Landgoed Schandelsch Broek Inrichtings- en beheerplan
COLOFON LANDGOED SCHANDELSCH BROEK Inrichtings- en beheerplan
IND01-251137-04d 4 november 2014
Opdrachtgevers: De heer H. van Ginkel De heer R. Hendriks
CroonenBuro5 Vestiging Oosterhout
Vestiging Maastricht
Beneluxweg 125
Louis Loyensstraat 5
4904 SJ Oosterhout
6221 AK Maastricht
Postbus 40
Postbus 959
4900 AA Oosterhout
6200 AZ Maastricht
T (0162) 487500
T (043) 3253223
[email protected]
www.croonenburo5.com
2
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
I N H O U D S O P G AV E 1 Inleiding
5
2 Gebiedsvisie
7
2.1 Locatiestudie
7
2.2 Uitgangspunten
9
2.3 Inrichtingsvisie
11
2.4 Recreatief gebruik
13
3 Natuurdoeltypen
17
3.1 Algemeen
17
3.2 Zwak gebufferd water
19
3.3 Herdimensionering Latbeek
21
3.4 Ecologisch waardevolle watergangen
23
3.5 Zomereiken-Beukenbos
23
3.6 Doornstruweel
25
3.7 Bloemrijk grasland
25
3.8 Laanbeplanting
27
3.9 Hagen
29
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
3
Landgoed Dassenrijk Landgoed de Vlees Turfkoel
Landgoed Enderhof Schandelosche Veld
Ra
Els
br oe
arv eld
ke r
Vilgert
La
an
de
tbe
lsc
he
an
ch
ek
Br oe
Gr oo te L
rst eS
Schandelo
dw eg
Ee
lo
ssi Kr ng om we g
Schandelosche Broek
kw eg
Zijlandweg
eg losew
nde Scha
Velden
4
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
Venkoelen
1
INLEIDING In opdracht van dhr. van Ginkel en dhr. Hendriks is in de onderhavige
Bij de ontwikkeling van het landgoed zijn de bestaande landschappelijke
rapportage een inrichtings- en beheerplan opgesteld, voor een nieuw
structuren zoveel mogelijk behouden en worden landschappelijke
landgoed ten noordoosten van de Limburgse kern Velden. Het landgoed
lijnen uit de omgeving opgepakt en versterkt. Daarbij is, in combinatie
krijgt de naam ‘Schandelsch Broek’, overeenkomstig de historische
met de ontwikkeling van het landgoed, voorzien in de realisatie van
benaming van de landgoedlocatie.
twee burgerwoningen. De woningen zijn gesitueerd in de oksel van de Schandeloseweg en de Vilgert en vormen samen één woonensemble
Het landgoed is gebaseerd op dezelfde uitgangspunten die zijn
als tegenhanger van Huize Schandelsch Broek.
gehanteerd bij de ontwikkeling van het landgoed ‘Roodselaar’ in Lunteren. Het landgoed ‘Roodselaar’ vormt een thuis voor tien
In
geestelijk beperkte kinderen en een ondernemingsgezin. Hierin
ontstaansgeschiedenis en het huidig gebruik van de locatie. Middels
staat het open karakter, met een grote mate van leefvrijheid voor de
deze analyse zijn de uitgangspunten geformuleerd waarop de
bewoners centraal, in combinatie met een hoge toegankelijkheid van
inrichtingsvisie is gebaseerd en beschreven. De inrichtingselementen
het landgoed.
zijn vervolgens vertaald naar concrete natuurdoeltypen met de
deze
rapportage
wordt
allereerst
ingegaan
op
de
bijbehorende beheersaspecten. Dezelfde maatschappelijke functie vormt de basis voor het landgoed ‘Schandelsch Broek’. Op het landgoed wordt namelijk een centrale voorziening, genaamd Huize Schandelsch Broek, gerealiseerd waarin zestien dementerende bejaarden in gezinsverband wonen en 24-uurse zorg ontvangen. (‘Herbergier’, franchiseformule van ‘De drie Notenbomen). Aansluitend hierop wordt eveneens kleinschalige dagopvang voor dementerende bejaarden uit de regio geboden.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
5
6
InrichtingsIIn Inr nrriic n ich cch httin htin inggsin gsss-- en en beheerplan beh be hee he e ee erp rp rpl pllan an La LLandgoed Lan andg an dgo d ggo oe ed dS Sch Sc Schandelsch cch hand and an nde ellssch els ch B Bro Br Broek rro oe ek k
2
GEBIEDSVISIE 2.1
LOCATIESTUDIE
Het landgoed ‘Schandelsch Broek’ is gesitueerd tussen Velden en
De boeren van Schandelo hebben hier in de 17e eeuw een, door een
Schandelo, tussen de Vilgert en het verlengde van de Elsbroeker
gracht omgeven, vluchtschans aangelegd. De ligging in een moerassig
Kromweg en de Groote Landweg en de Schandeloseweg. De totale
moeilijk toegankelijk gebied vormde de reden om deze schans hier aan
oppervlakte van het landgoed, inclusief gronden in eigendom bij
te leggen.
