HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DELFLAND
Beheerplan onderhoud watergangen 2014-2017 Team Onderhoud Waterkeringen en Watergangen 4 maart 2014
CONCEPT
Beheerplan onderhoud watergangen Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Soorten onderhoud watergangen 3 Positionering beheerplan 4 Kaders 5 Missie en visie dagelijks onderhoud watergangen 6 Strategie en doelstellingen dagelijks onderhoud watergangen 6.1 Strategie 6.2 Doelstellingen 7 Uitgaven 2008-2013 8 Financiering 2014-2017 8.1 Verwachte uitvoeringskosten 2014-2017 8.2 Voorziening onderhoud watergangen 8.3 Relatie met begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2018 9 Ontwikkelingen en acties 10 Evaluatie en actualisatie
2
1
Inleiding
In dit beheerplan is informatie over het onderhoud van de watergangen vastgelegd. Het beheerplan beschrijft de (beleids)kaders, missie, visie, doelstellingen en de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2018 voor het onderhoud van watergangen. In het plan staat tevens welke ontwikkelingen, onderzoeken en acties het komend jaar (mogelijk) aan de orde zijn, die eventueel kunnen leiden tot bijstellen van het plan. Het beheerplan geldt voor de periode 2014-2017 en wordt jaarlijks geactualiseerd. 2
Soorten onderhoud watergangen
Het onderhoud van de watergangen bestaat uit dagelijks onderhoud en het buitengewoon onderhoud. Dagelijks onderhoud Tot het dagelijks onderhoud behoort het krozen en zuiveren van watergangen en waterbergingen en onderhoud van terreinen in beheer van Delfland. Onder het dagelijks onderhoud van watergangen valt tevens het afhandelen van een groot aantal meldingen. De meldingen worden niet in de bestekken meegenomen, maar worden ad hoc afgehandeld. Hierbij kan gedacht worden aan het verwijderen van obstakels, drijflagen en zwerfvuil. Daarnaast vallen onder dit onderhoud maatregelen die meer gericht specifiek gericht op het handhaven en bereiken van de waterkwaliteitsdoelstellingen. Hierbij kan gedacht worden aan het onderhoud van natuurvriendelijke oevers, verwijderen van kadavers, het beluchten en het verwijderen van blad. In het kader van het dagelijks onderhoud watergangen worden verder nog enkele specifieke projecten/activiteiten op het gebied van ecologie uitgevoerd zoals b.v. onderzoek naar alternatieve verwerking van maaisel. De resultaten hiervan landen uiteindelijk in de uitvoering van het dagelijks onderhoud Buitengewoon onderhoud Het buitengewoon onderhoud betreft het middels baggeren op leggerdiepte houden van de watergangen. 3
Positionering beheerplan
Het onderhoud van watergangen vindt plaats vanuit zowel het oogpunt van waterkwantiteit als het oogpunt van waterkwaliteit. Met het onderhoud van de watergangen wordt de vereiste doorstroming van de watergangen gewaarborgd. Hierbij wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de ecologische waarden en aspecten in het watersysteem. Zo draagt het maaien van natuurvriendelijke oevers bij aan de ecologische ontwikkeling van de oevers. De manier van maaien van in watergangen aanwezige rietkragen beïnvloedt de waterkwaliteit positief. Het onderhoud van de watergangen draagt bij aan de programma’s Voldoende Water en Schoon water. Dit beheerplan beschrijft de inhoudelijke en financiële kaders voor het dagelijks onderhoud van de watergangen. Het beheerplan vormt de schakel tussen het beleid en de daadwerkelijke jaarlijkse voorbereiding en uitvoering. Uitgaande van dit beheerplan wordt de uitvoering nader uitgewerkt in onderhoudsprogramma’s voor de watergangen, waterbergingen en natuurvriendelijke oevers en in meerdere onderhoudsbestekken. Vanwege de inhoudelijke complexiteit is eerder een apart beheerplan voor het natuurvriendelijke oevers opgesteld. De uitvoering van dit onderhoud valt wel binnen de kaders (incl. financieel) van dit beheerplan. Dit plan is als bijlage bijgevoegd.
