Beheerplan Landgoed Hageveld Deel 2. Gedeelte Vereniging van Eigenaren Landgoed Hageveld Beheerplan 2013-2023
Woongedeelte en voorfront van Hageveld met vijver, eigendom van VvE Landgoed Hageveld.
Beheerplan Landgoed Hageveld Deel 2: Gedeelte VvE Landgoed Hageveld Beheerplan 2013-2023
Peter Mol 2012
Projectleider Projectuitvoering Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto’s en afbeeldingen Rapportnummer Projectnummer
Lidy Zeinstra, Klaas de Boer Peter Mol Duurzaam Beheer Vereniging van Eigenaren Landgoed Hageveld Door opdrachtgever Peter Mol, tenzij anders aangegeven 12-028 12-36501
© Landschap Noord-Holland Postbus 222 1850 AE Heiloo 088-0064400 www.landschapnoordholland.nl
Samenvatting Naar aanleiding van het besluit van Atheneum College Hageveld om een hernieuwd beheerplan te maken voor Landgoed Hageveld, besloot de Vereniging van Eigenaren Landgoed Hageveld (VvE Landgoed Hageveld) zich bij dit initiatief aan te sluiten. Ook zij wenste een hernieuwd beheerplan voor haar deel van het Landgoed. Net als bij het deel van Atheneum College Hageveld kreeg Landschap Noord-Holland de opdracht. Omdat Hageveld zodoende als een geheel kan worden behandeld, spreekt het voor zich dat bij dit beheerplan voor beide delen van het landgoed dezelfde doelstellingen en beheervisie zullen gelden (zie voor meer hierover in de inleiding). Het deel van Hageveld dat tot VvE Landgoed Hageveld behoort is te vinden aan de Zuidwest zijde van het terrein (zie bijlage 1, het rood gearceerde vak) De woningen van de vereniging bevinden zich in het hoofdgebouw van het voormalige seminarie. De tuin van de tuinmanswoning, het eigendom dat tot villa ’t Clooster behoort en het deel van het terrein dat tot de tuin van de Directiekeet behoort, vallen niet onder dit beheerplan. VvE bezit ongeveer 1/3 van het totale Landgoed Hageveld. Karakteristiek voor het landgoed deel van VvE Landgoed Hageveld is dat het landgoedbos zich geheel aan de zuidzijde bevindt. Aan de noord en westzijde bevinden zich waterpartijen, boomgroepen, solitaire bomen, de lindenlaan, de rij linden langs het pad naar de begraafplaats, perken met sierplanten en heesters en gazonnen. De waterpare tijen zijn een restant van het landgoedontwerp van Johan David Zocher sr uit het eind van de 18 eeuw en vormen een belangrijk cultuurhistorisch en landschappelijk element (zie gebiedsbeschrijving per terreinonderdeel). Het landgoedbos bestaat uit oud loofbos van overwegend beuk en zomereik en vertegenwoordigt belangrijke landschappelijke en ecologische waarden. Deze waarden worden versterkt door de aanwezigheid van de opmerkelijke rij linden die het pad naar de begraafplaats (eigendom van het Bisdom) flankeert, maar die ouder is dan deze. Dit deel van Hageveld is de plek waar de bosuil meestal tot broeden komt. Het beheerplan zal ook voor het landgoed deel van VvE Landgoed Hageveld de resultaten van het beheer van de afgelopen twintig jaar beoordelen. Bij de huidige staat van de afzonderlijke delen van het Landgoed komen ook de geconstateerde knelpunten aan de orde. Voor deze knelpunten zullen oplossingen worden aangereikt. Aansluitend zal voor het hele terrein het beheer voor de komende tien jaar worden aangegeven. Als bijlage zal een werkschema worden aangeleverd dat hierbij als leidraad kan dienen.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
4
Inhoudsopgave Samenvatting .................................................................................................. 4 Inhoudsopgave ................................................................................................ 5 1. Inleiding ............................................................................................... 6 2. Gebiedsbeschrijving .............................................................................. 8 3. Gebiedsbeschrijving per terreinonderdeel………………………………………………23 4. Beoordeling van de huidige staat van het terrein……………………………………26 5. Uitgangspunten ...................................................................................28 6. Voorgestelde Beheermaatregelen .........................................................30 7. Streefbeelden….……………………………………………………………………………………..38 8. Literatuur ............................................................................................39 9. Bijlagen .............................................................................................. 40
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
5
1. Inleiding Het voorliggend onderdeel van het beheerplan Landgoed Hageveld zal gaan over dat deel van Hageveld, dat in handen is van de Vereniging van Eigenaren van Landgoed Hageveld (VvE Landgoed Hageveld). Deze vereniging vertegenwoordigt de bewoners die in het voormalige seminariegebouw woonappartementen hebben gekocht en zodoende ook mede-eigenaar zijn van een deel van het landgoed. Samen met het beheerplan voor het deel van Hageveld, dat in eigendom is van Atheneum College Hageveld, vormt dit deel een geheel. De plaats waar nu aan de zuidoost rand van Heemstede het Landgoed Hageveld ligt, zal slechts bij weinigen in het bewustzijn gebeiteld staan als een brandpunt van historie. Voor de meeste mensen uit de omgeving is het vooral de plek van het Atheneum College Hageveld, dat daar verscholen achter een bedrijfsterrein en een hoogopgaand bos in een monumentaal complex dat in de jaren’ 20 van de vorige eeuw door het bisdom Haarlem werd gebouwd. Toch is de plek van Landgoed Hageveld historische grond. Van de jonge steentijd tot aan de dag van vandaag was er vrijwel permanente bewoning, of werd de plek intensief door mensen gebruikt. Uit bijna alle perioden in deze lange tijd zijn sporen op Hageveld achtergebleven, zowel onder het oppervlak als daarboven. In die zin vertegenwoordigt Hageveld zowel belangrijke archeologische, als cultuurhistorische waarden. Hageveld is vandaag de dag een Landgoedbos met in haar midden een omvangrijk gebouwencomplex, dat in de jaren 20 van de vorige eeuw is gebouwd als Rooms Katholiek Seminarie (een vooropleiding voor priesters). Een deel ervan is nu in gebruik als Atheneum College. Een ander deel van het complex is geschikt gemaakt voor bewoning door particuliere eigenaren. Vroeger, dat wil zeggen tot aan het begin van de 20e eeuw, was de plek waar nu Hageveld ligt een geïsoleerd gebied dat een eind verwijderd lag van de bebouwing van Heemstede. Anno 2012 grenst het in het westen en zuiden aan bedrijfsterreinen van Heemstede en het Sportpark HBC. De huidige begrenzing van Landgoed Hageveld wordt gevormd door de Nijverheidsweg in het westen, noorden en noordoosten. Aan de zuidkant vormt de ringsloot die zich rond het Landgoed slingerend de grens met het bedrijventerrein en de sportvelden (zie bijlage 1). Het voorliggende beheerplan zal gaan over de zogenaamde groene delen van het Landgoed Hageveld; dat wil zeggen de afzonderlijke delen van het landgoedbos, de waterwegen die het landgoed doorkruisen en omringen, de beplanting van bomen, struiken en plantvakken rond het hoofdgebouw en de beplanting rond de parkeerplaats van Atheneum College Hageveld. Ook zal kort worden ingegaan op twee van de binnentuinen van het hoofdgebouw van dit College. Het beheerplan zal verder slechts geringe aandacht besteden aan het beheer van het sportveld en de cour met wal daar die onder een algemeen gangbaar gazonbeheer vallen. Ook de perken met bloemborders en sierheesters zullen slechts kort aan bod komen. Het huidige landgoedbos van Hageveld is deels een overblijfsel van een laat negentiende-eeuwse aanplant in Engelse Landschapsstijl, deels het vervolg van een herplant uit de jaren 20 van de Twintigste eeuw. In de bospercelen zijn ook oudere elementen aanwezig, zoals een restant van het mide deleeuwse grachtenstelsel en ook bomen uit de periode van de laatste kwart van de 19 eeuw. Het landgoedbos is daarom cultuurhistorisch van belang, wat bevestigd werd door de aanwijzing door de
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
6
gemeente Heemstede als gemeentelijk monument. Eerder, in 2002 had het Landgoed al de officiële Landgoedstatus gekregen. Bij de wijziging van het gemeentelijk kapbeleid in 2012 werd Atheneum College Hageveld er op gewezen dat het landgoed als beeldbepalende boomzone was gekwalificeerd. Hierdoor is de kap van met name oudere bomen slechts onder strenge voorwaarden mogelijk. Daar komt nog bij dat de provincie Noord-Holland Hageveld in 2011 heeft aangewezen als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. Het hernieuwde beheerplan zal zich in belangrijke mate baseren op het Beheerplan van de Grontmij uit 1989. De doelstellingen uit dit beheerplan blijven ook in deze hernieuwde versie gehandhaafd. De Grontmij formuleerde destijds haar hoofddoelstelling als volgt: “De duurzame instandhouding van het complex in zijn totaliteit en handhaving van en indien mogelijk vergroting van de aanwezige cultuurhistorische, landschappelijke, natuurwetenschappelijke en 1 recreatieve waarden”. Daarbij meldde zij verder dat ze streefde naar “gevarieerde houtopstanden”, zowel wat betreft soortensamenstelling als wat betreft bosstructuur. Belangrijk waren ook het behoud van (beeldbepalende) solitaire bomen en losse boomgroepen en de instandhouding van Lanen (allen Lindelanen en rijen). Landschap Noord-Holland zal daarnaast ook aandacht besteden aan het mogelijk herstel van historische zichtlijnen, het behoud of versterking van de mogelijkheden voor flora en fauna en verbetering van de beleving van het landgoed als landschappelijk en historisch erfgoed. Tevens zal meer nog dan in het beheerplan van de Grontmij de nadruk komen te liggen op behoud en bevoordeling van oude monumentale bomen in zowel de boszones van het landgoed als daarbuiten in de vorm van de solitaire bomen, de boomgroepen en de rijen linden. Gezien de gehanteerde doelstellingen zullen in dit beheerplan centraal staan: a. Hoe is de huidige staat van het Landgoed, uitgesplitst naar de verschillende terreinonderdelen en afgezet tegen de doelstellingen van het oude beheerplan. b. Welke bestaande en nieuwe beheermaatregelen zijn nodig om het Landgoed duurzaam en cultuurhistorisch verantwoord te beheren. Hierbij zullen ook maatregelen aan de orde komen die nodig zijn om geconstateerde knelpunten in de actuele toestand van het Landgoed op te lossen. In het beheerplan van de Grontmij uit 1989 wordt uitvoerig stil gestaan bij de geologie en geomorfologie van Hageveld en omgeving. Daar waar deze onderwerpen nog aan de orde komen zal verwezen worden naar dit oude beheerplan. Hetzelfde geldt voor een uitgebreide beschrijving van de landschapstijl, hoewel dat ook in deze hernieuwde versie nu en dan aan bod zal komen. Na de beschrijving van de terreintypen zal speciale aandacht worden besteed aan het in het oude beheerplan voorgestelde beheer, hoe dat in de praktijk is gebracht en wat daarvan de resultaten waren. Bij dit laatste zal vooral dieper worden ingegaan op knelpunten die naar boven zijn gekomen en zullen voorstellen worden gedaan om deze op te lossen. Het beheerplan zal worden afgesloten met een voorgesteld beheerschema.
