Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden
--2 december 2014--
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. De rol van de gemeente bij onderwijshuisvesting
3. Beheer- en exploitatie van schoolgebouwen
4. Huisvesting door derden in schoolgebouwen
5. Vergoedingen bij huisvesting door derden in schoolgebouwen
6. Werkwijze bij huisvesting door derden in schoolgebouwen
Bijlagen: Bijlage 1: Overzicht huisvesting van derden in schoolgebouwen Súdwest – Fryslân Bijlage 2: Uniforme huisvestingsvergoeding
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
1
1. Inleiding In het bestuursprogramma 2011-2014 heeft het college opgenomen dat de gemeente Súdwest – Fryslân brede scholenbeleid gaat ontwikkelen, dit beleid is vastgesteld middels de kadernotitie brede scholen. In de kadernotitie is opgenomen dat er algemene richtlijnen volgen voor beheer en exploitatie van brede scholen in een afzonderlijke notitie waarin ook de afspraken over huur- en medegebruik worden opgenomen. Er is voor gekozen om niet een notitie te maken die uitsluitend voor brede scholen bedoeld is, maar een notitie gericht op alle schoolgebouwen. Concept versies van deze notitie zijn in 2014 als onderdeel van de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) en het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met de betrokken schoolbesturen besproken. Deze definitieve versie is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 2 december 2014. Door de ontstaansgeschiedenis van de gemeente Súdwest – Fryslân vanuit vijf voormalige gemeenten, kan er sprake zijn van verschillende regelingen en beleid of het ontbreken van beleid met betrekking tot beheer van schoolgebouwen en huisvesting in schoolgebouwen door derden. Met deze notitie wordt beoogd om hierover duidelijkheid te scheppen en te komen tot een uniform geharmoniseerd beleid voor de gemeente Súdwest – Fryslân. Hierbij geldt als basis om gezamenlijk praktische afspraken te maken met betrekking tot dit onderwerp. Status notitie De notitie is een vertaalslag/uitvoeringsnotitie van de verordening voor de praktijk. In relatie tot de verordening en de wetgeving kan dit trapsgewijs als volgt worden weergegeven: 1. Wetgeving onderwijs; 2. Onderwijsverordening gemeente Súdwest-Fryslân; 3. Beleidskaders IHP & Brede Scholen; 4. Deze notitie “Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden”. Veranderende wetgeving dient derhalve te worden doorgevoerd en vertaald in de verordening en in deze notitie. Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de gemeentelijke rol kort toegelicht. De gemeente is bijvoorbeeld niet verantwoordelijk voor het beheer en exploiteren van de schoolgebouwen, maar in hoofdstuk 3 worden wel verschillende beheermodellen besproken en wordt een handreiking meegegeven voor het beheer. Hoofdstuk 4 gaat nader in op huisvesting in schoolgebouwen voor derden. Vervolgens worden in hoofdstuk 5 nader ingegaan op vergoedingen voor huisvesting in schoolgebouwen voor derden. In hoofdstuk 6 is de werkwijze omschreven. Wanneer er toch nog onduidelijkheden of vragen zijn, dan kunt u uiteraard altijd contact opnemen met de gemeente – team OJW voor verduidelijking of een toelichting in een persoonlijk gesprek.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
2
2. De rol van de gemeente bij onderwijshuisvesting Op grond van de wetgeving heeft de gemeente de zorgplicht voor de voorzieningen onderwijshuisvesting. Het beleidskader 2014-2018 op het gebied van onderwijshuisvesting is in december 2013 het IHP basisonderwijs door de gemeenteraad vastgesteld. Daarnaast is de kadernotitie Brede Scholen relevant. De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs is wettelijk gezien leidend. Aan de hand van deze verordening wordt jaarlijks een Programma onderwijshuisvesting vastgesteld voor het primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs. De gemeente heeft geen huisvestingsplicht voor peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Het is