Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden projectnr. 251137 revisie 00 9 augustus 2013
Auteurs A. van Beek S. Lenders
Opdrachtgevers Dhr. H. van Ginkel Dhr. R. Hendriks
datum vrijgave 9 augustus 2013
beschrijving revisie 00 concept
goedkeuring S. Lenders
vrijgave H. Verdijk
Colofon
Datum van uitgave: 9 augustus 2013 Contactadres: Beneluxweg 7 4904 SJ OOSTERHOUT Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT
Copyright © 2013 Ingenieursbureau Oranjewoud Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Inhoud blz.
1
Inleiding ..............................................................................................................2
2
Huidige situatie....................................................................................................3
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Ligging plangebied ...............................................................................................................3 Bodem .................................................................................................................................3 Grondwater .........................................................................................................................6 Oppervlaktewater................................................................................................................7 Riolering...............................................................................................................................7
3
Beleid ..................................................................................................................8
3.1 3.2 3.3 3.4
Europees- en rijksbeleid water.............................................................................................8 Provinciaal beleid.................................................................................................................9 Waterschapsbeleid ..............................................................................................................9 Gemeentelijk beleid ...........................................................................................................10
4
Randvoorwaarden en uitgangspunten ................................................................12
5
Toekomstige situatie..........................................................................................15
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Voorgenomen ontwikkeling ...............................................................................................15 Waterkwaliteit...................................................................................................................17 Vuilwater afkomstig van nieuwe bebouwing .....................................................................17 Bergingsberekening ten behoeve van nieuwe verharding..................................................17 Ontwatering bebouwing (voorkomen wateroverlast) ........................................................18 Waterpartij ........................................................................................................................18 Poel....................................................................................................................................21 Latbeek en Veldkamplossing..............................................................................................22
6
Voorstel waterparagraaf ....................................................................................23
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Kaart GLG AGOR Kaart GHG AGOR Kaart GLG NLP Kaart GHG NLP Kwelklasse landgoed Schandelsch Broek Inrichtingsschets Landgoed Schandelsch Broek
blad 1 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
1
Inleiding De heer Van Ginkel en de heer Hendriks zijn voornemens een landgoed te ontwikkelen ten noordoosten van Velden. Het landgoed krijgt de naam "Schandelsch Broek", overeenkomstig de historische benaming van de landgoedlocatie. Op het wordt een centrale voorziening, genaamd Huize Schandelsch Broek, gerealiseerd waarin dementerende bejaarden in gezinsverband wonen en 24-uurse zorg ontvangen. Aansluitend hierop wordt eveneens kleinschalige dagopvang voor dementerende bejaarden uit de regio geboden. In het vigerende bestemmingsplan is de voorgenomen ontwikkeling niet toegestaan. Om de ontwikkeling van de locatie mogelijk te maken dient het bestemmingsplan te worden aangepast. Onderdeel van de procedure is het doorlopen van een watertoets en het opstellen van een waterparagraaf voor in het bestemmingsplan. In de waterparagraaf (hoofdstuk 6) wordt de huidige- en toekomstige situatie beschreven. Voor de toekomstige situatie wordt beschreven welke maatregelen genomen moeten worden ten aanzien van het watersysteem om te voldoen aan het lokale, regionale en landelijke waterbeleid.
blad 2 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
2 2.1
Huidige situatie Ligging plangebied Het plangebied is gelegen tussen Velden en Schandelo, tussen de Vilgert aan de westzijde, het verlengde van de Elsbroeker Kromweg aan de oostzijde, de Groote Landweg aan de noordzijde en de Schandeloseweg aan de zuidzijde. Het landgoed is gelegen in het Schandelosche Broek, een oude verlande oostelijke Maasmeander. De kern Schandelo ligt op de Maasterrasrand. Het plangebied bestaat uit akkerland en grasland. Daarnaast zijn een aantal oude bomenrijen en singels aanwezig, die eigendom zijn van Staatsbosbeheer. Ook lopen door en langs het landgoed een aantal watergangen die eigedom zijn van waterschap Peel en Maasvallei. Over en langs het landgoed lopen twee openbare zandpaden, de Zijlandweg en de Grote Landweg. De totale oppervlakte van het landgoed, inclusief de gronden in eigendom bij Staatsbosbeheer en waterschap Peel en Maasvallei bedraagt circa 16,2 ha. Op onderstaande figuur 1 is de omgeving en globaal de begrenzing van het plangebied weergegeven.
Figuur 1
2.2
Luchtfoto omgeving Geffen met globale ligging plangebied (bron: Inrichtings- en beheerplan Landgoed Schandelsch Broek, Croonen Adviseurs, mei 2013)
Bodem Maaiveldhoogte Het maaiveld in het plangebied varieert van circa NAP +17,4 m tot NAP + 19,4 m (bron: ahn2). Het hoogteverloop in het plangebied is in figuur 2 weergegeven.
blad 3 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Nap +18,2 m
Nap +17,4 m Nap +19,0 m
Nap +18,6 m
Nap +18,4 m
Nap +18,4 m
Nap +18,0 m
Nap +19,0 m
Figuur 2
Nap +19,4 m
Hoogtekaart plangebied ahn 2 (bron ahn.nl)
Boringen Dino-loket In het Dino-loket van TNO zijn een aantal grondboring gevonden in de omgeving van het plangebied (zie figuur 3). De boringen geven inzicht in de bodemopbouw tot circa 4 meter beneden maaiveld. Uit de boringen blijkt dat de bodem tot de maximaal geboorde diepte van 4 m beneden maaiveld voornamelijk bestaat uit matig fijn tot zeer grof zand. Bij enkele boringen zijn leemlagen aanwezig in de eerste 1,5 m beneden maaiveld. Bij 1 boring is op 2 m beneden maaiveld een grindlaag aanwezig. In figuur 4 zijn de profielbeschrijvingen van de boringen weergegeven.
B52H0492
B52H0495
B52H0488
B52H0491
B52H0501
Figuur 3
B52H0490
Overzicht locaties grondboringen DINOloket blad 4 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Figuur 4
Profielbeschrijvingen boringen DINOloket
Doorlatendheid bodem Het plangebied is gelegen in een infiltratiegebied (zie bijlage 5). Een infiltratiegebied is een gebied waar het neerslagoverschot het grondwater voedt. Volgens de bodemdoorlatendheidkaart (figuur 5) van Waterschap Peel en Maasvallei heeft het plangebied een zeer goed doorlatende grond (1,5 - 10 m/dag).
blad 5 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Figuur 5
2.3
Bodemdoorlatendheidkaart (Waterschap Peel en Maasvallei, 2004)
Grondwater Peilbuizen DINOloket In het DINOloket zijn geen bruikbare peilbuizen gevonden in de omgeving van het plangebied. Grondwatertrappenkaart Met behulp van de grondwatertrappenkaart (bodemdata.nl) zijn de voorkomende grondwatertrappen in en rond het plangebied verzameld. De voorkomende grondwatertrappen in het plangebied zijn III en V. De voorkomende GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) bij grondwatertrap III ligt op minder dan 0,4 m beneden maaiveld. De GLG (Gemiddeld Laagste Grondwaterstand) bij grondwatertrap III ligt op 0,8 tot 1,2 m beneden maaiveld. De voorkomende GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) bij grondwatertrap V ligt op minder dan 0,4 m beneden maaiveld. De GLG (Gemiddeld Laagste Grondwaterstand) bij grondwatertrap V ligt op meer dan 1,2 m beneden maaiveld. Nieuw Limburgs Peil (NLP) waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Peel en Maasvallei geeft met het rapport Nieuw Limburgs Peil invulling aan het landelijke beleid voor het Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime (GGOR). Ten behoeve van het NLP is het actuele grond- en oppervlaktewaterregime (AGOR) vastgesteld. AGOR Voor het plangebied is in de huidige situatie een GHG van 120 - 140 cm -mv. aan de westzijde tot 40 - 60 m -mv. in de natste delen centraal in het plangebied aanwezig (zie bijlage 2). De GLG varieert van 160 180 cm - mv. aan de westzijde tot 80 - 100 cm -mv. in de natste delen (zie bijlage 1). NLP (Beoogde situatie 2015) De beoogde situatie in 2015 (NLP) is gelijk aan de AGOR in het plangebied. Dit betekent een GHG van 120 - 140 cm -mv. aan de westzijde tot 40 - 60 m -mv. in de natste delen centraal in het plangebied (zie blad 6 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
bijlage 3) en een GLG van 160 - 180 cm - mv. aan de westzijde tot 80 - 100 cm -mv. in de natste delen (zie bijlage 4). Grondwaterbeschermingsgebied Het plangebied is niet in een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied gelegen.
2.4
Oppervlaktewater Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van waterschap Peel en Maasvallei. De belangrijkste waterlopen in en in de omgeving van het plangebied zijn de primaire waterlopen de Latbeek en de Veldkamplossing. Deze waterlopen hebben geen "specifiek ecologische functie (SEF)". Dit betekent dat het waterschap geen plannen en budget heeft voor deze waterlopen om maatregelen te nemen ten behoeve van ecologische doelen. De waterlopen wateren af onder vrij verval richting het noordoosten naar de Maas. De Keur van het waterschap is van toepassing tot 5 meter vanuit de insteek van de primaire waterlopen die in beheer van het waterschap zijn. In het plangebied geldt dit voor de Latbeek en de Veldkamplossing. Voor activiteiten in deze zone is een vergunning (watervergunning) van het waterschap nodig.
