Beheerplan Wegen Delft 2011-2014
Colofon Gemeente Delft Wijk- en Stadszaken Vakteam Beheer Datum:
25 november 2010
Samenvatting Inleiding In de Gemeente Delft ligt in het totaal ca. 4,5 miljoen m2 aan openbare wegen 1 , te onderscheiden in asfaltverharding en elementenverharding. Het betreft hier alle openbare verhardingen binnen de gemeente Delft. Een deel hiervan is in beheer bij Rijkswaterstaat ( Rijksweg 13) en provincie ZuidHolland (Kruithuisweg N470). Andere beheerders zijn o.a. TU Delft, Hoogheemraadschap van Delfland, Rail Infra Beheer, Groenservice Zuid-Holland en diverse particulieren. In beheer bij de Gemeente Delft is 3,3 miljoen m2 verharding, te verdelen in asfaltverhardingen ( 26 %), elementverhardingen (71 %) en halfverharding (3 %). Dit beheerplan doet uitspraken over de kwaliteit van die verharding, over de maatregelen die nodig zijn om de kwaliteit op het vereiste niveau te brengen en te houden en over de daarvoor benodigde financiële middelen. De uitspraken zijn gebaseerd op de areaalgegevens, de actuele technische onderhoudstoestand en de noodzakelijke maatregelen voor het bereiken en behouden van de afgesproken kwaliteit. Het beheerplan beschrijft zowel het dagelijks als het regulier (klein) onderhoud en de geplande (groot) onderhoudsprojecten. De geplande onderhoudsprojecten worden daarbij afgestemd op andere (onderhouds) projecten en beleidsthema’s in de openbare ruimte.
Terugblik periode 2006-2009 De planningsperiode van het vorige beheerplan Wegen was van 2006-2009. Speerpunt in het vorige beheerplan was het verder wegwerken van het achterstallig onderhoud. Een extra investeringsimpuls van € 1.000.000,- voor de nieuwe planperiode moest deze verschuiving stoppen en ombuigen om zo een evenwichtigere verdeling te creëren tussen de verschillende kwaliteitsniveaus. Dit moest leiden tot een verhoging van de gemiddelde kwaliteit en voorkomt de vorming van achterstallig onderhoud. Het wegenareaal is de afgelopen periode evenwichtiger onderhouden, wat heeft geleid tot een verhoging van de gemiddelde kwaliteit. De in 2009 uitgevoerde inspectie geeft aan dat de gemiddelde kwaliteit van de wegen is verbeterd. Een negatieve ontwikkeling is de afname van de kwaliteit van de stroomweg, de Provinciale weg, als zwaar belaste weg. Daar is in hoofdzaak sprake van achterstallig onderhoud. In 2009 en 2010 is groot onderhoud aan een deel van deze weg uitgevoerd, waardoor het achterstallig onderhoud gedeeltelijk is opgeheven. Tijdens de inspectie is specifiek de kwaliteit van de fietspaden, fietsstroken en fietsstraten verkend. In de voor de fietser belangrijke routes is sprake van achterstallig onderhoud. In deze planningsperiode wordt het achterstallig onderhoud aan deze routes zoveel mogelijk weggewerkt. In 2004 is de beheersystematiek van het CROW gewijzigd. Deze wijziging is nu volledig opgenomen in het beheerpakket Viaview. Hierdoor is het mogelijk de kwaliteitsniveaus van de vier beleidsthema’s, duurzaamheid, veiligheid, comfort en aanzien per type weg te bepalen. Daarnaast is het beheerpakket grafisch gekoppeld aan de geografische ondergrond van Delft zodat planningsgegevens op tekening weergegeven kunnen worden.
Ontwikkelingen In de Visie Openbare Ruimte Delft is het streefbeeld voor het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte vastgelegd. Het vormt het kader waaraan de inrichting en het onderhoud moet voldoen. De bezuinigingstaakstelling in deze beheerplanperiode maakt het niet mogelijk naar dit streefbeeld toe te werken. Tijdens de looptijd van dit beheerplan worden de financiële consequenties van het op streefniveau brengen van de openbare ruimte in kaart gebracht, zodat deze verwerkt kunnen worden in het beheerplan Wegen periode 2015-2018.
1
In de gehele nota moet daar waar staat “wegen” gelezen worden “alle verharde wegen, straten, woonerven, rotondes, parkeerplaatsen en parkeerterreinen, verharde fietspaden en fietsstroken, trottoirs, voetgangersgebieden en overige verharde voetpaden”
Versie: definitief November 2010
Pagina 2 van 28
Huidig kwaliteitsniveau De kwaliteit van de verharding is in Delft de afgelopen jaren verbeterd. Daarnaast is de afgelopen jaren een groot deel van het achterstallig onderhoud weggewerkt, waardoor ook de gemiddelde kwaliteit is verbeterd. Het kwaliteitsniveau van de wegen is tijdens de beheerperiode 2006-2009 verbeterd van kwaliteitscijfer 4,0 naar 3,7. De doelstelling van 3,2 is nog niet gehaald.
Kosten en dekking Jaarlijks is ongeveer € 4.500.000,- nodig voor klein en groot onderhoud om de verhardingen in goede staat te houden. Dit is het benodigde budget voor verantwoord wegbeheer, conform de richtlijnen van het CROW. Een lager bedrag kan leiden tot achteruitgang van de kwaliteit. Uitvoering van werkzaamheden vindt plaats met inachtneming van de in het aanbestedingsbeleid opgenomen paragraaf over social return. Naast het budget voor klein en groot onderhoud zijn de kosten voor administratie (waaronder kapitaallasten), beleid en beheer en overige meegenomen in het budget Wegen, straten en pleinen. In november 2010 is besloten de komende jaren op het onderhoud van wegen te bezuinigen. De totale bezuiniging loopt op tot € 1.059.000,- in 2014. In dit beheerplan is deze bezuiniging verwerkt. Door de bezuinigingen neemt het beschikbare budget voor het uitvoeren van groot en klein onderhoud af van € 4,25 in 2011 naar € 3,5 miljoen in 2014. Hierdoor neemt het percentage areaal met ‘onvoldoende’ toe tot 4 % van het totale areaal en komt daarmee uit op het niveau van 2001. De totale financiële omvang van het product wegen neemt toe voornamelijk vanwege de oplopende kapitaallasten ten gevolge van de aanleg van tramlijn 19.
Conclusie
-
-
In de afgelopen jaren is het kwaliteitsniveau behoorlijk verbeterd. Door de bezuinigingstaakstelling zal de gemiddelde kwaliteit van de wegen echter niet verder verbeteren, maar afnemen; Bij de verdeling van de budgetten zal in laatste instantie bezuinigd worden op het onderhoud aan fietspaden, fietsstraten en fietsstroken; Indien bij herinrichtings- of rioleringsprojecten een weg wordt onderhouden, die binnen deze planningsperiode volgens de richtlijn CROW onderhouden moet worden, wordt een bijdrage vanuit het onderhoudsbudget geleverd. Vallen de wegen buiten de planningsperiode van 4 jaar dan wordt geen bijdrage vanuit het onderhoudsbudget geleverd; Areaaluitbreidingen gedurende deze planningsperiode worden opgenomen in de volgende beheerplanperiode.