1
College Hageveld te Heemstede, Beheersplan 1989 – 1993, pag. 14.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
7
2. Gebiedsbeschrijving Gebiedsomschrijving en beschrijving van de verschillende terreinonderdelen Landgoed Hageveld, in de huidige omvang, exclusief de weilanden, maar inclusief de gebouwen, 14,8 ha groot, ligt vandaag de dag direct aan de zuidoost rand van Heemstede, tussen enerzijds het Heemsteeds Kanaal en anderzijds het Spaarne. Tussen Hageveld en beide wateren liggen weilanden die vroeger bij het Landgoed hoorden waar Hageveld de voortzetting van is. Op dit moment zijn ze nog formeel eigendom van het Bisdom Haarlem, maar in pacht ondergebracht bij boeren. In het beheerplan zullen deze weilanden verder buiten beschouwing worden gelaten. Aan de zuid en zuidwest zijde grenst Hageveld aan een bedrijventerrein. De fysieke grens is hier een afwateringssloot en het zuidelijk deel van de Nijverheidsweg. De grens van het Landgoed met de weilanden wordt gevormd door het vervolg van de Nijverheidsweg aan de westzijde en wederom een afwateringsloot aan de noord- en oostzijde. De coördinaten van het middelpunt van Hageveld zijn; 52.34776, 4.632347. Landgoed Hageveld is gelegen op een uitloper van de meest oostelijke van de drie van zuidwest naar noordoost lopende strandwallen in Zuid-Kennemerland en ligt precies op 0 m N.A.P. De bodem bestaat uit zwak leemhoudend fijn zand met hierin veel fijn schelpgruis. Dit laatste impliceert dat de bodem kalkrijk is. Op het Landgoed zijn meerdere terreintypen aan te treffen. Uiteraard wordt een groot gedeelte ingenomen door bebouwing, bij elkaar ongeveer een vijfde tot een kwart van het hele terrein. Naast de bebouwing is ook het aanwezig landgoedbos dominant aanwezig met een oppervlak dat ongeveer 6 ha beslaat. Het landgoed bevat verder een sportveld (ook wel het oude landje genoemd), een evenementen gazon met omringende wal, de cour genoemd waarop eveneens gesport kan worden, een vijftal binnentuinen, waterlopen, solitaire bomen, boomgroepen, Lindelanen en rijen, bloemperken, rododendronstruweel, een rij struiken bij de nieuwe parkeerplaats, knotbomen, een begraafplaats en op het deel van de VvE Landgoed Hageveld bevinden zich op het zogenaamde voorplein nog een vijver met eronder een parkeergarage en een open kruidenruigte veld. Het beheerplan zal de vijver boven de parkeergarage en uiteraard de bebouwing buiten beschouwing laten. Het Landgoedbos Het beeldbepalende landgoedbos op Hageveld valt te typeren als overwegend oud loofbos dat voor een groot deel uit inheemse boomsoorten bestaat. Oud wil hier zeggen dat een deel van de bomen ouder dan 100 jaar is, sommigen zelfs rond de 150 jaar. Een groot deel van het bomenbestand in het Landgoedbos heeft een leeftijd van rond de 70 tot 80 jaar. Daarnaast is er jonge aanplant van uiteenlopende leeftijden. Aan uitheemse boomsoorten zijn o.a paardenkastanje, Fijnspar, Amerikaanse eik en Robinia pseudoacasia aangeplant.2 Het landgoedbos op Hageveld vormt een min of meer in elkaar overlopend geheel, dat in de vorm van een sikkel om de noord-, oost- en zuidrand van het terrein is gelegen. Aan de westrand is meer sprake van tuinen (rond de losse woningen), bomenrijen, 2
Zie voor een volledig overzicht van de aanwezige boomsoorten de inventarisatie bomenbestand uit het Beheerplan College Hageveld Heemstede 1989, van de Grontmij, bijlage 1.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
8
boomgroepen, bloemborders of smalle stroken bosbeplanting. Binnen het geheel van het landgoedbos zijn zowel qua ligging als qua karakter, duidelijk drie hoofdvakken te onderscheiden. Het noord noordoostelijke vak (vak 1, zie bijlage 3), waar doorheen sinds 2011 het fietspad richting Hoofddorp loopt, bestaat uit hoog opgaand loofbos, met onder de boomkruinen een overwegend open (holle) structuur door het op vele plekken ontbreken van een struikenlaag. Wel staat op sommige plekken ouder struweel van hulst, dat vooral zone-gewijs voorkomt en hier en daar matig ontwikkelde vlieren. De kruidlaag in het bosvak is juist weer uitbundig met ondermeer een uitgebreid voorkomen van dagkoekoeksbloem en stinkende gouwe. Het bomenbestand is redelijk gevarieerd wat betreft het aantal voorkomende soorten. Er staat zomereik, beuk, (Hollandse)linde, gewone esdoorn, paardenkastanje, es, haagbeuk en een enkele Corsicaanse den. In het bosvak is veel aan jonge aanplant gedaan, waarbij de nadruk lag op paardenkastanje, zomereik en beuk. Snoeihout en gevelde bomen zijn in het meest noordelijke deel in een takkenril verwerkt.
Kruidenberm langs pad naar de begraafplaats met bonte dovenetel, springzaad en hondsdraf. Het tweede te onderscheiden vak (vak 2 zie bijlage 3)bevindt zich aan de zuidoost zijde van het terrein direct ten oosten van het sportveld. Het is een veelzijdig bosvak met weer afzonderlijke zones die een geheel eigen karakter hebben. Het meest zuidelijke deel van dit bosvak bestaat hoofdzakelijke uit zomereik met een ondergroei van smalle stekelvaren. Aan de noordzijde is een zone met oude afgezette grauwe abelen te vinden waarvan de stammen nog tot een hoogte van zes tot acht meter overeind staan. Het middendeel wordt, naast de aanwezigheid van zomereiken, vooral gekenmerkt door een veelvuldig voorkomen van vooral zachthout boomsoorten als ruwe berk, zwarte els, lijsterbes en een struiklaag van ondermeer hulst en meidoorn. Ook is er Amerikaanse Vogelkers te zien. Langs de pa-
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
9
den bevinden zich op sommige plaatsen zeer kruidenrijke bermen met o.a. veel bosandoorn, heksenkruid en geel nagelkruid. Net als in het vorige deel wordt de kruidlaag tussen de bomen hier plaatselijk gevormd door zones met smalle stekelvarens en ook braam. Dicht bij de ringsloot is een uitgebreid tapijt van haarmos aan te treffen. Naast het abelendeel bevindt zich ook nog een bosdeel met veel fijnsparren en een enkele grove den. Het tweede bosvak is een van de twee bosvakken waar de oudste bomen (vooral eiken) te vinden zijn. Velen zijn op zijn minst 150 jaar oud. Het laatste en derde bosdeel (vak 3, zie bijlage 3) dat zich onderscheid is gelegen aan de zuidwest zijde van Hageveld en wel westelijk van het sportveld en oostelijk van de oude oprijlaan met linden. Door dit bosvak loopt de scheidingslijn van het deel van Hageveld dat in eigendom van het Atheneum College Hageveld en het deel dat in handen is van VvE Landgoed Hageveld. Het bosvak kenmerkt zich door oud en zeer gevarieerd loofbos, met eveneens eiken van zeker 150 jaar oud. In het bos zijn tevens beuken, esdoorns en linden te vinden. Kenmerkend is ook een zone met Robinia pseudoacasias. Langs een sloot, die hier het karakter van een bosbeek heeft groeien zwarte elzen. Daar waar het bos de oever van een langgerekte vijver bereikt staan minstens 150 jaar oude (rode) beuken en paardenkastanjes als beeldvangende bomen die accenten in het landgoedbos (moesten) vormen. In het bosvak bevindt zich verder een recht pad met een dubbele rij linden die naar een begraafplaatsje leidt. De begraafplaats De door een beukenhaag omringde begraafplaats is aangelegd in 1946 om er priesters van het seminarie te kunnen begraven. Het geheel is gesitueerd op het deel van Landgoed Hageveld dat in eigendom van VvE Landgoed Hageveld, maar is nog steeds in gebruik van het Bisdom Haarlem. Beheerder Kees Stokman van Atheneum College Hageveld is door het Bisdom ingehuurd om het beheer van de begraafplaats voor rekening te nemen. (zie bijlage 1 onder cijfer 3) Boomgroepen en solitaire bomen Op landgoederen nemen boomgroepen en solitaire bomen vrijwel altijd een belangrijke plaats in. Dat geldt in zekere mate ook voor Hageveld, hoewel het landgoed momenteel te klein en compact is om ruimte te geven aan veel solitaire bomen. De boomgroepen zijn op Hageveld vooral direct rond het hoofdgebouw te vinden en vullen daar o.a. de open ruimte tussen de zijvleugels. Het gaat vooral om linden en eiken, maar ook een enkele plataan. Ook in sommige van de binnentuinen staan boomgroepen of solitaire bomen. Een zeer oude beeldbepalende solitaire boom staat aan de rand van de cour aan de achterzijde van het hoofdgebouw. Het gaat hier om een meer dan honderd jaar oude esdoorn. De bomen bevinden zich allen in goede conditie, daar de afgelopen jaren zieke of stervende bomen stelselmatig zijn verwijderd. Lindelanen en rijen Tot aan het eind van de twintigste eeuw had Hageveld een lange oprijlaan die aan beide zijden geflankeerd werd door oude rijen linden. Deze oprijlaan dateert uit 1743 (zie meer hierover in deel 2
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
10
van het beheerplan) en is al te zien op een kaart uit 17443. Vandaag de dag is nog een restant van de oprijlaan met linden aanwezig (zie bijlage 6, dubbele linderij aan zuid west zijde van terrein). Een deel bevind zich op het landgoed gedeelte van VvE Landgoed Hageveld aan de zuidwestzijde van Hageveld. Tot voor kort was deze laan de oude toegangsweg naar het landgoed. Op dit moment is hij aan de rand van het landgoed afgesloten. Op het deel erbuiten, dat tot de gemeente Heemstede behoord, loopt de oude oprijlaan met linden verder naar het zuiden door tot hij dood loopt op de Cruquiusweg. Zowel op het landgoed als daarbuiten zijn de restanten van de dubbele rij linden langs de oprijlaan niet goed meer in tact. Op het landgoed ontbreken aan het meest zuidelijk deel een vijf tot zestal bomen aan de westkant van de laan en op het gemeentelijke deel ontbreken eveneens meerdere bomen. Aan de achterzijde van het hoofdgebouw wordt de cour omzoomd door een rij linden. Deze rij is nog goed in tact. De bomen hebben allen een leeftijd van ongeveer 70 tot 80 jaar oud. Verder bevindt zich achter de zogenaamde Directiekeet een rij linden. Deze bomen flankeren de zuidkant van het pad naar de begraafplaats. Het stond al in 1915 omschreven als de Lindenlaan. Deze laan is een rese tant van de Zuiderzijlaan, die in de 18 eeuw als onderdeel van de geometrische tuin op de zuidgrens was aangelegd en oorspronkelijk tot aan het Spaarne liep. Er was toen ook sprake van een Noordere zijlaan. Met de aanleg van de landschappelijke tuin in de 19 eeuw verdwenen beide rechte lanen met uitzondering van het stukje achter de Directiekeet. (zie bijlage 6 rechts onder het hoofdgebouw)
Rij linden langs het pad naar de begraafplaats; landschappelijk en ecologisch een juweel.