Staatsbosbeheer en Waterschap Peel en Maas bedraagt circa 16,2 hectare. In de directe omgeving van het Schandelsch Broek liggen
De belangrijkste waterlopen in de directe omgeving van de
daarnaast meerdere (nieuwe) landgoederen, waaronder Landgoed
landgoedlocatie, de Raarveldlossing en de Latbeek, hebben een
de Vleês, Landgoed Dassenrijk en Landgoed Enderhof. Deze
redelijk ontwikkelde oevervegetatie met ondermeer moerasmuur en
landgoederen vormen gezamenlijk een netwerk van kleinschalige
wateraardbei. De Latbeek heeft deels nog een natuurlijk karakter
natuur, waar Landgoed Schandelsch Broek op aansluit.
en vormt een verbinding tussen de zuidelijk gelegen Venkoelen en het noordelijke Turfkoel. Ten noorden ligt bovendien natuurgebied
Het landgoed is gelegen in het Schandelose Broek, een oude verlande
de Schandelosche Heide en ten zuiden het Zwart Water. Beide
oostelijke Maasmeander. De kern Schandelo ligt op de Maasterrasrand.
natuurgebieden hebben een keur aan bijzondere en beschermde
Het gebied ten oosten daarvan (het Schandelosche Veld) bestaat
soorten.
grotendeels uit akkers en glastuinbouw. Uit de aanwezigheid van oude veldwegen, wegkruizen en historische akkerranden (steilranden) blijkt
Op dit moment zijn de gronden in gebruik als bouwland en grasland.
dat het gebied oud bouwland is. In de oksel van een zich splitsende en
Daarnaast zijn een aantal bomenrijen en singels aanwezig, die
verlaten riviergeul bevond zich een riviereiland, dat tot op heden als
eigendom zijn van Staatsbosbeheer. Ook lopen door of langs het
lichte glooiing in het landschap aanwezig is.
landgoed een aantal hoofdwatergangen die eigendom zijn van Waterschap Peel en Maas. Over en langs het landgoed lopen twee
In de 17 eeuw lag deze glooiing als een eiland in het moerasbos van e
openbare zandpaden, de Zijlandweg en de Grote Landweg.
het Schandelosche broek.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
7
A
C
8
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
B
2.2
UITGANGSPUNTEN
HET WOONENSEMBLE (C)
Bij de ontwikkeling van het landgoed zijn de
onderstaande
uitgangspunten gehanteerd.
Het woonensemble is gesitueerd in de oksel van de Schandeloseweg en de Vilgert. De twee woningen vormen samen één woonensemble als tegenhanger van Huize Schandelsch Broek.
HUIZE SCHANDELSCH BROEK (A) Deze voorziening betreft een woonzorggebouw bestaande uit zestien
De bebouwing refereert qua situering, massa en architectuur aan het
verzorgsappartementen,
wordt
woonzorggebouw en de rest van het landgoed. De woningen worden
geboden voor dementerende ouderen. Hierbij is eveneens voorzien
omsloten door groen en zijn gesitueerd op ruime, groene kavels en zijn
in bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen, alsmede een
georiënteerd op het landgoed. De ontsluiting van de woningen vindt
inpandige dienstwoning voor de beheerder(s).
plaats via een neveningang op de Schandeloseweg en vormen daarbij
waarbij
24-uurse
kwaliteitszorg
een markant punt. Deze neveningang vormt tevens de toegang tot het Het gebouw is centraal gesitueerd op een terp, op geruime afstand
landgoed voor het langzaamverkeer (fietsers en voetgangers).
van de Schandeloseweg. Het gebouw is gericht op én zichtbaar vanaf de Schandeloseweg en bestaat overwegend uit twee bouwlagen met
De woningen hebben een bebouwingshoogte van 1 à 1,5 bouwlaag
kap, waarbij de 2e laag plaatselijk/deels in de kap opgenomen kan
met kap en een inhoud van maximaal 1.000 m3 (excl. bijgebouwen).
zijn. De verbinding tussen de beide vleugels van het hoofdgebouw
De totale omvang van de woonpercelen bedraagt gemiddeld 1.800 m2.
is lager, bestaande uit één bouwlaag met kap. De inhoud van het
Voor de gronden nabij de Vilgert zijn in het bestemmingsplan nadere
hoofdgebouw bedraagt circa 3.800 m3. Daarnaast komt er nog een
voorwaarden opgenomen. Hiermee wordt de groene uitstraling naar
aparte kleinschalige dagopvang voor dementerende ouderen uit de
het omliggend gebied vastgelegd en wordt de mogelijkheid om de,
directe omgeving/regio, bestaande uit éen bouwlaag met kap, met een
binnen het plangebied gelegen, gasleiding te beheren en onderhouden
inhoud van circa 1.000 m3.
gewaarborgd.
De hoofdtoegang/oprijlaan tot de bebouwingsterp bevindt zich aan de Schandeloseweg. Het woonzorggebouw en de entree zijn in het verlengde van deze as gesitueerd. DE BOERENSCHANS (B) De voormalige vluchtschans uit de 17e eeuw dient bij de landgoedontwikkeling in ere te worden hersteld en kan bijvoorbeeld een recreatieve functie krijgen (infopaneel landgoed en omgeving, startpunt van recreatieve routes, enkele parkeerplaatsen, etc).