Versie: definitief November 2010
Pagina 3 van 28
Inhoudsopgave Samenvatting 1
Inleiding
5
1.1
Doel beheerplan
5
2
Wegbeheersystematiek
6
3
Doelstelling onderhoudsniveau
7
4
Terugblik planningsperiode 2006-2009
9
5
Huidige situatie
11
5.1
Beschrijving areaal
11
5.2
Huidige kwaliteit
12
6
7
8 9
5.2.1
Kwaliteit vanuit de inspectie
12
5.2.2
Kwaliteit vanuit beleidsthema’s
13
Ontwikkelingen planningsperiode 2010-2014
14
6.1
Bevolkingsontwikkeling
14
6.2
Aanleg Warmtenet
14
6.3
Integraal onderhoud openbare ruimte
14
Onderhoudsmaatregelen
15
7.1
Beleid en beheer
15
7.2
Soorten onderhoud
15
7.3
Specifiek onderhoud
16
7.4
Uitgangspunten onderhoud
17
Bezuinigingstaakstelling
18
Middelen
19
9.1
Begroting 2011
19
9.2
Dekkingsvoorstel
20
Bijlagen: B1 B2 B3 B4 B5
Wet- en regelgeving en beleidskaders Indeling wegcategorieën Grafiek kwaliteitsvergelijking 2001 t/m 2009 Kwaliteitscijfers 2009 naar wijkindeling Kwaliteitscijfers 2009 naar wijktype
Versie: definitief November 2010
Pagina 4 van 28
1
Inleiding
Een beheerplan geeft inzicht in het te beheren areaal aan openbare wegen, het gewenste kwaliteitsniveau, het huidige kwaliteitsbeeld en de benodigde middelen om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken. Sinds het vorige beheerplan door de raad is vastgesteld zijn veel inspanningen verricht om alle beheergegevens te actualiseren en het beheerpakket operationeel te krijgen. In de Gemeente Delft ligt in het totaal ongeveer 4,5 miljoen m2 verharding aan openbare wegen, te onderscheiden in asfaltverharding en elementenverharding. Deze verhardingen zijn belangrijke elementen in de openbare ruimte. Het betreft belangrijke verbindingen in de verkeersstructuren van de stad, verbindingen in grote fietsstructuren, structuurelementen in de wijken en recreatieve elementen. De gemeente Delft heeft zo'n 3,3 miljoen m2 verharding in beheer. Om deze verhardingen goed en veilig te laten gebruiken door de burger(s) is het een zorgplicht van de gemeente om de verhardingen goed en verantwoord te beheren (zie Wegenwet artikel 16). Daarom is het een taak van de gemeente om tijdig onderhoud uit te voeren en zo kapitaalvernietiging van het beheerareaal te voorkomen. De gemeente heeft te zorgen, dat de binnen haar gebied liggende wegen, met uitzondering van de wegen, welke door het Rijk of ene provincie worden onderhouden, van die bedoeld in artikel 17 en van die, waarop door een ander tol wordt geheven, verkeren in goeden staat.
Om de benodigde onderhoudskosten op middellange termijn te bepalen maakt de gemeente gebruik van het wegbeheersysteem Viaview. Gebaseerd op de landelijke erkende wegbeheermethodiek van het CROW wordt het benodigde onderhoudsbudget bepaald en worden de consequenties bij een budgettaire beperking inzichtelijk gemaakt.
1.1
Doel beheerplan
Het doel van dit beheerplan is het vastleggen van de technische en financiële situatie voor het beheer van de wegen voor de periode 2011-2014 met een doorkijk naar de langere termijn. Deze uitspraken zijn gebaseerd op de areaalgegevens, de actuele technische onderhoudstoestand en de noodzakelijke maatregelen voor het bereiken van de afgesproken kwaliteit. Een beheerplan beschrijft zowel het dagelijks (klein) onderhoud als de geplande (groot) onderhoudsprojecten. De geplande onderhoudsprojecten worden daarbij afgestemd op de (onderhouds) projecten in de openbare ruimte van andere disciplines. Afgezien van de minimale wettelijke en technische eisen waaraan openbare wegen moeten voldoen, biedt het beheerplan ruimte voor het maken van keuzes. Hoe schoon, heel en veilig moeten de objecten in de openbare ruimte zijn? Hoeveel geld stellen wij daarvoor beschikbaar? Beleidskeuzes die per voorziening of gebied verschillend kunnen zijn. Het beheerplan biedt bestuurders en beheerders de benodigde informatie en inzicht om een verantwoorde beheersstrategie te bepalen. Na vaststelling is het beheerplan het taakstellende document voor de uitvoering van de beheer- en onderhoudswerkzaamheden. De realisatie van vastgelegde beheerdoelstellingen vindt plaats op basis van jaarlijkse (wijk)onderhoudsplannen. Het beheerplan speelt daarnaast een belangrijke rol in de beleidsverantwoording van het College van Burgemeester en Wethouders aan de Gemeenteraad. De invoering van de Wet Dualisering gemeentebestuur heeft gezorgd voor een scheiding van taken en verantwoordelijkheden van het college aan de raad. Het college houdt zich bezig met het dagelijks bestuur, de raad vertegenwoordigt de burgers, stelt de kaders en controleert het bestuur. Om de raad doeltreffender in haar kaderstellende en controlerende taak te ondersteunen zijn gemeenten, op grond van het “Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV), verplicht inzicht te geven in de beleidsmatige, financiële en politieke aspecten van het onderhoud van kapitaalgoederen. Deze verantwoording verloopt via de paragraaf ‘Onderhoud kapitaalgoederen’ van de programmabegroting, op basis van vastgestelde beheerplannen.
Versie: definitief November 2010
Pagina 5 van 28
2
Wegbeheersystematiek
Als kwaliteitssystematiek wordt de systematiek volgens CROW publicatie 147 gehanteerd. De CROW-systematiek voor wegbeheer is het standaardinstrument voor het maken van het beheerplan Op basis van de globale visuele inspectie van de in beheer zijnde verhardingen wordt een actueel beeld verkregen van de conditie van de wegen. De inspectie richt zich op een aantal zichtbare schades zoals scheurvorming en oneffenheden. De systematiek bevat een vertaling van schades naar de beleidsthema's duurzaamheid, veiligheid, comfort en aanzien. Dit resulteert in een score voor deze thema's die wordt uitgedrukt in termen van voldoende, matig en onvoldoende. De via de inspectie ingewonnen gegevens over de conditie van de weg zijn het startpunt voor het opstellen van het meerjarige onderhoudsplan. Voor de komende vijf jaren worden per jaar de te onderhouden wegvakken geselecteerd, het voor die vakken benodigde type onderhoud vastgesteld en de daarmee gepaard gaande kosten berekend. De selectie van de te onderhouden vakken gebeurt op basis van vergelijking van de actuele schade, of de met gedragsmodellen geprognosticeerde schade, met landelijk aanvaarde onderhoudsrichtlijnen. De systematiek is opgezet om antwoord te geven op vragen vanuit de politiek en/of de maatschappij. Dit betekent dat de wegbeheerder vragen, zoals Wat beheer ik?, Hoe is de algehele toestand van het beheerareaal?, Wat zijn de kosten voor verantwoord beheer?, Wanneer wordt onderhoud uitgevoerd? moet kunnen beantwoorden. Hiervoor zijn een aantal basisgegevens noodzakelijk, te weten: 1. 2. 3. 4.
De kwantiteit van het beheerareaal (vaste gegevens); De kwaliteit van het beheerareaal (variabele gegevens); Een onderhoudsstrategie voor het bepalen van de onderhoudskosten en knelpunten in relatie met het beschikbare onderhoudsbudget; Een wegbeheersysteem waarin de bovenstaande punten 1 tot en met 3 zijn samengebracht.
De bovenstaande zaken zijn nodig om de wegbeheersystematiek tot een succesvol communicatiemiddel te maken. Gebaseerd op de actuele gegevens in het wegbeheerpakket is het voor de wegbeheerder mogelijk de wegbeheerinformatie te gebruiken voor: • • • • •
Het verkrijgen van inzicht in het totale beheerareaal (kwantiteit en kwaliteit); Het bepalen van het geplande en begrote onderhoud voor de korte en (middel)lange termijn; Het bewaken van de kosten en het afstemmen van het wegenonderhoud met andere beheerdisciplines; Het vaststellen van knelpunten vanwege verschillen tussen beschikbare en benodigde onderhoudsbudgetten; Het opstellen van het jaarlijkse onderhoudsprogramma.
Om schematisch weer te geven hoe de relatie is tussen alle noodzakelijke gegevens binnen de systematiek zijn in de onderstaande figuur de onderdelen globaal weergegeven.