Figuur 6
2.5
Overzicht oppervlaktewatersysteem omgeving plangebied (bron: waterschap Peel en Maasvallei)
Riolering In de straat de Vilgert is het gemeentelijk rioleringstelsel gelegen bestaande uit een drukriool waarop de vuilwaterafvoer van de aanwezige bebouwing is aangesloten. De hemelwaterafvoer is niet aangesloten op de drukriolering maar wordt ter plaatse verwerkt/geïnfiltreerd.
blad 7 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
3 3.1
Beleid Europees- en rijksbeleid water Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt ‘Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw’ (WB21)’, is de zorg over het toenemende hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van Nederland stelt. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is afgesproken dat water een medesturend aspect is binnen de ruimtelijke ordening en dat het watersysteem ‘op orde’ moet worden gebracht. Dit betekent dat het watersysteem robuust en veerkrachtig moet zijn en moet voldoen aan de normen voor wateroverlast, nu en in de toekomst. In het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel (2008) is wederom afgesproken om het watertoetsproces te doorlopen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten van rijk, provincies en gemeenten. Het Watertoetsproces is verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (2003). Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 ter vervanging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) is de wettelijk verplichte werkingsfeer van het Watertoetsproces beperkt tot bestemmingsplannen, inpassingsplannen, projectbesluiten en buitentoepassingsverklaringen. Bij landelijke, provinciale en gemeentelijke structuurvisies is het Watertoetsproces geen voorgeschreven onderdeel meer, maar in de praktijk zal daarbij ook de inbreng van de waterbeheerder gevraagd worden. Voor gemeenten en waterschappen geldt dat sinds 2006 het gemeentelijk waterplan (incl. de basisinspanning riolering, mogelijke optimalisaties en de grondwaterproblematiek) opgesteld moet zijn. Hierbij dienen de partijen rekening te houden met de ruimteclaims voortvloeiend uit de toepassing van de (werk)normen. Sinds eind 2009 moeten de waterplannen van de waterbeheerders (waterkwaliteitsdoelen) gereed zijn. De watertoets vormt een waarborg voor de inbreng en kwaliteit van water in de ruimtelijke ordening. Het ontwerp van het Nationaal Waterplan (2009) is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van het wetsvoorstel Waterwet dat in 2009 in werking is getreden. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeergebied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW, 2000). De basisprincipes van bovengenoemd beleid zijn: meer ruimte voor water en het voorkomen van e afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd. Dit is in de nota Waterbeheer 21 eeuw (WB21, 2002) geconcludeerd in de twee drietrapsstrategieën voor: Waterkwantiteit (vasthouden, bergen, afvoeren) en Waterkwaliteit (schoonhouden, schoon en vuil scheiden, zuiveren). Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. In de Waterwet zijn alle vergunningen betreffende 'water' opgenomen. Met de Waterwet zijn Rijk, waterschappen, gemeenten en provincies beter uitgerust om wateroverlast, waterschaarste en waterverontreiniging tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Afhankelijk van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het watersysteem.
blad 8 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
De Watertoets Onderdeel van het rijksbeleid is de invoering van de watertoets. De watertoets dient te worden toegepast op nieuwe ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, inpassingsplannen, projectbesluiten en buitentoepassingsverklaringen. Als een gemeente een ruimtelijk plan wil opstellen, stelt zij de waterbeheerder vroegtijdig op de hoogte van dit voornemen. De waterbeheerders stellen dan een zogenaamd wateradvies op. Het ruimtelijk plan geeft in de waterparagraaf aan hoe is omgegaan met dit wateradvies.
3.2
Provinciaal beleid Provinciaal kader GGOR / Nieuw Limburgs Peil In april 2005 zijn grondwatertaken overgedragen van provincie naar waterschappen. De provincie schept kaders voor de waterschappen door middel van een Gewenste Grond- en OppervlaktewaterRegime (GGOR). GGOR is een voortvloeisel uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. Onder de noemer Nieuw Limburgs Peil geven Waterschap Peel en Maasvallei en de provincie Limburg gezamenlijk invulling aan de landelijke aanpak tegen verdroging. Als belangrijkste beleidskader voor het GGOR geldt het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL, 2006). In januari 2011 is het POL 2006 aangevuld. De meest recente versie waarin de aanvullingen zijn opgenomen is het POL-actueel (januari 2011). Uitgangspunt van het POL is behoud en herstel van veerkrachtige watersystemen. Hiervoor is onder andere meer ruimte nodig bij natuurlijke beken voor inrichting en beheer. Door realisering en instandhouding van het GGOR moet er een duurzaam ingericht watersysteem ontstaan, dat voldoende waarborgen biedt om de toegekende functies te ondersteunen. Dit GGOR is het resultaat van een belangenafweging. Het GGOR is primair gericht op het ondersteunen van de bestaande functies en het scheppen van voorwaarden voor nieuwe. Het GGOR vormt, eenmaal vastgesteld, een toetsingskader voor ruimtelijke en waterhuishoudkundige ingrepen. Dat betekent dat plannen en besluiten die invloed hebben op het grond- en oppervlaktewaterregime, worden getoetst aan het GGOR. De streefbeeldkaarten met de gewenste laagste en hoogste grondwaterstanden voor het pilotgebied Peelrestanten Midden-Limburg zijn inmiddels vastgesteld. Het Optimaal Grond- en Oppervlaktewater Regime (OGOR) is het regime dat optimaal tegemoet komt aan de eisen die het grond- en oppervlaktewatergebruik ter plekke stelt. Het OGOR heeft een puur sectorale achtergrond. In dit stadium heeft dus nog geen belangenafweging plaatsgevonden. Bij dit regime is de doelrealisatie maximaal. In het provinciale kader is aangegeven dat het OGOR in 2015 bereikt moet zijn voor: Verdrogingsgevoelige Habitatgebieden en/of beschermde natuurgebieden. Specifieke ecologische functiebeken en -beekdalen (POL). Prioritaire verdroogde gebieden. Kansrijke verdroogde gebieden.
3.3
Waterschapsbeleid Waterbeheerplan 2010-2015, waterschap Peel en Maasvallei In het Waterbeheerplan “Orde in water, water in orde" (2009) staat hoe Waterschap Peel en Maasvallei deze doelen wil realiseren. Hoe ze de waterkeringen en het regionale watersysteem op orde wil brengen en houden. In het waterbeheerplan staan de ambities en doelstellingen omschreven en de maatregelen die het waterschap daarvoor uitvoert. Het waterbeheerplan geldt voor de periode 2010 tot en met 2015.
blad 9 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
In het waterbeheerplan komt een drietal belangrijke thema's terug, te weten: Veilige dijken, waarbij wordt beoogd om de inwoners op een realistische manier te beschermen tegen Maashoogwater en goed op te kunnen treden bij calamiteiten; Drogen voeten en voldoende water, waarbij de ambitie wordt uitgesproken om een optimaal, gebiedsgericht waterpeil te realiseren. Rekening houdend met klimaatveranderingen; Schoon water, waarbij wordt beoogd een gezond en veerkrachtig watersysteem te realiseren en te behouden als bijdrage aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Keur 2009 Voor waterhuishoudkundige ingrepen is de “Keur Waterschap Peel en Maasvallei” (2009) van toepassing. De Keur is een waterschapsverordening die gebods- en verbodsbepalingen bevat met betrekking tot ingrepen, die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Zo is het onder andere verboden om handelingen te verrichten waardoor het onderhoud, aanvoer, afvoer en/of berging van water kan worden belemmerd, zonder een ontheffing van het Waterschap. Regenwater schoon naar beek en bodem De brochure “Regenwater schoon naar beek en bodem” (2005) geeft de visie van de beide waterschappen van Limburg, de provincie en Rijkswaterstaat op verantwoord afkoppelen en biedt richtlijnen om het afgekoppelde hemelwater op een verantwoorde wijze af te voeren naar beek of bodem.
3.4
Gemeentelijk beleid Integraal Waterplan Venlo In samenwerking met Waterschap Peel en Maasvallei, de Provincie Limburg en Waterleidingsmaatschappij Limburg heeft de gemeente Venlo het Gemeentelijk Integraal Waterplan Venlo opgesteld. Hierin staat de visie van de gemeente op het waterbeheer en is een maatregelenpakker voor de korte termijn uitgewerkt. Het Gemeentelijk Integraal Waterplan Venlo concentreert zich op het stedelijk gebied, waarbij de beïnvloeding vanuit het stedelijk gebied op het watersysteem in het landelijk gebied eveneens is meegenomen. Gemengde riolen, maar ook regenriolen, kunnen de volgens de voorspelde klimaatsverandering toenemende piekbelasting niet aan. In nieuwe plannen moet ruimte gereserveerd worden voor het vasthouden en bergen van hemelwater, zodat dit niet meer drukt op de riolering. Streven is zoveel mogelijk hemelwater af te koppelen. Gemeentelijk Rioleringsplan "Droge voeten in een gezonde leefomgeving'' Op 19 december 2007 heeft de gemeenteraad ingestemd met het Gemeentelijk Rioleringsplan "Droge voeten in een gezonde leefomgeving'', voor de periode 2008 - 2017. Het in december 2005 door de gemeenteraad beleidsmatig vastgestelde Integraal Waterplan Venlo (IWPV) geeft richting aan het duurzaam waterbeheer en anticipeert reeds zoveel mogelijk op ontwikkelingen in het (rijks-) waterbeleid. Door in te springen op geboden kansen kan mogelijk een voorsprong worden genomen op de opgaven die voortvloeien uit de Kader Richtlijn Water (KRW). In het IWPV zijn de landelijke water kwantiteitsuitgangspunten "vasthouden-bergen-afvoeren" opgenomen. Het IWPV dient als een van de bouwstenen voor het Gemeentelijk rioleringsplan, GRP+. In het GRP+ geeft de gemeente aan hoe ze invulling denkt te geven aan haar zorgplicht. De doelen uit het GRP+ zijn: 1. Het inzamelen en transporteren van het afvalwater dat op gemeentelijk grondgebied vrijkomt. Dit levert een bijdrage aan de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. 2. Het inzamelen en transporteren van overtollig hemelwater dat niet op oppervlaktewater kan lozen of in de bodem kan infiltreren, volgens de trits vasthouden-bergen-afvoeren. (IWPV spoor 1: lang vasthouden, langzaam afvoeren). 3. Streven naar een duurzaam milieu. Dit betekent ook het beperken van vuilemissie (vanuit de riolering) naar oppervlaktewater en bodem en op een duurzame wijze met (hemel)water omgaan volgens de trits schoonhouden-scheiden-schoonmaken (onderdeel spoor 2 IWPV). 4. Beperken van de (grond)wateroverlast. blad 10 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
5. 6. 7.
