Begroting 2011
instituut Beleid & Management Gezondheidszorg
INHOUDSOPGAVE Inleiding
3
1. 1.1 1.2
Management Samenvatting Beleidsmatige uitgangspunten 2011 Begrotingsplan en financiën 2011
4 4 5
2. 2.1 2.2 2.3
Onderwijs Focus onderwijsbeleid 2010 Overige geplande activiteiten op onderwijsgebied Projecten t.a.v. ondersteuning onderwijs incl. informatiemanagement
6 6 8 10
3. 3.1 3.2 3.3
Onderzoek Focus onderzoeksbeleid 2010 Overige geplande activiteiten op onderzoeksgebied Projecten t.a.v. ondersteuning onderzoek incl. informatiemanagement
12 12 14 16
4. 4.1 4.3 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.5 4.6 4.7 4.8
Organisatie en processen Algemeen organisatorische ontwikkelingen Algemene marketing en communicatie activiteiten Alumnibeleid HRM beleid Toelichting op ontwikkeling ondersteunende staf Toelichting op ontwikkeling wetenschappelijke staf Diversiteitbeleid Huisvesting Voorzieningen (buitenlandse) studenten Ondersteunende processen Overige facultaire projecten
17 17 17 18 18 19 18 19 20 20 20 20
5. 5.1 5.1.1
21 21
5.2 5.3
Financiën Overall beeld faculteit Samenvattend meerjarenbeleid faculteit qua omzet, kosten en resultaat exclusief gelieerde BV’s Samenvattend meerjarenbeleid faculteit qua omzet, kosten en resultaat inclusief gelieerde BV’s Projectmatige investeringen (incidenteel) Financiële risico’s
6.
Bijlagen: financiële begrotingsformats
5.1.2
21 22 23 23
2
INLEIDING: Academische zorg voor de gezondheidszorg Multidisciplinariteit is een essentieel kenmerk van een sectorgericht instituut als het iBMG.1 Het onderwijs en onderzoek van het iBMG zijn sterk georiënteerd op behoeften en noden van de zorgsector. Een dergelijke benadering vereist noodzakelijkerwijs een multidisciplinaire aanpak waarbij onderzoekers en docenten elk met eigen specifieke deskundigheden maar wel in teamverband - veelzijdige vraagstukken van de gezondheidszorg analyseren en trachten op te lossen. Het iBMG beschikt hiertoe over een breed scala aan disciplinaire deskundigheden, variërend van economen, medici, psychologen, bestuurs- en bedrijfskundigen tot medisch sociologen en antropologen. Gezamenlijk geven zij invulling aan het onderzoeksprogramma van het iBMG dat gefocusseerd is rond de drie thema’s: Marktordening en Stelselinrichting; Kwaliteit en Doelmatigheid in de Zorg en Bedrijfsvoering van Zorgorganisaties. Het programma is gericht op het realiseren van gezondheidszorgonderzoek dat zowel wetenschappelijk als maatschappelijk relevant en van hoge kwaliteit is. Gezamenlijk ook geven onze docenten invulling aan het onderwijsprogramma van het iBMG. Binnen de opleidingen van het iBMG is multi- en interdisciplinariteit duidelijk herkenbaar in de opbouw en structuur van het curriculum en van de individuele vakken. Zo wordt een vraagstuk tijdens colleges en bij werkgroepen veelal vanuit verschillende disciplines belicht. In het kader van de onderwijsaccreditatie heeft in 2010 een externe visitatiecommissie de opleidingen van het iBMG beoordeeld. Hierbij heeft de commissie aangegeven erg onder de indruk te zijn van het multidisciplinaire karakter en de talrijke verbindingen met het zorgveld. Dit blijkt onder andere uit het volgende citaat; “De wijze waarop de opleidingen disciplines integreren en daarmee voldoen aan de eisen van het beroepenveld waarop zij zich richten, is uniek.” Samenwerking tussen wetenschappers van uiteenlopende disciplines komt in de regel niet vanzelf tot stand. Vaak zijn hiervoor specifieke drijfveren nodig. Bij het iBMG is dat in eerste instantie de uitgesproken belangstelling voor de zorgsector die alle medewerkers met elkaar delen. Daarnaast wordt door het instituut hoge prioriteit geschonken aan maatregelen en initiatieven die de onderlinge samenwerking verder kunnen versterken; onder meer door het faciliteren van ontmoetingsplaatsen tijdens gezamenlijke lunches, alsmede het houden van seminars en discussiebijeenkomsten over vraagstukken binnen de gezondheidszorg. Ter bevordering van multidisciplinair, innovatief onderzoek is enkele jaren geleden bovendien een intern innovatiefonds ingesteld waaruit jaarlijks subsidies worden verleend voor het meest veelbelovende promotieonderzoek. De brede, multidisciplinaire samenstelling waarmee het iBMG zich met haar onderzoek en onderwijs dicht tegen de zorgsector aan positioneert, heeft als onvermijdelijke consequentie dat het instituut niet tevens alle meer fundamentele kennis zelf in huis kan hebben. Voor zover deze meer fundamentele expertises van belang zijn voor het onderzoek en onderwijs, wordt hierin voorzien via structurele samenwerkingsverbanden met de overige zusterfaculteiten binnen de Erasmus Universiteit. In dit kader passen ook de gezamenlijke leerstoelen die de afgelopen jaren tot stand zijn gekomen met het Erasmus MC, de Economische faculteit en de Juridische faculteit. Met andere faculteiten zijn deze nog in voorbereiding.
1
Onder multidisciplinair onderzoek/onderwijs wordt verstaan onderzoek/onderwijs dat gericht is op het combineren van kennis en inzicht terzake van een bepaald vraagstuk afkomstig van meer dan één wetenschappelijke discipline met het doel een meer accurate beschrijving en analyse van het vraagstuk in kwestie te geven dan vanuit één discipline alleen mogelijk is.
3
1
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1
Beleidsmatige uitgangspunten 2011
In oktober 2008 is het convenant “Erasmus MC in het kader van het uitvoeringsprogramma EUR 2013” ondertekend. Met deze ondertekening heeft het Erasmus MC, en daarmee ook het iBMG voorzover op haar van toepassing, zich aan de realisatie van de hierin geformuleerde doelstellingen voor 2013 gecommitteerd. In het beleidsmatige deel van de begroting haken wij aan bij de doelstellingen die zowel expliciet voor het iBMG als voor het gehele Erasmus MC (niet specifiek Hoboken) in het convenant staan. Op deze manier zijn de volgende tien toetsbare doelstellingen geformuleerd voor 2013. In deze begroting wordt aangegeven waar wij op dit moment staan en wat wij in 2011 zullen doen om dichter bij de realisatie van de doelstellingen te komen. 1. Verhogen studierendementen bachelor Gezondheidswetenschappen van 53% naar 60% na 4 jaar (post BSA) 2. Handhaven plaats 1 Elsevier/studentenoordeel bachelor 3. Extra mogelijkheden voor excellente studenten > minimaal 3 per jaar 4. Inventarisatie van concurrerende masteropleidingen (voor HEPL & Zoma) in Europa en streven naar een top 5 positie binnen Europa. 5. Minstens 3 vakken van de Zoma in het Engels aanbieden 6. Erasmus CMDz: verhoging huidige studentenaantal van 245 met 20% 7. Verhogen basiskwaliteit onderzoek, wat onder meer tot uitdrukking moet komen in een toename van de totale (gewogen en gemiddelde) CWTS-score tot 1,3 op de kern onderzoeksgebieden van iBMG. 8. Verhogen aandeel NWO-subsidies > minimaal 1 persoonsgebonden subsidie en omzet WP2 naar K€ 2.000 9. Valorisatie MTI gezondheidszorg > minimaal K€ 400 per jaar 10. Verhogen participatie kaderprogramma’s EU > minimaal 5 projecten In aanvulling op deze doelstellingen hebben wij voor de periode tot en met 2013 de volgende ambities geformuleerd: - Internationalisering versterken in zowel het onderwijs als het onderzoek - Verdere groei van de studenteninstroom in zowel de bachelor als de masteropleidingen - Verhoging van het onderwijsrendement, ook van de masteropleidingen - Invoeren digitaal portfolio in het onderwijs - Kwaliteitsbeleid onderwijs versterken - Opvolging aanbevelingen visitatie initiële opleidingen - Invoering en updating hooglerarenplan - Ontwikkeling thema global health in samenwerking met andere faculteiten EUR - Verbetering opleiding en begeleiding promovendi en verhoging rendement - Versterking profilering van iBMG in aansluiting op het communicatiebeleid van de EUR - Verdere ontwikkeling alumnibeleid in aansluiting op de EUR - Versterking samenwerking met de SSC’s van de EUR voor de ondersteunende processen
4
1.2
Begrotingsplan en financiën 2011
Onderstaande tabel biedt een geconsolideerd overzicht van de begroting 2011 van het iBMG en de BV’s die zijn gelieerd aan het iBMG. iMTA BV investeert in de ontwikkeling van nieuwe onderzoeksgebieden. Medewerkers die hiervoor worden aangetrokken worden aangesteld binnen het iBMG. Erasmus CMDz BV presenteert een neutrale begroting vanwege de economische situatie. De begrotingscijfers van AMS BV zijn voor 1/3 deel opgenomen omdat de EUR Holding voor 1/3 deel eigenaar is.