WEGBEHEERGEGEVENS - Kwantiteit( vaste gegevens) - Kwaliteit ( variabele gegevens) ONDERHOUDSSTRATEGIE - C.R.O.W.-publicatie 147 - Ervaringen wegbeheerder - Eenheidsprijzen OPSTELLEN PLANNING - Toetsing aan richtlijnen - Onderhoudscycli
RESULTATEN - Maatregeltoets gepland onderhoud ( 1-2 jaar) - Groot en klein onderhoud - Alternatieven bij beschikbaar budget
Versie: definitief November 2010
Pagina 6 van 28
3
Doelstelling onderhoudsniveau
Voor beheer en onderhoud wordt als kader gehanteerd dat de openbare ruimte functioneel, netjes, sober en doelmatig moet worden onderhouden. Voor het beheer en onderhoud is het minimale kwaliteitsniveau R (basis). De kwaliteit van de verhardingen moet zodanig zijn dat kapitaalvernietiging door uitstel van noodzakelijk onderhoud voorkomen wordt (gevolgschade leidt tot duurdere onderhoudsmaatregelen). Concreet betekent dit dat onderhoud uitgevoerd dient te worden wanneer de CROW-richtlijnen zijn bereikt. Deze richtlijnen geven namelijk het optimale moment voor het uitvoeren van onderhoud. Binnen het CROW is een verkennend onderzoek uitgevoerd of er voor verhardingen een beleidsprofiel R- gedefinieerd kan worden dat lager is dan de CROW-richtlijnen en waarbij toch geen kapitaalvernietiging optreedt. Deze verkenning geeft aan dat er nog een speelruimte van enkele procenten lijkt te liggen, met name bij elementenverhardingen en de lichter belaste wegen. CROW zal hier nog nader onderzoek naar doen. In het verleden (oude CROW wegbeheersystematiek) werd de kwaliteit op een vereenvoudigde wijze uitgedrukt in een schaal van 1 (zeer goed) t/m 5 (zeer slecht). Op basis van deze wijze is in 1992 is in de vervolgnota ‘Prioriteitstelling Bestratingen’ onderstaande ambitie geformuleerd: Gebied
Gemiddeld kwaliteitscijfer 2,5 3,2 3,5
Binnenstad Woonwijken Bedrijventerrein
Inmiddels is het uitdrukken van de kwaliteit in een gemiddeld kwaliteitscijfer een verouderde methode. De (nieuwe) wegbeheersystematiek volgens de CROW publicatie 147 presenteert de kwaliteit op basis van een verdeling naar voldoende, matig en onvoldoende. In de afbeelding is schematisch aangegeven hoe de vertaling van inspectiebeoordelingen (de codering bij de schadeklasse G t/m E3) naar planperiode (uitvoeringsjaar) en kwaliteitsoordeel plaatsvindt. Hierbij betekent een onvoldoende kwaliteit (richtlijn overschreden) dat het betreffende wegvakonderdeel op korte termijn (1-2 jaar) moet worden onderhouden. Gebeurt dit niet dan ontstaat een achterstand en een risico op aansprakelijkheidstelling bij schade bij weggebruikers. schadeklasse planperiode kwaliteitsoordeel
G
L1
L2 L3 M1 >5 op basis van gedragsmodellen voldoende
M2 3-5
M3
E1
1-2
matig
E2
E3
1-1 onvoldoende
De CROW-methodiek gaat er vanuit dat de verhardingen in een goed onderhouden wegennet volgens een bepaalde levensduurverwachting dienen voor te komen met kwaliteit onvoldoende, matig of voldoende. Onvoldoende betekent hierbij dat de geconstateerde schade de richtlijn voor het schadebeeld heeft overschreden en onderhoud noodzakelijk is. De systematiek gaat er dus niet vanuit dat het wegennet uit louter wegen in topconditie moet bestaan. Binnen Delft geldt voor de algemene kwaliteit van de verharding onderstaand streefbeeld:
Streefbeeld
Voldoende
Matig
Onvoldoende
Achterstand
79-89 %
8-13 %
3-8 %
0%
Het streefbeeld is gebaseerd op een normale verdeling van de kwaliteit van het wegennet over de onderscheiden kwaliteitsklassen voldoende, matig en onvoldoende. Achterstand is niet toegestaan.
Versie: definitief November 2010
Pagina 7 van 28
Naast het algemene beeld van de kwaliteit, kan de kwaliteit ook per beleidsthema worden uitgesplitst. Er zijn vier beleidsthema’s, te weten aanzien, comfort, duurzaamheid en veiligheid. Een verharding dient geen gevaar op te leveren voor de gebruiker en dient zo lang mogelijk mee te gaan tegen minimale kosten. De waardering van het kwaliteitsniveau is afhankelijk van het soort relatie tussen de schade en een beleidsthema. Thema
Omschrijving
Schades
Aanzien
… wordt in hoge mate bepaald door de onderhoudstoestand …wordt bepaald door de mate waarin de weggebruiker hinder ondervindt van de onderhoudstoestand van de weg ….heeft betrekking op de technische instandhouding van de verharding ….geeft aan in hoeverre het veilig is gebruik te maken van de verharding
Divers
Comfort Duurzaamheid Veiligheid
Versie: definitief November 2010
Dwarsonvlakheid en oneffenheden( fietspaden) Scheurvorming Ernstige oneffenheden en dwarsonvlakheid
Pagina 8 van 28
4
Terugblik planningsperiode 2006-2009
In het beheerplan Wegen 2006-2009 is, specifiek voor beheer, een aantal strategische hoofdlijnen geformuleerd. Bij deze visie zijn thema's benoemd die op dat moment als speerpunt dienden. Hieronder staan deze speerpunten, met de behaalde resultaten, nogmaals weergegeven: • Het operationeel maken van het beheerpakket Viaview: meer dan 90 % van het areaal is gedefinieerd in het beheerpakket Viaview; • Het koppelen van de areaalgegevens aan een GIS-systeem, waardoor areaalgegevens gevisualiseerd worden: de testfase is inmiddels afgerond en de koppeling functioneert naar behoren; • Het visueel inspecteren van het areaal: in 2009 is de verharding geïnspecteerd; • Het wegwerken van het achterstallig onderhoud: in 2009 en 2010 is het groot onderhoud voor een groot gedeelte weggewerkt. De gemiddelde kwaliteit van alle wegen is in de periode 2001 tot 2009 verbeterd van een gemiddeld kwaliteitscijfer 4,0 naar 3,7. Vooral het percentage kwaliteitsniveau ‘voldoende’ is sterk gestegen.
Meldingen Voor het onderdeel wegen geldt dat meldingen met betrekking tot het heel houden (reparaties) van de openbare ruimte binnen 10 dagen worden uitgevoerd. De gemeentelijke servicenorm voor een schone en hele woonomgeving stelt dat 80% van de meldingen binnen de afhandeltermijn wordt uitgevoerd. In onderstaande grafiek is het meldingenverloop over de afgelopen jaren weergegeven. Hierbij is duidelijk te zien dat het aantal meldingen over het onderhoud aan de verharding is gehalveerd. In 2010 zijn tot eind augustus 501 meldingen over bestrating binnengekomen. De extra investering in het wegwerken van het achterstallig onderhoud heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. Aantal meldingen 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2004
Versie: definitief November 2010
2005
2006
2007
2008
2009
Pagina 9 van 28
Burgertevredenheid De tevredenheid van burgers over het onderhoud aan de openbare ruimte wordt gemeten met het Delft Internet Panel. In de afgelopen jaren is de tevredenheid van burgers over het onderhoud iets toegenomen. De wijken waar inwoners iets ontevredener zijn over het onderhoud zijn: - Binnenstad: onderhoud aan de fietspaden; - Buitenhof: onderhoud stoepen en straten; - Wippolder: onderhoud stoepen.
Versie: definitief November 2010
Pagina 10 van 28
5
Huidige situatie
De gemeente Delft heeft op dit moment 3.285.772 m2 verharding in (geregistreerd) beheer. Ten opzichte van het areaal ten tijde van het beheerplan Wegen 2006-2010 is het areaal uitgebreid met ongeveer 160.000 m2.
