Beheerplan Landgoed Hageveld Deel 1: Gedeelte Atheneum College Hageveld Beheerplan 2013- 2023
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022
Rij Linden rond de cour; Landgoed Hageveld.
Voor de totstandkoming van dit beheerplan speciale dank aan: Kees Stokman die zijn ongekende kennis over het beheer van Landgoed Hageveld op enthousiaste wijze overdroeg. Frits Hazenberg die niet alleen zijn magistrale publicatie Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis tot stand bracht, een enorme bron van informatie, maar ook aanvullende historische kennis ter beschikking stelde.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022
Beheerplan Landgoed Hageveld Deel 1: Gedeelte Atheneum College Hageveld Beheerplan 2013-2023
Peter Mol 2012
Projectleider Projectuitvoering Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto’s en afbeeldingen Rapportnummer Projectnummer
Lidy Zeinstra, Klaas de Boer Peter Mol Duurzaam Beheer en Onderzoek en Advies Atheneum College Hageveld Opdrachtgever Peter Mol 12.028 12-36501
© Landschap Noord-Holland Postbus 222 1850 AE Heiloo 088-0064400 www.landschapnoordholland.nl Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022
Samenvatting Hageveld is een aan de zuidoost rand van Heemstede gelegen landgoed van ruim 90 jaar oud, maar e met een veel langere voorgeschiedenis, die zelfs teruggaat tot de middeleeuwen. Van klooster (15 e eeuw), ontwikkelde het toenmalige terrein zich van ‘Buiten” naar Landgoed. In de 20 eeuw kreeg het zijn huidige inrichting met de stichting van het Seminarie Hageveld door het Bisdom Haarlem. Vandaag de dag is Hageveld deels een Atheneum en deels een wooncomplex. De ‘groene’ delen van het landgoed zijn echter grotendeels in de seminarietijd gevormd, maar ook oudere elementen zijn nog altijd aanwezig. Daarnaast is de plek waar nu Hageveld ligt een belangrijke archeologische vindplaats, vanwege een bijna permanente bewoning sinds de jonge steentijd. Hoewel Hageveld geen klassiek landgoed met bijbehorende buitenplaats meer is, heeft het door zijn mooie landschappelijke aanleg, de schitterende bosopstanden en solitaire bomen, de rijke historie en de aanwezigheid van het monumentale seminariegebouw toch een belangrijke plaats verworven als een van de beeldbepalende landgoederen rond Heemstede. Hageveld bezit dan ook de officiële monumentale status van Landgoed. In 1989 is in opdracht van de voorloper van Atheneum College Hageveld, College Hageveld genoemd, door de Grontmij een beheerplan gemaakt voor Landgoed Hageveld. Dit beheerplan had een looptijd van 5 jaar, maar was tot op heden nooit geëvalueerd of bijgesteld. Zowel het Atheneum College Hageveld, als de gemeente Heemstede, waren van mening dat nu, na bijna 20 jaar, de tijd was aangebroken voor een hernieuwd beheerplan. Daarbij stuurde de gemeente vooral aan op een noodzakelijk bomenbeheerplan en werd Landgoed Hageveld in 2011 ook onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Atheneum College Hageveld vroeg daarom Landschap Noord-Holland een hernieuwd beheerplan te schrijven, waarbinnen beheer van de bomen en bosdelen een belangrijke plaats zou innemen. Beiden partijen kwamen daarbij overeen dat het beheerplan van de Grontmij in grote lijnen de basis van het hernieuwde plan zal blijven. Daarom zullen ook de daarin geformuleerde doelstellingen worden gehandhaafd (zie hiervoor de verdere uitleg in de inleiding). Verder zal het beheerplan met het hierin voorgestelde beheer er op gericht zijn om met een helder en realistisch pakket aan zowel eenmalige maatregelen als reguliere werkzaamheden het behoud van landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden tegen aanvaardbare kosten te waarborgen. Daarom zal op dit laatste punt extra aandacht worden besteed aan de duurzame rol die vrijwilligers nu al, maar ook in de toekomst kunnen vervullen. De Vereniging van Eigenaren Landgoed Hageveld sloot zich begin juli aan bij het initiatief om een hernieuwd beheerplan voor Landgoed Hageveld door Landschap Noord-Holland te laten schrijven. Daardoor werd het mogelijk om tot één hernieuwd beheer voor het hele landgoed te komen. Wel zullen de twee terreindelen van de beide eigenaren in afzonderlijke delen worden behandeld. Wel vallen de twee delen samen onder de gemeenschappelijke behandeling van de gebiedsbeschrijvingen en de historische achtergronden.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 4
Inhoudsopgave Samenvatting .................................................................................................. 4 Inhoudsopgave ................................................................................................ 5 1. Inleiding ............................................................................................... 6 2. Gebiedsbeschrijving .............................................................................. 8 3. Beoordeling op resultaten en knelpunten ..............................................23 4. Voorgestelde beheermaatregelen .........................................................27 5. Streefbeelden ......................................................................................40 6. Literatuur ............................................................................................42 7. Bijlagen ...............................................................................................43
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 5
1. Inleiding De plaats waar nu aan de zuidoost rand van Heemstede het Landgoed Hageveld ligt, zal slechts bij weinigen in het bewustzijn gebeiteld staan als een brandpunt van historie. Voor de meeste mensen uit de omgeving is het vooral de plek van het Atheneum College Hageveld, dat daar verscholen achter een bedrijfsterrein en een hoogopgaand bos in een monumentaal complex dat in de jaren’ 20 van de vorige eeuw door het bisdom Haarlem werd gebouwd. Toch is de plek van Landgoed Hageveld historische grond. Van de jonge steentijd tot aan de dag van vandaag was er vrijwel permanente bewoning, of werd de plek intensief door mensen gebruikt. Uit bijna alle perioden in deze lange tijd zijn sporen op Hageveld achtergebleven, zowel onder het oppervlak als daarboven. In die zin vertegenwoordigt Hageveld zowel belangrijke archeologische, als cultuurhistorische waarden. Hageveld is vandaag de dag een Landgoedbos met in haar midden een omvangrijk gebouwencomplex, dat in de jaren 20 van de vorige eeuw is gebouwd als Rooms Katholiek Seminarie (een vooropleiding voor priesters). Een deel ervan is nu in gebruik als Atheneum College. Een ander deel van het complex is geschikt gemaakt voor bewoning door particuliere eigenaren. e
Vroeger, dat wil zeggen tot aan het begin van de 20 eeuw, was de plek waar nu Hageveld ligt een geïsoleerd gebied dat een eind verwijderd lag van de bebouwing van Heemstede. Anno 2012 grenst het in het westen en zuiden aan bedrijfsterreinen van Heemstede en het Sportpark HBC. De huidige begrenzing van Landgoed Hageveld wordt gevormd door de Nijverheidsweg in het westen, noorden en noordoosten. Aan de zuidkant vormt de ringsloot die zich rond het Landgoed slingerend de grens met het bedrijventerrein en de sportvelden (zie bijlage 1). Het voorliggende beheerplan zal gaan over de zogenaamde groene delen van het Landgoed Hageveld; dat wil zeggen de afzonderlijke delen van het landgoedbos, de waterwegen die het landgoed doorkruisen en omringen, de beplanting van bomen, struiken en plantvakken rond het hoofdgebouw en de beplanting rond de parkeerplaats van Atheneum College Hageveld. Ook zal kort worden ingegaan op twee van de binnentuinen van het hoofdgebouw van dit College. Het beheerplan zal verder slechts geringe aandacht besteden aan het beheer van het sportveld en de cour met wal daar die onder een algemeen gangbaar gazonbeheer vallen. Ook de perken met bloemborders en sierheesters zullen slechts kort aan bod komen. Het huidige landgoedbos van Hageveld is deels een overblijfsel van een laat negentiende-eeuwse aanplant in Engelse Landschapsstijl, deels het vervolg van een herplant uit de jaren 20 van de Twintigste eeuw. In de bospercelen zijn ook oudere elementen aanwezig, zoals een restant van het mide deleeuwse grachtenstelsel en ook bomen uit de periode van de laatste kwart van de 19 eeuw. Het landgoedbos is daarom cultuurhistorisch van belang, wat bevestigd werd door de aanwijzing door de gemeente Heemstede als gemeentelijk monument. Eerder, in 2002 had het Landgoed al de officiële Landgoedstatus gekregen. Bij de voorgenomen wijziging van het gemeentelijk kapbeleid in 2012 werd Atheneum College Hageveld er op gewezen dat het landgoed als beeldbepalende boomzone was gekwalificeerd. Hierdoor is de kap van met name oudere bomen slechts onder strenge voorwaarden mogelijk. Daar komt nog bij dat de provincie Noord-Holland Hageveld in 2011 heeft aangewezen als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. Het hernieuwde beheerplan zal zich in belangrijke mate baseren op het Beheerplan van de Grontmij uit 1989. De doelstellingen uit dit beheerplan blijven ook in deze hernieuwde versie gehandhaafd. Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 6
De Grontmij formuleerde destijds haar hoofddoelstelling als volgt: “De duurzame instandhouding van het complex in zijn totaliteit en handhaving van en indien mogelijk vergroting van de aanwezige cultuurhistorische, landschappelijke, natuurwetenschappelijke en recreatieve waarden”.1 Daarbij meldde zij verder dat ze streefde naar “gevarieerde houtopstanden”, zowel wat betreft soortensamenstelling als wat betreft bosstructuur. Belangrijk waren ook het behoud van (beeldbepalende) solitaire bomen en losse boomgroepen en de instandhouding van Lanen (allen Lindelanen en rijen). Landschap Noord-Holland zal daarnaast ook aandacht besteden aan het mogelijk herstel van historische zichtlijnen, het behoud of versterking van de mogelijkheden voor flora en fauna en verbetering van de beleving van het landgoed als landschappelijk en historisch erfgoed. Tevens zal meer nog dan in het beheerplan van de Grontmij de nadruk komen te liggen op behoud en bevoordeling van oude monumentale bomen in zowel de boszones van het landgoed als daarbuiten in de vorm van de solitaire bomen, de boomgroepen en de rijen linden. Gezien de gehanteerde doelstellingen zullen in dit beheerplan centraal staan: a. Hoe is de huidige staat van het Landgoed, uitgesplitst naar de verschillende terreinonderdelen en afgezet tegen de doelstellingen van het oude beheerplan. b. Welke bestaande en nieuwe beheermaatregelen zijn nodig om het Landgoed duurzaam en cultuurhistorisch verantwoord te beheren. Hierbij zullen ook maatregelen aan de orde komen die nodig zijn om geconstateerde knelpunten in de actuele toestand van het Landgoed op te lossen. In het beheerplan van de Grontmij uit 1989 wordt uitvoerig stil gestaan bij de geologie en geomorfologie van Hageveld en omgeving. Daar waar deze onderwerpen nog aan de orde komen zal verwezen worden naar dit oude beheerplan. Hetzelfde geldt voor een uitgebreide beschrijving van de landschapstijl, hoewel dat ook in deze hernieuwde versie nu en dan aan bod zal komen. Na de beschrijving van de terreintypen zal speciale aandacht worden besteed aan het in het oude beheerplan voorgestelde beheer, hoe dat in de praktijk is gebracht en wat daarvan de resultaten waren. Bij dit laatste zal vooral dieper worden ingegaan op knelpunten die naar boven zijn gekomen en zullen voorstellen worden gedaan om deze op te lossen. Het beheerplan zal worden afgesloten met een voorgesteld beheerschema.