Budget EUR Andere inkomsten Verrekeningen Totaal inkomsten Uitgaven Verrekeningen Verwacht Resultaat 2011
iBMG 6.438 6.202 1.661 14.301 13457 1.180 -336
iMTA BV
CMDz BV
AMS BV
1.692
1.307
376
1.692 286 1.582 -176
1.307 1.229 79 -1
376 373 3
Totaal 6438 9.577 1.661 17.676 15.345 2.841 -510
Toelichting: - Het iBMG verwacht een exploitatieresultaat van K€ -336 dat ten laste zal gaan van de reservepositie. Dit is in lijn met de doelstelling om te investeren in onderwijs en onderzoek. Meer specifiek wordt geïnvesteerd in innovatief, multidisciplinair onderzoek (jaarlijkse subsidie voor de vier meest veelbelovende promotieonderzoeksvoorstellen uit het innovatiefonds), aanpassing van de bacheloropleiding in het kader van ‘Goed uit de Startblokken’, verdere uitbouw van het thema global health en de voorbereiding van een strategisch plan voor internationalisering en postacademisch onderwijs. - Van de BV’s vloeit K€ 1.630 naar het iBMG (verrekeningen). Dit is voor personeel dat is aangesteld bij het iBMG en werk verricht voor de BV’s en voor bijdragen aan de materiële lasten van het iBMG. - iMTA BV verwacht een positief resultaat van K€ 50, maar zal K€ 226 investeren in nieuw personeel bij het iBMG op basis van een goedgekeurd investeringsplan. Per saldo leidt dit tot een verwacht negatief resultaat van K€ 176 dat ten laste zal gaan van de reservepositie. - Erasmus CMDz BV verwacht een K€ 78 exploitatieresultaat voor wat betreft de postinitiële opleidingen en zal K€ 79 investeren in onderzoek.
5
2.
ONDERWIJS
2.1 Focus onderwijsbeleid 2011 iBMG In deze paragraaf staan de iBMG onderwijsdoelstellingen centraal die vermeld staan in het convenant “Erasmus MC in het kader van het uitvoeringsprogramma EUR 2013”. Per doelstelling wordt weergegeven wat de huidige stand van zaken is en wat we aanpakken in 2011. Doelstelling 1: Verhogen studierendementen bachelor Gezondheidswetenschappen van 53% naar 60% na 4 jaar Conditie 1: Bsa, algemeen kwaliteitsbeleid, betere monitoring studievoortgang Conditie 2: Behoud van kleinschalig onderwijs
Het rendement van de bachelor Gezondheidswetenschappen na 4 jaar (cohort 2006, na BSA en exclusief studenten met persoonlijke omstandigheden), is gestegen naar bijna 68%. Het rendement na 3 jaar (cohort 2007, na BSA en exclusief studenten met persoonlijke omstandigheden), is gestegen naar 58%. Hiermee is de doelstelling ruimschoots gehaald. Dit neemt niet weg dat aandacht voor het rendement van zowel bachelor als masteropleidingen nodig blijft. Voor de bachelor betreft dit ondermeer het BSA-rendement; momenteel krijgt 43% van de Ba1 studenten een negatief BSA. Doelstelling 2: Handhaven plaats 1 Elsevier/studentenoordeel bachelor. Wegwerken van nog minder ontwikkelde aspecten (keuzemogelijkheden, studeren in het buitenland en communicatie met studenten).
In 2009 is de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen voor het derde jaar op rij als eerste uit de bus gekomen in het Elsevier onderzoek. Nieuw is dat tevens de masteropleidingen als beste zijn beoordeeld. De minder ontwikkelde aspecten zijn volledig weggewerkt. Voor dit punt is en wordt hard gewerkt aan uitbreiding op het gebied van samenwerking met buitenlandse universiteiten. In het afgelopen jaar zijn overeenkomsten gesloten met Innsbruck en Ankara en participeren we in het Mundus programma ERACOL. Op langere termijn is het de bedoeling om samen met Innsbruck en Oslo toe te werken naar een Mundus programma en een gezamenlijke Masteropleiding (joint degree). In 2011 wordt het plan hiervoor ontwikkeld. Doelstelling 3: Extra mogelijkheden voor excellente studenten minimaal 3 per jaar Conditie: samenwerking met Erasmus MC en met andere faculteiten van de EUR bij de ontwikkeling van honoursachtige programma’s
Het iBMG biedt verschillende mogelijkheden voor excellente studenten. Dit jaar is gestart met het buiten-curriculaire programma van actualiteitencolleges, dat wordt gecontinueerd in 2011. Daarnaast worden er vanuit de secties en/of docenten regelmatig studiegerelateerde activiteiten georganiseerd voor studenten. Verder wordt getracht excellente studenten te binden aan het iBMG door ze te laten meewerken aan onderzoeksprojecten, als extra uitdaging naast hun opleiding en ter voorbereiding op een eventueel promotieonderzoek. Jaarlijks stromen via deze weg momenteel ongeveer 7 studenten in als promovendus bij het iBMG. Met behulp van deelname aan het Sirius programma is het doel dit aantal te verdubbelen en deze studenten te ondersteunen d.m.v. extra methodologisch onderwijs. In 2011 wordt een werkgroep ingesteld die de mogelijkheden en wensen voor extra honoursactiviteiten binnen het iBMG onderzoekt en hier beleid voor ontwikkelt. Gedacht wordt ondermeer aan het opzetten van een wetenschappelijk tijdschrift waarin studenten artikelen publiceren, gebaseerd op hun scriptie. Tot slot participeert jaarlijks 1 student in het honoursprogramma van de EUR en draagt het iBMG inhoudelijk bij aan een module van dit honoursprogramma.
6
Doelstelling 4: Inventarisatie van concurrerende masteropleidingen (voor HEPL & Zoma) in Europa en streven naar een top 5 positie binnen Europa.
De stand van zaken omtrent dit punt is gelijk aan afgelopen jaar. Er heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de concullega’s op masterniveau in Europa. In 2011 wordt een lange termijn beleidsplan opgesteld, waar internationalisering onderdeel van uitmaakt. In overleg met European Health Management Association (EHMA) wordt overleg gevoerd om, als onderdeel van de accreditatie die in door EHMA in samenwerking met het iBMG is ontwikkeld, tot een benchmark van opleidingen te komen. Doelstelling 5: Minstens 3 vakken van de Zoma in het Engels aanbieden
Per collegejaar 2010-2011 wordt een nieuw Engelstalig vak aan het Zoma curriculum toegevoegd en komt het totaal op drie Engelstalige vakken. Doelstelling is om in combinatie met de vakken van de master HEPL een breder palet aan opleidingsmogelijkheden voor buitenlandse (uitwisselings)studenten aan te bieden. Doelstelling 6: Erasmus CMDz: verhoging huidige studentenaantal van 245 met 20%
De doelstelling van 20% groei, zoals in 2008 geformuleerd, is in 2009 reeds gerealiseerd. In 2009 heeft Erasmus CMDz zichzelf de volgende doelen gesteld: - De alumni van de verschillende programma’s beter te bedienen door te investeren in kortdurende cursussen en 1-daagse activiteiten, specifiek voor alumni. - Het internationale karakter van haar opleidingen te versterken. Er wordt gewerkt aan een studiereis rondom het thema kwaliteit en veiligheid en ten behoeve van de MBA-Health en d Master Class worden nieuwe Europese bestemmingen verkend. In februari 2010 is de eerste terugkomdag voor Master Class deelnemers georganiseerd. Dit heeft geresulteerd in De Argumentenkaart Martkwerking die dit voorjaar werd gepubliceerd in de Volkskrant. Het internationale aspect is o.a. versterkt door samenwerking met de European Health Management Association en door het European Health Leaders Programme, een samenwerking tussen Durham University (Engeland), the National School of Public Health (Spanje), Karolinska Instituut (Zweden) en Semmelweis Universiteit (Hongarije) en Erasmus CMDz/iBMG. De intentie is om in 2011 het European Health Leaders Programme te starten. Andere plannen betreffen uitbreiding van activiteiten voor alumni en verkenning van de mogelijkheid tot het opzetten van een programma voor bestuurders en hun stakeholders. Voorts zal in 2011, als onderdeel van het beleidsplan onderwijs, besluitvorming plaatshebben betreffende de verdere uitbreiding van het Postacademisch onderwijs van het iBMG. Daartoe wordt momenteel een verkennend marktonderzoek uitgevoerd.
7
2.2 Overige geplande activiteiten op onderwijsgebied In deze paragraaf gaan wij, op verzoek van het CvB, in op een aantal andere onderwerpen: groei van het aantal studenten, internationalisering, kwaliteit en studiesucces (‘Goed uit de Startblokken’ en ‘Leergang onderwijskundig leiderschap’) en samenwerking met het HBO. Groei aantal studenten In tabel 1 zijn de instroomcijfers van de afgelopen jaren per opleiding weergeven: Academisch jaar Bachelor 1 Bachelor 2 Bachelor 3 Schakel (parttime) Schakel (fulltime) Master HEPL Master Zoma Totaal
2006-07 106 68 70
2007-08 146 80 70
2008-09 150 96 60
2009-10 158 100 64
2010-11 156 87 62
71
125
121
125
123
61 96 472
52 72 545
55 113 595
29 91 129 696
49 109 156 742
Tabel 1. Instroom studenten per studiejaar (per 1 oktober, voor 2010-2011 per 1 september)
De studentenaantallen zijn de afgelopen jaren sterk gegroeid en de verwachting is dat de groei van ca. 10% per jaar zich doorzet. De huidige internationale marketing, m.n. gericht op de master HEPL, wordt gecontinueerd. De onderwijsgroei kan met het huidige personeelsbestand goed worden opgevangen. Het iBMG houdt dan ook vast aan kleinschalige onderwijsvormen. Wel wordt de komende periode gestreefd naar een evenwichtigere verdeling van de onderwijslast binnen en tussen secties. Daarnaast wordt sterk geïnvesteerd in de professionalisering van de onderwijsondersteunende processen en in de opleiding voor docenten. Ontwikkelingen die voor de komende periode staan gepland en wellicht tot een verdere toename van het aantal studenten kunnen leiden: - Verbreden aanbod HEPL naar specialisaties in Pharmaceutical Policy en Global Health - Onderzoeken mogelijkheden voor een gezamenlijke master Zoma/HEPL - Onderzoeken mogelijkheden research variant masters / Graduate school - Opzetten breed aanbod postinitieel onderwijs: mogelijkheden inventariseren om aanbod postinitieel onderwijs breder in te zetten en af te stemmen op het initiële opleidingspakket. Internationalisering Op het gebied van internationalisering zijn meerdere initiatieven gepland. Allereerst het bepalen van de strategische internationaliseringsdoelen voor het iBMG. Begin 2011 wordt een breed beleidsplan gepresenteerd met onder andere aandacht voor internationalisering (zie accreditatie). Belangrijkste onderdeel hiervan is het streven naar het opzetten van een Mundus programma Health Economics, Management, Policy and Law met de universiteiten van Innsbruck en Oslo, met als doel een gezamenlijke Masteropleiding (joint degree) te ontwikkelen. Daarnaast wordt verder geïnvesteerd in het aangaan van individuele overeenkomsten met buitenlandse universiteiten en aan het verbreden van het internationale masterprogramma (zie eerder). Tot slot is in 2010 samen met ISS en het Erasmus MC de diplom course International Health and Policy Evaluation voor het eerst gegeven. De course is succesvol geëvalueerd en wordt volgend jaar gecontinueerd.