echter maatschappelijk gewenst dat er in de verschillende dorpen en steden locaties zijn waar deze functies mogelijk zijn. Schoolgebouwen bieden binnen het bestemmingsplan vaak zo’n mogelijkheid. Regelmatig komt de vraag van scholen en organisaties om een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf te huisvesten. Ook bij uitbreidingsbehoefte van scholen speelt het ruimtegebruik door kinderdagverblijven een rol. In hoofdstuk 4 wordt uitgelegd hoe de gemeente omgaat met deze vraag. De rol van de gemeente bij beheer en exploitatie van schoolgebouwen bestaat over het algemeen uit het adviseren over het beheermodel van een brede school of multifunctionele accommodatie (MFA). Dit is in ieder geval bij de opstartfase van een nieuwe accommodatie aan de orde. Ook bij bestaande accommodaties kan een actualisatie van het beheermodel wenselijk zijn.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
3
3. Beheer en exploitatie van schoolgebouwen Schoolbesturen zijn als juridisch eigenaar verantwoordelijk voor het beheren en exploiteren van de schoolgebouwen. Per 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen in het primair onderwijs ook verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en aanpassingen. Om de schoolbesturen te ondersteunen bij het beheer en exploitatie van de schoolgebouwen wordt in dit hoofdstuk nader ingegaan op de mogelijke beheermodellen. Bij het beheren van een gebouw met 1 school is er geen onduidelijkheid over de beantwoording van vragen over wie voor het schoonmaken en afsluiten zorgt en naar het gebouw gaat als het alarm afgaat. In het geval van multifunctionele accommodaties en/of brede scholen is deze onduidelijkheid er vaak wel. Gebruikers worden geconfronteerd met een gedeelde verantwoordelijkheid voor het gebouw en gezamenlijke ruimten. Daarvoor is afstemming en regie nodig. Dit lijkt eenvoudig, maar de praktijk leert dat afstemming tussen verschillende partijen veel tijd en energie vraagt. Indien er behoefte is kan de gemeente in de opstartfase van een multifunctionele accommodatie of bij het formeren van een brede school een adviserende rol vervullen. In deze rol worden door de gemeente de volgende twee uitganspunten gehanteerd die de basis vormen voor een verdere uitwerking op detailniveau: Uitgangspunt 1: Voor ingebruikname van een accommodatie of een brede school worden alle afspraken vastgelegd in een beheer- en exploitatie overeenkomst. Deze wordt opgesteld en overeengekomen door de (toekomstig) organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer.
Uitgangspunt 2: Gebundeld beheer: uitgangspunt voor beheer en exploitatie van brede scholen of schoolgebouwen is dat de facilitaire organisatie centraal wordt aangestuurd. Voor het coördineren en regelen van het beheer van het gehele gebouw kan een vergoeding worden gevraagd door middel van een exploitatiebijdrage van de gebruikers.* * Gedurende de beleidsperiode van de kadernotitie brede scholen zijn, in het geval van het formeren van een brede school, eveneens gemeentelijke vergoedingen mogelijk.
Uiteraard kunnen in de praktijk meerdere beheermodellen voorkomen. Op de volgende pagina’s wordt naast bovengenoemd model tevens een omschrijving en toelichting gegeven voor andere mogelijkheden, hierbij onderscheiden we de volgende beheermodellen: a. Niets regelen; b. Gesplitst beheer; c. Gebundeld beheer; d. Uitbesteding.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
4