Minimaliseren van de kans op calamiteiten en overlast (anders dan als gevolg van hevige neerslag). Doelmatig beheer en onderhoud ten behoeve van functioneel gebruik van bestaande en nieuwe voorzieningen voor stedelijk water. (IWPV spoor 3 zichtbaarheid, aantrekkelijkheid en functie). Bevorderen bewustwording duurzaam waterbeheer bij de gebruikers van het watersysteem (IWPV spoor 5 proces en zorg).
Operationele programma's geven een nadere uitwerking van de in het Gemeentelijk Rioleringsplan beschreven strategie. De uitwerking heeft tot doel concreet aan te geven welke voorzieningen zullen worden aangelegd, welke onderzoeken zullen worden uitgevoerd en welke maatregelen aan de bestaande voorzieningen zullen worden getroffen. Hiertoe wordt jaarlijks een operationeel programma opgesteld.
blad 11 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
4
Randvoorwaarden en uitgangspunten Bij de ontwikkeling van Landgoed Schandelsch Broek moet aan de eisen van de waterbeheerders worden voldaan. De uitgangspunten, wensen en aandachtspunten van waterschap Peel en Maasvallei en de gemeente Venlo zijn verzameld (telefonisch en per e-mail). De belangrijkste punten zijn hieronder opgenomen: Algemene punten Omgang regenwater Afkoppelen van 100% van het verhard oppervlak, waarbij de beslisboom verantwoord afkoppelen van toepassing is; Ten aanzien van het afkoppelen van regenwater afkomstig van verharde oppervlakken geldt de volgende voorkeursvolgorde: hergebruik, infiltratie, berging, lozing op oppervlaktewater. Waarbij hergebruik en infiltratie van schoon regenwater de voorkeur heeft; Het reserveren van ruimte voor infiltratievoorzieningen en waterbuffers ter verwerking van het afgekoppelde water. Bufferende en infiltrerende voorzieningen Bij het creëren van nieuw oppervlaktewater dient door de eigenaar in overleg met de waterbeheerder (waterschap Peel en Maasvallei) hieraan een functie te worden toegekend, zodat inrichting, beheer en onderhoud hierop afgestemd kunnen worden (bijv. bij de nieuwe waterpartij); Minimaal dient een dynamische buffer gerealiseerd te worden. Een dynamische buffer is een infiltratievoorziening met voldoende bergingscapaciteit en een overloop op oppervlaktewater; Een dynamische buffer moet aan de volgende eisen van het waterschap voldoen: In de voorziening moet een bui van 50 mm in 27,3 uur (T=10) geborgen kunnen worden rekening houdend met een waakhoogte van 0,5 meter. Daarnaast dient een bui van 63 mm in 16,2 uur (T=100) tot aan de rand van de voorziening ofwel het maaiveld te passen. De uitstroom moet beperkt blijven tot maximaal 1 l/s/ha; Gezien de ruimtelijke opzet adviseert het waterschap het hemelwater te infiltreren in het plangebied met een eventuele overloop op eigen terrein (bijvoorbeeld naar de waterpartij). Het waterschap adviseert om in beeld te brengen wat er gebeurd bij een bui van 84 mm in 2 dagen, er van uitgaande dat de voorziening gedurende de bui niet infiltreert (statische buffer). Hiermee wordt een extreme situatie in beeld gebracht met een herhalingskans van ongeveer eens per 100 jaar. Deze bui hoeft niet in de voorziening te passen, maar er moet wel in beeld zijn of er schade ontstaat en of die acceptabel is; Bij het bepalen van de grootte van de infiltratievoorziening/buffer dient in de rekenprogramma’s een veiligheidsfactor van minimaal 0,5 toegepast te worden op de gemeten k-waarde. Dus de gemeten k-waarde (maat voor infiltratiegeschiktheid) dient vermenigvuldigd te worden met een factor 0,5 of lager. Voorkomen diffuse verontreinigingen Door het nemen van bronmaatregelen voorkomen dat het afstromende water een diffuse bron van verontreiniging wordt: o Vermijden van gebruik van onbehandelde uitlogende bouwmaterialen zoals koper, zink, lood en met verontreinigende stoffen verduurzaamd hout bij de bouw en inrichting van de openbare ruimte; o In het geval dat toepassing van uitlogende materialen niet vermijdbaar is, worden deze beheersbaar toegepast; o Vermijden gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen en wegenzout. Grondwateroverlast Grondwateroverlast dient voorkomen te worden; Bij voorkeur dient er kruipruimteloos gebouwd te worden in natte gebieden. Kelders dienen waterdicht te zijn. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de eigenaar; blad 12 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Advies om voor de drooglegging van bebouwing met kruipruimte 1,0 m – bouwpeil aan te houden. Dit gerelateerd aan minimaal de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG); Bij bebouwing zonder kruipruimte 0,5 m – bouwpeil. Dit gerelateerd aan minimaal de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG).
Werking keur waterschap De keur van het waterschap is van toepassing tot 5 meter vanuit de insteek van de waterlopen die het waterschap beheert. Voor activiteiten in deze zone gelden verboden en geboden en is een vergunning (Watervergunning) van het waterschap nodig. Waterparagraaf inhoud In het ruimtelijk plan dient een waterparagraaf opgenomen te worden over de invloed van het plan op de waterhuishouding (oppervlaktewater, grondwater en hemelwater). Hierin moet ook worden beschreven hoe met het hemelwater van daken en andere verhardingen wordt omgegaan. Specifieke punten voor plangebied Waterpartij en poel Het waterschap adviseert de aan te leggen waterpartij en de poel niet in verbinding te brengen met de Latbeek (of het omliggende oppervlaktewatersysteem). Het waterschap heeft hiervoor de volgende argumenten: o De waterkwaliteit van de Latbeek is slechter dan de kwaliteit van het grondwater. Met name ten aanzien van de voedingsstoffen stikstof en fosfaat. Het inlaten van oppervlaktwater zal daardoor waarschijnlijk algenbloei in deze stilstaande waterpartij/poel veroorzaken. Het is niet te garanderen dat algenbloei bij een geïsoleerde waterpartij niet voorkomt, maar door de waterpartij niet in verbinding te stellen met de Latbeek zal dit minder snel gebeuren om het grondwater minder voedingsstoffen bevat. Indien oppervlaktewater wordt ingelaten moet worden gezorgd voor een hoge doorstroming; o Het waterschap heeft daarnaast geen voorkeur voor een open verbinding met de Latbeek omdat het onderhoud aan de beek daardoor moeilijker uit te voeren is door WPM en de verantwoordelijkheden lastiger weer te geven zijn. Het waterschap is verantwoordelijk voor het onderhoud van de beek wanneer deze door de waterpartij gaat lopen, maar is niet verantwoordelijk voor onderhoud van de waterpartij zelf. Er zal dan een overeenkomst over de toenemende onderhoudskosten voor het waterschap opgesteld moeten worden. Het waterschap voorkomt dit liever. Het waterschap adviseert de waterpartij op het natste deel van het plangebied aan te leggen. Het risico op droogvallen is dan het kleinst. Doorwerking keur in relatie tot waterlopen De keur van het waterschap is voor de Latbeek en de Veldkamplossing is van toepassing tot 5 meter vanuit de insteek van deze waterlopen (met bijbehorende noodzaak voor het aanvragen van een Watervergunning bij activiteiten hierbinnen); Voor de aan te leggen waterpartij raad het waterschap daarom aan om 5 meter uit de insteek te blijven van de Latbeek. (Op deze wijze is zeker het onderhoud van de Latbeek door WPM gegarandeerd). Ecologische herinrichting beken en waterlopen De waterlopen die door of langs het plangebied lopen hebben geen van allen een 'specifiek ecologische functie' (SEF-functie). Dit betekent dat het waterschap geen plannen heeft voor deze waterlopen; Als derden echter initiatief nemen voor een meer landschappelijke en ecologische inpassing van een beek staat het waterschap daar open voor. Het waterschap heeft geen financiële middelen beschikbaar hiervoor, maar kunnen vanuit de kennis en expertise wel meekijken en adviseren; Voor het waterschap is een uitgangspunt dat de afvoer en het benodigde onderhoud van deze waterlopen gegarandeerd kan blijven na herinrichting; Het waterschap adviseert graag mee in het ontwerp van de waterpartij, met name als het gaat om ecologische kwaliteiten. blad 13 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Op basis van het nog in te plannen overleg met waterschap Peel en Maasvallei en de gemeente Venlo, waarbij ook Staatsbosbeheer en Stichting Het Limburgs Landschap uitgenodigd worden zal nadrukkelijk naar voren komen op welke wijze de Latbeek en de Veldkamplossing aangepast kunnen worden. Dit betreft met name een eventuele herprofilering van de beek door een in de visie aangegeven verondieping in relatie met de effecten op de boven- en benedenstroomse aanliggende percelen. Daarnaast adviseren wij ook in dit overleg om gezamenlijk met het waterschap naar een bestemmingsplanmethodiek te kijken die flexibiliteit voor de herinrichting van de Latbeek zelf, zodat dit op een later tijdstip uitgewerkt kan worden.
blad 14 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
5
Toekomstige situatie
5.1
Voorgenomen ontwikkeling De heer Van Ginkel en de heer Hendriks zijn voornemens een landgoed te ontwikkelen ten noordoosten van Velden. Het landgoed krijgt de naam "Schandelsch Broek", overeenkomstig de historische benaming van de landgoedlocatie. De inrichtingsschets is opgenomen in figuur 7 en op volledig formaat in bijlage 6. Op het landgoed wordt een centrale voorziening, genaamd Huize Schandelsch Broek, gerealiseerd waarin dementerende bejaarden in gezinsverband wonen en 24-uurse zorg ontvangen. Aansluitend hierop wordt eveneens kleinschalige dagopvang voor dementerende bejaarden uit de regio geboden. Bij de ontwikkeling van het landgoed worden de bestaande landschappelijke structuren zoveel mogelijk behouden en worden landschappelijke lijnen uit de omgeving opgepakt en versterkt. Daarbij is, in combinatie met de ontwikkeling van het landgoed, voorzien in de realisatie van twee burgerwoningen. De woningen zijn gesitueerd in de oksel van de Schandeloseweg en de Vilgert en vormen samen één woonensemble.