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
9
10
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
2.3
INRICHTINGSVISIE
Op het landgoed vormen de bestaande en nieuwe zichtlijnen belangrijke
Het nattere oostelijke deel bestaat uit halfnatuurlijk grasland met
structurerende elementen. Door middel van bestaande en nieuwe
houtsingels en slootjes of greppels evenwijdig aan de Grote Landweg
stukken bos alsmede brede houtsingels zijn doorkijken van en naar
en de Schandeloseweg. Deze slootjes of greppels krijgen brede, flauwe
het landschap gerealiseerd. Met de ontwikkeling van het landgoed
oevers met lange gradienten. Het drogere deel bestaat uit halfnatuurlijk
profiteren de natuurwaarden in en rond het gebied. Bijzondere flora
grasland en bos.
en fauna krijgen meer ruimte. Het landgoed dient als corridor tussen de natuurgebieden ten noorden en ten zuiden van het gebied, en zo
Centraal in het plangebied, gelegen aan de Schandeloseweg, wordt de
de verbindende functie van het Schandelose Broek versterkt. Zeker
aanwezigheid van de verdwenen boerenvluchtschans uit de 17e eeuw
gezien het glastuinbouwgebied aan de oostzijde en de kern Velden ten
als aanleiding gebruikt om het schansterrein te reconstrueren en de
westen van het gebied, is deze corridor zeer belangrijk.
(cultuurhistorische) belevingswaarde te vergroten. Het maaiveldniveau wordt ter plaatse van de locatie van de boerenschans opgehoogd en
Bijzondere en beschermde soorten kunnen het gebied (nog) beter
begrensd door een aardenwal van circa twee meter hoog.
gebruiken als foerageer- en verbindingszone. Door toename van kleine landschapselementen (lanen, houtwallen en singels, bosjes
Op het binnenterrein wordt een infopaneel/schuilhut geplaatst
en struwelen) en een gericht beheer van bestaande en nieuwe
met informatie over het landgoed en de omliggende omgeving. Het
elementen, verbetert het leefgebied voor dassen en struweelvogels.
schansterrein vormt het startpunt van de recreatieve routes. Op het
Vleermuizen in het bijzonder kunnen profiteren van de aanleg van
terrein zullen enkele parkeerplaatsen middels groenroosters worden
kleine landschapselementen in combinatie met water. Door de
gerealiseerd. De ontsluiting voor het autoverkeer vindt plaats vanaf de
aanleg van poelen en het creëren van brede oeverzones ontstaat ook
Schandeloseweg.
aantrekkelijk leefgebied voor amfibieën. Bloemrijke graslanden en laanbomen voegen een biotoop toe aan het landgoed en de omgeving welke aantrekkelijk is voor een veelheid aan vlinders en insecten, die op hun beurt weer vogels en vleermuizen aantrekken. Huize Schandelsch Broek alsmede het woonensemble zijn voorzien op het westelijk deel van het landgoed. Hierdoor ontstaat een geleidelijke overgang vanuit de lintstructuur aan de Vilgert naar het natuurlandschap op het oostelijk deel van het landgoed. De inrichting van het landgoed volgt hierbij de natuurlijke glooiing en bodemtypologie van het landschap, waardoor een natuurlijke tweedeling ontstaat in natte en droge natuurtypen.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
11
Sfeerimpressie bebouwingsterp en omgeving (Bron: Novares Architecten, d.d. 23-08-2013) 12
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
2.4
RECREATIEF GEBRUIK
De padenstructuur in het landgoed is vormgegeven al naar gelang
DE TERP
de voorgenomen functie en de gebruikers. De hoofd- en neventree
Huize Schandelsch Broek, in combinatie met de kleinschalige
vormen hierbij de belangrijkste lineaire dragers van de interne
dagopvang voor dementerende ouderen, is gesitueerd op een
verkeersstructuur. Om deze reden is zowel de hoofdentree als
bebouwingsterp centraal gepositioneerd op het landgoed.
de neveningang geaccentueerd met laanbeplanting. De entrees zijn primair bestemd voor autoverkeer maar zijn daarnaast ook
Deze terp is zodanig vormgegeven dat activiteiten, bestemd voor deze
toegankelijk voor fietsers en wandelaars. Om deze reden worden deze
doelgroep, hierop plaats kunnen vinden. Tot dit doel heeft de terp een
wegen volledig verhard uitgevoerd. De nevenentree wordt hierbij slecht
omvang van circa 4.000 m2, waarop zowel het hoofdgebouw als een
verhard tot de entree van het woonensemble ten behoeve van de
separaat bijgebouw is gesitueerd. Om het semi-openbare karakter te
bereikbaarheid voor de bewoners.
benadrukken is een talud van 1:3 toegepast, bij een hoogteverschil van 1,5 meter, in combinatie met de toepassing van een meidoornhaag.
