StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
1.
StoTherm Vario – buitengevelisolatiesysteem met tegelafwerking door derden
1.1
Geëxpandeerde PS-hardschuim Isolatie type geëxpandeerde polystyreen hardschuim EPS WDV 040 (PS15SE) / EPS WDV 035 (PS20SE), brandvertragend gemodificeerd. Het product voldoet aan de door IKOB - BKB gestelde kwaliteitseisen voor buitengevelisolatie-systemen. De PS-platen worden met behulp van Sto-hechtmortel in verband, goed aansluitend aangebracht, minimale verspringing 150 mm. Eventueel terugliggende delen zullen met hetzelfde materiaal worden uitgevuld. Het plaatverband mag niet samenvallen met materiaal- of dikte overgangen in de ondergrond. Hierbij altijd een minimale overlap van 100 mm toepassen. Aan te bevelen is de hoeken bij kozijnen, overige gevelopeningen en opgaand werk uit hele platen te zagen, zodat het verband niet strookt met de gevelopening. Het isolatiesysteem horizontaal te starten op een Sto Isoned sokkelprofiel eventueel in combinatie met een stellat. Ter plaatse van in- en uitwendige gebouwhoeken de platen in een wisselend verband aanbrengen. Bij overige gevelopeningen het plaatverband normaal doorzetten. a. De platen worden met messing en groef c.q. stompe aansluitingen uitgevoerd. b. De platen dienen goed aaneensluitend te worden aangebracht, kanten en naden dienen vrij te zijn van mortel. Eventuele grove aansluitnaden zullen met behulp van het zelfde isolatiemateriaal of met StoFüllschaum worden afgedicht. c. Ondergrond gevelisolatie: De ondergrond dient zo vlak mogelijk te zijn, verdiepingsvloeren (± 20 cm. dik) max. 3-5 mm. terugliggend, lijm- en mortelresten van het metselwerk dienen te zijn verwijderd. De aanwezige ondergrond wordt in principe gevolgd. d. Toepassing EPS: Ter plaatse van de op tekening aangegeven te isoleren gevelvlakken.
1.2
Sto – grondering (type StoPrep Contact) De StoPrep Contact wordt gebruikt als hechtbrug op gladde muuroppervlakken en ook ter plaatse van oude keramische tegels. De StoPrep Contact is gebruiksklaar, er dient ca. 20 gew. % cement homogeen ingeroerd te worden. Het materiaal door middel van strijken of rollen aanbrengen.
1.3
Sto – grondering (type Sto-Steinpaste) De Sto-Steinpaste wordt gebruikt als hechtbrug op staalprofiel ondergronden. De StoSteinpaste is gebruiksklaar, er dient ca. 20 gew. % Portlandcement homogeen ingeroerd te worden. Het materiaal door middel van een fijne RVS 4x4 mm kamspaan aanbrengen.
1.4
Sto – hechtmortel (type Sto-Baukleber/StoLevell Uni) De Sto-hechtmortel wordt gebruikt voor het verlijmen van de isolatieplaten op steenachtige ondergrond. De Sto-hechtmortel is een poedermortel op cementbasis, welke op de bouw met normaal leidingwater tot een kant-en-klaarmortel aangemengd wordt. De hechtmortel wordt machinaal of met een spaan opgebracht. De hechtmortel met de RVS 10x12 mm kamspaan uitkammen (“Kammbett-methode”), of aanbrengen volgens de "Moppenmethode", waarbij tegen de plaatrand een mortelbed wordt aangebracht en een aantal in het midden. Altijd zoveel mortel aanbrengen dat er sprake is van een evenwichtig verdeeld draagvlak met een hechtvlak van minimaal 60%. Met een rei controleren of de voorzijde van de platen in één vlak liggen. In alle gevallen dienen de randen volledig te zijn verlijmd.