3
De kaart siert de voorkant van het in 2011 door de Stichting Historisch Onderzoek Hageveld uitgegeven boek Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
11
De Lindelaan is zodoende een belangrijk cultuurhistorisch element. Borders en groenstroken aan de noord- en zuidzijde van het hoofdgebouw Zowel aan de noordzijde als aan de zuidzijde van het hoofdgebouw bevinden zich meerdere plantvakken waarin zich zowel bloemborders als groenstroken met solitaire bomen, heesters en struiken bevinden. Deze laatste bevinden zich vooral langs de noordelijke ringsloot om het terrein. Bij de nieuwe parkeerplaats aan de noordzijde van het terrein is op een lage wal een strook met stuiken en bomen aangelegd die is ontworpen door De Stijlgroep uit Rotterdam. Het gaat hier met name om jongere aanplant. Aan de uiterste noordzijde van het terrein bevindt zich een zone met Japanse Duizendknoop en vlak erbij tegen het hoofdgebouw aan een zone met Reuzenberenklauw. Beide soorten hebben de eigenschap sterk te woekeren Aan de zuidzijde van het gebouw zijn op het gedeelte van VvE Landgoed Hageveld bij de boomgroepen ook vakken met sierheesters van o. a. rododendrons te vinden. Gazons Rond het hoofdgebouw zijn gazons te vinden aan de achterzijde, de cour, bij de nieuwe parkeerplaats, bij de monumentale brug aan de voorzijde, tussen de plantenborders en solitaire bomen, bij de ingang en tussen de zuidelijke vleugel en het landgoedbos. Verder is ook het sportveld of Oude Landje aan de zuidzijde van het gebouw in gazonbeheer. Dit Oude Landje is trouwens een restant e van het vroegere hertenkamp dat zijn oorsprong had in de 18 eeuw. Binnentuinen Tussen de vleugels van het hoofdgebouw is een vijftal binnentuinen gesitueerd. Twee zuidelijke tuinen liggen symmetrisch naast elkaar en zij zijn kleiner van omvang van de noordelijker gelegen binnentuin die zich aan de achterzijde van de kapel bevindt. De tuinen verschillen onderling duidelijk van karakter. De eerste kleinere tuin wordt door beheerder Kees Stokman ook wel de Hederatuin genoemd, naar de dominante aanwezigheid van deze plant. In de binnentuin achter de kapel, ook wel Lerarentuin genoemd wordt het beeld bepaald door een drie tal oude bomen, twee linden en een paardenkastanje. Er vlak naast staan een noordse esdoorn en een ginkgo. Waterlopen en sloten Op en rond het Landgoed Hageveld zijn meerdere wateren te vinden die allen een belangrijke rol spelen in de afwatering van het terrein. Een uitzondering is de vijver op de ondergrondse parkeergarage op het voorplein van het hoofdgebouw. Deze heeft alleen een sierfunctie. Aan de westzijde is de waterloop die rond Hageveld loopt het breedst (variërend van 15 tot wel 30 meter)en heeft hij een meanderende vorm. Ten zuiden van de oude brug krijgt hij het karakter van een vijver, maar loopt vervolgens verder richting industrieterrein weer over in de ringsloot. De meanderende waterloop heeft duidelijk een belangrijke functie als sierelement in de toegepaste landschapsstijl en is een laat 18e eeuws ontwerp van de internationaal bekende landschapsarchitect Johan David Zocher sr. Het is daarmee een belangrijk cultuurhistorisch landschapselement. (zie voor waterlopen bijlage 6) De waterloop aan de noordrand van Hageveld, die met een flauwe bocht richting oosten en vervolgens zuiden loopt is slechts smal (plus minus een meter of 3) en lijkt behalve de functie van afschei-
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
12
ding vooral een afwateringsfunctie te hebben. Het zelfde geld voor de zuidelijk gelegen ringsloot die de afscheiding vormt met de sportvelden en het bedrijventerrein. Op het landgoed zelf vinden we aan de noordzijde in het bos een rechte, maar langzaam richting zuidoosten wegbuigende waterloop met het karakter van een gracht. Haaks daarop loopt aan de oostzijde van het terrein eveneens een rechte grachtachtige waterloop van oost naar west. Deze gracht loopt over in een meanderende sloot die het uiterlijk heeft gekregen van een duinrel. De sloot slingert zich rond het sportveld om ten slotte uit te komen in het zuidwestelijk deel van de omringende waterloop. Net als bij de waterloop aan de westzijde heeft de sloot een duidelijke decoratieve e functie binnen de landschapsstijl, maar is wel van latere datum (eind 19 eeuw) dan de meanderende waterloop van Zocher. Het stukje rechte gracht blijkt op basis van kaartenmateriaal te kwalificeren als het laatste overgebleven restant van de middeleeuwse grachten van het voormalige kloostercomplex en blijkt zo, ondanks het onopvallende uiterlijk, een van de oudste en belangrijkste cultuurhistorisch landschapselementen op Hageveld te zijn. Historische achtergronden Archeologisch onderzoek aan het begin van deze eeuw heeft duidelijk gemaakt dat op de plek van landgoed Hageveld al tussen 3500 en 2500 v Chr. bewoning was door mensen van de zogenaamde Vlaardingencultuur. Deze landbouwers uit de Jonge Steentijd hadden de plek niet zomaar uitgekozen. Het huidige Hageveld bevind zich namelijk op een oude strandwal (de derde vanaf zee) die iets boven het landschap uitstak. In de steentijd, maar ook tot ver in de Middeleeuwen, was dit een van de weinige droge plekken te midden van een verder moerassige omgeving. Bovendien lag het aan de rand van waterwegen zoals het Spaarne. Op de droge strandwal lagen verspreide boerderijen met akkertjes en in de lage vochtige weidegronden liep het vee. Een zelfde soort bewoning was ook aan te treffen in de Romeinse Tijd en de e Middeleeuwen. Pas vanaf de 12 eeuw begint op de derde strandwal duidelijk sprake te zijn van de ontwikkeling van steden (Haarlem) en dorpen (Heemstede). In 1458 wordt op een oostelijke gelegen uitsteeksel van de strandwal, precies waar nu het Landgoed Hageveld ligt, het Cisterciënzer klooster De Hemelpoort, gesticht. Ter plekke lag al een huis met hofstede en botenhuis, Wilgenhorn genaamd. Archeologische restanten van de Wilgenhorn, waaronder enkele waterputten, zijn teruggevonden in de noordwest kant van het zogenaamde Zusterbos. Dit bos is gelegen aan de noordwestzijde van de Cour. De begindatering van de Wilgenhorn is onkend, e maar het huis met hofstede dateert in ieder geval uit de 14 eeuw. Met de komst van het klooster de Hemelpoort werd de plek van het huidige Hageveld grondig heringericht met grachten, vaarten, akkers, boomgaarden, houtopstanden en uiteraard bebouwing. Wilgenhorn werd als boerderij in het complex geïntegreerd. Het klooster heeft ruim honderd jaar voortbestaan, tot het met de opkomst van de reformatie en een plundering door watergeuzen in verval e geraakte. Het terrein van het klooster kwam aan het eind van de 16 eeuw in handen van rijke burgers, waarna een reeks van opeenvolgende bewoning door burgerfamilies volgde. e
In de eerste helft van de 18 eeuw verrees een nieuw herenhuis met uitgebreide geometrische tuin op de plek van Hageveld. Omstreeks 1780 richtte de bekende tuinarchitect J. D. Zocher sr. de tuin in naar de nieuw opkomende landschapstijl, in die tijd ook wel ‘den Engelschen trent’ genoemd. Het
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
13
westelijke deel van de toen nog bestaande kloostergracht werd gedeeltelijk gedempt en vervangen door een meanderende waterloop en een acht-vormige vijver met twee eilanden erin. De geometrische vakken met bomenrijen werden omgevormd tot een boslandschap met hier en daar zichtlijnen naar het Spaarne. De hierop volgende 70 jaar vormden een bloeiperiode voor ‘buitenplaats Het Klooster’, zoals Hageveld toen heette. Het landgoed werd met regelmaat uitgebreid en verder ver4 fraaid. Bezoekers mochten er vrij rond wandelen, als zij zich eerst maar bij de tuinman aanmeldden . Met de aankoop van het landgoed door Willem Anthonie Dolleman (1792-1864) zette de onttakeling in. Hij liet delen van het boslandschap van Zocher kappen (voor de houtverkoop) en omzetten in weiland en in 1854 werd het herenhuis gesloopt. Ook verkocht hij bij het landgoed behorende weilanden. Na het overlijden van Willem Dolleman, liet broer Jan bij de restanten van het landgoed rond 1873 een villa ; ’t Clooster genoemd, en een tuinmanswoning bouwen. Buiten het landgoed verrees nog een tweede villa, ’t Nieuw Clooster. Het bij de eerste villa gelegen overblijfsel van de oude kloostergracht werd omgevormd tot een meanderende waterloop. Na 1900 werd het voortbestaan van het landgoed uiterst onzeker. Het wisselde herhaaldelijk van eigenaar en tussen 1905 en 1908 lanceerde de gemeente Heemstede plannen om de westelijke helft van het landgoed voor woningbouw te bestemmen en om op de oostelijke helft een industrieterrein aan te leggen. Met de ‘anonieme’ aankoop van het landgoed (via een tussenpersoon) door het Bisdom Haarlem kreeg het echter een geheel andere bestemming. Het Bisdom liet op het terrein een nieuw seminarie bouwen. Het moest de vervanging worden van het seminarie Hageveld bij Voorhout, dat te klein was geworden door het groeiend aantal studenten. Architect Jan Stuyt ontwierp een groots neobarok seminariecomplex geïnspireerd op de St Pieter in Rome. In 1921 startte de bouwwerkzaamheden. In dat jaar voltooide de aannemer twee permanent bedoelde dienstwoningen die voorlopig voor de bouw gebruikt zouden worden. Dit waren de portierswoning aan het begin van de oprijlaan en de Directiekeet naast het toekomstige hoofdgebouw. In 1925 was het seminariecomplex voltooid. Het imposante complex met zijn St Pieterachtige koepel, weerspiegelt nog altijd bij uitstek het hoogtepunt van het rijke roomse leven van de Katholieke zuil in het interbellum. “Nergens iets dat den indruk maakt op een koopje te zijn gedaan” schreef de Leidsche Courant in die tijd. Met de realisatie van het seminarie volgde ook een herinrichting van de overblijfselen van het lande goed. Aan de zuidkant werd op de plek van het voormalige hertenkamp uit de 18 eeuw een sportveld aangelegd. Aan het voorplein kwam een vijver met fontein en aan de achterzijde van het complex kwam een grote cour (half omringd door een rij linden). Langs de westelijke en noordelijke buie tenranden van het Landgoed, die grotendeels kaalgekapt waren, werden nieuwe bospercelen in 19 e eeuwse landschapsstijl aangeplant. Aan de oost en zuidkant waren nog restanten bos van de 19 eeuwse aanleg aanwezig. Binnen het complex werden een vijftal binnentuinen aangelegd en er buiten verschenen bloemborders, opgaande struiken en boomgroepen. De villa en de tuinmanswoning werden gehandhaafd. Rond 1935 werd wel ’t Nieuwe Clooster dat buiten het landgoed lag gesloopt. Villa ’t Clooster werd vanaf 1925 bewoond door zusters Franciscanessen. In grote lijnen kreeg het landgoed met de start van het seminarie het uiterlijk dat het heden ten dagen nog heeft. Wel werden bij het langgoed behorende boerderijen en een deel van de weilanden verkocht. Het resterend deel van de weilanden werd door het Bisdom aan twee boeren verpacht. Het verkleinde landgoed kreeg de huidige naam Hageveld, naar het al eerder bestaande en vanuit 4
Aldus H. Numan in zijn tekst bij twee afbeeldingen van Buitenplaats ’t Klooster uit 1794, geciteerd in Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, pag 80.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
14
Voorhout verplaatste seminarie. Hiermee verdwenen de voormalige namen als “buitenplaats ’t Klooster” of “landgoed ’t Groot Clooster” in de vergetelheid. De Tweede Wereldoorlog vormde een kort maar heftig intermezzo in het seminarie bestaan dat tot op de dag van vandaag zijn sporen heeft nagelaten. In mei 1942 werd het seminarie met landgoed door de Duitse bezettingsmacht gevorderd. De landgoedbossen rond het gebouwencomplex werden voorzien van verdedigingswerken als loopgraven (1500 m), 225 schuttersputjes, een grondbunker en 2 betonnen bunkers.
In 2012 gevonden schuttersput van de Duitsers uit de tijd van de Bezetting. Hageveld ontsnapte tijdens de oorlog ternauwernood aan een bombardement, maar tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 werd wel een groot deel van het landgoedbos gekapt. Ook toen in januari 1945 de Duitsers tijdelijk Hageveld verlieten, moesten de door het seminarie aangestelde bewakers lijdelijk toezien hoe de bossen tijdens een vorstperiode door honderden mensen werden bestormd. 5 ‘Het zijn hele legers en het laat zich aanzien dat er geen boom overblijft” aldus de wachten . Ook de rij linden rond de Cour verdween voor het grootste deel. Met de hernieuwde ingebruikname van Hageveld door het Seminarie in de zomer van 1945 werd ook het landgoed weer hersteld. De meeste verdedigingswerken van de Duitsers werden voor een totaalbedrag van 2880 gulden gesloopt of opgeruimd. Zeker tien schuttersputjes werden daarbij over het hoofd gezien (nummer tien werd onlangs in 2012 gevonden). Aan het Landgoed werden gaandeweg nieuwe elementen toegevoegd. In 1947 werd iets ten zuiden van de Directiekeet een begraafplaats ingewijd en in 1955 bouwden studenten een Mariakapelletje in het zogenaamde Herenbos. Na 1960 waren de hoogtijdagen voor het seminarie voorbij en vond het overgangsproces naar de vorming van een middelbare school plaats. Omdat vervolgens ook het internaat en de in het complex gehuisveste zusters uit Hageveld vertrokken, werd voor het Bisdom Haarlem de exploitatie van het landgoed met haar gebouwen steeds problematischer. Uiteindelijk werd het in 2001 verkocht aan twee partijen; Stichting Beheer Hageveld (een stichting die was opgezet voor de middelbare school Het College Hageveld) en de Hopman Interheem Groep. Deze projectontwikkelaar verbouwde een deel van het complex tot koopwoningen voor particulieren, inclusief de Directiekeet, Villa ’t 5
Citaat uit Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, pag. 169.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
15
Klooster en de Tuinmanswoning. De verkoop van het complex en de verbouwingen gebeurden wel nadat het hoofdgebouw van Hageveld alsmede de brug aan het voorplein in 1997 de status hadden gekregen van Rijksmonument. In 2006 werd door de bewoners ten slotte de Vereniging van Eigenaren van Landgoed Hageveld opgericht Met de nieuwe functies kwamen ook ingrepen in de directe omgeving van de gebouwen. Op de plek van de vijver aan het voorplein kwam een ondergrondse parkeergarage, waar op het dak een nieuwe vijver werd aangelegd. Voorafgaand aan de werkzaamheden werd uitgebreid archeologisch onderzoek verricht, waarbij veel artefacten van met name klooster de Hemelpoort en buitenplaats het Klooster tevoorschijn kwamen. Ook werden menselijke botten opgegraven. Deze waren afkomstig e uit de begraafplaats van het klooster die in de 16/17 eeuw was geruimd. Voor het snel groeiende College Hageveld werd naast vele interne verbouwingen ook de aanbouw van een nieuwe zijvleugel aan de noordwest kant van het hoofdgebouw gerealiseerd. Op een aangekochte strook weiland aan de kant van de zijvleugel werd een parkeerplaats ingericht die omzoomd werd met nieuwe struiken en bomenaanplant. Langs de waterloop die Hageveld hier van het omliggende gebied scheidt werden later door beheerder Kees Stokman wilgenknotbomen geplant. Ondertussen rukte in de directe omgeving van Hageveld de bebouwing van Heemstede op. Waar Landgoed ’t Groot Klooster en ook Seminarie Hageveld nog geïsoleerd in het buitengebied lagen, kwam Hageveld in de jaren zestig aan de west en zuidzijde direct grenzend aan een bedrijventerrein te liggen. Nog in 2004 werd hier het laatste restant van de voormalige moestuin van het seminarie, ook bekend als het Paardenlandje, geofferd aan de verplaatsing van Newasco Wasserij van Houten en de bouw van een brandweerkazerne. De nieuwbouw van de wasserij en de brandweerkazerne steekt sinds 2005 als een uitstulping het landgoed in. De vroeger bij het Landgoed behorende weilanden, die Hageveld nog aan de noord en oostzijde omzomen, bleven ondanks woningbouwplannen in de jaren ’90 gevrijwaard van verstedelijking. Anno 2012 worden ze nog steeds van het Bisdom gepacht door de boeren Milatz en van der Hulst. Waterhuishouding Het Landgoed Hageveld, dat precies op 0 m NAP ligt watert via de ringsloten en binnensloten af op zowel het Heemsteeds Kanaal als het Spaarne. Daarbij wordt in de hele omgeving door beheerder, het Heemraadschap van Rijnland het zogenaamde polderpeil gehanteerd. Dit houdt in dat het waterpeil aan de oostzijde van Hageveld op gemiddeld 1,62 meter NAP wordt gehouden. Dat wil zeggen dat het peil in de zomer zo’n 10 cm hoger staat en in de winter zo’n 10 cm lager. Landgoed Hageveld kan doordat het deel uit maakt van de waterhuishouding van het omliggende land, geen eigen waterpeil beheer voeren. Ook worden fluctuaties in de waterstand hier door minimaal. Doordat Hageveld zich deels op een uitsteeksel van een strandwal bevindt die 0,50 tot 0,70 m hoger ligt dan de directe omgeving komt er echter in de binnenwateren weinig tot geen gebiedsvreemd water binnen. Wateren buiten de strandwallen worden op peil gehouden met water dat via het IJsselmeer of de grotere rivieren afkomstig is uit de Rijn. Dit water is over het algemeen veel voedselrijker dan gebiedseigen water zoals op Hageveld. Een kanttekening is wel dat Hageveld met name aan de oostkant gedeeltelijk naast de standwal ligt (zie bijlage 3).
