Functieomschrijving van begeleiders ‘dagbesteding’ 1. Inleidende visie over de functie van begeleider Begeleiden van personen met een mentale handicap is veelomvattend en uitdagend. De begeleider vormt de spil van de dagelijkse en continue zorg en/of ondersteuning voor personen met een mentale handicap. Hij biedt directe begeleiding aan de individuele bewoner/deelnemer, optimaal afgestemd op zijn vragen, vanuit een liefdevolle en emancipatorische grondhouding. Dit vraagt van begeleiders een grote draagkracht en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden. Cfr. Referentiekader: Ethiek van de professionele ondersteuningsrelatie
De geïntegreerde ergotherapeuten en de begeleiders van het Centrum voor Dagbesteding (CvD) hebben een specifieke opdracht m.b.t. het dagbestedingprogramma van de bewoners/deelnemers. Deze begeleiders hebben hun specifieke kennis en vaardigheden om een vraaggeoriënteerd activiteitenaanbod te kunnen bieden. De functieomschrijving omvat een globale opsomming van deze begeleidingsopdrachten. De concrete invulling kan echter maar gebeuren door naast de functieomschrijving, ook de dienstengids te nemen van de werkplaats waar een begeleider tewerkgesteld wordt, en deze twee samen te voegen. Elke werkplaats heeft namelijk zijn eigenheid, en vult nog een aantal zaken aan, typerend voor de betrokken bewoners / deelnemers. Deze functieomschrijving kan niet los gezien worden van de functieomschrijving van de verantwoordelijke, de coördinator, de ortho-agoog en de medewerker sociale dienst. Zij hebben een ondersteunende en coachende rol naar de begeleiders toe. Deze coaching betreft inhoudelijke keuzes over bijvoorbeeld deelverantwoordelijkheden, persoonlijk begeleiderschap,… Zij kunnen deze coaching maar waarmaken in de mate dat de begeleider zich constructief opstelt t.o.v. hen en hun opdracht. Deze en de ander nauw verweven functieomschrijvingen (woonbegeleiders,paramedici,…) veronderstellen een fundamenteel wederzijds respect voor de functie en de bereidheid de eigen werking af te stemmen op de samenwerking met de anderen.
2. Opdracht m.b.t. bewoners/deelnemers In dit kader worden een aantal specifieke competenties verwacht van alle begeleiders dagbesteding: • actief bijdragen tot het opstellen van een gevarieerd en vraaggeoriënteerd activiteitenaanbod en zoeken naar mogelijkheden tot verruiming van de leefwereld van deelnemers • beschikken over de nodige vaardigheden om het activiteitenschema te realiseren • deelnemers kunnen motiveren tot deelname aan het activiteitenaanbod, en deze activiteiten samen met hen opnemen. • inschatten van de mogelijkheden en noden van deelnemers/bewoners • activiteiten kunnen aanbieden op maat, en indien nodig passende hulpmiddelen creëren om hen deze activiteiten (zo) zelfstandig (mogelijk) te laten uitvoeren. • werken met specifieke (ergotherapeutische) doelstellingen en methodieken; het eigen aanbod en de doelstellingen afstemmen op andere elementen uit de dienstverleningsplannen. 1
• • • • • •