1.5
Sto-hechtnagels Ter plaatse van alle ondergronden minimaal 4 st. kunststof hechtnagels (UEZ-S8/60) per m² toepassen, door de weefsellaag aangebracht. Nadien de weefsellaag herstellen met de toegepaste weefselmortel. 06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden Tot een hoogte van max. 3,5 m boven maaiveld mag een bevestiging met 4 st. kunststof hechtnagels per m² onder de weefsellaag toegepast worden. 1.6
Sto-weefselmortel (type StoLevell Uni) De Sto-weefselmortel wordt gebruikt voor de spanningsverdelende laag, voor het inbedden van de wapening waar de eindafwerking sierpleister is. Laagdikte van de StoLevell Uni dient minimaal 3 mm te bedragen. De Sto-weefselmortel is een poedermortel op, cementbasis, welke op de bouw met normaal leidingwater tot een kant-en-klaarmortel aangebracht wordt. De Stoweefselmortel wordt machinaal of met een spaan opgebracht.
1.7
Sto-weefsel Tenminste 48 uur en ten hoogste zes weken na plaatsing van de isolatie-platen, afhankelijk van de weersomstandigheden, kan de weefsellaag worden aangebracht in de Sto-weefselmortel. De weefsel-banen moeten elkaar minimaal 100 mm. overlappen, gebouwhoeken minimaal 150 mm. Ter plaatse van de kozijnhoeken en overige gevelopeningen loodrecht op de diagonaal extra glasweefselstrookjes, afm. 300 x 300 mm. aanbrengen. In de inwendige hoeken van de negge dient het weefsel niet worden onderbroken. In de neggehoek (verticaal/horizontaal) een extra strook weefsel aanbrengen.
1.8
Tegelafwerking (leveren en aanbrengen door derden) Na tenminste 48 uur, afhankelijk van de weersomstandigheden kan op de Stoweefselmortel de tegelafwerking worden aangebracht. Beoordeling van de ondergrond en de te gebruiken tegels en tegellijm, ter beoordeling van de tegelzetter.
1.9
Hulpprofielen a. Weefselhoeken met RVS-inleg: afm. 100x150 cq. PVC-inleg: afm. 110/130 mm en/of 110/220 mm. Ter plaatse van alle negge’s en uitwendige hoeken achter het weefsel in de Stoweefselmortel. b. Sto geëloxeerd aluminium/RVS sokkelprofiel: Op plaatsen waar het systeem aansluit op lager gelegen bouwdelen, zoals daken, terrassen en vides; Het sokkelprofiel met behulp van minimaal 3 slagnagels per m¹ monteren. Steeds ook de uiteinden van de profielen fixeren. De profielen onderling verbinden met het speciale verbindingsstukje of ca. 3 mm ruimte tussen de profielen laten. c. Dilatatieprofielen: zie hoofdstuk 2 “Dilataties”.
1.10
Het systeem onder maaiveld Onder maaiveld wordt de drukverdelende laag behandeld met een oplosmiddelvrije bitumenemulsie. (Murisol) die in 1 laag moet worden aangebracht met een RVS-spaan. Er dient per m² 2,5 kg bitumen te worden aangebracht; (totale laagdikte-droog ca. 2,02,5 mm). Pas na volledig droging kan het maaiveld worden aangevuld met grof zand cq. grind of worden herstraat.
1.11
Sto Afdichtband Aansluitband wordt overlappend aangebracht tussen de isolatieplaten en andere bouwdelen, zoals aansluitingen op kozijnen, dorpels, waterslagen, dakoverstekken, e.d. Overal, waar een goede waterdichte aansluiting gewenst is. Materiaal: bitumenvrij, voorgecomprimeerd band. Brandvertragend en UV-bestendig. Omschrijving: - type band: Sto Afdichtband, 15/3 - voegbreedte 3-5 mm. Plaats: - aansluitingen van het isolatiesysteem met overige niet te isoleren(ge)bouwdelen, conform de principedetails 06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden - aansluitingen t.p.v. dakranden, waterslagen, lekdorpels, kopschotjes - aansluitingen bij doorvoeringen en systeem doorbrekende bevestigingen - exact gelijk met voorzijde isolatieplaten conform (principe)details 1.12
Waterslagen, dakranden, afdekkers, etc. Het gevelisolatiesysteem dient aan de bovenzijde altijd te zijn voorzien van een stabiele, blijvend gesloten en waterdichte afdekking met voldoende overstek (≥ 30 mm) ten opzichte van de afgewerkte gevel. Sto Isoned bv adviseert bij dakranden tevens een verticaal overstek van (≥ 50 mm). De aluminium daktrimprofielen, waterslagen c.q. lekdorpels met passende kopschotjes met “pet” en koppelprofielen voor aanvang van de werkzaamheden aan het gevelisolatiesysteem aanbrengen of andere gelijkwaardige voorzieningen treffen. Alle naden en onderlinge koppelingen tussen de profielen door de hoofdaannemer waterdicht te maken. Ook bij de aansluiting tussen de waterslag en het kopschotje, de verticale naad waterdicht afdichten.