3
Het baggeren (buitengewoon onderhoud) is een complex en omvangrijk proces met specifieke regelgeving waarvoor een apart beheerplan met bijbehorende financiële kaders is opgesteld. Dit is december 2010 vastgesteld door de Verenigde Vergadering. Het vervolg van dit plan richt zich inhoudelijk specifiek op het dagelijks onderhoud. 4
Kaders
Er zijn diverse regels voor de voorbereiding en de uitvoering van het dagelijks onderhoud. De belangrijkste zijn: Nationaal niveau Op nationaal niveau zijn er diverse zaken die de kaders geven voor het voorbereiden en het uitvoeren van het onderhoud. Zowel vanuit waterkwantiteits- als waterkwaliteitsoogpunt. De belangrijkste zaken zijn de Waterwet, de Europese Kaderrichtlijn Water,de Natuurbeschermingswet, de Wet Milieubeheer, regelgeving rond aanbestedingen, diverse ARBO-richtlijnen en de Flora en Faunawet. Provinciaal niveau Het Provinciaal waterplan 2010-2015 schetst de provinciale kaders voor het waterbeheer. De Provinciale ecologische hoofdstructuur geeft aanvullende eisen en wensen vanuit ecologische optiek. Gemeentelijk niveau Sinds 1 januari 2005 is Delfland onderhoudsplichtig voor alle boezemwatergangen en hoofdwatergangen/primaire watergangen. Diverse zaken lagen daarvoor nog bij gemeenten. Om deze reglementaire overdracht van onderhoudstaken goed te regelen zijn met de gemeenten afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in convenanten. Met diverse gemeenten zijn uitgaande van deze convenanten praktische afspraken gemaakt over de uitvoering in praktijk. Zo baggert Delfland soms aan de ene kant op kosten van de gemeente hun watergangen en voert de gemeente vice versa op kosten van Delfland het kroos- en zuiverwerk van de watergangen uit, waarvoor Delfland onderhoudsplichtig is.. Delflands beleid In het Waterbeheerplan 2010-2015 staan het beleid en de doelen die het Hoogheemraadschap van Delfland nastreeft. De doelen voor het onderhoud watergangen zijn in de kadernota 2014 en de programma’s Voldoende en Schoon water nader uitgewerkt in doelstellingen, maatregelen en bijbehorende kostenramingen. De Keur Delfland 2010 en de legger watergangen van 2011 vormen de juridische basis voor de onderhoudsplicht en de onderhoudsverplichtingen van de watergangen. De keurbepalingen en onderhoudsverplichtingen zijn nader uitgewerkt in algemene regels voor o.a. bruggen, duikers, oeverbescherming, natuurvriendelijke oevers etc. Verder hanteert Delfland de gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen. Hierin is uitgewerkt hoe het hoogheemraadschap op een zorgvuldige namier omgaat met de belangen van flora en fauna. Deze code ontslaat het hoogheemraadschap in sommige gevallen tevens van de verplichting om een ontheffing aan te vragen. Daarnaast geeft het beleidskader Duurzaamheid de uitgangspunten voor een duurzame uitvoeringswijze van het onderhoud. Naast het zoveel als mogelijk rekening houden met de aanwezige flora en fauna (conform gedragscode) houdt dit ondermeer in dat gekeken wordt naar hergebruik van maaisel en baggeren, dat er geen chemische middelen worden gebruikt en de transportafstanden zoveel als mogelijk worden beperkt.