a. Niets regelen Dit beheermodel komt nog steeds voor bij multifunctionele accommodaties. In de praktijk zijn er allerlei redenen waardoor afspraken niet worden vastgelegd of het ondertekenen van contracten achterwege blijft. Na ingebruikname ontstaan hierdoor fricties en de oorspronkelijke (mondelinge) uitganspunten worden door de gebruikers ter discussie gesteld en er worden mogelijk aanvullende/nieuwe eisen gesteld. Het is duidelijk dat een dergelijke situatie veel vragen en onduidelijkheden met zich mee brengt. b. Gesplitst beheer Bij gesplitst beheer zorgt elke instelling voor het beheer van z’n eigen ruimtes. Iedere instelling gaat individuele contracten aan met individuele leveranciers en dienstverleners. De verschillende instellingen hebben rechtstreeks contact met de eigenaar van het gebouw. Gesplitst beheer kan een sterk ad hoc karakter hebben. Aangezien iedereen afzonderlijk z’n eigen zaken regelt kost dit verhoudingsgewijs veel tijd en ontbreekt eventueel schaalvoordeel of kostenefficiëntie. Daarnaast kan onduidelijkheid ontstaan over de algemene en/of gezamenlijke delen van een gebouw en de verantwoordelijkheid en personele inzet bij het beheer van deze delen. c. Gebundeld beheer Gebundeld beheer betekent dat de facilitaire organisatie centraal wordt aangestuurd, hiervoor zijn 2 mogelijkheden: 1.Een zelfstandige beheerorganisatie voor het gebouw: De gebruikers werken samen en dragen gezamenlijk zorg voor het beheer van het gebouw. Er wordt een beheerorganisatie ingericht die toeziet op het beheer van het gebouw. Het kan voorkomen dat het beheer en de exploitatie wordt ondergebracht in een aparte stichting of vereniging. Belangrijk is dat er een duidelijk aanspreekpunt is binnen de beheerorganisatie. 2.Beheer door één hoofdgebruiker: De verschillende gebruikers leggen het beheer van het gebouw bij een hoofdgebruiker neer. Dit kan bijvoorbeeld een schoolbestuur zijn, maar ook een andere (hoofd) gebruiker of een corporatie als gebouweigenaar. Deze coördineert en regelt het beheer van het gehele gebouw. Dit betekent dat er voor alle instellingen en gebruikers één aanspreekpunt is, al kan de hoofdgebruiker/beheerder een aantal activiteiten aan derden uitbesteden. Beheer en coördinatie door één hoofdgebruiker heeft eveneens als mogelijk voordeel dat dit kan leiden tot kostenreductie. d. Uitbesteding Er bestaat ook de mogelijkheid dat de gebruikers of de eigenaar van het gebouw het totale beheer uitbesteden aan een derde partij, bijvoorbeeld een woning corporatie of een aanbieder van facilitair management. Uitbesteding aan een derde partij zowel kostenreductie als een kostenstijging met zich meebrengen, het kan namelijk leiden tot minder werk voor de gebruikers maar de kosten bij uitbesteden liggen vaak hoger. Een ander nadeel kan zijn dat door de uitbesteding de besluitvorming en kennis op het gebied van het beheer wegvloeit uit de organisatie van de gebruikers en er een afstand ontstaat tot de dagelijkse gang van zaken en het snel en adequaat oplossen van praktische problemen die zich onverwachts voor kunnen doen.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
5
Binnen de gemeente Súdwest-Fryslân is het schoolbestuur over het algemeen juridisch eigenaar en de gemeente economisch eigenaar van een schoolgebouw. Hierop zijn twee uitzonderingen die ook van invloed zijn op afwijkende situaties van de genoemde beheermodellen en waarbij de beheerafspraken zijn vastgelegd in een separate overeenkomst. Dit betreft Brede School Duinterpen waarbij de gemeente zowel juridisch als economisch eigenaar is van het gebouw en MFA Warns waarbij de gemeente een deel van het gebouw huurt en dit deel in gebruik is gegeven aan twee scholen. Beheermodellen met één centrale aansturing blijken in de praktijk het meest efficiënt. Om tevens te zorgen voor korte lijnen en het beheer zo dicht mogelijk aan te laten sluiten op de gebruikers en het gebruik, heeft het model “gebundeld beheer door één (hoofd)gebruiker” de voorkeur.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
6