1.13
Kozijnaansluitingen Kozijnen dienen door derden water- en winddicht in de gevel te zijn aangebracht.
1.14
Detailtekeningen Bij deze algemene uitvoeringsbepalingen behoren de volgende Sto Isoned bv (principe)detailtekening(en): Nummers 400 t/m 414.
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
2.
Algemeen
2.1
Status advies Op deze uitvoeringsbepalingen, zijn met uitsluiting van de door de gebruiker eventueel gehanteerde inkoopvoorwaarden, de Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden van Sto Isoned toepasselijk. Bij de advisering is uitgegaan van een aantal (technische) aannamen mede, gebaseerd op laboratoriumwaarden, die de betreffende applicateur/koper alvorens met de verwerking van de door Sto Isoned afgeleverde bouwstoffen kan worden begonnen, in het werk dient te controleren. De eindgebruiker heeft wetenschap van het feit dat het onderhavige technische advies slechts bedoeld is als verkoopinformatie. Tussen de eindgebruiker en Sto Isoned ontstaat voor wat betreft de verstrekking van dit advies generlei contractuele relatie. De betreffende applicateur/koper blijft geheel verantwoordelijk voor de (technische) recherche alsmede de wijze van uitvoering.
2.2
Uitgangspunten Als uitgangspunten bij de verwerking van de Sto Isoned materialen zijn van toepassing de technische merkbladen van Sto Isoned bv, de algemene voorschriften en de vigerende beoordelingsrichtlijn BRL 1328 dd. 2004-11-14 voor buitengevelisolatiesystemen met gepleisterde afwerking en de uitvoeringsrichtlijn URL 0735/04 dd. 2004-04-20 en de projectgebonden technische werkomschrijving van Sto Isoned bv.
2.3
Kleuren
De kleur van de tegel dient een reflectiewaarde ≥ 20 te hebben. 2.4
Rapporten De Sto Isoned thermische gevelisolatiesystemen beschikken over meerdere attesten. Nationaal: B.G.I.-systemen StoTherm Classic,- Vario en - Mineral B.G.I.-systeem StoTherm Classic B.G.I.-systeem StoTherm Vario B.G.I.-systeem StoTherm Mineral
KOMO-attest IKB1172/06 brandklasse II rookdichtheid 2,3 m-1 brandklasse II / I brandklasse I
Europees: European Technical Approval B.G.I.-systeem StoTherm Classic ETA-03/0027 B.G.I.-systeem StoTherm Vario ETA-05/0130 B.G.I.-systeem StoTherm Mineral ETA-06/0127 StoVentec Fassade systeem -
conform NEN 6065 conform NEN 6066 conform NEN 6065 conform NEN 6065
Europese brandklasse (EN 13501-1) B s2 d0 A2 s1 d0 A2 s2 d0
2.5
Ondergrondconstructie De aangeboden ondergrondconstructie dient geschikt te zijn voor het aanbrengen van het gevel-isolatiesysteem en zelfstandig te voldoen aan alle eisen betreffende o.a. sterkte, stijfheid, stabiliteit, waterdichtheid, vochtwering, damptransport e.d. Het Sto Isoned gevelisolatiesysteem is een systeem voor het afwerken en isoleren van buitengevels en is nimmer te beschouwen als een gevelafdichting.