4
5
Missie en visie dagelijks onderhoud watergangen
Missie Delfland: Het binnen de vigerende wet- en regelgeving optimaal houden van de doorstroming in de watergangen in het beheergebied van Delfland, zodat de af- en aanvoer van water gegarandeerd blijft tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Visie Delfland: Delfland draagt zorg voor de meest efficiënte en goedkoopste voorbereiding en uitvoering van het dagelijks onderhoud en van afhandeling van meldingen in de primaire watergangen. Middels de schouw wordt toegezien op tijdig en voldoende dagelijks onderhoud van de secundaire watergangen. Bij de voorbereiding en uitvoering van het dagelijks onderhoud wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de ecologische waarden in het watersysteem en wordt gestreefd naar duurzaamheid. 6
Strategie en doelstellingen dagelijks onderhoud watergangen
6.1 Strategie Beheerareaal van het dagelijks onderhoud De objecten waarvoor team OWW het dagelijks onderhoud uitvoert, betreffen: Primaire watergangen ca. 1192 km , inclusief ca. 100 km. duikers Natuurvriendelijke oevers ca. 65 km. Betreft areaal opgenomen in legger 2012 Waterbergingen, 25 stuks (maaien berm 12,25 ha, maaien natte profiel 2900 meter, snoeien vegetatie 1160 meter). Terreinen, 10 stuks (maaien vegetatie 3,8 ha, snoeien 716 meter). Voorbereiding krozen en zuiveren In de keur en legger is opgenomen hoe vaak het dagelijks onderhoud (krozen en zuiveren) in een watergang uitgevoerd moet worden. Voor het overgrote deel van de watergangen geldt 2 keer per jaar (late voorjaar en najaar). Bij enkele watergangen is 1 maaibeurt per jaar voldoende voor andere watergangen is 3 of zelfs incidenteel 4 keer per jaar onderhoud nodig om de doorstroming te garanderen. In het waterbeheersplan is vastgelegd, dat het onderhoud van de wateren geënt is op ecologisch beheer. In de praktijk betekent dit dat bij het onderhoud zoveel als mogelijk rekening gehouden met ecologische aspecten. Dit houdt in dat de maaifrequentie, methode en jaargetijde wordt afgestemd op de belangen van gewenste plant- en diersoorten. Hiermee wordt niet alleen een voldoende waterafvoer en bescherming tegen water gegarandeerd, maar ook wordt de ecologische kwaliteit en (natte) natuurwaarden van wateren en oevers zoveel mogelijk behouden en/of versterkt. Uitvoering krozen en zuiveren Met alle gegevens uit de voorbereiding stelt Delfland voor de primaire watergangen de bestekken voor het uitvoeren van het dagelijks onderhoud op en besteedt deze aan. Delfland voert zelf de directie op de uitvoering van het dagelijks onderhoud voor de primaire watergangen en houdt dagelijks toezicht op een juiste uitvoering door aannemers. Met enkele gemeenten zijn praktische afspraken gemaakt over de uitvoering van het onderhoudswerk binnen hun gemeentegrenzen/stedelijk gebied. Die gemeenten nemen dan het krooswerk van Delfland mee en dat wordt achteraf verrekend. Vice versa gebeurt dit dan met het baggerwerk. Het dagelijks onderhoud van de secundaire watergangen is een verantwoordelijkheid van de aangelanden (particulieren en overheden). Controle op goede en tijdige uitvoering van het dagelijks onderhoud in de secundaire watergangen vindt plaats middels de schouw
5
Uitgangspunten bij krozen en zuiveren Voor het dagelijks onderhoud is voor de primaire watergangen een maatregelenprotocol opgesteld waarmee de gedragscode Flora- en Faunawet gewaarborgd wordt. Het maatregelenprotocol kent drie reguliere uitvoeringsperiode waar binnen het dagelijks onderhoud plaatsvindt. Uitvoeringsperiode 1: 15 augustus tot 1 november. Uitvoeringsperiode 2: 15 juli tot 15 augustus. Uitvoeringsperiode 3: 1 juni tot 15 juli. In uitvoeringsperiode 3 mogen watergangen alleen geschoond worden als dit vanuit waterstaatkundig optiek echt noodzakelijk is. Binnen deze periode gelden