8
Leergang onderwijskundig leiderschap In de leergang onderwijskundig leiderschap participeren namens het iBMG de opleidingscoördinatoren van de bachelor en de master Zorgmanagement. Binnen de leergang wordt voor de master Zorgmanagement, in lijn met de opmerkingen van de visitatiecommissie, onderzocht of en hoe er een doelgroepdifferentiatie kan worden bewerkstelligd. In dit traject wordt tevens nagegaan of er een programma voor excellente studenten kan worden opgenomen en wordt in de onderwijsdifferentiatie nader vorm gegeven aan de elektronische leeromgeving. Ten aanzien van de bachelor zal in het kader van de leergang vooral worden gewerkt aan het eerste jaar, in lijn met het programma ‘Goed uit de startblokken’. Het betreft ondermeer het werken met minder parallele stromen en het versterken van de (schrijf)vaardigheden van 1ste jaars studenten. Samenwerking HBO Momenteel wordt gewerkt aan een samenwerkingsovereenkomst met de Hogeschool Rotterdam (HRO). Het doel is om een drempelloze route te creëren van het HBO naar onze masters, (BSA) afvallers van het iBMG door te verwijzen naar het HBO en meer samen te werken op het gebied van onderzoek. In 2011 wordt gestart met een pilot van ongeveer 5 studenten voor de drempelloze doorstroom van studenten van de opleiding Management in de Zorg (HRO) naar de iBMG master Zorgmanagement. Bij succes worden soortgelijke doorstroomprogramma’s opgezet voor meerdere zorggerelateerde opleidingen van de Hogeschool Rotterdam en wordt vergelijkbare samenwerking met InHolland actief opgepakt. Verbreding postacademisch onderwijs Nog in 2010 wordt een start gemaakt met onderzoek naar de mogelijkheden voor een breder postacademisch instituut, dat als paraplu kan dienen voor het huidige postacademisch onderwijs van het iBMG via het Centre for Management Development in de zorg (CMDz) en de Academie Medisch Specialisten (een samenwerking met de Orde voor Medisch Specialisten en de Vereniging voor Arts en Auto). Doelstelling is om het middenmanagement in zorginstellingen beter te gaan bedienen met postacademisch onderwijs. In 2011 wordt, afhankelijk van de resultaten van het genoemde onderzoek, nadere planvorming gemaakt.
9
2.3 Projecten t.a.v. ondersteuning onderwijs inclusief informatiemanagement In deze paragraaf worden enkele projecten t.a.v. ondersteuning onderwijs besproken die aansluiten bij het jaarplan van de opleidingsdirecteur, aangevuld met samenwerkingsinitiatieven binnen de EUR en het Erasmus MC. Accreditatie De afgelopen periode heeft in het teken gestaan van de accreditatie van de bachelor en beide masteropleidingen van het iBMG. Het visitatierapport is zeer positief en spreekt van een “unieke opleiding” waarin een hoge ambitie wordt nagestreefd en waarvan de onderwijsorganisatie goed op orde is. De commissie wijst er op dat het iBMG onderwijs zowel sterk academisch als beroepsgericht is en geeft aan dat hier nog strategische keuzen liggen, in lijn met de voorstellen van de commissie Veerman. Ook ten aanzien van internationalisering vraagt de commissie om strategisch beleid. Voorts spreekt de commissie zijn zorg uit over de rendementen van de master HEPL. Op basis van dit rapport wordt medio augustus de accreditatie bij de NVAO aangevraagd, waarna in december een naar verwachting positief oordeel zal volgen. De aanbevelingen van de visitatiecommissie worden meegenomen in het 6-jaarlijks onderwijsbeleidsplan van het iBMG dat in het eerste kwartaal van 2011 wordt gepresenteerd. Onderdeel van dit beleidsplan is in ieder geval een uitwerking van het doelgroepenbeleid, met name wat betreft professionele en academische vorming, internationalisering en de rendementen (voornamelijk wat betreft de master HEPL). EUR breed wordt vanuit de werkgroep onderwijskwaliteit gewerkt aan een voorstel om instellingsaccreditatie mogelijk te maken. Het iBMG steunt dit initiatief en zal in 2010/2011 actief meewerken bij de implementatie en het “vullen” van de kwaliteitsmonitor. Planning is om de eerste helft van 2011 als EUR klaar te zijn voor instellingsaccreditatie. Kwaliteit en studiesucces Voor het project Goed uit de Startblokken zet het iBMG in op een integrale aanpak/herziening van het bachelor 1 programma, met als doel de rendementen te verhogen en de uitval te reduceren. Hierbij wordt aangesloten bij het beleidsplan Boeien, Binden en Begeleiden van de EUR. In 2011 wordt een aantal concrete maatregelen genomen om ‘laaghangend fruit’ te plukken. Het betreft ondermeer versterking van het schrijfonderwijs en de studiebegeleiding en het invoeren van structureel overleg tussen vakcoördinatoren binnen de trimesters, om studeerbaarheid te versterken. Daarnaast wordt het systeem van managamentinformatie versterkt en wordt op basis van uitgebreide analyse een meer omvattend plan gemaakt voor de hervorming van Bachelor 1. Digitalisering De ontwikkeling van de digitale leeromgeving en de digitale ondersteuning van onderwijsprocessen verloopt voorspoedig. In het afgelopen jaar is het digitaal portfolio voor het vaardighedenonderwijs van de bachelor ontwikkeld. Per collegejaar 2010-2011 wordt dit portfolio geïmplementeerd en na een evaluatie, indien nodig, bijgesteld. In 2010 is het evaluatiesysteem EvaSys aangeschaft door FSW en het iBMG. Momenteel zijn we druk bezig met de verdere implementatie van dit systeem en worden de onderwijsevaluaties grondig herzien, zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de rapportagemogelijkheden van EvaSys. Gezien de campusbrede licentie zal iBMG ook actief informatie uitdragen naar de overige faculteiten.
10
In collegejaar 2009-2010 heeft een aantal docenten op proef gebruik gemaakt van de Sin-Online applicatie My Papers, waarin de communicatie tussen studenten en docenten voor schrijfopdrachten wordt ondersteund. Per collegejaar 2010-2011 wordt een Zoma en HEPL brede pilot uitgevoerd met de inzet van My Papers in het scriptietraject. Bij een succesvolle evaluatie wordt het gebruik van My Papers per 2011-2012 BMG-breed verplicht in de scriptietrajecten. Binnen de Zoma wordt de Elektronische Leeromgeving (ELO) verder uitgebreid. Komend collegejaar wordt ingezet op verdere uitbreiding van het aanbod videocolleges en wordt de inzet van My Workspace en chatfunctionaliteiten geïnitieerd. In aansluiting op het EUR brede project managementinformatie en de monitor instellingsaccreditatie gaat vanaf 2011 een iBMG werkgroep aan de slag met een inventarisatie van welke managementgegevens binnen het iBMG wenselijk/noodzakelijk zijn. Doel is om de gewenste stuurgegevens uit de verschillende bronnen op facultair niveau te bundelen en weer te geven in (half)jaarlijkse rapportages kwaliteit onderwijs. Samenwerking Erasmus MC en andere faculteiten EUR Erasmus MC en het iBMG blijven op het gebied van het onderwijs nauw samenwerken, ondermeer in het kader van het academisch vormend onderwijs bij geneeskunde. In 2011 wordt een nieuwe poging ondernomen tenminste één gezamenlijke minor aan te bieden (naast de bestaande public health minor). Daarnaast is het iBMG betrokken bij de ontwikkelingen rond het verplegingswetenschappelijk onderwijs. Met MGZ / Erasmus MC en ISS wordt in 2011 opnieuw de Diplom Course International Health and Policy Evaluation verzorgd. Ook wordt bekeken of deze course beter ingebed kan worden in de reguliere onderwijsprogramma’s. Binnen de EUR biedt het iBMG samen met ESE het masterprogramma Health Economics aan. Samen met ESL worden de minor Recht en Gezondheidszorg en de master Recht van de Gezondheidszorg georganiseerd. Opleidingsplan docenten In het afgelopen jaar is een opleidingsplan ontwikkeld, waarin is aangegeven wie, wanneer, welke opleiding moet volgen. Het iBMG wil inzetten op een verdere ontwikkeling van dit opleidingsplan, met als doel modulair onderwijs te ontwikkelen dat nog beter aansluit bij de behoeften van het iBMG en waarin de huidige opleidingen worden geïntegreerd. Onderwijsprocessen Om studenten en docenten maximaal te faciliteren in het volgen en organiseren van onderwijs richt het Onderwijs Service Centrum van het iBMG zich op het verbeteren van processen en de daarbij behorende communicatie. Het integreren van trajecten m.b.t. informatievoorziening is hierbij van belang; processtructuur, handboek onderwijs, FAQ.