1
College Hageveld te Heemstede, Beheersplan 1989 – 1993, pag 14.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 7
2. Gebiedsbeschrijving Gebiedsomschrijving en beschrijving van de verschillende terreinonderdelen Landgoed Hageveld, in de huidige omvang, exclusief de weilanden, maar inclusief de gebouwen, 14,8 ha groot, ligt vandaag de dag direct aan de zuidoost rand van Heemstede, tussen enerzijds het Heemsteeds Kanaal en anderzijds het Spaarne. Tussen Hageveld en beide wateren liggen weilanden die vroeger bij het Landgoed hoorden waar Hageveld de voortzetting van is. Op dit moment zijn ze nog formeel eigendom van het Bisdom Haarlem, maar in pacht ondergebracht bij boeren. In het beheerplan zullen deze weilanden verder buiten beschouwing worden gelaten. Aan de zuid en zuidwest zijde grenst Hageveld aan een bedrijventerrein. De fysieke grens is hier een afwateringssloot en het zuidelijk deel van de Nijverheidsweg. De grens van het Landgoed met de weilanden wordt gevormd door het vervolg van de Nijverheidsweg aan de westzijde en wederom een afwateringsloot aan de noord- en oostzijde. De coördinaten van het middelpunt van Hageveld zijn; 52.34776, 4.632347. Landgoed Hageveld is gelegen op een uitloper van de meest oostelijke van de drie van zuidwest naar noordoost lopende strandwallen in Zuid-Kennemerland en ligt precies op 0 m N.A.P. De bodem bestaat uit zwak leemhoudend fijn zand met hierin veel fijn schelpgruis. Dit laatste impliceert dat de bodem kalkrijk is. Op het Landgoed zijn meerdere terreintypen aan te treffen. Uiteraard wordt een groot gedeelte ingenomen door bebouwing, bij elkaar ongeveer een vijfde tot een kwart van het hele terrein. Naast de bebouwing is ook het aanwezig landgoedbos dominant aanwezig met een oppervlak dat ongeveer 6 ha beslaat. Het landgoed bevat verder een sportveld, het zogenaamde Oude Landje, een evenementen gazon met omringende wal, de cour genoemd, een vijftal binnentuinen, waterlopen, solitaire bomen, boomgroepen, Lindelanen en rijen, bloemperken, rododendronstruweel, een rij struiken en bomen bij de nieuwe parkeerplaats, knotbomen, een begraafplaats en op het deel van de VvE Landgoed Hageveld bevinden zich op het zogenaamde voorplein nog een vijver met eronder een parkeergarage, een dierenweide en een open kruidenruigte veld. Het beheerplan zal de vijver boven de parkeergarage , de dierenweide en uiteraard de bebouwing buiten beschouwing laten. Het Landgoedbos Het beeldbepalende landgoedbos op Hageveld valt te typeren als overwegend oud loofbos dat voor een groot deel uit inheemse boomsoorten bestaat. Oud wil hier zeggen dat een deel van de bomen ouder dan 100 jaar is, sommigen zelfs rond de 150 jaar. Een groot deel van het bomenbestand in het Landgoedbos heeft een leeftijd van rond de 70 tot 80 jaar. Daarnaast is er jonge aanplant van uiteenlopende leeftijden. Aan uitheemse boomsoorten zijn o.a paardenkastanje, fijnspar, Amerikaanse eik en robinia pseudoacasia aangeplant. 2Het landgoedbos op Hageveld vormt een min of meer in elkaar overlopend geheel, dat in de vorm van een sikkel om de noord-, oost- en zuidrand van het terrein is gelegen. Aan de westrand is meer sprake van tuinen (rond de losse woningen), bomenrijen, boom2
Zie voor een volledig overzicht van de aanwezige boomsoorten de inventarisatie bomenbestand uit het Beheerplan College Hageveld Heemstede 1989, van de Grontmij, bijlage 6.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 8
groepen, bloemborders of smalle stroken bosbeplanting. Binnen het geheel van het landgoedbos zijn zowel qua ligging als qua karakter, duidelijk drie hoofdvakken te onderscheiden. Het noord - noordoostelijke vak (vak 1), waar doorheen sinds 2011 het fietspad richting Hoofddorp loopt, bestaat uit hoog opgaand loofbos, met onder de boomkruinen een overwegend open (holle) structuur door het op vele plekken ontbreken van een struikenlaag. Wel staat op sommige plekken ouder struweel van hulst, dat vooral zone-gewijs voorkomt en hier en daar matig ontwikkelde vlieren. De kruidlaag in het bosvak is juist weer uitbundig met ondermeer een uitgebreid voorkomen van dagkoekoeksbloem en stinkende gouwe. Het bomenbestand is redelijk gevarieerd wat betreft het aantal voorkomende soorten. Er staat zomereik, beuk, (Hollandse)linde, gewone esdoorn, paardenkastanje, es, haagbeuk en een enkele Corsicaanse den. In het bosvak is veel aan jonge aanplant gedaan, waarbij de nadruk lag op paardenkastanje, zomereik en beuk. Snoeihout en gevelde bomen zijn in het meest noordelijke deel in een takkenril verwerkt. (Zie voor dit deel van het landgoedbos bijlage 3 vak 1)
Uitbundige kruidlaag in bosvak 1 met stinkende gouwe en dagkoekoeksbloem. Het tweede te onderscheiden vak bevindt zich aan de zuidoost zijde van het terrein direct ten oosten van het sportveld. Het is een veelzijdig bosvak met weer afzonderlijke zones die een geheel eigen karakter hebben. Het meest zuidelijke deel van dit bosvak bestaat hoofdzakelijke uit zomereik met een ondergroei van smalle stekelvaren. Aan de noordzijde is een zone met oude afgezette grauwe abelen te vinden waarvan de stammen nog tot een hoogte van zes tot acht meter overeind staan. Het middendeel wordt, naast de aanwezigheid van zomereiken, vooral gekenmerkt door een veelvuldig voorkomen van vooral zachthout boomsoorten als ruwe berk, zwarte els, lijsterbes en een struiklaag van ondermeer hulst en meidoorn. Ook is er Amerikaanse Vogelkers te zien. Langs de paden bevinden zich op sommige plaatsen zeer kruidenrijke bermen met o.a veel bosandoorn, heksenBeheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 9
kruid en geel nagelkruid. Net als in het vorige deel wordt de kruidlaag tussen de bomen hier plaatselijk gevormd door zones met smalle stekelvarens en ook braam. Dicht bij de ringsloot is een uitgebreid tapijt van haarmos aan te treffen. Naast het abelendeel bevindt zich ook nog een bosdeel met veel fijnsparren en een enkele grove den. Het tweede bosvak is een van de twee bosvakken waar de oudste bomen (vooral eiken) te vinden zijn. Velen zijn op zijn minst 150 jaar oud. (Zie voor dit deel van het landgoedbos bijlage 3 vak 2) Het laatste en derde bosdeel dat zich onderscheid is gelegen aan de zuidwest zijde van Hageveld en wel westelijk van het sportveld en oostelijk van de oude oprijlaan met linden. Door dit bosvak loopt de scheidingslijn van het deel van Hageveld dat in eigendom van het Atheneum College Hageveld en het deel dat in handen is van VvE Landgoed Hageveld. Het bosvak kenmerkt zich door oud en zeer gevarieerd loofbos, met eveneens eiken van zeker 150 jaar oud. In het bos zijn tevens beuken, esdoorns en linden te vinden. Kenmerkend is ook een zone met robinia pseudoacasias. Langs een sloot, die hier het karakter van een bosbeek heeft groeien zwarte elzen. Daar waar het bos de oever van een langgerekte vijver bereikt staan minstens 150 jaar oude (rode) beuken en paardenkastanjes als beeldvangende bomen die accenten in het landgoedbos (moesten) vormen. In het bosvak bevindt zich verder een recht pad met aan de zuidzijde een rij linden die naar een begraafplaatsje leidt. (Zie voor dit deel van het bos bijlage 3 vak 3) De begraafplaats De begraafplaats is omringd door een beukenhaag en is aangelegd in de tweede helft van de jaren ‘40 van de twintigste eeuw om er priesters van het seminarie te kunnen begraven. Het geheel is gesitueerd op het deel van Landgoed Hageveld van VvE Landgoed Hageveld, maar is nog steeds in gebruik van het Bisdom Haarlem (zie bijlage 1). Beheerder Kees Stokman is door het Bisdom ingehuurd om het beheer van de begraafplaats voor rekening te nemen. Boomgroepen en solitaire bomen Op landgoederen nemen boomgroepen en solitaire bomen vrijwel altijd een belangrijke plaats in. Dat geldt in zekere mate ook voor Hageveld, hoewel het landgoed momenteel te klein en compact is om ruimte te geven aan veel solitaire bomen. De boomgroepen zijn op Hageveld vooral direct rond het hoofdgebouw te vinden en vullen daar o.a. de open ruimte tussen de zijvleugels. Het gaat vooral om linden en eiken, maar ook een enkele plataan. Ook in sommige van de binnentuinen staan boomgroepen of solitaire bomen. Een zeer oude beeldbepalende solitaire boom staat aan de rand van de cour aan de achterzijde van het hoofdgebouw. Het gaat hier om een meer dan honderd jaar oude esdoorn. De bomen bevinden zich allen in goede conditie, daar de afgelopen jaren zieke of stervende bomen stelselmatig zijn verwijderd. Lindelanen en rijen Tot aan het eind van de twintigste eeuw had Hageveld een lange oprijlaan die aan beide zijden geflankeerd werd door oude rijen linden. Deze oprijlaan met linden dateert uit 1743 (zie meer hierover 3 in deel 2 van het beheerplan) en is al te zien op een kaart uit 1744 . Vandaag de dag is nog een res3
De kaart siert de voorkant van het in 2011 door de Stichting Historisch Onderzoek Hageveld uitgegeven boek Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis. Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 10
tant van de dubbele rij linden aanwezig. Een deel bevind zich op het landgoed gedeelte van VvE Landgoed Hageveld aan de zuidwestzijde van Hageveld. Tot voor kort was deze laan de oude toegangsweg naar het landgoed. Op dit moment is hij aan de rand van het landgoed afgesloten. Op het deel erbuiten, dat tot de gemeente Heemstede behoord, loopt de oude oprijlaan met linden verder naar het zuiden door tot hij dood loopt op de Cruquiusweg (zie bijlage 6, linderijen). Zowel op het landgoed als daarbuiten zijn de rijen linden langs de oprijlaan niet goed meer in tact en niet prominent zichtbaar meer. Op het landgoed ontbreken aan het meest zuidelijk deel een vijf tot zestal bomen aan de westkant van de laan en op het gemeentelijke deel ontbreken eveneens meerdere bomen. Aan de achterzijde van het hoofdgebouw wordt de cour omzoomd door een rij linden. Deze rij is nog goed in tact. De bomen hebben allen een leeftijd van ongeveer 70 tot 80 jaar oud. Verder bevindt zich achter de directiekeet een rij linden van meer dan honderd jaar oud. Deze flankeren de zuidkant van het pad naar de begraafplaats. Dit pad stond al in 1915 omschreven als “De Lindelaan”. Deze laan is een restant van de Zuiderzijlaan, die in de 18e eeuw als onderdeel van de geometrische tuin op de zuidgrens was aangelegd en oorspronkelijk tot aan het Spaarne liep. Er was toen ook sprake e van een Noorderzijlaan. Met de aanleg van de landschappelijke tuin in de 19 eeuw verdwenen beide rechte lanen, met uitzondering van het stukje achter de Directiekeet. De Lindelaan is zodoende een belangrijk cultuurhistorisch landschapselement. Zie voor deze rij linden bijlage 6, linderij direct ten zuiden van Directiekeet)
Rij linden langs het pad naar de begraafplaats ook wel de lindelaan genoemd Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 11
Borders en groenstroken aan de aan de noord en oost zijde van het hoofdgebouw Aan de westzijde van het hoofdgebouw bevinden zich meerdere plantvakken waarin zich zowel bloemborders als groenstroken met struiken en bomen bevinden. Deze laatste bevinden zich vooral langs de westelijke ringsloot om het terrein. Bij de nieuwe parkeerplaats aan de noordzijde van het gebouw is op een lage wal een strook met struiken en bomen aangelegd die is ontworpen door het bedrijf De Stijlgroep uit Rotterdam. Het gaat hier met name om jongere aanplant. Aan de uiterste noordwest zijde van het terrein bevindt zich een zone met Japanse Duizendknoop en vlak erbij tegen het hoofdgebouw aan een zone met Reuzenberenklauw. Beide soorten hebben de eigenschap sterk te woekeren. Aan de oostzijde van het gebouw zijn op het gedeelte van VvE Landgoed Hageveld bij de boomgroepen ook vakken met sierheesters van o. a. rododendrons te vinden. Gazons Rond het hoofdgebouw zijn gazons te vinden aan de achterzijde, de cour, bij de nieuwe parkeerplaats en tussen de plantenborders en solitaire bomen, bij de ingang en tussen de oostelijke vleugel en het landgoedbos. Verder is ook het sportveld aan de zuidoost zijde van het gebouw in gazonbee heer. Het open veld is een restant van het vroegere hertenkamp dat zijn oorsprong had in de 18 eeuw. Binnentuinen Tussen de vleugels van het hoofdgebouw is een vijftal binnentuinen gesitueerd. Twee zuidelijke tuinen liggen symmetrisch naast elkaar en zij zijn kleiner van omvang van de noordelijker gelegen binnentuin die zich aan de achterzijde van de kapel bevindt. De tuinen verschillen onderling duidelijk van karakter. De eerste kleinere tuin wordt door beheerder Kees Stokman ook wel de Hederatuin genoemd, naar de dominante aanwezigheid van deze plant. In de binnentuin achter de kapel, ook wel Lerarentuin genoemd wordt het beeld bepaald door een drie tal oude bomen, twee linden en een paardenkastanje. Er vlak naast staan een noordse esdoorn en een ginkgo. Waterlopen en sloten Op en rond het Landgoed Hageveld zijn meerdere wateren te vinden die allen een belangrijke rol spelen in de afwatering van het terrein (zie voor de waterlopen bijlage 6, waterbeheer). Een uitzondering is de vijver op de ondergrondse parkeergarage op het voorplein van het hoofdgebouw. Deze heeft alleen een sierfunctie. Aan de westzijde is de waterloop die rond Hageveld loopt het breedst (variërend van 15 tot wel 30 meter)en heeft hij een meanderende vorm. Ten zuiden van de oude brug krijgt hij het karakter van een vijver, maar loopt vervolgens verder richting industrieterrein weer over in de ringsloot. De meanderende waterloop heeft duidelijk een belangrijke functie als e sierelement in de toegepaste landschapsstijl en is een laat 18 eeuws ontwerp van de internationaal bekende landschapsarchitect Johan David Zocher sr. Het is daarmee een belangrijk cultuurhistorisch landschapselement. De waterloop aan de noordrand van Hageveld, die met een flauwe bocht richting oosten en vervolgens zuiden loopt is slechts smal (plus minus een meter of 3) en lijkt behalve de functie van afschei-
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 12