dan extra voorwaarden t.a.v. de uitvoering. Voor het krozen en zuiveren gelden op basis van de genoemde kaders de volgende algemene regels en uitgangspunten: Wanneer krozen en zuiveren met de maaiboot gebeurt, dan uitsluitend vanuit het middelste deel tussen de wederzijdse oeverlijnen. Er wordt niet naar een doodlopend punt toegewerkt. De maaihoogte boven land- en water is tussen 5 cm en 10 cm boven de bodem. Daar waar voldoende ruimte is en de verkeersveiligheid niet in geding komt blijft het maaisel minimaal 24 uur en maximaal 72 uur op de over liggen zodat watergebonden dieren de kans krijgen om naar het water terug te keren. Vogels in de watergang en op de droge oever mogen tijdens hun broedproces ‘baltsen, nestbouw, broeden en verzorgen van opgroeiende jongen’ niet door de werkzaamheden verstoord worden. Rondom een bezet vogelnest mogen er binnen een straal van drie meter geen activiteiten plaatsvinden. Eventuele vissen die er met de werkzaamheden uit worden gehaald, dienen te worden teruggezet in de watergang. De aanwezigheid van broedende vogels en het terugzetten van vissen worden dezelfde dag door de opdrachtnemer gemeld aan de directie of opzichter en daarnaast in het weekrapport opgenomen. Afhandelen Meldingen Via het meldpunt komen bij het team Onderhoud Waterkeringen en Watergangen veel meldingen van ingelanden binnen. De meldingen betreffen bijvoorbeeld: Een sloot waar dode vissen in liggen die de waterkwaliteit aantasten. Drijfvuil in het water. Verzoeken om rietoevers te maaien. De melding wordt in behandeling genomen. In veel gevallen wordt de betreffende lokatie bezocht en wordt contact gezocht met de melder. Meldingen worden waar mogelijk ter plaatse afgehandeld en anders worden deze indien nodig, elders belegd binnen of buiten de organisatie. Overig onderhoud Op basis van eigen waarneming in het veld of in het kader van bestuursdwang wordt ook overig onderhoud uitgevoerd in opdracht van Team handhaving, b.v. het verwijderen van verontreinigingen en van boten etc. Ecologische projecten/activiteiten In het kader van het onderhoud worden op ecologiegebied diverse activiteiten uitgevoerd. Resultaten hiervan worden uiteindelijk meegenomen bij de voorbereiding en uitvoering van het onderhoud. In 2012 en 2013 waren dit bijvoorbeeld: - GTB-project: In dit project (gebiedsgerichte toepassing van biomassa) is gekeken naar manieren om kroos en maaisel binnen Delfland nuttig toe kunnen passen. Daaruit is gebleken dat het drogere maaisel uit met name waterbergingen nuttig kan worden toegepast in potstallen van agrariërs en dat agrariërs ook als verwerkers van maaisel mogen worden aangemerkt. In 2012 en 2013 is levering van droog maaisel aan agrariërs tegen marktconforme prijs beperkt toegepast. Mogelijkheden voor grootschaligere afzet van maaisel bij agrariërs worden in de toekomst bekeken.
6
-
Inventarisatie ecologische waarden secundaire systeem: Inventarisatie van aanwezige flora en fauna in het secundaire systeem. Op basis van de resultaten hiervan wordt gekeken of een maatregelenprotocol Flora- en Faunawet kan worden opgesteld voor de secundaire watergangen.
6.2 Doelstellingen dagelijks onderhoud Conform vigerend beleid en de kadernota zijn de doelstellingen van het dagelijks onderhoud: - Jaarrond waarborgen van het minimale doorstroomprofiel in de primaire watergangen; - Beschermen en waar mogelijk bevorderen van de ecologische waarden in het primaire watersysteem; - Zoveel mogelijk uitvoeren krozen en zuiveren binnen de voorkeursperiode uit de gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen; - Zo snel, zo klantvriendelijk en zo goed mogelijk afhandelen van meldingen. 7
Uitgaven 2008-2013
In de periode 2008 tot en met 2013 bracht het dagelijks onderhoud van de watergangen de onderstaande kosten met zich mee (in miljoenen Euro’s).