D
A
B
C
Figuur 7
Inrichtingsschets Landgoed Schandelsch Broek (bron: Croonen adviseurs 29 maart 2013) volledig formaat in bijlage 6
blad 15 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Onderdeel A - Huize Schandelsch Broek Deze voorziening betreft een woonzorg gebouw bestaande uit zestien verzorgappartementen, waarbij 24-uurse kwaliteitszorg wordt geboden voor dementerende ouderen. Hierbij is eveneens voorzien in bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen, alsmede een inpandige dienstwoning voor de beheerder(s). Het gebouw is centraal gesitueerd op een terp, op geruime afstand van de Schandeloseweg. De voorzijde van het gebouw is gericht op en zichtbaar vanaf de Schandeloseweg en e bestaat overwegend uit twee bouwlagen met kap, waarbij de 2 laag plaatselijk/deels in de kap opgenomen kan zijn. De (zij)vleugels van het hoofdgebouw zijn lager, bestaande uit 1 bouwlaag met kap. Daarnaast komt er nog een aparte kleinschalige dagopvang voor dementerende ouderen uit de directe omgeving/regio, bestaande uit 1 bouwlaag met kap. De hoofdtoegang/oprijlaan tot de bebouwingsterp bevindt zich aan de Schandeloseweg. Het woonzorg gebouw en de entree zijn in het verlengde van deze as gesitueerd. Onderdeel B - De Boerenschans Centraal in het plangebied, gelegen aan de Schandeloseweg, wordt de verdwenen boerenvluchtschans uit de 17e eeuw in ere hersteld. De boerenschans wordt begrensd door een aardenwal van circa 2 meter hoog. Op het binnenterrein wordt een infopaneel geplaatst met informatie over het landgoed en de omliggende omgeving. Het schansterrein vormt het startpunt van de recreatieve routes. Op het terrein zullen enkele parkeerplaatsen middels groenroosters worden gerealiseerd. De ontsluiting voor het autoverkeer vindt plaats vanaf de Schandeloseweg. Onderdeel C - Het woonensemble Het woonensemble is gesitueerd in de oksel van de Schandeloseweg en de Vilgert. De twee woningen vormen samen één woonensemble als tegenhanger van Huize Schandelsch Broek. De bebouwing refereert qua situering, massa en architectuur aan het woonzorg gebouw en de rest van het landgoed. De woningen worden omsloten door groen en zijn gesitueerd op ruime, groene kavels en zijn georiënteerd op het landgoed. De ontsluiting van de woningen vindt plaats via een neveningang op de Schandeloseweg en vormen daarbij een markant punt. Deze neveningang vormt tevens de toegang tot het landgoed voor het langzaam verkeer (fietsers en voetgangers). De woningen hebben een 2 bebouwingshoogte van 1 à 1,5 bouwlaag met kap en een perceelgrootte van circa 1.200 m . Onderdeel D - Ontwikkelen natuurwaarden Op het landgoed vormen de bestaande en nieuwe zichtlijnen belangrijke structurerende elementen. Door middel van bestaande en nieuwe stukken bos alsmede brede houtsingels zijn doorkijken van en naar het landschap gerealiseerd. Met de ontwikkeling van het landgoed profiteren de natuurwaarden in en rond het gebied. Bijzondere flora en fauna krijgen meer ruimte. Het landgoed dient als corridor tussen de natuurgebieden ten noorden en ten zuiden van het gebied, en zo de verbindende functie van het Schandelose Broek versterken. Zeker gezien het glastuinbouwgebied aan de oostzijde en de kern Velden ten westen van het gebied, is deze corridor zeer belangrijk. Bijzondere en beschermde soorten kunnen het gebied (nog) beter gebruiken als foerageer- en verbindingszone. Door toename van kleine landschapselementen (lanen, houtwallen en singels, bosjes en struwelen) en een gericht beheer van bestaande en nieuwe elementen, verbeterd het leefgebied voor dassen en struweelvogels. Vleermuizen in het bijzonder kunnen profiteren van de aanleg van kleine landschapselementen in combinatie met water. Door de aanleg van waterpartijen (poelen) en het creëren van brede oeverzones langs de Latbeek ontstaat ook aantrekkelijk leefgebied voor amfibieën. Bloemrijke graslanden en laanbomen voegen een biotoop toe aan het landgoed en de omgeving welke aantrekkelijk is voor een veelheid aan vlinders en insecten, die op hun beurt weer vogels en vleermuizen aantrekken. De inrichting van het landgoed volgt hierbij de natuurlijke glooiing en bodemtypologie van het landschap, waardoor een natuurlijke tweedeling ontstaat in natte en droge natuurtypen. Het nattere oostelijke deel bestaat uit halfnatuurlijk grasland met houtsingels en slootjes of greppels evenwijdig aan de Grote Landweg en de Schandeloseweg. Deze slootjes of greppels krijgen brede, flauwe oevers met lange gradiënten. Het drogere westelijke deel bestaat uit halfnatuurlijk grasland en bos. blad 16 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
5.2
Waterkwaliteit Het hemelwater dat terecht komt op de bebouwing en de terreinverharding wordt beschouwd als schoon, wanneer rekening wordt gehouden met het gebruik van niet-uitlogende bouwmaterialen (uitlogende bouwmaterialen zijn o.a. zinken dakgoten en standpijpen, loden dakslabben, betongranulaat als wegfundering etc.). Dit water kan ter plaatse worden geïnfiltreerd via bijvoorbeeld een wadi of zakgreppel in de bodem. Een wadi of zakgreppel heeft bovendien een zuiverende werking.
5.3
Vuilwater afkomstig van nieuwe bebouwing De vuilwaterafvoer van de nieuwe bebouwing wordt aangesloten op de drukriolering van de gemeente Venlo, gelegen in de straat de Vilgert. Op de drukriolering mag geen hemelwaterafvoer aangesloten worden. De nieuwe rioolaansluiting(en) dient aangevraagd te worden bij de Afdeling Openbare Werken van de gemeente Venlo.
5.4
Bergingsberekening ten behoeve van nieuwe verharding Bij nieuwe ontwikkelingen streeft de gemeente Venlo en waterschap Peel en Maasvallei naar het 100% afkoppelen van de hemelwaterafvoer, waarbij zoveel mogelijk water in of nabij het plangebied wordt geïnfiltreerd. De benodigde ruimte voor infiltratievoorzieningen hangt af van het aandeel verhard oppervlak, het aantal en de omvang van de bebouwing, de grondwaterstand en de doorlatendheid van de bodem. De afvoer van hemelwater naar infiltratievoorzieningen vindt bij voorkeur bovengronds plaats. Op basis van het advies van het waterschap is onderstaand in beeld gebracht wat er gebeurd bij een bui van 84 mm in 2 dagen, er van uitgaande dat de voorziening gedurende de bui niet infiltreert (statische buffer). Hiermee wordt een extreme situatie (worst case) in beeld gebracht met een herhalingskans van ongeveer eens per 100 jaar. Deze bui hoeft niet in de voorziening te passen, maar er moet wel in beeld zijn of er schade ontstaat en of die acceptabel is. De berging is berekend met een bui met een herhalingstijd van 1 keer per 100 jaar (T=100) waarbij 84 3 mm neerslag in 48 uur valt, dit is een worst case scenario. In tabel 1 is te zien hoeveel m berging nodig is voor een T=100 bui bij de verschillende toekomstige verhardingselementen in het plangebied. Tabel 1 Indicatieve b ergingsbehoefte verhardingselementen plan Schandelsch Broek (worst-case) 3 Verhardingselement Inschatting oppervlakte verhard Benodigde berging (m ) op basis 2 (m ) (bebouwing en openbare T=100 (84 mm in 48 uur) verharding op basis van schetsontwerp) 2 3 Onderdeel A 32 * 54 = 1.728 m 154 m 2 Huize Schandelsch Broek 9 * 11 = 99 m inclusief bijgebouwen (terrein en dakveharding) 2 3 Toegangsweg en pad Huize 5 * 140 = 700 m 89 m 2 Schandelsch Broek 3 * 120 = 360 m (terreinverharding) 2 2 3 Onderdeel C 1.200 m * 50% = 600 m 50 m Het woonensemble (terrein en dakverharding)* 2 3 Totaal plangebied 3.487 m 293 m *Uitgangspunt 50% van perceelsoppervlak wordt verhard De hoeveelheid hemelwater dat geborgen en geïnfiltreerd dient te worden bij de voorgenomen 3 verhardingselementen in landgoed Schandelsch Broek bedraagt bij een T=100 bui 293 m . Deze hoeveelheid water moet geborgen en geïnfiltreerd worden in het plangebied zonder dat schade en overlast ontstaat aan het omliggende gebied. blad 17 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Onderdeel A** Om het hemelwater te verwerken afkomstig van Huize Schandelsch Broek inclusief bijgebouwen kan 3 gedacht worden aan een centrale oppervlakkige infiltratievoorziening (wadi). Om de benodigde 154 m hemelwater te kunnen bergen en infiltreren is een voorziening benodigd met een bodemoppervlak van 2 circa 300 m (uitgaande van een diepte van 0,5 m). Bij de verdere uitwerking kan vanuit de voorziening kan een overloop worden opgenomen naar de nieuwe waterpartij, in dat geval kan de wadi kleiner vormgegeven worden. Toegangsweg en pad Huize Schandelsch Broek** 3 Om de benodigde 89 m hemelwater te kunnen bergen en infiltreren afkomstig van de toegangsweg en het pad van en naar Huize Schandelsch Broek wordt geadviseerd langs de weg en het pad droogvallende zakreppels aan te leggen. Langs het pad (lengte circa 120 m) kan worden volstaan met een 3 droogvallende zakgreppel met een inhoud van 0,25 m /strekkende meter. Langs de toegangsweg (lengte circa 140 m) kan worden volstaan met een droogvallende zakgreppel met een inhoud van 0,42 3 m /strekkende meter. Onderdeel C** Om het hemelwater te verwerken afkomstig van het woonensemble kan gedacht worden aan een 3 centrale oppervlakkige infiltratievoorziening (wadi). Om de benodigde 50 m hemelwater te kunnen 2 bergen en infiltreren is een voorziening benodigd met een bodemoppervlak van circa 100 m (uitgaande van een diepte van 0,5 m). **Bij deze indicatieve berekeningen is infiltratie en eventuele overloop naar de waterpartij niet meegenomen. Bij het definitief bepalen van de grootte van de infiltratievoorzieningen tijdens de verdere civieltechnische uitwerking van het plan mag infiltratie worden meegenomen en dient in de rekenprogramma’s een veiligheidsfactor van minimaal 0,5 toegepast te worden op de gemeten Kwaarde van de bodem.