ding vooral een afwateringsfunctie te hebben. Het zelfde geld voor de zuidelijk gelegen ringsloot die de afscheiding vormt met de sportvelden en het bedrijventerrein. Op het landgoed zelf vinden we aan de noordzijde in het bos een rechte, maar langzaam richting zuidoosten wegbuigende waterloop met het karakter van een gracht. Haaks daarop loopt aan de oostzijde van het terrein eveneens een rechte grachtachtige waterloop van oost naar west . Deze gracht loopt over in een meanderende sloot die het uiterlijk heeft gekregen van een duinrel. De sloot slingert zich rond het sportveld om ten slotte uit te komen in het zuidwestelijk deel van de omringende waterloop. Net als bij de waterloop aan de westzijde heeft de sloot een duidelijke decoratieve e functie binnen de landschapsstijl, maar is wel van latere datum (eind 19 eeuw) dan de meanderende waterloop van Zocher. Het stukje rechte gracht blijkt op basis van kaartenmateriaal te kwalificeren als het laatste overgebleven restant van de middeleeuwse grachten van het voormalige kloostercomplex en blijkt zo, ondanks het onopvallende uiterlijk, een van de oudste en belangrijkste cultuurhistorisch landschapselementen op Hageveld te zijn. Historische achtergronden Archeologisch onderzoek aan het begin van deze eeuw heeft duidelijk gemaakt dat op de plek van landgoed Hageveld al tussen 3500 en 2500 v Chr. bewoning was door mensen van de zogenaamde Vlaardingencultuur. Deze landbouwers uit de Jonge Steentijd hadden de plek niet zomaar uitgekozen. Het huidige Hageveld bevind zich namelijk op een oude strandwal (de derde vanaf zee) die iets boven het landschap uitstak. In de steentijd, maar ook tot ver in de Middeleeuwen, was dit een van de weinige droge plekken te midden van een verder moerassige omgeving. Bovendien lag het aan de rand van waterwegen zoals het Spaarne. Op de droge strandwal lagen verspreide boerderijen met akkertjes en in de lage vochtige weidegronden liep het vee. Een zelfde soort bewoning was ook aan te treffen in de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen. e
Pas vanaf de 12 eeuw begint op de derde strandwal duidelijk sprake te zijn van de ontwikkeling van steden (Haarlem) en dorpen (Heemstede). In 1458 wordt op een oostelijke gelegen uitsteeksel van de strandwal, precies waar nu het Landgoed Hageveld ligt, het Cisterciënzer klooster De Hemelpoort, gesticht. Ter plekke lag al een huis met hofstede en botenhuis, de Wilgenhorn genaamd. Archeologische restanten van de Wilgenhorn, waaronder enkele waterputten, zijn teruggevonden in de noordwest kant van het zogenaamde Zusterbos. Dit bos is gelegen aan de noordwestzijde van de Cour. De ‘begindatum’ van de Wilgenhorn is onbekend. Met de komst van het klooster de Hemelpoort werd de plek van het huidige Hageveld grondig heringericht met grachten, vaarten, akkers, boomgaarden, houtopstanden en uiteraard bebouwing. De Wilgenhorn werd als boerderij in het complex geïntegreerd. Het klooster heeft ruim honderd jaar voortbestaan, tot het met de opkomst van de reformatie en een plundering door watergeuzen in verval geraakte. Het terrein van het klooster kwam aan het eind van de 16e eeuw in handen van rijke burgers, waarna een reeks van opeenvolgende bewoning door burgerfamilies volgde. In de eerste helft van de 18e eeuw verrees een nieuw herenhuis met uitgebreide geometrische tuin op de plek van Hageveld. Omstreeks 1780 richtte de bekende tuinarchitect J. D. Zocher sr. de tuin in naar de nieuw opkomende landschapstijl, in die tijd ook wel ‘den Engelschen trent’ genoemd. Het westelijke deel van de toen nog bestaande kloostergracht werd gedeeltelijk gedempt en vervangen door een meanderende waterloop en een acht-vormige vijver met twee eilanden erin. De geometriBeheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 13
sche vakken met bomenrijen werden omgevormd tot een boslandschap met hier en daar zichtlijnen naar het Spaarne. De hierop volgende 70 jaar vormden een bloeiperiode voor ‘buitenplaats Het Klooster’, zoals Hageveld toen heette. Het landgoed werd met regelmaat uitgebreid en verder verfraaid. Bezoekers mochten er vrij rond wandelen, als zij zich eerst maar bij de tuinman aanmeldden4. Met de aankoop van het landgoed door Willem Anthonie Dolleman (1792-1864) zette de onttakeling in. Hij liet delen van het boslandschap van Zocher kappen (voor de houtverkoop) en omzetten in weiland en in 1854 werd het herenhuis gesloopt. Ook verkocht hij bij het landgoed behorende weilanden. Na het overlijden van Willem Dolleman, liet broer Jan bij de restanten van het landgoed rond 1873 een villa ; ’t Clooster genoemd, en een tuinmanswoning bouwen. Buiten het landgoed verrees nog een tweede villa, ’t Nieuw Clooster. Het bij de eerste villa gelegen overblijfsel van de oude kloostergracht werd omgevormd tot een meanderende waterloop. Na 1900 werd het voortbestaan van het landgoed uiterst onzeker. Het wisselde herhaaldelijk van eigenaar en tussen 1905 en 1908 lanceerde de gemeente Heemstede plannen om de westelijke helft van het landgoed voor woningbouw te bestemmen en om op de oostelijke helft een industrieterrein aan te leggen. Met de ‘anonieme’ aankoop van het landgoed (via een tussenpersoon) door het Bisdom Haarlem kreeg het echter een geheel andere bestemming. Het Bisdom liet op het terrein een nieuw seminarie bouwen. Het moest de vervanging worden van het seminarie Hageveld bij Voorhout, dat te klein was geworden door het groeiend aantal studenten. Architect Jan Stuyt ontwierp een groots neobarok seminariecomplex geïnspireerd op de St Pieter in Rome. In 1921 startte de bouwwerkzaamheden. In dat jaar voltooide de aannemer twee permanent bedoelde dienstwoningen die voorlopig voor de bouw gebruikt zouden worden. Dit waren een portierswoning aan het begin van de oprijlaan en de Directiekeet naast het toekomstige hoofdgebouw. In 1925 was het seminariecomplex voltooid. Het imposante complex met zijn St. Pieterachtige koepel, weerspiegelt nog altijd bij uitstek het hoogtepunt van het rijke roomse leven van de Katholieke zuil in het interbellum. “Nergens iets dat den indruk maakt op een koopje te zijn gedaan” schreef de Leidsche Courant in die tijd. Met de realisatie van het seminarie volgde ook een herinrichting van de overblijfselen van het lande goed. Aan de zuidkant werd op de plek van het voormalige hertenkamp uit de 18 eeuw een sportveld aangelegd. Aan het voorplein kwam een vijver met fontein en aan de achterzijde van het complex kwam een grote cour (half omringd door een rij linden). Langs de westelijke en noordelijke buie tenranden van het Landgoed, die grotendeels kaalgekapt waren, werden nieuwe bospercelen in 19 e eeuwse landschapsstijl aangeplant. Aan de oost en zuidkant waren nog restanten bos van de 19 eeuwse aanleg aanwezig. Binnen het complex werden een vijftal binnentuinen aangelegd en er buiten verschenen bloemborders, opgaande struiken en boomgroepen. De villa en de tuinmanswoning werden gehandhaafd. Rond 1935 werd wel ’t Nieuwe Clooster dat buiten het landgoed lag gesloopt. Villa ’t Clooster werd vanaf 1925 bewoond door zusters Franciscanessen. In grote lijnen kreeg het landgoed met de start van het seminarie het uiterlijk dat het heden ten dagen nog heeft. Wel werden bij het landgoed behorende boerderijen en een deel van de weilanden verkocht. Het resterend deel van de weilanden werd door het Bisdom aan twee boeren verpacht. Het verkleinde landgoed kreeg de huidige naam Hageveld, naar het al eerder bestaande en vanuit 4
Aldus H. Numan in zijn tekst bij twee afbeeldingen van Buitenplaats ’t Klooster uit 1794, geciteerd in Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, pag 80. Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 14
Voorhout verplaatste seminarie. Hiermee verdwenen de voormalige namen als “buitenplaats ’t Klooster” of “landgoed ’t Groot Clooster” in de vergetelheid. De Tweede Wereldoorlog vormde een kort maar heftig intermezzo in het seminarie bestaan dat tot op de dag van vandaag zijn sporen heeft nagelaten. In mei 1942 werd het seminarie met landgoed door de Duitse bezettingsmacht gevorderd. De landgoedbossen rond het gebouwencomplex werden voorzien van verdedigingswerken als loopgraven (1500 m), 225 schuttersputjes, een grondbunker en 2 betonnen bunkers.
In 2012 gevonden schuttersput van de Duitsers uit de tijd van de Bezetting Hageveld ontsnapte tijdens de oorlog ternauwernood aan een bombardement, maar tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 werd wel een groot deel van het landgoedbos gekapt. Toen in januari 1945 de Duitsers tijdelijk Hageveld verlieten, moesten de door het seminarie aangestelde bewakers lijdelijk toezien hoe de bossen tijdens een vorstperiode door honderden mensen werden bestormd. ‘Het 5 zijn hele legers en het laat zich aanzien dat er geen boom overblijft” aldus de wachten . Ook de rij linden rond de Cour verdween voor het grootste deel. Met de hernieuwde ingebruikname van Hageveld door het Seminarie in de zomer van 1945 werd ook het landgoed weer hersteld. De meeste verdedigingswerken van de Duitsers werden voor een totaalbedrag van 2880 gulden gesloopt of opgeruimd. Zeker tien schuttersputjes werden daarbij over het hoofd gezien (nummer tien werd onlangs in 2012 gevonden). Aan het Landgoed werden gaandeweg nieuwe elementen toegevoegd. In 1947 werd aan de westkant van de Lindelaan een begraafplaats ingewijd en in 1955 bouwden studenten een Mariakapelletje in het zogenaamde Herenbos. Na 1960 waren de hoogtijdagen voor het seminarie voorbij en vond het overgangsproces naar de vorming van een middelbare school plaats. Omdat vervolgens ook het internaat en de in het complex gehuisveste zusters uit Hageveld vertrokken, werd voor het Bisdom Haarlem de exploitatie van het landgoed met haar gebouwen steeds problematischer. Uiteindelijk werd het in 2001 verkocht aan twee partijen; Stichting Beheer Hageveld (een stichting die was opgezet voor de middelbare school Het College Hageveld) en de Hopman Interheem Groep. Deze projectontwikkelaar verbouwde een deel van het complex tot koopwoningen voor particulieren. De Directiekeet, Villa ’t Klooster en 5
Citaat uit Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, pag. 169.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 15
de Tuinmanswoning waren al in particuliere handen. De verkoop van het complex en de verbouwingen gebeurden wel nadat het hoofdgebouw van Hageveld alsmede de brug aan het voorplein in 1997 de status hadden gekregen van Rijksmonument. Met de nieuwe functies kwamen ook ingrepen in de directe omgeving van de gebouwen. Op de plek van de vijver aan het voorplein kwam een ondergrondse parkeergarage, waar op het dak een nieuwe vijver werd aangelegd, naar een ontwerp van Bureau Alle Hosper. Voorafgaand aan de werkzaamheden werd uitgebreid archeologisch onderzoek verricht, waarbij veel artefacten van met name klooster de Hemelpoort en buitenplaats het Klooster te voorschijn kwamen. Tevens werden menselijke e botten gevonden. Deze waren afkomstig van de begraafplaats van het klooster die in de 16/17 eeuw was geruimd. Voor het snel groeiende College Hageveld werden naast vele interne verbouwingen ook de aanbouw van een nieuwe zijvleugel aan de noordwest kant van het hoofdgebouw gerealiseerd. Op een aangekochte strook weiland aan de kant van de zijvleugel werd een parkeerplaats ingericht die omzoomd werd met nieuwe struiken en bomenaanplant. Langs de waterloop die Hageveld hier van het omliggende gebied scheidt werden later door beheerder Kees Stokman wilgenknotbomen geplant. Ondertussen rukte in de directe omgeving van Hageveld de bebouwing van Heemstede op. Waar Landgoed ’t Groot Klooster en ook Seminarie Hageveld nog geïsoleerd in het buitengebied lagen, kwam Hageveld in de jaren zestig aan de west en zuidzijde direct grenzend aan een bedrijventerrein te liggen. Nog in 2004 werd hier het laatste restant van de voormalige moestuin van het seminarie, ook bekend als het Paardenlandje, geofferd aan de verplaatsing van Newasco Wasserij van Houten en de bouw van een brandweerkazerne. De nieuwbouw van de wasserij en de brandweerkazerne steekt sinds 2005 als een uitstulping het landgoed in. De vroeger bij het Landgoed behorende weilanden, die Hageveld nog aan de noord en oostzijde omzomen, bleven ondanks woningbouwplannen in de jaren ’90 gevrijwaard van verstedelijking. Anno 2012 worden ze nog steeds van het Bisdom gepacht door de boeren Milatz en van der Hulst. Waterhuishouding Het Landgoed Hageveld, dat precies op 0 m NAP ligt watert via de ringsloten en binnensloten af op zowel het Heemsteeds Kanaal als het Spaarne. Daarbij wordt in de hele omgeving door beheerder, het Heemraadschap van Rijnland het zogenaamde polderpeil gehanteerd. Dit houdt in dat het waterpeil aan de oostzijde van Hageveld op gemiddeld 1,62 meter NAP wordt gehouden. Dat wil zeggen dat het peil in de zomer zo’n 10 cm hoger staat en in de winter zo’n 10 cm lager. Landgoed Hageveld kan doordat het deel uit maakt van de waterhuishouding van het omliggende land, geen eigen waterpeil beheer voeren. Ook worden fluctuaties in de waterstand hierdoor minimaal. Doordat Hageveld zich deels op een uitsteeksel van een strandwal bevindt die 0,50 tot 0,70 m hoger ligt dan de directe omgeving komt er echter in de binnenwateren weinig tot geen gebiedsvreemd water binnen. Wateren buiten de strandwallen worden op peil gehouden met water dat via het IJsselmeer of de grotere rivieren afkomstig is uit de Rijn. Dit water is over het algemeen veel voedselrijker dan gebiedseigen water zoals op Hageveld. Een kanttekening is wel dat Hageveld met name aan de zuidoostkant gedeeltelijk naast de standwal ligt (zie bijlage 3). De wateren op het Landgoed, uitgezonderd de buitenste ringsloten, zijn echter redelijk helder en weinig voedselrijk. De wateren in of Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 16
langs de bosdelen kunnen wel door ophopende bladval toch een voedselrijke sliplaag bevatten, die giftige gassen (o.a. methaan en waterstofsulfide) doet vrijkomen. Daardoor kunnen in deze wateren ondanks de helderheid waterplanten, vissen, amfibieën en waterinsecten toch geheel ontbreken. Aanwezige flora en fauna In het beheerplan van de Grontmij uit 1989 wordt geen aandacht besteedt aan de aanwezige flora en fauna. Toch vertegenwoordigt het landgoed grote ecologische waarden. Wat betreft de aanwezige flora is er uiteraard wel een inventarisatie verricht (door de Grontmij) van de aanwezige bomen en struiken. Dit geldt niet voor de aanwezige kruidlaag. Ook door anderen is deze inventarisatie niet verricht. In zijn algemeenheid kan trouwens van het ouder wordend Landgoedbos worden gezegd dat het een in Nederland relatief zeldzaam natuurtype vertegenwoordigd. Door de goede variatie aan soorten, de ouderdom van de bomen, inclusief dood hout en veel natuurlijke holten, de aanwezigheid van water en de afwisseling met meer open stukken is het landgoedbos zowel landschappelijk als ecologisch als zeer waardevol te bestempelen.