bijdragen tot de uitbouw van dienstverlenende activiteiten binnen en buiten het centrum zelfstandig kunnen werken zoeken naar en open staan voor nieuwe technieken en activiteiten, en deze introduceren signalen van bewoners/deelnemers welke bijvoorbeeld via individuele gesprekken opgevangen worden, opvolgen en/of melden aan de (persoonlijk) begeleider organiseren van en/of ondersteunen van activiteiten in de maatschappij inspelen op de beleving en de draagkracht van de bewoner/deelnemer, in functie van het therapeutisch werken
De geïntegreerde ergotherapeuten zullen bijkomend nog extra aandacht hebben voor: • ondersteunen bij ADL-momenten • aanbieden en/of trekken van woongroepoverstijgende activiteiten • ondersteunen en/of trekken van woongroepactiviteiten die veel mankracht vragen zoals paardrijden, zwemmen, Sherborne, … • speuren naar (eventueel kleine, onduidelijke) signalen vanwege bewoners waarmee ze hun zorgvraag en voorkeuren uiten De begeleiders in de centra voor dagbesteding zullen bijkomend ook de rol opnemen van persoonlijk begeleider (behalve in Borgwal). De persoonlijk begeleider neemt een speciale plaats in als belangenbehartiger voor zijn/haar deelnemers, en staat ook in voor het persoonlijk dossier. In alle centra voor dagbesteding wordt bijzondere aandacht besteed aan: • bewoners/deelnemers stimuleren om hun eigen zorgvraag te leren kennen en te uiten, hen uitnodigen tot het maken van keuzes. Indien wenselijk en haalbaar hierrond ook individuele overlegmomenten organiseren. Dit kan een bijzondere opdracht zijn voor de persoonlijk begeleider. • in samenspraak met bewoners/deelnemers regels en afspraken maken binnen de werking en toezien op de naleving ervan. Zorgen voor een vertaling op maat van iedereen. • organiseren van inspraakvergaderingen voor de deelnemers • bemiddelen bij en hanteren van conflicten en situaties, en de groepsdynamiek kunnen beïnvloeden. • zorgen voor een gepaste groepssfeer. • bevorderen van de integratie van nieuwe bewoners/deelnemers in de groep. De jobcoach ondersteunt de bewoner/deelnemer in een specifieke vorm van dagbesteding nl. begeleid werken en werkt volgens een specifieke methodiek: * De opdracht van de jobcoach is de bewoner/deelnemer te begeleiden op basis van de Supported Employment Methodiek (zie dienstengids). Deze methodiek laat zich omschrijven als het geheel van ondersteunende maatregelen aan werkgever en cliënt met een beperking, waardoor het mogelijk wordt dat deze een vrijwillige job kan verwerven en behouden op de reguliere arbeidsmarkt. Bij uitbreiding kunnen ook medewerkers van het eigen centrum de rol vervullen van werkgever en aldus begeleid worden door de jobcoach. * Kenmerkend voor deze methodiek is de fasering van de trajectbegeleiding die loopt van de assessment tot de jobfinding, jobanalyse, jobmatching om vervolgens te komen tot de jobcoaching en structurele opvolging (pro-actief) * In het centrum werkt de jobcoach samen met de persoonlijke begeleiders, de betrokken ortho-agoog en de medewerker sociale dienst. 2
* Buiten het centrum werkt de jobcoach samen met de werkgever van de cliënt en ondersteunt zowel de bewoner/deelnemer als zijn werkgever, zowel door participatie als door ondersteunende gesprekken. * De jobcoach heeft ook een duidelijke opdracht voor het zoeken naar werkmogelijkheden binnen en buiten het centrum, en tot het leggen en onderhouden van contacten die dit mogelijk maken. * Voor wie dat haalbaar is ondersteunt de jobcoach ook het proces van vrijwillig naar verloond werk.