5.5
Ontwatering bebouwing (voorkomen wateroverlast) De gewenste ontwateringsdiepte voor nieuwe bebouwing met kruipruimte is 1,0 m en voor bebouwing zonder kruipruimte is 0,5 m, dit gerelateerd aan de GHG. Uit de grondwatergegevens blijkt dat het plangebied ter plaatse van de voorgenomen bebouwing van Huize Schandelsch Broek een ontwateringsdiepte heeft van minimaal 1,0 tot 1,2 meter (GHG) ten opzichte van huidig maaiveld. Omdat Huize Schandelsch Broek op een terp wordt aangelegd zal de ontwateringsdiepte voor bebouwing met kruipruimte hier ruimschoots voldoende zijn. Ook op de locatie van het woonensemble wordt met een GHG ten opzichte van het huidige maaiveld van 1,2 m tot 1,4 m ruimschoots voldaan aan de benodigde ontwateringsdiepte voor bebouwing met kruipruimte.
5.6
Waterpartij In het schetsontwerp is een grote waterpartij opgenomen, zie figuur 8. De centrale waterplas vormt één van de beeldbepalende elementen van het landgoed en is een essentieel onderdeel voor de natuurontwikkeling in het gebied. Waterplantenrijke wateren hebben een grote betekenis voor allerlei soorten flora en fauna. Bij de vormgeving van de waterplas is derhalve aandacht besteedt om zoveel mogelijk variatie te bieden voor zowel flora en fauna.
blad 18 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Figuur 8
Centrale waterpartij Landgoed Schandelsch Broek
Uitgangspunten bouwstenen waterpartij De waterpartij dient continue watervoerend te zijn. Deze geïsoleerde waterpartij dient ook voldoende waterdiepte te hebben in het zomerhalfjaar in verband met een goede waterkwaliteit en een goed functionerend waterecosysteem. Om hieraan te voldoen wordt (een deel van) de bodem van de waterpartijen minimaal 1,0 m onder GLG niveau aangelegd. In de winter is het gewenst dat delen van minimaal 1,5 m waterdiepte aanwezig zijn in verband met overwinteringsplaatsen voor vissen. Bij het ontwerp van de plas is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk verschillende biotopen en bijbehorende gradiënten voor flora en fauna aanwezig zijn. Hierbij ligt de nadruk op de delen die onder invloed van het grondwater staan. Voorkeur flauwe oevers voor gradiënt. Ontwerp op basis van de gegevens WPM over de optredende GHG en GLG in de actuele situatie (AGOR). Voor de zekerheid wordt uitgegaan van de laagst berekende grondwaterstanden. Mogelijkerwijs betekent dit een waterdiepte van meer dan 1,0 m. Dit levert echter wel een extra waterplantenzone op namelijk die van de fonteinkruiden.
blad 19 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Figuur 9
Actuele grondwaterstand (GLG)
Figuur 10
Actuele grondwaterstand (GHG)
Ontwerp Waterbodem in relatie tot GLG en waterdieptes (waterkwaliteit) Op basis van de ontvangen gegevens van het waterschap Peel en Maasvallei: Nieuw Limburgs Peil met het actuele grond- en oppervlaktewaterregime (AGOR), zie figuur 9 en figuur 10, ligt de GLG op de locatie waar de waterpartij is voorzien op circa 0,80 tot 1,20 m beneden maaiveld en de GHG op circa 0,60 tot 1,00 m beneden maaiveld.
blad 20 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Om de waterdiepte van 1,0 m bij GLG te garanderen moet de bodem op minimaal 2,20 m beneden bestaand maaiveld gegraven worden. Met een maaiveldniveau van circa NAP +17,5 m tot NAP +18,0 op de locatie waar de waterpartij is voorzien, betekent dit een bodemniveau van circa NAP +15,3 m tot NAP + 15,8 m. Waterbodem in relatie tot GHG en waterdieptes (overwintering vissen) Om de waterdiepte van 1,5 m bij GHG te garanderen in verband met overwinteringsplaatsen voor vissen moet de bodem op minimaal 2,50 m beneden bestaand maaiveld gegraven worden. Met een maaiveldniveau van circa NAP +17,5 m tot NAP +18,0 op de locatie waar de waterpartij is voorzien betekent dit een bodemniveau van circa NAP +15,0 m tot NAP + 15,5 m. Advies bodemhoogte waterpartij Voor de zekerheid wordt het laagste aanlegpeil voor de bodemhoogte geadviseerd, dit is NAP +15,0 m. Bij dit peil is er zowel bij de GLG situatie (zomer) als de GHG situatie (winter) voldoende waterdiepte zodat de waterpartij in de zomer voldoende waterdiepte heeft in verband met waterkwaliteit en verschillende plantenzones en in de winter voldoende waterdiepte heeft voor overwintering van vissen. Advies grondwatermonitoring Opgemerkt wordt dat de grondwatergegevens uit een regionaal model komen. Om met zekerheid uitspraken op perceelsniveau te kunnen doen over de optredende grondwaterstand wordt geadviseerd ter plaatse van de toekomstige waterpartij een peilbuis met diver te plaatsen waarmee gedurende een zomer- en winterhalfjaar de grondwaterstand in het plangebied in beeld kan worden gebracht.
5.7
Poel In het schetsontwerp voor het plangebied is ook een poel opgenomen, zie figuur 11. Door de aanleg van poelen ontstaat ook aantrekkelijk leefgebied voor amfibieën.
Figuur 11
Poel in Landgoed Schandelsch Broek
Uitgangspunten en bouwstenen poel Het ontwerp van de poel wordt gestuurd door gewenste amfibieën. De poelen staan niet in verbinding met de Latbeek of ander oppervlaktewater en liggen in het grondwater. Overstroming dan wel aansluiting van de poel is niet gewenst in verband met het feit dat dan vissen in de poelen komen en een mogelijke bedreiging kunnen vormen voor de amfibieën. Bovendien is aansluiting dan wel overstroming niet gewenst vanwege het voedselrijkere water van de Latbeek in vergelijking met het grondwater en de daardoor toenemende kans algenbloei. De poelen hebben een maximale waterdiepte van 0,5 - 1,0 m beneden de laagst grondwaterstand. In droge periodes is het niet erg dat de poelen tijdelijk droogvallen; amfibieën zullen een tijdelijke droogval overleven, vissen daarentegen niet. Zelfs in poelen die niet overstromen of in open verbinding staan met het regionaal watersysteem kunnen vissen komen door bijvoorbeeld verspreiding door vogels van viseieren. blad 21 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Gezien de aan de noordzijde aanwezige waterpartij met grotere waterdiepte wordt voor deze poel geadviseerd een waterdiepte van 0,5 m na te streven bij een GLG. Op deze manier worden diverse watermilieus gerealiseerd. Aan de zonzijde krijgen de poelen relatief flauwe oevers (1:6 tot 1:10) en aan de schaduwzijde steilere oevers (minimaal 1:3). Het wateroppervlak heeft een gewenste doorsnede van circa 20 tot 30 m en een minimale doorsnede van 10 m (in verband met verlandingssnelheid en frequentie onderhoud). De poelen dienen onderhoudbaar te zijn. Bij begrazing niet gehele poel uitrasteren. De oevers mogen deels betreden worden door het vee en zijn geschikt als veedrenking. Zo wordt dichtgroei voorkomen. Ontwerp op basis van de gegevens WPM over de optredende GHG en GLG in de actuele situatie (AGOR).
Ontwerp Waterbodem in relatie tot GLG en waterdieptes Op basis van de ontvangen gegevens van het waterschap Peel en Maasvallei: Nieuw Limburgs Peil met het actuele grond- en oppervlaktewaterregime (AGOR), zie figuur 9 en figuur 10, ligt de GLG op de locatie waar de poel is voorzien op circa 1,00 tot 1,40 m beneden maaiveld en de GHG op circa 0,80 tot 1,00 m beneden maaiveld. Om de waterdiepte van 0,5 bij GLG te garanderen moet de bodem op minimaal 1,50 m tot 1,90 m beneden bestaand maaiveld gegraven worden. Met een maaiveldniveau van circa NAP +18,0 m op de locatie waar de poel is voorzien, betekent dit een bodemniveau van circa NAP +16,50 m tot NAP +16,10 m. Advies bodemhoogte poel Voor de zekerheid wordt het laagste aanlegpeil voor de bodemhoogte geadviseerd, dit is NAP +16,10 m. Bij dit peil is bij de GLG situatie (zomer) voldoende waterdiepte zodat de poel in de zomer bij een gemiddelde situatie in de zomer niet droogvalt en een diversiteit aan watermilieus ontstaat.