Programma VW BBP 720 directe kosten en uren Programma SW BBP 750 directe kosten en uren TOTAAL
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2,59
3,70
3,29
3,20
3,07
3,21
0,16
0,24
0,41
0,98
0,48
0.22
2,75
3,94
3,7
4,18
3,55
3,43
Het dagelijks onderhoud watergangen betreft de BBP-nummers 720 en 750. Daarbij is BBP 720 onderdeel van het programma Voldoende water (bloknummer 100030) en 750 onderdeel van het programma Schoon water (tot 2012 bloknummer 100031, daarna bloknummer 100135). De directe kosten bevatten de daadwerkelijke onderhoudskosten. Algemene kosten als aanschaf apparatuur, dienst- en werkkleding en wagenpark etc. zijn hierin niet meegenomen. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de uitvoeringskosten inclusief uren over de periode 2008-2013 gemiddeld € 3,59 miljoen (3,18 Voldoende water en 0,41 Schoon water) per jaar bedragen. De genoemde bedragen zijn inclusief de kosten voor het onderhoud aan de natuurvriendelijke oevers. Deze kosten vielen onder BBP 720. Meldingen In 2009 zijn totaal 558 meldingen afgehandeld die betrekking hadden op het dagelijks onderhoud van watergangen. In 2010 betrof dat 664, in 2011 525, in 2012 539 meldingen en in 2013 463 meldingen. Personeel In het team OWW is thans totaal ca. 10,5 fte jaarlijks bezig met de voorbereiding en uitvoering van het dagelijks onderhoud (dus exclusief baggeren). Daarnaast draagt het team Operationeel Beheer 0,5 fte operationele zorg bij aan het opsporen en verwijderen van uitheemse plantensoorten. In 2013 was de inzet voor het programma Voldoende water ca. 8 fte en voor het programma Schoon water 3 fte.
7
De realisatiecijfers weken in deze periode behoorlijk af van de initiële begroting. Belangrijke redenen voor de verschillen zijn het door de jaren heen extensiveren van het onderhoud middels maatwerk per watergang (rekening houden met ecologische aspecten), goedkopere afzet en toepassen van maaisel, marktwerking en reserveringen in de begroting voor eventueel benodigd extra onderhoud als gevolg van natuurlijke omstandigheden. Met de ervaringen sinds 2008 is vanaf 2010 de begroting langzaam aangepast, waarbij nog wel steeds ruimte werd ingebouwd voor het opvangen van fluctuaties in kosten. In 2012 en 2013 bleef er eind van het jaar op de directe uitvoeringskosten steeds ruim meer dan 10% over t.o.v. de initiële begrotingen. De afgelopen jaren zijn het onderhoud en de bestekken geoptimaliseerd. Hierbij vindt er zoveel mogelijk maatwerk per watergang plaats, in die zin dat per watergang op basis van ervaringen wordt aangegeven hoeveel maaibeurten er per jaar nodig zijn. Dit kon op basis van ervaringen van vele afgelopen jaren. Afwijkingen hierop vanwege extra groei zullen er altijd blijven, maar zullen hierdoor minder in aantal zijn. Echter fluctuatie door natuurlijke omstandigheden, aantal incidenten en marktwerking zullen er altijd blijven. 8
Financiering 2014-2017
8.1 Geactualiseerde uitvoeringskosten 2014-2017 De kosten voor het dagelijks onderhoud zullen blijven fluctueren. In lijn met baggeren zal daarom ook voor het dagelijks onderhoud watergangen een voorziening worden getroffen. Door middel van deze voorziening kunnen de meerjarige kosten van het dagelijks onderhoud worden geëgaliseerd. Om de hoogte van de voorziening te kunnen bepalen is, op basis van de daadwerkelijke realisaties van de afgelopen jaren, een raming nodig van de verwachte uitgaven tussen 2014 en 2017. Uitgangspunten raming verwachte uitvoeringskosten: Directe kosten: Gemiddelde directe uitvoeringskosten 2008 t/m 2013 + toename kosten door toenemend beheerareaal + toename kosten door nieuwe activiteiten + % variatie in verband met weer, aantal incidenten en marktwerking Uren: Uitgangspunt verdeling 11 fte conform 2013 --> 80% inzet Voldoende water en 20% inzet Schoon water Gemiddelde directe uitvoeringskosten 2008-2013: BBP 720/programma Voldoende water: De gerealiseerde uitvoeringskosten voor BBP 720 in de periode 2008-2013 bedroegen € 2,61 miljoen. Dit bedrag is inclusief het onderhoud van natuurvriendelijke oevers (nvo’s). Het onderhoud aan nvo’s varieert per jaar. In 2013 bedroegen de kosten 20.000 Euro. Vanaf 2014 worden deze kosten betaald uit het programma Schoon water (zie BBP 750). De gemiddelde directe uitvoeringskosten voor BBP 720 2008-2013 worden hiermee € 2,59 miljoen.