Het landgoed Schandelsch Broek sluit tevens aan op de fietsverbindingen
Deze hagenstructuur heeft niet alleen een sierwaarde heeft maar ook
in de omgeving. De centraal gesitueerde bebouwingsterp, met daarop
een afschermende/beschermde functie ten behoeve van de bewoners
Huize Schandelsch Broek, vormt hierbij het oriëntatiepunt. De
van huize Schandelsch Broek.
fietsverbindingen van én naar het landgoed zijn hierop georiënteerd. Het fietsverkeer sluit indien mogelijk aan op padenstructuur, behorend
De toegankelijkheid van en naar het landgoed blijft echter behouden
tot de hoofd- en neveningang. Indien een verbinding specifiek bestemd
doordat er aansluitingen op de padenstructuur van het landgoed
is voor fietsers en wandelaars is deze uitgevoerd in een halfverharding.
worden gemaakt. Deze aansluitingen zijn vormgegeven met een
Dit benadrukt het onderscheid in de diverse paden en creëert vanuit
hellingbaan, zodat ook mindervalide bewoners/bezoekers van het
verkeersveiligheid duidelijkheid.
landgoed kunnen genieten. Tot slot is in principe het gehele landgoed voor wandelaars vrij om te EXTENSIEVE DAGRECREATIE
betreden. Bepaalde routes worden echter benadrukt om de routing
Het recreatief gebruik van het landgoed richt zich voornamelijk
voor bezoekers te vergemakkelijken en bepaalde onderdelen van het
op extensieve vormen van dagrecreatie. Wandelen en fietsen, in
landgoed, ten behoeve van de natuurontwikkeling, te ontzien. Tevens
aansluiting op de bestaande padenstructuur in het omliggend
wordt aangesloten op de bestaande wandelroutes in de omgeving,
gebied, vormt hierbij het belangrijkste uitgangspunt. Alle wegen en
waaronder het ‘rondje landgoederen’. Deze wandelpaden bestaan uit
paden dienen daarom in principe toegankelijk te zijn voor fietsers
onverharde (zand)paden.
en voetgangers. Een uitzondering hierop geldt voor de entrees tot de bebouwingsterp en het woonensemble.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
13
Ligging schans op historische kaart (1811-1832): (Bron: watwaswaar.nl) 14
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
BOERENSCHANS Centraal in het plangebied, gelegen aan de Schandeloseweg, wordt de verdwenen boerenvluchtschans uit de 17e eeuw gereconstrueerd. Van grotere schansen en vestingwerken zijn soms bouwtekeningen of gedetailleerde kaarten overgebleven. Voor de boerenschansen zijn dergelijke documenten tot nu toe niet bekend. De Limburgse boerenschansen zijn gebouwd tijdens de Tachtigjarige oorlog, een onrustige periode waarin het Maasdal voortdurend werd doorkruist door de strijdende partijen. De gemiddelde boerenschans bestond vermoedelijk uit een twee tot drie meter hoge wal, verstevigd met takkenbossen. Bij de vormgeving van de boerenvluchtschans op het landgoed is hetzelfde principe toegepast. Het schansterrein vormt hierbij het startpunt van de recreatieve routes op het landgoed. Het voormalige bastion aan de noordoostzijde van de boerenschans dient hierbij als observatieplatform van waaruit het landgoed en de waterplas is te overzien. Op het binnenterrein wordt aansluitend informatie geboden over het landgoed, de boerenschans en de omliggende omgeving. Dit ter verklaring van de cultuurhistorische waarde van de locatie.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
15
16 1 6
InrichtingsIn Inr nrrich n ich ic chttin tiiin nggsgss- en en beheerplan behe be hee h ee eerpl errpl rp pllan p an LLan Landgoed an a ndgo dggo goed ed S Sc Sch Schandelsch ch cha an and nd n de dels ells els lsc scch hB Bro Broek ro roek ek
3
N AT U U R D O E LT Y P E N 3.1
ALGEMEEN
De in het Provinciaal Natuurbeheerplan beschreven natuurdoeltypen
Om particuliere landeigenaren te assisteren bij het aanleggen en
staan uitgebreid beschreven in het handboek ‘Streefbeelden voor
beheren van nieuwe natuur- en landschapselementen is in 2010 een
Natuur en Water in Limburg’. De uitgangspunten zoals benoemd in
landelijk systeem in werking getreden: de Index Natuur en Landschap.
de inrichtingsvisie zijn in de navolgende paragrafen vertaald naar de natuur- en landschapsbeheertypen, ontleend uit de ‘Index Natuur en
De Index Natuur en Landschap vormt een onderdeel van het
Landschap’ en het handboek ‘Streefbeelden voor Natuur en Water in
Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Het SNL is bedoeld
Limburg’.
voor het behoud en de verbetering van de (agrarische) natuur en landschapskwaliteit in Nederland. Het subsidiestelsel gaat uit van afstemming en samenwerking tussen alle partijen die landschap en natuurgebieden beheren en een bijdrage kunnen leveren aan de doelstellingen van de natuurkwaliteit. Voor de provincie Limburg zijn de na te streven doelen op het gebied van natuur- bos en landschapsbeheer vertaalt naar het Provinciaal Natuurbeheerplan Limburg 2013. Het Provinciaal Natuurbeheerplan vormt daarbij het leidend document voor de subsidieverlening in het kader van het Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer (SNL). De gebiedsplannen beschrijven hiertoe de natuurdoelen, de mogelijkheden voor subsidie vanuit genoemde subsidieregelingen en geven de begrenzingen aan van gebieden waar deze regelingen van toepassing zijn.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
17
GHG GLG
Doorsnede natuurvriendelijke oever
18
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
3.2
ZWAK GEBUFFERD WATER
De centrale waterplas vormt één van de beeldbepalende elementen van
De vormgeving van de natuurvriendelijke oever is verdeeld in drie zones: •
Oeverbegroeiing: de oeverbegroeiing vormt een geleidelijke
het landgoed en is een essentieel onderdeel voor de natuurontwikkeling
overgang vanuit het aangrenzende maaiveld naar de plas-
in het gebied. Waterplantenrijke wateren hebben een grote betekenis
draszone. Hierbij wordt een talud gehanteerd van circa 1:3 om
voor allerlei soorten flora en fauna. Bij de vormgeving van de waterplas
afkalving van de oeverwand te voorkomen.
is derhalve aandacht besteedt om zoveel mogelijk variatie te bieden voor zowel flora en fauna.