5.1
Beschrijving areaal
De gebruikte verhardingsmaterialen zijn divers. Het areaal is te specificeren in de verhardingstypen asfalt (inclusief oppervlakbehandeling), elementen (tegels, klinkers, betonstraatstenen, stelconplaten, gemengde bestrating, et cetera), en halfverharding (schelpenpaden, et cetera). Verharding
3% 26%
Asfaltverharding Elementverharding Halfverharding Totaal
areaal in m2 836.377 2.343.795 105.600 3.285.772
71% Asf alt ver harding Element verhar ding Half ver harding
De verdeling tussen de verhardingstypes is in bovenstaand figuur weergegeven. Het onderhoud aan halfverharding is niet meegenomen in dit beheerplan. Halfverharding maakt onderdeel uit van het Product Groen. De strategie waarmee de verharding wordt beheerd, is gespecificeerd naar de verschillende wegtypen van het gemeentelijke wegennet. Het totale wegennet wordt onderverdeeld in groepen van wegen, waarvan mag worden verwacht dat het uit te voeren onderhoud een gelijk gedrag vertoont. Op basis van deze onderverdeling is het mogelijk de frequentie, de onderhoudstechnieken en de dimensionering van maatregelen nader te specificeren. De komende jaren zijn de volgende areaaluitbreidingen te verwachten: • Harnaschpolder 80.000 m2 • Technopolis 60.000 m2 • Watertuinen (TNO) 10.000 m2 De komende jaren zijn de onderstaande areaalveranderingen te verwachten. Voor de inrichting van deze gebieden worden duurdere materialen gebruikt en worden hogere eisen gesteld aan het onderhoud: • Poptahof • Spoorzone Fietsverhardingen Het huidige areaal aan fietsverhardingen bedraagt 263.740 m2 te verdelen naar type en soort verharding. De totale lengte is ongeveer 90 kilometer. Functie Soort Asfalt Elementenverharding Totaal
Versie: definitief November 2010
Vrijliggend fietspad 157.700 56.740 2114.440
Fietsstrook 39.600 2.400 42.000
Fietsstraat 4.100 3.200 7.300
Totaal 201.400 62.340 263.740
Pagina 11 van 28
5.2
Huidige kwaliteit
Het in de komende periode uit te voeren onderhoud en de daarmee samenhangende kosten worden met name bepaald door de huidige kwaliteit van de verharding. Hierbij wordt het kwaliteitsbeeld weergegeven aan de hand van 2 indelingsmethode’s: kwaliteit op basis van globale visuele inspecties, en een kwaliteitsindeling volgens beleidsthema’s. De kwaliteit wordt bepaald in combinatie met richtlijnen, waarschuwingsgrenzen en gedragsmodellen op basis van de systematiek van wegbeheer zoals beschreven in publicatie 147 van het CROW. De resultaten van de globale visuele inspectie worden getoetst aan de richtlijnen die door het CROW zijn opgesteld. Op basis van het totale kwaliteitsbeeld wordt de planperiode vastgesteld waarin onderhoud noodzakelijk is. 5.2.1
Kwaliteit vanuit de inspectie in 2009
De resultaten van de globale visuele inspectie zijn getoetst aan de richtlijnen die door het CROW zijn opgesteld. In onderstaande tabel is het percentage van de verhardingen met een bepaalde kwaliteit weergegeven. Halfverharding is hierbij niet meegenomen, de kosten hiervoor zijn opgenomen in het product groen. Kwaliteitsbeoordeling
Schadecijfer
Elementen (m2)
Totaal (m2)
Zeer Goed Goed
1 2
Asfalt ( m2) 47.280 44.096
77.135 239.756
124.415 283.852
Matig Slecht Zeer slecht
3 4 5
138.332 282.507 324.162
372.271 1.523.363 131.270
510.603 1.805.870 455.432
Kwaliteitscijfer verharding totaal
Schadecijfer
60%
1 2 3 4 5
50%
40%
30%
Percentage van het totaal areaal 4% 9% 19 % 55 % 14 %
20%
10%
0% 1
2
3
4
5
Opvallend is het hoge percentage ‘zeer slecht’ voor de asfaltverharding. Deze komt voor een groot gedeelte voor rekening van de Provinciale weg. In 2009 en 2010 is aan deze weg groot onderhoud uitgevoerd, waardoor het percentage ‘zeer slecht’ is afgenomen naar ca. 6%. Wegen met een kwaliteitsbeoordeling ‘zeer slecht’ betreffen wegen waar onderhoud al eerder had moeten worden uitgevoerd. Technisch gezien is het verder uitstellen van dit onderhoud niet acceptabel. Het areaal met de beoordeling ‘slecht’ moet in de komende twee planjaren onderhouden worden. De beoordeling ‘matig’ houdt in dat het betreffende wegvak over drie tot vijf jaar onderhoud behoeft.
Versie: definitief November 2010
Pagina 12 van 28
Tijdens de globale visuele inspectie is specifiek de kwaliteit van de fietspaden- en stroken beoordeeld. Een groot deel van de fietspaden scoort slecht tot zeer slecht. In 2009 is gestart met het wegwerken van het achterstallig onderhoud. In de komende planningsperiode wordt hier nadere invulling aan gegeven. Kwaliteitscijfer fietspaden
Kwaliteitscijfer 1 2 3 4 5
35% 30% 25%
Fietspaden ( m2) 24.048 28.602 68.198 47.708 45.884
Percentage 11 % 13 % 32 % 22 % 22 %
20% 15% 10% 5% 0% 1
2
3
4
5
Door het uitvoeren van onderhoud aan de Provinciale weg is het percentage ‘zeer slecht’ op dit moment ongeveer 6 %, een flinke afname ten opzichte van het moment van de globale visuele inspectie in 2009. Het gemiddeld kwaliteitscijfer voor alle verharding komt uit op 3,7 . De gemiddelde kwaliteit is de afgelopen jaren behoorlijk verbeterd, van 4,0 tijdens de vorige planningsperiode naar nu 3,7. De doelstelling ‘een gemiddeld kwaliteitscijfer 3,2’ is echter niet gehaald. 5.2.2 Beleidsthema’s
De methode kent de volgende vier beleidsthema’s: • Duurzaamheid: heeft betrekking op de technische toestand van de verharding in relatie tot het gebruik; • Veiligheid: geeft aan welk effect de kwaliteit van de wegverharding heeft op de verkeersveiligheid; • Comfort: heeft betrekking op het ongemak en hinder die de weggebruiker ondervindt als gevolg van de onderhoudstoestand van de weg; • Aanzien: bepaald in hoge mate de visuele uitstraling. Een wegvak waar veel kleinschalige reparaties zijn uitgevoerd, heeft een minder aantrekkelijk aanzien dan een gloednieuw wegvak. De thema’s duurzaamheid en veiligheid hebben een duidelijke relatie met de schadebeelden. Het thema comfort is vooral van belang op fietspaden en – stroken. Het thema aanzien heeft een relatie met de beeldkwaliteit. De resultaten van de globale visuele inspectie zijn getoetst aan de richtlijnen die door het CROW zijn opgesteld. In onderstaande tabel is het percentage van de verhardingen met een bepaalde kwaliteit weergegeven. Beleidsthema
Voldoende
Matig
Onvoldoende
Duurzaamheid Veiligheid Comfort Aanzien
92,9 % 97,4 % 96,4 % 92,7 %
3,6 % 0,4 % 1,7 % 2,7 %
3,5 % 2,2 % 2,0 % 4,6 %
Versie: definitief November 2010
Pagina 13 van 28
6
Ontwikkelingen planningsperiode 2011-2014
6.1
Bevolkingsontwikkeling
De bevolking in Nederland is langzaam aan het vergrijzen, zo ook in Delft. Daarnaast blijven ouderen steeds langer zelfstandig. Om mensen zoveel mogelijk zelfstandig in hun eigen woonomgeving te laten wonen, realiseert Delft woonservicezones. In deze woonservicezones kent de woonomgeving een verhoogd niveau van toegankelijkheid. Bij de inrichting van de woonomgeving zal in haar algemeenheid in toenemende mate rekening worden gehouden met de specifieke eisen en wensen van de oudere inwoners. Binnen de gemeente komen er vaker verzoeken om veel door ouderen gebruikte verblijfsgebieden of routes naar bijvoorbeeld winkels of gezondheidscentra, aan te passen aan hun fysieke beperkingen. Aanpassing of herinrichting van dergelijke routes is niet opgenomen in de onderhoudsbegroting omdat dit (her)inrichting betreft. De financiering komt uit een andere bron.
6.2
Aanleg Warmtenet
De uitvoering van het project Warmtenet zal van invloed zijn op het onderhoud van de wegen. Daar waar mogelijk worden werkzaamheden op elkaar afgestemd en gezamenlijk uitgevoerd. Het tracé dat Warmtenet zal volgen zal slechts sporadisch liggen in delen waar groot onderhoud aan wegen gepland is. De uitvoering van dit project valt binnen de looptijd van dit beheerplan, maar heeft naar verwachting geen tot weinig consequenties voor het wegenonderhoud.
6.3
Integraal onderhoud openbare ruimte
Het is op dit moment nog niet mogelijk een integrale meerjarenplanning van alle (onderhoud)projecten in de openbare ruimte te genereren. De meerjarenplanning voor wegbeheer en riolering worden wel afgestemd op elkaar. Om de volgende redenen is het zinvol en belangrijk om de planningen voor wegbeheer en riolering af te stemmen: • Voorkomen van extra overlast voor weggebruikers en omwonenden en betere instandhouding bereikbaarheid: Wanneer in het ene jaar de weg wordt afgesloten voor rioleringswerkzaamheden en in het volgende jaar voor wegwerkzaamheden dan geeft dit onnodig overlast voor weggebruikers en omwonenden. • Werk met werk maken: Binnen het GRP zijn kosten meegenomen voor het vervangen van de verharding”boven de riolering. Dit omdat bij rioolvervanging vaak graafwerkzaamheden moet worden verricht waarbij ook de verharding boven de riolering verwijderd wordt.