8
BBP 750/programma Schoon water: Het gemiddelde van de kosten over 2008-2013 is geen goed uitgangspunt voor de gemiddelde toekomstige kosten voor 2014-2017. Zo zijn vanaf 2011 de kosten van ecologische onderzoeken betaald uit het programma Schoon water in plaats van Voldoende water, maar is tegelijk het aantal onderzoeken sterk afgenomen. De jaren 2012 en 2013 geven als basis, met uitzondering van het nvo-onderhoud, het beste beeld. Vanaf 2014 worden de kosten voor het onderhoud van nvo’s betaald uit het programma Schoon water. Het onderhoud wordt conform het beheerplan nvo’s dusdanig uitgevoerd, dat nvo’s op een zo efficiënt en doelmatig mogelijke manier worden ontwikkeld naar het gewenste streefbeeld en op het gewenste streefbeeld worden gehouden. De kosten van het nvoonderhoud variëren jaarlijks, in 2014 bedragen de kosten naar schatting 40.000 Euro. Een deel van deze kosten betreft het vervolg van de pilot in de Commandeurspolder, waarbij de nvo’s worden onderhouden door Vockestaert. Gelet op het voorgaande geldt als basis voor de verwachte uitvoeringskosten 2014-2017: Gemiddelde realisatie van 2012 en 2013: € 150.000 Plus de kosten voor onderhoud nvo’s: + € 40.000 ------------€ 190.000 Toename kosten door toenemend beheerareaal: Komende jaren wordt het beheerareaal groter als gevolg van gereedkomen van projecten. Voor de planperiode betreft dit: BBP 720/programma Voldoende water: Bochtafsnijding Schie vanaf 2015 Groenzoom vanaf 2014 Bergboezem Berkel vanaf 2015 Voorafsche polder vanaf 2014 3 in 1 projecten vanaf 2015 In de planperiode betekent dit per jaar de volgende structurele bijkomende kosten als gevolg van toenemend areaal: Jaar 2014 2015 2016 2017
Stijging kosten (in €) 11.000 42.500 0 5.000
BBP 750/programma Schoon water: Het areaal van natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen zal tot 2017 groeien. Daarmee zullen ook de onderhoudskosten stijgen. Voor de planperiode vanaf 2015 betekent dit elk jaar naar verwachting € 10.000 /jaar extra. Toename kosten nieuwe taken/activiteiten: BBP 720/programma Voldoende water: Bijdrage aan Provincie Zuid Holland in verband met kosten van onderhoud van de vaarwegen. Dit betreft 105.000 Euro/jaar vanaf 2014. BBP 750/programma Schoon water: In 2013 is een communicatieplan vastgesteld voor specifieke communicatie in het kader van natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen. Dit behelst onder meer het plaatsen van informatieborden bij nvo’s en schriftelijk communicatiemateriaal. De verwachte kosten in 2014 bedragen 30.000 Euro.