•
Plas-draszone: de omvang van deze zone varieert al naar gelang de positionering in de waterplas en is gelegen onder de gemiddeld
Een zwak gebufferd ven of waterplas bevat zeer helder water met
hoogste grondwaterstand (40 cm onder maaiveld). Hierdoor zal de
vegetaties van biesvormige planten. Dit natuurdoeltype kan bijzonder
plas-draszone is de winter en het voorjaar regelmatig overstromen
rijk zijn aan soorten en biotopen. Essentieel voor vrijwel alle zwak
blijven deze gronden gedurende het jaar vochtig.
gebufferde vennen is de lage fosfaatbeschikbaarheid als gevolg van een goed functionerende ijzerhuishouding. De beschikbaarheid van
•
Ondergedoken en drijvende waterplanten: na de plas-draszone
fosfaat blijft in de zwak gebufferde vennen met grondwatervoeding
vindt een geleidelijke overgang plaats naar de bodem van de
laag omdat het grondwater rijk is aan ijzer. In deze situaties bevat
waterplas. De bodem van de waterplas dient minimaal een
de onderwaterbodem wel fosfaat, maar de waterlaag niet. Dat is een
meter onder de gemiddeld laagste grondwaterstand te zijn
optimale situatie voor wortelende, ondergedoken waterplanten.
gelegen. Binnen het plangebied bedraagt de gemiddeld laagste grondwaterstand circa 100 cm onder maaiveld. De bodem heeft
Daarnaast hangt de variatie in een waterplas hangt af van verschillende
derhalve een minimale diepte van 200 cm onder maaiveld. Het
factoren; wind, stroming van het water, diepte, grondsoort, helderheid
toegepaste talud bedraagt hierbij 1:10 om aan zoveel mogelijk
van het water, aanwezigheid van slib, sloef of bagger en aanbod van
plant- en diersoorten een geschikt habitat te bieden.
voedingstoffen en mineralen. De stroming in het water is meestal niet groot, maar wind en peilverschillen tussen verschillende waterlichamen
ASSORTIMENT
kunnen wel stroming veroorzaken. De toepassing van natuurvriendelijke
Qua sortiment wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een
oevers rondom de waterplas vormt hierbij een belangrijk uitgangspunt.
natuurlijke
Bij natuurvriendelijke oevers vindt er een geleidelijke overgang van
Knolrus (Juncus bulbosus), gesteeld glasroos (Elatine hexandra),
water naar land, waardoor er variatie ontstaat in waterdiepten. Dit geeft
duizendknoopfonteinkruid
variatie in groeiomstandigheden zodat een diversiteit aan oeverplanten,
vlottende bies (Eleogiton fluitans) is bekend voor te komen bij dit
waterplanten en diersoorten kan voorkomen. Een gevarieerde begroeiing
natuurdoeltype.
begroeiing.
Spontane
vestiging
(Potamogeton
van
ondermeer
polygonifolius)
en
de
van oever en watergang en een grote diversiteit aan waterdieren en vissen zijn indicatoren voor een goede ecologische waterkwaliteit.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
19
Doorsnede herdimensionering Latbeek
20
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
BEHEER
ASSORTIMENT
In het verleden zorgden de traditionele kleinschalige activiteiten
Qua sortiment wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een
van de mens voor het behoud van de vennen in het halfnatuurlijke
natuurlijke begroeiing. Derhalve behoeft er in principe geen beplanting
landschap. Tegenwoordig vindt echter veelal instandhoudingsbeheer,
aangeplant te worden. Ter ondersteuning van de natuurlijke vegetatie
als vervanging van het traditionele gebruik in het halfnatuurlijke
kunnen, indien wenselijk, enkele plantensoorten worden aangeplant
landschap, plaats om de vegetatiesuccesie tegen te gaan.
bij de herinrichting van de Latbeek. Hierbij kan gedacht worden aan de kleine lisdodde (Typha angustifolia), het klein fontuinkruid
Het beheer komt in hoofdzaak neer op het in stand houden van
(Potomogeton obtusfolius) of de gele waterkers (Rorippa amphibia). Op
een open landschap en, indien noodzakelijk, het verwijderen van
deze manier wordt een gevarieerd beeld bereikt en wordt voorkomen
ophopingen van organisch materiaal. De omvang van de waterplas
dat de langzaam groeiende soorten worden overgroeid door snel
zelf zorgt ervoor dat deze door windwerking open wordt gehouden. Om
groeiende soorten.
bosopslag op de oevers te voorkomen kan ervoor gekozen worden om begrazing toe te passen of door periodiek de jonge boompjes uit te
BEHEER
trekken.