Versie: definitief November 2010
Pagina 14 van 28
7
Onderhoudsmaatregelen
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de noodzakelijke maatregelen om de wegen in beheer van de gemeente op het gewenste kwaliteitsniveau te onderhouden. Deze maatregelen lopen uiteen van het actualiseren en doorontwikkelen van het wegbeheersysteem tot de werkzaamheden die in het kader van het dagelijks en groot onderhoud worden uitgevoerd. Uitvoering van werkzaamheden vindt plaats met inachtneming van de in het aanbestedingsbeleid opgenomen paragraaf over social return.
7.1
Beleid en beheer
Onder de post ‘Beleid en beheer’ valt het inspecteren van de verharding, het bijhouden van het wegbeheerpakket en de beleidsadvisering. Reeds eerder is besloten de wegen niet jaarlijks maar één keer per drie jaar te inspecteren. Omdat het beheerplan een periode bestrijkt van 4 jaar wordt de frequentie van inspecteren hierop aangepast: 1x per 4 jaar, in het laatste jaar van de beheerplanperiode. Daarnaast wordt nog wel regelmatig onderzoek gedaan naar de kwaliteit van asfaltwegen door het frequent uitvoeren van valdeflectiemetingen en het nemen van boorkernen ter bepaling draagkracht van de asfaltwegen. In het wegbeheerpakket zijn de geografische en administratieve gegevens van de te beheren wegen vastgelegd. Het wegbeheerpakket biedt inzicht in: de omvang van de te beheren wegen; de kwaliteit van de wegen; de beheerstrategie (maatregelenpakket) om de gewenste kwaliteit te realiseren; het benodigde budget behorend bij de beheerstrategie de meerjaren planning voor het onderhoud van de wegen.
7.2
Soorten onderhoud
Met wegbeheer wordt bedoeld het beheren en onderhouden van openbare verhardingen. Dit onderhoud is te verdelen in: - Klein onderhoud, zoals calamiteitenonderhoud en onderhoud n.a.v. klachten van burgers; - Totaal groot onderhoud, zoals het herstraten van elementenverharding en het uitvoeren van grootschalig reparatiewerk aan asfaltwegen; - Rehabilitatie van de verharding; d.w.z. het vernieuwen van de gehele constructie, inclusief fundering, na het verstrijken van de technische levensduur, waarbij het profiel van de weg gelijk blijft. Deze maatregel wordt bij voorkeur afgestemd op andere werkzaamheden, bijvoorbeeld vervanging van riolering of herinrichting. In de onderstaande grafiek is het effect van de verschillende onderhoudsmaatregelen op de onderhoudstoestand van de verharding. Voor rehabilitatie kan ook reconstructie worden gelezen.
Versie: definitief November 2010
Pagina 15 van 28
De kosten voor rehabilitatie komen gedeeltelijk ten laste van het onderhoudsbudget verharding en gedeeltelijk vanuit het GRP. In het GRP wordt rekening gehouden met vervanging van het gedeelte van de verharding boven de rioolsleuf. Wanneer op het wegvakonderdeel waar rioolwerkzaamheden plaatsvinden ook onderhoud aan de verharding is gepland kunnen deze werkzaamheden gecombineerd worden. Het kan zijn dat daarvoor de werkzaamheden van het riool of de werkzaamheden van de verharding wat betreft planjaar verschoven moeten worden. Op deze manier vindt een betere inzet van de onderhoudsbudgetten plaats. Van de kosten welke gepland waren vanuit het wegbeheer voor het gehele wegvakonderdeel kan de bijdrage vanuit het GRP voor het vervangen van een gedeelte van de verharding af worden gehaald. Het budget wat hierdoor vanuit wegbeheer “vrij” komt kan ergens anders ingezet worden. Dit geldt niet alleen voor de budgetten voor de uitvoering van de werkzaamheden maar ook voor de budgetten en werkzaamheden ten aanzien van de werkvoorbereiding. De volgende tekening maakt dit duidelijk:
Het rode gedeelte wegverharding betreft vervanging waarbij de kosten vanuit het GRP zijn gedekt. Het gele gedeelte verharding betreft vervanging/onderhoud vanuit wegbeheer, indien daar maatregelen gepland zijn.
7.3
Specifiek onderhoud
Budget Teerhoudend Asfalt (TAG) Het rijksbeleid geeft aan dat uiteindelijk alle teer uit de keten gehaald wordt. Iets minder dan de helft van alle Delftse asfaltverhardingen is nog teerhoudend of teerverdacht. Bij het onderhoudswerk of reconstructies vrijkomende teerhoudend asfaltgranulaat (TAG) moet worden gereinigd in speciale installaties. In het onderhoudsbudget is tot en met 2009 een aparte post opgenomen ter dekking van de extra kosten voor het verwijderen en reinigen van TAG. Van 2010 t/m 2014 is dit budget bestemd ter dekking van kosten voor het verwijderen van TAG in het tracé van tramlijn 19.
Restzettingsgebieden In 2006 is besloten Tanthof –West op te hogen met zand tot een tussenpeil, waarbij het onderhoud intensiever wordt. De uitgaven zijn de eerste jaren nog beperkt en stijgen in 5 a 8 jaar naar het gemiddelde. Het rapport Restzettingen Tanthof-West februari 2006 geeft het volgende aan: Kosten: De extra kosten voor de gekozen oplossing nemen de komende jaren toe en worden over 5 ad 8 jaar geraamd op gemiddeld € 264.000,- per jaar. Na 20 ad 30 jaar kunnen de dan nog optredende restzettingen met het regulier onderhoud opgevangen worden. De dekking voor het eerste jaar kan gevonden worden in de huidige onderhoudsbegrotingen. De extra kosten over 5 ad 8 jaar worden geraamd op gemiddeld 263.875,- per jaar. Wegen Riolering nooduitlaten Herleggen riolering 3,5 km Groenvoorziening Totaal
Versie: definitief November 2010
€ 112.875 € 1.000 € 80.000 € 70.000 € 263.875
Pagina 16 van 28
Binnen het meerjarenplan onderhoud wegen voor de jaren 2010 – 2014 zijn diverse wegen voor onderhoud opgenomen binnen Tanthof-west waarvan een deel van de uitvoeringskosten ten laste gebracht wordt van deze post. Naast Tanthof –West zijn de volgende gebieden nader te bepalen als restzettingsgebieden: - Tanthof- Oost (Plevierhof. Koekamp ) - Voorhof- Oost (Isaac da Costalaan) Geluidreducerend asfalt. Voor de aanleg van geluidsreducerend asfalt is jaarlijks € 26.196,- beschikbaar. Dit budget komt gedurende deze beheerplanperiode ten bate van de aanleg van Tramlijn 19. Tramlijn 19. In de programmabegroting is al rekening gehouden met de oplopende kapitaallasten als gevolg van de aanleg van tramlijn 19, van € 14.000,- in 2011 tot € 760.000,- in 2014.
Kostenverhogende aspecten ten laste van het onderhoudsbudget. In de afgelopen jaren zijn een aantal aspecten aan het onderhoudsbudget toegevoegd, die kostenverhogend werken. Hierbij moet gedacht worden aan: 1. Strengere eisen verkeersmaatregelen voor veiligheid en bereikbaarheid ( eisen van hulpverlenende instanties zoals brandweer, politie en ambulance); 2. Tijdens het aanbrengen van een nieuwe deklaag bij asfaltverharding wordt gelijktijdig de markering en belijning uitgevoerd met duurzaam materiaal thermoplast i.p.v wegenverf. Bij elementenverharding wordt hiervoor zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van bestratingmateriaal in de kleur; 3. Bij het uitvoeren van onderhoud aan asfaltwegen worden naast kosten voor omleidingroutes ook kosten gemaakt voor het verwijderen en terugbrengen van diverse soorten in het asfaltaangebrachte detectielussen, voor bijvoorbeeld verkeerstellingen, verkeersregelinstallaties en lussen om openbaar vervoer te detecteren. Bovenstaande kosten, ongeveer € 100.000 komen ten laste van het onderhoudsbudget en zijn opgenomen in de begroting 2011-2014.