3. Opdracht met betrekking tot de medewerkers 3.1 Het multidisciplinair team • overleggen en bijdrage leveren tot het opstellen van het dienstverleningsplan van elke bewoner/deelnemer (dit kunnen zowel de driejaarlijkse besprekingen van het dienstverleningsplan zijn, of het bespreken van doelstellingen of knelpunten.) • overleggen en opstellen van de werkingsvisie (dit kunnen ook doelstellingen op het niveau van de eigen werking zijn, of uitwerkingen van het (afdelings)beleidsplan dat vertaald worden naar de eigen werking. Deze documenten zitten in de dienstengids). • overleggen over de organisatie van activiteiten, projecten, vormingsinitiatieven, … • overleggen over en uitwerken van specifieke methodieken • samenwerken met andere teamleden op professionele wijze. Dit houdt in: initiatief nemen en constructief deelnemen aan overleg, consequent uitvoeren van afspraken in het kader van verantwoord handelen Cfr. Directienota: Verantwoord handelen
constructief meewerken aan de sfeer in een team rekening houden met de waarden en normen van collega’s voor de eigen mening uitkomen en zichzelf zijn binnen het team. eigen deelverantwoordelijkheden opnemen initiatief nemen flexibel werken bij ziekte, dienstwissels, onverwachte situaties kunnen omgaan met een beslissing waar je als begeleider niet achter staat. op elkaar inspelen en samenwerken; wanneer meerdere begeleiders op dienst staan, is afstemming op elkaar heel belangrijk. werken met de uitdagingen die veranderingen meebrengen, zoals nieuwe collega’s, een nieuwe visie, … • bewust omgaan met jezelf als deel van het geheel. Het geheel is meer dan de som van de delen, en dat werkt pas als elk deeltje bezorgd is om het geheel. Het eigen individuele handelen moet voortdurend getoetst worden aan de visie van het team en de organisatie. Als lid van een team heb je je eigen taken, maar je blijft medeverantwoordelijk voor de taken van anderen. Oog hebben voor elkaars welzijn en draagkracht is een must. • bereid zijn om feedback en bijsturing te krijgen, en deze ook aan collega’s te geven. Dit betekent dat je constructief moet meewerken door jezelf open en ‘kwetsbaar’ op te stellen, en anderzijds gevoelige punten van anderen durven bespreekbaar te maken. (met de betrokkene rechtstreeks en/of in team). • binnen het multidisciplinair team respect tonen voor elkaars functie Alle leden van het multidisciplinaire team leveren hun bijdrage in het opstellen, uitvoeren en evalueren van het dienstverleningsplan. 3
Cfr. Procedure Het opstellen, het uitvoeren en evalueren van het dienstverleningsplan
In dit kader wordt een vlotte samenwerking verwacht met de ortho-agoog die instaat voor de coördinatie van het opstellen van het dienstverleningsplan. In elke dienstengids zijn hiervoor specifieke afspraken voorzien. Aangezien het persoonlijk dossier in de woongroep wordt bijgehouden, is een vlot contact met de (persoonlijk) begeleiders (informatie doorgeven, informatie vragen) noodzakelijk. Telefoneren en mailen is vaak de aangewezen weg voor snelle en korte maar noodzakelijke contacten rond concrete alledaagse zaken. Ook actieve samenwerking met alle betrokkenen (verpleegkundige, kinesitherapeut, arts, medewerker sociale dienst,. …) zowel via informeel als formeel overleg is noodzakelijk.
3.2 Andere medewerkers • respect tonen voor de functie van medewerkers uit andere departementen. Deze constructieve basishouding wordt ook verondersteld naar de medewerkers van andere diensten en departementen en zorgt ervoor dat elke andere medewerker zijn werk goed kan doen. zorgen voor een passend onthaal attent zijn op het maken en opvolgen van goede afspraken bewaken of zorgen voor een goede sfeer doorgeven van relevante informatie 3.3 Begeleiding van nieuwe personeelsleden en stagiairs • opnemen van mentorschap voor stagiairs • coaching van nieuwe personeelsleden Cfr. Directienota: introductie nieuwe medewerkers
4. Opdracht met betrekking tot de organisatie Bijdragen tot het activiteitenschema: • Meewerken aan de jaarlijkse evaluatie van de bestaande activiteiten en indien nodig of wenselijk, aan de wenselijke aanpassingen. • Bijdragen tot de vertaling van het wenselijke activiteitenaanbod in standaard weekschema’s. • Aanpassen van het standaardschema voor elke concrete werkweek aan de hand van actuele praktische informatie. In functie hiervan zijn verschillende instrumenten uitgewerkt op de diverse diensten. Het registreren en doorgeven van relevante informatie voor de planning is een taak voor elke begeleider. In de drie centra voor dagbesteding past de verantwoordelijke deze schema’s wekelijks aan op basis van de beschikbare informatie. • Aanpassingen van het activiteitenschema op dagbasis waar nodig. Organisatie van het dagbestedingsgebeuren • Stappen ondernemen (indien nodig), die te maken hebben met een ruimere organisatie van het gebeuren. Middelen die hierbij ter ondersteuning kunnen worden gebruikt: procedures, directienota’s, weekinfo, dienstengids, … • Uitvoeren van deelverantwoordelijkheden. Bij een deelverantwoordelijkheid behartigt één teamlid een bepaald aspect van de werking. De deelverantwoordelijke hoeft niet alles zelf uit te voeren, maar waakt er over dat dit aspect vlot verloopt. 4
•
•
Inspelen bij de organisatie op speciale gebeurtenissen (feesten, woongroepkampen, uitstappen, vieringen of andere activiteiten in kader van pastoraal, …) Afhankelijk van de concrete situatie wordt verwacht dat begeleiders deze activiteiten mee te ondersteunen of initiatief nemen om alternatieve activiteiten uit te werken voor bewoners/deelnemers die niet betrokken zijn bij de speciale gebeurtenissen. Organiseren van tijdelijke dagbesteding voor bewoners/deelnemers uit andere werkingen, bijvoorbeeld tijdens vakanties.
