Informatie voor docenten/begeleiders Maatschappelijke stage Wat is de maatschappelijke stage? Maatschappelijke stages zijn een vast en verplicht onderdeel van het onderwijs op elke school voor voortgezet onderwijs in Nederland. Ze maken deel uit van het onderwijsprogramma van scholen. Ze zijn er om leerlingen als vrijwilliger ervaringen te laten op doen en te laten leren vanuit de gedachte ‘Samen leven kun je leren’. Meer specifiek kan het gaan om doelen als: • Ontdekken wat er in de maatschappij te koop is; • Leren van vaardigheden op sociaal en communicatief gebied; • Leren dragen van verantwoordelijkheid; • Ervaren wat het betekent om mensen te helpen; • Ervaren wat vrijwilligerswerk is en hoe belangrijk dat is voor alle mensen in onze samenleving. Bij maatschappelijke stages gaat het altijd om onbetaald vrijwilligerswerk dat leerlingen uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de school. Scholen stimuleren leerlingen vaak om zelf naar stageplaatsen te zoeken. Meestal hebben ze (daarnaast) ook een aanbod aan stageplaatsen waaruit leerlingen kunnen kiezen. Ze kunnen veelal gebruik maken van de diensten van vrijwilligerscentrales of vrijwilligerssteunpunten. De stages vinden buiten de school plaats, maar soms biedt de school zelf ook stageplekken binnen de school aan ( bijv open dag, corvee , theateravond )
Wat is de ruimte voor eigen invulling? Scholen hebben veel ruimte om stages op hun manier te regelen en om criteria vast te stellen voor wat een ‘geschikte’ stageplaats is. Hierbij is richtinggevend wat de school met deze stage wil bereiken. Binnen deze context is het van groot belang dat een leerling aan de slag gaat met een stage die hem of haar zinvol lijkt. Begeleiding van leerlingen vanuit de stageplek en vanuit de school is een wezenlijk deel van de stage. Leerlingen hebben begeleiding nodig en verwachten die ook te krijgen. De school heeft een eigen onderwijsbelang bij maatschappelijke stage vanuit haar visie en doelen en is verantwoordelijk voor een uitvoering door leerlingen die aan haar eisen voldoet. Het gaat hierbij om een aantal uitgangspunten: • Scholen moeten iedere leerling in totaal minimaal 72 uur maatschappelijke stage laten verrichten. Dit is exclusief de tijd voor voorbereiding en afronding van de stage op school. • Maatschappelijke stages zijn een onderdeel van het onderwijsprogramma. • Scholen regelen zelf hoe ze maatschappelijke stages vorm en inhoud geven en in welk leerjaar de stage plaatsvindt. De stage kan ook verdeeld worden over meerdere leerjaren.
Scholen stellen zelf criteria op waaraan de stage moet voldoen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het een soort beroepsgerichte stage wordt, om vaardigheden en competenties op te doen voor een later beroep. Of dat organisaties de maatschappelijke stagiair inzetten als een goedkope arbeidskracht. Een maatschappelijke stage kan een leerling natuurlijk wel enthousiast maken voor een bepaald beroep. • Maatschappelijke stages zijn vrijwilligerswerk en altijd onbetaald. Het is in het belang van de school, leerlingen en ouders en van de stagebiedende organisaties om de maatschappelijke stages duidelijk te onderscheiden van beroeps(oriënterende) stages. • •
Waarom is het? Alle leerlingen in het voorgezet onderwijs, volgen in hun opleiding een of meer maatschappelijke stages. Het primaire doel is jongeren tijdens hun schooltijd kennis te laten maken met de samenleving en daar een onbetaalde bijdrage aan te leveren. Het geeft hen de mogelijkheid om buiten de school te leren en daarbij op een andere manier kennis te maken met de samenleving en met bepaalde groepen in deze samenleving, waar ze anders misschien niet zo snel mee in contact komen. Het stelt de leerlingen in staat om zich meer betrokken te voelen bij de maatschappij, op een praktische manier te leren welke normen en waarden belangrijk zijn in onze samenleving en zich verantwoordelijk te voelen voor een stukje van de samenleving. Een bijkomend doel van maatschappelijke stage is dat jongeren de belangstelling kunnen ontwikkelen om zelf (nu of later) vrijwilligerswerk te doen. Wanneer we ons realiseren dat miljoenen mensen bij tijd en wijle of voor langere tijd vrijwilligerswerk doen (van het laten draaien van een sportclub tot het doen van boodschappen voor zieke buren), dan is de onmisbaarheid van vrijwilligerswerk voor een goed functionerende samenleving een uitgemaakte zaak. Naast de onderwijsdoelen die de school voor de leerlingen formuleert, blijkt dat veel leerlingen een maatschappelijke stage gewoon als een leuke, waardevolle en soms spannende ervaring beleven.
Wat leren leerlingen van deze stages? Voor veel leerlingen zelf staat het belang om iets te leren voorop. Leerlingen die reeds een maatschappelijke uit hebben gevoerd noemen o.a.: hun talenten ontdekken, leren organiseren, mensenkennis opdoen, sociale vaardigheden ontwikkelen. Voor hen speelt een grote rol: - waardering te krijgen - hun zelfvertrouwen te versterken - samen te werken met andere leerlingen - het gevoel te hebben iets nuttigs voor onbekende anderen te betekenen In overleg met de begeleidende docent is het mogelijk dat leerlingen hun stage samen met één of meerdere medeleerlingen uitvoeren.