Holte in linde langs pad naar de begraafplaats. Op het gebied van de fauna zijn er wel gegevens beschikbaar. Zo is in 2003 door J.A.M. Weijers van de vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland e/o een vogelinventarisatie verricht. De door hem vastgestelde soorten wijzen op een bosvogelgemeenschap van ‘ouder wordend’ loofbos, met kenmerkende soorten als bosuil, buizerd, boomklever, zanglijster, boomkruiper, grote bonte- en groene specht, holenduif, glanskop en zwartkop. Van de vastgestelde soorten staat de groene specht op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Opvallend aan de soortenlijst is dat de meer kritische bosvogels als zomertortel, wielewaal, grauwe vliegenvanger en fluiter ontbreken. Hiervoor bevat het bos waarschijnlijk te weinig structuurverschillen en ook is het bos wellicht te droog. Al de kritische soorten hebben een voorkeur voor meer vochtig oud loofbos. Ook struweelvogels als nachtegaal (rode lijst soort) en braamsluiper ontbreken, hoewel de eerste in 2003 nou juist wel op het zogenaamde paardenlandje werd vastgesteld, dat kort daarna voor de bouw van de wasserij werd geofferd. Het ontbreken van de struweelvogels is deels eveneens te wijten aan de droge omstandigheden op Hageveld en deels aan het ontbreken van goed ontwikkelde en gevarieerde struiklaag in het Landgoedbos. Een wel aanwezige soort die opviel was de goudvink, die in Noord-Holland buiten het duingebied zeer zeldzaam is. Deze soort hield zich op bij de meer tuinachtige delen van het landgoed aan de Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 17
westzijde van het terrein. Het voorkeursbiotoop van deze soort zijn half open, parkachtige landschappen met goed ontwikkelde struikenzones op liefst zandige bodems. Opvallend is nog dat op het dak van het hoofdgebouw jaarlijks een scholekster broedt en dat hier ook een kolonie gierzwaluwen aanwezig is. Bij renovaties of onderhoudsbeurten aan het hoofdgebouw zou hier rekening mee gehouden moeten worden. Bij een rondgang over het terrein op 11 mei 2012 werden op Hageveld ook de halsbandparkiet en de ijsvogel vastgesteld. Deze laatste soort is afhankelijk van heldere, liefst ondiepe wateren met een goed ontwikkelde visstand, waar in steile oevers gebroed kan worden. De IJsvogel staat op de Provinciale Lijst van bedreigde soorten van de Provincie Noord-Holland. In 2003 is op Hageveld eveneens een vleermuizeninventarisatie gedaan. René Kriek stelde daarbij de volgende soorten vast: watervleermuis, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis. De grootoorvleermuis en de meervleermuis had hij niet aangetroffen op de twee
Grootoorvleermuis; mogelijke bewoner van Hageveld. bezoeken die hij had afgelegd, maar hij vermoedde dat deze soorten wel in het terrein aanwezig waren. Zijn veronderstelling was gebaseerd op de hoge ecologische waarden die hij Hageveld toedichtte. “Ondanks het feit dat het een relatief klein oppervlakte betreft, is de kwaliteit van de aanwezige landschapselementen voor vleermuizen hoog. De aanwezigheid van gevarieerde waterpartijen, oude loofbomen met natuurlijke holtes en beschutte open stukken in het bos, maken het gebied voor veel soorten vleermuizen een belangrijk gegeven.” Iets verder in zijn verslag stelt hij vast: “Beschouw je het terrein in een groter kader dan valt op dat de ligging een belangrijke schakel vormt tussen het groengebied ten westen van de agglomeratie Haarlem en het open gebied ten oosten hiervan. In dit 6 opzicht vormt het gebied een belangrijke functie binnen de Ecologische Hoofdstructuur” . De vaststelling van René Kriek ten aanzien van vleermuizen kan voor een groot deel ook worden overgenomen ten aanzien van vogels. Vandaar dat op Hageveld de holenbroeders goed vertegenwoordigd zijn. Behalve vleermuizen komen op Hageveld ook de volgende zoogdieren in ieder geval voor: vos, haas, eekhoorn (tot 2011), mol en konijn. Te verwachten is ook het voorkomen van egel, bosmuis, huisspitsmuis en rosse woelmuis. De binnenwateren en dan met name de bredere grachten worden veelvuldig door karpers gebruikt om te paaien. 6
e
Aldus René Kriek in zijn verslag, gepubliceerd in Collage Hageveld, van koepel tot cour, 3 jaargang Nr. 3, 1 juni 2008, pag. 19., Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 18
Voor zover bekend zijn vlinders, libellen, overige insecten, amfibieën en paddenstoelen op Hageveld nooit geïnventariseerd. Wel zijn rugstreeppad, gewone pad en watersalamander de laatste jaren aangetroffen. Op het terrein staan verder bijenkasten met honingbijen aan de oostzijde van het gebouw. Hier staan ook twee zogenaamde insectenhotels, die worden gebruikt bij de lessen biologie. Dit laatste geldt ook voor een kolonie weidemieren die zich onder lokaal 35 bevindt. Verder worden jaarlijks door drie IVN gidsen excursies op het landgoed gegeven. Gezien de eigenschappen van Hageveld zullen met name paddenstoelen in ruime mate kunnen voorkomen, waarbij ook een grote reeks aan zeldzame soorten te verwachten is. Kort concluderend kan worden vastgesteld dat op Hageveld wat betreft flora en fauna, afgezien van de mogelijk voorkomende paddenstoelen, geen grote aantallen rode lijstsoorten voorkomen, maar dat het Landgoed toch belangrijke ecologische waarden herbergt, dankzij de gecombineerde aanwezigheid van oud loofbos, waterpartijen en de verspreid aanwezige open structuren. Hierdoor is het grote aantal holenbroeders onder de vogels en de gevarieerde reeks aan vleermuizen die op Hageveld voorkomt ecologisch van bijzondere waarde. Het landgoed vervult verder een belangrijke rol als verbindingszone binnen de ecologische hoofdstructuur. De omgeving Hageveld wordt aan drie zijden, van west via noord naar oost, omgeven door weilanden, die vroeger deel uitmaakten van het landgoed. Het gaat hier om veenweiden met een intensief beheer. Aan de zuidoost zijde van Hageveld bevinden zich de sportvelden. Zowel weilanden als sportvelden liggen op het grondgebied van de gemeente Heemstede. Het open landschap van weilanden en bosjes zet zich aan de oost en noordzijde (via de overzijde van het Spaarne) voort op het grondgebied van de gemeente Haarlem. Veel van de landschappelijke en ecologische waarden van het Landgoed zijn te danken aan het feit dat het direct grenst aan en daarmee deel uitmaakt van deze open groene ruimten. Het behoud van deze waarden is daarom sterk afhankelijk van het voortbestaan van deze groene landschappen. Zowel de gemeente Heemstede als de gemeente Haarlem hebben in hun ruimtelijke visie laten weten het behoud van deze groene open landschappen te willen garanderen. Aan de zuidwest zijde grenst Hageveld aan een bedrijventerrein, die het landgoed voor een deel aan het zicht onttrekt. Alleen de oude oprijlaan vormt hier nog een oud landschapselement, die verbinding vormt met de directe omgeving. Gezien de monumentale status van geheel Hageveld zal voorlopig geen uitbreiding van het bedrijventerrein richting Landgoed te verwachten zijn. De gebruikers De belangrijkste gebruikers van Landgoed Hageveld zijn momenteel personeel en leerlingen van Atheneum College Hageveld en de bewoners van VvE Landgoed Hageveld. Het meest noordelijke deel van het Landgoed is via het in 2011 aangelegde fietspad ook toegankelijk voor het publiek. In zijn algemeenheid geldt dat gebruikers op de paden dienen te blijven, met uitzondering van de cour, het sportveld en uiteraard de parkeerplaats.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 19
Bewoners van Hageveld laten ook hun honden uit op het Landgoed. Dat gebeurt niet alleen op het deel dat zij zelf in eigendom hebben, maar in overeenstemming met Atheneum College Hageveld, ook op het overige deel. Daarbij gelden de regels dat het hierbij niet om een vaststaand recht gaat, maar om een welwillendheid van het College en dat de honden mogen worden uitgelaten op de paden in het zogenaamde Herenbos (bosvak 1) en het pad rond het zogenaamde het Sportveld. Honden mogen niet worden uitgelaten op de Cour en het sportveld zelf, daar die intensief door de leerlingen van het College worden gebruikt. De afspraken gelden zolang er geen sprake is van overlast. Als die wel wordt vastgesteld vindt heroverweging plaats. Het gevoerde beheer Sinds 1989 vormde het beheerplan van de Grontmij de richtsnoer voor het beheer op Hageveld. De uitvoerders van het beheer waren deels ingehuurde aannemers, maar het overgrote deel van het dagelijkse beheer word uitgevoerd door de enthousiaste en toegewijde beheerder Kees Stokman, een gepensioneerde gymleraar van Atheneum College Hageveld. De laatste anderhalf jaar heeft hij ondersteuning gekregen van een kleine groep vrijwilligers. De vrijwilligersgroep heeft zich in 2011 aangesloten bij Landschap Noord-Holland om in aanmerking te komen voor de provinciale faciliteit van vrijwilligersondersteuning bij natuur en landschapsbeheer. Het beheerplan van de Grontmij richt zich voornamelijk op het beheer van de bossen en de solitaire bomen. Hierover wordt gezegd dat gestreefd wordt naar duurzame instandhouding van het bos met haar gevarieerde samenstelling aan boomsoorten, vormen en leeftijden. De Grontmij stelde voor dit te doel te bereiken middels variabele dunning en daarbij af te zien van de gebruikelijke bosbouwkundige beheermethoden, waarbij vooral de houtproductiewaarden centraal staan. Variabele dunning gaat uit van plaatselijk verschillende vormen van dunning waarbij nu eens een heel vak (van ongeveer 50 bij 50 meter) en dan weer eens selectief individuele bomen worden weggezaagd. Bij de keuze welke bomen mogen blijven en welke worden gekapt worden naast landschappelijke ook ecologische argumenten meegewogen. De praktijk Bij de uitvoer van het beheer is op sommige punten afgeweken van de voorstellen in het beheerplan. Zo is van het kappen van een heel vak, de zogenaamde groepenkap, om zo tot verjonging van het bos te komen, na één uitvoering afgezien. De reden hiervoor was dat de herplant niet goed aansloeg en het beeld dat ontstond niet goed beviel. Mogelijk speelden ook de kosten van groepenkap een rol? In plaats daarvan werd bij de uitvoer van het beheer gekozen voor de kap van bomen die dood gingen (passieve kap), vooral als ze te dicht bij de open delen van het landgoed of een pad stonden. Vaak ook werd alleen de kroon uitgezaagd, zodat er voor de insecten, vleermuizen en vogels dood staand hout beschikbaar bleef. Op de vrijgekomen plek plantte Kees Stokman dan nieuwe bomen, meestal zaailingen uit het landgoedbos die hij zelf had geselecteerd. Daarbij lette hij er op dat de variatie in het bos wat betreft de boomsoorten in stand bleef. Hetzelfde deed Kees Stokman op plekken waar door storm bomen waren omgewaaid. Actieve kap van (gezonde) bomen om andere exemplaren of verjonging de ruimte te geven, werd niet gedaan. Het beheerplan van de Grontmij wijst verder op de noodzakelijke bestrijding van ongewenste soorten in het bos, meestal woekeraars die uit andere continenten zijn geïmporteerd. Op Hageveld gaat het daarbij vooral om Amerikaanse Vogelkers, maar ook om een Zuid-Europese soort als de gewone Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 20
esdoorn. Het beheerplan geeft aan dat aanwezige vogelkers dient te worden verwijderd (zelfs inclusief een behandeling met gif van de afgezaagde stobben) en dat plaatselijk de opslag van esdoorn dient te worden weggehaald. Op andere plekken moest verjonging met esdoorn wel worden toegestaan. Bij dunningen moest bij de keuze welke bomen moesten blijven staan, de voorkeur naar andere boomsoorten dan de esdoorn uitgaan. Bij de uitvoer is het voorgestelde beheer in grote lijnen uitgevoerd, alleen zijn er geen actieve dunningen geweest, waarbij de keus werd gemaakt om ook grotere esdoorns weg te halen. Esdoornopslag en Amerikaanse Vogelkers zijn dan ook nog maar spaarzaam aanwezig. De laatste met name nog plaatselijk in vak 2 van het landgoedbos en het bosdeel van VvE Landgoed Hageveld. Ten aanzien van de solitaire bomen stelde de Grontmij voor om deze alleen te vervangen als ze in slechte conditie verkeerden of bij valgevaar. Verder werd als beheersmaatregel voorgesteld het snoeien tot de gewenste groeivorm (wegsnoeien van o.a. lage takken, dood hout e.d.) en wondbehandeling. In grote lijnen is dit voorgestelde beheer uitgevoerd, zij het dat in vorm- en kroonsnoei van solitaire grote bomen rond het hoofdgebouw hier en daar achterstand is opgelopen. Tot slot ging het beheerplan van de Grontmij alleen nog kort in op het beheer van de waterlopen. Hierover werd geadviseerd om ze 1 x per jaar te schonen van bladval en zwerfvuil. Dit beheer is ongewijzigd uitgevoerd. Over de binnentuinen en de beplantingsvakken rond de gebouwen werd verder niets vermeld. Het beheer hiervan is door Kees Stokman met veel betrokkenheid in overleg met het Atheneum College Hageveld uitgevoerd. Op het landgoeddeel van VvE Landgoed Hageveld wordt dit beheer uitgevoerd door ingehuurde hoveniers, o.a. hovenier van der Peet.