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
16
De wateren op het Landgoed, uitgezonderd de buitenste ringsloten, zijn echter redelijk helder en weinig voedselrijk. De wateren in of langs de bosdelen kunnen wel door ophopende bladval toch een voedselrijke sliplaag bevatten, die giftige gassen (o.a. methaan en waterstofsulfide) doet vrijkomen. Daardoor kunnen in deze wateren ondanks de helderheid waterplanten, vissen, amfibieën en waterinsecten toch geheel ontbreken. Aanwezige flora en fauna In het beheerplan van de Grontmij uit 1989 wordt geen aandacht besteedt aan de aanwezige flora en fauna. Toch vertegenwoordigt het landgoed grote ecologische waarden. Wat betreft de aanwezige flora is er uiteraard wel een inventarisatie verricht (door de Grontmij) van de aanwezige bomen en struiken. Dit geldt niet voor de aanwezige kruidlaag. Ook door anderen is deze inventarisatie niet verricht. In zijn algemeenheid kan trouwens van het ouder wordend Landgoedbos worden gezegd dat het een in Nederland relatief zeldzaam natuurtype vertegenwoordigt. Door de goede variatie aan soorten, de ouderdom van de bomen, inclusief dood hout en veel natuurlijke holten, de aanwezigheid van water en de afwisseling met meer open stukken is het landgoedbos zowel landschappelijk als ecologisch als zeer waardevol te bestempelen.
Holte in linde, schuil en nestplaats voor vleermuizen, uilen, spechten en mezensoorten. Op het gebied van de fauna zijn er wel gegevens beschikbaar. Zo is in 2003 door J.A.M. Weijers van de vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland e/o een vogelinventarisatie verricht. De door hem vastgestelde soorten wijzen op een bosvogelgemeenschap van ‘ouder wordend’ loofbos, met kenmerkende soorten als bosuil, buizerd, boomklever, zanglijster, boomkruiper, grote bonte- en groene specht, holenduif, glanskop en zwartkop. Van de vastgestelde soorten staat de groene specht op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Opvallend aan de soortenlijst is dat de meer kritische bosvogels als zomertortel, wielewaal, grauwe vliegenvanger en fluiter ontbreken. Hiervoor bevat het bos waarschijnlijk te weinig structuurverschillen en ook is het bos wellicht te droog. Al de kritische soorten hebben een voorkeur voor meer vochtig oud loofbos. Ook struweelvogels als nachtegaal (rode lijst soort) en braamsluiper ontbreken, hoewel de eerste in 2003 nou juist wel op het zogenaamde Paardenlandje werd vastgesteld, dat kort daarna voor de bouw van de wasserij werd geofferd. Het ontbreken van de struweelvogels is deels eveneens te wijten aan de droge omstandigheden op Hageveld en deels aan het ontbreken van goed ontwikkelde en gevarieerde struiklaag in het Landgoedbos.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
17
Een wel aanwezige soort die opviel was de goudvink, die in Noord-Holland buiten het duingebied zeer zeldzaam is. Deze soort hield zich op bij de meer tuinachtige delen van het landgoed aan de westzijde van het terrein. Het voorkeursbiotoop van deze soort zijn half open, parkachtige landschappen met goed ontwikkelde struikenzones op liefst zandige bodems. Opvallend is nog dat op het dak van het hoofdgebouw jaarlijks een scholekster broedt en dat hier ook een kolonie gierzwaluwen aanwezig is. Bij renovaties of onderhoudsbeurten aan het hoofdgebouw zou hier rekening mee gehouden moeten worden. Bij een rondgang over het terrein op 11 mei 2012 werden op Hageveld ook de halsbandparkiet en de ijsvogel vastgesteld. Deze laatste soort is afhankelijk van heldere, liefst ondiepe wateren met een goed ontwikkelde visstand, waar in steile oevers gebroed kan worden. De IJsvogel staat op de Provinciale Lijst van bedreigde soorten van de Provincie Noord-Holland. In 2003 is op Hageveld eveneens een vleermuizeninventarisatie gedaan. René Kriek stelde daarbij de volgende soorten vast: watervleermuis, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis. De grootoorvleermuis en de meervleermuis had hij niet aangetroffen op de twee bezoeken die hij had afgelegd, maar hij vermoedde dat deze soorten wel in het terrein aanwezig waren. Zijn veronderstelling was gebaseerd op de hoge ecologische waarden die hij Hageveld toedichtte. “Ondanks het feit dat het een relatief klein oppervlakte betreft, is de kwaliteit van de aanwezige landschapselementen voor vleermuizen hoog. De aanwezigheid van gevarieerde waterpartijen, oude loofbomen met natuurlijke holtes en beschutte open stukken in het bos, maken het gebied voor veel soorten vleermuizen een belangrijk gegeven.” Iets verder in zijn verslag stelt hij vast: “Beschouw je het terrein in een groter kader dan valt op dat de ligging een belangrijke schakel vormt tussen het groengebied ten westen van de agglomeratie Haarlem en het open gebied ten oosten hiervan. In dit opzicht vormt het gebied een belangrijke functie binnen de Ecologische Hoofdstructuur”6. De vaststelling van René Kriek ten aanzien van vleermuizen kan voor een groot deel ook worden overgenomen ten aanzien van vogels. Vandaar dat op Hageveld de holenbroeders goed vertegenwoordigd zijn. Behalve vleermuizen komen op Hageveld ook de volgende zoogdieren in ieder geval voor: vos, haas, eekhoorn (tot 2011), mol en konijn. Te verwachten is ook het voorkomen van egel, bosmuis, huisspitsmuis en rosse woelmuis. De binnenwateren en dan met name de bredere grachten worden veelvuldig door karpers gebruikt om te paaien. Voor zover bekend zijn vlinders, libellen, overige insecten, amfibieën en paddenstoelen op Hageveld nooit geïnventariseerd. Wel zijn rugstreeppad, gewone pad en watersalamander de laatste jaren aangetroffen. Op het terrein staan verder bijenkasten met honingbijen aan de oostzijde van het gebouw. Hier staan ook twee zogenaamde insectenhotels, die worden gebruikt bij de lessen biologie. Dit laatste geldt ook voor een kolonie weidemieren die zich onder lokaal 35 bevindt. Verder worden jaarlijks door drie IVN gidsen excursies op het landgoed gegeven, waar naast cultuurhistorie ook flora en fauna centraal staan. Gezien de eigenschappen van Hageveld zullen met name paddenstoelen in ruime mate kunnen voorkomen, waarbij ook een grote reeks aan zeldzame soorten te verwachten is. 6
e
Aldus René Kriek in zijn verslag, gepubliceerd in Collage Hageveld, van koepel tot cour, 3 jaargang Nr 3, 1 juni 2008, pag 19.,
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
18
Kort concluderend kan worden vastgesteld dat op Hageveld wat betreft flora en fauna, afgezien van de mogelijk voorkomende paddenstoelen, geen grote aantallen rode lijstsoorten voorkomen, maar dat het Landgoed toch belangrijke ecologische waarden herbergt, dankzij de gecombineerde aanwezigheid van oud loofbos, waterpartijen en de verspreid aanwezige open structuren. Hierdoor is het grote aantal holenbroeders onder de vogels en de gevarieerde reeks aan vleermuizen die op Hageveld voorkomt ecologisch van bijzondere waarde. Het landgoed vervult verder een belangrijke rol als verbindingszone binnen de ecologische hoofdstructuur.
Grootoorvleermuis; een mogelijke bewoner van Hageveld; foto: Jan Boshamer. De omgeving Hageveld wordt aan drie zijden, van west via noord naar oost, omgeven door weilanden, die vroeger deel uitmaakten van het landgoed. Het gaat hier om veenweiden met een intensief beheer. Aan de zuidoost zijde van Hageveld bevinden zich de sportvelden. Zowel weilanden als sportvelden liggen op het grondgebied van de gemeente Heemstede. Het open landschap van weilanden en bosjes zet zich aan de oost en noordzijde (via de overzijde van het Spaarne) voort op het grondgebied van de gemeente Haarlem. Veel van de landschappelijke en ecologische waarden van het Landgoed zijn te danken aan het feit dat het direct grenst aan en daarmee deel uitmaakt van deze open groene ruimten. Het behoud van deze waarden is daarom sterk afhankelijk van het voortbestaan van deze groene landschappen. Zowel de gemeente Heemstede als de gemeente Haarlem hebben in hun ruimtelijke visie laten weten het behoud van deze groene open landschappen te willen garanderen. Aan de zuidwest zijde grenst Hageveld aan een bedrijventerrein, die het landgoed voor een deel aan het zicht onttrekt. Alleen de oude oprijlaan vormt hier nog een oud landschapselement, die verbinding vormt met de directe omgeving. Gezien de monumentale status van geheel Hageveld zal voorlopig geen uitbreiding van het bedrijventerrein richting Landgoed te verwachten zijn. De gebruikers De belangrijkste gebruikers van Landgoed Hageveld zijn momenteel personeel en leerlingen van Atheneum College Hageveld en de bewoners van VvE Landgoed Hageveld. Het meest noordelijke deel van het Landgoed is via het in 2011 aangelegde fietspad ook toegankelijk voor het publiek. In het algemeen geldt dat gebruikers op de paden dienen te blijven, met uitzondering van de cour, het sportveld en uiteraard de parkeerplaats. Bewoners van Hageveld laten ook hun honden uit op het
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
19
Landgoed. Dat gebeurt niet alleen op het deel dat zij zelf in eigendom hebben, maar in overeenstemming met Atheneum College Hageveld, ook op het overige deel. Daarbij gelden de regels dat het hierbij niet om een vaststaand recht gaat, maar om een welwillendheid van het College en dat de honden mogen worden uitgelaten op de paden in het zogenaamde Herenbos (bosvak 1) en het pad rond het zogenaamde het Sportveld. Honden mogen niet worden uitgelaten op de Cour en het sportveld zelf, daar die intensief door de leerlingen van het College worden gebruikt. De afspraken gelden zolang er geen sprake is van overlast. Als die wel wordt vastgesteld vindt heroverweging plaats. Het gevoerde beheer In 1989 vormde het beheerplan van de Grontmij de richtsnoer voor het beheer op geheel Hageveld. Van bewoning van het hoofdgebouw was toen nog geen sprake. De uitvoerders van het beheer waren deels ingehuurde aannemers(o.a. Paswerk), maar het overgrote deel van het dagelijkse beheer word uitgevoerd door de enthousiaste en toegewijde beheerder Kees Stokman, een gepensioneerde gymleraar van Atheneum College Hageveld. De laatste anderhalf jaar heeft hij ondersteuning gekregen van een kleine groep vrijwilligers. De vrijwilligersgroep heeft zich in 2011 aangesloten bij Landschap Noord-Holland om in aanmerking te komen voor de provinciale faciliteit van vrijwilligersondersteuning bij natuur en landschapsbeheer. Het beheerplan van de Grontmij richt zich voornamelijk op het beheer van de bossen en de solitaire bomen. Hierover wordt gezegd dat gestreefd wordt naar duurzame instandhouding van het bos met haar gevarieerde samenstelling aan boomsoorten, vormen en leeftijden. De Grontmij stelde voor dit te doel te bereiken middels variabele dunning en daarbij af te zien van de gebruikelijke bosbouwkundige beheermethoden, waarbij vooral de houtproductiewaarden centraal staan. Variabele dunning gaat uit van plaatselijk verschillende vormen van dunning waarbij nu eens een heel vak (van ongeveer 50 bij 50 meter) en dan weer eens selectief individuele bomen worden weggezaagd. Bij de keuze welke bomen mogen blijven en welke worden gekapt worden naast landschappelijke ook ecologische argumenten meegewogen. Met de opdeling van het Landgoed in 2001 ontstond voor het deel van VvE landgoed Hageveld een enigszins onduidelijke situatie. Het beheerplan van de Grontmij vormde niet meer uitgangspunt voor het beheer. Als basis voor het beheer dienden vanaf dat moment adviezen van externe deskundigen en hoveniers. Bij de bouw van een ondergrondse parkeergarage in 2005 vond een herinrichting van het voorplein en omgeving plaats. Het ontwerp was afkomstig van Bureau Alle Hosper uit Haarlem. De uitvoering was in handen van De Stijlgroep uit Haarlem. De aanleg van de perken met heesters gebeurde door het hoveniersbureau van Dijk uit Maasland. De praktijk Bij de uitvoer van het beheer op Hageveld is op sommige punten afgeweken van de voorstellen in het beheerplan van de Grontmij. Zo is van het kappen van een heel vak, de zogenaamde groepenkap, om zo tot verjonging van het bos te komen, na één uitvoering afgezien. De reden hiervoor was dat de herplant niet goed aansloeg en het beeld dat ontstond niet beviel. Mogelijk speelden ook de kosten van groepenkap een rol? In plaats daarvan werd bij de uitvoer van het beheer gekozen voor de kap van bomen die dood gingen (passieve kap), vooral als ze te dicht bij de open delen van het