9
Variatie in verband met weersomstandigheden, aantal incidenten en marktwerking BBP 720/programma Voldoende water: De weersomstandigheden beïnvloeden met name de kosten voor het maaien van de watergangen en waterbergingen en terreinen. Afhankelijk van het weer groeien de waterplanten meer of minder, zijn er meer of minder maaibeurten nodig en moet er meer of minder maaisel worden afgevoerd. Daarnaast is er een zekere invloed van het aantal incidenten, zoals verstopte duikers, het verwijderen van zwerfvuil, kapotte beschoeiingen etc. Tot slot wordt het maaiwerk uitbesteed en zijn de uitgaven onderhevig aan marktwerking. 2012 en 2013 waren relatief gunstig jaren qua weer met relatief minder plantengroei, een gunstige markt en derhalve lagere uitvoeringskosten. Op basis van de ervaringen van afgelopen jaren wordt als uitgangspunt voor de variatie van stijging van kosten een percentage genomen van 10%. Lagere kosten t.o.v. 2012 en 2013 is mogelijk, maar de variatie zal minder zijn omdat het al relatief gunstige jaren waren. Daarom wordt voor verlaging van kosten een percentage aangehouden van 5%. BBP 750/programma Schoon water: Het aantal incidenten zoals bv. verontreinigingen en kadavers en in mindere mate de weersomstandigheden beïnvloeden ook de uitgaven op BBP 750. Daarnaast zijn de kosten van het onderhoud van nvo’s variabel. Sinds 2013 is het onderhoud aangepast in lijn met het beheerplan nvo’s. Met dit onderhoud is nog relatief weinig ervaring en daarmee is ook nog niet duidelijk wat dit precies betekent voor de kosten in 2014-2017. Vooralsnog wordt als basis voor de planperiode een maximumbedrag gehanteerd van € 40.000. Voor de planperiode wordt als uitgangspunt genomen dat binnen BBP 750 de fluctuaties onder diverse invloeden tegen elkaar wegvallen. Derhalve wordt verder geen variatiepercentage gehanteerd. Verwachte geactualiseerde uitvoeringskosten 2014 -2017: Op basis van de uitgangspunten en de geschetste opbouw zijn de verwachte uitvoeringskosten voor 2014-2017 ten behoeve van de te treffen voorziening als volgt (in miljoenen Euro’s): 2014
2015
2016
2017
Programma VW/blok 100030 720 directe uitvoeringskosten Variatie + 10% of -5% 720 uren
2,71 + 0,27 0,51
2,75 - 0,13 0,51
2,75 +0,27 0,51
2,76 - 0,13 0,51
Programma SW/blok 100135 750 directe uitvoeringskosten 750 uren
0,22 0,13
0,20 0,13
0,21 0,13
0,22 0,13
TOTAAL
3,84
3,46
3,87
3,49
8.2 Voorziening onderhoud watergangen Om de fluctuatie van kosten te kunnen egaliseren wordt voorgesteld om net als voor baggeren een voorziening in de begroting te treffen. Met het instellen van een Voorziening onderhoud watergangen wordt jaarlijks op basis van dit beheerplan ten laste van de exploitatie een vast bedrag in de voorziening gestort en worden de werkelijke kosten rechtstreeks ten laste van de voorziening verantwoord. De besteding van de voorziening is alleen mogelijk voor het aangegeven doel.