2.6
Verantwoordelijkheid ondergrond De aannemer dient zorg te dragen voor een geschikte ondergrond. De ondergrond dient voor het aanbrengen van de gevelisolatie schoon, vlak, winddroog en vochtabsorberend te zijn en vrij van (verschil in) bewegingen en\of vervormingen. De ondergrond dient voldoende kwaliteit te bieden om opgewassen te zijn tegen belastingen in de vorm van winddruk en\of windzuiging, mechanische belasting, doorbuiging, zetting, kruip, krimp, tordering etc.
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
2.7
Eigendom tekeningen De bij dit advies c.q. technische werkomschrijving gevoegde detailleringen c.q. tekeningen blijven eigendom van Sto Isoned bv en mogen slechts gebruikt worden met betrekking tot de aansluitingen van het Sto Isoned gevelisolatie-systeem op overige (ge)bouwdelen. Sto Isoned bv is derhalve niet aansprakelijk voor gebruik van deze detaillering door derden.
2.8
Tegelafwerking De tegels welke kunnen worden toegepast op het Sto Isoned systeem moeten in ieder geval door de fabrikant/leverancier van deze tegels worden gegarandeerd voor deze toepassing.
2.9
Type tegelafwerking Ongeglazuurde tegels hebben de voorkeur, indien toch geglazuurd dan is een goedkeuring met garantie van de leverancier van de tegels noodzakelijk. Geglazuurde tegels dienen haarscheurbestendig en vorstbestendig te zijn volgens de daarvoor geldende normen. Sto Isoned heeft een voorkeur voor zogenoemde door-en-door tegels. Dit i.v.m. de vorstbestandheid welke in de Nederlandse klimatologische omstandigheden niet volstaan met zuiver en alleen een CEN-norm voor vorstbestandheid.
2.10
Voorwaarden tegelafwerking Altijd vooraf een tegel ter controle opsturen naar Sto Isoned bv. Ongeacht de systeemopbouw en de garantievorm dient de fabrikant/leverancier van de tegel voor de gewenste periode garant te staan voor de toepassing van de tegel op thermische buitengevelisolatie. De specifieke eigenschappen van de tegel zelf - met name de technische, mechanische en esthetische eigenschappen zoals van de vorstbestandheid, afschilferen etc. etc. - vallen onvoorwaardelijk onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant/leverancier van deze tegels en niet onder de verantwoordelijkheid of de door of namens Sto Isoned af te geven garantie.
2.11
Afmetingen tegelafwerking De tegels dienen daarnaast te voldoen aan een aantal randvoorwaarden voor wat betreft grootte, gewicht en profilering. De tegels dienen licht van kleur te zijn (reflectiewaarde ≥ 20); niet te groot - maximaal formaat 200 x 400 mm of 300 x 300 mm, (niet groter dan 0.09 m²/stuk), en niet te zwaar (maximaal gewicht tegelafwerking 25 kg/m²). Het betreft over het algemeen tegels zonder een al te grove profilering aan de achterzijde in een dikte tussen 7 en 10 mm. Het verdient aanbeveling de voegen tussen de tegels net zo groot te maken als de dikte van de toe te passen tegel waarbij een minimale voegbreedte van 5 mm en maximale voegbreedte van 10 mm.
2.12
Verlijming tegelafwerking Het is aan te raden tegels groter dan 200 x 200 mm te verlijmen volgens het buttering/floating principe, lijm aanbrengen op de ondergrond én achterkant van de tegels. Kleinere tegels mogen geplakt worden mits een 100% verlijming op de achterzijde van de tegel wordt gehaald. De tegellijm altijd horizontaal uitkammen. Het invoegen van de tegels pas starten na minimaal 1 week na het aanbrengen van de tegels.