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
20
landgoed of een pad stonden. Vaak ook werd alleen de kroon uitgezaagd, zodat er voor de insecten, vleermuizen en vogels dood staand hout beschikbaar bleef. Op de vrijgekomen plek plantte Kees Stokman dan nieuwe bomen, meestal zaailingen uit het landgoedbos die hij zelf had geselecteerd. Daarbij lette hij er op dat de variatie in het bos wat betreft de boomsoorten in stand bleef. Hetzelfde deed Kees Stokman op plekken waar door storm bomen waren omgewaaid. Actieve kap van (gezonde) bomen om andere exemplaren of verjonging de ruimte te geven, werd niet gedaan. Het beheerplan van de Grontmij wijst verder op de noodzakelijke bestrijding van ongewenste soorten in het bos, meestal woekeraars die uit andere continenten zijn geïmporteerd. Op Hageveld gaat het daarbij vooral om Amerikaanse Vogelkers, maar ook om een Zuid-Europese soort als de gewone esdoorn. Het beheerplan geeft aan dat aanwezige vogelkers dient te worden verwijderd (zelfs inclusief een behandeling met gif van de afgezaagde stobben) en dat plaatselijk de opslag van esdoorn dient te worden weggehaald. Op andere plekken moest verjonging met esdoorn wel worden toegestaan. Bij dunningen moest bij de keuze welke bomen moesten blijven staan, de voorkeur naar andere boomsoorten dan de esdoorn uitgaan. Bij de uitvoer is het voorgestelde beheer in grote lijnen uitgevoerd, alleen zijn er geen actieve dunningen geweest, waarbij de keus werd gemaakt om ook grotere esdoorns weg te halen. Esdoornopslag en Amerikaanse Vogelkers zijn dan ook nog maar spaarzaam aanwezig. De laatste met name nog plaatselijk in vak 2 van het landgoedbos en het bosdeel van VvE Landgoed Hageveld. Ten aanzien van de solitaire bomen stelde de Grontmij voor om deze alleen te vervangen als ze in slechte conditie verkeerden of bij valgevaar. Verder werd als beheersmaatregel voorgesteld het snoeien tot de gewenste groeivorm (wegsnoeien van o.a. lage takken, dood hout e.d.) en wondbehandeling. In grote lijnen is dit voorgestelde beheer uitgevoerd, zij het dat in vorm- en kroonsnoei van solitaire grote bomen rond het hoofdgebouw hier en daar achterstand is opgelopen. Tot slot ging het beheerplan van de Grontmij verder nog kort in op het beheer van de waterlopen. Hierover werd geadviseerd om ze 1 x per jaar te schonen van bladval en zwerfvuil. Dit beheer is ongewijzigd uitgevoerd, hoewel bij de bredere wateren wel enige achterstand in het schonen is ontstaan. Over de binnentuinen en de beplantingsvakken rond de gebouwen werd verder niets vermeld. Het beheer hiervan is in overleg met het Atheneum College Hageveld uitgevoerd door Kees Stokman. Op het landgoeddeel van VvE Landgoed Hageveld wordt het beheer uitgevoerd door ingehuurde hoveniers en aannemers, o.a. hovenier van der Peet. Zij onderhouden de plantvakken, halen zieke of dode bomen weg, maaien de gazonnen, ruimen de bladval van paden en gazons, doen de stamsnoei en verzorgen nieuwe aanplant van bomen en struiken.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
21
Bomengroep van linden aan de zuidzijde van het wooncomplex van VvE Landgoed Hageveld.Op de voorgrond het perk met rododendrons.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
22
3. Gebiedsbeschrijving per terreinonderdeel Het Landgoedbos Op het deel van Hageveld van VvE bevindt zich een ongeveer 3/4 ha groot landgoedbos, dat direct aansluit op de vakken 2 en 3 van het landgoedbos van Atheneum College Hageveld. Het gaat om oud loofbos van voornamelijk zomereik, aangevuld met beuk. De oudste bomen zijn minimaal 150 jaar oud en dateren daarmee uit het eind van de 19e eeuw. Verjonging bestaat naast eik en beuk ook uit esdoorn en linde. In de struikenlaag is naast opslag van esdoorn (nog) redelijk wat Amerikaanse vogelkers aanwezig. Daar waar het landgoedbos aan de meanderende waterloop van Zocher grenst staan eveneens meer dan 150 jaar oude beeldbepalende bomen die accenten langs de oeverlijn vormen. Het gaat om een rode beuk, een paardenkastanje en gewone beuken. Door de kruinen van de beeldbepalende bomen begint opslag van ondermeer esdoorn te groeien. De opslag probeert tevens onder de kruinen van de oude bomen richting licht te groeien en gaat daarbij over het oppervlak van de waterloop richting de oever aan de overzijde. Open kruidenveld en pad langs wasserij in het landgoedbos Aan de oostzijde van de oprijlaan loopt vlak bij het gebouw van de wasserij een pad richting een open kruidenveld. Het pad loopt dood op een meanderende watergang. Het kruidenveld dreigt overwoekerd te raken door reuzenberenklauw, die zich snel kan verbreiden en makkelijk brandblaren veroorzaakt bij aanraking. Om het kruidenveld staan ruim 150 jaar oude beuken en zomereiken. Opschietende vlieren en esdoorns beginnen deze bomen uit de zicht te nemen en vooral de laatste staan op het punt de kruinen van de bomen binnen te dringen. Aan de zuidzijde wordt het zicht ontsiert door het uiterst onaantrekkelijke beeld van de nieuwe wasserij. De oprijlaan met linden De Lindelaan is voor zover bekend het oudste landschapselement dat op het terreindeel van VvE Landgoed Hageveld voorkomt. De aanleg vond plaats in 1743 in opdracht van Arnold Pieter Blesen, 7 de toenmalige eigenaar van Buitenplaats Het Klooster. De oprijlaan met linden werd kort daarop 8 afgebeeld op een kaart uit 1744 Oorspronkelijk was de oprijlaan een halve kilometer lang. Tegenwoordig is daar nog een restant van hooguit de helft van over en valt de oprijlaan onder twee eigenaren, VvE Landgoed Hageveld en de gemeente Heemstede. Het deel op het terrein van de VvE is ongeveer 75 tot 100 meter lang en is nog het best in tact. De ongeveer 60 tot 70 jaar oude bomen staan er nog in historisch gelid. Alleen aan de westzijde op het eind bij de oude toegangspoort ontbreken zeven bomen. Aan de oostzijde zijn tussen (en onder) de oudere bomen een aantal jonge linden buiten het historisch gelid geplant. Deze beginnen bij de oudere linden door de kruinen te groeien en behoren tevens tot een andere kweekvariant. Aan de oostzijde worden de linden weggedrukt door jonge esdoorns en grauwe abelen, die opschieten van7 8
Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, pag. 71. Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, zie omslag.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
23
uit de tuin van de oude villa en vanuit een aangrenzend gemeenteplantsoen aan de Nijverheidsweg. Buiten het huidige Hageveld, loopt de oprijlaan door langs het bedrijventerrein aan de Nijverheidsweg en eindigt bij de Cruqiusweg. In dit deel van de gemeente Heemstede ontbreken veel bomen. De lindelaan In het landgoedbos van het terrein van VvE Landgoed Hageveld bevindt zich een oude rij zuilvormige linden, die het pad flankeert naar een begraafplaats. De rij linden is landschappelijk zeer fraai. Tussen de bomen en het pad liggen brede bermen met ruigtekruiden. Tussen de kruiden zijn naast bonte dovenetel, springzaad en hondsdraf ook enige dagkoekoeksbloemen te vinden. In de zuidelijke berm is vooral grote brandnetel dominant aanwezig. Vanaf het begin van het pad is een zichtlijn aanwezig op het Christusbeeld van de begraafplaats. Het beeld wordt door overhangende takken bijna uit het zicht ontnomen. De linden die in rij staan zijn zeker meer dan honderd jaar oud en zijn in een ver verleden ooit “gekandelaberd” (de takken zijn ooit op enige meters van de stam afgezaagd). De stammen vertonen vele holten en dicht bij de begraafplaats zijn enige bomen dood gegaan. Bij de dode bomen bevinden zich nog wel levende uitlopers. De mindere conditie van sommige bomen is mogelijk te wijten aan waterstagnatie op het naastgelegen pad. Navraag maakte duidelijk dat in natte perioden het pad soms moeilijk begaanbaar is doordat er plaatselijk water op blijft staan. Dit kan voor de oude bomen nadelig zijn. De bomen lijken daarnaast ook last te hebben van opschietende jonge esdoorns die in de kruinen beginnen te groeien. Door de ouderdom van de bomen en de vele holten is de rij linden van grote ecologische waarde. Verscheidene vleermuizensoorten (rosse vleermuis, watervleermuis, meervleermuis, grootoorvleermuis), kleine zangvogels (met name vliegenvangers, boomklevers, boomkruipers, mezensoorten), spechten (mn groene specht) en de bosuil maken er gebruik van. Het feit dat de lindenrij een e restant is van de 18 eeuwse Zuiderzijlaan geeft het ook een belangrijke cultuurhistorische waarde. (zie ook gebiedsbeschrijving pag. 11) Meanderende waterloop en vijver van Zocher Aan de west en zuidzijde van het terreindeel van VvE Landgoed Hageveld ligt een meanderende waterloop die zich ten zuiden van de brug verbreedt tot een vijver om vervolgens weer verder te gaan als een meanderende waterloop. Het geheel is zeer beeldbepalend voor het zuidelijk deel van Hageveld en vormt de basis van meerdere zichtlijnen. Zowel de waterloop als de vijver zijn een restant van het 18e eeuwse ontwerp in Engelse Landschapsstijl van de internationaal vermaarde Johan David Zocher sr en zijn daarom belangrijke cultuurhistorische elementen van het Landgoed. Aan de oostelijke oever van de vijver staan meer dan 150 jaar oude beuken en een paardenkastanje die accenten langs de zichtlijnen zijn. Boomopslag begint over de vijver en door de kruinen van de oude bomen te groeien. Naast gazon bevindt zich aan de westelijke oever opgaand rododendronstruweel waar de vitaliteit van bedreigd wordt. De rododendrons raken ingesloten door boomopslag van esdoorns. Boomgroepen en solitaire bomen Rond het hoofdgebouw waar zich de woningen bevinden, zijn zowel boomgroepen als solitaire bomen gesitueerd. Veel van de bomen zijn linden, maar er bevinden zich ook zomereiken (aan de zuid-
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
24
zijde van het gebouw), sierkersen en een enkele meidoorn, moerascipres en trompetboom (aan de westzijde van het gebouw). De conditie van de bomen is redelijk tot goed, alleen is er achterstallig onderhoud aan de kroon- en stamsnoei te zien. Rododendronperk Eveneens aan de zuidzijde van het hoofdgebouw is, naast de bovengenoemde bomengroep een perk met rododendron aangelegd. De planten doen het niet goed. Bermen en pad tegenover rododendronperk Tegenover het perk met rododendron bevindt zich een pad met in de berm sierheesters. De sierheesters worden verdrongen door reuzenberenklauw, vlier en opslag van andere bomen. Gazons Bij de solitaire bomen en boomgroepen rond het hoofdgebouw, bij de brug richting oprijlaan en langs de westelijke oever van de vijver bevinden zich gazons. Paden Zowel door het landgoedbos (oa. naar de begraafplaats) als tussen de perken lopen paden. De paden zijn in goede staat, maar op het pad naar de begraafplaats blijft na regenval plaatselijk soms wat water staan. Het pad langs het open veld met ruigtekruiden loopt dood, maar kan met enkele ingrepen de basis vormen van een aantrekkelijke rondgang. De bermen van de paden bestaan uit boskruiden. In veel gevallen gaat het om zogenaamde ruigtekruiden als grote brandnetel en grote- en reuzenberenklauw, soms om boskruiden als dagkoekoeksbloem en springzaad.