De oude esdoorn bij de Cour; een van de beeldbepalende solitaire bomen op Hageveld.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 21
Bomengroep van linden aan de oostzijde van het wooncomplex van VvE Landgoed Hageveld. Op de voorgrond het perk met rododendrons.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 22
3. Beoordeling op resultaten en knelpunten De huidige algemene stand van zaken Anno 2012 is Landgoed Hageveld een gevarieerd, landschappelijk zeer aantrekkelijk en ecologisch waardevol gebied, dat bovendien zeer belangrijke archeologische en cultuurhistorische waarden herbergt. Het beheerplan van de Grontmij uit 1989 en de inzet van beheerder Kees Stokman hebben er in belangrijke mate toe bijgedragen dat Hageveld met haar aanwezige waarden in stand bleef. Uiteraard droeg ook de inzet van aannemers en hoveniers daar toe bij. In veel gevallen is het voorgestelde beheer van de Grontmij uitgevoerd, in sommige gevallen is daarvan afgeweken. Het beheerplan besteedde met name aandacht aan het beheer van de bosdelen en de solitaire bomen (inclusief de rijen linden), waardoor cultuurhistorische elementen wat onderbelicht werden. Sinds het beheerplan uit 1989 is er wel het een en ander veranderd. Allereerst is een belangrijke wijziging de verhouding kosten – beschikbare financiën voor beheer. Sinds het oude beheerplan van de Grontmij zijn de kosten voor het (laten) uitvoeren van beheermaatregelen, door de hoger wordende lonen sterk gestegen. Dit leidde er toe dat zowel op Hageveld, als op de meeste natuurterreinen en landgoederen daar buiten, een deel van het gewenst beheer niet meer kon worden uitgevoerd . Dit werd nog eens versterkt door het optreden van de economische crisis sinds 2009, waarbij groenbeheer vaak een van de eerste bezuinigingsposten was. Atheneum College Hageveld had daarbij wel het geluk te beschikken over een gedreven beheerder als Kees Stokman, die vrijwel dagelijks het beheer op het landgoed voor rekening nam. Hij heeft bereikt dat de bosvakken gevrijwaard werden van braamopslag en heeft de woekering van esdoorn en Amerikaanse vogelkers tot een minimum beperkt. Ook zorgde hij voor de aanplant van nieuwe bomen, bij de uitval van oude en hield hij de bloemborders tip top op orde. Van grotere ingrepen, die financieel kostbaar waren werd afgezien, zoals de in het oude beheerplan voorgestelde groepenkap, het machinaal leeg baggeren van de bredere wateren op Hageveld en het tijdig opkronen van en het bijhouden van kroonsnoei van alle solitaire bomen. Het is dan ook met name op gebied van het bomenbeheer en in mindere mate bij het beheer van de grotere wateren dat op Hageveld enige achterstand is opgelopen. Het afzien van de kap van bomen om tot dunning te komen leidt er in de afzonderlijke bosvakken toe, dat monumentale of beeldbepalende bomen bedreigd worden door jongere, die door de kruinen gaan groeien en het licht wegnemen. Hetzelfde geldt voor bomen die in aanmerking zouden dienen te komen om voor de toekomst veilig gesteld te worden. Om deze oudere bomen en gewenste toekomstbomen te behouden zal toch de keuze voor een actievere vorm van kap gekozen moeten worden. Hier van afzien zou inhouden dat in de nabije toekomst veel van de oudere monumentale bomen in slechte staat zullen geraken en tenslotte vroegtijdig zullen sterven. Een actiever bomenbeheer met dunning houdt in dit geval in dat in de bosvakken de keuze gemaakt wordt om de oudere bomen, met name beuken, eiken, linden en monumentale paardenkastanjes veilig te stellen. Aansluitend zullen daar waar jongere bomen te dicht bij elkaar staan en door elkaars kruin heen gaan groeien exemplaren worden aanwezen die voor de toekomst behouden moeten blijven. De concurrenten daarvan zullen dan moeten worden gekapt. Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 23
Het advies tot groepenkap wordt niet van het oude beheerplan overgenomen. Bij groepenkap zouden ook oudere bomen moeten worden gekapt en dat is ongewenst. Bovendien is verjonging ook op andere wijzen te bereiken. Wel is het goed om daar waar bomen gekapt dienen te worden, te kijken of de open ruimte vergroot kan worden. Dat kan bijvoorbeeld door daar waar wat minder gewenste soorten als esdoorn in de nabijheid voorkomen deze mee te kappen. Zo wordt toch het effect van verjonging en het behoudt van variatie bereikt. Op de gecreëerde plek kunnen soorten als eik, beuk, es, of linde worden geplant, afhankelijk van het plaatselijke karakter van het bosvak. De dunning zal overigens niet in één jaar moeten worden voltooid, maar over tenminste vijf jaar tot tien jaar worden uitgesmeerd. Op deze manier zullen de ingrepen zich geleidelijk voltrekken en blijven de jaarlijkse kosten beheersbaar.
Oudere eiken op Landgoed Hageveld waarschijnlijk daterend van de herplant na de oorlog. De afgelopen decennia is de aandacht toegenomen voor het belang van dood hout in bossen en landgoederen. Liggend dood hout is belangrijk voor een goed bosklimaat. Het zorgt ervoor dat aan de grond vochtige omstandigheden blijven bestaan waardoor organisch materiaal wordt afgebroken en weer als voedsel voor het bos kan dienen. Onderdeel van dit proces zijn paddenstoelen en zwammen, waarvoor zo goede groeimogelijkheden worden gecreëerd. Liggend dood hout is verder ook belangrijk als schuil en broedplaats voor talloze vogelsoorten en zoogdieren. In het bos zullen daarom plekken gecreëerd worden waar liggend door hout een plaats krijgt. Dat kan in de vorm van een takkenril, maar hier en daar kunnen ook stammen los in het bos liggen. Omdat het hier een historisch landgoed betreft, dient voorkomen te worden dat het liggend dood hout het beeld gaat overheersen. Bovendien moet het bos eenvoudig te beheren blijven. Daarom moeten specifieke, niet in het oog springende plekken gekozen worden. De aanleg moet beperkt blijven tot Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 24
een drie tot viertal takkenrillen, die slechts anderhalve meter breed, anderhalve meter hoog en zo’n dertig meter lang mogen zijn. Deze takkenrillen mogen niet worden aangelegd op plekken waar nog braam groeit, omdat het onder controle houden van deze plant dan ernstig wordt bemoeilijkt. Net als nu al praktijk is blijft het ook zinvol om bij het kappen van een aantal dode of zieke bomen, alleen de kruin te verwijderen en een groot deel van de stam te laten staan. Zo worden onveilige situaties door het omwaaien van de bomen voorkomen, maar krijgen holenbroeders volop kans nieuwe broedplekken te creëren (dat doen ze graag in dood hout) en blijven staande dode stammen behouden als belangrijke voedselbronnen voor bosvogels. Dood staand hout (een overeind staande dode boom) is namelijk van het grootste belang voor een groot aantal bosinsecten. Deze insecten zijn de voedselvoorraad voor weer een groot aantal bosvogels als de grote en kleine bonte specht, boomkruiper, boomklever en verscheidene mezensoorten. Ook bepaalde soorten vleermuizen zijn voor hun voortbestaan grotendeels afhankelijk van holten in staand dood hout..Belangrijke natuurwaarden van het landgoed bos blijven zo bij het handhaven van staand dood hout behouden. Daar waar de situatie desondanks toch teveel risico’s oplevert voor passanten dienen dode bomen geheel te worden verwijderd. Nieuw is ook het voorkomen van nieuwe ongewenste soorten als Japanse Duizendknoop en Reuzenberenklauw in het terrein. Deze beide soorten hebben sterk de neiging te woekeren. Japanse Duizendknoop via het uitlopen van de wortelstokken en uitzaaiing van de zaden. Reuzenberenklauw via verspreiding van het zaad. Beide soorten zullen actief moeten worden bestreden door de bloei te voorkomen en de planten jaarlijks herhaaldelijk weg te knippen of te maaien.
Japanse Duizendknoop; een uitheemse woekeraar die nieuw is aangetroffen op Hageveld.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 25
De begraafplaats Een bijzonder element op het Landgoed is de begraafplaats, gelegen in het bosdeel dat valt onder VvE Landgoed Hageveld, maar nog steeds in gebruik van het Bisdom Haarlem. Beheerder Kees Stokman houdt hier, in dienst van het Bisdom, keurig de oude omringende haag bij en houdt de graven schoon van opslag van kruiden of struiken. Wel beginnen takken van de omringende bomen uit het bos laag over de begraafplaats te hangen. Aan de ingang zijn twee jonge beuken geplant die de zichtlijn vanaf het toegangspad op de begraafplaats beginnen te ontrekken. Ook ontnemen ze in toenemende mate het zicht op enkele meer dan 150 jaar oude eiken. Als deze beuken ouder worden zullen ze op termijn zelfs een bedreiging voor sommige van de eiken vormen en ook de eerste van de ouden linden van de dubbele rij linden langs het toegangspad gaan verdringen.
Begraafplaats van het vroegere seminarie uit de tweede helft van de jaren’40..
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 26
4. Voorgestelde beheermaatregelen Algemene uitgangspunten Algemene uitgangspunten bij de voorgestelde maatregelen is behoud en versterking van de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden van Landgoed Hageveld. Daarbij wil Landschap Noord-Holland ook historische sporen op Hageveld zichtbaar maken en gebruikers als bewoners, leerlingen en vrijwilligers bij de uitvoer van het beheer betrekken. Ten aanzien van de bosdelen op Hageveld kiest het beheerplan er voor om de belangrijke landschappelijke en ecologische waarden te behouden en te versterken. Dat houdt in dat de kwaliteit van oud en gevarieerd loofbos behouden moet blijven en dat daarmee ook de karakter verschillen van de verschillende bosdelen in stand dient te blijven. Daarom wordt ook de keuze gemaakt om de oude (levensvatbare) monumentale bomen te bevoordelen, ten opzichte van jongere bomen of boomopslag, om zo hun voortbestaan veilig te stellen. Deze oudere of monumentale bomen mogen niet worden gekapt, tenzij ze dood of stervende zijn. Het is aan de beheerder om te overwegen of een dode boom moet worden gekapt en verwijderd, of van de kruin moet worden ontdaan en verder kan blijven, of in zijn geheel in het bos kan blijven staan. Dit laatste om voldoende dood aan te bieden voor de vele holenbroeders en vleermuizen waarvoor Hageveld zo belangrijk is (zie paragraaf flora en fauna pag 17). Daarbij moeten veiligheidsoverwegingen en het voorkomen van besmettelijke ziekten als de iepziekte richtinggevend zijn. In zijn algemeenheid dient verspreid over de bosdelen wel steeds een ruim aanbod aan staand dood hout en bomen met holten aanwezig te zijn ten behoeve van de holenbroeders onder de vogels en de vleermuizen Als algemeen uitgangspunt hanteert het beheerplan dat de volgende bomen als oude of monumentale bomen worden beschouwd: - individuele bomen in het landgoedbos die een ouderdom hebben van meer dan zeventig jaar - solitaire bomen die een ouderdom hebben van meer dan 50 jaar - alle bomen in cultuurhistorisch waardevolle bomenrijen (lindelaan, oprijlaan, om de Cour). Ook de overige bomen op het landgoed mogen uiteraard niet zomaar gekapt worden. Dit mag alleen als dat nodig is om oudere of monumentale bomen te behouden. Een overzicht van solitaire bomen is te zien op het inventarisatie overzicht van de Grontmij uit 1989 (bijlage 7). Vanaf 1989 zijn uiteraard wel wijzigingen opgetreden, mn bij de aanleg van de ondergrondse parkeerplaats (valt onder Vereniging van Eigenaren Landgoed Hageveld). Een totale inventarisatie van de wijzigingen is door een beperking van de beschikbare tijd niet gemaakt. Daarnaast zal ook verjonging nodig zijn en zullen sommige jongere bomen bevoordeeld dienen te worden, boven anderen. In dit laatste geval zullen eiken, beuken en linden bevoordeeld worden boven gewone esdoorns. Deze keuze houdt niet in dat de gewone esdoorn van Hageveld gaat verdwijnen. Ook die zullen afdoende worden gehandhaafd. Per bosvak zal worden aangegeven welke soorten het best kunnen worden aangeplant om het karakter van dit bosdeel te behouden en de variatie in stand te houden. De kap van bomen met een stamdoorsnede van meer dan 20 cm zal ten allen tijde gemeld dienen te worden bij de gemeente Heemstede. Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 27
Tot slot gaat het beheerplan er vanuit dat het onwenselijk is om woekeraars of wilde kruiden te bestrijden met chemische bestrijdingsmiddelen als Round Up. Aan deze middelen kleven milieubezwaren die moeilijk te rijmen zijn met een duurzaam en natuurvriendelijk beheer van natuur en landschap. In bijlage 8 is een werkschema opgenomen waarin alle werkzaamheden op Landgoed Hageveld zijn aangegeven. Dit werkschema kan, indien noodzakelijk, ieder jaar worden bijgesteld. De gazons van het sportveld, de cour, de binnentuinen, de solitaire bomen en de parkeerplaats Voor de gazons van het sportveld , de cour aan de achterzijde van het hoofdgebouw, rond en tussen de plantvakken, aan de oost en zuidoost zijde van het hoofdgebouw, op de parkeerplaats en de grote binnentuin (de zogenaamde Lerarentuin) blijft het huidige gazonbeheer gehandhaafd. Dat houdt concreet in dat de gazons, afhankelijk van de groeisnelheid van het gras als gevolg van de weersomstandigheden, 1 x per week tot 1 x per 3 weken gemaaid dienen te worden. Indien overvloedig maaisel achter blijft (in de vorm van pakketten maaisel) dienen dit te worden verwijderd. Bij droge weersomstandigheden moeten de gazons tijdig, dat wil zeggen wekelijks middels de beschikbare sproei-installaties worden bewaterd De binnentuinen Over het algemeen zijn de binnentuinen goed bijgehouden. Ze hebben allen hun eigen karakter en worden naar eigen inzicht in onderling overleg tussen Atheneum College Hageveld en beheerder Kees Stokman ingericht en onderhouden. Om de binnentuinen ook in de toekomst naar behoren te kunnen beheren is het goed om de streefdoelen hiervan aan het beheerplan toe te voegen. Zo kunnen ook toekomstige (vrijwillige) beheerders zorgen voor de continuïteit in het behoud van de verschillende karakters van de tuinen. Waar wel enige ingrepen nodig zijn, is bij de noordelijk gelegen binnentuin achter de oude koepel. Hier staan bomen te dicht op elkaar waardoor de beeldbepalende bomen (twee oude linden en een paardenkastanje) bedreigd worden. Door de aanplant van teveel bomen is bovendien het beoogde
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 28
Monumentale eik op Hageveld; het beheer zal gericht zijn op het behoud van deze bomen.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 29
symmetrische beeld teloor gegaan. Het advies hier luidt om de Noordse Esdoorn en de Ginkgo weg te halen. Wat betreft de binnentuinen in het algemeen geldt dat er op gelet dient te worden, dat ook in de toekomst de schaal van beperkte ruimte en toegepaste beplanting met elkaar in verhouding is. Verder is van belang dat ook de komende jaren bomen of struiken niet tegen de muren van het gebouw gaan groeien. De bloem- en heesterperken rond de ingang van Atheneum College Hageveld De bloem en heesterperken rond de ingang van Atheneum College Hageveld zijn het visitekaartje voor bezoekers en gebruikers. Het is daarom belangrijk dat deze er kleurrijk en goed verzorgd uitzien. Om het werk niet al te intensief te maken heeft beheerder Kees Stokman er voor gekozen om voor de bloemen vooral bolgewassen en meerjarige planten te gebruiken. Een en tweejarige planten gebruikt hij niet of nauwelijks. De bloembollen zullen ieder jaar in de periode tussen oktober en december in de grond dienen te worden gestopt. Tijdens het hele groeiseizoen zullen opschietende wilde kruiden moeten worden weg geschoffeld. In perioden van droogte zullen de perken minimaal 1 x per week bewaterd moeten worden. In de winterperiode zullen de heesters, indien nodig, moeten worden bij gesnoeid
De Bomengroep bij de schoorsteen en de solitaire bomen in het algemeen Aan het hoofdgebouw waar de oude schoorsteenpijp staat is een bomengroep bestaande uit linden gesitueerd. Het gaat zowel om enkele oudere, als enkele jongere linden. Bij de oudere linden zijn de bomen wel opgekroond, maar is de stam weer met nieuwe uitlopers begroeid geraakt. Om de bomen goed uit te laten komen, moeten deze uitlopers weer worden weggesnoeid. Dit zal jaarlijks 1 x dienen te gebeuren. Bij de jongere bomen is het opkronen nog niet of nog onvoldoende gebeurd. Dit zal alsnog moeten plaatsvinden en eens in de drie tot vier jaar moeten worden herhaald. In zijn algemeenheid geldt voor boomgroepen en solitaire bomen dat eens in de drie tot vier jaar kroonsnoei op verkeerd groeiende takken (zuigers, dwars door de kroon groeiende takken e.d.) of dode takken nodig is. Uitvallende of zieke bomen zullen moeten worden vervangen door exemplaren van dezelfde soort. Extra vermelding verdient de rij linden om de cour. Hier zal bij de bomen jaarlijks de opslag aan de stamvoet teruggesnoeid dienen te worden tot een hoogte van om en nabij de 1 m. vanaf de grond. Beplantingsvak aan noordwest zijde van het hoofdgebouw In dit beplantingsvak aan de noordwest zijde van het gebouw groeit plaatselijk reuzenberenklauw. Deze woekeraar die oorspronkelijk uit de omgeving van de Kaukasus komt, dient bestreden te worden, om uitbreiding in de bosranden, bermen en plantvakken te verhinderen. Voorkomen moet worden dat de planten in bloei komen. Daarom de reuzenberenklauwen jaarlijks afknippen of maaien in april, begin mei en vervolgens uitputten door ze in de loop van het groeiseizoen meerdere malen nogmaals bij de grond af te knippen. Ook kunnen de planten zo diep mogelijk met een steekschop in de grond doorgestoken worden. Op deze wijze wordt in ieder geval uitbreiding voorkomen, en na enige jaren zal het aantal planten gaan afnemen. Beroering van de grond moet echter zo veel mogelijk vermeden worden, daar reuzenberenklauw daar sterk van profiteert (vanwege uitzaaien).