7.4
Uitgangspunten onderhoud
De uitgangspunten voor het onderhoud aan verhardingen zijn de volgende: •
•
•
• •
Het onderhoud van de fietspaden heeft hoge prioriteit in verband met de gebruikers: Het fietspad dient aan strenge eisen te voldoen om voor de gebruiker een veilige doorgang te kunnen waarborgen. Omhoog staande tegels kunnen gevaarlijke situaties opleveren, deze problemen worden veelal gecreëerd door boomwortels. Een goede afstemming tussen het aanleggen van paden en het planten van bomen is hierbij van groot belang. Het onderhoud aan asfaltverhardingen vindt zoveel mogelijk preventief plaats: Dit betekent dat tijdig structurele schade moet worden hersteld. Schade aan verhardingen intensiveert indien aan reeds ontstane schade niets gedaan wordt. Water dringt in de constructie waardoor de stabiliteit nog verder verzwakt en meer schade tot gevolg heeft. Op tijd onderhoud uitvoeren, ook al is deze niet afdoende voor het herstel van alle schade, bijvoorbeeld conserveren in plaats van een deklaag, kan in sommige gevallen een verergering van de schade voorkomen. Met name noemen we hierbij de winterschade waarbij onder invloed van water, wegenzout en vorst de reeds ontstane schade in korte tijd verergerd. Het dus belangrijk dat door de uitvoering van klein onderhoud de reeds ontstane schade wordt beperkt en geconserveerd. Andere differentiëring van de richtlijnen vindt plaats op basis van de functionele indeling van de wegen: Dit houdt in dat aan wegen van hogere orde (veel verkeersbelasting, grote verkeersfunctie) hogere normen worden gesteld. Algemeen kan gesteld worden dat schade aan wegen ontstaan door invloed van het wegverkeer. Hierbij moet speciaal gedacht worden aan de zware transporten. In feite kan één vrachtwagen meer kapot maken dan 100 personenauto’s. Klachten over de onderhoudstoestand worden indien noodzakelijk verholpen, uiteraard afhankelijk van de omvang van de schade. Het uitvoeren van onderhoud wordt zoveel mogelijk integraal aangepakt.
Versie: definitief November 2010
Pagina 17 van 28
8
Bezuinigingstaakstelling
In het kader van de bezuiniging op de gemeentebegroting heeft ook de onderhoudsbegroting ‘Wegen, straten en pleinen’ een bezuinigingstaakstelling. Overzicht van de vastgestelde bezuiniging per jaar: Jaar 2011 2012 2013 2014
Vastgesteld in 2009 -/- € 250.000,--/- € 165.000,--/- € 165.000,--
Vastgesteld in 2010 -/- € 241.000,--/- € 482.000,--/- € 723.000,--/- € 1.059.000,--
Totaal -/- € 491.000,--/- € 647.000,--/- € 888.000,--/- € 1.059.000,--
In onderstaande grafiek en tabel is te zien hoe het kwaliteitsbeeld van de verharding zich ontwikkeld na de bezuinigingstaakstelling. Kwalite itsniveau 100% 90% 80% 70% 60%
voldoende
50%
matig
40%
onvoldoende
30% 20% 10% 0% 2011
2011 2012 2013 2014 streefbeeld
2012
Voldoende 92 % 92 % 93 % 94 % 79-89 %
2013
Matig 5% 5% 5% 2% 8-13 %
2014
Onvoldoende 2% 2% 2% 4% 3-8 %
Achterstand 1% 1%
0%
De bezuinigingstaakstelling komt volgens onderstaande prioritering ten laste van het onderhoudsbudget: 1. groot onderhoud elementenverharding, behoudens vrijliggende fietspaden 2. groot onderhoud asfaltverhardingen, behoudens vrijliggende fietspaden 3. groot onderhoud vrijliggende fietspaden en fietsstroken Risico’s Ondanks de bezuinigingstaakstelling vermindert de kwaliteit van de verharding de komende jaren nog niet noemenswaardig. Het budget is voldoende om de maatregelen uit te voeren, die genomen moeten worden om de verharding op het streefbeeld te onderhouden. Hierbij is echter wel uitgegaan van het maatregelenpakket zoals voortvloeit uit de globale inspectie. Er is geen ruimte in het budget om tegenvallers op te vangen. Bij de start van ieder project wordt nader onderzocht wat de kwaliteit van de verharding is. De uitslag kan zijn dat er een voor een duurdere onderhoudsmaatregel gekozen moet worden dan vanuit de globale visuele inspectie is geconstateerd. Indien dit een aantal maal voorkomt zal het onderhoudsbudget niet voldoende zijn om de verharding de komende jaren goed te onderhouden. Dit kan leiden tot meer klein onderhoud. De kwaliteit van een wegvak verandert dan niet van onvoldoende naar voldoende, wat het geval zou zijn bij groot onderhoud, maar naar bijvoorbeeld matig.
Versie: definitief November 2010
Pagina 18 van 28
9
Middelen
9.1
Begroting 2011
De kosten voor het onderhoud aan de wegen zijn opgenomen in het product 5045- Wegen, straten en pleinen. In de begroting is de bezuinigingstaakstelling verwerkt. Programma Deelproduct
: Beheer van de Stad : 5045 – Wegen, straten, pleinen Beschikbaar budget
Administratieve posten Doorberekende kapitaallasten Kapitaallasten tramlijn 19 Huisvesting terreinen Betaalde belastingheffing Bijdrage Spoorwegonderdoorgang
Beleid en beheer Wegen-advies Beheer tijd Rationeel wegbeheer
Elementenverharding Groot onderhoud Planmatig klein onderhoud Wijkservice Gehandicaptenvoorziening Restzettingen Tanthof
€ € € € €
€ € €
€ € € € €
Subtotaal
569.449,67 14.190,48 13.487,36 29.733,00 15.546,00 €
642.406,51
€
296.158,06
59.376,77 47.221,31 189.559,98
1.839.851,59 358.619,97 563.576,74 27.414,00 265.194,00 € 3.054.656,30
Asfaltverharding Groot onderhoud Klein onderhoud Teerhoudend asfalt verwijderen Asfalteren hoofdwegen Asfalteren busroutes Verkeersvoorzieningen Onderhoud geluidsarm asfalt Bijdrage Schieweg
€ € € € € € € €
187.863,27 57.380,03 214.404,00 275.432,00 247.941,73 66.333,00 26.327,00 115.000,00 € 1.190.681,03
Overige ( over naar PD straatmeubilair) Onderhoud straatnaamborden Graffitiverwijdering
€ €
52.054,42 21.036,18 €
TOTAAL
Versie: definitief November 2010
73.090,60
€ 5.256.992,50
Pagina 19 van 28
9.2
Dekkingsvoorstel beheer en onderhoud 2011-2014
Met behulp van het programma “Viaview” is een planning opgesteld, op basis van het beschikbare onderhoudsbudget na de bezuiniging voor een periode van 10 jaar. In de eerste vijf jaar geeft het systeem specifiek aan de kosten van achterstallig onderhoud, de kosten voor groot onderhoud en de kosten voor klein onderhoud. De jaren 6 t/m 10 geven de cycluskosten aan om de wegen op niveau te kunnen houden. Voor klein onderhoud is de komende jaren gemiddeld € 416.000,- nodig. In 2011 wordt het budget voor groot onderhoud ingezet voor het wegwerken van achterstallig onderhoud. De term ‘achterstallig onderhoud’ is wat misleidend. Het gaat hier om onderhoud aan wegvakken met het kwaliteitsbeeld onvoldoende, waar binnen één tot twee jaar onderhoud nodig is om kapitaalvernietiging te verkomen. Ook in het meerjaren dekkingsvoorstel is de bezuinigingstaakstelling volledig verwerkt. Het volgende dekkingsvoorstel wordt opgesteld: Jaar
2011
2012
2013
Administratieve posten
642.407
709.947
991.784
1.422.855
Beleid en beheer
296.158
296.541
301.126
300.583
Elementenverharding
3.054.655
2.977.996
2.829.957
2.684.345
Asfaltverharding
1.190.681
1.154.929
1.096.001
906.041
73.091
73.454
74.289
74.099
5.256.992
5.212.867
5.293.157
5.387.923
Overige Totaal begroting
Versie: definitief November 2010
2014
Pagina 20 van 28
Bijlage B 1
Wet- en regelgeving en beleidskaders