Deel van de meanderende waterloop van D.J.Zocher sr. Boomopslag begint de vijver en oevers uit het zicht te ontnemen.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
25
4. Beoordeling van de huidige staat van het terrein Net als het Landgoed deel van Atheneum College Hageveld, is het deel van VvE Landgoed Hageveld een gevarieerd, landschappelijk zeer aantrekkelijk en ecologisch waardevol gebied. Ook hier zijn belangrijke archeologische en cultuurhistorische waarden aanwezig. In de bosdelen van het terrein komen veel, meer dan 150 jaar oude bomen voor, die overwegend in goede staat verkeren en die het bos belangrijke landschappelijke en ecologische waarden geven. Dit geldt ook voor de lindelaan langs het pad naar de begraafplaats, die visueel een juweel is en grote waarden herbergt voor holenbroeders en vleermuizen. Een belangrijk cultuurhistorisch element is de oprijlaan aan de zuidwest e zijde van het terrein, waarvan de oorsprong tot in het midden van de 18 eeuw is terug te herleiden. e
Het vormde toen een beeldbepalend onderdeel van de 18 eeuwse ‘buitenplaats Het Klooster dat nog geheel in geometrische stijl was aangelegd. Aan de west en zuidzijde zijn belangrijke restanten van de (her)inrichting van J. D. Zocher sr in Engelse Landschapsstijl uit het eind van de 18e eeuw aanwezig. Het gaat om de meanderende waterloop, de vijver en de accenten met beeldbepalende oude beuken en paardenkastanjes. Zij voegen belangrijke extra cultuurhistorische waarden toe aan het landgoed. De plaats van het voorplein en de waterlopen zijn belangrijke archeologische vindplaatsen gebleken, die doen vermoeden dat er onder het oppervlak van Hageveld nog heel wat sporen uit het verleden in de bodem verscholen zitten. In zijn algemeenheid verkeren zowel de bosdelen als de overige elementen van het landgoeddeel een goede staat. Alleen in de rij monumentale linden, de lindelaan, verkeren sommige exemplaren in mindere conditie, al bestaat er op dit moment geen acuut gevaar voor omvallen of omwaaien. De bomen hebben ondanks de holtes in hun stam de ringspanning goed behouden en komen op enkele dode takken na goed in blad. Bovendien hebben ze geen zware kruin te dragen. Wel moet goed gekeken worden of zich inderdaad eventuele waterstagnatie op het naastgelegen pad voordoet en of dit bijdraagt aan de verminderde conditie van sommige bomen. Ook vormt de nieuwe aanplant van een beuk bij de ingang van de begraafplaats een bedreiging voor het achterste gedeelte van de rij. Een tweede jonge beuk begint hier het zicht op een monumentale eik weg te nemen. Voor de rest van het landgoed geldt vooral dat er enige achterstand in bomensnoei, het terugdringen van opslag van esdoorn en Amerikaanse Vogelkers en het beheersen van grote- en reuzenberenklauw is opgelopen. Bij de oprijlaan is bovendien het historische gelid van de bomen doorbroken door een foutieve aanplant van enkele jonge exemplaren onder bestaande oude. Ook ontbreken hier zeven bomen aan het eind van de laan. Met relatief geringe ingrepen is hier de oorspronkelijke situatie goed te reconstrueren. Een nieuw storend element aan de zuidzijde van het landgoeddeel is industriële nieuwbouw van de wasserij Deze doorbreekt op sommige delen van het landgoed het beeld van een landelijk gelegen landschapspark. Kort samengevat kan over de achterstand in beheer gezegd worden dat het om een nog goed te beheersen situatie gaat, die op dit moment met relatief lichte ingrepen te verhelpen valt. Uitblijven van passend beheer zal echter op den duur wel schade aan het landgoed veroorzaken.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
26
Monumentale eiken op Hageveld; het beheer zal gericht zijn op het behoud van deze bomen.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
27
5. Uitgangspunten Overeenkomstig de in de algemene inleiding van dit beheerplan genoemde doelstellingen, de toekenning aan Landgoed Hageveld van de officiële landgoedstatus en het opnemen van Hageveld in de Ecologische Hoofdstructuur door de Provincie Noord-Holland, vormt het uitgangspunt van dit beheerplan dat het gevoerde beheer er op gericht dient te zijn dat de huidige landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden behouden of versterkt dienen te worden. In het geval van Landgoed Hageveld betekent dit, dat er soms afwegingen gemaakt moeten worden tussen niet ingrijpen ten voordelen van ecologische waarden en wel ingrijpen ten faveure van cultuurhistorische waarden. Zo mogen in bosreservaten bomen elkaar vrijelijk beconcurreren en bepaalt de natuur wat op den duur de uitkomst is. Dit beheerplan kiest er bij het beheer van Landgoed Hageveld voor om voorrang te geven aan het behoudt van de oudere bomen boven jonge, mits de eersten uiteraard een levensvatbare conditie bezitten. Onder oude of monumentale bomen worden de volgende bomen beschouwd: a. Alle bomen in het landgoedbos met een leeftijd ouder dan 70 jaar. b. Alle solitaire bomen met een leeftijd ouder dan 50 jaar. c. Alle bomen in een cultuurhistorische bomenrij (Oprijlaan, Lindelaan, linden langs de Cour). Het beheer zal er op gericht zijn deze bomen te behouden en te bevoordelen. Waar nodig zullen jongere bomen die deze bomen in hun voortbestaan bedreigen voor dunning in aanmerking komen. Het weghalen van deze bomen zal, als de stambreedte dikker is dan 20 cm, wel bij de gemeente dienen te worden gemeld. Oude of monumentale bomen zullen alleen worden gekapt als sprake is van ernstige ziekte of als ze dood of stervende zijn. Stervende of dode exemplaren kunnen gehandhaafd blijven vanwege hun ecologische waarde voor holenbroeders en vleermuizen waarvoor Hageveld belangrijk is (zie gebiedsbeschrijving, flora en fauna pag .. Voorwaarde is wel dat geen sprake is van een besmettelijke ziekte, of dat ze diep genoeg in het bos staan om geen gevaar op te leveren voor voorbijgangers. Bij twijfel kan eventueel de kroon worden verwijderd zodat de staande stam nog van grote waarde kan zijn voor vogels en vleermuizen. Er zullen geen bomen voor puur houtwinning worden gekapt. Als bomen om een andere reden dan vanwege dunning ter bevordering van oude bomen of ziekte/sterfte moeten worden gekapt, zal in overleg worden getreden met de gemeente Heemstede. Daarnaast wordt de keuze gemaakt om in de bosvakken het karakter van gevarieerd loofbos te behouden, waardoor ook voor de noodzakelijke verjonging van het bos gezorgd dient te worden. Voor de waterpartijen met haar oevers, de vakken met sierheesters of bloemen, de lindelaan, de oprijlaan, de boomgroepen en solitaire bomen wordt de keuze gemaakt deze zoveel als mogelijk is in de oorspronkelijk bedoelde landschapsstijl te behouden of te brengen. Een duidelijk keus voor ecologische waarden wordt gemaakt bij het behoud van bijvoorbeeld de lindelaan (niet koud saneren maar geleidelijk verjongen), het niet (overal) weghalen van dood hout, staand of liggend, het verwerken van snoeihout in het bos, het behoud van een gevarieerde bosrandvegetatie en het creëren van een zo goed mogelijke waterkwaliteit in het gebied. Ook zal gekeken worden waar oevers nog mogelijkheden kunnen bieden voor flora en fauna.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
28
Uitgangspunt bij het gebruik van het landgoeddeel is dat het, rekening houdend met de aanwezige waarden, voor recreatiedoeleinden benut zal worden door bewoners van Hageveld en hun bezoekers. Het VvE deel van Hageveld is wel gesloten voor het publiek. Paden dienen echter wel toegankelijk te zijn, zonder het risico te lopen van vallen of uitglijden of brandblaren op te lopen. In bijlage 8 is een werkschema opgenomen met een totaaloverzicht van alle werkzaamheden die op het landgoeddeel van VvE Hageveld zullen plaatsvinden. Indien noodzakelijk zal dit werkschema jaarlijks moeten worden aangepast.
Zicht op VvE Landgoed Hageveld deel van het hoofdgebouw, de vroegere hoofdingang van Seminarie Hageveld, links een deel van de oprijlaan met linden, rechts de waterloop die ontworpen is door D. J. Zocher s.r.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
29
6. Voorgestelde Beheermaatregelen In het algemeen geldt dat ieder jaar alle bomen, zowel in het bosvak in de buurt van paden als daarbuiten, geïnspecteerd dienen te worden volgens de zogenaamde Visual Tree Assessment (VTA). Zo kan beoordeeld worden welke takken of bomen vanwege ziekte of sterfte verwijderd dienen te worden, als daarbij de veiligheid van passanten in het geding kan komen. Dode bomen die ver van de paden in het bosvak staan kunnen eventueel in zijn geheel, of na verwijdering van de kroon worden gehandhaafd. Daarbij moet wel gekeken worden of de bomen niet aan een besmettelijke ziekte zijn gestorven. Bij bijvoorbeeld de iepziekte of de kastanjebloedingsziekte dient de boom te worden verwijderd. Dat zou in de toekomst ook voor essen kunnen gelden als de essentaksterfte inderdaad op grote schaal gaat toeslaan. Het Landgoedbos Het beheer van het kleine aandeel aan landgoedbos dient een voortzetting te zijn van het beheer dat is voorgesteld voor vak 2 van het bosdeel van Atheneum College Hageveld. Dat wil zeggen dat het karakter van overwegend eikenbos met enkele beuken en linden in stand gehouden moet worden en dat het beheer er vooral op gericht zal zijn de oude bomen te behouden en zichtbaar te maken. Het bomenbeheer zal daarom net als bij het Atheneum College Hageveld, iets geïntensiveerd dienen te worden. Jonge bomen die door de kruinen van de oude monumentale bomen gaan groeien dienen te worden weggehaald. De jonge beuk die rechts bij de ingang van de begraafplaats groeit, dient te worden weggehaald om de achterstaande monumentale zomereik te behouden en weer zichtbaar te maken. Verjonging met jonge bomen zou vooral met zomereik en een enkele kleinbladige linde en beuk dienen te geschieden en wel daar waar monumentale bomen niet op termijn bedreigd worden. De struiken laag bestaat deels uit vlier, maar deels ook nog uit Amerikaanse Vogelkers, die soms de hoogte van middelhoge bomen weten te halen. Deze laatste is een geduchte uitheemse woekeraar, die om die reden overal in Nederlandse bossen en landgoederen wordt bestreden. Ook op Hageveld zal om de gevarieerdheid van het bos te behouden, en doorgroei door monumentale bomen te voorkomen, de Amerikaanse vogelkers moeten worden weggehaald. Het gevelde hout kan op een plek uit het zicht van de paden in het bosvak worden verwerkt in de vorm van een takkenril. De struiken kunnen deels worden vervangen door bijvoorbeeld meidoorn of inheemse vogelkers. De kruidlaag is momenteel nog soortenarm met in de bosranden en bermen van paden voornamelijk grote brandnetel en hier en daar grote- of reuzenberenklauw. Daar waar in de randen of langs paden brandnetel en grote of reuzenberenklauw domineren dient eind juni eenmaal gemaaid en afgevoerd te worden. Waar dat niet het geval is kan in de bermen van paden en bosranden vanaf september gemaaid en afgevoerd worden. Reuzenberenklauw, die bij aanraking nare brandblaren veroorzaakt, dient extra te worden weggemaaid, te beginnen 1 x in mei vóór de bloei en vervolgens nog een keer in juni en/of later in de zomer. Voor deze plant geldt hoe vaker hoe beter. Het streefbeeld in de bermen en bosranden is een gevarieerdere kruidlaag met o.a. dagkoekoeksbloem, heksenkruid, geel nagelkruid en hennepnetel. Wanneer dit is bereikt kan overgaan worden op een beheer van 1 x maaien in september en het maaisel afvoeren. Bij het bladvrij maken van de
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
30
paden na de bladval in de herfst zouden ook deze bermen ernaast grotendeels meegenomen kunnen worden. Dat bevordert een gevarieerdere kruidengroei ter plekke. Solitaire bomen en boomgroepen De bomengroep aan de zuidoost zijde van het hoofdgebouw dient te worden opgesnoeid tot een hoogte van 8 meter, zodat de stammen weer goed zichtbaar worden. Ook dienen verkeerd groeiende takken uit de kroon te worden verwijderd. Opsnoeien dient 1 x per jaar te gebeuren in de periode november – februari. Kroonsnoei dient 1 x per 3 a 4 jaar plaats te vinden in de zelfde periode. De solitaire bomen dienen eveneens 1 x per jaar te worden nagelopen en indien nodig te worden opgesnoeid of te worden ontdaan van verkeerd groeiende en dode takken. Dodelijk zieke bomen dienen te worden vervangen door exemplaren van dezelfde soort. In het geval van paardenkastanjes of essen kan daar van worden afgeweken als de bij deze soorten behorende ziektes op het terrein heersen. Gezien het soortenbestand van solitaire bomen op Hageveld verdienen dan (Hollandse) linden, zomereiken en beuken de voorkeur. De oprijlaan met linden De oprijlaan met linden, het oudste landschapselement van het landgoeddeel van VvE, is nog gedeeltelijk in tact. In de huidige situatie worden echter diverse bomen bedreigd en ontbreken zeven bomen bij de nieuw aangelegde parkeerplaats achter de oude toegangspoort. De eerste dreiging komt van een (drietal) jonge linden die kort geleden buiten het plantverband om, onder de oudere linden zijn geplant. De jonge bomen beginnen door de kruinen van de oudere bomen te groeien. Zij dienen daarom te worden verwijderd en eventueel naar elders op het terrein te worden verplaatst. Een tweede dreiging komt van jonge boomopslag van esdoorns en grauwe abelen die vanuit de tuinen van de aangrenzende villa ’t Clooster richting de linden van de oprijlaan groeien. Ook hier beginnen de takken door de kruinen van de linden te groeien. In standhouding van de cultuurhistorisch waardevolle oprijlaan betekent hier dat de boomopslag uit de tuin teruggedrongen zou moeten worden. Hierover zal daarom overleg dienen plaats te vinden met de huidige bewoners van villa ’t Clooster.