Budgetbeheer: • beheren van de toevertrouwde budgetten en onderhouden van de nodige contacten met de dienst boekhouding • handelen conform de financiële afspraken opgenomen in de dienstengids • rapporteren van en bespreekbaar maken van financiële aspecten (zowel in- als uitgaven) op het teamoverleg.
5. Logistieke opdracht •
•
•
• • •
Ondersteunen in het vervoer van de deelnemers naar en van de activiteitencentra. De organisatie hiervan gebeurt in onderling overleg met alle betrokkenen en wordt structureel opgevolgd door de verantwoordelijke. Voor het vervoer van de bewoners van het centrum is dit een gedeelde opdracht met de woonbegeleiders. Dit vraagt van alle begeleiders de nodige flexibiliteit. Samenwerken met de medewerkers van de logistieke diensten (onderhoud, technische dienst, groendienst, keuken,…) in overleg eigen bijdrage afstemmen op de bijdrage van de logistieke dienst en dit in samenspraak met de lokale verantwoordelijke en de betrokken verantwoordelijke/diensthoofd. Dit is iets dat wekelijks aan bod komt bij het onderhouden van de verschillende domeinen (voor Borgwal). Zorg dragen voor een veilige woon - en werkomgeving voor de bewoners / deelnemers en andere medewerkers en het melden van gevaarlijke situaties. Begeleiders van de dagbesteding komen op veel plaatsen, zij werken met gereedschappen die overkoepelend worden gebruikt. Zij zijn goed geplaatst om hiervoor aandacht te hebben. Bijzondere aandacht wordt ook verwacht voor een bewust omgaan met gevaarlijke producten. Cfr. Directienota: Gevaarlijke producten
Omgaan met de ter beschikking gestelde middelen 'als een goede huisvader’ Mee instaan voor de orde en netheid in de werkomgeving en de onmiddellijke buitenomgeving Creëren van een sfeer en aankleding aangepast aan de bewoners/ deelnemers
6. Opdracht met betrekking tot het netwerk van de deelnemer Enkel in Het Veer en Ter Linde, is de begeleider dagbesteding ook persoonlijk begeleider en onderhoudt hij/zij rechtstreekse contacten met het netwerk. In de andere situaties maakt de begeleider deel uit van het multidisciplinair team, waarbinnen eerder de (persoonlijk) begeleiders, de orthoagoog of de medewerker sociale dienst de contacten verzorgen met het netwerk.
5
Toch moet elke begeleider van de dagbesteding streven naar een kwaliteitsvolle en vraaggerichte samenwerking met het sociaal netwerk, in het kader van ‘gedeelde zorg’ . Cfr. Referentiekader ‘Inspraak en Paricipatie’
•
•
Bijzondere aandacht hebben voor een passend onthaal bij de telefonische en andere contacten Actief luisteren en handelen bij het vernemen van ongenoegens, en desgewenst doorverwijzen naar de klachtenprocedure Voorbereiden en/of eventueel deelnemen aan overleg met het netwerk rondom belangrijke wijzigingen in de dienstverlening op vlak van dagbesteding Voorbereiden en/of eventueel deelnemen aan uitwisselingsgesprekken
7.