11
3.
ONDERZOEK
Het iBMG is een multidisciplinair instituut dat zich richt op vraagstukken in de gezondheidszorg en georganiseerd is in vijf eigenstandige secties: Bestuur & Beleid van de Gezondheidszorg, Gezondheidseconomie-iMTA, Management & Organisatie van Zorgverlening, Recht & Gezondheidszorg en Ziektekostenverzekering. Het iBMG onderzoeksprogramma bestaat uit drie hoofdthema’s met onderliggende subthema’s. In elk hoofdthema participeren onderzoekers uit de verschillende secties. De drie hoofdthema’s zijn: ‘Marktordening en stelselinrichting’, ‘Kwaliteit en doelmatigheid in de zorg’ en ‘Bedrijfsvoering van zorgorganisaties’. Het iBMG hecht veel waarde aan een gestructureerde samenwerking op het terrein van onderzoek met Erasmus MC en de andere faculteiten op de campus. Met het Erasmus MC wordt nauw samengewerkt op terreinen als patiëntveiligheid en zorglogistiek/Erasmus MC paden. De samenwerking tussen ESE en het iBMG wordt onder meer gestalte gegeven door twee gezamenlijke leerstoelen (prof. van Doorslaer en prof. Bleichrodt) en samenwerking binnen het Erasmus Competition and Regulation institute (ECRi). In 2009 is op het gebied van gezondheidsrecht een gezamenlijke leerstoel gerealiseerd met FRG (prof. Buijsen), terwijl voor een tweede gezamenlijke leerstoel nog een geschikte kandidaat wordt gezocht. Tenslotte wordt met RSM samengewerkt op het gebied van innovatiemanagement en zorginkoop. 3.1
Focus onderzoeksbeleid 2011
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de onderzoeksdoelen in het convenant van Erasmus MC. Doelstelling 7: Verhogen basiskwaliteit onderzoek
Een belangrijke indicator voor de basiskwaliteit van het onderzoek is het aantal en de impact van publicaties in peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften. De afgelopen jaren is er sprake van een gestage groei van het aantal publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. Ofschoon ook het aantal onderzoekers van iBMG is gestegen, is de groei van het aantal publicaties sterker, wat wijst op een toenemende productiviteit per onderzoeker. Daartegenover staat dat - gemeten in termen van de CWTS-score - er tevens sprake is van een licht dalende trend in de gemiddelde impact van het iBMG onderzoek (de CWTS “crown indicator” daalde van 1,37 over de periode 1997-2006 tot 1,22 over de periode 2003-2006). Vorig jaar leek de score van het iBMG onder het wereldgemiddelde te komen. Deze conclusie was echter vooral een gevolg van een lage (en dalende) score op onderzoeksdomeinen die niet (langer) behoren tot het zwaartepunt van het iBMG onderzoek. Na een berekening van de CWTS score binnen de kerndomeinen van het iBMGonderzoek bedraagt de gemiddelde CWTS-score over de meest recente periode (2005-2008) eveneens 1,22, hetgeen ruim boven het wereldgemiddelde ligt. Deze score is niet helemaal vergelijkbaar met de score uit eerdere jaren omdat de score nu is gebaseerd op een vergelijking met onderzoek binnen de brede zwaartepunten/kerndomeinen van het iBMG-onderzoek, te weten: - Health Care Sciences & Services - Health Policy & Services - Economics - Medicine, general & Internal - Medical Informatics - Computer Science, Information Systems - Operations Research & Management Science 12
Op elk van de zeven onderscheiden kerndomeinen ligt de CWTS-score over de periode 2005-2008 op of boven het wereldgemiddelde (1,0). Doelstelling is om de komende jaren op elk van de kerndomeinen een CWTS-score van boven het wereldgemiddelde te prolongeren en te streven naar een totale (gewogen gemiddelde) score van 1,3. Gelet op de licht dalende trend in de CWTS-score en de toenemende internationale competitie betekent dit een forse uitdaging. Naast het verhogen van de kwaliteit van de publicaties, wordt ook gestreefd naar een verdere stijging van het aantal publicaties in excellente wetenschappelijke tijdschriften. Om deze beide doelstellingen te bereiken wordt gestreefd naar een verhoging van het totaal aantal publicaties in ISI tijdschriften en daarbinnen een verhoging van publicaties in het 1e kwartiel. De interne, prestatiegebonden onderzoeksfinanciering van het iBMG is in 2010 herzien en meer in lijn gebracht met de CWTS beoordelingssystematiek. Zo worden 1e kwartiel publicaties hoger gewaardeerd en boeken en boekhoofdstukken in de regel niet langer meegeteld. Doelstelling 8: Verhogen aandeel NWO-subsidies
Op het gebied van de werving van 2e geldstroom financiën presteert het iBMG goed en is in 2009 sprake geweest van een forse groei (zie tabel 2). Het betreft onder meer een aantal langer lopende projecten, waardoor de tweede geldstroom de komende jaren op een hoog peil zal blijven. Tabel 2: Ontwikkeling van de tweede geldstroom omzet: 2006
2007
2008
2009
2010
2011
prognose
begroting
NWO
213,9
201,7
204,5
155,1
145,0
145,9
Zon-MW
1.035,0
1.120,2
1.151,9
1.648,7
2.233,4
2.368,7
1.248,9
1.321,9
1.356,4
1.803,8
2.378.4
2.514.6
KNAW Totaal
Tabel 2: Ontwikkeling van de tweede geldstroom omzet In de afgelopen jaren is het iBMG er niet in geslaagd om regelmatig persoonsgebonden subsidies (NWO, KNAW) gehonoreerd te krijgen. Het iBMG stelt zich ten doel om op dit terrein ook vooruitgang te boeken. Concreet is het doel om tot aan 2013 tenminste één succesvolle aanvraag voor een persoonsgebonden subsidie te doen. Het indienen van dergelijke aanvragen op verschillende niveaus wordt sterker gestimuleerd en ondersteund (zie 3.2 en 3.3). Vanuit het iBMG zijn in 2010 twee NWO Veni aanvragen ingediend. Dr. A.A. de Bont heeft de prestigieuze Harkness Fellowship toegewezen gekregen en dr. M.M.E. Foets heeft een NIAS beurs ontvangen. Voorts hebben twee BMG studenten een SoFokles beurs toegewezen gekregen waarmee zij per september 2010 als studentassistent onderzoek aan de slag kunnen. Het iBMG bouwt haar expertise op het gebied van persoonsgebonden subsidies en Europese subsidieaanvragen de komende periode uit en stimuleert de secties om regelmatig aanvragen in te dienen. Voor 2011 is al K€ 1.965 aan tweede geldstroomprojecten binnengehaald. Wij verwachten dat er nog K€ 550 bij zal komen, zodat het totaal voor 2011 begroot is op K€ 2.515. Doelstelling is een verdere groei tot K€ 2.773 in 2013. Het iBMG biedt administratieve, juridische en financiële ondersteuning aan onderzoekers bij het 13
indienen van aanvragen en biedt de secties financiële prikkels voor het verwerven van tweede geldstoom projecten. Doelstelling 9: Valorisatie iBMG onderzoek > minimaal K€ 400 per jaar
Het iBMG borgt in de komende periode haar maatschappelijke waarde via samenwerking met belangrijke externe partijen/spelers in de zorg en via het verbeteren van de kwaliteit van het onderzoek. Het streefbedrag van minimaal K€400 wordt jaarlijks ruimschoots via externe financiers binnengehaald. In 2010 verwachten wij K€ 2.029 via derde geldstroom projecten binnen te halen en voor 2011 begroten wij een projectomzet van K€ 2.114. Doelstelling 10: Verhogen participatie kaderprogramma’s EU
Het iBMG is er in geslaagd de participatie in EU kaderprogramma’s te verhogen. Momenteel heeft iBMG subsidie voor vijf KP7 projecten (totaal van het iBMG aandeel in de projecten is K€ 3.024,4). Daarnaast lopen er nog twee aanvragen waarin iBMG deelnemer is en een aanvraag met iBMG als coördinator. Verder is in 2010 een KP6 project waarvan het iBMG coördinator was met succes afgerond. Het iBMG houdt de onderwerpen van de Europese KP subsidies nauwlettend in de gaten en motiveert onderzoekers (persoonsgebonden) aanvragen in te dienen. In 2009 is er één persoonsgebonden subsidie een ERC Starting Grant bij de EU ingediend. Deze aanvraag is als goed beoordeeld maar kwam net niet in aanmerking voor subsidie. De hierbij opgedane ervaringen zullen worden ingezet bij toekomstige aanvragen. Teneinde de slagingskans van ingediende voorstellen te vergroten en de ondersteuning van onderzoekers te verbeteren, breidt het iBMG haar expertise op het gebied van indiening van KP7 aanvragen uit en wordt hierover regelmatig overlegd met andere faculteiten. 3.2
Overige geplande activiteiten op onderzoeksgebied