2.13
Dilataties in de tegelafwerking Het te betegelen vlak dient door middel van dilatatievoegen te worden opgedeeld in vlakken van maximaal 2,5 x 2,5 m¹. Ook rondom gevelopeningen dienen deze dilataties 06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden te worden aangebracht. Op hoeken dienen afsluitende hoekprofielen te worden aangebracht. Ter plaatse van bouwkundige dilatatievoegen, deze geheel doorzetten in het totale systeem (de gevelisolatie tot en met de tegelafwerking. De afmeting van deze dilatatievoeg op aangeven van de constructeur, echter minimaal 12 mm. 2.14
Applicatie tegelafwerking De applicatie van de tegels bij voorkeur vanaf de onderzijde te starten. In geen geval de geïsoleerde mortelweefsellaag beschadigen. Geen tegels aanbrengen beneden 5º C en niet boven 20º C i.v.m. de sterke vermindering van de open tijd. Directe zonbestraling en sterke wind dient te worden vermeden.
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
3.
Garantie en controle Op deze uitvoeringsbepalingen kan de volgende garantievorm van toepassing zijn: Het project wordt voor een periode van 5 jaar gegarandeerd door het applicatiebedrijf. Sto Isoned garandeert daarbij voor een periode van 5 jaar de kwaliteit van de door haar geleverde materialen. Op de bij dit project gebruikte materialen en de verwerking daarvan, zal door het applicatiebedrijf een tienjarige niet aflopende garantie worden verstrekt, welke wordt ondergebracht bij de Stichting Garantiefonds Gevel-Isolatie te Vught. Facultatief Tijdens het aanbrengen van het thermisch gevelisolatie-systeem kan het bureau IKOBBKB controles uit te voeren op de juiste toepassing en verwerking van de Sto Isoned materialen. Het applicatiebedrijf dient hierbij rechtstreeks het IKOB-BKB te informeren over de start, stagnaties en eventuele tussentijdse beëindigen van de werkzaamheden. Onvolkomenheden in de verwerking c.q. uitvoering welke door IKOB-BKB worden gerapporteerd, dienen door de desbetreffende partijen tot genoegen van IKOB-BKB te worden verholpen en aan IKOB-BKB gerapporteerd. (alleen bij niet KOMOgecertificeerde applicatiebedrijven).
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
4.
Algemene uitvoeringsbepalingen en voorbereidende werkzaamheden
4.1
Toegankelijkheid gevel Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient de gevel in voldoende mate geheel en vrij toegankelijk te zijn; zulks ter beoordeling van het applicatiebedrijf. Begroeiing, beplantingen, aanbouwsels e.d. tot minimaal 2 meter uit de te behandelen gevel verwijderen. Alle voorwerpen op of aan de gevel demonteren. Alle uitstekende geveldelen, mortelresten, nagels, bouten, e.d. tot aan het te behandelen gevelvlak door de aannemer te verwijderen.
4.2
Voorzieningen In het geval van gedemonteerde hekwerken, hemelwaterafvoeren e.d., waar nodig afdoende maatregelen nemen of noodvoorzieningen aanbrengen. Waar nodig de te herplaatsen voorwerpen, aansluitingen en doorvoeren (dakrand, balkonvloeren, gemeentelijk riool), aanpassen aan de nieuwe gevelsituatie.
4.3
Belaste voorwerpen Ten behoeve van bevestigingen van zwaardere of belaste voorwerpen, hekwerken e.d. in het isolatiesysteem StoFix Quader HD Maxi (PU-Hardschuim 198x198 mm) opnemen ter dikte van de daar toegepaste isolatieplaat. De bevestiging dient in de massieve ondergrond te geschieden. Alle bevestigingen onder verantwoordelijkheid van de aannemer en afgestemd op de toepassing. Sto Isoned bv adviseert RVS of kunststof materiaal en de toepassing van een druiprand aan de onderzijde van de bevestiging.
4.4
Monteren voorwerpen In het isolatiesysteem op te nemen of door te voeren bouwdelen moeten voor het aanbrengen van het gevelisolatiesysteem zodanig worden gemonteerd dat ze het isolatiesysteem niet belasten en zelfstandig op een draagkrachtige ondergrond worden gemonteerd en tegen het systeem worden afgedicht.
4.5
Plaats bevestigingen Ter plaatse van bevestigingen, (HWA-)leidingen e.d. dient ten opzichte van de gevelafwerking een afstand van minimaal 30 mm te worden aangehouden.