5.8
Latbeek en Veldkamplossing Voor de voorgenomen herinrichtingsmaatregelen in en direct langs de Latbeek en de Veldkamplossing (binnen 5 m vanaf de insteek) dient een vergunning bij waterschap Peel en Maasvallei worden aangevraagd. Het gaat hierbij om maatregelen zoals het aanbrengen van dammen met duikers bij de Veldkamplossing ten behoeve van de nieuwe toegangswegen tot het landgoed, herprofilering van de Veldkamplossing ten behoeve van het realiseren van "De Boerenschans" en herprofilering van de Latbeek ter plaatse van het plangebied door aanbrengen van een natuurvriendelijke oever aan de oostzijde van de Latbeek. Over bovenstaande maatregelen en de verdere civieltechnische uitwerking van de maatregelen wordt nog een overleg ingepland met waterschap Peel en Maasvallei. Voor het waterschap is het een uitgangspunt dat de afvoer en het benodigde onderhoud van de primaire waterlopen gegarandeerd blijft.
blad 22 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
6
Voorstel waterparagraaf In opdracht van de dhr. Van Ginkel en dhr. Hendriks heeft Oranjewoud het proces van de watertoets doorlopen voor de ontwikkeling van landgoed Schandelsch Broek te Velden. De knelpunten en aandachtspunten ten aanzien van de waterhuishouding zijn geïnventariseerd. In de rapportage ''Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden''(Oranjewoud, augustus 2013) zijn de huidige en toekomstige situatie, het beleid en de randvoorwaarden beschreven. Hieronder zijn beknopt de belangrijkste aspecten beschreven. Randvoorwaarden Bij de ontwikkeling van Landgoed Schandelsch Broek moet aan de eisen van de waterbeheerders worden voldaan. De uitgangspunten, wensen en aandachtspunten van waterschap Peel en Maasvallei en de gemeente Venlo zijn verzameld (telefonisch en per e-mail). De belangrijkste punten zijn hieronder opgenomen: Algemene punten Omgang regenwater Afkoppelen van 100% van het verhard oppervlak, waarbij de beslisboom verantwoord afkoppelen van toepassing is; Ten aanzien van het afkoppelen van regenwater afkomstig van verharde oppervlakken geldt de volgende voorkeursvolgorde: hergebruik, infiltratie, berging, lozing op oppervlaktewater. Waarbij hergebruik en infiltratie van schoon regenwater de voorkeur heeft; Het reserveren van ruimte voor infiltratievoorzieningen en waterbuffers ter verwerking van het afgekoppelde water. Bufferende en infiltrerende voorzieningen Bij het creëren van nieuw oppervlaktewater dient door de eigenaar in overleg met de waterbeheerder (waterschap Peel en Maasvallei) hieraan een functie te worden toegekend, zodat inrichting, beheer en onderhoud hierop afgestemd kunnen worden (bijv. bij de nieuwe waterpartij); Minimaal dient een dynamische buffer gerealiseerd te worden. Een dynamische buffer is een infiltratievoorziening met voldoende bergingscapaciteit en een overloop op oppervlaktewater; Een dynamische buffer moet aan de volgende eisen van het waterschap voldoen: In de voorziening moet een bui van 50 mm in 27,3 uur (T=10) geborgen kunnen worden rekening houdend met een waakhoogte van 0,5 meter. Daarnaast dient een bui van 63 mm in 16,2 uur (T=100) tot aan de rand van de voorziening ofwel het maaiveld te passen. De uitstroom moet beperkt blijven tot maximaal 1 l/s/ha; Gezien de ruimtelijke opzet adviseert het waterschap het hemelwater te infiltreren in het plangebied met een eventuele overloop op eigen terrein (bijvoorbeeld naar de waterpartij). Het waterschap adviseert om in beeld te brengen wat er gebeurd bij een bui van 84 mm in 2 dagen, er van uitgaande dat de voorziening gedurende de bui niet infiltreert (statische buffer). Hiermee wordt een extreme situatie in beeld gebracht met een herhalingskans van ongeveer eens per 100 jaar. Deze bui hoeft niet in de voorziening te passen, maar er moet wel in beeld zijn of er schade ontstaat en of die acceptabel is; Bij het bepalen van de grootte van de infiltratievoorziening/buffer dient in de rekenprogramma’s een veiligheidsfactor van minimaal 0,5 toegepast te worden op de gemeten k-waarde. Dus de gemeten k-waarde (maat voor infiltratiegeschiktheid) dient vermenigvuldigd te worden met een factor 0,5 of lager. Voorkomen diffuse verontreinigingen Door het nemen van bronmaatregelen voorkomen dat het afstromende water een diffuse bron van verontreiniging wordt:
blad 23 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
o
o o
Vermijden van gebruik van onbehandelde uitlogende bouwmaterialen zoals koper, zink, lood en met verontreinigende stoffen verduurzaamd hout bij de bouw en inrichting van de openbare ruimte; In het geval dat toepassing van uitlogende materialen niet vermijdbaar is, worden deze beheersbaar toegepast; Vermijden gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen en wegenzout.
Grondwateroverlast Grondwateroverlast dient voorkomen te worden; Bij voorkeur dient er kruipruimteloos gebouwd te worden in natte gebieden. Kelders dienen waterdicht te zijn. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de eigenaar; Advies om voor de drooglegging van bebouwing met kruipruimte 1,0 m – bouwpeil aan te houden. Dit gerelateerd aan minimaal de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG); Bij bebouwing zonder kruipruimte 0,5 m – bouwpeil. Dit gerelateerd aan minimaal de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG). Werking keur waterschap De keur van het waterschap is van toepassing tot 5 meter vanuit de insteek van de waterlopen die het waterschap beheert. Voor activiteiten in deze zone gelden verboden en geboden en is een vergunning (Watervergunning) van het waterschap nodig. Waterparagraaf inhoud In het ruimtelijk plan dient een waterparagraaf opgenomen te worden over de invloed van het plan op de waterhuishouding (oppervlaktewater, grondwater en hemelwater). Hierin moet ook worden beschreven hoe met het hemelwater van daken en andere verhardingen wordt omgegaan. Specifieke punten voor plangebied Waterpartij en poel Het waterschap adviseert de aan te leggen waterpartij en de poel niet in verbinding te brengen met de Latbeek (of het omliggende oppervlaktewatersysteem). Het waterschap heeft hiervoor de volgende argumenten: o De waterkwaliteit van de Latbeek is slechter dan de kwaliteit van het grondwater. Met name ten aanzien van de voedingsstoffen stikstof en fosfaat. Het inlaten van oppervlaktwater zal daardoor waarschijnlijk algenbloei in deze stilstaande waterpartij/poel veroorzaken. Het is niet te garanderen dat algenbloei bij een geïsoleerde waterpartij niet voorkomt, maar door de waterpartij niet in verbinding te stellen met de Latbeek zal dit minder snel gebeuren om het grondwater minder voedingsstoffen bevat. Indien oppervlaktewater wordt ingelaten moet worden gezorgd voor een hoge doorstroming; o Het waterschap heeft daarnaast geen voorkeur voor een open verbinding met de Latbeek omdat het onderhoud aan de beek daardoor moeilijker uit te voeren is door WPM en de verantwoordelijkheden lastiger weer te geven zijn. Het waterschap is verantwoordelijk voor het onderhoud van de beek wanneer deze door de waterpartij gaat lopen, maar is niet verantwoordelijk voor onderhoud van de waterpartij zelf. Er zal dan een overeenkomst over de toenemende onderhoudskosten voor het waterschap opgesteld moeten worden. Het waterschap voorkomt dit liever. Het waterschap adviseert de waterpartij op het natste deel van het plangebied aan te leggen. Het risico op droogvallen is dan het kleinst. Doorwerking keur in relatie tot waterlopen De keur van het waterschap is voor de Latbeek en de Veldkamplossing is van toepassing tot 5 meter vanuit de insteek van deze waterlopen (met bijbehorende noodzaak voor het aanvragen van een Watervergunning bij activiteiten hierbinnen); Voor de aan te leggen waterpartij raad het waterschap daarom aan om 5 meter uit de insteek te blijven van de Latbeek. (Op deze wijze is zeker het onderhoud van de Latbeek door WPM gegarandeerd). blad 24 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Ecologische herinrichting beken en waterlopen De waterlopen die door of langs het plangebied lopen hebben geen van allen een 'specifiek ecologische functie' (SEF-functie). Dit betekent dat het waterschap geen plannen heeft voor deze waterlopen; Als derden echter initiatief nemen voor een meer landschappelijke en ecologische inpassing van een beek staat het waterschap daar open voor. Het waterschap heeft geen financiële middelen beschikbaar hiervoor, maar kunnen vanuit de kennis en expertise wel meekijken en adviseren; Voor het waterschap is een uitgangspunt dat de afvoer en het benodigde onderhoud van deze waterlopen gegarandeerd kan blijven na herinrichting; Het waterschap adviseert graag mee in het ontwerp van de waterpartij, met name als het gaat om ecologische kwaliteiten. Op basis van het nog in te plannen overleg met waterschap Peel en Maasvallei en de gemeente Venlo, waarbij ook Staatsbosbeheer en Stichting Het Limburgs Landschap uitgenodigd worden zal nadrukkelijk naar voren komen op welke wijze de Latbeek en de Veldkamplossing aangepast kunnen worden. Dit betreft met name een eventuele herprofilering van de beek door een in de visie aangegeven verondieping in relatie met de effecten op de boven- en benedenstroomse aanliggende percelen. Daarnaast adviseren wij ook in dit overleg om gezamenlijk met het waterschap naar een bestemmingsplanmethodiek te kijken die flexibiliteit voor de herinrichting van de Latbeek zelf, zodat dit op een later tijdstip uitgewerkt kan worden. Huidige situatie Plangebied Het plangebied is gelegen tussen Velden en Schandelo, tussen de Vilgert aan de westzijde, het verlengde van de Elsbroeker Kromweg aan de oostzijde, de Groote Landweg aan de noordzijde en de Schandeloseweg aan de zuidzijde. Het landgoed is gelegen in het Schandelosche Broek, een oude verlande oostelijke Maasmeander. De kern Schandelo ligt op de Maasterrasrand. Het plangebied bestaat uit akkerland en grasland. Daarnaast zijn een aantal oude bomenrijen en singels aanwezig, die eigendom zijn van Staatsbosbeheer. Ook lopen door en langs het landgoed een aantal watergangen die eigedom zijn van waterschap Peel en Maasvallei. Over en langs het landgoed lopen twee openbare zandpaden, de Zijlandweg en de Grote Landweg. De totale oppervlakte van het landgoed, inclusief de gronden in eigendom bij Staatsbosbeheer en waterschap Peel en Maasvallei bedraagt circa 16,2 ha. Maaiveldhoogte Het maaiveld in het plangebied varieert van circa NAP +17,4 m tot NAP + 19,4 m (bron: ahn2). Het hoogteverloop in het plangebied is in onderstaande figuur weergegeven.