WETTELIJK KADER Wegenwet De wegenwet regelt de openbaarheid van een weg, het eigendom en de bestemming van een weg en de onderhoudsplicht t.a.v.een weg en daarmee ook de aansprakelijkheid voor schade als gevolg van slecht onderhoud. Wegenverkeerswet De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen strekken tot: a. het verzekeren van de veiligheid op de weg; b. het beschermen van weggebruikers en passagiers; c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan; d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer; e. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer; f. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden; g. het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik. Het betreft hierbij voornamelijk technisch beheer. De Wegenverkeerswet verwacht dat de wegbeheerder streeft naar maatregelen die de veiligheid van de weggebruiker en de functionaliteit van de wegen waarborgen. De wet doet een beroep op de publiekrechtelijke zorg van de wegbeheerder voor de veiligheid van de weggebruiker, maar schrijft geen maatregelen voor. Het gaat hierbij dus met name om functioneel beheer. Burgerlijk Wetboek Met de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek is ten opzichte van het oude Burgerlijk Wetboek de bewijslast omgedraaid. De beheerder kan nu aansprakelijk gesteld worden voor de schade die iemand lijdt als gevolg van gebreken aan de weg. Dit betekent dat een preventief onderhoudsbeleid, een goede klachtenregistratie, regelmatige inspecties volgens de landelijk geaccepteerde methode en een goed werkend systeem van wegbeheer onontbeerlijk zijn. Een beheerpakket zoals Viaview is daarbij een nuttig hulpmiddel. Risicoaansprakelijkheid Artikel 6:174 BW regelt de risicoaansprakelijkheid van de wegbeheerder indien de schade het gevolg is van een gebrek aan de openbare weg. Dit houdt in dat de wegbeheerder aansprakelijk is voor schade als gevolg van een gebrek, ook al was hij niet op de hoogte van het gebrek. Wel is van toepassing de zogenoemde “tenzij clausule”. De tenzij clausule houdt onder meer in dat de wegbeheerder niet aansprakelijk is, als een zeer korte periode ligt tussen het ontstaan van het gebrek en het ontstaan van de schade. Een beroep op deze clausule dient goed te worden onderbouwd. Schuldaansprakelijkheid Indien de schade niet het gevolg is van een gebrek aan de weg zelf, maar van de aanwezigheid van losse voorwerpen of substanties op de weg ( die geen deel uitmaken van de weg) kan als praktische vuistregel gesteld worden dat artikel 6:174 BW niet van toepassing is. In dergelijke gevallen dient de aansprakelijkheid te worden beoordeeld op grond van artikel 6:162 BW te weten: Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Versie: definitief November 2010
Pagina 21 van 28
Het toerekenbaar tekortschieten van de wegbeheerder in zijn zorgplicht om de onder zijn beheer vallende wegen naar behoren te onderhouden is een noodzakelijke voorwaarde voor aansprakelijkheid. Dit moet door de gedupeerde worden aangetoond. ARBO -wetgeving De beleidsregel ‘Tillen op Bouwplaatsen’ verplicht dat handmatig tillen zoveel als redelijkerwijze mogelijk is, vermeden of beperkt dient te worden. Dit betekent dat straatstenen zwaarder dan 4 kilo of tegels zwaarder dan 9,5 kilo mechanisch verwerkt moeten worden. Hoewel een straatbaksteen veelal lichter dan 4 kilo is, zal de nieuwe regel in enkele gevallen de praktijk van bestraten veranderen. De mechanische of machinale werkwijze waarvan in dit geval gebruikt wordt gemaakt, is ondermeer afhankelijk van het soort en de oppervlak van het straatwerk. De Arbeidsinspectie heeft in overleg met brancheorganisatie en vakbonden bepaald dat het aanbrengen van elementverharding in overeenstemming is met CROW-publicatie 282. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan een uitzondering op de regel gemaakt worden. Machinaal straten heeft als voordelen dat stratenmakers een lagere fysieke belasting hebben en dat het straatwerk sneller klaar is, waarmee de overlast voor burgers verminderd wordt. De nadelen liggen met name bij de grootte van de projecten en de kosten van machinaal straten. Bij kleine bestratingswerken levert machinaal straten niet de vereiste kwaliteit. Daarnaast zijn door de aanschaf van nieuwe machines de investering hoog. Veilig werken langs de weg Ter verhoging van de veiligheid van werknemers die langs en op de weg werk uitvoeren dienen de richtlijnen gevolgd te worden beschreven in de CROW publicaties 96a (maatregelen voor werk in uitvoering op autosnelwegen) en 96b (maatregelen voor werk in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom). Naast het verhogen van veiligheid voor de werknemers zijn de richtlijnen voor de in de publicatie genoemde verkeersmaatregelen eveneens bedoeld ter voorkoming van onveilige situaties voor de weggebruikers. In de richtlijnen zijn de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de actoren die bij wegwerkzaamheden zijn betrokken weergegeven. Wet Milieubeheer Het wegbeheer heeft een aantal raakvlakken met het milieu. Zo regelen de Wet milieubeheer, de Regeling asbestwegen en het Bouwstoffenbesluit welke stoffen mogen worden toegepast en welke voorwaarden aan het gebruik worden gesteld. De regeling Asbestwegen Deze regeling bepaalt dat in (half-)verhardingen geen asbest aanwezig mag zijn.Indien het asbest voor 1 juli 1993 is aangebracht kan het worden afgeschermd door middel van verharding die voldoet aan eenduidig vastgestelde eisen. Asbest dat na 1 juli 1993 is aangebracht moet worden verwijderd. De eigenaren van de asbestbevattende wegen zijn in beginsel verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen. Zij zijn vrij in de keuze tussen verwijderen of afdekken van de asbestlaag, bijvoorbeeld door middel van asfalteren. Het verwijderen van het asbestbevattende materiaal is op de korte termijn duurder dan afdekken met een asbestvrije verharding, maar verdient toch de voorkeur omdat bij afdekking de aanwezigheid van het asbestbevattende materiaal permanent moet worden geregistreerd om te voorkomen dat tijdens wegwerkzaamheden blootstelling van werknemers aan asbest plaatsvindt. Op dit moment is in Delft niet exact bekend in welke wegen asbest is toegepast. Per project wordt de daarom een proefboring gedaan, waarna gepaste maatregelen worden genomen . Bouwstoffenbesluit Het rijksbeleid is om uiteindelijk alle teer uit de keten te halen. Het (her)gebruik van teerhoudend asfaltgranulaat (TAG) is daarom per 1 januari 2001 verboden. Ook is er een stortverbod van TAG. Alleen het in het werk houden van TAG is nu nog toegestaan. Het bij onderhoudswerk of reconstructies vrijkomende teerhoudend asfaltgranulaat (TAG) moet nu worden gereinigd in speciale installaties, het vrijkomende granulaat kan weer worden hergebruik. De
Versie: definitief November 2010
Pagina 22 van 28
“Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt (aandacht voor de teerproblematiek)” (CROW publicatie 210) geeft aan hoe het best met deze problematiek kan worden omgegaan. Waterstaatswetgeving Het gaat hierbij om de Wet op de waterhuishouding en de Waterschapswet. Deze wetgeving geeft de wettelijke kaders voor de kwantiteit van het oppervlaktewater. In deze wetgeving is geregeld dat waterschappen een keur en leggers moeten vaststellen met daarin onderhoudscriteria en onderhoudsplichtigen. Waterwet De veiligheid tegen overstromingen is geregeld in de Wet op de Waterkeringen. Het Hoogheemraadschap is het bevoegd gezag voor de boezemkaden en polderkaden. In de herpolderingsovereenkomst met het Hoogheemraadschap is geregeld dat het waterschap verantwoordelijk is voor de hoogte en stabiliteit van de met grasbegroeide kaden. In de vergunning, die ambtshalve is verleend voor wegen en paden op de kaden, is geregeld dat de wegbeheerder verantwoordelijk is voor het op hoogte houden van de wegen en paden. Het Hoogheemraadschap studeert op dit moment op nieuw beleid t.a.v. wegen en paden op waterkeringen. In de planperiode zal het nieuw ontwikkeld beleid van kracht worden. Deze wet wordt opgenomen in de Waterwet. Binnen de gemeente Delft is een groot aantal wegen gelegen op waterkeringen. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud maar heeft voor de werkzaamheden formeel toestemming nodig van het Hoogheemraadschap Delfland. Uitvoering van de werkzaamheden moet afgestemd worden met werken van Delfland en kan betekenen dat de voorgenomen uitvoering aan wegen versneld of vertraagd moet worden. Het Hoogheemraadschap bereid de uitwerking voor van het Ontwerp Waterbeheerplan 2010-2015. Dit document, Algemeen Waterkeringenbeleid geeft in hoofdlijnen aan hoe het waterschap met de waterkeringen omgaat. Vanuit de wettelijke taak om veiligheid tegen overstromingen te waarborgen heeft Delfland een enorme klus te klaren in een dichtbevolkt gebied waar vele belangen spelen. Medegebruik en hoe Delfland hiermee omgaat is een essentieel onderdeel van het Algemeen Waterkeringen beleid. BELEIDSKADERS LVVP Het Delftse verkeers- en vervoersbeleid moet leiden tot voor iedereen een gezonde leefomgeving in een bereikbare, economische florerende en verkeersveilige stad, die behoort tot de beste fietssteden van Nederland. Om deze doelstelling te bereiken zal het gebruik van de fiets (fietsactieplan II) en het openbaar vervoer gestimuleerd moeten worden, tevens zal het autoverkeer beperkt moeten worden op wegvakken waar lucht- en geluidnormen overschreden worden. De volgende wegencategorieën volgens de Delftse wegencategorisering uit het LVVP (figuur 1) kunnen worden onderscheiden: • • • •
Versie: definitief November 2010
(regionale) stroomweg gebiedsontsluitingsweg wijkontsluitingsweg erftoegangswegen
Pagina 23 van 28
In het LVVP is per wegcategorie vastgelegd aan welke kenmerken een weg moet voldoen. Veel wegen worden omgevormd tot erftoegangswegen (max. 30 km/u) met een pure verblijfsfunctie. Voor de ontsluitingsweg is een nieuw type wegontwerp ontstaan gericht op het bereiken van een snelheid van max. 40 km/u. De uitvoering van de wegaanpassingen zal parallel aan geplande onderhouds- of vernieuwingswerken worden uitgevoerd. De wegcategorisering krijgt daarom geleidelijk vorm. Fietsactieplan II Het doel van Fietsactieplan II is het fietsgebruik te stimuleren om de fiets een serieus alternatief voor de auto te maken, om zo de stad goed bereikbaar te houden en Delft kan behoren tot de beste fietssteden van Nederland. Speerpunten daarbij zijn: • Het verbeteren van het fietsnetwerk; • Bieden van goede fietsparkeervoorzieningen; • Flankerende maatregelen; • Monitoring en evaluatie van effectiviteit fietsbeleid. • Aanleg van fietsstraten c.q. omvorming van straten naar fietsstraten. Voor het verbeteren van fietspaden wordt rekening gehouden met de materiaalkeuze. Asfalt is comfortabeler dan elementenverharding. De fietsstroken en fietspaden buiten het historisch centrum van Delft worden uitgevoerd in asfalt . De meeste fietsstroken zijn uitgevoerd met een rode coating op het asfalt. De duurzaamheid van rood asfalt is hoger dan een rode coating waardoor bij onderhoudswerkzaamheden de coating vervangen wordt door rood asfalt. Daarnaast moet op hoofdfietsroutes het rode asfalt van fietsstroken doorgezet worden op kruispunten waar de fietser voorrang heeft. Waterplan In april 2005 is het Waterdossier bestuurlijk vastgesteld. In het onderdeel afkoppelvisie wordt aangegeven dat er gekeken moeten worden naar het verminderen van het verhard oppervlak. Bij afkoppelen wordt hemelwater vanaf verharde oppervlakken niet langer via het rioolstelsel afgevoerd naar de rioolwaterzuiverings-installatie (rwzi). In plaats daarvan wordt het water afgevoerd naar de bodem of naar het nabijgelegen oppervlaktewater. Dit kan plaatsvinden via een eigen schoonwaterriool of middels open verhardingen, waterdoorlatende verhardingen, infiltratievoorzieningen of afstroming via brede bermen. Bij groot onderhoud is afstemming met het Waterplan noodzakelijk. Verordening ondergrondse infrastructuren Op 19 februari 2009 is door de raad de verordening ondergrondse infrastructuren vastgesteld. Deze verordening heeft betrekking op alle ondergrondse infrastructuren van netbeheerders, welke niet in eigen beheer zijn van de gemeente. Met deze nieuwe verordening zullen zowel de telecom- als de aanbieders van nutsvoorzieningen op een zelfde wijze worden benaderd voor de wijze waarop en wanneer werkzaamheden gemeld dienen te worden en de wijze waarop de kosten voor het verrekenen van het straatwerk plaatsvindt. Deze verordening maakt het voor de gemeente tevens mogelijk om beter te sturen op waar en wanneer er gegraven worden, zodat overlast kan worden teruggedrongen van het slecht achterlaten van het straatwerk door deze netbeheerders.
Versie: definitief November 2010
Pagina 24 van 28
Bijlage B 2
Indeling wegcategorieën
Wegtype 1 2 3
Verkeersfunctie Hoofdweg ( HW) Weg zwaar belast ( WZB) Weg gemiddeld belast ( WGB)
4 5
Weg licht belast ( WLB) Weg in woongebied ( WIW)
6
Weg in verblijfsgebied ( WIV)
7
Vrijblijvende rijwielpaden ( VR)
Omschrijving Autosnelweg Hoofdverbindingswegen, tram- en busbanen Wijk- en buurtontsluitingswegen, busroutes, grachtenstraten en industriewegen Landelijke wegen en buurtontsluitingswegen Woonstraten, woonerven, parkeerterreinen en achterpaden Winkelgebieden, pleinen, recreatiegebieden en sportparken Vrijliggende rijwielpaden
Wegcategorie LVVP Stroomweg Stroomweg, Gebiedontsluitingsweg 70 Gebiedontsluitingsweg 50, Wijkontsluitingsweg 50 Gebiedontsluitingsweg 50, Wijkontsluitingsweg 30-50 Erftoegangsweg 30 Erftoegangsweg 30
Bijlage B 3
Grafiek kwaliteitsvergelijking 2001 t/m 2009
Kwaliteitsvergelijking 2001 t/m 2009 90,0% 77,4%
80,0%
68,9%
70,0% 60,0%
54,9% 2001
50,0%
2004 40,0%
2009
30,0% 18,9%
20,0% 10,0%
8,6% 3,8% 2,6%0,7%
17,9% 13,8%
12,9% 9,0%
7,7%
1,6%1,7%
0,0% 1
Versie: definitief November 2010
2
3
4
5
Pagina 26 van 28
Bijlage B 4
Kwaliteitscijfers 2009 naar wijkindeling
Wijk 11 Binnenstad Wijk 12 Vrijenban Wijk 13 Hof van Delft Wijk 14 Voordijkshoorn Wijk 16 Delftse Hout Wijk 22 Tanhof West Wijk 23 Tanhof Oost Wijk 24 Voorhof Wijk 25 Buitenhof Wijk 26 Abtswoude Wijk 27 Schiewijk Wijk 28 Wipppolder & TU-No Wijk 29 TU-Zuid
Kwaliteitscijfer 1
Kwaliteitscijfer 2
Kwaliteitscijfer 3
3% 3% 5% 5% 2% 2% 5% 5% 2% 0% 2% 6% 2%
9% 13% 16% 4% 8% 8% 5% 6% 10% 1% 5% 6% 21%
12% 15% 10% 19% 42% 23% 20% 15% 26% 18% 16% 20% 9%
Kwaliteitscijfer 4 Kwaliteitscijfer 5 60% 58% 57% 51% 28% 60% 59% 58% 52% 81% 59% 54% 57%
16% 11% 12% 21% 20% 8% 11% 15% 10% 0% 19% 14% 10%
Gemiddeld kwaliteitscijfer 3,8 3,6 3,6 3,8 3,6 3,7 3,7 3,7 3,6 3,8 3,9 3,6 3,5
Bijlage B 5
Kwaliteitscijfers 2009 naar wijktype
Vrijliggend Rijwielpad Weg gemiddeld belast Weg in Woongebied Weg licht belast Weg zwaar belast
Versie: definitief November 2010
Kwaliteitscijfer 1
Kwaliteitscijfer 2
Kwaliteitscijfer 3
0% 3% 4% 6% 3%
0% 6% 9% 5% 3%
28% 16% 20% 18% 11%
Kwaliteitscijfer 4 Kwaliteitscijfer 5 72% 53% 57% 50% 11%
Pagina 28 van 28
0% 21% 11% 21% 72%
Gemiddeld kwaliteitscijfer 3,7 3,8 3,7 3,8 4,5