Waterplantenrijke wateren vergen weinig regulier beheer. Ten behoeve van de watervoerende functie van de Latbeek wordt de watergang
3.3
HERDIMENSIONERING LATBEEK
jaarlijks onderhouden om te voorkomen dat deze dichtgroeit. Deze
Het kleinschalige karakter van het beekdal is door ondermeer de
onderhoudswerkzaamheden hebben als bijkomend voordeel dat
schaalvergroting in de landbouw vrijwel geheel verloren gegaan. Dit
hiermee de diversiteit van het waterplantenassortiment behouden
heeft er ook toe geleid dat in het verleden de Latbeek is rechtgetrokken
blijft.
en genormaliseerd. De realisatie van het landgoed Schandelsch Broek biedt de mogelijkheid om het waterbergend vermogen, de natuurwaarden en recreatieve waarde van de Latbeek in het gebied terug te brengen. Ter vergroting van de beleefbaarheid van de Latbeek wordt een nieuw recreatief wandelpad gerealiseerd. Deze loopt parallel tussen de bestaande struweelrand en de Latbeek. Tot dit doel wordt het profiel van de westelijke oever van de Latbeek behouden maar komt de beek zelf ondieper te liggen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om aan de oostzijde brede, flauwe oevers met bijpassende oevervegetatie te realiseren. Ter versterking van de natuur- en belevingswaarde is daarbij gevarieerd in de diepte van de desbetreffende oeverzone.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
21
22
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
3.4
ECOLOGISCH WAARDEVOLLE WATERGANGEN
3.5
ZOMEREIKEN-BEUKENBOS
De inrichting van het landgoed volgt de natuurlijke glooiing en
Ter versterking van het landgoed is aan de noord- en westzijde, op de
bodemtypologie van het landschap, waardoor een natuurlijke
hogere en drogere gronden, een robuuste bosstructuur voorzien. Deze
tweedeling ontstaat in natte en droge natuurtypen. Het nattere
bosgebieden sluiten aan op de groenstructuren in de omgeving en
oostelijke deel bestaat grotendeels uit vochtig kruidenrijk grasland.
vormen een duidelijke begrenzing van het landgoed. De positionering
Eveneens worden er een viertal sloten/greppels gerealiseerd welke
van de bosgebieden is zodanig bepaald dat zichtlijnen van én naar
evenwijdig aan de Grote Landweg zijn gelegen.
het landgoed worden versterkt. Tevens vormt het de achtergrond voor bezoekers die het landgoed via de hoofd- en zijentree betreden.
Deze slootjes of greppels krijgen brede, flauwe oevers met lange gradiënten. Deze oevers zijn uitermate geschikt voor riet-, biezen en/
Hierbij is ervoor gekozen om de bosstructuur middels een zomereiken-
of zeggevegetaties. Vanwege het extensief gebruik bieden rietzomen
beukenbos vorm te geven. Vanwege de open structuur van deze bossen
en kleine rietpercelen een belangrijk broedgebied voor amfibieën,
zijn ze aantrekkelijk voor allerlei vormen van (extensieve) recreatie.
ringslang, libellen en moerasvegetaties. ASSORTIMENT ASSORTIMENT
Deze bostypologie is te vinden op kalkarme, matig zure, voedselarme
Qua sortiment wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een
tot matig voedselarme bodems. Het betreffen opgaande beukenbossen
natuurlijke begroeiing. Bij deze watergangen worden geen specifieke
met verspreid zomer- en wintereiken, met een boomlaag die tot 25
plantensoorten aangeplant.
meter hoog kan reiken. De struiklaag is vrij open in combinatie met een redelijk ontwikkelde kruidlaag
BEHEER De watergangen worden per jaar één keer gemaaid. Deze maaibeurt
Bij de realisatie van het zomereiken-beukenbos vindt de aanplant
kan plaatsvinden vanaf de maand augustus. De vrijgekomen
plaats van een drietal boomsoorten: overwegend de zomereik
materialen blijven minimaal vier dagen liggen. In deze periode kunnen
(Quercus Robur) en de beuk (Fagus sylvatica), met incidenteel de
zaden op de bodem terechtkomen en kunnen dieren zich terugtrekken
wintereik (Quercus petraea). Hierbij wordt een minimale onderlinge
naar hun natuurlijke biotoop. Uiterlijk zeven dagen na maaien worden
plantafstand van circa vijf meter aangehouden. De ontwikkeling van
de vrijgekomen materialen verzameld en afgevoerd. Dit heeft tot doel
de struik- en kruidenachtige vegetatie vindt plaats via een natuurlijke
de grond verder te verschralen.
begroeiing. Door de juiste voorwaarden en omstandigheden te creëren wordt getracht doelsoorten zoals bergbeemdgras, geschubde mannetjesvaren en witte veldbies in het gebied te herintroduceren. BEHEER De bestrijding van niet-inheemse plantsoorten en/of boomvormers kan nodig zijn. Aanvullend hierop wordt ‘niets doen’ en kappen als de meest positieve beheersmaatregelen aangewezen.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
23
24
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
3.6
DOORNSTRUWEEL
BEHEER
Een struweelrand is een aaneengesloten rand met een mozaïek van
Zonder onderhoud vindt een snelle ontwikkeling plaats van struweel tot
struweel (bramen en/of andere inheemse bomen of struiken) en een
bos. Om bosvorming van het doornstruweel tegen te gaan zal selectief
kruidachtige begroeiing van inheemse grassen en kruiden die zich
het kappen van bomen noodzakelijk zijn.
spontaan kan ontwikkelen. Kenmerk van een struweelrand is dat deze zowel vrijliggend, als aansluitend aan een ander element kan liggen.