Wat is er mogelijk aan stages? Er is een breed scala kunt aan stageplaatsen. Bijvoorbeeld bij vrijwilligersorganisaties, zorg- of welzijnsinstellingen of de kinderboerderij. Het principe is echter altijd dat je iets voor anderen doet zonder daar een vergoeding voor terug te krijgen. De activiteiten kunnen per stageplaats sterk uiteenlopen en vragen om verschillende vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan koffieschenken in een bejaardentehuis, helpen bij het maken van kerststukjes voor een verzorgingstehuis, voetballen met gehandicapten, het geven van een ‘mobieltjescursus’ of computerles aan bejaarden, het schoonmaken van dierenhokken op de kinderboerderij of in het asiel, het begeleiden van bejaarden of gehandicapten bij een uitje, het opvoeren van een toneelstukje voor kinderen, helpen in een kinderdagverblijf, het organiseren van een sportdag voor gehandicapten of helpen bij natuurbehoud door bijvoorbeeld het knotten van wilgen.
Verschil met beroepsstage Het grootste verschil tussen een beroepsstage (snuffelstage,e.d.) en een maatschappelijke stage is dat een beroepsstage in het teken staat van een toekomstig beroep en een maatschappelijke stage per definitie vrijwilligerswerk is en niet op de beroepenwereld gericht is. Het kan natuurlijk een bijeffect zijn dat leerlingen beter zicht krijgen op een arbeidssector of een beroep. Een verschil met een beroepsstage is soms een vergoeding. Maatschappelijke stages vinden altijd plaats zonder dat er betaling tegenover staat en zijn doorgaans ondergebracht bij niet-commerciële instellingen.
Specifiek voor het Stedelijk College Eindhoven Avignonlaan: -
-
In schooljaar 2006-2007 zijn de maatschappelijke stages voor leerlingen van de sector zorg/welzijn voorzichtig van start gegaan . In schooljaar 2007-2008 zijn de maatschappelijke stages voor leerlingen van de sector zorg/welzijn verplicht gesteld. Deze verplichting houdt in: 20 uur in leerjaar 3 en 15 uur in leerjaar 4. Leerlingen die voldoen aan de eisen krijgen tijdens de diplomauitreiking een certificaat uitgereikt. In schooljaar 2008-2009 starten alle leerlingen leerjaar 1 met hun maatschappelijke stage. De verplichting voor hen is 20 uur. Voor de leerlingen van de sector zorg/welzijn verandert er niets, de verplichting van 20 uur in leerjaar 3 en 15 uur in leerjaar 4 blijft.
-
Leerlingen van de sector techniek en economie gaan ook op kleine schaal experimenteel van start met maatschappelijke stages. In schooljaar 2009-2010 gaan ook de leerlingen van leerjaar 2 20 uur aan hun maatschappelijke stages werken. In schooljaar 2010-2011 lopen alle leerlingen een aantal uren maatschappelijke stage namelijk: Leerjaar 1 20 uur Leerjaar 2 20 uur Leerjaar 3 20 uur Leerjaar 4 15 uur.
De maatschappelijke stage wordt als een verplicht onderdeel opgenomen in het PTA. Leerlingen zijn via school verzekerd voor deze stage. De mentor is degene die het proces bewaakt en verantwoordelijk is voor de schriftelijke vastlegging. Van belang is dat bij de overgang naar een volgend leerjaar de gegevens niet verloren gaan. Daarom zal van elke leerling een verzamelstaat in zijn dossier bewaard dienen te worden ( digitaal). Tijdens de algemene ouderavond aan het begin van het schooljaar worden de ouders over de maatschappelijke stages geïnformeerd. Voor leerlingen en mentor is er een lesbrief. Dit werkboekje dient ten behoeve van de voorbereiding van de stage, en wordt tijdens de mentorlessen met de leerlingen doorgenomen . In dit boekje zijn ook een aantal stageformulieren opgenomen en een verzamelstaat voor elke leerling waarop alle maatschappelijke stageactiviteiten kunnen worden beschreven. De leerling dient voor elke activiteit een formulier in te vullen en te laten ondertekenen door zijn contactpersoon van het stageadres. De ingevulde formulieren worden door de mentor verzameld en bewaard. Ook de digitale versie van het stageformulier en de verzamellijst worden door de leerling ingevuld. De mentor is verantwoordelijk voor de volledigheid en de juistheid van de digitale versie van de stageverslagen en de verzamellijst. Leerlingen kunnen in overleg met hun mentor ook meer dan het aantal verplichte uren in een jaar stage lopen, het teveel nemen ze mee naar het volgende schooljaar. Zo kan een leerling die in een schooljaar uren tekort komt deze uiteraard in een volgend schooljaar nog inhalen. Het is echter beslist niet de bedoeling dat leerlingen al hun uren in één schooljaar maken, elke leerling dient dus gedurende elk schooljaar aan zijn maatschappelijke stage-taak te voldoen. Gedurende elk schooljaar kunnen leerlingen uit elk leerjaar ook een deel van hun maatschappelijke stage binnen de eigen school invullen, echter niet meer dan 5 uur per jaar ( rekening houdend met het aantal beschikbare plaatsen in de school en het totaal aantal leerlingen dat de school telt ). Het examenbureau controleert of elke leerling aan zijn verplichtingen m.b.t. de maatschappelijke stage heeft voldaan. Pas als aan alle voorwaarden is voldaan, heeft de leerling recht op zijn/haar diploma.