-Pierre Arnould Nicole Delforge Rita Vanhumbeeck Martine Lemmens Henriette Witdouck Jeannine Abrassart Simar Christine Petit Bianca Debaets Ann Aerts Corinne Huygens Siska Kiekens
Verontschuldigd/excusés Association Pharmaceutique Belges Brusselse Huisartsenkring CPAS Saint-Josse FAMGB Féd. Centres des Service Social Forum bruxellois de lutte contre la pauvreté OCMW Watermaal-Bosvoorde Union Nationale Des Mutualités Libres
Anne Lecroart Kristof Abrath Mme. Anne-Sylvie Mouzon Axel Hoffman Michel Hemmeryckx Olivier Dardenne De Grave Daniëlle Christine Petit
Verslag van de rondetafelconferentie van 13 juni 2002 “De Brusselse OCMW’s en de eerstelijnsgezondheidszorg” Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad
11