4.6
Monteren aansluitingen Alle (bouwkundige) voorzieningen waar tegen het thermische buitengevelisolatiesysteem dient aan te sluiten, moeten voor aanvang van de isolatiewerkzaamheden zijn gemonteerd, waterdicht afgedicht en voldoende corrosiewerend worden behandeld.
4.7
Geveldoorbrekende elementen Kozijnen en overige geveldoorbrekende gevelelementen, doorvoeren e.d. dienen door de hoofdaannemer voor aanvang van de werkzaamheden aan de gevelisolatie waterdicht in de gevel te worden geplaatst en afgedicht.
4.8
Beschermen bouwdelen Alle niet te behandelen (ge)bouwdelen, vloeren, kozijnen e.d. dienen vooraf op afdoende wijze te worden beschermd door derden.
4.9
“Natte” binnen- werkzaamheden Voor aanvang van de isolatiewerkzaamheden dienen "natte" binnen- werkzaamheden, vooral de afwerkvloeren, stucadoorwerken e.d., te zijn uitgevoerd.
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden 4.10
Steiger De opdrachtgever dient te zorgen voor een volgens de arbeidsinspectie goedgekeurde, voor deze werkzaamheden geschikte steiger van 1 m¹ breed, met slagen van 2 m¹ en een vrije doorgang. Deze steiger van boven de plaats waar wordt gewerkt en ter hoogte van de dakrand tot aan buitenkant steiger, voorzien van een deugdelijke afdekkap van voldoende lengte. Vanaf dit scherm, tot op de hoogte waar wordt gewerkt aan de buitenkant scherm van de steiger, de gevel voldoende afschermen met lichtdoorlatende netten of zeilen. De inzet afgestemd op de werkzaamheden en de standtijd afgestemd op de droogtijden van de afwerking. De steiger dient op maximaal 25 cm van de te isoleren gevel te worden gemonteerd en voorzien zijn van voldoende mogelijkheden voor verticaal transport van personen en materiaal. T.p.v. gebouwhoeken waar het systeem eindigt het steiger minimaal 70 cm. doorzetten. De plaatsing van de steiger noch de bevestiging mogen de uitvoering aan het gevelisolatiesysteem bemoeilijken c.q. verhinderen. De voorzieningen pas te verwijderen indien de desbetreffende afwerking volledig is doorgedroogd; zulks ter beoordeling van het applicatiebedrijf.
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
5.
Voorbehandeling van de ondergrond
5.1
Ondergrond De ondergrond voor aanvang van de werkzaamheden ter goedkeuring en onder de verantwoordelijkheid van het applicatiebedrijf.
5.2
Eisen ondergrond De te behandelen ondergrond dient blijvend stabiel, draagkrachtig, droog, en vlak te zijn. Beschadigingen, scheuren, en overige kleinere gebreken aan het oppervlak, repareren met Sto-Isoned hechtmortel.
5.3
Uitganspunten isoleren oppervlak Het Sto Isoned systeem dient ondergrondvolgend te worden aangebracht. Oneffenheden in het te isoleren oppervlak moeten worden uitgevlakt zodat een vlakke ondergrond wordt verkregen voor het aanbrengen van het gevelisolatie-systeem. De algemene uitgangspunten hiervoor zijn: voor oneffenheden tot ca. 5 mm kan voor het verlijmen van de isolatieplaten de "Kammbett-methode" worden toegepast; oneffenheden van 5 tot 10 mm vereist de "Moppenmethode" en oneffenheden groter dan 10 mm dienen te worden uitgevlakt met bijvoorbeeld StoLevell Reno. In overleg met het applicatiebedrijf kan de uitvoering ten aanzien van de oneffenheden worden aangepast. Zonder nadere opgave wordt de aangetroffen gevellijn 'gevolgd'.
5.4
Verontreiniging ondergrond De ondergrond ontdoen van verontreinigingen; losse delen, slecht-hechtende oude pleisterlagen, verflagen etc. geheel te verwijderen. Waar nodig de gevel naborstelen tot een schoon oppervlak is verkregen.