4. Huisvesting door derden in schoolgebouwen Schoolgebouwen en/of voorzieningen voor huisvesting van onderwijs zijn in eerste instantie voor de gebruikelijke schoolfuncties bedoeld. Door verschillende ontwikkelingen waaronder de ontwikkeling van brede scholen zijn er in de loop der jaren naast onderwijsgebruik ook andere partijen (derden) in de schoolgebouwen bijgekomen. Bij onderwijsgebruik en huisvesting door derden in schoolgebouwen komen vaak de begrippen medegebruik en verhuur ter sprake, evenals leegstand en “culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden”. Deze begrippen worden door verschillende beroepsgroepen in verschillende betekenissen gebruikt. Onder derden verstaan wij in dit geval: Derden: huisvesting in een schoolgebouw voor andere organisaties dan de daar gevestigde school. Afspraak 1: Op basis van redelijkheid en de praktijk in Súdwest - Fryslân worden over de huisvesting door derden afspraken gemaakt tussen zowel de schoolbesturen onderling als de schoolbesturen en de gemeente. Als algemeen vertrekpunt hierbij geldt dat een breder of multifunctioneel gebruik van het schoolgebouw verenigbaar moet zijn met het belang van de school. Onderscheid derden Bij voorzieningen onderwijshuisvesting kunnen we over het algemeen zeggen dat er voor schoolbesturen sprake is van exploitatielasten en voor de gemeente sprake van investeringslasten. Exploitatielasten zijn rechtstreeks bij het schoolbestuur gelegd en kunnen door het schoolbestuur rechtstreeks met derden worden afgerekend. Afspraak 2: Exploitatielasten kunnen door het schoolbestuur bij iedere derde in rekening worden gebracht. Hiervoor worden in onderling overleg tussen schoolbestuur en derden afspraken gemaakt. Bij het in rekening brengen van investeringslasten is wel sprake van onderscheid tussen verschillende derden. Dit omdat de schoolgebouwen met overheidsmiddelen tot stand zijn gebracht als voorzieningen onderwijshuisvesting1 . Derhalve zal er bijvoorbeeld geen sprake zijn van het in rekening brengen van investeringslasten (hierna: huisvestingsvergoeding) wanneer sprake is van medegebruik door een andere school. Afspraak 3a: Er kan door de gemeente niet bij iedere derde een huisvestingsvergoeding in rekening worden gebracht.
1
met uitzondering van “aangebouwde of toegewezen (brede) ruimtes”, zie pagina 10
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
7
In het verlengde van het medegebruik door een andere school ligt het ook niet in de rede om een huisvestingsvergoeding in rekening te brengen aan derden die bijdragen aan het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen van de betreffende school hierin ondersteunen. In Súdwest – Fryslân doen zich de volgende voorbeelden voor: - Derden ter ondersteuning van het onderwijs (bijvoorbeeld Ergotherapie); - Onderwijsinstelling, anders dan de betreffende school. Er is wel sprake van een huisvestingsvergoeding bij bijvoorbeeld kinderdagopvang. De overheidsmiddelen ten behoeve van voorzieningen onderwijshuisvesting zijn hier niet voor bedoeld (oneigenlijk gebruik). Dergelijke instellingen worden daarnaast in staat geacht de benodigde huisvesting en bijbehorende huisvestingsvergoeding zelf te kunnen organiseren en vanuit de eigen organisatie en activiteiten te kunnen bekostigen. Deze instellingen zullen in de praktijk niet uitsluitend in schoolgebouwen gevestigd zijn maar bijvoorbeeld ook eigen vastgoed bezitten of ruimte(n) huren. Wanneer deze organisaties derhalve kiezen voor huisvesting in een schoolgebouw is het redelijk hiervoor een huisvestingsvergoeding te vragen. Vanuit gemeentelijk oogpunt kan dit daarnaast bijdragen aan het voorkomen van “verkapte subsidies”, oneerlijke concurrentie en verstoring van de huurmarkt. In Súdwest – Fryslân doen zich voor deze situatie de volgende voorbeelden voor: - Kinderopvang (dagopvang* en buitenschoolse opvang**); - Dagbestedingsvoorziening voor kinderen; - Hulpverleningsdienst (Veiligheidsregio Fryslân); - Kantoorruimte. * Bij kinderdagopvang is binnen Súdwest – Fryslân vaak sprake van huisvesting in “aangebouwde of toegewezen (brede) ruimtes”, zie pagina 10. ** Bij buitenschoolse opvang is binnen Súdwest – Fryslân vaak sprake van huisvesting in ruimtes van een schoolgebouw die onderdeel uitmaken van de capaciteit van de school en waardoor er geen sprake is van een huisvestingsvergoeding. Afspraak 3b: Wanneer derden gebruik maken van ruimtes die ook door de school als onderwijsruimte worden gebruikt, is er geen sprake van een huisvestingsvergoeding.