Begin van de oprijlaan met linden, incl.’tonnetjes’, gezien vanaf de monumentale brug.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
31
Reconstructie van de ontbrekende vijf of zes bomen bij de nieuwe parkeerplaats is een vrij eenvoudige maatregel. Op de plaats waar de oude bomen stonden bevinden zich nu vakken met kruidenbegroeiing die de parkeerplaatsen begrenzen. Wij adviseren daarom om nieuwe linden van dezelfde cultuurvariant als de bestaande bomen in deze vakken te planten en zo de historische rij te herstellen. Daarmee zou recht worden gedaan aan het oudste landschapselement van het VvE deel van Hageveld. Deze maatregel wordt extra vergemakkelijkt door het bestaan van subsidies voor dit soort reconstructies van cultuurhistorische landschapselementen. Jaarlijks zullen opschietende takken aan de voet van de stam van de linden dienen te worden teruggesnoeid tot een zogenaamd tonnetje. Daarbij kan het best de landelijk gangbare hoogte van 1 m boven de grond worden gehanteerd. Het open kruidenveld in de zuidwesthoek van het terrein Vanaf de westelijke zijde van de oprijlaan loopt een pad in oostelijke richting dat naar een open kruidenveld voert. Aan het eind van dit veld loopt het pad dood. Het kruidenveld vormt zowel landschappelijk als ecologisch een waardevolle afwisseling met de omliggende bosdelen. Op een deel van het open veld begint echter reuzenberenklauw te woekeren. Om verdere verspreiding te voorkomen dienen de berenklauwen al in mei, voordat ze kunnen bloeien te worden weggemaaid en het maaisel dient daarbij te worden verwijderd. De rest van het kruidenveld dient in september te worden gemaaid en daarbij dient het maaisel eveneens te worden verwijderd. Hiermee kan voorkomen worden dat het veld geschikt blijft voor reuzenberenklauw en bovendien krijgen dan meer bloemrijke kruiden de kans zich te vestigen. Laten liggen van het maaisel zou juist de berenklauw bevoordelen en de groei van vooral ruige kruiden stimuleren. Om het open veld staan monumentale zomereiken en beuken, die een prachtig zicht opleveren vanaf het pad. Onder de oude bomen begint echter opslag van esdoorns en een enkele hoge vlier door de kruinen heen te groeien, die de bomen niet alleen uit het zicht zullen gaan nemen, maar ook in hun voortbestaan zullen gaan bedreigen. Hier moet daarom duidelijk voor behoud van de oude bomen worden gekozen door de opslag te verwijderen. Te hoge vlieren kunnen worden teruggesnoeid.
Reuzenberenklauw op het open kruidenveld; uitbreiding voorkomen door tijdig maaien
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
32
Doordat het pad over het open veld dood loopt wordt het momenteel niet veel gebruikt. Dit wordt nog eens versterkt door het lelijke zicht op de gebouwen van de nieuwe wasserij die enige jaren gelegen gerealiseerd is. Relatief eenvoudige maatregelen kunnen hier een aanzienlijke verbetering brengen. Aan de kant van de wasserij is de beplanting spaarzaam en plaatselijk erg transparant. Daarom luidt de aanbeveling om hier een mengeling van meidoorn, wilde liguster, sleedoorn, hazelaar en veldesdoorn te planten die in korte tijd het zicht op de lelijke gebouwen zullen ontnemen en een opgaand groen van gevarieerd struweel zullen vormen die rijk aan zangvogels kan worden. Net als bij een eerder genoemde maatregel zijn hiervoor volledige of gedeeltelijke subsidies aan te vragen. Het pad zou echter pas echt goed gebruikt kunnen worden als het niet meer dood zou lopen, maar aan het eind van het veld door zou gaan richting de meanderende sloot. Hier zou een houten bruggetje uitkomst brengen, waarmee je direct op het pad om het sportveld zou aanbelanden. Van daaruit zou je dan richting begraafplaats en vervolgens weer terug naar het wooncomplex kunnen lopen. Zo zou een nieuw rondje worden gecreëerd dat een mooie maar niet veel gebruikt onderdeel van het terrein voor bewoners en bezoekers toegankelijk zou maken. De meanderende waterloop van Zocher met oude beuken, eiken en rododendron struweel Aan de oostelijke vijveroever, die van de oude stenen brug zuidwaarts loopt, bepalen prachtige monumentale eiken, een rode beuk en een paardenkastanje het beeld van de zichtlijn over het water. Althans, dat was oorspronkelijk de bedoeling van het laat 18e eeuwse landschapsontwerp van J. D. zocher sr. Tegenwoordig worden zowel de vijver als de oude bomen, meer en meer uit het beeld verdrongen door jongere opslag van o.a. esdoorns. Niet ingrijpen zal hier de oude monumentale bomen ernstig in gevaar brengen en een steeds groter deel van de vijver onder de hangende takken van de boomopslag doen verdwijnen. Van het ontwerp van de bekende Zocher zal zo niet veel overblijven. Om dit belangrijke cultuurhistorische element van het landgoed te behouden zal de opslag onder de monumentale bomen dienen te worden weggezaagd, zodat oever en oude bomen weer duidelijker zichtbaar worden. Deze ingreep hoeft niet in een keer te worden uitgevoerd. Om het beeld van kaalslag te voorkomen kan de maatregel over een reeks van vijf jaar worden uitgesmeerd. Zo blijft ook de aanwezige ijsvogel hangende takken behouden van waaraf hij in de vijver kan vissen. Na afronding van de maatregel kan selectief een enkele tak in de oever worden gestoken om de ijsvogel te behouden. Aan de oever kan op enkele plaatsen een wand voor de ijsvogels worden gecreëerd en/of gehandhaafd. De takken van de gevelde jonge bomen kunnen weer uit het zicht van het pad in een takkenril in het bosvak worden verwerkt. Onder de monumentale bomen is nog een rudimentair pad zichtbaar dat na verwijdering van de boomopslag weer begaanbaar zal zijn en op sommige plekken een doorkijk op de monumentale gebouwen van Hageveld zal geven. De oostelijke oever van de vijver bestaat grotendeels uit gazon, dat in regulier gazonbeheer is (zie gazons) bij de bosrand wordt de overgang echter gevormd door rododendronstruweel, dat steeds meer ingesloten raakt door boomopslag van o.a. esdoorn. Hierdoor zijn de rododendrons gaan kwijnen en hebben ze geen mooie groeivorm meer.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
33
Rododendronstruweel bij de vijver; opslag van bomen bedreigt het voortbestaan Om de rododendrons te behouden zal hier de boomopslag dienen te worden weggezaagd. Deze maatregel zal jaarlijks dienen te worden herhaald. De rododendrons zelf zullen in de komende tien jaar wellicht een keer (het liefst in de maand maart) moeten worden afgezet (een stukje boven de grond afzagen) om ze weer opnieuw te laten uitlopen. Op deze wijze ontwikkelen ze weer een mooie groeivorm en zal de overgang naar het bos de vorm krijgen die in de landschapsstijl bedoeld was. De vijver zelf zal eenmaal per jaar voor minimaal de helft van bladval moeten worden ontdaan om een goede diepte te behouden en om de waterkwaliteit op peil te houden. De harde beschoeiing die aan beide oevers van de vijver is aangebracht steekt op dit moment te ver boven de rand van de oevers uit. Behalve dat dit visueel niet mooi is, heeft dit ook nadelen voor dieren die in en uit het water willen gaan zoals amfibieën, watervogels en ringslangen. Nu wil het toeval dat de beschoeiing op de nominatie staat om te worden vervangen. Het advies is om de rand van de nieuwe beschoeiing niet verder dan 10 cm boven het wateroppervlak te laten uitsteken en om op enkele plaatsen op- en uitstapjes voor dieren aan te brengen. Lindelaan naar de begraafplaats De rij linden langs het pad naar de begraafplaats is een van de juweeltjes van het landgoeddeel van VvE Landgoed Hageveld. Landschappelijk behoort de rij tot de mooiste onderdelen van het landgoed en ecologisch zijn de bomen door de vele holten en hun omvang van onschatbare waarde voor vogels en vleermuizen. Cultuurhistorisch behoort de Lindelaan met haar oorsprong die teruggaat tot e ver in de 18 eeuw tot een van de belangrijkste elementen op Hageveld. Ondanks de holten die zich in verscheidene bomen hebben gevormd, is het risico dat de bomen zullen omvallen aanvaardbaar klein. De bomen hebben de wonden rond de holten goed hersteld en van houtrot is slechts in geringe mate sprake. Daardoor is de zogenaamde ringspanning van de stam van de bomen nog in tact. Daarnaast dragen de bomen geen grote kruin, wat de kans op omvallen eveneens verkleind. Het advies luidt daarom om de bomen te handhaven en zeker niet preventief te verwijderen en te vervangen. De toestand van de bomen zal jaarlijks wel goed gevolgd moeten blijven worden, zeker
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
34
waar van enige houtrot sprake is. Dode takken die risico op kunnen leveren zullen moeten worden verwijderd. De twee bomen die aan het eind van de rij zijn uitgevallen kunnen worden vervangen door de uitlopers die de bomen zelf hebben gevormd te benutten. Midden in de afgestorven boom kan een van de uitlopers worden geleid of een stek worden geplaatst. Zo blijven de historische plantafstand en de oorspronkelijk cultivar van de linde die gebruikt is behouden. De conditie van de bomen zou verbeterd kunnen worden als goed gelet wordt op eventuele waterstagnatie op het pad langs de linden, waar deze bomen gevoelig voor zijn. Als er daadwerkelijk sprake is van waterstagnatie, kunnen plaatselijk tussen de bomen door een of twee sleuven worden gegraven, die het water op het pad in zuid oostelijke richting kunnen afvoeren. De lindelaan wordt verder bedreigd door de oprukkende opslag van hoog opschietende esdoorn die door de kruinen van de linden beginnen te groeien. Deze opslag zal weggezaagd dienen te worden, om behoudt van de oude bomen te garanderen en het beeld van een oude lindelaan te behouden. Ook het eind van de rij linden is een jonge beuk geplant die eveneens een bedreiging voor de linden begint te vormen. Deze boom zal dienen te worden verwijderd, eventueel door hem in het najaar naar elders in het terrein te verplaatsen. Jaarlijks zal bij de bomen de opslag aan de stamvoet moeten worden teruggesnoeid tot een zogenaamd tonnetje. Het zou goed zijn als daarvoor op het hele landgoed (ook elders staan linderijen) een vaste standaard wordt gehanteerd van terugsnoeien tot ongeveer 1 m boven de grond. De bermen langs het pad zijn op dit moment nog arm aan kruidensoorten en worden vooral gedomineerd door grote brandnetel. Om een meer bloemrijke en gevarieerde bosrand vegetatie te krijgen zouden de bermen tweemaal per jaar gemaaid dienen te worden en het maaisel worden afgevoerd. De eerste maaibeurt zou eind juni dienen te geschieden, de tweede in september. Als na een paar jaar de vegetatie kruidenrijker worden en zich meer kruiden als echte koekoeksbloem, geel nagelkruid, bosandoorn e.d. gaan vestigen dient overgegaan te worden naar een maaibeheer van eenmaal per jaar in september. Het maaien kan overigens zo worden uitgevoerd dat hier en daar nog hoekjes brandnetel blijven staan. Als jaarlijks maar wel de hele berm 1 x geheel is gemaaid. Rododendronvak aan de zuidoost zijde van het hoofdgebouw Dicht bij het hoofdgebouw bevindt zich aan de zuidoost zijde een vak met nieuw geplante rododendrons. De planten doen het niet goed. Door turf aan de bodem toe te voegen kan de groei van de rododendrons verbeteren. Mocht ook dit niet tot een goed resultaat leiden, kunnen de rododendrons beter vervangen worden door een Aucuba soort. Sierheesters tegenover rododendronvak Tegenover het vak met rododendrons bevindt zich een vak met sierheesters. Tussen de sierheesters schiet reuzenberenklauw op en ook opslag van oa. vlier. Om de sierheesters te behouden en om brandblaren voor passanten te voorkomen zullen de reuzenberenklauwen minimaal twee maal per jaar dienen te worden weggemaaid. De eerste keer in mei, voordat de planten in bloei komen en nog een keer in september. De struik en boomopslag tussen de sierheesters zal moeten worden weggezaagd. Deze beheermaatregelen zullen ieder jaar dienen te worden uitgevoerd.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
35
Gazons De gazons op het landgoeddeel van VvE Landgoed Hageveld, bij de vijver, rond de solitaire bomen en boomgroepen en rond het voorplein, worden momenteel in de periode maart – oktober eenmaal per week tot eenmaal per drie weken gemaaid, afhankelijk van de weersomstandigheden. Dit beheer kan ongewijzigd worden voortgezet. Grote pakketten ophopend maaisel dienen wel van de gazons te worden verwijderd. Bij langdurigere droogte dienen de gazons tijdig, ten minste 1 x per week te worden besproeid met water. Paden De paden op het landgoeddeel van VvE zullen begaanbaar gehouden dienen te worden. Dat houdt in dat kuilen gedicht dienen te worden en dat gevallen takken dienen te worden verwijderd. Ook moet worden voorkomen dat de paden overgroeit raken met braam door deze eenmaal per jaar terug te snoeien. Deze maatregel kan het best eind juni of in juli worden uitgevoerd. Verder dienen de paden en ook de bermen eind november - december vrij te worden gemaakt van bladval.