5.5
Alg- of mosaangroei Op plaatsen met alg- of mosaangroei, de ondergrond behandelen met Sto Isoned algen mosdodend middel.
5.6
Hydrofoberen ondergronden Bij ondergronden met een onvoldoende zuigend vermogen, een hydrofoberende behandeling, verflagen of soortgelijke ondergronden eerst het draagvermogen van de ondergrond bepalen en in overleg met Sto Isoned bv de geschiktheid bepalen.
5.7
Sterk-zuigende ondergronden Sterk-zuigende ondergronden voor aanvang van de werkzaamheden voldoende bevochtigen of gronderen met een te bepalen Sto Isoned grondeermiddel.
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
6.
Nadere uitvoeringsbepalingen betreffende gevelisolatie
6.1
Opslaan materialen De materialen overeenkomstig de in de technische merkbladen aangegeven aanwijzingen vorstvrij en droog opslaan.
6.2
Verwerken standaard producten De standaard producten mogen niet worden verwerkt bij een buitentemperatuur die lager ligt dan 5° Celsius of bij dreigend vorstgevaar. Evenmin mag het systeem worden aangebracht op bevroren, natte of bijvoorbeeld onvoldoende verharde ondergrond.
6.3
Materiaal tijdens uitvoering Tijdens de uitvoering mogen de materialen wanneer zij nog niet volledig gedroogd zijn, niet aan regen, felle zon of sterke wind worden blootgesteld. Hogere en lagere luchttemperaturen en luchtvochtigheden beïnvloeden de droging van de materialen.
6.4
Aanpassen verwerkingsomstandigheden Overeenkomstig de verwerkingsomstandigheden dienen de te hanteren droogtijden en verwerkingsmethode te worden aangepast. Voor een verdere bewerking wordt gestart, dient de ondergrond volledig te zijn verhard.
6.5
Polystyreen isolatieplaten Indien de polystyreen isolatieplaten gedurende enige tijd onafgewerkt blijven (bijv. in de winterperiode), kan het oppervlak enigszins bruin worden. Dit kan verwijderd worden door middel van afborstelen of schuren.
06-2008
StoTherm Vario systeem met tegelafwerking door derden
7.
Aansluitingen
7.1
Eigendom details De bij dit advies gevoegde details blijven eigendom van Sto Isoned en hebben slechts betrekking op de principeaansluitingen van het gevelisolatiesysteem op overige (ge)bouwdelen. Sto Isoned is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze details voor andere doeleinden door derden.
7.2
Principedetails De in het principedetail getekende aansluiting dient ter verduidelijking van het principe van de aansluiting van de gevelisolatie, waarbij ter indicatie overige zaken in kunnen worden weergegeven. Het detail kan derhalve voor wat maatvoering en weergegeven materialen anders dan de materialen van het gevelisolatie-systeem afwijken van de werkelijke situatie.
7.3
Overige detaillering Overige detaillering, voor zover niet in deze technische werkomschrijving vervat, volgens de algemene voorschriften van Sto Isoned bv, alsmede in overleg en na akkoord van de directie. Afwijkingen ten opzichte van dit advies, welke niet tijdig en eenduidig bekend zijn gemaakt aan Sto Isoned bv en/of door Sto Isoned bv zijn goedgekeurd, vallen niet onder de verantwoordelijkheden van Sto Isoned bv.
7.4
Dilataties Dilataties in de (ge)bouwconstructie altijd overnemen in het gevelisolatiesysteem.
7.5
Afdichten aansluitingen Door middel van kit de aansluitingen afdichten tussen het gevelisolatiesysteem en diverse doorvoer- en bevestigingspunten. De keuze van de kit, de uitvoering en de eventuele voorbehandeling van de kit dient te geschieden volgens de voorschriften van de kitleverancier en valt onder zijn garantieverplichtingen.
7.6
Monteren voorwerpen Op of door het systeem te bevestigen voorwerpen (HWA, buitenverlichting, zonweringen, straatnaamborden, huisnummer, hekwerken, scheidingsschotten e.d.) momentvrij op de draagkrachtige ondergrond monteren zodat het bgi-systeem niet wordt belast.
06-2008