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 30
Vak met heesters en planten aan de zuidoost zijde van het hoofdgebouw Het vak met heesters en planten aan de oostzijde van het hoofdgebouw bij de bijenkasten dient twee maal per jaar in de periode mei – september ontdaan te worden van opschietende wilde kruiden. Beplanting rond de (nieuwe) parkeerplaats De nieuwe parkeerplaats, die juist ten westen van de omringde waterloop rond Hageveld is gesitueerd, bestaat uit gras, omzoomd door beplanting van struiken en enkele bomen, voornamelijk essen. Het gras is momenteel in gazonbeheer (twee wekelijks maaien) en zal dat ook in de toekomst dienen te blijven. Langs de omringende waterloop staan jonge schietwilgen die als knotbomen worden beheerd. Het knotten van de bomen geschiedt om het jaar om de kruinen niet te groot te laten worden. Daarbij wordt jaarlijks om en om de helft van de bomen gedaan. Dit beheer kan ook de komende periode van 10 jaar worden voortgezet. Aan de westelijk rand van de parkeerplaats is een dichte beplanting van struiken en bomen geplant om de omwonenden het zicht op de auto’s te ontnemen. Op dit moment is het beheer van de struiken vrij intensief met een jaarlijkse hoogte- en breedtesnoei. Doel daarbij is de struikenlaag zo min mogelijk doorzicht te geven. Hetzelfde doel is echter ook bereikbaar met een extensiever beheer. De struiken zullen aan de zijde van de parkeerplaats zelf wel jaarlijks teruggesnoeid moeten worden. Ook zullen de kronen van de bomen die tussen het struweel staan dienen te worden opgekroond. Aansluitend zou op korte termijn een selectieve snoei van de struiken kunnen plaats vinden, waarbij gekozen wordt om een deel van de struiken te laten doorgroeien en een deel weg te halen. De blijvende struiken kunnen vervolgens uitgroeien tot een meer natuurlijke groeiwijze. Doordat ze meer ruimte hebben zullen ze dichter worden en het doorzicht tegenhouden. In de strook met struiken, maar vooral langs de oostelijke kant van de omringende sloot staan diverse essen. Vanwege een heersende ziekte (Essentaksterfte) zal hier met enige uitval rekening gehouden moeten worden. In de groenbegroting zal daarom ruimte gecreëerd dienen te worden voor enige herplant. De oude parkeerplaats De verharding van de oude parkeerplaats zal twee maal per jaar in de periode mei – september van opslag van wilde kruiden moeten worden ontdaan. Dit zal handmatig (met schoffelen) of met de bosmaaier (voorzien van een draadkop) dienen te worden gedaan. Het Landgoedbos Voor het landgoedbos als geheel geldt dat met name het bomenbeheer geïntensiveerd zal dienen te worden. Allereerst zal jaarlijks de zogenaamde VTA (Visual Tree Assessment) controle moeten plaatsvinden, overigens niet alleen in de bosdelen, maar ook bij de boomgroepen en solitaire bomen. Zo kan ieder jaar opnieuw worden vastgesteld welke bomen of takken moeten worden weggezaagd omdat ze ziek of dood zijn. Dit is nodig om de veiligheid van de vele gebruikers van het landgoed te kunnen garanderen. De bevinden zullen op schrift moeten worden gezet. In alle delen van het landgoedbos zal tevens op alle plaatsen waar (gezonde) oudere, monumentale bomen worden verdrongen door jongere exemplaren, gekozen worden voor het kappen van de laatBeheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 31
ste. Daarnaast zal daar waar jongere bomen te dicht op elkaar groeien en elkaar weg concurreren gekozen worden voor zogenaamde toekomstbomen. De bomen die hen verdringen dienen gekapt te worden. Deze dunning zal jaarlijks dienen plaats te vinden, maar moet wel over een reeks van vijf tot tien jaar worden uitgesmeerd. Per jaar dient een plan te worden gemaakt welke bomen, bosvak, voor dunning in aanmerking komen. Dit plan, inclusief te kappen bomen met een stam die dikker is dan 20 cm dienen bij de gemeente Heemstede te worden gemeld. Van groepenkap zal worden afgezien. Wel zal daar waar mogelijk op plekken waar bomen moeten verdwijnen om andere veilig te stellen gekeken moeten worden of aansluitend een of enkele minder oude bomen mee geveld kunnen worden. Dat kan bijvoorbeeld door daar waar ook esdoorns bij zo’n plek groeien, deze in de velling mee te nemen. Wel moet op deze plekken voor herplant worden gezorgd, waarbij er op gelet moet worden dat de variatie aan soorten in stand blijft. Bij de kap moeten bomen ouder dan 50 jaar uiteraard zoveel als mogelijk is worden ontzien. Tot slot geldt voor alle bosdelen dat esdoornopslag, Amerikaanse vogelkers en de ondergroei van braam beperkt moeten worden. Concreet houdt dit in dat niet meer dan 5% van het bosoppervlak met braam begroeid mag zijn en dat Amerikaanse vogelkers en esdoornopslag volledig dienen te worden verwijderd. Bij braam komt 5% van het oppervlak ongeveer overeen met de huidige aanwezigheid. In een niet te grote hoeveelheid is braam een belangrijke ecologische aanvulling voor een bos, door de grote waarde die het heeft voor insecten als vlinders en veel vogelsoorten. Gaat braam overheersen dan wordt de kruid- en struikenlaag in het bos te eenzijdig en wordt het beheer ernstig gehinderd. Daarom is het goed om te kiezen voor een paar plekken waar braam in beperkte omvang voor mag komen (liefst plekken waar het nu al staat) en verdere uitbreiding met jaarlijkse snoei te voorkomen. Nieuwe haarden moeten eveneens worden weggesnoeid of indien mogelijk worden uitgetrokken. Noch bij het terugdringen van braam, noch bij het bestrijden van Amerikaanse vogelkers en esdoornopslag is het gebruik van bestrijdingsmiddelen nodig of wenselijk. In het verleden stonden op het Landgoed nog vele iepen. Door de iepziekte zijn deze voor het grootste deel afgestorven en verwijderd. Toch kunnen her en der nog iepen tevoorschijn komen door opslag van achtergebleven wortelgestellen en door zaailingen. Het advies luidt om deze opslag zoveel mogelijk in te tomen en verdere uitbreiding te voorkomen door de iepopslag weg te halen. Beperk de aanwezigheid van jonge iepen hooguit tot een twee tot drietal plaatsen. Het niet intomen van de iepen zou een forse uitbreiding van deze boom veroorzaken. De iepziekte kan dan steeds toeslaan, wat een flinke extra inspanning van het beheer oplevert. In Nederland heerst namelijk de verplichting om iepen die door de iepziekte zijn getroffen onmiddellijk te vellen en van het terrein af te voeren. Zolang de ernst van zich uitbreidende ziekten onder paardenkastanjes (bloederziekte) en essen (essentaksterfte), zal ook terughoudend met de aanplant van deze soorten omgegaan dienen te worden. Beperk deze daarom tot hooguit het vervangen van bestaande afstervende exemplaren. Op dit moment wordt bij het beheer op enkele plaatsen in het bos de bladval verwijderd. Aangezien bladval belangrijk is voor de humusvorming in het bos en daarmee voor de gezondheid van de bomen is het belangrijk dat dit alleen gebeurt waar het nodig is. Dat is het geval waar mossen in stand gehouden moeten worden of waar sprake is van stinze begroeiing, precies zoals nu de praktijk is. De paden door het bos Door alle onderdelen van het landgoedbos lopen wandelpaden die een rondgang over het terrein mogelijk maken. Deze wandelpaden zijn in goede staat en de doorgang wordt nergens gehinderd Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 32
door uitstekende takken of gevallen dood hout. Wel begint in de bermen door de bosdelen hier en daar grote berenklauw zicht te verbreiden.