Dit gaat over ruimtes die ook door de school worden gebruikt voor het geven van onderwijs. Bijvoorbeeld: een gewoon leslokaal of onderwijsplein dat na schooltijd ook door de bso wordt gebruikt. In deze situatie is er dus geen sprake van een huisvestingsvergoeding. Alleen in de situaties waarin de derde partij het exclusieve gebruik van een ruimte in het schoolgebouw heeft, is sprake van een huisvestingsvergoeding. Het in rekening brengen van een huisvestingsvergoeding kan anders zijn bij organisaties of instellingen die (deels) afhankelijk zijn van overheidsmiddelen, of vanwege haar doeleinden (bijvoorbeeld verenigingen) te weinig inkomsten kunnen genereren om naast de exploitatievergoeding een huisvestingsvergoeding geheel of gedeeltelijk te kunnen bekostigen. In dergelijke situaties kunnen gezamenlijk afspraken worden gemaakt om uitsluitend een exploitatievergoeding te vragen of als huisvestingsvergoeding een gunsttarief overeen te komen, bijvoorbeeld in het geval van: - Bibliotheek (Lytse Bieb); - Peuterspeelzaal; - Huisvesting peuters met taalontwikkelingsstoornis; - Wijkgebouw/wijkvereniging; - Vereniging; - Musea. Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
8
Praktijksituaties Súdwest – Fryslân In de praktijk kan het onderscheid tussen derden alsnog leiden tot onduidelijkheden. Deze notitie beoogd de verschillende situaties zoveel mogelijk te benoemen, zodat er sprake is van eenduidigheid voor alle partijen. Hiermee wordt aangesloten op de uitgangspunten en afspraken zoals deze tot op heden zijn gehanteerd. In bijlage 1 is een lijst opgenomen waarin voorgenoemde praktijksituaties binnen de gemeente Súdwest – Fryslân zijn benoemd. Afspraak 4: Bij nieuwe huisvesting door derden in een schoolgebouw worden de bestaande afspraken en praktijksituaties als uitgangspunt gehanteerd. Wanneer zich in de toekomst nieuwe situaties voordoen die nog niet zijn benoemd, kunnen over deze nieuwe situaties gezamenlijk afspraken worden gemaakt en worden toegevoegd. Vorderingsrecht van ruimtes waarin derden gehuisvest zijn De mogelijkheid bestaat om ruimtes waarin derden gehuisvest zijn te vorderen ten behoeve van onderwijs. Dit is van toepassing op de situatie waarbij derden gehuisvest zijn in leegstand van een schoolgebouw (dus niet de ruimtes waarin zowel de school als derden gehuisvest zijn) . Als er sprake is van noodzaak leegstand bij een school te vorderen ten behoeve van een andere school of uitbreiding van de school zelf, zal op dat moment een afweging gemaakt moeten worden waar het nodig is om deze ruimte te vorderen en of er alternatieve locaties beschikbaar zijn voor de school en/of de huurder. In de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Súdwest-Fryslân is de procedure rondom leegstand, nalaten vordering en volgorde van vorderen exact omschreven. Ruimtes die specifiek als “aangebouwde of toegewezen (brede) ruimtes” zijn gerealiseerd (zie pagina 10) kunnen niet worden gevorderd ten behoeve van onderwijs. Onttrekken onderwijsbestemming of capaciteitsvermindering De verordening biedt de mogelijkheid om lokalen te onttrekken aan de onderwijsbestemming of besluiten deze in mindering te brengen op de vastgestelde capaciteit van de school. Hierdoor zijn ze niet meer vorderbaar om in te zetten voor het onderwijs. Dit heeft met name voor derden voordelen. Het biedt zekerheden omdat ze bij groei van de school wel in het gebouw kunnen blijven zitten. Nadeel is dat wanneer de school de ruimte zelf nodig blijkt hebben, het gebouw moet worden uitgebreid of de school deels uit moet wijken naar een andere locatie. Om de mogelijkheden voor het onderwijs zo groot mogelijk te houden wordt er niet vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot capaciteitsvermindering of het onttrekken aan de onderwijsbestemming. Dat is maatwerk. Huisvesting derden in aangebouwde of toegewezen (brede) ruimtes In een aantal gevallen is er sprake van ruimtes die nieuw zijn gebouwd ten behoeve van huisvesting van derden. Dit komt