Hooglerarenplan Voor de periode 2008-2013 heeft iBMG een hooglerarenplan opgesteld, waarin elk subthema is gekoppeld aan een sterke trekker die zorgt voor profilering van het subthema en voor binding tussen de onderzoekers. In 2010 komt iBMG met een tussentijdse bijstelling van het hooglerarenplan waarin nieuwe ontwikkelingen op het terrein van onderzoek en onderwijs worden verwerkt. Alfa/Gamma middelen (SOC middelen) Eind 2009 heeft het iBMG dank zij de SOC gelden van het CvB een extra stimulans kunnen geven aan het gezondheidseconomisch onderzoek bij iBMG, dat hiermee haar vooraanstaande positie op dit terrein, ook internationaal, heeft kunnen versterken door het aantrekken van twee excellente onderzoekers. De SOC-gelden worden benut voor de verdere versterking van het gezondheidseconomische onderzoek. In de begroting is het toegewezen bedrag van K€ 320 structureel opgenomen (onder de post ‘nog te mandateren budget’). Global Health In 2009 en 2010 is iBMG in samenwerking met MGZ / Erasmus MC en ISS gestart met een inventarisatie naar de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een gezamenlijke Global Health programma. Een eerste (voorlopige) conclusie is dat Global Health een interessant thema is voor onderzoek en onderwijs voor zowel iBMG/EUR als het Erasmus MC. In het kader van de versterking van de samenwerking tussen het iBMG en ISS zijn twee EUR subsidies binnengehaald op KP7 projecten. Het iBMG, ISS en de afdeling Maatschappelijke gezondheidszorg
14
(MGZ) van het Erasmus MC hebben zich gecommitteerd aan de verdere ontwikkeling van dit programma. In de zomer en het najaar van 2010 worden bijeenkomsten georganiseerd om gezamenlijk tot projecten en subsidie aanvragen te komen. iBMG streeft ernaar in 2011 financiering voor twee extra onderzoeksprojecten op dit thema binnen te halen. Najaar 2010 zal besluitvorming plaatsvinden over de verdere opzet en inrichting van het Global Health programma. Bij een positieve beoordeling zal het iBMG in 2011 een financiële bijdrage leveren aan de verdere opzet en uitwerking van dit thema samen met ISS en MGZ. Uiteraard zal ook bij andere partijen om financiële steun worden verzocht. Innovatiefonds voor multidisciplinair onderzoek Ter stimulering van de interne (iBMG) samenwerking binnen het onderzoeksprogramma heeft het iBMG een innovatiefonds ingesteld waaraan jaarlijks K€ 500 vanuit de eerste geldstroom wordt toegevoegd. Secties kunnen onderzoeksvoorstellen indienen die innovatief en multidisciplinair van aard moeten zijn. Een iBMG brede onderzoekscommissie beoordeelt in opdracht van de onderzoeksdirecteur de projectvoorstellen. Vanaf 2008 zijn er jaarlijks 4 multidisciplinaire innovatieve promotievoorstellen gehonoreerd. Het iBMG vergoedt 50% van het promotietraject en de iBMG sectie waar de promovendus aangesteld is betaalt de overige kosten. Om de voorgang van de projecten te monitoren en elkaar BMG breed te informeren houden de promovendi na ongeveer 1,5 jaar presentaties over hun resultaten. Maatschappelijke relevantie Het iBMG levert graag input aan de EUR werkgroep impactmeting en denkt graag mee over methodieken die (naast de CWTS analyse) een beeld geven van de impact van onderzoeksgroepen op de EUR campus. Hierbij valt te denken aan werving 3e geldstroom gelden (als indicatie voor maatschappelijke relevantie) of aan deelname aan invloedrijke adviesorganen (bijvoorbeeld Gezondheidsraad, WRR, RVZ, CVZ, CPB, NZa, IGZ, Wfz) of wetenschappelijke commissies op het gebied van de volksgezondheid. Samenwerking met de Gemeente Rotterdam Het iBMG is met de Gemeente Rotterdam in gesprek over een gezamenlijk onderzoeksprogramma. De gemeente wil onder andere laten onderzoeken of investering in bijvoorbeeld zorg of re-integratie in andere sectoren winst (maatschappelijk en financieel) oplevert en wil de rol van governance bekijken. Daarnaast verkent het iBMG samen met de Gemeente mogelijkheden voor andere onderzoeksprojecten. Internationalisering Het iBMG heeft al een sterke internationale reputatie en een uitgebreid netwerk. Veel onderzoekers werken intensief samen op internationaal niveau en nemen deel aan internationale netwerken. Het iBMG streeft er naar om ook de internationale diversiteit in het personeelsbeleid te vergroten door internationale expertise in huis te halen. In 2010 is in dit kader de bijzonder hoogleraar Prof. Øvretveit aangesteld (titel leerstoel: Quality and security in healthcare). De ontwikkeling van Global Health biedt tevens nieuwe stimulansen voor internationalisering.
15
3.3
Projecten t.a.v. ondersteuning onderzoek incl. informatiemanagement
Opleiding van promovendi en Graduate School Het iBMG heeft een grote en groeiende groep promovendi (AIO’s en junioronderzoekers). Desondanks is het aantal promoties de laatste twee jaar wat achter gebleven bij de verwachtingen:
Promoties
2006
2007
2008
2009
2010
2011
9
10
6
7
7
7
Het blijkt dat promotietrajecten vaak langer lopen dan vier jaar. Het iBMG gaat sterker sturen op de voortgang van de promotieonderzoeken (zie paragraaf 4.4.2). Het iBMG zal participeren in de Erasmus MC Graduate School. Vanwege het multidisciplinaire karakter van het iBMG en de grote variëteit in opleidingen die promovendi nodig hebben wordt promovendi de mogelijkheid geboden om bij diverse onderzoekscholen een opleiding op maat te volgen. Working paper series, Promas websites en MIS database In de loop van 2009 heeft het iBMG een rapporten en working paper-reeks opgezet om de zichtbaarheid en kwaliteit van rapporten en publicaties te bevorderen. In 2010 brengt het iBMG de reeks ook internationaal onder de aandacht via internationale netwerken. Voorts wil het iBMG haar onderzoek ook via websites sterker profileren. ESE, FSW en ERIM maken al naar tevredenheid gebruik van Promas voor de weergave van hun websites. Het iBMG onderzoekt of het ook met dit systeem gaat werken. Daarnaast kijkt het iBMG of het gebruik kan maken van de MIS database voor het opslaan van onderzoeksgegevens op een centrale plaats binnen de organisatie. In het kader van het stroomlijnen van de administratie van onderzoeksgegevens bekijkt het iBMG de mogelijkheden van personal Metis (systeem voor invoer van publicaties door onderzoekers zelf) en zal daartoe in 2011 een pilot starten.
16
4.
ORGANISATIE EN PROCESSEN
4.1
Algemene organisatorische ontwikkelingen
Het iBMG is per 1 januari 2010 teruggeplaatst naar de Erasmus Universiteit. In organisatorische zin betreft het een neutrale overgang. Er zijn geen wijzigingen in de organisatie aangebracht. Die staan voor 2011 evenmin op stapel. De forse personele groei die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden wordt in 2011 enigszins getemperd. Het iBMG gaat in 2011 voor slechts een beperkte personele groei. In het kader van de investeringen die op stapel staan (zie 5.2) begroten wij de totale formatie op 166,5 fte. Aangezien wij in 2010 denken uit te komen op een bezetting van rond de 160 fte (dus lager dan was begroot), betekent dit dus een toename met 6 à 7 fte. Dit is een bewuste keuze na de enorme groei die de afgelopen jaren is doorgemaakt. De management- en begeleidingslast zijn flink toegenomen. Daarnaast genereren de aangekondigde bezuinigingen bij de overheid onzekerheid over de opdrachtenportefeuille in 2011 en verder. Het iBMG geeft prioriteit aan het goed inbedden en het zekerstellen van financiële dekking voor de nieuwe medewerkers die recent zijn ingestroomd. 4.2
Algemene marketing en communicatie activiteiten
Het iBMG wil de hoge instroom in de bacheloropleiding behouden door actief middelbare scholen te benaderen in samenwerking met de stafafdeling Marketing en Communicatie (SMC). Op basis van de door hen ontwikkelde scholenmatrix en eigen onderzoek benaderen wij scholen met in potentie geïnteresseerde en goede leerlingen. De bereisbare afstand speelt hierbij nadrukkelijk een rol. Werving in postcodegebieden buiten de bereisbare afstand heeft minder zin. De scholen wordt actief een voorlichting aangeboden. Ook via gerichte zoekmachine campagnes en een proef via online platform TKMST benaderen wij scholieren die wij nu nog niet bereiken in die gebieden. Het schakelprogramma zorgt voor een flinke instroom in de masteropleidingen van het iBMG. Door de onzekerheid over de hoogte van het collegegeld voor tweede masteropleidingen is de instroom voor het schakelprogramma onzeker. Passende marketingactiviteiten anticiperen op deze onzekerheid. Voor extra instroom in masteropleidingen wordt voorts aandacht besteed aan het bepalen van een strategie voor internationale marketing. Dit betekent concreet het opzetten van internetcampagnes in specifiek gekozen landen. Voor de nationale markt wordt voor het eerst een aantal mastermeeloopdagen georganiseerd. Voor bacheloropleidingen is deze vorm van voorlichting al jaren succesvol. Studiekiezers hebben er behoefte aan en omdat er uitgebreid geïnformeerd kan worden, hebben wij er goede verwachtingen van dat een kiezer een betere studiekeuze kan maken en zo de kans op uitval kleiner wordt. Daarnaast wordt het arbeidsmarktperspectief op een creatieve manier nadrukkelijker gecommuniceerd omdat ‘wat kun je ermee?’ één van de grote vragen is bij studiekiezers. Om de uitingen in print persoonlijker, efficiënter en milieuvriendelijker te maken zal printing on demand en personalisatie ingevoerd worden bij de brochure over masteropleidingen van het iBMG. Dit gebeurt in nauwe afstemming met SMC. Voor onderwijs en onderzoek is Global Health is de komende jaren een speerpunt. Om dit initiatief te promoten wordt een website opgezet, houdt de coördinator een