Administratieve opdracht
• •
De begeleiders van de dagbesteding hebben met betrekking tot het dienstverleningsplan van de deelnemers een specifieke bijdrage. De observaties van de begeleiders worden geregistreerd en volgens de procedure dienstverleningsplan toegevoegd aan het persoonlijk dossier. In functie hiervan werken de begeleiders samen met de betrokken ortho-agogen en persoonlijke begeleiders. Minimaal elk jaar wordt het dagbestedingprogramma geëvalueerd en aangepast. Een administratieve opdracht houdt niet alleen in dat verslagen worden gemaakt, formulieren worden ingevuld, maar ook dat ze worden doorgegeven en de nodige opvolging krijgen, met andere woorden, er voor zorgen dat ze op de juiste plaats terecht komen. Dit veronderstelt actief werken met de procedures en directienota's alsook de houding om documenten zo correct en volledig mogelijk in te vullen Concreet gaat de administratieve opdracht vooral over: • maken van verslagen van overleg • registreren in functie van het persoonlijk dossier • maken van observatieverslagen • opvolgen van directienota’s en het gebruik van bijhorende formulieren; bijvoorbeeld: bestellijsten maaltijden, verlofaanvraag, herstelbonnen, ongevalsaangifte, aanwezigheidslijst voor de jobcoach: samenwerkingsovereenkomst verzekeringen voor begeleid werken
8. Opdracht met betrekking tot Vorming, Training en Opleiding Cfr. Procedure Het vormen, trainen en opleiden van personeel
•
•
Optimaliseren van de eigen deskundigheid door zelfstudie raadplegen van vakliteratuur een opleiding te volgen deel te nemen aan vormingsinitiatieven, zoals ingevuld via VTO planning open te staan voor informeel leren Kennis verwerven en up-to-date blijven met betrekking tot nieuwe inzichten, tendensen en hulpmiddelen
6
• •
Verantwoordelijkheid opnemen voor de eigen professionele ontwikkeling, door een actieve bijdrage te leveren tot het opstellen, opvolgen en evalueren van het individueel VTO plan. Doorgeven en uitwisselen van kennis en ervaring met collega’s.
9. Opdracht met betrekking tot externe contacten Positief beïnvloeden van beeldvorming van personen met een mentale handicap, door: • Onthaal van externe mensen binnen het centrum, of door deelname aan externe bijeenkomsten • Meewerken aan samenwerkingsinitiatieven met de plaatselijke gemeenschap, scholen, vrijetijdsorganisaties, lokale socio-culturele verenigingen, … • Bijdrage leveren aan het zoeken naar vrijwilligers. De vrijwilligers en andere externen wegwijs maken, en ondersteunen in de taken die zij opnemen. Cfr. Directienota: Vrijwilligers
10. Algemene beleidsopdrachten •
• • •
Bereid zijn om constructief mee te denken bij het zoeken naar oplossingen rondom problemen die de eigen werking overstijgen, zoals deze al vorm kregen in samenwerking met de groendienst, ondersteuning bij keukentransport en selectief ophalen van afval,… Meewerken aan overkoepelende projecten zoals het ebergistefeest, opbouw van activiteiten in het kader van de vastenacties, volleybaltornooi, vakantiewerking, kerstspel, snoezelruimte, enz… deelname aan werk- en projectgroepen. actief werken met het kwaliteitshandboek.
11. Opdracht in verband met de implementatie van de Missie en de referentiekaders Elke werknemer van het centrum draagt actief bij tot het waarmaken van de principes geformuleerd in de missie en de referentiekaders. Dit gebeurt zowel door het voorleven als door het verwijzen naar deze teksten in de dagelijkse situaties. Dit is zichtbaar in: • De pastorale werking binnen het eigen multidisciplinair team inkleuren en levendig houden. Cfr. Referentiekader: Het leven vieren
• • •
Concreet uitwerken van vieringen op niveau van de deelnemers samen met de pastorale dienst, zowel bij de voorbereiding als op het moment zelf. Taken bewust uitvoeren, met oog voor de meerwaarde die je als begeleider op dat moment kan betekenen. In alle aspecten van het werk ‘kwaliteit’ nastreven.
7