blad 25 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Nap +18,2 m
Nap +17,4 m Nap +19,0 m
Nap +18,6 m
Nap +18,4 m
Nap +18,4 m
Nap +19,0 m
Figuur 12
Nap +18,0 m
Nap +19,4 m
Hoogtekaart plangebied ahn 2 (bron ahn.nl)
Grondwater Grondwatertrappenkaart Met behulp van de grondwatertrappenkaart (bodemdata.nl) zijn de voorkomende grondwatertrappen in en rond het plangebied verzameld. De voorkomende grondwatertrappen in het plangebied zijn III en V. De voorkomende GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) bij grondwatertrap III ligt op minder dan 0,4 m beneden maaiveld. De GLG (Gemiddeld Laagste Grondwaterstand) bij grondwatertrap III ligt op 0,8 tot 1,2 m beneden maaiveld. De voorkomende GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) bij grondwatertrap V ligt op minder dan 0,4 m beneden maaiveld. De GLG (Gemiddeld Laagste Grondwaterstand) bij grondwatertrap V ligt op meer dan 1,2 m beneden maaiveld. Nieuw Limburgs Peil (NLP) waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Peel en Maasvallei geeft met het rapport Nieuw Limburgs Peil invulling aan het landelijke beleid voor het Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime (GGOR). Ten behoeve van het NLP is het actuele grond- en oppervlaktewaterregime (AGOR) vastgesteld. AGOR Voor het plangebied is in de huidige situatie een GHG van 120 - 140 cm -mv. aan de westzijde tot 40 - 60 m -mv. in de natste delen centraal in het plangebied aanwezig (zie bijlage 2). De GLG varieert van 160 180 cm - mv. aan de westzijde tot 80 - 100 cm -mv. in de natste delen (zie bijlage 1). NLP (Beoogde situatie 2015) De beoogde situatie in 2015 (NLP) is gelijk aan de AGOR in het plangebied. Dit betekent een GHG van 120 - 140 cm -mv. aan de westzijde tot 40 - 60 m -mv. in de natste delen centraal in het plangebied (zie bijlage 3) en een GLG van 160 - 180 cm - mv. aan de westzijde tot 80 - 100 cm -mv. in de natste delen (zie bijlage 4). Grondwaterbeschermingsgebied Het plangebied is niet in een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied gelegen. blad 26 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Oppervlaktewater Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van waterschap Peel en Maasvallei. De belangrijkste waterlopen in en in de omgeving van het plangebied zijn de primaire waterlopen de Latbeek en de Veldkamplossing. Deze waterlopen hebben geen "specifiek ecologische functie (SEF)". Dit betekent dat het waterschap geen plannen en budget heeft voor deze waterlopen om maatregelen te nemen ten behoeve van ecologische doelen. De waterlopen wateren af onder vrij verval richting het noordoosten naar de Maas. De Keur van het waterschap is van toepassing tot 5 meter vanuit de insteek van de primaire waterlopen die in beheer van het waterschap zijn. In het plangebied geldt dit voor de Latbeek en de Veldkamplossing. Voor activiteiten in deze zone is een vergunning (watervergunning) van het waterschap nodig. Riolering In de straat de Vilgert is het gemeentelijk rioleringstelsel gelegen bestaande uit een drukriool waarop de vuilwaterafvoer van de aanwezige bebouwing is aangesloten. De hemelwaterafvoer is niet aangesloten op de drukriolering maar wordt ter plaatse verwerkt/geïnfiltreerd. Toekomstige situatie Ontwikkeling De heer Van Ginkel en de heer Hendriks zijn voornemens een landgoed te ontwikkelen ten noordoosten van Velden. Het landgoed krijgt de naam "Schandelsch Broek", overeenkomstig de historische benaming van de landgoedlocatie. Op het landgoed wordt een centrale voorziening, genaamd Huize Schandelsch Broek, gerealiseerd waarin dementerende bejaarden in gezinsverband wonen en 24-uurse zorg ontvangen. Aansluitend hierop wordt eveneens kleinschalige dagopvang voor dementerende bejaarden uit de regio geboden. Bij de ontwikkeling van het landgoed worden de bestaande landschappelijke structuren zoveel mogelijk behouden en worden landschappelijke lijnen uit de omgeving opgepakt en versterkt. Daarbij is, in combinatie met de ontwikkeling van het landgoed, voorzien in de realisatie van twee burgerwoningen. De woningen zijn gesitueerd in de oksel van de Schandeloseweg en de Vilgert en vormen samen één woonensemble. Waterkwaliteit Het hemelwater dat terecht komt op de bebouwing en de terreinverharding wordt beschouwd als schoon, wanneer rekening wordt gehouden met het gebruik van niet-uitlogende bouwmaterialen (uitlogende bouwmaterialen zijn o.a. zinken dakgoten en standpijpen, loden dakslabben, betongranulaat als wegfundering etc.). Dit water kan ter plaatse worden geïnfiltreerd via bijvoorbeeld een wadi of zakgreppel in de bodem. Een wadi of zakgreppel heeft bovendien een zuiverende werking. Omgang vuilwater De vuilwaterafvoer van de nieuwe bebouwing wordt aangesloten op de drukriolering van de gemeente Venlo, gelegen in de straat de Vilgert. Op de drukriolering mag geen hemelwaterafvoer aangesloten worden. De nieuwe rioolaansluiting(en) dient aangevraagd te worden bij de Afdeling Openbare Werken van de gemeente Venlo. Omgang hemelwater Bij nieuwe ontwikkelingen streeft de gemeente Venlo en waterschap Peel en Maasvallei naar het 100% afkoppelen van de hemelwaterafvoer, waarbij zoveel mogelijk water in of nabij het plangebied wordt geïnfiltreerd. De benodigde ruimte voor infiltratievoorzieningen hangt af van het aandeel verhard oppervlak, het aantal en de omvang van de bebouwing, de grondwaterstand en de doorlatendheid van de bodem. De afvoer van hemelwater naar infiltratievoorzieningen vindt bij voorkeur bovengronds plaats. Op basis van het advies van het waterschap is onderstaand in beeld gebracht wat er gebeurd bij een bui van 84 mm in 2 dagen, er van uitgaande dat de voorziening gedurende de bui niet infiltreert (statische buffer). Hiermee wordt een extreme situatie (worst case) in beeld gebracht met een blad 27 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
herhalingskans van ongeveer eens per 100 jaar. Deze bui hoeft niet in de voorziening te passen, maar er moet wel in beeld zijn of er schade ontstaat en of die acceptabel is. De berging is berekend met een bui met een herhalingstijd van 1 keer per 100 jaar (T=100) waarbij 84 3 mm neerslag in 48 uur valt, dit is een worst case scenario. In tabel 2 is te zien hoeveel m berging nodig is voor een T=100 bui bij de verschillende toekomstige verhardingselementen in het plangebied. Tabel 2 Indicatieve b ergingsbehoefte verhardingselementen plan Schandelsch Broek (worst-case) 3 Verhardingselement Inschatting oppervlakte verhard Benodigde berging (m ) op basis 2 (m ) (bebouwing en openbare T=100 (84 mm in 48 uur) verharding op basis van schetsontwerp) 2 3 Onderdeel A 32 * 54 = 1.728 m 154 m 2 Huize Schandelsch Broek 9 * 11 = 99 m inclusief bijgebouwen (terrein en dakveharding) 2 3 Toegangsweg en pad Huize 5 * 140 = 700 m 89 m 2 Schandelsch Broek 3 * 120 = 360 m (terreinverharding) 2 2 3 Onderdeel C 1.200 m * 50% = 600 m 50 m Het woonensemble (terrein en dakverharding)* 2 3 Totaal plangebied 3.487 m 293 m *Uitgangspunt 50% van perceelsoppervlak wordt verhard De hoeveelheid hemelwater dat geborgen en geïnfiltreerd dient te worden bij de voorgenomen 3 verhardingselementen in landgoed Schandelsch Broek bedraagt bij een T=100 bui 293 m . Deze hoeveelheid water moet geborgen en geïnfiltreerd worden in het plangebied zonder dat schade en overlast