17
blog bij en wordt aandacht binnen en buiten de EUR gevraagd en contact met de pers gezocht. In 2012 bestaat het iBMG 30 jaar. De voorbereidingen voor de organisatie van het jubileumprogramma zijn inmiddels gestart. In 2011 is het inhoudelijke programma voor met name een aansprekend congres gereed. Voor onder andere het uitnodigen van relaties is een goed werkend CRM systeem noodzakelijk. Er moet samen met verschillende partijen zoals SSC ICT hard gewerkt worden om het systeem goed werkend en volledig gevuld te krijgen. 4.3
Alumnibeleid
De alumnidatabase (SAP CRM) zal in 2011 nog beter benut worden. Het is noodzakelijk om het systeem op bepaalde punten te verbeteren. Hiervoor is er intensieve samenwerking met SMC. Het iBMG zoekt actief naar alumni in bijvoorbeeld sociale netwerken om zo de gegevens in het CRM aan te vullen. Hierbij gaat het vooral om de huidige baan / functie. Hierdoor stijgt de waarde van de gegevens in de database en kan het bijdragen aan het presenteren van het arbeidsmarktperspectief binnen de onderwijsmarketing. Het versterken van de band met alumni is een wens van het iBMG. De alumni zijn de ambassadeurs van het instituut en de opleidingen. Hierbij wordt uitdrukkelijk samengewerkt met de aBMG, de alumnivereniging van het iBMG. In 2010 wordt de seminaravond Zorg voor Kennis georganiseerd voor alumni van het iBMG. Deze avond staat in het teken van kennismaken en kennisdelen en zal door ruim 200 alumni worden bezocht. Het iBMG probeert ook actief contact te houden met internationale alumni die in hun eigen land werkzaam zijn in de zorgsector. Vanaf 2011 gaan wij buitenlandse alumni inzetten bij het invullen van de internationale strategie. 4.4
HRM beleid
4.4.1
Toelichting op ontwikkeling ondersteunende staf
In 2009 en 2010 is de aanzet gegeven voor professionalisering van de ondersteunende staf. Gezien de groei van het iBMG is gekozen voor versterking van de volgende ondersteunende functies: - (Bestuurs)secretariaat - Planning & Control (P&C) - Marketing & Communicatie (M&C) - Onderwijs Service Centrum (OSC) Er zijn nieuwe leidinggevenden aangesteld die deze teams trekken en in onderlinge afstemming onder leiding van de directeur bedrijfsvoering werken aan verbetering van de ondersteuning van de wetenschappelijke staf. Dit professionaliseringstraject zal in 2011 worden voortgezet en worden afgestemd op de projecten die voortkomen uit de verbetering bedrijfsvoering 2013 voor de gehele EUR. Het iBMG zet zich in voor een betere afstemming van taken en processen op stafdiensten en SSC’s. 4.4.2
Toelichting op ontwikkeling wetenschappelijke staf
De wetenschappelijke staf is in de afgelopen jaren sterk gegroeid maar deze groei vlakt nu af. In lijn met het CvB-beleid probeert het iBMG toptalent aan zich te binden. Hiervoor wordt onder meer gebruik gemaakt van de SOC-gelden maar wordt ook door iBMG geïnvesteerd in toptalent. Er wordt met sectieleiders gesproken over 18
doorgroeimogelijkheden naar UD- en UHD-posities. Op basis van het hooglerarenplan van iBMG worden voor strategische posities topwetenschappers gezocht of opgeleid. Daarnaast zijn er in de afgelopen jaren veel promovendi ingestroomd. Wij stellen vast dat promotietrajecten in de regel langer duren dan 4 jaar en zijn voornemens dit rendement te verhogen. Ons beleid bestaat uit de volgende kernpunten: - Promovendi worden als regel aangesteld op de functie promovendus (dus niet: wetenschappelijke onderzoeker) en hen wordt als norm meegegeven dat het promotietraject vier jaar duurt. - Voor iedereen die met een promotietraject start wordt een Opleidings- & Begeleidingsplan gemaakt waarin afspraken worden gemaakt over het onderzoek, het te volgen en te geven onderwijs (de norm is 40 ECTS) en de begeleiding die wordt geboden door promotor en copromotor. - Voor alle promovendi zijn opleidingen vrij toegankelijk op het gebied van onderwijs geven, het managen van het promotietraject (cursus Klaar in vier jaar’ van Birgitte Hertz) en academic writing (verzorgd door het TTC). - De voortgang van de promotietrajecten wordt gemonitord en teruggekoppeld aan het MT en de sectieleiders. De opbouw van de wetenschappelijke staf voorzien wij voor 2011 (afgezet tegen 2010 en 2009) als volgt: WP in fte Hoogleraar 1 Hoogleraar 2 UHD UD WD WO AIO SAS Totaal
2009 4,5 3,5 10,1 16,1 3,0 55,5 15,5 6,3 114,5
2010 4,9 4,1 11,8 22.0 4,8 54,2 27,3 6,1 136.5
2011 4,9 4,0 12,8 22,5 4,8 54,2 26,8 5,9 135,9
Tabel 3: Opbouw wetenschappelijke staf Van het WP zit meer dan 50% in een promotietraject (promovendi en WO). De totale staf is relatief jong, 50% is jonger dan 35 jaar. De verhouding man/vrouw ligt voor de totale staf rond de 48%/52%. De verhouding vast/tijdelijk personeel ligt voor de totale staf rond de 40%/60%. 4.4.3
Diversiteitbeleid
Binnen het iBMG zijn twee vrouwelijke hoogleraren werkzaam en vijf vrouwelijke UHD’s. Voor twee van hen wordt serieus onderzocht of zij op korte termijn (binnen 2 jaar) kunnen doorstroommogelijkheden naar een (bijzonder) hoogleraarschap. De directie van de twee BV’s van iBMG (iMTA en CMDz) wordt gevoerd door vrouwen en ook de directeur bedrijfsvoering is vrouw. Op dit moment hebben circa 20 medewerkers een niet-Nederlandse achtergrond. Er worden bewust meer internationale medewerkers aangetrokken en er wordt een positief klimaat gecreëerd voor meer diversiteit.
19
4.5
Huisvesting
In het J-gebouw heeft het iBMG een ambiance gekregen die past bij haar ambities. De inrichting is in nauw overleg met de medewerkers en het managementteam gekozen en onderstreept de identiteit van het iBMG. De moderne en huiselijke inrichting en de manifeste mogelijkheden voor onderling contact werken positief uit voor de samenwerking en de sfeer binnen het iBMG. Na de overkomst van de laatste groep uit het L-gebouw (medio 2010) zal de nieuwe huisvesting feestelijk worden ingewijd door alle medewerkers en hun partners. 4.6
Voorzieningen (buitenlandse) studenten
Het iBMG heeft zelf geen voorzieningen voor studenten behalve het Onderwijs Service Centrum. Voor het onderwijs wordt gebruik gemaakt van de collegezalen op de campus. Computerfaciliteiten voor studenten deelt het iBMG met de ESL en FHKW in het L-gebouw. Voor opvang van buitenlandse studenten maakt het iBMG gebruik van de faciliteiten van de EUR. In collegejaar 20010-2011 ontvangt het iBMG (net als vorig jaar) ruim 30 buitenlandse studenten. 4.7
Ondersteunende processen
In vervolg op het professionaliseren van de ondersteunende staf worden ook de ondersteunende processen gestroomlijnd en verbeterd. Bij de afdeling Financiën & Control wordt gewerkt aan het beschrijven van procedures en werkprocessen. In 2011 wordt deze klus afgerond. Bij het OSC ligt de focus op het stroomlijnen van de werkprocessen en het afstemmen daarvan op het SSC OOS. Daarnaast wordt de communicatie richting docenten en studenten verbeterd. Het iBMG wil graag aanhaken op het project ELO EUR waarmee de processen rond de onderwijsorganisatie in veel grotere mate dan nu het geval is digitaal kunnen worden ondersteund. 4.8
Overige facultaire projecten
Het iBMG heeft geen andere projecten op stapel staan voor 2011.
20
5.
FINANCIEN
5.1
Overall beeld faculteit
Het iBMG verkeert in een gezonde financiële positie. In de afgelopen jaren is een flinke buffer opgebouwd die het mogelijk maakt om te investeren in uitbreiding van de staf. In 2010 verwachten wij een verlies dat iets hoger is dan begroot. De belangrijkste reden ligt in de laatste tranche aan verbouwingskosten (circa K€ 450). Hiervoor was al een bedrag bestemd in de algemene reserve. Zonder de verbouwingskosten verwachten wij dus een exploitatietekort van circa K€ -468. Dit is in lijn met de doelstelling van 2010 om te investeren in het aantrekken van nieuw talent.