bijvoorbeeld voor bij brede scholen waar een ruimte is aangebouwd ten behoeve van kinderopvang. Deze ruimtes worden niet gefinancierd vanuit de voorzieningen onderwijshuisvesting, de investeringslasten kunnen door een kostendekkende huur worden gedekt. Bij deze situaties kan het voorkomen dat de stichtingskosten van dergelijke huisvesting door derden afwijken van de reguliere stichtingskosten van een schoolgebouw met een afwijkende huisvestingsvergoeding als gevolg. Wanneer schoolbesturen zelf in dergelijke voorzieningen hebben geïnvesteerd maken de investeringslasten geen onderdeel uit van de voorziening onderwijshuisBeheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
9
vesting. Deze kosten voor het schoolbestuur worden over het algemeen ook gedekt middels een volledige kostendekkende huur. Over het algemeen hebben deze ruimtes wel een belangrijke relatie of fysieke verbondenheid met een schoolgebouw en worden met de betreffende school afspraken gemaakt over de exploitatielasten. Overheveling buitenonderhoud en aanpassingen Per 1 januari 2015 is in het primair onderwijs de wetswijziging buitenonderhoud en aanpassingen van kracht. Hiermee gaat de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en de aanpassingen aan een schoolgebouw van de gemeente over naar de schoolbesturen. Dit betekent dat er per situatie afspraken worden gemaakt over een vergoeding voor (groot) onderhoud en vanaf dat moment onderdeel uit kunnen maken van het exploitatietarief ten behoeve van de scholen. Een en ander is afhankelijk van de afspraken tussen het schoolbestuur en de gemeente over het onderhoud van het betreffende (aangebouwde of brede) gedeelte van het schoolgebouw. De lopende contracten en overeenkomsten zullen aan deze nieuwe situatie worden aangepast. Afspraak 5: Lopende contracten en beheerovereenkomsten worden vóór 1 januari 2015 geactualiseerd op het punt van buitenonderhoud en aanpassingen.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
10
5. Vergoedingen bij huisvesting door derden in schoolgebouwen Zoals in voorgaand hoofdstuk omschreven zal bij huisvesting in schoolgebouwen door derden sprake zijn van verschillende vergoedingen, want één enkel vergoedingstarief voor elke mogelijke huisvesting van een derde is niet mogelijk. Exploitatievergoeding Vrijwel in elke situatie is sprake van een exploitatievergoeding die door derden moet worden bijgedragen. Hiertoe behoren bijvoorbeeld vergoeding voor gas, water en elektra, maar ook een bijdrage in de onderhoudskosten die tot de taken van het schoolbestuur behoren. Over het algemeen is het redelijk dat derden bijdragen in kosten die niet op een andere wijze worden vergoed en gebruikt worden om de werkelijke exploitatie kosten te kunnen dekken. Met betrekking tot een exploitatievergoeding kunnen hiervoor in onderling overleg tussen schoolbestuur en derden afspraken worden gemaakt. Als richting voor de vergoeding kan worden aangesloten bij de rijksvergoeding materiele instandhouding basisonderwijs. Deze rijksvergoeding betreft een bedrag per m2 BVO en wordt jaarlijks geïndexeerd. De kosten van de exploitatiediensten kunnen ook door het schoolbestuur met de huurder worden afgerekend en verrekend op basis van het werkelijk gebruik waar dit mogelijk is en voor het overige op basis van de bij de huurder in gebruik zijnde vierkante meters. Huisvestingsvergoeding Wat een huisvestingsvergoeding betreft is het eveneens redelijk dat op deze wijze de investeringslasten gedekt kunnen worden. Bij onderwijsgebruik zal geen sprake zijn van een aanvullende huisvestingsvergoeding, aangezien schoolgebouwen voor dergelijke voorzieningen zijn bedoeld en op die manier bekostigd. Er kan ook sprake zijn van een huisvestingsvergoeding in de vorm van een gunsttarief zoals omschreven op pagina 8. Het gunsttarief voor huisvesting kan bijvoorbeeld in overeenstemming worden gebracht met een eventuele huisvestingsubsidie die de betreffende partijen ontvangen of naar gelang de variërende draagkracht