10
De gemiddelde verwachte geactualiseerde uitvoeringskosten tussen 2014 en 2017 (zie 8.1) bedragen € 3,59 miljoen. Als jaarlijkse storting kan dan € 3,6 miljoen worden aangehouden. Om in de periode 2014-2017 de fluctuaties in kosten op te kunnen vangen is daarnaast een initiële storing in de voorziening nodig van € 400.000. Daarmee is dus in 2014 totaal een storting van € 4.000.000,- nodig en daarna tot en met 2017 jaarlijks € 3.600.000,-. In onderstaande tabel wordt het verwachte verloop van de voorziening onderhoud watergangen gepresenteerd. Jaar 2014 2015 2016 2017
Startsaldo 0,40 0,16 0,30 0,03
Storting 3,6* 3,6* 3,6* 3,6*
Onttrekking 3,84 3,46 3,87 3,49
Eindsaldo 0,16 0,30 0,03 0,14
*waarvan € 3,25 miljoen voor Voldoende Water en € 0,35 miljoen voor Schoon water Verwacht verloop voorgestelde voorziening (bedragen in miljoenen €’s) 8.3 Relatie naar begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2018 In de begroting voor 2014 en de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn voor dezelfde uitvoeringskosten (blokken 100030/programma Voldoende water en 100135/programma Schoon water) de volgende totaalbedragen opgenomen : Jaar 2014 2015 2016 2017
Begrote bedragen (mlj €) 3,51 3,51 3,54 3,59
Het gemiddelde van de begrote bedragen ligt iets lager dan de verwachte kosten in de voorziening (3,54 t.o.v. 3,67 miljoen €). Dat verschil is te verklaren uit het feit dat vooruitlopend op het instellen van een voorziening de ruimte voor fluctuatie in de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2018 structureel verder is beperkt (met ruim 300 k€). Wel met de opmerking dat eventuele overschrijdingen als gevolg van marktwerking, weersinvloeden of aantal incidenten dan uit andere begrotingsposten moeten worden gefinancierd. Daarnaast wijken de bedragen per blok af t.o.v de begroting en meerjarenraming. Dat komt doordat de voorziening is gebaseerd op de daadwerkelijke realisaties van de afgelopen jaren. Na instemming van de VV met de voorziening zal deze financieel worden ingesteld bij Burap I en wordt daarna de meerjarenraming 2015-2018 hierop aangepast. 9
Ontwikkelingen en acties
Ontwikkelingen in de wet- en regelgeving, nieuwe praktijkervaringen en kostenbeheersing vragen om continue aandacht voor verbeteringen in het proces van het dagelijks onderhoud en eventuele aanpassingen in Delflands beleid. De aandacht zal daarbij conform de kadernota de komende tijd gericht worden op de onderstaande aspecten: A Goedkopere afzet van maaisel en groenafval In het kader van het GTB-project (gebiedsgerichte toepassing van biomassa) is gekeken naar goedkopere manieren om kroos en maaisel binnen Delfland nuttig toe te kunnen passen.
11
Agrariërs kunnen in dit verband als verwerkers ook meedingen bij de ontvangst van maaisel. Dit wordt komende jaren waar mogelijk meegenomen bij de diverse werkzaamheden. B Prestatie-indicatoren, kentallen en analyse en onderhoudbeheersysteem Gisratio Het gegevensbeheer van het dagelijks onderhoud kan worden verbeterd, waarbij ook structureel betere PI’s en kengetallen kunnen worden afgeleid. Bekeken wordt of deze gegevens ook nog van oudere jaren kunnen worden afgeleid. In 2011 is het onderhoudbeheersysteem Gisratio geïmplementeerd voor krozen en zuiveren van de watergangen. Met behulp van Gisratio zijn ook de bestekken voor 2013 gevuld. Het gebruik van het systeem wordt in 2014 uitgebreid waarbij specifieke aandacht zal worden besteed aan sturingsinformatie. C Samenwerking met gemeenten In 2014 lopen gesprekken met gemeenten Vlaardingen, Rijswijk en Pijnacker-Nootdorp over mogelijkheden voor verdere samenwerking op het gebied van onderhoud. In dat kader worden ook de lopende praktijkafspraken op onderhoudsgebied vastgelegd. Met deze resultaten zal de insteek worden bepaald voor nader overleg met andere gemeenten. Doel hierbij is het streven naar zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. 10
Evaluatie en actualisatie beheerplan dagelijks onderhoud watergangen
Het beheerplan wordt jaarlijks geëvalueerd. Daarbij worden de resultaten van de acties en ontwikkelingen genoemd in hoofdstuk 9 bekeken. Tezamen met nieuwe ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en ervaringen uit dagelijks onderhoud, is dat al dan niet aanleiding om het beheerplan aan te passen waarbij ook de jaarlijkse storting in de voorziening zal worden geactualiseerd. D&H wordt jaarlijks geïnformeerd over deze actualisatie. Bijlagen 1. Beheerplan natuurvriendelijke oevers 2. Beheerplan onderhoudsbaggeren
12