Budget Ext ink Kosten Resultaat Reserve
2006
2007
2008
2009
4.541 3.900 7.687 754 3.608
5.579 4.454 9.394 639 4.247
6.315 5.923 10.483 1.755 6.002
6.273 6.322 12.602 -7 5.995
2010 Prognose 6354 7.558 14.829 -918 5.077
2011 begroting 6.438 7.863 14.637 -336 4.741
Tabel 4: Financiële positie iBMG In het overzicht wordt zichtbaar dat het budget (rijksbijdrage) in de afgelopen jaren is gegroeid vanwege de groei in onderwijs en onderzoek bij een hogere bekostiging. Wij verwachten dat de eerste geldstroom de komende jaren verder zal groeien door de toenemende instroom in de bachelor- en masteropleidingen en het afgeven van diploma’s aan de groeiende studentengroep. De wijziging van de nieuwe bekostigingsstructuur van het onderwijs in de komende jaren is spannend voor het iBMG. In de eerste plaats omdat 70% van het eerstegeldstoombudget van iBMG nu wordt bepaald door de onderwijsprestaties. Het wijzigen van de parameters kan daarom veel invloed hebben op de basisfinanciering van het iBMG. In de tweede plaats heeft het iBMG veel zij-instroom in de masters via het schakeljaar. Het wegvallen van bekostigen van een tweede master zal ontegenzeggelijk negatieve consequenties hebben voor deze instroom. Gelukkig is het iBMG niet geheel afhankelijk van de eerstegeldstroom. Naar verwachting komt in 2011 circa 43% van de inkomsten van het iBMG (exclusief de BV’s) voort uit de 2e en 3e geldstroom (inclusief de BV’s gaat het om 55%). Het is te verwachten dat het iBMG in de komende jaren last zal krijgen van de gevolgen van het bezuinigingsbeleid van de overheid. De opdrachtenportefeuille zal goed in de gaten worden gehouden. Hiertoe wordt op geleide van de EUR een strenge projectenprocedure geïmplementeerd. 5.1.1
Samenvattend meerjarenbeleid faculteit qua omzet, kosten en resultaat exclusief gelieerde BV’s
Ons doel is om de reservepositie in de komende jaren binnen de marges te brengen die gangbaar zijn binnen de EUR (4% van het budget en 50% van de 2e/3e geldstroomomzet). In het financiële overzicht is aangegeven welk deel van de reserve bestemd is en welk deel vrij is in te zetten. Dit geeft een genuanceerder beeld en geeft minder druk om fors te investeren. Bovendien is te verwachten dat de aangekondigde overheidsbezuinigingen impact zullen hebben op de opdrachtenportefeuille in 2011 en daarna.
21
In dit verband zal het iBMG met extra aandacht sturen op een goede balans tussen investeringen, inkomsten en kosten. Mochten de inkomsten onvoldoende stijgen dan zal het kostenniveau moeten worden aangepast om niet in de problemen te geraken. De afdeling planning & control van iBMG is in 2011 voldoende geëquipeerd om deze processen goed te beheersen. Het iBMG hoopt wel op verdere inrichting en uitbouw van de (EUR)systemen die hierbij gebruikt kunnen worden (m.n. betere inrichting en benutting van SAP ten behoeve van goede managementinformatie). 5.1.2
Samenvattend meerjarenbeleid faculteit qua omzet, kosten en resultaat inclusief gelieerde BV’s
Tabel 5 biedt een geconsolideerd overzicht van de begroting 2011 van het iBMG en de BV’s die zijn gelieerd aan het iBMG. Vanuit iMTA BV wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe onderzoeksgebieden. Medewerkers die hiervoor worden aangetrokken worden aangesteld binnen de sectie GE-iMTA maar betaald door de BV. De investering wordt zichtbaar in het begrote resultaat van iMTA BV. Deze lijn zal de komende jaren worden voortgezet. CMDz BV is een opleidings-BV en functioneert zeer zelfstandig. De directeur van de BV is hoogleraar binnen de sectie HCG van iBMG. Het CMDz houdt voor 2011 rekening met een licht tegenvallende omzet gezien de economische situatie. Vandaar dat de BV een neutrale begroting presenteert. Het is gebruikelijk dat een eventuele winst deels wordt geïnvesteerd in onderzoek bij de sectie HCG van het iBMG. De begrotingscijfers van de Academie voor Medisch Specialisten BV zijn voor een derde deel opgenomen omdat de EUR Holding voor een derde deel eigenaar wordt van AMS BV.
Budget EUR Andere inkomsten Verrekeningen Totaal inkomsten Uitgaven Verrekeningen Verwacht Resultaat 2011
iBMG 6.438 6.202 1.661 14.301 13457 1.180 -336
iMTA BV
CMDz BV
AMS BV
1.692
1.307
376
1.692 286 1.582 -176
1.307 1.229 79 -1
376 373 3
Totaal 6438 9.577 1.661 17.676 15.345 2.841 -510
Tabel 5: Begroting 2011 Toelichting: - Het iBMG verwacht een exploitatieresultaat van K€ -336 dat ten laste zal gaan van de reservepositie. Dit is in lijn met de doelstelling om te investeren in onderwijs en onderzoek. Meer specifiek wordt geïnvesteerd in innovatief, multidisciplinair onderzoek (4 promotieplaatsen), aanpassing van de bacheloropleiding in het kader van ‘Goed uit de Startblokken’, verdere uitbouw van het thema Global health en de voorbereiding van een strategisch plan voor internationalisering en postacademisch onderwijs. - Van de BV’s vloeit K€ 1661 naar het iBMG (verrekeningen). Dit is voor personeel dat is aangesteld bij het iBMG en werk verricht voor de BV’s en voor bijdragen aan de materiële lasten van het iBMG. - iMTA BV verwacht een positief resultaat van K€ 50, maar zal K€ 226 investeren in nieuw personeel bij het iBMG op basis van een goedgekeurd investeringsplan.
22
-
5.2
Per saldo leidt dit tot een verwacht negatief resultaat van K€ 176 dat ten laste zal gaan van de reservepositie. Erasmus CMDz BV verwacht een positief exploitatieresultaat voor wat betreft de postinitiële opleidingen van K€ 78 en zal K€ 79 investeren in onderzoek. Projectmatige investeringen
De belangrijkste projecten waarin iBMG in 2011 naar verwachting zal investeren zijn: - onderzoeksprojecten die innovatief en multidisciplinair zijn voor promovendi (via ons interne onderzoeksinnovatiefonds) - aanpassing bacheloropleiding in het kader van ‘Goed uit de Startblokken’ (projectfinanciering van het CvB zullen wij aanvullen uit ons interne onderwijsinnovatiefonds) - verdere uitbouw van het thema Global health in samenwerking met ISS en MGZ - voorbereiding van een strategisch plan voor internationalisering - voorbereiding van een strategisch plan voor postacademisch onderwijs. In totaal is in de begroting 2011 een bedrag van K€ 825 gereserveerd voor deze investeringsprojecten. 5.3
Financiële risico’s / knelpunten
Voor het iBMG zijn op dit moment geen financiële risico’s aan de orde. De financiële reserve is voldoende groot om eventuele tegenvallers op te vangen. Wij zien als de belangrijkste risico’s: Risico 1 Een forse groei van de staf in combinatie met een daling van de externe inkomstenstroom (bijv. als gevolg van externe ontwikkelingen). Om dit te voorkomen zal het MT blijven sturen en stimuleren op acquisitievermogen bij (aankomend) leidinggevenden. Een tweede voorzorgsmaatregel is een voorzichtig aannamebeleid. Promovendi worden zoveel mogelijk als AIO aangenomen. Andere medewerkers worden eerst in tijdelijke dienst genomen voor een periode die niet langer is dan de doorlooptijd van een (extern gefinancierd) project (maar meestal startend met een jaaraanstelling). Een aanstelling voor onbepaalde tijd wordt pas verleend als vaststaat dat de medewerker goed gekwalificeerd is en voldoende in staat is om een bijdrage te leveren aan het verwerven van extern gefinancierde projecten. Op deze manier kunnen wij de verhouding vaste / tijdelijke staf laten aansluiten bij de financiële situatie. Risico 2 Toenemende omvang van de 2e en 3e geldstroom in relatie tot de 1e geldstroom waardoor onze afhankelijkheid van externe inkomsten groeit. De eerste maatregel in dit kader is sturing op groei van de rijksbijdrage. Wij doen dit o.m. door actieve onderwijsmarketing, sturen op rendementverhoging en door onze interne middelenverdeling geheel op O&O-prestaties te baseren. De tweede maatregel bestaat uit het versterken van de financiële en projectcontrole. Wij houden vinger aan de pols waar het de exploitatie van financiële eenheden en projecten betreft. Hiertoe worden op geleide van de EUR strengere procedures ingevoerd en word intensiever gerapporteerd en gecontroleerd.