ontstaat aan het omliggende gebied. Onderdeel A** Om het hemelwater te verwerken afkomstig van Huize Schandelsch Broek inclusief bijgebouwen kan 3 gedacht worden aan een centrale oppervlakkige infiltratievoorziening (wadi). Om de benodigde 154 m hemelwater te kunnen bergen en infiltreren is een voorziening benodigd met een bodemoppervlak van 2 circa 300 m (uitgaande van een diepte van 0,5 m). Bij de verdere uitwerking kan vanuit de voorziening kan een overloop worden opgenomen naar de nieuwe waterpartij, in dat geval kan de wadi kleiner vormgegeven worden. Toegangsweg en pad Huize Schandelsch Broek** 3 Om de benodigde 89 m hemelwater te kunnen bergen en infiltreren afkomstig van de toegangsweg en het pad van en naar Huize Schandelsch Broek wordt geadviseerd langs de weg en het pad droogvallende zakreppels aan te leggen. Langs het pad (lengte circa 120 m) kan worden volstaan met een 3 droogvallende zakgreppel met een inhoud van 0,25 m /strekkende meter. Langs de toegangsweg (lengte circa 140 m) kan worden volstaan met een droogvallende zakgreppel met een inhoud van 0,42 3 m /strekkende meter. Onderdeel C** Om het hemelwater te verwerken afkomstig van het woonensemble kan gedacht worden aan een 3 centrale oppervlakkige infiltratievoorziening (wadi). Om de benodigde 50 m hemelwater te kunnen 2 bergen en infiltreren is een voorziening benodigd met een bodemoppervlak van circa 100 m (uitgaande van een diepte van 0,5 m). **Bij deze indicatieve berekeningen is infiltratie en eventuele overloop naar de waterpartij niet meegenomen. Bij het definitief bepalen van de grootte van de infiltratievoorzieningen tijdens de verdere civieltechnische uitwerking van het plan mag infiltratie worden meegenomen en dient in de blad 28 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
rekenprogramma’s een veiligheidsfactor van minimaal 0,5 toegepast te worden op de gemeten Kwaarde van de bodem. Ontwatering De gewenste ontwateringsdiepte voor nieuwe bebouwing met kruipruimte is 1,0 m en voor bebouwing zonder kruipruimte is 0,5 m, dit gerelateerd aan de GHG. Uit de grondwatergegevens blijkt dat het plangebied ter plaatse van de voorgenomen bebouwing van Huize Schandelsch Broek een ontwateringsdiepte heeft van minimaal 1,0 tot 1,2 meter (GHG) ten opzichte van huidig maaiveld. Omdat Huize Schandelsch Broek op een terp wordt aangelegd zal de ontwateringsdiepte voor bebouwing met kruipruimte hier ruimschoots voldoende zijn. Ook op de locatie van het woonensemble wordt met een GHG ten opzichte van het huidige maaiveld van 1,2 m tot 1,4 m ruimschoots voldaan aan de benodigde ontwateringsdiepte voor bebouwing met kruipruimte. Omgang Latbeek en Veldkamplossing Voor de voorgenomen herinrichtingsmaatregelen in en direct langs de Latbeek en de Veldkamplossing (binnen 5 m vanaf de insteek) dient een vergunning bij waterschap Peel en Maasvallei worden aangevraagd. Het gaat hierbij om maatregelen zoals het aanbrengen van dammen met duikers bij de Veldkamplossing ten behoeve van de nieuwe toegangswegen tot het landgoed, herprofilering van de Veldkamplossing ten behoeve van het realiseren van "De Boerenschans" en herprofilering van de Latbeek ter plaatse van het plangebied door aanbrengen van een natuurvriendelijke oever aan de oostzijde van de Latbeek. Over bovenstaande maatregelen en de verdere civieltechnische uitwerking van de maatregelen wordt nog een overleg ingepland met waterschap Peel en Maasvallei. Voor het waterschap is het een uitgangspunt dat de afvoer en het benodigde onderhoud van de primaire waterlopen gegarandeerd blijft.
blad 29 van 29
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Bijlage 1: Kaart GLG AGOR
Bijlage
Legenda
GLG AGOR (cm -mv.) <0
0 - 20 20 - 40 40 - 60 60 - 80
80 - 100
100 - 120 120 - 140 140 - 160 160 - 180 180 - 200 200 - 250 > 250
D0
NR
(31-07-2013) DATUM
DEFINITIEF
OPDR ACHTGEVER
Dhr. H. van Ginkel Dhr. R. Hendriks
PROJECTOMSCHRIJVING
Landgoed Schandelsch Broek 251137 KAARTTITEL
GLG AGOR
0
105
210
420 Meters
(AvB)
WIJ ZIGING
GET.
GIS SPECIALIST
SCHAAL
A. van Beek
1:5.000
PROJECTLEIDER
H. Verdijk DATUM
(31-07-2013) KAARTNUMMER
FORMAAT
A4
BLAD IN BLADEN
1 van 1
251137_GLG_AGOR
WIJZ.NR
D0
STATUS
DEFINITIEF (pad naar .mxd file)
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Bijlage 2: Kaart GHG AGOR
Bijlage
Legenda
GHG AGOR (cm - mv.) <0
0 - 20 20 - 40 40 - 60 60 - 80 80 - 100
100 - 120 120 - 140 140 - 160 160 - 180 180 - 200 200 - 250 > 250
D0
NR
(31-07-2013) DATUM
DEFINITIEF
OPDR ACHTGEVER
Dhr. H. van Ginkel Dhr. R. Hendriks
PROJECTOMSCHRIJVING
Landgoed Schandelsch Broek 251137 KAARTTITEL
GHG AGOR
0
105
210
420 Meters
(AvB)
WIJ ZIGING
GET.
GIS SPECIALIST
SCHAAL
A. van Beek
1:5.000
PROJECTLEIDER
H. Verdijk DATUM
(31-07-2013) KAARTNUMMER
FORMAAT
A4
BLAD IN BLADEN
1 van 1
251137_GHG_AGOR
WIJZ.NR
D0
STATUS
DEFINITIEF (pad naar .mxd file)
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Bijlage 3: Kaart GLG NLP
Bijlage
Legenda
GLG NLP (cm -mv.) <0
0 - 20 20 - 40 40 - 60 60 - 80
80 - 100
100 - 120 120 - 140 140 - 160 160 - 180 180 - 200 200 - 250 > 250
D0
NR
(31-07-2013) DATUM
DEFINITIEF
OPDR ACHTGEVER
Dhr. H. van Ginkel Dhr. R. Hendriks
PROJECTOMSCHRIJVING
Landgoed Schandelsch Broek 251137 KAARTTITEL
GLG NLP
0
105
210
420 Meters
(AvB)
WIJ ZIGING
GET.
GIS SPECIALIST
SCHAAL
A. van Beek
1:5.000
PROJECTLEIDER
FORMAAT
H. Verdijk
A4
DATUM
BLAD IN BLADEN
(31-07-2013) KAARTNUMMER
1 van 1
251137_GLG_NLP
WIJZ.NR
D0
STATUS
DEFINITIEF (pad naar .mxd file)
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Bijlage 4: Kaart GHG NLP
Bijlage
Legenda
GHG NLP (cm -mv.) <0
0 - 20 20 - 40 40 - 60 60 - 80
80 - 100
100 - 120 120 - 140 140 - 160 160 - 180 180 - 200 200 - 250 > 250
D0
NR
(31-07-2013) DATUM
DEFINITIEF
OPDR ACHTGEVER
Dhr. H. van Ginkel Dhr. R. Hendriks
PROJECTOMSCHRIJVING
Landgoed Schandelsch Broek 251137 KAARTTITEL
GHG NLP
0
105
210
420 Meters
(AvB)
WIJ ZIGING
GET.
GIS SPECIALIST
SCHAAL
A. van Beek
1:5.000
PROJECTLEIDER
FORMAAT
H. Verdijk
A4
DATUM
BLAD IN BLADEN
(31-07-2013) KAARTNUMMER
1 van 1
251137_GHG_NLP
WIJZ.NR
D0
STATUS
DEFINITIEF (pad naar .mxd file)
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Bijlage 5: Kwelklasse landgoed Schandelsch Broek
Bijlage
Overzicht
Zij ta
kL at be ek
e ns de l Ve
n le ui fk r Tu
La tbe e
k
a Ra 5
2,5
0
5
ldl rv e
s os
ing
10
Vi lg
er t
Kilometers
ter aar Sch bee k
Legenda
ssing amplo k ls e V
Grens waterschap
Beheerregister
lska k Ve Zijta
ssing mplo
Primair Te vervallen primair Secundair Tertiair
0
50
100
200
300 Meters
Overig
Kwelklasse Infiltratie Matig sterke kwel (0-2mm/dag)
Rijksdriehoekstelsel Centrale Meridiaan: Latitude of Origin: Schaal factor: Offset x: Offset y:
5°23’ 15.5" 52°09’ 22.178" 0.9999079 155000 m 463000 m
Datum: 23-01-2007 Schaal: 1:5.000
Kwelklasse Landgoed Schandelsch Broek
Sterke kwel (>2mm/dag) Topografische ondergrond: (c) Topografischedienst Emmen
·
Get:
Toelichting watertoets Landgoed Schandelsch Broek te Velden Projectnr. 251137 9 augustus 2013, revisie 00
Bijlage 6: Inrichtingsschets Landgoed Schandelsch Broek
Bijlage
InrichƟngsschets Landgoed Schandelsch Broek
Zicht op
n rktore op ke Zicht
is
landhu
Zicht
op la
ndhu
is
Schans
Landgo ed Schandel sch Bro ek Opdrachtgever: De heer H. van Ginkel - datum: 29 maart 2013 - tekeningnummer: ind01-251137-01c Croonen A dv iseurs
Sch aal 1: 5 000 (A3 fo r maat)