3.7
BLOEMRIJK GRASLAND
De natuurlijke glooiing en bodemtypologie van het landschap leidt tot Doornstruwelen zijn vooral te vinden in gradiëntmilieus (overgangen
een natuurlijke tweedeling in een natter en droger gedeelte. Hierop
tussen nat en droog, bos en gras, etc.) en ontstaan vaak door
wordt aangesloten door de realisatie van twee verschillende soorten
extensieve begrazing. Struweelranden kunnen daarmee dienen als
grasland: het vochtig kruiden- en faunarijk grasland & het droog
overgangsgebied tussen agrarisch gebruikte percelen en bossen, en
kruidenrijk grasland.
zijn in die vorm vooral te beschouwen als een naar voren geschoven bosrand. Met een gunstige ligging kunnen struweelranden bijdragen
VOCHTIG KRUIDEN EN FAUNARIJK GRASLAND
aan een warmer microklimaat, en zijn dan vooral van belang voor
Het vochtig kruidenrijk grasland is een relatief voedsel- en kruidenrijk
insecten, amfibieën en reptielen. Wanneer dat microklimaat ontbreekt,
grasland op vochtige tot natte bodems. Kruiden- en faunarijk grasland
kunnen struweelraden vooral van belang zijn voor broedvogels en
komt in vrijwel alle landschapstypen voor. Kruiden- en faunarijk grasland
planten van een meer extensief beheer.
wordt bij een goede kwaliteit gekenmerkt door variatie in structuur (ruigte en plaatselijk struweel, hogere en lage vegetatie) en een kruidenrijke
Op het landgoed is reeds, in het verlengde van de Latbeek, een
graslandbegroeiing die rijk is aan kleine fauna. Gradiënten binnen
struweelrand aanwezig. Deze blijft behouden en wordt indien nodig
(grond)waterpeil en voedselrijkdom zorgen voor diverse vegetatietypen.
versterkt. Aansluitend worden op het oostelijk gedeelte van het
Indien wenselijk kan een kruidenrijk grasland een tussenfase vormen
landgoed nieuwe struweelranden gerealiseerd.
indien de benodigde abiotische omstandigheden voor schraallanden niet of nog niet gerealiseerd kunnen worden.
ASSORTIMENT Doornstruwelen komen voor op matig voedselrijke, kalkhoudende tot
DROOG KRUIDENRIJK GRASLAND
kalkrijke bodems. Kenmerkend zijn doornige struiken zoals Sleedoorn,
Dit type grasland is te vinden op droge bodems in het agrarisch
Wegedoorn, meidoorns, rozen en bramen. Daarnaast komen struiken
cultuurlandschap. Droog grasland omvat open, droge, laagproductieve,
voor als Rode kornoelje, Wilde kardinaalsmuts en Gewone vlier. Hierbij
kruidenrijke, grazige vegetaties. Deze soorten graslanden kenmerken zich
wordt een onderlinge plantafstand van circa 2 meter aangehouden.
door een afwisseling van hogere en lagere vegetaties, ruigtes en struweel. Deze variatie wordt meestal in stand gehouden door begrazing. Door de gevarieerde structuur zijn deze plekken rijk aan insecten en vogels.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
25
Doorsnede laanprofiel hoofdentree
Doorsnede laanprofiel neveningang 26
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
ASSORTIMENT
Voor het creëren van een duurzame bloemenweide is het in het jaar
De essentiële voorwaarde voor een geslaagde bloemenweide is een
van inzaaien van belang de vegetatie volop kans te geven zich goed
geschikt milieu en dat betekent in eerste instantie: een passende
te kunnen ontwikkelen. In het eerste jaar kan dan ook weinig bloei
bodem. Hierbij moet de soortenkeuze worden aangepast aan de
verwacht worden, aangezien het vooral om meerjarige soorten gaat die
uitgangssituatie en kan niet meer worden verwachten dan van nature
in het eerste en tweede jaar een plant zullen vormen en vaak vanaf het
mogelijk is.
tweede of derde jaar zullen gaan bloeien.
Indien de bodem zeer voedselrijk is kan gekozen worden voor een
Door in het eerste jaar de vegetatie vier à vijf keer, tot minimaal 5 centimeter
kostbare, maar effectieve methode om de bodem reeds bij aanleg
boven de bodem te maaien en het maaisel af te voeren, wordt deze
te verschralen. Dit kan door de vruchtbare teeltlaag af te voeren.
gemiddeld niet hoger dan vijftien tot twintig centimeter. Hierdoor kan het
Daarnaast kunnen de teeltlaag en de onderliggende schralere laag,
licht doordringen tot op de ondergrond en kunnen zoveel mogelijk zaden
indien aanwezig, omgewisseld worden, waarbij de teeltlaag naar
kiemen en zich ontwikkelen. Vanaf het tweede jaar kan overgegaan worden
beneden wordt gebracht en wordt afgedekt door de naar boven
op één tot twee keer per jaar maaien en afvoeren. Maai jaarlijks steeds
gehaalde schralere onderlaag (diepploegen). Tot slot kan een
in dezelfde periode, met een speling van maximaal twee weken. Door
functieverandering van landbouw naar natuur plaatsvinden middels
een constant beheer wordt een stabiele bloemrijke vegetatie verkregen,
fosfaatuitmijning. Dit betreft het gericht verschralen door middel van
doordat soorten zich in de vegetatie kunnen vestigen en handhaven.