23
6. BIJLAGEN: FINANCIELE BEGROTINGSFORMATS
Tabel 1 Financieel meerjaren beeld 2009-2013 iBMG KostenOmschrijving soorten Budget 8.40 Overgedragen budgetten 8.41 Nog te mandateren budget Overige baten 8.130 Opbrengsten 2e geldstroom 8.131 Opbrengsten 3e geldstroom onderzoek * w.v. aan derden over te dragen 8.135 Opbrengsten 3e geldstroom onderwijs 8.16 Overige opbrengsten 8.3 Verrekeningen Totaal Baten
4.110/111/12 4.112/1138 4.13/14/16 4.15
4.21 4.22 4.23 4.24 4.25 4.26
Personele lasten Beloningen voor arbeid & Sociale Lasten Overige arbeidstoelagen Ov. PL/Uitzendkr. & declaranten/Uitkeringen/Ruimte Storting voorziening Wachtgeldfonds Materiële lasten Huisvestingslasten Apparatuur & inventaris Ge- en verbruiksgoederen Dienstverlening Beheers- en bestuurskosten Inkomensoverdrachten
4.3 Verrekeningen (incl. huisvesting en ICT) Totaal Lasten Resultaat 8.71 Mutatie in facultaire reserve en Onttrekkingen aan M.J.P. fondsen
Jaarr. 2009
Begr. 2010
Progn. 2010
Begr. 2011
in k€ Begr. 2012
Begr. 2013
5.720
5.859 184
6.034 320
6.120 318
6.242 410
6.367 415
1.606 1.644
1.874 1.920
2.378 2.029
2.515 2.114
2.641 2.220
2.773 2.331
360 1.867
438 775
563 711
563 1.010
570 1.061
580 1.114
1.398
1.587
1.877
1.661
1.744
1.831
12.595
12.637
13.912
14.301
14.887
15.410
9.143 147 550
10.542 150 225
11.177 150 284
11.125 150 256
11.459 175 200
11.803 175 200
0 0 1.432 0 0 0
0 0 2.070 0 0 0
1.926
1.974
2.024
271
1.156
1.148
1.180
1.210
1.240
12.602
13.505
14.829
14.637
15.017
15.441
-7
-868
-917
-336
-130
-30
6.120 -87 85 320 6.438
6.242
6.367
90 320 6.652
95 320 6.782
2.491
Zie ook specificaties 3, 4 en 5
8.40 Overgedragen budgetten Kadernota Rechtspositionele maatregelen Niet EER Socgelden
Algemene geoormerkte reserve BZO innovatiebudget GE - iMTA innovatiebudget ZKV innovatiebudget GR innovatiebudget HCG innovatiebudget B&O Reserve Walburg Leerstoel Steenhoek Leerstoel Trappenburg Ziekterisico Wachtgeld Overhead ICTO fonds Invoering minoren Beleidsruimte onderwijs Huisvesting Totaal geoormerkt Algemene vrije reserve BZO GE - iMTA ZKV GR HCG Algemeen Totaal vrij Totaal
2010 € 169.615 € 555.012 € 429.566 € 20.250 € 187.500 € 79.285 € 133.013 € 12.841 € 200.000 € 100.000 € 100.000 € 26.281 € 20.000 € 120.130 € 432.308 € 2.585.800
290.977 376.604 1.142.729 474.370 429.060 695.874 3.409.614 € 5.995.414
in k€
Tabel 2: Overzicht naar activiteiten iBMG Onderwijs 1e geldstroom Contractonderwijs Onderwijsdienstverlening Ondersteuning onderwijs Onderzoek 1e geldstroom OZ-scholen Overig 2e geldstroom NWO alg. Veni, Vidi, Vici Overig oz 3e geldstroom Ondersteuning onderzoek Overig Bestuur, Beleid en Beheer Beleidsruimte Huisvesting Inform. & automatisering Overige u-brede voorzieningen Overige clearing activiteiten*) *)
PL
Lasten Baten ML Verr. Budget Ov.Baten Verr. 2.576 690 507 3.059 563
PL
Verr.
ML 2.576
690
507
Budget Ov.Baten 3.059
369
PL
320
2.536
248
3.474
298 ML
2.515
166 Verr.
3.124 Budget
Zoals: bijvoorbeeld subsidies, contributies/lidmaatschappen, en arbeidsvoorwaarden.
Ov.Baten
Resultaat 0 -714,0 563,0 0,0 0,0 Verr. Resultaat 0 -714,0 0,0 -49,0 0,0 -269,0 0,0 0,0 1.661 847,0 0,0 Verr. Resultaat 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Tabel 3 Personeelsbezetting & lasten Rangcategorie
Bezetting 2009
in fte Geraamde bezetting 2010 2011 2012 2013
in k€ Personeelslast 2011
*01 Hoogleraar 1 *02 Hoogleraar 2 *03 Universitair hoofddocent *04 Universitair docent *05 Wetenschappelijk docent *06 Wetenschappelijk onderzoeker *09 Promovendus (AIO) *10 Student assistent Subtotaal Wetenschappelijk Personeel
4,52 3,50 10,05 16,09 3,03 55,48 15,54 6,28 114,49
5,77 4,60 11,80 21,96 4,79 54,21 27,26 6,14 136,53
4,87 4,00 12,80 22,47 4,79 54,21 26,82 5,87 135,83
5,77 4,60 13,30 22,47 5,45 55,21 27,52 6,25 140,57
5,77 4,60 13,80 22,97 5,45 55,80 30,52 6,50 145,41
628.457 497.656 1.433.169 1.927.184 360.659 3.243.379 1.170.640 132.169 9.393.313
*11 schaal 15-18 *12 schaal 12-14 *13 schaal 10-11 *14 schaal 7-9 *15 schaal 4-6 *16 schaal 1-3 Subtotaal Onderst. & Beheerspersoneel
2,00 5,55 17,01 4,53 29,09
1,00 1,20 6,45 15,68 5,13 29,46
1,00 4,40 4,45 15,04 5,20 0,60 30,69
1,00 3,40 5,45 15,09 5,70 0,60 31,24
1,00 3,40 5,45 15,59 5,53 0,60 31,57
117.499 381.449 298.146 721.388 198.876 13.735 1.731.093
165,99
166,52
171,81
176,98
11.124.406
Overige arbeidstoelagen (411200 tot en met 411380) Overige personele lasten (4.13) Uitzendkrachten & declaranten (4.14) Storting Wachtgeldfonds (4.15) Uitkeringen (4.16) Ruimte (4.13980) 143,58
Totaal Personeelsbezetting & lasten
Ontwikkeling bezetting in fte 200,00 180,00 160,00 140,00 120,00 obp wp
100,00 80,00 60,00 40,00 20,00 -
(Raming) bezetting 2009 wp obp Ontwikkeling bezetting iBMG in fte.
2010
2.009,00 114,49 29,09
2.010,00 2.011,00 2011 135,83 136,53 29,46 30,69
####### 2.013,00 2012 145,41 140,57 31,24 31,57
2013
Tabel 4 Specificatie externe baten iBMG Batensoort Omschrijving Inkomstenbron 8.130 Baten 2e geldstroom NWO KNAW 8.131
8.135
Baten 3e geldstroom
Inkomsten EU Inkomsten TI Pharma Inkomsten CVZ Inkomsten GENERO Inkomsten CBOG Inkomsten VU Inkomsten AmCham Inkomsten Zorgnet Inkomsten Zorgportaal Inkomsten Arkin Inkomsten IGZ Inkomsten Achmea Inkomsten ZPH Inkomsten Pfizer Inkomsten Oogziekenhuis Inkomsten Logis Inkomsten Cordaan Inkomsten COO Inkomsten nog te werven
1)
350 238
59 54 25 35 143
600
563
Overige opbrengsten 1) Inkomsten VWS Inkomsten commercieel bv Inkomsten NPCF Inkomsten Min.Frankrijk Inkomsten Leerstoelen Inkomsten Korsakov Inkomsten EMC Inkomsten nog te werven
8.17 Totaal
610
Contractonderwijs Inkomsten Schakeljaar
8.16
in k€ Bedrag 2515
202 1660 100 0 100 50 37 522
Rentebaten
Zoals detacheringen (8160x), doorberekende opbrengsten en verhuurbaten onroerende zaken (816100/780) en donaties en schenkingen (8169x).
7863
Tabel 5 Meerjarenraming investeringen apparatuur & inventaris iBM in k€ 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Netto investering Afschrijving lopende jaar Afschrijving voorgaande jaren Totaal afschrijving Desinvesteringen Extra stortingen 1)
Te denken is onder meer aan 1e inrichting, interne verbouwingen en PC-zalen.
Tabel 6 Meerjarenraming projectenkosten Visie 2013 2008 2009 2010 Herkomst middelen * Faculteit * Derden * CvB * (overig) Totaal
2011
2012
in k€ 2013
Format 1.1 Personeelsformatie Loonpeil januari 2010 tbv begroting 2011 PERSONEEL Bezetting 2011
Schaalsalaris gemid. totaal
*01 *02 *03 *04 *05 *06 *09 *10
93.512 90.155 81.135 62.150 54.561 43.355 31.629 16.316
Hoogleraar 1 Hoogleraar 2 Universitair hoofddocent Universitair docent Wetenschappelijk docent Wetenschappelijk onderzoeker Promovendus Student assistent
Totaal Wetenschappelijk Perso *11 *12 *13 *14 *15 *16 *17
*21 *22 *23 *24 *25
4,87 4,00 12,80 22,47 4,79 54,21 26,82 5,87
iBMG 8-09-10
135,83
455.403 360.620 1.038.528 1.396.511 261.347 2.350.275 848.290 95.775
Personeelslast gemid. totaal 129.047 124.414 111.966 85.767 75.294 59.830 43.648 22.516
6.806.748
schaal 15-18 schaal 12-14 schaal 10-11 schaal 7-9 schaal 4-6 schaal 1-3 overig
1,00 4,40 4,45 15,04 5,20 0,60
85.145 62.821 48.550 34.757 27.714 16.588 -
Totaal Onderst.-beheersperson
30,69
85.145 276.412 216.048 522.745 144.113 9.953 1.254.415
166,52
8.061.164
628.457 497.656 1.433.169 1.927.184 360.659 3.243.379 1.170.640 132.169
9.393.313 117.499 86.693 66.999 47.965 38.245 22.891 -
117.499 381.449 298.146 721.388 198.876 13.735 1.731.093
Overige personeelslast Uitzendkrachten/declaranten Uitkeringen Storting Wachtgeldfonds Beleidsruimte
TOTAAL
11.124.406
Prof.dr. W.R.F. Notten Voorzitter iBMG Kamer J7-11
M. Varkevisser (voorzitter BMG-raad) Bezoekadres Burgemeester Oudlaan 50 Kamer J8-03 Postadres
Postbus 1738 3000 DR Rotterdam
Doorkiesnr
cc: drs. M.S. Veenstra
010 - 408 9105
Fax
010 - 408 9094
E-mail
[email protected]
Internet
www.bmg.eur.nl
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Datum
2010/006
n.v.t.
26 november 2010
Onderwerp
Begroting 2011 Geachte heer Notten, De BMG-raad heeft met belangstelling kennis genomen van het begrotingsplan iBMG voor het jaar 2011. Conform artikel 15, lid 2 van het Reglement iBMG dient bij het begrotingsplan het advies van de BMG-raad te worden gevoegd. Middels deze brief laat ik u weten dat de BMG-raad positief adviseert over het voorliggende begrotingsplan.
Met vriendelijke groet,
Marco Varkevisser Voorzitter BMG-raad