die verschillende instellingen kunnen betalen. Bij organisaties met voldoende draagkracht of organisaties die worden geacht deze draagkracht door middel van hun activiteiten te kunnen organiseren kan naast een exploitatievergoeding redelijkerwijs eveneens sprake zijn van een kostendekkende huisvestingsvergoeding. Om onderlinge concurrentie tussen schoolbesturen te voorkomen is het wenselijk om in deze situaties één uniform tarief te hanteren. Afspraak 6: Aan derden die een kostendekkende huisvestingsvergoeding betalen, wordt door de gemeente één uniform tarief (zie bijlage 2) in rekening gebracht.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
11
6. Werkwijze bij huisvesting door derden in schoolgebouwen De werkwijze bij de huisvesting door derden in schoolgebouwen is als volgt: - Zowel schoolbesturen als de gemeente Súdwest – Fryslân doen melding van elke derde die belangstelling heeft voor huisvesting in een van de schoolgebouwen en geeft aan welke organisatie/activiteiten van de derde dit betreft en wat de hiervoor benodigde ruimte is. - Wanneer er in de huidige praktijk reeds sprake is van huisvesting van vergelijkbare organisaties of activiteiten in schoolgebouwen (bijlage 1), kan huisvesting op basis van dezelfde uitgangspunten plaatsvinden. - Na ontvangst van de melding wordt door het schoolbestuur en de gemeente in gezamenlijkheid onderzocht of er bezwaren zijn met betrekking tot huisvesting van deze derde in het betreffende schoolgebouw. Wanneer er geen bezwaren zijn, geeft de gemeente toestemming voor huisvesting. - Eventuele redenen om af te wijken van bestaande uitgangspunten volgens de huidige praktijk worden door het schoolbestuur of de gemeente gemotiveerd en indien nodig in breder verband (bijvoorbeeld LEA/OOGO) besproken. - Huisvesting van derden in schoolgebouwen en uitgangspunten die niet overeenkomen met de huidige praktijk kunnen na gezamenlijk overleg en overeenstemming worden toegevoegd aan bijlage 1. - Uitgangspunten, gemaakte afspraken, vergoedingen en eventuele gunsttarieven worden door partijen opgenomen in een overeenkomst. Afspraak 7: Gemeente Súdwest-Fryslân en de schoolbesturen hanteren bovenstaande werkwijze bij huisvesting door derden in schoolgebouwen.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
12
Bijlage 1: Overzicht huisvesting door derden in schoolgebouwen Súdwest – Fryslân
Huisvesting van derden in schoolgebouwen
Exploitatievergoeding Schoolbestuur
Huisvestingsvergoeding Gemeente
Derden ter ondersteuning van het onderwijs (bijvoorbeeld Ergotherapie)
Ja
Nee
Onderwijsinstelling, anders dan betreffende school
Ja
Nee
Bibliotheek (Lytse Bieb)
Ja
Nee
Peuterspeelzaal
Ja
Gunsttarief
Wijkgebouw Wijkvereniging
Ja Ja
Ja Gunsttarief
Verenigingen
Ja
Gunsttarief
Musea
Ja
Gunsttarief
Kinderopvang (dagopvang en buitenschoolse opvang)
Ja
Ja
Dagbestedingsvoorziening voor kinderen
Ja
Ja
Huisvesting peuters met taalontwikkelingsstoornis
Ja
Gunsttarief
Hulpverleningsdienst (Veiligheidsregio Fryslân)
Ja
Ja
Kantoorruimte
Ja
Ja
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
13
Bijlage 2: Uniforme huisvestingsvergoeding
Huisvesting door derden in schoolgebouwen Praktijksituaties Súdwest – Fryslân betreffende : *Kinderopvang *Dagbestedingsvoorziening *Hulpverleningsdienst *Kantoorruimte Locatie en stichtingsjaar schoolgebouw
Huisvestingsvergoeding*
Tot 1987 Bolsward/Sneek Overige kernen/steden
Per m2 bvo, per jaar € 85,-€ 65,--
Vanaf 1987 Bolsward/Sneek Overige kernen/steden
Per m2 bvo, per jaar € 95,-€ 75,--
*In bovengenoemde huisvestingsvergoeding is geen exploitatievergoeding (t.b.v. energielasten en onderhoud) opgenomen, in individuele situaties kan hiervan worden afgeweken wanneer onderhoudskosten geen onderdeel uitmaken van de exploitatievergoeding. Bovenstaande bedragen zijn van toepassing voor 2014/2015, jaarlijks zal een indexatie plaatsvinden.
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
14
Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden |Súdwest - Fryslân
15