Grote berenklauw langs sommige paden in het landgoedbos. Grote berenklauw is een inheemse plant en verwant aan zijn exotische neef de reuzenberenklauw. De plant wordt wat minder hoog en veroorzaakt in iets mindere mate brandblaren dan deze laatste soort, maar toch is deze uitbreiding langs de paden niet echt gewenst. Aangezien grote berenklauw zich makkelijk vermeerderd en daarbij een gevarieerde kruidengroei langs de paden belemmerd, dienen haarden van deze plant vanaf mei meerdere malen gemaaid of plaatselijk met takkenscharen weggeknipt te worden. Verdere speciale ingrepen zijn bij het beheer van de paden niet nodig. Het huidige beheer van jaarlijks snoeien van over de paden groeiende takken en het vrij houden van gevallen hout dient te worden voortgezet. In het najaar (eind november) dienen de paden vrij gemaakt te worden van bladval. Speciale vermelding verdient even het in 2011 geopende fietspad dat door bosvak 1 loopt. De gemeente Heemstede heeft dit fietspad van Atheneum College Hageveld in erfpacht gekregen, omdat het hier een openbare weg betreft. De gemeente is daarmee verantwoordelijk voor het onderhoud van de verharding en verwijdering van het zwerfvuil. Echter, het fietspad heeft een deel van Landgoed Hageveld toegankelijk gemaakt voor het publiek en vormt zo deels ook het visitekaartje voor het Landgoed. Daarom zal aanvullend aan het beheer van de gemeente Heemstede af en toe ook door beheerders van Hageveld zwerfvuil dienen te worden verwijderd. Uiteraard zullen takken die richting fietspad groeien tijdig dienen te worden gesnoeid. De afzonderlijke delen van het bos Het eerste deel van het Landgoedbos, vak 1 genoemd, is een gevarieerd loofbos, waar vooral hardhout soorten als zomereik, beuk en in mindere mate es, paardenkastanje en linde domineren. Ook staan er redelijk veel esdoorns en een enkele haagbeuk. Een struikenlaag is slechts plaatselijk aanBeheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 33
wezig in de vorm van hulst en vlier. De kruidenlaag is uitbundig met echte koekoeksbloem en stinkende gouwe. Bij de dunning van de bomen is het van belang het karakter van gevarieerd hardhoutbos te handhaven en vooral eik, beuk, haagbeuk en linde te bevoordelen. Bij de herplant dienen om het kruidenrijke karakter te handhaven, de meest zware schaduwbomen als paardenkastanje met terughoudendheid gebruikt te worden en vooral eiken, beuken, linden en essen te worden bevoordeeld. Daar waar al veel licht in het bos valt zomereik bevoordelen. Ook moet afgezien worden van de herplant met esdoorns (vanwege het woekeren van jonge opslag) en iepsoorten. Iepen moeten worden vermeden vanwege de steeds terugkerende iepziekte, waardoor een veel intensiever en kostbaarder bomenbeheer noodzakelijk zou worden. Dit laatste kan ook ten aanzien van essen gaan spelen als de gevreesde essentaksterfte daadwerkelijk op grote schaal gaat toeslaan. Op de plekken waar hulst groeit kan deze gehandhaafd blijven. Exemplaren die door de kruinen van monumentale bomen groeien kunnen worden teruggesnoeid. Verdere uitbreiding van hulst moet voorkomen worden om de variatie aan open en dichtere ondergroei van struiken te behouden. Om iets meer variatie in de aanwezige struiken te krijgen zou hier en daar een enkele hazelaar kunnen worden geplant. Aan de rand van vak 1, tegen het hek aan de noordwest zijde van Hageveld dient de Japanse Duizendknoop drie tot vier keer per jaar te worden afgemaaid of plaatselijk met een takkenschaar te worden afgeknipt. Daar dient mee begonnen te worden in april, ruim voordat de plant in bloei komt. Het tweede bosdeel, het zogenaamde Herenbos, maar hier vak 2 genoemd (bijlage 3), heeft meerdere terreindelen met een verschillend karakter. Het beheer dient er op gericht te zijn deze karakterverschillen in stand te houden. Zo bevindt zich grenzend aan vak 1 het bosdeel met grauwe abelen en iets meer richting zuiden, zogenaamde zachthout boomsoorten als ruwe berk, zwarte els en lijsterbes. In dit bosdeel komt ook de zomereik veelvuldig voor. De struiklaag wordt gevormd door hulst en braam, maar plaatselijk is ook veel smalle stekelvaren aanwezig. Daar waar dunning nodig is zal bij de keuze welke bomen voor de toekomst behouden moeten worden de eerste voorkeur naar soorten als zomereik en linde dienen blijven uit te gaan. Bij de herplant zullen naast zomereik, es en linde, ook ruwe berk, zwarte els, lijsterbes en een nog weinig aanwezige soort als meidoorn aan bod kunnen komen. Zware schaduwsoorten als paardenkastanje beuk en zelfs haagbeuk dienen hier vermeden te worden. De verdere uitbreiding van hulst en braam moet hier worden voorkomen. Hulst die door de kruinen van oudere bomen groeit kan worden teruggesnoeid, of weggehaald. Het is ook hier waar de meeste van de uit de Tweede Wereldoorlog daterende ‘schuttersputjes’ zich bevinden. Om deze historische elementen zichtbaar te houden, dient ter plekke jaarlijks de bodembegroeiing te worden verwijderd.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 34
Dennenbosje op Hageveld, schuilplaats voor bosuil en zangvogels. Direct aan het bosdeel met berken en lijsterbes bevindt zich een perceeltje met fijnsparren en enkele grove dennen. In zijn huidige (niet te grote) omvang voegt het extra landschappelijke en ecologische waarden toe aan het bos. In de winter is het een groen blijvende plek en voor vogels als sperwers en bos- en ransuilen vormt het sparrenbosje een ideale schuil- en nestplaats. Het enige beheer dat hier noodzakelijks is, is het jaarlijks terugsnoeien van de plaatselijk aanwezige braam en dunning van de bomen waar die elkaar sterk beconcurreren. In een van de meest zuidoostelijke delen van vak 2 bevindt zich aan de rand van omringende waterloop een zone ( met een oppervlak van ongeveer 200 tot 300 m2, zie bijlage 5, essenhakhoutbos) met voornamelijk essen, die in het verleden als hakhout zijn afgezaagd. Of het hier om een restant van een 19e eeuws hakhoutbosje, of om tijdens de tweede wereldoorlog afgezaagde en weer uitgelopen bomen gaat is niet duidelijk. In ieder geval is het aan te bevelen om het kleine stuk bos met hakhout essen in hakhoutbeheer te houden. Dat wil zeggen dat de bomen eens in de acht tot tien tot jaar weer tot de oude stoof (het deel van de oude boom dat nog boven de grond uitsteekt) moeten worden afgezaagd. Om op de zone met hakhoutbomen meer licht te krijgen kunnen een paar ter plekke groeiende esdoorns worden weggezaagd. Als oude hakhoutstoven afsterven, kunnen weer opnieuw essen worden geplant, die na 10 jaar weer iets boven de bodem kunnen worden afgezaagd. Eventuele braamopslag dient ieder jaar weggehaald te worden. Indien nog niet aanwezig, kunnen in het hakhout deel bolletjes van sneeuwklokje of boshyacint in de bodem worden gestopt. Aangezien het hakhoutstukje maar klein is zal het, om genoeg zon op de stoven te krijgen, in een keer moeten worden teruggezaagd. Opvallend aan het meest zuidelijk bosdeel van vak 2 is dat het hier weer om een overwegend zomereikenbos gaat. Andere boomsoorten komen er nauwelijks voor. Plaatselijk zijn veel smalle stekelvarens aanwezig en in het meest zuidelijke deel ook een zone met haarmos. Behalve het mooie landschappelijke beeld dat het oplevert is eikenbos ook ecologisch uiterst waardevol. Aan eiken zijn de meeste levende organismen gebonden van alle bomen. Het beheer dient er op gericht te zijn ook het karakter van dit onderdeel van vak 2 te behouden. Daar waar nodig moeten oude bomen die worden bedreigd door jongere exemplaren worden bevoordeeld. Herplant dient hier alleen met zomereiken, of om enige variatie te krijgen, door een enkele ruwe berk te gebeuren. Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 35
e
e
Speciale vermelding verdient de rechte waterloop die op de grens van het 1 en 2 bosvak haaks op de omringende sloot uitkomt. Het gaat hier (hoogstwaarschijnlijk) om een van de oudste elementen van het hele landgoed, namelijk een restant van het middeleeuwse grachtenstelsel. Langs de oevers, die van een harde oeverbeschoeiing zijn voorzien, staan monumentale zomereiken. Ze worden echter steeds meer uit het zicht verdrongen door opschietende jonge beuken, die bovendien door de kruinen beginnen te groeien. Om zowel de oude gracht, als de monumentale bomen weer de ruimte te geven dienen de concurrenten van de oude zomereiken te worden gekapt. Ook moeten overhangende takken die boven de gracht hangen worden weggezaagd. Om de speciale historische achtergrond van de gracht meer zichtbaar te maken zou daar waar het looppad het water kruist een informatiepaneel kunnen worden geplaatst. Het zou misschien leuk zijn als leerlingen van Atheneum College Hageveld zelf dit informatiepaneel in de lessen geschiedenis of handarbeid zouden mogen maken.
Waarschijnlijk het oudste landschapselement op Landgoed Hageveld, het restant van de middeleeuwse gracht van Klooster “De Hemelpoort”. Aan beide uiteinden van de oude gracht zijn versmallingen aangebracht om hier verkort brugelementen te kunnen plaatsen. Een aanbeveling voor de verdere toekomst zou zijn om deze later aangebrachte versmallingen weer te verwijderen om zo de historische breedte van oude gracht weer in zijn geheel te herstellen. Het bos van vak 3 is een uitloper om het sportveld richting het industrieterrein, die vervolgens breder wordt rond de begraafplaats van het vroegere seminarie. Het is een uiterst gevarieerd bosdeel waar nu weer eens oude eiken en beuken domineren en dan weer zones met esdoorn, zwarte els, es en zelfs robinia pseudoacacia. In de smalle uitloper langs het sportveld valt de ondergroei van plaatselijke tapijten van haarmos op. Om het mos hier te behouden wordt de bladval jaarlijks verwijderd. Deze maatregel kan op deze plaats worden voortgezet. Herplant van bomen dient rekening te houBeheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 36
den met de karakterverschillen in vak 3. Daarom robinia pseudoacacia alleen herplanten in de zone waar deze nu al voorkomt. Verder ook hier het voorgestelde bomenbeheer als in de andere twee vakken. Oude monumentale bomen bevoordelen en daar waar deze sterk beconcurreerd worden door jongere bomen, deze laatste verwijderen. De begraafplaats Het huidige beheer zal hier worden gehandhaafd. Dat wil zeggen dat de graven vrijgehouden van kruiden- struiken of bomenopslag en dat de hagen om de begraafplaats 1 x per jaar worden gesnoeid. Verder zal de begraafplaats in het najaar van bladval worden ontdaan. De kleine stukjes gazon zullen wekelijks tot eenmaal per drie weken moeten worden gemaaid. Extra maatregelen zijn dat de laag overhangende takken boven de begraafplaats worden afgezaagd en dat de twee beuken aan de ingang, die het zicht op de begraafplaats ontnemen en de oudere bomen onzichtbaar maken, worden verwijderd. Bij het vertrek van de huidige beheerder Kees Stokman, zal het bisdom het beheer van de begraafplaats zoals nu omschreven, hernieuwd moeten organiseren. De wateren op Hageveld De wateren op Hageveld liggen allen in of direct in de nabijheid van bosvakken. Om de wateren op diepte te houden en waterleven mogelijk te maken dient jaarlijks de bladval en de gevormde sliblaag te worden verwijderd. Daar waar langs de omringende waterlopen een boom omwaait kan van de achtergebleven kluit een ijsvogelwand worden gemaakt. Het is vanuit cultuurhistorische overwegingen niet gewenst dit bij het restant van de middeleeuwse gracht te doen. Bij de omringde sloot aan de weilandzijden hebben ook de boeren schouwplicht. De huidige samenwerking, waarbij de boer 1 x per jaar met een graver de sloot leeg haalt en Hageveld de rietgroei in de sloten vanaf het landgoed intoomt, moet worden voortgezet. Bomen die vanuit het landgoed in de omringde weilanden vallen, worden conform de afspraken met de omringende boeren, door Hageveld verwijderd. Voorzieningen voor het publiek Hageveld wordt als landgoed intensief gebruikt door zowel leerlingen en personeel van Atheneum College Hageveld als recreanten (langs het fietspad) en bewoners. Het verdient daarom aanbeveling om de rijke historie van het landgoed voor de gebruikers meer zichtbaar te maken. Zo zouden er informatiepunten gecreëerd kunnen worden, waar bezoekers via een belsysteem (QR code) de achtergronden van een specifieke plek te horen krijgen. Dit zou ondermeer kunnen gebeuren bij de plek waar voorwerpen van de Vlaardingencultuur opgraven zijn, waar zich het restant van de middeleeuwse gracht bevind, op een plek waar zich een schuttersput bevind, bij het water waar middeleeuwse vondsten van het voormalige klooster zijn gedaan, bij de oude oprijlaan, bij de oude brug (de laatste twee bevinden zich op het terrein van VvE Landgoed Hageveld) en bij de begraafplaats. Hierbij zouden zoveel als mogelijk is scholieren van het Atheneum College Hageveld ingeschakeld kunnen worden. Het Landgoed kan daarnaast ook tal van onderwerpen aanleveren voor de lessen geschiedenis of aardrijkskunde, waarvan de resultaten mogelijk interessante informatie kunnen ontsluiten voor belangstellenden. Beheer door vrijwilligers
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 37
Zoals eerder al vermeld zijn de kosten voor het beheer van een landgoed de afgelopen twintig jaar sterk gestegen en is het budget dat daar tegenover staat over het algemeen juist gekrompen. Vandaar dat tegenwoordig veel werk in natuur en landschap door vrijwilligers geschiedt. Een knelpunt daarbij kan zijn dat het werken met vrijwilligers risico’s kan inhouden voor de continuïteit van het beheer. Vrijwilligers kunnen immers komen en gaan zoals het hun uitkomt. Een ander mogelijk probleem is dat vrijwilligers niet altijd de benodigde kennis hebben om zelfstandig het beheer te kunnen uitvoeren en dat er bovendien altijd nog veel werk overblijft waar zij niet aan toe komen. Toch zal ook Atheneum College Hageveld er niet aan ontkomen om een groot deel van het beheer door vrijwilligers te laten verrichten. Zeker als er een iets intensiever boombeheer gepleegd moet worden. Gelukkig hebben ze de afgelopen jaren de beschikking over een deskundige beheerder gehad, maar of dat ook in de toekomst zal lukken is niet zeker. Daarom zal voor de langere termijn een constructie aangegaan moeten worden, waarbij een beroepsmatig ingehuurde beheerder/uitvoerder (want ook die zullen nodig blijven om het beheer uit te voeren dat de vrijwilligers niet kunnen of mogen verrichten) structureel gaat samenwerken met wekelijks op het Landgoed werkende vrijwilligers. Deze groep kan voor ondersteuning aangesloten blijven bij Landschap NoordHolland, waardoor de vrijwilligers toegang krijgen tot cursussen die hun deskundigheid in het beheer en het veilig gebruik van gereedschappen bevorderen. Ook zullen ze dan voor tussentijds advies over beheervragen kunnen aankloppen bij Landschap Noord-Holland en kan ook hulp geboden worden bij de werving van vrijwilligers. Zo ontstaat er meer garantie op de continuïteit van de vrijwilligersgroep. Wel blijft belangrijk dat de beroepsmatige beheeruitvoerders en vrijwilligers goed op elkaar zijn ingespeeld. Er moeten korte lijnen zijn om duidelijk en met regelmaat met elkaar te kunnen overleggen. Als aan deze voorwaarde is voldaan kan de benodigde beroepsmatige beheeruitvoerder een belangrijke stimulans voor het voortbestaan van de vrijwilligersgroep zijn. Het is daarom van het grootst belang om over de samenwerking afspraken op papier vast te leggen, zodat alle partijen daarop zijn aan te spreken. In het bijgevoegde beheerwerkschema zal worden aangegeven welke werkzaamheden door vrijwilligers kunnen worden verricht en welke door beroepsmatige natuur- en landschapbeheerders. Monitoring Om de ontwikkelingen op het landgoed te kunnen volgen en vast te stellen of ecologische waarden al dan niet in stand blijven, is monitoring noodzakelijk. Gezien de aanwijzing van Hageveld als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur is het tevens van belang te weten in hoeverre de functie van verbindingszone wordt vervuld. Wat betreft fauna is vooral van belang te weten wat het voorkomen is van vogels, vleermuizen, reptielen (ringslang) en zoogdieren (eekhoorn, boommarter, bunzing, ree, muizensoorten). Op het gebied van flora zouden inventarisaties van bos(rand)kruiden en varensoorten van belang kunnen zijn. Daarnaast zouden ook onderzoeken naar het voorkomen van paddenstoelsoorten nog belangrijke ontbrekende kennis kunnen opleveren. Monitoring kan in de praktijk door vrijwilligersorganisaties gebeuren, als vogelwerkgroepen, KNNV afdelingen en Floron. Atheneum College Hageveld heeft met een aantal organisaties, of deelnemers hiervan, al bestaande contacten, waardoor al verscheidene inventarisaties zijn verricht. Deze contacten zouden verder kunnen worden uitgebouwd. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om de leerlingen van het Atheneum College Hageveld, middels de lessen biologie, bij monitoring projecten te Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 38
betrekken. Zeker onderwerpen als varensoorten, paddenstoelen of bijvoorbeeld waterleven, kunnen zich met extra hulp van deskundige krachten hier goed voor lenen.