Vlieren ontnemen het zicht op de meest monumentale bomen Voor de gangbare bermen geldt dat deze eenmaal per jaar in september dienen te worden gemaaid en het maaisel dient te worden afgevoerd. Met dit beheer wordt bereikt dat een meer gevarieerde berm- en bosrandvegetatie ontstaat. Beheer door vrijwilligers op het landgoeddeel van VvE Net als bij het landgoeddeel van Atheneum College Hageveld geldt dat beheerkosten sinds het vorige beheerplan zijn gestegen terwijl de daar tegenover staande budgetten juist zijn gedaald. Alle werkzaamheden die in een beheerplan zijn voorgeschreven door beroepskrachten laten verrichten is daardoor moeilijk te financieren. Daarom ontkomt ook VvE er niet aan te gaan nadenken over het
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
36
betrekken van vrijwilligers bij het beheer van het landgoeddeel. Werken met vrijwilligers kan daarbij ook gecombineerd worden met het betrekken van de bewoners van VvE bij het beheer. Zo zouden bewoners die vrijwillig een deel van het beheer van het landgoed willen uitvoeren de kern kunnen vormen van een grotere groep die wordt aangevuld met mensen van buitenaf. Ondersteuning van Landschap Noord-Holland, die deze taak namens de provincie Noord-Holland verricht, is daarbij mogelijk. Naast het werk dat door vrijwilligers kan worden verricht, zullen nog veel werkzaamheden overblijven waarvoor wel beroepskrachten zullen moeten worden ingehuurd. Dit zal ondermeer gelden voor de dunning van bomen, het schonen van de vijver, het boomonderhoud op hoogte aan solitaire bomen en boomgroepen, de gazons en het eventuele onderhoud aan paden. Daarnaast zal de grootte van de vrijwilligersgroep bepalend zijn voor hoeveel werk er aanvullend door beroepskrachten zal moeten worden verricht. Monitoring Voor VvE Landgoed Hageveld zou het goed zijn als zij wat betreft de inventarisaties van flora en fauna op hun terrein zoveel als mogelijk is aansluiten bij onderzoeken die worden verricht op het landgoeddeel van Atheneum College Hageveld. Op het gebied van vogelinventarisaties is dat de afgelopen jaren al praktijk geweest.
Is de boommarter ook een bewoner van Hageveld? Deze dieren worden in Noord-Holland steeds vaker waargenomen.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
37
7. Streefbeelden Als een bezoeker in het jaar 2022 over Landgoed Hageveld loopt, komt hij of zij op een monumentale plek, waar zowel het imponerende Seminariegebouw als de prachtige loofbos met haar reuzen van eiken en beuken een bijzondere sfeer creëren. Een wandeling door de bosdelen van het landgoed leidt langs bossen met een verschillend karakter, waar de oude bosreuzen de ruimte hebben gekregen en goed zichtbaar zijn gemaakt. Tijdens de wandeling is op verschillende punten aangegeven dat het om een bijzondere plek gaat en dat je een nummer kan bellen om het verhaal hierover te horen. In het bos is duidelijk ook aan de bosbewoners gedacht. In een staande dode stam zijn talloze gaten te zien, waar vermoedelijk vogels hebben gebroed. Een grote bonte specht zit op het topje van de stam te hakken. Vanuit een diep in het bos gelegen takkenril klinkt het gezang van een winterkoning. De paden zijn goed toegankelijk en vrij van uitstekende takken, zodat ook een bezoeker in een rolstoel er goed uit de weg kan. Bij het oud restant van de middeleeuwse gracht aangekomen wijst een extra informatiepaneeltje (QR code) er op dat je hier op een van de oudste bewaard gebleven delen van de middeleeuwse voorloper van Hageveld bent beland. De gracht is goed zichtbaar en wordt aan beide zijden geflankeerd door monumentale zomereiken. Op een van de plekken in het landgoedbos zijn leerlingen van het Atheneum College Hageveld bezig om in het kader van hun biologielessen zoveel mogelijk verschillende insecten te vinden en te determineren. Even verderop zijn vrijwilligers bezig een paar jonge bomen te planten op een plek waar kort ervoor een zieke boom is weggehaald. Ze vertellen de bezoeker dat de leerlingen hen de komende weken gaan helpen bij het verwijderen van bladval uit de ringsloot. Ze doen dat in het kader van maatschappelijke stages. De verschillende delen van het landgoedbos hebben allen een herkenbaar eigen karakter. Soms loopt de bezoeker door een gevarieerd loofbos met beuken, eiken, paardenkastanjes en haagbeuken. Het is genieten van de kleurrijke ondergroei van dagkoekoeksbloem, stinkende gouwe, bosandoorn en heksenkruid. Even later loopt de bezoeker weer door een weelderig bos met oude eiken, maar waar ook veel berken en lijsterbessen groeien. Bijzonder zijn ook de oude hulststruiken en een stukje bos met oude hakhoutstoven die juist weer uitlopen. Even verder treft hij of zij een eikenbos aan met een uitbundige ondergroei van stekelvarens. Terug bij de gebouwen vallen de mooie solitaire bomen en boomgroepen op en ziet de bezoeker borders met kleurige bloemen en sierheesters. Het landgoed wordt duidelijk beheert op een wijze die een prachtige monumentale plek als Hageveld verdient en er wordt alles aan gedaan om het bijzondere karakter van het oude landgoed en de historische gebouwen te behouden. En dat gebeurt in samenwerking tussen vrijwilligers, leerlingen, beroepsmatige beheerders en bewoners.
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
38
7. Literatuur 1. Collage Hageveld, van koepel tot cour, tijdschrift van College Hageveld, jaargang 3, juni 2008 2. College Hageveld te Heemstede, beheersplan 1989 – 1993, Heidemij, april 1989. 3. Hazenberg F.R., Landgoed Hageveld Heemstede, 5000 jaar bewoningsgeschiedenis, Stichting Historisch Onderzoek Hageveld, Heemstede 2011 4. Jaarboek 2010, Stichting Reünisten Hageveld, Heemstede 2012 5. Kriek, René, Vleermuizen op het terrein van Hageveld te Heemstede, 24 sept 2003. 6. Weijers, J.A.M., Broedvogelonderzoek gehele landgoed Hageveld te Heemstede 2003
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
39
8. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
Eigendomsverdeling op Landgoed Hageveld Kaart met begrenzing van het gebied waarop beheerplan van toepassing is Kaart met overzicht bosdelen op Hageveld Historische bodemkaart met ligging op strandwal Natuurtypenkaart Landgoed Hageveld Beheerkaart Landgoed Hageveld Bomeninventarisatie van de Grontmij uit 1989 Beheerschema Landgoed Hageveld, deel VvE Landgoed Hageveld
Beheerplan VvE Landgoed Hageveld
40
Bijlage 1, Eigendomsverhoudingen op Landgoed Hageveld.
5
2
1
4 3
1. 2. 3. 4. 5.
= Landgoeddeel van Atheneum College Hageveld = Landgoeddeel van Vereniging van Eigenaren Landgoed Hageveld = Begraafplaats Landgoed Hageveld (onder cijfer 3); eigendom Bisdom Haarlem = Particulier deel rond zgn Directiekeet (valt buiten beheerplan) = Particulier deel rond Tuinmanswoning en Villa ’t Clooster (valt buiten beheerplan)
Bron: Natuurbeheerplan 2013, Provincie Noord-Holland.
Bijlage 4. Historische bodemkaart met ligging op strandwal
Werkplan uitvoerend beheerwerk VvE deel Landgoed Hageveld
Beheeractiviteit
aantal werkuren per jaar machines
Uitvoerder(s)
wanneer
frequentie
juni - augustus
1 x per jaar
8
Verwerken gegevens VTA controle Vrijsnoeien paden en verwijderen takken Wegzagen gevaarlijke boomtakken uit bos
beroepsmatige beheerder en vrijwilligers samen beroepsmatige beheerder vrijwilligers beroepsmatige beheerder
1 x per jaar
4 16 8
Verwijderen dode kronen of bomen Terugsnoeien braam Wegzagen Amerikaanse Vogelkers Wegzagen opslag van esdoorn Wegzagen opslag iepen Dunning bomenbestand Aanleg en bijvullen takkenrillen Herplant jonge bomen en struiken Maaien/knippen reuzen- en grote berenklauw Bladval ruimen van paden
beroepsmatige beheerder vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers en beroepsbeh vrijwilligers vrijwilligers en beroepsbeh vrijwilligers vrijwilligers
aug mei - augustus juni - augustus bij gevaar direct 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart 21 juni tot 21 maart november - 21 maart 21 juni tot 21 maart november - 21 maart mei - augustus okt - december
beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders vrijwilligers vrijwilligers
juni - juli 1 x per jaar december - februari 1 x per 5 jaar december - februari 1 x per jaar december - februari 1x per direct vanwege risicos november - maart april - september afhankelijk van weer
16 13 16 4
beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders
jan-dec juni - oktober nov - dec
8 8 8
Bosbeheer VTA controle bomen
4 tot 10 x per jaar 1 x per jaar 2 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 4 dagen 1 a 2 x per jaar 3 x per jaar 2 x per jaar
16 16 16 16 2 64 32 16 6 32
Beheer solitaire bomen en boomgroepen Vrij houden stammen van opschot Kroonsnoei Opkronen bomen Afvoeren takken en stammen Verwijderen zieke en dode bomen Herplant nieuwe bomen Bewateren van nieuwe bomen bij droogte
hoogwerker;zie VTA 4 4
Beheer paden en bermen Onderhoud paden Maaien bermen langs paden Bladvrij maken paden
1 x per jaar 2 x per jaar in najaar
hoogwerker hoogwerker hoogwerker
Beheeractiviteit
aantal werkuren per jaar machines
Uitvoerder(s)
wanneer
frequentie
beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders beroepsmatige beheerders
juni - juli juni - juli 21 juni - 21 maart
1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per 5 jaar
32 32 6
beroepsmatige beheerders en vrijwilligers Vrijwilligers Vrijwilligers beroepsmatige beheerders
november - maart
1 x per jaar
16
januari - december februari - maart
1 tot 10 keer per jaar 1 x per jaar 1 x per 25 jaar
8 4
Maaien Reuzenberenklauw Weghalen opschietende kruiden en boomvormers Bijsnoeien heesters en bemesten
vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers
april - september maart - oktober jan - dec
3 x per jaar 1 x per maand 2 x per jaar
4 40 32
Beheer gazonnen
Beroepsmatige beheerder
maart - oktober
Maaien gras bij brug en langs vijver Maaien gras bij noord en zuidvleugel hoofdgebouw Verwijderen bladval met bladblazer Bewateren gazonnen bij droogte
Beroepsmatige beheerder Beroepsmatige beheerder vrijwilligers Beroepsmatige beheerder
oktober - december april - oktober
1 x per week tot 1 x per 3 weken 75 1 x per week tot 1 x per 3 weken 75 2 x per jaar in herfst 16 6
vrijwilligers vrijwilligers vrijwilligers
1 x per week dagelijks 1 x per 5 jaar
jan - dec jan - dec jan - dec
Beheer rijen linden Terugsnoeien opschot aan stamvoet tot tonnetjes Wegsnoeien uitlopers op de stam Kroonsnoei en verwijderen dode takken Beheer waterlopen Verwijderen bladval en sliblaag(incl afvoeren) Verwijderen ingewaaide takken Creeeren en onderhouden ijsvogelbroedplek Vervanging harde oeverbeschoeiing
graafmachine
Beheer perken met bloemborders en heesters maaimachine
Grasmaaimachine Grasmaaimachine
Algemene werkzaamheden Onderhoud/aankoop gereedschap Verwijderen zwerfvuil over het hele terrein Cursussen
Onvoorziene werkzaamheden
24 75 8
100 886
Totaal per jaar
Beheeractiviteit
Uitvoerder(s)
wanneer
frequentie
aantal werkuren per jaar machines
In het schema is aangegeven welke werkzaamheden door wie verricht kunnen worden. Echter, of vrijwilligers werkzaamheden kunnen verrichten is afhankelijk van het aantal vrijwilligers en de frequentie waarin zij werken. In de praktijk kan dat betekenen dat een deel van de werkzaamheden toch door beroepsmatige uitvoerders verricht zal moeten worden. Ter verduidelijking, de begroting van uren en kosten is een schatting, geen offerte
Kosten Beheer Kosten arbeidsuren Kosten materialen/gereedschappen Kosten inhuren machines Kosten aanplantmateriaal
22.150 a 25 euro bruto per uur 200 4000 o.a. graafmachine/hoogwerker/versnipperaar 500
26.850
Voorgestelde extra maatregelen Herstel lindenrij langs oprijlaan Doortrekken pad en aanleg houten brug Extra aanplant bij grens met wasserij
Totaal bij volledige inzet beroepskrachten excl 19% belasting