een gewas om daarmee een maximale fosfaatuitvoer te verkrijgen. 3.8
LAANBEPLANTING
De initiatiefnemer zal ten tijde van de aanleg bepalen welke methode
Lanen zijn wegen die aan beide zijde met een of meerdere rijen bomen
de voorkeur heeft.
zijn beplant. Lanen vormen sinds de 17e eeuw belangrijke dragers van landgoederen en buitenplaatsen. Lanen werden niet alleen aangeplant
BEHEER
uit esthetische motieven, maar dienden ook als beschutting tegen
Voor het inzaaien van een bloemenweidemengsel kan worden uitgegaan
weersinvloeden en voor de houtproductie.
van een gram per vierkante meter. Het inzaaien gaat het beste door het zaad te mengen met een vulmiddel. Meestal is iets vochtig zand hiervoor
Bij het landgoed Schandelsch Broek dient de laanstructuur ter
het meest geschikt en het makkelijkst verkrijgbaar. Handmatig zaaien
begeleiding en accentueren van de entrees tot het landgoed. Zowel de
lijkt misschien, zeker bij grote oppervlaktes, arbeidsintensief, maar valt
hoofd- als neveningang zijn beiden gesitueerd aan de Schandeloseweg
toch te prefereren boven machinaal zaaien. Doordat de verschillende
en georiënteerd op de bebouwingsterp. Hierbij vormt de oprijlaan naar
soorten zaden nogal verschillen van formaat en vorm, is de kans op
het hoofdgebouw de officiële hoofdentree. Tot dit doel is deze entree
ongelijke verdeling over het perceel voor de hand liggend. Tevens wordt
vormgegeven met een dubbele bomenrij aan weerszijden van de
onnodige verdichting van de bodem door machines voorkomen.
rijweg. De nevenentree daarentegen heeft slecht een enkele bomenrij, gesitueerd aan één zijde van de toegangsweg.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
27
28
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
ASSORTIMENT
Op het landgoed Schandelsch Broek worden deze haagstructuren
De boomsoort welke gekozen is om de laanstructuur vorm te geven
toegepast als begrenzing van de beide woonpercelen en de
betreft de rode beuk (Fagus sylvatica var. purpureau). Deze bomen
bebouwingsterp, waarop Huize Schandelsch Broek is gesitueerd. De
worden, indien van toepassing, in een driehoeksverband geplant met
hagenstructuur versterkt de groene uitstraling naar de rest van het
een onderlinge afstand van circa 8 meter. Hierdoor wordt de ruimte
landgoed en biedt eveneens privacy voor de bewoners.
geboden om uit te kunnen groeien naar een boom van de eerste orde. ASSORTIMENT BEHEER
Aangezien de hagenstructuur op de bebouwingsterp niet alleen een
•
De bomen worden periodiek gesnoeid;
sierwaarde heeft maar ook een afschermende functie heeft, wordt de
•
• •
3.9
Er mag geen snoeihout verbrand worden in de directe omgeving
eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) toegepast. De eenstijlige
van het element of versnipperd hout verwerkt worden in het
meidoorn vormt een haag met stekels met in het voorjaar sterk
element;
geurende bloemen en rode bessen in het najaar.
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in het element is niet toegestaan
De breedte van de toegepaste haagstructuur varieërt van circa 0,5
Snoeiwerkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen
meter tot 1 meter. Indien van toepassing wordt een driehoeksverband
15 juli en 15 maart.
toegepast met een onderlinge plantafstand van 25 centimeter.
HAGEN
BEHEER
Heggen zijn al eeuwen te vinden in het Nederlandse cultuurlandschap.
•
De heg wordt tenminste eenmaal per 3 jaar en maximaal eenmaal
Waar in natte delen van Nederland sloten als eigendoms- of
per jaar geknipt of geschoren. Na het knippen of scheren heeft de
perceelscheiding dienden, werden in drogere delen veelal heggen
heg een minimale hoogte van 0,8 meter;
gebruikt. Ook op landgoederen en forten is het gebruik van hagen
•
bekend. Heggen komen in heel Nederland voor, maar zijn vooral te
Er mag geen snoeihout verbrand worden in, of in de directe omgeving van het element en als snoeihout versnipperd wordt
vinden rondom dorpen en boerderijen.
mogen de snippers niet verwerkt worden in het element; •
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in het element
Een hagenstructuur vormt zowel een leefgebied als migratieroute
is niet toegestaan, behalve bij bestrijding van ongewenste
voor
houtsoorten.
verschillende
diersoorten.
Daarnaast
bieden
hagen
schuilmogelijkheden voor de fauna in het cultuurlandschap. In Limburg is de knip- en scheerheg ook een karakteristiek landschapselement in
•
Snoeiwerkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 15 juni en 15 maart.
het landelijke gebied. Door het regelmatig knippen verkrijgt de heg een strak en recht uiterlijk.
Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek
29