Bijenkasten op Hageveld.
Insectenhotel van Atheneum College Hageveld dat gebruikt wordt bij de lessen biologie.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 39
5. Streefbeelden Als een bezoeker in het jaar 2022 over Landgoed Hageveld loopt, komt hij of zij op een monumentale plek, waar zowel het imponerende Seminariegebouw als de prachtige loofbos met haar reuzen van eiken en beuken een bijzondere sfeer creëren. Een wandeling door de bosdelen van het landgoed leidt langs bossen met een verschillend karakter, waar de oude bosreuzen de ruimte hebben gekregen en goed zichtbaar zijn gemaakt. Tijdens de wandeling is op verschillende punten aangegeven dat het om een bijzondere plek gaat en dat je een nummer kan bellen om het verhaal hierover te horen. In het bos is duidelijk ook aan de bosbewoners gedacht. In een staande dode stam zijn talloze gaten te zien, waar vermoedelijk vogels hebben gebroed. Een grote bonte specht zit op het topje van de stam te hakken. Vanuit een diep in het bos gelegen takkenril klinkt het gezang van een winterkoning. De paden zijn goed toegankelijk en vrij van uitstekende takken, zodat ook een bezoeker in een rolstoel er goed uit de weg kan. Bij het oud restant van de middeleeuwse gracht aangekomen wijst een extra informatiepaneeltje (QR code) er op dat je hier op een van de oudste bewaard gebleven delen van de middeleeuwse voorloper van Hageveld bent beland. De gracht is goed zichtbaar en wordt aan beide zijden geflankeerd door monumentale zomereiken. Op een van de plekken in het landgoedbos zijn leerlingen van het Atheneum College Hageveld bezig om in het kader van hun biologielessen zoveel mogelijk verschillende insecten te vinden en te determineren. Even verderop zijn vrijwilligers bezig een paar jonge bomen te planten op een plek waar kort ervoor een zieke boom is weggehaald. Ze vertellen de bezoeker dat de leerlingen hen de komende weken gaan helpen bij het verwijderen van bladval uit de ringsloot. Ze doen dat in het kader van maatschappelijke stages. De verschillende delen van het landgoedbos hebben allen een herkenbaar eigen karakter. Soms loopt de bezoeker door een gevarieerd loofbos met beuken, eiken, paardenkastanjes en haagbeuken. Het is genieten van de kleurrijke ondergroei van dagkoekoeksbloem, stinkende gouwe, bosandoorn en heksenkruid. Even later loopt de bezoeker weer door een weelderig bos met oude eiken, maar waar ook veel berken en lijsterbessen groeien. Bijzonder zijn ook de oude hulststruiken en een stukje bos met oude hakhoutstoven die juist weer uitlopen. Even verder treft hij of zij een eikenbos aan met een uitbundige ondergroei van stekelvarens. Terug bij de gebouwen vallen de mooie solitaire bomen en boomgroepen op en ziet de bezoeker borders met kleurige bloemen en sierheesters. Het landgoed wordt duidelijk beheert op een wijze die een prachtige monumentale plek als Hageveld verdient en er wordt alles aan gedaan om het bijzondere karakter van het oude landgoed en de historische gebouwen te behouden. En dat gebeurt in samenwerking tussen vrijwilligers, leerlingen, beroepsmatige beheerders en bewoners.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 40
Bloemrijke berm met bosrandkruiden als heksenkruid en dagkoekoeksbloem in het Herenbos (bosvak 2) op Hageveld; streefbeeld voor andere bermen.
Bloemrijke bosrand met ondermeer bosandoorn en geel nagelkruid in het Herenbos (bosvak 2).
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 41
6. Literatuur 1. Collage Hageveld, van koepel tot cour, tijdschrift van College Hageveld, jaargang 3, juni 2008. 2. College Hageveld te Heemstede, beheersplan 1989 – 1993, Heidemij, april 1989. 3. Hazenberg F.R., Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, Stichting Historisch Onderzoek Hageveld, Heemstede 2011. 4. Jaarboek 2010, Stichting Reünisten Hageveld, Heemstede 2012. 5. Kriek, René, Vleermuizen op het terrein van Hageveld te Heemstede, 24 sept 2003. 6. Weijers, J.A.M., Broedvogelonderzoek gehele landgoed Hageveld te Heemstede 2003.
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 42
7. Bijlagen Bijlage 1; Kaart van de eigendomsverdeling op Landgoed Hageveld Bijlage 2; Kaart met begrenzing beheergebied Landgoed Hageveld Bijlage 3; Kaart met overzicht bosdelen op Hageveld Bijlage 4; Historische bodemkaart; ligging strandwal onder Hageveld. Bijlage 5; Natuurtypenkaart Landgoed Hageveld Bijlage 6; Beheerkaart Landgoed Hageveld Bijlage 7; Inventarisatie solitaire bomen op Hageveld van de Grontmij (1989) Bijlage 8; Werkplan uitvoerend beheerwerk Landgoed Hageveld
Beheerplan Landgoed Hageveld 2012-2022 43
Bijlage 1, Eigendomsverhoudingen op Landgoed Hageveld.
5
2
1
4 3
1. 2. 3. 4. 5.
= Landgoeddeel van Atheneum College Hageveld = Landgoeddeel van Vereniging van Eigenaren Landgoed Hageveld = Begraafplaats Landgoed Hageveld (onder cijfer 3); eigendom Bisdom Haarlem = Particulier deel rond zgn Directiekeet (valt buiten beheerplan) = Particulier deel rond Tuinmanswoning en Villa ’t Clooster (valt buiten beheerplan)
Bron: Natuurbeheerplan 2013, Provincie Noord-Holland.
Bijlage 4. Historische bodemkaart met ligging op strandwal
Werkplan uitvoerend beheerwerk Landgoed Hageveld
Beheeractiviteit
Uitvoerder(s)
wanneer
frequentie
juni - augustus
1 x per jaar
Vrijsnoeien paden en verwijderen takken Wegzagen gevaarlijke boomtakken
beroepsmatige beheerder en vrijwilligers samen beroepsmatige beheerder en vrijwilligers samen beroepsmatige beheerder en vrijwilligers samen vrijwilligers beroepsmatige beheerder
Melding voorgenomen verwijdering dode kronen of bomen Verwijderen dode kronen of bomen Terugsnoeien braam Wegzagen Amerikaanse Vogelkers Wegzagen opslag van esdoorn Wegzagen opslag iepen Opstelling dunningsplan voor geldend jaar Melding dunning aan gemeente Dunning bomenbestand Aanleg en bijvullen takkenrillen Herplant jonge bomen Hakhoutbeheer Plaatselijk verwijderen teveel aan bladval bij mos Planten stinzebollen Maaien/knippen grote berenklauw Bladval ruimen van paden Snoei bosplantsoen bij oude parkeerplaats
beroepsmatige beheerder beroepsmatige beheerder vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers beroepsmatige beheerder beroepsmatige beheerder vrijwilligers en beroepsbeh vrijwilligers vrijwilligers en beroepsbeh vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers
mei - augustus juni - augustus bij gevaar direct jan-dec 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart januari/februari januari/februari november - 21 maart 21 juni tot 21 maart november - 21 maart november - 21 maart december - 21 maart september - december mei - augustus okt - december juli-maart
beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders
juni - juli 1 x per jaar december - februari 1 x per 5 jaar december - februari 1 x per jaar december - februari 1x per direct vanwege risicos
aantal werkuren per jaar
machines
Bosbeheer VTA controle bomen Registratie bevindingen VTA controle Bijstellen jaarwerkplan voor komend jaar
8 48 4
4 tot 10 x per jaar indien het zich voordoet 1 x per jaar 2 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 4 dagen 1 x 8 uur per 8 - 10 jaar 1 x per 5 jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 3 x per jaar 2 x per jaar 2 x per jaar
4 20 20 2 8 30 4 32 4 4 1 160 20 32 5 2 4 6 16 32
Beheer solitaire bomen en boomgroepen Vrij houden stammen van opschot Kroonsnoei Opkronen bomen Afvoeren takken en stammen Verwijderen zieke en dode bomen
16 hoogwerker 13 hoogwerker 16 hoogwerker 4 hoogwerker
Beheeractiviteit Herplant nieuwe bomen Bewateren van nieuwe bomen bij droogte
frequentie
aantal werkuren per jaar
Uitvoerder(s) vrijwilligers vrijwilligers
wanneer november - maart april - september
machines
afhankelijk van weer
beroepsmatige beheerders en vrijwilligers Vrijwilligers Vrijwilligers Vrijwilligers
november - maart
1 x per jaar
januari - december juli - oktober februari - maart
1 tot 10 keer per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar
vrijwilligers beroepsmatige beheerders en vrijwilligers
mei - juni november - 21 maart
1 x per jaar 1 x per 4 jaar
48 4
Maaien Reuzenberenklauw Wegsnoeien Japanse Duizendknoop Planten bloembollen Weghalen opschietende kruiden en boomvormers Bijsnoeien heesters
vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers
april - september april - september september - december maart - oktober
3 x per jaar 3 x per jaar 1 x per jaar 1 x per maand
2 maaimachine 2 8 40 16
Beheer knotbomen bij parkeerplaats
Vrijwilligers
december - februari
1 x per jaar helft v/d bomen
32
Weghalen opschietende wilde kruiden Terugsnoeien hedera in hederatuin Maaien gazondeel lerarentuin Bewateren gazon lerarentuin bij droogte
vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers
maart - oktober juni - oktober maart - oktober april - oktober
2 a 3 x per jaar 2 x per jaar 1 x per week tot 1 x per 3 weken variabel
72 24 28 4
Beheer gazonnen
Beroepsmatige beheerder
maart - oktober
Maaien sportveld Maaien wal sportveld Weghalen ophopend maaisel sportveld Maaien cour en wal
Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder
maart - oktober maart - oktober
1 x per week tot 1 x per 3 weken 1 x per week tot 1 x per 3 weken 5 x per jaar 1 x per week tot 1 x per 3 weken
32 Grasmaaimachine 32 Grasmaaimachine 5 96 Grasmaaimachine
8
Beheer waterlopen Verwijderen bladval en sliblaag(incl afvoeren) Verwijderen ingewaaide takken Verwijderen teveel aan rietgroei in omringende sloten Creeeren en onderhouden ijsvogelbroedplek
80 graafmachine 8 2 4
Beheer groenstroken bij nieuwe parkeerplaats Terugsnoeien takken die richting P groeien Selectieve snoei hele struiken Beheer perken met bloemborders en heesters
Beheer binnentuinen
maart - oktober
Beheeractiviteit Weghalen ophopend maaisel cour Maaien gras parkeerplaats Maaien gras oevers bij parkeerplaats Bewateren parkeerplaats en cour bij droogte Maaien gras rond perken aan ingangzijde Maaien gras bij oostvleugel hoofdgebouw Maaien gras binnentuin (Lerarentuin) Verwijderen bladval met bladblazer
Uitvoerder(s) Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder vrijwilligers Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder vrijwilligers
wanneer
aantal werkuren per jaar
oktober - december
frequentie 5 x per jaar 1 x per week tot 1 x per 3 weken 1 x per week tot 1 x per 3 weken 2 x per week bij langere droogte 1 x per week tot 1 x per 3 weken 1 x per week tot 1 x per 3 weken 1 x per week tot 1 x per 3 weken 2 x per jaar in herfst
vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers
augustus maart - oktober maart - oktober november - maart oktober - december
1 x per jaar 1 x per week - 1 x per 3 weken 2 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar
vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers
1 x per week dagelijks 1 x per 5 jaar 1 x per 5 jaar
jan - dec jan - dec nov - maart jan - dec
maart - oktober maart - oktober
machines
5 16 20 24 3 32 12 45
Grasmaaimachine Grasmaaimachine Grasmaaimachine Grasmaaimachine Kleine Grasmaaimachine
Begraafplaats Snoeien haag rond begraafplaats Maaien stukjes gras Vrijhouden graven van kruiden/struiken/boomopslag Afzagen overhangende takken boven begraafplaats Verwijderen bladval
2 8 Kleine Grasmaaimachine 6 4 3
Algemene werkzaamheden Onderhoud/aankoop gereedschap Verwijderen zwerfvuil over het hele terrein onderhoud bankjes op terrein Cursussen
Onvoorziene werkzaamheden
96 144 2 8
100
1592 Totaal per jaar
In het schema is aangegeven welke werkzaamheden door wie verricht kunnen worden. Echter, of vrijwilligers werkzaamheden kunnen verrichten is afhankelijk van het aantal vrijwilligers en de frequentie waarin zij werken. In de praktijk kan dat betekenen dat een deel van de werkzaamheden toch door beroepsmatige uitvoerders verricht zal moeten worden.
Beheeractiviteit Kosten Beheer Kosten arbeidsuren Kosten materialen/gereedschappen Kosten inhuren machines Kosten aanplantmateriaal
Uitvoerder(s)
wanneer
frequentie
aantal werkuren per jaar
machines
39800 a 25 euro bruto per uur 300 2350 o.a. graafmachine/hoogwerker/versnipperaar 200
42650
Totaal indien werkzaamheden door beroepskracht worden verricht